Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 4 Preventie
IPH/EPI REPORTS nr 2002 - 22
Leuvenseweg 44 1000 Brussel Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :
[email protected] http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/ index4.htm
Onderzoeksteam : Jamila Buziarsist Stefaan Demarest Lydia Gisle Jean Tafforeau Johan Van der Heyden Herman Van Oyen Met de medewerking van : Pieter-Jan Miermans Francis Sartor Logistieke steun : Monique Schoonenburg Véronique Verhocht
Nationaal Instituut voor de Statistiek : IPH/EPI REPORTS Nr 2002 - 22 Depotnummer: D/2002/2505/40
Gezondheidsenquête, België, 2001
Inhoudstafel
DEEL 1 : Blz.
Introductie ............................................................................................................ 8 Doel en opzet van de Gezondheidsenquête 2001 I. Inhoud van de bevraging ............................................................................ 8 II. Samenstelling van de steekproef ................................................................ 11 III. Actoren ....................................................................................................... 18 IV. Veldwerkorganisatie ................................................................................... 19 V. Netwerk enquêteurs ................................................................................... 21 VI. Kwaliteitsbewaking ....................................................................................25 VII. Participatiegraad ........................................................................................29 VIII. Wegingsfactoren .........................................................................................34 IX. Tabellen ......................................................................................................35 X. Studiepopulatie...........................................................................................40
DEEL 2 : 1. Gezondheidstoestand .....................................................................................45 1.1. Subjectieve gezondheid ................................................................................................ 47 1.2. Lichamelijke gezondheid ............................................................................................. 81 1.2.1. Chronische aandoeningen ................................................................................................ 81 1.2.2. Acute aandoeningen ....................................................................................................... 237
1.3. Mentale gezondheid ................................................................................................... 305 1.4. Beperkingen en Participatieproblemen ......................................................................419
DEEL 3 : 2. Leefstijl ......................................................................................................... 623 2.1. Lichamelijke activiteit ................................................................................................ 625 2.2. Voeding ...................................................................................................................... 697 2.2.1. Voedingsstatus ............................................................................................................... 697 2.2.2. Voedingsgewoonten ....................................................................................................... 765
2.3. Gebruik van alcohol ................................................................................................... 875 2.4. Tabaksgebruik ............................................................................................................ 949 2.5. Gebruik van illegale drugs ........................................................................................ 1035 2.6. Gezondheid en seksualiteit ....................................................................................... 1079
Gezondheidsenquête, België, 2001
Inhoudstafel
Blz.
DEEL 4 : 3. Preventie ...................................................................................................... 1129 3.1. Vaccinatie bij volwassenen ........................................................................................ 1131 3.2. Cardiovasculaire preventie ........................................................................................ 1199 3.3. Vroegtijdige opsporing van diabetes ......................................................................... 1281 3.4. Vroegtijdige opsporing van borstkanker ................................................................... 1321 3.5. Vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker ................................................. 1377
DEEL 5 : 4. Medische consumptie ................................................................................ 1403 4.1. Contacten met zorgverstrekkers................................................................................ 1405 4.1.1. Contacten met de huisarts ............................................................................................. 1405 4.1.2. Contacten met de specialist .......................................................................................... 1529 4.1.3. Contacten met de spoedgevallendienst ........................................................................ 1623 4.1.4. Contatcten met de tandarts ........................................................................................... 1673 4.1.5. Contacten met paramedische zorgverstrekkers ............................................................ 1727
4.2. Opname in het ziekenhuis ........................................................................................ 1767 4.3. Gebruik van geneesmiddelen .................................................................................... 1853 4.4. Patiëntentevredenheid............................................................................................... 1987 4.5. Niet-conventionele geneeswijzen ............................................................................ 2083
DEEL 6 : 5. Gezondheid en samenleving ...................................................................... 2149 5.1. Toegankelijkheid van gezondheidszorgen ................................................................ 2151 5.2. Socio-economische verschillen in gezondheid ......................................................... 2197 5.3. Gezondheid en omgeving ........................................................................................ 2203 5.4. Ongevallen, verkeersveiligheid en geweld ............................................................... 2243 5.5. Sociale gezondheid................................................................................................... 2349 5.6. Sociale en preventieve diensten ................................................................................ 2419
Gezondheidsenquête, België, 2001
3.2. Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
Dit onderzoek wordt uitgevoerd op initiatief van : M. AELVOET Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu J. CHABERT Minister van Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest T. DETIENNE Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid van het Waals Gewest D. GOSUIN Minister van Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest N. MARECHAL Minister van Jeugdhulp en Gezondheid van de Franse Gemeenschap H. NIESSEN Minister van Jeugd en Gezin, Monumenten en Landschappen, Gezondheid en Sociale Zaken van de Duitstalige Gemeenschap F. VANDENBROUCKE Minister van Sociale Zaken en Pensioenen M. VOGELS Minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen van de Vlaamse Gemeenschap.
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
3.2. Cardiovasculaire preventie
Gezondheidstoestand
Vaccinatie bij Volwassenen Hoge Bloeddruk
Leefstijl
Cardiovasculaire Preventie Hoog Cholesterolgehalte
Preventie
Vroegtijdige Opsporing van Diabetes
Medische Consumptie
Vroegtijdige Opsporing van Borstkanker
Gezondheid en Samenleving
Vroegtijdige Opsporing van Baarmoederhalskanker
I. Samenvatting Er bestaan actueel voldoende bewijzen die aantonen dat een hoge bloeddruk en een hoog cholesterolgehalte in het bloed belangrijke risicofactoren zijn voor cardiovasculaire problemen. Een vroegtijdige opsporing van deze problemen is dan ook een belangrijke preventiemaatregel die aan de bevolking aangeboden moet worden. Het is dan ook essentieel voor de beleidsvorming in het domein van volksgezondheid om over de meest recente informatie te beschikken over de mate waarin de bevolking gescreend is voor bloeddruk en cholesterolgehalte in het bloed. In België heeft 90% van de bevolking van 15 jaar of ouder een controle van de bloeddruk ondergaan in van de afgelopen vijf jaar, terwijl 77% een dergelijke controle in van het afgelopen jaar gehad. Een recente controle van de bloeddruk (dit is: tijdens de afgelopen twaalf maanden) lijkt meer frequent voor te komen bij vrouwen dan bij mannen. Er kunnen omtrent de controle van de bloeddruk geen noemenswaardige verschillen tussen de regio’s van het land vastgesteld worden.
1199
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
Van die personen, van 15 jaar of ouder, die aangeven een controle van de bloeddruk gehad te hebben, stelt 28% dat ze er ervan op de hoogte werden gesteld dat de bloeddruk te hoog was. Dit percentage loopt op tot 50% bij de personen van 75 jaar of ouder. Hieromtrent kan een uitgesproken socio-economische gradiënt vastgesteld worden: een te hoge bloeddruk wordt relatief meer teruggevonden bij lager geschoolde personen. Het zou nuttig zijn na te gaan in welke mate het relatief hoog aantal zwaarlijvigen bij de minder geprivilegieerde bevolkingsgroepen hierbij een rol speelt. De proportie personen die aangaf tijdens een controle van de bloeddruk de melding gekregen te hebben dat de bloeddruk te hoog was, is stabiel gebleven indien de resultaten van 1997 en 2001 naast elkaar gelegd worden. Evenmin kan er veel verschil teruggevonden worden in de verschillende regio’s van het land. In België, geeft 63% van de bevolking van 15 jaar of ouder aan dat ze een tijdens de afgelopen vijf jaar en controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hebben Bij 43% gaat het om een controle in het afgelopen jaar. De mate waarin mensen een dergelijke controle ondergaan hebben, stijgt met de leeftijd; ze bedraagt reeds 46% in de leeftijdsgroep 25-34 jaar om een maximum van 90% te bereiken in de leeftijdsgroep 65-74 jaar. In Brussel kan vastgesteld worden dat bij de allochtone, niet Europese bevolking, de cijfers met betrekking tot de controle van het cholesterolgehalte relatief laag liggen. De cijfers met betrekking tot de opsporing van een te hoge bloeddruk zijn, in vergelijking met 1997, onveranderd gebleven (hierbij moet toegevoegd worden dat deze cijfers reeds zeer hoog zijn). De situatie is verschillend voor wat de controle van het cholesterolgehalte in het bloed betreft, de proportie personen die een dergelijke controle de afgelopen vijf jaar ondergaan heeft, is gestegen van 56% in 1997 tot 63% in 2001. Dit verschil is significant. Deze evolutie kan misschien verklaard worden door te wijzen op de veroudering van de bevolking en de beschikbaarheid van hypolipimiërende behandelingen (vooral statines). De mate waarin een controle op een te hoog cholesterolgehalte in het bloed doorgevoerd werd, is in alle regio’s van het land ongeveer gelijk. In België kreeg 36% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) tijdens een controle te horen dat het cholesterolgehalte in hun bloed te hoog was. Deze proportie is hoger bij mannen (39% met een maximum van 52% in de leeftijdsgroep 55-64 jaar) dan bij vrouwen (3% met een maximum van 56% in de leeftijdsgroep 65-74 jaar). De resultaten van 1997 (34%) en 2001 (36%) liggen dicht bijeen, maar toch kan een licht stijging vastgesteld worden. De resultaten zijn quasi gelijk in alle regio’s van het land. 58% van diegenen van 15 jaar of ouder die gaven aan dat ze een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hebben, geeft aan op aanraken van een geneesheer een behandeling te volgen voor een te hoog cholesterolgehalte. Het gaat hierbij voornamelijk om maatregelen op het vlak van dieet en leefstijl. Van deze personen geeft 30% aan tevens cholesterolverlagende geneesmiddelen te gebruiken. Dit cijfer lijkt erg hoog en behoeft een verdere validatie.
1200
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
II. Inleiding Cardiovasculaire aandoeningen vormen een van de belangrijkste doodsoorzaken in België; meer dan een derde van alle geregistreerde overlijdens is te wijten aan pathologieën van het cardiovasculair systeem. Hartinfarcten vertegenwoordigden bijvoorbeeld in het jaar 2000 in het Vlaams Gewest een verlies van zeven persoonsjaren bij mannen (1). Naast andere risicofactoren te situeren in het domein van de levensstijl (bijvoorbeeld het gebruik van tabak, obesitas,), bestaat er thans afdoende bewijs dat hypertensie en hypercholesterolemie belangrijke risicofactoren zijn voor het optreden van cardiovasculaire klachten. De vroegtijdige opsporing ervan maakt dan ook deel uit van de preventiemaatregelen die aan de bevolking aangeboden moeten worden. De relatie tussen een te hoge bloeddruk en cardio-vasculaire aandoeningen werd reeds uitvoerig aangetoond: de kans op een cardiovasculaire aandoeningen stijgt gradueel in functie van de bloeddruk (2;3). Prospectieve cohortstudie (in het bijzonder met mannen van middelbare leeftijd) hebben aangetoond dat het risico op een cardiovasculaire aandoening gecorrigeerd voor leeftijd progressief toemeet in functie van het cholesterolgehalte. De grenswaarden werden vastgesteld met het oog op het makkelijker nemen van klinische beslissingen, maar het risico stijgt reeds vanaf vrij lage waarden van 150-180 mg/l. Er moet echter onderlijnd worden dat de huidige benadering in het domein van de cardiovasculaire aandoeningen erin bestaat de verschillende risicofactoren niet langer geïsoleerd e benaderen; een verhoogd cholesterolgehalte als geïsoleerd gegeven, heeft dan ook weinig betekenis. Met betrekking tot hypertensie werden de officiële aanbevelingen voor het geheel van de bevolking gepubliceerd op het Europese niveau (4). Op het Belgisch niveau heeft de Vereniging voor de Strijd tegen de Hypertensie aan alle geneesheren aanbevolen om bij elk patiëntcontact de bloeddruk te meten (5). Op het niveau van de Franse Gemeenschap, werden in 1992 aanbevelingen geformulerd voor de huisartsen (Santé et Communauté, N° 19, 1992, pages 6-9) : het meten van de bloeddruk van elke volwassen van 20 tot 65 jaar wat ook de reden voor consultatie was. De US Preventive Services Task Force beveelt een controle van de bloeddruk aan voor eenieder vanaf de leeftijd van 21 jaar (6). Voor wat de opsporing van hypercholesterolemie betreft, bestaan nog geen officiële aanbevelingen voor het geheel van de bevolking. Op het niveau van de Franse Gemeenschap, werden in 1992 aanbevelingen geformuleerd voor de huisartsen (Santé et Communauté, N° 19, 1992, pagina’s 6-9) : (a) het meten van het cholesterolgehalte in het bloed bij alle volwassen van 20 tot 65 jaar, indien er geen informatie – recenter dan 5 jaar - aanwezig is omtrent het cholesterolgehalte , wat ook de reden van consultatie is en (b) afname van een bloedstall met het oog op het meten van het totale cholesterolgehalte. De US Preventive Services Task Force beveelt een opvolging van het totale cholesterolgehalte aan (met een periodiciteit van 5 jaar) bij alle mannen van 35 tot 64 en bij alle vrouwen van 45 tot 65 jaar (6). Gezien de snelle evolutie van de aanbevelingen omtrent hypertensie en hypercholesterolemie is het voor de beleidsvoerders in het domein van volksgezondheid noodzakelijk om over actuele informatie te beschikken omtrent de opsporing ervan bij de bevolking. Informatie daaromtrent is direct bruikbaar om desgevallend en programma van vroegtijdige opsporing te starten.
1201
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
III. Vragen De belangrijkste doelstelling van dit hoofdstuk is het inschatten van de controle/vroegtijdige opsporing van een te hoge bloeddruk en een te hoog cholesterolgehalte in het bloed. Een tweede objectief is na te gaan wat ondernomen wordt indien het cholesterolgehalte in het bloed te hoog is. Aan de respondenten worden gevraagd of zij een controle van de bloeddruk of het cholesterolgehalte hebben ondergaan. De enquêteur dient hiervan geen enkel bewijs te vragen. We baseren ons dus enkel op een verklaring van de respondenten, met alle subjectiviteit van dien. Men kan zich afvragen in welke mate dergelijke controles aangevraagd werden door de betrokken. Het is immers ook mogelijk dat een dergelijke controle opgelegd werd door een geneesheer tijdens een raadpleging of huisbezoek om een andere reden. De huidige vragenlijst laat niet toe hieromtrent een onderscheid te maken. PR01. Werd uw bloeddruk wel eens gecontroleerd? PR02. Wanneer werd uw bloeddruk voor het laatst gecontroleerd? PR03. Heeft men u ooit, bij de controle van uw bloeddruk, gezegd dat u een verhoogde bloeddruk had? PR04. Heeft men ooit het cholesterolgehalte in uw bloed gemeten? PR05. Wanneer werd voor het laatst het cholesterolgehalte in uw bloed gemeten? PR06. Heeft men u ooit, bij het meten van het cholesterolgehalte in uw bloed, gezegd dat dit te hoog was? PR07. Bent u momenteel in behandeling bij een arts om het cholesterolgehalte in uw bloed te verminderen? PR08. Heeft een arts u aangeraden meer lichamelijke oefeningen te doen, te vermageren, minder vet te eten, een voorgeschreven geneesmiddel te nemen of andere maatregelen? Antwoorden van de respondenten op de vraag of hen tijdens een controle werd medegedeeld dat de bloeddruk, respectievelijk het cholesterolgehalte te hoog, het bloed, te hoog was, kunnen niet op een betrouwbare manier gebruikt worden voor het inschatten van de prevalentie van deze anomalieën. Er worden immers in deze context geen strikte omschrijvingen ervan gebruikt (men vertrouwt enkel op de subjectieve appreciatie van de bevraagde personen). Een correcte inschatting van de prevalentie van hypertensie of hypercholesterolemie kan enkel doorgevoerd worden in het kaderen van een gezondheidsenquête gecombineerd met een klinisch onderzoek door professionelen. Hierbij kan effectief de bloeddruk gemeten worden en een bloedstaal voor het meten van het cholesterolpeil afgenomen worden. Vermeld dient te worden dat de vragen rond cardio-vasculaire preventie opgenomen werden in de schriftelijke vragenlijst en dus enkel gericht zijn aan personen van 15 jaar of ouder.
IV. Indicatoren Er bestaan geen specifieke indicatoren aanbevolen door de WGO op dit domein. Op Europees niveau heeft het project ECHI (European Community Health Indicators) aanbevolen om de mate waarin een te hoge bloeddruk /een te hoog cholesterolgehalte in het bloed te meten, zonder concreet te suggereren hoe dit zou moeten gebeuren. De controle van de bloeddruk zal aan de hand van drie indicatoren in beeld gebracht worden Controle van de bloeddruk in de afgelopen vijf jaar
1202
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Tijd verstreken sinds de laatste controle van de bloeddruk Melding van een te hoge bloeddruk. De derde indicator heeft enkel tot doel de kennis van de individuen omtrent hun eigen bloeddruk in te schatten. Ze mag op geen enkele wijze gebruikt wordt om de prevalentie van hypertensie te schatten. Vraag MA0106 (module MA rond chronische aandoeningen, vraag 6) rond hypertensie is hiervoor aangewezen. De controle van een te hoog cholesterolpeil in het bloed zal op basis van drie indicatoren gemeten worden: De populatie waarvan het cholesterolgehate ooit is gemeten Controle van het cholesterolgehalte in de loop van de vijf laatste jaren Tijd verstreken sinds de laatste controle van het cholesterolpeil Bijkomende informatie zal op basis van een drietal bijkomend indicatoren voorgesteld worden Melding van een te hoog cholesterolgehalte Populatie dat een behandeling volgt voor het verminderen van het cholesterolgehalte Type behandelingen aanbevolen door een geneesheer voor het verminderen van het cholesterolgehalte. De vierde indicator heeft enkel tot doel de kennis van de individuen omtrent hun eigen cholesterolgehaltedruk in te schatten. Ze mag op geen enkele wijze gebruikt worden om de prevalentie van hypercholesterolemie te schatten.
1203
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
V. Resultaten V.1. België V.1.1. Controle van de bloeddruk in de afgelopen vijf jaar (PR02_1) In België geeft 92% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat hun bloeddruk gecontroleerd werd in afgelopen vijf jaar jaren. Omgekeerd stelt 8% dat hun bloeddruk in deze referentieperiode niet gecontroleerd werd. 90% van de mannen hebben een controle van de bloeddruk ondergaan en 94% van de vrouwen. Dit verschil is evenwel niet significant (Tabel 3.2.1.1). De mate waarin de bloeddruk gecontroleerd werd, stijgt met de leeftijd, maar de percentages zijn in alle leeftijdsgroepen hoe dan ook zeer hoog. In geen enkele leeftijdsgroep – behalve deze voor mannen van 15-24 jaar – zakken deze percentages onder de 80% (Figuur 3.2.1.1). Figuur 3.2.1.1 :
Aantal personen (in %) van 15 jaar of ouder die aangeeft een controle van de bloeddruk ondergaan te hebben in de afgelopen vijf jaar, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr02_1 BE
% 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
%
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
Mannen
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
15-24 25-34
35-44 45-54
55-64 65-74
75 +
Vrouwen
Er kan geen samenhang vastgesteld worden tussen de mate waarin een controle van de bloeddruk werd ondergaan en het opleidingsniveau. Evenmin varieert de controle in functie van de urbanisatiegraad. De controle van de bloeddruk varieert nauwelijks van de ene regio tot de andere. In 1997 gaf 91% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze een controle van de bloeddruk hadden ondergaan in de afgelopen vijf jaar. De resultaten vastgesteld in 2001 zijn hiermee quasi identiek (92%).
1204
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
V.1.2. Tijd verstreken sinds de laatste controle van de bloeddruk (PR02_2) In België geeft 77% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze in de afgelopen twaalfmaanden een controle van de bloeddruk ondergaan heeft. Voor 10% van de bevolking vond deze laatste controle 1 tot 2 jaar geleden plaats, bij 4% van de bevolking tussen de 3 en 5 jaar geleden terwijl 2% aangeeft dat dit reeds meer dan 5 jaar geleden is gebeurd. Tenslotte geeft 7 à 8% van de betrokken populatie aan dat hun bloeddruk nog nooit is gecontroleerd. Een recente controle (< 1 jaar) komt bij vrouwen het meest frequent voor. De tijd verstreken sinds de laatste controle varieert nauwelijks van de ene regio tot de andere. In 1997 gaf 75% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat hun bloeddruk werd gecontroleerd in de loop van de afgelopen twaalf maanden. Dit percentage is toegenomen tot 77% in 2001. Alhoewel dit verschil niet significant is, is het interessant de toekomstige evolutie op dit terrein op te volgen. V.1.3. Melding van een te hoge bloeddruk (PR03_1) In België geeft 28% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze ooit – tijdens een controle – te horen kreeg dat zijn/haar bloeddruk te hoog was. Dit percentage stijgt met de leeftijd om ongeveer 50% te bedragen bij personen van 75 jaar of ouder: 46% bij de mannen en 52% bij de vrouwen (Figuur 3.2.1.2.). Figuur 3.2.1.2 :
Aantal personen (in %) van 15 jaar of ouder dat aangeeft dat ze ooit tijdens een controle van de bloeddruk te horen kreeg dat ze een te hoge bloeddruk hadden, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr03_1 BE
%
%
70
70
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
0
15-24 25-34
Mannen
35-44 45-54
55-64
65-74
75 +
Vrouwen %
Indicator pr03_1 BE
%
70
70
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0 15-24
0 15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
Mannen
Er kan een duidelijke samenhang worden vastgesteld tussen het opleidingsniveau en de melding van een te hoge bloeddruk (deze verschillen blijven bestaan na correctie voor leeftijd en geslacht): 1205
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
44% bij personen die slechts lager onderwijs gevolgd hebben 34% bij personen die slechts lager secundair onderwijs gevolgd hebben 25% bij personen die slechts hoger secundair onderwijs gevolgd hebben 20% bij personen die hoger onderwijs gevolgd hebben De melding van een te hoge bloeddruk varieert niet in functie van de urbanisatiegraad, noch in functie van de verblijfplaats (regio). In 1997 gaf 27% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze ooit op de hoogte waren gesteld dat hun bloeddruk te hoog was. Dit percentage is identiek met dit van 2001. V.1.4. Controle van het cholesterolniveau in de loop van de laatste vijf jaar (PR04_1, PR05_1) In België geeft 66% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze reeds minstens eenmaal tijdens hun leven een controle van het cholesterolgehalte in het bloed gehad hebben. 63% van de bevolking (van 15 of ouder) geeft aan een controle van het cholesterolgehalte gehad te hebben in de loop van de afgelopen vijf jaar. Omgekeerd stelt 37% dat ze geen controle van het cholesterolgehalte ondergingen in de loop van deze periode. Bij de personen van 20 tot 65 jaar stelt 62% dat ze een controle van het cholesterolgehalte in de loop van de laatste vijf jaar gehad hebben. De controle op een te hoog cholesterolgehalte (in de loop van de afgelopen vijf jaar) stijgt stelselmatig met de leeftijd : van 46% bij de 25-34 jarigen tot bijna 90% bij de 65-74 jarigen (Figuur 3.2.1.3).
1206
Gezondheidsenquête, België, 2001
Figuur 3.2.1.3 :
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Aantal personen (van 15 jaar of ouder) dat aangaf een controle van het cholesterolgehalte gehad te hebben in de loop van de laatste vijf jaar, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr05_1 BE
% 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
%
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
15-24 25-34
Mannen
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
%
Indicator pr05_1 BE
35-44 45-54
%
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Mannen
15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
De mate waarin mensen een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hebben, lijkt op het eerste zicht geassocieerd te zijn met het opleidingsniveau: 74% van diegenen die niet minstens een diploma hoger secundair onderwijs gehaald hebben werd gecontroleerd tegenover slechts 60% van diegenen die minstens het hoger secundair onderwijs heeft doorlopen. Hier kan een duidelijk verschil vastgesteld worden tussen de ruwe resultaten en de gecorrigeerde resultaten (Tabel 3.2.1.3). Dit is zonder twijfel te wijten aan de sterke correlatie tussen leeftijd en opleidingsniveau ; oudere personen zijn vaker personen met een relatief laag opleidingsniveau. Na correctie voor leeftijd en geslacht zijn de verschillen tussen de onderscheiden opleidingsniveaus niet significant. De mate waarin mensen een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hebben varieert in functie van de urbanisatiegraad en nauwelijks in functie van verblijfplaats (regio); ze is iets hoger in het Waals Gewest (66%) dan in het Brussels of Vlaams Gewest (62%), maar dit verschil is niet significant na correctie voor leeftijd en geslacht. In 1997 gaf 56% van de populatie (van 15 jaar of meer) aan dat ze een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hadden in de loop van de daaraan voorafgaande vijf jaar. Deze proportie is in 2001 meer dan 63% wat een belangrijke toename betekent! Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht. De relatie tussen de consumptie van tabak en de controle van het cholesterolgehalte in het bloed werd nagegaan :
1207
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Consumptie van tabak
Gezondheidsenquête, België, 2001
Cholesterol gemeten in de laatste 5 jaar (gewogen %)
Aantal personen (ongewogen)
Ja
Nee
Dagelijkse roker Occasionele roker Ex roker Niet roker
55.8 65.0 71.8 60.6
44.2 35.0 28.2 39.4
2014 371 2645 3214
Totaal
63.2
36.8
8244
Op basis van deze analyse kan besloten worden dat ex-rokers in hoger mate een controle van het cholesterolgehalte melden.. Dit resultaat is significant na controle voor leeftijd en geslacht: OR = 1.33 indien de dagelijkse rokers als referentiecategorie genomen worden (BI 95% = 1.10 – 1.64). V.1.5. Tijd verstreken sinds de laatste controle van het cholesterolgehalte (PR05_2) In België geeft 43% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat in de loop van de laatste twaalf maanden het cholesterolgehalte in hun bloed is gemeten. Deze periode situeert zich tussen de 1 en 2 jaar bij 12% van de populatie, tussen de 2 en 5 jaar bij 8% van de bevolking en is langer dan 5 jaar geleden voor 3% van de bevolking. De overige personen – 34% - geven aan dat ze nog nooit een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hebben. De tijd verstreken sinds de laatste controle van het cholesterolgehalte in het bloed varieert niet op een significante wijze tussen de regio’s : 45% in de loop van het afgelopen jaar in het Waals Gewest, 43% in het Vlaams Gewesten en 41% in het Brussels Gewest. In 1997 gaf 35% van de bevolking van 15 jaar of ouder aan dat ze een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan had in de loop van het afgelopen jaar. Dit percentage is in 2001 43%. Dit toont aan dat de globale evolutie voor wat betreft de controle van het cholesterolgehalte vooral aan recente veranderingen schatplichtig is. V.1.6. Melding van een te hoog cholesterolgehalte in het bloed (PR06_1) In België geeft 36% van diegenen (van 15 jaar of ouder) die reeds een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan heeft aan, dat hen ooit gemeld is dat hun cholesterolgehalte te hoog was. Dit percentage ligt significant hoger bij mannen (39%) dan bij vrouwen (33%) (Tabel 3.2.1.4.). Dit percentage stijgt met de leeftijd: het is reeds 13% bij diegene van 15 – 24 jaar en stijgt van dan om de hoogste waarde aan te nemen bij de 55 – 74 jarigen. Deze maximale waarde wordt sneller gehaald bij de mannen (52% bij de 55 – 64 jarigen) dan bij de vrouwen (56% bij de 65-74 jarigen)(Figuur 3.2.1.4. ).
1208
Gezondheidsenquête, België, 2001
Figuur 3.2.1.4 :
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Aantal personen (van 15 jaar of ouder) die reeds een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan heeft en die ooit te horen kreeg dat hun cholesterolgehalte te hoog was, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr06_1 BE
%
%
70
70
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
0
15-24 25-34
Mannen
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
%
Indicator pr06_1 BE
35-44 45-54
%
70
70
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0
0 15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
15-24
Mannen
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
Er kan geen significant verband vastgesteld worden tussen het opleidingsniveau en het feit of men ooit de melding heeft gekregen dat het cholesterolgehalte in het bloed te hoog was. Ook met urbanisatiegraad en verblijfplaats (regio) treden er geen significante verbanden op. In 1997 meldde 34% van de bevolking (van 15 jaar of meer) ervan op de hoogte te zijn gesteld dat zijn/haar cholesterolgehalte te hoog was. Deze proportie is ongeveer identiek aan deze van 2001 (36%). Het verschil is niet significant na controle voor leeftijd en geslacht. V.1.7. Behandeling van een te hoog cholesterolgehalte (PR07_1) In België, geeft 58% van de bevolking (van 15 jaar of meer) dat een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan heeft, aan een behandeling te volgen aanbevolen door een geneesheer omdat hun cholesterolgehalte te hoog was. Deze behandelingen kunnen in twee belangrijke groepen opgesplitst worden; verandering op het vlak van voedingsgewoonten en levensstijl en een behandeling met geneesmiddelen. Meer specifiek geeft 35% aan meer fysieke activiteiten te verrichten, 36% diende zijn het gewicht in de gaten te houden terwijl 56% aanbevolen werd minder vet te eten.
1209
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
Van de 5.600 personen die aangeven een behandeling aanbevolen door hun behandelende geneesheer te volgen omdat ze een te hoog cholesterolgehalte hebben, geven er bovendien 1.700 (zijnde 30%) aan cholesterolverlagende geneesmiddelen te nemen. Het percentage personen dat een controle van het cholesterolgehalte ondergaan heeft en dat aangeeft een behandeling aangeraden door geneesheer te volgen, is hoger in het Waals en Brussels Gewest (63-64%) in vergelijking met het Vlaams Gewest. Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd en geslacht V.1.8. Discussie en conclusies Het percentage personen dat aangeeft een controle van de bloeddruk gehad te hebben is ongetwijfeld onderschat, gezien sommigen wellicht vergeten zijn dat ze ooit gecontroleerd zijn geweest. Hetzelfde geldt voor het percentage personen die ooit gemeld kregen dat hun bloeddruk te hoog was. Ook dit zijn sommigen ongetwijfeld vergeten. 28% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) die een controle ondergingen, gaf aan ooit de melding te hebben gekregen dat hun bloeddruk te hoog was. Dit percentage kan relatief hoog lijken (dit in tegenstelling tot de vermoede onderschatting) wanneer men dat in bevolkingsenquêtes die gekoppeld worden aan een klinisch onderzoek (in basale omstandigheden) een ‘verhoogde bloeddruk’ ((> 140/ 90 mm Hg) eerder bij 15% van de bevolking terug gevonden kan worden. Hierbij dient echter vermeld te worden dat de 28% waarvan sprake verwijst naar een “gecumuleerde incidentie” in de loop van het leven; het is dan ook logisch dat de waarde ervan groter zal zijn dan een puntprevalentie op een bepaald moment. Bovendien mag niet vergeten worden dat de bloeddruk een zeer gevoelige parameter is, direct beïnvloed door de gebeurtenissen in het alledaags leven (stress, AINS, het effect van witte jassen). Er kan een samenhang onderkent worden tussen het opleidingsniveau en de melding van een te hoge bloeddruk; deze samenhang kan mogelijkerwijs verklaard worden door te wijzen op de hogere prevalentie van obesitas in de lagere socio-economische groepen (terwijl deze samenhang minder evident is voor de cholesterol). Het zou dan ook nuttig zijn met dit gegeven rekening te houden om de relatie na te gaan tussen het opleidingsniveau en de melding van een te hoge bloeddruk. Het percentage personen dat aangeeft een controle van de cholesterolgehalte gehad te hebben is ongetwijfeld onderschat, gezien sommigen wellicht vergeten zijn dat ze ooit gecontroleerd zijn geweest. Hetzelfde geldt voor het percentage personen die ooit gemeld kregen dat hun cholesterolgehalte te hoog was. Ook dit zijn sommigen ongetwijfeld vergeten. 62% van de volwassen bevolking (20-64 jaar) geeft in de loop van de afgelopen vijf jaar op cholesterol gecontroleerd te zijn geweest. In bijna de helft van de gevallen werd deze controle tijdens de laatste 12 maanden doorgevoerd, wat er op wijst dat dergelijke controles op een ‘routinematige’ wijze gebeuren. Het zou interessant zijn te weten of dergelijke controles gebeuren wanneer de betrokkene nuchter is of niet. Minder opgeleide personen geven in hoger mate aan een controle van een cholesterolgehalte ondergaan te hebben. Zelfs indien moet vastgesteld worden dat de verschillen met de andere opleidingsniveaus niet significant, lijkt deze bevinding omgekeerd te zijn met de resultaten van 1997. 36% van diegenen die een controle van het cholesterolgehalte hebben ondergaan, kregen te horen dat dit gehalte te hoog was: dit cijfer komt overeen met hetgeen verwacht kan worden indien een grenswaarde van 250 mg/l wordt gehanteerd. Niets wijst er echter op dat een cholesterolgehalte dat hoger ligt dan deze grenswaardig toxisch zou zijn. Integendeel zijn er indicaties dat de aders zeer gevoelig kunnen zijn voor een cholesterolgehalte dat lager ligt dan deze grenswaarde.
1210
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
De resultaten in verband met de vroegtijdige opsporing van een te hoge bloeddruk zijn niet veranderd in 2001 (in vergelijking met 1997 – er moet evenwel gesteld worden dat in beide jaren de cijfers al zeer hoog zijn). De situatie is verschillend voor wat betreft de vroegtijdige opsporing van een hoog cholesterolgehalte: de cijfers voor wat betreft de opsporing in de loop van de afgelopen vijf jaar, zijn gestegen van 56% tot 63% in 2001. Deze evolutie kan wellicht verklaard worden door de veroudering van de bevolking en de beschikbaarheid en van hypolipimiërende behandelingen (vooral statines). Opgemerkt moet worden dat het gebruik van statines met een factor 5 is toegenomen tussen 1997 en 2001 (IFSTAT report n° 7, mei 2002). De proportie patiënten die een behandeling volgen (verandering van levensstijl of een behandeling met geneesmiddelen) is twee maal groter (of toch bijna) dan de populatie met een te hoog cholesterolgehalte. Deze paradox is verrassend, als ze tenminste correct is. Dit zou er kunnen op wijzen dat de geneesheren begrepen hebben dat het nuttig is een behandeling voor te stellen (wijziging voedingsgewoonten, lichaamsverlies, fysieke activiteit, geneesmiddelen) aan die personen waarvan het cholesterolgehalte in het bloed slechts iets te hoog is. Het cijfer van 30% van de bevolking aangeeft cholesterolverlagende middelen te nemen, lijkt zeer hoog te zijn. Recente enquêtes in algemene geneeskunde (bijvoorbeeld CHD-Monitor, Institut Bordet, Professor Grivegnée), toonde aan dat ongeveer 10% van de patiënten statines gebruikte, wat meer dan de helft van hypolipimiërende behandelingen vertegenwoordigde. De prevalentie van een hypolipimiërende behandeling bij patiënten die hun huisarts consulteren is maximaal 15%. Dit cijfer is uiteraard deels vertekend, gezien dergelijke patiënten vaak hun huisarts consulteren omwille van een voorschrift. Op het niveau van de bevolking (willekeurig samengestelde steekproef) lijk het cijfer van 30% zeer hoog te zijn. Het zo dan ook nuttig zijn om dit cijfer te valideren via – bijvoorbeeld – het vergelijken met de resultaten van deze enquête voor wat het gebruik van geneesmiddelen betreft. Het is belangrijk te onderlijnen dat er geen regionale verschillen terug gevonden kunnen worden voor wat betreft de vroegtijdige opsporing van een te hoge bloeddruk of van een te hoog cholesterolgehalte in het bloed. Het zou nuttig zijn, in het kader van een geïntegreerde benadering van cardiovasculaire risicofactoren, de mogelijke samenhang te bestuderen van meerdere factoren zoals een te hoge bloeddruk, een te hoog cholesterolgehalte maar ook de suikerspiegel, het gebruik van tabak, overgewicht,… Een bijkomende analyse zou ook dieper kunnen ingaan op de mogelijke gedragswijzigingen als antwoord op een te hoog cholesterolgehalte in het bloed en dit in functie van socio-economische karakteristieken. Dit zou toelaten om operationele conclusies te trekken met het oog op een gericht preventiecampagne.
1211
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Tabel 3.2.1.1 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) dat aangaf een controle van de bloeddruk ondergaan te hebben in de loop van de afgelopen vijf jaar, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR02_1 - België
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
89,8 94,2
91,4 95,1
(90,0-92,6) (94,1-95,9)
4216 4608
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
81,6 91,0 90,1 92,9 96,5 97,6 97,7
82,0 91,3 90,5 93,2 96,6 97,6 97,6
(77,7-85,7) (89,0-93,2) (88,4-92,3) (91,2-94,8) (95,2-97,6) (96,4-98,4) (95,6-98,7)
955 1512 1734 1524 1246 1119 734
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
91,5 92,5 92,6 91,3 92,4
93,4 89,8 93,8 93,7 94,7
(77,3-98,3) (85,7-92,8) (91,9-95,3) (92,1-95,0) (93,5-95,7)
163 1204 1662 2543 2976
URBANISATIEGRAAD Brussel Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
90,2 91,0 92,7 92,4
91,8 92,7 94,1 93,7
(90,3-93,1) (90,5-94,4) (92,7-95,2) (92,1-95,0)
2098 1442 2964 2320
VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest
92,6 90,2 91,4
94,1 91,8 92,9
(92,9-95,0) (90,3-93,1) (91,1-94,3)
3188 2098 3538
JAAR 1997 2001
90,9 92,1
93,2 93,5
(92,3-94,0) (92,6-94,2)
7941 8824
1212
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 3.2.1.2 :
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) die tijdens een controle te horen kreeg dat hun bloeddruk te hoog was, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR03_1 - België
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
26,3 28,6
23,8 25,3
(21,8-25,9) (23,3-27,4)
3854 4373
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
10,5 15,1 17,5 27,5 39,2 46,6 49,9
10,5 15,1 17,5 27,5 39,2 46,5 49,7
( 7,9-13,8) (12,3-18,4) (15,0-20,3) (24,4-30,8) (35,5-43,0) (41,9-51,2) (43,9-55,4)
799 1361 1596 1462 1201 1090 718
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
25,7 44,2 34,0 24,7 20,0
18,4 30,1 28,6 24,3 20,9
( 9,9-31,7) (26,0-34,6) (25,3-32,2) (21,9-26,9) (18,7-23,3)
149 1139 1532 2386 2773
URBANISATIEGRAAD Brussel Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
26,4 28,2 27,5 27,5
22,8 25,2 24,7 24,6
(20,6-25,1) (21,8-29,0) (22,6-27,1) (22,0-27,3)
1937 1324 2779 2187
VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest
27,2 26,4 28,7
24,4 22,8 25,5
(22,5-26,5) (20,6-25,1) (23,2-28,0)
2984 1937 3306
JAAR 1997 2001
26,9 27,5
26,9 24,8
(25,3-28,6) (23,4-26,3)
7307 8227
1213
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Tabel 3.2.1.3 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) dat aangaf een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan te hebben, naar leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR05_1 – België
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
61,7 64,6
61,7 64,5
(59,2-64,0) (62,1-66,8)
3945 4353
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
17,2 46,0 58,5 73,2 81,0 88,4 82,4
17,1 46,1 58,5 73,2 81,0 88,3 82,2
(13,9-20,9) (41,9-50,3) (55,1-61,9) (69,9-76,3) (78,0-83,7) (85,4-90,8) (77,5-86,2)
864 1365 1622 1454 1216 1088 689
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
59,4 74,6 64,0 60,8 60,1
56,5 61,0 59,7 63,7 65,5
(38,4-73,0) (55,6-66,1) (55,7-63,6) (60,6-66,7) (62,2-68,7)
146 1149 1566 2399 2775
URBANISATIEGRAAD Brussel Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
62,4 60,4 64,8 62,9
62,2 61,0 64,6 62,6
(59,2-65,2) (56,6-65,3) (61,7-67,5) (59,4-65,7)
1990 1336 2749 2223
VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest
62,2 62,4 65,8
61,8 62,2 66,5
(59,4-64,1) (59,2-65,2) (63,2-69,7)
2917 1990 3391
JAAR 1997 2001
55,7 63,2
59,2 63,2
(57,2-61,2) (61,5-64,9)
7476 8298
1214
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 3.2.1.4 :
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) dat tijdens een controle te horen kreeg dat het cholesterolgehalte in het bloed te hoog was, volgens geslacht en leeftijd, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR06_1 - België
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
39,2 33,1
32,8 27,0
(29,8-36,0) (24,4-29,8)
2607 3000
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
12,8 21,4 23,2 34,0 49,1 51,9 40,0
12,8 21,5 23,1 33,9 49,0 52,1 40,7
( 7,6-20,8) (17,6-26,0) (19,8-26,8) (30,1-37,9) (44,6-53,4) (47,1-57,1) (34,2-47,7)
204 692 1036 1130 1017 947 581
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
45,8 39,1 39,9 35,6 31,7
38,1 26,3 30,2 31,3 29,3
(20,8-58,9) (21,5-31,7) (25,9-34,9) (27,7-35,1) (26,0-32,8)
91 865 1061 1576 1849
URBANISATIEGRAAD Brussel Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
34,2 34,9 37,1 35,4
27,8 28,4 31,3 29,0
(24,7-31,2) (24,2-33,0) (28,0-34,8) (25,5-32,7)
1325 887 1898 1497
VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest
36,9 34,2 34,4
30,6 27,8 28,7
(27,6-33,7) (24,7-31,2) (25,7-31,9)
1904 1325 2378
JAAR 1997 2001
33,8 35,9
31,0 31,5
(28,8-33,3) (29,5-33,5)
4611 5607
1215
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
V.2. Vlaams Gewest V.2.1. Controle van de bloeddruk in de loop van de laatste vijf jaar (PR02_1) In het Vlaams Gewest geeft 92% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat hun bloeddruk gecontroleerd werd in de loop van de vijf afgelopen jaren. Omgekeerd stelt 8% dat hun bloeddruk niet in deze referentieperiode gecontroleerd werd. 91% van de mannen hebben een controle van de bloeddruk ondergaan en 94% van de vrouwen. De mate waarin de bloeddruk gecontroleerd, werd stijgt met de leeftijd, maar de percentages zijn in alle leeftijdsgroepen hoe dan ook zeer hoog. In geen enkele leeftijdsgroep – behalve deze voor mannen van 15-24 (75%) jaar – zakken deze percentages onder de 80% (Figuur 3.2.2.1). Figuur 3.2.2.1 :
Aantal personen (in %) van 15 jaar of ouder die aangeeft een controle van de bloeddruk ondergaan te hebben in de loop van de vijf laatste jaren, volgens geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr02_1 VL
% 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
%
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
Mannen
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
15-24 25-34
35-44 45-54
55-64 65-74
75 +
Vrouwen
Er kan geen samenhang vastgesteld worden tussen de mate waarin een controle van de bloeddruk werd ondergaan en het opleidingsniveau. Evenmin varieert de controle in functie van de urbanisatiegraad. In 1997 gaf 93% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) dat ze een controle van de bloeddruk ondergaan hebben in de loop van de vijf afgelopen jaren. De resultaten vastgesteld in 2001 zijn hiermee quasi identiek (92%). V.2.2. Tijd verstreken sinds de laatste controle van de bloeddruk (PR02_2) In het Vlaams Gewest gaf 78% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze een controle van de bloeddruk ondergaan heeft in de loop van de laatste twaalf maanden..Voor 10% van de bevolking vond deze laatste controle 1 tot 2 jaar geleden plaats, bij 5% van de bevolking tussen de 3 en 5 jaar geleden terwijl 5% aangeeft dat dit reeds meer dan 5 jaar geleden is gebeurd. Tenslotte geeft 7 à 8% van de betrokken populatie aan dat hun bloeddruk nog nooit is gecontroleerd.
1216
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Een recente controle (< 1 jaar) komt bij vrouwen het meest frequent voor (81% in plaats van 75% bij de mannen). In 1997 gaf 76% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat hun bloeddruk werd gecontroleerd in de loop van de afgelopen twaalf maanden. Dit percentage is toegenomen tot 78% in 2001. Alhoewel dit verschil niet significant is, is het interessant de toekomstige evolutie op dit terrein na te gaan. V.2.3. Melding van een te hoge bloeddruk (PR03_1) In het Vlaams Gewest gaf 27% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze ooit – tijdens een controle – te horen kreeg dat hun bloeddruk te hoog was. Dit percentage stijgt met de leeftijd om 52% te bedragen bij die personen van 75 jaar of ouder (Figuur 3.2.2.2.). Figuur 3.2.2.2 :
Aantal personen (in %) van 15 jaar of ouder dat aangeeft dat ze ooit tijdens een controle van de bloeddruk te horen kreeg dat ze een te hoge bloeddruk hadden, volgens geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr03_1 VL
%
%
70
70
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
0
15-24 25-34
Mannen
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
%
Indicator pr03_1 VL
35-44 45-54
%
70
70
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0
0 15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Mannen
15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
Er kan een duidelijke samenhang worden vastgesteld tussen het opleidingsniveau en de melding van een te hoge bloeddruk. Deze verschillen blijven bestaan na correctie voor leeftijd en geslacht en zijn significant voor: die personen die slechts lager onderwijs gevolgd hebben (48%) die personen die hoger onderwijs gevolgd hebben (23%)
1217
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
De melding van een te hoge bloeddruk varieert niet in functie van de urbanisatiegraad. In 1997, gaf 26% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze ooit ervan op de hoogte waren gesteld dat hun bloeddruk te hoog was. Dit percentage is identiek met dit van 2001 (27%). V.2.4. Controle van het cholesterolniveau in de loop van de laatste vijf jaar (PR04_1, PR05_1) In het Vlaams Gewest gaf 66% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze reeds minstens eenmaal tijdens hun leven een controle van het cholesterolgehalte in het bloed gehad hebben. 62% van de bevolking (van 15 of ouder) gaf aan een controle van het cholesterolgehalte gehad te hebben in de loop van de afgelopen vijf jaar. Omgekeerd stelt 38% dat ze geen controle van het cholesterolgehalte gehad te hebben in de loop van deze periode. Bij de personen van 20 tot 65 jaar, stelt 60% dat ze een controle van het cholesterolgehalte in de loop van de laatste vijf jaar gehad hebben. De controle op een te hoog cholesterolgehalte (in de loop van de afgelopen vijf jaar) stijgt stelselmatig met de leeftijd : van reeds 44% bij de 25-34 jarigen (39% bij de mannen en 48% bij de vrouwen) om uiteindelijk bijna 91% te bedragen bij diegenen van 65-74 jarigen (Figuur 3.2.2.3). Figuur 3.2.2.3 :
Aantal personen (van 15 jaar of ouder) dat aangaf een controle van het cholesterolgehalte gehad te hebben in de loop van de laatste vijf jaar, volgens geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr05_1 VL
% 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
%
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
15-24 25-34
Mannen
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
%
Indicator pr05_1 VL
35-44 45-54
%
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Mannen
15-24
25-34
35-44
45-54
Vrouwen
1218
55-64
65-74
75 +
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
De mate waarin mensen een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hebben, lijkt op het eerste zicht gelieerd te zijn met het opleidingsniveau: 76% van diegenen die niet minstens een diploma hoger secundair onderwijs gehaald hebben werd gecontroleerd tegen slechts 57% van diegenen die minstens het hoger secundair onderwijs heeft doorlopen. Hier kan een duidelijk verschil vastgesteld worden tussen de ruwe resultaten en de gecorrigeerde resultaten (Tabel 3.2.2.3). Dit is zonder twijfel te wijten aan de hoger correlatie tussen leeftijd en opleidingsniveau ; ouder personen die vaker personen met een relatief laag opleidingsniveau. Na correctie voor leeftijd en geslacht zijn de verschillen tussen de onderscheiden opleidingsniveau’s niet significant De mate waarin mensen aangeven een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan te hebben lijkt hoger te zijn in semi-stedelijke gebieden (65%) maar dit verschil is niet significant. In 1997 gaf 54% van de populatie (van 15 jaar of meer) aan dat ze een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hebben in de loop van de daaraan voorafgaande vijf jaar. Deze proportie is in 2001 62% wat een belangrijke toename betekent! V.2.5. Tijd verstreken sinds de laatste controle van het cholesterolgehalte (PR05_2) In het Vlaams Gewest geeft 43% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat in de loop van de laatste twaalf maanden het cholesterolgehalte in hun bloed is gemeten. Deze periode situeert zich tussen de 1 en 2 jaar bij 11% van de populatie, tussen 2 en 5 jaar bij 8% van de bevolking en is langer dan 5 jaar geleden voor 3% van de bevolking. De overige personen – 33% - geven aan dat ze nog nooit een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hebben. In 1997, gaf 34% van de bevolking van 15 jaar of ouder aan dat ze een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hebben in de loop van het afgelopen jaar. Dit percentage is in 2001 43%. Dit toont aan dat de globale evolutie voor wat betreft de controle van het cholesterolgehalte vooral aan recente veranderingen schatplichtig is. V.2.6. Melding van een te hoog cholesterolgehalte in het bloed (PR06_1) In het Vlaams Gewest geeft 37% van diegenen (van 15 jaar of ouder) die reeds een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan heeft, aan dat hen ooit gemeld was dat hun cholesterolgehalte te hoog was. Dit percentage ligt significant hoger bij mannen (40%) dan bij vrouwen (34%) (Tabel 3.2.2.4.). Dit percentage stijgt met de leeftijd: het is reeds 15% bij diegene van 15 – 24 jaar en stijgt van dan om een hoogste waarden aan te nemen bij de 55 – 74 jarigen. Deze maximale waarde wordt sneller gehaald bij de manen (52% bij de 55 – 64 jarigen) dan bij de vrouwen (57% bij de 65-74 jarigen)(Figuur 3.2.2.4. ).
1219
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Figuur 3.2.2.4 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Aantal personen (van 15 jaar of ouder) dat reeds een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan heeft en dat ooit te horen kreeg dat hun cholesterolgehalte te hoog was, volgens geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr06_1 VL
%
%
70
70
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
0
15-24 25-34
Mannen
35-44 45-54
55-64
65-74
75 +
Vrouwen %
Indicator pr06_1 VL
%
70
70
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0 15-24
0 15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
Mannen
Er kan geen significant verband vastgesteld worden tussen het opleidingsniveau en het feit ooit de melding te hebben gekregen dat het cholesterolgehalte in het bloed te hoog was. De melding een te hoog cholesterolgehalte in het bloed te hebben varieert niet in functie van de urbanisatiegraad. In 1997, meldde 34% van de bevolking (van 15 jaar of meer) ervan op de hoogte te zijn gesteld dat hun cholesterolgehalte te hoog was. Deze proportie is ongeveer dezelfde als deze van 2001 (36%). Het verschil is niet significant na controle voor leeftijd en geslacht. V.2.7. Behandeling van een te hoog cholesterolgehalte (PR07_1) In het Vlaams Gewest, geeft 54% van de bevolking (van 15 jaar of meer) dat een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan heeft, een behandeling te volgen aanbevolen door een geneesheer omdat hun cholesterolgehalte te hoog was. Deze behandelingen kunnen in twee belangrijke groepen opgesplitst worden; verandering op het vlak van voedingsgewoonten en levensstijl en een behandeling met geneesmiddelen. Van diegenen die een controle van het cholesterolgehalte ondergaan hebben en als gevolg van aanbevelingen van hun geneesheer (meerdere antwoorden mogelijk):
1220
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gaf 36% aan meer fysieke activiteiten te verrichten Gaf 27% aan het gewicht in de gaten te houden Gaf 61% aan minder vet te eten Daarnaast gaf van de 1.922 personen die aangaven een behandeling aanbevolen door hun behandelende geneesheer te volgen omdat ze een te hoog cholesterolgehalte hadden, er 493 (25%) aan cholesterolverlagende geneesmiddelen te nemen.
1221
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Tabel 3.2.2.1 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) dat aangaf een controle van de bloeddruk ondergaan te hebben in de loop van de afgelopen vijf jaar, volgens geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR02_1 - Vlaams Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
90,8 94,3
92,4 95,2
(90,7-93,9) (93,9-96,3)
1577 1611
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
82,5 92,7 91,3 92,4 96,3 98,5 97,2
82,8 92,9 91,5 92,7 96,5 98,6 97,1
(77,1-87,3) (90,0-95,0) (88,7-93,7) (89,9-94,7) (94,3-97,8) (97,0-99,3) (94,0-98,7)
369 539 616 548 488 401 227
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
91,5 93,8 93,7 92,3 91,9
93,8 91,1 95,1 94,4 94,3
(68,1-99,1) (86,1-94,4) (92,5-96,8) (92,5-95,9) (92,5-95,7)
60 425 617 1032 1013
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
91,1 92,8 93,6
92,7 94,3 94,7
(90,1-94,7) (92,6-95,6) (92,8-96,1)
745 1614 829
JAAR 1997 2001
92,5 92,6
94,4 93,9
(93,2-95,5) (92,8-94,9)
2838 3188
1222
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 3.2.2.2 :
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) die tijdens een controle te horen kreeg dat hun bloeddruk te hoog was, volgens geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR03_1 - Vlaams Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
25,8 28,4
23,4 25,2
(20,7-26,3) (22,4-28,2)
1443 1541
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
10,2 14,7 17,0 26,9 38,3 47,5 51,8
10,2 14,7 17,0 27,0 38,3 47,5 51,5
( 6,7-15,0) (11,1-19,1) (13,5-21,1) (22,8-31,5) (33,4-43,5) (41,1-54,0) (43,1-59,8)
308 496 578 520 471 394 217
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
24,8 48,0 32,9 22,7 19,4
16,5 31,9 27,8 22,9 21,1
( 6,7-35,0) (26,0-38,4) (23,2-32,9) (19,7-26,4) (18,1-24,4)
57 407 572 975 934
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
28,6 26,4 27,5
25,4 23,5 24,9
(21,4-30,0) (20,9-26,3) (21,0-29,2)
696 1510 778
JAAR 1997 2001
25,5 27,2
25,8 24,4
(23,4-28,2) (22,4-26,5)
2668 2984
1223
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Tabel 3.2.2.3 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) dat aangaf een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan te hebben, naar leeftijd en geslacht, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR05_1 - Vlaams Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
60,8 63,5
60,7 63,3
(57,4-63,9) (60,0-66,5)
1417 1500
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
16,1 43,6 58,2 71,8 78,3 90,7 80,2
16,1 43,6 58,2 71,8 78,4 90,7 80,0
(12,1-21,1) (38,1-49,2) (53,5-62,8) (67,2-76,0) (74,1-82,1) (86,8-93,5) (72,8-85,7)
300 470 562 511 474 392 208
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
63,9 76,4 63,1 59,9 56,7
64,4 60,1 58,9 62,7 63,3
(42,2-81,7) (52,2-67,5) (53,3-64,2) (58,4-66,8) (58,9-67,5)
57 399 564 934 922
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
59,2 64,6 60,4
59,5 64,4 59,8
(54,7-64,1) (60,8-67,8) (55,1-64,4)
684 1470 763
JAAR 1997 2001
54,1 62,2
57,1 61,8
(54,1-60,1) (59,4-64,1)
2637 2917
1224
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 3.2.2.4 :
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) dat tijdens een controle te horen kreeg dat het cholesterolgehalte in het bloed te hoog was, volgens geslacht en leeftijd, Vlaams Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR06_1 - Vlaams Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
40,2 34,1
33,8 28,1
(29,5-38,4) (24,4-32,2)
910 994
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
14,7 22,3 22,9 34,5 50,4 53,2 41,2
14,6 22,5 22,8 34,5 50,3 53,4 41,9
( 7,2-27,5) (17,1-29,1) (18,2-28,3) (29,3-40,2) (44,0-56,6) (46,5-60,1) (32,2-52,2)
64 221 347 380 379 348 165
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
49,4 38,7 39,9 37,1 32,6
42,3 24,0 29,8 33,2 31,0
(20,6-67,4) (17,7-31,7) (23,8-36,5) (28,1-38,6) (26,3-36,2)
36 299 361 597 580
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
36,7 37,1 36,8
30,1 31,5 30,1
(24,9-35,8) (27,4-35,9) (24,8-36,0)
443 984 477
JAAR 1997 2001
34,2 36,9
30,5 31,6
(27,2-34,0) (28,6-34,7)
1550 1904
1225
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
V.3. Brussels Gewest V.3.1. Controle van de bloeddruk in de loop van de laatste vijf jaar (PR02_1) In het Brussels Gewest geeft 90% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat hun bloeddruk gecontroleerd werd in de loop van de vijf afgelopen jaren. Omgekeerd stelt 10% dat hun bloeddruk niet in deze referentieperiode gecontroleerd werd. 84% van de mannen hebben een controle van de bloeddruk ondergaan en 94% van de vrouwen. De mate waarin de bloeddruk gecontroleerd, werd stijgt met de leeftijd, maar de percentages zijn in alle leeftijdsgroepen hoe dan ook zeer hoog. In geen enkele leeftijdsgroep – behalve deze voor mannen van 35-44 jaar (76%) – zakken deze percentages onder de 80% (Figuur 3.2.3.1). Figuur 3.2.3.1 :
Aantal personen (in %) van 15 jaar of ouder die aangeeft een controle van de bloeddruk ondergaan te hebben in de loop van de vijf laatste jaren, volgens geslacht en leeftijd, Brussels Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr02_1 BR
% 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
%
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
Mannen
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
15-24 25-34
35-44 45-54
55-64 65-74
75 +
Vrouwen
Er kan geen samenhang vastgesteld worden tussen de mate waarin een controle van de bloeddruk werd ondergaan en het opleidingsniveau. In 1997 gaf 87% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) dat ze een controle van de bloeddruk ondergaan hebben in de loop van de vijf afgelopen jaren. De resultaten vastgesteld in 2001 zijn hiermee vergeleken iets hoger (90%), maar dit verschil is evenwel niet significant na correctie voor geslacht en leeftijd (Tabel 3.2.3.1). Onder de inwoners van het Brussels Gewest, geeft 92% met een Belgische nationaliteit aan dat hun bloeddruk werd gecontroleerd in de loop van de vijf afgelopen jaren. Deze proportie is 85% bij de Europese niet-Belgen en 74% bij de niet Europese niet-Belgen. Deze verschillen zijn evenwel niet significant, niet alleen na correctie voor geslacht en leeftijd, maar ook na controle voor het opleidingsniveau
1226
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
V.3.2. Tijd verstreken sinds de laatste controle van de bloeddruk (PR02_2) In het Brussels Gewest gaf 75% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze een controle van de bloeddruk ondergaan heeft in de loop van de laatste twaalf maanden..Voor 10% van de bevolking vond deze laatste controle 1 tot 2 jaar geleden plaats, bij 5% van de bevolking tussen de 3 en 5 jaar geleden terwijl 2% aangeeft dat dit reeds meer dan 5 jaar geleden is gebeurd. Tenslotte geeft 8 à 9% van de betrokken populatie aan dat hun bloeddruk nog nooit is gecontroleerd. Een recente controle (< 1 jaar) komt bij vrouwen het meest frequent voor (81% in plaats van 75% bij de mannen). In 1997 gaf 72% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat hun bloeddruk werd gecontroleerd in de loop van de afgelopen twaalf maanden. Dit percentage is toegenomen tot 75% in 2001. Alhoewel dit verschil niet significant is, is het interessant de toekomstige evolutie op dit terrein na te gaan. V.3.3. Melding van een te hoge bloeddruk (PR03_1) In het Brussels Gewest gaf 26% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze ooit – tijdens een controle – te horen kreeg dat hun bloeddruk te hoog was. Dit percentage stijgt met de leeftijd om 41% te bedragen bij die personen van 75 jaar of ouder (Figuur 3.2.3.2.). Figuur 3.2.3.2 :
Aantal personen (in %) van 15 jaar of ouder dat aangeeft dat ze ooit tijdens een controle van de bloeddruk te horen kreeg dat ze een te hoge bloeddruk hadden, volgens geslacht en leeftijd, Brussels Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr03_1 BR
%
%
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
0
15-24 25-34
Mannen
35-44 45-54
55-64
65-74
75 +
Vrouwen %
%
60
Indicator pr03_1 BR
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0 15-24
0 15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Mannen
1227
25-34
35-44
45-54
Vrouwen
55-64
65-74
75 +
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
Er kan een duidelijke samenhang worden vastgesteld tussen het opleidingsniveau en de melding van een te hoge bloeddruk. Deze verschillen blijven bestaan na correctie voor leeftijd en geslacht en zijn significant voor: die personen die slechts lager onderwijs gevolgd hebben (34%) die personen die hoger onderwijs gevolgd hebben (21%) De melding van een te hoge bloeddruk varieert niet in functie van de urbanisatiegraad. In 1997, gaf 27% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze ooit ervan op de hoogte waren gesteld dat hun bloeddruk te hoog was. Dit percentage is identiek met dit van 2001 (26%). Onder die personen met een Belgische nationaliteit, gaf 28% aan ooit de melding van een te hoge bloeddruk gekregen te hebben. Dit percentage is 17% bij de niet Belgen (al dan niet van Europese oorsprong). Dit verschil is noch na correctie voor geslacht en leeftijd, noch na correctie voor opleidingsniveau significant. Er dient wel gemeld te worden dat er relatief weinig niet Belgen in de steekproef waren opgenomen : 192 Europese en 122 niet Europese. V.3.4. Controle van het cholesterolniveau in de loop van de laatste vijf jaar (PR04_1, PR05_1) In het Brussels Gewest gaf 65% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze reeds minstens eenmaal tijdens hun leven een controle van het cholesterolgehalte in het bloed gehad hebben. 62% van de bevolking (van 15 of ouder) gaf aan een controle van het cholesterolgehalte gehad te hebben in de loop van de afgelopen vijf jaar. Omgekeerd stelt 38% dat ze geen controle van het cholesterolgehalte gehad te hebben in de loop van deze periode. Bij de personen van 20 tot 65 jaar, stelt 61% dat ze een controle van het cholesterolgehalte in de loop van de laatste vijf jaar gehad hebben. De controle op een te hoog cholesterolgehalte (in de loop van de afgelopen vijf jaar) stijgt stelselmatig met de leeftijd : van reeds 42% bij de 25-34 jarigen (33% bij de mannen en 50% bij de vrouwen) om uiteindelijk bijna 89% te bedragen bij diegenen van 65-74 jarigen (Figuur 3.2.3.3).
1228
Gezondheidsenquête, België, 2001
Figuur 3.2.3.3 :
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Aantal personen (van 15 jaar of ouder) dat aangaf een controle van het cholesterolgehalte gehad te hebben in de loop van de laatste vijf jaar, volgens geslacht en leeftijd, Brussels Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr05_1 BR
% 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
%
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
15-24 25-34
Mannen
35-44 45-54
55-64
65-74
75 +
Vrouwen %
Indicator pr05_1 BR
%
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
15-24 15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
Mannen
De mate waarin mensen aangeven een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan te hebben, hangt niet samen met het opleidingsniveau. In 1997 gaf 54% van de populatie (van 15 jaar of meer) aan dat ze een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hebben in de loop van de daaraan voorafgaande vijf jaar. Deze proportie is in 2001 62% wat een belangrijke toename betekent, zelfs al is ze niet statistisch significant. Van deze personen met de Belgische nationaliteit, geeft 65% aan dat ze een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan te hebben. Dit percentage is 60% bij de Europese niet-Belgen en 38% bij de niet Europese niet-Belgen (38%). Het verschil tussen de Belgen en de niet Europese niet-Belgen is zowel significant na controle voor geslacht en leeftijd als na controle voor opleidingsniveau.
1229
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
V.3.5. Tijd verstreken sinds de laatste controle van het cholesterolgehalte (PR05_2) In het Brussels Gewest gaf 41% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat in de loop van de laatste twaalf maanden het cholesterolgehalte in hun bloed is gemeten. Deze periode situeert zich tussen de 1 en 2 jaar bij 14% van de populatie, tussen 2 en 5 jaar bij 8% van de bevolking en is langer dan 5 jaar geleden voor 2% van de bevolking. De overige personen – 35% - geven aan dat ze nog nooit een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hebben. In 1997, gaf 36% van de bevolking van 15 jaar of ouder aan dat ze een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hebben in de loop van het afgelopen jaar. Dit percentage is in 2001 41%. Dit toont aan dat de globale evolutie voor wat betreft de controle van het cholesterolgehalte vooral aan recente veranderingen schatplichtig is. V.3.6. Melding van een te hoog cholesterolgehalte in het bloed (PR06_1) In het Brussels Gewest geeft 34% van diegenen (van 15 jaar of ouder) die reeds een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan heeft, aan dat hen ooit gemeld was dat hun cholesterolgehalte te hoog was. Dit percentage stijgt met de leeftijd: het is reeds 22% bij diegene van 15 – 24 jaar en stijgt van dan om een hoogste waarden aan te nemen bij de 55 – 74 jarigen. Deze maximale waarde wordt sneller gehaald bij de manen (50% bij de 55 – 64 jarigen) dan bij de vrouwen (56% bij de 65-74 jarigen)(Figuur 3.2.3.4.).
1230
Gezondheidsenquête, België, 2001
Figuur 3.2.3.4 :
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Aantal personen (van 15 jaar of ouder) dat reeds een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan heeft en dat ooit te horen kreeg dat hun cholesterolgehalte te hoog was, volgens geslacht en leeftijd, Brussels Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr06_1 BR
%
%
70
70
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
0
15-24 25-34
Mannen
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
%
Indicator pr06_1 BR
35-44 45-54
%
70
70
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0
0 15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
15-24
Mannen
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
Er kan geen significant verband vastgesteld worden tussen het opleidingsniveau en het feit ooit de melding te hebben gekregen dat het cholesterolgehalte in het bloed te hoog was. In 1997, meldde 32% van de bevolking (van 15 jaar of meer) ervan op de hoogte te zijn gesteld dat hun cholesterolgehalte te hoog was. Deze proportie is ongeveer dezelfde als deze van 2001 (34%). Het verschil is niet significant na controle voor leeftijd en geslacht. Onder die personen met de Belgische nationaliteit die minstens 15 jaar zijn en die een controle ondergaan hebben, geeft 36% aan ooit geïnformeerd te zijn geweest dat hun cholesterolgehalte in het bloed te hoog was. Dit percentage is 27% bij de Europese niet-Belgen en 22% bij de niet Europese niet-Belgen. De verschillen zijn echter niet significant na correctie voor geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. V.3.7. Behandeling van een te hoog cholesterolgehalte (PR07_1) In het Brussels Gewest, geeft 63% van de bevolking (van 15 jaar of meer) dat een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan heeft, een behandeling te volgen aanbevolen door een geneesheer omdat hun cholesterolgehalte te hoog was. Deze behandelingen kunnen in twee belangrijke groepen opgesplitst worden; verandering op het vlak van voedingsgewoonten en levensstijl en een behandeling met geneesmiddelen.
1231
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
Van diegenen die een controle van het cholesterolgehalte ondergaan hebben en als gevolg van aanbevelingen van hun geneesheer (meerdere antwoorden mogelijk): Gaf 39% aan meer fysieke activiteiten te verrichten Gaf 41% aan het gewicht in de gaten te houden Gaf 54% aan minder vet te eten Daarnaast gaf van de 1.336 personen die aangaven een behandeling aanbevolen door hun behandelende geneesheer te volgen omdat ze een te hoog cholesterolgehalte hadden, er 406 (30%) aan cholesterolverlagende geneesmiddelen te nemen.
1232
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 3.2.3.1 :
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) dat aangaf een controle van de bloeddruk ondergaan te hebben in de loop van de afgelopen vijf jaar, volgens geslacht en leeftijd, Brussels Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR02_1 - Brussels Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
86,1 93,9
88,2 94,7
(85,7-90,4) (93,0-96,1)
967 1131
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
85,1 85,4 83,7 93,2 95,2 95,3 98,5
85,8 86,4 84,6 93,7 95,5 95,5 98,4
(79,5-90,4) (82,4-89,6) (80,3-88,2) (90,1-96,1) (92,3-97,4) (91,7-97,6) (95,7-99,4)
194 402 437 334 261 245 225
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
86,0 88,9 88,0 92,1 90,9
87,8 88,8 90,0 93,8 93,5
(75,4-94,4) (82,7-93,0) (85,7-93,1) (90,8-95,8) (91,5-95,1)
57 266 298 481 898
JAAR 1997 2001
86,6 90,2
89,2 91,5
(86,8-91,1) (90,0-92,9)
2294 2098
1233
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Tabel 3.2.3.2 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) die tijdens een controle te horen kreeg dat hun bloeddruk te hoog was, volgens geslacht en leeftijd, Brussels Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR03_1 - Brussels Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
23,8 28,5
21,3 25,1
(18,2-24,7) (22,2-28,3)
866 1071
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
10,8 16,5 15,5 25,5 40,1 41,9 41,5
10,8 16,5 15,4 25,5 40,0 41,7 40,8
( 6,5-17,3) (12,7-21,1) (11,8-19,8) (20,5-31,3) (33,4-46,9) (35,0-48,6) (34,0-48,0)
168 350 391 314 252 240 222
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
25,6 33,9 32,1 28,2 21,1
22,5 27,0 27,1 24,8 19,9
(13,0-36,1) (21,2-33,6) (21,3-33,9) (20,4-29,9) (16,9-23,3)
49 241 271 460 831
JAAR 1997 2001
26,8 26,4
25,8 23,5
(23,2-28,5) (21,4-25,9)
2062 1937
1234
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 3.2.3.3 :
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) dat aangaf een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan te hebben, naar leeftijd en geslacht, Brussels Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR05_1 - Brussels Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
59,0 65,5
59,2 65,9
(54,6-63,6) (62,2-69,5)
916 1074
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
19,2 41,7 55,5 74,5 81,1 89,1 81,3
19,0 41,8 55,6 74,6 81,2 89,2 80,8
(13,4-26,3) (36,1-47,7) (50,2-60,9) (68,7-79,7) (73,6-87,0) (84,1-92,7) (74,1-86,1)
184 372 414 318 251 235 216
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
50,5 68,2 57,6 61,8 64,0
47,1 62,8 54,1 60,1 68,4
(25,4-70,0) (54,1-70,8) (45,2-62,7) (53,7-66,2) (64,2-72,4)
51 244 287 473 840
JAAR 1997 2001
54,7 62,4
57,7 62,6
(54,1-61,3) (59,6-65,5)
2163 1990
1235
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Tabel 3.2.3.4 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) dat tijdens een controle te horen kreeg dat het cholesterolgehalte in het bloed te hoog was, volgens geslacht en leeftijd, Brussels Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR06_1 - Brussels Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
36,5 32,4
31,5 27,6
(26,8-36,8) (23,5-32,2)
573 752
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
22,0 16,3 23,6 32,7 42,7 49,9 38,4
22,0 16,4 23,5 32,7 42,7 50,1 38,9
(10,6-40,3) (11,4-23,2) (18,4-29,5) (26,6-39,5) (35,7-50,0) (42,4-57,7) (31,4-46,9)
39 179 254 248 211 213 181
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
28,1 36,0 39,5 38,0 29,8
22,5 29,1 33,8 32,5 27,8
( 9,7-43,9) (21,1-38,6) (26,4-42,0) (25,7-40,1) (23,5-32,7)
25 174 191 308 570
JAAR 1997 2001
32,0 34,2
30,1 31,4
(26,3-34,1) (28,2-34,8)
1320 1325
1236
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
V.4. Waals Gewest V.4.1. Controle van de bloeddruk in de loop van de laatste vijf jaar (PR02_1) In het Waals Gewest geeft 91% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat hun bloeddruk gecontroleerd werd in de loop van de vijf afgelopen jaren. Omgekeerd stelt 9% dat hun bloeddruk niet in deze referentieperiode gecontroleerd werd. 88% van de mannen hebben een controle van de bloeddruk ondergaan en 94% van de vrouwen. Dit verschil is significant na correctie voor leeftijd (Tabel 3.2.4.1.). De mate waarin de bloeddruk gecontroleerd, werd stijgt met de leeftijd, maar de percentages zijn in alle leeftijdsgroepen hoe dan ook zeer hoog. In geen enkele leeftijdsgroep – behalve deze voor mannen van 15-24 jaar (69%) – zakken deze percentages onder de 80% (Figuur 3.2.4.1). Figuur 3.2.4.1 :
Aantal personen (in %) van 15 jaar of ouder die aangeeft een controle van de bloeddruk ondergaan te hebben in de loop van de vijf laatste jaren, volgens geslacht en leeftijd, Waals Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr02_1 WA
% 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
%
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
Mannen
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
15-24 25-34
35-44 45-54
55-64 65-74
75 +
Vrouwen
De mate waarin een controle van de bloeddruk werd ondergaan en het opleidingsniveau lijkt iets toe te nemen naarmate het opleidingsniveau stijgt. De controle van de bloeddruk varieert verschilt nauwelijks van de ene regio tot de andere. In 1997 gaf 89% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) dat ze een controle van de bloeddruk ondergaan hebben in de loop van de vijf afgelopen jaren. De resultaten vastgesteld in 2001 zijn hiermee quasi identiek (91%). V.3.2. Tijd verstreken sinds de laatste controle van de bloeddruk (PR02_2) In het Waals Gewest gaf 77% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze een controle van de bloeddruk ondergaan heeft in de loop van de laatste twaalf maanden..Voor 10% van de bevolking vond deze laatste controle 1 tot 2 jaar geleden plaats, bij 4% van de bevolking tussen de 3 en 5 jaar geleden terwijl 2% aangeeft dat dit reeds meer dan 5 jaar geleden is gebeurd. Tenslotte geeft 7 à 8% van de betrokken populatie aan dat hun bloeddruk nog nooit is gecontroleerd.
1237
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
Een recente controle (< 1 jaar) komt bij vrouwen het meest frequent voor (81% in plaats van 73% bij de mannen). In 1997 gaf 74% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat hun bloeddruk werd gecontroleerd in de loop van de afgelopen twaalf maanden. Dit percentage is toegenomen tot 76% in 2001. Alhoewel dit verschil niet significant is, is het interessant de toekomstige evolutie op dit terrein na te gaan. V.4.3. Melding van een te hoge bloeddruk (PR03_1) In het Waals Gewest gaf 29% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze ooit – tijdens een controle – te horen kreeg dat hun bloeddruk te hoog was. Dit percentage stijgt met de leeftijd om 49% te bedragen bij die personen van 75 jaar of ouder (Figuur 3.2.4.2.). Figuur 3.2.4.2 :
Aantal personen (in %) van 15 jaar of ouder dat aangeeft dat ze ooit tijdens een controle van de bloeddruk te horen kreeg dat ze een te hoge bloeddruk hadden, volgens geslacht en leeftijd, Waals Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr03_1 WA
%
%
70
70
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
0
15-24 25-34
Mannen
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
%
Indicator pr03_1 WA
35-44 45-54
%
70
70
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0
0 15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Mannen
15-24
25-34
35-44
45-54
Vrouwen
1238
55-64
65-74
75 +
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Er kan een duidelijke samenhang worden vastgesteld tussen het opleidingsniveau en de melding van een te hoge bloeddruk. Deze verschillen blijven bestaan na correctie voor leeftijd en geslacht en zijn significant voor: die personen die slechts lager secundair onderwijs gevolgd hebben (38%) die personen die hoger onderwijs gevolgd hebben (21%) De melding van een te hoge bloeddruk varieert niet in functie van de urbanisatiegraad. In 1997, gaf 30% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze ooit ervan op de hoogte waren gesteld dat hun bloeddruk te hoog was. Dit percentage is identiek met dit van 2001 (29%). V.4.4. Controle van het cholesterolniveau in de loop van de laatste vijf jaar (PR04_1, PR05_1) In het Waals Gewest gaf 69% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat ze reeds minstens eenmaal tijdens hun leven een controle van het cholesterolgehalte in het bloed gehad hebben. 66% van de bevolking (van 15 of ouder) gaf aan een controle van het cholesterolgehalte gehad te hebben in de loop van de afgelopen vijf jaar. Omgekeerd stelt 34% dat ze geen controle van het cholesterolgehalte gehad te hebben in de loop van deze periode. Bij de personen van 20 tot 65 jaar, stelt 66% dat ze een controle van het cholesterolgehalte in de loop van de laatste vijf jaar gehad hebben. De controle op een te hoog cholesterolgehalte (in de loop van de afgelopen vijf jaar) stijgt stelselmatig met de leeftijd : van reeds 54% bij de 25-34 jarigen (39% bij de mannen en 48% bij de vrouwen) om uiteindelijk bijna 87% te bedragen bij diegenen van 65-74 jarigen (Figuur 3.2.4.3).
1239
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Figuur 3.2.4.3 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Aantal personen (van 15 jaar of ouder) dat aangaf een controle van het cholesterolgehalte gehad te hebben in de loop van de laatste vijf jaar, volgens geslacht en leeftijd, Waals Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr05_1 WA
% 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
%
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
15-24 25-34
Mannen
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
%
Indicator pr05_1 WA
35-44 45-54
%
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Mannen
15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
De mate waarin mensen aangeven een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan te hebben, lijkt niet samen te hangen met het opleidingsniveau. In 1997 gaf 59% van de populatie (van 15 jaar of meer) aan dat ze een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hebben in de loop van de daaraan voorafgaande vijf jaar. Deze proportie is in 2001 66% wat een belangrijke toename betekent. Niettemin is het verschil tussen 1997 en 2001 niet significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Dit laat zich verklaren doordat de verschillen tussen 1997 en 2001 zich vooral situeren in de leeftijdsgroepen 15-24 jaar en 25-34 jaar, groepen die licht ondervertegenwoordigd waren in de Gezondheidsenquête 1997. Onderstaande tabel geeft het verschil weer voor wat betreft de controle van het cholesterolgehalte in het bloed naar leeftijd en geslacht tussen de Gezondheidsenquête van 2001 en deze van 1997.
1240
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Indicator pr05_1 WA
%
%
30
30
20
20
10
10
0
0
-10
-10
-20
-20
-30
-30 15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
15-24
25-34
Mannen
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
V.4.5. Tijd verstreken sinds de laatste controle van het cholesterolgehalte (PR05_2) In het Waals Gewest geeft 45% van de bevolking (van 15 jaar of ouder) aan dat in de loop van de laatste twaalf maanden het cholesterolgehalte in hun bloed is gemeten. Deze periode situeert zich tussen de 1 en 2 jaar bij 13% van de populatie, tussen 2 en 5 jaar bij 8% van de bevolking en is langer dan 5 jaar geleden voor 2% van de bevolking. De overige personen – 32% - geven aan dat ze nog nooit een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hebben. In 1997, gaf 38% van de bevolking van 15 jaar of ouder aan dat ze een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan hebben in de loop van het afgelopen jaar. Dit percentage is in 2001 45%. Dit toont aan dat de globale evolutie voor wat betreft de controle van het cholesterolgehalte vooral aan recente veranderingen schatplichtig is. V.4.6. Melding van een te hoog cholesterolgehalte in het bloed (PR06_1) In het Waals Gewest geeft 34% van diegenen (van 15 jaar of ouder) die reeds een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan heeft, aan dat hen ooit gemeld was dat hun cholesterolgehalte te hoog was. Dit percentage hoger bij mannen (38%) dan bij vrouwen (31%) (Tabel 3.2.4.4.). Dit percentage stijgt met de leeftijd: het is reeds 21% bij diegene van 15 – 24 jaar en stijgt van dan om een hoogste waarde aan te nemen bij de 55 – 74 jarigen. Deze maximale waarde wordt sneller gehaald bij de manen (54% bij de 55 – 64 jarigen) dan bij de vrouwen (52% bij de 65-74 jarigen)(Figuur 3.2.4.4. ).
1241
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Figuur 3.2.4.4 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Aantal personen (van 15 jaar of ouder) dat reeds een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan heeft en dat ooit te horen kreeg dat hun cholesterolgehalte te hoog was, volgens geslacht en leeftijd, Waals Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
Indicator pr06_1 WA
%
%
70
70
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74
75 +
0
15-24 25-34
Mannen
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
%
Indicator pr06_1 WA
35-44 45-54
%
70
70
60
60
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0
0 15-24
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
15-24
Mannen
25-34
35-44
45-54
55-64
65-74
75 +
Vrouwen
Er kan geen significant verband vastgesteld worden tussen het opleidingsniveau en het feit ooit de melding te hebben gekregen dat het cholesterolgehalte in het bloed te hoog was. De melding een te hoog cholesterolgehalte in het bloed te hebben varieert niet in functie van de urbanisatiegraad. In 1997, meldde 34% van de bevolking (van 15 jaar of meer) ervan op de hoogte te zijn gesteld dat hun cholesterolgehalte te hoog was. Deze proportie is dezelfde als deze van 2001. V.4.7. Behandeling van een te hoog cholesterolgehalte (PR07_1) In het Waals Gewest, geeft 64% van de bevolking (van 15 jaar of meer) dat een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan heeft, een behandeling te volgen aanbevolen door een geneesheer omdat hun cholesterolgehalte te hoog was. Deze behandelingen kunnen in twee belangrijke groepen opgesplitst worden; verandering op het vlak van voedingsgewoonten en levensstijl en een behandeling met geneesmiddelen. Van diegenen die een controle van het cholesterolgehalte ondergaan hebben en als gevolg van aanbevelingen van hun geneesheer (meerdere antwoorden mogelijk):
1242
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gaf 35% aan meer fysieke activiteiten te verrichten Gaf 37% aan het gewicht in de gaten te houden Gaf 49% aan minder vet te eten Daarnaast gaf van de 2.392 personen die aangaven een behandeling aanbevolen door hun behandelende geneesheer te volgen omdat ze een te hoog cholesterolgehalte hadden, er 801 (33%) aan cholesterolverlagende geneesmiddelen te nemen.
1243
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Tabel 3.2.4.1 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) dat aangaf een controle van de bloeddruk ondergaan te hebben in de loop van de afgelopen vijf jaar, volgens geslacht en leeftijd, Waals Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR02_1 - Waals Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
88,5 94,0
90,6 95,2
(87,7-92,9) (93,2-96,6)
1672 1866
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
78,4 88,2 89,5 94,0 97,1 96,1 98,6
78,6 88,7 90,2 94,3 97,3 96,2 98,6
(69,0-85,9) (82,6-92,9) (85,4-93,5) (89,7-96,9) (95,0-98,5) (92,7-98,1) (95,4-99,6)
392 571 681 642 497 473 282
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
96,0 90,5 91,0 88,5 94,0
96,1 88,0 92,4 92,5 96,2
(73,8-99,5) (77,2-94,1) (88,8-94,9) (89,1-94,8) (94,0-97,6)
46 513 747 1030 1065
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
90,4 92,4 90,8
92,9 94,1 92,8
(89,6-95,2) (91,4-96,0) (90,0-94,8)
697 1350 1491
JAAR 1997 2001
89,2 91,4
92,6 93,3
(90,9-94,1) (91,7-94,7)
2809 3538
1244
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 3.2.4.2 :
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) die tijdens een controle te horen kreeg dat hun bloeddruk te hoog was, volgens geslacht en leeftijd, Waals Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR03_1 - Waals Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
28,2 29,2
25,7 25,7
(22,4-29,3) (22,5-29,3)
1545 1761
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
11,1 15,9 19,2 29,3 40,8 45,9 48,8
11,1 15,9 19,2 29,3 40,8 45,9 48,8
( 7,4-16,4) (11,1-22,2) (15,3-23,8) (24,2-35,1) (34,6-47,3) (38,5-53,6) (40,8-56,9)
323 515 627 628 478 456 279
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
29,4 38,4 37,6 28,8 21,0
22,7 26,7 31,4 28,0 21,0
( 8,8-47,4) (21,0-33,4) (26,8-36,5) (24,1-32,3) (17,0-25,8)
43 491 689 951 1008
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
26,4 31,0 27,5
23,4 28,3 24,1
(19,2-28,3) (24,3-32,7) (21,1-27,5)
628 1269 1409
JAAR 1997 2001
29,6 28,7
29,5 26,3
(27,0-32,2) (24,0-28,7)
2577 3306
1245
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Tabel 3.2.4.3 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) dat aangaf een controle van het cholesterolgehalte in het bloed ondergaan te hebben, naar leeftijd en geslacht, Waals Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR05_1 - Waals Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
64,6 66,9
65,4 67,4
(61,0-69,6) (63,2-71,4)
1612 1779
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
18,7 53,8 60,0 75,6 86,7 82,7 88,3
18,6 53,9 60,0 75,6 86,7 82,7 88,2
(12,5-26,9) (46,1-61,4) (53,7-66,0) (69,4-80,9) (82,0-90,4) (76,2-87,6) (82,8-92,1)
380 523 646 625 491 461 265
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
47,7 72,9 68,2 62,7 65,6
38,7 62,2 64,6 67,2 69,9
(12,5-73,6) (53,6-70,1) (58,8-70,0) (62,1-72,0) (62,9-76,0)
38 506 715 992 1013
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
66,2 65,4 66,0
69,9 66,0 66,1
(59,1-78,9) (60,3-71,3) (62,0-70,0)
652 1279 1460
JAAR 1997 2001
59,0 65,8
63,4 66,5
(60,3-66,4) (63,4-69,5)
2676 3391
1246
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 3.2.4.4 :
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Aantal personen van 15 jaar of ouder (in %) dat tijdens een controle te horen kreeg dat het cholesterolgehalte in het bloed te hoog was, volgens geslacht en leeftijd, Waals Gewest, Gezondheidsenquête, België, 2001.
PR06_1 - Waals Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
38,0 31,2
30,0 23,6
(25,9-34,6) (20,2-27,5)
1124 1254
LEEFTIJDSGROEP 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
5,7 21,0 23,8 33,2 48,3 49,5 38,0
5,9 20,8 23,6 33,0 48,1 49,8 39,0
( 3,0-11,3) (14,8-28,3) (18,8-29,2) (26,6-40,1) (41,5-54,8) (41,1-58,5) (30,2-48,5)
101 292 435 502 427 386 235
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
41,3 40,7 39,9 31,6 30,8
27,9 28,6 28,6 26,0 25,9
(10,2-56,9) (21,6-36,7) (23,1-34,7) (21,1-31,5) (21,0-31,6)
30 392 509 671 699
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
26,8 37,1 33,9
20,7 29,4 26,0
(15,9-26,5) (24,6-34,7) (22,2-30,1)
444 914 1020
JAAR 1997 2001
33,7 34,4
31,9 30,5
(28,3-35,6) (27,5-33,7)
1741 2378
1247
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
VI. Referenties • • • • •
•
Cloots H, Hooft P, Smets H. Gezondheidsindicatoren, 2000. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 2002. WHO. Hypertension control. 862. 1996. Geneva, WHO. technical reports series. Rose G. The strategy of preventive medicine. Oxford: Oxford Medical Publications, 1992. Wood D, De Backer G, Faergeman O, Graham I, Mancia G, Pyorala K. Prevention of coronary heart disease in clinical practice: Recommendations of the Second Joint Task Force of European and other Societies on Coronary Prevention [Review]. Atherosclerosis 1998; 140(2):199-270. Belgisch Hypertensie Comité. De nieuwste richtlijnen voor de aanpak van hypertensie volgens de Wereld GezondheidsOrganisatie en de Internationale Vereniging voor Hypertensie. Tijdschr.voor Geneeskunde 55[24], 1719-1724. 1999. Guide to Clinical Preventive Services: Report of the US Preventive Services Task Torce. 2 ed. Baltimore: William & Wilkins, 1996.
VI Nalezers • • • • • • •
Mev Heidi Cloots, Administratie Welzijn en Gezondheid, Vlaamse Gemeenschap Prof Dr Hugo Kesteloot, Geneeskunde, Katholieke Universiteit Leuven Prof Dr Dominique Paulus, Centre Universitaire de Médecine Générale, Université Catholique de Louvain Dr Pieter Van Den Bulcke, Kabinet, Minister Vogels, Vlaamse Gemeenschap Dr Bruno SeysBelgisch Instituut van Farmaco-epidemiologie Prof Dr Benoit Boland, Unité d’Epidémiologie, Ecole de Santé Publique, Université Catholique de Louvain Dr Jeannine Gailly, Projet de Prévention Cardiovasculaire, Observatoire de la Santé du Hainaut.
1248
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
BELGIË VERDELING (IN %) VOLGENS BLOEDDRUK CONTROLE TIJDENS AFGELOPEN 5 JAREN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
Ja
Nee
%
%
N
Man
89,8
10,2
4216
Vrouw
94,2
5,8
4608
92,1
7,9
8824
15 - 24
81,6
18,4
955
25 - 34
91,0
9,0
1512
35 - 44
90,1
9,9
1734
45 - 54
92,9
7,1
1524
55 - 64
96,5
3,5
1246
65 - 74
97,6
2,4
1119
75 +
97,7
2,3
734
92,1
7,9
8824
Geen diploma
91,5
8,5
163
Lager onderwijs
92,5
7,5
1204
Lager secundair
92,6
7,4
1662
Hoger secundair
91,3
8,7
2543
Hoger onderwijs
92,4
7,6
2976
92,1
7,9
8548
Brussel
90,2
9,8
2098
Stedelijk gebied
91,0
9,0
1442
Semi-stedelijk gebied
92,7
7,3
2964
Landelijk gebied
92,4
7,6
2320
92,1
7,9
8824
Vlaams Gewest
92,6
7,4
3188
Brussels Gewest
90,2
9,8
2098
Waals Gewest
91,4
8,6
3538
92,1
7,9
8824
1997
90,9
9,1
7941
2001
92,1
7,9
8824
91,5
8,5
16765
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal URBANISATIEGRAAD
Totaal VERBLIJFPLAATS
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR02_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1249
Totaal
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
BELGIË VERDELING (IN %) VOLGENS TIJD SINDS LAATSTE BLOEDDRUK CONTROLE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
< 1 jaar
1 tot < 2 jaar
2 tot < 5 jaar
5 jaren of meer
Nooit
%
%
%
%
%
Man
73,3
11,0
5,5
2,1
8,1
4216
Vrouw
81,1
9,4
3,6
1,3
4,5
4608
77,4
10,2
4,5
1,7
6,2
8824
15 - 24
58,7
15,4
7,5
2,3
16,0
955
25 - 34
73,2
12,2
5,6
1,2
7,8
1512
35 - 44
71,4
13,6
5,1
2,7
7,1
1734
45 - 54
78,4
9,9
4,7
2,1
5,0
1524
55 - 64
84,3
7,8
4,4
,9
2,6
1246
65 - 74
92,3
3,7
1,5
,8
1,6
1119
75 +
93,3
3,8
,6
,9
1,4
734
77,4
10,2
4,5
1,7
6,2
8824
Geen diploma
75,7
8,7
7,1
,0
8,5
163
Lager onderwijs
86,2
4,5
1,8
1,8
5,8
1204
Lager secundair
79,1
9,7
3,9
,9
6,5
1662
Hoger secundair
76,9
10,0
4,4
2,1
6,6
2543
Hoger onderwijs
73,5
13,4
5,5
1,9
5,7
2976
77,4
10,3
4,4
1,7
6,2
8548
Brussel
74,9
10,2
5,2
1,9
7,9
2098
Stedelijk gebied
75,0
10,1
5,9
1,8
7,3
1442
Semi-stedelijk gebied
77,9
10,6
4,1
1,8
5,5
2964
Landelijk gebied
78,6
9,6
4,1
1,5
6,2
2320
77,4
10,2
4,5
1,7
6,2
8824
Vlaams Gewest
78,1
9,8
4,8
1,6
5,7
3188
Brussels Gewest
74,9
10,2
5,2
1,9
7,9
2098
Waals Gewest
76,5
11,1
3,7
1,8
6,9
3538
77,4
10,2
4,5
1,7
6,2
8824
1997
74,9
12,1
3,9
1,1
8,0
7941
2001
77,4
10,2
4,5
1,7
6,2
8824
76,2
11,1
4,2
1,4
7,1
16765
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal URBANISATIEGRAAD
Totaal VERBLIJFPLAATS
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR02_2 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1250
Totaal N
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
BELGIË VERDELING (IN %) OOIT GEZEGD DAT BLOEDDRUK TE HOOG WAS Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
Ja
Nee
Totaal
%
%
N
Man
26,3
73,7
3854
Vrouw
28,6
71,4
4373
27,5
72,5
8227
15 - 24
10,5
89,5
799
25 - 34
15,1
84,9
1361
35 - 44
17,5
82,5
1596
45 - 54
27,5
72,5
1462
55 - 64
39,2
60,8
1201
65 - 74
46,6
53,4
1090
75 +
49,9
50,1
718
27,5
72,5
8227
Geen diploma
25,7
74,3
149
Lager onderwijs
44,2
55,8
1139
Lager secundair
34,0
66,0
1532
Hoger secundair
24,7
75,3
2386
Hoger onderwijs
20,0
80,0
2773
27,6
72,4
7979
Brussel
26,4
73,6
1937
Stedelijk gebied
28,2
71,8
1324
Semi-stedelijk gebied
27,5
72,5
2779
Landelijk gebied
27,5
72,5
2187
27,5
72,5
8227
Vlaams Gewest
27,2
72,8
2984
Brussels Gewest
26,4
73,6
1937
Waals Gewest
28,7
71,3
3306
27,5
72,5
8227
1997
26,9
73,1
7307
2001
27,5
72,5
8227
27,2
72,8
15534
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal URBANISATIEGRAAD
Totaal VERBLIJFPLAATS
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR03_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1251
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
BELGIË VERDELING (IN %) OOIT CHOLESTEROLGEHALTE IN BLOED GEMETEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
Ja
Nee
Totaal
%
%
N
Man
65,2
34,8
4018
Vrouw
67,7
32,3
4437
66,5
33,5
8455
15 - 24
19,8
80,2
882
25 - 34
49,9
50,1
1405
35 - 44
63,4
36,6
1651
45 - 54
76,9
23,1
1479
55 - 64
84,6
15,4
1226
65 - 74
89,7
10,3
1104
75 +
84,6
15,4
708
66,5
33,5
8455
Geen diploma
61,4
38,6
151
Lager onderwijs
76,6
23,4
1178
Lager secundair
66,1
33,9
1595
Hoger secundair
63,9
36,1
2441
Hoger onderwijs
64,9
35,1
2825
66,4
33,6
8190
Brussel
65,4
34,6
2028
Stedelijk gebied
63,8
36,2
1365
Semi-stedelijk gebied
68,3
31,7
2803
Landelijk gebied
66,0
34,0
2259
66,5
33,5
8455
Vlaams Gewest
65,7
34,3
2965
Brussels Gewest
65,4
34,6
2028
Waals Gewest
68,7
31,3
3462
66,5
33,5
8455
1997
58,9
41,1
7602
2001
66,5
33,5
8455
62,8
37,2
16057
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal URBANISATIEGRAAD
Totaal VERBLIJFPLAATS
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR04_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1252
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
BELGIË VERDELING (IN %) CHOLESTEROLGEHALTE CONTROLE IN LAATSTE 5 JAREN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
Ja
Nee
Totaal
%
%
N
Man
61,7
38,3
3945
Vrouw
64,6
35,4
4353
63,2
36,8
8298
15 - 24
17,2
82,8
864
25 - 34
46,0
54,0
1365
35 - 44
58,5
41,5
1622
45 - 54
73,2
26,8
1454
55 - 64
81,0
19,0
1216
65 - 74
88,4
11,6
1088
75 +
82,4
17,6
689
63,2
36,8
8298
Geen diploma
59,4
40,6
146
Lager onderwijs
74,6
25,4
1149
Lager secundair
64,0
36,0
1566
Hoger secundair
60,8
39,2
2399
Hoger onderwijs
60,1
39,9
2775
63,2
36,8
8035
Brussel
62,4
37,6
1990
Stedelijk gebied
60,4
39,6
1336
Semi-stedelijk gebied
64,8
35,2
2749
Landelijk gebied
62,9
37,1
2223
63,2
36,8
8298
Vlaams Gewest
62,2
37,8
2917
Brussels Gewest
62,4
37,6
1990
Waals Gewest
65,8
34,2
3391
63,2
36,8
8298
1997
55,7
44,3
7476
2001
63,2
36,8
8298
59,6
40,4
15774
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal URBANISATIEGRAAD
Totaal VERBLIJFPLAATS
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR05_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1253
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
BELGIË VERDELING (IN %) TIJD SINDS LAATSTE CHOLESTEROLGEHALTE CONTROLE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
< 1 jaar
1 tot < 2 jaar
2 tot < 5 jaar
5 jaar of +
Nooit
%
%
%
%
%
N
Man
42,3
11,4
8,0
2,9
35,4
3945
Vrouw
44,5
12,4
7,7
2,4
32,9
4353
43,5
11,9
7,8
2,7
34,1
8298
15 - 24
8,8
4,6
3,8
,6
82,3
864
25 - 34
26,3
11,0
8,7
2,2
51,7
1365
35 - 44
32,2
15,8
10,5
4,3
37,2
1622
45 - 54
48,7
14,3
10,2
3,5
23,4
1454
55 - 64
62,2
12,6
6,1
3,5
15,5
1216
65 - 74
71,4
10,7
6,3
1,2
10,4
1088
75 +
67,5
9,5
5,4
1,7
15,8
689
43,5
11,9
7,8
2,7
34,1
8298
Geen diploma
41,5
11,1
6,8
1,3
39,3
146
Lager onderwijs
59,7
9,4
5,6
1,5
23,9
1149
Lager secundair
47,1
10,3
6,6
1,5
34,5
1566
Hoger secundair
41,2
13,5
6,2
2,5
36,7
2399
Hoger onderwijs
36,7
12,5
11,0
4,1
35,7
2775
43,5
11,9
7,8
2,7
34,2
8035
Brussel
40,8
13,9
7,7
2,3
35,3
1990
Stedelijk gebied
41,0
11,1
8,3
2,9
36,8
1336
Semi-stedelijk gebied
45,3
11,7
7,8
2,8
32,4
2749
Landelijk gebied
43,3
12,0
7,6
2,5
34,6
2223
43,5
11,9
7,8
2,7
34,1
8298
Vlaams Gewest
43,1
11,2
7,9
2,9
34,9
2917
Brussels Gewest
40,8
13,9
7,7
2,3
35,3
1990
Waals Gewest
45,3
12,8
7,7
2,3
31,9
3391
43,5
11,9
7,8
2,7
34,1
8298
1997
35,4
13,3
7,1
2,5
41,8
7476
2001
43,5
11,9
7,8
2,7
34,1
8298
39,6
12,6
7,5
2,6
37,8
15774
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal URBANISATIEGRAAD
Totaal VERBLIJFPLAATS
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR05_2 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1254
Totaal
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
BELGIË VERDELING (IN %) OOIT GEZEGD DAT CHOLESTEROLGEHALTE TE HOOG WAS Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
Ja
Nee
Totaal
%
%
N
Man
39,2
60,8
2607
Vrouw
33,1
66,9
3000
35,9
64,1
5607
15 - 24
12,8
87,2
204
25 - 34
21,4
78,6
692
35 - 44
23,2
76,8
1036
45 - 54
34,0
66,0
1130
55 - 64
49,1
50,9
1017
65 - 74
51,9
48,1
947
75 +
40,0
60,0
581
35,9
64,1
5607
Geen diploma
45,8
54,2
91
Lager onderwijs
39,1
60,9
865
Lager secundair
39,9
60,1
1061
Hoger secundair
35,6
64,4
1576
Hoger onderwijs
31,7
68,3
1849
35,9
64,1
5442
Brussel
34,2
65,8
1325
Stedelijk gebied
34,9
65,1
887
Semi-stedelijk gebied
37,1
62,9
1898
Landelijk gebied
35,4
64,6
1497
35,9
64,1
5607
Vlaams Gewest
36,9
63,1
1904
Brussels Gewest
34,2
65,8
1325
Waals Gewest
34,4
65,6
2378
35,9
64,1
5607
1997
33,8
66,2
4611
2001
35,9
64,1
5607
35,0
65,0
10218
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal URBANISATIEGRAAD
Totaal VERBLIJFPLAATS
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR06_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1255
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
BELGIË VERDELING (IN %) POPULATIE ONDER BEHANDELING OM CHOLESTEROLGEHALTE TE VERMINDEREN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Ja
Nee
Totaal
%
%
N
Man
61,1
38,9
2648
Vrouw
55,5
44,5
3002
58,1
41,9
5650
15 - 24
47,4
52,6
249
25 - 34
40,7
59,3
710
35 - 44
43,2
56,8
1038
45 - 54
56,9
43,1
1122
55 - 64
72,0
28,0
1004
65 - 74
71,6
28,4
935
75 +
69,1
30,9
592
58,1
41,9
5650
Geen diploma
71,7
28,3
104
Lager onderwijs
65,1
34,9
852
Lager secundair
65,5
34,5
1074
Hoger secundair
55,0
45,0
1575
Hoger onderwijs
52,8
47,2
1876
Totaal
58,2
41,8
5481
URBANISATIEGRAAD Brussel
63,4
36,6
1336
Stedelijk gebied
55,6
44,4
859
Semi-stedelijk gebied
58,6
41,4
1935
Landelijk gebied
57,0
43,0
1520
58,1
41,9
5650
Vlaams Gewest
54,5
45,5
1922
Brussels Gewest
63,4
36,6
1336
Waals Gewest
63,9
36,1
2392
58,1
41,9
5650
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal VERBLIJFPLAATS
Totaal Indicator PR07_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1256
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
VLAAMS GEWEST VERDELING (IN %) VOLGENS BLOEDDRUK CONTROLE TIJDENS AFGELOPEN 5 JAREN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Ja
Nee
Totaal
%
%
N
Man
90,8
9,2
1577
Vrouw
94,3
5,7
1611
92,6
7,4
3188
15 - 24
82,5
17,5
369
25 - 34
92,7
7,3
539
35 - 44
91,3
8,7
616
45 - 54
92,4
7,6
548
55 - 64
96,3
3,7
488
65 - 74
98,5
1,5
401
75 +
97,2
2,8
227
92,6
7,4
3188
Geen diploma
91,5
8,5
60
Lager onderwijs
93,8
6,2
425
Lager secundair
93,7
6,3
617
Hoger secundair
92,3
7,7
1032
Hoger onderwijs
91,9
8,1
1013
Totaal
92,7
7,3
3147
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
91,1
8,9
745
Semi-stedelijk gebied
92,8
7,2
1614
Landelijk gebied
93,6
6,4
829
92,6
7,4
3188
1997
92,5
7,5
2838
2001
92,6
7,4
3188
92,6
7,4
6026
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR02_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1257
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
VLAAMS GEWEST VERDELING (IN %) VOLGENS TIJD SINDS LAATSTE BLOEDDRUK CONTROLE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
< 1 jaar
1 tot < 2 jaar
2 tot < 5 jaar
5 jaren of meer
Nooit
%
%
%
Totaal
%
%
Man
74,6
10,6
5,6
1,7
7,4
1577
Vrouw
81,3
9,0
4,0
1,5
4,2
1611
78,1
9,8
4,8
1,6
5,7
3188
15 - 24
59,7
13,5
9,3
3,2
14,4
369
25 - 34
75,9
11,1
5,7
1,0
6,3
539
35 - 44
73,7
13,1
4,5
2,4
6,3
616
45 - 54
77,7
10,1
4,6
2,0
5,6
548
55 - 64
82,7
8,1
5,6
,8
2,9
488
65 - 74
93,7
3,4
1,4
,5
1,0
401
75 +
92,3
4,5
,4
1,1
1,7
227
78,1
9,8
4,8
1,6
5,7
3188
Geen diploma
72,8
10,4
8,2
,0
8,5
60
Lager onderwijs
88,1
4,0
1,8
2,2
4,0
425
Lager secundair
80,6
9,5
3,6
,3
6,0
617
Hoger secundair
77,2
10,3
4,8
2,4
5,3
1032
Hoger onderwijs
73,6
12,1
6,2
1,7
6,4
1013
Totaal
78,1
9,9
4,7
1,7
5,7
3147
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
75,0
9,4
6,7
1,9
7,0
745
Semi-stedelijk gebied
78,2
10,3
4,2
1,8
5,4
1614
Landelijk gebied
80,3
9,1
4,1
1,2
5,2
829
78,1
9,8
4,8
1,6
5,7
3188
1997
76,1
13,1
3,3
1,1
6,4
2838
2001
78,1
9,8
4,8
1,6
5,7
3188
77,2
11,3
4,1
1,4
6,0
6026
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR02_2 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1258
N
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
VLAAMS GEWEST VERDELING (IN %) OOIT GEZEGD DAT BLOEDDRUK TE HOOG WAS Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 OOIT GEZEGD DAT BLOEDDRUK TE HOOG WAS
Totaal
Ja
Nee
%
%
Man
25,8
74,2
1443
Vrouw
28,4
71,6
1541
27,2
72,8
2984
15 - 24
10,2
89,8
308
25 - 34
14,7
85,3
496
35 - 44
17,0
83,0
578
45 - 54
26,9
73,1
520
55 - 64
38,3
61,7
471
65 - 74
47,5
52,5
394
75 +
51,8
48,2
217
27,2
72,8
2984
Geen diploma
24,8
75,2
57
Lager onderwijs
48,0
52,0
407
Lager secundair
32,9
67,1
572
Hoger secundair
22,7
77,3
975
Hoger onderwijs
19,4
80,6
934
Totaal
27,3
72,7
2945
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
28,6
71,4
696
Semi-stedelijk gebied
26,4
73,6
1510
Landelijk gebied
27,5
72,5
778
27,2
72,8
2984
1997
25,5
74,5
2668
2001
27,2
72,8
2984
26,4
73,6
5652
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR03_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1259
N
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
VLAAMS GEWEST VERDELING (IN %) OOIT CHOLESTEROLGEHALTE IN BLOED GEMETEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Ja
Nee
Totaal
%
%
Man
64,4
35,6
1438
Vrouw
66,8
33,2
1527
65,7
34,3
2965
15 - 24
19,1
80,9
309
25 - 34
47,0
53,0
480
35 - 44
63,0
37,0
570
45 - 54
76,4
23,6
516
55 - 64
83,0
17,0
479
65 - 74
91,6
8,4
397
75 +
82,6
17,4
214
65,7
34,3
2965
Geen diploma
65,0
35,0
58
Lager onderwijs
78,5
21,5
407
Lager secundair
65,0
35,0
571
Hoger secundair
63,1
36,9
953
Hoger onderwijs
62,3
37,7
935
Totaal
65,4
34,6
2924
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
62,7
37,3
693
Semi-stedelijk gebied
68,2
31,8
1500
Landelijk gebied
63,5
36,5
772
65,7
34,3
2965
1997
56,9
43,1
2668
2001
65,7
34,3
2965
61,6
38,4
5633
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR04_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1260
N
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
VLAAMS GEWEST VERDELING (IN %) CHOLESTEROLGEHALTE CONTROLE IN LAATSTE 5 JAREN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 CHOLESTEROLGEHA LTE GECONTROLE IN LAATSTE 5 JAREN
Totaal
Ja
Nee
%
%
Man
60,8
39,2
1417
Vrouw
63,5
36,5
1500
62,2
37,8
2917
15 - 24
16,1
83,9
300
25 - 34
43,6
56,4
470
35 - 44
58,2
41,8
562
45 - 54
71,8
28,2
511
55 - 64
78,3
21,7
474
65 - 74
90,7
9,3
392
75 +
80,2
19,8
208
62,2
37,8
2917
Geen diploma
63,9
36,1
57
Lager onderwijs
76,4
23,6
399
Lager secundair
63,1
36,9
564
Hoger secundair
59,9
40,1
934
Hoger onderwijs
56,7
43,3
922
Totaal
62,0
38,0
2876
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
59,2
40,8
684
Semi-stedelijk gebied
64,6
35,4
1470
Landelijk gebied
60,4
39,6
763
62,2
37,8
2917
1997
54,1
45,9
2637
2001
62,2
37,8
2917
58,4
41,6
5554
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR05_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1261
N
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
VLAAMS GEWEST VERDELING (IN %) TIJD SINDS LAATSTE CHOLESTEROLGEHALTE CONTROLE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
< 1 jaar
1 tot < 2 jaar
2 tot < 5 jaar
5 jaar of +
%
%
%
%
Nooit %
Totaal N
Man
43,2
9,9
7,7
3,1
36,1
1417
Vrouw
43,1
12,4
8,1
2,8
33,8
1500
43,1
11,2
7,9
2,9
34,9
2917
15 - 24
8,6
3,6
3,9
,5
83,4
300
25 - 34
26,2
9,2
8,2
2,0
54,4
470
35 - 44
32,5
15,5
10,1
4,4
37,4
562
45 - 54
46,4
14,9
10,4
4,3
23,9
511
55 - 64
60,6
11,3
6,4
4,6
17,1
474
65 - 74
73,1
10,9
6,7
,8
8,5
392
75 +
66,7
7,4
6,1
1,9
17,9
208
43,1
11,2
7,9
2,9
34,9
2917
Geen diploma
47,7
8,3
7,9
,8
35,3
57
Lager onderwijs
63,1
8,0
5,3
1,7
21,9
399
Lager secundair
45,9
10,6
6,6
1,3
35,6
564
Hoger secundair
40,3
13,9
5,8
2,6
37,6
934
Hoger onderwijs
34,3
10,5
11,9
4,9
38,3
922
Totaal
42,9
11,2
7,8
2,9
35,1
2876
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
40,8
9,9
8,5
2,9
37,9
684
Semi-stedelijk gebied
45,3
11,8
7,5
3,0
32,4
1470
Landelijk gebied
41,3
11,1
8,0
2,7
36,9
763
43,1
11,2
7,9
2,9
34,9
2917
1997
33,9
14,0
6,2
2,2
43,7
2637
2001
43,1
11,2
7,9
2,9
34,9
2917
38,8
12,5
7,1
2,6
39,0
5554
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR05_2 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1262
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
VLAAMS GEWEST VERDELING (IN %) OOIT GEZEGD DAT CHOLESTEROLGEHALTE TE HOOG WAS Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 OOIT GEZEGD DAT CHOLESTEROLGEHA LTE TE HOOG WAS
Totaal
Ja
Nee
%
%
N
Man
40,2
59,8
910
Vrouw
34,1
65,9
994
36,9
63,1
1904
15 - 24
14,7
85,3
64
25 - 34
22,3
77,7
221
35 - 44
22,9
77,1
347
45 - 54
34,5
65,5
380
55 - 64
50,4
49,6
379
65 - 74
53,2
46,8
348
75 +
41,2
58,8
165
36,9
63,1
1904
Geen diploma
49,4
50,6
36
Lager onderwijs
38,7
61,3
299
Lager secundair
39,9
60,1
361
Hoger secundair
37,1
62,9
597
Hoger onderwijs
32,6
67,4
580
Totaal
36,8
63,2
1873
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
36,7
63,3
443
Semi-stedelijk gebied
37,1
62,9
984
Landelijk gebied
36,8
63,2
477
36,9
63,1
1904
1997
34,2
65,8
1550
2001
36,9
63,1
1904
35,7
64,3
3454
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR06_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1263
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
VLAAMS GEWEST VERDELING (IN %) POPULATIE ONDER BEHANDELING OM CHOLESTEROLGEHALTE TE VERMINDEREN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Ja
Nee
Totaal
%
%
N
Man
58,5
41,5
935
Vrouw
51,0
49,0
987
54,5
45,5
1922
15 - 24
45,4
54,6
78
25 - 34
33,1
66,9
225
35 - 44
37,8
62,2
348
45 - 54
51,8
48,2
379
55 - 64
69,2
30,8
376
65 - 74
69,8
30,2
340
75 +
70,4
29,6
176
54,5
45,5
1922
Geen diploma
73,6
26,4
43
Lager onderwijs
66,4
33,6
297
Lager secundair
63,7
36,3
369
Hoger secundair
50,3
49,7
598
Hoger onderwijs
45,5
54,5
581
Totaal
54,7
45,3
1888
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
54,3
45,7
455
Semi-stedelijk gebied
54,8
45,2
989
Landelijk gebied
54,2
45,8
478
54,5
45,5
1922
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal Indicator PR07_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1264
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
BRUSSELS GEWEST VERDELING (IN %) VOLGENS BLOEDDRUK CONTROLE TIJDENS AFGELOPEN 5 JAREN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Ja
Nee
Totaal
%
%
N
Man
86,1
13,9
967
Vrouw
93,9
6,1
1131
90,2
9,8
2098
15 - 24
85,1
14,9
194
25 - 34
85,4
14,6
402
35 - 44
83,7
16,3
437
45 - 54
93,2
6,8
334
55 - 64
95,2
4,8
261
65 - 74
95,3
4,7
245
75 +
98,5
1,5
225
Totaal
90,2
9,8
2098
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma
86,0
14,0
57
Lager onderwijs
88,9
11,1
266
Lager secundair
88,0
12,0
298
Hoger secundair
92,1
7,9
481
Hoger onderwijs
90,9
9,1
898
90,3
9,7
2000
1997
86,6
13,4
2294
2001
90,2
9,8
2098
88,4
11,6
4392
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR02_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1265
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
BRUSSELS GEWEST VERDELING (IN %) VOLGENS TIJD SINDS LAATSTE BLOEDDRUK CONTROLE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
< 1 jaar
1 tot < 2 jaar
2 tot < 5 jaar
5 jaren of meer
Nooit
Totaal
%
%
%
%
%
N
Man
68,1
11,2
6,8
2,9
10,9
967
Vrouw
80,9
9,3
3,7
,9
5,2
1131
74,9
10,2
5,2
1,9
7,9
2098
15 - 24
61,3
16,3
7,4
,7
14,3
194
25 - 34
65,9
13,2
6,3
1,3
13,2
402
35 - 44
65,8
9,4
8,5
4,6
11,7
437
45 - 54
74,9
12,2
6,0
1,2
5,6
334
55 - 64
85,6
7,5
2,0
2,2
2,7
261
65 - 74
88,9
5,9
,4
1,6
3,1
245
75 +
92,6
3,7
2,2
,4
1,2
225
74,9
10,2
5,2
1,9
7,9
2098
Geen diploma
70,6
5,6
9,7
,0
14,0
57
Lager onderwijs
80,7
6,8
1,4
1,3
9,8
266
Lager secundair
73,3
10,1
4,6
3,2
8,8
298
Hoger secundair
75,3
10,2
6,6
2,0
5,9
481
Hoger onderwijs
74,2
11,6
5,0
1,8
7,3
898
75,1
10,2
5,0
1,9
7,7
2000
1997
71,8
10,5
4,4
1,7
11,7
2294
2001
74,9
10,2
5,2
1,9
7,9
2098
73,3
10,3
4,8
1,8
9,8
4392
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR02_2 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1266
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
BRUSSELS GEWEST VERDELING (IN %) OOIT GEZEGD DAT BLOEDDRUK TE HOOG WAS Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 OOIT GEZEGD DAT BLOEDDRUK TE HOOG WAS
Totaal
Ja
Nee
%
%
N
Man
23,8
76,2
866
Vrouw
28,5
71,5
1071
26,4
73,6
1937
15 - 24
10,8
89,2
168
25 - 34
16,5
83,5
350
35 - 44
15,5
84,5
391
45 - 54
25,5
74,5
314
55 - 64
40,1
59,9
252
65 - 74
41,9
58,1
240
75 +
41,5
58,5
222
Totaal
26,4
73,6
1937
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma
25,6
74,4
49
Lager onderwijs
33,9
66,1
241
Lager secundair
32,1
67,9
271
Hoger secundair
28,2
71,8
460
Hoger onderwijs
21,1
78,9
831
26,3
73,7
1852
1997
26,8
73,2
2062
2001
26,4
73,6
1937
26,6
73,4
3999
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR03_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1267
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
BRUSSELS GEWEST VERDELING (IN %) OOIT CHOLESTEROLGEHALTE IN BLOED GEMETEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Ja
Nee
Totaal
%
%
N
Man
62,0
38,0
934
Vrouw
68,4
31,6
1094
65,4
34,6
2028
15 - 24
21,0
79,0
188
25 - 34
45,3
54,7
383
35 - 44
60,8
39,2
423
45 - 54
78,3
21,7
323
55 - 64
82,8
17,2
253
65 - 74
90,9
9,1
239
75 +
83,3
16,7
219
Totaal
65,4
34,6
2028
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma
53,7
46,3
52
Lager onderwijs
68,9
31,1
251
Lager secundair
62,4
37,6
291
Hoger secundair
64,2
35,8
481
Hoger onderwijs
67,5
32,5
858
65,6
34,4
1933
1997
57,9
42,1
2201
2001
65,4
34,6
2028
61,7
38,3
4229
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR04_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1268
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
BRUSSELS GEWEST VERDELING (IN %) CHOLESTEROLGEHALTE CONTROLE IN LAATSTE 5 JAREN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 CHOLESTEROLGEHA LTE GECONTROLE IN LAATSTE 5 JAREN
Totaal
Ja
Nee
%
%
N
Man
59,0
41,0
916
Vrouw
65,5
34,5
1074
62,4
37,6
1990
15 - 24
19,2
80,8
184
25 - 34
41,7
58,3
372
35 - 44
55,5
44,5
414
45 - 54
74,5
25,5
318
55 - 64
81,1
18,9
251
65 - 74
89,1
10,9
235
75 +
81,3
18,7
216
Totaal
62,4
37,6
1990
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma
50,5
49,5
51
Lager onderwijs
68,2
31,8
244
Lager secundair
57,6
42,4
287
Hoger secundair
61,8
38,2
473
Hoger onderwijs
64,0
36,0
840
62,6
37,4
1895
1997
54,7
45,3
2163
2001
62,4
37,6
1990
58,6
41,4
4153
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR05_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1269
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
BRUSSELS GEWEST VERDELING (IN %) TIJD SINDS LAATSTE CHOLESTEROLGEHALTE CONTROLE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
< 1 jaar
1 tot < 2 jaar
2 tot < 5 jaar
5 jaar of +
Nooit
Totaal
%
%
%
%
%
N
Man
35,6
13,7
9,6
2,3
38,8
916
Vrouw
45,6
14,0
5,9
2,3
32,2
1074
40,8
13,9
7,7
2,3
35,3
1990
15 - 24
9,4
5,3
4,5
,0
80,8
184
25 - 34
21,6
11,9
8,2
1,9
56,4
372
35 - 44
31,4
14,2
9,9
4,3
40,2
414
45 - 54
48,0
17,2
9,3
3,4
22,1
318
55 - 64
56,2
19,5
5,4
1,6
17,3
251
65 - 74
70,0
11,6
7,5
1,6
9,2
235
75 +
58,0
16,3
7,0
1,8
16,9
216
40,8
13,9
7,7
2,3
35,3
1990
Geen diploma
31,8
13,3
5,4
1,7
47,8
51
Lager onderwijs
47,7
10,9
9,6
,0
31,8
244
Lager secundair
41,5
11,8
4,4
4,0
38,4
287
Hoger secundair
40,5
14,9
6,4
1,9
36,4
473
Hoger onderwijs
39,0
15,4
9,6
2,8
33,2
840
40,7
14,1
7,8
2,3
35,1
1895
1997
36,1
11,6
7,1
2,4
42,8
2163
2001
40,8
13,9
7,7
2,3
35,3
1990
38,5
12,7
7,4
2,4
39,1
4153
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR05_2 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1270
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
BRUSSELS GEWEST VERDELING (IN %) OOIT GEZEGD DAT CHOLESTEROLGEHALTE TE HOOG WAS Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 OOIT GEZEGD DAT CHOLESTEROLGEHA LTE TE HOOG WAS
Totaal
Ja
Nee
%
%
N
Man
36,5
63,5
573
Vrouw
32,4
67,6
752
34,2
65,8
1325
15 - 24
22,0
78,0
39
25 - 34
16,3
83,7
179
35 - 44
23,6
76,4
254
45 - 54
32,7
67,3
248
55 - 64
42,7
57,3
211
65 - 74
49,9
50,1
213
75 +
38,4
61,6
181
Totaal
34,2
65,8
1325
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma
28,1
71,9
25
Lager onderwijs
36,0
64,0
174
Lager secundair
39,5
60,5
191
Hoger secundair
38,0
62,0
308
Hoger onderwijs
29,8
70,2
570
34,1
65,9
1268
1997
32,0
68,0
1320
2001
34,2
65,8
1325
33,2
66,8
2645
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR06_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1271
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
BRUSSELS GEWEST VERDELING (IN %) POPULATIE ONDER BEHANDELING OM CHOLESTEROLGEHALTE TE VERMINDEREN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Ja
Nee
Totaal
%
%
N
Man
63,9
36,1
583
Vrouw
63,1
36,9
753
63,4
36,6
1336
15 - 24
43,3
56,7
48
25 - 34
44,1
55,9
186
35 - 44
52,6
47,4
259
45 - 54
65,2
34,8
246
55 - 64
78,5
21,5
209
65 - 74
74,5
25,5
207
75 +
66,3
33,7
181
Totaal
63,4
36,6
1336
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma
60,9
39,1
30
Lager onderwijs
66,4
33,6
169
Lager secundair
64,9
35,1
187
Hoger secundair
65,4
34,6
307
Hoger onderwijs
61,2
38,8
587
63,5
36,5
1280
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal Indicator PR07_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1272
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
WAALS GEWEST VERDELING (IN %) VOLGENS BLOEDDRUK CONTROLE TIJDENS AFGELOPEN 5 JAREN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Ja
Nee
Totaal
%
%
N
Man
88,5
11,5
1672
Vrouw
94,0
6,0
1866
91,4
8,6
3538
15 - 24
78,4
21,6
392
25 - 34
88,2
11,8
571
35 - 44
89,5
10,5
681
45 - 54
94,0
6,0
642
55 - 64
97,1
2,9
497
65 - 74
96,1
3,9
473
75 +
98,6
1,4
282
91,4
8,6
3538
Geen diploma
96,0
4,0
46
Lager onderwijs
90,5
9,5
513
Lager secundair
91,0
9,0
747
Hoger secundair
88,5
11,5
1030
Hoger onderwijs
94,0
6,0
1065
Totaal
91,3
8,7
3401
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
90,4
9,6
697
Semi-stedelijk gebied
92,4
7,6
1350
Landelijk gebied
90,8
9,2
1491
91,4
8,6
3538
1997
89,2
10,8
2809
2001
91,4
8,6
3538
90,3
9,7
6347
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR02_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1273
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
WAALS GEWEST VERDELING (IN %) VOLGENS TIJD SINDS LAATSTE BLOEDDRUK CONTROLE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
< 1 jaar
1 tot < 2 jaar
2 tot < 5 jaar
5 jaren of meer
Nooit
%
%
%
Totaal
%
%
Man
71,7
11,9
4,8
2,7
8,9
1672
Vrouw
80,8
10,4
2,8
,9
5,1
1866
76,5
11,1
3,7
1,8
6,9
3538
15 - 24
55,4
19,9
3,1
,9
20,6
392
25 - 34
68,3
14,8
5,1
1,8
10,0
571
35 - 44
68,1
16,0
5,4
2,9
7,6
681
45 - 54
81,0
8,6
4,3
2,6
3,5
642
55 - 64
87,4
7,2
2,5
,8
2,1
497
65 - 74
90,4
3,5
2,2
1,2
2,7
473
75 +
96,3
1,9
,4
,6
,8
282
76,5
11,1
3,7
1,8
6,9
3538
Geen diploma
91,8
3,6
,5
,0
4,0
46
Lager onderwijs
83,5
4,8
2,2
,9
8,6
513
Lager secundair
76,7
9,9
4,3
1,8
7,2
747
Hoger secundair
76,7
9,1
2,7
1,3
10,2
1030
Hoger onderwijs
72,8
16,8
4,3
2,6
3,5
1065
Totaal
76,5
11,3
3,5
1,8
7,0
3401
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
74,9
13,9
1,6
1,0
8,6
697
Semi-stedelijk gebied
77,1
11,4
3,9
1,9
5,7
1350
Landelijk gebied
76,4
10,3
4,0
1,8
7,4
1491
76,5
11,1
3,7
1,8
6,9
3538
1997
73,7
10,7
4,8
,9
9,9
2809
2001
76,5
11,1
3,7
1,8
6,9
3538
75,0
10,9
4,3
1,3
8,5
6347
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR02_2 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1274
N
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
WAALS GEWEST VERDELING (IN %) OOIT GEZEGD DAT BLOEDDRUK TE HOOG WAS Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 OOIT GEZEGD DAT BLOEDDRUK TE HOOG WAS
Totaal
Ja
Nee
%
%
Man
28,2
71,8
1545
Vrouw
29,2
70,8
1761
28,7
71,3
3306
15 - 24
11,1
88,9
323
25 - 34
15,9
84,1
515
35 - 44
19,2
80,8
627
45 - 54
29,3
70,7
628
55 - 64
40,8
59,2
478
65 - 74
45,9
54,1
456
75 +
48,8
51,2
279
28,7
71,3
3306
Geen diploma
29,4
70,6
43
Lager onderwijs
38,4
61,6
491
Lager secundair
37,6
62,4
689
Hoger secundair
28,8
71,2
951
Hoger onderwijs
21,0
79,0
1008
Totaal
28,9
71,1
3182
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
26,4
73,6
628
Semi-stedelijk gebied
31,0
69,0
1269
Landelijk gebied
27,5
72,5
1409
28,7
71,3
3306
1997
29,6
70,4
2577
2001
28,7
71,3
3306
29,2
70,8
5883
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR03_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1275
N
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
WAALS GEWEST VERDELING (IN %) OOIT CHOLESTEROLGEHALTE IN BLOED GEMETEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Ja
Nee
Totaal
%
%
N
Man
68,1
31,9
1646
Vrouw
69,3
30,7
1816
68,7
31,3
3462
15 - 24
20,7
79,3
385
25 - 34
58,7
41,3
542
35 - 44
65,0
35,0
658
45 - 54
77,5
22,5
640
55 - 64
88,5
11,5
494
65 - 74
85,0
15,0
468
75 +
89,8
10,2
275
68,7
31,3
3462
Geen diploma
53,0
47,0
41
Lager onderwijs
74,7
25,3
520
Lager secundair
70,2
29,8
733
Hoger secundair
65,7
34,3
1007
Hoger onderwijs
69,4
30,6
1032
Totaal
69,0
31,0
3333
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
69,6
30,4
672
Semi-stedelijk gebied
68,4
31,6
1303
Landelijk gebied
68,8
31,2
1487
68,7
31,3
3462
1997
62,8
37,2
2733
2001
68,7
31,3
3462
65,7
34,3
6195
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR04_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1276
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
WAALS GEWEST VERDELING (IN %) CHOLESTEROLGEHALTE CONTROLE IN LAATSTE 5 JAREN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 CHOLESTEROLGEHA LTE GECONTROLE IN LAATSTE 5 JAREN
Totaal
Ja
Nee
%
%
Man
64,6
35,4
1612
Vrouw
66,9
33,1
1779
65,8
34,2
3391
15 - 24
18,7
81,3
380
25 - 34
53,8
46,2
523
35 - 44
60,0
40,0
646
45 - 54
75,6
24,4
625
55 - 64
86,7
13,3
491
65 - 74
82,7
17,3
461
75 +
88,3
11,7
265
65,8
34,2
3391
Geen diploma
47,7
52,3
38
Lager onderwijs
72,9
27,1
506
Lager secundair
68,2
31,8
715
Hoger secundair
62,7
37,3
992
Hoger onderwijs
65,6
34,4
1013
Totaal
66,0
34,0
3264
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
66,2
33,8
652
Semi-stedelijk gebied
65,4
34,6
1279
Landelijk gebied
66,0
34,0
1460
65,8
34,2
3391
1997
59,0
41,0
2676
2001
65,8
34,2
3391
62,3
37,7
6067
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR05_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1277
N
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
WAALS GEWEST VERDELING (IN %) TIJD SINDS LAATSTE CHOLESTEROLGEHALTE CONTROLE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
< 1 jaar
1 tot < 2 jaar
2 tot < 5 jaar
5 jaar of +
%
%
Nooit
%
%
Man
42,7
13,9
8,0
2,8
32,5
1612
Vrouw
47,5
11,9
7,5
1,8
31,4
1779
45,3
12,8
7,7
2,3
31,9
3391
15 - 24
9,0
6,5
3,3
,8
80,5
380
25 - 34
28,0
15,5
10,3
2,8
43,3
523
35 - 44
31,6
17,0
11,4
4,2
35,9
646
45 - 54
53,7
12,1
9,9
1,6
22,8
625
55 - 64
67,8
13,4
5,6
1,7
11,6
491
65 - 74
68,0
9,8
4,8
2,2
15,1
461
75 +
73,6
11,8
3,0
1,2
10,5
265
45,3
12,8
7,7
2,3
31,9
3391
Geen diploma
23,5
20,8
3,4
3,2
49,1
38
Lager onderwijs
56,1
11,9
4,9
1,5
25,7
506
Lager secundair
51,6
9,4
7,2
1,3
30,6
715
Hoger secundair
43,4
12,2
7,0
2,4
34,9
992
Hoger onderwijs
40,6
15,2
9,8
3,1
31,3
1013
Totaal
45,6
12,8
7,6
2,3
31,7
3264
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
42,2
17,0
7,0
2,5
31,3
652
Semi-stedelijk gebied
45,4
11,3
8,7
2,3
32,3
1279
Landelijk gebied
45,8
13,1
7,1
2,2
31,8
1460
45,3
12,8
7,7
2,3
31,9
3391
1997
37,9
12,4
8,7
3,0
38,0
2676
2001
45,3
12,8
7,7
2,3
31,9
3391
41,4
12,6
8,2
2,6
35,1
6067
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR05_2 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1278
%
Totaal N
Gezondheidsenquête, België, 2001
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
WAALS GEWEST VERDELING (IN %) OOIT GEZEGD DAT CHOLESTEROLGEHALTE TE HOOG WAS Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 OOIT GEZEGD DAT CHOLESTEROLGEHA LTE TE HOOG WAS
Totaal
Ja
Nee
%
%
Man
38,0
62,0
1124
Vrouw
31,2
68,8
1254
34,4
65,6
2378
15 - 24
5,7
94,3
101
25 - 34
21,0
79,0
292
35 - 44
23,8
76,2
435
45 - 54
33,2
66,8
502
55 - 64
48,3
51,7
427
65 - 74
49,5
50,5
386
75 +
38,0
62,0
235
34,4
65,6
2378
Geen diploma
41,3
58,7
30
Lager onderwijs
40,7
59,3
392
Lager secundair
39,9
60,1
509
Hoger secundair
31,6
68,4
671
Hoger onderwijs
30,8
69,2
699
Totaal
34,4
65,6
2301
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
26,8
73,2
444
Semi-stedelijk gebied
37,1
62,9
914
Landelijk gebied
33,9
66,1
1020
34,4
65,6
2378
1997
33,7
66,3
1741
2001
34,4
65,6
2378
34,1
65,9
4119
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal JAAR
Totaal 1997 et 2001 Indicator PR06_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1279
N
Preventie : Cardiovasculaire Preventie
Gezondheidsenquête, België, 2001
WAALS GEWEST VERDELING (IN %) POPULATIE ONDER BEHANDELING OM CHOLESTEROLGEHALTE TE VERMINDEREN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Ja
Nee
Totaal
%
%
N
Man
65,5
34,5
1130
Vrouw
62,4
37,6
1262
63,9
36,1
2392
15 - 24
53,2
46,8
123
25 - 34
54,6
45,4
299
35 - 44
51,4
48,6
431
45 - 54
64,4
35,6
497
55 - 64
75,6
24,4
419
65 - 74
75,3
24,7
388
75 +
67,0
33,0
235
63,9
36,1
2392
Geen diploma
70,6
29,4
31
Lager onderwijs
61,7
38,3
386
Lager secundair
69,9
30,1
518
Hoger secundair
62,7
37,3
670
Hoger onderwijs
62,6
37,4
708
Totaal
63,9
36,1
2313
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
62,6
37,4
404
Semi-stedelijk gebied
69,2
30,8
946
Landelijk gebied
60,1
39,9
1042
63,9
36,1
2392
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal Indicator PR07_1 Enkel voor personen van 15 jaar en ouder
1280