> Retouradres Postbus 20584 1001 NN Amsterdam
GGZ Breburg Groep t.a.v. de Raad van Bestuur Postbus 770 5000 AT TILBURG
Werkgebied Noordwest Kabelweg 79 - 81 Amsterdam Postbus 20584 1001 NN Amsterdam T 020 580 01 00 F 020 580 01 50 www.igz.nl
Ons kenmerk
Datum 18 augustus 2014 Onderwerp Toetsing interne suïcide-evaluatie
Geachte Raad van Bestuur, Op 3 juli 2014 bezocht de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: inspectie) uw instelling in het kader van de bezoekronde Toetsing interne suïcide-evaluatie. In de aankondigingsbrief van 28 april 2014 heeft de inspectie u geïnformeerd over de aanleiding en het doel van het inspectiebezoek. Tijdens het bezoek toetste de inspectie verslagen van de interne onderzoeken die zijn uitgevoerd naar aanleiding van een suïcide of suïcidepoging met ernstig letsel. Het bezoek is afgelegd door , inspecteur, en , accounthoudend senior inspecteur. De inspectie heeft verzocht de interne verslagen van suïcides en suïcidepogingen met ernstig letsel uit 2013 van de volgende afdelingen voor het bezoek klaar te leggen: - Centrum Senioren, ambulant Tilburg - Centrum Senioren, kliniek Cure Oost - ZG Impact, Fact Breda Zuid/Oost - ZG Impact, Fact Tilburg Noord - ZG Impact, Fact Tilburg West - ZG Impact, HIC Breda - Crisisdienst Breda - Crisisdienst Tilburg - ZG Volwassenen, kliniek Open 1 Breda - ZG Volwassenen, PSS West - ZG Volwassenen, ASO Waalwijk Bij aanvang van het bezoek is gekeken of het aantal door de instelling klaargelegde interne onderzoeksverslagen overeenkwam met het aantal door de instelling aan de inspectie geaggregeerd aangeleverde suïcides en/of suïcidepogingen met ernstig letsel over 2013. Vervolgens zijn er voor de toetsing drie verslagen at random uitgekozen. Aansluitend heeft een gesprek met de huidige geneesheer-directeur (aangesteld per 1 januari 2014) en de voormalig geneesheer-directeur plaatsgevonden.
Bijlagen 1
Resultaten A. Zijn alle geaggregeerd aangeleverde suïcides en suïcidepogingen met ernstig letsel over 2013 onderzocht door de instelling?
Datum 18 augustus 2014
Tijdens het bezoek is gebleken dat het aantal interne onderzoeksverslagen overeenkwam met het aantal geaggregeerd aangeleverde suïcides en suïcidepogingen met ernstig letsel over 2013. B. Heeft de instelling tijdens de evaluatie van de suïcide of suïcidepoging met ernstig letsel gebruik gemaakt van de minimale zorgvuldigheidseisen uit de ‘Handreiking uniforme meldingsroute bij suïcide of suïcidepoging met ernstig letsel’? In de volgende tabel is het resultaat weergegeven:
Vragen
1. Maakt een evaluatiebespreking deel uit van het onderzoek naar de suïcide(poging)?
Casus
Casus
Casus
1
2
3
Ja1
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
2. Is er gestreefd alle bij de behandeling betrokken hulpverleners, inclusief de eventuele ketenpartners, te betrekken bij de evaluatie?
3. Is het aspect ‘risicotaxatie van de suïcidaliteit’ betrokken bij de evaluatie?
4. Is het aspect ‘rol familie/naasten bij de risicotaxatie’ betrokken bij de evaluatie?
1
JA DEELS
Ja
Staat in het onderzoeksverslag beschreven Komt uit het verslag niet (duidelijk) naar voren, maar wel uit het gesprek met de geneesheerdirecteur
NEE
Staat niet in het onderzoeksverslag en blijkt ook niet uit het gesprek met de geneesheerdirecteur
N.V.T
Niet van toepassing op de casus
Pagina 2 van 4
Datum 18 augustus 2014
5. Is het aspect ‘functioneren van de ketenzorg’ betrokken bij de evaluatie?
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
6. Wordt er tijdens de evaluatie een eerste aanname gedaan over of er sprake is van een incident of een calamiteit?
7. Is het onderzoeksverslag ter beoordeling voorgelegd aan de GD?
De geneesheer-directeur heeft tijdens het gesprek aangegeven dat binnen GGZ Breburg de geneesheer-directeur de beslissing neemt of er al dan niet sprake is van een incident of calamiteit. Tot op heden werd er tijdens de evaluatie meestal geen eerste aanname gedaan of er sprake was van een incident of calamiteit. De geneesheer-directeur maakte deze afweging en of er gemeld moest worden aan de inspectie op basis van de informatie van de evaluatie en een dossieronderzoek. De geneesheer-directeur heeft tijdens het gesprek aangegeven het belang van een dergelijke eerste aanname tijdens de evaluatie in te zien en heeft toegezegd deze onderdeel te maken van de evaluatie. Conclusie Op basis van de toetsing van de suïcideverslagen concludeert de inspectie dat de betreffende afdelingen binnen de kleurcategorie groen vallen. Dit heeft de volgende betekenis: Groen – De getoetste verslaglegging van de evaluaties over suïcides en/of suïcidepogingen met ernstig letsel voldoet aan minimale zorgvuldigheidseisen. Ook uit de toelichting van de (waarnemend) geneesheer-directeur blijkt dat de evaluaties zorgvuldig zijn uitgevoerd. Hiermee wordt op een voldoende navolgbare en systematische wijze invulling gegeven aan de verantwoordelijkheid om voorwaarden te creëren om te reflecteren, te leren en de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Het bepalen welke suïcide-incidenten, onder regie van de geneesheerdirecteur, aan de inspectie worden gemeld, lijkt voldoende geborgd. U kunt de scoringscategorieën in de bijlage terugvinden. Verbeterpunten en vervolgacties Op basis van de toetsingen en met in achtneming van de relevante contextinformatie over de instelling, verwacht de inspectie geen vervolgacties. De inspectie vertrouwt erop dat u op de ingeslagen weg doorgaat en verwacht dat de instelling de aandachtspunten (score nee) met betrekking tot de suïcide-evaluaties en de bijbehorende verslaglegging, oppakt.
Pagina 3 van 4
Tot slot De inspectie verzoekt u de brief te controleren op feitelijke onjuistheden. U kunt binnen een maand na dagtekening van deze brief uw reactie sturen naar onder vermelding van nummer . Mocht de inspectie binnen de gestelde termijn geen reactie van u vernemen, dan wordt de huidige brief als definitief beschouwd.
Datum 18 augustus 2014
Ik ga ervan uit u middels deze brief voldoende te hebben geïnformeerd. Als u nog vragen heeft kunt u contact opnemen met op telefoonnummer 020-5800100. Ik dank u voor uw medewerking.
Hoogachtend,
Projectleider
Pagina 4 van 4
Bijlage 1: scoringscategorieën
Groen – De getoetste verslaglegging van de evaluaties over suïcides en/of suïcidepogingen met ernstig letsel voldoet aan minimale zorgvuldigheidseisen. Ook uit de toelichting van de (waarnemend) geneesheer-directeur blijkt dat de evaluaties zorgvuldig zijn uitgevoerd. Hiermee wordt op een voldoende navolgbare en systematische wijze invulling gegeven aan de verantwoordelijkheid om voorwaarden te creëren om te reflecteren, te leren en de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Het bepalen welke suïcide-incidenten, onder regie van de geneesheer-directeur, aan de inspectie worden gemeld, lijkt voldoende geborgd.
Oranje – De getoetste verslaglegging van de evaluaties over suïcides en/of suïcidepogingen met ernstig letsel voldoet wisselend of onvoldoende aan minimale zorgvuldigheidseisen. Uit de toelichting van de (waarnemend) geneesheer-directeur blijkt echter dat de evaluaties voldoende zorgvuldig zijn uitgevoerd. Hiermee lijkt op een minder navolgbare en minder systematische wijze invulling te worden geven aan de verantwoordelijkheid om voorwaarden te creëren om te reflecteren, te leren en de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Het bepalen welke suïcide-incidenten, onder regie van de geneesheer-directeur, aan de inspectie worden gemeld, kan hierdoor minder zorgvuldig geborgd zijn.
Rood – De getoetste verslaglegging van de evaluaties over suïcides en/of suïcidepogingen met ernstig letsel voldoet niet aan minimale zorgvuldigheidseisen. Ook uit de toelichting van de (waarnemend) geneesheer-directeur blijkt dat de evaluaties onzorgvuldig zijn uitgevoerd. Hiermee wordt op een onvoldoende navolgbare en systematische wijze invulling gegeven aan de verantwoordelijkheid om voorwaarden te creëren om te reflecteren, te leren en de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Het bepalen welke suïcide-incidenten, onder regie van de geneesheer-directeur, aan de inspectie worden gemeld, lijkt onvoldoende geborgd.