De hulpverlener tussen almacht en onmacht
Gezondheidswaarschuwing! If you’re really doing the work, then it gets inside you (Obholzer)
Kanker is niet besmettelijk
Emotionele pijn wel!!
Om
zichzelf te zijn is het nodig om afstand te nemen van de dwang van het ideaal (Friedrich Nietszche)
De onzichtbare zwaarte van zorg zit in de menselijke contacten
Focus op de hulpverlener als persoon Positief
voor gezondheid + competentie, eigenwaarde + positieve gevoelens + kwaliteiten ontplooien + betekenis, motivatie, doel + persoonlijke groei, identiteit + sociale contacten (patiënten, collega’s)
Focus op de hulpverlener als persoon Negatief
voor de gezondheid + Stress en burnout + plaatsvervangende traumatisering + (verborgen) rouw + emotionele besmetting en belasting + demotivatie
Focus op de hulpverlener als persoon Positief
voor de helpende relatie + Persoon hulpverlener meer invloed dan richting of methode + positief resultaat behandeling vooral bepaald door goede werkrelaties
Focus op de persoon van de hulpverlener Negatief
voor helpende relatie + belemmert of blokkeert relatie + ‘onzorg’ of negatieve zorg + verstoorde balans tussen afstand en nabijheid -afstandelijk: cynisch, harnas, afgesloten -overbetrokken: symbiose, meelijden
On-zorg: de schaduw van de zorgverlener Ontstaat door : -continue confrontatie met verval en aftakeling roept angst op -opgestapeld verlies -projectie van ‘moeilijke gevoelens’ en zich ermee identificeren
On-zorg: gevolgen Overbeschermen Mis(be)handeling
patiënten Woede naar familie, naar collega’s (teamconflicten) Woede naar patiënten(die niet meewerken) Angst, schuldgevoelens, onmacht Almacht als defensiemechanisme
De persoon van de hulpverlener: achtergronden Parentificatie:
de dwang van het zorgen
voor… Balans uit evenwicht van zorg dragen en zorg ontvangen Eigen tekorten op vlak van basisbehoeften Gekwetst hechtingspatroon Tussen onmacht en almacht
Echte hulp door Adequate
technische zorg
Voelbare
betrokkenheid
De hulpverlener op twee benen +DOEN, handelen +oplossen problemen +interventie (efficiënt) +medicijnen,technieken dossiers, diagnose +rationeelinstrumenteel +AFSTAND
+BETEKENIS, ZIJN +houding (persoon) +presentie +acceptatie, empathie, intuïtie, ont-moeting +emotioncommunicatief +NABIJHEID
Afstand en nabijheid als copingstrategie Afstand:
het kunnen vermijden van (eigen) pijn
Nabijheid:
het confronteren met de (eigen) pijn
Reacties op trauma’s vanuit de eigen persoon: tegenoverdracht 1. 2.
Specifiek voor het trauma: normale reacties op abnormale gebeurtenissen Specifiek voor het eigen levensverhaal +angst en walging +machteloosheid, ontreddering +woede +schuld en schaamte +beschermen, redden +terugtrekken, muur
Twee types van reacties: afstand en nabijheid
Type 1: afstandelijk
.gereserveerd, onverschillig .ontkennen, minimaliseren, banaliseren pijn .absenteïsme .cynisme, ontmenselijken .terugtrekken, afstand houden .blaming the victim .de RECHTER .risico: patiënt de dupe
Type 2: overbetrokken
.identificeren met .te sterk benadrukken pijn .presenteïsme .afhankelijk maken én worden .gevoelsverstrikking .slachtoffer voelen .de REDDER .risico: hulpverlener de dupe
Plaatsvervangende TRAUMATISERING = een vorm van werkstress bij hulpverleners, veroorzaakt door herhaalde confrontatie met schokkende verhalen van cliënten (K. de ridder) =vorm van “compassion fatigue” = bijprodukt van het zorgen voor getraumatiseerde mensen,vooral bij professionelen die over grote empatische vermogens beschikken en de neiging hebben zich te identificeren met pijn van cliënten (Figley)
Signalen op beroepsmatig niveau Minder
vertrouwen in eigen professionele competentie Minder goed heftige emoties kunnen verdragen Machteloosheid Een toename van fouten
Signalen van demoralisatie Verminderde
zorgeloosheid
Pessimisme vermoeidheid
Signalen van trauma Herbelevingen Vermijding Alertheid
en gespannenheid
Verstoorde balans tussen geven en ontvangen “Het is zaliger te geven, dan te ontvangen” Als ik wat krijg, wil ik wat teruggeven Als ik wat geef, wil ik wat terugkrijgen. Balans: Te veel geven of te weinig terugkrijgen!!
Balans tussen I en O: de billijkheidswet Investering
= Opbrengsten = billijk
Investeringen
> Opbrengsten = onbillijk
Mogelijk gevolg: burn out!
I > O: verstoorde balans afstand en nabijheid actief
EXIT
STEM
Destructief
Constructief
VERWAARLOZEN
LOYAAL passief
Bemoediging en ontmoediging Noem
en bespreek een bemoedigend moment in je werk (lichaam, voelen, denken)
Noem
en bespreek een ontmoedigend moment in je werk
ZORG = ORGANISATIE + FYSIEKE ARBEID + EMOTIONELE ARBEID
Emotionele arbeid
Kunnen open stellen voor (pijnlijke)emoties Kunnen emoties detecteren (afstemmen op) Kunnen emoties identificeren en benoemen Kunnen emoties voelen (en verdragen!) Kunnen emoties exploreren Kunnen emoties onderscheiden Kunnen emoties erkennen Kunnen emoties reflecteren en bentwoorden
Emotionele belasting = inherent aan het werken met emoties van patiënten en hun familie Drie risicofactoren: 1.Als je in de zorg bijna uitsluitend omgaat met pijnlijke emoties (besmetting); weinig + 2.Als dit niet bijdraagt tot het oplossen van de problemen 3. Als je zelf het eindstation bent en geen plek hebt voor je eigen pijn
Omgaan met eigen emoties Geef
eens een voorbeeld van een situatie die jou een gevoel geeft van bv: .kwaadheid/schuld/onzekerheid/vreugde 1.Wat heb je dan nodig? Van jezelf, de ander? 2.Hoe ziet iemand hoe jij je voelt? 3.Bespreek vanuit een erkennende houding
Emotionele besmetting Het
onbewust overnemen van de emoties van de ander Vooral té empatische zorgverleners: meegezogen worden in de gevoelens van de ander Eigen heftige gevoelens: overspoeld Antwoord: ‘mentaliseren’: eigen innerlijke belevingen als ‘van jezelf’ kunnen ervaren
De vijf basisbehoeften: 1.
Plaats 2. Voeding 3. Bescherming 4. Steun 5. Begrenzing Lijfelijk – Symbolisch - Autonoom
De basisbehoeften van de zorgverlener
Zit ik op de goeie plek (rol, taak, functie, identiteit)? Gezien en erkend? Hoe voed ik mij? Positieve waardering? Roddelcultuur? Steun vragen en ontvangen? Draagvlak? Bescherming tegen ongewenste intimiteiten? Stress- en burnoutpreventie? Grenzen ervaren legitiem? Superman/vrouw?
Behoefte aan plaats: persoon -genesteld op de schoot van moeder -gezien worden in wie we zijn (blik) -bestaansrecht krijgen -geworteld in een familie, ergens bij horen -identiteit en rol, oriënteren -een eigen plek -gedefinieerd in tijd en ruimte
Behoefte aan plaats: organisatie -hebben medewerkers hun eigen plek? (tijd, ruimte) -taakafbakening of rolverwarring, conflicten, territoriumstrijd -teamgevoel (verwachtingen van leden cfr overdracht) -voldoende regelruimte? -veel personeelsverloop? -respect medewerkers
Behoefte aan plaats: therapeut
Waar staat mijn stoel? (cliënt, team, org.) Heb ik een eigen werkplek, werkuren, functie, discipline? Kan ik anderen binnenlaten? Voel ik me erkend, gezien? Heb ik ademruimte? Heb ik cliënt (zorg) nodig om te mogen bestaan? Waar is mijn plek zonder cliënten? Identiteit? Worden mijn grenzen gerespecteerd? (vrouw) Wat is mijn plaats in de wereld: existentieel?
Behoefte aan voeding: persoon niet
alleen wat, maar ook hoe gevoed? Vanuit vertrouwen ons openen voor voeding Emotionele voeding: aandacht en aanraking Geestelijke voeding Voeding via het oor: waardering “vol” zijn, “gelukkig zijn”
Behoefte aan voeding: therapeut
Cliënten nodig om leegte op te vullen? Nodig hebben om nodig te zijn? Vertrouwen in de innerlijke autonomie en krachten of (wederzijdse)afhankelijkheid? Afhankelijk van waardering, liefde…? Kan ik vragen om voeding die ik nodig heb? En ontvangen? (lijfelijk ,emotioneel, spiritueel) Balans tussen investering en opbrengst: onbevredigd, woedend
Behoefte aan voeding: organisatie
Hoe voedt de organisatie haar medewerkers? Hoe gaan we om met waardering (pos./negatief) ? Feed-back van de leidinggevende in functioneringsgesprek Supervisie, bijscholing, vakliteratuur, studiedagen? Informatiedoorstroming Hoe maken we plezier in het team? Balans tussen investeringen en opbrengsten? Roddelcultuur?
Behoefte aan steun: persoon Steun
voorziet in een gevoel van bodem en grond Ondersteuning, gedragen, opgevangen, niet alleen gelaten, getroost Steun vragen en ontvangen Hou me (niet) vast
Behoefte aan steun: organisatie
Sociale steun is stressreducerend: (h)erkenning Steun is pas steun als hij/zij die de steun ontvangt dat ook als steun ervaart Organisatie als draagvlak? Zorg voor de zorgende Is het team steunend of afbrekend? Intervisie, supervisie, team, koffiepauze, rituelen, traumaopvang, leiding
Behoefte aan steun: organisatie (Obholzer) Erkenning
en waardering (face tot face) Tijd en plaats voor gezamenlijke reflectie Gevoel van participatie en contributie aan gedeeld doel en probleemoplossing Toelating krijgen om de “on-zorg” in onszelf te erkennen en te verdragen in onze organisatie
Behoefte aan steun: therapeut Kan
ik om steun vragen die ik nodig heb? Kan ik steun ontvangen? Steun nodig hebben is onprofessioneel Parentificatie Almachtsgevoelens (niemand kan…) Mijn steunend netwerk? (team/privé, collega’s) of niemand tot last zijn en iedereen kan op mij steunen
Behoefte aan bescherming: persoon
Van het zachte, fragiele, onbeschermde Tgo de gevaren van de buitenwereld Tgo geweld en misbruik Van kwetsbaarheid, openheid, afhankelijkheid Zonder dak boven mijn hoofd of gepantserd? Veiligheid en vertrouwen Nood aan externe hardheid, veerkracht, bewakers van de grenzen: schilden en buffers
Behoefte aan bescherming: organisatie Agressie
en ongewenste sexuele intimiteiten? Opvang? Preventie? Comité veiligheid en hygiëne/ondernemingsraad Erkenning van emotionele besmetting en de effecten van (secundaire) traumatisering? Erkennen van stressoren en stresspreventie Afwisseling in werk, bijscholing..
Behoefte aan bescherming: therapeut
Hoe veilig voel ik me? Te open? Te gesloten? Welke trauma’s heb ik opgelopen? Wat zijn mijn copingstrategieën? Adeaquaat of niet? Grensoverschrijdend gedrag van cliënten (stalking, agressie) Welke verdedigingsmechanismen heb ik opgebouwd: almacht, ontkenning, Waar kan ik terecht met mijn kwetsbaarheid? Goede opleiding, leertherapie, super/intervisie Bevredigend privéleven, plezier, creatief..
Behoefte aan begrenzing: persoon
Aders voor de bloedstroom Grenzen voor innerlijke krachten en impulsen Kracht en tegenkracht: door positieve begrenzing ervaren dat deze krachten niet oncontroleerbaar, omnipotent en oneindig zijn Behoeften bevredigen (geen eindeloze honger) Regels en struktuur geven veiligheid en speelruimte Respecteren van grenzen, assertief
Behoefte aan begrenzing: therapeut Angst
voor (eigen/andere) sexuele en agressieve impulsen? Gevoelens van omnipotentie in de basisbehoeften Ken ik mijn grenzen, kan ik ze communiceren? (tov cliënt, collega’s, team) Ben ik grenzeloze hulpverlener cfr algoede moeder, god de vader
Behoefte aan begrenzing: organisatie
Is het ervaren en stellen van grenzen legitiem? Wat zijn de aders van de organisatie? Visie, doel, planning, strategie,criteria… Leiding geven Positieve begrenzing van woede Regels en afspraken: impliciete en expliciete gevoelsregels? De grenzeloze hulpverlener: superman
Tussen almacht en onmacht .ik kan of doe het wel alleen .ik mag mijn collega’s niet belasten .Ik moet altijd sterk zijn .ik kan geen “nee” zeggen .niemand is er voor mij .ik heb het nodig nodig te zijn .het is mijn plicht .het kan altijd beter
De (niet erkende) rouw van de zorgverlener
Rouw van de hulpverlener is het antwoord dat de hulpverlener geeft op de vele vormen van verlies die hij ervaart binnen de werkcontext (dwz binnen de context van de helpende relatie)
Rouw is een even normale reactie van hulpverleners als van patiënten en familie (Parkes) Heel
wat rouwreacties bij een hulpverlener zijn normaal en moeten worden gezien als deel uitmakend van het rijpings-en groeiproces, zowel van de persoon als van de groep
Soorten verlies
(1) in het eigen leven: vroeger
actueel toekomstig . (2) als hulpverlener A.primair verlies: patiënt/familie
collega organisatie B.secundair verlies:-unieke band -doelen, idealen, identiteit -veiligheid, vertrouwen . (3) opgestapeld verlies
Omgaan met verlies: 4 stappen 1.
accumuleren 2. assimileren 3. accomoderen 4. transformeren
59
60
61
Rouw van de hulpverlener: het antwoord op verlies Antwoord is uniek in duur, intensiteit, betekenis en expressie Antwoord is zowel lichamelijk, gedragsmatig, cognitief, emotioneel, existentieel Antwoord is niet alleen een individueel maar ook een sociaal proces Antwoord heeft tot doel het integreren van het verlies in het eigen en professionele leven
De niet erkende rouw
Niet erkende rouw of verborgen rouw is de rouw die men ervaart bij verlies dat niet openlijk wordt of kan worden erkend, publiekelijk geuit of maatschappelijk gesteund (Doka, ’89) Niet erkende rouw: als professionele hulpverlener is het noodzakelijk de eigen gevoelens onder controle te houden om in staat te blijven om voor anderen te zorgen (Rowling, 2003) De rouw van de hulpverlener in de vorm van een breed scala aan pijnlijke ervaringen blijft verborgen, in de schaduw, de stilte en vaak niet (h)erkend door de professionelen zelf (Papadatou, 2000)
Niet erkend verlies Verliezen
die niet worden erkend leiden tot verborgen rouw met complicaties: psychosomatische klachten, depressie, ontbreken van steun en isolatie, burnoutklachten Erkenning van verlies is de motor van het rouwproces
Drie vormen van niet erkende rouw (Doka)
De betekenis van de relatie wordt niet erkend
(privé): samenwonend met vriendin (werk):relatie met patiënt, collega, team
Verlies wordt maatschappelijk niet als betekenisvol ervaren
(privé): echtscheiding, miskraam,kinderloosheid, dementie (werk): werk, bejaarde patiënt, ontslag collega
Verliezer wordt niet erkend: de zorgverlener zelf is professioneel
Rouwen is roeien met twee riemen
Het duale procesmodel (Stroebe, ’99)
Verliesgericht
•Herstelgericht
verliesgericht Wenen,
depressieve gevoelens, boos,
angst Denken aan wat/wie weg is Zich terugtrekken Zoeken steun, delen gevoelens Positief: opluchting, betekenis.. Geen nieuwe cliënt willen Gecompliceerd: overspoelend, chronisch
Herstelgericht
Het leven (weer) opnemen (routine) Zoeken naar nieuwe rollen en taken Afstand nemen tov gebeurtenis Handelen, actie Vermijden van contact met familie Tijdelijk ontkennen en onderdrukken gevoelens, gedachten.. Gecompliceerd: ontkennen verlies
Almacht:
er is geen troost voor mij en ik kan iedereen troosten Onmacht: ik word overspoeld door emoties, hulpeloos en afhankelijk
Integreren van het verlies Twee
rouwtaken:
1. creëren van betekenis: - persoonlijk - team 2. overstijgen verlies en investeren in het leven
Naar een nieuw model van professionaliteit De
pijn van de hulpverlener wordt erkend, gevalideerd, ondersteund en geïntegreerd binnen de werkcontext dit leidt tot een verdieping van zorg en professionaliteit en tot een “vermenselijking” van de zorg
Een team kan maar verbonden raken en groeien als het mag rouwen (Parkes, ’86)
Preventie: Het ABCvan zelfzorg A
wareness of Aandacht
B alance of Balans C onnection of Connectie
AANDACHT: persoonlijk niveau Vanuit
mildheid en niet-oordelen lichaam, gevoelens, gedachten Stresssignalen herkennen, eigen sterke en zwakke kanten Eigen behoeften (almacht en onmacht) Krachten en hulpbronnen
Aandacht: op organisatieniveau Erkennen
van stressbronnen Erkennen van stress, burnout, secundaire traumatisering als beroepsrisico Aandacht voor basisbehoeften personeel Voor zwakke én sterke kanten Teamwerk (tijd en middelen)
Balans: persoonlijk Balans
tussen privé en werk Balans tussen inspanning en plezier Zorg geven en ontvangen Lichaam, voelen en denken Tussen afstand en nabijheid Tussen investeringen en opbrengsten Tussen wanhoop en hoop
Balans: organisatie Bewaken
balans medewerkers via bv. Functioneringsgesprekken Ondersteunen combinatie privé-werk Ook focus op opbrengsten Aanbieden van draagvlak Autonomie en verbinding
Connectie: persoonlijk Verbinding
met jezelf Deelnemen aan studiedagen, bijscholing, teambijeenkomsten Gezamenlijke rituelen In relatie gaan met patiënt Verbinding buiten je werk Spiritualiteit
Connectie: organisatie Communicatiemogelijkheden
voorzien Organiseren zorg voor zorgende Tijd geven voor de relatie Teamwerk stimuleren en middelen vrijmaken Sociale contacten mogelijk maken Roddelcultuur aanpakken
ALMACHT
onmacht
KRACHT
KRACHT BEVLOGENHEID
1. vitaliteit 2. toewijding 3. absorptie