GGD BRABANT-ZUIDOOST
JAARREKENING 2013
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 2
Jaarrekening 2013 GGD Brabant-Zuidoost
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 3
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 4
1.
Managementsamenvatting Jaarrekening GGD Brabant-Zuidoost 2013
Inleiding
Deze jaarrekening bevat de inhoudelijke en financiële verantwoording van de GGD BrabantZuidoost. Vorig jaar is ervoor gezorgd dat de jaarrekening aan alle technische eisen voldoet, dit jaar is ervoor gezorgd dat de jaarrekening ook aan de inhoudelijke eisen voldoet. De maatschappij is sterk in ontwikkeling. De veranderingen in de verzorgingsstaat en economische ontwikkelingen leiden tot een nieuwe visie op de samenleving. Decentralisaties in het sociaal domein hebben gevolgen voor de publieke gezondheid in het algemeen en de jeugdgezondheidszorg in het bijzonder. Voorbereiding op deze nieuwe ontwikkelingen heeft de agenda van de GGD in 2013 mede bepaald.
Gezondheidsbevordering
Gemeenten hebben binnen de Wet Publieke Gezondheid de plicht om een plan ter bevordering van de lokale gezondheidssituatie vast te leggen in een nota Lokaal gezondheidsbeleid. De gemeente is in dit proces de regisseur. De GGD ondersteunt de gemeenten bij het voorbereiden, opstellen en implementeren van dit beleid. Per gemeente is er een lokaal team. Dit kernteam bestaat uit adviseurs LGB (lokale gezondheidsbevordering), preventiefunctionarissen en preventie-medewerkers. Er wordt multidisciplinair samengewerkt op lokaal niveau; om continuïteit, samenhang en verdieping in de aanpak beter mogelijk te maken. Op scholen zijn diverse programma’s ondersteund op thema’s als voeding, bewegen, (seksuele) relatievorming en pesten.
Jeugdgezondheidszorg
De gemeenten hebben met een aantal grote ontwikkelingen te maken, zoals de invoering van de nieuwe Jeugdwet, die invloed heeft op de werkzaamheden van de Jeugdgezondheidszorg. In het GGD bestuur is een start gemaakt met de discussie over integrale JGZ 0-19 jaar en de preventieve rol van de Jeugdgezondheidszorg in het nieuwe stelsel van Jeugdzorg. Het kabinet heeft besloten dat er een nieuw stelsel moet komen voor jeugdigen en gezinnen onder verantwoordelijkheid van gemeenten. Doel van de stelselwijziging jeugd is: meer preventie en eerdere ondersteuning, meer uitgaan van de eigen kracht van jeugdigen en hun ouders, minder snel problemen medicaliseren, betere samenwerking rond gezinnen en integrale hulp op maat. Voorts zijn voorbereidingen getroffen om een extra contactmoment in te voeren in leerjaar 4 van het voorgezet onderwijs.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 5
In 2014 gaan pilots lopen en vanaf 2015 wordt dit extra contactmoment naar verwachting opgenomen in het basistakenpakket van JGZ.
Algemene Gezondheidszorg.
De GGD Brabant-Zuidoost is in september gestart met de campagne ‘China aan de Dommel’. Het doel hiervan is vroegtijdig opsporen van Hepatitis B en C onder de Chinese inwoners van 16 jaar en ouder die wonen in de stad Eindhoven. Zowel hepatitis B als C komen in China veelvuldig onder de bevolking voor en kunnen voor ernstige leverschade zorgen. Ongeveer 250 van de 680 gescreende Chinezen zijn gevaccineerd tegen hepatitis B. Door de GGD zijn 7 casussen (5 suïcides en 2 zedenzaken) gecoördineerd die betrekking hebben op psychosociale hulpverlening bij ingrijpende gebeurtenissen (PSHI). Bij Reizigerszorg en Seksuele hulpverlening wordt intensiever gebruik gemaakt van sociale media (Facebook, Twitter). Op het terrein van gezondheid en milieu is onder andere een belevingsonderzoek (overlastervaring) uitgevoerd onder omwonenden van Eindhoven Airport.
Ambulancezorg (AZ)
In 2013 zijn 16.640 spoedritten (de zgn. A1 inzetten) uitgevoerd. Daarvan was gemiddeld 93,7% van de ritten binnen de rijtijdnorm van 15 minuten (inclusief aanname en uitgifte door de meldkamer). De gemiddelde tijdsduur van aanname en uitgifte van een melding door de meldkamer betrof 1 minuut en 52 seconden (de normgrens ligt op 2 minuten). Het totaal aantal inzetten in 2013 was 41.178 ritten (A- en B-ritten), 332 meer dan in 2012. Gemiddeld zijn dat ruim 112 ritten per dag (111 in 2012). Een productiestijging van 0,8%. Voorts is gewerkt aan verbetering van de ritformulieren en aan een aantal verbeterpunten naar aanleiding van het inspectiebezoek.
Bedrijfsondersteuning
Vanaf 1 oktober 2013 zijn ook de medewerkers van P&O en Financiën verhuisd naar de Witte Dame. Hiermee is een laatste fase bereikt van de fysieke reis naar Het Nieuwe Werken. De sector Bedrijfsondersteuning is sinds kort gereorganiseerd. De nieuwe structuur bestaat uit drie teams, te weten Financiën, Informatievoorziening & Automatisering en Facilitaire Diensten.
Personeel en Organisatie
Arbeidsmobiliteit De activiteiten in het kader van de arbeidsmobiliteit zijn flink toegenomen. In 2013 heeft het Loopbaancentrum van de GGD 98 medewerkers voor korte of langere tijd begeleid. In 2012 waren er dat 42. In aanvulling op de persoonlijke begeleiding, zijn in 2013 de loopbaansites op ons
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 6
intranet herzien en zijn er korte workshops georganiseerd met betrekking tot het opstellen van een CV en solliciteren via Social Media.
Arbeidsomstandigheden Gedurende het jaar heeft de aandacht voor arbeidsomstandigheden een goede stimulans gekregen. Diverse beleidsstukken zijn opgesteld/herzien: ambulant werken, agressie en geweld, psa beleid, beeldschermwerk, fysieke belasting. Verder is gestart met de herziening van de Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), is het arbomeldpunt ingevoerd en zijn de arbo sites op ons intranet herzien. In 2014 verwachten we een hernieuwde actieve aanpak bij de uitvoering van de RI&E.
Verzuim Het speerpunt met betrekking tot het begeleiden van het ziekteverzuim lag in 2013 met name bij het terugdringen van frequent ziekteverzuim. Via de workshop ‘Oplossingsgericht verzuimmanagement’ zijn leidinggevenden in staat gesteld zich daarin verder te bekwamen. De oplossingsgerichte aanpak is binnen de sector AZ opgepakt en heeft geleid tot een duidelijke daling van het aantal frequent verzuimers (van 23,8% naar 17,2%). Als effect van de extra aandacht voor verzuim zien we een algehele daling van het ziekteverzuimpercentage: GGD van 5,3% naar 4,6%; Ambulancezorg van 7,4% naar 6,7%.
Arbeidsvoorwaarden Extra vermeldingswaardig is dat wij in deze tijd van bezuinigingen onze arbeidsvoorwaarden op onderdelen hebben kunnen verbeteren zonder extra kosten. Via de Werkkosten Regeling (WKR) hebben wij ons cafetariasysteem kunnen uitbreiden met de belastingtechnisch gunstige aftrek voor lidmaatschap sportclubs, de elektrische fiets en (tijdelijke) voor de aanschaf van een laptop. Het kerstpakket is daarentegen afgeschaft en er zijn in 2013 geen bijzondere beloningen toegekend.
Overige ontwikkelingen
Reorganisatie In voorafgaande jaren heeft de GGD de bezuinigingen en terugval in inkomsten veelal zonder frictiekosten opgevangen. De verschillende bezuinigingsopdrachten hebben er toe geleid dat inmiddels de materiële kosten zijn teruggebracht naar een zo verantwoord mogelijk minimum niveau. Dit proces heeft nu geresulteerd in een financiële situatie waar geen ruimte meer aanwezig is. Het schrappen van diensten en de verminderde afname van diensten/contracttaken door gemeenten, heeft er toe geleid dat de GGD genoodzaakt is om te snijden in het personeelsbestand van de uitvoerende medewerkers. Het gevolg van dit proces is dat er, via verschillende reorganisaties, verscheidende medewerkers boven-formatief zijn verklaard en dat zij begeleid worden naar ander werk. Inmiddels is de GGD erin geslaagd om een aantal boven-formatieve medewerkers te herplaatsen in een andere functie binnen of buiten de GGD en is er een
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 7
reorganisatieplan voor management- en ondersteunende functies vastgesteld en in uitvoering genomen.
Tarieven In de economisch slechte tijden van nu, komt de GGD nog verder onder druk door concurrentie bij de markttaken en het feit dat de consument minder te besteden heeft. Ondanks de reeds getroffen maatregelen, blijven gemeenten onze integrale tarieven te hoog vinden en is er een dwingende noodzaak om deze tarieven te verlagen door de overhead kosten verder terug te dringen. Met ingang van 2014 zijn enkele tarieven verlaagd.
Verkoop pand De Callenburgh Het Algemeen Bestuur is akkoord gegaan met de condities voor de verkoop van De Callenburgh. Op basis van de condities zal de eenmalige bijdrage in het boekwaardeverlies door de gemeenten ongewijzigd blijven. De definitieve ten uitvoerbrenging van de verkoop vindt, onder voorbehoud van enkele ontbindende voorwaarden, in de loop van 2014 plaats.
HKZ-certificering De GGD is in najaar 2013 ge-audit volgens het nieuwe kwaliteitsschema in het kader van de HKZcertificering. De organisatie voldoet aan de norm Publieke Gezondheid 2011.
Financieel resultaat De jaarrekening sloot in 2013 met een positief resultaat van € 65.333,-. De toename van de salariskosten boven de geraamde 1,5% indexering (ca. € 150.000,- o.a. als gevolg van de gestegen ABP- en ZVW-premie) en de nog resterende frictiekosten logopedie (ca. € 125.000,- bestaande uit € 75.000,- loonkosten 2013 en een eenmalige storing in de voorziening ad € 50.000,-) worden per saldo gecompenseerd met besparingen, enkele positieve inkomsten-afrekeningen en de vrijval van de post onvoorzien.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 8
Inhoudsopgave 1.
Managementsamenvatting Jaarrekening GGD Brabant-Zuidoost 2013
2.
Inleiding
5 11
2.1 Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden
11
2.2 Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten
11
2.3 Opzet jaarstukken
11
2.4 Code Goed Openbaar Bestuur
12
2.5 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
13
3. Programmaverantwoording
16
3.1 Programma Publieke Gezondheid (PG)
16
3.1.1 Gezondheidsbevordering (GB)
17
3.1.2 Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
21
3.1.3 Algemene Gezondheidszorg (AGZ)
28
3.2 Ambulancezorg
34
3.2.1 Ambulancevervoer
34
3.3 Bijdrage gemeenten
36
4. Paragrafen
37
4.1 Weerstandsvermogen
37
4.1.1 Weerstandscapaciteit
38
4.1.2 Risicomanagement
39
4.2 Onderhoud kapitaalgoederen
41
4.2.1 Beleidskader
41
4.2.1.1 Gebouwen
41
4.2.1.2 Machines, apparaten en installaties
41
4.2.1.3 Hard- en software
41
4.2.1.4 Vervoermiddelen
42
4.3 Financiering
42
4.3.1 Beleidskader
42
4.3.2 Rentebeleid
43
4.3.3 Financieel Risicobeheer
43
4.3.4 Kasgeldlimiet
43
4.3.5 Renterisiconorm
44
4.3.6 Financieringsbehoefte
44
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 9
4.3.7 Leningenportefeuille
45
4.4 Bedrijfsvoering
46
4.4.1 Organisatie
46
4.4.2 Personeel
47
4.4.3 Het Nieuwe Werken
48
4.4.4 Huisvesting
49
4.4.5 Kwaliteit
49
4.4.6 Inkoop
50
4.5 Rechtmatigheid
51
4.6 Verbonden partijen
52
4.6.1 Stichting Care 4 Mobility
53
4.6.2 Stichting Projecten GGD
54
5. Programmarekening over begrotingsjaar
56
5.1 Grondslagen voor resultaatbepaling
56
5.2 Grondslagen voor waardering
56
6. Balans
58
6.1 Balans 31-12-2013
58
6.2 Toelichting balans 31-12-2013
60
6.2.1 Vaste activa
60
6.2.2 Vlottende activa
61
6.2.3 Vaste passiva
65
6.2.4 Vlottende passiva
72
6.3 Kasstroomoverzicht 2013
74
7. Exploitatierekening 2013
75
7.1 Exploitatierekening totaal
75
7.1.1 Rechtmatigheid begrotingsafwijking per programma
76
7.1.2 Baten en lasten Publieke Gezondheid
77
7.1.3 Baten en lasten Ambulancezorg
79
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Bijlage 1: Gemeentelijke bijdrage en bijzondere bijdragen per gemeente
84
Bijlage 2: BTW-compensatie
85
Bijlage 3: Begrippenlijst
86
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 10
2.
Inleiding
Voor u liggen de jaarstukken 2013 van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Brabant-Zuidoost (GGD). In deze jaarstukken wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en beheer in 2013. De jaarstukken zijn opgesteld conform de eisen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provincies en gemeenten. De jaarstukken bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening. Onderdelen van het jaarverslag zijn de programmaverantwoording en de paragrafen. De jaarrekening bestaat uit de programmarekening met toelichting en de balans met toelichting. De jaarstukken worden vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de GGD. Om de controlerende taak te kunnen vervullen, heeft het Algemeen Bestuur een externe accountant benoemd. Begin 2012 heeft het Algemeen Bestuur van de GGD Brabant-Zuidoost ingestemd met het controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening voor de periode 2011-2013.
2.1 Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden Ten behoeve van zijn oordeelsvorming hanteert de accountant de bepalingen die zijn opgenomen in het in 2003 van kracht geworden ‘Besluit Accountantscontrole Provincie en Gemeenten’ (BAPG), later hernoemd als ‘Besluit Accountantscontrole decentrale overheden’ (BADO). Dit besluit houdt in dat de controlerende accountant bij de jaarstukken een accountantsverklaring over de getrouwheid en rechtmatigheid dient te verstrekken. Voor de uitvoering van het onderzoek naar de rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties is een toetsbaar normenkader noodzakelijk. Door middel van het normenkader geeft het Algemeen Bestuur aan wat zij aan regelgeving heeft vastgelegd, voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen.
2.2 Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten De gemeentewet schrijft voor dat decentrale overheden jaarlijks een begroting en jaarstukken moeten opstellen. De uitwerking van die bepaling is geregeld in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). De jaarstukken 2013 zijn opgesteld in overeenstemming met de voorschriften van het BBV.
2.3 Opzet jaarstukken Met het oog op toepassing van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten is de opzet van de jaarstukken 2013 een afspiegeling van de begroting 2013. De jaarstukken zijn als volgt opgebouwd: •
•
Jaarverslag -
Programma verantwoording
-
Paragrafen
Jaarrekening -
Programmarekening
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 11
-
Balans
In het jaarverslag staat de programmaverantwoording van de sectoren Jeugdgezondheidszorg, Gezondheidsbevordering, Algemene Gezondheidsdienst en Ambulancezorg. Daarnaast worden in het hoofdstuk paragrafen de onderwerpen behandeld, die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie van de GGD.
De jaarrekening bestaat uit een programmarekening en een balans. In de programmarekening worden de grondslagen voor resultaatbepaling en waardering gegeven. Daarnaast wordt de programmarekening, een overzicht van de incidentele baten en lasten en analyse begrotingsafwijkingen behandeld. De balans van het boekjaar 2013 wordt gegeven met een uitgebreide toelichting van de balansposten.
2.4 Code Goed Openbaar Bestuur Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft in 2009 de beginselen van deugdelijk overheidsbestuur uitgewerkt in de Nederlandse code voor goed openbaar bestuur. In deze code zijn de beginselen uitgewerkt voor een goed functionerende overheid die recht doet aan de democratische legitimatie. De code is niet juridisch afdwingbaar. Het is een uitnodiging voor bestuurders van publieke organisaties maar ook voor alle werknemers in overheidsdienst conform de geest van de code te handelen.
In de code zijn de volgende zeven beginselen vastgelegd: 1. Openheid en integriteit Het bestuur is open en integer en maakt duidelijk wat het daar onder verstaat. Het bestuur geeft in zijn gedrag een goed voorbeeld, zowel binnen als buiten de organisatie. 2. Participatie Het bestuur weet wat er leeft in de maatschappij en laat zien wat het daar mee doet. 3. Behoorlijke contacten met burgers. Het bestuur zorgt ervoor dat hijzelf en de organisatie zich behoorlijk gedragen in contacten met burgers. 4. Doelgericht en doelmatig Het bestuur maakt de doelen van de organisatie bekend en neemt de beslissingen en maatregelen die nodig zijn om de gestelde doelen te behalen. 5. Legitimiteit Het bestuur neemt de beslissing en maatregelen die het mag nemen en die in overstemming zijn met geldende wet- en regelgeving. De beslissingen zijn te rechtvaardigen. 6. Lerend en zelfreinigend vermogen Het bestuur verbetert zijn prestaties en die van de organisatie en richt de organisatie hier op in. 7. Verantwoording Het bestuur is bereid zich regelmatig en ruimhartig jegens de omgeving te verantwoorden.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 12
Aangezien de GGD Brabant-Zuidoost een gemeenschappelijke regeling van gemeenten is, is de code voor goed openbaar bestuur van toepassing. Veel zaken zijn formeel in wet- en regelgeving vastgelegd. Voor de bestuurders van de GGD Brabant-Zuidoost is in de gemeenschappelijke regeling vastgelegd wat hun taken en bevoegdheden zijn.
Binnen het bestuur is niet expliciet aandacht geweest voor het toepassen van de code voor goed openbaar bestuur. Dit betekent niet dat er niet naar de geest van de code is gehandeld.
In het strategisch plan van de GGD zijn de doelstellingen die nagestreefd worden vastgelegd. Periodiek wordt gerapporteerd over de realisatie van deze doelen. De deelactiviteiten die de GGD uitvoert, dragen allen bij tot het realiseren van de doelstellingen, waarbij de financiële kaders continue bewaakt worden.
Alle beslissingen van het bestuur worden genomen binnen de wet- en regeling die er gelden. Bij alle bestuurlijke besluiten is steeds aangegeven welke wetten en regels van toepassing zijn. De organisatie van de GGD Brabant-Zuidoost is er onder meer op gericht om continu te streven naar verbeteringen door middel van een kwaliteitssysteem.
Het bestuur legt periodiek verantwoording af aan de opdrachtgevers (gemeenten, instellingen, burgers). Op basis van het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het bestuur van GGD Brabant-Zuidoost handelt naar de geest van code voor goed openbaar bestuur.
2.5 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Met ingang van 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) van kracht. De WNT verplicht tot openbaarmaking van de bezoldiging van de zogenaamde “topfunctionarissen”. Met de nieuwe wet (WNT) is de Wet Openbaarmaking Uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) vervallen. “Topfunctionarissen” zijn diegenen die leiding geven aan de gehele organisatie en in de WNT als zodanig zijn aangemerkt.
Conform de WNT wordt in dit jaarverslag de beloning van de topfunctionaris binnen de GGD openbaar gemaakt. Deze verplichting tot openbaarmaking geldt ook voor de beloning van andere werknemers, indien die bezoldiging meer bedraagt dan het voor topfunctionarissen geldende bezoldigingsmaximum (norm 2013 : € 228.599 op jaarbasis). Dit is bij de GGD Brabant-Zuidoost niet aan de orde. Bij de GGD ontvangt de directeur de hoogste beloning. Deze beloning valt ruimschoots onder het genoemde bezoldigingsmaximum. Ook de leden van het Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur van de GGD behoren tot topfunctionarissen, ook al is de vergoeding nihil. Op de volgende pagina worden topfunctionarissen van de GGD volgens de WNT richtlijnen gepresenteerd.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 13
Naam
Functie
Duur dienstverband in 2013
Omvang dienstverband
Mw A Stevens-Ruiters
Directeur Publieke Gezondheid Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur/ Dagelijks Bestuur Algemeen Bestuur/ Dagelijks Bestuur Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur/ Dagelijks Bestuur Algemeen Bestuur
1-1 t/m 31-12-2013
1,0 fte
1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013
n.v.t. n.v.t.
1-1 t/m 31-12-2013
Dhr. J.C.M. Huijsmans Mw. J.M.M. Tils Dhr. T.J.C. Reijnders Mw. J. Veldhuizen Dhr. F.W.P. Strik Dhr. J.P. Ragetlie Mw. M.T.L. van der Hamsvoord-Huybers Mw. H.T.M. Scholten Dhr. J.M.A. Bevers Dhr. A.D.M. Steenbakkers Dhr. P.W.J. Heunen Mw. M.M. de LeeuwJongejans Dhr. J.H.C.M. Briels Dhr. P.C.F. de Witte Dhr. J.M. Ebberink Dhr. W.T.H. Evers Dhr. F.A.J.M. Wouters Dhr. T.C.W Maas Dhr. J.P. Frenken Dhr. M.T.G.M. Wijnen Mw. C.E.P. van der Weijden – van Brakel Dhr. P.A. van Dalen Mw. A.C.P. Balk
Door werkgever vrijwillig betaalde SV-Premie 0
Belastbare kostenvergoeding
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
1-1 t/m 31-12-2013
n.v.t.
Algemeen Bestuur/ Dagelijks Bestuur Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur/ Dagelijks Bestuur Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur
1-1 t/m 31-12-2013 1-1 1-1 1-1 1-1
t/m t/m t/m t/m
1-1 1-1 1-6 1-1 1-1 1-1 1-1 1-1 1-1
t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m
Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur
GGD Brabant-Zuidoost
Beloning
574
22.014
Beëindigingsuitkering
Jaar beëindiging
Motivering
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
31-12-2013 31-5-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
1-1 t/m 31-5-2013 1-6 t/m 31-12-2013
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
Jaarrekening 2013
123.211
Voorzieningen betaalbaar op termijn
Jaarverslag
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013
3. Programmaverantwoording De programmaverantwoording heeft betrekking op de programma’s Publieke Gezondheid (PG) en Ambulancezorg (AZ). De dekking van het programma PG vindt plaats door met name bijdragen van de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, GeldropMierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre. Ambulancezorg wordt voornamelijk door de zorgverzekeraars betaald.
De programma’s worden in de onderstaande paragrafen toegelicht.
3.1 Programma Publieke Gezondheid (PG) Het programma PG bestaat uit basistaken en aanvullende diensten en is onderverdeeld in drie groepen hoofdactiviteiten: •
Gezondheidsbevordering (paragraaf 3.1.1)
•
Jeugdgezondheidszorg (paragraaf 3.1.2)
•
Algemene Gezondheidszorg (paragraaf 3.1.3)
Het basispakket van de GGD wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur. De basistaken bevatten de diensten/producten die de GGD levert aan alle deelnemende gemeenten. Het basispakket dat door de gemeenten is vastgesteld bestaat minimaal uit de wettelijk verplichte taken die zijn vastgelegd in de Wet Publieke Gezondheid (WPG). Gemeenten kunnen er gezamenlijk voor kiezen om het basispakket van de GGD uitgebreider te maken dan de minimaal wettelijke vereisten.
Binnen het basispakket wordt onderscheid gemaakt tussen uniforme taken en maatwerktaken. De uniforme taken worden op basis van protocollen en richtlijnen in alle deelnemende gemeenten uitgevoerd. Bij de maatwerktaken wordt rekening gehouden met de gemeentelijke wensen o.a. in gezondheidsbeleidsnota’s. Bij de uitvoering van de maatwerktaken wordt rekening gehouden met de lokale problematiek en de prioriteit. Het basispakket wordt aan de gemeente doorbelast op basis van een bijdrage per inwoner. De aanvullende diensten worden onder andere op verzoek van één of een aantal gemeente(n) uitgevoerd. De financiering vindt plaats op basis van; bijdrage per verrichting, uurtarief, een aanvullende gemeentelijke bijdrage of een tarief per cliënt.
In de volgende paragrafen gaan wij verder in op de doelstellingen en ontwikkelingen in 2013 die mede van invloed zijn geweest op de maatschappelijke effecten, de mate van realisatie van de maatschappelijke effecten, de status van de activiteiten en/of projecten die zijn verricht om de maatschappelijke effecten te bereiken en de middelen die daarvoor zijn ingezet. De baten en lasten die worden benoemd in de paragrafen ‘wat heeft het gekost’ zijn exclusief bestuurskosten.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 16
Bovengenoemde effecten worden per sector uitgewerkt. 3.1.1 Gezondheidsbevordering (GB) Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet Publieke Gezondheid. Daarvoor stelt de gemeente elke vier jaar een nota gemeentelijke gezondheidsbeleid vast. De GGD BrabantZuidoost adviseert en ondersteunt gemeenten bij het opzetten en uitvoeren van hun gezondheidsbeleid, onder meer door de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenningen (rVTV). Aan gemeenten worden basisgegevens geleverd over gezondheid, jeugd, welzijn, wonen en zorg met daarbij ondersteuning om deze gegevens te interpreteren. Ook wordt er aansluiting gezocht bij de speerpunten in het gemeentelijk en regionale beleid door gezamenlijk projecten te ontwikkelen of voorlichtingsmaterialen ter beschikking te stellen.
Naast het beschikbaar stellen van expertise is er op lokaal niveau een kernteam werkzaam, die dichtbij een gemeente ondersteuning kan bieden bij het proces van beleidsvorming en de realisatie van het beleid. Het lokale team maakt in overleg met de gemeente een jaar activiteitenplan, waarin wordt vastgelegd welke zaken opgepakt gaan worden.
Procesbegeleiding en implementatie Lokaal Gezondheidsbeleid W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
Bijdrage leveren aan voorbereiden, opstellen, implementeren en uitvoeren van lokaal gezondheidsbeleid (LGB) van gemeenten.
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
Procesbegeleiding en implementatie Lokaal Gezondheidsbeleid - De tevredenheid over het algemeen over de beleidsadvisering door de GGD is gewaardeerd met het gemiddelde cijfer 7,4. - De tevredenheid over het algemeen over de (medewerkers van) het lokale team is ook gewaardeerd met het gemiddelde cijfer 7,4. - Waardering belang Focuspunten en mate waarin door de lokale teams hier aan gewerkt werd: Heel belangrijk/belangrijk
Volledig/ meer wel dan niet
Risicogericht werken
95%
84%
Participatie eigen kracht
95%
89%
Integrale aanpak
100%
79%
Versterking
100%
79%
preventiekracht anderen
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 17
- Waardering lokale inbedding van het lokale team: Zeer goed/goed Het lokale team weet wat er speelt in de gemeente
95%
Het lokale team weet wat er speelt bij maatschappelijke
71%
instellingen Het lokale team maakt verbinding met andere instellingen
76%
Het lokale team levert een bijdrage aan de maatschappelijke
90%
doelstellingen van de gemeente
Om efficiënt specifieke deskundigheid beschikbaar te houden voor de gehele regio, zonder veel inwerk en extra overdracht e.d., zijn op een aantal onderdelen de medewerkers ook regionaal inzetbaar. Verder is er naar gestreefd om op lokaal niveau aan te sluiten bij nieuwe inzichten en ontwikkelingen op het preventieve gezondheidsterrein, namelijk: 1. Expertise Preventie thema’s 2. Expertise Onderzoek 3. Expertise Uitvoering
Expertise Preventie thema’s W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
Het beschikbaar hebben en houden van specifieke deskundigheid voor de regio op het gebied van belangrijke thema’s. Bijdragen aan het optimaliseren van het preventieaanbod in de regio op het gebied van preventie en gezondheidsbevordering.
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
Digitaal overzicht interventie activiteiten, als onderdeel van Het Regionale Kompas is up to date gehouden.
Expertise Onderzoek W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
Het doel van deze taak is het verschaffen van inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking en de factoren die van invloed zijn op de gezondheid op basis waarvan periodiek het gezondheidsbeleid kan worden vastgesteld. Er worden gegevens verzameld die bijdragen aan de ontwikkeling en monitoring van gemeentelijk beleid op het gebied van gezondheid, jeugd, welzijn, wonen en zorg. De verzamelde gegevens worden beschikbaar gesteld aan wethouders en ambtenaren van gemeenten en aan partners.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 18
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
Expertise Onderzoek Monitors
Realisatie
In 2013 hebben de onderzoekers van de GGD de nieuwe gegevens van de Volwassenen- en Ouderenmonitor geanalyseerd en aan alle gemeenten beschikbaar gesteld.
Kenniscentrum Onderzoek
Realisatie
ondersteuning van gemeentelijk beleid
Bij het Kenniscentrum Onderzoek beantwoorden wij dagelijks kennisvragen van gemeenten. De inhoud van deze vragen varieert van aanvullende analyses van monitorcijfers tot behoeftenonderzoek en onderbouwing van gemeentelijke nota’s. Hiermee ontvangen gemeenten relevante gegevens voor bijvoorbeeld lokale werkgroepen of ter ondersteuning van beleid en transities. Het Kenniscentrum Onderzoek van de GGD heeft in 2013 zo’n 70 verschillende verzoeken voor ondersteuning van gemeenten ontvangen.
Expertise Uitvoering W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
Het doel van deze taak is het bijdragen aan het optimaliseren van het preventieaanbod in de regio op diverse gebieden.
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
Expertise Uitvoering Uitvoering van
Doelstelling
programma Lentekriebels
Ondersteuning van 32 (nieuwe) basisscholen door middel van het verzorgen van training en nazorg van leerkrachten en indien gewenst het verzorgen van ouderavonden op de reeds deelnemende scholen.
Realisatie
18 nieuwe scholen (bijna 3700 leerlingen en meer dan 240 leerkrachten) en 33 ‘oude” scholen. Organisatie van regionaal symposium ‘Verpest op school’. Met de deelname van 112 leerkrachten uit de regio was het symposium ook deze keer weer druk bezocht.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 19
Voorlichting senioren
Regionaal Project Laat je
Doelstelling
Verzorgen van 50 voorlichtingen.
Realisatie
39 voorlichtingen voor en door 55+
Doelstelling
niet flessen
Deelnemen aan project Laat je niet flessen. 20 uur lokale ondersteuning bieden (Helmond en Eindhoven 30 uur).
Pilot Werken aan een
Realisatie
Deelname aan lokale werkgroepen/lokale activiteiten.
Doelstelling
Er zijn 11 scholen gestart met de Gezonde School
gezonde school
Methodiek. Er is advies op welke wijze deze methodiek verder ontwikkeld en geïmplementeerd kan worden in de regio. Realisatie
Met ruim 20 scholen is het traject Gezonde School/Jeugdimpuls ingegaan. Een kleine 20 heeft project Onwijs Fit opgepakt.
Doelstelling
Er is een overzicht van de uitvoering, waardering,
Pilot
hoeveel bereik, welke doelgroep.
gezondheidsvaardigheden
Er is advies op welke wijze deze methodiek verder
versterken
ontwikkeld en geïmplementeerd kan worden in de regio. Realisatie
In 2013 hebben we ervaring opgedaan met modules voor het werken met verschillende doelgroepen rond de thema’s voeding, beweging, ontspanning, naar de dokter. Voor het ROC Ter AA is een module ontwikkeld voor groepen met minder gezondheidsvaardigheden. Deze module is uitgevoerd met mensen, die geactiveerd worden om vrijwilligerswerk te doen. Dezelfde module is ook gebruikt in een training van vrijwillige begeleiders van een vrouwengroep. Tijdens een zorgmarkt voor inwoners van de gemeente Heeze-Leende spraken GGD medewerkers de bezoekers aan op de mate waarin ze zelf invloed hadden op hun eigen gezondheid. Dit gebeurde onder andere via een zelf test. Daarna kregen zij een workshop aangeboden om meer te leren en bespreken over gezondheidsvaardig zijn en de verschillende aspecten van zelfzorg. Het product voor de praktijkschool in Bladel is in een vergevorderd stadium. Er is een implementatie-plan. De voorgenomen stappen m.b.t. ‘Kijk! Mijn leve’ worden uitgevoerd. Dit soort producten zijn nu klaar om, na op maat
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 20
aangepast te zijn voor de specifieke situatie, overgedragen te worden aan de lokale teams.
Contracttaken GB W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
Een groot gedeelte van de contracten wordt uitgevoerd voor de gemeente Eindhoven. Deze gemeente heeft behoefte aan een nadere uitdieping van de uniforme taken. De contracttaken liggen sterk in het verlengde van de gemeenschappelijke taken.
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
Deze contracttaken zijn conform de afspraken met de opdrachtgevers uitgevoerd. Over de taken wordt bij de opdrachtgevers verantwoording afgelegd middels een uitgebreide rapportage.
In 2013 zijn de volgende contracttaken uitgevoerd: •
Steunpunt Mantelzorg (gemeente Eindhoven)
•
Lokale gezondheidswijzer plus (gemeente Eindhoven)
•
Monitoring wijk- en buurtprofielen (gemeente Eindhoven)
•
Allochtone zorgconsulent (gemeente Eindhoven)
•
Eet- en Beweegweek (gemeente Someren)
•
Project meisjesbesnijdenis (GGD landelijk)
•
Onderzoeksopdrachten (Tranzo/Zonmw)
W AT
HEEFT DE SECTOR
GB
GEKOST ?
Baten en Lasten sector GB
Werkelijk 2013
Lasten
2.228.000
Baten (excl. bijdrage gezamenlijk takenpakket) Saldo sector GB
752.000 1.476.000
3.1.2 Jeugdgezondheidszorg (JGZ) De sector Jeugdgezondheidszorg (JGZ) schept samen met andere partijen voor jeugdigen condities om kinderen gezond te laten opgroeien. De JGZ ondersteunt niet alleen de jongere zelf, maar ook ouders en verzorgers bij het opgroeien en opvoeden van hun kinderen. Verder heeft de JGZ een beleidsadviserende taak naar gemeenten. Taken van de Jeugdgezondheidszorg zijn o.a.: •
Monitoring van de ontwikkeling van kinderen
•
Signaleren van problemen en behoeften
•
Informeren en adviseren van jongeren en ouders
•
Bieden van kortdurende lichte (opvoed) ondersteuning
•
Toeleiding naar extra zorg, zoals maatschappelijk werk, jeugdzorg, medisch specialist
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 21
•
Vaccineren van 4 tot 19-jarigen volgens het rijksvaccinatieprogramma
•
Adviseren van scholen en buitenschoolse opvang
JGZ is een basisvoorziening voor publieke gezondheid, waarbij het accent ligt op preventie (individueel en collectief), normaliseren, vroegsignalering en toeleiding naar zorg. Steeds staan daarbij de belangen van de kinderen centraal. De bevindingen van de JGZ worden vastgelegd in het Digitale Dossier JGZ. Op 31 december 2013 hadden 113.030 kinderen in de leeftijd van 4-19 jaar (88%) in de regio Zuidoost Brabant een digitaal dossier.
De gemeenten staan voor een zware opgave met de drie decentralisaties. De decentralisatie van de jeugdzorg is meer dan een decentralisatie. Het is een transitie waarbij er nieuwe bakens moeten worden gezet in het regionale/lokale stelsel. Dit vergt een omslag in organisatie en werkwijze naar meer preventie en een cultuuromslag die uitgaat van eigen kracht van jeugdigen, ouders en hun omgeving. Een belangrijke inhoudelijke uitdaging hierin is om de preventie zo te organiseren dat de vraag naar gespecialiseerde zorg afneemt. Geïnitieerd door de transitie jeugdzorg werken Brabantse gemeenten samen met de jeugdgezondheidszorg en een groot aantal andere partners om de gezonde ontwikkeling van kinderen te ondersteunen. Deze gezamenlijke ambitie is voor meer kinderen een gezonde en veilige ontwikkeling, optimale maatschappelijke participatie en minder kinderen in (zware) zorg. Daarvoor zijn onder meer Centra Jeugd en Gezin of Centra voor Maatschappelijke Deelname ontwikkeld en worden integrale wijkteams opgericht.
Jeugdgezondheidszorg van de GGD Brabant-Zuidoost heeft als één van de eerste organisaties in Nederland sinds het schooljaar 2008-2009 de uitvoering van de contactmomenten geflexibiliseerd. In deze werkwijze werkt ze nauw samen met scholen. Gekozen is voor triage, waarin JGZfunctionarissen vooraf een inschatting maken van de zorgbehoefte van kinderen, zodat alle kinderen passende en tijdige zorg op maat krijgen. JGZ wil optimaal toegankelijk zijn voor de jeugd en hun ouders. De inzet van social media speelt hierbij een belangrijke rol. Veel informatie is te vinden op de website, die in 2013 grondig werd herzien. Verder bestaat de mogelijkheid om via Facebook en Twitter in gesprek te komen met jongeren.
Signaleren van problemen en advies op maat (individueel) W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
In de preventieve individuele contactmomenten wordt de groei en ontwikkeling (lichamelijk, psychisch, sociaal en cognitief) gemonitord, gezondheidsonderzoek gedaan en screenings uitgevoerd. Tijdens deze contacten staat de vraag, behoefte en mogelijkheden van het kind en zijn ouders centraal. In de ondersteuning door JGZ sluiten we aan bij de natuurlijke variatie in de ontwikkeling van het kind. Elk kind heeft zijn eigen talenten en mag zijn wie hij of zij is.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 22
Aan elke school voor basis-, voortgezet- en speciaal onderwijs is een jeugdgezondheidszorgteam verbonden.
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
Doelstelling is dat de GGD 95% van de kinderen bereikt. De GGD ziet gemiddeld meer dan 90% van de kinderen uit een groep, wat betekent dat tenminste 90% van de kinderen daadwerkelijk wordt gezien bij de onderzoeken. Kinderen die niet zijn gezien, zijn wel in beeld bij jeugdgezondheidszorg en zij heeft zich ervan gewist of er zorgen zijn over de ontwikkeling of veiligheid van een kind. Wanneer er zorgen zijn gaat jeugdgezondheidszorg over tot actie. Ieder kind krijgt vanaf 4 jaar standaard een uitnodiging voor tenminste drie contactmomenten. Aandachtspunt blijven de afzeggingen zonder bericht (NVZB). Deze hebben we in 2013 iets teruggebracht. Het is nog niet mogelijk om de tijd die daarbij vrijkomt te benutten voor andere relevante werkzaamheden. We werken er aan dat dit de komende jaren beschikbare tijd wordt.
Vanaf 2013 heeft het ministerie van VWS middelen beschikbaar gesteld voor een extra contactmoment met pubers. Het is een kans om vanuit de jeugdgezondheidszorg structureel een extra keer met adolescenten in aanraking te komen. In de regio Zuidoost-Brabant heeft een ruime meerderheid van de gemeenten besloten het contactmoment ook daadwerkelijk uit te voeren. De invulling van het contactmoment is in nauw overleg met de gemeenten gebeurd, zij worden ook betrokken bij de tussentijdse evaluaties via de pilots. Begin 2014 start de uitvoering van de pilots. De uitvoering vindt plaats in zeer nauwe samenwerking en afstemming met de scholen in het voortgezet onderwijs en het MBO. Dit extra contactmoment vindt plaats in klas 4. De nadruk van dit extra contactmoment komt te liggen op de leefstijl van pubers.
De werkwijze op het speciaal onderwijs is met instemming van de inspectie structureel aangepast. Gedurende de schoolloopbaan van het kind wordt het kind vanaf 4 jaar in totaal minstens 3x uitgenodigd voor een contactmoment.
De JGZ onderzoekt kinderen op het basisonderwijs in groep 2, 7 en op het voortgezet onderwijs in klas 2. Hierover wordt aan iedere gemeente afzonderlijk schriftelijk gerapporteerd. De cijfers van kinderen uit uw gemeente zijn te vinden op www.regionaalkompas.nl/brabant-zuidoost/gemeente. Het bereik van kinderen in het schooljaar 2012/2013 op 6 januari 2014 staat in onderstaand overzicht. Hieronder zijn verder de gegevens van de resultaten van de uitgevoerde werkzaamheden in het kalenderjaar 2013 weergegeven, het betreft dus twee schooljaren en in deze rapportage zijn ook de kinderen opgenomen die in Zuidoost-Brabant op school zitten, maar niet in deze regio wonen.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 23
Signaleren van problemen en advies op maat (individueel) Preventief gezondheidsonderzoek groep 2 van
Gezien
7.683 kinderen
het basisonderwijs
Geen onderzoek
213 kinderen
NVZB1
985 kinderen 2
Bereik ‘12-‘13
84%
Preventief gezondheidsonderzoek groep 7 van
Gezien
7.350 kinderen
het basisonderwijs
Geen onderzoek
188 kinderen
NVZB
736 kinderen
Bereik ‘12-‘13
89%
Preventief gezondheidsonderzoek klas 2 van
Gezien
7.544 kinderen
het voortgezet onderwijs
Geen onderzoek
228 kinderen
NVZB
799 kinderen
Bereik ‘12-‘13
88%
Gezien
1.343 kinderen
Preventief gezondheidsonderzoek van
leerlingen van het speciaal onderwijs (kinderen Geen onderzoek
67 kinderen
worden conform vastgesteld beleid door arts
NVZB
180 kinderen
op betreffende school uitgenodigd
Bereikt ’12-‘13
Extra zorg (individueel) W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
Een onderdeel van de extra zorg is het maken van een risico-inventarisatie. In de risicotaxatie wordt gekeken naar het kind in het gezin waar het opgroeit, de straat waar het woont en de omgeving waar het speelt of sport. Gekeken wordt naar lichamelijke, psychische, sociale en ontwikkelingsaspecten. We maken hierbij gebruik van de kennis van de omgeving en de gegevens over de ontwikkeling van het kind en de familieanamnese die in het digitaal dossier is vastgelegd. Het normaliseren in plaats van problematiseren, met andere woorden het maken van een onderscheid wat afwijkend is en wat tot de normale variatie in de ontwikkeling van een kind behoort, is leidend. Op basis van de bevindingen wordt een kind doorverwezen naar hulpverlening of geeft de GGD licht pedagogische hulp.
1 NVZB zijn kinderen die niet verschijnen bij een onderzoek en dit niet van te voren laten weten. Een deel van de kinderen krijgt uiteindelijk wel een onderzoek. 2 Een aantal kinderen uit schooljaar 2012- 2013 wordt bij de onderzoeken voor het schooljaar 2013-2014 meegenomen. Het bereik wordt daarmee uiteindelijk nog hoger.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 24
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
Bij doorverwijzing naar hulpverlening wordt 80% van de kinderen daadwerkelijk geholpen.
Extra zorg (individueel) Beoordelen, bieden van licht
Doelstelling
Zorgen dat kind en ouders passende
pedagogische hulp en toeleiding naar
ondersteuning krijgen naar aanleiding van
zorg
gesignaleerde problemen. Totaal aantal kinderen tot 19 jaar in de regio: 138.819. Aantal vervolgcontacten: 10.160. Realisatie
Uitvoering vindt plaats binnen budget.
Participatie in zorgstructuur W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
De GGD neemt deel aan een aantal zorgstructuren waarin met andere professionals de risicokinderen worden besproken. Voorbeelden zijn zorgteams op scholen, netwerken 12- en 12+, casuïstiekbesprekingen en participatie in beleidsnetwerken.
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
Extra zorg (individueel) Basisonderwijs
Doelstelling
Goede analyse van problematiek van kind. Eenduidige afspraken, wie, wat, wanneer, doet – één kind, één gezin, één plan. Totaal aantal basisscholen: 267.
Realisatie
Op alle scholen met een zorgstructuur sluit JGZ aan.
Voortgezet onderwijs
Doelstelling
Goede analyse van problematiek van kind. Eenduidige afspraken, wie, wat, wanneer, doet – één kind, één gezin, één plan. Totaal scholen voor VO: 443.
Realisatie
Op alle scholen participeert JGZ in de zorgstructuur.
Speciaal onderwijs
Doelstelling
Goede analyse van problematiek van kind. Eenduidige afspraken, wie, wat, wanneer, doet – één kind, één gezin, één plan. Totaal aantal scholen voor SO: 51.
Realisatie
Op alle scholen participeert JGZ in de zorgstructuur.
3 School op twee adressen wordt als één geteld.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 25
Buurt- of jeugdnetwerken,
Doelstelling
casusoverleg Zorg voor Jeugd
Goede analyse van problematiek van kind. Eenduidige afspraken, wie, wat, wanneer, doet – één kind, één gezin, één plan.
Participatie in beleidsnetwerken
Realisatie
JGZ sluit aan bij de lokale overleggen.
Doelstelling
Inbreng van JGZ in gemeentelijke en regionale beleidsnetwerken op het gebied van gezondheid- en jeugdbeleid.
Realisatie
JGZ sluit aan bij de lokale overleggen. Elke gemeente heeft flyer met rapportage JGZ schooljaar 2012-2013 ontvangen.
Vaccinaties W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
Het bieden van bescherming tegen (kinder)ziekten. De JGZ is verantwoordelijke voor de uitvoering van het wettelijke vastgestelde rijksvaccinatieprogramma.
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
De kinderen krijgen op 9-jarige leeftijd een vaccinatie tegen DKTP en BMR. Alle 12-jarige meisjes krijgen een uitnodiging voor de HPV-vaccinatie en zo nodig een herhalingsoproep.
Vaccinaties 9-jarigen: aantal 8.624, 2 vaccinaties; tenminste
Doelstelling
15.520 vaccinaties
90% gevaccineerd.
Realisatie
16.274 vaccinaties
12-jarigen: aantal 4.309, 3 vaccinaties; tenminste
Doelstelling
7.760 vaccinaties
60% gevaccineerd (in Helmond 70%).
Realisatie
9.546 vaccinaties
Overige vaccinaties
Realisatie
376 vaccinaties
De vaccinatiegraad van de 9- en 12-jarigen uit het cohort 2013 wordt begin 2015 door het RIVM bekend gemaakt.
Contracttaken JGZ W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
Op verzoek van gemeenten voert JGZ nog een groot aantal aanvullende contracttaken uit. Het gaat hierbij onder meer om opvoedondersteuning, sociale vaardigheidstrainingen, ziekteverzuimbegeleiding, participatie in het zorgloket of de permanente commissie leerlingbegeleiding.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 26
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
Contracttaken JGZ Alcohol (gemeente Deurne en Gemert-
Doelstelling
Bakel)
In twee gemeenten alcoholinterventie groep 7 uitvoeren.
Realisatie
In Gemert uitgevoerd, Deurne is gestopt met deze contracttaak.
Kindermishandeling: voorlichting
Doelstelling
(gemeenten via RAAK)
Voorlichting aan intermediairs als leerkrachten, leidsters peuterspeelzalen over het signaleren van en het handelen bij kindermishandeling.
Leerplichtontheffing (diverse
Realisatie
Gerealiseerd.
Doelstelling
Afwerken van aanvragen
gemeenten)
Centrum voor Jeugd en gezin (alle
leerplichtontheffing. Realisatie
Aanvragen afgewerkt.
Doelstelling
Uitvoering van extra werkzaamheden
gemeenten in Zuidoost-Brabant)
Psychosociale problematiek signaleren
op maat in afspraak met gemeente. Realisatie
Uitvoering conform afspraak.
Doelstelling
Contactmoment leerlingen klas 3
in klas 3 en 4 van het VO (gemeente Eindhoven)
VMBO en klas 4 HAVO/VWO Realisatie
De werkzaamheden op de Eindhovense scholen is conform afspraak uitgevoerd.
Sociale vaardigheidstraining -
Doelstelling
speelpraatgroep (gemeente Eindhoven)
Uitvoering training voor kinderen op de basisschool in samenwerking met Lumens.
Sociale vaardigheidstraining -
Realisatie
7 trainingen.
Doelstelling
Uitvoering trainingen in samenwerking
zomercursus 'met plezier naar school
met Lumens, GGzE, GGZ Oost-Brabant
(gemeente Eindhoven en Helmond)
en OCGH-advies. Realisatie
7 trainingen.
Specifieke doelgroepen extra inzet
Doelstelling
Inzet voor specifieke groeperingen.
(gemeente Asten, Son en Breugel en
Realisatie
In 3 gemeenten.
Doelstelling
Jeugdarts of –verpleegkundige ingezet
Veldhoven) Ziekteverzuimbegeleiding (gemeente Eindhoven en Veldhoven)
bij frequent of langdurig ziekteverzuim om hiermee ‘geoorloofd’ verzuim terug te brengen en voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Realisatie
GGD Brabant-Zuidoost
Uitvoering conform afspraak.
Jaarrekening 2013 27
Zorgloket (gemeente Geldrop-Mierlo en
Doelstelling
Veldhoven)
Extra inzet van jeugdarts of verpleegkundige in zorgoverleg.
Realisatie
Uitvoering in Veldhoven.
Contractactiviteiten gefinancierd door
Doelstelling
Uitvoering van extra werkzaamheden.
derden zoals: deelname aan
Realisatie
Uitvoering conform afspraak.
permanente Commissie leerlingenzorg, hoofdluiscontrole, promotieonderzoek voortijdig schoolverlaten, zorgteam inzet psycholoog
W AT
HEEFT DE SECTOR
JGZ
GEKOST ?
Baten en Lasten sector JGZ
Werkelijk 2013
Lasten
7.431.000
Baten (excl. bijdrage gezamenlijk takenpakket)
1.377.000
Saldo sector JGZ
6.054.000
3.1.3 Algemene Gezondheidszorg (AGZ) De afdeling AGZ bevordert en beschermt de gezondheid van de bevolking door het voorkomen en bestrijden van infectieziekten, zoals griep, seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) en tuberculose. Deze taken zijn vastgelegd in de Wet Publieke Gezondheid (WPG). Andere taken die genoemd worden in de WPG zijn de Medische Milieukundige Zorg (MMZ) en Technische Hygiëne zorg (THZ). De Wet kinderopvang noemt de GGD als toezichthoudend orgaan van gemeenten. Reizigers kunnen bij de afdeling AGZ terecht voor vaccinaties en advies. De GGD is ook verantwoordelijk voor het registeren en melden van infectieziekten, surveillance, (beleids)advisering, preventie (onder meer vaccineren), outbreak-management, bron- en contactopsporing en vangnettaken. Ook doet de GGD in de regio de forensische zorg. Deze bestaat uit een wettelijk deel (lijkschouw conform de wet op lijkbezorging) en een niet wettelijk deel (arrestantenzorg, bloedproeven en euthanasieverklaring). Daarnaast heeft de GGD heeft een taak in de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Deze taak komt voort uit de Wet Publieke Gezondheid, de Wet op de Veiligheidsregio’s en de Wet Toelating Zorginstellingen. De GGD moet een rampenplan hebben en een crisisteam in stand houden, zodat in geval van calamiteiten direct opgetreden kan worden. Bij grootschalige calamiteiten wordt er samengewerkt met de GHOR en andere zorgpartners. Ook bij rampenoefeningen werken GHOR en GGD samen. In 2013 is een convenant overeengekomen tussen de GGD en de GHOR waarin de samenwerking en de verdeling van taken en verantwoordelijkheden is geregeld. De verantwoordelijkheid van de directeur Publieke Gezondheid ten aanzien van de GHOR is geregeld in de Wet Publieke Gezondheid.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 28
Infectieziekte bestrijding (IZB) W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
Het doel van de infectieziektebestrijding is het voorkomen of bestrijden van infectieziekten en de overdracht van infectieziekten van mens op mens of van dier op mens. Onder de infectieziektebestrijding valt de algemene infectieziekten en specifiek de tuberculosebestrijding en seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA). De taken zijn onder meer: •
Afhandelen van meldingen van infectieziekten
•
Surveillance
•
Preventie
•
Bron- en contactopsporing
•
Outbreak-management
•
24-uurs bereikbaarheid
•
Voorbereiden op grootschalige calamiteiten
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
De uitvoering van de taken van de infectieziektebestrijding wordt sterk beïnvloed door wat er in de omgeving gebeurd. De bereikbaarheid moet goed geborgd zijn, zodat het mogelijk is te reageren. De teams zijn 24/7 bereikbaar. Er wordt wel vooraf een schatting gemaakt van het aantal activiteiten.
Het team infectieziektebestrijding heeft een groot preventieproject ‘China aan de Dommel’ succesvol afgerond. Het doel van dit project was het vroegtijdig opsporen van Hepatitis B en C onder de Chinese inwoners van 16 jaar en ouder die wonen in de stad Eindhoven. In een kerk, gemeenschapshuis, school en theehuis zijn 680 chinezen gescreend. In samenwerking met de GHOR is er één outbreak-oefening gedraaid en is het generiek draaiboek infectieziekten geactualiseerd.
Infectieziektebestrijding Algemene infectieziekte-
Doelstelling
bestrijding
GGD heeft overzicht van: • Aantal meldingen. • Aantal adviezen en beantwoorde vragen. • Directe informatievoorziening naar gemeenten bij calamiteiten. • Aantal oefeningen outbreaks. • Aantal preventieprojecten.
Realisatie
• 723 meldingen. • 628 adviezen/beantwoorde vragen. • 1 oefening outbreak. • 1 groot preventieproject.
TBC bestrijding
GGD Brabant-Zuidoost
Doelstelling
GGD heeft overzicht van:
Jaarrekening 2013 29
• Aantal thoraxfoto’s. • Aantal BCG-vaccinaties. • Aantal mantouxtesten. • Aantal behandelde Tbc-patiënten. •
Directe informatievoorziening naar gemeenten bij calamiteiten. • Percentage Tbc-patiënten dat de behandeling met succes voltooit. • Aantal DOT consulten.
Realisatie
• 3.113 röntgenfoto’s. • 1.578 mantoux. • 268 BCG-vaccinaties. • 190 IGRA testen. • 66 DOT’s. • 37 patiënten behandeld. • 58 patiënten met latente TBC.
Preventie van seksueel
Doelstelling
Inzicht in incidentie SOA/HIV in regio
overdraagbare
Mate waarin GGD risicogroepen (jongeren, prostituees,
aandoeningen (SOA)
mannen die seks hebben met mannen) bereikt. Aantal en bereik voorlichtingsactiviteiten. Realisatie
80 preventie activiteiten (incl. gastlessen en Sensevoorlichting). Bereik per activiteit varieert van enkele personen tot vele honderden (evenementen).
Medische milieukundige zorg W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
De medische milieukundige zorg (MMZ) moet voorkomen dat er ziekten en gezondheidsklachten zijn als gevolg van risicovolle (interne en externe) milieuomstandigheden. Deze specialistische taak wordt door GGD Brabant-Zuidoost in samenwerking met de andere GGD’en in Brabant en Zeeland uitgevoerd. De MMZ heeft een reactieve taak (afhandelingen vragen en klachten) en een proactieve taak (onderzoek, signaleren van ongewenste situaties, preventie en advisering).
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
De GGD heeft samen met de gemeente Oirschot, Reusel-de Mierden en Gemert-Bakel een toetsingsinstrument ontwikkeld waarmee, met verschillende gezondheidskundige criteria, bedrijfsuitbreidingen van veehouderijen beoordeeld kunnen worden op hun risico’s. In samenwerking met de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant is een infokaart milieubeleving gemaakt. Deze kaart gaat in op de ervaren hinder van geur en geluid en geeft suggesties voor lokaal beleid.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 30
In het kader van de Academische Werkplaats is een instrument voor gemeenten ontwikkeld waarmee zij bij openbare, groene plekken kunnen nagaan, of de plek nog voldoet aan het gebruik. Dit instrument is in de gemeente Eindhoven getest.
Medische Milieukundige Zorg Milieu-gerelateerde vragen
Doelstelling
Aantal beantwoorde milieugerelateerde vragen van burgers en instellingen.
Beleidsadviezen
Realisatie
182 vragen.
Doelstelling
Aantal (pro-actieve) beleidsadviezen voor regio/gemeenten.
Voorlichtingsactiviteiten
Realisatie
63 adviezen.
Doelstelling
Aantal voorlichtingsactiviteiten in regio.
Adviezen geneeskundig adviseurs
Realisatie
6 voorlichtingsactiviteiten.
Doelstelling
Aantal adviezen bij
gevaarlijke stoffen
incidentmeldingen. Realisatie
22 adviezen.
Technische hygiënezorg W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
Het doel is het bevorderen van hygiënisch handelen ter voorkoming van ziekten. De taken die uitgevoerd worden zijn onder meer: •
Verzamelen en analyseren van gegevens
•
Onderzoek- en beleidsadvisering
•
Bijhouden van een lijst van risicovolle objecten/instellingen
•
Preventie activiteiten
•
Inspecties van geprioriteerde risicovolle objecten
De inspecties kinderopvang, gastouders en peuterspeelzalen én inspecties tattoo en piercingshops zijn aparte taakvelden. Tattoo en piercingshops worden geïnspecteerd in het kader van de vergunningverlening.
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
De gemeenten geven aan wat voor soorten instellingen worden onderzocht. Technische Hygiënezorg Algemeen Inspectie adviezen
Doelstelling
• GGD beschikt over actuele lijst met risicolocaties in de regio. • Aantal risicolocaties dat door GGD
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 31
is bezocht. • Aantal preventie activiteiten. Realisatie
• 105 inspecties risico-locaties. • 59 adviezen evenementen. • 134 vragen beantwoord (incl. vragen over kinderopvang).
Forensische Zorg Lijkschouwingen W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
De GGD wordt ingeschakeld als er twijfels zijn over de doodsoorzaak. De arts van de GGD bepaalt of er sprake is van een natuurlijke of niet-natuurlijke doodsoorzaak. Andere forensische taken (onder meer arrestantenzorg) zijn geen onderdeel van het gezamenlijk pakket en vallen onder de contracttaken.
De GGD is 24 uur bereikbaar en beschikbaar om te reageren op oproepen van Politie en Justitie.
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
Forensische geneeskunde Lijkschouwingen
Doelstelling
310 lijkschouwingen. 140 euthanasie–verklaringen.
Realisatie
292 lijkschouwingen. 188 euthanasie–verklaringen.
GGD Rampenopvang Plan (GROP) W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
Het rampenopvangplan is een verplichting voor de GGD en de taken die daaruit voortvloeien zijn gericht om gezondheidsschade als gevolg van een ramp te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken.
Hiertoe dient de GGD te beschikken over een goed opgeleid en beoefend crisisteam dat in tijde van een crisis of ramp de continuïteit van de volgend processen kan garanderen: •
Optreden bij een grootschalige uitbraak van infectieziekten.
•
Medisch milieukundige zorg bij milieu gerelateerde rampen.
•
Psychosociale hulpverlening bij een ramp.
•
Gezondheidsonderzoek na een ramp.
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
De GGD is voorbereid op een crisis of een ramp. De gezamenlijke pool is operationeel. Het crisisteam heeft twee keer getraind/geoefend en één alarmeringsoefening gedraaid. Het crisisteam is in 2012 niet in actie hoeven komen bij een echte ramp c.q. incident.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 32
GGD Rampen Opvangplan (GROP) GROP
Doelstelling
Acuut en adequaat kunnen reageren op een ramp of incident. De mate waarin de GGD is voorbereid op een ramp of incident, af te meten aan: •
Beschikbaarheid van een actueel rampenopvangplan.
•
Opgeleid crisisteam.
•
Paraatheid en beschikbaarheid van crisisteam.
Realisatie
Het crisisteam heeft meerdere keren geoefend. Het crisisplan is geactualiseerd. Er heeft een eerste zelfevaluatie plaatsgevonden a.d.h.v. het landelijke kwaliteitskader crisisbeheersing.
Psychosociale
Doelstelling
Slachtoffers zijn tevreden over de geboden
hulpverlening bij
hulp. Ketenpartners zijn tevreden over de wijze
ingrijpende
van coördinatie.
gebeurtenissen
Realisatie
Crisisteam beschikbaar en beoefend. Coördinatie van psychosociale hulpverlening bij 7 casussen (5 suïcides en 2 zedenzaken).
Contracttaken AGZ W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
De afdeling AGZ voert een grote diversiteit aan contacttaken uit voor verschillende opdrachtgevers. Een aantal taken ligt in het verlengde van de gemeenschappelijke taken, andere zijn specifiek. Deels worden de taken betaald middels een vast bedrag (subsidie), maar het merendeel van de taken worden door de opdrachtgevers vergoed middels een tarief per verrichting.
W AT
HEBBEN WE BEREIKT ?
Contracttaken AGZ SOA curatie/seksuele
Doelstelling
hulpverlening (Ministerie van VWS)
3.000 SOA consulten,100 Sense consulten. 360 SOA gevonden.
Realisatie
3.894 SOA consulten incl. Sense. 474 SOA gevonden.
Toezicht kinderopvang (gemeenten in ZO-Brabant)
Doelstelling
Jaarlijks risico-gestuurd toezicht op hygiëne, gezondheid, veiligheid, ouderenparticipatie, pedagogische situatie bij kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus,
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 33
gastouders en peuterspeelzalen. Realisatie
976 inspecties kdv/bso/gob. 644 inspecties gastouders. 106 inspecties peuterspeelzalen.
Inspecties tattoo- &
Doelstelling
20 inspecties.
piercingsshops (Min. van VWS)
Realisatie
35 inspecties (waarvan 30 nieuwe locaties).
Forensische geneeskundige
Doelstelling
1.100 consulten arrestantenzorg.
diensten (Politie en Justitie)
Realisatie
1.109 consulten.
Doelstelling
300 overige verrichtingen.
Realisatie
296 overige verrichtingen.
Reizigerszorg (individuele
Doelstelling
16.000 consulten.
klanten)
Realisatie
16.735 consulten.
Register kinderopvang en
Doelstelling
Register is compleet en actueel.
peuterspeelzalen (gemeente
Realisatie
Register is actueel en compleet.
Eindhoven) W AT
HEEFT DE SECTOR
AGZ
GEKOST ?
Baten en Lasten sector AGZ
Werkelijk 2013
Lasten
6.635.000
Baten (excl. bijdrage gezamenlijk takenpakket)
3.989.000
Saldo sector AGZ
2.646.000
3.2 Ambulancezorg Sinds 2006 is de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost de vergunninghouder voor de ambulancezorg. De vergunning is op 1-1-2013 weer voor 5 jaar aan de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost verleend. De GGD voert onder verantwoordelijkheid van de vergunninghouder de rijdienst uit. De afspraken met betrekking tot de samenwerking tussen de beide organisaties zijn vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst. De GGD is verantwoordelijk voor de kwaliteit en opleiding van de medewerkers.
3.2.1 Ambulancevervoer W AT
ZIJN DE DOELSTELLINGEN ?
In opdracht van de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) wordt door de rijdienst ambulancezorg geleverd. De ambulance wordt ingezet naar aanleiding van een concrete zorgvraag, onderverdeeld in drie urgentiecategorieën: A1, A2 en B(besteld). Naast deze drie ritsoorten is er een ‘voorwaardenscheppende’ rit. Deze rit is ter bewaking van de beschikbaarheid. Hierbij gaat het ambulanceteam naar een bepaalde plaats om daar de beschikbaarheid van de ambulancezorg te waarborgen.
De taken van de sector Ambulancezorg zijn onder meer:
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 34
•
Op aanwijzing van de Meldkamer Ambulancezorg naar de patiënt rijden.
•
Het verlenen van zorg aan de patiënt.
•
Indien nodig de patiënt naar het ziekenhuis vervoeren en de begeleiding en behandeling van de patiënten tijdens het vervoer in de ambulance.
•
De overdracht van de patiënt aan de volgende schakel binnen de keten.
W AT
HEBBEN WIJ BEREIKT ?
Spoedeisende en niet-spoedeisende ambulancezorg Niet alle inzetten van de ambulancedienst vragen evenveel spoed. Er wordt daarom onderscheid gemaakt in drie urgenties, namelijk: •
A1, acute bedreiging van de vitale functies van de patiënt, of wanneer dit pas na beoordeling door het ambulanceteam kan worden uitgesloten. De ambulance gaat zo snel mogelijk naar de patiënt. Er wordt gestreefd naar een maximale responstijd van vijftien minuten. In 2013 is dit in 93,7 % van de ritten gerealiseerd, door inzet van de First Responders ligt dit op 94,1% en hiermee is het gemiddelde percentage ten opzichte van 2012 een fractie verbeterd met 0,2% . Door VWS-posten worden de aanrijtijden verkort en de ambulances komen nog sneller ter plaatse.
•
A2, geen direct levensgevaar, maar wel risico op (ernstige) gezondheidsschade. De ambulance gaat zo snel mogelijk naar de patiënt. Er wordt gestreefd naar een maximale responstijd van dertig minuten. In 2013 is dit voor 96% van de A2-ritten binnen deze maximale responstijd gerealiseerd.
•
B, geen spoedeisende ambulancezorg, maar ambulancezorg op afspraak.
Verlenen van zorg aan een zieke of slachtoffer in het kader van zijn aandoening en waar nodig adequaat vervoeren. Geleverde paraatheid (zowel spoedeisend als
Doelstelling
253 diensten per week.
niet spoedeisend)
Realisatie
252 diensten per week.
Aantal declarabele en eerste hulp ritten (zowel
Doelstelling
40.000 ritten.
spoedeisend als niet spoedeisend)
Realisatie
41.178 ritten.
Gemiddelde opkomsttijd uitruk
Doelstelling
Minder dan 15 minuten.
Realisatie 100%
15 minuten en 39 seconden.
Rapid Responder Een Rapid Responder is een compacte personenauto bemand door een ervaren ambulanceverpleegkundige en uitgerust met alle benodigde apparatuur om acute spoedeisende hulp te verlenen. De Rapid Responder kan in sommige situaties sneller op de plaats van bestemming zijn dan een ambulance. Deze snellere inzet hebben een gunstig effect op de
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 35
efficiency van de ambulancedienst als geheel. Uiteraard wordt de Rapid Responder alleen ingezet wanneer dit voor de patiënt verantwoord is.
In 2013 zijn er 300 Rapid Responder inzetten geweest in de regio Brabant-Zuidoost.
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen De GHOR is verantwoordelijk voor en belast met de afstemming van de hulpverlening binnen de mono- en multidisciplinaire keten. De GGD is inhoudelijk verantwoordelijk voor de publieke gezondheid. De GHOR staat onder leiding van de Directeur Publieke Gezondheid.
W AT
HEEFT DE SECTOR
AZ
GEKOST ?
Baten en Lasten
Werkelijk 2013
Exploitatiekosten
17.872.385
Beschikbaar budget zorgverzekeraars
15.363.547
Bijdrage Rijk betreffende FLO
1.292.512
Bijdrage sanering (incidenteel)
1.643.042
Overige baten Saldo: toevoeging aan RAK
291.680 [1]
718.396
De mutatie RAK betreft: Operationeel resultaat 2013
-213.722
Incidenteel resultaat sanering 2013
932.118
Saldo: toevoeging aan RAK
718.396
3.3 Bijdrage gemeenten In 2013 heeft er geen begrotingswijziging plaatsgevonden op de gemeentelijke bijdrage per inwoner. De gemeentelijke bijdrage per inwoner is € 14,78.
Bijdrage per inwoner
Begroting 2013
Werkelijk 2013
Gezondheidsbevordering
1,99
1,99
Jeugdgezondheidszorg
8,16
8,16
Algemene gezondheidzorg
3,56
3,56
Bestuurskosten
1,07
1,07
14,78
(*) 14,78
Bijdrage per inwoner
* Inclusief incidentele opbrengsten en exploitatie saldo
[1]
Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK)= algemene reserve van de Ambulancezorg
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 36
4. Paragrafen In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is voorgeschreven dat in het jaarverslag een aantal verplichte paragrafen moet worden opgenomen. Dit betreft: 1. Weerstandsvermogen 2. Onderhoud kapitaalgoederen 3. Financiering 4. Bedrijfsvoering 5. Verbonden partijen 6. Lokale heffingen 7. Grondbeleid
De verplichte paragrafen worden in dit hoofdstuk verder uitgewerkt, met uitzondering van lokale heffingen en grondbeleid. Deze paragrafen zijn voor de GGD niet van toepassing.
Op 13 december 2013 is een besluit tot wijziging van het BBV gepubliceerd. In een overgangsbepaling is opgenomen dat bij de verantwoording 2013 nog geen rekening hoeft te worden gehouden met deze wijzigingen van het BBV (de invoering van verplicht schatkistbankieren, de totstandkoming van de Wet houdbare overheidsfinanciën en enkele andere wijzigingen). Het is de bedoeling dat deze wijzigingen op onderdelen met ingang van jaar 2014 worden toegepast.
4.1 Weerstandsvermogen4 Volgens artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bestaat het weerstandsvermogen uit de relatie tussen: •
De weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en de mogelijkheden waarover kan worden beschikt om niet begrote kosten te dekken.
•
Alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
Het weerstandsvermogen kan worden omschreven als de mate waarin de GGD in staat is om niet structurele financiële tegenvallers op te vangen zonder dat dit gevolgen heeft voor het bestaande takenpakket.
4 Op 25 juni 2013 is in het Staatsblad 2013 nr. 267 de wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) gepubliceerd. Uit het besluit tot wijziging van het BBV blijkt dat de wijziging tot doel heeft de deugdelijkheid en transparantie te versterken van de begroting en de meerjarenraming van provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen en het versterken van de horizontale controle daarop. Met deze wijziging wordt de weerstandsparagraaf uitgebreid met risicobeheersing. De wijziging geldt echter voor provincies en gemeenten vanaf het begrotingsjaar 2014 en voor gemeenschappelijke regelingen vanaf het begrotingsjaar 2015.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 37
De omvang van het weerstandsvermogen is afhankelijk van het risicoprofiel van de GGD. Dit profiel geeft het totaal van risico’s met een substantiële impact die gedekt moeten kunnen worden met de beschikbare weerstandscapaciteit. De kwantificering van de risico’s vindt plaats via een zogenaamde risico-inventarisatie.
Met ingang van de begroting 2014 heeft het bestuur besloten dat er jaarlijks een financiële risicoinventarisatie moet worden opgesteld. Uit de inventarisatie (voorjaar 2014) blijkt dat de eventuele toekomstige risico’s van de GGD geschat worden op ca. € 2.150.000,-. (zie ook paragraaf 4.1.2.)
Op advies van de ‘Werkgroep secretarissen en controllers’ heeft het Bestuur echter eerder besloten dat de GGD niet zelf alle genoemde risico’s diende af te dekken in een eigen weerstandsvermogen omdat de gemeenten, als ‘eigenaar’ van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Brabant-Zuidoost, daarvoor toch al garant staan.
4.1.1 Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit is het geheel van middelen en mogelijkheden waarover de GGD beschikt om niet begrote substantiële kosten te dekken. Binnen de GGD kunnen als weerstandscapaciteit worden aangemerkt: •
De Algemene Reserve
•
De jaarlijkse begrotingspost ‘Onvoorzien’
Volgens de BBV vallen onder de weerstandscapaciteit ook de bestemmingsreserve en de voorzieningen. Dit zijn echter financiële middelen die gevormd zijn ter dekking van al voorziene risico’s en gebeurtenissen die niet opgenomen worden in de risico-inventarisatie. Overigens is het wel zo dat voor wat betreft de bestemmingsreserves het bestuur kan besluiten deze reserves een andere bestemming te geven. De voorzieningen zijn ingesteld voor de egalisatie van de kosten, zoals bijvoorbeeld toekomstig onderhoud gebouwen.
De Algemene Reserve en de begrotingspost ‘Onvoorzien’ zijn beiden bedoeld als buffer voor onvoorziene uitgaven. Hiermee kunnen onder andere schommelingen in de jaarlijkse exploitaties worden opgevangen, zodat niet elk jaar voor relatief beperkte bedragen een afrekening met de gemeenten hoeft plaats te vinden. De algemene reserve heeft een meerjarige functie, de begrotingspost ‘onvoorzien’ betreft risicoafdekking gedurende een begrotingsjaar. Er is vastgesteld dat een Algemene Reserve dient te worden opgebouwd van minimaal 5% (ca. € 550.000,-) en maximaal 10% van de gemeentelijke bijdrage (ca. € 1.100.000,-). Deze reserve wordt m.n. gevuld door middel van eventuele voordelige exploitatieresultaten van het Programma Publieke Gezondheid. Echter bij de besluitvorming over aanwending van de structurele besparing op huisvesting ( € 200.000,-), is het belang van een afdoende omvang van deze reserve ook onderkent; er is toen besloten om vooralsnog de helft van deze besparing in te zetten voor aangroei van de reserve.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 38
Na vaststelling van deze jaarrekening bedraagt deze reserve ca. € 311.000,-. Mochten er zich de komende jaren voor een hoger bedrag tekorten voordoen, terwijl de weerstandcapaciteit/algemene reserve niet is aangevuld, dan dragen de gemeenten daarvan het financiële risico. De begrotingspost ‘Onvoorzien’ bedroeg eerder 0,5% van de totale kosten. Gezien de geringe omvang van deze post en het feit dat er geen sprake meer is van nacalculatie op de gemeentelijke bijdrage per inwoner, is er besloten om vanaf 2012 gedurende vier jaar jaarlijks de begrotingspost ‘Onvoorzien’ met 25% te verhogen tot het niveau van 1% van de omzet.
Voor het Programma Ambulancezorg wordt een afzonderlijke algemene reserve aangehouden, de Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK). Ook deze reserve is bedoeld om schommelingen in de jaarlijkse exploitaties (van ambulancezorg) op te kunnen vangen. Tot en met 2012 was deze door NZa-regelgeving voorgeschreven, met ingang van 2013 is die formele status vervallen. Gezien de financieringsstructuur (ambulancezorg wordt volledig gefinancierd met middelen van zorgverzekeraars en VWS), wordt deze reserve separaat gehandhaafd. Na vaststelling van deze jaarrekening bedraagt deze reserve ca. € 1.222.000,-.
4.1.2 Risicomanagement De toegenomen financiële problematiek bij gemeenten, resulterend in afnemende contracttaken, gecombineerd met een afname van overige baten, maken financiële risico's steeds pregnanter.
Om risico's te beheersen wordt door de GGD BZO actief risicomanagement ontwikkeld. Elk trimester staat het management in de marap-gesprekken nadrukkelijk stil bij de ontwikkeling en ontstaan van relevante risico's, en welke maatregelen genomen moeten worden om deze risico's te beperken. Daarnaast is het risicomanagement een belangrijk element in het nieuwe HKZcertificeringsschema. In het najaar 2013 is de GGD al conform deze nieuwe norm ge-audit.
Als belangrijkste risico’s worden gezien: Stijging van kosten Het risico dat de loonkosten sneller stijgen dan de compensatie van de gemeenten. Inschatting is dat het zich 1 x per 4 jaren zal voordoen dat de raming van deze indexering 2% te laag is en dat deze gedurende 2 daaropvolgende jaren niet wordt rechtgetrokken. Medio 2012 is een definitieve cao 2011-2012 vastgesteld. De onderhandelingen over een nieuwe CAO afspraken, is na diverse pogingen in 2013 nog steeds niet rond.
Het risico dat door fusie, reorganisatie, conflicten etc. er wachtgelden, etc. dienen te worden uitbetaald waarin niet in de lopende budgetperiode is voorzien. Inschatting dat er gemiddeld 1 persoon per 4 jaren 2 jaar wachtgeld e.d. zal worden ontvangen. Ingeschat dat dit risico toeneemt.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 39
Uitvoering van noodzakelijke activiteiten zonder financiering Het risico door een ramp veel inzet (en dus geld) nodig is waardoor het reguliere werk en het maatwerk in gevaar komt. Bij een grotere ramp zal de inzet van de GGD wellicht groot zijn zonder dat vooraf duidelijk is, dat de kosten van de inzet volledig worden vergoed.
Het risico dat verplichte landelijke wet- en regelgeving leidt tot activiteiten waarvan de kosten nog niet zijn opgenomen in de begroting. Het risico bestaat dat de GGD verplicht is om bepaalde taken uit te voeren zonder dat daar meteen voldoende middelen tegenover staan.
Extra kosten door organisatieverandering Het risico dat, wanneer het ambulancevervoer in het kader van de discussie m.b.t. positionering van de RAV bij een andere organisatie wordt ondergebracht, een deel van centrale overhead niet meer wordt gedekt.
Het risico dat, wanneer JGZ in het kader van de discussie m.b.t. integrale JGZ bij een andere organisatie wordt ondergebracht, een deel van de centrale overhead niet meer wordt gedekt.
Extra kosten door verandering taakuitvoering Het risico dat door wijzing taakinhoud er tijdelijk meerkosten optreden. Bij wijziging van een taakinhoud zullen er wellicht tijdelijk meerkosten zijn waarvoor geen budget in de begroting is opgenomen.
Extra kosten door opzeggen/afstoten contracttaken Het risico dat door marktomstandigheden er tijdelijk ongedekte kosten blijven bij de contracttaken. Aangezien het personeel dat belast is met de uitvoering van contracttaken bijna volledig bestaat uit vast personeel zullen er bij een lagere omzet c.q. het geheel afstoten van deze taken, kosten zijn waarvoor geen financiële dekking meer is.
Schadeclaims door verwijtbaar handelen Het risico dat toegewezen schadeclaims niet volledig worden afgedekt door de afgesloten verzekeringen. De normale bekende risico’s voor de GGD zijn afgedekt middels afgesloten verzekeringen. Jaarlijks worden de verzekeringen nagelopen, of deze nog afdoende dekking bieden. Toch blijft er een klein rest risico bestaan die in het weerstandsvermogen dient te worden afgedekt.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 40
Overige incidentele tegenvallers Het risico dat er zich nog overige tegenvallers zullen voordoen waarmee nog geen rekening is gehouden. Deze post wordt de facto gedekt door de jaarlijkse post onvoorzien in de begroting.
Het risico dat de verkoop van De Callenburgh niet doorgaat. In de voorlopige koopovereenkomst zijn enkele ontbindende voorwaarden opgenomen, op grond waarvan de verkoop nog kan stranden. 4.2 Onderhoud kapitaalgoederen 4.2.1 Beleidskader De GGD streeft naar een optimale staat van haar kapitaalgoederen. Hiervoor is onderhoud van deze kapitaalgoederen noodzakelijk. Het beleid voor het onderhoud van kapitaalgoederen kent vier onderdelen. Te weten; gebouwen, machines, apparaten en installaties, hard- en software en vervoermiddelen.
4.2.1.1 Gebouwen De GGD heeft drie panden in eigendom. Dit zijn een pand aan De Callenburgh in Helmond, een ambulancepost aan het Rondven in Maarheeze en een ambulancepost aan de Vijverweg in Best. Voor de panden in Best en Maarheeze zijn onderhoudsplannen opgesteld en zijn voorzieningen aanwezig waaruit groot onderhoud wordt gefinancierd. Jaarlijks wordt aan deze voorzieningen een bedrag toegevoegd, zodat de jaarlijkse kosten geëgaliseerd worden. In hoofdstuk 6.2.3 wordt het verloop van de voorzieningen weergegeven. Klein onderhoud wordt direct in de exploitatie verantwoord. Vanwege de beoogde verkoop van de Callenburgh is het betreffende onderhoudsfonds in 2012 opgeheven. De overige panden die de GGD in gebruik heeft, worden gehuurd. Het beheer en onderhoud van de gehuurde gebouwen is voor rekening van de verhuurder, met uitzondering van kleine reguliere onderhoudswerkzaamheden aan de binnenkant en het binnen schilderwerk.
4.2.1.2 Machines, apparaten en installaties Voor de waardevolle ondersteunende machines, apparaten en installaties zijn voor een groot deel contracten aanwezig. Voor de overige machines, apparaten en installaties met een beperkte waarde en waarvan er slechts een beperkt aantal aanwezig zijn, zijn geen onderhoudscontracten aanwezig.
4.2.1.3 Hard- en software Voor de optimale beschikbaarheid van hard- en software zijn voor de belangrijke bedrijfsapplicaties dienstverleningsovereenkomsten gesloten.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 41
Voor het onderhoud van hard- en software wordt geen voorziening gevormd. Alle kosten komen ten lasten van de exploitatie. De kosten voor onderhoud op hard- en software bestaan vooral uit het aanschaffen en verlengen van softwarelicenties.
4.2.1.4 Vervoermiddelen Voor nieuwe voertuigen wordt een onderhoudscontract afgesloten. Hierin worden kosten van periodiek preventief onderhoud, reparatie als gevolg van normaal zorgvuldig gebruik en het treffen van maatregelen tegen normale slijtage gedekt. Maandelijks wordt hiervoor een vast bedrag betaald aan de leverancier van de diensten. Deze kosten komen ten laste van de exploitatie.
Overige reparaties en het eigen risico bij schadeherstel worden ook rechtstreeks in de exploitatie verwerkt. Voor het onderhoud aan ambulances, piketauto’s en dienstauto’s is conform regelgeving geen voorziening gevormd.
In het onderstaand overzicht staan werkelijke kosten die zijn gemaakt voor het onderhoud aan kapitaalgoederen.
Kapitaalgoederen
Realisatie 2013
Gebouwen
97.000
Machines, apparaten en installaties
118.000
Hard- en software
681.000
Vervoermiddelen
381.000
Totaal
1.277.000
4.3 Financiering
4.3.1 Beleidskader Op grond van de Wet Financiering Decentrale Overheid (FIDO) dient de GGD jaarlijks in de jaarrekening verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid inzake de treasuryfunctie. Het beleid voor de treasuryfunctie van de GGD is vastgelegd in het treasurystatuut (vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van de GGD Brabant-Zuidoost d.d. 28 juni 2012). Op 13 december is een besluit tot wijziging van het BBV5 gepubliceerd. In een overgangsbepaling is opgenomen dat bij de verantwoording 2013 nog geen rekening hoeft te worden gehouden met deze wijzigingen van het BBV. Het is de bedoeling dat deze wijzigingen van toepassing zijn met 5 Deze wijziging houdt o.a. verband met de invoering van verplicht schatkistbankieren, de totstandkoming van de Wet houdbare overheidsfinanciën en enkele andere wijzigingen.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 42
ingang van begrotingsjaar 2014. Wel is de GGD in het 4e kwartaal op 16 december begonnen met het Schatkistbankieren bij het Agentschap van het Ministerie van Financiën. 4.3.2 Rentebeleid De renterisico’s bij het aantrekken en uitzetten van geldmiddelen worden beperkt door de overeengekomen rentepercentages bij de transactie te baseren op de actuele rentestand en de rentevisie van de geldverstrekker (Bank Nederlandse Gemeenten). De lange rente laat van juli 2013 een lichte stijging zien. De korte rente is ook in 2013 historisch laag. De korte rente is lager dan de lange rente. Op basis hiervan is het uitgangspunt om de financieringsbehoefte eerst te dekken met de maximale kasgeldlimiet en de resterende behoefte te dekken met langlopende leningen. Met deze aanpak wil de GGD zorgen voor een zo laag mogelijke financieringskosten, rekening houdend met het risicoprofiel.
4.3.3 Financieel Risicobeheer Door een actief risicobeheer probeert de GGD de financiële risico’s te beperken. In het treasurystatuut zijn richtlijnen en limieten voor het risicobeheer opgenomen. De GGD hanteert de normen die in de Wet FIDO zijn bepaald. Het niveau van de kasgeldlimiet is gelimiteerd op 8,2% van de begrote lasten, de renterisiconorm houdt in dat maximaal 20% van de langlopende leningen per jaar kan worden afgelost. De norm beoogt een evenwichtige opbouw van de leningen in de tijd. De provincie toetst de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in het kader van het financieel toezicht.
4.3.4 Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is een door de Wet FIDO voorgeschreven sturings- en verantwoordingsinstrument ter beperking van het renterisico op de korte schuld met een rente typische looptijd van korter dan een jaar. Als grondslag van de wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet wordt 8,2% van de jaarbegroting aangehouden. Indien de werkelijke omvang lager is dan de wettelijk toegestane omvang, is er sprake van ruimte; indien de werkelijke omvang hoger is, dan is er sprake van overschrijding. Conform de wettelijke kasgeldlimiet kan de GGD de financieringsbehoefte tot een bedrag van € 2.857.000,- dekken met kortlopende leningen. Gezien de lagere rentevoet van kortlopende ten opzichte van langlopende leningen is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de toegestane norm. In onderstaande overzicht wordt het kasgeldlimiet het 4e kwartaal weergegeven.
Kasgeldlimiet
Werkelijk 2012
1. Totaal lasten
Werkelijk 2013
35.317.000
34.840.000
2. Wettelijk kasgeldlimiet (8,2%)
2.896.000
2.857.000
5. Netto vlottende schuld
2.836.000
-129.000
60.000
2.986.000
Ruimte onder(+)/boven(-) kasgeldlimiet (2-5)
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 43
Daarmee heeft de GGD voldaan aan het kasgeldlimiet. 4.3.5 Renterisiconorm De renterisiconorm benadrukt vooral het belang van een goede spreiding van de leningenportefeuille en van de renterisico’s. De berekening van het renterisico is een benadering van het te lopen of het gelopen renterisico. Zowel bij een overschrijding als een onderschrijding van de renterisiconorm zal de GGD (en vervolgens de toezichthouder) zich een oordeel moeten vormen over de consequenties. De renterisiconorm bepaalt het feitelijke renterisico op de langlopende lening. Jaarlijks mogen de renterisico’s van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal.
In 2013 is de ruimte onder de renterisiconorm € 6.285.000,-. Renterisiconorm
Werkelijk 2012
1. Begrotingstotaal per 1 januari
Werkelijk 2013
34.030.000
34.840.000
6.806.000
6.968.000
3. Netto renteherziening langlopende leningen
-
-
4. Netto nieuwe langlopende leningen
-
4.000.000
676.000
683.000
6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5)
-
683.000
7. Renterisico langlopende leningen (3+6)
-
683.000
Ruimte onder renterisiconorm (2-7)
6.806.000
6.285.000
Ruimte boven renterisiconorm (7-2)
-
-
2. Renterisiconorm (20%)
5. Betaalde aflossing
Daarmee heeft de GGD voldaan aan de renterisiconorm.
4.3.6 Financieringsbehoefte Met betrekking tot de liquiditeitsontwikkeling is de financieringsbehoefte in 2013 € 9.192.000,geweest. Vaste activa worden gefinancierd met lang vreemd vermogen voor zover eigen middelen daar niet toereikend voor zijn. In het volgende overzicht is de boekwaarde vergeleken met de langlopende leningen.
Uit het overzicht ‘financieringsbehoefte’ blijkt dat de boekwaarde investeringen (vaste activa) bijna volledig wordt gefinancierd met lang vreemd vermogen. Voor de financiering van de vaste activa worden ook de reserves gebruikt. Het financieringstekort wordt gefinancierd met kortlopende schulden.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 44
Financieringsbehoefte
Saldo 1-1-
Bestem.
Toe-
Ont-
Vrijval
2013
resultaat
voeging
trekking
Saldo 3112-2013
Beschikbare financieringsmiddelen: Reserves
1.395.000
65.000
969.000
301.000
52.000
2.076.000
Langlopende leningen
3.618.000
-
4.000.000
683.000
-
6.935.000
Totaal beschikbaar
5.013.000
65.000
4.969.000
984.000
52.000
9.011.000
Boekwaarde investeringen
10.281.000
9.192.000
5.268.000
181.000
Financieringstekort
4.3.7 Leningenportefeuille De leningenportefeuille toont de ontwikkeling van leningen o/g en leningen u/g in 2013 (zie overzicht ‘leningenportefeuille’).
Leningenportefeuille
Leningen o/g Mutaties
Stand per 1 januari 2013
3.618.000
Nieuwe leningen
4.000.000
Reguliere aflossing
3,72%
683.000
Vervroegde aflossing Stand per 31 december 2012
Gem. rente
6.935.000
2,66%
De stand van de leningenportefeuille o/g is toegenomen met € 3.317.000,- naar € 6.935.000,- per 31 december 2013. De reguliere aflossingen betreffen langlopende leningen. In het 2e kwartaal van 2013 is er een langlopende lening afgesloten, om te voorkomen dat voor het 3e achtereenvolgende kwartaal het kasgeldlimiet zou worden overschreden, dit in verband met verantwoording aan de toezichthouder. De omvang van de leningenportefeuille u/g is nihil, omdat GGD geen uitzettingen heeft uitstaan.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 45
4.4 Bedrijfsvoering 4.4.1 Organisatie De activiteiten van de GGD worden uitgevoerd door vier sectoren. Deze worden ondersteund door een aantal stafsectoren. Het organigram van de GGD ziet er als volgt uit:
Directie/ MT
DirectieOndersteuning
Jeugdgezondheidszorg
Bedrijfsondersteuning
Personeel, Organisatie en Communicatie
Algemene Gezondheidszorg
Gezondheidsbevordering
Ambulancezorg
De gemeenten zijn wettelijk verplicht om een GGD in stand te houden. De 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant hebben gezamenlijk de GGD opgericht in de vorm een gemeenschappelijke regeling. Het Algemeen Bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van de colleges van de deelnemende gemeenten. Iedere gemeente heeft een vertegenwoordiger in het Algemeen Bestuur. Het Dagelijks Bestuur van de GGD bestaat uit vijf leden en wordt gevormd uit het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur is taakstellend en controlerend. De taken en bevoegdheden van de besturen en directie liggen vast in de gemeenschappelijke regeling en de organisatieverordening.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 46
4.4.2 Personeel De GGD Brabant-Zuidoost had in 2013 gemiddeld 373 fte (483 personen) in dienst. In het onderstaande overzicht is de formatie verdeeld over de sectoren.
Gemiddelde personele bezetting 2013
Aantal
Aantal
personen
fte
6
4,8
Bedrijfsondersteuning
39
30,0
Personeel & Organisatie
15
11,0
111
76,6
Algemene Gezondheidszorg
76
50,6
Gezondheidsbevordering
36
24,4
Overige
11
5,5
Subtotaal Publieke Gezondheid
294
202,9
Ambulancezorg
171
155,8
18
14,3
189
170,1
483
373,0
Directie/staf
Jeugdgezondheidszorg
Ambulancezorg FLO Subtotaal Ambulancezorg Totaal
De gemiddelde leeftijd van de medewerkers van de GGD Publieke Gezondheid is 48,2 en bij de Ambulancezorg 44,5. De parttime factor bij de GGD Publieke Gezondheid is 76,6% en bij Ambulancezorg 18%.
Arbeidsmobiliteit De activiteiten in het kader van de arbeidsmobiliteit zijn flink toegenomen. In 2013 heeft het Loopbaancentrum 98 medewerkers voor korte of langere tijd begeleid (In 2012 waren er dat 42). In aanvulling op de persoonlijke begeleiding, zijn in 2013 de loopbaansites op ons intranet herzien en zijn er korte workshops georganiseerd met betrekking tot het opstellen van een CV en het solliciteren via social media. Op het einde van 2013 heeft het loopbaancentrum een vaste bezetting gekregen.
Ziekteverzuim Het speerpunt met betrekking tot het begeleiden van het ziekteverzuim lag in 2013 m.n. bij het terugdringen van de frequent verzuimers. Via de workshop ‘Oplossingsgericht verzuimmanagement’ zijn leidinggevende in staat gesteld zich daarin verder te bekwamen. De oplossingsgerichte aanpak binnen Ambulancezorg is opgepakt en heeft geleid tot een duidelijke daling van het aantal frequent verzuimers (van 23,8% naar 17,2%). Als effect van de extra aandacht voor verzuim zien we een algehele daling van het verzuim (PG van 5,3% naar 4,6%; AZ van 7,4% naar 6,7%).
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 47
Arbo Gedurende het jaar heeft de aandacht voor Arbo een goede stimulans gekregen. Diverse Arbo beleidsstukken zijn opgesteld/herzien: ambulant werken, agressie en geweld, beleid ten aanzien van psychosociale arbeidsbelasting, beeldschermwerk, fysieke belasting. Verder is gestart met de herziening van de Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E), is het Arbo meldpunt ingevoerd en zijn de Arbo sites op ons intranet herzien. In 2014 verwachten we een hernieuwde actieve aanpak bij de uitvoering van de RI&E.
Reorganisatie Veel tijd is gespendeerd aan het opstellen en uitvoeren/begeleiden van de reorganisatie ‘Overhead’. Daarmee is een meerjaren afvloeiingsplan gerealiseerd. Het jaar is afgesloten met een belangstellingregistratie van teammanagers en boventallige medewerkers.
Arbeidsvoorwaarden Extra vermeldingswaardig is dat wij in deze tijd van bezuinigingen onze arbeidsvoorwaarden op onderdelen hebben kunnen verbeteren. Via de Werkkosten Regeling (WKR) hebben wij ons cafetariasysteem kunnen uitbreiden met de belastingtechnisch gunstige aftrek voor lidmaatschap sportclub, de elektrische fiets en (tijdelijk) voor de aanschaf van een laptop. Deze uitbreidingen zijn gerealiseerd zonder extra kosten voor de GGD.
Tijdschrijfsysteem In 2013 is met succes een nieuw tijdschrijfprogramma in MS projects geïmplementeerd. Aanleiding voor een nieuw tijdschrijfsysteem was o.a. het verbeteren van bestuurlijke informatievoorziening. Het nieuwe systeem heeft als voordeel dat meer en sneller inzichtelijk is waar de achterstanden zijn en waar bijsturing nodig is. Met het systeem is het ook mogelijk om het takenpakket te plannen en te monitoren. 4.4.3 Het Nieuwe Werken Het Nieuwe Werken is een visie om werken effectiever, efficiënter maar ook plezieriger te maken. In deze visie krijgt de medewerker –binnen bepaalde spelregelruimte en vrijheid om te kiezen hoe, waar, wanneer, waarmee en met wie hij werkt, gericht op een goed resultaat voor de klant. Een aantal jaren geleden is de GGD BZO gestart met de invoering van Het Nieuwe Werken. Het werken aan Het Nieuwe Werken is een meerjarenplan. Het is een proces met mijlpalen. De verhuizing naar het nieuwe gebouw in 2012 was een voorbeeld van zo’n mijlpaal. In het kader van het Nieuwe Werken zijn afspraken gemaakt die te maken hebben met de fysieke omgeving, (nieuwe) digitale technologieën, afspraken met elkaar, het gedrag etc. Deze afspraken zijn vastgelegd in meerdere zogenaamde scenario’s, zoals ‘Omgaan met e-mail’, ‘Mijn Profiel’ en ‘Korte vragen, snelle antwoorden’.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 48
4.4.4 Huisvesting Vanaf medio 2012 zijn alle uitvoerende sectoren gehuisvest in het gebouw De Witte Dame in Eindhoven. De directie en de ondersteunende diensten zijn in het 3e en 4e kwartaal van 2013 verhuisd van Helmond naar Eindhoven. Onderdeel van het huisvestingsplan is de verkoop van het gebouw De Callenburgh in Helmond. Begin 2014 is er een voorlopige koopovereenkomst getekend. Onderdeel van deze koopovereenkomst is, dat de GGD de begane grond terug huurt, zodat een uitgebreid servicepunt in Helmond gehandhaafd blijft. De deelnemende gemeenten dragen bij in het boekverlies. De verkoop van het pand levert een structurele besparing op van € 200.000 aan huisvestingskosten.
4.4.5 Kwaliteit Om goede producten en diensten te kunnen leveren werkt de GGD continu aan het optimaliseren van de kwaliteit van de zorg- en dienstverlening. Het doorvoeren van verbeteringen valt of staat met hoe kwaliteitsbewust management en medewerkers zijn. Het huidige systeem ondersteunt het kwaliteitsbewuste handelen. In 2013 is het meer gebruiksvriendelijk maken van het systeem voortgezet. We sloten hierbij aan bij Het Nieuwe Werken.
De GGD mag voor alle sectoren het HKZ-keurmerk voeren. Dit keurmerk betekent dat het managementsysteem voldoet aan de kwaliteitseisen zoals die zijn geformuleerd door de klanten, de zorgaanbieders en de zorgfinanciers en dat de organisatie: •
de zaken intern goed op orde heeft.
•
de klant principieel centraal stelt.
•
betrouwbare resultaten kan presenteren.
•
voortdurend werkt aan het verbeteren van de zorg- en dienstverlening.
In- en externe audits De GGD licht het kwaliteitsmanagementsysteem periodiek door met in- en externe audits. Dit levert verbeterpunten op. In 2013 zijn ruim 20 interne audits uitgevoerd. De certificerende instanties waren positief over de manier waarop de GGD zich richt op de kwaliteit van zorg- en dienstverlening aan de klanten en hoe wij dat organiseren. Ook gaven zij adviezen om aan de normen te kunnen (blijven) voldoen. -
De GGD is in 2013 gestart met het traject voor certificering in najaar 2014 volgens het nieuwe certificatieschema HKZ Publieke Gezondheidszorg 2011. In november 2013 voldeed de GGD voor een deel aan deze norm, waarbij slechts het risicomanagement meer gestructureerd aangepakt dient te worden.
-
Om te gaan voldoen aan de nieuwe norm HKZ Ambulancezorg 2011 zijn werkwijzen aangepast en is een nieuw kwaliteitsmanagementsysteem aangeschaft, mede ten behoeve van de borging op de lange termijn.
Meldingen en signalen
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 49
Het digitale meldpunt ‘Dit kan beter’ voor medewerkers en bezoekers van de GGD-website is een laagdrempelige manier om tips, verbeterideeën, incidenten of ongenoegen te melden. Deze meldingen analyseren we en de verbeterpunten gebruiken we om onze dienstverlening te verbeteren. In 2013 kwamen 230 ‘Dit kan beter’-meldingen binnen. Bij de commissies ‘Melding Incidenten Cliënten’ (MIC) van de GGD en de Regionale Ambulancevoorziening werden 144 meldingen ingediend. De afgesproken verbeteracties naar aanleiding van de MIC-meldingen zijn opgenomen in de verbetercyclus. Het melden van (bijna-)incidenten draagt bij aan het voorkomen van incidenten en mogelijke schade voor cliënt of medewerker én aan het verbeteren van de zorgkwaliteit van de GGD. Daarom hebben we ook in 2013 extra aandacht besteed aan het altijd melden van (bijna) incidenten.
In 2013 zijn er al weer meer MIC-meldingen geregistreerd dan in 2012. Het besef dat een melding tot een verbetering in de zorg- en dienstverlening kan leiden blijft toenemen. ‘Dit kan beter’-meldingen en ‘MIC’-meldingen blijven vrijwel allemaal leermomenten voor de organisatie.
Behandeling klachten In 2013 ontvingen we in totaal 26 klachten, die in goed overleg en veelal naar tevredenheid zijn afgehandeld zijn door bemiddeling en het treffen van een schikking.
Klantentoetsen Afgelopen jaar zijn o.a. klanttevredenheidsonderzoeken uitgevoerd bij; de sector AGZ voor Ketenpartners van PSHI en klanten SOA, de sector GB voor inzet lokale GB-teams, tevredenheid gemeenten over de VTV en de lokale rapportages.
Leveranciersbeoordelingen In 2013 zijn totaal 17 leveranciersbeoordelingen uitgevoerd.
4.4.6 Inkoop Het jaar 2013 kenmerkt zich als een druk en energiek jaar. Na de verbouwing van De Witte Dame (locatie Eindhoven), die tijdens de periode 2011 en 2012 een groot gedeelte van de inkoopcapaciteit heeft opgeëist is men in 2013 verder gegaan met de uitbouw van het contracten register en de inrichting van de SharePoint-omgeving (intranet) in ‘MijnGGD’. Hierdoor kunnen de medewerkers van de GGD op een eenvoudige manier de inkoopdocumenten opvragen, zoals een startnotitie, eenvoudige offerte aanvraag, contracten, inkoopvoorwaarden etc. Dit sluit aan bij het document management systeem (DMS) wat in 2014 verder wordt ingevoerd.
Het inkoopbeleid is in 2013 vernieuwd waarbij de nadruk wordt gelegd op maatschappelijk verantwoord ondernemen en de nieuwe aanbestedingswet.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 50
Op 1 april 2013 is de nieuwe aanbestedingswet van toepassing verklaard. Het doel van de ‘nieuwe’ aanbestedingswet is om een kader weer te geven voor het plaatsen van overheidsopdrachten en lastenverlaging voor het Midden- en Kleinbedrijf. In tegenstelling tot de oude wetgeving (BAO) geeft de nieuwe aanbestedingswet ook regels voor nationale aanbestedingen waarvan de opdrachtwaarde onder de Europese drempelwaarde ligt. Conform de oude regelgeving kon een aanbestedende dienst gunnen op ‘prijs’ of op de ‘economisch meest voordelige inschrijving’. In de nieuwe aanbestedingswet is gunnen op economisch meest voordelige inschrijving gaan dienen als standaard uitgangspunt.
Bij ‘complexe’ aanbestedingen met een verhoogd juridisch risico heeft Inkoop van de GGD BZO gebruik gemaakt van een tweetal inkoopadviesbureaus; BiZoB en Het NIC. Door deze specialistische adviesdiensten heeft Inkoop van de GGD BZO haar kwaliteit en rechtmatigheid geborgd. De samenwerking met de GGD Nederland heeft erin geresulteerd dat elk kwartaal een overleg plaatsvindt om hier synergie voordelen te behalen met andere GGD’en in Nederland.
In 2013 hebben de volgende aanbestedingen (of is een begin mee gemaakt) plaatsgevonden: •
Digitaal ritformulier ambulances
•
Ambulances
•
Brandstoffen
•
Accountancy
•
Arbo diensten
•
Drukwerk en (commercieel) drukwerk
•
Kantoorartikelen
•
Banners (reclamemiddelen)
•
Inhuur personeelsdiensten
•
Storage en hardware
•
Verhuizing De Callenburgh (intern)
4.5 Rechtmatigheid Periodiek stelt het Algemeen Bestuur van de GGD het controleprotocol vast. In dit protocol wordt de reikwijdte van de accountantscontrole vastgesteld en zijn de daarvoor geldende normstellingen (wettelijke kaders en interne normen) bepaald en de goedkeurings- en rapporteringstoleranties die door de accountant gehanteerd worden bij de controle van de jaarrekening.
Ter ondersteuning van de controle van de rechtmatigheid door de accountant voert de GGD interne controles uit. Interne controle heeft als doel om onvolkomenheden in de uitvoering tijdig op te sporen en te corrigeren. Tevens biedt interne controle de kans op het treffen van preventieve maatregelen om onvolkomenheden in de toekomst te voorkomen. De informatie uit interne controles plus de inbedding van interne controlemaatregelen in de organisatie helpen om de kwaliteit van de bedrijfsvoering in alle opzichten te verbeteren.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 51
Door de interne controles kan de goede werking van de administratieve organisatie en de rechtmatigheid van de inkomsten en uitgaven worden vastgesteld.
Jaarlijks wordt een intern controleplan opgesteld, waarin de processen worden genoemd die onderdeel zijn van de interne controles. Ieder jaar wordt het controleplan geactualiseerd op basis van: •
Financiële relevantie van de processen (risicoanalyse).
•
Nieuwe wet- en regelgeving.
•
Verbeteracties uit voorgaande interne controles/aanbevelingen van de accountant in zijn managementletter.
De interne controles van 2013 hebben laten zien dat de administratieve organisatie op orde is. Voor 2013 zijn de volgende interne controles uitgevoerd: 1. Detachering 2. Salarissen en declaraties 3. Reizigersadvisering 4. Ambulancevervoer 5. Inspectie Kinderopvang 6. Inkoop en aanbesteding 7. Overige betalingen 8. Subsidies 9. Evenementen 10. Fiscaal – horizontaal toezicht 11. Overige controles
Tijdens de interne controle zijn er geen onrechtmatigheden geconstateerd. Op basis van de steekproeven is vastgesteld dat de procedures die worden gehanteerd de volledigheid van de inkomsten borgen. Wel is er een aantal verbeteracties in gang gezet om de administratieve organisatie hier en daar nog wat aan te scherpen en om de processen efficiënter te laten verlopen.
4.6 Verbonden partijen Aan de GGD zijn twee stichtingen gelieerd, namelijk: •
Stichting Care 4 Mobility
•
Stichting Projecten GGD Brabant-Zuidoost
Daarnaast heeft de GGD Brabant-Zuidoost met de Brabantse en Zeeuwse GGD'en een samenwerkingsverband onder de naam Bureau Gezondheid, Milieu en Veiligheid (GMV). Op basis van een dienstverleningsovereenkomst worden gezamenlijk activiteiten uitgevoerd op het gebied van medische milieukundige zorg, waarvan de kosten worden verdeeld over de aangesloten
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 52
GGD'en. Het financiële risico voor de GGD BZO beperkt zich tot het personeel dat zij in het samenwerkingsverband inbrengt. In deze jaarrekening betreft dat 0,9 fte. Tot en met 2013 was de GGD Brabant Zuidoost deelnemer in de stichting GGD plus, ook een samenwerkingsverband van de Brabantse en Zeeuwse GGD'en, maar dan op gericht op gezamenlijke belangenbehartiging in het algemeen. Per 31 december 2013 is deze samenwerking beëindigd en is de GGD BZO uit deze stichting getreden. In 2014 vindt de financiële afwikkeling hiervan plaats; het vermogen van de stichting is echter beperkt, risico's worden niet voorzien.
4.6.1 Stichting Care 4 Mobility Stichting Care 4 Mobility (C4M) is opgericht ter bevordering van de volksgezondheid door het stimuleren van de samenwerking op het gebied van mobiliteit in de zorg. Meer specifiek heeft zij als doel het leveren van huisartsen-vervoersdiensten en bestelde ambulance-vervoersdiensten in Zuidoost-Brabant. De stichting fungeert tevens als opleidingsplaats voor ambulancechauffeurs voor de GGD.
Het Dagelijks Bestuur van de GGD fungeert als bestuur. De directeur van de GGD fungeert als directeur (beiden onbezoldigd). Het vermogen van de stichting wordt gevormd door: •
Vergoedingen en baten op grond van de door de stichting verrichte werkzaamheden.
•
Subsidies en donaties.
•
Schenkingen en overige donaties.
De financiële transacties tussen de GGD en Stichting C4M bestaan uit de volgende elementen: •
De GGD vergoedt de inzet van personeel van Stichting C4M voor het besteld vervoer van de ambulancedienst tegen de werkelijke kosten van deze dienstverlening. In 2013 bedroeg dit circa € 80.000,-.
•
Stichting C4M vergoedt de ondersteuning GGD personeel, zoals directie en personeelszaken. In 2013 bedroeg dit € 40.500,-.
•
Stichting C4M vergoedt de huur van stallingruimte voor auto’s op de ambulancepost in Helmond. In 2013 bedroeg deze vergoeding circa € 4.000,-.
•
Stichting C4M vergoedt door de GGD voorgefinancierde nota’s. Deze nota’s worden volledig doorbelast voor het gedeelte dat betrekking heeft op Stichting C4M. In 2013 ging dit om ongeveer € 162.000,-.
Naast de financiële transacties heeft de GGD een akte van borgtocht getekend waarin de GGD heeft verklaard borg te staan voor de leningen van Stichting Care 4 Mobility bij de Bank Nederlandse Gemeenten. Het maximaal aan te spreken bedrag in de borgstelling zal nooit meer dan € 175.000,- bedragen. Ultimo 2013 zijn deze leningen volledig afgelost door Stichting C4M.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 53
Als laatste kan de GGD aangesproken worden bij financiële tekorten van de stichting, voor zover deze niet te verhalen zijn op de aangesloten partijen (Centrale Huisartsen Post Zuidoost-Brabant en Stichting Huisartsenorganisatie Kempen en omstreken). Doordat Stichting C4M een eigen vermogen heeft van ongeveer € 85.000,-, is het risico voor de GGD zeer gering. 4.6.2 Stichting Projecten GGD De Stichting Projecten GGD is opgericht met de volgende doelstelling: •
Het bijdragen aan de volksgezondheid door het ‘ten behoeve van de GGD’ ontwikkelen en uitvoeren van tijdelijke gezondheidsprojecten en overige zaken.
Het Dagelijks Bestuur van de GGD fungeert als bestuur. De directeur van de GGD fungeert als directeur (beiden onbezoldigd). Het vermogen van de stichting wordt gevormd door: •
Vergoedingen en baten op grond van de door de stichting verrichte werkzaamheden
•
Subsidies en donaties
•
Schenkingen en overige donaties
De GGD is aansprakelijk voor de financiële resultaten van de stichting en samen vormen ze tevens een fiscale eenheid. De stichting neemt personeel in dienst en detacheert dat bij de GGD voor het uitvoeren van tijdelijke werkzaamheden. De totale kosten van de stichting worden aan de GGD in rekening gebracht, zodat het exploitatieresultaat van de stichting jaarlijks nihil is. De stichting leidt al jaren een ‘slapend’ bestaan; er vinden geen activiteiten plaats.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 54
Jaarrekening
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 55
5. Programmarekening over begrotingsjaar De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften, die het besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft.
5.1 Grondslagen voor resultaatbepaling Het resultaat wordt gewaardeerd op basis van historische kosten. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. De opbrengsten en winsten worden vastgelegd in het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden vóór het einde van het boekjaar, worden in acht genomen indien zij vóór het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
De personeelskosten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen of schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele kosten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Daarbij wordt gedacht aan componenten zoals overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.
5.2 Grondslagen voor waardering De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's, die hun oorsprong vinden vóór het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij vóór het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Materiële vaste activa met economisch nut De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Op terreinen, gebouwen etc. van de ambulancehulpverlening wordt afgeschreven volgens de voorschriften van het Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 56
De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren: Activa
Lineair
Annuïteiten
Gebouw Helmond
40
Verbouwing gebouw Eindhoven
20
Inrichting gebouw Eindhoven
7-20
Directievoering gebouw Eindhoven
5
Gebouwen ambulancedienst
40-50
Installaties en beveiligingen gebouwen ambulancedienst
10-20
Verbouwingen
10-20
Installaties
5-10
Inventaris
5-15
Medische inventaris
5-11
Ambulances
6
Dienstauto
5
Piketvoertuigen
6
Hardware
3-5
Software
3-6
Vlottende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Indien noodzakelijk wordt een voorziening voor verwachte oninbaarheid gevormd. Deze voorziening wordt in mindering gebracht op de nominale waarde van de vorderingen. De voorziening wordt bepaald op basis van geschatte inningkansen.
Liquide middelen en overlopende posten worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de bestaande verplichtingen of het voorzienbare verlies. De onderhoudsegalisatie voorzieningen zijn gebaseerd op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen.
Vaste schulden De vaste schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde verminderd met de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rente typische looptijd van één jaar of langer.
Vlottende passiva De vlottende passiva, bestaande uit de netto vlottende schulden met een rente typische looptijd van korter dan een jaar en de overlopende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 57
6. Balans 6.1 Balans 31-12-2013 ACTIVA
Saldo per 31-12-2013 €
€
Saldo per 31-12-2012 €
€
Vaste activa Materiële vaste activa: Investeringen met economisch nut: Bedrijfsgebouwen en -terreinen
5.065.909
5.236.256
Vervoermiddelen
1.649.494
2.210.033
756.258
945.323
1.719.896
1.889.565
Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa
Totaal vaste activa
9.191.557
10.281.177
9.191.557
10.281.177
Vlottende activa Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar: Vorderingen op openbare lichamen
2.809.997
2.014.432
Overige vorderingen
3.241.270
3.568.408
-56.673
-56.658
Voorziening oninbare vorderingen
5.994.594
5.526.182
Liquide middelen: Kassaldi Bank- en girosaldi
3.900
4.846
340.174
38.872 344.074
43.719
Overlopende activa: De van de Europese en Nederlandse
-
4.972
214.150
225.561
overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met specifiek bestedingsdoel. Overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen Overlopende activa
Totaal vlottende activa Totaal generaal
GGD Brabant-Zuidoost
214.150
230.533
6.552.819
5.800.435
15.744.376
16.081.613
Jaarrekening 2013 58
PASSIVA
Saldo per 31-12-2013 €
€
Saldo per 31-12-2012 €
€
Vaste passiva Eigen vermogen: Algemene reserves Bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat
245.496
421.050
1.765.038
1.149.956
65.333
-175.554 2.075.866
1.395.452
Voorzieningen: Onderhoudsegalisatie voorzieningen
74.858
Voorziening voor verplichtingen, verliezen
77.991
416.000
-
en risico’s 490.858
77.991
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer: Binnenlandse banken en overige financiële instellingen
6.934.683
Totaal vaste passiva
3.617.956 6.934.683
3.617.956
9.501.407
5.091.399
Vlottende passiva Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar: Bank- en Girosaldi Overige schulden
-
4.181.407
5.396.693
6.155.784 5.396.693
10.337.191
Overlopende passiva: Van Europese of Nederlandse
124.794
27.629
721.481
625.394
overheidslichamen ontvangen, nog te besteden specifieke uitkeringen Overige vooruitontvangen bedragen Overlopende passiva
Totaal vlottende passiva Totaal Generaal
GGD Brabant-Zuidoost
846.275
653.023
6.242.968
10.990.214
15.744.376
16.081.613
Jaarrekening 2013 59
6.2 Toelichting balans 31-12-2013 6.2.1 Vaste activa De vaste activa zijn activa met een rentetypische looptijd langer dan één jaar.
Materiële vaste activa De post materiële vaste activa omvat investeringen met economisch nut en wordt onderscheiden in: •
Gronden en terreinen
•
Bedrijfsgebouwen
•
Vervoermiddelen
•
Machines, apparaten en installaties
•
Overige materiële vaste activa
In het onderstaand overzicht ‘Boekwaarde materiële vaste activa’ staat de boekwaarde van de materiële activa van de boekjaren 2013 en 2012.
Boekwaarde materiële vaste activa
31-12-2013
31-12-2012
54.284
54.284
Bedrijfsgebouwen
5.011.625
5.181.972
Vervoermiddelen
1.649.494
2.210.033
756.258
945.323
Overige materiële vaste activa
1.719.896
1.889.565
Totaal
9.191.557
10.281.177
Gronden en terreinen
Machines, apparaten en installaties
Het verloop van de boekwaarde van materiële vaste activa gedurende het boekjaar 2013 komt tot uitdrukking in het onderstaande overzicht ‘verloop materiële vaste activa’.
Verloop materiële vaste
Boekwaarde
activa
31-12-2012
Gronden en terreinen
Investeringen
Afschrijvingen
Boekwaarde 31-12-2013
54.284
-
-
54.284
Bedrijfsgebouwen
5.181.972
44.158
214.505
5.011.625
Vervoermiddelen
2.210.033
-
560.539
1.649.494
945.323
7.637
196.702
756.258
1.889.565
223.675
393.344
1.719.896
10.281.177
275.470
1.365.090
9.191.557
Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 60
Bedrijfsgebouwen: •
Huisvesting GGD: per 1 oktober 2013 is de tweede fase van de verhuizing van Helmond naar Eindhoven doorgevoerd. Hiervoor zijn een aantal kleine verbouwingen uitgevoerd, waaronder extra archiefruimte in Eindhoven en cameratoezicht in Helmond. Hiervoor is in totaal circa € 13.500,- geïnvesteerd.
•
Beveiliging magazijnen ambulancedienst: om aan de kwaliteitseisen te blijven voldoen zijn in 2013 de magazijnen van de ambulanceposten van een nieuwe beveiligingsoplossing voorzien. Hiervoor is in totaal ongeveer € 30.500,- geïnvesteerd.
Machines, apparaten en installaties: •
Instrumentarium ambulancedienst: In 2013 is ruim € 7.500,- geïnvesteerd in instrumentarium voor de ambulancedienst.
Overige materiële vaste activa: •
‘Nieuwe werkomgeving’: voor de verdere ontwikkeling van de ‘nieuwe werkomgeving’ is in 2013 circa € 102.500,- geïnvesteerd. Dit betrof hard- en software voor onder andere de digitale toegangspoort en de scanstraat. Om de ‘nieuwe werkomgeving’ optimaal te ondersteunen is in 2013 in de ICT infrastructuur (thin clients, servers en dergelijke zaken) geïnvesteerd. Hiervoor is een bedrag van ongeveer € 97.000,- geactiveerd.
•
Debiteurenbeheer: in 2013 is circa € 6.500,- geïnvesteerd in software om het debiteurenbeheer te optimaliseren.
•
Inrichting: in 2013 is ongeveer € 17.500,- geïnvesteerd in de inrichting van gebouwen. Dit betreft onder andere nieuwe lockers in ambulancepost Eindhoven.
6.2.2 Vlottende activa De vlottende activa bestaat uit activa met rentetypische looptijd korter dan één jaar, namelijk: •
Uitzettingen korter dan één jaar
•
Liquide middelen
•
Overlopende activa
In onderstaande tekst worden de vlottende activa per punt toegelicht.
Uitzettingen korter dan één jaar De post vorderingen is te onderscheiden in: •
Vorderingen op openbare lichamen
•
Overige vorderingen
•
Voorziening oninbare vorderingen
De in de balans opgenomen uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt worden gespecificeerd.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 61
Uitzettingen korter dan één jaar
Saldo 31-12-2013
Saldo 31-12-2012
Vorderingen op openbare lichamen: Debiteuren algemeen
1.182.838
746.995
Nog te ontvangen posten
1.627.159
1.267.437
Totaal vorderingen op openbare lichamen
2.809.997
2.014.432
Overige vorderingen: Debiteuren ambulancehulpverlening
2.692.970
3.127.818
Debiteuren algemeen
233.699
230.070
Nog te ontvangen posten
299.490
194.563
13.485
13.485
1.626
2.472
Waarborgsommen Fietsplan Totaal overige vorderingen
3.241.270
3.568.408
-56.673
-56.658
5.994.594
5.526.182
Voorziening oninbare vorderingen Totaal vorderingen
Vorderingen op openbare lichamen De vorderingen op openbare lichamen zijn in het boekjaar 2013 hoger dan in 2012. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt, door de vordering Convenant Publieke Gezondheid op de gemeenten vanwege de overheveling van de inwonerbijdrage van de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost naar de GGD. Daarnaast staan er vorderingen open voor de afrekening van diverse projecten en contracttaken, namelijk voor toezicht op kinderopvang en peuterspeelzalen, krachtveldanalyse, forensische diensten, NODO procedure en seksuele diversiteit. De nog te ontvangen posten is zijn aanzienlijk hoger, door de vordering op de gemeente Eindhoven met betrekking tot de frictiekosten op contracttaken. Door de betaling van de vordering op BTW compensatiefonds door de gemeenten wordt deze stijging gedeeltelijk gecompenseerd.
Overige vorderingen Het saldo van de overige vorderingen is ten opzichte van het boekjaar 2012 aanzienlijk gedaald, als gevolg van het inlopen op de achterstand van te factureren ritten Ambulancezorg. Voorziening oninbare vorderingen De vorderingen zijn verminderd met het saldo van de voorziening dubieuze debiteuren. De voorziening dubieuze debiteuren wordt aangehouden ter dekking van vorderingen die in de toekomst oninbaar blijken te zijn. Deze voorziening wordt uitsluitend gebruikt voor oninbare bedragen voor ambulancevervoer. Jaarlijks wordt op basis van geschatte inningskansen een gedeelte van de omzet toegevoegd aan deze voorziening.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 62
Het verloop van de voorziening ziet er als volgt uit:
Voorziening dubieuze debiteuren
Bedrag
Saldo per 31-12-2012
56.658
Toevoeging: storting in de voorziening
47.000
Onttrekking: oninbare vorderingen
46.985
Saldo per 31-12-2013
56.673
Liquide middelen De post liquide middelen wordt onderscheiden in: •
Banken
•
Deposito’s
•
Kas
De saldi van de liquide middelen in het boekjaar 2013 komen tot uitdrukking in het onderstaand overzicht.
Liquide middelen
Saldo 31-12-2013
Kassaldi Banksaldi Girosaldi Totaal
Saldo 31-12-2012
3.900
4.846
337.178
2.682
2.996
36.190
344.074
43.719
In het boekjaar 2012 is het negatief banksaldo van de BNG rekening courant opgenomen onder de kortlopende schulden. In boekjaar 2013 is het banksaldi van de rekening courant positief, daarom staat het banksaldi opgenomen onder de liquide middelen. De stand van de liquide middelen is aan het eind van het boekjaar 2013 veel hoger dan in 2012. Dit komt omdat in 2012 investeringen zijn gedaan in de Witte Dame die zijn gefinancierd met kort vreemd vermogen, waaronder de R/C krediet van de BNG. In 2013 is een langlopende lening aangetrokken waardoor de eerder gefinancierde investeringen 2012 met kort vreemd vermogen, nu worden gefinancierd met lang vreemd vermogen.
Overlopende activa De post overlopende activa wordt onderscheiden in: •
Vooruitbetaalde bedragen
•
Nog van Europese en Nederlandse overheidslichamen te ontvangen voorschotten op specifieke uitkeringen
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 63
De saldi van de overlopende activa in het boekjaar 2012 komen tot uitdrukking in onderstaand overzicht. Overlopende activa
Saldo 31-12-2013
Nog van Europese en Nederlandse
Saldo 31-12-2012 -
4.972
Vooruitbetaalde bedragen
214.150
225.561
Totaal
214.150
230.533
overheidslichamen te ontvangen voorschotten op specifieke uitkeringen
In het boekjaar 2012 heeft de GGD van Europese en Nederlandse overheidslichamen te ontvangen voorschotten op specifieke uitkeringen.
Te ontvangen voorschotten
Saldo 31-12-
Toevoe-
Vrijval/
Aanwen-
Saldo 31-
op overheidslichamen
2012
ging
transitoria
ding
12-2013
Monitoring Wijkprofielen
4.972
4.972
-
Totaal
4.972
4.972
-
Het voorschot op Monitoring Wijkprofielen verschuift naar de overlopende passiva, doordat de ontvangsten in 2013 hoger zijn dan de uitgaven inclusief het voorschot in 2012.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 64
6.2.3 Vaste passiva Eigen vermogen Het verloop van de reserves gedurende het boekjaar 2013 komt tot uitdrukking in onderstaand overzicht.
Reserve
Saldo 31-
Toevoe-
Onttrek-
Bestem.
Vrijval
Saldo 31-
12-2012
ging
king
Resultaat
12-2013
-175.554
245.496
Algemene reserve: Algemene reserve
421.050
Reserve egalisatie tarieven: Reserve aanvaardbare
504.089
213.722
1.222.485
438.118
69.853
368.265
TBC bestrijding
41.053
7.775
33.278
Monitoringscyclus
60.815
Aanloopkosten
19.497
932.117
kosten Bestemmingsreserve: Beschikbare middelen gezondheidsprojecten
32.369
40.000 4.455
53.184 15.042
regionalisering TBC Verbetering
40.182
40.182
kwaliteitssysteem Spaarvariant
46.202
1.600
12.000
32.602
Resultaat nog te bestemmen: Resultaat nog te
-175.554
175.554
-
bestemmen 2012 Resultaat nog te
65.333
65.333
bestemmen 2013 Totaal
GGD Brabant-Zuidoost
1.395.452
1.029.819
297.405
-
52.000
2.075.866
Jaarrekening 2013 65
Algemene reserve De algemene reserve staat ter beschikking van de organisatie. Het Algemeen Bestuur dient te besluiten over de eventuele bestedingen. Daarnaast wordt deze reserve gebruikt om de fluctuaties in het exploitatieresultaat op te vangen.
In het boekjaar 2013 is het ‘resultaat nog te bestemmen’ van 2012 uit de algemene reserve onttrokken. In onderstaand overzicht staan de mutaties op de algemene reserve.
Algemene Reserve
Bedrag
Saldo per 31-12-2012
421.050
Resultaatbestemming 2012
-175.554
Saldo per 31-12-2013
245.496
Reserve Aanvaardbare Kosten De Aanvaardbare Kosten is het budget dat jaarlijks door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) wordt vastgesteld voor de ambulancezorg. Deze reserve wordt gemuteerd met de verschillen tussen de aanvaardbare en de werkelijke kosten van de ambulancedienst van het lopende boekjaar. De reserve functioneert als een egalisatiereserve.
In 2013 is de sanering van de ambulancedienst uit 2006 financieel afgewikkeld. Hiervoor is een bedrag ontvangen van ruim 1,6 miljoen. Het grootste deel van dit bedrag is ter dekking van kosten die in voorgaande jaren al in de exploitatie zijn verantwoord. Daarnaast is een deel van deze bijdrage ter dekking van de FLO-kosten 2013 tot en met 2015 en een aantal incidentele kosten 2013 als gevolg van de afwikkeling van de sanering. De FLO-kosten 2014 en 2015 zijn in 2013 in de exploitatie opgenomen en toegevoegd aan de voorziening FLO-regeling. Het saldo van deze mutaties is toegevoegd aan de reserve.
Op de volgende pagina staan de mutaties op de ‘Reserve Aanvaardbare kosten’.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 66
Reserve Aanvaardbare Kosten
Bedrag
Saldo per 31-12-2012
504.089
Budget 2013:
15.363.547
Diverse baten:
165.410
Bijdrage gemeenten:
126.270
Bijdrage Rijk inzake FLO:
1.292.512
Kosten ambulancevervoer:
-17.161.461
Onttrekking: nadelig exploitatiesaldo ambulancevervoer Vergoeding sanering:
-213.722 1.643.042
Eenmalige kosten sanering:
-23.203
FLO-kosten 2013:
-321.721
Toevoeging voorziening FLO-kosten:
-366.000
Toevoeging: vergoeding sanering
932.118
Saldo per 31-12-2013
1.222.485
Extracomptabel: Nog te betalen vakantietoeslag juni-december 2013
270.000
Extracomptabel: Nog te betalen verlofuren per 31-12-2013
454.000
[2]
Gecorrigeerde RAK per 31-12-2013
498.485
Bestemmingsreserves Reserve beschikbare middelen gezondheidsprojecten: De reserve beschikbare middelen gezondheidsprojecten is een bestemmingsreserve. Deze reserve is gevormd ter ondersteuning van de gezondheidsprojecten. Deze bestemmingsreserve is gevormd uit verdiensten van de stichting huisartsenvervoer, de voorganger van Care 4 Mobility (zie 4.6.1). Het bedrag is door de stichting aan de GGD overgedragen onder voorwaarde dat het enkel en alleen wordt besteed aan gezondheidsprojecten. In onderstaand overzicht staan de mutaties op de ‘Reserve beschikbare middelen gezondheidsprojecten’.
Reserve beschikbare middelen gezondheidsprojecten Saldo per 31-12-2012
Bedrag 438.119
Onttrekking: PoolXtra 2013
58.333
Onttrekking: Kenniscentrum 2013
11.520
Saldo per 31-12-2013
368.265
Met PoolXtra wil de GGD de mogelijkheid creëren om signalen uit het (gemeentelijk) werkveld sneller op te pakken. Hiervoor wil de GGD bewerkstelligen dat tijd en deskundigheid beschikbaar is om deze signalen verder te onderzoeken op mogelijkheden om dit tot GGD werkzaamheden uit te bouwen en te komen tot een werkopdracht. [2]
volgens RJZ jaarverslagleggingsvoorschriften
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 67
In totaal is voor dit project dat loopt van september 2012 tot september 2014 € 100.000,- uit de reserve beschikbaar gesteld.
Grote veranderingen in het huidige en toekomstige beleid als gevolg van de transities creëren een extra behoefte bij de gemeenten aan integrale cijfers. De GGD wil haar kennis en kunde hieraan beschikbaar stellen en in samenhang en samenwerking met andere lokale partners hier een deskundige coördinerende bijdrage aan kunnen leveren. Hiervoor is in de jaren 2013 en 2014 in totaal 1.000 uur extra benodigd, waarvoor in totaal € 96.000,- beschikbaar is gesteld uit de reserve. Vanaf 2015 wil de GGD dit budgetneutraal structureel regelen. In 2013 zijn er 120 uur van de totale 1.000 uur ten laste gebracht van de reserve.
Reserve TBC bestrijding: De reserve TBC bestrijding is een bestemmingsreserve. Deze reserve is gevormd voor de financiering van de kapitaallasten van het TBC apparaat. In onderstaand overzicht staan de mutaties op de ‘Reserve TBC bestrijding’.
Reserve TBC bestrijding
Bedrag
Saldo per 31-12-2012
41.053
Onttrekking: Kapitaallasten 2013
7.775
Saldo per 31-12-2013
33.278
Reserve Monitoringscyclus: De cyclus van de gezondheidsonderzoeken omvat 4 jaren waarbij de werkelijke kosten per jaar sterk fluctueren. Om het beschikbare budget binnen de begroting jaarlijks geen grote schommelingen te laten vertonen is berekend wat de gemiddelde kosten per jaar zijn. Jaarlijks wordt dit bedrag in de begroting opgenomen en het verschil tussen de werkelijke kosten en het beschikbare budget wordt verrekend met een egalisatiereserve onderzoek.
Reserve Monitoringscyclus
Bedrag
Saldo per 31-12-2012
60.815
Toevoeging: Egalisatie 2013
32.369
Vrijval: Herwaardering 2013
40.000
Saldo per 31-12-2013
53.184
In 2013 is de reserve monitoringscyclus tegen het licht gehouden. Hieruit bleek dat het saldo van de reserve niet meer aansloot met de verwachtte toekomstige mutaties, waardoor € 40.000,- is vrijgevallen uit de reserve.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 68
Reserve voor financiering aanloopkosten regionalisering TBC: De reserve voor financiering aanloopkosten regionalisering TBC is een bestemmingsreserve. Deze reserve is gevormd om de samenwerking met de Limburgse GGD’en op het gebied van TBC bestrijding verder tot stand te brengen. Hiervoor dient onder andere geïnvesteerd te worden in zo genoemde ‘VPN lijnen’ en de aanschaf van een ‘webserver’. De kosten hiervoor kunnen (gedeeltelijk) worden gefinancierd uit deze reserve. In onderstaand overzicht staan de mutaties op de ‘Reserve voor financiering aanloopkosten regionalisering TBC’.
Reserve voor financiering aanloopkosten regionalisering TBC
Bedrag
Saldo per 31-12-2012
19.497
Onttrekking: Kapitaallasten 2013
4.455
Saldo per 31-12-2013
15.042
Reserve verbetering kwaliteitssysteem: De reserve verbetering kwaliteitssysteem is een bestemmingsreserve. Deze reserve is gevormd om de kosten voor verbetering van het kwaliteitssysteem van de organisatie te financieren. De kosten die worden gedekt uit deze reserve hebben betrekking op; diensten van derden, certificeringkosten en loonkosten van eigen medewerkers die expliciet bezig zijn met verbetering van de kwaliteit. In onderstaand overzicht staan de mutaties op de ‘Reserve verbetering kwaliteitssysteem’.
Reserve verbetering kwaliteitssysteem
Bedrag
Saldo per 31-12-2012
40.182
n.v.t. Saldo per 31-12-2013
40.182
In het boekjaar 2013 hebben er geen toevoegingen of onttrekkingen plaatsgevonden op deze reserve.
Reserve spaarvariant: De reserve spaarvariant is een bestemmingsreserve. Deze reserve is gevormd voor de regeling spaarvariant. De regeling spaarvariant houdt in dat medewerkers vakantiedagen sparen voor verlof in latere jaren. De kosten van de vervanging van deze medewerkers wordt uit deze reserve gedekt. In onderstaand overzicht staan de mutaties op de ‘Reserve spaarvariant’.
Reserve spaarvariant
Bedrag
Saldo per 31-12-2012
46.202
Onttrekking: Kosten vervanging 2013
1.600
Vrijval: Herwaardering 2013
12.000
Saldo per 31-12-2013
32.602
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 69
In 2013 bleek dat voor een deel van de opgebouwde spaarvariant geen vervanging benodigd zal zijn, waardoor € 12.000,- is vrijgevallen.
Resultaat nog te bestemmen 2012: Het voordelige nog te bestemmen resultaat van 2012 is in zijn geheel toegevoegd aan de algemene reserve.
Resultaat nog te bestemmen 2012
Bedrag
Saldo per 31-12-2012
-175.554
Onttrekking: Resultaat van algemene reserve
175.554
Saldo per 31-12-2013
-
Resultaat nog te bestemmen 2013: Resultaat nog te bestemmen 2013
Bedrag
Resultaat 2013
65.333
Saldo per 31-12-2013
65.333
Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen gedurende het boekjaar 2013 komt tot uitdrukking in het overzicht ‘voorzieningen’.
Voorzieningen
Saldo 31-12-
Toevoeging
Onttrekking
Vrijval
2012 Onderhoud gebouw
Saldo 3112-2013
63.991
4.000
6.929
61.062
14.000
8.000
8.204
13.796
FLO-regeling
-
366.000
366.000
Frictiekosten logopedie
-
50.000
50.000
77.991
428.000
Maarheeze Onderhoud gebouw Best
Totaal
15.133
490.858
Voorzieningen onderhoud gebouw De meerjarenonderhoudsplannen van de gebouwen in Maarheeze en Best zijn in 2012 geactualiseerd en vastgesteld. De toevoegingen aan beide voorzieningen zijn conform deze plannen. Zoals eerder al gemeld in paragraaf 4.2.1.1 worden de werkelijke kosten met betrekking tot groot onderhoud onttrokken uit de voorzieningen. Voorziening FLO-regeling In 2013 is de sanering van de ambulancedienst uit 2006 financieel afgewikkeld. In de ontvangen saneringsbijdrage is een bijdrage opgenomen voor toekomstige FLO-kosten 2014 en 2015. Op
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 70
grond van BBV-regelgeving dient voor deze toekomstige verplichtingen voortaan een voorziening te worden aangelegd. In 2014 en 2015 zullen de werkelijke FLO-kosten uit deze voorziening onttrokken worden.
Voorziening frictiekosten logopedie In 2011 zijn in verband met het vervallen van de taak logopedie een aantal medewerkers boventallig verklaard. Voor een groot deel daarvan was in korte tijd vervangend werk of anderszins in een oplossing voorzien. Voor een beperkt deel bestaan ultimo 2013 nog betalingsverplichtingen. Geschat wordt dat de kosten hiervan voor de komende jaren circa € 50.000 zullen bedragen. Op grond van BBV-regelgeving dient voor deze toekomstige verplichtingen voortaan een voorziening te worden aangelegd.
Vaste schulden met een rente typische looptijd langer dan één jaar De post langlopende schulden met een rente typische looptijd langer dan één jaar bestaat uit onderhandse leningen van binnenlandse banken. Het verloop van de langlopende schulden met een rente typische looptijd van langer dan één jaar gedurende het boekjaar 2013 komt tot uitdrukking in het overzicht ‘Onderhandse leningen’. De totale ‘rente last’ over het boekjaar 2013 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt € 145.108,-. Onderhandse
Hoofdsom
leningen
Saldo 31-
Aflossing
12-2012
Afgesloten
Saldo 31-
lening
12-2013
Rente kosten
Leningnr: 40.89831
277.954
41.184
236.770
11.426
40.89832
120.708
22.003
98.705
5.595
40.89835
281.970
50.492
231.478
13.747
1.970.657
36.261
1.934.396
80.974
40.97595
100.000
100.000
-
1.380
40.99208
200.000
100.000
100.000
5.961
40.107146
666.667
333.333
333.333
11.700
40.336407
-
-
4.000.000
4.000.000
14.325
3.617.956
683.273
4.000.000
6.934.683
145.108
40.92604.01
Totaal
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 71
6.2.4 Vlottende passiva Netto-vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar. De post kortlopende schulden met een rente typische looptijd van korter dan één jaar bestaat uit een aantal posten, zoals wordt weergegeven in onderstaand overzicht ‘Kortlopende schulden’. Kortlopende schulden
31-12-2013
Bank- en Girosaldi
31-12-2012 -
4.181.407
Overige schulden
5.396.693
6.155.784
Totaal
5.396.693
10.337.191
De overige schulden bestaan uit: Overige schulden
31-12-2013
Crediteuren
31-12-2012
1.106.425
1.051.740
17.116
23.545
1.099.206
1.052.139
363.982
345.542
1.048.113
2.098.489
271.552
260.024
Ambulancedienst nog in tarieven te verrekenen
1.490.299
1.324.305
Totaal
5.396.693
6.155.784
Nog te betalen BTW Nog te betalen loonheffing en socialelasten Nog te betalen pensioenfondsen Overige nog te betalen posten Rekening-courant Veiligheidsregio
De bank- en girosaldi heeft betrekking op het R/C krediet van de BNG. In 2012 was het saldi negatief. In het boekjaar 2013 is het saldo positief en wordt het gepresenteerd bij de liquide middelen. De overige schulden zijn ten opzichte van 2012 gedaald, dit wordt met name veroorzaakt door de nog te betalen posten. De nog te betalen posten zijn met name afgenomen, door het wegvallen van een vordering van de Veiligheidsregio voor kosten 2012.
Overlopende passiva De post overlopende passiva wordt onderscheiden in: •
Vooruit ontvangen doeluitkeringen van overheidslichamen
•
Overige vooruit ontvangen bedragen
Overlopende passiva
31-12-2013
Van Europese en Nederlandse overheidslichamen
31-12-2012
124.794
27.629
Overige vooruit ontvangen bedragen
721.481
625.394
Totaal
846.275
653.023
ontvangen, nog te besteden specifieke uitkeringen
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 72
In het boekjaar 2012 heeft de GGD van overheidslichamen doeluitkeringen vooruit ontvangen. Vooruit ontvangen bedragen
Saldo 31-
Toevoe-
Vrijval/
Aanwen-
Saldo 31-
overheidslichamen
12-2012
ging
transitoria
ding
12-2013
Monitor Wijkprofielen
-
108.634
85.808
22.826
Spreekuur overgewicht
14.551
Seksuele Diversiteit
13.078
40.000
48.801
4.277
-
122.054
38.914
83.140
27.629
270.688
173.523
124.794
Puber Contact Moment Totaal
14.551
Niet uit de balans blijkende verplichtingen De GGD is een aantal langlopende huurverplichtingen, contract voor telefonie en schoonmaak aangegaan. In onderstaand overzicht de langlopende verplichtingen. Soort
Looptijd
Huur JGZ locatie Asten
Tot en met 30 september 2014
Huur JGZ locatie Geldrop
Tot en met 10 januari 2016
24.000
Huur JGZ Locatie Valkenswaard
Tot en met 1 januari 2015
13.000
Huur locatie De Witte Dame
Tot en met 1 januari 2032
552.000
P1 Parkeerfaciliteit Witte Dame
Tot en met 31 mei 2032
56.000
Huur Ambulancepost Helmond
Tot en met 28 februari 2015
72.000
Huur Ambulancepost Valkenswaard
Tot en met 31 augustus 2018
41.000
Huur Ambulancepost Eersel
Tot en met 30 juni 2014
45.000
Telefonie
Tot en met 1 april 2015
242.000
ICS Schoonmaak
Tot en met 30 juni 2014
119.000
Totaal
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarlijks bedrag 8.000
1.172.000
Jaarrekening 2013 73
6.3 Kasstroomoverzicht 2013 In het kasstroomoverzicht staan de geldmiddelen die in de verslagperiode beschikbaar zijn gekomen. De kasstroom is berekend met de indirecte methode. Kasstroomoverzicht
2013
2012
Kasstroom uit operationele activiteiten Exploitatieresultaat
65.333
-175.554
Reserves
615.082
-834.472
Voorzieningen
412.882
-352.461
Afschrijvingen
1.365.090
2.478.135
Aanpassingen voor:
Totaal
2.458.387
1.115.647
Veranderingen in vlottende middelen: Overige vorderingen
-452.044
-2.146.794
Kortlopende schulden
-565.839
905.893
Totaal
-1.017.884
-1.240.901
Totaal kasstroom uit operationele
1.440.505
-125.254
activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa
-275.470
-3.953.827
Desinvesteringen in materiële vaste activa
-
5.515
Mutatie financiële vaste activa
-
-
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
-275.470
-3.948.312
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen geldleningen
4.000.000
-
Aflossing langlopende leningen
-683.273
-676.358
Overige mutaties eigenvermogen Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Nettokasstroom
3.316.727
-676.358
4.481.762
-4.749.924
Het grote verschil tussen 2012 en 2013 wordt veroorzaakt door: •
Afschrijvingen, door afwaardering van boekwaarde pand De Callenburgh in het boekjaar 2012.
•
Overige vorderingen, mutatie 2012 als gevolg van een tariefcorrectie Ambulancezorg t.o.v. 2011, in 2013 is de mutatie t.o.v. 2012 gedaald door het inlopen van de achterstand op de ritadministratie van Ambulancezorg.
•
Kortlopende schulden, door het opnemen van het nog te betalen bedrag aan de veiligheidsregio in 2012 t.o.v. 2011, in 2013 is vordering op de GGD te komen vervallen.
•
Investeringen, door in 2012 geïnvesteerd vermogen in de nieuwe huisvesting.
•
Leningen, Door het aantrekken van een langlopende lening in 2013 voor 1 jaar en 1 dag.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 74
7. Exploitatierekening 2013 De exploitatierekening geeft het resultaat van het boekjaar 2013 van de GGD BZO op hoofdlijnen weer. De lasten en baten worden in paragraaf 7.1.2 en 7.1.3 uitgesplitst per programma in kostencategorieën.
7.1 Exploitatierekening totaal In onderstaand overzicht wordt de ‘exploitatierekening 2013 totaal’ (beide programma’s) weergegeven met de baten en lasten.
GGD exploitatierekening 2013
Realisatie
Raming 2013
Raming
Verschil
2013
na wijziging
2013 voor
Raming vs
wijziging
Realisatie
€
€
€
€
Publieke Gezondheid
18.189.955
18.035.000
18.307.000
-154.955
Ambulancezorg
18.588.719
18.522.000
16.480.000
-66.719
Baten
36.778.674
36.557.000
34.787.000
-221.674
Publieke Gezondheid
18.227.938
17.995.000
18.360.000
-232.938
Ambulancezorg
17.870.324
17.580.000
16.480.000
-290.324
Lasten
36.098.262
35.575.000
34.840.000
-523.262
Publieke Gezondheid
-37.983
40.000
-53.000
77.983
Ambulancezorg
718.395
942.000
-
223.605
Resultaat voor bestemming
680.412
982.000
-53.000
301.588
32.369
200.000
-
167.631
Ambulancezorg
932.117
942.000
-
9.883
Toevoeging aan reserve (-)
964.486
1.142.000
Publieke Gezondheid
135.683
160.000
53.000
24.317
Ambulancezorg
213.722
-
-
-213.722
Onttrekking aan reserve (+)
349.405
160.000
53.000
-189.405
65.333
-
-
-65.333
-
-
-
-
Publieke Gezondheid
Publieke Gezondheid Ambulancezorg Resultaat na bestemming
177.514
65.333
-65.333
Het exploitatieresultaat 2013 van de GGD, en dat is de facto het resultaat van het programma Publieke Gezondheid omdat het resultaat van Ambulancezorg afzonderlijk in de Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) wordt gemuteerd, is € 65.333,- positief. In de volgende paragrafen wordt een analyse van de kosten en opbrengsten gepresenteerd.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 75
7.1.1 Rechtmatigheid begrotingsafwijking per programma In de hierna volgende paragrafen wordt per programma de afwijking met de begroting geanalyseerd. Exploitatie Publieke Gezondheidszorg Bij het programma Publieke Gezondheid zijn de werkelijke lasten 2013 in totaal circa € 233.000,(1,3%) hoger dan begroot en de baten circa € 155.000,- (0,9%) hoger. De hogere lasten worden met name veroorzaakt door hogere/niet geraamde personeelskosten; deze worden echter gecompenseerd door diverse hogere inkomsten. In zijn totaliteit is het programma Publieke Gezondheid hiermee binnen het beschikbare budget uitgevoerd. Na verwerking van de mutaties in de reserves resteert een exploitatie-overschot van circa 65.000-. De toename van de salariskosten boven de geraamde 1,5% indexering (ca. € 150.000,- o.a. als gevolg van de gestegen ABP- en ZVW-premie) en de nog resterende frictiekosten logopedie (ca. € 125.000,- bestaande uit € 75.000,- loonkosten 2013 en een eenmalige storing in de voorziening ad € 50.000,-) worden per saldo gecompenseerd met besparingen, enkele positieve inkomstenafrekeningen en de vrijval van de post onvoorzien. In paragraaf 7.1.2 wordt, voor zover van toepassing, per begrotingspost een nadere toelichting gegeven.
Exploitatie Ambulancezorg De belangrijkste ontwikkelingen in 2013, nl. een hoge incidentele baat en de hogere inhuur derden vanwege een hoog ziekteverzuim en veel vacatures voor verpleegkundige, zijn reeds middels begrotingswijziging in de ramingen verwerkt. Uiteindelijk waren de exploitatiekosten van de ambulancezorg, als gevolg van diverse kleinere overschrijdingen op materiële budgetten ongeveer € 290.000,- (1,7%) hoger, terwijl de totale inkomsten ongeveer € 67.000,- (0,4%) hoger waren dan begroot. Hierdoor ontstaat een exploitatietekort van ca. € 224.000,-. Het verschil tussen de inkomsten en uitgaven is, conform de gebruikelijke systematiek, gemuteerd in de Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK, de algemene reserve van de ambulancedienst). In paragraaf 7.1.3 wordt per begrotingspost, voor zover van toepassing, een nadere toelichting gegeven.
Kredieten/investeringen In 2013 is voor circa € 552.500,- minder geïnvesteerd dan in de gewijzigde programmabegroting opgenomen, hoofdzakelijk een gevolg van uitgestelde investeringen voor vervoermiddelen en apparatuur voor Ambulancezorg en ICT. Kredieten/investeringen Gronden en terreinen
Investeringskrediet
Investeringsbedrag
Afwijking
-
-
-
52.000
44.158
7.842
165.000
-
165.000
32.000
7.637
24.363
Overige materiële vaste activa
579.000
223.675
355.325
Totaal
828.000
275.470
552.530
Bedrijfsgebouwen Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 76
7.1.2 Baten en lasten Publieke Gezondheid In onderstaand overzicht worden de baten en lasten uitgesplitst in kostencategorieën.
Baten en lasten Publieke Gezondheidszorg Baten: Gemeentelijke bijdrage per
Realisatie
Raming 2013
Raming 2013
Verschil Raming
2013
na wijziging
voor wijziging
vs Realisatie
€
€
€
€
10.974.445
10.975.000
10.975.000
555
977.900
925.000
452.000
-52.900
Contracttaken gemeenten
2.713.820
2.900.000
3.440.000
186.180
Bijdrage Rijk
1.421.732
1.300.000
1.100.000
-121.732
30.300
40.000
30.000
9.700
832.417
760.000
1.050.000
-72.417
1.166.406
1.110.000
1.200.000
-56.406
0
0
10.000
0
72.935
25.000
50.000
-47.935
18.189.955
18.035.000
18.307.000
-154.955
13.147.621
12.913.000
12.913.000
-234.621
Rente en afschrijvingen
637.376
614.000
836.000
-23.376
Personeel van derden
170.001
190.000
120.000
19.999
Energie
58.319
50.000
100.000
-8.319
Duurzame goederen
18.338
35.000
35.000
16.662
Overige goederen en diensten
5.072.252
5.000.000
5.150.000
-72.252
Toevoeging aan voorzieningen
50.000
0
0
-50.000
0
140.000
140.000
140.000
-925.969
-947.000
-934.000
-21.031
18.227.938
17.995.000
18.360.000
-232.938
inwoner Bijdragen gemeenten
Zorgverzekeraars Baten instellingen/bedrijven Bijdrage particulieren Rente Baten Diverse baten Totaal Baten Lasten: Personeelskosten
Onvoorzien Verrekening overhead Totaal Lasten
Op de volgende pagina worden de belangrijkste verschillen tussen de raming en realisatie toegelicht.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 77
Baten Het verschil tussen realisatie en begroting van de totale baten is € 155.000 (hoger).
De hogere bijdrage gemeenten heeft betrekking op hogere salaris-frictiekosten welke door Eindhoven vergoed worden.
Contracttaken gemeenten zijn hoofdzakelijk lager als gevolg van te hoog geraamde vergoeding voor het pubercontactmoment.
De hogere bijdrage Rijk wordt met name veroorzaakt door meer baten voor SOA-curatie in verband met hogere omvang activiteiten en positieve afrekening van voorgaande jaren. Hogere baten instellingen/bedrijven zijn een gevolg van per saldo meer- en minderwerk bij diverse kleinere projecten.
Hogere bijdrage particulieren heeft hoofdzakelijk betrekking op een, met name in de laatste maanden van het jaar, hogere omzet reizigersvaccinatie.
Het verschil bij diverse baten wordt nagenoeg volledig veroorzaakt door een eenmalige afrekening van de fiscus over sociale premies van afgelopen jaren.
Lasten Het verschil tussen realisatie en begroting van de totale lasten is € 233.000 (hoger).
De hogere personele kosten worden in hoofdzaak veroorzaakt door de hogere kosten vanwege de gestegen ABP- en ZVW-premie (ca. € 150.000) en nog resterende frictiekosten logopedie van boventallige medewerkers (circa € 75.000).
De hogere uitgaven voor overige goederen en diensten zijn een gevolg van per saldo diverse kleinere over- en onderschrijdingen op materiële uitgaven.
De niet geraamde toevoeging aan voorzieningen heeft betrekking op toekomstige verplichtingen aan boventallige logopedistes. In 2011 zijn i.v.m. het vervallen van de taak logopedie een aantal medewerkers boventallig verklaard. Voor een groot deel daarvan was in korte tijd vervangend werk of anderszins in een oplossing voorzien. Voor een beperkt deel bestaan ultimo 2013 nog betalingsverplichtingen. Geschat wordt dat de kosten hiervan de komende jaren ca. € 50.000 zullen bedragen. Op grond van BBV-regelgeving dient voor deze toekomstige verplichtingen voortaan een voorziening te worden aangelegd.
De post onvoorzien valt uiteraard vrij en wordt de facto daarmee aangewend voor dekking van overschrijdingen en, middels het exploitatiesaldo, storting in de algemene reserve.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 78
7.1.3 Baten en lasten Ambulancezorg In onderstaand overzicht worden de baten en lasten uitgesplitst in kostencategorieën.
Baten en lasten
Realisatie
Raming 2013
Raming 2013
Verschil begroting
Ambulancezorg
2013
na wijziging
voor wijziging
vs Realisatie
€
€
€
€
Baten: Gemeentelijke bijdrage per
-
-
-
-
124.208
145.000
145.000
20.792
55.542
48.000
35.000
-7.542
1.292.512
1.240.000
1.065.000
-52.512
15.363.547
15.395.000
15.130.000
31.453
59.878
54.000
105.000
-5.878
Bijdrage particulieren
-
-
-
-
Rente Baten
-
-
-
-
1.693.032
1.640.000
-
-53.032
18.588.719
18.522.000
16.480.000
-66.719
11.836.277
11.735.000
11.633.000
-101.277
891.823
925.000
958.000
33.177
1.054.861
1.005.000
500.000
-49.861
393.914
380.000
340.000
-13.914
-
-
-
-
Overige goederen en diensten
2.342.480
2.110.000
2.025.000
-232.480
Toevoeging aan voorzieningen
425.000
478.000
90.000
53.000
-
-
-
-
925.969
947.000
934.000
21.031
17.870.324
17.580.000
16.480.000
-290.324
inwoner Bijdragen gemeenten Contracttaken gemeenten Bijdrage Rijk Zorgverzekeraars Baten instellingen/bedrijven
Diverse baten Totaal Baten Lasten: Personeelskosten Rente en afschrijvingen Personeel van derden Energie Duurzame goederen
Onvoorzien Verrekening overhead Totaal Lasten
Op de volgende pagina worden de belangrijkste verschillen tussen de raming en realisatie toegelicht.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 79
Baten De afzonderlijke afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn relatief beperkt van omvang en hebben veelal geen bijzondere oorzaak.
De hogere Bijdrage Rijk van circa € 52.000,- betreft de 95%-vergoeding van de FLO-kosten door het Ministerie van VWS. De kosten daarvan zijn dus ook evenredig hoger.
Het verschil bij diverse baten wordt veroorzaakt door een eenmalige afrekening van de fiscus over sociale premies van afgelopen jaren.
Lasten Ook hier zijn de afzonderlijke afwijkingen ten opzichte van de begroting veelal relatief beperkt van omvang.
De hogere personele kosten worden voor een groot deel veroorzaakt door de hogere FLO-kosten die, zoals hierboven aangegeven, nagenoeg volledig vergoed worden door VWS.
De afwijking bij overige goederen en diensten wordt in hoofdzaak veroorzaakt door diverse kleinere overschrijdingen op materiële budgetten; hogere eenmalige kosten ten behoeve van de implementatie van het digitale ritformulier (€ 70.000,-) worden in dit jaar voor de helft gedekt door een bijdrage van zorgverzekeraars. Ook de komende 2 jaren wordt daarvoor nog een bijdrage van de verzekeraars ontvangen.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 80
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 81
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 82
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 83
Bijlage 1: Gemeentelijke bijdrage en bijzondere bijdragen per gemeente Gemeenten
Gemeensch. takenpakket per inwoner € 14,7849
Kosten sociaal plan reorganisatie GGD ZOB 1996
Kosten onderzoekslocaties JGZ 2.348
Bijdrage Ambulance Zorg
Bijdrage personele frictie kosten fusie
Bijdrage uitloop schalen
Bijdrage Frictiekosten 2013 e.v.
Totaal
Asten
242.413
2.716
Bergeijk
267.932
3.002
270.934
Best
424.179
4.753
428.932
Bladel
289.385
3.243
292.627
Cranendonck
301.878
3.383
305.261
Deurne
469.287
5.258
Eersel
268.612
3.010
Eindhoven
3.211.694
247.477
9.756
484.302 271.622
44.000
120.969
144.999
149.025
448.109
4.118.796
Geldrop-Mierlo
571.702
6.406
11.638
589.746
Gemert-Bakel
429.176
4.809
10.027
444.012
Heeze-Leende
226.919
2.543
Helmond
1.312.869
14.711
Laarbeek
319.442
3.579
323.022
Nuenen
333.281
3.734
337.016
Oirschot
263.999
2.958
266.957
Reusel- de Mierden
186.985
2.095
189.080
Someren
274.792
3.079
Son en Breugel
233.912
2.621
Valkenswaard
453.438
5.081
Veldhoven
648.702
7.269
243.847 10.974.445
2.732 86.981
Waalre Totaal
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013
229.461 22.500
34.646
1.518
1.384.726
279.389 236.533
15.593
474.112 655.971
117.380
120.696
144.999
149.025
482.755
246.580 12.076.556
Bijlage 2: BTW-compensatie De Gemeenschappelijke Regeling GGD Brabant-Zuidoost heeft ook in 2013 een aantal taken uitgevoerd die voor de aangesloten gemeenten ‘btw-compensabel’ zijn. De GGD Brabant-Zuidoost kan deze btw niet claimen, maar in de Wet Btw-Compensatiefonds (hierna BCF) is bepaald dat gemeenschappelijke regelingen de compensabele btw kunnen doorschuiven naar de aangesloten gemeenten. De gemeenten kunnen deze vervolgens bij het BCF claimen.
Compensabele BTW per gemeente
Inwonertal
1-1-
Werkelijk 2013 (€)
2012 Gemeente Asten
16.396
6.000
Gemeente Bergeijk
18.122
6.632
Gemeente Best
28.690
10.499
Gemeente Bladel
19.573
7.163
Gemeente Cranendonck
20.418
7.472
Gemeente Deurne
31.741
11.616
Gemeente Eersel
18.168
6.649
217.228
79.497
Gemeente Geldrop-Mierlo
38.668
14.151
Gemeente Gemert-Bakel
29.028
10.623
Gemeente Heeze-Leende
15.348
5.617
Gemeente Helmond
88.798
32.496
Gemeente Laarbeek
21.606
7.907
Gemeente Nuenen
22.542
8.249
Gemeente Oirschot
17.856
6.535
Gemeente Reusel- de Mierden
12.647
4.628
Gemeente Someren
18.586
6.802
Gemeente Son en Breugel
15.821
5.790
Gemeente Valkenswaard
30.669
11.224
Gemeente Veldhoven
43.876
16.057
Gemeente Waalre
16.493
6.036
742.274
271.643
Gemeente Eindhoven
Totaal
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 85
Bijlage 3: Begrippenlijst Deze begrippenlijst geeft een beknopte omschrijving van een aantal begrippen;
Begrip
Omschrijving
Balans
Onderdeel van de jaarrekening. De balans geeft een overzicht van de activa (bezittingen) en passiva (eigen vermogen en vreemd vermogen) van de GGD.
Baten en lasten (stelsel van)
Een systeem van baten en lasten houdt in dat alle kosten en opbrengsten worden toegerekend aan het (begrotings)jaar waarop zij betrekking hebben.
Begroting
Een begroting geeft aan welke beleidsvoornemens de GGD heeft, hoeveel middelen daarmee zijn gemoeid en uit welke bronnen die middelen afkomstig zijn. Het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) onderscheidt een beleidsbegroting en een financiële begroting.
Beleidsbegroting
De beleidsbegroting gaat volgens het BBV met name in op de (doelstellingen van de) programma’s en (belangrijke onderdelen van het beheer via) de paragrafen. De beleidsbegroting bestaat uit: •
het programmaplan.
•
de paragrafen.
Besluit Begroting en
Het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en
Verantwoording Provincies en
Gemeenten (BBV) is bij Koninklijk Besluit uitgevaardigde
Gemeenten (BBV)
voorschriften voor de inrichting van de begroting (beleidsbegroting en financiële begroting) en de jaarstukken (jaarverslag en jaarrekening) van de GGD. Het BBV geldt met ingang van het begrotingsjaar 2004. Tot die tijd golden de Comptabiliteitsvoorschriften 1995 (CV95).
Bestuurlijk belang
Een bestuurlijk belang heeft de GGD wanneer deze een zetel heeft in het bestuur van een derde rechtspersoon of als ze stemrecht heeft.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 86
Begrip
Omschrijving
Categoriale indeling
Een categoriale indeling is een indeling van baten en lasten naar kostensoorten zoals salarissen, kapitaallasten en verzekeringen. Het BBV stelt verplicht dat de begroting wordt geconverteerd naar categorieën in een apart document. Dit document wordt naar de provincie Noord-Brabant en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gezonden. De voorgeschreven categorieën zijn niet meer bij het BBV maar bij ministeriële regeling bepaald.
Doelstelling
De strategische doelstelling(en) van het programma, in het bijzonder wat de GGD met de maatschappelijke effecten beoogt.
Dualisme
Een dualistisch stelsel kenmerkt zich door het feit dat de posities en bevoegdheden zijn ontvlecht. Het Algemeen Bestuur richt zich primair op de kaderstellende en controlerende functie en het dagelijks bestuur op de uitvoerende functie.
Financieel belang
Een financieel belang heeft een GGD indien de middelen die deze ter beschikking stelt, verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij (een derde rechtspersoon) en/of als financiële problemen bij de verbonden partij kunnen worden verhaald op de GGD.
Financiële begroting
De financiële begroting gaat volgens het BBV met name in op de budgettaire aspecten en op de financiële gevolgen van de beleidsbegroting. De financiële begroting bestaat uit:
Financiële positie
•
het overzicht van de baten en lasten en toelichting.
•
de uiteenzetting van de financiële positie en toelichting.
Onderdeel van de financiële begroting, tevens de tegenhanger van de balans. De financiële positie geeft de grootte en samenstelling van het vermogen in relatie tot de baten en lasten.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 87
Begrip
Omschrijving
Functie (functionele indeling)
Een functie is een eenheid waarin de begroting en jaarstukken worden onderverdeeld. Het BBV laat de indeling van de begroting aan de GGD vrij, maar stelt de GGD’en verplicht de begroting te converteren naar functies in een apart document. Dit document wordt naar de provincie Noord-Brabant en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gezonden. De voorgeschreven functies zijn niet meer bij het BBV maar bij ministeriële regeling bepaald.
Investering
Een investering is een besteding aan een specifiek doel, waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt. Dit is de reden waarom de bestedingen worden geactiveerd en de kapitaallasten (rente en aflossing) worden verdeeld over meerdere begrotingsjaren.
Jaarrekening
De jaarrekening is de tegenhanger van de financiële begroting. Deze gaat in op de realisatie van het afgelopen begrotingsjaar. De jaarrekening is een onderdeel van de jaarstukken en bestaat uit: •
de programmarekening (overzicht van baten en lasten) en toelichting.
•
Jaarstukken
de balans en toelichting.
De jaarstukken zijn onderverdeeld in het jaarverslag en de jaarrekening en is de tegenhanger van de begroting.
Jaarverslag
Het jaarverslag is de tegenhanger van de beleidsbegroting. Dit gaat met name in op de uitkomsten van de programma’s en de paragrafen over het afgelopen begrotingsjaar. Het jaarverslag is een onderdeel van de jaarstukken en bestaat uit:
GGD Brabant-Zuidoost
•
de programmaverantwoording.
•
de paragrafen.
Jaarrekening 2013 88
Begrip
Omschrijving
Kaders
De aangegeven kaders binnen de programma's zorgen voor een afbakening van de betrokken beleidsvelden. Deze kaders kunnen zowel van wetgevende aard zijn als door het Algemeen Bestuur zijn vastgesteld in bijvoorbeeld een nota.
Maatschappelijk effect
Het uiteindelijk effect (outcome) op de samenleving dat het Algemeen Bestuur vanuit politiek oogpunt wil bereiken met de GGD. Het realiseren hiervan hangt mede af van externe factoren en wordt in de meeste gevallen bereikt door samenwerking in een keten van verschillende organisaties. De maatschappelijke effecten zijn nader te vertalen in afzonderlijke resultaten (output).
Overzicht van baten en
Onderdeel van de financiële begroting (programmarekening)
lasten
dat een overzicht geeft van alle baten en lasten die in de programma’s zijn opgenomen.
Paragrafen
Een paragraaf geeft volgens het BBV een dwarsdoorsnede van de begroting op financiële aspecten. Het gaat dan om de beleidslijnen van beheersmatige aspecten die financieel, politiek of anderszins belangrijk zijn. De paragrafen zijn onderdeel van zowel de beleidsbegroting als het jaarverslag.
Product
Een product (van een productenraming of productenrealisatie) kan worden omschreven als het resultaat van samenhangend handelen, meetbaar gemaakt in tijd, geld en kwaliteit. Een product wordt in de handreiking ruim geïnterpreteerd. Het kan zijn een voorziening, een dienst, een goed of een activiteit. De kern is dat er taakstellende afspraken aan kunnen zijn verbonden. Een product omvat zoveel mogelijk kwantitatieve normen voor zowel financiële als niet-financiële prestatieindicatoren.
Productenraming
De productenraming wordt volgens het BBV opgebouwd vanuit de programmabegroting en geeft alle activiteiten weer in termen van producten. De productenraming is het begrotingsdocument van het dagelijks bestuur en heeft met name een beheersfunctie voor de uitvoering van de begroting.
Begrip
GGD Brabant-Zuidoost
Omschrijving
Jaarrekening 2013 89
Productenrealisatie
Een productenrealisatie is de tegenhanger van de productenraming en wordt na afloop van het begrotingsjaar opgesteld.
Programma
Een samenhangende verzameling van producten, activiteiten en middelen gericht op het bereiken van vooraf bepaalde maatschappelijke effecten, waaraan idealiter indicatoren kunnen worden gekoppeld.
Programmabegroting
Een programmabegroting is een typering voor de nieuwe beoogde begroting, doordat de programma’s in de begroting centraal staan. In het BBV wordt het woord programmabegroting niet gebruikt. Het kenmerk van de begroting volgens het BBV is dat de begroting is onderverdeeld in programma’s. Daarom wordt er naar de begroting volgens de nieuwe voorschriften ook wel verwezen als programmabegroting. De GGD is vrij in de keuze en het aantal van de programma’s.
Programmaplan
Een programmaplan behandelt (per programma) expliciet de maatschappelijke effecten en de wijze waarop die effecten worden gerealiseerd. Dit wordt gedaan aan de hand van de volgende drie vragen:
Programmarekening
•
Wat zijn de doelstellingen?
•
Wat willen we bereiken?
•
Wat gaat het kosten?
Onderdeel van de jaarrekening. De programmarekening geeft een overzicht van de gerealiseerde baten en lasten van het begrotingsjaar.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 90
Begrip
Omschrijving
Programmaverantwoording
Onderdeel van het jaarverslag. In de programmaverantwoording wordt (per programma) expliciet ingegaan op de strategische doelstellingen en de wijze waarop deze doelstellingen zijn verwezenlijkt. Centraal staat de beantwoording van de vragen: •
Wat zijn de doelstellingen?
•
Wat hebben we bereikt?
•
Wat heeft het gekost?
Begrip
Omschrijving
Rentetypische looptijd
Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening nietbeïnvloedbare constante rentevergoeding. Voor een uitzetting met een looptijd van 10 jaar en een vaste rente geldt dat deze altijd als vast activum (uitzettingen ≥ 1 jaar) dient te worden opgenomen, ook al resteert er minder dan 1 jaar van de oorspronkelijke looptijd.
Resultaat vóór bestemming
Het saldo van baten en lasten.
Resultaat na bestemming
Het resultaat vóór bestemming na dekking door middel van mutaties (toevoegingen en/of onttrekkingen) in de reserves.
Verbonden partij
Een verbonden partij is een derde rechtspersoon waarbij de GGD een bestuurlijk en financieel belang heeft.
Weerstandscapaciteit
Dit zijn de middelen en mogelijkheden waarover de organisatie beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken.
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is de weerstandscapaciteit in verhouding tot de risico’s.
GGD Brabant-Zuidoost
Jaarrekening 2013 91