Gemeente Mol Gemeenteraad Aanwezig: Burgemeester-voorzitter Schepenen Raadsleden
Secretaris
In openbare zitting van Betreft Stemming Dienst – Class. Bijlagen
uittreksel
P. Rotthier H. Schoofs, R. Kerstens, P. Van Rompaey, L. Van Craenendonck, M. Luyckx, C. Verdonck, P. Berghmans, W. Caeyers H. Celen, S. Verherstraeten, F. Van Eeckhout, A. Vangenechten, J. El Hazimi, C. Dexters, J. Geuens, K. Deckx, T. Knaeps, P. Vanhoof, J. Lodewijckx, A. Delfosse, J. Vansant, H. Claessens, L. Deliën, K. Van Gompel, M. Daems, L. Paessens, J. Nuyens, S. Laurent, R. Vreys, L. De Groof, B. Vanmarcke C. Elsemans
19/12/2011 Subsidiereglement 2012 duurzaam (ver)bouwen Met eenparigheid van stemmen goedgekeurd. MIL - 485.22 Code nota GR/2011/335
GRONDEN Voorgeschiedenis Sinds 1 januari 2011 geldt het subsidiereglement duurzaam (ver)bouwen. Dit subsidiereglement verzamelt een aantal subsidiereglementen uit het verleden (subsidiereglement alternatieve energie, aanleg van groendaken en hemelwatergebruik en infiltratievoorzieningen). Bovendien werden een aantal nieuwe subsidies toegevoegd: warmtepompen, pelletketels en -kachels, gebruik van isolatie op basis van nagroeibare grondstoffen, duurzaam geëxploiteerd hout en natuurverven. Feiten Bij invoering van het nieuwe subsidiereglement is gebleken dat een periode van drie maanden om het dossier in te dienen te kort is. Daarom wordt de indienperiode verlengd tot 1 jaar. Juridische gronden De nieuwe gemeentewet art. 119, 135 §2. Het Gemeentedecreet art. 42 §2 en §3. Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. De Vlaamse Codex ruimtelijke ordening. Het besluit van de Vlaamse regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en van de bouw door de gemeenten van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties. De omzendbrief van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 23 maart 1999 met betrekking tot de vaststelling van de code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen. Het besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 1999 houdende vaststelling van een algemene gewestelijke bouwverordening inzake hemelwaterputten. Het besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. De samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 tussen het Vlaamse gewest en de gemeente Mol. Argumentatie Op vraag van het college van burgemeester en schepenen werden de bestaande subsidiereglementen herzien en geïntegreerd in één subsidiereglement naar aanleiding van de enorme populariteit van de premie alternatieve energie. Het college van burgemeester en schepenen gaf op 29 juli 2009 een positief advies op het premievoorstel. De GMiNa raad gaf een positief advies op het premievoorstel op 14 september 2009.
Uittreksel GR 19/12/2011
GR/2011/335
p. 2
Ons land heeft internationale en andere verplichtingen inzake de reductie van broeikasgassen (bijvoorbeeld het Kyoto-protocol) en dus het energieverbruik. In kader van duurzame ontwikkeling moet er gestreefd worden naar een optimaal gebruik van onuitputtelijke grondstoffen en het sluiten van stofkringlopen. Hernieuwbare energiebronnen zijn onuitputtelijk en milieuvriendelijk. Hernieuwbare energie-installaties vergen hogere investeringskosten. De bescherming van het leefmilieu behoort tot één der prioritaire opdrachten van de gemeente. Het water dat gebruikt wordt voor spoeling van toiletten, gebruik in de tuin, schoonmaak, en andere laagwaardige toepassingen (wasmachine) hoeft niet de kwaliteit van drinkwater te hebben. Met het gebruik van hemelwater wordt de mogelijkheid geschapen om minder water van menselijke consumptie te verbruiken en op te pompen uit de grondwaterlagen. Hiermee wordt het aanwenden van een schaarse grondstof op een oordeelkundige en duurzame manier beperkt en verdrogingsverschijnselen tegengegaan. Regenwaterputten dienen als bufferopvang van hemelwater en verkleinen zo bij hevige regenval de druk op het gemeentelijke rioleringsstelsel en de kans op mogelijke overstromingen en overstorten. Hemelwater moet maximaal worden afgekoppeld van de openbare riolering en in de mate van het mogelijke worden hergebruikt, opdat dit een positieve invloed zou uitoefenen op de efficiëntie en het rendement van de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Door de aanleg van infiltratievoorzieningen wordt er minder water, trager naar de oppervlaktewateren afgevoerd en worden de grondwaterreserves aangevuld. De gemeente kan 250 euro van het Vlaamse gewest terugbetaald krijgen per hemelwaterinstallatie of infiltratievoorziening als voldaan is aan de voorwaarden opgenomen in de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 onder het thema water. Groendaken dragen bij tot buffering van regenwater bij hevige regen. Een groendak kan de regenwaterafvoer met zo’n 30 tot 70% verlagen en is tevens een biologische compensatie voor biotoopverlies. De gemeente kan 31 euro/m² aangelegd groendak bij inwoners, van het Vlaamse gewest terugbetaald krijgen als de gemeentelijke premie voldoet aan de voorwaarden opgenomen in de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 onder het thema natuur. De investeringskosten voor het toepassen van ecologische bouwmaterialen zoals FSC- gelabeld hout en isolatiematerialen uit nagroeibare grondstoffen zijn hoger dan de traditionele bouwmaterialen. Het gebruik van natuurverven steekt op relevante milieuaspecten gunstig af tegen andere types verf, zoals bevestigd wordt in recente publicaties. Het gebruik van natuurverf levert weinig of geen risico op voor de gezondheid, zowel voor de werkman/vrouw als van de bewoner van de geschilderde ruimte. VIBE vzw heeft een erkennings- en controlesysteem uitgewerkt om bouwprofessionelen die werken met bio-ecologische natuurlijke bouwmaterialen te selecteren, om enerzijds de consument de weg te wijzen naar goede adressen en anderzijds de markt voor bio-ecologische bouwmaterialen open te gooien via opleiding en werving van nieuwe erkende bouwprofessionelen. Het toekennen van subsidies kan duurzaam bouwen bevorderen. Lokale overheden dienen een actieve rol te spelen in de stimulering van duurzaam bouwen. Financiële weerslag Dit reglement heeft financiële gevolgen voor de gemeente. De gemeenteontvanger regelt de financiële aspecten als volgt: - Actie nr. 002.003.001.007: We ondersteunen de burgers bij de aanleg van groendaken: 5.000 euro; - Actie nr. 002.003.001.008: Wij ondersteunen de burgers bij het nemen van energie besparende maatregelen: 33.250 euro; - Actie nr. 002.003.001.012: We moedigen de inwoners aan voor het gebruik van alternatieve isolatiematerialen: 5.000 euro; - Actie nr. 002.003.001.013: We ondersteunen de burgers bij het gebruik van duurzaam geëxploiteerd hout: 5.000 euro; - Actie nr. 002.003.001.014: We ondersteunen de burgers bij het gebruik van natuurverven: 3.400 euro.
BESLUIT
Uittreksel GR 19/12/2011
GR/2011/335
p. 3
Enig artikel Hoofdstuk I: Definities Artikel 1 In dit subsidiereglement wordt verstaan onder: 1) Duurzaam bouwen: bouwen met aandacht voor het gebruik van milieuverantwoorde materialen en bronnen en waarbij zo efficiënt mogelijk wordt omgegaan met energie, water en ruimte; 2) Woning: onroerend goed dat als zelfstandige woongelegenheid bestaat uit een lokaal of geheel van aansluitende lokalen hoofdzakelijk bestemd voor de huisvesting van een persoon of een groep van samenlevende personen, al dan niet in gezinsverband. In de geest van dit reglement worden afzonderlijke woongelegenheden in een meergezinswoning gedefinieerd als woning; 3) Gebouw: vergunde woning of vergund lokaal; 4) Lokaal: vergund gebouw waarvan een vereniging gebruik maakt voor haar activiteiten; 5) Bestaande woning: een onroerend goed waarvan het bouwjaar minstens vijf jaar geleden is. Het bouwjaar is het eindjaar volgens de kadastrale legger op het ogenblik van de aanvraag; 6) Nieuwe woning: onroerend goed waarvoor een geldige stedenbouwkundige vergunning voor de oprichting van de woning werd afgeleverd de afgelopen vijf jaar; 7) Verbouwing: een bouwproject waarbij 60% of meer van de buitenmuren wordt behouden; 8) Herbouw: een bouwproject waarbij minder dan 60% van de buitenmuren wordt behouden; 9) Eigenaar-bewoner: de eigenaar van de woning gebruikt de woning als hoofdverblijfplaats; 10) Eigenaar-niet-bewoner: de eigenaar verhuurt de woning of geeft het gebruik van de woning aan een persoon of een groep samenlevende personen, al dan niet in gezinsverband; 11) Huurder: persoon of groep van samenlevende personen, al dan niet in gezinsverband, die overeenkomstig een geregistreerde huurovereenkomst de woning gebruikt als hoofdverblijfplaats. De erfpachter of vruchtgebruiker wordt in dit reglement beschouwd als huurder en dient geen huurovereenkomst voor te leggen; 12) Tijdstip van de aanvraag: de datum van ontvangst van het aangetekend schrijven (datum op poststempel) of van de indiening tegen ontvangstbewijs; 13) Erkend aannemer: een geregistreerde aannemer, die in orde is met BTW en een registratienummer gekregen heeft van de overheid (wordt vermeld op de documenten van de aannemer); 14) Fotovoltaïsche zonnepanelen: systeem dat zonlicht omzet in elektrische energie via zonnecellen die geschakeld zijn in zonnepanelen; 15) Zonneboiler: systeem waarbij warm water wordt aangemaakt door zonnewarmte. De zonnestraling wordt opgevangen door een zonnecollector op het dak van de woning; 16) Warmtepompsystemen: systemen die warmte op relatief laag temperatuurniveau onttrekken aan lucht, grond of water en door middel van een warmtepomp deze warmte op een hoger temperatuurniveau terug afgeven; 17) COP: de winstfactor van een warmtepomp, de verhouding van de geleverde nuttige energie ten opzichte van de opgenomen elektrische energie van de compressor; 18) Horizontale dakoppervlakte: de oppervlakte van de projectie van de buitenafmetingen van het dak op een horizontaal vlak; 19) Hemelwater: verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater; 20) Hemelwaterput/ hemelwaterreservoir: reservoir voor het opvangen en stockeren van hemelwater; 21) Hemelwaterinstallatie: het geheel van hemelwaterput met eventueel bijhorend leiding- en pompsysteem, filters, … met het oog op hergebruik van hemelwater; 22) Infiltratie: het doorsijpelen van hemelwater in de bodem; 23) Infiltratievoorziening: een buffervoorziening waarbij de vertraagde afvoer gebeurt door infiltratie; 24) Gewestelijke stedenbouwkundige verordening: het besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater; 25) Groendak: Daksysteem waarbij minstens een draineerlaag, een substraatlaag en een vegetatielaag aanwezig zijn over de volledig aangelegde oppervlakte.
Uittreksel GR 19/12/2011
GR/2011/335
p. 4
26) Bio-ecologisch bouwmateriaal: een bouwmateriaal dat bestaat uit (quasi) onuitputtelijke en/of nagroeibare basisgrondstoffen, zonder of met zo weinig mogelijk chemische toevoegstoffen, zonder zware milieubelasting en zonder schadelijke gevolgen voor de menselijke gezondheid; 27) Bouwmateriaal: een bouwmateriaal is een onderdeel van een gebouw dat gehecht is aan dit gebouw; 28) Nagroeibare stof: elke grondstof die gekweekt kan worden op aarde. Deze grondstoffen komen uit bosbouw en/of landbouw en zijn plataardig of dierlijk; 29) VIBE vzw: Vlaams Instituut voor Bio-ecologisch Bouwen & Wonen. 30) R-waarde: warmteweerstandscoëfficiënt van een isolatiemateriaal (m²K/W). Dit is de warmteweerstand van een materiaal. Ze wordt berekend door de dikte van het isolatiemateriaal te delen door de lambdawaarde. R=d/λ; 31) λ-waarde: warmtegeleidingscoëfficiënt (W/mK). De lambdawaarde van een materiaal geeft aan in welke mate het materiaal de warmte geleidt; 32) FSC-label: een FSC (Forest Stewardship Council) label op een product toont aan dat dit product uit een verantwoord beheerd bos afkomstig is. Enkel bedrijven die in het bezit zijn van een Chain of Custody-certificaat mogen hout(producten) met FSC-label verkopen; 33) Natuurverf: Verf die bestaat uit een zo groot mogelijk aandeel van natuurlijke grondstoffen. Dit kan zijn als basisgrondstof, toeslagstof of hulpstof. 34) Natuurlijke grondstoffen: Nagroeibare of minerale grondstoffen. 35) Nagroeibare grondstoffen: Biotische grondstoffen die op korte termijn (200 jaar) vernieuwbaar zijn of die uit biotische grondstoffen gewonnen worden. In concreto gaat het over grondstoffen uit duurzaam beheerde land- en bosbouw of eventueel andere duurzaam beheerde plantaardige of dierlijke grondstoffen. 36) Minerale grondstoffen: Grondstoffen uit mineralen of gesteenten die in de natuur voorkomen, of die daaruit gewonnen worden. Koolstoffen en metalen worden hier niet bij gerekend. In concreto gaat het over oppervlaktedelfstoffen. Het kan ook gaan over equivalente secundaire minerale grondstoffen die onschadelijk zijn voor mens en milieu. Hoofdstuk II: Algemene voorwaarden Artikel 2 §1 Binnen de perken van de jaarlijks op het gemeentebudget uitgetrokken kredieten, zal de gemeente vanaf 1 januari 2011 een gemeentelijke subsidie voor duurzaam (ver)bouwen verlenen voor de uitvoering van werken opgesomd onder artikel 3 tot en met 12. Indien het aantal aanvragen het totaal in het budget voorziene bedrag overstijgt, zal het toekennen van de subsidies verlopen in functie van het tijdstip van aanvraag tot uitputting van het totaal in het budget voorziene bedrag voor het betrokken dienstjaar. §2 De hieronder vermelde premies zijn uitsluitend bestemd voor gebouwen op het grondgebied van Mol. §3 De premies voor het plaatsen van fotovoltaïsche zonnepanelen, een zonneboiler, een warmtepomp, een pelletketel, een pelletkachel, een hemelwaterinstallatie, een infiltratievoorziening en een groendak kunnen per installatie slechts éénmaal per gebouw worden toegepast. De premie voor het plaatsen van isolatie uit nagroeibare grondstoffen kan meermaals per gebouw toegepast worden voor zover het niet gaat over dezelfde delen van het gebouw die geïsoleerd worden. De premie mag slechts eenmaal per jaar worden aangevraagd. De premies voor het gebruik van FSC of gelijkwaardig gelabeld hout voor constructiewerken (daktimmerwerken en houtskelet) en buitenschrijnwerkerij (ramen en deuren), kunnen meermaals per gebouw toegepast worden voor zover het niet gaat over dezelfde delen van het gebouw. De premie mag slechts eenmaal per jaar worden aangevraagd. Tussen de aanvragen van de premie voor het gebruik van natuurverven moet minstens 5 jaar verstreken zijn. Een combinatie van premies voor verschillende technieken is toegestaan. §4 De aanvraag kan ingediend worden door de eigenaar of door de huurder van het gebouw. In het geval dat de subsidie wordt aangevraagd door de huurder, dient de aanvraag mee ondertekend te worden door de eigenaar.
Uittreksel GR 19/12/2011
GR/2011/335
p. 5
§5 De aanvraag van een premie duurzaam (ver)bouwen kan enkel gedaan worden door particulieren of door niet-commerciële verenigingen. §6 Een gemeentelijke ambtenaar behandelt het aanvraagdossier en controleert indien nodig de werken die zijn uitgevoerd. De ambtenaar adviseert het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen neemt een beslissing met betrekking tot het uitbetalen van de subsidies voor de uitgevoerde werken. Bij een gunstige beslissing wordt de subsidie uitbetaald. §7 Het gemeentebestuur behoudt zich het recht om premieaanvragen te weigeren die niet volledig zijn, niet aan de voorwaarden voldoen of niet passen in de geest van dit reglement. Hoofdstuk III: Hernieuwbare energie Artikel 3: Installatie van fotovoltaïsche panelen §1 Er kan een premie van 5% met een maximum van 200 euro bekomen worden voor het plaatsen van zonnepanelen voor de productie van elektriciteit voor een gebouw. §2 De voorwaarden voor het verkrijgen van de premie zijn de volgende: Het aanvraagdossier omvat een volledig ingevuld aanvraagformulier, factuur (geen bestelbons, leveringsbons of kasticketten) en betalingsbewijs en kopie keuringsattest Het aanvraagdossier moet binnen het jaar na factuurdatum van de laatste factuur in enkelvoud voorgelegd worden aan het gemeentebestuur, milieudienst. Een technisch deskundige van de gemeente dient de installatie te controleren. De fotovoltaïsche panelen dienen door een erkend aannemer geplaatst te zijn. De plaatsing van de installatie dient in overeenstemming te zijn en uitgevoerd te worden volgens de bestaande wetten, reglementen, verordeningen en gebruiken. De installatie dient geplaatst te worden tussen zuidoost en zuidwest en heeft een hellingsgraad tussen 20° en 60°. De panelen dienen dakgeïntegreerd te zijn of op het dak of de gevel gemonteerd te worden. De installatie moet tenminste 10 jaar na installatie aanwezig zijn en kan onder geen enkel beding verwijderd worden. Zoniet zal van de toelagetrekkers die de verbintenissen niet nakomen, de toelage worden teruggevorderd, vermeerderd met de intrest vanaf de datum van de inbreuk. De eigenaar van het gebouw waarop de installatie geplaatst wordt, verbindt zich ertoe de installatie goed te onderhouden en deze steeds in optimale staat van werking te houden. Artikel 4: Installatie van een zonneboiler §1 Er kan een premie van 5% met een maximum van 200 euro bekomen worden voor het plaatsen van een zonneboiler met zonnecollectoren voor de productie van sanitair warm water of verwarming van het gebouw. Voor zwembadcollectoren of andere systemen die uitsluitend voor zwembadverwarming gebruikt worden, wordt geen premie gegeven. §2 De voorwaarden voor het verkrijgen van de premie zijn de volgende: Het aanvraagdossier omvat een volledig ingevuld aanvraagformulier, factuur (geen bestelbons, leveringsbons of kasticketten) en betalingsbewijs. Het aanvraagdossier moet binnen het jaar na factuurdatum van de laatste factuur in drievoud voorgelegd worden aan het gemeentebestuur, milieudienst. Een technisch deskundige van de gemeente dient de installatie te controleren. De zonneboiler dient door een erkend aannemer geplaatst te zijn. De plaatsing van de installatie dient in overeenstemming te zijn en uitgevoerd te worden volgens de bestaande wetten, reglementen, verordeningen en gebruiken. De installatie dient geplaatst te worden tussen zuidoost en zuidwest en heeft een hellingsgraad tussen 20° en 60°. De panelen dienen dakgeïntegreerd te zijn of op het dak of de gevel gemonteerd te worden. De installatie moet tenminste 10 jaar na installatie aanwezig zijn en kan onder geen enkel beding verwijderd worden. Zoniet zal van de toelagetrekkers die de verbintenissen niet nakomen, de toelage worden teruggevorderd, vermeerderd met de intrest vanaf de datum van de inbreuk.
Uittreksel GR 19/12/2011
GR/2011/335
p. 6
De eigenaar van het gebouw waarop de installatie geplaatst wordt, verbindt zich ertoe de installatie goed te onderhouden en deze steeds in optimale staat van werking te houden.
Artikel 5: Installatie van een warmtepompsysteem §1 Er kan een premie van 5% met een maximum van 200 euro bekomen worden voor het plaatsen van een warmtepompsysteem of een combiwarmtepompsysteem voor de verwarming van een gebouw. §2 De voorwaarden voor het verkrijgen van de premie zijn de volgende: Het aanvraagdossier omvat een volledig ingevuld aanvraagformulier, factuur (geen bestelbons, leveringsbons of kasticketten) en betalingsbewijs. Het aanvraagdossier moet binnen het jaar na factuurdatum van de laatste factuur in drievoud voorgelegd worden aan het gemeentebestuur, milieudienst. Een technisch deskundige van de gemeente dient de installatie te controleren. De warmtepomp dient door een erkend aannemer geplaatst te zijn. De aanvraag dient vergezeld te zijn een technische fiche van de warmtepomp. Op het attest dient de erkend aannemer de wijze waarop een eventuele koelfunctie definitief uitgeschakeld werd, te attesteren. De COP, gemeten volgens EN 14511 of EN 255 onder de vermelde condities, is hoger of gelijk aan: - 4,0 voor bodem/water warmtepompen (brontemperatuur 0°C, afgiftetemperatuur 35°C); - 4,5 voor water/water warmtepompen (brontemperatuur 10°C, afgiftetemperatuur 35°C). De warmtepomp staat in voor de hoofdverwarming van het gebouw en het condensorvermogen van de warmtepomp, gemeten volgens EN 14511 of EN 255, bedraagt minstens 80% van de nominale warmteverliezen van het gebouw, berekend volgens NBN B62-003. De warmtepomp kan niet worden gebruikt voor koeling. De premie geldt enkel voor warmtepompen van het type bodem/water en water/water. De warmtepomp is geïnstalleerd volgens de ‘Code van goede praktijk voor de toepassing van warmtepompsystemen in de woningbouw’. De installatie moet tenminste 10 jaar na installatie aanwezig zijn en kan onder geen enkel beding verwijderd worden. Zoniet zal van de toelagetrekkers die de verbintenissen niet nakomen, de toelage worden teruggevorderd, vermeerderd met de intrest vanaf de datum van de inbreuk. De eigenaar van het gebouw waar de installatie geplaatst wordt, verbindt zich ertoe de installatie goed te onderhouden en deze steeds in optimale staat van werking te houden. Indien de installatie zelf vergunningsplichtig is, moet deze vergunning bekomen zijn voor de indiening van het aanvraagdossier. Artikel 6: Installatie van een pelletketel of pelletkachel §1 Er kan een premie van 5% met een maximum van 200 euro bekomen worden voor het plaatsen van een pelletketel of pelletkachel voor de verwarming van een gebouw. §2 De voorwaarden voor het verkrijgen van de premie zijn de volgende: Het aanvraagdossier omvat een volledig ingevuld aanvraagformulier, factuur (geen bestelbons, leveringsbons of kasticketten) en betalingsbewijs. Het aanvraagdossier moet binnen het jaar na factuurdatum van de laatste factuur in drievoud voorgelegd worden aan het gemeentebestuur, milieudienst. Een technisch deskundige van de gemeente dient de installatie te controleren. De pelletketel of –kachel dient door een erkend aannemer geplaatst te zijn. De installatie moet tenminste 10 jaar na installatie aanwezig zijn en kan onder geen enkel beding verwijderd worden. Zoniet zal van de toelagetrekkers die de verbintenissen niet nakomen, de toelage worden teruggevorderd, vermeerderd met de intrest vanaf de datum van de inbreuk. De eigenaar van het gebouw waar de installatie geplaatst wordt, verbindt zich ertoe de installatie goed te onderhouden en deze steeds in optimale staat van werking te houden.
Uittreksel GR 19/12/2011
GR/2011/335
p. 7
Hoofdstuk IV: Hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen Artikel 7: Hemelwaterinstallaties §1 Er kan een premie van maximum 750 euro bekomen worden voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie voor een bestaand gebouw of bij verbouwing van een bestaand gebouw en voor nieuwbouw of herbouw van een gebouw, als de aanleg niet verplicht is volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. (2004). Indien het investeringsbedrag lager is dan het premiebedrag zal het investeringsbedrag als premie uitbetaald worden. Voor de premie hemelwaterinstallaties wordt onder bestaand gebouw verstaan: gebouw waarvoor een bouwvergunning werd verkregen vóór 07-09-1999, d.w.z. 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad van de algemene bouwverordening inzake hemelwaterputten. §2 De voorwaarden voor het verkrijgen van de premie zijn de volgende: Het aanvraagdossier omvat een volledig ingevuld aanvraagformulier, factuur (geen bestelbons, leveringsbons of kasticketten), betalingsbewijs en foto’s van de overloop van de hemelwaterput. Het aanvraagdossier moet binnen het jaar na factuurdatum van de laatste factuur in drievoud voorgelegd worden aan het gemeentebestuur, openbare werken. Een technisch deskundige van de gemeente dient de installatie te controleren. De hemelwaterinstallatie dient te voldoen aan de richtlijnen zoals deze bepaald zijn in ‘Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen’, meer bepaald de ‘code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen’ en in tweede instantie aan de technische voorwaarden van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. (2004). De minimale inhoud van de hemelwaterput dient in overeenstemming te zijn met de aangesloten dakoppervlakte, met een minimum van 3.000 l, zoals aangegeven in onderstaande tabel.
horizontale dakoppervlakte
minimale tankinhoud
50 tot 60 m2
3000 l
61 tot 80 m2
4000 l
81 tot 100 m2
5000 l
101 tot 120 m2
6000 l
121 tot 140 m2
7000 l
141 tot 160 m2
8000 l
161 tot 180 m2
9000 l
181 tot 200 m2
10000 l
> 200 m2
5000 l per 100 m2
Indien de horizontale dakoppervlakte niet groter is dan 75 m², is de installatie van een hemelwaterput bij nieuwbouw of herbouw van een gebouw niet verplicht, maar wordt wel een gemeentelijke subsidie toegekend indien voldaan wordt aan de in dit reglement gestelde voorwaarden. De volledige dakoppervlakte is aangesloten op de hemelwaterput. Een subsidie bij een onvolledig aangesloten dakoppervlakte is slechts toegestaan mits grondige motivering. Het hergebruik van het in de hemelwaterput gecapteerde water is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC en een buitentappunt. Een pompinstallatie is niet verplicht indien de verschillende aftappunten gravitair gevoed kunnen worden. Er mag geen directe verbinding gecreëerd worden tussen het drinkwaternet en het leidingennet aangesloten op de hemelwaterput. Hiertoe dient de hemelwaterput met drinkwater bijgevuld te worden door middel van een bijvulsysteem met onderbreking
Uittreksel GR 19/12/2011
GR/2011/335
p. 8
overeenkomstig de code van goede praktijk, ofwel dient een afzonderlijk leidingencircuit voorzien te worden voor hemelwater en drinkwater. De overloop van de hemelwaterput wordt bij voorkeur aangesloten op een infiltratievoorziening op eigen terrein. De overloop kan ook aangesloten worden op een openbare infiltratievoorziening, een waterloop, gracht of een ander oppervlaktewater. Wanneer deze afvoermogelijkheden niet aanwezig zijn of aansluiting hierop niet haalbaar is, mag de overloop van de hemelwaterput aangesloten worden op het gedeelte van de openbare riolering bestemd voor de afvoer van hemelwater. Als er geen openbare riolering bestemd voor afvoer van hemelwater aanwezig is, mag het hemelwater op de gemengde openbare riolering aangesloten worden. Wel moeten tot aan het lozingspunt op de openbare riolering het hemelwater en afvalwater gescheiden worden.
Artikel 8: Infiltratievoorziening §1 Er kan een premie van maximum 500 euro bekomen worden voor de aanleg van een infiltratievoorziening indien de aanleg niet verplicht is volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. (2004). Indien het investeringsbedrag lager is dan het premiebedrag zal het investeringsbedrag als premie uitbetaald worden. §2 De voorwaarden voor het verkrijgen van de premie zijn de volgende: Het aanvraagdossier omvat een volledig ingevuld aanvraagformulier, factuur (geen bestelbons, leveringsbons of kasticketten), betalingsbewijs en foto’s van de infiltratievoorziening. Het aanvraagdossier moet binnen het jaar na factuurdatum van de laatste factuur in drievoud voorgelegd worden aan het gemeentebestuur, openbare werken. Een technisch deskundige van de gemeente dient de installatie te controleren. Het buffervolume moet in verhouding staan tot het gerealiseerd infiltratiedebiet. Het buffervolume van de infiltratievoorziening moet minimaal 300 liter per begonnen 20 m² aangesloten verharde oppervlakte (grondoppervlakte en dakoppervlakte) bedragen. Wanneer waterdoorlatende klinkers worden gebruikt, kan de helft van de aangesloten verharde oppervlakte in rekening worden gebracht om het buffervolume te bepalen. De oppervlakte van de infiltratievoorziening moet minimaal 2 m² per begonnen 100 m² aangesloten verharde oppervlakte bedragen. Op de infiltratievoorziening wordt minstens 50 m 2 dakoppervlak of verharding aangesloten. Hoofdstuk V: Groendaken Artikel 9 §1 Er kan een premie van 31 euro/m² met een maximum van 2.500 euro per dossier bekomen worden voor de aanleg van een groendak op een gebouw. Indien de kosten (inclusief btw) voor de aanleg minder dan 31 euro/m² bedragen, wordt het bedrag van de premie verminderd tot de werkelijke kostprijs. §2 De voorwaarden voor het verkrijgen van de premie zijn de volgende: Het aanvraagdossier omvat een volledig ingevuld aanvraagformulier, factuur (geen bestelbons, leveringsbons of kasticketten) en betalingsbewijs. Het aanvraagdossier moet binnen het jaar na factuurdatum van de laatste factuur in drievoud voorgelegd worden aan het gemeentebestuur, milieudienst. De aanvraag kan gebeuren door een particulier of een vereniging. Voor de aanvraag van de premie voor groendaken komen ook commerciële verenigingen in aanmerking. Een technisch deskundige van de gemeente dient de installatie te controleren. Het groendak moet minstens een draineerlaag, een substraatlaag en een vegetatielaag bevatten over de volledig aangelegd oppervlakte. Alle systemen komen hiervoor in aanmerking. Per aanvraagdossier moet minimum 5 m² worden aangebracht. Mislukte aanplantingen of werken dienen hersteld te worden. Gebeurt dit niet, dan zullen de subsidies teruggevorderd worden, vermeerderd met de intrest vanaf de datum van de inbreuk.
Uittreksel GR 19/12/2011
GR/2011/335
p. 9
De eigenaar van het gebouw engageert zich om minimum 15 jaar lang het groendak in goede staat te houden. De handelingen die uitgevoerd worden voor het realiseren van het groendak, moeten overeenkomstig de bestaande wettelijke bepalingen gebeuren. In voorkomend geval moet tijdig een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd worden.
Hoofdstuk VI: Bio-ecologische bouwmaterialen Artikel 10: Isolatie uit nagroeibare grondstoffen §1 Er kan een premie van 15% van het investeringsbedrag met een maximum van 500 euro bekomen worden voor het gebruik van isolatie uit nagroeibare grondstoffen in een gebouw. §2 De voorwaarden voor het verkrijgen van de premie zijn de volgende: Het aanvraagdossier omvat een volledig ingevuld aanvraagformulier, factuur (geen bestelbons, leveringsbons of kasticketten) en betalingsbewijs. Het aanvraagdossier moet binnen het jaar na factuurdatum van de laatste factuur in drievoud voorgelegd worden aan het gemeentebestuur, milieudienst. De gebruikte isolatiematerialen uit nagroeibare grondstoffen moeten voorkomen op de VIBEdatabase, te raadplegen op www.vibe.be. In geval van een nieuw product of een product dat niet voorkomt in de databank van VIBE vzw, stelt de bevoegde ambtenaar vast of het voldoet aan de door VIBE opgestelde criteria voor isolatiematerialen uit nagroeibare grondstoffen. De gemeente behoudt zich het recht om de correcte aanwending van de premie te controleren. De warmteweerstand of R-waarde van het isolatie materiaal dient: o minimum 3,4 m²K/W te bedragen voor dakisolatie. o minimum 2,5 m²K/W te bedragen voor muurisolatie. o minimum 1,7 m²K/W te bedragen voor vloerisolatie. Er wordt geen premie verleend voor kurkafwerking, kurken vloeren en/of wanden. Artikel 11: Duurzaam geëxploiteerd hout §1 Er kan een premie van 5% van het investeringsbedrag met een maximum van 500 euro bekomen worden voor het gebruik van duurzaam geëxploiteerd hout voor constructiewerken (daktimmerwerken en houtskeletbouw) en buitenschrijnwerkerij (ramen en deuren) in een gebouw. §2 De voorwaarden voor het verkrijgen van de premie zijn de volgende: Het aanvraagdossier omvat een volledig ingevuld aanvraagformulier, factuur (geen bestelbons, leveringsbons of kasticketten) en betalingsbewijs. Het aanvraagdossier moet binnen het jaar na factuurdatum van de laatste factuur in drievoud voorgelegd worden aan het gemeentebestuur, milieudienst. De gemeente behoudt zich het recht om de correcte aanwending van de premie te controleren. De factuur van het hout moet een Chain of Custody nummer bevatten zodat getraceerd kan worden of het hout duurzaam geëxploiteerd is. Het hout draagt een FSC label of gelijkwaardig. De premie is niet toepasbaar voor verlijmde houten plaatmaterialen (OSB, MDF, ...). De premie is niet toepasbaar voor preventief verduurzaamd (“geïnpregneerd”) hout. Artikel 12: Natuurverven §1 Er kan een premie van 15% van het investeringsbedrag met een maximum van 250 euro bekomen worden voor het gebruik van natuurverven in een gebouw. §2 De voorwaarden voor het verkrijgen van de premie zijn de volgende: Het aanvraagdossier omvat een volledig ingevuld aanvraagformulier, factuur (geen bestelbons, leveringsbons of kasticketten) en betalingsbewijs. Het aanvraagdossier moet binnen het jaar na factuurdatum van de laatste factuur in drievoud voorgelegd worden aan het gemeentebestuur, milieudienst. De gemeente behoudt zich het recht om de correcte aanwending van de premie te controleren. De subsidie is toepasbaar op het gebruik van volgende producten:
Uittreksel GR 19/12/2011
GR/2011/335
p. 10
o Verven, lakken, vernissen, beitsen en aanverwante o Oliën, wassen en aanverwante o Leempleister De gebruikte natuurverven moeten voorkomen op de VIBE-database, te raadplegen op www.vibe.be. In geval van een nieuw product of een product dat niet voorkomt in de databank van VIBE vzw, stelt de bevoegde ambtenaar vast of het voldoet aan de door VIBE opgestelde criteria voor natuurverven.
Hoofdstuk VII: Slotbepalingen Artikel 13 Dit besluit treedt in werking vanaf 1 januari 2012. Artikel 14 Het gemeenteraadsbesluit van 1 april 2011 houdende de goedkeuring subsidiereglement duurzaam (ver)bouwen wordt met ingang van 1 januari 2012 opgeheven. Mol, datum als voormeld. Namens de gemeenteraad,
(get.) C. Elsemans Secretaris
(get.) P. Rotthier Burgemeester-voorzitter
Voor eensluidend uittreksel de secretaris
de burgemeester
Christian Elsemans
Paul Rotthier