Toelichting over de behandeling van: HAMERSTUK Raadsvoorstel “Verordening bestuursrechtelijke geldschulden” Van:
Het college van B&W van 6 november 2012
Doel:
Besluiten
Toelichting:
Voorliggende besluitvorming Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de Verordening bestuursrechtelijke geldschulden vast te stellen. Achtergrond Het college van B&W geeft aan dat in de praktijk is gebleken dat het wenselijk is om in een verordening het kader rondom bestuursrechtelijke geldschulden (schulden aan de gemeente) op te nemen. Het college van B&W geeft aan dat met deze verordening hoofdzakelijk de bestaande praktijk wordt vastgelegd. Wel is er een beleidsmatige aanpassing ten aanzien van het al dan niet verhalen van incassokosten op bijstandsdebiteuren. Op dit moment gebeurt dat (anders dan bij andere gemeentelijke debiteuren) niet. In deze verordening wordt voorgesteld dat wél te gaan doen, al krijgt men wel eerst een (gratis) betalingsherrinnering.
Naam steller: E-mail steller:
M. van Minnen
[email protected]
Bijlagen:
1. Raadsvoorstel “Verordening bestuursrechtelijke geldschulden”
Tel. steller:
024 - 329 91 21
Ter inzage via dropbox, internet, Raadsgriffie en Informatiebalie 1. Verordening bestuursrechtelijke geldschulden
Voorstel aan de Raad
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 28 november 2012
/ 159/2012
Aanwezig: Voorzitter Onderwerp Wethouders
Fatale termijn: besluitvorming vóór:
N.v.t.
Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, Verordening bestuursrechtelijke geldschulden P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa Gemeentesecretaris Programma / Programmanummer Communicatie Bestuur & Middelen / 9610 A. Kuil M. Sofovic Verslag Portefeuillehouder
Wethouder B. Jeene Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
6 november 2012 Samenvatting
In de praktijk is gebleken dat het wenselijk is om in een verordening het kader rondom Aldus vastgesteld in de vergadering van: bestuursrechtelijke geldschulden op te nemen. Het betreft het vastleggen van de bestaande praktijk. Belangrijkste aanpassing ten opzichte van de huidige praktijk is het verhalen van incassokosten op de bijstandsdebiteur. Wij trekken hiermee de positie van bijstandsdebiteuren gelijk met die van andere gemeentelijke debiteuren. Voorstel om te besluiten
De voorzitter, De Verordening bestuursrechtelijke geldschulden vast te stellen.
De secretaris,
1
Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail
Martine van Minnen, 9121,
[email protected]
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
In de praktijk is gebleken dat het wenselijk is om in een verordening het kader rondom bestuursrechtelijke geldschulden vast te leggen. We maken daarbij gebruik van de gemeentelijke beleidsvrijheid om op onderdelen van de wettelijke bepalingen op dit gebied af te wijken. Het betreft voornamelijk het vastleggen van de huidige praktijk. Belangrijkste aanpassing is het verhalen van incassokosten op de bijstandsdebiteur. Wij trekken hiermee de positie van bijstandsdebiteuren gelijk met die van andere gemeentelijke debiteuren. 1.1 Wettelijk- of beleidskader
De verordening bestuursrechtelijke geldschulden hangt samen met de vierde tranche van de Algemene Wet Bestuursrecht. Met deze verordening geven we hier nader invulling aan. 1.2 Relatie met programma
Dit voorstel valt onder het programma Bestuur & Middelen, maar heeft relaties met onder meer het programma Werk & Inkomen. 2
Doelstelling
Met de Verordening bestuursrechtelijke geldschulden leggen wij de wijze vast waarop gemeentebreed met geldschulden en incasso wordt omgegaan. 3
Argumenten
Het vaststellen van een Verordening bestuursrechtelijke geldschulden is wenselijk om het kader vast te leggen en gebruik te kunnen maken van de gemeentelijke beleidsvrijheid die de 4e tranche van de Algemene wet bestuursrecht ons op dit punt biedt. Hieronder geven wij per artikel van de verordening een toelichting op de voorgestelde tekst. Betalingstermijn De vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een geldschuld binnen zes weken na bekendmaking van de beschikking betaald dient te worden. Op basis van de wet is het echter toegestaan hier bij wettelijke regeling van af te wijken. De meeste gemeentelijke systemen zijn ingericht op een betalingstermijn van vier weken, hetgeen eveneens de gebruikelijke werkwijze is. Om de bestaande praktijk te kunnen handhaven, stellen we voor in de verordening een afwijkende termijn van vier weken te hanteren. Het blijft wel mogelijk om bij beschikking of bij een andere wettelijke regeling een afwijkende betaaltermijn vast te stellen. Verplichting tot betaling zonder beschikking De vierde tranche van de algemene wet bestuursrecht bepaalt dat iedere geldschuld bij beschikking vastgesteld dient te worden. In enkele gevallen gebeurt dat in de praktijk niet, aangezien dit een omslachtige manier van werken is. Uiteraard is het in het belang van de rechtsbescherming in zo min mogelijk gevallen hier van af te wijken. Daarom is er voor gekozen hier enkel van af te wijken als het de vergoeding van raadsleden en van commissieleden betreft. Indien door één van hen verzocht wordt om een beschikking, dient deze alsnog te worden afgegeven.
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2
Wijze van betaling Op basis van de Algemene wet bestuursrecht is betaling enkel mogelijk op girale wijze, tenzij deze betalingswijze bezwaarlijk wordt geacht. Om de drempel voor burgers om aan een bestuursorgaan als de gemeente Nijmegen te betalen zo klein mogelijk te maken, kiezen we ervoor om de huidige mogelijkheid van contante betaling aan de gemeente Nijmegen te behouden. Contante betaling door de gemeente Nijmegen is enkel mogelijk indien het betreffende bestuursorgaan besluit dat girale betaling bezwaarlijk is. Verder bepaalt de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht dat betaling altijd dient te gebeuren aan de schuldeiser. We hebben er voor gekozen hier in de verordening in twee gevallen van af te wijken, namelijk voor een voorziening als bedoeld in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en voor een vergoeding van duurzame gebruiksgoederen zoals bedoeld in de Wet Werk en Bijstand. In deze gevallen bestaat de mogelijkheid direct aan de leverancier van de voorzieningen en goederen te betalen, in plaats van eerst aan de schuldeiser. Kosten van betaling De vierde tranche van de algemene wet bestuursrecht bepaalt dat de kosten van betaling in beginsel voor rekening van de schuldenaar komen. In lijn met de vierde tranche komen wij tot één uniform, gemeentelijk beleid ten aanzien van aanmanings- en incassokosten. Als gevolg hiervan beëindigen wij de huidige uitzonderingspositie voor bijstandsdebiteuren en brengen wij voortaan incassokosten bij bijstandsvorderingen in rekening. Vanwege het in toenemende mate uitbesteden van incassoactiviteiten is het noodzakelijk om de daaraan gekoppelde kosten bij de debiteur te verhalen. Met het verhalen van de incassokosten willen we tevens bereiken dat klanten sneller betalen om deze aanvullende kosten te voorkomen. Burgers met sociale zekerheidsschulden blijven wel eerst een (gratis) betalingsherinnering ontvangen, voordat er tot een aanmaning met extra kosten wordt overgegaan. Mocht de bijstandsklant, bv vanwege andere schulden, niet of beperkt kunnen aflossen, dan komen we tot afwijkende betaalafspraken. Als de klant zonder enig tegenbericht niet betaald en wij incassokosten moeten maken, dan brengen wij die voortaan bij de klant in rekening. In de verordening kiezen we er overigens voor de wettelijke rente niet in rekening te brengen bij sociale zekerheidsschulden. Verrekening Op basis van de vierde tranche van de algemene wet bestuursrecht is verrekening van belastingaanslagen in beginsel niet mogelijk, tenzij bij wettelijke regeling bepaald is dat verrekening mogelijk is. Wij willen door middel van deze verordening, verrekening in het kader van de Wet maatschappelijke voorzieningen wel mogelijk maken. Hiermee wordt aangesloten bij een al bestaande werkwijze. Gevolgen voor burger van verordening De verordening bestuursrechtelijke geldschulden hebben verschillende gevolgen voor burgers. De belangrijkste gevolgen voor de burger zijn: dat de burger een betalingstermijn van 4 weken blijft houden; dat iedere geldschuld bij beschikking wordt vastgesteld voor maximale rechtsbescherming; dat contante betaling mogelijk blijft voor betaling van een rekening of vordering;
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3 4
dat de incassokosten bij wanbetaling op de burger wordt verhaald. Dit geldt voortaan ook voor de incassokosten van bijstandsschulden; de burger krijgt te maken met uniforme, gemeentelijke aanmanings- en incassokosten.
Risico’s
Er zijn geen risico’s die het behalen van de geformuleerde doelstelling in de weg staan. De verordening betreft grotendeels een vastlegging van een reeds bestaande werkwijze. 5
Financiën
Het voorstel heeft geen financiële consequenties hebben, omdat het gaat om een bestendiging van de bestaande praktijk. 6
Communicatie
De conceptverordening is 25 oktober 2012 in het klantgroepenoverleg besproken. Het KGO is voorstander van het verhalen van de incassokosten bij klanten die bewust misbruik maken van bijstand. Wel wordt nadrukkelijk aandacht gevraagd voor groepen klanten die, onder meer vanwege psychische problemen, de post niet openen en waarbij financiële problemen/ incassokosten kunnen bijdragen aan het instandhouden van de problematiek. Het belang van vroegsignalering van deze groep klanten, bijvoorbeeld via sociale wijkteams, wordt breed onderkend. De vaststelling van de verordening bestuursrechtelijke geldschulden wordt opgenomen in het Gemeenteblad. Tevens zal daarvan melding worden gemaakt in "De Brug" en wordt de verordening, zoals gebruikelijk, ter inzage gelegd in het Open Huis. 7
Uitvoering en evaluatie
De verordening treedt in werking op de dag na publicatie. Medewerkers en klanten worden geïnformeerd over de nieuwe verordening. Wij monitoren de gevolgen van het in rekening brengen van de incassokosten.
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,
De Burgemeester,
drs. H.M.F. Bruls
Bijlage(n):
De Gemeentesecretaris,
`
drs. B. van der Ploeg
Verordening bestuursrechtelijke geldschulden
VERORDENING BESTUURSRECHTELIJKE GELDSCHULDEN De Raad van de Gemeente Nijmegen bijeen in zijn vergadering van
. Gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van ; Gelet op de artikelen 4:87 tot en met 4:125 van de Algemene wet bestuursrecht; besluit: vast te stellen de verordening bestuursrechtelijke geldschulden
Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Algemene wet bestuursrecht; b. bestuursorgaan: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1:1 van de wet; c. chartaal betalen: het betalen met contant geld. Artikel 2 Reikwijdte Deze verordening geldt voor alle bestuursrechtelijke geldschulden zoals bedoeld in artikel 4:85 van de wet, voor zover geen regeling voor deze geldschulden is opgenomen in een andere wet of verordening. Artikel 3 Betalingstermijn In afwijking op het bepaalde in de wet geschieden de betalingen binnen 30 dagen nadat de beschikking op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, tenzij bij of krachtens een wettelijke regeling een afwijkende betalingstermijn is bepaald of de beschikking een later tijdstip vermeldt. Artikel 4 Verplichting tot betaling zonder beschikking tot vaststelling 1. Voor de uit hoofdstuk VI van de Gemeentewet voortvloeiende geldschulden wordt bepaald dat geen beschikking wordt vastgesteld alvorens een geldsom moet worden betaald. 2. Betaling van geldschulden zoals bedoeld in lid 1 vindt plaats uiterlijk zeven maanden nadat het feit en de omvang van de betalingsverplichting bekend is geworden bij het gemeentebestuur. Artikel 5 Wijze van betaling 1. Naast girale betaling zoals geregeld in artikel 4:89 van de wet is chartale betaling mogelijk in alle gevallen dat de schuldenaar betaalt aan een bestuursorgaan van de gemeente Nijmegen. 2. Chartale betaling door de gemeente Nijmegen aan een schuldeiser is mogelijk indien het bestuursorgaan van de gemeente Nijmegen dat aangemerkt wordt als schuldenaar inzake, besluit dat girale betaling bezwaarlijk is, zoals bedoeld in artikel 4:90 van de wet. 3. In afwijking op artikel 4:89 van de wet wordt de betaling rechtstreeks aan een leverancier van een voorziening zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning of van duurzame gebruiksgoederen zoals bedoeld in artikel 51 van de Wet werk en bijstand verricht indien het college hiertoe besluit. Artikel 6 Verrekening Naast de reeds bij ander wettelijk voorschrift geregelde verrekeningen kan een geldschuld met een bestaande vordering worden verrekend bij voorzieningen zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning indien deze in de vorm van een persoonsgebonden budget zijn verstrekt, onverminderd het bepaalde in artikel 4:93 leden 2, 3, 4 en 5 Awb.
Artikel 7 Wettelijke rente en kosten 1. In afwijking van artikel 4:98 van de wet, is wettelijke rente, in geval het een schuld betreft van een schuldenaar aan een bestuursorgaan van de gemeente Nijmegen, niet verschuldigd indien het een schuld betreft die voortvloeit uit de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. 2. Het bestuursorgaan brengt aanmaningskosten en de kosten voor de betekening en de tenuitvoerlegging van het dwangbevel in rekening zoals bedoeld in artikel 4:113 van de wet. Voor zover het een schuld betreft die voortvloeit uit de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, worden alleen aanmaningskosten in rekening gebracht bij overdracht van de vordering aan een deurwaarder. Artikel 8 Aanmaningstermijn 1. In afwijking van artikel 4:112 lid 1 van de wet kan, indien het het een schuld betreft die voortvloeit uit schending van de inlichtingenplicht, zoals bedoeld in artikel 17 van de Wet werk en bijstand, artikel 44 Wet investeren in jongeren, artikel 13 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of artikel 13 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en sprake is van conservatoire beslaglegging, zoals bedoeld in artikel 4:116 en volgende van de wet, de aanmaningstermijn worden vastgesteld op vijf dagen. 2. In afwijking van artikel 4:112 lid 1 van de wet, wordt de aanmaningstermijn in daartoe door het bestuursorgaan aan te wijzen gevallen, gesteld op vijf dagen. Artikel 9 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking. Artikel 10 Overgangsbepaling 1. Op een verplichting tot betaling aan- of door een bestuursorgaan die is vastgesteld of ontstaan voor het tijdstip van ingang van deze verordening blijft de wettelijke regeling van toepassing zoals die gold ten tijde van het ontstaan of vaststellen van die verplichting. 2. Op een verplichting tot betaling aan of door een bestuursorgaan in verband met een subsidie die vóór het tijdstip van ingang van deze verordening is verleend, blijft het recht zoals dat gold vóór dat tijdstip van toepassing. Artikel 11 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden 1. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening indien toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. 2. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college
Artikel 12 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening bestuursrechtelijke geldschulden.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van , de voorzitter,
de raadsgriffier,
drs. H.M.F. Bruls
drs. M.M.V. Mientjes