Bestuursverslag VGPONN 2013
Noordhorn, juni 2014
Inleiding In dit bestuursverslag leest u over het onderwijs op de scholen van VGPONN, over de visie, de doelen en de middelen, over leerkrachten, leerlingen en hun ouders. Het verslag is een verantwoording van het bestuur naar betrokkenen in en om de school, naar de leden en naar de overheid. In opvoeding en onderwijs worden kinderen voorbereid op hun toekomst. School en ouders werken daarin volop met elkaar samen. Ze willen niet alleen de kinderen helpen het beste uit zichzelf te halen en ze daarmee goed voor te bereiden op het vervolgonderwijs, maar ze willen de kinderen ook begeleiden om de wereld om hen heen te ontdekken en betekenis te geven. En om dat te doen vanuit het besef dat ze geliefde kinderen van God zijn. Volwassenen zijn het rolmodel voor kinderen. De ouders eerst, maar ook de leerkrachten zijn belangrijk om kinderen te leren de goede keuzes te maken, en ze zo te helpen hun plaats in de samenleving te ontdekken en in te nemen. Leerkrachten, ondersteuners en leidinggevenden geloven in hun werk. Ze laten zich inspireren door het evangelie van Jezus Christus en dat werkt door in de sfeer in de klas en op school. De scholen van VGPONN kenmerken zich door goede zorg voor de leerling. In de afgelopen jaren en ook in 2013 kwam daarbij ook meer ruimte en aandacht voor de leerling die meerbegaafd is en dus extra uitdaging nodig heeft. Op de scholen groeit het vermogen om alle leerlingen een passend onderwijsaanbod te presenteren. Het jaar 2013 stond voor alle scholen in het teken van consolidatie van de onderwijskwaliteit, maar steeds meer scholen werken intussen ook aan een plus.
Bestuur en toezicht VGPONN Toezichthouders Dhr. C. Staal, voorzitter Vestesingel 80, 9408 CG Assen Projectmanager gemeente Assen Mw. L. Doorn, secretaris Korte Groningerweg 5 9607 PS Foxhol Medewerker communicatie, coördinator identiteit GSG Dhr. H.P. Verbree, p.meester Norgervaart 28 9336 TE Huis ter Heide Zelfstandig ondernemer Mw. J. Zwerver Groene Zoom 7 9791 BA Ten Boer Zorgconsulent, mediator Directeur bestuurder Dhr. H. Lamberink Hessenweg 104 8051 LE Hattem
2
0592-461402 0598-390433 0592-462460 050-3022415 038-4657894 06 53403459
Inhoudsopgave Inhoudsopgave .................................................................................... 3 1. Algemeen ...................................................................................... 5 1.1. Doelstelling ................................................................................ 5 1.2. Visie op onderwijs ...................................................................... 5 1.3. Missie VGPONN .......................................................................... 5 2. Organisatie ................................................................................... 6 2.1. De Vereniging ............................................................................ 6 2.2. Bestuur en toezicht ..................................................................... 6 2.3. Medezeggenschap...................................................................... 8 2.4. Ouders ....................................................................................... 8 2.5. Dienstencentrum ........................................................................ 9 2.6. Scholen ...................................................................................... 9 3. Onderwijsbeleid ......................................................................... 10 3.1. Vormend .................................................................................. 10 3.2. Onderwijs ................................................................................. 10 4. Personeel .................................................................................... 11 4.1. Inleiding ................................................................................... 11 4.2. Personele ontwikkelingen .......................................................... 11 4.3. Preventie, ziekteverzuim en taakbelasting .................................. 15 5. Maatschappelijke context ........................................................ 16 5.1. Krimp ....................................................................................... 17 5.2. Positionering gereformeerd onderwijs ....................................... 17 6. Financiën..................................................................................... 18 6.1. Kengetallen .............................................................................. 18 6.2. Analyse van de kasstromen ....................................................... 19 6.3. Treasuryverslag ......................................................................... 20 6.4. Administratieve organisatie en interne ....................................... 20 Beheersing .......................................................................................... 20 7. Continuïteitsparagraaf .................................................................... 20 8. Huisvesting ................................................................................. 23 9. ICT ............................................................................................... 24 10. Externe communicatie ........................................................... 25 11. Veiligheid....................................................................................... 25 12. Tenslotte .................................................................................. 25
3
4
1. Algemeen Evenals in voorgaande jaren werd in 2013 onderwijs gegeven onder het motto Gereformeerd onderwijs: geïnspireerd en uitdagend. geïnspireerd Geïnspireerd, omdat we het onderwijs verbinden met ons ideaal om Jezus Christus na te volgen. en Uitdagend, omdat we leerlingen en leerkrachten stimuleren en uitdagend begeleiden om het beste uit zichzelf te halen.
1.1.
Doelstelling
De doelstelling van de Vereniging voor Gereformeerd Primair Onderwijs Noordoost-Nederland (VGPONN) luidt: “het stichten en in stand houden van kwalitatief hoogwaardige scholen voor gereformeerd basisonderwijs, zo dicht mogelijk bij huis”. De kerntaak van onze gereformeerde scholen is: het bieden van goed onderwijs, vanuit gereformeerde levensovertuiging. Belangrijke doelen daarbij zijn: Kinderen d.m.v. een persoonlijke omgang met God te leren bij wie ze mogen horen; Kinderen te helpen hun eigen talenten te ontdekken, tot bloei te brengen en te gebruiken; Kinderen te helpen zichzelf te leren kennen en te aanvaarden, de ander te respecteren, en duurzaam met de natuur om te gaan. Kinderen te begeleiden om hun plaats te vinden in de samenleving en hun verantwoordelijkheid te ontdekken, en daarbij open te staan voor anderen.
1.2.
Visie op onderwijs
VGPONN staat voor herkenbaar gereformeerd onderwijs, uitdagend en van goede kwaliteit, in scholen waar ouders en leerlingen zich welkom voelen, waar eigentijds wordt gewerkt, ‘zo dicht mogelijk bij huis’, vanuit een lerende organisatie, met medewerkers die zich met elkaar, met ouders en leerlingen en met de samenleving verbonden weten en die bereid en in staat zijn elkaar aan te spreken . Deze ambitie vormt het uitgangspunt voor strategisch beleid 2013-2015.
1.3.
Missie VGPONN
Op de scholen die aangesloten zijn bij VGPONN wordt gereformeerd onderwijs gegeven vanuit het ideaal: leerkrachten, medewerkers en leerlingen helpen en bemoedigen elkaar om Christus actief te volgen. Dit doen wij met als uitgangspunt dat de (ontwikkeling van de) leerling centraal staat, en dat ouders partnerschap ervaren en zich welkom voelen. We zien het als een opdracht voor onze scholen om een goede verbinding te maken met hun omgeving. Onze scholen bieden: “gereformeerd onderwijs voor christenen, geïnspireerd en uitdagend”.
5
2. Organisatie 2.1.
De Vereniging
Het ledental van de Vereniging voor Gereformeerd Primair Onderwijs NoordoostNederland (VGPONN) daalde 2013 licht van 1280 tot 1233. Het aantal donateurs bleef vrijwel gelijk (258). In totaal waren er eind 2013 1491 betalende leden en donateurs. De leden kwamen in 2013 eenmaal plenair bij elkaar in de algemene vergadering op 24 september. Daar werd onder meer met de leden gesproken over het bestuursverslag 2012. Ook werd daar besloten om het aantal formele ledenvergaderingen terug te brengen van twee naar één per jaar. Naast deze formele ledenvergadering zocht het bestuur de leden op in de regio. In 2013 werd op 11 scholen met ouders en leden gesproken over de vraag of doorontwikkeling van het leden- en benoemingsbeleid gewenst is. De betrokkenheid van ouders en leden komt vooral tot uiting in en rond de scholen. Op elke school functioneren ouders in de Schoolcommissie en de Medezeggenschapsraad (MR). De Schoolcommissie bevordert de betrokkenheid van ouders en denkt namens hen mee over onder meer de implementatie van het identiteitsbeleid van de school. De Medezeggenschapsraad verzorgt de inspraak bij besluiten die op schoolniveau worden genomen.
2.2. Bestuur
Bestuur en toezicht toezichthoudend bestuur
Het bestuur van VGPONN telt 5 leden, die door de algemene ledenvergadering worden benoemd. In 2013 waren er drie vacatures. In afwachting van een nieuw bestuurlijk model dat in de loop van 2013 is ingevoerd -zie onder-, werden deze plaatsen niet ingevuld. Het bestuur kwam in 2013 maandelijks bijeen. De algemeen directeur woonde deze vergaderingen bij. Het bestuur houdt zich bezig met het besturen van de vereniging en is tevens het bevoegd gezag van de onderwijsorganisatie. Waar diverse bestuurlijke bevoegdheden waren gemandateerd aan de algemeen directeur, hield het bestuur toezicht op de uitvoering. In 2013 werd het bestaande bestuurlijk model gewijzigd in het zgn. delegatiemodel. In dit model zijn de meeste bestuurlijke bevoegdheden gedelegeerd naar de directeur-bestuurder. Het toezichthoudend bestuur houdt toezicht op het functioneren van de directeurbestuurder. Het toezichthoudend bestuur behoudt enkele belangrijke bevoegdheden. Op de uitoefening daarvan oefenen de leden het toezicht uit.
6
Het toezichthoudend bestuur heeft ingevolge art. 2 lid 5 van het Managementstatuut de volgende bevoegdheden: 1. het toezicht houden op de handhaving van de kwaliteit van het onderwijs dat op de scholen van VGPONN wordt gegeven; 2. het toezicht houden op de waarborging van de identiteit op de scholen en in de organisatie van VGPONN; 3. het goedkeuren van de begroting, het jaarverslag en het strategisch meerjarenplan van de scholen op verenigingsniveau; 4. het toezien op de naleving van de wettelijke verplichtingen en de code goed bestuur primair onderwijs door de directeur-bestuurder; 5. het toezicht op de rechtmatige verwerving en de doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van de middelen van de scholen die zijn verkregen op grond van de Wet op het primair onderwijs; 6. het aanwijzen van de accountant; 7. het jaarlijks afleggen van verantwoording over de uitvoering van de taken en de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld onder a. tot en met d. van dit lid, in het jaarverslag. Naast de in lid 5 van dit artikel genoemde zaken, zijn de volgende besluiten expliciet voorbehouden aan het toezichthoudend bestuur: 1. opheffing, stichting, fusie van één of meer scholen; 2. overdracht en overname van één of meer scholen en juridische fusie; 3. voorstel tot statutenwijzing van de vereniging aan de algemene vergadering; 4. voorstel tot ontbinding van de vereniging aan de algemene vergadering; 5. wijziging van de grondslag van de school/vereniging; 6. benoeming, schorsing en ontslag van de algemeen directeur en de locatiedirecteuren.
Algemeen directeur
directeur-bestuurder
Het toezichthoudend bestuur besloot eind 2013 om de tijdelijke benoeming van de directeur-bestuurder om te zetten in een benoeming voor onbepaalde tijd. Daarnaast werd zijn functieomvang voor de duur van één jaar uitgebreid tot 0,8 fte. De bevoegdheden van de directeur-bestuurder zijn in 2013 vastgelegd in een vernieuwd managementstatuut. Daarin zijn ook de bevoegdheden van de locatiedirecteuren opgenomen. De directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor het totale beleid (behoudens de bevoegdheden die bij het toezicht houdend bestuur zijn belegd – zie boven) en rapporteert daarover regelmatig aan het toezichthoudend bestuur. De directeur-bestuurder geeft leiding aan het directeurenberaad (DB), dat in 2013 maandelijks bijeenkwam in Noordhorn. Door middel van schoolbezoeken en voortgangsgesprekken met de directeuren houdt de directeur-bestuurder zich op de hoogte van de gang van zaken op de scholen. De scholen worden geleid door de volgende locatiedirecteuren: Mw. A.L.G. Buter-Boersma: het Baken in Delfzijl; Dhr. A.M. van Deursen: de Driesprong en de Cirkel in Assen;
7
Mw. A.E.S. Havinga-Wolters: de prof. B. Holwerdaschool te Middelstum (vanaf augustus: ’t Klim-op); Dhr. W. Holsappel: Dr. K. Schilderschool in Bedum, de Leilinde in Winschoten en de Poort in Ten Boer; Dhr. P. Kralt: de Lichtkring in Zuidlaren en de Handpalm te Leens; Dhr. J. Leever: de Parel in Assen en de Dr. R.J. Damschool in Uithuizermeeden; Mw. M.R. Vogel-Moeken: de Ster in Harkstede; Mw. J. Vredeveld-Huiskes: de Lichtbron te Hoogezand en de Piet Prinsschool in Stadskanaal.
2.3.
Medezeggenschap
De kritische rol van de MR in de school en van de GMR op organisatieniveau draagt bij aan de kwaliteit van de besluitvorming: het voorgenomen beleid wordt hierdoor vanuit de verschillende belangen en perspectieven van de (leden van de) organisatie beoordeeld. Daarnaast draagt een goed functionerende medezeggenschap ook bij aan het draagvlak voor de gekozen koers. Bij VGPONN is een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) actief, bestaande uit drie personeelsleden en drie ouderleden. Deze leden worden gekozen door de medezeggenschapsraden (MR), die op hun beurt op schoolniveau de inspraak verzorgen. De inspraak op beleid en besluitvorming op schoolniveau is aan de MR – de locatiedirecteur voert het overleg met de MR. De inspraak op beleid en besluitvorming op bovenschools niveau is aan de GMR. De directeur-bestuurder voert dan ook dit overleg. Het medezeggenschapsstatuut is gebaseerd op de Wet op de Medezeggenschap Scholen (WMS), die in 2007 van kracht is geworden. In de GMR is een aantal in het oog springende onderwerpen in 2013 aan de orde geweest: identiteit, passend onderwijs, bestuursformatieplan, functiemix, begroting en jaarrekening, vervangersprotocol. Eind 2013 werd een begin gemaakt met verbetering van de logistiek rond beleidsdocumenten. Het doel van deze verbetering is de rol van de GMR in beleidstrajecten te versterken en ervoor te zorgen dat stukken tijdig bij de GMR op tafel liggen.
2.4.
Ouders
Ouders zijn partners als het gaat om opvoeding en onderwijs, en daarom zijn ze welkom in de school. In de Medezeggenschapsraad denken en beslissen ouders mee als het gaat om visie en beleid. Op alle VGPONN-scholen bestaat er naast de MR een schoolcommissie. Ouders worden met regelmaat door de directeuren geïnformeerd over belangrijke ontwikkelingen en gebeurtenissen op school. En natuurlijk zijn er regelmatig gesprekken met ouders over de voortgang van het onderwijs aan hun kind. Op organisatieniveau is daarnaast gestart met een ouderpanel. In 2013 werd hiermee eenmaal overleg gevoerd over het proces richting een ander
8
benoemingsbeleid, over leerlingenzorg en over de technische ondersteuning van het onderwijs.
2.5.
Dienstencentrum
Het dienstencentrum is gevestigd in Noordhorn. VGPONN wil vanuit dit centrum ondersteunend zijn aan de scholen. Op 1 januari 2013 zijn de volgende medewerkers werkzaam voor de organisatie: • Algemeen Directeur (0,6 fte) • Directiesecretaresse (0,8 fte) • Onderwijskundig beleidsmedewerker (0,8 fte) • Orthopedagogen (1,0 fte) • Personeelsadviseur (0,4 fte) • Financieel controller (0,3 fte) • Huisvestingsmedewerker (0,5 fte) • Systeembeheerder ICT (0,5 fte) In het dienstencentrum wordt nauw samengewerkt met de zusterorganisatie Noorderbasis, die 19 scholen aanstuurt in Groningen en Friesland.
2.6.
Scholen
In 2013 telde de vereniging 14 basisscholen, waarvan 10 scholen in de provincie Groningen en 4 scholen in de provincie Drenthe. Op de scholen wordt voor 1679 leerlingen primair onderwijs verzorgd (teldatum 1 oktober 2013). Bij de vereniging werken ongeveer 220 personeelsleden, fulltime, parttime of tijdelijk. Alle scholen hebben een locatiedirecteur. In de regel geeft een locatiedirecteur leiding aan twee of meer scholen. Drie directeuren sturen één school aan. Leerlingenaantallen 1-10-2009 1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012 1-10-2013 De Parel
Assen
190
De Driesprong
Assen
296
295
296
288
278
De Cirkel
Assen
179
206
209
207
196
Dr. K. Schilder
Bedum
106
94
78
83
83
Het Baken
Delfzijl
58
55
56
50
51
De Ster
Harkstede
46
47
45
48
44
De Lichtbron
Hoogezand
118
133
132
124
125
De Handpalm
Leens
79
83
85
82
83
Prof.B. Holwerda
Middelstum
91
87
83
77
72
Piet Prins
Stadskanaal
90
83
79
78
74
De Poort
Ten Boer
150
138
132
128
117
Dr.R.J. Damschool Uithuizermeeden
189
186
176
169
162
De Leilinde
Winschoten
96
97
89
87
92
De Lichtkring
Zuidlaren
104
100
97
90
75
1849
1827
1795
1729
1675
9
206
218
223
3. Onderwijsbeleid 3.1.
Vormend
Onderwijs is relationeel van aard. De kwaliteit van de leerkracht en van zijn/haar relatie met de leerlingen bepalen voor een groot deel of de leerling leert. Kennisoverdracht is belangrijk voor kinderen, maar even belangrijk is het vormende aspect van het onderwijs. Hierbij leren kinderen de wereld om hen heen te ontdekken en te duiden. Ze leren te onderscheiden tussen goed en kwaad, ze leren te ontdekken wie ze zelf zijn, wat ze kunnen en wat hun voorkeuren zijn. Ze leren keuzes te maken en respectvol om te gaan met God, zichzelf, hun naaste en de natuur om hen heen. De gesprekken met de kinderen over wat er met henzelf en in de wereld om hen heen gebeurt, staan in dit kader, evenals de gesprekken in de personeelskamer, in de vergaderruimte en in de wandelgangen. In het onderwijs is er dagelijks tijd voor Bijbelverhalen, voor het leren kennen van wie God voor ons is, en voor het vieren van christelijke feestdagen. Op deze manier worden leerlingen toegerust om als christen hun plaats in de maatschappij in te nemen.
3.2.
Onderwijs
Aan het begin van 2013 hebben alle scholen van VGPONN het basisarrangement. De inspectie heeft in 2013 op drie scholen een regulier onderzoek gebracht, te weten: Holwerdaschool/’t Klim-op, de Parel en de Handpalm. Daarnaast heeft in september een bestuursgesprek met de inspectie plaats gevonden. Voor alle scholen is op 5 september 2013 het basisarrangement herbevestigd. Onderwijskwaliteit blijft het belangrijkste aandachtspunt voor VGPONN. We blijven werken aan de ontwikkeling van de leerkrachten en de teams, om het onderwijsaanbod steeds meer af te stemmen op verschillen tussen leerlingen. Ondanks dat blijft onderwijs mensenwerk. Kwaliteit moet elke dag opnieuw tot stand komen in een wisselwerking tussen leerkracht en leerling, en heeft elke dag de zegen van onze Heer nodig. Voor VGPONN blijft inzetten op versterking van de basiskwaliteit van het onderwijs, ook om hierbij van goed naar beter te komen. Het ingezette traject om het taal- en rekenonderwijs, het instructiegedrag, de kwaliteitszorg en het opbrengstgericht leiderschap voortdurend te verbeteren, wordt verder doorgevoerd. Het eerder gestarte project “Stap voor Stap beter begrijpend lezen” vindt voortgang. Het systeem van kwaliteitszorg dat gericht is op het opbrengstgericht werken, het versterken van de onderwijskundige en didactische vaardigheden van de leerkracht, en op het handelingsgericht werken, staat ook in 2013 centraal. Het afgelopen jaar hebben de schoolteams daarnaast aandacht gegeven aan de cyclus tussen opbrengsten en reflecteren op onderwijsaanbod en eigen handelen.
10
De inspectie beoordeelt naast de eindopbrengsten ook de tussenopbrengsten van het CITO leerlingvolgsysteem. Gemiddeld genomen zijn de tussenopbrengsten voldoende. Op een enkele school na zijn de vooruitzichten van groep 7 hoopvol. Door de verbeterede opbrengsten komt er meer ruimte voor de scholen om te borgen en door te ontwikkelen. CITO-eindtoets VGPONN gemiddeld
2011 537.1
2012* 534,7
2013 537,1
* De waardering van de opbrengsten heeft de inspectie met ingang van januari 2012 gewijzigd. Hierdoor zijn de uitkomsten van 2011 en 2012 niet goed met elkaar te vergelijken. De inspectie heeft haar methode aangepast op het aantal leerlinggewichten per school. Voor 2012 was de gemiddelde score te laag: deze moet tenminste 535 zijn.
4. Personeel 4.1.
Inleiding
In het personeelsbeleidsplan is het kader van het sociaal jaarverslag vastgesteld. Het verslag geeft een overzicht van de personele ontwikkelingen. Het is een evaluatie van het gevoerde personeelsbeleid in het schooljaar 2012-2013. De krimp van de bevolking in de noordelijke provincies heeft gevolgen voor de scholen. Minder leerlingen betekent minder inkomsten. Dat had in het voorgaande jaar al de nodige gevolgen voor de formatie. Het aantal leerkrachten nam af. Dat leidde hier en daar tot een andere organisatie van het onderwijs. Op sommige plekken werden meer ondersteuners in gezet om de onderwijskwaliteit op peil te houden. Deze bezuinigingen zijn, vanwege doorgaande krimp in leerlingaantallen in het schooljaar 2012-2013, in lichtere mate voortgezet. In het verslag wordt inzicht geboden in personele ontwikkelingen met behulp van de betreffende cijfers over die periode. Om eventuele wijzigingen ten opzichte van vorige schooljaren te kunnen traceren, zijn de schooljaren vanaf 2008-2009 opgenomen. Ook in het schooljaar 2011-2012 is uitvoering gegeven aan vrijwillige mobiliteit. In het verslagjaar is er veel aandacht geweest voor individuele personeelszorg: daarbij ging het om begeleiding naar beter functioneren en begeleiding bij verzuim. In het kader van de functiemix groeide het aantal LB-ers. Met deze functiemix wordt beoogd leerkrachten meer carrièreperspectief te geven. Daarnaast willen we met de bijbehorende scholing extra impuls geven aan onze onderwijskwaliteit.
4.2.
Personele ontwikkelingen
In onderstaande tabellen is het aantal mannen en vrouwen weergegeven dat gedurende het schooljaar 2012-2013 in dienst was bij VGPONN. Daarbij is onderscheid gemaakt in onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel.
11
Tabel 1: Verdeling man/vrouw in aantallen OP
OOP
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
Man
Vrouw
31-7-2008¹
34
138
172
5
45
50
31-7-2009¹
31
137
168
7
59
31-7-2010¹
31
141
172
8
31-7-2011¹
25
141
166
9
31-7-2012¹
18
149
167
31-7-2013²
11
116
127
Peildatum
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
39
183
222
66
38
196
234
63
71
39
204
243
59
68
34
200
234
11
60
67
29
209
238
12
72
67
23
188
211
¹ incl. invalkrachten ² zonder invalkrachten
De gegevens uit bovenstaande tabel op peildatum laten zich lastig vergelijken met voorgaande jaren, aangezien we dit jaar de invalkrachten buiten de cijfers hebben gehouden. Op deze manier genereren we een zuiverder beeld van ons reguliere personeelsbestand. Het aandeel vrouwelijke medewerkers is aanzienlijk groter dan het aandeel mannelijke medewerkers. Daarmee komt de samenstelling van het personeelsbestand overeen met het landelijk beeld. Tegelijk wordt mede aan de hand van onderstaande tabel ook duidelijk dat de meeste mannen een fulltime dienstverband hebben, dit in tegenstelling tot het vrouwelijk aandeel. Tabel 2: uitsplitsing naar fte’s OP
OOP
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
31-7-2008
32,7
87,34
120,03
2,15
11,47
13,62
34,85
98,81
31-7-2009
29,16
85,33
114,49
3,03
14,58
17,62
32,19
99,91
132,1
31-7-2010 31-7-2011
27,94 22,53
89,76 86,84
117,69 109,37
3,23 3,52
15,23 14,11
18,46 17,63
31,16 26,05
104,99 100,95
136,15 127
31-7-2012
11,42
81,2
92,62
9,59
17,54
27,13
21,01
98,74
119,75
31-7-2013
9,61
74,21
83,82
8,88
20,85
29,73
18,49
95,06
113,55
Peildatum
Uitsplitsing naar betrekkingsomvang – aantal fulltimers en parttimers Tabel 3 biedt inzicht in de verdeling van het aantal mannen en vrouwen in relatie tot de betrekkingsomvang. De belangrijkste wijziging ten opzichte van het vorige schooljaar is de verdergaande versnippering onder het onderwijzend personeel. De grootste toename is te zien in de omvang tussen de 0,0000 t/m 0,2599. Bij het onderwijs ondersteunende personeel is een verdere afname waar te nemen. Vaak gaat het hier om personeel dat wordt ingezet in het kader van leerlinggebonden activiteiten zoals “rugzakjes” en “tussenzorg”.
12
133,66
Tabel 3: Uitsplitsing man/vrouw op betrekkingsomvang Betrekkingsomvang
OP peildatum Man
0,0000 t/m 0,2599
31-7-2010
1
9
10
5
41
46
6
50
56
31-7-2011
0
13
13
5
40
45
5
53
58
31-7-2012
5
26
31
0
29
29
5
55
60
31-7-2013
0
3
3
1
38
39
1
41
42
31-7-2010
3
38
41
0
16
16
3
54
57
31-7-2011
3
37
40
1
13
14
4
50
54
31-7-2012
1
37
38
1
21
22
2
58
60
31-7-2013
1
32
33
1
24
25
2
56
58
31-7-2010
1
49
50
0
4
4
1
53
54
31-7-2011
1
50
51
1
3
4
2
53
55
31-7-2012
2
47
49
1
7
8
3
54
57
31-7-2013
1
47
48
0
6
6
1
53
54
31-7-2010
25
44
69
3
2
5
28
46
74
31-7-2011
20
38
58
2
2
4
22
40
62
31-7-2012
10
37
47
9
3
12
19
40
59
31-7-2013
9
33
42
9
4
13
18
37
55
31-7-2010
1
1
2
0
0
0
1
1
2
31-7-2011
1
3
4
0
1
1
1
4
5
31-7-2012
0
2
2
0
0
0
0
2
2
31-7-2013
0
1
1
0
0
0
0
1
1
0,2600 t/m 0,5099
0,5100 t/m 0,7599
0,7600 t/m 1,0000
> 1,0000
Vrouw
OOP Man
Totaal
13
Vrouw
Totaal Man
Totaal
Vrouw
Totaal
Uitsplitsing leeftijdsopbouw De grootste groep werknemers is vertegenwoordigd in de categorie 30 tot en met 49 jaar. Echter de grootste groep mannen is vertegenwoordigd in de groep van ouder dan 60 jaar. Dit betekent dat er naar verwachting binnen 5 tot 15 jaar er een uitstroom van mannen plaatsvindt. Tabel 4: Uitsplitsing man/vrouw op basis van leeftijd OP
OOP
Totaal
Man
Vrouw
Man
Vrouw
Leeftijd
aantal
aantal
aantal
aantal
Aantal
%
< 19 jaar
0
0
2
6
8
3,8
20 t/m 29 jaar
3
20
1
11
35
16,6
30 t/m 39 jaar
1
25
1
9
36
17,1
40 t/m 49 jaar
1
32
1
29
63
29,9
50 t/m 59 jaar
3
29
5
12
49
23,2
> 60 jaar
3
10
2
5
20
9,5
Totaal
11
116
12
72
211
100
generaal
Instroom – doorstroom – uitstroom In de opbouw van het personeelsbestand heeft zich in het schooljaar 2012-2013 een aantal veranderingen voorgedaan. Er zijn 6 (reguliere) medewerkers uit dienst getreden. In 5 gevallen is er sprake van (vervroegde) pensionering. In het team van directeuren heeft een 2-tal veranderingen plaats gevonden. Zowel op de school in Harkstede, als op de school in Middelstum hebben we een nieuwe directeur kunnen benoemen. Het is de bedoeling dat beide directeuren op termijn elk een tweede school voor hun rekening zullen nemen. Uitgangspunt hierbij is dat de directeuren meer gezamenlijk verantwoordelijk worden voor de aansturing van alle scholen binnen de vereniging. Dit resulteert er vrijwel automatisch in dat directeuren in de praktijk twee of meer scholen aansturen. Aandachtspunten De omvang van het personeelsbestand blijft, met teruglopende leerlingaantallen, een punt van aandacht. In geval van tijdelijke dienstverbanden is het van belang activiteiten en termijnen goed te bewaken. Het is daarnaast van belang om wezenlijk aandacht te geven aan de gesprekkencyclus. Het is evident dat de directeuren zich goed voorzien van informatie over het functioneren van de medewerkers. P&O heeft hierin een bewakende functie en attendeert de betreffende directeuren op het tijdig voeren van functionerings- en eventueel beoordelingsgesprekken.
14
4.3.
Preventie, ziekteverzuim en taakbelasting
Kengetallen ziekteverzuim De getallen die genoemd staan in onderstaande tabel zijn gebaseerd op de cijfers die gepubliceerd zijn door het Vervangingsfonds en door Concent. Tabel 5: verzuimpercentage en meldingsfrequentie Schooljaar Landelijk Verzuimpercentage verzuimpercentage NN 2005-2006 5,9 7,1 2006-2007 5,8 5,98 2007-2008 6,2 4,9 2008-2009 6,1 5,08 2009-2010 6,2 6,00 2010-2011 6,6 6,9 2011-2012 6,46 6,79 (1-1-2012 tot 1-8-2012) 2012-2013 6,44* 7,06 2013-2014 * bron: AVS (onderwijzend personeel)
Meldingsfrequentie 2,23 2,48 2,09 1,89 0,58 1,05 1,56
Helaas moeten we constateren dat er opnieuw sprake is van een stijging in het verzuimpercentage in het schooljaar 2012-2013. De meeste langdurige ziektegevallen zijn psychisch van aard, waarbij de oorzaak vaak gelegen is in een combinatie van privé- en werk-gerelateerde zaken. Ook in 2012-2013 hebben we te maken gehad met naar verhouding veel (10) langdurige (langer dan 150 dagen) ziektegevallen. Het beleid blijft er op gericht de instroom in de WIA zo beperkt mogelijk te houden. Sinds het in eigen beheer nemen van o.a. de salarisadministratie is de digitale uitwisseling van ziektegegevens gestopt. Mede hierdoor worden directeuren min of meer gedwongen scherper te kijken naar de aard van de ziekmeldingen. Dat zorgt vervolgens weer voor meer gerichte en snellere oproepen door de bedrijfsarts, waardoor sneller en soms ook preventief geïntervenieerd kan worden. Daarnaast is in het voorjaar 2013 het verzuim, en hoe we daar als organisatie mee omgaan, als punt opgevoerd op de agenda van de werkgroep P&O. We willen meer toe naar een eigen regiemodel, waarbij de verantwoordelijkheid steeds meer bij de direct leidinggevende (lees locatiedirecteur) komt te liggen. Preventie en taakbelasting Aan het begin van het nieuwe schooljaar worden contactmomenten vastgelegd met de Arbo-arts. In het afgelopen schooljaar hebben we het Sociaal Medisch Team overleg weer opnieuw opgestart. We hebben 2 keer een overleg gehad tussen de bedrijfsarts, de personeelsfunctionaris en locatiedirecteuren die daar behoefte aan hadden. De overleggen worden als zeer zinvol ervaren door zowel directeuren als de bedrijfsarts. Vrouwen in de schoolleiding In het schooljaar 2012-2013 zijn er vier vrouwelijke schoolleiders werkzaam. Verder zijn er 5 vrouwen werkzaam als senior leerkracht. Arbeidsparticipatie allochtone en minder arbeidsgeschikte
15
personeelsleden Binnen de vereniging zijn geen allochtone medewerkers werkzaam. Incidentele beloningen We hebben in het schooljaar 2012-2013 in 1 geval een incidentele beloning gegeven. Uitzendarbeid – vervanging Er is geen gebruik gemaakt van uitzendarbeid. Samen met de vereniging VGPO Noorderbasis is het Centraal Meldpunt Vervanging (CMV) opgericht. Vervangers worden ingeschakeld middels CMV. Evaluatie integraal personeelsbeleid afgelopen jaar Vanaf de zomer van 2012 is er veel tijd geïnvesteerd in het verder inrichten en op orde brengen van het salarispakket dat we op 1 januari 2012 hebben ingevoerd. In de loop van 2012 zijn we tegen enkele kinderziektes aangelopen. Met name de pensioenaanleveringen brachten de nodige problemen met zich mee. Pas in de laatste maand van dat jaar hebben we dat kunnen rechttrekken. De werkgroep P&O heeft zich verder gericht op beleid rondom (na)scholing van medewerkers en compensatiemogelijkheden. We hebben opnieuw een ronde van werving en selectie in het kader van de functiemix gefaciliteerd. Het beleid inzake de gesprekkencyclus, en dan met name het onderwerp beoordelen, is afgemaakt en vastgesteld. Tenslotte hebben we afspraken geformuleerd over de begeleiding van startende leerkrachten. Ook is veel tijd geïnvesteerd in het maken van een inhaalslag in het verstrekken van benoemingsakten aan medewerkers. Zo rond de zomervakantie hebben we dit kunnen voltooien. In een aantal gevallen hebben we een aantal benoemingen beëindigd via beëindigingsovereenkomsten. In 2013 is een start gemaakt met groepscoaching voor de directeuren. Dit wordt verzorgd door dhr. Sjoerd Sol van SolConsulting. Deze coaching heeft als doel: - een directeurenteam te vormen dat van elkaar wil leren en kenmerken toont van teamvolwassenheid; - een gevoel van vertrouwen en veiligheid terug te geven aan het personeel; - gedeelde opvattingen te bereiken over het vak, de rol en taakopvatting van een directeur van VGPONN; - het realiseren van een inspirerende en uitdagende leergemeenschap binnen de scholen. Voornemens integraal personeelsbeleid komend jaar het verder evalueren van het beleid rondom de gesprekkencyclus; het verder uitvoering geven aan coaching en ontwikkeling van locatiedirecteuren; het verder inrichten van de AFAS software t.b.v. stuurgetallen op personeelsgebied; het verder invulling geven aan gestelde doelen in het kader van de functiemix.
5. Maatschappelijke context VGPONN zal door de demografische ontwikkelingen de komende jaren met krimp te maken houden. Tussen oktober 2011 en oktober 2013 daalde het
16
leerlingenaantal met 71 leerlingen. Ook voor de komende jaren wordt – zij het een meer gematigde – krimp verwacht. Tegelijk zijn er naast krimpscholen ook groeischolen. Het spreekt voor zich dat krimp gevolgen heeft voor de bekostiging.
5.1.
Krimp
VGPONN heeft veel scholen in krimpgebieden – dit gegeven leidt ertoe dat ook de scholen krimpen. Er zijn daarnaast ook nog andere gevolgen voor de scholen te noemen: 1. krimp kan druk leggen op het elan van de school; 2. krimp betekent minder geld, waardoor meerdere jaren achtereen bezuinigd moet worden; 3. er is weinig ruimte om nieuwe jonge leerkrachten aan te stellen, hetgeen gevolgen kan hebben voor de vitaliteit en ontwikkelkracht van de school; Overigens kunnen kleine scholen prima kwaliteit leveren, maar ze zijn wel kwetsbaar. Met het oog op het terugdringen/beperken van de krimp werd in 2013 systematisch aandacht gegeven aan de analyse van de context waarin de school functioneert.
5.2.
Positionering gereformeerd onderwijs
Gereformeerde scholen komen voort uit de traditie van de Gereformeerde kerken (vrijgemaakt). Veranderingen in kerk en cultuur hebben binnen de vereniging geleid tot herbezinning op zowel het toelatingsbeleid als het benoemingsbeleid. De scholen staan open voor christelijke ouders die hun kind een christelijke opvoeding willen geven. Langzaam maar zeker leidt dit tot verbreding van de leerlingenpopulatie. Daarbij zijn er lokaal sterke verschillen. Met vijf andere besturen van gereformeerde scholen in het noorden is in 2013 een concept van een identiteitsdocument gemaakt. Het is de bedoeling dat dit document de basis gaat vormen voor nieuw benoemingsbeleid bij elk van deze vijf schoolbesturen. Tegelijkertijd wordt gestreefd naar versterking van de identiteit in de school en in de onderwijspraktijk van alle dag. Naar verwachting kunnen in 2014 in het kader van het benoemingsbeleid besluiten worden genomen.
17
6. Financiën Voor 2013 was een positief resultaat begroot van € 36.944. Het behaalde resultaat 2013 is € 749.328 positief. De volgende zaken spelen een rol bij het afwijken van het werkelijke resultaat ten opzichte van het begrote resultaat:
Extra inkomsten in 2013 die niet begroot waren, o.a.: - subsidie OCW vanuit het Nationaal Onderwijsakkoord en het Herfstakkoord. Deze middelen zijn in december 2013 uitgekeerd en moesten vrijwel volledig in 2013 als inkomsten verantwoord worden (ruim 400K); - extra inkomsten van de Zorgfederatie Noord (naast dat het bedrag per leerling voor de reguliere zorgmiddelen uiteindelijk hoger is geworden heeft de Zorgfederatie in het najaar van 2013 een extra bedrag vanuit de reserves beschikbaar gesteld); - schoolbegeleidingsmiddelen e.d. van gemeenten; - overschrijdingsuitkeringen van gemeenten; - extra subsidies Vervangingsfonds (hier tegenover staan veelal ook extra kosten); - extra inkomsten UWV inzake uitkering zwangerschaps- en bevallingsverlof (hier tegenover staan ook extra kosten); - rentebaten; - overige inkomsten (waaronder hogere reguliere vergoeding ministerie). Hogere personele kosten dan begroot, m.n. door hogere werkgeverlasten wat voor het grootste gedeelte ook is gecompenseerd door meer inkomsten. Daarnaast ook door loonkosten voor vervanging in het kader van zwangerschaps- en bevallingsverlof. Hogere materiële kosten dan begroot.
6.1.
Kengetallen
Hieronder vindt u een overzicht van de kengetallen 2013. Kengetallen
2013
2012
Solvabiliteit
0,69
0,65
(Eigen vermogen+voorzieningen) /totaal vermogen
Liquiditeit (current ratio)
1,95
1,54
Vlottende activa / kort vreemd vermogen
7,8%
6,7%
Rentabiliteit Weerstandsvermogen
20%
Resultaat / totale baten (Eigen vermogen-materiële vaste activa) / 11% bijdrage ministerie OCW
Kapitalisatiefactor
54%
46%
Verhouding personele lasten
77,6%
78,5%
Personele lasten /totale baten
Verhouding materiële lasten
14,9%
15,2%
Materiële lasten /totale baten
Verhouding totale lasten
92,5%
93,6%
Totale lasten/totale baten (excl. financiële baten en lasten)
(Balanstotaal-gebouwen & terreinen) /totale baten
18
Toelichting:
6.2.
De solvabiliteit geeft de verhouding aan tussen het eigen en het vreemd vermogen. Hiermee wordt inzicht verschaft in de financieringsopbouw en dit geeft inzicht in de mate van het al dan niet kunnen voldoen aan de financiële verplichtingen op de lange termijn. De solvabiliteit is, uitgaande van een streefwaarde van 50%, goed te noemen. De liquiditeit stijgt van 1,54 in 2012 naar 1,95 in 2013. Hierin is meegenomen dat VGPONN ongeveer € 800.000 aan voorfinanciering heeft ontvangen van de gemeente Assen ten behoeve van de verbouw/nieuwbouw van de Driesprong. Daarnaast heeft het positieve resultaat (door met name extra inkomsten in het najaar) een positief effect gehad op de liquiditeit. De liquiditeit geeft aan of de VGPONN op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen, waarbij als streefwaarde een minimum van 1 geldt. De liquiditeit is dus goed te noemen met in achtneming van bovenstaande punten. De kapitalisatiefactor bedraagt 54%. Hiermee wil men zicht krijgen op het al dan niet efficiënt gebruiken van het kapitaal. Als maximum voor grote instellingen wordt 35% gehanteerd, voor kleine instellingen 60. De kapitalisatiefactor geeft overigens geen inzicht in de opbouw van het kapitaal. Het weerstandsvermogen geeft aan of de VGPONN in staat is om onvoorziene tegenvallers op te kunnen vangen. Hierbij wordt doorgaans als streefwaarde een minimum van 10% gehanteerd. Deze streefwaarde is ruimschoots bereikt. De rentabiliteit geeft aan hoe groot het resultaat is, uitgedrukt in een % van de totale baten. In 2013 is sprake van een positief resultaat. De verhoudingen personele/materiële lasten laat zien dat deze meer in evenwicht zijn gekomen. Door het positieve resultaat komt de verhouding totale lasten op 92,5%.
Analyse van de kasstromen
De investeringen bedragen in 2013 € 202.407. De afschrijvingen zijn in 2013 € 311.209. Dat betekent dat er minder is geïnvesteerd dan beschikbaar vanuit de afschrijvingen. Daarnaast is het resultaat positief. Dit samen met de mutatie in de voorzieningen en de vorderingen en kortlopende schulden maakt dat de liquiditeit in 2013 is toegenomen met € 971.387 naar € 3.583.657. Dit is, de voorfinancieringsmiddelen daar buiten gelaten, ruim boven het gestelde minimum van € 1.000.000. Voor de toekomst is vooral bepalend wat de leerlingenaantallen gaan doen. Daarnaast speelt de overheveling van de buitenkant gebouwonderhoud van de gemeenten naar de besturen en de ontwikkelingen in het kader van het Passend Onderwijs een belangrijke rol. VGPONN is op dit moment bezig met het opstellen van een goed meerjareninvesteringsplan en van daaruit een meerjarenbegroting.
19
6.3.
Treasuryverslag
Met betrekking tot liquiditeitsbeheer is door het bestuur geen treasurystatuut opgesteld. Het gevoerde liquiditeitsbeheer over 2013 past binnen de kaders van de Regeling Beleggen en Belenen. Daarbuiten heeft de vereniging geen vermogen belegd in aandelen of obligaties. Voor het reguliere betalingsverkeer worden diensten afgenomen van de ABN AMRO. Daar zijn ook spaarrekeningen waar het overtollig saldo wordt geparkeerd.
6.4.
Administratieve organisatie en interne Beheersing
Het bestuur voert met ingang van 2012 zelf zowel de personeels- en salarisadministratie als de financiële administratie en hanteert daarbij een aantal procedures. Daarnaast vinden interne controles plaats. Budgethouders zijn geregistreerd en per budgethouder is een parafenlijst beschikbaar. Door de financiële administratie wordt gecontroleerd of facturen door de juiste budgethouder zijn getekend. Eenzelfde werkwijze geldt voor het aanleveren van personele mutaties. Personele mutaties worden alleen verwerkt wanneer ze door de juiste budgethouder zijn aangeleverd. Bij het doen van betalingen wordt functiescheiding toegepast. Dat betekent dat geen van de medewerkers zelfstandig een betaling kan uitvoeren. Daar zijn altijd twee medewerkers voor nodig. Op deze manier is invulling gegeven aan de planning en controlcyclus.
7. Continuïteitsparagraaf A. GEGEVENSSET A1. Kengetallen KENGETAL FTE’s (per 3112): - Management/Directie - Onderwijzend Personeel - Overige medewerkers Leerlingaantallen (per 0110)
2013
2014
2015
2016
7,9812 93,4602 25,0541
7,9812 93,4602 24,9541
7,9812 91,9302 24,3987
7,9812 91,0044 23,3987
1683
1654
1648
1638
20
A2. Meerjarenbegroting De begroting 2014 en volgende jaren (inschatting) ziet er als volgt uit. Voor de vergelijking zijn de cijfers 2013 hierin ook opgenomen 2013
2014
2015
2016
Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW 3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies
€
9.033.607
€
3.5 Overige baten
€
47.400
€
25.346
€
24.500
€
24.500
€
436.483
€
89.850
€
90.325
€
90.325
€
9.517.490
€
8.696.398
€
8.497.208
€
8.205.053
4.1 Personeelslasten
€
7.386.686
€
7.333.232
€
7.248.928
€
7.374.199
4.2 Afschrijvingen
€
311.209
€
313.385
€
350.006
€
357.551
4.3 Huisvestingslasten
€
451.060
€
414.640
€
414.390
€
414.390
4.4 Overige lasten
€
658.881
€
705.992
€
700.492
€
700.492
€
8.807.835
€
8.767.248
€
8.713.817
€
8.814.466
709.655
€
Totaal
8.581.203
€
8.500.216
€
8.324.395
Lasten
Totaal
Saldo baten en lasten
€
70.850-
€
216.609-
€ 609.413-
In 2014 verwacht het bestuur tot een meerjareninvesteringsplan en een volledige meerjarenbegroting te komen. Daarvoor worden de leerlingprognoses geactualiseerd en het meerjaren onderhoudsplan uitgebreid met de buitenkant van het gebouw. Ook hoopt het bestuur in de loop van 2014 meer duidelijkheid te krijgen over de inkomsten in het kader van het Passend Onderwijs. In de begroting 2014 en verder zijn daarvoor vooralsnog aannames gedaan. Met de meerjarenbegroting wil VGPONN beter zicht krijgen op de financiële geldstromen zodat deze ook beter beheerst kunnen worden. Dit om er voor te zorgen dat de financiële situatie gezond blijft en tijdig ingesprongen kan worden op financiële ontwikkelingen. De liquiditeit is voor VGPONN op dit moment goed. Wel zit hierin veel incidenteel geld en een deel voorfinanciering van de gemeente Assen in verband met de verbouw/nieuwbouw van de Driesprong in Assen. Daarom is voor VGPONN cruciaal wat de leerlingenontwikkeling de komende jaren gaat doen en hoe hierop geanticipeerd gaat worden. B. OVERIGE RAPPORTAGES B1. Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden. Risico’s voor de organisatie zijn gelegen in de krimp van de dorpen in Groningen, de overheveling van het buitenonderhoud per 1 januari 2015 en de invoering van Passend Onderwijs. De krimp van de Groninger dorpen leidt tot daling van het aantal leerlingen. Die daling gaat ook aan VGPONN niet voorbij. Echter naast scholen die krimpen zijn er wel scholen die groeien. Per saldo is verwachte ontwikkeling van de
21
leerlingenaantallen tussen 2013 en 2016: 1683-1654-1648-1638. De risico’s zijn van verschillende aard. Allereerst kan de daling leiden tot een negatief sentiment in de school. Daarnaast stromen relatief weinig nieuwe leerkrachten in. Dat kan ten koste gaan van de innovatieve kracht. Daling van enkele leerlingen per jaar leidt wel tot vermindering van inkomsten, maar niet direct tot kostenreductie: immers de verwarming blijft aan en ook een klas met minder leerlingen heeft een leerkracht nodig. Pas als de daling echt doorzet kan worden besloten tot vermindering van het aantal groepen. De kostenreductie verloopt dus via een intervalbeweging. Het risico om ‘boven je stand te leven’ is dus onvermijdelijk aanwezig in een krimpgebied. Het is overigens wel de verwachting dat op basis van de daling van de leerlingenaantallen er in de komende drie jaren sprake zal zijn van een vermindering van de formatie met enkele fte’s. Daling van leerlingenaantallen vraagt immers hoe dan ook om kostenreductie. Om een inschatting te kunnen maken van de risico’s is het van belang dat we kunnen constateren dat de daling van de formatie door natuurlijk verloop in de komende jaren groter is dan de inkomstenderving door daling van de leerlingenaantallen. Ook is het in dit opzicht relevant dat de ‘flexibele schil’ in de organisatie formatievermindering mogelijk maakt zonder vast personeel te hoeven ontslaan. De overheveling van het buitenonderhoud is een potentieel risico. Immers per 1 januari 2015 is de organisatie verantwoordelijk voor het totale buitenonderhoud terwijl er nog een voorziening is opgebouwd. Het bestuur acht het risico aanvaardbaar. De organisatie heeft in de verslagperiode onderzoek laten doen naar de stand van zaken van het onderhoud. Uit het onderzoek blijkt dat de gebouwen er gemiddeld goed voorstaan. Dat komt onder meer door het feit dat in de afgelopen jaren bij diverse scholen met ondersteuning van gemeenten aan het onderhoud is gewerkt. Passend onderwijs brengt een aantal onzekerheden met zich mee. De ‘open eind financiering’ verandert voor de organisatie in een ‘gesloten budget-systeem’. De organisatie werkt aan interne mechanismen die eraan bijdragen dat leerlingen ook in de toekomst de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben, en aan mechanismen die ervoor zorgen dat de organisatie de ondersteuning realiseert met de beschikbare middelen. Lange tijd was de omvang van de ondersteuningsmiddelen voor de komende jaren onzeker. Intussen is er voldoende duidelijkheid. Daarbij valt op dat door het wegvallen van dubbele rugzakken en door de eigen bijdrage voor leerlingen op het speciaal basisonderwijs de vrij besteedbare budgetten beperkter zijn dan aanvankelijk gehoopt. Daar staat tegenover dat door herverdeling van de ondersteuningsbudgetten op landelijk niveau, de schoolbesturen in het Noorden kunnen rekenen op licht stijgende budgetten in de komende jaren. De nieuwe wet werk en inkomen is recent voorwerp geweest van politieke discussie. De wet verplicht werkgevers om personeel in vaste dienst te nemen na een aantal tijdelijke contracten. In het onderwijs kan dat betekenen dat leerkrachten die een aantal malen hebben ingevallen voor een zieke leerkracht door de werkgever in vaste dienst moet worden genomen. Als leerkrachten ziek worden is vervanging noodzakelijk. De klas naar huis sturen is een alleen een
22
uiterste maatregel. Er is dus onvermijdelijk en veelvuldig sprake van inzet van invallers. Als dit ertoe leidt dat deze invallers snel recht hebben op een vaste baan, kan dit VGPONN en andere werkgevers voor aanzienlijke problemen stellen. B2. Rapportage toezichthoudend orgaan. Gaandeweg het verslagjaar is het bestuurlijke model van VGPONN in overeenstemming gebracht met de wettelijke vereisten. Gekozen werd voor het zogenaamde delegatiemodel. Zie elders in dit verslag. Het bestuur (tot oktober) of het toezichthoudend bestuur (vanaf 1 oktober) heeft acht maal vergaderd, doorgaans in het bijzijn van de directeur (tot oktober) of directeur-bestuurder (vanaf 1 oktober). Het bestuur liet zich daarbij door de directeur informeren over de actuele stand van zaken. Met ingang van oktober heeft het toezichthoudend bestuur aan de hand van het ontworpen toezichtkader met de directeur-bestuurder gesproken over diverse beleidsdomeinen, zoals Visie, Personeel en Financiën. De eerste ervaringen met het gebruik van het fijnmazige toezichtkader zijn positief omdat gedetailleerde beschouwing van een beleidsdomein snel inzicht geeft in de stand van zaken, dan wel zichtbaar maakt dat de organisatie nog over te weinig concrete kennis beschikt. Het bestuur heeft in het verslagjaar de leden in de regio opgezocht. Op diverse scholen werden de leden uitgenodigd om met het bestuur in gesprek te gaan. Het bestuur sprak met de leden over het toekomstige benoemingsbeleid van de vereniging. Het onderwerp behoort tot het domein Identiteit uit het Toezichtskader. De gewijzigde kerkelijke en maatschappelijke context is voor het bestuur aanleiding het kerk-gebonden beleid op dit punt te evalueren en na te denken over alternatieven. Het bestuur had in het verslagjaar ook rechtstreekste contacten met de GMR, het directeurenberaad en met de staf.
8. Huisvesting In 2013 kon, na een aantal jaren van een investeringsstop, weer substantieel geïnvesteerd worden in huisvesting en in het binnenonderhoud. Ondanks het lagere investeringsniveau zijn er diverse werkzaamheden uitgevoerd in het kader van de zgn. ‘huisvestingvoorziening’ van de gemeenten. Zo werd bij De Handpalm het dak vernieuwd. Bij de Piet Prins school werd, in afwachting van andere huisvesting, noodzakelijk onderhoud gepleegd. De gemeente Stadskanaal heeft toegezegd zo spoedig als mogelijk met een voorstel te zullen komen voor andere passende huisvesting voor de Piet Prinsschool. In het proces rond de uitbreiding van GBS De Driesprong in Assen kon in 2013 goede voortgang worden geboekt. De bezwaarprocedures konden tot een goed
23
einde worden gebracht. In 2013 verhuisde de onderbouw naar de noodlocatie waar de bovenbouw al enige jaren verbleef. Medio 2013 gaf de gemeenteraad van Assen groen licht voor nieuwbouw van GBS De Parel in Kloosterveen. De voorbereidingen voor nieuwbouw zijn ter hand genomen. Na een langdurige poging om met twee andere scholen te komen tot gezamenlijk nieuwbouw voor GBS De Lichtbron in Hoogezand werd in 2013 besloten deze pogingen te staken. Het proces liep vooral stuk op problemen rond de keuze van de locatie in relatie tot de omvang van de beoogde nieuwbouw. Het gesprek met de gemeente werd ingezet om te komen tot óf vernieuwing van het huidige gebouw, óf tot verhuizing naar een ander gebouw dat voor De Lichtbron geschikt gemaakt kan worden. In 2013 werd met de gemeente Loppersum het gesprek geopend over de huisvesting van GBS ‘t Klim-op in Middelstum. De school is gehuisvest in een mooi traditioneel schoolgebouw. De exploitatiekosten zijn echter dermate hoog dat naar mogelijkheden wordt gezocht om de exploitatiekosten naar beneden te brengen. Er was eind 2013 nog geen zicht op een oplossing. In diverse gemeenten groeit de druk op de onderwijshuisvesting. Krimp leidt tot leegstand en tot druk op het gemeentebestuur om oplossingen te vinden. Overleg met gemeenten leidt soms tot lastige dilemma’s omdat de belangen van gemeenten en van de scholen vaak niet parallel lopen. Per 1 januari 2015 wordt de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud overgeheveld van de gemeente naar het schoolbestuur. VGPONN heeft zich in 2013 stevig ingezet in de diverse bestuurlijke overlegsituaties om er voor te zorgen dat de scholen in goede staat worden overgedragen. Samenvattend: De leerlingen van de scholen van VGPONN hebben in 2013 onderwijs ontvangen onder relatief goede omstandigheden. Het bestuur blijft zich inzetten voor verbetering van een aantal schoolgebouwen.
9. ICT 2013 stond in het teken van investering op het gebied van ICT. Het vertrek van een ICT medewerker in 2012 was aanleiding tot bezinning op de vraag hoe de scholen het best digitaal kunnen worden ondersteund. Het achterwege blijven van noodzakelijke investeringen in de voorafgaande jaren had beleid tot terugloop in de kwaliteit van de ICT-voorzieningen. In het voorjaar van 2013 werd besloten een overeenkomst aan te gaan met een externe partij voor beheer van hardware en software. Onder begeleiding van een externe deskundige werd samen met Noorderbasis overgegaan tot aanbesteding. Met Actacom werd vervolgens een overeenkomst gesloten voor vernieuwing van vrijwel alle computers en voor het beheer van de software en hardware. Eind 2013 kon worden begonnen met de migratie die – zo was de planning – binnen 6 weken zou worden afgerond.
24
10.
Externe communicatie
In 2013 werd besloten om meer aandacht te besteden aan de externe communicatie. Er werd een werkgroep PR ingericht die tot taak heeft met voorstellen te komen op het gebied van externe communicatie. Ook werd besloten voor het boekjaar 2014 voor het eerst een budget op te nemen voor communicatiedoeleinden.
11.
Veiligheid
Het veiligheidsbeleid van VGPONN gaat over de veiligheid in de gebouwen, het behandelen van klachten (ook op het gebied van onderwijs), en over de preventie van pesten, seksuele intimidatie en misbruik. Op alle scholen zijn (na inspectie en controle) de brandveiligheid en de blusmiddelen in orde bevonden. De jaarlijkse ontruimingsoefening is in 2013 niet gehouden – dit wordt het volgende jaar weer opgepakt. Verder functioneren op alle scholen voldoende BHV-ers (een school is onderbezet), die volgens een afgesproken schema worden geschoold. Op alle scholen wordt de incidentenregistratie bijgehouden. Er zijn 10 incidenten geregistreerd, die over fysieke veiligheid gingen. Waar nodig zijn betrokkenen aangesproken op nalatigheid, maar in alle gevallen zijn de incidenten naar tevredenheid afgehandeld. Op alle scholen wordt een pestprotocol gehanteerd en is er veel aandacht voor preventie. Er is een interne en externe klachtenroute beschreven die op de website te vinden is. Op alle scholen is een contactpersoon aangesteld – in 2013 was er op drie scholen een vacature voor deze functie. Voor de organisatie in z’n geheel is er een vertrouwenspersoon aangesteld. De contactpersonen bezoeken het team en zorgen er voor dat ze bij kinderen en ouders bekend zijn. Ook wordt aan de kinderen uitleg gegeven over hoe de school een veilige omgeving is, en hoe om te gaan met eventuele onveiligheid. Jaarlijks maken de contactpersonen een verslag dat besproken wordt met de locatiedirecteur. In 8 gevallen is er door kinderen, leerkrachten en/of ouders contact gezocht met de contactpersonen. In alle gevallen hebben gesprekken ertoe geleid dat de gevoelens van onveiligheid konden worden weggenomen. Jaarlijks is er een bijeenkomst van de contactpersonen voor scholing, het delen van ervaringen en voor overleg met de vertrouwenspersoon.
12.
Tenslotte
Met dit jaarverslag legt het bestuur van VGPONN verantwoording af over het beleid dat zij in 2013 heeft gevoerd. Het verslag is in eerste instantie bedoeld voor hen die zich nauw betrokken weten bij het gereformeerde onderwijs in Noordoost Nederland. Betrokkenheid wordt gevoed door uitwisseling van informatie. Wij zijn ons er van bewust dat de informatie ondanks de uitgebreidheid toch beperkt blijft. Lezers die meer willen weten worden uitgenodigd om contact te zoeken met de organisatie.
25
Met dit verslag geeft VGPONN ook invulling aan de eisen van het ministerie van OC&W. Een open dialoog en een goede communicatie zijn van groot belang voor draagvlak en ondersteuning. Het jaarverslag kan daarbij goede diensten bewijzen, evenals de website. Maar er zijn ook andere belanghebbenden voor wie het jaarverslag relevant is, zoals inspectie, gemeente, voortgezet onderwijs en andere scholen. Het bestuur is dankbaar voor het vertrouwen van ouders en leden, en voor de mogelijkheden die we ook in 2013 van onze God hebben ontvangen om goede voortgang te kunnen geven aan het onderwijs binnen de scholen van VGPONN.
juni 2014, Namens het toezichthoudend bestuur, Harry Lamberink, directeur bestuurder VGPONN
Vereniging Gereformeerd Primair Onderwijs Noordoost-Nederland Postbus 6 9800 AA Zuidhorn Tel: 0594-500649 www.vgponn.nl
[email protected] 26