De wereld aan je voeten Route geel
Inhoud
Voorwoord .....................................................................................................................................2 Inleiding ......................................................................................................................................... 3 Zingen met kinderen ......................................................................................................................4 Geluidsfragmenten ......................................................................................................................... 7 Les 1: Klezmermuziek .....................................................................................................................8 Les 2: Oost-Turkestan .................................................................................................................. 12 Les 3: Senegal ............................................................................................................................... 16 Les 4: Mexico ................................................................................................................................ 20 Bijlagen ........................................................................................................................................ 23 Bijlage 1: Liedteksten Bijlage 2: Werkbladen Bijlage 3: De Amsterdam Klezmerband Bijlage 4: Mäshräp Bijlage 5: Lasymo Bijlage 6: Mariachi Tierra Caliente
1
De wereld aan je voeten Route geel
Voorwoord De wereld aan je voeten is een project voor groep 8 van het primair onderwijs. Tijdens dit project wordt muziek van over de hele wereld samengebracht in Het Concertgebouw. De leerlingen gaan op reis door Het Concertgebouw, waar alle hoeken en gaten van de foyers en zalen gevuld zijn met muziek. Bij een aantal ensembles wordt meegeklapt en gezongen. De reis eindigt in de Grote Zaal waar wereldmuzieksterren op spectaculaire wijze deze wereldreis afsluiten. In dit lesmateriaal staan vier voorbereidende lessen waarin de leerlingen de liedjes en bewegingen leren die ze tijdens de voorstelling uitvoeren. Het lesmateriaal is geschreven door Hester Groenleer, Sara van Paaschen en Marloes van Ede.
2
De wereld aan je voeten Route geel
Inleiding Binnenkort bezoekt u met uw klas het project De wereld aan je voeten in Het Concertgebouw. De leerlingen gaan op reis door Het Concertgebouw en bezoeken vier korte concerten. Om het bezoek aan Het Concertgebouw een nog mooiere belevenis te laten zijn, ontdekt u via dit lesmateriaal alles over de muziek die de kinderen gaan horen en uitvoeren. De leerlingen worden inhoudelijk op het bezoek voorbereid zodat ze tijdens het bezoek de geleerde liedjes uit volle borst mee kunnen zingen. Over het lesmateriaal Dit lesmateriaal is een belangrijk onderdeel van het project De wereld aan je voeten. Het is de bedoeling dat u de vier voorbereidende lessen zelf aan uw klas geeft voorafgaand aan het bezoek. De voorbereidende lessen U geeft vier lessen die elk ongeveer 45 minuten duren. De leerlingen worden tijdens deze lessen inhoudelijk voorbereid op het bezoek en leren de activiteiten die ze tijdens de korte concerten samen met de musici zullen uitvoeren. Elke les begint met informatie over het land, de muziek, de muziekinstrumenten en het ensemble en er wordt een lied aangeleerd. Achterin het lespakket vindt u werkbladen voor de leerlingen. Deze kunt u kopiëren per les of er een boekje van maken dat de leerlingen bij zich houden. Bij elke les staan er kleine landkaarten met daarop het betreffende land, gebruik tijdens de les een grote wereldkaart of het digibord om de landen te bespreken. Geluidsfragmenten Op de website educatie.concertgebouw.nl/de-wereld-aan-je-voeten staan alle muziekfragmenten en liedjes die u nodig heeft om de voorbereidende lessen te kunnen geven. Zingen met kinderen Tijdens het bezoek aan Het Concertgebouw zingen de leerlingen liedjes mee. Het is de bedoeling dat de leerlingen de liedjes uit het hoofd kennen. Op de volgende pagina’s worden tips gegeven voor het zingen met kinderen.
3
De wereld aan je voeten Route geel
Zingen met kinderen Zingen met kinderen zorgt voor plezier en een prettige sfeer in de klas. Onderstaande simpele tips kunnen u helpen om elke muziekles, hoe kort ook, weer voort te bouwen op de vorige en zo een positief resultaat bereiken. Waarom is het goed om met een groep kinderen te zingen? – Zingen zorgt voor het ontwikkelen van goede gewoontes. – Met zingen werk je naar een eindresultaat toe en worden de kinderen uitgedaagd om steeds een stapje verder te zetten. – Zingen zorgt voor plezier! Welke goede gewoontes kun je hanteren in de les? – Begin elke les met een warming-up (kijk voor tips bij het kopje warming-up). – Maak van zingen een regelmatig terugkerende activiteit en ga niet alleen zingen als extraatje als al het andere werk is gedaan. – Stimuleer de leerlingen om goed naar elkaar en naar het zingen te luisteren. Was het zuiver en zong iedereen tegelijk? – Stimuleer stilte van de leerlingen voor en na het zingen van elk lied. – Probeer eens verschillende vormen van stemgebruik uit, denk hierbij bijvoorbeeld aan typetjes: een boze heks, een verdrietige jongen, etc. Hiermee kan het komende verhaal ook mooi geïntroduceerd worden. – Zing (delen van) het lied op verschillende manieren: harder, zachter, met een ander ritme, fluisterend, het ritme klappend, enzovoort. – Zet sterke zangers bij elkaar, vanuit dit sterke groepje zangers krijgt de rest van de groep meer zelfvertrouwen. – Voeg bewegingen toe, bijvoorbeeld een klap of stap. – Articuleer duidelijk, streef naar goed verstaanbare klinkers en medeklinkers. – Werk met de leerlingen aan een houding waarbij ze steeds beter willen worden en beter willen leren zingen. – Werk toe naar een uitvoering, laat de groep meedenken over de uitvoering en de presentatie. Warming-up Een goede warming-up is erg belangrijk. Een warming-up is de start van de les en niet alleen om het lichaam en de stem op te warmen, maar ook om de aandacht en concentratie van de leerlingen te krijgen. Plezier is één van de belangrijkste dingen van een warming-up! Tijdens een warming-up komen de volgende aspecten voorbij: – Losmaken van stem en lichaam – Focus en concentratie – Versterken van het groepsgevoel – Ademhaling – Verhogen van de energie Enkele aandachtpunten tijdens een warming-up: – Variatie: zorg voor variatie in de warming-up zodat iedereen bij de les blijft. – Staan en zitten: wanneer leerlingen zingen moeten ze vrij kunnen bewegen om rustig en ontspannen te kunnen ademhalen. Staan tijdens het zingen heeft daarom de voorkeur boven zitten. – Oude bekende en nieuwe dingen: door terug te grijpen naar opdrachten en spelletjes die leerlingen al kennen versterkt u het groepsgevoel en kunnen de leerlingen ontspannen. Wissel deze oude bekende opdrachten en spelletjes af met nieuwe opdrachten en spelletjes zodat de leerlingen geïnteresseerd en enthousiast blijven.
4
De wereld aan je voeten Route geel
Oefeningen voor de warming-up Op educatie.concertgebouw.nl/de-wereld-aan-je-voeten kunt u van een aantal van onderstaande oefeningen een filmpje bekijken. Houding en losmaken van het lichaam – Schud eerst alle lichaamsdelen met de leerlingen los, denk aan armen en benen maar ook aan handen, vingers, tenen, neus, ogen, etc. Hoe kun je deze lichaamsdelen afzonderlijk van de rest bewegen? Bedenk hier met de leerlingen oplossingen voor. – Laat de leerlingen in de juiste zanghouding staan; rechtop met de voeten op heupbreedte en het gewicht over beide voeten verdeeld, zodat je goed in evenwicht staat. Vraag de leerlingen in te ademen terwijl ze op hun tenen gaan staan en proberen het plafond aan te raken. Bij de uitademing laten zij hun hele lichaam naar beneden vallen en hun hoofd naar voren. – De leerlingen gaan nu weer rechtop staan en zorgen ervoor dat hun schouders los zijn, hun armen losjes langs hun lichaam hangen, hun knieën niet op slot staan en hun handen en kaak ontspannen zijn. – Wanneer de leerlingen zittend zingen, stimuleer dan dat zij rechtop zitten en alle lichaamsdelen ontspannen zijn. Ademhaling – De leerlingen ademen diep in en uit terwijl hun schouders ontspannen zijn. – Laat de leerlingen dan acht tellen inademen, hun adem twee tellen vasthouden en dan weer vier tellen uitademen. Herhaal dit een aantal keer. – Probeer eens om de leerlingen zonder geluid te laten inademen en veel geluid te laten maken bij het uitademen. Probeer het dan eens andersom, met veel geluid inademen en zonder geluid uitademen. – Herhaal de oefening nog eens, maar ‘sis’ nu op de uitademing. Door deze oefening worden leerlingen zich bewust van hoe je controle kunt hebben op de uitademing als je aan het zingen bent. – Als laatste oefening, in plaats van ‘sissen’, neuriën de leerlingen op de uitademing. Dan maken de leerlingen langzaam een ‘o’ van hun mond en zingen ‘o’. Hoe klinkt het met iedereen samen? Stemoefeningen – Iedereen schudt zijn armen, benen, voeten en alle andere lichaamsdelen en maakt bij elke beweging een geluid. Probeer eens lage en hoge geluiden, heeft dat effecten op de bewegingen? – De leerlingen gapen heel luidruchtig en rekken zich helemaal uit. Voelen ze zich nu ontspannen? – Zing met de kinderen een lange noot op bijvoorbeeld de klinker ‘oe’. Vraag hen te zingen als een operazanger. Laat de leerlingen dit uitproberen door de ruimte op te zoeken in de klas en met hun houding en gezichtsuitdrukking net te doen alsof ze operazangers zijn. Verander de klinker, naar ‘aa’ en ‘oo’. Welke klinker zingt het makkelijkst? – De leerlingen beelden in dat ze een heks zijn of een zoemende mug en maken daarbij een hoog nasaal geluid. Het geluid wordt langzaam een ‘a’. Houd deze ‘a’ even vast. Focus en versterken van het groepsgevoel – Geef een klap in de handen in de richting van de leerling aan de rechterkant. Deze leerling geeft de klap door aan de volgende, net zo lang tot de klap de hele kring is rond geweest. Samen moeten de leerlingen ervoor zorgen dat de klap in hetzelfde ritme blijft, of versnelt, of juist vertraagt. Je kunt de oefening moeilijker maken door een klap beide richtingen uit te geven. – Tel tot drie en laat alle kinderen hun naam zeggen met een zelf bedachte beweging erbij. Ga daarna de kring rond, ieder kind mag zijn naam met
5
De wereld aan je voeten Route geel
beweging voordoen, waarna de rest van de klas het zo goed mogelijk na probeert te doen. Algemene tips In de lessen wordt het aanleren van de liedjes aangeboden door middel van voor- en nazingen. U zingt dan een regel voor en de leerlingen herhalen deze. Probeer de leerlingen steeds te laten luisteren naar de melodie en de tekst. Dit stimuleert u door middel van voor- en nazingen en door de leerlingen vooraf een luisteropdracht mee te geven, bijvoorbeeld; ‘wat heeft het kind in het lied allemaal al gedaan?’. Leerlingen leren veel door herhaling. Daarom raden wij u aan om de liedjes regelmatig in de klas te laten horen en de geleerde liedjes veel te herhalen. Dit is wenselijk voor het goed kennen van de liedjes. Jonge kinderen Ook met jonge leerlingen is het belangrijk om goed in te zingen. Om de stemmen van de leerlingen op te warmen kunt u bijvoorbeeld korte melodieën voorzingen, de leerlingen herhalen deze. Een andere oefening is dat de leerlingen uw vinger volgen. Vertel de leerlingen dat het een vlieg is en dat ze met de beweging mee mogen zingen. Omhoog betekent hoger zingen, omlaag betekent lager zingen. Bodypercussie Voor het aanleren van de bodypercussie kunnen dezelfde stappen gehanteerd worden als bij het aanleren van een lied. Over het algemeen wordt de papegaaitechniek het meest gebruikt voor het aanleren van bodypercussie. Hierbij speelt de leerkracht een gedeelte voor, waarna de leerlingen dit herhalen. Deel de bodypercussie in kleinere stukken op. Speel eerst de aangeleerde delen achter elkaar door, alvorens een volgend deel aan te leren. Let altijd op de kwaliteit en speelwijze van de verschillende klanken: Borst: diepe klank Bovenbeen: feller, hoger geluid Klap: stevige aanslag Stamp: diepe klank en ‘in de grond’ gespeeld Verder is het, net als bij zingen, van belang dat de leerlingen gelijk en energiek spelen. Hoe strakker u het ritme met uw klas instudeert, hoe mooier het straks in Het Concertgebouw klinkt.
Wij wensen u en de leerlingen veel plezier tijdens de voorbereidende lessen en het concert.
6
De wereld aan je voeten Route geel
Geluidsfragmenten U vindt alle geluidsfragmenten op: educatie.concertgebouw.nl/de-wereld-aan-je-voeten U gebruikt alleen de geluidsfragmenten van de landen die u in de lessen behandelt.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36.
India Tabla Tronic door Aesh Djai Ganesha door Kalpana Raghuraman, Heiko Dijker, Sandhya Sanjana Djai Ganesha instrumentaal door Kalpana Raghuraman, Heiko Dijker, Sandhya Sanjana Roemenië Tema cu variatiuni door Vasile Nedea Ciobanas la oi-mas duce door Vasile Nedea Refrein gesproken Refrein gezongen Sa fjoe lokoeloei pe plak Sa zjotsj dansoel koem uts(i) vine Am lasat fete koe zjale Kaasja mo fakoet mama Mali Aya yhira nasa door Zoumana Diarra Aya yhira nasa zonder antwoordzang Balafoonfragment door Balafons et tambours Ngonifragment door Bassekou Kouyate en Ngoni ba Oost-Turkestan Duturfragment door Kamil Abbas Ghijekfragment door Kamil Abbas Rawapfragment door Kamil Abbas Appak door Kamil en Gulendem Abbas Appak eerste couplet alleen zang Appak tweede couplet alleen zang Appak instrumentaal Klezmer Oh, ’t is de Amsterdam Klezmer Beer door de Amsterdam Klezmer Band Oh, ’t is de Amsterdam Klezmer Beer instrumentaal De Mantsjoerië-Express door de Amsterdam Klezmer Band Brazilië PeloTelephone Lingua de pilao door Lilian Vieira en Cariopa Mexico La Bamba door Mariachi Tierra Caliente La Bamba instrumentaal, door Mariachi Tierra Caliente Geluidsfragment Vihuela Geluidsfragment Guitarron Senegal Africa yéwoulin naydj na door Lasymo Africayéwoulin naydj na instrumentaal door Lasymo Geluidsfragment Kora door Jalli Lamin Kuyateh Geluidsfragment Percussie door Moussé Pathé Mbaye Geluidsfragment Xalam door Jalli Lamin Kuyateh
7
De wereld aan je voeten Route geel
Les 1: Klezmermuziek Tijd: –
Ongeveer 45 minuten
Nodig – – – –
Geluidsfragment 23 t/m 25 Bijlage 1 Liedteksten Bijlage 2 Werkbladen, gekopieerd voor de leerlingen. Bijlage 3 Amsterdam Klezmer Band
Inleiding Vertel de leerlingen dat ze naar De wereld aan je voeten gaan in Het Concertgebouw. Ze gaan niet zomaar naar een concert maar bezoeken meerdere korte concerten met muziek uit verschillende landen. De leerlingen leren over deze verschillende landen en verschillende soorten muziek. In deze les komt klezmermuziek aan bod. Muziek die van oorsprong door het Joodse volk werd gespeeld. Om de muziek beter te begrijpen is het goed om iets meer te weten over de herkomst van de muziek. Kern Diaspora De herkomst van klezmermuziek begint bij het woord diaspora: Diaspora is een Grieks woord en het betekent verstrooiing. Er wordt mee bedoeld dat een volk verspreid is geraakt over de gehele wereld, door overheersing en oorlogen. Vaak bedoelt men met het woord diaspora de verspreiding van het Joodse volk. Het Jodendom als religie is al meer dan 4000 jaar oud en de eerste Joden woonden in een gebied waar nu Palestina en Israël liggen. De mensen werden door overheersing en onderdrukking steeds weer verdreven uit het gebied waar ze woonden. Ze trokken naar Zuid-Europa en naar centraal-midden- en Oost-Europa.
Vertel de leerlingen over de diaspora en de verdrijving van de Joodse mensen. Kunnen de leerlingen een voorbeeld noemen van een verdrijving van de Joodse mensen? Als de leerlingen geen voorbeeld weten, draag dan zelf de Tweede Wereldoorlog aan. Tijdens deze oorlog werden de Joden ook verdreven uit hun thuisland.
De verspreiding van het Joodse volk, de diaspora
8
De wereld aan je voeten Route geel
Als mensen op reis gaan en ergens anders gaan wonen, nemen ze hun verhalen en herinneringen aan hun geboorteland mee. Ook hun taal, religie, eetgewoonten en hun muziek nemen ze mee naar het land waar ze gaan wonen. Kunnen de leerlingen hier een voorbeeld van noemen? Bijvoorbeeld de Turkse bakker, een Marrokaanse winkel, een moskee in de buurt, Chinees restaurant, enzovoorts. Als mensen in een ander land gaan wonen, maken ze zich de nieuwe taal en de nieuwe gewoonten van het nieuwe land eigen. Die vermengen zich dan op den duur met de eigen tradities en taal uit het geboorteland. Zo ontstaat er een mooie mengeling/mix van culturen. Zo is het ook gegaan met de Joodse taal en muziek.
De muziek - Klezmer Vertel de leerlingen over klezmer: De muziek van de Joden die zich in Oost-Europa vestigden, de Asjkenazische Joden, vermengde zich met Oost-Europese muziek. Deze muziek noem je ‘klezmer’. Het is echte volksmuziek, en klinkt heel anders dan de meer religieuze (godsdienstige) muziek van Joodse mensen die zich in Zuid-Europa vestigden, de Sefardische Joden. In de muziek van de Sefardische Joden hoor je veel meer Moorse (Arabische) en Zuid-Europese invloeden. Het woord klezmer is Jiddisch en is ontstaan uit twee woorden: kley (werktuig) en zemer (muziek maken). Klezmer betekent muziekinstrument, maar ook muzikant. Klezmer wordt al eeuwen gespeeld op bruiloften en partijen. Er is een Joodse uitdrukking die zegt: ‘Een bruiloft zonder klezmoriem is nog erger dan een begrafenis zonder tranen.’ De klezmoriem waren rondtrekkende muzikanten, beroemd om hun grote kennis van muziek en heel goed in het bespelen van hun instrumenten. Van klezmermuziek wordt wel gezegd dat het droevige muziek met een knipoog is en vrolijke muziek met een weemoedige ondertoon. De lach en de traan gaan altijd samen. In klezmermuziek worden verschillende muziekinstrumenten gebruikt, er is geen vast instrumentarium. Vaak zijn de viool, klarinet en contrabas aanwezig, aangevuld met andere instrumenten. De Amsterdam Klezmer Band De Amsterdamse Klezmer Band bestaat uit zeven musici en treedt sinds 1996 op. Ze hebben al op heel veel plaatsen gespeeld, zowel in Nederland als daarbuiten. De band speelt Oost-Europese, Joodse muziek met Balkaninvloeden. Behalve traditionele muziek spelen ze ook nieuwe muziek die wordt geschreven door de bandleden zelf. De Amsterdam Klezmer Band speelt een spetterend afsluitend concert in de Grote Zaal van Het Concertgebouw. Lied Amsterdam Klezmer Beer Deel de werkbladen uit aan de leerlingen. Laat dan het lied De Amsterdam Klezmer Beer (geluidsfragment 23) horen. Het lied De Amsterdam Klezmer Beer is een echt klezmerlied, dat speciaal voor de voorstelling is geschreven. Behandel de volgende vragen: – Vraag 1: Welke instrumenten worden er bespeeld in het lied De Amsterdam Klezmer Beer? (Antwoord: saxofoon, klarinet, trompet, trombone, percussie, accordeon en contrabas.) – Vraag 2: Welk blaasinstrument speelt de baspartij (lage noten) tijdens dit lied? (Antwoord: de trombone.)
Leer het lied aan door middel van voor- en nazingen. Het hele lied mag meegezongen worden, behalve de tekst tussen haakjes, die zingt de zanger alleen. (zie liedtekst)
9
De wereld aan je voeten Route geel Lied Mantsjoerië-express Laat de leerlingen het lied De Mantsjoerië-express horen (geluidsfragment 25) en stel de volgende vraag: – Vraag 3: Klezmermuziek is droevige muziek met een knipoog en vrolijke muziek met een weemoedige ondertoon. Wat voor gevoel krijg je bij het lied De Mantsjoerië- express en waarom? (Open antwoord.)
Als je geen muzieknoten kunt lezen en schrijven kun je muziek toch opschrijven. Dit kun je doen door symbolen en tekens te gebruiken voor de toonhoogte en het ritme van de muziek. Deze manier van opschrijven noemen we grafische notatie. –
10
Vraag 4: Je ziet de grafische notatie van het refrein van De Mantsjoerië-express in 8 stukjes. De stukjes staan niet in de goede volgorde. Schrijf de juiste volgorde op de stippellijntjes. (Antwoord: A E B F G H C D.)
De wereld aan je voeten Route geel
Extra vragen bij de partituur: – A Wat betekenen de streepjes? (Antwoord: zij geven met hun lengte de duur van de toon aan, en het vakje waarin ze staan bepaalt de toonhoogte, de melodie van het refrein, hoe hoger in de tabel, hoe hoger de toon klinkt.) –
B Waarom is de vierde kolom van de meeste tabelletjes leeg? (Antwoord: daar valt een rust. Tip: klap mee met de muziek, elke kolom is een tel.)
Laat het refrein van De Mantsjoerië-express nog eens horen en laat de leerlingen mee kijken met de grafische partituur. Het lied De Mantsjoerië-express mogen de leerlingen helemaal meezingen. U kunt de grafische partituur gebruiken om het lied aan te leren. Als het goed gaat kunnen de leerlingen het hele lied meezingen.
Afsluiting Zing de liedjes nog eens en let daarbij goed op de instrumentale tussenstukken. Zing Oh, ’t is de Amsterdam Klezmer Beer als afsluiting, gebruik hiervoor de instrumentale versie (geluidsfragment 24).
11
De wereld aan je voeten Route geel
Les 2: Oost-Turkestan Tijd: –
Ongeveer 45 minuten
Nodig: – – – –
Geluidsfragment 16 t/m 22 Bijlage 1 Liedteksten Bijlage 2 Werkbladen Bijlage 4 Mäshräp
Inleiding In deze les leren de leerlingen over Oost-Turkestan, de muziek en muziekinstrumenten en leren ze een lied. Hebben de leerlingen wel eens gehoord van Oost-Turkestan? Waar denken ze aan bij het land? Waar zou het liggen?
Oost-Turkestan China op de wereldkaart
Kern
Bespreek onderstaande informatie over Oost-Turkestan: Oost-Turkestan is een gebied in de meest westerse punt van China en hoort net als Tibet officieel bij China. Daar zijn de bewoners van Oost-Turkestan, die ‘Oeigoeren’ heten niet zo gelukkig mee. China heeft het land lang geleden veroverd en bij zijn eigen gebied getrokken, omdat de grote Chinese karavanen met zijde, porselein, papier, paarden en andere handelswaren door OostTurkestan naar het westen moesten reizen. De Chinezen wilden dat die handelsroute in Chinese handen was. Deze route, de Zijderoute, was voor China zeer belangrijk. De Chinezen noemen Oost-Turkestan Xingjiang, wat ‘het nieuwe lege land in het westen’ of ‘de nieuwe grens’ betekent. De naam Turkestan betekent letterlijk ‘land van de Turken’. De Oeigoeren noemen zichzelf ook wel de ‘Oerturken’. De Turken zijn dan ook aan hen verwant. De naam ‘Oeigoer’ betekent ‘verbonden zijn’. De Oeigoeren zijn een heel oud en trots volk, dat al heel lang geleden kon schrijven en lezen. Ze staan sinds eeuwen bekend om hun dichtkunst en muziek, maar ook om bijvoorbeeld hun grote kennis van de geneeskunde. De invloed van hun cultuur reikt tot in Perzië (nu Iran) en Turkije.
Over de muziek Bespreek onderstaande informatie over de muziek: In de muziek van Oeigoeren zijn de westerse en oosterse invloeden goed te horen. Uit het oosten komen de toonladders die vaak herkend worden als ‘Chinese muziek’. Ze bestaan uit vijf tonen, dezelfde die je hoort als je op een piano alleen op de zwarte toetsen speelt. Uit het westen komen de toonladders met zeven tonen, die wij ook gebruiken. Deze zeven tonen hoor je als je op een piano op de witte toetsen speelt. Toch klinkt de muziek van de Oeigoeren in onze oren erg oosters. Dat komt omdat de snaren van de
12
De wereld aan je voeten Route geel instrumenten net iets anders worden gestemd dan bij ons. De tekst en muziek zijn nauw met elkaar verbonden. De teksten zijn vaak al eeuwenoud, en de Oeigoerse tekstdichters zijn heel geliefd en beroemd, ook al zijn ze al eeuwen geleden overleden. Iedereen kent hun namen en de gedichten leren de kinderen op school uit het hoofd. Ook zingen de Oeigoeren graag ballades. Een ballade is een lang lied waarin een heel verhaal wordt verteld van het begin tot het eind. Ballades eindigen niet altijd vrolijk, soms loopt het verhaal slecht af. De Oeigoeren komen graag bij elkaar voor een ‘maquam’. Dat is een soort concert waarbij een heleboel muziek achter elkaar wordt gespeeld. Gedichten die op muziek zijn gezet, verhalen, dansmuziek en muziek zonder zang wisselen elkaar daarbij af. Een ‘maquam’ kan uren doorgaan, tot diep in de nacht. Over de muziekinstrumenten (zie ook werkblad) Bespreek onderstaande informatie over de muziekinstrumenten: Het meest opvallende aan de muziekinstrumenten van de Oeigoeren is dat er veel verschillende luitachtige instrumenten zijn. Een luit is een tokkelinstrument met een (soms echt heel) lange hals en een peervormige klankkast. De luiten hebben een verschillend aantal snaren. Er is een luit die ‘dutar’ of ‘dotar’ heet. Aan de naam is te horen dat het instrument twee snaren heeft, ‘do’ is twee en ‘tar’ is snaar. Er zijn ook luiten met veel meer snaren. Heel vroeger werden die snaren gemaakt van gedroogde darmen van dieren, bijvoorbeeld van een schaap. Later maakten ze snaren van zijde, tegenwoordig zijn ze ook van nylon of metaal. De dutar werd veel door herders gebruikt en hoort bij de culturele bagage van de Oeigoeren. Veel Oeigoeren hebben thuis een dutar aan de muur hangen, zelfs als ze er niet zelf op kunnen spelen. Een ander instrument is het slaginstrument dat ‘dap’ of ‘daf’ heet. De dap is een ronde handtrom waaraan metalen ringetjes hangen die meerinkelen bij het spelen. Het trommelvel van de dap is vaak gemaakt van mooi bewerkt slangenleer. De gijek is een soort viool die je op je knie zet om hem te bespelen.
Kamil Abbas met de dutar Daf/dap
Rawap
Gijek
Over Mäshräp Mäshräp (spreek uit: Mesrep) is het Oeigoerse woord voor een groot feest met zoveel mogelijk familie waarmee je lekker eet, lacht, danst en muziek maakt. De groep Mäshräp bestaat uit vier mensen. Kamil Abbas, zijn vrouw Gülendem, hun zoon Irfan en Erkin Mansur. De leden van Mäshräp komen uit Oost-Turkestan, maar wonen tegenwoordig in Nederland. Ze vinden het belangrijk anderen kennis te laten maken met de muziek en cultuur van hun vaderland. Kamil bespeelt de snaarinstrumenten zoals de gijek en de rawap. Irfan bespeelt de slaginstrumenten zoals de dap. Erkin Mansur is violist en Gülendem zingt en danst.
13
De wereld aan je voeten Route geel Vragen Behandel met de leerlingen onderstaande vragen van het werkblad. – Vraag 1: Op geluidsfragment 16 t/m 18 hoor je de rawap, de gijek en de dutar of luit. Luister naar de geluidsfragmenten en vul hieronder in welke instrumenten je hoort. (Antwoord: geluidsfragment 16 : dutar, geluidsfragment 17: ghijek, geluidsfragment 18: rawap.) – Vraag 2: Waarom is de hals van sommige luiten zo enorm lang? (Antwoord: er kunnen dan langere snaren op waardoor er lage tonen mee gespeeld kunnen worden.) – Vraag 3: Wat zijn de grootste verschillen tussen een gitaar en een dutar? (Antwoord: de dutar heeft een langere hals en minder snaren dan de gitaar.) Luisteropdracht Laat het lied (geluidsfragment 19) aan de leerlingen horen. De tekst van het lied gaat over een jongen die eindelijk op een feest het meisje heeft ontmoet waarmee hij wil trouwen, maar hij mag niet van zijn moeder. Vroeger beslisten de moeders in Oost-Turkestan alles voor hun kinderen, ook met wie ze mochten trouwen. Dit liedje wordt nog vaak op bruiloften gezongen, maar dan met een dikke knipoog. Meestal blijven de tekst en de muziek hetzelfde. Kunnen de kinderen horen met welk woord het refrein begint? Hoe vaak wordt het refrein gezongen? De jongen zingt in het refrein over dat hij in vuur en vlam wordt gezet door de meisjes. Kunnen de leerlingen dit terug horen in de muziek? Waar horen ze dit aan? (Bijvoorbeeld aan de melodie.) Refrein Refrein Khasjingzkará sastjingz oezóen Met jullie donkere wenkbrauwen Halimra jessangtsjó en lange haren zetten jullie me in Khasjingzkará sastjingz oezóen vuur en vlam! Halimra jessangtsjó Lalala... – Vraag 4: Wie zingt er tijdens het refrein? Over wie heeft deze persoon het als hij zegt, ‘met jullie donkere wenkbrauwen en lange haren zetten jullie me in vuur en vlam’? (Antwoord: de jongen zingt in het refrein over meisjes in het algemeen met donkere wenkbrauwen en lange haren.) Het lied Appak aanleren U kunt ervoor kiezen om alleen de refreinen aan te leren. Het hele lied meezingen mag natuurlijk ook! Vraag een leerling om de fonetische liedtekst een keer langzaam voor te lezen. (De ‘g’ wordt uitgesproken als in het woord ‘joggen’.) Laat dan het lied een keer in zijn geheel horen (geluidsfragment 19) en vraag de leerlingen om de tekst te volgen. Klinken er woorden hetzelfde op de opname als toen ze door een leerling werden voorgelezen? Wat ging goed en wat niet? Leer het lied aan door middel van voor- en nazingen. U kunt hiervoor geluidsfragment 20 gebruiken. Leer eerst het refrein aan en daarna het couplet.
De daf speelt bijna het hele lied hetzelfde ritme, klap deze met de hele klas mee. Laat een leerling dit ritme op de Daf of handtrommel meespelen. (Deze opdracht is voor in de klas, niet voor op het concert).
Afsluiting
14
De wereld aan je voeten Route geel
Wanneer het lied goed gaat, zing dan mee met de instrumentale versie, geluidsfragment 22. Herhaal de liedjes uit de vorige lessen.
15
De wereld aan je voeten Route geel
Les 3: Senegal Tijd: –
Ongeveer 45 minuten
Nodig: – – – –
Geluidsfragment 32 t/m 36 Bijlage 1 Liedteksten Bijlage 2 Werkbladen Bijlage 5 Lasymo
Inleiding Deze les gaat over het ensemble Lasymo uit Senegal, Afrika. In deze les leren de leerlingen het lied Africa yéwoulin naydj na. Waar denken de leerlingen aan bij Afrika? Kennen ze nog meer landen die in Afrika liggen?
Senegal
Kern
Senegal op de wereldkaart
Bespreek met de leerlingen de informatie over het land Senegal: Senegal (officieel: République du Sénégal) of Sounougal in het Wolof, ligt in West-Afrika en grenst in het westen aan de Atlantische Oceaan. Senegal is bijna vijf keer zo groot als Nederland. Dwars door Senegal stromen twee belangrijke rivieren: de Senegal (1750 km), en de Gambia (1130 km). De rivier de Senegal vormt de noordgrens van Senegal. In de tijd van de grote ontdekkingsreizen kwamen Europeanen naar Senegal om te handelen in Arabische gom (dit wordt onder andere gebruikt in drop), goud en slaven. Vanaf de 15e eeuw zetten de Portugezen voet aan wal in West-Afrika, gevolgd door de Hollanders, de Engelsen en iets later de Fransen. De Nederlandse aanwezigheid in Senegal is terug te vinden in de naam Gorée (afkorting van Goede Reede), een eilandje vlakbij de kust van Dakar, de hoofdstad van Senegal. De officiële taal van Senegal is Frans. Deze taal wordt gesproken op de scholen en door de regering. Dit komt omdat Senegal heel lang een kolonie van Frankrijk is geweest. Onderling spreken de mensen hun eigen taal. De belangrijkste volkstaal is het Wolof, de meest gesproken taal in Senegal. Meer dan 80% van de bevolking (inclusief mensen die zelf niet tot het Wolof-volk behoren) spreekt de taal.
Over de muziek Bespreek onderstaande informatie over de muziek: Muziek is zonder enige twijfel een van de meest interessante onderdelen van de Senegalese cultuur. Het is onlosmakelijk verbonden met het leven van alledag. De muziek vertelt een verhaal over de geschiedenis van de cultuur en het volk. Daarnaast geeft muziek het volk hoop voor de toekomst. Deze verhalen op muziek worden al eeuwenlang doorgegeven op een manier zoals in Europa tijdens de Middeleeuwen de troubadours (rondreizende muzikanten) dat deden. In West-Afrika heten deze muzikale boodschappers Griotten. Hun maatschappelijke rol is praten door middel van muziek. Zij zingen en spelen 16
De wereld aan je voeten Route geel over geschiedenis, cultuur, politieke boodschappen, het leven, de hoop voor de toekomst, de liefde en vrede en geven deze muziek ook vandaag nog door van vader op zoon. Over Lasymo In Bijlage 5 staan afbeeldingen van de muzikanten uit het ensemble Lasymo. Bespreek de informatie over de groep en laat de foto’s zien. De naam van de groep Lasymo, is een samentrekking van de eerste lettergrepen van de namen van de Senegalese bandleden: Lamin, Sylla en Moussé. Tijdens het concert in Het Concertgebouw zal Thijs Borsten met het ensemble mee spelen. Thijs speelt tijdens het concert niet op een traditioneel Afrikaans instrument maar op een basgitaar. Moussé Pathé Mbaye is Senegalees percussionist. Hij heeft grote faam als bespeler van de tama (talking drum) en bougarabou (rechtopstaande hoge trommel). Hij speelt niet alleen het ritme, hij is in staat om een melodie uit zijn drums tevoorschijn te toveren. Mola Sylla is zanger en speelt daarnaast op de xalam en mbira. Jalli Lamin Kuyateh speelt op de kora en zingt. Hij is bandleider, griot en muziekleraar. Hij arrangeert traditionele liederen en schrijft eigen composities. Over de instrumenten (zie ook werkblad) Lasymo speelt voornamelijk op traditionele (West-) Afrikaanse instrumenten. Bespreek onderstaande informatie en behandel daarna de vragen. De kora komt oorspronkelijk uit West-Afrika en is een kruising tussen een harp en een luit. De kora is gemaakt van een grote, halve kalebas waarover een koeienvel is gespannen. Het instrument heeft 21 snaren. Lamin bespeelt de kora al sinds hij vijf is.
De xalam is ook een snaarinstrument, dat lijkt op een luit. Het instrument kan gemaakt zijn van kalebassen of van hout en daar overheen is een vel gespannen. De xalam kan één snaar hebben, maar er kunnen er ook vier op zitten. Het aantal varieert.
De mbira is een duimpiano. De duimpiano bestaat uit een reeks meestal ijzeren tongen (lamellen) die met de vingers aan het trillen worden gebracht. Deze tongen worden op de houten klankkast gemonteerd. Voor de metalen tongen worden bij gebrek aan geschikt materiaal dikwijls stelen van lepels of platgeslagen spaken van een fietswiel gebruikt. Het aantal tongen varieert tussen de 8 en 24.
17
De wereld aan je voeten Route geel
De sabar en de djembé zijn zandlopervormige trommels. Ze lijken op elkaar, maar bij de sabar wordt het vel op de trommel gespannen door 7 houten pinnen en bij de djembé door metalen ringen en snoeren. De sabar is iets smaller en langer dan de djembé en de sabar wordt ook wel 'koninklijke trommel van Senegal' genoemd.
–
–
–
Vraag 1: Op geluidsfragment 34 t/m 36 hoor je de kora, de xalam en de sabar/djembé. Luister naar de geluidsfragmenten. Bij welk geluidsfragment hoor je welk muziekinstrument? (Antwoord: geluidsfragment 34 is de kora, geluidsfragment 35 is de sabar/djembé, geluidsfragment 36 is de xalam.) Vraag 2: Luister naar het lied Africa yéwoulin naydj na (geluidsfragment 32). Het lied spreekt over hoop voor de toekomst en de aanmoediging tot hard werken en leren. Waardoor kun je dit in de muziek terug horen? (Antwoord: De muziek klinkt vrolijk, positief) Vraag 3: Het refrein van het lied Africa yéwoulin naydj na zegt dat we snel moeten opstaan en opschieten, want het is al laat. Hoe hoor je dit terug in de muziek? (Antwoord: het algemene tempo van het lied ligt hoog en je hoort snelle melodische loopjes op de kora. De basgitaar heeft steeds een actief motiefje.)
Het lied aanleren Bij dit lied worden alleen de vetgedrukte gedeeltes meegezongen. Spreek eerst de tekst van het refrein voor in het ritme en laat de klas dit herhalen. Let op de uitspraak en leer daarna de melodie aan door middel van voor- en nazingen. De zin wordt vier keer gezongen, de eerste en derde keer wordt er laag gezongen, de tweede en vierde keer hoger. Zorg ervoor dat de klas uit volle borst zingt, maar niet gaat schreeuwen. Verdeel de klas in een groep jongens en meisjes. Laat de jongens de eerste zin zingen en de meisjes antwoorden. Dan zingen de jongens weer de derde zin en de meisjes de vierde. Wissel daarna om waarbij u de meisjes laat voorzingen en de jongens antwoorden. Dit heet ook wel ´call and respons´ zingen. Luister goed naar de vetgedrukte woorden van het couplet. Spreek ze voor en laat de leerlingen het naspreken. Leer daarna de melodie aan door middel van voor- en nazingen. De vetgedrukte zinnetjes uit het couplet hebben steeds een melodie die naar beneden gaat met drie opeenvolgende tonen; Es-D-C. Dit geldt niet voor ‘Mou joboulle école’: ‘Mou’ is laag en bij ‘jo’ gaat het met een sprongetje omhoog. Leg een zware klemtoon op ‘jo’ van ‘joboulle’. Het lied begint met een instrumentale introductie. Deze introductie is heel kort en daarna stopt de muziek. Het refrein start in deze pauze. Voor het juiste moment van inzetten klapt u in deze pauze drie keer in de handen in het tempo van de instrumentale introductie. Indien u vanaf het begin in de maat meeklapt telt u; klap twee, drie, vier. Begin met het zingen van het refrein. Als de timing klopt, komt de muziek er weer bij op het moment dat u ‘naydj’ zingt. De muziek stopt in het couplet bij ‘Bousouba’ en komt er weer bij als u begint met ‘Ban Nga yéwou’.
18
De wereld aan je voeten Route geel
Bedenk in groepjes een ritmische (body)percussie die je tijdens het refrein kunt laten horen terwijl de rest van de klas het lied zingt. (Let op: dit is een opdracht voor in de klas, niet tijdens het concert).
Afsluiting Voer het lied uit met de hele klas. Herhaal de liedjes uit de vorige lessen. Extra
Op www.schooltv.nl/beeldbank staan een aantal filmpjes over Senegal. Onder andere over naar school gaan en water halen.
19
De wereld aan je voeten Route geel
Les 4: Mexico Tijd: –
Ongeveer 45 minuten
Nodig: – – – –
Geluidsfragment 28 t/m 31 Bijlage 1 Liedteksten Bijlage 2 Werkbladen Bijlage 6 Mariachi Tierra Caliente
Mexico
Mexico op de wereldkaart
Inleiding In deze les leren de leerlingen het lied La Bamba uit Mexico. Vraag de leerlingen waar ze aan denken bij het land Mexico, wat weten ze al? Schrijf deze woorden op het bord en maak een woordweb. Kern
Bespreek met de leerlingen de informatie over Mexico: Mexico is een enorm groot land dat net zo groot is als de Benelux, WestDuitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Spanje en Italië samen. Het land heeft dan ook verschillende natuurlandschappen bestaande uit woestijnen, vruchtbare laagvlaktes, woeste bergketens, vulkanen en tropische regenwouden. In Mexico wonen 56 verschillende Indianenvolken die allemaal een eigen taal spreken, om nog maar te zwijgen van het aantal dialecten. De Azteken en de Maya’s zijn hiervan de bekendste. In 1521 begon het Koloniale tijdperk. In 1519 zette de Spanjaard Hernan Cortes voet aan wal in Mexico. Hij veroverde in 1521 Tenochtitlan en doopte het om tot Mexico-Stad, de hoofdstad van de Spaanse kolonie Nieuw-Spanje. Mexico is ruim 300 jaar lang door Spanjaarden geregeerd. De Spanjaarden waren uit op rijkdom en wilden de bevolking bekeren tot het christendom. Het grootste deel van de bevolking werd dan ook katholiek, net als Spanje dat toen was. In 1821 werd Mexico onafhankelijk. De officiële taal in Mexico is nog altijd het Spaans en het land is het grootst Spaanssprekende land ter wereld. In Mexico zijn vooral de steden goed ontwikkeld en modern. Op het platteland heerst er veel armoede.
Over de muziek Bespreek met de leerlingen de informatie over de muziek: Een mariachi is een Mexicaans (straat)orkest bestaande uit minstens drie violen, twee trompetten, vihuela, guitarrón en zangers. Ook muziek die deze Mexicaanse orkesten uitvoeren wordt mariachi genoemd. Meestal dragen de mariachi Mexicaanse nationale kleding, ook wel het uniform van de charro genoemd. De charro is een traditioneel soort ruiter uit Mexico. Het woord komt oorspronkelijk van het Baskische txar, dat ‘iemand van het platteland’ betekent. De charro’s deden aan charreada, de Mexicaanse variant op de rodeo. De mariachi waren zeer goede paardrijders op de haciënda’s, dit zijn 20
De wereld aan je voeten Route geel
grote landgoederen. Hun uniformen zijn zwart van kleur en bestaan uit een strakke broek met ijzerbeslag aan de zijkanten, overhemden met ruches, korte getailleerde jasjes, grote hoeden en cowboylaarzen. (Zie voor een afbeelding van de mariachi Bijlage 6.) Mariachimuziek is in de 19e eeuw ontstaan, toen muziek van Spaanse theaterorkesten gecombineerd werd met Mexicaanse instrumenten. Over de herkomst van het woord mariachi bestaan twee versies. De ene versie is dat het van het Franse woord ‘mariage’ komt, omdat er bij bruiloften altijd deze muziek gespeeld werd. De tweede versie is dat het van het houtsoort komt waar het podium van gemaakt werd waarop de danser stond die de muzikanten vergezelde. Deze muziek, ook wel son jaliciense genoemd, komt oorspronkelijk uit de westelijke deelstaat Jalisco, de staat waaruit ook Mexico’s populairste mariachiorkest, Mariachi Vargas de Tecalitla’n, afkomstig is. De president van Mexico had het orkest uitgenodigd om te spelen bij zijn inhuldiging en hierna werd het orkest door het hele land zeer populair. De son uit Veracruz wordt son jarocho genoemd en de bekendste son jarocho is La Bamba. Naast sones zijn er nog andere genres binnen de mariachimuziek zoals ranchera en bolero. De mariachiorkestjes speelden op allerlei verschillende locaties en lieten zich inhuren voor toeristen in hotels en op feesten. Ze vroegen dan een min of meer vast tarief per gespeeld muzieknummer. In 2011 heeft de Mexicaanse mariachi een plaats gekregen op de lijst van immaterieel cultureel erfgoed van Unesco, de cultuurorganisatie van de VN. Over de instrumenten (zie ook het werkblad) Bespreek met de leerlingen de informatie over de instrumenten: Er is een aantal instrumenten dat vooral in de Mexicaanse muziek gebruikt wordt. Een voorbeeld is de vihuela. Het is een acht-vormig snaarinstrument en was voornamelijk gedurende de Renaissance (1500-1600 na Chr.) erg populair. Een vihuela is echter al veel eerder uitgevonden, namelijk in de Middeleeuwen (500-1500 na Chr.). De vihuela is dus een erg oud instrument. Wie een vihuela bespeelt, wordt een vihuelista genoemd. Het snaarinstrument is van Spaanse oorsprong. Vermoedelijk is het door de rijke Spaanse bevolking ontwikkeld als tegenhanger van de luit, een ander oud snaarinstrument. De vihuela werd vooral bespeeld in Spanje en is meegenomen naar Mexico door de kolonisten. Een guitarrón is een Mexicaanse basgitaar. De guitarrón is erg groot. De snaren van een guitarrón zijn veel dikker dan die van de vihuela. In tegenstelling tot de vlakke achterzijde van de meeste gitaren is de guitarrón gepunt. Het dikste punt is ongeveer 10 centimeter dikker dan de zijkant. De drie hoogste snaren zijn van dik plastic, de drie laagste zijn omwonden met metaal. De guitarrón heeft geen fretten (de streepjes op de hals van de gitaar) en de snaren worden ‘geplukt’ met de vingers van de rechterhand. Over Mariachi Tierra Caliente Bespreek met de leerlingen de informatie over de band: Wat op 30 april 1986 bij wijze van grap ontstond als een eenmalige feestband, is in de loop der jaren uitgegroeid tot een volwaardig mariachiorkest. Ramón Balderas Sánchez leidde het orkest vanaf het begin, er zijn inmiddels 4 cd’s geproduceerd en er worden nog steeds nieuwe nummers aan het uitgebreide repertoire toegevoegd. De band werd geroemd door de bekende Mexicaanse schrijver Carlos Fuentes als beste mariachiorkest in Europa en iedereen die deze muziek hoort, voelt dat de vrolijke klanken ieders hart verwarmen.
21
De wereld aan je voeten Route geel
Mariachi Tierra Caliente, la pura alegría! (Mariachi Tierra Caliente, echte vreugde/blijdschap!) Vragen beantwoorden – Vraag 1a: Wat zijn de verschillen tussen een vihuela en een guitarrón? Noem er drie. (Antwoord: de guitarrón heeft geen fretten. De guitarrón klinkt lager doordat het instrument groter is. De guitarrón heeft een puntige achterkant.) – Vraag 1b: Welk instrument hoor je spelen op geluidsfragment 30? (vihuela) – Vraag 1c: Welk instrument hoor je het duidelijkst/heeft de solo op geluidsfragment 31? (guitarron).
Tijdens het concert zullen de muzikanten van de Mariachi Tierra Caliente ook de traditionele mariachi-uniformen dragen. Speciaal voor jullie spelen ze het beroemde Mexicaanse lied La bamba. Het lied komt oorspronkelijk uit de staat Vera Cruz en heeft Spaanse inheemse en Afrikaanse muziek invloeden. Laat het lied horen (geluidsfragment 28) en stel hierbij de onderstaande vragen.
–
Vraag 2: Het lied begint met een instrumentaal intro. Een stukje uit de muziek wordt een aantal keer herhaald. Kun je horen hoe vaak dit is? (Antwoord: 4 x.)
–
Vraag 3: In het lied La bamba wordt er ook een stukje meerstemmig gezongen. In welk stuk van het lied kun je dat horen? A. In het couplet B. In het refrein C. In het outro (Antwoord: B.)
Extra vraag: Laat het lied nog eens horen en stel de volgende vraag aan de leerlingen: Vraag 4: Welke instrumenten die typerend zijn voor de mariachimuziek zijn er in dit lied te horen? (Antwoord: de vihuela en de guitarrón.) Een marichiorkest zoals Mariachi Tierra Caliente bestaat uit een bepaalde bezetting die typerend is voor de Mexicaanse muziek. Een bezetting betekent het verschillende aantal instrumenten dat speelt in een muziekstuk. Op het geluidsfragment horen jullie een kleinere bezetting dan dat tijdens het concert voor jullie zal spelen. Welke instrumenten missen er volgens jullie in het lied La bamba? (Antwoord: viool en trompet.)
– a.
b.
Het lied La Bamba aanleren (geluidsfragment 28 en 29) Zing het lied eerst in zijn geheel een keer voor terwijl de leerlingen de tekst nog niet zien. Geef ze van te voren een luisteropdracht mee. Bijvoorbeeld: welke woorden kun je onthouden van het lied en welke woorden worden een aantal keer gezongen? Vertel de leerlingen kort waar het lied La bamba over gaat. Zie hiervoor de vertaling. Leer dan eerst het refrein aan door middel van voor- en nazingen. Omdat het refrein eenvoudig is, kunt u de kinderen vrij snel mee laten zingen. Laat de leerlingen hierbij goed luisteren naar elkaar. Het is belangrijk dat u de juiste begintonen aangeeft. Het lied begint met een instrumentaal intro van een muzikale frase die vier keer herhaald wordt. Aan het einde van de vierde frase zet de zanger in.
22
De wereld aan je voeten Route geel
Luister met de leerlingen naar deze vier frases, zodat iedereen weet wanneer het lied moet worden ingezet. Zet de tekst van het eerste couplet van het lied op de volgende manier op het bord: 1. Para bailar la bamba 2. Para bailar la bamba se necesita 3. Una poca de gracia 4. Una poca de gracia y otra cosita 5. Ay arriba y arriba 6. Ay arriba y arriba y arriba iré 7. Yo no soy marinero 8. Yo no soy marinero por ti sere 9. Por ti sere por ti sere Leer de tekst aan door het regel voor regel in het juiste ritme (zoals in het lied) voor te spreken en te laten naspreken door de leerlingen. Vervolgens kunt u de gehele tekst ritmisch met de leerlingen doornemen. Het beste kunt u hierbij een puls aangeven door bijvoorbeeld mee te knippen met uw vingers zodat de leerlingen niet versnellen. Leer nu de melodie aan van het lied. Dit kunt u doen door middel van voor- en nazingen. Zing het lied in eerste instantie niet te snel voor zodat de leerlingen de tekst goed kunnen oefenen. Zing het lied een aantal keren in zijn geheel en varieer door de leerlingen in groepjes een deel te laten zingen, bijvoorbeeld het refrein of couplet. U kunt ook variëren in tempo en dynamiek. Op deze manier kunt u ook het tweede couplet aanleren. Zing daarna het lied in zijn geheel met de instrumentale versie.
Afsluiting Bespreek met de leerlingen wat ze deze les geleerd hebben. Wat wisten ze nog niet van Mexico? Zijn de woorden die op het bord stonden ook besproken? Zing ten slotte nog één keer het lied met behulp van de instrumentale versie.
Extra De woorden uit het woordweb die nog niet zijn besproken kunnen verdeeld worden onder de leerlingen. Zij mogen informatie zoeken over deze woorden. Wat betekenen ze en zijn ze van oorsprong Mexicaans?
23