De wereld aan je voeten Route blauw
Inhoud Voorwoord .....................................................................................................................................2 Inleiding ......................................................................................................................................... 3 Zingen met kinderen ......................................................................................................................4 Geluidsfragmenten ......................................................................................................................... 7 Les 1: Klezmermuziek .....................................................................................................................8 Les 2: Brazilië ............................................................................................................................... 12 Les 3: India .................................................................................................................................... 16 Les 4: Senegal .............................................................................................................................. 20 Bijlagen ........................................................................................................................................24 Bijlage 1: Liedteksten Bijlage 2: Werkbladen Bijlage 3: De Amsterdam Klezmerband Bijlage 4: Lilian Vieira en Marijn van der Linden Bijlage 5: Kalpana Raghuraman Bijlage 6: Lasymo
1
De wereld aan je voeten Route blauw
Voorwoord De wereld aan je voeten is een project voor groep 8 van het primair onderwijs. Tijdens dit project wordt muziek van over de hele wereld samengebracht in Het Concertgebouw. De leerlingen gaan op reis door Het Concertgebouw, waar alle hoeken en gaten van de foyers en zalen gevuld zijn met muziek. Bij een aantal ensembles wordt meegeklapt en gezongen. De reis eindigt in de Grote Zaal waar wereldmuzieksterren op spectaculaire wijze deze wereldreis afsluiten. In dit lesmateriaal staan vier voorbereidende lessen waarin de leerlingen de liedjes en bewegingen leren die ze tijdens de voorstelling uitvoeren. Het lesmateriaal is geschreven door Hester Groenleer, Sara van Paaschen en Marloes van Ede.
2
De wereld aan je voeten Route blauw
Inleiding Binnenkort bezoekt u met uw klas het project De wereld aan je voeten in Het Concertgebouw. De leerlingen gaan op reis door Het Concertgebouw en bezoeken vier korte concerten. Om het bezoek aan Het Concertgebouw een nog mooiere belevenis te laten zijn, ontdekt u via dit lesmateriaal alles over de muziek die de kinderen gaan horen en uitvoeren. De leerlingen worden inhoudelijk op het bezoek voorbereid zodat ze tijdens het bezoek de geleerde liedjes uit volle borst mee kunnen zingen. Over het lesmateriaal Dit lesmateriaal is een belangrijk onderdeel van het project De wereld aan je voeten. Het is de bedoeling dat u de vier voorbereidende lessen zelf aan uw klas geeft voorafgaand aan het bezoek. De voorbereidende lessen U geeft vier lessen die elk ongeveer 45 minuten duren. De leerlingen worden tijdens deze lessen inhoudelijk voorbereid op het bezoek en leren de activiteiten die ze tijdens de korte concerten samen met de musici zullen uitvoeren. Elke les begint met informatie over het land, de muziek, de muziekinstrumenten en het ensemble en er wordt een lied aangeleerd. Achterin het lespakket vindt u werkbladen voor de leerlingen. Deze kunt u kopiëren per les of er een boekje van maken dat de leerlingen bij zich houden. Bij elke les staan er kleine landkaarten met daarop het betreffende land, gebruik tijdens de les een grote wereldkaart of het digibord om de landen te bespreken. Geluidsfragmenten Op de website educatie.concertgebouw.nl/de-wereld-aan-je-voeten staan alle muziekfragmenten en liedjes die u nodig heeft om de voorbereidende lessen te kunnen geven. Zingen met kinderen Tijdens het bezoek aan Het Concertgebouw zingen de leerlingen liedjes mee. Het is de bedoeling dat de leerlingen de liedjes uit het hoofd kennen. Op de volgende pagina’s worden tips gegeven voor het zingen met kinderen.
3
De wereld aan je voeten Route blauw
Zingen met kinderen Zingen met kinderen zorgt voor plezier en een prettige sfeer in de klas. Onderstaande simpele tips kunnen u helpen om elke muziekles, hoe kort ook, weer voort te bouwen op de vorige en zo een positief resultaat bereiken. Waarom is het goed om met een groep kinderen te zingen? – Zingen zorgt voor het ontwikkelen van goede gewoontes. – Met zingen werk je naar een eindresultaat toe en worden de kinderen uitgedaagd om steeds een stapje verder te zetten. – Zingen zorgt voor plezier! Welke goede gewoontes kun je hanteren in de les? – Begin elke les met een warming-up (kijk voor tips bij het kopje warming-up). – Maak van zingen een regelmatig terugkerende activiteit en ga niet alleen zingen als extraatje als al het andere werk is gedaan. – Stimuleer de leerlingen om goed naar elkaar en naar het zingen te luisteren. Was het zuiver en zong iedereen tegelijk? – Stimuleer stilte van de leerlingen voor en na het zingen van elk lied. – Probeer eens verschillende vormen van stemgebruik uit, denk hierbij bijvoorbeeld aan typetjes: een boze heks, een verdrietige jongen, etc. Hiermee kan het komende verhaal ook mooi geïntroduceerd worden. – Zing (delen van) het lied op verschillende manieren: harder, zachter, met een ander ritme, fluisterend, het ritme klappend, enzovoort. – Zet sterke zangers bij elkaar, vanuit dit sterke groepje zangers krijgt de rest van de groep meer zelfvertrouwen. – Voeg bewegingen toe, bijvoorbeeld een klap of stap. – Articuleer duidelijk, streef naar goed verstaanbare klinkers en medeklinkers. – Werk met de leerlingen aan een houding waarbij ze steeds beter willen worden en beter willen leren zingen. – Werk toe naar een uitvoering, laat de groep meedenken over de uitvoering en de presentatie. Warming-up Een goede warming-up is erg belangrijk. Een warming-up is de start van de les en niet alleen om het lichaam en de stem op te warmen, maar ook om de aandacht en concentratie van de leerlingen te krijgen. Plezier is één van de belangrijkste dingen van een warming-up! Tijdens een warming-up komen de volgende aspecten voorbij: – Losmaken van stem en lichaam – Focus en concentratie – Versterken van het groepsgevoel – Ademhaling – Verhogen van de energie Enkele aandachtpunten tijdens een warming-up: – Variatie: zorg voor variatie in de warming-up zodat iedereen bij de les blijft. – Staan en zitten: wanneer leerlingen zingen moeten ze vrij kunnen bewegen om rustig en ontspannen te kunnen ademhalen. Staan tijdens het zingen heeft daarom de voorkeur boven zitten. – Oude bekende en nieuwe dingen: door terug te grijpen naar opdrachten en spelletjes die leerlingen al kennen versterkt u het groepsgevoel en kunnen de leerlingen ontspannen. Wissel deze oude bekende opdrachten en spelletjes af met nieuwe opdrachten en spelletjes zodat de leerlingen geïnteresseerd en enthousiast blijven.
4
De wereld aan je voeten Route blauw
Oefeningen voor de warming-up Op educatie.concertgebouw.nl/de-wereld-aan-je-voeten kunt u van een aantal van onderstaande oefeningen een filmpje bekijken. Houding en losmaken van het lichaam – Schud eerst alle lichaamsdelen met de leerlingen los, denk aan armen en benen maar ook aan handen, vingers, tenen, neus, ogen, etc. Hoe kun je deze lichaamsdelen afzonderlijk van de rest bewegen? Bedenk hier met de leerlingen oplossingen voor. – Laat de leerlingen in de juiste zanghouding staan; rechtop met de voeten op heupbreedte en het gewicht over beide voeten verdeeld, zodat je goed in evenwicht staat. Vraag de leerlingen in te ademen terwijl ze op hun tenen gaan staan en proberen het plafond aan te raken. Bij de uitademing laten zij hun hele lichaam naar beneden vallen en hun hoofd naar voren. – De leerlingen gaan nu weer rechtop staan en zorgen ervoor dat hun schouders los zijn, hun armen losjes langs hun lichaam hangen, hun knieën niet op slot staan en hun handen en kaak ontspannen zijn. – Wanneer de leerlingen zittend zingen, stimuleer dan dat zij rechtop zitten en alle lichaamsdelen ontspannen zijn. Ademhaling – De leerlingen ademen diep in en uit terwijl hun schouders ontspannen zijn. – Laat de leerlingen dan acht tellen inademen, hun adem twee tellen vasthouden en dan weer vier tellen uitademen. Herhaal dit een aantal keer. – Probeer eens om de leerlingen zonder geluid te laten inademen en veel geluid te laten maken bij het uitademen. Probeer het dan eens andersom, met veel geluid inademen en zonder geluid uitademen. – Herhaal de oefening nog eens, maar ‘sis’ nu op de uitademing. Door deze oefening worden leerlingen zich bewust van hoe je controle kunt hebben op de uitademing als je aan het zingen bent. – Als laatste oefening, in plaats van ‘sissen’, neuriën de leerlingen op de uitademing. Dan maken de leerlingen langzaam een ‘o’ van hun mond en zingen ‘o’. Hoe klinkt het met iedereen samen? Stemoefeningen – Iedereen schudt zijn armen, benen, voeten en alle andere lichaamsdelen en maakt bij elke beweging een geluid. Probeer eens lage en hoge geluiden, heeft dat effecten op de bewegingen? – De leerlingen gapen heel luidruchtig en rekken zich helemaal uit. Voelen ze zich nu ontspannen? – Zing met de kinderen een lange noot op bijvoorbeeld de klinker ‘oe’. Vraag hen te zingen als een operazanger. Laat de leerlingen dit uitproberen door de ruimte op te zoeken in de klas en met hun houding en gezichtsuitdrukking net te doen alsof ze operazangers zijn. Verander de klinker, naar ‘aa’ en ‘oo’. Welke klinker zingt het makkelijkst? – De leerlingen beelden in dat ze een heks zijn of een zoemende mug en maken daarbij een hoog nasaal geluid. Het geluid wordt langzaam een ‘a’. Houd deze ‘a’ even vast. Focus en versterken van het groepsgevoel – Geef een klap in de handen in de richting van de leerling aan de rechterkant. Deze leerling geeft de klap door aan de volgende, net zo lang tot de klap de hele kring is rond geweest. Samen moeten de leerlingen ervoor zorgen dat de klap in hetzelfde ritme blijft, of versnelt, of juist vertraagt. Je kunt de oefening moeilijker maken door een klap beide richtingen uit te geven. – Tel tot drie en laat alle kinderen hun naam zeggen met een zelf bedachte beweging erbij. Ga daarna de kring rond, ieder kind mag zijn naam met
5
De wereld aan je voeten Route blauw
beweging voordoen, waarna de rest van de klas het zo goed mogelijk na probeert te doen. Algemene tips In de lessen wordt het aanleren van de liedjes aangeboden door middel van voor- en nazingen. U zingt dan een regel voor en de leerlingen herhalen deze. Probeer de leerlingen steeds te laten luisteren naar de melodie en de tekst. Dit stimuleert u door middel van voor- en nazingen en door de leerlingen vooraf een luisteropdracht mee te geven, bijvoorbeeld; ‘wat heeft het kind in het lied allemaal al gedaan?’. Leerlingen leren veel door herhaling. Daarom raden wij u aan om de liedjes regelmatig in de klas te laten horen en de geleerde liedjes veel te herhalen. Dit is wenselijk voor het goed kennen van de liedjes. Jonge kinderen Ook met jonge leerlingen is het belangrijk om goed in te zingen. Om de stemmen van de leerlingen op te warmen kunt u bijvoorbeeld korte melodieën voorzingen, de leerlingen herhalen deze. Een andere oefening is dat de leerlingen uw vinger volgen. Vertel de leerlingen dat het een vlieg is en dat ze met de beweging mee mogen zingen. Omhoog betekent hoger zingen, omlaag betekent lager zingen. Bodypercussie Voor het aanleren van de bodypercussie kunnen dezelfde stappen gehanteerd worden als bij het aanleren van een lied. Over het algemeen wordt de papegaaitechniek het meest gebruikt voor het aanleren van bodypercussie. Hierbij speelt de leerkracht een gedeelte voor, waarna de leerlingen dit herhalen. Deel de bodypercussie in kleinere stukken op. Speel eerst de aangeleerde delen achter elkaar door, alvorens een volgend deel aan te leren. Let altijd op de kwaliteit en speelwijze van de verschillende klanken: Borst: diepe klank Bovenbeen: feller, hoger geluid Klap: stevige aanslag Stamp: diepe klank en ‘in de grond’ gespeeld Verder is het, net als bij zingen, van belang dat de leerlingen gelijk en energiek spelen. Hoe strakker u het ritme met uw klas instudeert, hoe mooier het straks in Het Concertgebouw klinkt.
Wij wensen u en de leerlingen veel plezier tijdens de voorbereidende lessen en het concert.
6
De wereld aan je voeten Route blauw
Geluidsfragmenten U vindt alle geluidsfragmenten op: educatie.concertgebouw.nl/de-wereld-aan-je-voeten U gebruikt alleen de geluidsfragmenten van de landen die u in de lessen behandelt.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36.
India Tabla Tronic door Aesh Djai Ganesha door Kalpana Raghuraman, Heiko Dijker, Sandhya Sanjana Djai Ganesha instrumentaal door Kalpana Raghuraman, Heiko Dijker, Sandhya Sanjana Roemenië Tema cuvariatiuni door Vasile Nedea Ciobanas la oi-mas duce door Vasile Nedea Refrein gesproken Refrein gezongen Sa fjoe lokoeloei pe plak Sa zjotsj dansoel koem uts(i) vine Am lasat fete koe zjale Kaasja mo fakoet mama Mali Aya yhira nasa door Zoumana Diarra Aya yhira nasa zonder antwoordzang Balafoonfragment door Balafons et tambours Ngonifragment door Bassekou Kouyate en Ngoniba Oost-Turkestan Duturfragment door Kamil Abbas Ghijekfragment door Kamil Abbas Rawapfragment door Kamil Abbas Appak door Kamil en Gulendem Abbas Appak eerste couplet alleen zang Appak tweede couplet alleen zang Appak instrumentaal Klezmer Oh, ’t is de Amsterdam Klezmer Beer door de Amsterdam Klezmer Band Oh, ’t is de Amsterdam Klezmer Beer instrumentaal De Mantsjoerië-Express door de Amsterdam Klezmer Band Brazilië Pelo Telephone Lingua de pilao door Lilian Vieira en Cariopa Mexico La Bamba door Mariachi Tierra Caliente La Bamba instrumentaal, door Mariachi Tierra Caliente Geluidsfragment Vihuela Geluidsfragment Guitarron Senegal Africa yéwoulin naydj na door Lasymo Africa yéwoulin naydj na instrumentaal door Lasymo Geluidsfragment Kora door Jalli Lamin Kuyateh Geluidsfragment Percussie door Moussé Pathé Mbaye Geluidsfragment Xalam door Jalli Lamin Kuyateh
7
De wereld aan je voeten Route blauw
Les 1: Klezmermuziek Tijd: –
Ongeveer 45 minuten
Nodig – – – –
Geluidsfragment 23 t/m 25 Bijlage 1 Liedteksten Bijlage 2 Werkbladen, gekopieerd voor de leerlingen. Bijlage 3 Amsterdam Klezmer Band
Inleiding Vertel de leerlingen dat ze naar De wereld aan je voeten gaan in Het Concertgebouw. Ze gaan niet zomaar naar een concert maar bezoeken meerdere korte concerten met muziek uit verschillende landen. De leerlingen leren over deze verschillende landen en verschillende soorten muziek. In deze les komt klezmermuziek aan bod. Muziek die van oorsprong door het Joodse volk werd gespeeld. Om de muziek beter te begrijpen is het goed om iets meer te weten over de herkomst van de muziek. Kern Diaspora De herkomst van klezmermuziek begint bij het woord diaspora: Diaspora is een Grieks woord en het betekent verstrooiing. Er wordt mee bedoeld dat een volk verspreid is geraakt over de gehele wereld, door overheersing en oorlogen. Vaak bedoelt men met het woord diaspora de verspreiding van het Joodse volk. Het Jodendom als religie is al meer dan 4000 jaar oud en de eerste Joden woonden in een gebied waar nu Palestina en Israël liggen. De mensen werden door overheersing en onderdrukking steeds weer verdreven uit het gebied waar ze woonden. Ze trokken naar Zuid-Europa en naar centraal-midden- en Oost-Europa.
Vertel de leerlingen over de diaspora en de verdrijving van de Joodse mensen. Kunnen de leerlingen een voorbeeld noemen van een verdrijving van de Joodse mensen? Als de leerlingen geen voorbeeld weten, draag dan zelf de Tweede Wereldoorlog aan. Tijdens deze oorlog werden de Joden ook verdreven uit hun thuisland.
De verspreiding van het Joodse volk, de diaspora
8
De wereld aan je voeten Route blauw
Als mensen op reis gaan en ergens anders gaan wonen, nemen ze hun verhalen en herinneringen aan hun geboorteland mee. Ook hun taal, religie, eetgewoonten en hun muziek nemen ze mee naar het land waar ze gaan wonen. Kunnen de leerlingen hier een voorbeeld van noemen? Bijvoorbeeld de Turkse bakker, een Marrokaanse winkel, een moskee in de buurt, Chinees restaurant, enzovoorts. Als mensen in een ander land gaan wonen, maken ze zich de nieuwe taal en de nieuwe gewoonten van het nieuwe land eigen. Die vermengen zich dan op den duur met de eigen tradities en taal uit het geboorteland. Zo ontstaat er een mooie mengeling/mix van culturen. Zo is het ook gegaan met de Joodse taal en muziek.
De muziek - Klezmer Vertel de leerlingen over klezmer: De muziek van de Joden die zich in Oost-Europa vestigden, de Asjkenazische Joden, vermengde zich met Oost-Europese muziek. Deze muziek noem je ‘klezmer’. Het is echte volksmuziek, en klinkt heel anders dan de meer religieuze (godsdienstige) muziek van Joodse mensen die zich in Zuid-Europa vestigden, de Sefardische Joden. In de muziek van de Sefardische Joden hoor je veel meer Moorse (Arabische) en Zuid-Europese invloeden. Het woord klezmer is Jiddisch en is ontstaan uit twee woorden: kley (werktuig) en zemer (muziek maken). Klezmer betekent muziekinstrument, maar ook muzikant. Klezmer wordt al eeuwen gespeeld op bruiloften en partijen. Er is een Joodse uitdrukking die zegt: ‘Een bruiloft zonder klezmoriem is nog erger dan een begrafenis zonder tranen.’ De klezmoriem waren rondtrekkende muzikanten, beroemd om hun grote kennis van muziek en heel goed in het bespelen van hun instrumenten. Van klezmermuziek wordt wel gezegd dat het droevige muziek met een knipoog is en vrolijke muziek met een weemoedige ondertoon. De lach en de traan gaan altijd samen. In klezmermuziek worden verschillende muziekinstrumenten gebruikt, er is geen vast instrumentarium. Vaak zijn de viool, klarinet en contrabas aanwezig, aangevuld met andere instrumenten. De Amsterdam Klezmer Band De Amsterdamse Klezmer Band bestaat uit zeven musici en treedt sinds 1996 op. Ze hebben al op heel veel plaatsen gespeeld, zowel in Nederland als daarbuiten. De band speelt Oost-Europese, Joodse muziek met Balkaninvloeden. Behalve traditionele muziek spelen ze ook nieuwe muziek die wordt geschreven door de bandleden zelf. De Amsterdam Klezmer Band speelt een spetterend afsluitend concert in de Grote Zaal van Het Concertgebouw. Lied Amsterdam Klezmer Beer Deel de werkbladen uit aan de leerlingen. Laat dan het lied De Amsterdam Klezmer Beer (geluidsfragment 23) horen. Het lied De Amsterdam Klezmer Beer is een echt klezmerlied, dat speciaal voor de voorstelling is geschreven. Behandel de volgende vragen: – Vraag 1: Welke instrumenten worden er bespeeld in het lied De Amsterdam Klezmer Beer? (Antwoord: saxofoon, klarinet, trompet, trombone, percussie, accordeon en contrabas.) – Vraag 2: Welk blaasinstrument speelt de baspartij (lage noten) tijdens dit lied? (Antwoord: de trombone.)
Leer het lied aan door middel van voor- en nazingen. Het hele lied mag meegezongen worden, behalve de tekst tussen haakjes, die zingt de zanger alleen. (zie liedtekst)
9
De wereld aan je voeten Route blauw
Lied Mantsjoerië-express Laat de leerlingen het lied De Mantsjoerië-express horen (geluidsfragment 25) en stel de volgende vraag: – Vraag 3: Klezmermuziek is droevige muziek met een knipoog en vrolijke muziek met een weemoedige ondertoon. Wat voor gevoel krijg je bij het lied De Mantsjoerië- express en waarom? (Open antwoord.)
Als je geen muzieknoten kunt lezen en schrijven kun je muziek toch opschrijven. Dit kun je doen door symbolen en tekens te gebruiken voor de toonhoogte en het ritme van de muziek. Deze manier van opschrijven noemen we grafische notatie. –
10
Vraag 4: Je ziet de grafische notatie van het refrein van De Mantsjoerië-express in 8 stukjes. De stukjes staan niet in de goede volgorde. Schrijf de juiste volgorde op de stippellijntjes. (Antwoord: A E B F G H C D.)
De wereld aan je voeten Route blauw
Extra vragen bij de partituur: – A Wat betekenen de streepjes? (Antwoord: zij geven met hun lengte de duur van de toon aan, en het vakje waarin ze staan bepaalt de toonhoogte, de melodie van het refrein, hoe hoger in de tabel, hoe hoger de toon klinkt.) –
B Waarom is de vierde kolom van de meeste tabelletjes leeg? (Antwoord: daar valt een rust. Tip: klap mee met de muziek, elke kolom is een tel.)
Laat het refrein van De Mantsjoerië-express nog eens horen en laat de leerlingen mee kijken met de grafische partituur. Het lied De Mantsjoerië-express mogen de leerlingen helemaal meezingen. U kunt de grafische partituur gebruiken om het lied aan te leren. Als het goed gaat kunnen de leerlingen het hele lied meezingen.
Afsluiting Zing de liedjes nog eens en let daarbij goed op de instrumentale tussenstukken. Zing Oh, ’t is de Amsterdam Klezmer Beer als afsluiting, gebruik hiervoor de instrumentale versie (geluidsfragment 24).
11
De wereld aan je voeten Route blauw
Les 2: Brazilië Tijd: –
Ongeveer 45 minuten
Nodig: – – – –
Geluidsfragment 26 en 27 Bijlage 1 Liedteksten Bijlage 2 Werkbladen Bijlage 4 Lilian Vieira en Marijn van der Linden
Inleiding In deze les leren de leerlingen over Brazilië en leren ze het lied Lingua di pilao. Wat weten de leerlingen al over Brazilië? Schrijf deze woorden op het bord en maak een woordweb.
De afstand tussen Brazilië en Nederland
Kern
Brazilië op de wereldkaart
Bespreek met de leerlingen de informatie over Brazilië: Brazilië ligt in Zuid-Amerika en is meer dan tweehonderd keer zo groot als Nederland. Door Brazilië stroomt één van de langste rivieren ter wereld: de Amazone. Alleen de Nijl is langer. De rivier is meer dan 6000 kilometer lang en stroomt door meerdere landen. Langs de Amazone ligt het Amazonewoud, het grootste tropische regenwoud ter wereld. De regenwouden in Brazilië worden bedreigd door landbouw, boskap, mijnbouw en veeteelt. Brazilië heeft het grootste bevolkingsaantal van Zuid-Amerika en de bevolking groeit razendsnel. De officiële taal in Brazilië is Portugees. In 1500 werden de kusten van Brazilië veroverd door de Portugezen en werd Brazilië een Portugese kolonie. Pas in 1825 erkende Portugal de onafhankelijkheid van Brazilië.
Over de muziek Bespreek met de leerlingen de informatie over de muziek: In de Braziliaanse muziek zijn veel Afrikaanse invloeden te horen. Dat komt omdat er veel Afrikaanse slaven naar Midden- en Zuid-Amerika zijn gebracht. Ze moesten er werken in de katoen- en suikerteelt en ze namen hun muziek mee. Samba De meest bekende muziekstijl uit Brazilië met Afrikaanse wortels is de samba. De samba is in het begin van de twintigste eeuw begonnen als carnavalsmuziek van de arme bevolking in Rio de Janeiro, en is dat grotendeels nog steeds. De rijke blanken hebben de samba meerdere malen verboden omdat ze de muziek te Afrikaans vonden klinken, maar de samba bleef 12
De wereld aan je voeten Route blauw
bestaan. Er werden speciale sambascholen opgericht en er ontstonden vele soorten sambamuziek, waar de carnavals-samba er slechts eentje van is. In de samba ligt de nadruk op de tweede en vierde tel van de vierkwartsmaat en hoor je vaak percussie- of andere instrumenten dwars tegen het ritme ingaan. Choro en bossanova Andere bekende Braziliaanse muziekstijlen zijn: de choro en de bossanova. De choro was de eerste echte oorspronkelijke Braziliaanse muziek. De choro ontstond rond 1870 in Rio de Janeiro, waarbij Europese dansmuziek (zoals walsen en polka's) samensmolt met ritmes uit Afrika. De choro is voornamelijk instrumentaal en wordt gekenmerkt door virtuositeit (snel en sprankelend spel) en improvisatie. Sinds het ontstaan van de choro, zijn veel componisten geïnspireerd geraakt door deze vorm. De componist H. Villa-Lobos zei ooit dat de choro de ziel van de Braziliaanse muziek is. Het gekke is dat de naam in het Portugees letterlijk ‘huilen’ of ‘treuren’ betekent, terwijl het vaak vrolijke, lichtvoetige muziek is. Er is ook een theorie die zegt dat de het woord choro een afgeleide is van 'coro' (koor) of 'xolo' (een oude Afrikaanse dans). De choro is zonder twijfel één van de belangrijkste muzieksoorten in Brazilië De bossanova komt net als de choro en de samba uit Rio de Janeiro. In 1957 werd deze muziek ‘uitgevonden’. Bossanova is een variant van samba die meer klinkt als rustige jazzmuziek. De woorden bossa en nova betekenen ‘nieuwe e golf’. De bossanova is ontstaan in de jaren vijftig van de 20 eeuw. Het is van origine een sambaritme dat gespeeld wordt op een akoestische gitaar, maar dan trager en met ritmische variaties. De ontspannen muziek leent zich uitstekend voor zangers om mooie melodieën met een rustig tempo te zingen. Over de instrumenten Bespreek met de leerlingen de informatie over de instrumenten: In de Braziliaanse muziek wordt een aantal instrumenten vaak gebruikt. Een voorbeeld is de cavaquinho. Deze kleine gitaar heeft vier snaren in plaats van de zes op een klassieke (of Spaanse) gitaar. Oorspronkelijk komt het instrument uit Portugal waar het letterlijk ‘stukje hout’ betekent. De cavaquinho speelt vaak solo maar kan ook begeleiding spelen. Een ander instrument is de pandeiro. Dit is een percussie instrument, dat te vergelijken is met een tamboerijn. Het verschil met een tamboerijn is dat bij de pandeiro het vel strakker of losser gespannen kan worden. Daarnaast zijn de belletjes anders. Andere instrumenten die in de Braziliaanse muziek gebruikt worden zijn de dwarsfluit en de klarinet. –
Vraag 1: Wat zijn bekende muziekstijlen uit Brazilië? Noem er drie. (Antwoord: de choro, de samba en de bossanova.)
Laat het lied Pelo Telefone horen (geluidsfragment 26). – Vraag 2: De allereerste samba die op grammofoonplaat voor Carnaval werd gemaakt heette Pelo Telefone (vertaling: door de telefoon) en werd gemaakt in 1917. Het was een enorme hit en het begin van een grote traditie. Luister naar het lied. Welke instrumenten herken je? (Antwoord: percussie, zang, cavaquinho, bas, koperblazers: trompet en trombone, dwarsfluit.) Laat de leerlingen nog een keer naar het lied luisteren. Vraag de leerlingen hun vinger op te steken als ze een percussie-instrument horen dat dwars tegen het ritme in gaat. (Antwoord: bij 0'25 seconden hoor je een drum een paar tellen dwars tegen het ritme ingaan.)
13
De wereld aan je voeten Route blauw
Over Lilian Vieira & Cariopa Lilian Vieira & Cariopa spelen samba en choro. De muziek is vrolijk en melancholisch tegelijk en je kunt er geweldig op dansen. In Het Concertgebouw zul je de volgende instrumenten zien en horen: gitaar, cavaquinho, percussie en zang. Grupo Cariopa creëert een sfeer die je meeneemt naar ’t zwoele Rio de Janeiro, stad van de samba en choro, muziek met een lach en een traan. – Vraag 3: Op de foto zie je Marijn. Hoe heet het instrument dat hij vasthoudt? (Antwoord: cavaquinho.)
Over het lied Lingua de pilao Het lied Lingua de pilao gaat over het leven van slaven die op de plantages werkten. Het refrein gaat over een jongen die niet kan slapen, omdat zijn moeder er niet is. Ze is als slavin aan het werk en kan dus niet voor hem zorgen. – Vraag 4: Lilian Vieira en Cariopa spelen de samba en de choro. Bij welke stijl past het lied Lingua de pilao het best en kun je uitleggen waarom? (Antwoord: de stijl die het beste past bij het lied Lingua de pilao is de choro, omdat de tekst droevig is terwijl de muziek erg vrolijk en lichtvoetig klinkt. Dat is één van de mogelijke verklaringen van de stijlnaam choro. Daarnaast staat de choro ook bekend om de instrumentale virtuositeit (snel en sprankelend spel) en improvisatie. Je hoort duidelijk dat de dwarsfluit hier een solistische rol heeft met snelle loopjes en improvisatie.)
Van het lied Lingua de pilao wordt in ieder geval het refrein meegezongen. De onderstaande tekst wordt steeds twee of vier keer herhaald. Laat het lied eerst een keer horen (geluidsfragment 27) aan de leerlingen. Tekst: Chorou, chorou, Quando eu meia noite esse pobre menino chorou Uitspraak: Sjoro, sjoro Kwandoe deeuw meeja nooit jessie pobrie mienieno sjoro
Leer het refrein aan door de zin eerst op verschillende manieren voor te zeggen in het juiste ritme. Bijvoorbeeld zacht, laag, enzovoorts. Leer daarna de melodie aan door middel van voor- en nazingen. De leerlingen mogen ook het hele lied meezingen. Let op het instrumentale tussenstuk. Lilian zal tijdens het concert aangeven wanneer de leerlingen het refrein weer mogen meezingen.
Afsluiting Bespreek met de leerlingen wat ze deze les geleerd hebben. Wat wisten ze nog niet van Brazilië? Zijn de woorden die op het bord stonden ook besproken? Zing ten slotte nog één keer het lied.
14
De wereld aan je voeten Route blauw
Extra
De woorden uit het woordweb die nog niet zijn besproken, kunnen verdeeld worden onder de leerlingen. De leerlingen mogen informatie opzoeken over de betekenis en herkomst van de woorden. Het lied Pelo Telefone is een samba lied. Bedenk met de leerlingen een dans op het lied. Kijk voor inspiratie op www.schooltv.nl/beeldbank en zoek op ‘samba’.
15
De wereld aan je voeten Route blauw
Les 3: India Tijd: –
Ongeveer 45 minuten
Nodig: – – – –
Geluidsfragment 1 t/m 3 Bijlage 1 Liedteksten Bijlage 2 Werkbladen Bijlage 5 Kalpana Raghuraman
Inleiding In deze les leren de leerlingen over het land India en over de muziek van India. Wat weten de kinderen van India? Weten ze waar het ligt en weten ze iets van de cultuur?
India op de wereldkaart
Kern
Bespreek de informatie over India met de leerlingen: India heeft maar liefst 1,16 miljard inwoners en heeft op China na de meeste e inwoners. Sinds het begin van de 20 eeuw is de bevolking vier keer zo groot geworden! De onafhankelijke republiek India bestaat pas sinds 1947. Desondanks heeft het land een eeuwenoude cultuur. Er zijn woonplaatsen gevonden van maar liefst 40.000 jaar geleden. Van 1858 tot 1947 maakte India deel uit van het Britse Rijk. De langdurige invloed van de Engelsen zie je nog steeds, de auto’s in India rijden bijvoorbeeld net als in Groot-Brittannië links. De hoofdstad van India is New Delhi, maar de grootste stad is Mumbai (voorheen Bombay). In Mumbai wonen bijna evenveel mensen als in heel Nederland. In India worden heel veel verschillende talen gesproken. De belangrijkste taal is Hindi, maar veel mensen spreken ook Engels, een taal die ook door de regering wordt gebruikt. In het land komen veel verschillende godsdiensten voor. Sommige grote religies zijn zelfs in India ontstaan, zoals het hindoeïsme en het boeddhisme.
Over de muziek Bespreek de informatie over de muziek met de leerlingen: Indiase muziek kun je, zoals alle muziek, grofweg in drie hoofdsoorten onderverdelen: klassieke muziek, popmuziek en volksmuziek. De popmuziek bestaat vooral uit filmmuziek. In India worden namelijk ontzettend veel films gemaakt die binnen en buiten het land heel populair zijn. Er wordt veel in gezongen en de acteurs zijn daardoor tegelijkertijd ware popsterren. Deze films worden Bollywood films genoemd. Bollywood is de grootste filmindustrie ter wereld. –
16
Vraag 1: Uit welke twee woorden is de naam ‘Bollywood’ ontstaan? (Antwoord: Bombay en Hollywood.)
De wereld aan je voeten Route blauw
Lees onderstaande in informatie met de leerlingen (zie werkblad) en beantwoord de vragen: De oudste bronnen van de Indiase muziek gaan terug tot een legendarische dans op muziek van meer dan 2000 jaar geleden: de ‘Bharatanatyam’. Natyam betekent dans en de lettergrepen van het woord Bharata zeggen alles over de verschillende elementen van de Indiase klassieke muziek. BHA komt van bhava, dat is de emotie uitgedrukt in de muziek. RA komt van raga. In de klassieke Indiase muziek bestaan veel verschillende vaste melodiepatronen die elke muzikant uit zijn hoofd hoort te kennen. Zo’n melodiepatroon heet een raga, vergelijkbaar met onze verschillende toonladders. De raga’s drukken bepaalde emoties (bhava) uit. De ene raga drukt bijvoorbeeld verdriet uit, een andere blijdschap. De kunst is om vrij te improviseren op zo’n raga. Hoe beter je kunt improviseren, hoe meer je als muzikant wordt gewaardeerd.
–
Vraag 2: Er bestaat een raga voor blijheid en verdriet. Zoek op welke raga’s er nog meer zijn en welke emoties daarbij horen. (Antwoord: er zijn negen emoties (bhava's) in de verschillende raga’s te onderscheiden: romantisch/erotisch (shringara), humoristisch/komisch (hasya), compassie/mededogen (karuna), boosheid/woede (raudra), heldendom/dapperheid/ glorie (veera), angstig/beangstigend (bhayanaka), afkeer/walging (vibhatsa), verwondering/verbazing (adbhuta), rust/tevredenheid/ontspanning (shanta). Tussen haakjes staan de namen van de raga’s.) De lettergreep TA komt van het woord Bharata. TA komt van tala: de ritmische structuur van de muziek. Niet alleen de melodieën bestaan uit vaste patronen, ook de ritmes onder die melodieën. Die vaste ritmepatronen, moeten de musici ook uit hun hoofd kennen. Zo’n ritmepatroon, of ritmecyclus, heet een tala. Het meest kenmerkende Indiase instrument is de ‘tabla'. De tabla is een set van twee trommels, een grote en een kleine. Wat zo bijzonder is aan de tabla, is dat het trommelvel niet uit een dierenvel bestaat, maar uit verschillende ronde schijven van verschillende materialen. Elke schijf klinkt anders.
–
Vraag 3: Luister naar geluidsfragment 1. In dit fragment hoor je de tabla. Worden er op dit instrument raga's of tala's uitgevoerd? Of kun je op dit instrument zowel raga's als tala's spelen? Waarom wel/niet? (Antwoord: een tabla is een percussie instrument waarmee je alleen ritmes kunt uitvoeren. Ritmische patronen heten tala’s in Indiase muziek. Al bestaat de tabla uit verschillende schijven met verschillende klankkleuren, een melodie kun je er niet op spelen. De raga’s zijn de melodische patronen in de Indiase muziek, vergelijkbaar met onze toonladders.)
De tala’s (vaste ritmepatronen) worden gespeeld op de verschillende schijven van het trommelvel van beide trommels. Om een tala uit het hoofd te leren spelen, maken tablaspelers gebruik van een truc. Elke schijf krijgt een gesproken klank die op de klank van het trommelgeluid lijkt, bijvoorbeeld TA of TIN. Dus als je zegt: TA-TIN-TIN, dan weet je dat je eerst 1x op de ene schijf (TA) moet slaan en dan 2x op de andere (TIN TIN). Zo leer je langere tala’s spelen met behulp van deze ‘hulpzinnen’, bijvoorbeeld: DhaTiRaKiTaDhinDhin | DhaDha Tin Tin | Ta TiRaKiTaDhinDhin | DhaDhaDhinDhin |. 17
De wereld aan je voeten Route blauw
Opdracht met de klas Met de klas kunt u ook een tala uitvoeren. Doe het eerst een keer voor. Klap 8 tellen van gelijke lengte. De lettergrepen TiRaKiTaDhinDhin passen precies in de acht tellen, zie onder in het schema. De lettergrepen Ti, Ra, Ki en Ta krijgen ieder een tel en Dhin krijgt er twee.
Ti 1
Ra 2
Ki 3
Ta 4
Dhin 5+6
Dhin 7+8
Klap en zeg tegelijkertijd de tala. Laat na een tijdje het klappen weg. Herhaal steeds en voer het tempo op. Leg een groot accent op de lettergrepen Ti en Dhin Voer de snelheid klassikaal op. Met welke snelheid gaat het nog goed? Bedenk drie verschillende, passende geluiden op de schooltafels, bijvoorbeeld geluiden met één vinger, een hele hand, een pols of een ring. Het eerste geluid is voor Ti en Ki, de tweede klank voor Ra en Ta en de derde is voor Dhin. Voer de tala klassikaal uit op de tafels. Begin langzaam. Doe het zo zacht dat je alle anderen kunt horen.
Over Kalpana Raghuraman Tijdens het concert zal Kalpana Raghuraman dansen. Vertel de leerlingen over haar: Kalpana Raghuraman is in Nederland geboren en woont hier dus al haar hele leven, maar ze is toch diep in haar hart Indiase. Dat komt door het dansen. Haar moeder was een klassieke Indiase danseres en Kalpana kreeg al van jongs af aan les van haar. Kalpana danst traditionele Indiase dansen. Ze heeft in Zuid-Afrika en Mali de Afrikaanse dansen geleerd. Deze dansen zijn heel erg los, terwijl je in de Indiase dans niet mag lachen of wild zijn. Je mag jezelf in de Indiase dans niet herhalen, terwijl dat in de Malinese dans juist veel gebeurt. Die verschillen stopt ze in haar eigen dansen. “Op die manier kies ik voor het beste van alles, want goed en fout bestaan niet”, aldus Kalpana. Over het lied Djai Ganesha Djai Ganesha is een lied over Ganesha. Ganesha (of Ganesh) is de hindoestaanse godheid met het olifantenhoofd. Het is de hindoestaanse god van kennis en wijsheid, neemt hindernissen weg en is de beschermheilige van reizigers. Hindoes bidden tot Ganesha voor ze aan iets nieuws beginnen, zoals een nieuwe baan of wanneer ze verhuizen. Laat de leerlingen eerst luisteren naar het lied (geluidsfragment 2) met de tekst erbij. Leer dan het lied aan door middel van voor- en nazingen. Tijdens het concert zal het lied één keer helemaal door de zangeres alleen gezongen worden en aansluitend zingt de zangeres alle regels voor en zingen de leerlingen ze na. Afsluiting Als het lied ingestudeerd is kan de volgende opdracht uitgevoerd worden. Verdeel de klas in tweeën of maak twee rijen die tegenover elkaar staan. Rij één zingt steeds de regels voor, rij twee antwoordt met de herhaling.
18
De wereld aan je voeten Route blauw
Extra
Het lied kan uitgebreid worden met bewegingen. Laat de leerlingen bewegingen bedenken bij iedere zin en voer deze met de hele klas uit. Op www.schooltv.nl/beeldbank staan korte films over Ganesha, de andere Indiase goden en de muziek uit India.
19
De wereld aan je voeten Route blauw
Les 4: Senegal Tijd: –
Ongeveer 45 minuten
Nodig: – – – –
Geluidsfragment 32 t/m 36 Bijlage 1 Liedteksten Bijlage 2 Werkbladen Bijlage 6 Lasymo
Inleiding Deze les gaat over het ensemble Lasymo uit Senegal, Afrika. In deze les leren de leerlingen het lied Africa yéwoulin naydj na. Waar denken de leerlingen aan bij Afrika? Kennen ze nog meer landen die in Afrika liggen?
Senegal
Kern
Senegal op de wereldkaart
Bespreek met de leerlingen de informatie over het land Senegal: Senegal (officieel: République du Sénégal) of Sounougal in het Wolof, ligt in West-Afrika en grenst in het westen aan de Atlantische Oceaan. Senegal is bijna vijf keer zo groot als Nederland. Dwars door Senegal stromen twee belangrijke rivieren: de Senegal (1750 km), en de Gambia (1130 km). De rivier de Senegal vormt de noordgrens van Senegal. In de tijd van de grote ontdekkingsreizen kwamen Europeanen naar Senegal om te handelen in Arabische gom (dit wordt onder andere gebruikt in drop), goud en slaven. Vanaf de 15e eeuw zetten de Portugezen voet aan wal in West-Afrika, gevolgd door de Hollanders, de Engelsen en iets later de Fransen. De Nederlandse aanwezigheid in Senegal is terug te vinden in de naam Gorée (afkorting van Goede Reede), een eilandje vlakbij de kust van Dakar, de hoofdstad van Senegal. De officiële taal van Senegal is Frans. Deze taal wordt gesproken op de scholen en door de regering. Dit komt omdat Senegal heel lang een kolonie van Frankrijk is geweest. Onderling spreken de mensen hun eigen taal. De belangrijkste volkstaal is het Wolof, de meest gesproken taal in Senegal. Meer dan 80% van de bevolking (inclusief mensen die zelf niet tot het Wolof-volk behoren) spreekt de taal.
Over de muziek Bespreek onderstaande informatie over de muziek: Muziek is zonder enige twijfel een van de meest interessante onderdelen van de Senegalese cultuur. Het is onlosmakelijk verbonden met het leven van alledag. De muziek vertelt een verhaal over de geschiedenis van de cultuur en het volk. Daarnaast geeft muziek het volk hoop voor de toekomst. Deze verhalen op muziek worden al eeuwenlang doorgegeven op een manier zoals in Europa tijdens de Middeleeuwen de troubadours (rondreizende muzikanten) dat deden. In West-Afrika heten deze muzikale boodschappers Griotten. Hun 20
De wereld aan je voeten Route blauw
maatschappelijke rol is praten door middel van muziek. Zij zingen en spelen over geschiedenis, cultuur, politieke boodschappen, het leven, de hoop voor de toekomst, de liefde en vrede en geven deze muziek ook vandaag nog door van vader op zoon. Over Lasymo In Bijlage 6 staan afbeeldingen van de muzikanten uit het ensemble Lasymo. Bespreek de informatie over de groep en laat de foto’s zien. De naam van de groep Lasymo, is een samentrekking van de eerste lettergrepen van de namen van de Senegalese bandleden: Lamin, Sylla en Moussé. Tijdens het concert in Het Concertgebouw zal Thijs Borsten met het ensemble mee spelen. Thijs speelt tijdens het concert niet op een traditioneel Afrikaans instrument maar op een basgitaar. Moussé Pathé Mbaye is Senegalees percussionist. Hij heeft grote faam als bespeler van de tama (talking drum) en bougarabou (rechtopstaande hoge trommel). Hij speelt niet alleen het ritme, hij is in staat om een melodie uit zijn drums tevoorschijn te toveren. Mola Sylla is zanger en speelt daarnaast op de xalam en mbira. Jalli Lamin Kuyateh speelt op de kora en zingt. Hij is bandleider, griot en muziekleraar. Hij arrangeert traditionele liederen en schrijft eigen composities. Over de instrumenten (zie ook werkblad) Lasymo speelt voornamelijk op traditionele (West-) Afrikaanse instrumenten. Bespreek onderstaande informatie en behandel daarna de vragen. De kora komt oorspronkelijk uit West-Afrika en is een kruising tussen een harp en een luit. De kora is gemaakt van een grote, halve kalebas waarover een koeienvel is gespannen. Het instrument heeft 21 snaren. Lamin bespeelt de kora al sinds hij vijf is.
De xalam is ook een snaarinstrument, dat lijkt op een luit. Het instrument kan gemaakt zijn van kalebassen of van hout en daar overheen is een vel gespannen. De xalam kan één snaar hebben, maar er kunnen er ook vier op zitten. Het aantal varieert.
De mbira is een duimpiano. De duimpiano bestaat uit een reeks meestal ijzeren tongen (lamellen) die met de vingers aan het trillen worden gebracht. Deze tongen worden op de houten klankkast gemonteerd. Voor de metalen tongen worden bij gebrek aan geschikt materiaal dikwijls stelen van lepels of platgeslagen spaken van een fietswiel gebruikt. Het aantal tongen varieert tussen de 8 en 24.
21
De wereld aan je voeten Route blauw
De sabar en de djembé zijn zandlopervormige trommels. Ze lijken op elkaar, maar bij de sabar wordt het vel op de trommel gespannen door 7 houten pinnen en bij de djembé door metalen ringen en snoeren. De sabar is iets smaller en langer dan de djembé en de sabar wordt ook wel 'koninklijke trommel van Senegal' genoemd.
–
–
–
Vraag 1: Op geluidsfragment 34 t/m 36 hoor je de kora, de xalam en de sabar/djembé. Luister naar de geluidsfragmenten. Bij welke geluidsfragment hoor je welk muziekinstrument? (Antwoord: geluidsfragment 34 is de kora, geluidsfragment 35 is de sabar/djembé, geluidsfragment 36 is de xalam.) Vraag 2: Luister naar het lied Africa yéwoulin naydj na (geluidsfragment 32). Het lied spreekt over hoop voor de toekomst en de aanmoediging tot hard werken en leren. Waardoor kun je dit in de muziek terug horen? (Antwoord: De muziek klinkt vrolijk, positief) Vraag 3: Het refrein van het lied Africa yéwoulin naydj na zegt dat we snel moeten opstaan en opschieten, want het is al laat. Hoe hoor je dit terug in de muziek? (Antwoord: het algemene tempo van het lied ligt hoog en je hoort snelle melodische loopjes op de kora. De basgitaar heeft steeds een actief motiefje.)
Het lied aanleren Bij dit lied worden alleen de vetgedrukte gedeeltes meegezongen. Spreek eerst de tekst van het refrein voor in het ritme en laat de klas dit herhalen. Let op de uitspraak en leer daarna de melodie aan door middel van voor- en nazingen. De zin wordt vier keer gezongen, de eerste en derde keer wordt er laag gezongen, de tweede en vierde keer hoger. Zorg ervoor dat de klas uit volle borst zingt, maar niet gaat schreeuwen. Verdeel de klas in een groep jongens en meisjes. Laat de jongens de eerste zin zingen en de meisjes antwoorden. Dan zingen de jongens weer de derde zin en de meisjes de vierde. Wissel daarna om waarbij u de meisjes laat voorzingen en de jongens antwoorden. Dit heet ook wel ´call and respons´ zingen. Luister goed naar de vetgedrukte woorden van het couplet. Spreek ze voor en laat de leerlingen het naspreken. Leer daarna de melodie aan door middel van voor- en nazingen. De vetgedrukte zinnetjes uit het couplet hebben steeds een melodie die naar beneden gaat met drie opeenvolgende tonen; Es-D-C. Dit geldt niet voor ‘Mou joboulle école’: ‘Mou’ is laag en bij ‘jo’ gaat het met een sprongetje omhoog. Leg een zware klemtoon op ‘jo’ van ‘joboulle’. Het lied begint met een instrumentale introductie. Deze introductie is heel kort en daarna stopt de muziek. Het refrein start in deze pauze. Voor het juiste moment van inzetten klapt u in deze pauze drie keer in de handen in het tempo van de instrumentale introductie. Indien u vanaf het begin in de maat meeklapt telt u; klap twee, drie, vier. Begin met het zingen van het refrein. Als de timing klopt, komt de muziek er weer bij op het moment dat u ‘naydj’ zingt. De muziek stopt in het couplet bij ‘Bousouba’ en komt er weer bij als u begint met ‘Ban Nga yéwou’.
22
De wereld aan je voeten Route blauw
Bedenk in groepjes een ritmische (body)percussie die je tijdens het refrein kunt laten horen terwijl de rest van de klas het lied zingt. (Let op: dit is een opdracht voor in de klas, niet tijdens het concert).
Afsluiting Voer het lied uit met de hele klas. Herhaal de liedjes uit de vorige lessen. Extra
Op www.schooltv.nl/beeldbank staan een aantal filmpjes over Senegal. Onder andere over naar school gaan en water halen.
23