HOOFDLUISPROTOCOL BS DE APPEL
HOOFDLUIS 1. Inleiding Hoofdluis, een netelig probleem Vrijwel iedere school wordt weleens geconfronteerd met hoofdluis. Hoofdluizen zijn op zich betrekkelijk onschadelijke beestjes. Ze kunnen echter wel jeuk veroorzaken waardoor kinderen gaan krabben en wondjes krijgen die kunnen gaan infecteren. Om verspreiding te voorkomen is het erg belangrijk dat zo vroeg mogelijk maatregelen worden getroffen.
2. Achtergrondinformatie Het luizenprobleem In Nederland komt hoofdluis vooral bij kinderen voor. Meestal vlak na de zomervakantie. Op sommige scholen is er dan sprake van een explosie. Hoofdluizen veroorzaken in principe alleen maar jeuk. Jeuk treedt soms pas na een of twee weken op. Hoofdluizen dragen geen ziekten over. Door krabben kunnen wel korstjes op de hoofdhuid ontstaan. Hierbij kunnen infecties optreden. Over het algemeen is de besmetting met hoofdluis niet ernstig. Wel is het belangrijk hier iets aan te doen. Want als je te lang wacht met behandelen, vermenigvuldigen de luizen zich en is de kans groot dat ook anderen besmet worden. Luizenbiologie De hoofdluis hoort tot de groep van insecten die als parasiet op zoogdieren leeft. Ook de kleerluis en de schaamluis behoren tot deze groep. Zuigende luizen leven uitsluitend van het bloed van hun gastheer. De luis prikt een minuscuul gaatje in de huid en zuigt het bloed op. De hoofdluis komt alleen bij de mens voor en leeft uitsluitend in de haardos op de hoofdhuid. Een volwassen wijfje is ongeveer 3 millimeter lang, bijna zo groot als een luciferkop. Een mannetjesluis is iets kleiner. Een volwassen luis leeft ongeveer 30 – 50 dagen en legt zo’n 4 – 8 eitjes per dag. Luizen leggen hun eieren aan de basis van het haar dichtbij de hoofdhuid, bij voorkeur op de warme, donkere plaatsen op het hoofd, zoals onder de pony, achter de oren en in de nek. De eieren (neten) komen na 7 tot 9 dagen uit. De nieuwe luizen beginnen dan na 7 tot 9 dagen weer opnieuw met het leggen van eieren. Het is dus niet wonderlijk dat het aantal luizen op een hoofd in korte tijd sterk kan toenemen! De neten zijn meestal vuilwit tot geelbruin van kleur en een enkele keer ook zwart. Ze hebben een dik pantser dat hun beschermt tegen schadelijke invloeden, dus vaak ook tegen een luizenbehandeling. Neten zijn ongeveer een millimeter groot en lijken wat op roos. Ze zitten echter aan de haren vastgekleefd en zijn moeilijk los te krijgen. Het verschil met roos is overduidelijk: roos zit los.
Hoe kun je hoofdluis krijgen? Luizen kunnen niet springen en niet vliegen. Ze kunnen alleen lopen: van de ene haar naar de andere haar en van het ene hoofd op het andere hoofd. Kinderen zijn het meest bevattelijk voor hoofdluis. Dit komt doordat zij bij het spelen of stoeien vaak letterlijk de koppen bij elkaar steken. Ook kunnen hoofdluizen zich verspreiden doordat ze op kragen van jassen of in sjaals en mutsen zitten. Op de kapstok stappen ze dan gewoon over. Zelfs het leunen tegen de hoofdsteun in de schoolbus of auto kan bijvoorbeeld al voldoende zijn om besmet te raken. Luizen houden alleen van mensenhaar. Ze komen dus niet voor bij katten of honden. Gewone lichaamshygiëne is niet van invloed op het krijgen van luizen. Luizen leven van mensenbloed en dat vinden ze ook op een brandschoon en kortgeknipt hoofd. Je kunt hoofdluis zelfs niet voorkomen door elke dag je haar te wassen. De kans op het krijgen van hoofdluis kun je wel verkleinen door: • geen jas, muts, sjaal of haarspeldjes van anderen te dragen; • iedereen in het gezin een eigen kam en/of borstel te laten gebruiken; • eventuele luizen snel op het spoor te komen door elke week het haar te controleren op de aanwezigheid van neten of luizen. Hoe weet je of je luizen en/of neten hebt? Als je pas besmet bent met hoofdluis heb je nog niet veel jeuk. Jeuk is wel altijd een reden om goed te kijken of er luizen en neten op het hoofd te zien zijn. Iedereen kan luizen en neten herkennen. Luizen zijn met behulp van een speciale kam (zgn. plastic stofkam of metalen netenkam) op te sporen. Kam de haren boven een wit stuk papier, witte handdoek of de wasbak om de luizen goed te kunnen zien. Ga daarbij stevig over de hoofdhuid. Luizen zitten namelijk vlakbij de hoofdhuid. Zorg voor goed licht anders zijn de luizen niet goed te zien. Als er luizen uit het haar komen, spoel deze dan met veel water door de gootsteen of de wc. Luizenkam en netenkam Neten zitten vaak tussen de nekharen, onder de voorhoofdharen of achter de oren. Met enige routine zijn ze goed te ontdekken door op deze plaatsen de haren na te kijken. Als er neten zijn, zijn er vaak ook nog luizen. Daarom moet ook altijd worden gekamd met de speciale kam om te kijken of er nog levende luizen zijn. De metalen netenkam kan ook prima gebruikt worden voor het opsporen van luizen. Het voordeel van de metalen kam is dat de tanden niet zo snel uit elkaar gaan staan als bij een plastic kam. Waarschuw de directe omgeving Als er luizen gevonden worden, is het erg belangrijk om de directe omgeving te waarschuwen, zoals de school en de ouders van vriendjes en vriendinnetjes. Zij kunnen dan ook zo snel mogelijk maatregelen nemen. Alleen wanneer iedereen meewerkt kunnen de luizen zo volledig mogelijk bestreden worden.
3. De behandeling van hoofdluis Als je hoofdluis ontdekt, is het belangrijk om meteen te beginnen met een grondige aanpak. De behandeling bestaat uit het bestrijden en herbesmetting voorkomen. Kammen met een speciale kam is de beste remedie. Het kammen kan eventueel gecombineerd worden met een antihoofdluismiddel. De behandeling in stappen 1. Bestrijden: kam gedurende 14 dagen het haar elke dag met een netenkam Dit uitkammen is het belangrijkst. Volg de volgende stappen. • Was het haar met gewone shampoo en spoel het uit. Bescherm dan de ogen met een washandje. • Doe crèmespoeling in het haar en kam eerst met een gewone kam de klitten weg. • Pak dan de netenkam en kam al het hoofdhaar, pluk voor pluk, vanaf de haarwortel. Begin bij het ene oor en pak na elke kambeweging een pluk in de richting van het andere oor. • Veeg tijdens de kambeurt de kam regelmatig af aan een papieren servet of zakdoek. • Spoel de crèmespoeling uit een maak de kammen schoon. U kunt ze 5 minuten uitkoken of ontsmetten met alcohol (70%). Combineer het kammen eventueel met een antihoofdluismiddel en herhaal de gecombineerde behandeling na 7 dagen. Bij het kammen kunt u dan een luizenkam gebruiken in plaats van een netenkam. 2. Voorkom herbesmetting: pak ook de omgeving aan Zorg ervoor dat de hoofdluis niet alleen weg is maar ook weg blijft. Neem de volgende maatregelen op de eerste dag van de behandeling en 7 dagen later nog een keer. • Was kleding, beddengoed, jassen, dassen, mutsen, verkleedkleren, knuffels, etc. minimaal 10 minuten op tenminste 60 ºC. Het gaat om spullen die tot 48 uur voor de behandeling gebruikt zijn. In plaats van wassen kunt u de spullen stomen of 48 uur buiten luchten. Een andere mogelijkheid is om ze 24 uur in de diepvries te leggen of 48 uur te bewaren in een afgesloten zak bij kamertemperatuur. Vergeet ook niet om borstels en kammen goed schoon te maken. • Stofzuig (auto)stoelen, banken, matrassen en kussens grondig en gooi de stofzuigerzak weg. De uitkammethode is het meest natuurlijke middel tegen hoofdluis
4. Verantwoordelijkheden bij hoofdluis Vooral kinderen vormen een hoofdluisgevoelige groep. Voor een effectieve bestrijding van hoofdluis dragen dan ook alle mensen die veel met kinderen te maken hebben een bepaalde verantwoordelijkheid. Ouders Ouders zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor de lichaamsverzorging van hun kinderen. Als hoofdluis in de omgeving blijkt te heersen (vooral na de schoolvakanties is dat het geval), moeten de kinderen met behulp van de speciale kam gecontroleerd worden. Daarna moet het regelmatig in de gaten gehouden worden. Als een kind inderdaad hoofdluis heeft, moeten de ouders het kind behandelen. Het is ook heel belangrijk dat ouders de school en de ouders van vriendjes waarschuwen om verdere verspreiding van hoofdluis te beperken. Helaas gebeurt dit lang niet altijd omdat veel ouders zich (ten onrechte) schamen dat hun kind hoofdluis heeft. Verder kunnen ouders meewerken aan een ouderwerkgroep ter bestrijding van hoofdluis Scholen Wanneer er hoofdluis op school voorkomt, moet ook de school maatregelen treffen. De school is immers verantwoordelijk voor de hygiëne en het leefklimaat op school. Leerkrachten kunnen ertoe bijdragen dat het hebben van luizen uit de taboesfeer komt door met de kinderen te praten over luizen en door ouders te informeren over hoofdluis.
5. Regels en afspraken Verkleedspullen regelmatig wassen en niet gebruiken tijdens een hoofdluisexplosie. Je kunt de verkleedspullen ook gedurende een week opbergen in een plastic zak. Door gebruik te maken van een luizencape of plasticzak, help je de verspreiding van hoofdluis tegen te gaan.
6. Ouderbetrokkenheid Waarom ouders betrekken? Hoofdluis is vooral een bedreiging voor de omgeving vanwege het besmettingsgevaar. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen, kan deze besmetting gemakkelijk van de een naar de ander overgebracht worden. De school is, ongewild, zo’n plaats. Om een hoofdluisexplosie te voorkomen kan de school een aantal maatregelingen treffen. Daarnaast is het belangrijk om de ouders erbij te betrekken. De verzorging van het kind is de verantwoordelijkheid van ouders. Instellen van een ouderwerkgroep Belangrijk bij de bestrijding van hoofdluis is de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de ouders. De ervaring heeft geleerd dat uitstekende resultaten worden bereikt wanneer ouders zelf verantwoordelijk zijn voor de controle op hoofdluis op school. Dit kan door middel van het opzetten van een ouderwerkgroep. Hieronder geven we aan hoe zo’n groep opgestart kan worden en wat de taken van de ouderwerkgroep zijn. Op een bijeenkomst wordt de werkgroep voorzien van: Achtergrondinformatie over de hoofdluis: - Hoe ziet de hoofdluis eruit? - Hoe spoor je hoofdluis op? - Hoe kun je hoofdluis voorkomen? - Hoe krijg je hoofdluis? - Wat doe je als je hoofdluis hebt? Een overzicht van de verschillende middelen en methoden van behandeling van hoofdluis. De wijze van ouderbenadering¹ waarbij ook aandacht wordt besteed aan privacy en aan informatie voor eventuele buitenlandse ouders. Mogelijk dat één ouder de coördinatie op zich neemt: zorgen voor de brieven die aan de kinderen meegegeven worden zorgen voor het benodigde materiaal dat nodig is bij de controles regelen van de extra controles samenstellen luizenteam ¹ Sommige ouders zullen het niet toestaan dat hun kind gecontroleerd wordt door een andere ouder: dit kan worden ondervangen door hier over iets in het schoolreglement op te nemen. Bijvoorbeeld dat kinderen op hoofdluis worden gecontroleerd
7. Taken van de ouderwerkgroep De ouderwerkgroep zal na deze instructiebijeenkomst zorgdragen voor de uitvoering van regelmatige hoofdluiscontroles en de voorlichting aan andere ouders. Voordat de eerste controle wordt uitgevoerd worden de ouders via de nieuwsbrief ingelicht over de nieuwe werkwijze. De uitvoering verloopt als volgt: De controle vindt per groep in de klas plaats, de leerkracht voorop. Bij deze controle wordt het hoofdhaar nagekeken op luizen en neten. Hierbij moet vooral gekeken worden onder de voorhoofdharen, tussen de nekharen en achter de oren. Belangrijk is geregeld de handen te wassen. Probeer overdracht via kleding zoveel mogelijk te vermijden (bijvoorbeeld door korte mouwen te dragen). Bij deze controle wordt de speciale kam dus niet gebruikt. De reden hiervoor is dat dit teveel tijd kost en de kans op overdracht groot is. Als er hoofdluis gevonden wordt, wordt een ander controlerende ouder ter controle geraadpleegd. Het vóórkomen van luizen en/of neten wordt op de leerlingenlijst genoteerd ( - = geen luizen, O=neet, * = luis). Afwezige leerlingen worden zo snel mogelijk gezien. Er wordt aan de kinderen geen melding gedaan over het wel of niet voorkomen van neten en/of luizen bij zichzelf of klasgenoten. Een van de controlerende ouders geeft de namen van kinderen bij wie luizen en/of neten gevonden zijn door aan de leerkracht De leerkracht belt vervolgens de ouders van die kinderen op. Belangrijk is dat ze behalve de melding ook uitleg krijgen over hoe ze het kind moeten behandelen. Schriftelijk melding doen aan alle ouders/verzorgers van de kinderen van de groep, waarin hoofdluis is gevonden, met het verzoek zelf het eigen kind dagelijks te controleren op hoofdluis. Extra -
controles uitvoeren in de volgende gevallen: als er luis gevonden is tijdens een controle op school. als er een melding van hoofdluis gedaan wordt door ouders de groep waar de melding vandaan komt wordt gecontroleerd en de groepen die risico lopen, zoals groepen waarin broertjes/zusjes zitten.
De controle op hoofdluis (kriebelcontrole) vindt bij voorkeur na iedere vakantie plaats, het liefst na een vakantie en op een vaste dag, tijd en plaats. Iedere controle wordt op de schoolkalender aangekondigd. Op controledagen (vooraf mededelen) houden de ouders rekening met de haardracht van hun kind, zodat de controleouders geen kostbare tijd verliezen Tussentijdse meldingen van de ouders aan de school worden doorgegeven waarna een extra onderzoek plaatsvindt.
8. In Nederland verkrijgbare hoofdluismiddelen Bij de apotheek en de drogist zijn verschillende hoofdluismiddelen verkrijgbaar. Een aantal hoofdluismiddelen zijn geregistreerd en bevatten chemische bestanddelen: ParaSpeciaal spray, Prioderm, Noury, Loxazol, Pedicul Hermal. De werkzaamheid van deze middelen is beoordeeld door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Deze producten mogen zich geneesmiddel noemen. Daarnaast bestaan er een aantal niet geregistreerde hoofdluismiddelen die enkel natuurlijke bestanddelen bevatten: Optimax BioStop, Insect-ex, Aesculo lotion. De werkzaamheid hiervan is niet bewezen en het gebruik van deze producten wordt dan ook afgeraden. Niet geregistreerde producten vallen onder de Warenwet. Tenslotte zijn er middelen op de markt die alleen de neten verwijderen: Neetex en Priolox. Hierbij moet eerst een hoofdluismiddel gebruikt worden. De GGD raadt aan geregistreerde hoofdluismiddelen te gebruiken. Een uitzondering vormen zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven en kinderen jonger dan 6 maanden. Voor hen is het raadzaam om te overleggen met de huisarts.
9. Praktische tips bij hoofdluisbestrijding • GEEN LUIZEN, GEEN BEHANDELING! • Behandeling starten met kammen met een netenkam gedurende 14 dagen 2 keer per dag. • Het kammen eventueel na 7 dagen combineren met een hoofdluismiddel. • Bij het gebruik van een middel de fles altijd eerst goed schudden, want de werkzame stof zit onder in de fles. • Zorg er altijd voor dat de hele hoofdhuid behandeld wordt. Sla geen plekjes over. • Gebruik bij veel of erg dik haar meer lotion dan de aanbevolen hoeveelheid. Laat het middel ook langer inwerken dan op het voorschrift wordt vermeld. • Alle gezinsleden dienen gecontroleerd te worden, en alleen bij constatering van hoofdluis moet er behandeld worden. • Lees voor gebruik altijd goed de bijsluiter van het middel. • Na de behandeling gaan de luizen en neten dood, maar niet altijd meteen. Soms leven de luizen nog. Ze zijn echter sloom en futloos en gaan na een tijdje wel dood. • Het is verstandig om de behandeling met een hoofdluismiddel na een week te herhalen. Soms kunnen enkele neten namelijk in leven blijven. Ook kan een kind weer opnieuw besmet raken. • Reinig na gebruik de kammen en borstels goed door ze minimaal een uur te laten weken in een hoofdluisdodend middel of desinfecteren met alcohol (70%) of tenminste 10 minuten in de afwasmachine bij 60 graden. • Er is haast geen school die zich kan houden aan het advies om kapstokken minstens 15 cm uit elkaar te plaatsen. Bij een hardnekkige luizenplaag valt het te overwegen om iedere jas apart in een vuilniszak te stoppen en zo aan de kapstok te hangen. Ook zijn er speciale luizencapes en luizenzakken. Laat u over de kwaliteit en veiligheid van de cape goed adviseren bij de drogist. De luizencape is een hoes die aan de kapstok gehangen kan worden, met de jas erin. De luizenzak is een nylonzak die bovenaan met een koord dichtgetrokken kan worden. Raadzaam is om de tas of cape van een naam te voorzien, zodat ze door steeds dezelfde persoon gebruikt worden. • Er zijn onvoldoende medische inhoudelijke argumenten om een kind met hoofdluis van school te weren in verband met het risico voor de volksgezondheid. Wel adviseert de GGD dringend om een kind met hoofdluis eerst te behandelen en daarna pas weer naar school te laten gaan. • In uiterste gevallen kan de school overwegen om het kind zelf op school te behandelen. Dit dient wel met toestemming van de ouders te gebeuren! • Hygiënische tips voor de school: - Reinig verkleedkleren regelmatig en gebruik ze niet in een periode met hoofdluis. - Bewaar geen pruiken en kammen in de klas. - Zorg dat speelkussens van wasbare hoezen zijn voorzien.
Voorbeeldbrief aan ouders/verzorgers Er heerst hoofdluis op school! Beste ouder/verzorger, Bij één of meer kinderen op onze school is hoofdluis gevonden. De attente ouders hebben het meteen laten weten zodat alle andere ouders hun kind kunnen controleren. Dit is belangrijk omdat hoofdluis zich erg snel verspreidt. Controleer dus uw kind(eren) en uzelf nauwkeurig. Dat doet u door goed tussen de haren te kijken. Soms kunt u de hoofdluizen dan zien bewegen. Maar ook als u geen luizen ziet en wel grijswitte puntjes, is er waarschijnlijk sprake van hoofdluis. Die puntjes, de neten, kunnen zich ontwikkelen tot luizen. Om vast te stellen of het om hoofdluis gaat kunt u het haar kammen met een luizen- of netenkam boven wit papier of de wasbak. De luizen zullen op het papier of in de wasbak vallen als kleine grijsblauw of roodbruin gekleurde spikkels. Inspecteer in ieder geval het haar achter de oren en in de nek goed. Constateert u luizen, begin dan meteen met behandelen en doe dat bij iedereen in het gezin. Meld het ook bij de leerkracht, vriendjes en vriendinnetjes en eventueel bij de kinderopvang, de sportclub, etc. Ziet u geen luizen, controleer dan toch regelmatig, zeker in de komende weken. Als alle kinderen gecontroleerd en behandeld worden, zijn we de hoofdluis weer snel de baas. Op de website van de school www.deappelkpo.nl vindt u een folder over het opsporen en behandelen van hoofdluis. Lees de folder eens rustig door en volg de voorschriften. Met vriendelijke groet, (naam)
Tekst informatiebrief Wat is hoofdluis? Een hoofdluis is een klein, grijsblauw beestje. Nog kleiner dan een mier. Hij zuigt een beetje van jouw bloed op en verandert dan van kleur. Dan wordt hij roodbruin. Hoofdluizen zitten vaak in het haar achter je oren, in je nekhaar of onder je pony. Ze leggen veel eitjes. Die noemen we neten. Uit die eitjes komen weer nieuwe hoofdluizen. En die leggen ook weer eitjes, dus er kunnen snel veel luizen komen. Neten zien eruit als witte stipjes. Ze zitten op het haar, dichtbij de hoofdhuid. Hoe weet je of je hoofdluis hebt? Als je nog maar een of twee luizen hebt, merk je meestal niks. Maar als er meer komen, krijg je vaak erge jeuk. Je kunt ontdekken of je hoofdluis hebt door je haar met een speciaal kammetje te kammen boven een wit vel papier. Als je luizen hebt, vallen ze uit je haar op het papier. Hoe krijg je hoofdluis weg? Hoofdluis krijg je weg door je haar heel goed te laten kammen door iemand. Elke dag, twee weken achter elkaar. Dat moet met een kam waarvan de tanden dicht op elkaar staan, anders glippen de luizen ertussendoor. De eitjes van de hoofdluis, de neten, zijn het moeilijkste weg te kammen. Die plakken namelijk aan je haar. Maar ook die moeten allemaal weg, anders komen er weer nieuwe luizen. Je kunt ook een shampoo of lotion tegen luis gebruiken, maar dan moet je nog steeds elke dag goed kammen. Iedereen kan hoofdluis krijgen Hoofdluis oplopen is gewoon pech hebben. Het heeft niks te maken met vies of schoon zijn, maar het kan wel een onprettig gevoel geven. Een luis gaat lekker op jouw hoofd zitten. Voor de gezelligheid komt er later nog een luis bij. Ze krijgen kinderen, en ineens zit je hoofd vol kriebelende beestjes. En die beestjes kunnen van jouw hoofd weer heel makkelijk naar een ander hoofd wandelen. Als je aan het spelen bent, bijvoorbeeld. Op die manier kan heel snel je hele groep hoofdluis krijgen. En je vader, je moeder; iedereen bij jou thuis. Daarom is het belangrijk de hoofdluis zo snel mogelijk weg te krijgen. Hoofdluis heb je niet alleen Je kunt er niks aan doen als je hoofdluis hebt. Maar het is wel belangrijk dat de juf of meester het weet. Omdat hoofdluis zo makkelijk naar een ander hoofd wandelt, krijgen anderen het misschien ook. Ook je broertjes en zusjes en je vader en moeder moeten kijken of ze hoofdluis hebben. En je bed en speelgoed moeten goed worden schoongemaakt. Want als er ergens nog een luis is, kun je opnieuw hoofdluis krijgen. Je ouders kunnen op school of bij de GGD informatie krijgen waarin wordt uitgelegd hoe je hoofdluis weg krijgt.
Alternatieven • Wanneer het niet lukt om met het kammen en het gebruik van een hoofdluismiddel alle luizen/neten weg te krijgen, is het een idee om handmatig alle neten eruit te plukken. Het is niet officieel bewezen dat deze methode werkt en het is erg veel werk. Maar uit eigen ervaring is vernomen dat na deze behandeling de persoon luisvrij is. • In plaats van een speciale luizencape of luizenzak kun je ook een gewone vuilniszak gebruiken. Deze vuilniszak moet wel aan de bovenkant een lint bevatten waarmee je de zak dicht kunt trekken. Internetsites Voor meer informatie of het bestellen van luizenzakken www.luizenzakken.nl Website van het RIVM http://www.rivm.nl/infectieziekten
BRON: GGD Regio IJssel-Vecht