Rinie van Rijsingen & CC Jacqueline Theunissen Wybren Grooteboer & Huub Pijnenburg Kennisdag HAN Sociaal 19 april 2013
HAN R E S E A R C H
Alliantie tussen cliënt en hulpverlener : daar moet en kun je iets mee! Lectoraat Werkzame Factoren in de Zorg voor Jeugd Introductiefilmpje lectoraat: http://www.youtube.com/watch?v=dq8cJwwGd6Q
Programma • 10’ Speeddating: voorstelrondje • 10’ Wat is alliantie en waarom is het belangrijk? • 15’ Duo’s reflecteren op eigen ervaringen met thema + plenaire terugkoppeling • 5’ Uitleg JAS en introductie rollenspel • 15’ Duo’s rollenspel ‘1e contact’ + invullen JAS (vanuit eigen rol) + plenaire terugkoppeling • 5’ Conclusies en Afronding http://www.youtube.com/watch?v=xLZ6ipX7zM0 130419 RvRea HS Kennisdag 2013
Werkzame factoren-jargon • Specifiek werkzame factoren: Omschreven Interventie, of: voor een interventie kenmerkende, theoretisch werkzaam geachte ingrediënten
• Algemeen werkzame factoren: – smal spectrum: werkzame factoren die uiteenlopende interventies gemeen hebben – breed spectrum: alles wat bijdraagt aan hulpresultaat
• Bijv.: (werk)alliantie hulpverlener-cliënt De sterkte en kwaliteit van hun samenwerkingsrelatie – Taakaspect: overeenstemming over doel/middel? – Emotioneel aspect: empathie/band/vertrouwen? 130419 RvRea HS Kennisdag 2013
Alliantie in de jeugdzorg • Een professionele werkrelatie waarin sprake is van een emotionele band en taakgerichte overeenstemming over het doel van de samenwerking en de daartoe geëigende aanpak (Pijnenburg, 2010). • Basis is het concept ‘therapeutische alliantie’ (Bordin, 1976; Horvath & Greenberg, 1994)
130419 RvRea HS Kennisdag 2013
Lambert’s werkzame factoren-taart Hoop en verwachting (placebo-effect)
Model en techniek (evidence based treatments)
Buitentherapeutische en cliëntfactoren
Relatie van cliënt en hulpverlener
Bronnen: Asay & Lambert (1999); Lambert (1992); Wampold (2001) 130419 RvRea HS Kennisdag 2013
Waarom is alliantie zo belangrijk? • Meta-analyses (Wampold 2001,2010) en Lambert (2010) geven aan dat alliantie een grotere invloed heeft op het resultaat van hulpverlening dan aard van de de gekozen interventies. • Alliantie is vaak al vroeg een sterke voorspeller van effectiviteit. • Hoe hoger de kwaliteit van alliantie wordt gewaardeerd, hoe groter het effect van de hulp (Wampold & Baldwin 2000). • Maar vraag vooral ook cliënten om hun inschatting, en vergelijk die met die van de hulpverlener 130419 RvRea HS Kennisdag 2013
Jeugdzorgwerkers die je bijblijven? • • • • • • • • • • • •
Luistert Begrijpt mij Is duidelijk Is betrouwbaar Heeft het tegen mij Kijkt of ik alles begrijp Stemt af wat we doen (dramt niet!) Geeft duidelijke grenzen aan Geeft mij (zelf)vertrouwen, en hoop Maakt van praten een echt gesprek Houdt rekening met mij en pusht me soms Houdt me een spiegel voor (maar niet té veel!)
Bron: voormalige residentiële jeugdzorgcliënten (Pijnenburg, pers. comm.) 130419 RvRea HS Kennisdag 2013
Duo-opdracht 1: Reflectie • Denk terug aan een of meer professionals (sociaal, geneeskundig, onderwijs) die belangrijk voor je zijn (geweest) en met wie je een bijzonder goede band had/hebt, en/of aan iemand met wie het juist niét klikte. • Bevraag elkaar over deze mensen (en noteer je conclusies in trefwoorden): wat kenmerkte hen (eigenschappen, houding, vaardigheden)? • In hoeverre stemmen jullie ervaringen overeen, of niet?
130417 RvRea HS Kennisdag 2013
JAS De alliantie wordt beoordeeld aan de hand van een vragenlijst. Cliënt en hulpverlener vullen Ieder hun eigen versie in. Hiernaast: de versie voor de hulpverlener Kies zelf welke vragen je na rollenspel kunt scoren (Jeugdhulp Alliantie Schaal & Handleiding beschikbaar voor onderzoeksdoeleinden)
130419 RvRea HS Kennisdag 2013
Duo-opdracht 2: Rollenspel • Speel het (begin van het) eerste contact na van een (ambulant) jeugdhulpverlener die langsgaat bij een cliënt-opvoeder die aanhoudende zorgen heeft over de opvoeding of ontwikkeling van zijn of haar kind. • Start: kies in overleg een ‘casus’, geïnspireerd door je eigen ervaring als hulpverlener (of opvoeder). • Spreek af wie vanuit die ervaring de rol speelt van Cliënt-opvoeder/hulpvrager, respectievelijk Ambulant hulpverlener • Speel het begin van het eerste gesprek uit • Vul na afloop ieder de JAS-versie in die bij je rol past • Vergelijk je scores: verschillen/overeenkomsten? 130417 RvRea HS Kennisdag 2013
Vragen die je jezelf kunt stellen Wat heb je zelf ervaren in werkrelaties, met cliënten of collega’s boven, naast of onder je, of studenten die je begeleidt? Met welke ‘cliënt’ had je moeite? Wat werkte wel en wat werkte niet en hoe voelde het? Was het bespreekbaar? Kun je je voorstellen hoe een cliënt het ervaart om wel of geen klik te hebben met de hulpverlener of om het oneens te zijn over doelen en middelen? Of heb je dit zelf ooit ervaren? Hoe zie je de relatie tussen de kwaliteit van de alliantie en het resultaat van de hulp?” 130419 RvRea HS Kennisdag 2013
Aanbevolen literatuur Duncan et al. (2010), APA
Pijnenburg e.a. (2010), SWP
Zorgen dat het werkt Werkzame factoren in de zorg voor jeugd
(Research review WFn)
(oa IWF model & review)
- Norcross, J.C., & Wampold, B.E. (2011). Evidence based therapy relationships. Psychotherapy, 48, 98-102. - Van Yperen, Van der Steege, Addink, & Boendermaker (2010). Algemeen en specifiek werkzame factoren in de jeugdzorg: De stand van de discussie. Utrecht: Nji (download) 130419 RvRea HS Kennisdag 2013
Contact Lectoraat Werkzame Factoren in de Zorg voor Jeugd Kenniscentrum HAN SOCIAAL Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Bisschop Hamerhuis (2.13) POSTBUS 6960 6503 GL NIJMEGEN 024- 3530565
[email protected] (kenniskringlid)
[email protected] (kenniskringlid)
[email protected] (lector)
[email protected] (secretariaat)
Aandacht voor het Lectoraat: Canon Zorg voor De Jeugd, lemma ‘2005/Effectiviteit’ http://www.canonsociaalwerk.eu/nl_jz/details.php?cps=23&canon_id=309 1304179 RvRea HS Kennisdag 2013