Bestuursverslag 2013 GGz Breburg
Inhoud 1
Voorwoord ..................................................................................................................... 4
2
Meerjarenbeleid Veerkracht ............................................................................................. 5
3
Speerpunten 2013 .......................................................................................................... 6
4
Terugblik 2013 zorg algemeen ........................................................................................ 7 a) E-Mental Health ............................................................................................................. 7 b) High & Intensive Care (HIC) ............................................................................................. 7 c) Dwang en drang ............................................................................................................. 7 d) Indigo Brabant ................................................................................................................ 8 e) Verbeteren Doorstroom .................................................................................................. 8 f) Wet verplichte Meldcode kindermishandeling .................................................................. 8 g) Ambulantisering ............................................................................................................. 8 h) Familiebeleid .................................................................................................................. 9 i) Jan Wierhof..................................................................................................................... 9 j) Inzet ervaringsdeskundigheid ......................................................................................... 9 k) Clientgerichtheid .......................................................................................................... 10
5
Terugblik ......................................................................................................................10 5.1. Ontwikkelingen per zorggroep/centrum ..................................................................... 10 a)
Zorg Service Centrum: .............................................................................. 10
b)
Centrum Jeugd ......................................................................................... 10
c)
Zorggroep Volwassenen ............................................................................ 10
d)
Centrum Senioren ..................................................................................... 11
e)
Zorggroep Impact ..................................................................................... 11
f)
VOF Dubbele Diagnose (samenwerkingsverband GGz Breburg met NovadicKentron) ................................................................................................... 11
5.2. Ontwikkelingen Ondersteunende sectoren .................................................................. 12
6
7.
a)
Facilitair Centrum ..................................................................................... 12
b)
Financiën .................................................................................................. 12
c)
ICT ........................................................................................................... 12
d)
P&O en Communicatie .............................................................................. 13
e)
Innovatie en Kwaliteit ................................................................................ 13
Kwaliteit .......................................................................................................................14 a)
Kwaliteitsmanagementsysteem ................................................................. 14
b)
HKZ Certificaat ......................................................................................... 14
c)
Zorgpaden ................................................................................................ 14
d)
Routine Outcome Monitoring (ROM) .......................................................... 15
e)
Klachten ................................................................................................... 15
Onderzoek en ontwikkeling………………………………………………………………………………..17 a)
Bijzondere leerstoel .................................................................................. 17
b)
Wetenschappelijk onderzoek ..................................................................... 17
c)
Samenwerking met kennisinstituten .......................................................... 17
8
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) ........................................................................17
9
Raad van Toezicht .........................................................................................................18
10
Samenwerking...............................................................................................................18
11
Financieel economische terugblik ...................................................................................19
12
Financieel economische vooruitblik .................................................................................19
13
Bijlagen ........................................................................................................................21 Bijlage 1. Algemene indentificatiegegevens ........................................................................ 21 Bijlage 2. Kerngegevens GGz Breburg................................................................................. 22 Bijlage 3. Medezeggenschap .............................................................................................. 24 Bijlage 4. Raad van Bestuur…………………….………………………………………………………… 24 Bijlage 5. Raad van Toezicht……………………………………………………………………………….26
4
1
Voorwoord Het beleid van GGz Breburg is gebaseerd op Veerkracht, ons beleidsplan voor de periode 20132016. Als centrale belofte aan onze cliënten is daarin opgenomen: ‘GGz Breburg biedt de best passende specialistische behandeling en ondersteuning waarmee mensen met een psychiatrisch probleem weer verder kunnen in het dagelijks leven’. De geestelijke gezondheidszorg, en daarmee ook GGz Breburg, staat midden in een aantal ingrijpende veranderingen: De transitie van de jeugdzorg, de transitie Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), de transitie naar de Basis GGZ en de transitie Werken naar Vermogen: de participatiewet. In enkele gevallen is inmiddels duidelijk hoe de toekomst er uit zal zien, in andere gevallen wordt daar op dit moment nog volop over gediscussieerd. De hoeveelheid en de snelheid waarmee deze ontwikkelingen nu op de sector afkomen is ongekend groot. Voor de Basis GGZ is het duidelijk: vanaf 2014 horen kortere en eenvoudiger behandelingen bij de generalistische Basis GGZ, onder directe verantwoordelijkheid van de huisarts. Daarom is Indigo Brabant opgericht. Hiermee spelen we snel in op deze ontwikkeling. Over de transitie AWBZ, de transitie Jeugdzorg en de participatiewet is op dit moment nog geen definitieve helderheid. Gekoppeld aan de keuze van de overheid om deze transities gepaard te laten gaan met flinke besparingen betekent dit dat wij, net als onze collega’s, een turbulente tijd doormaken. Het in 2012 landelijk afgesloten bestuurlijk akkoord was voor ons een goede basis en ervaren we als steun in de rug om meer te behandelen in de eigen omgeving van de cliënt en minder in de kliniek. De noodzaak tot betaalbare en toegankelijke zorg delen wij. GGz Breburg heeft in de afgelopen periode dan ook geïnvesteerd in ontwikkelingen om dit mogelijk te maken, zoals reductie van het aantal ‘bedden’, behandelen volgens wetenschappelijk beproefde methodieken en het gebruik van e-health. Op basis van de keuzes in het beleidsplan ‘Veerkracht’ zijn we, zo goed als mogelijk, zowel zorginhoudelijk als organisatorisch/financieel voorbereid op deze ontwikkelingen. Door niet achterover te leunen maar door actief in te spelen op de ontwikkelingen die op ons af komen, voorkomen we dat we verrast worden en gedwongen worden tot drastische ingrepen die zowel voor cliënten als voor medewerkers nadelig uitpakken. Wij vragen nadrukkelijk aandacht voor een verantwoorde manier waarop en een reële tijdsperiode die nodig is om deze transities te realiseren zonder verlies van de effectiviteit van zorg en de aandacht voor de cliënt. Wij zijn een ‘flexibele’ organisatie, waarmee we ons nadrukkelijk als specialistische tweedelijns geestelijke gezondheidszorg instelling profileren. Terugkijkend op 2013 zijn we ervan overtuigd dat we goed op koers zitten. Daarvoor zijn we dank verschuldigd aan iedereen die zich hiervoor met hart en ziel inzet. De verslaglegging over de V.O.F. Dubbele Diagnose gebeurt door Novadic-Kentron.
Raad van Bestuur
Guus van Weelden
Ariëtte van Reekum
5
2
Meerjarenbeleid Veerkracht ‘GGz Breburg biedt de best passende specialistische behandeling en ondersteuning waarmee mensen met een psychiatrisch probleem weer verder kunnen in het dagelijks leven’. Dat is de centrale belofte aan onze cliënten. Als tweedelijns aanbieder van geestelijke gezondheidszorg bieden wij hoogwaardige specialistische behandeling en ondersteuning voor jeugd, volwassenen en senioren met een psychiatrisch probleem. Met als doel genezen, dan wel terugdringen van ziekte(-gedrag) en bevorderen van volwaardig burgerschap zodat cliënten weer verder kunnen in het dagelijks leven. Vanuit deze visie staan de volgende uitgangspunten centraal: Herstelondersteunende zorg als leidraad van ons handelen De eigen veerkracht en verantwoordelijkheid van de cliënt en diens naaste omgeving als basis Hoogwaardige zorg (complexe, specialistische psychiatrie) in een veilige en gastvrije omgeving, in een intensief samenwerkingsverband met cliënt en familie Zo dicht mogelijk bij de eigen leefomgeving Optimaal gebruik van ervaringsdeskundigheid Werken volgens ‘state of the art’ inzichten en methodieken en investeren in wetenschappelijk onderzoek. We willen onze resultaten laten zien Naast effectiviteit staat doelmatigheid hoog in het vaandel: niet meer doen dan nodig, slim organiseren en zorgen voor een efficiënte bedrijfsvoering Werken met deskundige professionals met maatschappelijke betrokkenheid en brede expertise die op indicatie wordt ingezet Samen met ketenpartners, waarbij de huisarts de belangrijkste professionele partner is in het dagelijks leven van de cliënt. GGz Breburg belooft veerkracht: herstel van veerkracht van cliënten en een veerkrachtige organisatie met medewerkers die zich inspannen om met hoofd (deskundig), hart (met aandacht) en handen (doortastend) elke dag de belofte waar te maken.
6
3
Speerpunten 2013 Uitgaande van ‘Veerkracht’ hanteerden wij in 2013 de volgende speerpunten: Focus op onze kerntaken Kwalitatief beter en kleinschaliger (be-)handelen Versterken van het sociale netwerk van cliënten en het versterken van de samenwerking en het partnerschap in de keten Onderscheidend zijn met een aantal ‘parels’, ondersteund door wetenschappelijk onderzoek Investeren in de deskundigheid van medewerkers met opleidingen en loopbaanontwikkeling GGz Breburg-breed zijn deze speerpunten vertaald in de jaarplannen van zorggroepen en ondersteunende sectoren met SMART-geformuleerde doelstellingen, binnen de financiële kaders. Puntsgewijs vindt u hier een overzicht (verderop gaan we op een aantal onderwerpen nader in): Cultuur en leiderschap vanuit de klantwaarden deskundig, met aandacht en doortastend. Ambulantisering: vermindering van het aantal bedden en versterking van de zorg ambulant en thuis Aparte organisatie van eerste lijn en Basis GGz in de wijk via Indigo Brabant Doorontwikkeling van e-health Partnerschap met wetenschappelijk onderzoek/universiteiten/onderwijsinstellingen en vakinhoudelijke organisaties van beroepen in de geestelijke gezondheidszorg Partnerschap met ketenpartners op bestuurlijk niveau Externe profilering Bedrijfsmatige organisatie van het vastgoed en flexibilisering van de portefeuille Verbeteren doorstroom zorgpaden (wachtlijsten en afspraakbureau) Functiemix van medewerkers die qua kosten en opbrengsten aansluit bij de financiering op basis van diagnose behandelcombinaties (DBC’s) Accreditatie van het Topklinisch Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid Aparte organisatie voor dagbesteding en wonen Meting van de behandelresultaten op basis van Routine Outcome Monitoring (ROM) Invoering van de nieuwe versie van het elektronisch patiëntdossier Psygis Quarant 3.0. Verder inrichten van cliëntmedezeggenschap Verbetering van de klantgerichtheid van ondersteunende processen Uitvoering van het Lange termijn Huisvestingsplan Verbeterplannen voor de thema’s van de Inspectie Gezondheidszorg: Dwang en Drang, somatische comorbiditeit, OGGZ-toegankelijkheid, Fact, medicatieveiligheid, medicatieoverdracht en suïcidepreventie. Inrichten van veiligheids-/locatiebeleid per locatie
7
4
Terugblik 2013 zorg algemeen Een aantal zorginhoudelijke ontwikkelingen kregen in 2013 onze extra aandacht.
a)
E-Mental Health
2013 stond in het teken van het verder ontwikkelen van en experimenteren met initiatieven op het gebied van E Mental Health. E-health is vooral gericht op het versterken van de eigen regie van de cliënt en kan verder een oplossing bieden voor kosteneffectiviteit, doelgerichtheid en verbetering van de kwaliteit van zorg. Voor verschillende doelgroepen (bijvoorbeeld: Autisme, Angst & Depressie) is aansluitend op de zorgpaden blended behandeling ontworpen en gestart (blended behandeling is een combinatie van face to face en online hulpverlening). Ook is een technische koppeling tussen blended behandelen en Routine Outcome Monitoring (ROM) gerealiseerd. Daarnaast is geëxperimenteerd met screen to screen contacten in de psychosezorg. Tot slot is ervaring opgedaan met een portaal dat voor cliënten inzage in het dossier mogelijk maakte. In het najaar stond de e-health-ontwikkeling centraal tijdens het halfjaarlijkse Breburg-beraad voor alle leidinggevenden en genodigden. Deze ontwikkelingen zijn een goede basis om in 2014 een grote groep cliënten psycho-educatie, behandeling en begeleiding via E-health aan te bieden. Met vier andere GGZ-instellingen zijn afspraken gemaakt over het ruilen van blended behandelmodules, zodat het aanbod gemakkelijk uitgebreid kan worden. In opdracht van het Innovatiefonds Zorgverzekeraars voeren we onderzoek uit naar blended hulpverlening, om meer kennis op te doen naar wat de beste mix is van blended programma’s en de werking daarvan in de praktijk.
b) High & Intensive Care (HIC)
Startpunt voor de ontwikkeling van High & Intensive Care (HIC) was het veranderende denken over de omgang met cliënten op een gesloten afdeling. Landelijke discussies over de kwaliteit van zorg die we leveren, de nieuwe normen die de Inspectie voor de Gezondheidszorg propageert (‘een zieke cliënt laat je niet alleen’) en de initiatieven die her en der genomen werden om drang- en dwangmaatregelen terug te dringen, speelden daarin een rol. Gekoppeld aan de interne discussie over de toekomstige noodzaak van separeerruimtes, heeft dit geresulteerd in een symposium en de presentatie van het werkboek ‘HIC als nieuwe standaard’. Het werkboek is een handreiking voor het werken op een afdeling voor High & Intensive Care, een acute opnameafdeling voor cliënten die een ernstige psychiatrische crisis doormaken en voor wie een gesloten opnamesetting nodig is. GGz Breburg speelt op landelijk niveau een voortrekkersrol bij dit maatschappelijk belangrijke onderwerp. In 2013 is zorggroep Impact gestart met de voorbereidingen voor de verbouwing van de crisisafdelingen in Tilburg en Breda in 2014 tot High & Intensive Care afdelingen.
c)
Dwang en drang
Het toepassen van middelen en maatregelen, zoals afzondering, fixatie, medicatie, etc. is alleen toegestaan als het echt niet anders kan. Om het aantal middelen en maatregelen terug te dringen is een consultatieteam geïnstalleerd waarin experts op afroep een team adviseren wanneer er sprake is van een noodsituatie. Vanuit een startsituatie met 25 separeerruimtes is dit aantal nu teruggedrongen naar veertien. Na verbouwing van verschillende locaties naar High & Intensive Care-voorzieningen zal dit aantal in 2014 verder teruglopen naar tien. In 2013 was sprake van een toename van het totaal aantal uren dat cliënten gesepareerd zijn. Dat heeft onder meer te maken met een aantal cliënten die langdurig of veelvuldig gesepareerd zijn.
8
d) Indigo Brabant
In 2011 besloot GGz Breburg om een basiszorg organisatie op te richten. Daarbij is gekozen om dit te doen als franchisenemer van de landelijke Indigo Service Organisatie. Indigo Brabant biedt kortdurende behandeling, preventie, praktijkondersteuning huisartsen GGZ en (gebiedsgerichte) generalistische GGZ-consultatie. Medewerkers zijn direct en dichtbij aanwezig in steden, dorpen en wijken. Voor de basis GGZ in de regio Oost-Brabant werken we samen met GGZ Oost-Brabant.
e)
Verbeteren Doorstroom
Gedurende het project ‘Verbeteren Doorstroom’ zijn binnen alle zorggroepen de zorgpaden ontwikkeld en grotendeels geïmplementeerd. Circa 90 % van de ambulante, deeltijd en klinische cliënten krijgt de behandeling op basis van het zorgpaden. We beschikken inmiddels over cijfers die ons voor het eerst informatie verschaffen over de uitvoering van de zorgpaden. Een serieuze doorbraak. Onze programmaraden krijgen deze cijfers en grafieken aangereikt om daarmee de zorg via de zorgpaden verder te kunnen verbeteren. In december 2013 is het project Verbeteren Doorstroom afgerond, met uitzondering van de zorgpadontwikkeling in de klinieken van Centrum Senioren. In een bijeenkomst met de stuurgroep van het project en alle managers en directies van de zorggroepen en sectoren zijn de ontwikkelde middelen uit het project overgedragen aan de organisatie. Het project heeft een bijdrage geleverd aan het verbeteren van de sturing door onze managers. Er zijn verschillende managementtools ontwikkeld en geïmplementeerd. Het oorspronkelijk doel van het project was het reduceren van de wachttijden. Daar zijn we nog niet voldoende in geslaagd. De reden daarvan is dat het consequent werken volgens de zorgpaden nog veel aandacht zal vragen de komende jaren. Met dit project hebben we aandacht gekregen voor het thema projectmatig werken. Hiermee zijn we in staat als organisatie doelgericht, slagvaardig en meer resultaatgericht te zijn. Een ambitie die onderdeel uitmaakte van de oorspronkelijke projectdoelstelling. Op basis van de bereikte resultaten is er een breed draagvlak om met de hieruit voortgekomen ontwikkelthema’s verder te gaan.
f)
Wet verplichte Meldcode kindermishandeling
Een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt professionals goed te reageren op signalen van dit soort geweld. Bijvoorbeeld huisartsen, leerkrachten en medewerkers van jeugdinrichtingen. Sinds 1 juli 2013 zijn beroepskrachten verplicht zo'n meldcode te gebruiken bij vermoedens van geweld in huiselijke kring. In mei vormde de Wet verplichte Meldcode Kindermishandeling het thema voor het GGz Breburgberaad, de halfjaarlijkse bijeenkomst voor alle leidinggevenden en genodigden. Naast toelichting op de meldcode werd tijdens workshops extra aandacht besteed aan de verplichte kind-check. De specifiek voor de GGZ ontwikkelde opleidingsmodules zijn aangeboden aan de professionals en er wordt gemonitord of ze daadwerkelijk worden gevolgd.
g) Ambulantisering
Verdergaande ambulantisering van ons zorgaanbod is in volle gang. Beddenreductie en, in het verlengde daarvan, versterking van het ambulante zorgaanbod, zijn al langer een centraal thema bij GGz Breburg. Wanneer gekeken wordt naar de GGz Breburg-brede inspanningen over de periode 2008-2020 wordt duidelijk dat in deze periode ruim een derde van de klinische capaciteit afgebouwd zal zijn. Vooral de bedden voor de doelgroepen senioren en jeugd zijn in de afgelopen periode sterk afgebouwd. Dit geldt daarnaast ook voor de gesloten plaatsen voor de doelgroep volwassenen.
9
Alle tien FACT teams van GGz Breburg zijn inmiddels gecertificeerd bij de Stichting Centrum Certificering ACT en FACT. (CCAF) FACT teams zijn breed samengestelde multidisciplinaire 'wijkteams' die werken met twee werkwijzen: individuele begeleiding door een casemanager voor stabiele patiënten. Cliënten krijgen ondersteuning bij rehabilitatie en herstel. intensieve begeleiding door het hele team voor cliënten die onstabiel zijn of in een crisis dreigen te raken. Deze begeleiding is volgens het Amerikaanse ACT-model (Assertive Community Treatment). Daarnaast functioneren twee VIP-teams (Vroege Interventie bij een eerste Psychose) in Breda en Tilburg voor cliënten die de voor eerste keer een psychose doormaken.
h) Familiebeleid
Het Landelijk Platform GGZ heeft GGz Breburg de vierde ster toegekend voor haar familiebeleid. De vier sterren zijn te verdienen met de aanwezigheid van een familievertrouwenspersoon, een familieraad, aandacht binnen de organisatiestructuur voor familie(-beleid) en de aanwezigheid van een klachtenregeling voor familieleden. Momenteel bekijken we op welke manier familie-ervaringsdeskundigheid een plaats kan krijgen in behandeling en zorg.
i)
j)
Jan Wierhof
De gemeente Tilburg nam een positief besluit over de ingebruikname van een gedeelte van de locatie Jan Wierhof door verslavingszorgorganisatie Novadic-Kentron. Medio 2014 wordt gestart met de verbouw en herinrichting van deze locatie.
Inzet ervaringsdeskundigheid
Het inzetten van ervaringsdeskundigen binnen de geestelijke gezondheidszorg is een relatief nieuwe ontwikkeling. Ervaringsdeskundigheid houdt in dat (ex-)cliënten in staat zijn om individuele en collectieve ervaringskennis in te zetten ten behoeve van anderen, door concrete ondersteuning van cliënten in hun herstelproces (vooral via directe cliëntcontacten). Ook het verbeteren en beïnvloeden van inhoud en kwaliteit van de professionele zorg behoort tot hun werkterrein. Daarbij wordt ingezet op herstelondersteuning; de inzet van ervaringsdeskundigheid is namelijk niet gericht op behandeling, maar op het ondersteunen van het eigen herstelproces van cliënten, onder hun eigen voorwaarden en vanuit hun eigen visie. Immers, ervaringsdeskundigen geven geen psychiatrische zorg, maar ondersteunen cliënten: bij zelfhulp, bij het aanboren van hun eigen kracht en bij het betekenis geven aan hun bestaan. Zo leren zij omgaan met hun psychische kwetsbaarheid. Nadat de zorggroep Impact in 2007 startte met de inzet van ervaringsdeskundigen, worden vanaf 2013 ook ervaringsdeskundigen ingezet als ervaringswerker in de andere zorggroepen en sinds 2013 ook bij klinische voorzieningen. Op dit moment beschikt GGz Breburg over negen medewerkers ervaringsdeskundigheid en achttien ervaringswerkers in opleiding. Het Centrum voor Herstel en Ervaringsdeskundigheid (CHE) versterkt de positie van (ex) GGZcliënten via vernieuwende projecten en ontwikkelt voortdurend nieuwe initiatieven. Het bijzondere van het CHE is dat er voornamelijk ervaringsdeskundigen werken. In het kader van het opleiden van ervaringsdeskundigen is de samenwerking in Markieza, de Academie voor Herstel en Ervaringsdeskundigheid, geformaliseerd.
10
k)
Clientgerichtheid
Cliëntgerichtheid is een belangrijk thema. Wat ons betreft gaat dit verder dan het goed informeren van de cliënt. GGz Breburg stelt de cliënt ook centraal door middel van uitgebreide samenwerking in diverse ketens. Eind 2012 is een nieuwe cliëntenraad ingesteld (met cliëntencommissies voor elke zorggroep) en is deze vertegenwoordigd in de bestuurlijke overleggen in het inkooptraject. Naast cliëntenmedezeggenschap wordt stevig ingezet op cliëntenparticipatie en klantbelevingsonderzoek via de CQ-index. Deze is ontwikkeld om ervaringen van cliënten met de dienst- en zorgverlening via een gestandaardiseerde methodiek inzichtelijk te maken.
5
Terugblik 5.1. Ontwikkelingen per zorggroep/centrum a)
Zorg Service Centrum:
We voeren gesprekken met RIBW Brabant over de herpositionering van de functies wonen en dagbesteding. Een intensieve samenwerking met RIBW Brabant op dit punt ligt in de lijn der verwachtingen. Het Centrum voor Dagbesteding, Arbeid en Educatie (DAE) richt zich op langdurig zorgafhankelijke cliënten. In 2013 zijn twee nieuwe projecten gestart: de heropening van het Huysmuseum in EttenLeur en de opening van restaurant Waanzinnig (samen met Traverse en RIBW Brabant) in Tilburg. Enkele functies, voorheen ondergebracht bij het ZorgService Centrum, zijn ondergebracht bij andere zorggroepen, bijvoorbeeld de aanmeld- en crisisdienst.
b) Centrum Jeugd
Veel aandacht ging en gaat uit naar de komende transitie van de Jeugdzorg, inclusief de Jeugd-GGZ naar de gemeenten. GGz Breburg is intensief betrokken bij de gesprekken met de verschillende gemeenten. GGZ Nederland en het GGZ Jeugdplatform oefenen invloed uit op de transitie van de Jeugd-GGz naar de gemeenten. Doel daarvan is dat voorwaarden die van belang zijn om de JeugdGGz binnen de gezondheidszorg te positioneren, duidelijk worden verankerd in de wet. De samenwerkende Jeugdzorgspecialisten Midden-Brabant (Amarant Groep, GGz Breburg, Kompaan/de Bocht en Novadic-Kentron) werkten een voorstel uit voor een gezamenlijke voordeur voor de jeugdzorg. Met dit voorstel slaan de tweedelijns zorgaanbieders in Midden-Brabant de handen ineen om te komen tot een integrale, betere en goedkopere specialistische jeugdzorg in 2015. Voor de regio West-Brabant wordt een vergelijkbaar voorstel ingediend door Jeugdzorgorganisatie JUZT, Amarant Groep en GGZ Westelijk Noord-Brabant. Vooruitlopend op de transitie van de Jeugdzorg is onderzocht in hoeverre het Centrum Jeugd voldoende toekomstbestendig is. Op basis van dit onderzoek worden een aantal organisatorische en personele wijzingen doorgevoerd. We sloten een samenwerkingsovereenkomst af met jeugdzorgaanbieder JUZT om kinderen met orthopedagogische en psychiatrische problematiek beter te kunnen begeleiden. Gestart is met een gezamenlijke behandelleefgroep voor jongeren van 14 jaar en ouder.
c)
Zorggroep Volwassenen
De voorbereidingen voor de visitatie van het topklinisch Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid verlopen voorspoedig. Eind 2012 is gestart met een FAST-team (FAST= Flexibel, Assertief, Stabiliserend Team) voor de behandeling en begeleiding van mensen met een persoonlijkheidsstoornis.
11
De daartoe gestarte pilot is inmiddels omgezet in een regulier behandelaanbod. Het FAST-team versterkt de ambulante infrastructuur die noodzakelijk is ter voorkoming van opname van cliënten met persoonlijkheidsproblematiek. We vierden het eerste lustrum van de inzet van Mentalization-Based Treatment (MBT) bij GGz Breburg. Het Centrum Persoonlijkheidsstoornissen organiseerde daarover een succesvol symposium n Tilburg, waar ruim 140 hulpverleners zich verder verdiepten in MBT. Het Centrum Eetstoornissen is verhuisd van Tilburg naar Breda, vanwege de meer centrale ligging in het verzorgingsgebied. In het najaar is daar gestart met de Multi-Family Therapy (meergezins dagbehandeling) volgens de richtlijnen van het Maudsley-model. Bij deze vorm van therapie worden ook ouders zeer intensief betrokken. De open opnameafdelingen zijn getransformeerd in het Centrum voor Veerkracht en Stabiliteit en gevestigd in Tilburg, Waalwijk en Breda. Hierdoor verdwijnt de komende jaren een groot aantal open bedden.
d) Centrum Senioren
Het project Verbeteren Doorstroom maakte dat veel energie is gestoken in het verbeteren van de productiviteit, sturend op het aantal contacten per dag, een hogere directe productiviteit, afspraken op een centrale plaats en meerdere cliënten per locatie. Er is een onderzoek gestart naar een ambulant aanbod voor de care sector: het aanbieden van GGZ-expertise in de verpleeghuis- en verzorgingstehuissector. De vraag naar deze expertise is groot aangezien de complexiteit van de cliënten bij hen toeneemt Er is een verbetertraject ingezet voor de kliniek Care West in Etten-Leur, na de constatering dat de kwaliteit van zorg onder de maat was. Ook bij Centrum Senioren zijn open opnameafdelingen getransformeerd tot Centra voor Veerkracht en Stabiliteit. Deze zijn operationeel vanaf 1 december 2013. Met thuiszorgorganisatie Thebe worden gesprekken gevoerd over de gezamenlijke opzet van een expertisecentrum voor kwetsbare ouderen in Etten-Leur. Met De Wever, organisatie voor ouderenzorg in Tilburg, wordt samengewerkt om een expertisecentrum op te richten voor Korsakow-cliënten.
e)
Zorggroep Impact
f)
VOF Dubbele Diagnose (samenwerkingsverband GGz Breburg met Novadic-Kentron)
Om de High & Intensive Care (HIC) binnen GGz Breburg goed vorm te kunnen geven is gestart met de voorbereidingen voor de verbouwing van de crisisafdelingen in Tilburg en Breda in 2014. In verband met de komst van Novadic-Kentron naar de locatie Jan Wierhof in Tilburg is veel zorg besteed aan de tijdelijke verhuizing van een aantal chronische cliënten vanuit Jan Wierhof naar Etten-Leur en Dongen. De verhuizing is begin 2014 gerealiseerd. Deze mogelijkheid wordt aangegrepen om het aantal gesloten bedden kritisch te bezien en tevens de huisvesting en behandelingsmethodiek in samenwerking met externe partners grondig te onderzoeken. Alle FACT-teams zijn gecertificeerd. Het Centrum voor Herstel en Ervaringsdeskundigheid kreeg een extra impuls met de aanstelling van een nieuwe coördinator (zie verder onder Inzet Ervaringsdeskundigheid). In samenwerking met RIBW Brabant, Novadic-Kentron, Stichting Info-Meer en maatschappelijke opvang in Tilburg en Breda zijn de gevolgen van de overgang naar de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in beeld gebracht en wordt een visie ontwikkeld op de toekomst.
In samenwerking met een aantal partners, woningbouwcorporaties en de gemeente Tilburg is een start gemaakt met het project Housing First. Dit project heeft als uitgangspunt dat wonen ook voor de meest kwetsbare mensen die de aansluiting met de samenleving zijn kwijtgeraakt, een eerste recht en levensbehoefte is.
12
Het is voor hen een noodzaak en de basis om tot behandeling en begeleiding te komen om zo de eerste stappen naar herstel weer mogelijk te maken. In Tilburg komen naar schatting ongeveer tachtig mensen in aanmerking voor Housing First. Verslaglegging VOF Dubbele Diagnose gebeurt door Novadic-Kentron.
5.2. Ontwikkelingen Ondersteunende sectoren a)
Facilitair Centrum
In 2012 werd besloten om de functie van het Facilitair Centrum om te bouwen van uitvoeringsorganisatie naar een regieorganisatie. Als zorginstelling zijn we deskundig op het gebied van behandeling en ondersteuning van mensen met een psychiatrisch probleem. Er zijn bedrijven die deskundiger zijn dan wij in facilitaire taken. De belangrijkste reden om facilitaire taken uit te besteden is echter dat we meer flexibel willen zijn in de uitvoering van die taken. De verdergaande ambulantisering en de daarmee gepaard gaande beddenreductie zorgen ervoor dat we minder facilitaire taken gaan uitvoeren. In 2013 is veel tijd en energie besteed aan de voorbereidingen van dit traject. Dat dit zorgvuldig gebeurt, is ook in het belang van de betrokken medewerkers. Bezuinigingen zijn niet primair de doelstelling van deze veranderingen. Vanaf oktober 2013 is de afdeling schoonmaak ‘under management’ bij schoonmaakorganisatie Vitron. Concreet gevolg van deze verandering is de aanstelling van locatiebeheerders. Als managers bedrijfsvoering in de zorg zijn zij op locatie de opdrachtgever van facilitaire taken die worden gecoördineerd en deels uitgevoerd door facilitair medewerkers ‘nieuwe stijl’. Naast de herinrichting van het Facilitair Centrum vormt de ontwikkeling van het strategisch vastgoed een speerpunt.
b) Financiën
Samen met GGZ Westelijk Noord-Brabant is een selectie gemaakt voor een nieuw financieel pakket ter vervanging van het inmiddels verouderde en relatief dure FIS. De keuze viel op Afas; dit is per januari 2014 geïmplementeerd. Binnen het data warehouse is een prestatiemonitor geïmplementeerd, die de belangrijkste prestatie-indicatoren toont op verschillende niveaus van de organisatie. Ook de trends van de indicatoren kunnen gemakkelijk inzichtelijk worden gemaakt. Deze tool zal in 2014 verder worden ingezet om de resultaatverantwoordelijke eenheden verder te ondersteunen. De ontwikkeling van de indicatoren is op basis van de Balanced Score Card methodiek. Voor het eerst is in 2013 de DBC-systematiek leidend in de verantwoording en afrekening richting de verzekeraar(s). De interne rapportagesystematiek is begin 2013 aangepast en gedurende het jaar is door het zorgmanagement samen met adviseurs gewerkt aan een goed inzicht in deze complexe financiering. Daarnaast is veel tijd besteed aan contracteerafspraken met zes verschillende verzekeraars in het kader van het wegvallen van het representatiemodel.
c)
ICT
In 2013 is tijd besteed aan de voorbereiding van het werken met mobile devices. Door middel van een aantal pilots is ervaring opgedaan door behandelaren met het gebruik van tablets (efficinde 2). Begin 2014 vindt de uitrol naar de zorgorganisatie plaats. Er is gewerkt aan het reduceren van de ICT-kosten; enerzijds door een beter inzicht, anderzijds door het voorbereiden van een aantal keuzes voor de toekomstige ICT-functie en ondersteuning. Helaas heeft de geplande uitrol van een flink vernieuwde van het Electronisch Patiënten Dossier (EPD) niet plaatsgevonden, wegens het niet opleveren ervan door de leverancier. De implementatie is nu gepland voor half 2014.
13
d)
P&O en Communicatie
We zijn bezig met de vervanging van het roostersysteem Square. In 2013 ging de vijfde jaargang van start van de branchegerichte opleiding voor verpleegkundigen niveau 4, samen met ROC Tilburg en het Vitalis College in Breda. In 2013 sloot ook GGZ Westelijk Noord-Brabant zich bij deze opleiding aan. In 2013 werd een Medewerkerstevredenheidsonderzoek gehouden. De gemiddelde tevredenheid ten opzichte van de vorige meting is verbeterd (van 6,1 naar 6,6) maar nog te laag ten opzichte van de landelijke benchmark (7,3). De uitkomsten zijn door de zorggroepen en ondersteunende sectoren vertaald in verbeterplannen. Het Vitaliteitscentrum bewijst als onderdeel van de Breburg Academie GGZ zijn nut. Alle aspecten van fitheid bij de medewerkers komen aan bod, zoals mentale en fysieke fitheid, ontspanning, ontwikkeling, mobiliteit en verzuim. Veel aandacht ging uit naar het te hoge ziekteverzuim. Een van de acties was een workshop voor het directieteam en vervolgtrainingen voor alle leidinggevenden. De trainingen worden toegespitst op het beïnvloeden van gedrag in relatie tot de aanspreekcultuur. De trainingen maken deel uit van het management developmentprogramma. Diverse activiteiten werden ontwikkeld om de mobiliteit van medewerkers te vergroten, intern maar ook met collega-instellingen in de regio.
e)
Innovatie en Kwaliteit
Veiligheid voor cliënten en medewerkers is een centraal thema binnen GGz Breburg. Na de presentatie van het boekje ‘Zo! zijn onze manieren’ door de regiegroep Veiligheid en Kwaliteit, waarin de uitgangspunten voor ons veiligheidsbeleid zijn vastgelegd, werd in 2013 veel aandacht geschonken aan de verdere uitwerking van deze uitgangspunten naar de dagelijkse praktijk. ‘Kwaliteit en Veiligheid beginnen bij jou en mij’ wordt vertaald in het versterken van de eigen inzet van onze medewerkers in de dagelijkse werkzaamheden en behandelingen. Daarnaast is geconstateerd dat door veranderingen, zowel in- als extern, een heroriëntatie op veiligheid gewenst is. Naast brandcalamiteiten speelt vooral de verdergaande ambulantisering daarbij een rol. Deze brengt een verzwaring van de klinische populatie met zich mee. Het terugdringen van dwang en drang is daarin ook een aspect. GGz Breburg sluit aan bij de veiligheidsspeerpunten van GGZ Nederland. Het betreft het veiligheidsmanagementssysteem, veilig incidenten melden (Triasweb), agressie in de zorg, psychiatrische en somatische co-morbiditeit, suïcidepreventie, medicatieveiligheid, dwang en drang en brandveiligheid. Onveiligheid als gevolg van criminaliteit die samenhangt met middelengebruik is eveneens meegenomen. Vanwege de verplichting in het kader van de leveringsvoorwaarden is GGz Breburg geregistreerd bij de Geschillencommissie GGZ.
14
6
Kwaliteit a)
Kwaliteitsmanagementsysteem
GGz Breburg werkt met een Kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) dat deel uitmaakt van het integraal management van de instelling. Een klantgericht systeem dat de mogelijkheden biedt om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de zorgverlening en andere prestaties voortdurend te verbeteren. De processen en procedures van het KMS zijn vastgelegd in het Kwaliteitshandboek(KHB), dat iedere medewerker op intranet kan inzien. De jaarlijkse beleidscyclus op basis van het meerjarenbeleidsplan 2013-2016 vormt het dashboard van de organisatie. In 2013 zijn de mogelijkheden verkend om de Balance Score Card in te voeren.
b) HKZ Certificaat
In 2013 is conform het contract met DEKRA als externe certificeerder de jaarlijkse externe audit HKZ uitgevoerd om de kwaliteit te toetsen en te verbeteren. Hierin zijn eveneens het addendum veiligheid en de meerjarenafspraken opgenomen in het kader van het landelijke patiëntveiligheidsprogramma. Dit is met goed gevolg afgerond; GGz Breburg heeft het HKZcertificaat verlengd tot 1 december 2015. Voor het uitvoeren van de interne audits in GGz Breburg is een ‘procedure en planning 2013 Interne Audit’ opgesteld en uitgevoerd. In 2013 is verder onder meer geïnvesteerd in: Gedrag en cultuur van de organisatie, waar het kwaliteit en veiligheid betreft (zie 5 d), zoals de succesvolle afsluiting van het thematisch toezicht medicatieveiligheid IGZ Prospectieve en retrospectieve risico-inventarisatie en -analyse op een methodische wijze De succesvolle afronding van het project Dwang en drang en de voorbereiding inrichting van High Intensive Care (HIC) afdelingen (zie 4.1) Zorgpaden, ROM en e-health (zie 4.1 b) Het systematisch meten van de tevredenheid van cliënten, medewerkers en ketenpartners Ambulantisering en herstelondersteunende zorg (zie 4.1 j) De voorbereiding van de invoering van de Wet Verplichte GGZ De invoering en implementatie van de Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld (zie 4.1 f) De herinrichting cliëntmedezeggenschap en de ondersteuning daarbij De verdere professionalisering van specialistische GGZ Het wetenschappelijk onderzoek (zie 7).
c)
Zorgpaden
De professionals binnen GGz Breburg, georganiseerd via de programmaraden, zijn de motor voor het leveren van de best passende zorg aan de cliënten. Best passend met als doel dat zoveel mogelijk cliënten, zo snel mogelijk en met zoveel mogelijk gezondheidswinst verder kunnen in het dagelijks leven. Die best passende zorg hebben we beschreven in onze zorgpaden. In 2012 hebben de programmaraden voor elke doelgroep die in behandeling is bij GGz Breburg, zorgpaden ontworpen. 2013 stond vooral in het teken van het optimaal invoeren van de zorgpaden in het zorgproces. De programmaraden zijn inmiddels in staat om, met gebruik van cijfers en grafieken, de effectiviteit en efficiëntie van de geleverde zorg te monitoren. Dat geldt voor zowel cliënt-, team- als centrumniveau.
15
Voor 2014 krijgen de programmaraden de vervolgopdracht om het ontwerp en de uitvoering van de zorgpaden (mede in relatie tot e-health en ROM) via nieuwe inzichten en cijfermatige gegevens te evalueren en verder te verbeteren.
d) Routine Outcome Monitoring (ROM)
In 2013 is gestuurd op een optimale dekking van de ROM. Dit heeft geresulteerd in stijgende ROMpercentages. Bij het opstellen van dit verslag zijn de percentages over 2013 nog niet definitief. Toch laten cijfers uit het Data Ware House zien dat de externe norm van 40% ROM bij afgesloten Diagnose behandel Combinaties (DBC’s) nagenoeg is behaald en aan de interne norm van 60% ROM in geopende DBC’s ruim is voldaan (73%). Ook in de AWBZ-zorg wordt bij driekwart van de cliënten jaarlijks een ROM-meting uitgevoerd. GGz Breburg investeert in het borgen van de stijgende ROM-trend door het zinvol gebruik van ROM centraal te stellen. Het doel is dat ROM optimaal wordt ingezet als instrument om de cliënt zo veel mogelijk zeggenschap en verantwoordelijkheid in het eigen herstelproces te geven. Ook worden ROM-gegevens benut om de zorgverlening verder te optimaliseren, zowel op cliënt- als populatieniveau. GGz Breburg participeert in de samenwerkingsverbanden SynQuest en ROMCKAP (Jeugd), om de inhoudelijke doorontwikkeling van ROM en analyse van ROM-data een inhoudelijke impuls te geven. Tot slot heeft GGz Breburg, als een van de landelijke voorlopers, het meten van klanttevredenheid uitgevoerd via de ROM-infrastructuur.
e)
Klachten
De klachtencommissie verricht haar werkzaamheden conform de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ), de wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (wet BOPZ) en het daarop gebaseerde klachtenreglement van GGz Breburg. GGz Breburg biedt zowel klachtenbemiddeling, wat behoort tot het domein van de organisatie, als klachtenbehandeling, wat behoort tot het domein van de Klachtencommissie. In 2013 zijn er in totaal 160 klachten ingediend bij de klachtencommissie. Dit is in vergelijking met vorige jaren een groter aantal: 2009: 61 klachten 2010: 120 klachten 2011: 109 klachten 2012: 128 klachten Een stijging van 25% ten opzichte van het voorgaande jaar. In de aard van de klachten is niet een duidelijke trend of oorzaak te vinden die deze stijging kan verklaren. Er zijn drie routes mogelijk na een ingebrachte klacht: Klachtenbemiddeling. Hierin kijkt de verantwoordelijke directeur of er een oplossing voor de klacht is waar de klager tevreden over kan zijn. In 2013 waren er 45 bemiddelingstrajecten, waarvan er 42 positief bemiddeld zijn. Formele behandeling door de klachtencommissie, volgens het principe van hoor en wederhoor. Dit geldt voor 45 klachten, waarbij 23 klachten (deels) gegrond zijn verklaard. Anderszins: klachten worden op enig moment ingetrokken (23%). Het komt regelmatig voor dat een cliënt bij een vraag om nadere informatie niets meer laat horen. Soms wordt een klacht al, voordat bemiddeling of behandeling is opgestart, door een relatief eenvoudige ingreep van de secretaris van de klachtencommissie opgelost.
16
Van het totaal aantal ingediende klachten zijn uiteindelijk 15% (deels) gegrond en 25% ongegrond verklaard. 45% van de klachten werden als niet-ontvankelijk beoordeeld, bijvoorbeeld omdat iemand 2x binnen een korte periode dezelfde klacht indiende. 11% van de klachten vallen niet onder een van de voorgaande categorieën, bijvoorbeeld omdat het een klacht was van een verwijzer of buurtgenoot van een cliënt. Deze klachten zij wel zoveel als mogelijk doorgeleid naar verantwoordelijke medewerkers of afdelingen. Van de 160 klachten betrof het 38 BOPZ-klachten. In 2013 is de klachtenregeling verruimd met een naastbetrokkenenparagraaf. Naastbetrokkenen kunnen sinds september klagen over gedragingen van de zorgaanbieder of medewerkers werkzaam namens de zorgaanbieder, tegenover henzelf als naastbetrokkenen. Dit heeft in 2013 geleid tot een enkele klacht. In 2013 zijn (conform het reglement) een tweetal klachten bij de Raad van Bestuur gemeld als ‘ernstige klacht’. Het doel van de klachtencommissie is, naast het zo mogelijk oplossen van het geschil tussen hulpvrager en hulpverlener, ook het verbeteren van de zorg van GGz Breburg. Daarom heeft de klachtencommissie in haar aanbevelingen speciale aandacht gevraagd van de Raad van Bestuur of de directie van de betreffende zorggroep. In alle gevallen is daarop gereageerd in de vorm van verbetervoorstellen.
17
7
Onderzoek en kennisontwikkeling a)
Bijzondere leerstoel
GGz Breburg heeft een bijzondere leerstoel Sociale Psychiatrie ingesteld bij de academische werkplaats Geestdrift van Tilburg University, die wordt bezet door Prof. dr. Christina van der FeltzCornelis, psychiater en epidemioloog. GGz Breburg onderhoudt nauwe banden met de academische werkplaats Geestdrift, binnen Tranzo van Tilburg University en in onderzoekprogramma’s. In 2013 zijn zeven GGz Breburg promovendi ingebed in Geestdrift. Vier van deze promotieonderzoeken betreffen wetenschappelijk onderzoek vanuit het Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid.
b) Wetenschappelijk onderzoek
Wetenschappelijk onderzoek is een belangrijke pijler voor het bieden van evidence based, kwalitatief hoogwaardige behandeling aan mensen met meervoudige, complexe en vaak langdurende psychiatrische of psychosociale problematiek. Er zijn vijf onderzoekslijnen binnen GGz Breburg: Effectiviteitsonderzoek in de GGz; Kosteneffectiviteit in de GGz; Co-morbiditeit en lichamelijk onverklaarde klachten; Diagnostiek; Zorgmodellen zoals collaborative care.
c)
Samenwerking met kennisinstituten
Onderzoek richt zich op het verwerven en implementeren van nieuwe inzichten. Daarin wordt samengewerkt met meerdere universiteiten (Tilburg University, Erasmus MC, LUMC) en kennisinstituten (onder andere het Trimbos Instituut). Enkele projecten waarbinnen samengewerkt wordt zijn Espri, IBerry, en Roamer. GGz Breburg organiseerde in september, in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Neurospsychoanalyse (NVNPSA) en RINO Noord-Holland, het eerste symposium in ons land over ‘neuropsychoanalyse’. Door verschillende medewerkers werd een grote bijdrage geleverd aan de realisatie van het Handboek Sociale Psychiatrie dat eind 2013 verscheen.
8
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) In april vond het jaargesprek plaats met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De IGZ realiseert zich dat de ingezette cultuurverandering tijd vraagt en dat op de werkvloer extra aandacht nodig is voor het invoeren van een aanspreekcultuur en het geprotocolleerd werken. Men sprak waardering uit voor de ontwikkeling die GGz Breburg doormaakt op het gebied van kwaliteitsbeheersing en veiligheid. GGz Breburg nam deel aan het onderzoek van de inspectie naar de invoering van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. In juli ontvingen wij de rapportage over het inspectiebezoek ‘Terugdringen separeren’.
18
Tijdens dat bezoek werd een aantal cases geselecteerd en de desbetreffende dossiers zijn, in aanwezigheid van medewerkers, getoetst op de thema’s Argusregistratie, voorkomen van separatie, geen eenzame opsluiting en consultatie. Ook is een gesprek gevoerd met de inspectie over de invoering van de High & Intensive Care.
9
Raad van Toezicht De Raad van Toezicht ziet toe op het functioneren van de organisatie. Zij doet dat tegen de achtergrond van de primaire doelstelling en met inachtneming van wat er in de statuten is vastgelegd. De Raad controleert en adviseert (gevraagd en ongevraagd) de Raad van Bestuur en zorgt er steeds voor vanuit verschillende gezichtshoeken geïnformeerd te zijn over de gang van zaken. De Raad van Toezicht fungeert als klankbord voor de Raad van Bestuur en zorgt ervoor zo te zijn samengesteld dat die klankbordfunctie in den brede kan worden ingevuld. Voorts vervult de Raad van Toezicht de werkgeversfunctie voor de leden van de Raad van Bestuur. Medio 2013 heeft de Raad van Toezicht aan de hand van een lijst met bespreekpunten haar eigen functioneren geëvalueerd en heeft op grond daarvan een aantal werkafspraken met de Raad van Bestuur gemaakt betreffende het toekomstig functioneren. Tevens heeft de Raad van Toezicht aangegeven belang te hechten aan het ingaan op de inhoud van de zorg. (Zoals bijvoorbeeld door twee Verpleegkundig Specialisten in opleiding met de door hen verzorgde presentaties). De Raad van Toezicht streeft naar een verantwoorde balans tussen cliëntbehoeften en stakeholderbelangen enerzijds en bedrijfskundige en organisatorische uitgangspunten anderzijds. Om die reden is bij de invulling van de ontstane vacature van lid van de Raad van Toezicht een daarop afgestemd profiel opgesteld. Dit heeft geresulteerd in de benoeming van mevrouw A.A. van de Meene als nieuw lid van de Raad van Toezicht. Deze benoeming is op bindende voordracht van de Cliëntenraad. Met ingang van 1 september 2013 is namelijk mevrouw mr. drs. M.M. van Breugel als lid van de Raad van Toezicht afgetreden; zij was niet herbenoembaar wegens het bereiken van de statutair maximale zittingstermijn. Het uitgebreide verslag van de Raad van Toezicht is te vinden als bijlage 5.
10
Samenwerking Met een aantal collega-organisaties wordt samengewerkt in het A59-overleg. Doel daarvan is verbetering en verdieping van de samenwerking met als uitgangspunt efficiencywinst en versterking van het (zorg-)aanbod. In een aantal werkgroepen is hier invulling aan gegeven. De samenwerking is niet vrijblijvend en wordt vormgegeven in een bestuurlijke coöperatie. Er werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met jeugdzorgaanbieder JUZT om kinderen met orthopedagogische en psychiatrische problematiek beter te kunnen begeleiden. (zie 4.2.b)
19
11
Financieel economische terugblik In 2013 was een rendement van 0,94 % begroot. Het verslagjaar 2013 sluit vervolgens af met een positief exploitatieresultaat van circa € 4,3 miljoen i.c. 3,1% rendement (2012: 1,9%). Door verbetering van de productiviteit van de organisatie en strakke beheersing van de kosten werd bijgedragen aan dit gunstige resultaat mogelijk. In het jaarresultaat is echter ook sprake van incidentele baten, waardoor het resultaat op de reguliere bedrijfsvoering zo rond de nullijn ligt. GGz Breburg heeft haar financiële positie verder kunnen verbeteren. Onze ambitie om het weerstandsvermogen (EV/bedrijfsopbrengsten) op tenminste 20% te brengen is daarmee ruimschoots gerealiseerd (22,1%). Ook de solvabiliteitsratio (EV/TV) is verder gestegen van 19,2% (2012) naar 20,2%. De toenemende risico’s in de externe bekostiging, de actuele transitietrajecten jeugd-GGZ, langdurende zorg en dagbesteding, en financiering vragen echter een verdere vermogensgroei, die GGz Breburg ook de komende jaren in staat moet stellen om tegenvallende resultaten en contracterings- en omzetrisico’s het hoofd te kunnen bieden. Onze inzet op een groei naar een meer structureel rendement naar 2% van de omzet wordt gecontinueerd en als stip op de horizon wordt een solvabiliteit richting 25% beoogd.
12
Financieel economische vooruitblik Voor 2015 staan een aantal grote transities op stapel. De langverwachte transitie van extramurale AWBZ producten naar de WMO zal dan plaatsvinden. Naar verwachting heeft dit een beperkt effect op de organisatie vanwege de geringe omvang van deze activiteit. De transitie van de Jeugd ggz naar de gemeenten heeft naar verwachting een grotere impact. Waarschijnlijk is er wel een transitieperiode waarin de gemeenten geleidelijk de verantwoordelijkheden rondom de jeugdzorg gaan overnemen van de zorgverzekeraars. Voor de verdere transities van de AWBZ naar de gemeenten, zorgverzekeraars dan wel de WLZ zijn de plannen nog steeds niet definitief. Wel wordt duidelijker dat een gedeelte van de chronische verblijfspopulatie bekostigd gaat worden vanuit de WLZ. De voorbereiding van de organisatie op deze transities is in 2014 een belangrijke prioriteit. Voor 2014 zijn er met alle verzekeraars aparte productieafspraken gemaakt. Hierdoor is er niet langer een omzetplafond, maar zijn er meerdere omzetplafonds. Om het risico te beperken is een schadelastmonitor ontwikkeld, waarmee de ontwikkeling van de omzet in de gaten kan worden gehouden en zo nodig bijgestuurd kan worden. De transities en de gedifferentieerde zorgcontractering komen bij elkaar in een meerjarenbegroting, waarvoor de basis in 2014 gelegd wordt. In 2014 is de basis GGZ een feit. Door de tijdige oprichting van Indigo Brabant BV voor de uitvoering van de basis GGZ is GGz Breburg goed voorbereid op deze ontwikkeling. In 2013 heeft Indigo Brabant al zelfstandig gefunctioneerd, waardoor met vertrouwen naar 2014 wordt gekeken. Wel werden pas laat in 2013 een aantal elementen volledig duidelijk over de definiëring van de basis GGZ-producten. Door de beperkte voorbereidingstijd vormt dit wel een risico.
20
21
13
Bijlagen Bijlage 1. Algemene indentificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon
GGz Breburg Groep
Adres
Lage Witsiebaan 4
Postcode
5042 DA
Plaats
Tilburg
Telefoonnummer
088-0161616
Identificatienummer Kamer van Koophandel
18085169
e-mailadres
[email protected]
Website
www.ggzbreburg.nl
Het werkgebied (ruim 915.000 inwoners) omvat de volgende gemeenten: Aalburg, Alphen/Chaam, Baarle-Nassau, Breda, Dongen, Drimmelen, Drunen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Goirle/Riel, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Moerdijk (gedeeltelijk), Oosterhout, Oisterwijk, Reusel-de Mierden, Tilburg, Waalwijk, Werkendam, Woudrichem en Zundert. Daarnaast de plaatsen Biezenmortel (gemeente Haaren) en Oost, West- en Middelbeers (gemeente Oirschot). Voor een breder verzorgingsgebied heeft GGz Breburg enkele bovenregionale functies: Woon- en werkvoorziening voor jongvolwassenen met autisme Kliniek voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie Centrum Eetstoornissen, kliniek Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid
22
Bijlage 2. Kerngegevens GGz Breburg Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten 2013 Kerngegevens GGZ Totaal aantal cliënten waaraan GGZ wordt verleend Aantal cliënten in zorg op 1 januari van het verslagjaar (a) Aantal nieuw ingeschreven cliënten in verslagjaar (b) Totaal aantal cliënten in zorg/behandeling in verslagjaar (c=a+b)
Aantal/bedrag aantal 16371 11101 27472
Aantal uitgeschreven cliënten in verslagjaar (d) Aantal cliënten in zorg/behandeling op 31 december van verslagjaar (e=cd) Aantal Zorg Zwaarte Pakket (ZZP)-cliënten in zorg/behandeling op 31 december van verslagjaar Capaciteit Het aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor dagelijkse planning van opnames, verblijf of voor dagbehandeling Waarvan kleinschalig wonen Productie Zorgverzekeringswet
11126 16346
Aantal openstaande DBC’s op 1 januari van het verslagjaar Aantal in verslagjaar geopende DBC’s (ontleend aan instellingssysteem, niet aan DIS) Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s (ontleent aan instellingssysteem, niet aan DIS) Aantal openstaande DBC’s op 31 december van het verslagjaar Omzet gefactureerde DBC’s (exclusief verrekende bedragen met verzekeraars) Productie Forensische Zorg (bekostigd door Ministerie van Justitie) Aantal openstaande DBBC’s op 1 januari van verslagjaar Aantal in verslagjaar geopende DBBC’s (ontleend aan instellingssysteem, niet uit DIS) Aantal in verslagjaar gesloten DBBC’s (ontleend aan instellingssysteem, niet uit DIS)
10133 16064
Aantal openstaande DBBC’s op 31 december van verslagjaar Omzet gefactureerde DBBC’s (exclusief verrekende bedragen met verzekeraars Aantal ZZP-dagen in verslagjaar forensische zorg in justitieel kader Productie AWBZ Aantal ZZP-dagen in verslagjaar exclusief forensische zorg in justitieel kader Aantal geleverde dagdelen dagactiviteiten in verslagjaar Personeel GGZ Aantal cliëntgebonden (ggz-)personeelsleden in loondienst op 31 december van verslagjaar (a) Aantal cliëntgebonden (ggz-)personeel in FTE op 31 december van verslagjaar (b)
565 aantal 835 180 Aantal
16022 10175 Bedrag 86.774.000 Aantal 109 118 168 59 Bedrag 688.000 n.v.t. Aantal 215.214 16.470 Aantal 1497 1214,8
23
Aantal niet-cliëntgebonden (overige ggz-) personeelsleden op 31 december 615 van verslagjaar (c) Aantal niet-cliëntgebonden (overige ggz-) personeel in FTE op 31 december 447 van verslagjaar (d) Totaal aantal (ggz-) personeelsleden in loondienst op 31 december van 2112 verslagjaar (a+c) Totaal aantal (ggz-) personeel in FTE op 31 december van verslagjaar (b+d) 1661,8 Aantal psychiaters in loondienst op 31 december van verslagjaar 40 Aantal psychiaters in FTE op 31 december van verslagjaar 37,27 Innovatie Percentage van de bedrijfsopbrengsten Bestedingen aan innovatie
24
Bijlage 3. Medezeggenschap Cliëntenraad Een goede cliëntenparticipatie is in het belang van zowel de organisatie als van de cliënten van de instelling. De Cliëntenraad GGZ Breburg is het formele medezeggenschapsorgaan als bedoeld in de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ). Zij behandelt op centraal niveau de aangelegenheden van gemeenschappelijk belang voor alle of een meerderheid van de zorggroepen. Voor de respectievelijke zorggroepen functioneren onderdeelscommissies. Zij behandelen de onderwerpen van de betrokken zorggroep. Daardoor wordt de cliëntenmedezeggenschap vormgegeven dicht bij waar de cliënt verblijft of wordt begeleid of behandeld. Ondernemingsraad Sinds januari 2013 werkt de medezeggenschap voor medewerkers volgens een nieuwe structuur. De Ondernemingsraad is kleiner geworden en bestaat nu uit negen leden. Daarnaast zijn er voor de vijf zorggroepen en de ondersteunende sectoren Onderdeelcommissies (OC's) ingesteld. De OR werkt zorggroep overstijgend en de OC richten zich op de betreffende zorggroep of ondersteunende sector. Centrale thema’s voor de Ondernemingsraad en de Onderdeelscommissies waren de herinrichting van het facilitair centrum, het veiligheidsbeleid en de aanspreekcultuur, dialoog en bejegening. Ook werd aandacht besteed aan het medewerkerstevredenheidsonderzoek en de vertalen van de uitkomsten naar de verschillende onderdelen. Familieraad De familieraad is de belangenbehartiger voor de familie van cliënten en een door de Raad van Bestuur officieel erkend adviesorgaan. De Raad van Bestuur erkent de Familieraad als medevertegenwoordiger van de in de instelling verblijvende en/of in behandeling zijnde cliënten ter behartiging van de collectieve belangen van deze groep en die van de familieleden en andere betrokkenen. Hierbij wordt in het bijzonder gelet op de cliënten die niet in staat zijn zelf voor hun eigen belang op te komen. De Familieraad onderhoudt daartoe goede contacten met de Cliëntenraad. Naast collectieve belangenbehartiging adviseert de Familieraad onder andere over het algemene beleid van de instelling, de klachtenprocedure en het woon- leef- en behandelklimaat op de afdelingen. De familieraad functioneert al geruime tijd naar ieders tevredenheid. Het blijft wel lastig om familieleden bereid te vinden om vanuit de ambulante zorgonderdelen deel te laten nemen aan de medezeggenschap. Medische staf GGz Breburg heeft een Medische Staf. Hiervan maken alle artsen deel uit die in vast dienst verband zijn bij GGz Breburg met een contract voor onbepaalde duur. De Medische Staf gaat bij het medisch handelen binnen de GGz Breburg uit van het biopsychosociaal model. De medicus (psychiater, klinisch- of sociaal-geriater, huisarts) behandelt cliënten die lijden of disfunctioneren doordat hun emotionele, cognitieve en/of gedragsmatige betrokkenheid op henzelf of leefomgeving verstoord is geraakt. De behandeling en begeleiding zijn erop gericht deze verstoring(-en) op te heffen of te verzachten. De Medische Staf waarborgt een overlegstructuur met een klimaat waarin opinie, debat en collegialiteit centraal staan. Deze gezamenlijkheid moet leiden tot collegiale cohesie, bezinning en ontwikkeling van visie over de volle breedte van het psychiatrisch handelen.
25
Verpleegkundige Adviesraad GGz Breburg beschikt over een actieve Verpleegkundige Adviesraad (VAR). De VAR zet zich in om de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroep duidelijker te profileren. De VAR doet dit door het ondersteunen en faciliteren van verpleegkundigen bij zorginhoudelijke ontwikkeling, innovatie en positionering van hun beroep in de organisatie. Elke zorggroep is vertegenwoordigd door een VAR lid. Dit VAR lid stelt samen met de betrokken directeur een werkplan opstellen waarin de jaarlijkse activiteiten van het VAR lid staan. Het gaat hier om een adviesrelatie. Het dagelijks bestuur ondersteunt de VAR leden, contact onderhouden met de Raad van Bestuur en vooral gaan netwerken zowel binnen als buiten de organisatie. De VAR komt maandelijks bij elkaar waarvan minimaal een maal per jaar samen met de Raad van Bestuur. Tijdens de jaarlijkse dag van de verpleging organiseert de VAR een thematische bijeenkomst. Het thema van 2013 was ‘veiligheid’.
26
Bijlage 4
Raad van Bestuur
Naam
Bestuursfunctie
Dhr. Drs. G.B.F. van Weelden,
Voorzitter
Nevenfuncties
MHA
Bestuurslid Stichting Zorgnetwerk MiddenBrabant
Bestuurslid VOF Dubbele Diagnose
Lid AvA Bounce BV
Bestuurslid Pensioenfonds Zorg en Welzijn
Bestuurslid Stichting Epilepsia
Voorzitter Partners OGGZ Breda
Lid Raad van Advies Zorgkantoor WestBrabant
Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Perspektief
Lid AvA Indigo Serviceorganisatie BV
Bestuurslid Gebruikersvereniging Psygis Quarant
Mw. Drs. A.C. van Reekum, psychiater
Bestuurslid
Lid bestuur Sinquest BV
Lid bestuurlijk overleg Ac. Werkplaats Geestdrift UvT
Lid Borderline Taskforce
Voorzitter Raad van Toezicht KIP (kenniscentrum persoonlijkheidsstoornis sen)
27
Docent Postacademisch onderwijs RINO NoordHolland
Docent Lenteson
Bestuurslid RINO Zuid
Voorzitter afdeling psychotherapie NVvP
28
Bijlage 5
Raad van Toezicht
Overzicht leden Raad van Toezicht en hun nevenfuncties Naam
Beroep / functie
Relevante nevenfunctie(s)
Dhr. M.J.W. Bontje,
Eigenaar Bontje Advies en
voorzitter
Management
Voorzitter Vereniging Huisartsenposten Nederland
Lid RvT Rivas Gorinchem
Lid RvT Sanquin bloedvoorziening
Lid RvT Mohs klinieken
Voorzitter RvC Novae/Perspectief BV
Bestuurslid St. Wie Beter Eet Wordt Sneller Beter
Voorzitter ST. Pand Hospice Nieuwegein
Lid Raad van Toezicht Vrouw en Klinieken
Dhr. W. de Ruiter RA,
Voormalig partner Ernst &
vicevoorzitter
Young Accountants (thans EY)
Lid RvT van Stichting RK Ziekenhuis “St. Franciscus” te Roosendaal
Lid Raad Economische Aangelegenheden van Congregatie Zusters Franciscanessen “Alle voor Allen” te Breda
Lid RvT Lievensberg Ziekenhuis te Bergen op Zoom (vanaf 31 december 2013)
Mw. Mr. Drs. A.M.M. van Docent Juridische Breugel, lid (tot 1
Hogeschool Avans-Fontys
september)
Voorzitter Cliëntenraad WWB, Woudrichem en Werkendam
Vice-voorzitter Raad van Toezicht Huisartsenpost Midden-Brabant, Tilburg
Lid Rekenkamer West-Brabant, Roosendaal
Voorzitter Rekenkamercommissie Gemeente Aalburg
Rechter-plaatsvervanger rechtbank Breda
Lidmaatschap bezwaarschriftencommissie gemeente Waalwijk
Voorzitter Rekenkamercommissie Utrechtse Heuvelrug
Mw. W.J.C.M. de Jong-
Lid Raad van Bestuur
Verspeek, lid
BrabantZorg
Lid Raad van Bestuur van ZorgGoedBrabant
Lid Raad van Bestuur van ZorgGoedBrabant 2
29
Lid van het bestuur van de stichting Terminale Thuishulp Maasland
Lid Raad van Advies van het Zorgkantoor Noord-Oost Brabant
Lid programmaraad zorgvernieuwing psychogeriatrie
Mw. A.A. van de Meene
General manager
(vanaf 10 december)
Consultancy & training
Voorzitter RvT Transvorm
Hotelschool The Hague Dhr. Drs. J.M.M. Taks, lid Lid Raad van Bestuur Albert Schweitzer Ziekenhuis
Voorzitter RvT St. Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht
Dordrecht
Voorzitter bestuur St. Drechtzorg Dordrecht (onbezoldigd
Dhr. J.R. van Veldhuizen, Extern adviseur / psychiater, lid
Lid RvT St. Kunstmin
Voorzitter St. Centrum Certificering ACT
onderzoeker in GGZ
en FACT (CCAF)
instellingen Dhr. Mr. B. de Vries, lid
Directie Finamar Consultants
Lid RvT Woningbouwvereniging Trivire,
Vlist
Dordrecht
Voorzitter RvC Rabobank Krimpenerwaard
Lid RvC Nederlands Beleggingsfonds voor Zeeschepen, Barendrecht
Werkzaamheden Raad van Toezicht Op grond van zijn statutaire verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft de Raad van Toezicht in het verslagjaar aan de volgende (voorgenomen) besluiten van de Raad van Bestuur goedkeuring verleend: •
Jaardocument Zorg 2012 GGz Breburg
•
Jaarrekening 2012 GGz Breburg
•
Conceptbegroting 2014
•
Het oprichten van de coöperatie in A59-verband door vijf instellingen (GGZ Westelijk Noord-Brabant, PTC De Viersprong, Reinier van Arkel, GGZ Oost-Brabant en GGz Breburg)
•
Samenwerking met GGZ Oost-Brabant in Indigo Brabant B.V.
•
Verkoop van het pand Witte Huis / Lichttorenhoofd 5 in Etten-Leur
•
Aangepast reglement Raad van Bestuur GGz Breburg
Daarnaast heeft de Raad van Toezicht in het verslagjaar besloten tot: •
Benoeming van een nieuw lid Raad van Toezicht
•
Aanpassing van het reglement Raad van Toezicht GGz Breburg
30
In het kader van zijn algemeen toezichthoudende rol heeft de Raad van Toezicht - mede tegen de achtergrond van Jaarplan & Begroting 2013 GGz Breburg - de volgende onderwerpen gevolgd door middel van één of meerdere voortgangsrapportages: •
Lopende zaken 2013 zoals zorgcontractering, productieafspraken en productieontwikkeling, financiële resultaten, voortgang financieringsfaciliteiten en Waarborgfonds
•
De voortgang met betrekking tot het project ‘Verbeteren Doorstroom’
•
E-health
•
De beleidscyclus 2013-2014
•
Veiligheid, verantwoordelijkheid en omgaan met kwaliteitsaspecten
•
Zorgcontracteringsbeleid 2014 van zorgverzekeraars en zorgkantoren
Het werkbezoek van de Raad van Toezicht is in het verslagjaar verzorgd door de Zorggroep Jeugd waarbij onderwerpen als de ‘Transitie binnen de jeugdzorg’, ‘Ortho-Pp’ en de ‘Meldcode kindermishandeling & huiselijk geweld’ uitgebreid en inspirerend aan bod zijn gekomen. In het verslagjaar heeft er een themabijeenkomst plaatsgevonden, waar de onderwerpen ‘’Verbeteren doorstroom ….. en nu?’, ‘Routine Outcome Monitoring’, ‘High Intensive Care’ en ‘Zorgverkoop’ op de agenda stonden. Een delegatie van de Raad van Toezicht heeft in 2013 twee overlegvergaderingen met de Ondernemingsraad bijgewoond, een overlegvergadering met de Cliëntenraad en een met de Familieraad. Voorts heeft de accountant in 2013 in het kader van de goedkeuring van de jaarrekening 2012 van GGz Breburg de vergadering van de Auditcommissie en de Raad van Toezicht bijgewoond waarin de goedkeuring van de jaarrekening op de agenda stond. De Auditcommissie heeft een door haar opgestelde lijst met aandachtspunten voor de financiële bedrijfsvoering systematisch gevolgd. Verder heeft de Auditcommissie de goedkeuring door de Raad van Toezicht van de jaarrekeningen 2012 van GGz Breburg voorbereid. De begroting 2014 van GGz Breburg is in conceptvorm aan de orde geweest. De commissie Kwaliteit & Veiligheid is in 2013 met name diep ingegaan op de aspecten aangaande de Inspectie voor de Gezondheidszorg zoals het bespreken van calamiteiten en incidenten (casussen), de veiligheidsagenda 2013, de jaarrapporten van de Commissie Wetenschappelijk Onderzoek, de Geneesheer-directeur, de Patiënten Vertrouwens Persoon en de Klachtencommissie. Tevens is hun aandacht uitgegaan naar ambulante behandeling en het terugdringen van dwang & drang. De Remuneratiecommissie heeft in 2013 een functionerings- en beoordelingsgesprek met de leden van de Raad van Bestuur gevoerd en de uitkomsten van die gesprekken met de voltallige Raad van Toezicht besproken.