Grond onder je voeten
Wim Markus
grond onder je voeten Omdat jouw geloof niet in de lucht hangt
Uitgeverij Jes! – Zoetermeer
Uitgeverij Jes! is een samenwerking tussen Boekencentrum Uitgevers en de HGJB. Kijk voor meer informatie op www.jesvoorjou.nl.
Op www.jesvoorjou.nl/grondonderjevoeten staan preekschetsen voor vijf thema diensten bij Grond onder je voeten. In deze uitgave is gebruik gemaakt van de Herziene Statenvertaling (Heerenveen 2010). Ontwerp omslag Artisty Lay-out/dtp binnenwerk Gerard de Groot ISBN 978 90 239 2380 0 NUR 707 © 2012 Uitgeverij Jes! – Zoetermeer Alle rechten voorbehouden
Inhoud Leeswijzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 1. 2. 3. 4. 5.
Alleen in de hoofden van mensen… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Twijfel gaat diep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . He is not here… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Waar is Hij wel? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het Vaste Punt – of toch niet? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10 16 28 44 57
Intermezzo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 6. Waarom Jezus? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7. Werkt bidden? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8. Hoe almachtig? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9. Jouw antwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10. Goed genoeg? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
72 77 91 101 108
Literatuuropgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118
-grond onder je voeten-
Werkboek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
5
Leeswijzer Je zou er ook twee woorden van kunnen maken: ‘Lees wijzer!’ Maar dat klinkt wel erg bevelend voor een aantal ‘aanwijzingen’ die je willen helpen om je de inhoud van dit boek eigen te maken.
Al bladerend zul je al gezien hebben dat in de brede kantlijn van dit boekje ook heel wat geschreven staat. Die schrijfsels zijn bedoeld als korte samenvattingen. Heel handig als je na een tijdje weer verder leest en vlug wilt weten wat er op de vorige bladzijden stond. Na elke samenvatting vind je een vraag. Die kun je natuur lijk overslaan. Je kunt die vragen ook gebruiken om nog even te peinzen over wat je zojuist gelezen hebt. Achter elk citaat staat tussen haakjes de vindplaats van dit citaat aangegeven door de naam van de schrijver en het paginanummer. In de literatuurlijst staan de schrijvers op alfabetische volgorde met de titel van het betreffende boek. Wordt uit meer boeken van een bepaalde schrijver geciteerd, dan zie je dat aan een nummer achter de naam van die schrijver.
-grond onder je voeten-
Eerst iets over de grote lijn. Het liefst zou ik je die lijn voorteke nen. Dan zou ik ergens beneden beginnen. Want in de eerste hoofdstukken krijgt jouw twijfel alle ruimte (hoofdstuk 1 en 2). Daarna loopt de lijn langzaam maar zeker omhoog, om je bij alle twijfel die je hebben kunt, al denkend en overwegend, te brengen bij het vaste punt voor iedere christen: de opstanding van Jezus Christus (hoofdstuk 3, 4 en 5). Dat geeft grond onder je voeten. Als je (weer) op die vaste grond staat, zijn de vragen overigens niet meteen weg. Maar vanaf dat ‘standpunt’ kun je wel een andere kijk krijgen op zaken die ons het geloven moeilijk kunnen maken. Door Christus’ opstanding kunnen moeilijke vragen ons bij mogelijkhe den brengen om God nog meer te vertrouwen (hoofdstuk 6, 7 en 8). In de twee laatste hoofdstukken buigt de lijn naar binnen, om jouw hart te raken. Want je kunt de hele Bijbel geloven zonder iets met de Auteur te hebben. Dat is even kil als elke dag je trouwboek je bekijken zonder je vrouw lief te hebben. Het evangelie is geluk kig veel meer dan een redelijke religie. Het is een lokroep van hon derden bladzijden, die je oproept om je hart aan Jezus te geven en zo voor altijd gelukkig te zijn.
7
Tenzij anders vermeld is de gebruikte bijbelvertaling die van de Herziene Statenvertaling, uitgeversgroep Jongbloed, Heerenveen. Het boek is naast persoonlijk gebruik ook prima geschikt als leesen studieboek voor een jongerenkring (met de titel van het boek als jaarthema). Het werkboek achterin kan daarbij goede diensten bewijzen. Je vindt er acht uitgewerkte voorstellen voor de invulling van evenzovele kringavonden. Wellicht kan Grond onder je voeten in jouw gemeente nog breder gebruikt worden: bijvoorbeeld als jaarthema voor een apologe tisch-missionair gemeenteproject. Met het oog daarop zijn er via uitgeverij Jes!/Boekencentrum digitaal vijf (gratis) preekschetsen beschikbaar, die het gesprek in de gemeente kunnen ondersteu nen. Voor de verschillende gemeentekringen kan gebruik gemaakt worden van de voorstellen in het werkboek. Speciaal voor jeugd clubs is door de HGJB een programma voor twee avonden ontwik keld. Meer over zo’n gemeenteproject is te vinden op de laatste bladzijden van het werkboek.
-grond onder je voeten-
Graag wil ik een aantal mensen bedanken die mij zeer geholpen hebben bij de totstandkoming van dit boek. De vele goede opmer kingen van Herman van Wijngaarden (als HGJB-stafwerker verbon den aan uitgeverij Jes!/Boekencentrum) zou ik niet graag gemist hebben! Ook de meelezers, drs. Lieuwe Beuving (tot voor kort pre dikant in Bergschenhoek; GKV), ir. Kees-Willem Markus (ja, zoon van…) en Marian van der Kruijt (hbo Interaction designer, die ook voor de tekeningen heeft gezorgd) ben ik veel dank verschuldigd. Hun opmerkingen hebben veel betekend voor de verstaanbaarheid van het boek.
8
Tot slot een uitdagend citaat van Tim Keller, predikant van de Redeemer Church in New York, om alvast over na te denken. Het citaat komt uit een interview met Keller in CV-Koers, oktober 2008. ‘Marketing is: laten zien hoe het christelijk geloof tegemoetkomt aan de behoeften van mensen. Evangeliseren is: laten zien dat het christelijk geloof waarheid is. C.S. Lewis zegt ergens dat je niet moet geloven omdat het christelijk geloof relevant is of spannend of bevredigend. Geloof het omdat het waar is. En als het waar is, dan zal het ook relevant en spannend zijn en zal het je voldoening geven. Maar heel vaak zal het ook niet relevant of spannend of bevredigend zijn. Het zal je zwaar vallen om christen te zijn. Echt:
alleen als je het geloof aanneemt omdat het werkelijk de waarheid is, ga je het volhouden om als christen te leven. En alleen dan zul je echt ontdekken hoe spannend het kan zijn, hoe relevant, en al die andere dingen.’
-grond onder je voeten-
Wim Markus Bergschenhoek, mei 2012
9
1. Alleen in de hoofden van mensen… Bestaat God? Bij een poll van NU.nl mogen mensen meestal alleen maar ‘ja’ of ‘nee’ invullen. En daar komen dan percentages en dergelijke uit. Ik zou eigenlijk best willen weten wat jouw antwoord is op de korte vraag hierboven. Maar een boek is geen poll. We zijn en blijven waarschijnlijk vreemden voor elkaar.
-grond onder je voeten-
Toen ik zeventien was bestond NU.nl nog niet. Maar die vraag was er al wel. Ik was begonnen met mijn studie Civiele Techniek aan de Technische Universiteit in Delft, die toen nog de TH-Delft heette. Zo ongeveer elke zichzelf respecterende hoogleraar begon zijn college met een soort historisch overzicht. Of het nu ging om waterkeringen, sluizen, bruggen, bouwmaterialen, mechanica, wiskunde, natuurkunde, vloeistofmechanica, landmeetkunde, enzovoort, de heren studenten (dames waren er meestal niet of werden niet gezien) moesten goed weten hoe alles in de oertijd begonnen was. Miljoenen jaren geleden dus. Met de meestal sterke suggestie dat God met dat alles niets te maken had gehad, zo Hij al bestond. Ik heb ervan genoten. Maar soms ook iets te veel, waardoor er ook in mij iets was dat dacht: is God er wel? Is Hij misschien niet meer dan een denkbeeld als verklaring voor wat nu nog een raadsel is? Of een prettig gevoel voor onzekere mensen? Niet dat ik, denkend aan God, zulke gevoelens had. Onzeker was ik af en toe wel. Want stel je voor dat het allemaal – de Bijbel, kerk, geloof − weinig of niets voorstelt. Geef mij dan maar natuurkunde, wiskunde, techniek. Daar kun je tenslotte harde feiten bij noemen.
10
Nog even terug naar die poll van NU.nl. Als die poll ooit nog eens echt gehouden wordt, zou ik hem het liefst wat verfijnen. Ik zou op z’n minst willen weten op grond waarvan mensen ‘ja’ of ‘nee’ kiezen. Ik bedoel: geloof je dat God er is op grond van: a) je gevoel, b) je verstand, c) de feiten, of d) iets anders. Misschien wil jij die vraag voor jezelf beantwoorden door onderstaande tabel in te vullen.
Er lijken heel wat argumenten te zijn om de vraag of God bestaat ontkennend te beantwoor den. Vraag: Wat zou jouw spontane antwoord zijn op de vraag of God bestaat?
Mijn geloof in God berust op (vul een percentage in): Gevoel
%
Verstand
%
Feiten
%
Iets anders
%
Lastig Een lastige tabel, vind je niet? Vraag ook maar eens of je vrienden hem willen invullen. Ook je niet-christelijke vrienden en vriendin nen. Uiteraard komt er dan boven de tabel te staan: ‘Mijn niet-geloven in God berust op…’ Als ze zeggen in ‘niets’ te geloven kunnen ze evengoed die tabel invullen. Want ‘in niets’ geloven berust ook ergens op. Dan moet het feit dat er niets is duidelijk een feit zijn. Lijkt me spannend. Vooral ook omdat ik nogal eens jongeren tegenkom, die toen ze twaalf waren vast in God geloofden, maar die nu alles losgelaten hebben. God ook. Ik zou daarom de tabel ook wel door Franca Treur willen laten invullen. Misschien heb je haar boek Dorsvloer vol confetti gelezen. Na haar studie heeft ze haar geloof losgelaten. In het kader op de volgende bladzijde kun je wat meer over haar lezen, als je dat wilt. In een gesprek met Andries Knevel en Thijs van den Brink1 zegt ze:
Ik denk dat Franca Treur het niet meer lastig zal vinden om het lijstje in te vullen. De percentages bij ‘gevoel’, ‘verstand’ en ‘nog anders’ zullen haar weinig interesseren. Bij ‘feiten’ zou ze met een uitroepteken nul procent invullen. Het christelijk geloof berust fei telijk nergens op, vindt zij. Het zit alleen in de hoofden van men sen. Dat wil zeggen: van sommige mensen. Maar ik blijf nieuwsgie rig naar wat zij vindt van niet-geloven. Door welke harde feiten wordt dat dan ondersteund, zou ik haar willen vragen.
1 In het EO-programma Moraalridders van 9 februari 2010.
-grond onder je voeten-
‘Religie zit in de hoofden van mensen. Of God bestaat of niet kunnen we niet zeggen. Maar aannemelijk lijkt het me niet. Dat de Bijbel Gods openbaring is, is niet echt een sterk argument als je bedenkt dat er ook andere heilige boeken zijn die hetzelfde claimen. Ik ben opgevoed met een God die op mij wacht in het hiernamaals en het kaf van het koren scheidt. Daar geloof ik niet meer in. Ook niet een heel klein beetje.’
11
Franca Treur en haar boek Franca deed op haar achttiende belijdenis in de Gereformeerde Gemeente van Meliskerke en was tijdens haar studie lid van de reformatorische studentenvereniging CSFR. Haar boek gaat over de twaalfjarige Katelijne. Hieronder volgt een kort fragment. Misschien herken je er iets van. Dat hangt een beetje van jouw achtergrond af.
-grond onder je voeten-
‘Het lijkt wel of de Heere Zijn hand steeds meer van ons heeft teruggetrokken,’ zegt de oma, die nog niet is uitgepraat. ‘Want geloof maar dat we in de laatste der dagen leven. En dan, Katelijne, wat dan?’ Ze kijkt naar Katelijne, hoe ze langzaam van haar stoel opstaat en zich uitrekt. Haar ogen staan glazig, alsof ze in de verte iets hoort. ‘Dan zal Hij de dorsvloer doorzuiveren, staat er in de Bijbel,’ zegt ze. ‘Hij zal Zijn tarwe in Zijn schuur samenbrengen, en zal het kaf met onuitblusselijk vuur verbranden. Je wilt het niet gezegd worden, hè? Ik zie het. Van nature willen we er niet aan.’
12
Op een andere dorsvloer strooit Katelijne een wolk confetti over haar broer en schoonzus die zojuist getrouwd zijn. De trouwjurk zag er zodoende wit van. De kleur van de trouwjurk was namelijk heel anders, omdat het stel moest trouwen. En dan is wit niet wat wordt verwacht in het reformatorische gezin Minderhoud, waar Franca Treur liefdevol over schrijft in haar veel verkochte boek. Katelijne is een uitzondering binnen het gezin. Op allerlei manieren: als enige dochter hoeft ze niet te melken en ze is veel slimmer dan haar broers. Maar ze wil er wel graag bij horen op school en thuis. En eigenlijk ook wel bij de kring van gelovigen. Maar dat valt niet mee. Haar oma mag dan wel zeggen dat ‘wie nat worden wil in de regen moet lopen’, Katelijne komt niet verder dan te blijven hopen dat ze op een dag ‘een nieuw hartje’ zal krijgen. Katelijne stelt veel vragen, maar vindt weinig antwoorden die echt helpen. Ondertussen sturen haar nuchtere kijk op de dingen en haar rijke fantasie haar langzaam maar zeker in een andere richting. Ook al blijkt dat in het boek meer tussen de regels door dan dat het onder woorden wordt gebracht. Het boek is geen verkapte autobiografie, benadrukt Treur in bijna elk interview. Maar zou het kunnen dat Franca op haar twaalfde toch wel erg veel leek op de Katelijne in het boek? Wat in het boek niet beschreven wordt, gebeurde in het leven van Franca wel: de vele vragen over het christelijk geloof groeiden uit tot een weloverwogen afscheid van dat geloof na haar studententijd.
Verwarrend Het sympathiek geschreven boek, maar vooral de manier waarop Franca Treur afscheid nam van alles waarin zij vroeger geloofde,
heeft op velen een diepe indruk gemaakt. Ook op ds. Wim Dekker, die in een recensie het volgende schrijft: Ik ben het boek gaan lezen nadat ik Franca op de tele- Ook de keuze om niet in visie gezien had, met aan haar linkerhand Maarten ’t God te geloven berust Hart en aan haar rechterhand Jan Siebelink. Dat was ergens op: gevoel, een heel apart gezicht: een heel knappe jonge vrouw te verstand of feiten. Daarbij midden van deze twee oudere mannen. Het ging zeggen sommigen niets te natuurlijk om de inhoud, het gesprek over hoe het missen na hun afscheid geloof in de boeken van deze drie ter sprake komt. van God. Maarten ’t Hart zei: ‘Ik spot met het geloof. Dat hebben mensen me zeer kwalijk genomen.’ Jan Siebelink Vraag: zei: ‘Ik vergroot bepaalde dingen uit, maar ik spot niet, Weet je argumenten van blijf integendeel op zoek naar het mysterie ervan, dat ik collega’s of studiegenoten nog steeds niet kan pakken.’ ‘Jij spot niet,’ zei Maarten voor het feit dat ze niet ’t Hart tegen Franca Treur. ‘Maar verlangen om nog geloven? eens echt met dit geloof aan de slag te gaan is er bij jou ook niet,’ zei Jan Siebelink. (…) Wat doet Franca Treur dan? Zij beschrijft heel sensitief de indrukken van een jong meisje, dat opgroeide in een boerengezin in Zeeland, dat behoorde tot de Gereformeerde Gemeenten. (…)
Ik ontmoet in Franca Treur de postmoderne ongelovige, die niet veel behoefte heeft zich ergens tegen af te zetten, maar die mij als gelovige sterk confronteert met de vraag: is jouw geloof en de manier waarop jouw geloofsgemeenschap dat beleeft meer dan een vorm van religieuze folklore? Van het kijken in die spiegel ga ik meer op mijn stoel heen en weer schuiven dan van de spot van Maarten ’t Hart.2 Misschien stonden boeken van Maarten ’t Hart en Jan Siebelink wel op jouw lijst toen je examen deed. Als je intussen ook het boek van Franca Treur gelezen hebt, zul je het verschil proeven. Ds. Dek 2 Ds. Wim Dekker in De Waarheidsvriend van 21 januari 2010.
-grond onder je voeten-
Wat ik [in de beschrijving van Franca Treur; WM] herken is dit: een geloofsgemeenschap leeft bij het bewustzijn, dat haar een zeer grote schat is toevertrouwd: de openbaring van de levende God. En dat er mensen zijn, die de toegang tot deze schat hebben gevonden. De meesten van deze gemeenschap hebben het echter meer van horen zeggen dan dat ze zelf het geheim kennen. Dan komt in plaats van een leven uit de rijkdom van de geschonken openbaring een geheel van vormen, rituelen, streekgewoonten, boerencultuur en nog heel veel meer, dat voor de betrokkenen te maken heeft met het unieke geloof dat ze aanhangen, maar dat op de buitenstaander in hoofdzaak als folklore overkomt. Het sterke van Franca Treur is, dat ze het niet als clichéfolklore beschrijft, maar ook en vaak als ontroerende folklore. Ze spot niet. Ze wordt nergens fel. Ze ontroert en ontlokt een glimlach. (…)
13
ker noemt haar een postmoderne ongelovige, die niet veel behoef te meer heeft om zich ergens tegen af te zetten. Dat is, zogezegd, typisch voor het ‘postmoderne’: iedereen mag zijn of haar eigen ‘waarheid’ kiezen en niemand heeft het recht Iedereen mag zijn eigen daar iets lelijks van te zeggen. Dat doe je dan ook niet. Franca zeker niet. Juist daarom kan ik waarheid kiezen en mij voorstellen dat zij vele jongeren (en ook niemand heeft het recht ouderen!) in verwarring brengt. Zo sympathiek daar iets lelijks van te kan dat dus gaan: afscheid nemen van het zeggen. Die waarheid zit christelijk geloof, zonder dat je iets mist. Het is dan wel alleen in je hoofd. tenslotte nooit echt ‘iets’ geweest. God bestaat alleen in de hoofden van mensen… Of toch Vraag: niet? Bovenstaande is ‘post modern’. Hoe postmodern ben jij?
Alleen in de hoofden van mensen?
-grond onder je voeten-
Vanwege die begrijpelijke verwarring is dit boek geschreven. Velen zijn het met Franca Treur eens. God bestaat in onze hoofden, maar niet echt. Geloven is niet meer dan een mening. Dat geldt voor alle soorten geloof. Inclusief de christelij ke. Het zit in je hoofd en verder nergens. Degene voor wie dat goed voelt, moet het daar vooral laten zitten. Maar als je er liever vanaf bent, kun je het veilig uit je hoofd zetten. Goed beschouwd mis je dan niets. In elk geval niets van de werkelijkheid. Want in God geloven – welke god dan ook – daar beantwoordt geen werkelijk
14
heid aan. Het is dus een ‘gedachtespinsel’. En de meeste gedach tespinsels kun je missen zonder schade te doen aan het maat schappelijke verkeer. Zoals dat ook geldt voor religieuze folklore. De sterke suggestie die daarvan uitgaat is, dat geloven niet meer is dan een – fijn of minder fijn – gevoel. Maar met kennen en weten, begrijpen en redeneren, heeft het niets te maken. Dat denken zit in de lucht. Je mag best religieus zijn, maar je moet niet doen alsof jouw overtuiging ook met feiten te maken heeft. Misschien staan in jouw tabel ook niet zo veel procenten bij ‘fei ten’. Wat zou jij antwoorden op de vraag waarom je gelooft? Ik
hoop dat je naast allerlei andere mooie antwoorden ook zegt: ‘Omdat het waar is!’ Dat klinkt uitdagend. En dat is het ook! Maar het is een uitdaging met een stevige bodem. Geloven zit in je hart, in je handen, maar ook in je hoofd. Wat dat laatste betreft heeft Franca Treur beslist een beetje gelijk. Ook al bedoelt zij het anders. We mogen christenen zijn die bij het geloven hun hersens goed gebruiken om de feiten te onderzoeken. Dat kan heel wat verras singen opleveren. Het kan je grond onder je voeten geven, die je helpt om in tijden van twijfel niet helemaal om te vallen. Dat heb jij nodig en dat heb ik nodig. Want twijfel kan heel diep gaan.
vragen antwoorden
belijd
en
id e h r e zek
getuigen
-grond onder je voeten-
confronteren
15