Omzetten van oude CVI-indicaties en PCL-beschikkingen Beleid, procedures en formulieren
Ede, juli 2015
2
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
pag 5
2.
Wet Passend Onderwijs en ondersteuningsplan swv 2.1. De wet Passend onderwijs (artikel XVII) 2.2. Het Ondersteuningsplan SWV Rijn & Gelderse Vallei
7 7 7
3.
Visie, beleidsuitgangspunten en consequenties 3.1. Visie op passend onderwijs 3.2. Beleidsuitgangspunten en consequenties
9 9 9
4.
Omzetting van CVI-indicatie of PCL-beschikking en doelgroepen 4.1. Kinderen met een CVI LGF in de reguliere basisschool 4.2. Kinderen met een PCL beschikking in de speciale basisschool (SBO) 4.3. Kinderen met een CVI LGF beschikking in de speciale basisschool (SBO) 4.4. Kinderen met een CVI beschikking in de speciale school (SO cluster 3 of 4) 4.5. Kinderen met een CVI beschikking in een residentiële setting (open of gesloten) 4.6. Kinderen woonachtig in ons SWV met een CVI beschikking met een CVI beschikking naar een SO school in een ander SWV 4.7. Kinderen woonachtig in een ander SWV met een CVI beschikking op een SO school in ons SWV 4.8. Kinderen met een TLV (SBO – SO) afgegeven na 1-8-2014 4.9. Kinderen die de overgang maken naar het VO op 1-8-2015 4.10 Afgifteduur 4.11 Bezwaarprocedure
11 11 12 13 13
Financiële consequenties 5.1. Kosten voor de school 5.2. Kosten voor het samenwerkingsverband 5.3. Inrichting Adviescommissie bezwaren Toelaatbaarheid
16 16 16 16
Bijlagen: formulieren heroverweging
18
5.
14 14 14 14 15 15 15
3
4
Hoofdstuk 1 Inleiding Op 1 augustus 2014 is de wet Passend onderwijs ingevoerd. Leerlingen die op deze datum in een SBO-school of SO cluster 3 of 4-school onderwijs volgen, hebben hiervoor respectievelijk een PCL- of CVI-verklaring ontvangen. Daarnaast volgen er leerlingen met een Leerlinggebonden financiering (beter bekend als de Rugzak) onderwijs op een basisschool of SBO-school. Het SWV moet een procedure opstellen, in ieder geval voor de zittende leerlingen in het SO in de periode van augustus 2015 tot en met juli 2016, waarin de CVI-beschikkingen omgezet worden in een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV). De relevante wettekst en de relateerde teksten uit het Ondersteuningsplan SWV Rijn & Gelderse Vallei is te vinden in hoofdstuk 2. Ook in het BAO zijn leerlingen geplaatst met een CVI-indicatie (rugzak). De LGF (rugzak) bestaat niet meer, dus moet de CVI-indicatie omgezet worden naar een ondersteuningsarrangement. Het SWV heeft afgesproken dat zolang de indicatie LGF loopt, de school de oude financiering krijgt. Een aantal van de oude LGF-indicaties loopt af op 1-8-2015 en de rest in ieder geval op 1-8-2016. Ook hiervoor moet een procedure worden ontwikkeld. Tot 1 augustus 2014 kregen leerlingen die een verwijzing kregen naar het SBO een PCL-beschikking tot aan het einde van de PO-periode (t/m groep 8). Een beleidsuitspraak over herindicatie van SBOleerlingen is nog niet gedaan. Voor het ontwikkelen van visie, de gewenste beleidsuitspraken en procedures is een werkgroep ingericht. De werkgroep had als doelstelling: Ontwikkel beleid en procedures voor het omzetten van CVI-indicaties en PCL-beschikkingen naar Extra ondersteuning of TLV voor leerlingen in het BAO, SO (cluster 3 en 4) of SBO. De werkgroep is gestart op 02-02-2015 en heeft in vier vergaderingen de volgende opdracht uitgewerkt: 1. Wat is de visie? 2. Welke beleidsuitgangspunten hanteren we? 3. Hoe wordt het omzetten van indicaties/beschikkingen gerealiseerd? 4. Wat zijn consequenties van de omzetting? 5. Wat is de rol van ouders? 6. Wie realiseert het omzetten? 7. Welk tijdpad hanteren we? 8. Wat vragen we van scholen, welke gegevens zijn nodig? In voorliggende notitie zijn de vragen uitgewerkt en hiermee is voldaan aan de doelstelling. De werkgroep bestond uit: Barend Gorseling, directeur de Blink Geerten van Beek, managementondersteuner SWV R&GV Karel Reijers, Steunpuntcoördinator SWV R&GV Ko Fluit, directeur de Vogelhorst Wim Jansen, beleidsadviseur De Onderwijsspecialisten 5
Ingvild Krikke-Besselink, directeur Kardinaal Alfrinkschool Thea de Graaf, directeur SWV R&GV Pieter Haverkamp, controller (adviserend) SWV R&GV, werd indien gewenst uitgenodigd voor de werkgroepvergadering. De notitie is voor advies voorgelegd aan het Driehoeksoverleg op 31 maart 2015. Dit heeft geleid tot diverse aanpassingen. Onderwerp en voorstellen zijn reeds voorgelegd aan het bestuur van SWV Rijn & Gelderse Vallei en zijn vastgesteld, de invoering is reeds gestart.
Namens de werkgroep Thea de Graaf Directeur SWV Rijn & Gelderse Vallei
6
Hoofdstuk 2 Wet Passend Onderwijs en ondersteuningsplan swv In dit hoofdstuk wordt vermeld welke wetsonderdelen van toepassing zijn en welke uitspraken in het Ondersteuningsplan SWV Rijn & Gelderse Vallei.
2.1. Wet Passend onderwijs Beleid en procedure De wet Passend onderwijs stelt in artikel xvii (evenals het Toezichtskader van de onderwijsinspectie) dat het samenwerkingsverband beleid en een procedure opstelt waarin de CVI-beschikkingen van zittende leerlingen in de periode van augustus 2014 tot en met juli 2016 (en een eventueel latere datum) omgezet worden in een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV). Dit geldt voor alle leerlingen in het speciaal onderwijs (SO cluster 3 en 4). Het Ondersteuningsplan dat wordt vastgesteld door een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs, omvat de procedure en het beleid met betrekking tot de terugplaatsing of overplaatsing naar het basisonderwijs van leerlingen, bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, dan wel voortgezet verblijf op de school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs behorend tot cluster 3 en 4, bedoeld in de Wet op de expertisecentra. Het omzetten van de CVI-indicatie SO geldt voor die leerlingen die in het gebied woonachtig zijn. Als overgangsmaatregel heeft het ministerie bepaald dat leerlingen die op 1 augustus 2014 staan ingeschreven op een SO-school, hier tot uiterlijk 1 augustus 2016 ingeschreven kunnen blijven zonder dat zij een TLV nodig hebben. Voor plaatsing na die periode op het SO of bij verhuizing naar een andere SO-school is wel een TLV nodig. Dat geldt ook voor de overgang van SO naar VSO. Adviescommissie bezwaar TLV Artikel 18 van de wet Passend onderwijs zegt dat het samenwerkingsverband een Adviescommissie moet instellen, die adviseert over bezwaarschriften die worden ontvangen op basis van de besluiten over de toelaatbaarheid van een leerling. Ouders kunnen in geval van een bezwaar tegen een beslissing over de toelating of verwijdering ook naar de Geschillencommissie Passend Onderwijs (Wet passend onderwijs, artikel 43). Het SWV is aangesloten bij deze Geschillencommissie. TLV-commissie De TLV-commissie bestaat volgens het wettelijk kader uit twee deskundigen: De 1e deskundige is altijd een gedragsdeskundige (orthopedagoog / psycholoog) De 2e deskundige is afhankelijk van de situatie en de vraagstelling van het kind in kwestie: een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een kinderpsychiater, een maatschappelijk werker of (revalidatie)arts.
2.2.
Het Ondersteuningsplan SWV Rijn & Gelderse Vallei
Beleid en procedure Volgens de wet Passend onderwijs moet in het Ondersteuningsplan beleid en een procedure opgenomen zijn hoe de herindicatie, dan wel omzetting van CVI-indicaties zal gaan verlopen. Deze procedure is niet aanwezig. Beleid en procedure Indien ouders bezwaar willen aantekenen tegen een beslissing over de toelating of verwijdering van een leerling kunnen zij bezwaar aantekenen bij de directeur van het SWV. 7
Een Adviescommissie is nog niet ingericht, maar is wel een actiepunt. Ouders kunnen ook naar de Geschillencommissie Passend Onderwijs (Wet passend onderwijs, artikel 43). Het SWV is aangesloten bij deze Geschillencommissie Ook het bevoegd gezag van een school zou bezwaar tegen een uitspraak van de TLV-commissie kunnen maken. Dit staat niet beschreven in het Ondersteuningsplan. TLV-commissie De TLV-commissie van SWV Rijn & Gelderse Vallei voldoet aan de wettelijke eisen. Naast de twee deskundigen is een voorzitter en administratief medewerker aanwezig. Door de werkgroep HGO-TLV worden beleid, procedure en termijnen uitgewerkt.
8
Hoofdstuk 3 Visie, beleidsuitgangspunten en consequenties 3.1.
Visie op passend onderwijs
In het Ondersteuningsplan staat de visie van het SWV Rijn & Gelderse Vallei verwoord: “Ieder kind verdient het beste onderwijs. In Rijn & Gelderse Vallei willen wij passend onderwijs zo organiseren dat ieder kind in onze regio dat beste onderwijs ook krijgt. We zetten in op preventie, bouwen op stevige basisondersteuning en handelen doelmatig. Natuurlijk met ouders als gelijkwaardige partners. Basis voor passend onderwijs in onze regio is een positieve grondhouding naar kinderen. We proberen een kind zo goed mogelijk te ondersteunen in zijn ontwikkeling en sluiten aan bij zijn talenten. De kernvraag: wat heeft dit kind nu nodig om tot leren te komen en zich goed te ontwikkelen? In onze regio gaat nu circa 95 procent van alle leerlingen naar een reguliere basisschool. Met de meeste kinderen gaat het daar gelukkig prima. Indien blijkt dat de basisondersteuning niet toereikend is, kan de school een aanvraag indienen voor Extra Ondersteuning. Uitgangspunten voor Extra Onderwijsondersteuning: zo snel mogelijk, zo licht mogelijk, zo dicht mogelijk bij huis, op de meest adequate manier, door de meest geschikte persoon/instelling, samen met ouders en (zo nodig) partners in (jeugd)hulp. Samen werken we op basis van één kind, één gezin, één plan. Zo ondersteunen we een kind optimaal in de verschillende domeinen in zijn leven. Kinderen voor wie een speciale onderwijsplek het meest passende onderwijsarrangement is, kunnen terecht op één van de scholen voor speciaal (basis)onderwijs in ons samenwerkingsverband”. Vanuit voorgaande visie heeft de werkgroep de volgende uitgangspunten voor het omzetten van CVIindicaties en PCL-beschikkingen naar Extra Ondersteuning of TLV opgesteld:
3.2.
Beleidsuitgangspunten en consequenties
Ieder kind heeft recht op onderwijs Dit betekent dat investering nodig is om onderwijs te bieden aan leerlingen met een zeer intensieve ondersteuningsvraag. Samenwerking met gemeenten is van belang. De uitwerking van dit onderwerp vindt verder plaats in de werkgroep AWBZ-compensatie. Het kind met zijn/haar ondersteuningsbehoefte staat centraal Ieder kind moet onderwijs kunnen volgen dat bij zijn/haar ondersteuningsbehoeften past. Het samenwerkingsverband heeft hierbij de taak een dekkend aanbod te realiseren. Onderwijsondersteuning op maat (relatie naar bekostigingscategorieën) Scholen moeten in staat zijn om die onderwijsondersteuning te bieden die het kind nodig heeft. Indien de basisondersteuning hierin niet voorziet, dan kan een beroep worden gedaan op Extra Ondersteuning. Indien blijkt of ingeschat wordt dat de Extra Ondersteuning niet toereikend is voor de ondersteuningsbehoefte van het kind, kan een kind verwezen worden naar een SBO- of SO school. Bij het verlenen van een TLV moet het SWV ook bepalen welke bekostigingscategorie toegekend wordt. Er is hierbij sprake van 3 categorieën: Laag is ongeveer gelijk aan de huidige bekostiging voor ZMLK (zeer moeilijk lerende kinderen) en LZK (langdurig zieke kinderen) in cluster 3 en cluster 4 Midden is ongeveer gelijk aan de huidige bekostiging voor LB (kinderen met lichamelijke beperkingen) Hoog is ongeveer gelijk aan de huidige bekostiging voor MB (kinderen met een meervoudig beperking) 9
Het SWV (de TLV-commissie) werkt met deze indeling. Beleid moet worden ontwikkeld over deze bekostigingscategorieën; te denken valt aan uitspraken over: bij welke ondersteuningsvragen wordt welke bekostigingscategorie toegekend?; is het mogelijk dat binnen één SO- school aan kinderen verschillende bekostigingscategorieën toegekend worden?; is het mogelijk een ondersteuningsarrangement toe te kennen aan een SBO- en/of SO – school. Beleidsvoorstellen worden uitgewerkt in diverse andere werkgroepen (“HGO – TLV” en “SO-SBO in het SWV Rijn & Gelderse Vallei” en “AWBZ-compensatie”). Nabijheid is belangrijk Thuisnabij onderwijs is een van de pijlers van Passend onderwijs. Er reizen dagelijks circa 120 leerlingen naar S(B)O-scholen buiten ons SWV. Uiteraard speelt keuze van ouders hierin een rol, maar in een aantal situaties geldt dat het SWV Rijn & Gelderse Vallei geen dekkend aanbod heeft. Er is inmiddels meer zicht op de “witte vlekken”: scholen voor leerlingen met een LB, MB of cluster 2 kent ons SWV (nog) niet. Inventarisatie, analyse en onderzoek is gewenst (schooljaar 2015-2016). Onderwijsondersteuning gaat voor locatie In het kader van Passend Onderwijs wordt bij het omzetten van de indicatie/beschikking gekeken of een kind naar een andere vorm van onderwijs kan (meestal een lichtere vorm, zoals regulier of SBO). Indien een overplaatsing mogelijk is, dan is dit wenselijk. Indien blijkt dat dit niet mogelijk is, wordt de indicatie/beschikking omgezet naar een TLV. In dit scenario is het niet wenselijk om van locatie te veranderen (omdat bijvoorbeeld de gemeente dit vanwege vervoer eist), tenzij ouders dit willen of er andere redenen zijn (bijvoorbeeld omdat de ondersteuningsvraag van het kind groter is geworden, waardoor verzwaring van de bekostigingscategorie nodig is en daardoor een andere school). De rol van de ouders is belangrijk De wet geeft aan dat ouders keuzevrijheid hebben voor een school. Indien dit een SBO-school is dan is een TLV SBO nodig en indien dit een SO-school betreft is een TLV-SO nodig. De keuzevrijheid wordt daarnaast nog enigszins beperkt door denominatie en vervoersverordeningen van een gemeente. Bij de procedure omzetten van CVI-indicaties en PCL-beschikkingen naar Extra Ondersteuning of TLV moeten ouders nadrukkelijk betrokken worden. Zo min mogelijk bureaucratie Ouders en scholen moeten zo min mogelijk belast worden als het gaat om het omzetten van de indicatie. Overige consequenties Consequenties indien er geen TLV wordt afgegeven? Als er geen TLV wordt afgegeven, dan moeten de school en de ouders de gelegenheid hebben een andere school te zoeken en het kind aan te melden en te plaatsen. Dit betekent dat een tijdelijke verlenging noodzakelijk is. Om dit soort situaties te voorkomen, moet tijdig vóór 01 -082016 de omzetting van indicaties of beschikkingen plaats hebben gevonden. Symbiose- of combinatieplaatsingen o Symbioseplaatsing: een leerling staat ingeschreven in het speciaal onderwijs en volgt gedeeltelijk onderwijs in het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs of het voortgezet onderwijs. Scholen moeten hier onderling afspraken over maken. o Een combinatieplaatsing SBO met BAO is alleen mogelijk, indien scholen dit door middel van afspraken (en met een eventueel arrangement) realiseren. 10
Hoofdstuk 4 Omzetting van CVI-indicatie of PCL-beschikking en doelgroepen In dit hoofdstuk wordt beschreven voor wie de omzetting van CVI-indicaties en PCL-beschikkingen naar Extra Ondersteuning of TLV geldt. Per doelgroep wordt beschreven: motivatie, doel, aantal leerlingen, procedure, planning en inzet vanuit het SWV.
4.1.
Kinderen met een CVI-indicatie (LGF-rugzak) in de reguliere basisschool
Doelgroep
Motivatie
Doel Aantal Procedure
Planning
Inzet SWV
a. Kinderen met een CVI LGF (cluster 3 of 4), waarvan de indicatie afloopt op 1-8-2015 en de BAO in het volgende schoolja(a)r(en) bezoeken b. Kinderen met een CVI LGF (cluster 3 of 4), waarvan de indicatie afloopt op 1-8-2016, dan wel afgegeven voor de hele schoolloopbaan. De LGF-financiering (rugzak) is opgeheven. Het SWV heeft uitgesproken dat de financiering van leerlingen met een indicatie verkregen voor 1-8-2013 uiterlijk tot 1-8-2016 zal doorlopen. Van 40 leerlingen verloopt de indicatie echter reeds op 1-8-2015. Het omzetten van de LGF naar Extra ondersteuning is wenselijk, zodat deze kinderen het regulier onderwijs kunnen blijven bezoeken Kinderen waarvan de CVI-indicatie afloopt hebben een onderwijsondersteuningsarrangement vanuit het SWV (indien nodig) a. Leerlingen met een Indicatie die afloopt op 1-8-2015: 31 leerlingen 1 b. Leerlingen met een Indicatie die afloopt op 1-8-2016 of later: 72 leerlingen (54 + 18)2 a. Leerlingen met een indicatie die afloopt op 1-8-2015: de aanvraag is voor (een deel van) het schooljaar 2015-2016 1e. De school ontvangt een brief waarin gemeld staat dat bij een van haar leerlingen de CVI- indicatie afloopt. De ouders worden door de school geïnformeerd 2e. De school vult samen met de ouders het (nieuwe) Groeidocument + OPP in en het aanvraagformulier HGO 3e. De Steunpuntcoördinator wordt voor een ondersteuningsbespreking waarin het Groeidocument en de aanvraag voor HGO worden besproken, uitgenodigd 4e. Ouders en school ondertekenen het Groeidocument en het aanvraagformulier 5e. Het dossier wordt ingeleverd bij het SWV voor 15 mei 2015 6e. Het SWV doet een uitspraak voor 25 juni 2015 7e. Het SWV meldt de school de uitspraak via een brief 8e. Het arrangement gaat in op 1-8-2015 b. Leerlingen met een indicatie die afloopt op 1-8-2016 of erna: de aanvraag is voor (een deel van) het schooljaar 2016-2017. De procedure is hetzelfde als onder a. vermeld, met dien verstande dat gestart wordt in februari 2016 t.b.v. spreiding van vergaderingen. april 2015 : Brief naar scholen: april 2015 (N.B. per abuis reeds verstuurd) Voor 15 mei 2015 : Inleveren dossier Uiterlijk 25 juni 2015 : Uitspraak SWV Functie Werkzaamheden per leerling Uren per leerling Directeur Voorbereiden: 30 min 1 uur Bespreektijd: 15 min Verslag beoordelen: 15 min inbrengende SteunpuntFormulier: 45 min 1 uur
1
Het betreft 40 leerlingen, maar 9 leerlingen verlaten het PO en gaan het VO. Dit getal is een inschatting. In -2016 wordt geïnventariseerd hoeveel leerlingen het PO verlaten voor het VO of anderszins 2
11
coördinator
Bespreektijd: 15 min
steunpuntcoördinator
Voorbereiden: 30 min Bespreektijd: 15 min Verslag beoordelen: 15 min Voorbereiden agenda: 15 min Bespreektijd: 15 min Verslag verwerken: 45 min
administratief medewerkster
4.2.
1 uur
1.25 uur
Kinderen met een PCL-beschikking in de speciale basisschool (SBO)
Doelgroep Motivatie
Doel
Aantal
Procedure
Kinderen met een PCL- beschikking in de speciale basisschool Leerlingen met een PCL- beschikking in SBO her-indiceren is vanuit visie wenselijk. Immers deze leerlingen hebben een beschikking t/m groep 8 en het is wenselijk regelmatig te evalueren en te bezien of zij in aanmerking kunnen komen voor een plaatsing in het regulier onderwijs. Omzetten van een beschikking naar TLV zou dit bevorderen. Dit is echter gezien de regelgeving rondom verhuizing en grensverkeer niet wenselijk. Er ontstaat grensverkeer na een verhuizing bij iedere leerling die een TLV heeft (indien dit plaatsvindt een half jaar vóór of ná de afgifte). Indien alle leerlingen met een PCLbeschikking omgezet worden naar een TLV, creëren we financiële stromen, die niet wenselijk zijn. Daarom wordt voor de SBO-leerlingen voorgesteld om wel dezelfde procedure te hanteren als bij het SO, maar dit niet te bevestigen met een TLV. Er wordt voor de procedure zoveel mogelijk aangesloten bij de werkwijze en planning van het SBO. Leerlingen uit groep 7 worden in deze cyclus niet meegenomen, tenzij ouders of school hierom verzoeken. Voor de leerlingen van groep 8 geldt in principe hetzelfde, maar er zal in overleg met het SWV VO een procedure ontwikkeld worden. Voor kinderen met een PCL-beschikking in het SBO wordt opnieuw vastgesteld of het SBO de beste plaats is, dan wel een plaatsing in het regulier onderwijs (met een ondersteuningsarrangement). 580 leerlingen N.B. Het aantal wordt nog verminderd met de groep 7- en 8- leerlingen in het schooljaar 2015-2016. Alle leerlingen van groep 2 t/m 6 met een PCL-beschikking worden geëvalueerd in de CvB van het SBO conform de normale procedure N.B. 1. De leerlingen van groep 7 (schooljaar 2015-2016) worden niet besproken, tenzij ouders en school hierom vragen N.B.2. Voor alle leerlingen van groep 8 (schooljaar 2015-2016) wordt i.s.m. het SWV VO een procedure ontwikkeld (in de planning februari – maart) Per leerling wordt(conform de SBO werkwijze) een dossier opgesteld voor de bespreking: o Overzicht met nieuwe leerprestaties o Een inschatting van de te verwachten leerlijn o Het OPP met de resultaten van de vorige keer, de onderlegger en de conclusie voor de toekomst. Inclusief doelen en verwachtingen (welke leerroutes en te verwachten uitstroom niveau) o Nieuw: Een formulier Heroverweging SBO ingevuld (zie bijlage 1) De ouders worden voor de bespreking uitgenodigd Indien er géén twijfel is over de plaatsing in het SBO, dan wordt het formulier ondertekend door de gedragswetenschapper (2e deskundige) Indien er twijfel is, dan wordt de 1e deskundige van de TLV cie uitgenodigd voor de CVB bespreking 12
Planning Inzet SWV
4.3.
N.B. indien tijdens de CVB bespreking de twijfel ontstaat, dan wordt een gesprek na de CVB gepland tussen 2e en 1e deskundige. Het ondertekende formulier wordt na de bespreking toegestuurd met de overige formulieren van de CVB naar
[email protected] (of via Kindkans ge-upload) De eerste deskundige TLV cie en voorzitter TLV buigen zich over de aanvragen en stellen een adviesbrief op De administratief medewerker van het SWV maakt de adviesbrief en verstuurt deze oktober 2015 : Brief naar scholen dec 15 t/m mei 16 : Inleveren dossier Functie Werkzaamheden per leerling Uren per leerling 1e deskundige Voorbereiden: 30 min 1,25 uur Bespreektijd: 15 min Verslag beoordelen: 15 min Toelichting aan directeur: 15 min administratief medeAanmaken TLV: 15 min 0,5 uur werkster Archiveren dossier: 15 min voorzitter TLV cie Doornemen formulier en tekenen: 0,25 uur 15 min
Kinderen met een CVI-indicatie in de speciale basisschool (SBO)
Alle leerlingen PCL in SBO hoeven geen omzetting volgens de wet, maar de werkgroep vindt vanuit visie wel dat dit moet, zodat ook bij deze leerlingen bekeken wordt of een lichtere vorm van onderwijs mogelijk is. Dezelfde procedure wordt doorlopen als bij SO, met dien verstande dat een TLV niet afgegeven wordt, vanwege negatieve financiële consequenties (creëren grensverkeer).
4.4.
Kinderen met een CVI-indicatie in de speciale school (SO cluster 3 of 4)
Doelgroep Motivatie
Doel
Aantal
Procedure
Kinderen met een CVI- beschikking in de speciale basisschool Leerlingen met een CVI- beschikking in het SO moeten voor 1-8-2016 worden geherindiceerd, ongeacht de einddatum van de huidige indicatie. Er wordt voor de omzetting van CVI-indicaties zoveel mogelijk aangesloten bij de werkwijze van het SO. De indicaties voor de leerlingen uit groep 7 (schooljaar 2015-2016) worden zonder bespreking omgezet naar een TLV, tenzij ouders of school hierom verzoeken. Voor de leerlingen van groep 8 geldt in principe hetzelfde, maar er wordt in overleg met het SWV VO een procedure ontwikkeld zodat de omzetting slechts eenmalig is. Bij alle kinderen in de groepen 2 t/m 6 in het SO cluster 3 of 4 is voor 1-8-2016 overwogen of zij naar een lichtere vorm van onderwijs kunnen gaan, dan wel hebben zij een TLVverklaring met een daarbij behorende bekostigingscategorie op 1-8-2016. 369 leerlingen N.B. Het aantal wordt nog verminderd met de groep 7- en 8- leerlingen in het schooljaar 2015-2016 Alle leerlingen in groep 2 t/m 7 worden besproken in de CVB, zoals gewoonlijk Het formulier Heroverweging (SBO – SO) wordt ingevuld (5 vragen) opslaan Heroverweging naam leerling Indien er géén twijfel is, dan wordt het formulier ondertekend door de gedragswetenschapper (2e deskundige) Indien er twijfel is, dan wordt de 1e deskundige van de TLV-commissie uitgenodigd voor de CVB- bespreking N.B. indien tijdens de CVB- bespreking de twijfel ontstaat, dan wordt een gesprek 13
Planning
Inzet SWV
4.5.
gepland tussen 2e en 1e deskundige Het ondertekende formulier wordt na de bespreking toegestuurd met de overige formulieren van de CVB naar
[email protected] (of via Kindkans geupload) De eerste deskundige TLV -commissie en voorzitter TLV buigen zich over de aanvragen en ondertekenen de TLV De administratief medewerker van het SWV maakt de TLV verklaring en adviesbrief en verstuurt deze naar betrokkenen juli 2015 Brief aankondiging naar scholen september 2015 Brief naar scholen okt 15 t/m mei 16 Inleveren dossier en planning CvB Functie Werkzaamheden per leerling Uren per leerling e 1 deskundige Voorbereiden: 30 min 1,25 uur Bespreektijd: 15 min Verslag beoordelen: 15 min Toelichten aan directeur: 15 min administratief medeAanmaken TLV: 15 min 0,5 uur werkster Archiveren dossier: 15 min Voorzitter TLV cie Doornemen formulier en tekenen: 0,25 uur 15 min
Kinderen in een residentiële setting (open of gesloten)
Kinderen in een gesloten residentiële setting worden geplaatst en bekostigd (door de overheid) zonder TLV. Bij plaatsing naar een andere onderwijssetting moet een TLV aangevraagd worden bij het SWV. Kinderen in een open residentiële setting worden geplaatst zonder TLV en bekostigd door het SWV waar het kind woont. Procedure over plaatsing en doorplaatsing wordt in de werkgroep Residentiële voorzieningen uitgewerkt.
4.6.
Kinderen woonachtig in ons SWV met een CVI-indicatie naar een SO-school in ander SWV
Het gaat hierbij om 116 leerlingen. Contacten zullen worden gelegd met de betreffende SO-scholen. Het betreffende SWV zal worden geïnformeerd over onze acties. In principe zal dezelfde procedure doorlopen worden als bij 4.4.
4.7.
Kinderen woonachtig in een ander SWV met een CVI indicatie op een SO-school binnen ons SWV
Het gaat hierbij om zo’n 182 leerlingen. Contacten worden gelegd in het najaar 2015 door de directeur van de SO-school van ons SWV met het betrokken SWV en er worden afspraken gemaakt over de omzetting van de indicatie . Het SWV Rijn & Gelderse Vallei kan worden ingeschakeld bij problemen en er vindt monitoring plaats.
4.8.
Kinderen met een TLV (SBO of SO) afgegeven na 1-8-2014
Leerlingen die na 1-8-2014 een TLV hebben gekregen, hebben allen een datum voor herindicatie gekregen. In de planning moet rekening gehouden worden met de gestelde herindicatie-datum. Het betreft op 1-2-2015: 04 leerlingen voor 1-8-2015 31leerlingen voor 1-8-2016 01 leerling voor 1-1-2017 17 leerlingen voor 1-8-2017 14
4.9.
Kinderen die de overgang maken naar het V(S)O op 1-8-2015
Vanuit de scholen van het SWV R&GV kunnen kinderen uitstromen naar 2 SWV-en VO. Het is wenselijk dat overgangsprocedures naar beide SWV-en VO op elkaar afgestemd worden. Deze opdracht is neergelegd bij een werkgroep 10-14 jarigen. Leerlingen die op 1-8-2015 naar het V(S)O gaan, waarbij een vraag om Extra Ondersteuning bekend is of een TLV nodig is, moeten dit kenbaar maken bij het SWV VO. Ouders kunnen dit doen d.m.v. aanmelding bij een V(S)O-school.
4.10. Afgifteduur De huidige TLV gaat hierbij uit van een aantal ijkpunten: De verwachte mogelijkheden bij het kind bepalen de periode van afgifte Er zijn wel enige standaarden merkbaar: o Aan het eind van de kleuterperiode, dus vóór aanvang groep 3 of 4 Herindicatie nodig om te bespreken of de leerling de overstap kan maken naar het regulier onderwijs of naar een lichtere vorm van onderwijs). Dit is uiteraard wel afhankelijk van het moment van instroom. o Eind groep 5 of 6 als voorbereiding naar het voortgezet onderwijs. Indien een kind een TLV krijgt in groep 7, dan wordt deze voor 2 jaar afgegeven. Uitzonderingen bevestigen de regel.
4.11. Bezwaarprocedure Een Adviescommissie moet worden ingesteld. Deze adviseert over bezwaarschriften die worden ontvangen op basis van de besluiten over de toelaatbaarheid van een leerling. De inrichting van deze Adviescommissie en een transparante procedure moet nog worden opgesteld. Ouders kunnen in geval van een bezwaar tegen een beslissing over de toelating of verwijdering ook naar de Geschillencommissie Passend Onderwijs (Wet passend onderwijs, artikel 43). Het SWV is aangesloten bij deze Geschillencommissie. Ook een (bevoegd gezag) school mag bezwaar tegen een uitspraak van de TLV- commissie maken. Inrichting Adviescommissie bezwaren In een procedure werkt het samenwerkingsverband uit op welke wijze ouders, leerlingen (indien handelingsbekwaam) of scholen (bevoegd gezag) bezwaar kunnen aantekenen, hoe het bezwaartraject verloopt en welke termijnen daarbij worden gehanteerd. Deze procedure dient conform de Algemene wet bestuursrecht (AWB) te worden ingevuld. De PO-raad heeft hiervoor een handreiking geschreven die overgenomen kan worden. De samenstelling van de Adviescommissie bezwaarschriften bestaat uit (wettekst): 1. De adviescommissie bestaat uit ten minste drie leden, waaronder een voorzitter. De leden van de adviescommissie worden benoemd en ontslagen door het samenwerkingsverband. 2. De voorzitter van de adviescommissie kan niet zijn een persoon die deel uitmaakt van of werkzaamheden verricht onder verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband of van een of meer bij het samenwerkingsverband aangesloten scholen. 3. De leden van de adviescommissie handelen zonder last of ruggespraak. Voorgaande komt er op neer, dat de Adviescommissie uit drie leden bestaat, een onafhankelijke voorzitter en twee leden die in het SWV werkzaam mogen zijn (dat mag een lid van de TLVcommissie zijn). De Adviescommissie moet een onafhankelijk oordeel kunnen geven.
15
Hoofdstuk 5. FINANCIËLE CONSEQUENTIES De financiële consequenties voor de omzetting indicaties / beschikkingen is te verdelen naar: o Kosten voor de school. o Kosten voor het samenwerkingsverband. 5.1 Kosten voor de school Voor de procedure van het omzetten van de CVI-indicatie en PCL-beschikking is zoveel mogelijk gekozen voor het aansluiten bij bestaande procedures rondom leerlingbespreking en evaluatie. Daarom mag verondersteld worden dat de omzetting voor de scholen niet veel extra werk met zich mee zal brengen. Extra werkzaamheden zijn: Planning van de bespreking afstemmen met het SWV. Invullen van één extra formulier. 5.2 Kosten voor het samenwerkingsverband De omzetting van indicaties / beschikkingen zal voor het SWV (met name TLV- commissieleden extra werk inhouden in een relatief korte periode.
HGO/ll HGO SBO/ll SBO SO/ll
SO
SO ander SWV/ll
SO ander SWV
Leerling Leerling ander ander SWV/ll SWV
Aantal 2015
31
Aantal 2016
72
580
369
116
182
0
0
0
0
Inbrengende SC
1
103
1e deskundige
1
103
1,25
725 1,25 461,3
1,25
145
1,25
227,5
Administratief medewerker
1,25
129
0,5
290
184,5
0,5
58
0,5
91
0
0,25
145 0,25 92,25
0,25
29
0,25
45,5
Voorzitter TLV Directeur
1
103
0
0,5
0
0
0
16
5.3 Inrichting Adviescommissie bezwaren Toelaatbaarheid Elk samenwerkingsverband dient een Adviescommissie bezwaren Toelaatbaarheid te hebben en een bezwaarprocedure. Dit kan het samenwerkingsverband op verschillende manieren doen: zelf een commissie inrichten; samen met andere samenwerkingsverbanden een commissie inrichten; In een procedure werkt het samenwerkingsverband uit op welke wijze ouders, leerlingen (indien handelingsbekwaam) of scholen (bevoegd gezag) bezwaar kunnen aantekenen, hoe het bezwaartraject verloopt en welke termijnen daarbij worden gehanteerd. Deze procedure dient conform artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te worden ingevuld. Deze procedure worden in een aparte notitie uitgewerkt.
17
Bijlagen Bijlage 1 FORMULIER HEROVERWEGING SBO-LEERLING Naam leerling Geboortedatum leerling Naam SBO-school Datum bespreking In welke onderwijssetting kan aan de onderwijsbehoeften van deze leerling tegemoet worden gekomen? N.B. Alle kolommen moeten worden ingevuld 3 Regulier onderwijs Argumenten voor:
Argumenten tegen:
Speciaal Basisonderwijs
Argumenten voor:
Argumenten tegen:
Speciaal onderwijs
Argumenten voor:
Gedrag / Cognitief * Argumenten tegen:
Conclusie over het type onderwijs Tot wanneer moet de TLV afgegeven worden Gemaakte afspraken e
Functie:
e
Functie:
Naam 1 deskundige Handtekening
Naam 2 deskundige Handtekening
Naam directeur SWV Handtekening
3
Indien gedacht wordt aan een specifieke school, dan moet de CvB naar het Schoolondersteuningsprofiel van die school kijken
18
Bijlage 2 FORMULIER HEROVERWEGING SO-LEERLING Naam leerling Geboortedatum leerling Naam SO school Datum bespreking In welke onderwijssetting kan aan de onderwijsbehoeften van deze leerling tegemoet worden gekomen? N.B. Alle kolommen moeten worden ingevuld 4 Regulier onderwijs Argumenten voor:
Argumenten tegen:
Speciaal Basisonderwijs
Argumenten voor:
Argumenten tegen:
Speciaal onderwijs
Argumenten voor:
Gedrag / Cognitief * Argumenten tegen:
Conclusie over het type onderwijs Bekostigingscategorie
Laag / Midden / Hoog * Argumenten
Tot wanneer moet de TLV afgegeven worden Gemaakte afspraken e
Functie:
e
Functie:
Naam 1 deskundige Handtekening
Naam 2 deskundige Handtekening
Naam directeur SWV
4
Indien gedacht wordt aan een specifieke school, dan moet de CvB naar het Schoolondersteuningsprofiel kijken van die school
19