Handboek
In opdracht van SBWU, ROC Midden Nederland, MBO Utrecht, Axion Continu, Vecht en Ijssel, SSH en Mitros
Utrecht, januari 2014, Lies Buddingh
Inhoudsopgave Inleiding
3
1.
4
2.
Doel 1.1
Doelgroep
4
1.2
Doelstelling
4
Organisatie 2.1
Onderwijsinstelling(en)
5
2.2
Woningcorporatie(s)
5
2.3
Coachingsorganisatie(s)
6
2.4
Stage-organisaties
6
2.5
Coördinator
6
3.
Stappenplan projectlancering
4.
Procedures
5.
6.
7.
5
8 10
4.1
Instroomprocedure
10
4.2
Stoplichtprocedure
12
4.3
Procedure uitstroom en nazorg
13
4.4
Monitoring van succes
15
Coaching
16
5.1
Kennismakingsfase
16
5.2
Diepgangsfase
17
5.3
Uitstroomfase
17
Kosten- en batenanalyse
19
6.1
Kosten
19
6.2
(Maatschappelijke) baten
20
Valkuilen en aandachtspunten
22
Bijlage 1: Arbeidsmarktprognose
23
Bijlage 2: Samenwerkingsovereenkomst
25
Bijlage 3: Clausule huurcontract
28
Bijlage 4: Begeleidingsovereenkomst
29
Bijlage 5: Flowchart instroomprocedure
30
Bijlage 6: Stoplichtprocedure
32
Bijlage 7: Zelfredzaamheidsmatrix
33
Bijlage 8: Handleiding zelfredzaamheidsmatrix
36
Bijlage 9: Eisen aan de woning
37
Bijlage 10: Data kostenanalyse
38
Bijlage 11: Tijdsschema coaching
40
2
Inleiding Niet alle jongeren vinden op eigen kracht een plek in de samenleving. Voortijdig schoolverlaten en afstand tot de arbeidsmarkt is daar oorzaak van. De jongeren lopen risico en zonder een steuntje in de rug staan ze buitenspel. Uitval kan onder andere ontstaan door een verstoorde thuissituatie, ontbrekende sociale vaardigheden of schulden. Het voorkomen van uitval heeft hoge prioriteit en vergt een collectieve aanpak en maatschappelijke investeringen. Aan de andere kant staat instroom en behoud van personeel voor de verschillende sectoren hoog op de maatschappelijke en economische agenda. Deze sectoren zoeken nieuwe handen en willen in jongeren investeren door middel van stageplaatsen en banen.
woon
leer
jongere werk
coaching
'Talent voor…’ biedt jongeren een woon – leer – werk – coachingstraject. De kracht van het concept berust op de innovatieve samenwerking van vier sectoren op strategisch en operationeel niveau. De partners bestaan uit onderwijsinstellingen, woningcorporaties, coachingsorganisaties en stageorganisaties. Elke partner draagt bij en is de sleutel tot succes. In 2013 heeft het ‘Verwey-Jonker Instituut’ evaluatieonderzoek1 gedaan naar het succes van Talent voor…, op grond waarvan geconcludeerd werd dat de maatschappelijke baten opwegen tegen de kosten die voor het project gemaakt worden.
“Het project loopt lang genoeg om te kunnen stellen dat de beoogde effecten daadwerkelijk worden behaald.” Een praktijkvoorbeeld van het succes van Talent voor… is de eerste uitgestroomde kandidaat, Sara2. In 2011 startte Sara haar deelname aan het project in City Campus MAX, te Utrecht. Ze twijfelde of ze haar opleiding Verzorging aan het ROC Midden Nederland kon voortzetten. Ze vond het zwaar haar studie en bijbaan te combineren terwijl haar thuissituatie erg moeilijk was. Haar studiebegeleider wees haar op het project. Ze besloot mee te doen. Drie jaar later ontving ze haar diploma niveau drie in de zorg én heeft ze een baan bij de aangesloten stage-organisatie Axion Continu in Utrecht! Ook is de relatie tussen Sara en haar ouders verbeterd.
“Meedoen aan dit project is echt een goede investering voor mijn toekomst geweest, ik heb er mijn diploma, een baan en sociale contacten aan overgehouden.” In dit document worden alle aspecten die van belang zijn voor een Talent-voor…-project beschreven. Het is een handvat voor de versteviging van bestaande- en het opstarten van nieuwe projecten.
1
Hamdi, A., de Meere, F., van Marissing, E., Verheijen, J. (2013), Talenten beter benut. Evaluatie Talent voor Zorg City Campus Max., VerweijJonker instituut, Utrecht. 2 Van Dijk, A., van Vondel, A. (2012), interview ervaringen Talent voor Zorg, SSH, Utrecht.
3
1. Doel Een Talent-voor...-project draagt bij aan het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Voortijdig, dus zonder startkwalificatie de school verlaten, betekent dat jongeren moeite zullen hebben om duurzaam te participeren op de arbeidsmarkt. Dit verhoogt in sterke mate de kans op (jeugd)werkloosheid en langdurige uitkeringsafhankelijkheid. 1.1 Doelgroep De doelgroep van Talent voor… bestaat uit jongeren met diverse problemen en achtergronden. Gemeen hebben ze dat ze een MBO-opleiding volgen aan één van de aangesloten onderwijsinstellingen én een extra zetje nodig hebben om deze succesvol af te ronden. Ze zijn gemotiveerd om een zelfstandig bestaan op te bouwen en hun diploma te behalen. Het zijn, naar inschatting van de onderwijsinstelling, perspectiefvolle jongeren met problemen op een beperkt aantal leefgebieden waardoor ze hun leven niet goed op de rit krijgen. Het gaat dan bijvoorbeeld om stressvolle thuissituaties, trauma’s of sociale isolatie. Met een eigen woning en wekelijkse coaching krijgen ze net dat extra zetje in de juiste richting om in twee jaar toe te werken naar zelfstandigheid. Hierbij zijn het behalen van een startkwalificatie, zelfredzaamheid, economische onafhankelijkheid, sociale netwerken en het zelfstandig kunnen onderhouden van het huishouden belangrijke mijlpalen. De volgende selectiecriteria worden gehanteerd bij de intake-procedure: De kandidaat is 18 jaar of ouder; De kandidaat is kansrijk; De kandidaat is gemotiveerd om zijn of haar startkwalificatie te behalen; De kandidaat heeft geen ernstige schulden en kan de bij het project horende huisvesting betalen; De kandidaat heeft geen ernstige verslavingsproblematiek; De kandidaat heeft geen ernstige psychische problematiek; De ouders van de kandidaat staan achter een deelname aan dit project. Door de diverse problemen en achtergronden is de doelgroep niet eenvoudig onder één noemer te vatten. Er wordt waar mogelijk gewerkt vanuit de gedachte van de ‘magic mix’ 3. Hierbij wordt een menging van jongeren met verschillende achtergronden en niveaus van zelfredzaamheid gehuisvest op één verdieping of afdeling met als doel dat ze zich aan elkaar optrekken. De selectie van jongeren met urgente problemen is van primair belang, selecteren ter bevordering van de magic mix is van secundair belang. 1.2 Doelstelling Talent voor… is een innovatief concept van studentenhuisvesting waarbij leren, werken, coaching en wonen onafscheidelijk met elkaar verbonden zijn. De regie ligt bij de jongeren zelf, maar de juiste ondersteuning in de vorm van coaching is in de buurt. Alle betrokken partners houden op de achtergrond een oogje in het zeil bij de persoonlijke- en studievoortgang. Er ontstaat een situatie waar verschillende onderdelen van de maatschappij baat hebben. De jongere krijgt de kans te participeren in de maatschappij doordat zijn zelfredzaamheid is ontwikkeld én de kans groot is dat hij of zij zijn startkwalificatie behaalt waardoor hij of zij kansrijk is op de arbeidsmarkt. Werkgevers krijgen zicht op nieuw en jong gekwalificeerd arbeidspotentieel. De gemeente en de overheid zien onder andere werkloosheidscijfers, uitkeringsafhankelijkheid en zorgkosten in de toekomst bij deze jongeren verminderen. In het hoofdstuk ‘Kosten- en batenanalyse’ komen deze maatschappelijke baten uitgebreider aan bod. Om deze doelen te bereiken werken verschillende partijen samen. Deze partners bieden de jongeren een huurwoning- of kamer, een stageplaats, wekelijks één tot twee uur coaching en monitoring van studie- en persoonlijke voortgang. Het projectresultaat wordt gemonitord op basis van een aantal prestatie-indicatoren, namelijk het aantal door de deelnemers behaalde startkwalificaties, het aantal deelnemers die als beroepskrachten in de sector werkzaam zijn, het aantal bereikte deelnemers, de zijuitstroom en de zelfredzaamheid van de jongeren. In dit rapport zijn de procedures met betrekking tot resultaatmonitoring uitgewerkt. 3
Kroesbergen-Kamps, J., Louwers, D., Een foyer van A tot Y. De zet is aan u., Kamers met Kansen en BMC Advies Management, Rotterdam.
4
2. Organisatie Om dit project tot een succes te maken zijn er zoals genoemd partners nodig die willen investeren in de maatschappij. De volgende typen organisaties werken samen aan het succes en de continuering van het project: Onderwijsinstelling(en); Woningcorporatie(s); Coachingsorganisatie(s); Stage-organisaties. In dit hoofdstuk staat globaal beschreven wat de rol per organisatie is. Vanuit deze organisaties zijn verschillende groepen samengesteld. Namelijk: De dagelijkse beheergroep, bestaande uit de professionals die wekelijks contact hebben met de jongeren. Dit zijn de coaches en de coördinator vanuit de onderwijsinstelling. Eens per maand vindt er tussen hen overleg plaats. Deze groep houdt de voortgang van de individuele jongeren nauwlettend in de gaten. De projectgroep, bestaande uit coördinatoren van alle betrokken organisaties. Eens per drie maanden vindt er overleg plaats. Hierin worden de voortgang van de jongeren en het project en de financiën besproken. De stuurgroep, bestaande uit directeuren of managers van alle partners. Eens per jaar vindt er overleg plaats. Hierin worden bestuurlijke beslissingen genomen.
stuurgroep
projectgroep
dagelijkse beheergroep
De samenwerking wordt vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Deze wordt door partners ondertekend. In bijlage 2 is de overeenkomst te vinden. 2.1 Onderwijsinstelling(en) Het project Talent voor… maakt een verbinding van het onderwijs naar de arbeidsmarkt . Dat vereist een speciaal intake- en selectieprogramma. Het is belangrijk dat de doelgroep van Talent voor… bestaat uit een brede groep jongeren met een verschil in begeleidingsbehoefte. In hoofdlijnen zijn de werkzaamheden van de onderwijsinstelling(en) het: Werven van kandidaten; Uitvoeren van de selectieprocedure om de geschiktheid van de kandidaat in te schatten; Monitoren van de voortgang van de student aan de hand van de stoplichtprocedure, omschreven in het hoofdstuk ‘Procedures’. De coördinator namens de onderwijsinstelling heeft hier een belangrijke rol en houd de voortgang van de jongeren nauwlettend in de gaten, hierbij is betrokkenheid en bevlogenheid van essentieel belang; Monitoren en vastleggen van de resultaten op basis van de vijf prestatie-indicatoren, gegeven in het hoofdstuk ‘Procedures’. 2.2 Woningcorporatie(s) De deelnemende jongeren zullen wonen in een gebouw van een woningcorporatie. In samenspraak met alle partijen wordt er een geschikte locatie geselecteerd. De locatie, kosten en woonvorm zijn hiervoor van belang. In hoofdlijnen zijn de werkzaamheden van de woningcorporatie(s) het: Beschikbaar stellen van geschikt vastgoed; Organiseren van de stoffering en eventuele meubilering van de woningen; Beheren van de woningen; Met de jongeren afsluiten van een huurovereenkomst waarbij de inschrijving bij de begeleidingsovereenkomst onlosmakelijk aan het huurcontract is verbonden; Eventueel dragen van leegstand- en huurdervingrisico’s; Waar mogelijk ondersteunen van de uitstromende jongere bij het vinden van een nieuwe woning.
5
2.3 Coachingsorganisatie(s) De jongeren die het Talent-voor…-traject volgen krijgen ondersteuning en begeleiding. De coachingsorganisatie verzorgt dit. In hoofdlijnen zijn de werkzaamheden van de coachingsorganisatie(s) het: Bieden van ambulante begeleiding voor jongeren op het kerngebied wonen. Hieronder vallen sociale vaardigheidstrainingen, persoonlijke ontwikkeling gericht op beroepshouding: financiën, budgettering, sollicitatietrainingen, vrijetijdsbesteding e.d. onder; Bieden van ondersteuning bij de inrichting van de woning van de jongere; Afstemmen van de begeleiding op individueel niveau, met een maximum van 3 uur per week; Samen met de jongere opstellen van een ontwikkelplan en de regie over de voortgang en evaluatie hiervan bewaken; Monitoren van de voortgang en bij opvallende ontwikkelingen contact opnemen met de coördinator vanuit de onderwijsinstelling; Sturen op de uitstroom na twee jaar, deze bijtijds aankondigen en handvatten geven bij het vinden van een nieuwe woning; De jongere bij het verlaten van het project helpen bij de voortzet van zijn of haar carrière en privéleven. 2.4 Stage-organisaties Belangrijk onderdeel van het Talent-voor…-traject is de werkoriëntatie en instroom van de jongeren naar stageplaatsen en leer-werktrajecten. In hoofdlijnen zijn de werkzaamheden van de stage-organisatie(s) het: Reserveren van stageplaatsen voor Talent-voor…-jongeren; Begeleiden van de jongeren, zoals bij andere stagiaires. De jongeren krijgen hierbij ietwat extra krediet en zullen bij de juiste inzet extra kansen krijgen na gemaakte fouten; Een extra oogje in het zeil houden bij de stageperiode van Talent-voor…-stagiair(e) en de coördinator vanuit de onderwijsinstelling informeren over de voortgang. 2.5 Coördinator Het is aan te raden om per project een (externe) coördinator in te schakelen. Hij of zij kan de kar trekken zodat urgente en minder urgente zaken worden opgepakt. De coördinator zal zorg dragen voor het opstarten en continueren van nieuwe en bestaande projecten en een succesvolle voortgang managen. In hoofdlijnen zijn de werkzaamheden van de projectcoördinator 4 het: Organiseren van stuur- en projectgroep vergaderingen en hierbij voorzitten en notuleren; Dit kost wekelijkse gemiddeld ¾ uur. Verzorgen van marketing en communicatie en het onderhouden van de website; Dit kost wekelijks gemiddeld ¼ uur. Het beheren van de projectrekening en het afhandelen van facturen; Dit kost wekelijks gemiddeld ¼ uur. Monitoren van de financiële status en het werven van fondsen; Dit kost wekelijks gemiddeld ½ uur. Monitoren van het projectsucces en waar nodig regelingen bijstellen; Dit kost wekelijks gemiddeld ¼ uur. Uitvoeren of uitzetten van alle bijkomende werkzaamheden met betrekking tot het project. Dit kost wekelijks gemiddeld 1 uur. De bovenstaande tijdskwalificaties per taak zijn gebaseerd op een project met tussen de acht en dertien jongeren. De uitvoering van de bovenstaande taken kost in het totaal gemiddeld drie uur per week. De arbeidskosten voor het in dienstverband aanstellen van een coördinator met het vereiste niveau, zullen voor drie uur per week maandelijks ongeveer €250,- bedragen. Eventuele reiskosten en overhead zijn hier niet in meegenomen.
4
De tijdsaanduidingen zijn gebaseerd op ervaringen die op gedaan zijn bij de coördinatie van de eerste drie projecten.
6
De partners moeten bij de aanstelling van een coördinator beslissen of deze kosten worden betaald door (één van) de partners of de projectpot (een pot met financiële bijdragen van fondsen of overheden). Wanneer een project net opgestart wordt is aan te raden de coördinator in de maanden voor en tijdens de opstart bijvoorbeeld voor 16 uur per week aan te stellen. Een andere mogelijkheid is om een vrijwilliger, zoals een pensionado, aan te stellen als coördinator. Het voordeel hiervan is dat dit gratis is, het risico is dat er door de vrijblijvendheid nog taken blijven liggen. Het is opstart van het project wel belangrijk dat professionele coördinatie is. Kiezen de partners er voor om geen coördinator aan te stellen, dan is het aan te raden om de bovenstaande taken te verdelen over de projectgroep.
7
3. Stappenplan projectlancering In dit hoofdstuk worden de te nemen stappen doorlopen bij de opstart van een nieuw Talent-voor…-project. Dit hoofdstuk kan tevens beschouwd worden als leeswijzer, het neemt je mee door de hoofdstukken van dit rapport. De kwartiermaker verzorgt en coördineert de voorbereiding en opstart van het nieuwe project en is vaak de initiatiefnemer. Belangrijke eigenschappen van een kwartiermaker zijn: Bevlogen en betrokken; Breed netwerk; Betaalbaar; Organisatietalent. Wanneer mogelijk en gewenst kan de externe coördinator deze taak op zich nemen. Bij de opstart van een nieuw Talent-voor…-project worden de volgende stappen uitgevoerd door de ‘kwartiermaker’, tenzij anders vermeld. 1. Lees je in Lees je in over het concept van Talent voor…, in het hoofdstuk ‘Doel’ worden de doelstellingen van het project genoemd, de organisaties die erbij betrokken moeten worden en welke rol deze hebben zijn bondig omschreven in het hoofdstuk ‘Organisatie’. 2. Ga na of er vraag naar dit project is vanuit MBO-instellingen en studenten. Benader MBO-instellingen zodat onderzocht kan worden of en bij welke opleiding er vraag is namens de studenten en of de onderwijsinstelling bereid is deel te nemen aan het project. 3. Onderzoek arbeidsvraag in sector Ga na of er in de sector van de betreffende opleiding(en) arbeidsvraag is of komt. Dit kun je bijvoorbeeld nagaan op basis van de jaarlijkse arbeidsvraaganalyse van het UWV. In de bijlage is de arbeidsvraaganalyse van 2013 als voorbeeld toegevoegd. 4. Ga samenwerking met een woningcorporatie aan Benader een woningcorporatie die vastgoed wil vrijmaken voor het project. Belangrijke voorwaarden aan de woningen of kamers zijn te vinden in de bijlage ‘Eisen aan woning’. 5. Ga samenwerking met een coachingsorganisatie aan Benader zorg- / begeleidingsinstanties, die de wekelijkse coaching willen verzorgen. Hierbij is een belangrijk onderwerp de financiering van de coaching. Stel hierbij de vraag of ze deze dienst kosteloos willen leveren of dat er een (overheids-)instantie is die dit wellicht kan financieren. In het hoofdstuk ‘Coaching’ wordt nader toegelicht wat de coaching inhoudt. 6. Ga samenwerking met een stage-organisatie aan Benader stage-organisaties in de desbetreffende sector die stageplaatsen willen reserveren voor het project. In het hoofdstuk ‘Organisatie’ is de rol van de stage-organisatie nader gespecificeerd. 7. Deel concept met potentiele partners Haal de potentiële partners bij elkaar en spreek het concept, eventueel aan de hand van dit handboek, met ze door. Maak hierbij duidelijk dat de intentie van het project niet is om financiële winst voor de partners te behalen. De partners investeren met dit project in de maatschappij. De organisaties gaan, wanneer ze besluiten de samenwerking aan te gaan, het project intern doorvoeren en personen koppelen aan rollen, zodat er een projectgroep ontstaat. 8. Stem samenwerking partners af Organiseer een projectgroep-vergadering, waarin gebrainstormd wordt over het projectplan, samenwerkingsafspraken en operationele rollen. Naar aanleiding van de ideeën van de projectgroep worden er tijdens de stuurgroep knopen doorgehakt. De samenwerkingsovereenkomst, te vinden in de bijlage, wordt door alle stuurgroep-leden ondertekend.
8
9. Schakel een coördinator in Wanneer de kwartiermaker na de opstart van het project niet langer als coördinator van het project zal optreden, dient er een andere coördinator te worden ingeschakeld voor drie uur per week per project. In het hoofdstuk ‘Organisatie’ is de rol van de coördinator nader gespecificeerd. 10. Stel een projectplan en een begroting op Maak een begroting. In het hoofdstuk ‘Kosten- en batenanalyse’ is een globaal overzicht van de kosten en baten te vinden. Vul deze aan met specifieke informatie. 11. Werf indien nodig fondsen voor de ‘projectpot’ Ga na welk bedrag, wanneer, voor welk onderdeel nodig is. Maak gebruik van ieders netwerk bij de fondsenaanvragen. 12. De woningcorporatie gaat op zoek naar geschikte woningen In de bijlage zijn eisen aan Talent-voor…-woningen te vinden. 13. De coachingsorganisatie gaat intern op zoek naar geschikte coaches In het hoofdstuk ‘Coaching’ is rol van de coach omschreven. 14. Stem samenwerking projectgroep en dagelijkse beheergroep af Organiseer een bijeenkomst van de projectgroep en dagelijkse beheergroep, waarbij de procedures, te vinden in het hoofdstuk ‘Procedures’, doorgenomen en ‘op maat’ gemaakt worden. 15. De stuurgroep komt locatie overeen De woningcorporatie draagt woningen aan en de stuurgroep gaat hier mee akkoord, of niet. Hierbij zijn belangrijke succesfactoren de prijs van de woningen, de locatie van de woningen, de faciliteiten van de woningen, het aantal woningen en de begin- en einddatum waarop de woningen bewoond kunnen worden door deelnemers van het project. De projectgroep en dagelijkse beheergroep worden geïnformeerd over de locatie, de startdatum en het aantal jongeren dat zal deelnemen aan het project. 16. Kandidaten werven De coördinator vanuit de onderwijsinstelling werft kandidaten en volgt hierbij de selectieprocedure, omschreven in het hoofdstuk ‘Procedures’. 17. De kandidaten stromen in De kandidaten stromen in. De coaches starten de coaching op basis van het coachplan, te vinden in het hoofdstuk ‘Coaching’. 18. Organiseer een opening Nodig alle betrokkenen en de deelnemende jongeren uit op de locatie van de woningen op of rond de startdatum van het project voor een feestelijke opening. Deze opening onderstreept de samenwerking en betrekt ook de fondsen bij de communicatie rond het project. 19. Houd de lijntjes kort Het is belangrijk dat er voldoende contact is tussen de betrokkenen door middel van bijeenkomsten en vergaderingen. Door middel van dit overleg kan het project geëvalueerd en waar nodig verbeterd worden.
9
4. Procedures In dit hoofdstuk zijn de operationele procedures, waarin voornamelijk de projectgroep en dagelijkse beheergroep een rol in spelen, per proces uitgewerkt. De procedures zijn verdeelt in de instroomprocedure, de stoplichtprocedure, de uitstroom- en nazorgprocedure en de procedure monitoring van succes. 4.1 Instroomprocedure De verschillende stappen in de instroomprocedure worden in deze paragraaf besproken. In de bijlage Flowcharts instroomprocedure zijn deze in een processtroomschema weergegeven. A. Werving en selectie kandidaten De onderwijsinstelling is verantwoordelijk voor de selectie van de kandidaten voor deelname aan Talent voor…. De schoolmaatschappelijk-werker en de coördinator vanuit de onderwijsinstelling hebben hierbij een rol. Kandidaten worden door de coördinator vanuit de onderwijsinstelling of het team ‘schoolmaatschappelijk werk’ aangemeld bij de bij het project betrokken schoolmaatschappelijk-werker. De schoolmaatschappelijkwerker voert een screeningsgesprek met de kandidaat, waarin beoordeeld wordt wat de jongere nodig heeft om zelfstandig te worden en of hij of zij zich wil laten begeleiden en daarvan de noodzaak inziet. Alleen dan kan de begeleiding van één à twee uur per week succesvol zijn. Vanuit het aspect wonen is het belangrijk om te onderzoeken in welke vriendengroep een jongere zich bevindt om mogelijke overlast en andere woongerelateerde problematiek vooraf te kunnen inschatten. Uit deze screening volgt een advies van de schoolmaatschappelijk-werker aan de coördinator vanuit de onderwijsinstelling waaruit blijkt of de situatie van de kandidaat geschikt is voor deelname aan Talent voor…. De schoolmaatschappelijk-werker communiceert aan de kandidaat dat er een positief of negatief advies volgt, en niet dat de jongere wel of niet in aanmerking komt voor het project. De volgende selectiecriteria staan centraal in het screeningsgesprek: De kandidaat is 18 jaar of ouder; De kandidaat is kansrijk in de optiek van de schoolmaatschappelijk-werker; De kandidaat is gemotiveerd om zijn of haar startkwalificatie te behalen; De kandidaat heeft geen schulden en kan de bij het project horende huisvesting betalen; De kandidaat heeft geen verslavingsproblematiek of psychische problematiek die het leerproces belemmeren; De ouders van de kandidaat staan achter een deelname aan dit project. Indien het advies positief is, zal er een intakegesprek plaatsvinden tussen de coördinator vanuit de onderwijsinstelling en de kandidaat. Hierbij wordt nogmaals beoordeeld, meer vanuit het opleidingsoogpunt, of de situatie van de kandidaat geschikt is voor deelname aan het project. In een enkel geval blijkt in dit tweede gesprek toch dat de jongere niet past binnen het project. Indien er al een woning beschikbaar is tijdens de selectieprocedure zal ook de coach bij dit intakegesprek aanwezig zijn. Wanneer dit nog niet is gebeurd door de verwijzer wordt de jongere tijdens het intakegesprek tevens geïnformeerd over het project. Hierbij worden de volgende voorwaarden besproken. De jongere spreekt eerlijk tijdens de intakeprocedure en is gemotiveerd om een succes van deze kans te maken. De jongere blijft de opleiding volgen aan één van de aangesloten onderwijsinstellingen. De jongere gaat of blijft stage lopen binnen de gekozen sector en zo mogelijk bij een van de bij het project aangesloten stage organisatie. De jongere werkt actief aan de wekelijkse begeleiding van de coach door zich in te zetten bij taken zoals: Het beschrijven van individuele doelen in een ontwikkelplan en deze regelmatig met de coach evalueren; Het nakomen van onderlinge afspraken; 10
Het opstellen van een begroting en hierdoor zicht krijgen op de eigen financiële situatie. De jongere betaalt elke maand huur aan de woningcorporatie en extra kosten die daarbij komen (zoals kosten aan gas, water en licht of internet en televisie). De jongere stroomt na twee jaar uit het project en gaat bijtijds actief op zoek (met behulp van de coach indien nodig) naar een nieuwe woonruimte. Wanneer de jongere eerder zijn of haar doelen bereikt, kan dit uitstroommoment vervroegd worden en visa versa. Er wordt een verslag gemaakt van de intake en dit wordt doorgestuurd naar de coördinatoren van de onderwijsinstellingen en de eventuele verwijzer. Er wordt gezamenlijk besloten of de jongere in aanmerking komt voor deelname aan het project Talent voor…. Dit wordt gemeld aan de kandidaat. Als de kandidaat in aanmerking komt geeft de kandidaat aan of hij of zij deel wil nemen aan Talent voor…. Indien de jongere deel wil nemen wordt hij of zij op de wachtlijst geplaatst en alle betrokkenen krijgen hiervan een bericht. Er wordt, zo mogelijk, een indicatie van de wachttijd gecommuniceerd aan de jongere. Besluit de jongere, de schoolmaatschappelijk-werker óf de coördinator vanuit de onderwijsinstelling dat de jongere geen deel zal nemen aan Talent voor, zal team ‘schoolmaatschappelijk werk’ de jongere, waar nodig, op een andere manier helpen in zijn of haar situatie. B. Koppelen woning en kandidaat Wanneer er een plek vrij komt bij één van de Talent-voor…-projecten, zal er door de woningcorporatie een bericht verstuurd worden naar de coördinator vanuit de onderwijsinstelling met het verzoek een nieuwe kandidaat aan te leveren. In dat bericht zal de volgende informatie staan: Het adres van de kamer of woning; De huurprijs van de kamer of woning per maand inclusief een indicatie van de servicekosten; Wanneer van toepassing de mogelijkheid om huursubsidie aan te vragen en hoe de hoogte van de subsidie berekend kan worden; De startdatum van het huurcontract; De vraag om de contactgegevens van de kandidaat. De coördinator van de onderwijsinstelling en de schoolmaatschappelijk-werker besluiten welke jongere in aanmerking komt voor deze woning op basis van de duur van de wachttijd per kandidaat en de urgentie van het probleem. De coördinator van de onderwijsinstelling levert de contactgegevens van de kandidaat per mail aan de woningcorporatie. Vervolgens plant de woningcorporatie een bezichtiging tussen de uitstromende bewoner en kandidaat. Indien de nieuwe kandidaat nog steeds voor de woning in aanmerking wil komen informeert de SSH de jongere over de datum van de bezichtiging. Wanneer de jongere de woning accepteert stuurt de woningcorporatie een e-mail aan de kandidaat met de contactpersoon van de onderwijsinstelling in de CC. Daarin staat de volgende informatie: Hoe de jongere het huurcontract kan ondertekenen; Waar en wanneer de jongere de sleutels kan komen ophalen; De vraag om één digitaal document met de volgende contactgegevens: Persoonsgegevens (naam, geslacht, geboortedatum, nationaliteit, mobiel telefoonnummer en emailadres); Inschrijfnummer bij de woningcorporatie; Ingevuld IB-60-formulier (inkomensverklaring) aan te vragen via de belastingtelefoon (hierbij heeft de jongere zijn of haar Burgerservicenummer nodig); Kopie van het identiteitsbewijs. De coördinator vanuit onderwijsinstelling zal contact opnemen met de coach, om aan te kondigen wanneer welke jongere in zal stromen. Ook zorgt deze coördinator voor de archivering van het bewijs van inschrijving bij de onderwijsinstelling van de jongere. Dit is samen met de begeleidingsovereenkomst een onderdeel van het huurcontract. Accepteert de jongere de kamer of woning niet, dan onderneemt de onderwijsinstelling actie door zo spoedig mogelijk een volgende kandidaat aan te wijzen. Hierbij volgt dezelfde procedure opnieuw.
11
Het is de bedoeling dat leegstand van woningen van het project zoveel mogelijk beperkt blijft aangezien de kosten daarvoor ten laste komen van het project. Het is daarom gangbaar dat eenheden nooit langer dan twee weken leeg staan. Uiteraard voorkomen we met een zorgvuldige selectie aan de poort vaak problemen voor alle partijen in een later stadium waardoor er in sommige gevallen van die regel afgeweken kan worden. Dit alles in onderlinge overeenstemming. Maar het is te allen tijde van belang dat de lijst met kandidaten door de onderwijsinstelling constant wordt bijgehouden zodat er snel kandidaten geleverd kunnen worden op het moment dat een jongere uitstroomt. De contractondertekening vindt online plaats. Zoals genoemd informeert de woningcorporatie de jongere per mail over de instructie. De jongere tekent met het huurcontract tevens voor de ontvangst van de eventuele inventaris. De Talent-voor…-jongeren zijn verplicht om de woningcorporatie te machtigen voor automatische incasso van de huur. Bij het ophalen van de sleutels wordt door een medewerker van de woningcorporatie aangegeven dat de sleutels bij uitstroom ingeleverd moeten worden en dat er wanneer dit niet gebeurt een vergoeding tegenover staat. Dit wordt tevens contractueel vastgelegd. Het kan twee à drie maanden duren voordat de jongere huurtoeslag ontvangt. Voor sommige jongeren is het niet mogelijk om de huur in de eerste maanden zonder huurtoeslag te betalen. In dit geval schiet de woningcorporatie de huurtoeslag voor. De jongere moet op basis van een proefberekening aangeven wat de verwachtte huurtoeslag is. In de eerste drie maanden zal de huur minus de verwachtte huursubsidie worden geïncasseerd. In de maand daarna volgt er een automatische incasso met de huur plus de voorgeschoten huurtoeslag. Hier worden per mail afspraken over gemaakt tussen de contactpersoon vanuit de woningcorporatie en de jongere. Huurtoeslag wordt alleen verstrekt voor hele maanden dus in de eerste periode is de betaling vaak aangepast. De woningcorporatie zal hier een zo duidelijk mogelijke regeling voor treffen en deze per mail laten bevestigen. C. Instroom Na contractondertekening zal de jongere instromen en de woning betrekken. Na de verhuizing zal het eerste coachmoment plaatsvinden. Hierbij wordt de begeleidingsovereenkomst door de coach en de jongere doorgenomen en ondertekend. Er wordt helder besproken wat de jongere van de coach kan verwachten en wat de coach van de jongeren verwacht. De coach archiveert de getekende begeleidingsovereenkomst. Ook vult de coach na een aantal weken coaching de zelfredzaamheidsmatrix samen met de jongere in. De uitslag hiervan wordt tevens gearchiveerd door de coach. De onderwijsinstelling informeert de coördinator(en) van de stage-organisatie(s) over de instroom van de nieuwe jongere en geeft hierbij aan wanneer hij of zij naar verwachting stage zal gaan lopen. 4.2 Stoplichtprocedure Wanneer het huurcontract is getekend is het zaak dat de onderstaande pijlers op groen blijven staan. De coördinator vanuit de onderwijsinstelling monitort deze pijlers en is aanspreekpunt wanneer er gesignaleerd wordt dat een pijler op rood of oranje staat. A. School De jongere is verplicht om zijn of haar opleiding te blijven volgen. Wanneer de onderwijsinstelling problemen signaleert met betrekking tot de studievoortgang jongere, staat de pijler op oranje. Wanneer de jongere zijn opleiding zonder geldige reden beëindigt of niet komt opdagen, staat de pijler op rood. B. Stage De jongere is verplicht om zijn of haar stage te blijven volgen. Als de stage-organisatie problemen signaleert met betrekking tot de stage voortgang jongere, staat de pijler op oranje. Wanneer de jongere zijn stage zonder geldige reden beëindigt of niet komt opdagen staat de pijler op rood. De stageplaats neemt contact op met de onderwijsinstelling als een van beide gesignaleerd wordt.
12
C. Begeleiding De jongere is verplicht om wekelijks begeleiding te ontvangen in zijn of haar woning en hier actief aan deel te nemen. Wanneer een jongere twee weken aaneengesloten niet beschikbaar is voor de coaching, zonder geldige reden, staat de pijler op oranje. Wanneer dit drie weken aaneengesloten het geval is, staat de pijler op rood. De coach neemt contact op met de onderwijsinstelling de jongere één week niet beschikbaar is voor coaching, zonder geldige reden. Vervolgens houdt de coach de onderwijsinstelling op de hoogte van de voortgang van dit probleem. D. Wonen De jongere is verplicht om de huur voor de woning op tijd (volgens de gemaakte afspraken) te betalen. Wanneer dit niet gebeurt, geldt dezelfde procedure als bij reguliere huurders. Als de huur niet op tijd betaald wordt, stuurt de woningcorporatie een herinneringsbericht, waarin de jongere verzocht wordt de huurachterstand te betalen. Wanneer de jongere na één maand nog een huurachterstand heeft, staat de pijler op oranje. De woningcorporatie zal een aanmaning sturen. Wanneer de aanmaning genegeerd wordt, wordt er een deurwaarder ingeschakeld. Aan deze brief zijn buitenrechtelijke kosten voor de jongere verbonden, die gemaakt worden om de huur te innen. Wanneer de jongere twee maanden huurachterstand heeft, staat de pijler op rood. De deurwaarder heeft geen betaling ontvangen en zal een gerechtelijke procedure opstarten. Hierbij zal hij eisen dat de huurovereenkomst wordt ontbonden, de woonruimte wordt ontruimd en alle kosten betaald worden. De woningcorporatie neemt contact op met de onderwijsinstelling als de aanmaningsbrief verstuurd wordt en zal de woningcorporatie op de hoogte houden van de voortgang van de procedure. Het is niet toegestaan om overlast te veroorzaken. Wanneer de woningcorporatie een klacht ontvangt over overlast van de jongere, staat de pijler op oranje. De woningcorporatie zal de jongere per mail informeren over de klacht en waarschuwen over de gevolgen van nog een klacht. Bij de volgende overlastmelding staat de pijler op rood. De woningcorporatie neemt contact op met de onderwijsinstelling als een van beide gesignaleerd wordt. Elke maand komt de dagelijks-beheergroep, bestaande uit de coaches, de coördinator vanuit de onderwijsinstelling en de maatschappelijk werker, bij elkaar. Daarin zullen bovengenoemde pijlers per jongere worden besproken en beoordeeld. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van een document in Excel, waarin per jongere en per pijler de status van de voortgang wordt bijgehouden. Zo wordt er tijdens het overleg een overzicht van de problemen van de jongere gecreëerd én kan de geschiedenis van problemen overzichtelijk bekeken worden. In de bijlage ‘Stoplichtprocedure’ is een voorbeeld van het systeem met een korte instructie gegeven. Wanneer er een pijler op oranje of rood staat gaat de coördinator van de onderwijsinstelling hier met de jongere over in gesprek en op zoek naar een oplossing. Hierin worden tevens afspraken gemaakt over in welk scenario er een exit-procedure zal plaatsvinden. Daarin is de coach is verantwoordelijk voor verwijzing naar een passende instantie indien dit gewenst is. Wanneer er twee pijlers op rood staan wordt de exit-procedure direct gestart op verzoek van de coördinator vanuit de onderwijsinstelling. De desbetreffende medewerker zal de jongere op gesprek uitnodigen en de verhuurmedewerker verzoeken een bericht te sturen met de voorwaarden en termijn waarop de jongere de woning moet verlaten. In het uiterste geval zal de woningcorporatie de onderwijsinstelling verzoeken tot beëindiging wanneer alleen de pijler incasso niet goed verloopt en er geen vertrouwen meer is in een goede afloop en financiële schade dreigt. 4.3 Procedure uitstroom en nazorg Er zijn drie mogelijkheden voor de jongeren om het project te verlaten: na voltooiing van het project, op eigen initiatief of noodgedwongen. A. Na projectvoltooiing De jongere stroomt na twee jaar uit het project. Als de jongere sneller dan na twee jaar zijn of haar startkwalificatie heeft behaald, zal de uitstroom binnen drie maanden na het afstuderen gaan plaatsvinden. Ook 13
kan het zijn dat de jongere vroegtijdig zijn doelen behaald heeft of juist meer tijd nodig heeft; uitzonderingen zijn mogelijk. De coach geeft een half jaar van te voren aan wanneer het uiterlijke uitstroommoment zal plaatsvinden en geeft de jongere handvatten om op zoek te gaan naar nieuwe woonruimte. De woningcorporatie kan op aanvraag van de coach nagaan of voorrang bij doorstroom in hetzelfde of een ander complex mogelijk is. Ook zal de coach een half jaar van te voren de onderwijsinstelling een indicatie geven van het verwachtte uitstroommoment. Na de aankondiging van de uitstroom zal de coach wekelijks aan de jongere vragen naar de status van de zoektocht nieuwe woonruimte. De jongere dient zelf zijn huur op te zeggen via de woningcorporatie. Er geldt een opzegtermijn van één maand. Zodra er een opzegging is binnengekomen zal er door woningcorporatie een mail en brief worden verstuurd met een datum waarop het huurcontract zal worden beëindigd. Daarnaast zullen daarin de datum en het tijdstip voor de eindinspectie staan en de eisen die worden gesteld aan de eindinspectie (staat van oplevering en schoonmaak). Dit is een moment waarbij de beheerder de woning leeg checkt en de inventarislijst langs loopt om te kijken of alles nog in orde is en tenslotte de sleutels in ontvangst neemt. Vanaf dit moment start instroomprocedure B. Wanneer een jongere niet aanwezig is op de eindinspectie zal er nog één maal geprobeerd worden om tot een nieuw tijdstip te komen. Wanneer de jongere bij de tweede afspraak opnieuw niet aanwezig is, zullen direct de sloten worden vervangen. De kosten daarvoor zijn vanzelfsprekend voor de jongere. Bij financiële achterstanden wordt er een deurwaarder ingeschakeld. Die procedures lopen gelijk aan de reguliere procedures. Door een start met aangepaste betalingen en een doelgroep die erg gevoelig is voor schulden is dit een belangrijk aandachtspunt gedurende het hele traject. Wanneer er sprake is van opzettelijke schade dan zullen de jongeren hier officieel aansprakelijk voor worden gesteld. De woning dient schoon te worden opgeleverd. Als dit niet het geval is, zal er een schoonmaakbedrijf worden ingeschakeld en de kosten hiervoor zullen op de jongeren worden verhaald. Daarnaast moeten alle sleutels worden ingeleverd. Mochten er sleutels missen, dan zullen ook die bij de jongeren in rekening worden gebracht. B. Op eigen initiatief Wanneer een jongere vroegtijdig zijn deelname aan Talent voor… wil beëindigen dan kan dit met een opzegtermijn van één maand. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer jongere toch besluit terug te gaan naar zijn of haar ouders of omdat hij of zij een nieuwe woning heeft gevonden. Hierbij volgt dezelfde procedure als bij uitstroomprocedure A. C. Noodgedwongen (exit-procedure) De onderwijsinstelling besluit in principe (in overleg met de coachingsorganisatie, stage-organisatie of de woningcorporatie) of en wanneer de exit-procedure moet worden gestart. Nadat er is geconstateerd dat twee pijlers op rood staan, mag er tot directe beëindiging van de deelname van de jongere over worden gegaan en hoeft er geen overleg plaats te vinden met de partners. Na dit besluit zal de onderwijsinstelling de jongere binnen een week mondeling informeren over de noodgedwongen project beëindiging. Wanneer de jongere onbereikbaar is voor een mondeling gesprek, zal hij of zij per mail of anderszins geïnformeerd worden. Op dat moment krijgt ook de woningcorporatie hiervan bericht van de coördinator van de onderwijsinstelling. Wanneer de woningcorporatie het verzoek van de onderwijsinstelling ontvangt, zal de woningcorporatie binnen één dag een mail en brief versturen met een datum waarop het huurcontract zal worden beëindigd. Hierbij volgt dezelfde procedure als bij uitstroomprocedure A. Nazorg Tijdens het laatste coachmoment evalueert de jongere samen met de coach zijn persoonlijke voortgang in relatie tot het Talent-voor…-project. Vervolgens zal de coach aangeven wat de rol van de coach in de toekomst kan zijn. De coach kan, wanneer het gewenst is, nog enkele keren telefonisch contact opnemen met de jongere. Ook kan de jongere telefonisch contact op blijven nemen met de coach, wanneer hij of zij dit nodig heeft. Wanneer de jongere nog niet in staat blijkt te zijn zelfstandig te wonen kan de coach hem of haar adviseren om deel te nemen aan vervolgbegeleiding vanuit een ander project.
14
Zoals genoemd gaat de woningcorporatie na of er een mogelijkheid is dat de jongere met voorrang door kan stromen in hetzelfde of een ander complex. Als dit het geval is en de jongere gaat daar daadwerkelijk wonen, zal de woningcorporatie in het eerste half jaar bij problemen, wanneer er bijvoorbeeld een huurachterstand is, contact opnemen met de voormalig coach van de jongere. De coach zal contact zoeken met de jongere. Er gelden voor de jongere de zelfde regels en procedures als voor andere huurders. De stage-organisatie biedt, wanneer er namens de organisatie arbeidsvraag is en de jongere goed heeft gefunctioneerd tijdens zijn of haar stage, de jongere een baan aan. 4.4 Monitoring van succes Om het maatschappelijk rendement van Talent voor… te kunnen beoordelen is het van belang dat de resultaten gemeten en gearchiveerd worden. De volgende resultaten worden gearchiveerd en gelden per project als prestatie-indicator. 1. 2. 3. 4. 5.
Het aantal behaalde startkwalificaties; Het aantal arbeidskrachten in de bedoelde sector; De zijuitstroom; Het aantal bereikte leerlingen; Zelfredzaamheidsgroei.
Om de gegevens zo goed mogelijk te monitoren worden deze in een (Excel-)document bijgehouden. De onderwijsinstelling is verantwoordelijk voor het verwerven en archiveren van de informatie. Voor de eerste vier prestatie-indicatoren is het vanzelfsprekend hoe de informatie verworven kan worden. De laatste, de zelfredzaamheid, wordt verworven op basis van een zelfredzaamheidsmatrix. Dit is een test die op basis van verschillende gebieden oordeelt over de zelfredzaamheid van de jongere. De coach voert deze test zoals genoemd uit bij aanvang van het project en bij uitstroom van het project. Op die manier wordt, wanneer je beide uitslagen vergelijkt, de groei zelfredzaamheid per gebied zichtbaar. De coach is verantwoordelijk voor de archivering van het resultaat. Na uitstroom wordt het resultaat gedeeld met de onderwijsinstelling, zodat dit orgaan alle informatie betreft de monitoring van succes kan overzien.
15
5. Coaching De wooncoaches spelen in het Talent-voor…-project een belangrijke rol. De coaching draagt bij aan de studieresultaten en de zelfredzaamheid van de jongeren. De wooncoach bezoekt de jongere wekelijks in zijn of haar woning voor een coachingsmoment van gemiddeld een uur. Hierin komen verschillende onderwerpen aan de orde. Gespreksstof De coach vraagt naar actuele onderwerpen die de jongere bezighoudt. Deze onderwerpen zijn meestal gerelateerd aan één van de thema’s: Wonen; Werk/school/stage/vrije tijd; Sociale contacten; Financiën en administratie; Lichamelijke gezondheid en middelengebruik; Coaching. Na elk coachingsmoment rapporteert de coach kort over het gesprek en slaat dit op in zijn of haar (digitale) archief. Ontwikkelingsplan Daarnaast wordt er gewerkt met een ontwikkelingsplan. Dit plan wordt vlak voor de start van het project door de jongere opgesteld en er wordt periodiek op teruggekomen. De eerste keer na drie maanden en daarna elk half jaar. Tijdens dit evaluatiemoment wordt de huidige status van de leerdoelen, de knelpunten en de nieuwe aanpak besproken. Leerdoelen kunnen worden afgesloten als het doel volgens zowel de jongere als de coach behaald is. Bij elk afgesloten leerdoel kan er eventueel een nieuw leerdoel opgesteld worden. Stimuleren sociaal netwerk Ook houden de coaches zich tijdens het project op de achtergrond bezig met het stimuleren van sociale netwerken van de jongeren. Bijvoorbeeld door aandacht te besteden nevenactiviteiten en hier actief naar te vragen. Daarnaast kunnen ze bijdragen aan de binding tussen de projectdeelnemers onderling. Financiën Een groot aandachtspunt van de meeste deelnemers van Talent voor… zijn de financiën en administratie daarvan. Over het algemeen komt de coach hier wekelijks op terug. De jongere maakt voor het begin van iedere maand een begroting en bespreekt deze met de coach. Ook worden de werkelijke uitgaven van de voorbije maand besproken. De coach helpt waar nodig met bijvoorbeeld het doen van de belastingaangifte, het instellen van automatisch overmaken of het opvragen van subsidies en beurzen. Wanneer er een dusdanig financieel of juridisch probleem ontstaat waardoor de coach onvoldoende kennis heeft dit op te lossen, wordt de jongere doorverwezen naar ‘Sociaal Raadsliedenwerk’ (www.sociaalraadslieden.nl). Deze dienst kan de jongere bijvoorbeeld weer doorsturen naar de ‘Schuldhulpverlening’ of het ‘Juridisch Loket’. De bovenstaande onderdelen staan tijdens het hele coachingsproces op de agenda. Er zijn ook agendapunten die in bepaalde fases aan bod komen. Deze worden in de volgende paragrafen genoemd. 5.1 Kennismakingsfase Tijdens de eerste drie maanden is de coaching voornamelijk gewijd aan kennismaken, doelen stellen en het op orde krijgen de nieuwe woning van de jongere. Deze periode wordt de kennismakingsfase genoemd. Er zal naarmate de coach en de deelnemer elkaar leren kennen meer vertrouwen ontstaan bij de jongere. Dit is bij elke deelnemer een ander proces. Tijdens het eerste coachingsmoment stellen beide partijen zich kort voor en worden contactgegevens uitgewisseld. De coach zal hierbij uitleggen wat de jongere kan verwachten van de coaching en wat niet. Het is belangrijk dat de jongere weet dat de coach geen verantwoordelijkheid van hem of haar overneemt. De jongere ontwikkelt zich op eigen kracht doen en krijgt waar nodig steun van de coach. Tijdens dit coachmoment wordt ook de begeleidingsovereenkomst getekend. Ook hierin staat dit kort omschreven. De begeleidingsovereenkomst is te vinden in de bijlage. De coach archiveert de getekende overeenkomst. Tijdens het tweede coachingsmoment wordt de to-do-list bij instroom met de jongere doorgenomen. Hierin staan de verschillende stappen die genomen moeten worden bij instroom van dit project. Voorbeelden zijn de 16
inschrijving bij een woonruimteverdeelsysteem (om de kans op vervolgwoonruimte te verhogen), de aanvraag van de uitwonende beurs en eventuele huurtoeslag, het inschrijven bij de gemeente, et cetera. Het is belangrijk dat hij of zij alle daarin genoemde stappen op korte termijn uitvoert. Waar nodig doen de jongere en de coach dit gezamenlijk tijdens de coachingsmomenten. De coach zal in de weken erna terugkomen op de to-do-list, ter controle van nakoming. In de weken erna zal de jongere een ontwikkelplan gaan samenstellen. In dit plan worden meerdere leerdoelen SMART beschreven. Het door de jongere opgestelde ontwikkelplan wordt doorgenomen. Het eerste evaluatiemoment wordt direct ingepland. Dit zal ongeveer drie maanden na de start van het project plaatsvinden. Na een maand zal de coach de zelfredzaamheidmatrix, te vinden in de bijlage, samen met de jongere invullen over de desbetreffende deelnemer. Er wordt gescoord op basis van de situatie waarin de jongere zich bevond vóór hij of zij instroomde bij Talent voor…. Wellicht kan de jongere op basis van de uitkomsten nieuwe leerdoelen stellen. De archivering van de uitslag is belangrijk, zodat de uitslag aan het einde van het project vergeleken kan worden met de nieuwe situatie. De verbetering tussen beide scores functioneert als resultaatmeting. De meubilering van de kamer of woning kan voor de deelnemer een hele opgave zijn. De coach kan hier bijvoorbeeld aan bijdragen door mee te denken in het bepalen het budget en het vinden van goedkope meubels en andere inventaris. 5.2 Diepgangsfase Na de kennismaking zal langzamerhand meer diepgang ontstaan in de coachgesprekken. De vierde tot en met de twaalfde maand in het coachingsproces wordt de diepgangsfase genoemd. Aan het begin van deze fase zal het eerste evaluatiemoment plaatsvinden over het ontwikkelplan. Hierin zullen de leerdoelen en de inmiddels ondernomen stappen worden doorgenomen. Er wordt overlegd over eventuele volgende stappen en waar nodig wordt het doel bijgesteld of afgesloten. Na afloop van de evaluatie overhandigt de coach de jongere een nieuw ontwikkelplanformulier zodat hij of zij deze opnieuw kan invullen. Dit formulier nemen de coaches tijdens het volgende coachingsmoment met elkaar door. Vanaf dat moment zal het evaluatiemoment elk half jaar plaatsvinden. Na elk evaluatiemoment wordt het volgende moment gepland. De meeste Talent-voor…-jongeren hebben hun administratie niet of nauwelijks op orde. De coach gaat, wanneer de jongere hier behoefte aan heeft, hem of haar helpen een systeem te hanteren om administratie bij te houden. 5.3 Uitstroomfase Na anderhalf tot twee jaar zijn de meeste jongeren binnen het project Talent voor…, wat betreft de coaching, uitgeleerd. Tijd om andere jongeren de kans te geven aan hun toekomst te werken dus! Hierin zijn uitzonderingen mogelijk, sommige jongeren hebben meer of minder tijd nodig om daadwerkelijk zelfstandig te gaan wonen. Het is aan de coach om, in overleg met de onderwijsinstelling, te bepalen of de jongere eerder of later dan na twee jaar zal uitstromen. De coaches handelen hier scherp, het is zonde om jongeren in het project te houden als ze, wat betreft de coaching, al uitgeleerd zijn. De aangekondigde uitstroomfase gaat in het principe van start na twaalf maanden. Het is een fase die een jaar voort kan duren en voornamelijk draait om het vinden van nieuwe woonruimte. De jongere maakt een plan van aanpak voor het vinden van een kamer en neemt deze met de coach. De jongere kan eventueel voorrang krijgen op een woning in het huidige of een ander complex. De coach zorgt ervoor dat de deelnemer hier bijtijds van op de hoogte is. De coach kan dit na gaan door contact op te nemen met de contactpersoon namens de woningcorporatie. Vanaf de start van deze fase zal de coach, naast alle andere actuele gespreksonderwerpen, wekelijks terugkomen op de zoektocht naar nieuwe woonruimte. Wanneer de coach signaleert dat de deelnemer niet actief op zoek is naar nieuwe woonruimte, wordt extra benadrukt wanneer de uiterste datum van uitstroom zal zijn. Als de jongere een woning heeft gevonden, geeft de coach hem of haar handvatten voor bij de verhuizing.
17
In de laatste maand van de deelname aan het project vult de coach opnieuw de zelfredzaamheidstest in met de jongere. Dit wordt met de jongere geëvalueerd, net als de coaching en andere onderdelen van het project. Ook wordt er besproken hoe de toekomst van de jongere eruit zal zien. Er is, wanneer er behoefte aan is vanuit de jongere, een lichte vorm van nazorg. Vaak bestaat dit uit een aantal telefonische gesprekken of coachbezoeken na de uitstroom. Mocht de jongere na een uitstroomfase van twaalf maanden nog geen nieuwe woonruimte hebben gevonden is er een uitstroommarge van twee maanden. Dit wordt niet vooraf gecommuniceerd. Na die twee maanden zal de jongere alsnog uitstromen. Hierin zijn uitzonderingen, in overleg met de woningcorporatie en onderwijsinstelling, mogelijk. Bijvoorbeeld als de jongere op straat komt te staan als dit project voor hem of haar beëindigd wordt. De voorwaarde is hierbij altijd dat de jongere actief op zoek is naar nieuwe woonruimte. De coördinator namens de onderwijsinstelling is hierin in samenspraak met de coach leidend.
18
6. Kosten- en batenanalyse 6.1 Kosten In deze paragraaf wordt een indicatie van de kosten van een Talent-voor…-project, per partner, weergegeven. Hierin wordt uitgegaan van een project dat vijf jaar duurt, tien plaatsen heeft, en waarbij de deelnemers na twee jaar weer uitstromen. De ‘projectpot’ is een bankrekening die wordt gevuld door fondsen en/of overheden. In het bijgevoegde Excel-document is het mogelijk om deze pijlers te wijzigen, dan zal het kostenoverzicht automatisch veranderen. Aantal jaren
5
Aantal eenheden Totaal aantal jongeren
10 25
Gem. doorlooptijd traject per leerling in jaren 2 Jaarlijkse kosten
Projectpot
Woningcorporatie Coachingsorganisatie Onderwijsinstelling Stage-organisatie
Totaal
Kosten in het eerste jaar
€
19.157,00
€
2.841,00
€
18.609,00
€
5.545,00
€
810,00
€
46.152,00
Kosten in de volgende jaren
€
4.125,00
€
1.481,00
€
16.809,00
€
3.745,00
€
402,00
€
26.562,00
Gemiddelde kosten per jaar
€
7.131,40
€
1.753,00
€
17.169,00
€
4.105,00
€
483,60
€
30.642,00
Gemiddelde kosten per jaar per leerling
€
713,14
€
175,30
€
1.716,90
€
729,50
€
48,36
€
3.064,20
Kosten per leerling per traject
Projectpot
Woningcorporatie Coachingsorganisatie Onderwijsinstelling Stage-organisatie
Totaal
Kosten
€
€
€
Totale geldstroom project
Projectpot
Woningcorporatie Coachingsorganisatie Onderwijsinstelling Stage-organisatie
Totaal
Kosten
€
€
€ 150.792,00
1.426,28
35.657,00
350,60
8.765,00
€
€
3.433,80
85.845,00
€
€
821,00
20.525,00
€
€
96,72
2.418,00
6.128,40
In de bijlage ‘Data kostenanalyse’ is te terug te vinden waar de bovenstaande kosten op gebaseerd zijn. Om een scheef uitgavenpatroon te voorkomen zijn kosten die zonder dit project ook gemaakt zouden worden, zoals stagevergoedingen en onderhoudskosten van de woningen, niet in het overzicht meegenomen. Er is uitgegaan van een (externe) projectcoördinator van drie uur per week, de kosten hieraan worden in dit overzicht verhaald op de projectpot. Kosten aan overhead en werkplek zijn niet meegenomen in de arbeidstarieven.
19
In de onderstaande grafiek is zichtbaar dat de gemiddelde kosten per jaar lager worden, naar mate het project langer voortduurt. Dit heeft te maken met de opstartkosten. Ook deze tabel is gebaseerd op een project met tien eenheden en een gemiddelde trajectduur per jongere van twee jaar.
Gemiddelde jaarlijkse kosten per partner €25.000,00
€20.000,00
Kosten
€15.000,00
€10.000,00
€5.000,00
€1
2
3
4
5
6
7
8 Jaren
Projectpot
Woningcorporatie
Onderwijsinstelling
Stage-organisatie
9
10
11
12
13
14
15
Coachingsorganisatie
6.2 (Maatschappelijke) baten5 Het Talent-voor…-traject heeft alleen indirecte baten. In plaats van financieel rendement voor de partners, betaalt het project zich voornamelijk uit in de maatschappij. Omdat elke case anders is, is het niet mogelijk om een beeld te geven van de exacte maatschappelijke baten. Onderstaande wordt wel benoemd welke maatschappelijke baten bedoeld worden. Minder zorgkosten Talent voor… biedt de jongeren preventieve zorg waardoor de situatie niet verergert. Er wordt dus voorkomen dat deelnemers later zorg nodig hebben. Hiermee worden (jeugd)zorgkosten in de toekomst vermeden of verminderd. Arbeidsmarkteffect Een van de doelen van Talent voor…, is dat de jongeren hun startkwalificatie behalen. Hierdoor hebben ze een grotere kans op een baan. Zonder het project zou een gedeelte van de jongeren in een uitkeringssituatie 5
Hamdi, A., de Meere, F., van Marissing, E., Verheijen, J. (2013), Talenten beter benut. Evaluatie Talent voor Zorg City Campus Max., VerweijJonker instituut, Utrecht.
terecht gekomen zijn. Ook de werkgevers profiteren van dit effect door een groter aanbod van gekwalificeerd personeel. Leereffect De deelnemende jongere leert zijn huishouden zelfstandig op orde te krijgen en groeit in zelfredzaamheid. De positieve effecten van het project op de jongere stralen ook af op zijn of haar omgeving, zoals bijvoorbeeld ouders, vrienden en mede-deelnemers. Toename startkwalificaties Door het project Talent voor… zal de schooluitval onder de jongeren verminderen en het aantal behaalde startkwalificaties toenemen. Dit levert een voordeel op voor de betrokken onderwijsinstellingen die een vergoeding van gemiddeld €5.311,- per behaalde startkwalificatie behalen. Gemotiveerde stagiair(e)s De stage-organisaties krijgen de beschikking over gemotiveerde MBO-stagiair(e)s en eventueel toekomstige werknemers. Versterking netwerk De samenwerking tussen de verschillende partijen die bij het project betrokken zijn zorgt voor een versterking van de band tussen deze partijen. Verbeterde financiële positie De deelnemers aan het project worden niet alleen begeleid om hun startkwalificatie te behalen. Ze leren ook beter met geld om te gaan waardoor hun financiële positie versterkt wordt. Verwachte effecten hiervan zijn een betere betalingsregelmaat (bijvoorbeeld bij het betalen van huur en andere vaste lasten) en lagere schulden. Dit is niet alleen gunstig voor de deelnemers zelf, maar heeft ook voordelen voor de organisaties waaraan de deelnemers later in hun leven geld verschuldigd zijn. Verminderde criminaliteit Verschillende wetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat er sprake is van een verband tussen voortijdig schoolverlaten en jeugdcriminaliteit. In dit geval zou het project Talent voor… kunnen leiden tot een vermindering van criminaliteit.
21
7. Valkuilen en aandachtspunten Op basis van de ervaring met de eerste drie Talent-voor…-projecten worden de volgende valkuilen en aandachtspunten meegegeven. Behoud bevlogenheid De betrokkenheid van bevlogen en enthousiaste mensen is essentieel. Talent voor… werkt pas als de partners zich oprecht betrokken voelen en een tandje bij willen zetten om het project te optimaliseren. Deze mensen dragen het project. De coördinator namens de onderwijsinstelling(en), heeft de rol als ‘voortgangsbewaker’ en houdt de voortgang van de jongeren nauwlettend in de gaten. Zeker bij deze functie is betrokkenheid en bevlogenheid van groot belang. Manage verwachtingen De deelnemende jongeren moeten zich op eigen kracht ontwikkelen. De coach ondersteunt hierin. Het is belangrijk dat dit helder is, zodat de jongeren niet verwachten dat een coach hun problemen kan en zal oplossen. De jongere is verantwoordelijk voor zijn eigen leven. Hanteer de procedures De samenwerking verloopt efficiënt door procedures aan te houden bij processen die telkens herhaald worden, zoals de selectieprocedure of uitstroomprocedure. Dit voorkomt dat er dubbel werk wordt gedaan en creëert duidelijkheid over taken en verantwoordelijkheden. In het hoofdstuk ‘Procedures’ zijn deze omschreven. Zorg voor geschikte woningen Omdat de huurprijs een belangrijk aspect van de selectie van geschikte woningen is, is het voor de hand liggend om sloopwoningen te selecteren. Dit is een kans, maar onderzoek wel wat er geïnvesteerd moet worden om de woningen bewoonbaar te maken. Het is zonde als de projectpot op gaat aan inrichting en stoffering. Ook is het bij de woning belangrijk dat bekeken wordt op welke termijn het gewenste aantal jongeren in kan stromen. Dit kan langer duren dan verwacht waardoor het project vertraging oploopt. Dit kan er voor zorgen dat de verwachtingen van geldschieters niet waargemaakt kunnen worden. Wees scherp op uitstroom Jongeren komen in veel steden moeilijk aan betaalbare woonruimte. Hierdoor kan uitstroom vertragen. Dit is zonde, want in de periode dat de jongere zoekt naar nieuwe woonruimte had een andere jongere geholpen kunnen worden. Het is daarom belangrijk dat coaches sturen op de uitstroom, dit goed aankondigen en waar nodig hulp bieden. Ook kan de woningcorporatie voorrangsregelingen bieden bij doorstroom in het zelfde complex of naar een ander complex. Voorkom leegstand Leegstandskosten kunnen behoorlijk oplopen als er niet scherp en volgens de procedures gehandeld wordt. Het is dus belangrijk dat de coach de uitstroom van de jongere bijtijds aankondigt aan de onderwijsinstelling, de woningcorporatie bijtijds de gegevens verstrekt van de woning en de onderwijsinstelling altijd zicht heeft op mogelijke kandidaten. Selecteer bewust Een goede selectie van jongeren is bepalend voor het succes van het traject. Het probleem van de jongere moet in kaart worden gebracht en niet te veel zorg en begeleiding vragen. Ook is de match tussen de kandidaat en andere Talent-voor…-bewoners belangrijk. Er wordt waar mogelijk gewerkt vanuit de gedachte van de ‘magic mix’, een menging van jongeren met verschillende achtergronden en niveaus van zelfredzaamheid.
22
Bijlage 1: Arbeidsmarktprognose De UWV heeft een arbeidsmarktprognose6 gedaan en hieruit kunnen concrete resultaten worden gebruikt om de arbeidsvraag per sector te meten. Vacatures per sector Sector Detailhandel (incl. auto's) Zorg en welzijn Industrie Specialistische zakelijke diensten Horeca Groothandel Bouwnijverheid Onderwijs Vervoer en opslag Informatie en communicatie Verhuur en overige zakelijke diensten Financiële dienstverlening Schoonmaakbedrijven, hoveniers Landbouw, bosbouw en visserij Openbaar bestuur Overige diensten (incl. huishoudens) Cultuur, sport en recreatie Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling Verhuur en handel van onroerend goed Totaal
Aantal ontstane vacatures per jaar (x 1.000) 2012 2013 2014 126 121 130 91 94 99 50 48 61 54 51 60 56 52 54 40 43 50 25 26 35 29 30 35 32 30 33 22 18 28 22 22 28 20 19 25 18 18 23 17 16 17 10 11 15 17 15 14 11 11 13 14 13 13 5 5 7 659 641 738
Indicatie banenontwikkeling per sector tot en met 2018 Gemiddelde groei aantal Sector banen per jaar (x 1.000) 2013 2014 ‘15-‘18 Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling -12 11 13 Zorg en welzijn 11 2 9 Groothandel -3 2 5 Specialistische zakelijke diensten -11 1 5 Bouwnijverheid -13 -1 4 Detailhandel (incl. auto's) -8 -2 4 Vervoer en opslag 0 -1 1 Verhuur en overige zakelijke diensten 0 0 1 Horeca -3 0 1 Informatie en communicatie 0 1 1 Schoonmaakbedrijven, hoveniers -1 0 0 Overige diensten (incl. huishoudens) -2 0 0 Cultuur, sport en recreatie -2 0 0 Verhuur en handel van onroerend goed -1 0 0 Onderwijs 0 0 0 Landbouw, bosbouw en visserij -1 -1 -1 Financiële dienstverlening -6 -6 -3 Openbaar bestuur -17 -19 -6 Industrie -18 -11 -14 Totaal -88 -23 20 6
Vreeburg, A., de Vries M., van Smoorenbrug, M. (2013), UWV Arbeidsmarktprognose 2013 / 2014. Met een doorkijk naar 2018., Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen, Amsterdam.
23
Verwachtte ontstane vacatures per sector Sector Detailhandel (incl. auto's) Zorg en welzijn Industrie Specialistische zakelijke diensten Horeca Groothandel Bouwnijverheid Onderwijs Vervoer en opslag Informatie en communicatie Verhuur en overige zakelijke diensten Financiële dienstverlening Schoonmaakbedrijven, hoveniers Landbouw, bosbouw en visserij Openbaar bestuur Overige diensten (incl. huishoudens) Cultuur, sport en recreatie Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling Verhuur en handel van onroerend goed Totaal
Gemiddelde aantal ontstane vacatures per jaar (x 1.000) 2013 2014 ‘15-‘18 121 130 151 94 99 108 48 61 75 51 60 61 52 54 60 43 50 54 18 28 46 30 35 40 26 35 36 30 33 33 22 28 33 19 25 27 18 23 27 11 15 22 15 14 20 16 17 20 13 13 17 11 13 14 5 7 8 641 738 850
In de arbeidsmarktprognose van het UWV worden tevens globale gegevens over arbeidsvraag per sector gespecificeerd per regio. Voor actuele informatie, raadpleeg www.uwv.nl en zoek naar de nieuwste arbeidsmarktprognose.
24
Bijlage 2: Samenwerkingsovereenkomst Ondergetekenden, 1. Woningcorporatie 1; 2. Woningcorporatie 2; 3. Onderwijsinstelling 1; 4. Onderwijsinstelling 2; 5. Stage-organisatie 1; 6. Stage-organisatie 2; 7. Coachingsorganisatie. optredende als initiatiefnemers en hierna aan te duiden als "partijen", Partijen signaleren: Niet alle jongeren vinden op eigen kracht een plek in de samenleving. Een groot aantal heeft problemen met de woon-/leefsituatie, verlaat de school voortijdig en heeft geen aansluiting met de arbeidsmarkt. Aan de andere kant zien we dat de Nederlandse organisaties in de sector behoefte hebben aan goed opgeleid, jong personeel. Het project is daarom gericht op de opleiding(en) opleiding 1, opleiding 2 en opleiding 2. Om marktvraag en aanbod beter te matchen moet deze jongeren (18 - 24 jaar) een gecombineerd traject worden geboden. Ze hebben talenten en verdienen kansen. Dat doen we met Talent voor…: een eigen woonplek, onderwijs, stageplaatsen en persoonlijke coaching. Alle partijen voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor de toekomst van deze jongeren en bieden hen perspectief met het project Talent voor… in stad. Talent voor… voorkomt uitval met negatieve gevolgen voor jongeren en hun omgeving. De investering betaalt zich terug door minder schooluitval, minder uitkeringsafhankelijkheid, méér opgeleide jongeren (startkwalificatie), meer sociale vaardigheden en zelfredzaamheid en arbeidsparticipatie. Een maatschappelijk en economisch rendement. A. Partijen komen overeen: 1. Met deze overeenkomst leggen de partijen de wederzijdse afspraken en verplichtingen vast voor de realisatie van het project Talent voor… in stad. 2. Deze overeenkomst verplicht de partijen tot nakoming van de afspraken en is het fundament en borging van het project Talent voor… voor een periode van minimaal 3 jaar. Zowel conceptueel als financieel. 3. Partijen starten op datum met het project Talent voor… met woningen op de locatie naam complex / adres. B. Samenwerkingsvorm: 4. Partijen realiseren gezamenlijk het project Talent voor…, zoals beschreven en vastgelegd in het "Businessplan Talent voor…". 5. Partijen verplichten zich om middelen (financiën /menskracht/ producten/diensten) in te zetten voor de realisatie van het project. Zij richten zij een “Samenwerkingsverband Talent voor… naam complex / adres” op waarin partijen bestuurlijk vertegenwoordigd zijn. 6. Partijen zijn een verdeling van taken overeengekomen. De partij aan wie een taak is toebedeeld voert deze taak en de hieraan verbonden werkzaamheden voor eigen risico uit. Elke partij is alleen en zelfstandig verantwoordelijk voor de technische inhoud van haar taken en werkzaamheden. 7. Elke partij is alleen en zelfstandig verantwoordelijk voor de juiste en tijdige uitvoering van haar taken en uit te voeren werkzaamheden in overeenstemming met de in deze overeenkomst opgenomen voorwaarden. 8. Elke partij is alleen en zelfstandig verantwoordelijk voor de uitvoering van haar taken en verantwoordelijkheden binnen het vastgestelde Businessplan en exploitatieopzet. Overschrijdingen van de 25
kosten opgenomen in het exploitatieoverzicht komt voor rekening en risico van de partij die de overschrijding heeft veroorzaakt, tenzij de partijen anders overeenkomen. 9. Het Samenwerkingsverband draagt de voorbereidende activiteiten en de daadwerkelijke operationalisering op aan de Projectgroep Talent voor…. Daarin hebben alle partijen zitting die verantwoordelijk zijn voor de realisatie van dit project. De projectgroep wordt ondersteund door een externe projectcoördinator. 10. Deze projectgroep legt verantwoording af aan de besturen van de deelnemende organisaties en aan de externe partners / stakeholders – bijlage 1. 11. Het Samenwerkingsverband kiest als postadres het adres van woningcorporatie 1. Deze organisatie verricht namens en in opdracht van het Samenwerkingsverband de financiële administratie op basis van nader vast te stellen uitgangspunten. 12. Per kwartaal rapporteert de Projectgroep over de voortgang van het project; inhoudelijk en financieel. De rapportages moeten voldoen aan de eisen die de subsidieverstrekkers stellen (AO / accountancy / control). C. Verantwoordelijkheden: 13. Partijen zijn met elkaar verantwoordelijk voor de te leveren diensten aan en voor het Woon – Leer - Werk - Coachingstraject Talent voor… conform de werkwijze en taakverdeling, zoals vastgelegd in het Businessplan Talent voor…. 14. Woningcorporatie 1 is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van woonruimte voor Talentvoor…-jongeren en treedt op als beheerder. De totale woonlasten per jongere bedraagt ca. €huurprijs per maand (incl. gas /water /elektra). Waar mogelijk kunnen de jongeren na afronding van het project doorstromen in het zelfde- of een ander complex van woningcorporatie 1. 15. Onderwijsinstelling 1en onderwijsinstelling 2 zijn elk verantwoordelijk voor de voorselectie en voordracht van jongeren voor Talent voor…; de stage-opdracht en de monitoring. 16. Caochingsorganisatie is samen met onderwijsinstelling 1en onderwijsinstelling 2 verantwoordelijk voor de selectie en plaatsing van de jongeren overeenkomstig de criteria zoals vastgelegd in het Businessplan. 17. Caochingsorganisatie is verantwoordelijk voor de coaching van de jongeren, de woonbegeleiding en het woontraject en de nazorg (maximaal een jaar). 18. Stage-organisatie 1 en stage-organisatie 2 zijn verantwoordelijk voor het aanbod van stageplaatsen in de sector met begeleiding. De jongeren ontvangen een stagevergoeding. 19. Iedere betrokken partij is alleen en zelfstandig verantwoordelijk voor de uitvoering van de op basis van deze overeenkomst aan haar toebedeelde taken en de hieraan verbonden werkzaamheden en zal de andere partijen vrijwaren voor schade ontstaan als gevolg van tekortkomingen in de nakoming van de verplichtingen die op basis van deze overeenkomst met derden wordt aangegaan, tenzij partijen anders overeenkomen. 20. Elke partij zal zich naar beste kunnen inspannen om de schade als bedoeld in lid 19 te beperken. 21. Indien een tekortkoming als bedoeld in lid 19 aan meer dan één partij kan worden toegerekend, worden de gevolgen ervan gedragen door die partijen naar rato van de mate waarin elke partij heeft bijgedragen aan de tekortkoming. D. De looptijd 22. Partijen verbinden zich voor de ontwikkelperiode en de periode vanaf de opening van het Talent-voor…project voor minimaal 3 jaar (exploitatieperiode) aan het project. 23. Met inachtneming van de eigen verantwoordelijkheid van elk der partijen, komen partijen overeen, dat de financiële continuïteit voor de operationalisering van het project voor een looptijd van 3 jaar optimaal gewaarborgd moet zijn. De wijze waarop het project gefinancierd wordt, is vastgelegd in het Businessplan en exploitatieopzet Talent voor…. 24. In het belang van het project kunnen ook andere partijen toetreden tot dit Samenwerkingsverband. 26
25. Partijen besluiten op basis van evaluatie en monitoring uiterlijk in het tweede jaar van het project over de continuering en eventuele mogelijkheden tot uitbreiding. 26. Alle geschillen voortkomende uit dat wat partijen op grond van deze overeenkomst en het Businessplan Talent voor… bindt, worden voorgelegd aan een door alle partijen gedragen en gezamenlijk te benoemen externe mediator. De uitspraak van de mediator is bindend voor alle partijen. Aldus opgemaakt en ondertekend op datum te plaats door: Namens Woningcorporatie 1, Naam Handtekening:
______________________
Handtekening:
______________________
Handtekening:
______________________
Handtekening:
______________________
Handtekening:
______________________
Handtekening:
______________________
Handtekening:
______________________
Namens Woningcorporatie 2, Naam
Namens Onderwijsinstelling 1, Naam
Namens Onderwijsinstelling 2, Naam
Stage-organisatie 1 Naam
Namens Stage-organisatie 2, Naam
Namens Coachingsorganisatie, Naam
Talent voor… in naam complex/adres wordt financieel ondersteund door: Fonds 1 Fonds 2 Fonds 3
27
Bijlage 3: Clausule huurcontract Huurder en woningcorporatie 1 nemen het volgende in aanmerking bij het aangaan van de overeenkomst: I.
De samenwerkende partijen woningcorporatie 1, woningcorporatie 2, onderwijsinstelling 1, onderwijsinstelling 2, stage-organisatie 1, stage-organisatie 2, coachingsorganisatie bieden in het project Talent voor… jongeren tot 24 jaar die een opleiding volgen in de naam opleiding 1, naam opleiding 2 of naam opleiding 3 bij onderwijsinstelling 1 of onderwijsinstelling 2, tijdelijk woonruimte, gecombineerd met ondersteuning op het gebied van onderwijs, sociale-/financiële vaardigheden, stage-/werkbegeleiding en persoonlijke coaching. De jongeren worden begeleid naar de reguliere woning- en arbeidsmarkt en worden voorbereid op een zelfstandig bestaan;
II.
In het kader van dit project verhuurt woningcorporatie 1 de zelfstandige woonruimte aan straatnaam woning aan huurder. Coachingsorganisatie treedt op als wooncoach;
III.
Huurder heeft de intentie zelfstandig te gaan wonen, onder begeleiding van coachingsorganisatie en zet zich daartoe gedurende de hele huurperiode actief in bij de begeleiding, de opleiding en de stage- of werkplek. De begeleidingsovereenkomst en een bewijs van inschrijving bij de onderwijsinstelling maakt een onderdeel uit van deze huurovereenkomst.
IV.
Gezien de opzet van het project Talent voor…, zijn het huren van de woonruimte, het volgen van een opleiding, het volgen van een stage of het werken op een werkplek en de begeleiding door coachingsorganisatie onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit brengt met zich mee dat de verhuur van woonruimte alleen mogelijk is voor een bepaalde periode. De huurovereenkomst eindigt in ieder geval wanneer het begeleidingscontract eindigt: ofwel omdat de doelen in het begeleidingscontract en/of opleiding zijn behaald, ofwel omdat de huurder zich niet actief inzet bij de begeleiding, opleiding of stage/werkplek, dan wel afspraken niet nakomt;
V.
Het bij instroom aanwezige meubilair en materiaal wordt bij uitstroom in goede staat achter gelaten. Het gaat hierbij om de koelkast, kookplaat, verlichting, gordijnen, (witte) muren en eventueel aanvullend meubilair.
VI.
Gelet op de doelstelling van verhuurder en het project Talent voor… en de behoefte van de huurder om tijdelijk begeleid te wonen, beschouwen partijen het gebruik van de woonruimte als een gebruik dat naar zijn aard slechts van korte duur is ex artikel 7:232 lid 2 BW. Een beroep op huurbescherming is in deze omstandigheden in strijd met de redelijkheid en billijkheid.
Datum:
Handtekening _____________________ Naam verhuurmedewerker Namens woningcorporatie 1
28
Handtekening _____________________ Naam deelnemer Deelnemer
Bijlage 4: Begeleidingsovereenkomst Hierbij kom ik met de naam coachingsorganisatie overeen, dat ik gedurende mijn wonen in het project ‘Talent voor…’ eens per week begeleiding ontvang van een wooncoach. We verwachten van jou dat je: naar eer en geweten hebt gesproken tijdens de intakeprocedure; je opleiding blijft volgen aan het onderwijsinstelling 1 of onderwijsinstelling 2; stage gaat of blijft lopen binnen jouw sector bij een van de bij het project aangesloten stageorganisaties; actief meewerkt aan de wekelijkse begeleiding van jouw coach; elke maand je huur betaalt aan de woningcorporatie en extra kosten die daarbij komen (GWL); maandelijks een begroting maakt van de inkomsten en uitgaven van de komende maand; individuele doelen beschrijft in een ontwikkelplan en deze met regelmaat met je coach evalueert; onderlinge afspraken nakomt; na twee jaar uit het project stroomt en bijtijds actief op zoek gaat naar een nieuwe woonruimte. Mocht je eerder je doelen bereikt, kan dit uitstroommoment vervroegd worden. Je kunt van het project verwachten dat je: je een kamer of woning toegewezen krijgt; stage kan lopen bij een van de aangesloten stageorganisaties; wekelijks de onderwerpen school, werken, stage, wonen, financiën, sociale contacten, gezondheid en jouw eigen inbreng met je coach bespreekt; je op eigen kracht ontwikkelt. Je coach ondersteunt dit proces en helpt je waar nodig, maar je moet het zelf doen; met je coach stilstaat bij jouw ontwikkeling door je leerdoelen samen te evalueren; de coach zijn of haar afspraken met jou nakomt. Hierbij ga ik ermee akkoord dat mijn deelname aan dit project beëindigd kan worden wanneer ik een van de bovenstaande afspraken niet nakom. Naam: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoonnummer: Geboorte datum: BSN:
Datum:
handtekening _____________________ naam coach Namens de coachingsorganisatie
29
handtekening _____________________ naam deelnemer Deelnemer
Bijlage 5: Flowchart instroomprocedure Instroomprocedure A: werving en selectie kandidaten
Buy SmartDraw!- purchased copies print this document without a watermark . Visit www.smartdraw.com or call 1-800-768-3729.
30
Instroomprocedure B: Koppelen woning en kandidaat
31
Buy SmartDraw !- purchased copies print this document without a watermark . Visit www.smartdraw.com or call 1-800-768-3729.
Bijlage 6: Stoplichtprocedure Voor de uitvoering van de stoplichtprocedure werkt de dagelijkse beheergroep met een Excel-document, waarbij de status maandelijks wordt bijgehouden.
Om efficiënt met dit systeem te kunnen werken kun je stijlen aanmaken in het rood, groen en oranje. Bij elk overleg van de dagelijkse beheergroep wordt er een nieuw tabblad aangemaakt. Het document wordt tijdens dit overleg gebruikt om de huidige status en die in voorgaande maanden overzichtelijk te bekijken per pijler, per jongere. Het is een geheugenopfrisser en op basis hiervan kunnen besluiten genomen worden over bijvoorbeeld projectbeëindiging, actiepunten of een plan van aanpak bij voortgang. Ook kunnen de actiepunten naar aanleiding van tabblad van de vorige maand besproken worden. Om het meest actuele bestand met de dagelijkse beheergroep te delen zou bijvoorbeeld gebruik gemaakt kunnen worden van Dropbox, Skydrive of Google Docs.
32
Bijlage 7: Zelfredzaamheidsmatrix Deze zelfredzaamheidsmatrix7 wordt voor verschillende doelgroepen gebruikt, zoals gemeenten en zorginstanties. Voor Talent voor…, is hij geschikt, maar met een kanttekening. Wanneer de jongere bij instroom of uitstroom in één van de gebieden gescoord wordt op niveau 1, ‘acute problematiek’, dan is de jongere niet geschikt voor dit project. Twee uur coaching is niet voldoende om deze problematiek te behandelen. Dit zelfde geldt wanneer de jongere in meerdere gebieden scoort op niveau 2: ‘niet zelfredzaam’. In deze gevallen dient er met de coördinator van onderwijsinstelling overlegd te worden over de toekomst van de jongeren binnen het project. De zelfredzaamheidsmatrix wordt (ongeveer een maand) nadat de jongere is ingestroomd ingevuld, houdt hierbij wel de situatie aan waarin de jongere zich bevond toen hij of zij nog geen Talent-voor…-deelnemer was. Ook wordt de zelfredzaamheidsmatrix ingevuld bij uitstroom van het project.
Huisvesting Gezinsrelaties Dagbesteding
Inkomen
Overige instructies voor het gebruik van deze matrix zijn te vinden in de volgende bijlage: ‘Handleiding zelfredzaamheidsmatrix’.
7
1. Acute problematiek Geen inkomsten, hoge en groeiende schulden.
Geen dagbesteding en veroorzaakt overlast.
Sprake van huiselijk geweld, kindermishandeling of verwaarlozing. Dakloos en/of in nachtopvang.
2. Niet zelfredzaam Onvoldoende inkomsten en/of spontaan of ongepast uitgeven, groeiende schulden.
3. Beperkt zelfredzaam Komt met inkomsten aan basisbehoeften tegemoet; gepast uitgeven; indien sprake is van schulden zijn deze tenminste stabiel; bewindvoering/ inkomensbeheer. Geen dagbesteding maar geen Laagdrempelige overlast. dagbesteding/arbeidsactivering.
Leden van het gezin gaan niet goed met elkaar om; potentieel huiselijk geweld, kindermishandeling of verwaarlozing. Voor wonen ongeschikte huisvesting en/of huidige huur/hypotheek is niet betaalbaar; dreigende huisuitzetting.
Leden van het gezin erkennen problemen en proberen negatief gedrag te veranderen. In veilige, stabiele huisvesting maar slechts marginaal toereikend; in onderhuur; niet autonome huisvesting (bij ouders/verzorgers).
4. Voldoende zelfredzaam Komt aan basisbehoeften tegemoet zonder uitkering; heeft schulden in eigen beheer en deze verminderen.
5. Volledig zelfredzaam Inkomsten zijn voldoende, goed financieel beheer; heeft inkomen en mogelijkheid om te sparen.
Hoogdrempelige dagbesteding/ arbeidstoeleiding of seizoensgebonden werk en/of volgt opleiding voor startkwalificatie. Relationele problemen tussen leden van het gezin zijn niet (meer) aanwezig.
Vast werk of volgt opleiding hoger dan startkwalificatie.
Huishouden heeft veilige, toereikende huisvesting; (huur) contract met bepalingen; gedeeltelijk autonome huisvesting.
Huishouden heeft veilige, toereikende huisvesting; regulier (huur)contract; autonome huisvesting.
Auteur onbekend, (2010), De zelfredzaamheidmatrix. Factsheet over het eenvoudig en gestandaardiseerd meten van zelfredzaamheid., GGD Amsterdam, Amsterdam.
33
Communicatie tussen gezinsleden is consistent open; gezinsleden ondersteunen elkaar.
Geestelijke gezondheid Fysieke gezondheid Verslaving ADL-vaardigheden 34
Een gevaar voor zichzelf of anderen; terugkerende suïcide- ideatie; ernstige moeilijkheden in het dagelijks leven door psychische problemen. Heeft direct medische aandacht nodig; een noodgeval/ kritieke situatie.
Voldoet aan criteria voor ernstig misbruik/verslaving; resulterende problemen zijn zo ernstig dat institutionalisering of hospitalisatie noodzakelijk kan zijn. Ernstige beperkingen op alle of bijna alle gebieden van zelfzorg en complexe vaardigheden.
Terugkerende geestelijke gezondheidsproblemen die het gedrag kunnen beïnvloeden, maar geen gevaar voor zichzelf/anderen; aanhoudende functioneringsproblemen door psychische symptomen. Een (direct/chronische) medische aandoening die regelmatige behandeling vereist en die op dit moment niet behandeld wordt en matige beperking van (lichamelijke) activiteiten t.g.v. en lichamelijk gezondheidsprobleem. Voldoet aan criteria voor verslaving; preoccupatie met gebruiken en/of bemachtigen van middelen; afkick- of afkickontwijkend gedrag zichtbaar; gebruik resulteert in ontwijken of verwaarlozen van essentiële activiteiten van het dagelijks leven. Belangrijk probleem op één of meer gebieden van zelfzorg (eten, wassen, aankleden, naar toilet gaan) en belangrijk onvermogen tot het uitvoeren van meerdere complexe vaardigheden.
Milde symptomen kunnen aanwezig zijn maar zijn voorbijgaand; enkel matige functioneringsmoeilijkheden door psychische problemen; behandeltrouw is minimaal.
Minimale symptomen die voorspelbare reactie zijn op stressoren in het leven; marginale beperking van functioneren; goede behandeltrouw.
Symptomen zijn afwezig of zeldzaam; goed of superieur functioneren in een groot aantal diverse activiteiten; niet meer dan de dagelijkse beslommeringen of zorgen.
Een (chronische) medische aandoening wordt behandeld; behandeltrouw is echter minimaal en de lichamelijke gezondheidsproblemen leiden tot een lichte beperking in mobiliteit en activiteit.
Erkent behoefte aan hulp voor de (chronische) medische aandoening; goede behandeltrouw.
Er zijn geen directe of voortdurende medische problemen.
Gebruik binnen de laatste zes maanden; aanwijzingen voor aan middelengebruik gerelateerde sociale, werk-gerelateerde, emotionele of fysieke problemen; gebruik interfereert niet met essentiële activiteiten van het dagelijks leven; behandeltrouw is minimaal. Voorziet in de meeste maar niet alle basisbehoeften van het dagelijks leven; de zelfzorg is op peil, maar belangrijk onvermogen tot uitvoeren van één of meerdere complexe vaardigheden.
Cliënt heeft gedurende de laatste zes maanden gebruikt maar er zijn geen sociale, werkgerelateerde, emotionele of fysieke problemen ten gevolge van het gebruik zichtbaar; geen aantoonbaar voortdurend of gevaarlijk middelengebruik, goede behandeltrouw. Voorziet in alle basisbehoeften van het dagelijks leven; alleen ondergeschikte problemen (bijvoorbeeld slordig zijn, gedesorganiseerd).
Geen middelengebruik / misbruik in de laatste zes maanden.
Geen problemen van deze aard; goed in staat op alle gebieden te functioneren.
Sociaal netwerk Maatschappeli jke participatie Justitie 35
Gebrek aan noodzakelijke steun van familie/vrienden. Geen contacten buiten eventuele foute vriendenkring. Ernstig en kommervol sociaal isolement wegens onvermogen tot communiceren met anderen en/of wegens terugtrekken uit sociale relaties. Niet van toepassing door crisissituatie; in ‘overlevingsmodus’.
Familie/vrienden hebben niet de vaardigheden/financiële mogelijkheden om te helpen. Nauwelijks contacten buiten eventuele foute vriendenkring. Blijvend, belangrijk probleem als gevolg van actief of passief terugtrekken uit sociale relaties. Maatschappelijk geïsoleerd en/of geen sociale vaardigheden en/of gebrek aan motivatie om deel te nemen. Zeer regelmatig (maandelijks) Regelmatig (meerdere keren contact met politie/ justitie. per jaar) contact met Openstaande zaken. politie/justitie. Lopende zaken.
Enige steun van familie/vrienden. Enige contacten buiten eventuele foute vriendenkring. Duidelijk probleem in maken of onderhouden van ondersteunende relaties.
Voldoende steun van familie/ Gezond sociaal netwerk. vrienden. Weinig contacten met Geen foute vrienden. eventuele foute vrienden.
Nauwelijks participerend in maatschappij; gebrek aan vaardigheden om betrokken te raken.
Enige maatschappelijke participatie (bijv. adviesgroep, steungroep) maar er zijn hindernissen zoals mobiliteit, discipline, of kinderopvang. Zelden contact met politie/justitie strafblad.
Incidenteel contact met politie/justitie. Geen lopende zaken.
Actief participerend in de maatschappij.
Geen contact met politie/ justitie. Geen strafblad.
Bijlage 8: Handleiding zelfredzaamheidsmatrix De ZRM8 is een beoordelingsinstrument. Als selecteerder geef je jouw oordeel over de mate van zelfredzaamheid van de leerling en dit oordeel druk je uit in een score op de ZRM. De domeinen en indicatoren van de ZRM schrijven voor welke informatie je nodig hebt om een oordeel te vormen maar niet hoe je die informatie verzamelt. De informatie die je nodig hebt om tot een oordeel te komen kun je uit drie bronnen halen: de cliënt; de collega; de administratie. In theorie kan elk van deze bronnen voldoende informatie geven voor een betrouwbaar oordeel. In praktijk wordt de score op de ZRM veelal op basis van informatie van de cliënt gegeven en wordt informatie van collega’s en uit administratie enkel aanvullend gebruikt. De eerste en voornaamste bron van informatie is de cliënt zelf. De situatie van de cliënt op de elf domeinen besproken worden tijdens het selectiegesprek en uitstroomgesprek. Je kunt de ZRM tijdens het gesprek bij de hand houden als ‘topiclijst’ en de scores (direct) na het gesprek invullen, of de ZRM tijdens het gesprek invullen. De tweede bron van informatie zijn je collega’s binnen je eigen organisatie die contact hebben gehad met de studenten, zoals docenten of studieloopbaanbegeleiders. Wanneer collega’s de leerling ook hebben gesproken of op een andere manier contact hebben gehad met de leerling (bijvoorbeeld op huisbezoek zijn geweest, of de leerling op straat zijn tegengekomen) kun je hun informatie ook gebruiken om tot een oordeel over de mate van zelfredzaamheid van de leerling te komen. Hetzelfde geldt voor hulpverleners en medewerkers van andere instellingen die recent contact hebben gehad met de leerling. Zij hebben mogelijk aanvullende informatie die relevant kan zijn voor een beoordeling van de leerling op de ZRM. De derde bron van informatie die je kunt gebruiken om tot een score op de ZRM te komen zijn administratieve systemen. Recente meldingen in registratiesystemen, leerlingdossiers, en andere administratieve systemen waar je mogelijk inzage in hebt, kunnen informatief zijn bij het scoren van jongeren op de ZRM. Bij het scoren van de ZRM ga je uit van het hoogste niveau van zelfredzaamheid. Bij ieder domein dat je beoordeelt kijk je eerst of een leerling aan de (het grootste deel van) de indicatoren voor ‘volledig zelfredzaam’ voldoet. Wanneer dat niet het geval is, bekijk je de indicatoren in de cel ‘voldoende zelfredzaamheid’ en beoordeel je of deze indicatoren de zelfredzaamheid van de leerling op dit domein goed weergeven. Wanneer dat niet het geval is, bekijk je de indicatoren één niveau daaronder, en zo verder totdat je bij het niveau komt dat de zelfredzaamheid goed weergeeft. Dat wil zeggen, de situatie van de leerling komt overeen met (het grootste deel van) de indicatoren in die cel. Vervolgens verzeker je jezelf ervan dat de indicatoren één niveau daaronder geen goede weergave zijn van de waargenomen zelfredzaamheid (check), en geef je het oordeel. Hieronder is schematisch weergeven hoe je tot de beoordeling van de zelfredzaamheid op een domein komt. Nee Komt situatie overeen met indicatoren voor ‘acuut probleem’?
Komt situatie overeen met indicatoren voor ‘niet zelfredzaam? Check
8
Oordeel
Start
Komt situatie overeen met indicatoren voor ‘beperkt zelfredzaam?
Komt situatie overeen met indicatoren voor ‘voldoende zelfredzaam’?
Komt situatie overeen met indicatoren voor ‘volledig zelfredzaam’?
Ja
Nee
Nee
Auteur onbekend, (2010), De zelfredzaamheidmatrix. Factsheet over het eenvoudig en gestandaardiseerd meten van zelfredzaamheid,, GGD Amsterdam, Amsterdam.
Bijlage 9: Eisen aan de woning Kosten Naar aanleiding van een onderzoek naar huisvestingsbehoefte van MBO-studenten9, blijkt het grootste deel van deze doelgroep niet meer dan €300 per maand voor een kamer of €350 voor een woning te kunnen betalen. Het gaat hier over de huurprijs inclusief servicekosten. Als er toch voor gekozen wordt om de duurdere woningen of kamers voor het project vrij te maken, dan zou de huurprijs afgetopt kunnen worden naar €300,(kamer) of €350,- (woning) per maand, door deze kosten te verhalen op de projectpot. Mocht de woning of kamer in aanmerking komen voor huursubsidie, dient dit meegenomen te worden in de aftopping van de huur. Faciliteiten Ook is tijdens het onderzoek naar voren gekomen dat veel MBO-jongeren een voorkeur hebben voor eigen sanitaire voorzieningen. Een eigen keuken is vaak een minder belangrijk aspect. De meeste woningen of kamers met eigen sanitaire voorzieningen zijn te duur voor deze doelgroep, daarom is het geen pre. Locatie Het belangrijkste aspect aan de gewenste locatie is de afstand tot de onderwijsinstelling. Het is een voordeel als het een fietsafstand is, maar geen voorwaarde. Volkswijken vallen over het algemeen goed in de smaak bij deze doelgroep. Meubilering Op de woningen of kamers worden voordat de jongeren instromen muren (wit) geschilderd, vloeren gelegd, gordijnen opgehangen en lampen ophangen. Ook worden de woningen of kamers in de (gezamenlijke) keuken voorzien van een kookplaat en een koelkast. De eventuele gemeenschappelijke ruimte wordt gemeubileerd. Dit wordt gefinancierd door de projectpot of (één van) de partners. Unit Om binding te creëren tussen jongeren is het gezamenlijk wonen een belangrijk aspect. Wanneer mogelijk zou het reserveren van een etage of gang van tussen de acht en dertien woningen of kamers het meest ideale scenario zijn. ‘Gespikkeld wonen’ is een andere mogelijkheid en tevens succesvol gebleken in de bestaande projecten.
9
Otten, J., van Rees, M. (2013), Huisvestingsbehoefte van de MBO-student in Utrecht., SSH, Utrecht.
37
Bijlage 10: Data kostenanalyse
10
Eenmalige opstartkosten kosten per eenheid Financieringsplaats Onderdeel Inrichting Projectpot Coördinator Opening Woningcorporatie Coachingsorganisatie Opstartkosten Onderwijsinstelling Stage-organisatie Totaal
Kosten € 10.000,00 € 4.032,00 € 1.000,00 € 1.360,00 € 1.800,00 € 1.800,00 € 408,00 € 19.992,00
Mankracht in uren
Vaste doorlopende kosten per jaar Financieringsplaats Onderdeel Projectgroep 6x p/j 1p. Woningcorporatie Stuurgroep 2x p/j 1p. Beheergroep 12x p/j 2p. Coachingsorganisatie Projectgroep 6x p/j 1p. Stuurgroep 2x p/j 1p. Beheergroep 12 x p/j 1p. Onderwijsinstelling Projectgroep 6x p/j 1p. Stuurgroep 2x p/j 1p. Projectgroep 2x p/j 1p. Stage-organisatie Stuurgroep 2x p/j 1p. Projectpot Coördinator Totaal
Kosten € 306,00 € 300,00 € 504,00 € 405,00 € 300,00 € 540,00 € 405,00 € 300,00 € 102,00 € 300,00 € 3.276,00 € 6.738,00
Mankracht in uren 9 3 24 9 3 12 9 3 3 3 156 78
192 40 40 40 12
Gemiddelde kosten per traject per leerling Financieringsplaats
Onderdeel
Kosten
Woningcorporatie
Instroom en uitstroom Huurprolongatie Contractkosten Leegstand Coaching Selectie en monitoring
€ 175,00 € 600,00 € 50,00 € 175,00 € 3.120,00 € 500,00 € 5.257,50
Projectpot Coachingsorganisatie Onderwijsinstelling Totaal
10
Mankracht in uren per jaar 5
156 10 183,75
De kosten en de mankracht in uren zijn gebaseerd op ervaringen uit de eerste drie Talent-voor…-projecten.
38
Arbeidskosten per uur11 Financieringsplaats Woningcorporatie
Coachingsorganisatie
Onderwijsinstelling Stage-organisatie Projectpot
11
Functie Verhuurmedewerker Lid projectgroep Lid stuurgroep Coach Lid projectgroep Lid stuurgroep Lid projectgroep Lid stuurgroep Stagebegeleider Lid stuurgroep Coördinator
Kosten € 34,00 € 34,00 € 100,00 € 21,00 € 45,00 € 100,00 € 45,00 € 100,00 € 34,00 € 100,00 € 21,00
De arbeidskosten per uur zijn gebaseerd op “bedrijfsgegevens van de SSH”, “www.intermediair.nl” en “Hamdi, A., de Meere, F., van Marissing, E., Verheijen, J. (2013), Talenten beter benut. Evaluatie Talent voor Zorg City Campus Max., Verweij-Jonker instituut, Utrecht”.
39
Bijlage 11: Tijdsschema coaching
40