Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 2 Gezondheidstoestand
IPH/EPI REPORTS nr 2002 - 22
Leuvenseweg 44 1000 Brussel Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :
[email protected] http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/ index4.htm
Onderzoeksteam : Jamila Buziarsist Stefaan Demarest Lydia Gisle Jean Tafforeau Johan Van der Heyden Herman Van Oyen Met de medewerking van : Pieter-Jan Miermans Francis Sartor Logistieke steun : Monique Schoonenburg Véronique Verhocht
Nationaal Instituut voor de Statistiek : IPH/EPI REPORTS Nr 2002 - 22 Depotnummer: D/2002/2505/40
Gezondheidsenquête, België, 2001
Inhoudstafel
DEEL 1 : Blz.
Introductie ............................................................................................................ 8 Doel en opzet van de Gezondheidsenquête 2001 I. Inhoud van de bevraging ............................................................................. 8 II. Samenstelling van de steekproef ................................................................ 11 III. Actoren ........................................................................................................ 18 IV. Veldwerkorganisatie ................................................................................... 19 V. Netwerk enquêteurs ................................................................................... 21 VI. Kwaliteitsbewaking ..................................................................................... 25 VII. Participatiegraad ......................................................................................... 29 VIII. Wegingsfactoren ......................................................................................... 34 IX. Tabellen ....................................................................................................... 35 X. Studiepopulatie ........................................................................................... 40
DEEL 2 : 1. Gezondheidstoestand ..................................................................................... 45 1.1. Subjectieve gezondheid ................................................................................................ 47 1.2. Lichamelijke gezondheid ............................................................................................. 81 1.2.1. Chronische aandoeningen ................................................................................................ 81 1.2.2. Acute aandoeningen ....................................................................................................... 237
1.3. Mentale gezondheid ................................................................................................... 305 1.4. Beperkingen en Participatieproblemen ......................................................................419
DEEL 3 : 2. Leefstijl ......................................................................................................... 623 2.1. Lichamelijke activiteit ................................................................................................ 625 2.2. Voeding ...................................................................................................................... 697 2.2.1. Voedingsstatus ............................................................................................................... 697 2.2.2. Voedingsgewoonten ....................................................................................................... 765
2.3. Gebruik van alcohol ................................................................................................... 875 2.4. Tabaksgebruik ............................................................................................................ 949 2.5. Gebruik van illegale drugs ........................................................................................ 1035 2.6. Gezondheid en seksualiteit ....................................................................................... 1079
Gezondheidsenquête, België, 2001
Inhoudstafel
Blz.
DEEL 4 : 3. Preventie ......................................................................................................1129 3.1. Vaccinatie bij volwassenen ........................................................................................ 1131 3.2. Cardiovasculaire preventie ........................................................................................ 1199 3.3. Vroegtijdige opsporing van diabetes ......................................................................... 1281 3.4. Vroegtijdige opsporing van borstkanker ................................................................... 1321 3.5. Vroegtijdige opsporing van baarmoederhalskanker ................................................. 1377
DEEL 5 : 4. Medische consumptie ................................................................................ 1403 4.1. Contacten met zorgverstrekkers................................................................................ 1405 4.1.1. Contacten met de huisarts ............................................................................................. 1405 4.1.2. Contacten met de specialist .......................................................................................... 1529 4.1.3. Contacten met de spoedgevallendienst ........................................................................ 1623 4.1.4. Contatcten met de tandarts ........................................................................................... 1673 4.1.5. Contacten met paramedische zorgverstrekkers ............................................................ 1727
4.2. Opname in het ziekenhuis ........................................................................................ 1767 4.3. Gebruik van geneesmiddelen .................................................................................... 1853 4.4. Patiëntentevredenheid............................................................................................... 1987 4.5. Niet-conventionele geneeswijzen ............................................................................ 2083
DEEL 6 : 5. Gezondheid en samenleving ...................................................................... 2149 5.1. Toegankelijkheid van gezondheidszorgen ................................................................ 2151 5.2. Socio-economische verschillen in gezondheid ......................................................... 2197 5.3. Gezondheid en omgeving ........................................................................................ 2203 5.4. Ongevallen, verkeersveiligheid en geweld ............................................................... 2243 5.5. Sociale gezondheid................................................................................................... 2349 5.6. Sociale en preventieve diensten ................................................................................ 2419
Gezondheidsenquête, België, 2001
1.2. Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
1.2.2. Acute Aandoeningen
Gezondheidsenquête, België, 2001
Dit onderzoek wordt uitgevoerd op initiatief van : M. AELVOET Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu J. CHABERT Minister van Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest T. DETIENNE Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid van het Waals Gewest D. GOSUIN Minister van Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest N. MARECHAL Minister van Jeugdhulp en Gezondheid van de Franse Gemeenschap H. NIESSEN Minister van Jeugd en Gezin, Monumenten en Landschappen, Gezondheid en Sociale Zaken van de Duitstalige Gemeenschap F. VANDENBROUCKE Minister van Sociale Zaken en Pensioenen M. VOGELS Minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen van de Vlaamse Gemeenschap.
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
1.2.2. Acute aandoeningen
Gezondheidstoestand
Subjectieve Gezondheid Chronische Aandoeningen
Leefstijl
Lichamelijke Gezondheid Ac ute Aandoeningen
Preventie
Medische Consumptie
Mentale Gezondheid Beperkingen en Participatieproblemen
Gezondheid en Samenleving
I. Samenvatting Voor acute aandoeningen werd het voorkomen van een episode in de 2 weken voor de enquête nagegaan samen met het consultatiegedrag. De aandoeningen zijn acute diarree, acute bronchitis/longontsteking en een astma-aanval. Ongeveer 6% van de populatie rapporteert een acute diarree. Voor acute bronchitis/longontsteking en astmaaanval is dit cijfer respectievelijk 4% en 2%. De incidentie van een opstoot bij personen die vermelden dat ze leiden aan chronische bronchitis of aan astma is respectievelijk 28% en 22%. Er zijn geen uitgesproken verschillen volgens geslacht; leeftijd, woonplaats (Gewest of niveau van urbanisatie) en opleiding. Een huisarts wordt vooral geconsulteerd voor een acute bronchitis/longontsteking (64%) en minder voor een astma-aanval (35%) of een acute diarree (25%). Bij acute bronchitis/longontsteking en acute diarree is koorts als bijkomend symptoom een belangrijke drijfveer om te consulteren. Personen met een acute bronchitis/longontsteking rapporteren frequenter het gebruik van antibiotica in de twee weken voor de bevraging. Een zelfde aanwijzing, alhoewel minder uitgesproken, is er ook bij acute diarree. De subjectieve gezondheidservaring is minder goed bij de personen die een episode van elk van de drie acute aandoeningen vermelden.
237
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
II. Inleiding Acute aandoeningen komen frequent voor en zijn een belangrijke reden voor een doktersbezoek en geneesmiddelengebruik (1;2). Deze aandoeningen geven ook vaak aanleiding tot werkverlet. Om deze redenen hebben deze aandoeningen, ook al zijn ze in de regel goedaardig en kort van duur, ook een impact op de gezondheid van de bevolking en op de gezondheidszorg. De lijst van acute aandoeningen die bevraagd werd in de gezondheidsenquête is beperkt tot acute diarree, acute bronchitis/longontsteking en een astmaaanval. De redenen van deze selectie is in de eerste plaats dat er aanwijzingen zijn van een mogelijke toename in de incidentie van astmatische episodes(3) en van diarree episodes(4). Daarnaast wordt er vaak ook de associatie gemaakt tussen het voorkomen van luchtpollutie en het voorkomen van astma aanvallen of acute bronchitis/longontsteking. Een belangrijke proportie van de acute diarree wordt in verband gebracht met besmetting in voedselketen. Een laatste reden voor de keuze van acute bronchitis/longontsteking en astmaaanval in de lijst van acute aandoeningen is de mogelijkheid om de link te maken met de gelijkaardige aandoeningen uit de lijst van de chronische aandoeningen zodat er een maat voor de incidentie van een opflakkering kan worden bepaald.
III. Vragen Het tijdsreferentiekader voor het voorkomen van de acute aandoeningen is twee weken. Deze herinneringsperiode in de gezondheidsenquête is gelijkaardig aan de referentieperiode voor o.a. het voorkomen van tijdelijke beperkingen en geneesmiddelengebruik. Voor elk van de aandoeningen wordt naast het voorkomen ook naar een eventuele consultatie bij de huisarts gepeild. Voor de diarree episode en de acute bronchitis/longontsteking is er ook een vraag naar de aanwezigheid van koorts als een indicatie van de ernst van de aandoening. De vragen worden als volgt ingeleid: ‘Denk even terug aan de voorbije twee weken, die gisteren afliepen. Heeft u één van de volgende ziektes of klacht gehad’ : • AD0101. Diarree, dit wil zeggen tenminste 3-maal waterige of slijmerige ontlasting binnen 24 uur? • AD0201. Had u koorts? • AD0301. Heeft u hiervoor uw huisarts geraadpleegd? • AD0102. Bronchitis of longontsteking? • AD0202. Had u koorts? • AD0302. Heeft u hiervoor uw huisarts geraadpleegd? • AD0103. Astma-aanval of astmacrisis? • AD0303. Heeft u hiervoor uw huisarts geraadpleegd?
IV. Indicatoren Er zijn 2 types indicatoren voor elk van de verschillende acute aandoeningen. In de eerste plaats is er de proportie van de populatie die een episode van een acute aandoening in de laatste 2 weken rapporteren al dan niet met koorts. Daarnaast is bij het voorkomen van een episode het percentage van de bevolking berekend dat bij de acute aandoening de huisarts consulteert. De vragen maken deel van de mondelinge vragenlijst en werden aan iedereen gesteld.
238
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
V. Resultaten V.1. België V.1.1. Acute diarree episode in de laatste twee weken (AD01_1 tot AD01_5) Net geen 6% van de populatie heeft een diarree episode gehad in de twee weken voor de bevraging. Er is geen verschil in de proportie volgens geslacht (Tabel 1.2.2.1.1). Er is geen uitgesproken verandering in de gerapporteerde incidentie volgens leeftijd. Alhoewel de incidentie lager is de maand september is deze over het algemeen homogeen verdeeld over de verschillende maanden van het jaar (Figuur 1.2.2.1.1). Een minderheid van de personen (15%; 13% bij mannen; 16% bij vrouwen) met een diarree episode vermeldt het samengaan met koorts. Ongeveer een kwart van de personen met diarree consulteren een huisarts. Vrouwen consulteren vaker (30%) dan mannen (21%) en het consultatiecijfer neemt ook toe na de leeftijd van 55 jaar (Tabel 1.2.2.1.2). Dit percentage is veel hoger (67%) wanneer er bijkomend koorts was (Figuur 1.2.2.1.2). In tegenstelling tot het verschil volgens geslacht is het hoger consultatiecijfer op oudere leeftijd significant na controle voor de aanwezigheid van koorts. Figuur 1.2.2.1.1 : Percentage (%) van de bevolking met een acute diarree episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, België, 2001. % 10 Indicator AD01_2
8 6 4 2 0 F
J
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
Maand
Figuur 1.2.2.1.2 : Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een acute diarree episode, Gezondheidsenquête, België, 2001. % Mannen
Vrouwen
80
Indicator AD01_3
70 60 50 40 30 20 10 0
Geen koorts
Koorts
239
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
Er zijn geen verschillen in het rapporteren van een acute diarree episode volgens woonplaats, hetzij het Gewest of het niveau van urbanisatie. Mensen zonder diploma rapporteren iets vaker een diarree episode (9%) maar dit verschil was niet significant (Tabel 1.2.2.1.1). Ook het consultatiegedrag wordt niet beïnvloed door deze achtergrondkenmerken. Wel consulteren personen zonder diploma (12%) minder frequent de huisarts, zonder dat dit verschil significant is (Tabel 1.2.2.1.2). Koorts is een belangrijke drijfveer om de huisarts te consulteren (OR: 11,8; 95%BI 5,93-23,6). Personen met een diarree episode (6% indien geen koorts. 18% indien met koorts) gebruiken frequenter antibiotica in de twee weken voor de bevraging in vergelijking met personen zonder diarree (4%). Voor diarree met koorts blijft dit verschil in gebruik van antibiotica (OR: 3,34; 95%BI 1,08-10,31) significant na controle voor geslacht, leeftijd, opleiding, residentie en een recente bronchitis/longontsteking. De ervaren gezondheid van personen die recent een acute diarree hadden is beduidend slechter (OR: 2,96; 95%BI 2,253,92). V.1.2. Acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste twee weken (AD02_1 tot AD02_5) Een episode van acute bronchitis/longontsteking in de 2 weken voor de bevraging werd door 4% van de populatie (3% bij mannen en 4% bij vrouwen) gemeld (Tabel 1.2.2.1.3). De incidentie neemt toe met de leeftijd tot bijna 8% bij mannen en iets over de 6% bij vrouwen in de oudste leeftijdsgroep (Figuur 1.2.2.1.3). De incidentie is lager de maanden juli en augustus (Figuur 1.2.2.1.4). Ruim twee derden van de personen met acute bronchitis/longontsteking (72% bij mannen; 67% bij vrouwen) vermeldt geen koorts. Ongeveer twee derden consulteert een huisarts en dit cijfer is gelijkaardig voor mannen (65%) en vrouwen (64%). Het consultatiecijfer is niet statistische verschillend volgens leeftijd (Tabel 1.2.2.1.4). Het consultatiecijfer is vooral hoog (88%) wanneer koorts aanwezig is (Figuur 1.2.2.1.5). Figuur 1.2.2.1.3 : Percentage (%) van de bevolking met een acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste 2 weken, volgens geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2001. % 12
10
10
Indicator ad02_2 BE
Indicator ad02_2 BE
% 12
8 6 4 2 0
8 6 4 2
0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 +
Mannen
0
0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 +
Vrouwen
240
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Figuur 1.2.2.1.4 : Percentage (%) van de bevolking met een acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, België, 2001. %
Indicator ad02_2
6
4
2
0 J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
Maand
Figuur 1.2.2.1.5 : Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een acute bronchitis/longontsteking, Gezondheidsenquête, België, 2001. % Mannen
Vrouwen
90
Indicator AD02_3
80 70 60 50 40 30 20 10 0
Koorts
Geen koorts
Er zijn geen verschillen in het rapporteren van een acute bronchitis/longontsteking episode volgens woonplaats: Gewest of niveau van urbanisatie (Tabel 1.2.2.1.3). Mensen met diploma lager onderwijs en lager secondair onderwijs (5%) rapporteerden iets frequenter een acute bronchitis/longontsteking (Tabel 1.2.2.1.3) maar dit verschil blijft niet statistisch significant na standaardisatie voor leeftijd en geslacht. De incidentie van acute bronchitis/longontsteking episodes is afhankelijk het rook gedrag (roker: 5%; vroeger roker: 4%; nooit roker: 2%). 28% van de personen met chronische bronchitis/CARA vermelden ook een acute opstoot van bronchitis/longontsteking in de twee weken voor de bevraging. De relatie tussen de frequentie van een acute bronchitis/longontsteking episode en het huidige rookgedrag (OR: 1,66; 95%BI 1,00-2,74) en het lijden aan chronische bronchitis/CARA (OR: 18,9; 95%BI 13,0-27,4) blijft significant na correctie voor de sociodemografische achtergrondkenmerken. Het consultatiegedrag is niet beïnvloed door de achtergrondkenmerken (Tabel 1.2.2.1.4). Koorts is de belangrijkste drijfveer om de huisarts te consulteren (OR: 11,9; 95%BI 5,16-27,3). Een acute bronchitis/longontsteking episode leidt tot frequenter (25% indien geen koorts; 39% indien koorts) gebruik van antibiotica in de twee weken voor de bevraging in vergelijking met personen zonder zo’n episode (3%). Dit verschil in gebruik van antibiotica (zonder koorts OR: 9,97; 95%BI 5,44-18,28; met koorts OR: 17,59; 95%BI 9,71-31,87) blijft significant na controle voor geslacht, leeftijd, opleiding, residentie en een recente diarree episode. Personen die recent een acute bronchitis/longontsteking episode hadden rapporteren een slechtere ervaren gezondheid (OR: 3,37; 95%BI 2,36-4,80).
241
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
V.1.3. Acute astma-aanval in de laatste twee weken (AD03_1, AD03_2) Een acute astma-aanval in de twee weken voor de bevraging komt voor bij 2% van de populatie. De frequentie is identiek voor mannen als vrouwen (Tabel 1.2.2.1.5). Er is geen duidelijk patroon volgens de leeftijd. Enkel bij mannen, 75 jaar en ouder, is de frequentie hoger (5%). De frequentie blijft vrij gelijkaardig over het verloop van het jaar met de laagste frequentie (< 1%) in juni en in december. Iets meer dan een derde van de personen met astma-aanval consulteert de huisarts (35% bij mannen, 36% bij vrouwen). Het consultatiecijfer is boven de 50% in de oudste leeftijdsgroepen (p voor trend = 0,03). Er zijn geen verschillen in het rapporteren van een astma-aanval volgens residentie: Gewest of niveau van urbanisatie. Mensen met diploma lager onderwijs (3%) en lager secondair onderwijs (2%) rapporteerden iets frequenter een astma-aanval (Tabel 1.2.2.1.5) maar dit verschil blijft niet statistisch significant na correctie voor leeftijd, geslacht. De incidentie van een astma-aanval is hoger bij ex-rokers (3%), rokers (2%) in vergelijking met nooit rokers (1%) en bij personen die astma rapporteerden in de lijst van chronische aandoeningen (22%). De relatie tussen de incidentie van een astma-aanval in de laatste 2 weken en het feit dat men vroeger rookte (OR: 2,21; 95%BI 1,27-3,86) of dat men vermeld aan astma te lijden (OR: 44,9; 95%BI 27,0-74,8) blijft significant na correctie voor de socio-demografische achtergrondkenmerken. Het consultatiegedrag bij een acute astma-aanval is verschillend volgens de plaats van residentie (Tabel 1.2.2.1.6). Het is 25% in het Vlaams Gewest en bijna 50% in het Brussels en Waals Gewest. Het is ook hoger in het semi-stedelijk en landelijke zones (respectievelijk 36% en 39%). Deze verschillen volgens residentie blijven significant na standaardisatie voor de socio-demografische achtergrondskenmerken in een multivariate model. De lager geschoolde populatie lijkt vaker te consulteren voor een astma-aanval, maar dit verschil is niet significant. Personen die recent een astma-aanval hadden rapporteren een slechtere ervaren gezondheid (OR: 2,41; 95%BI 1,56-3,71).
242
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 1.2.2.1.1 :
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Percentage (%) van de populatie met een acute diarree episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, België, 2001.
ad01_2 - België
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
6,1 5,5
6,1 ( 5,3- 7,1) 5,5 ( 4,6- 6,4)
5866 6121
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
6,0 5,5 6,8 5,2 5,5 5,9 5,0 6,9
6,0 5,5 6,8 5,1 5,5 5,9 5,0 7,0
( 4,6- 7,9) ( 4,0- 7,6) ( 5,3- 8,6) ( 3,9- 6,7) ( 4,2- 7,2) ( 4,2- 8,1) ( 3,4- 7,2) ( 4,0-11,9)
1942 1283 1720 1918 1662 1344 1224 894
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
8,9 5,1 6,6 5,2 6,1
9,0 5,1 6,6 5,1 6,0
( 2,7-26,0) ( 3,6- 7,3) ( 5,1- 8,5) ( 4,1- 6,4) ( 4,9- 7,3)
270 1555 2178 3486 4115
URBANISATIEGRAAD Brussel Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
6,3 6,4 5,8 5,4
6,2 6,4 5,7 5,4
( 5,3- 7,4) ( 4,9- 8,4) ( 4,7- 7,0) ( 4,3- 6,7)
2961 1917 3866 3243
VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest
5,7 6,3 5,8
5,7 ( 4,8- 6,7) 6,2 ( 5,3- 7,4) 5,8 ( 4,7- 7,1)
4066 2961 4960
243
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Tabel 1.2.2.1.2 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een acute diarree episode, Gezondheidsenquête, België, 2001.
ad01_3 - België
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
21,0 29,6
21,2 27,7
(16,1-27,3) (21,4-35,1)
338 356
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
25,2 23,3 20,3 14,1 21,0 31,9 37,5 42,0
25,3 22,5 20,3 14,7 21,5 32,4 37,7 39,6
(14,6-40,0) (12,0-38,3) (11,7-32,9) ( 8,4-24,3) (12,4-34,7) (21,6-45,5) (23,1-54,9) (18,4-65,7)
115 62 119 116 87 76 68 51
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
12,4 29,1 25,5 33,6 17,2
5,3 22,7 23,2 34,6 19,0
( 0,4-41,4) (13,6-35,5) (15,3-33,4) (25,3-45,4) (12,4-27,9)
12 94 135 188 249
URBANISATIEGRAAD Brussel Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
33,5 26,7 21,7 26,0
33,5 26,6 19,9 26,0
(25,7-42,4) (17,9-37,8) (13,4-28,4) (17,5-36,8)
191 116 218 169
VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest
22,2 33,5 28,6
21,1 33,5 27,9
(15,2-28,7) (25,7-42,4) (21,3-35,7)
238 191 265
244
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 1.2.2.1.3 :
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Percentage (%) van de populatie met een acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, België, 2001.
ad02_2 – België
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
3,1 3,9
3,0 ( 2,4- 3,7) 3,5 ( 2,8- 4,4)
5684 5938
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
3,6 1,3 3,3 3,1 2,7 4,5 4,3 8,0
3,6 1,3 3,3 3,1 2,7 4,5 4,3 7,8
( 2,3- 5,4) ( 0,7- 2,4) ( 2,1- 5,1) ( 2,1- 4,6) ( 1,7- 4,2) ( 3,2- 6,2) ( 3,0- 6,1) ( 5,2-11,5)
1872 1242 1655 1853 1624 1308 1191 877
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
4,1 6,4 5,3 2,7 2,3
3,6 5,2 5,0 2,7 2,2
( 1,6- 7,9) ( 3,7- 7,3) ( 3,5- 7,2) ( 1,9- 3,7) ( 1,7- 3,0)
250 1516 2109 3372 3997
URBANISATIEGRAAD Brussel Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
4,3 3,6 3,5 3,3
3,9 3,3 3,2 3,1
( 3,1- 5,0) ( 2,1- 5,0) ( 2,4- 4,3) ( 2,3- 4,1)
2906 1849 3715 3152
VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest
3,7 4,3 3,1
3,3 ( 2,6- 4,2) 3,9 ( 3,1- 5,0) 2,9 ( 2,2- 3,7)
3762 2906 4954
245
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Tabel 1.2.2.1.4 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een episode van acute bronchitis/longontsteking, Gezondheidsenquête, België, 2001.
ad02_3 – België
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
65,1 63,6
66,5 63,7
(56,4-75,4) (51,8-74,2)
189 210
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
59,8 75,4 60,7 57,0 75,9 52,4 59,3 79,7
60,1 75,4 60,9 57,0 76,0 52,6 59,2 80,0
(40,2-77,2) (38,7-93,7) (37,3-80,3) (36,0-75,7) (57,0-88,3) (36,1-68,6) (41,4-74,9) (56,3-92,6)
62 18 44 48 50 60 56 61
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
81,2 74,6 64,8 59,8 53,9
82,5 76,5 66,1 62,0 56,6
(53,1-95,2) (56,5-89,1) (50,5-78,8) (43,8-77,4) (41,2-70,8)
14 88 92 96 95
URBANISATIEGRAAD Brussel Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
68,6 58,1 64,3 65,8
69,2 58,4 64,0 68,7
(59,1-77,8) (36,0-77,9) (49,7-76,3) (54,6-80,1)
118 68 117 96
VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest
63,0 68,6 65,4
63,7 69,1 66,3
(51,0-74,8) (59,0-77,6) (54,0-76,8)
119 118 162
246
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 1.2.2.1.5 :
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Percentage (%) van de populatie met een astma-aanval in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, België, 2001.
ad03_1 – België
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
1,8 1,8
1,8 ( 1,4- 2,3) 1,7 ( 1,3- 2,3)
5681 5929
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
1,8 1,2 2,5 2,1 1,0 1,8 2,0 2,7
1,8 1,2 2,5 2,1 1,0 1,8 2,0 2,7
( 1,1- 2,9) ( 0,6- 2,5) ( 1,6- 4,0) ( 1,2- 3,6) ( 0,6- 1,7) ( 1,0- 3,1) ( 1,1- 3,5) ( 1,5- 4,8)
1870 1241 1653 1853 1623 1303 1189 878
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
0,9 2,7 2,4 1,9 1,2
0,9 2,6 2,4 1,8 1,1
( 0,3- 2,6) ( 1,5- 4,3) ( 1,6- 3,5) ( 1,2- 2,8) ( 0,8- 1,7)
251 1515 2102 3370 3996
URBANISATIEGRAAD Brussel Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
2,1 1,5 1,7 2,1
2,0 1,5 1,6 2,1
( 1,6- 2,6) ( 0,7- 3,2) ( 1,1- 2,3) ( 1,5- 2,8)
2903 1846 3710 3151
VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest
1,7 2,1 2,1
1,6 ( 1,2- 2,2) 2,0 ( 1,6- 2,6) 2,0 ( 1,5- 2,7)
3755 2903 4952
247
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Tabel 1.2.2.1.6 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een acute astma-aanval, Gezondheidsenquête, België, 2001.
ad03_3 – België
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
34,5 36,0
31,0 37,1
(20,8-43,5) (24,6-51,5)
116 117
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
27,0 15,5 25,2 32,9 56,5 30,8 52,7 56,3
27,0 14,0 25,5 32,5 56,2 31,3 52,1 58,2
(12,5-48,9) ( 3,7-40,6) (11,0-48,6) (13,0-61,0) (30,3-79,1) (11,6-61,2) (23,9-79,0) (29,9-82,0)
33 15 37 32 29 31 27 29
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
64,4 48,8 35,0 30,1 29,1
45,9 42,8 32,4 31,0 32,9
( 6,3-91,4) (19,8-69,4) (18,1-51,0) (16,5-50,5) (17,5-53,2)
5 43 59 59 57
URBANISATIEGRAAD Brussel Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
49,7 9,6 36,5 38,9
47,1 10,1 35,4 37,1
(33,9-60,7) ( 2,7-31,1) (21,2-52,8) (22,9-54,0)
68 28 69 68
VERBLIJFPLAATS Vlaams Gewest Brussels Gewest Waals Gewest
24,6 49,7 48,1
22,9 46,7 48,9
(12,9-37,5) (33,2-60,6) (33,6-64,4)
60 68 105
248
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
V.2. Vlaams Gewest V.2.1. Acute diarree episode in de laatste twee weken (AD01_1 tot AD01_5) Bijna 6% van de populatie heeft een diarree episode gehad in de twee weken voor de bevraging. Er is geen belangrijk verschil in de proportie volgens geslacht (6% bij mannen en 5% bij vrouwen (Tabel 1.2.2.2.1)). Bij mannen daalt de frequentie op oudere leeftijd terwijl bij vrouwen na een initiële daling op de leeftijd 35-44 jaar er opnieuw een toename is (Figuur 1.2.2.2.1). Deze associatie met leeftijd is echter niet significant. De incidentie is het hoogst in de zomermaanden en het laagst in de maand september (Figuur 1.2.2.2.2). Een minderheid van de personen (13% bij mannen; 18% bij vrouwen) met een diarree episode vermeldt het samengaan met koorts. Twee en twintig percent van de personen met diarree consulteren een huisarts, vrouwen iets vaker (26%) dan mannen (18%) (Tabel 1.2.2.2.2). Het consultatiecijfer is meer dan 40% bij vrouwen 55 jaar en ouder. Dit percentage is hoger (63%) wanneer er bijkomend koorts wordt vermeld; 53% bij mannen en 70% bij vrouwen (Figuur 1.2.2.2.3).
Figuur 1.2.2.2.1 : Percentage (%) van de bevolking met een acute diarree episode in de laatste 2 weken volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, Vlaams Gewest, 2001.
Indicator ad01_2 VL
%
%
20
20
15
15
10
10
5
5
0
0
0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 +
0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 +
Mannen
Vrouwen
Figuur 1.2.2.2.2 : Percentage (%) van de bevolking met een acute diarree episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Vlaams Gewest, 2001. %
Indicator AD01_2
10 8 6 4 2 0 J
F
M
A
M
Maand
249
J
J
A
S
O
N
D
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
Figuur 1.2.2.2.3 : Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een acute diarree episode, Gezondheidsenquête, Vlaams Gewest, 2001. % Mannen
Vrouwen
80
Indicator AD01_3
70 60 50 40 30 20 10 0
Geen koorts
Koorts
Er zijn geen verschillen in het rapporteren van een acute diarree episode en de consultatiegraad volgens de urbanisatiegraad. Mensen zonder diploma rapporteren iets frequenter een diarree episode (11%). Ze consulteren echter minder vaak (10%). Deze verschillen zijn niet significant (Tabel 1.2.2.2.1, 1.2.2.2.2). Bijkomende koorts is een belangrijke factor voor consultatie (OR: 14,83; 95%BI 5,73-38,4). Personen met een diarree episode met koorts nemen frequenter (15%) antibiotica in de twee weken voor de bevraging in vergelijking met personen zonder diarree (4%) of diarree zonder koorts (4%). Dit verschil blijft significant na standaardisatie voor leeftijd en geslacht, maar niet na controle voor een recente bronchitis/longontsteking. De subjectieve gezondheid bij personen die recent een acute diarree hadden is slechter (OR: 3,45; 95%BI 2,32-5,13). V.2.2. Acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste twee weken (AD02_1 tot AD02_5) Een episode van acute bronchitis/longontsteking in de 2 weken voor de bevraging werd door 4% van de populatie (3% bij mannen en 4% bij vrouwen) gemeld (Tabel 1.2.2.2.3). De incidentie neemt vooral toe met de leeftijd bij vrouwen (Figuur 1.2.2.2.4). De incidentie is lager is de maanden juli en augustus (Figuur 1.2.2.2.5). Ruim twee derden van de personen met bronchitis/longontsteking (76% bij mannen; 70% bij vrouwen) vermeldt geen koorts. Ongeveer twee derden van de personen met bronchitis/longontsteking (64% bij mannen; 63% bij vrouwen) consulteren een huisarts. Het consultatiecijfer is niet statistische verschillend volgens leeftijd (Tabel 1.2.2.2.4) en is hoger (90%) wanneer er bijkomend koorts is (Figuur 1.2.2.2.6). Figuur 1.2.2.2.4 : Percentage (%) van de bevolking met een acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste 2 weken, volgens geslacht, Gezondheidsenquête, Vlaams Gewest, 2001. % 12
10
10
Indicator ad02_2 VL
Indicator ad02_2 VL
% 12
8 6 4 2 0
8 6 4 2
0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 +
Mannen
0
0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 +
Vrouwen
250
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Figuur 1.2.2.2.5 : Percentage (%) van de bevolking met een acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Vlaams Gewest, 2001. %
Indicator ad02_2
6
4
2
0 J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
Maand
Figuur 1.2.2.2.6 : Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een acute bronchitis/longontsteking, Gezondheidsenquête, Vlaams Gewest, 2001. % Mannen
Vrouwen
100 90 Indicator AD02_3
80 70 60 50 40 30 20 10 0
Koorts
Geen koorts
Er zijn geen verschillen in het rapporteren van een acute bronchitis/longontsteking episode volgens niveau van urbanisatie. Mensen met diploma hoger onderwijs (2%) rapporteerden iets minder frequent een acute bronchitis/longontsteking (Tabel 1.2.2.2.3) maar dit verschil blijft niet statistisch significant na standaardisatie. De incidentie van acute bronchitis/longontsteking episodes varieert niet significant volgens het rookgedrag (roker: 4,0%; ex-roker: 3%; nooit roker: 3%). 28% van de personen met chronische bronchitis/CARA vermelden ook een acute opstoot van bronchtis/longontsteking in de twee weken voor de bevraging. De relatie tussen de frequentie van een acute bronchtis/longontsteking episode en het lijden aan chronische bronchitis/CARA (OR: 17,0; 95%BI 10,0-28,8) blijft significant na correctie voor de sociodemografische achtergrondkenmerken en roken. Het consultatiegedrag was niet beïnvloed door de sociodemografische achtergrondkenmerken (Tabel 1.2.2.2.4). Koorts blijft een belangrijke determinant voor consultatie (OR: 18,2; 95%BI 4,52-73,4). Een acute bronchitis/longontsteking episode leidt tot frequenter (22% indien geen koorts; 39% indien koorts) gebruik van antibiotica in de twee weken voor de bevraging in vergelijking met personen zonder zo’n episode (3%). Dit verschil in gebruik van antibiotica blijft significant na controle voor geslacht, leeftijd, opleiding, residentie en een recente diarree episode (zonder koorts OR: 11,90; 95%BI 4,98-28,42; met koorts OR: 19,95; 95%BI 7,62-52,23). Personen die recent een acute bronchitis/longontsteking episode hadden rapporteren een slechtere ervaren gezondheid (OR: 4,31; 95%BI 2,61-7,10).
251
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
V.2.3. Astma-aanval in de laatste twee weken (AD03_1, AD03_2) Een acute astma-aanval in de twee weken voor de bevraging komt voor bij 2% van de populatie. Per maand schommelt de incidentie tussen de 1% à 2%, zonder een uitgesproken seizoensgebonden patroon. De frequentie was vrij gelijkaardig voor mannen als vrouwen (Tabel 1.2.2.2.5). Er is geen duidelijk patroon volgens de leeftijd. Enkel bij mannen, 75 jaar en ouder, is de frequentie hoger (4%). Ongeveer een vierde van de personen met astma-aanval consulteert de huisarts (26% bij mannen, 24% bij vrouwen). Het consultatiecijfer neemt toe met de leeftijd (p voor trend = 0,03). Er zijn geen significante verschillen in het rapporteren van een astma-aanval volgens urbanisatie of opleiding (Tabel 1.2.2.2.5). Het consultatiegedrag is niet significant verschillend volgens woonplaats of opleiding. De incidentie van een astma-aanval is 2% bij ex-rokers en 1% bij rokers en nooit rokers. Het is 20% bij personen die astma rapporteren in de lijst van chronische aandoeningen. Enkel de relatie tussen de incidentie van een astmaaanval in de laatste 2 weken en het feit dat men lijdt aan astma (OR: 35,5; 95%BI 16,7-75,1) blijft significant na correctie voor de socio-demografische achtergrondkenmerken. Personen die recent een astma-aanval hadden rapporteren een slechtere ervaren gezondheid (OR: 2,76; 95%BI 1,47-5,16).
252
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 1.2.2.2.1 :
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Percentage (%) van de populatie met een acute diarree episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Vlaams Gewest, 2001.
ad01_2 - Vlaams Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
6,1 5,4
6,0 ( 4,9- 7,3) 5,3 ( 4,2- 6,7)
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
6,8 6,5 6,6 4,5 4,9 5,3 4,4 6,6
6,8 6,5 6,6 4,5 4,9 5,3 4,4 6,7
( 4,7- 9,8) ( 4,3- 9,8) ( 4,7- 9,3) ( 2,9- 6,9) ( 3,4- 7,2) ( 3,4- 8,1) ( 2,8- 6,9) ( 2,8-15,2)
598 454 574 652 586 514 422 266
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
11,0 4,1 6,5 5,0 6,4
10,8 4,1 6,6 4,9 6,1
( 2,6-35,7) ( 2,2- 7,4) ( 4,6- 9,3) ( 3,6- 6,6) ( 4,7- 7,9)
79 491 748 1327 1364
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
6,8 5,8 4,8
6,7 ( 5,0- 9,0) 5,7 ( 4,5- 7,2) 4,7 ( 3,4- 6,7)
938 2037 1091
253
2041 2025
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Tabel 1.2.2.2.2 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een episode van acute diarree, Gezondheidsenquête, Vlaams Gewest, 2001.
ad01_3 - Vlaams Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
18,2 26,4
17,9 23,7
(11,6-26,6) (15,7-34,0)
122 116
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
24,8 22,1 24,5 8,7 14,4 23,7 45,7 20,1
24,5 21,3 24,2 9,7 15,1 24,7 45,5 18,4
(11,2-45,6) ( 8,9-42,9) (12,0-42,8) ( 2,8-28,6) ( 5,8-34,2) (11,6-45,0) (24,8-67,9) ( 4,8-49,8)
41 29 45 29 30 26 24 14
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
9,7 21,3 20,5 32,0 16,3
7,1 16,1 18,8 30,9 16,1
( 0,2-71,3) ( 5,4-39,3) ( 9,7-33,4) (18,4-47,0) ( 8,2-29,4)
4 21 50 74 86
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
25,6 18,1 26,7
24,2 16,7 25,0
(14,7-37,3) ( 9,9-26,9) (12,4-44,0)
67 119 52
254
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 1.2.2.2.3 :
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Percentage (%) van de populatie met een acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Vlaams Gewest, 2001.
ad02_2 - Vlaams Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
3,3 4,0
3,0 ( 2,2- 4,2) 3,4 ( 2,5- 4,7)
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
4,3 1,0 3,1 3,0 2,7 5,1 3,7 8,3
4,4 1,0 3,1 3,0 2,7 5,1 3,7 8,1
( 2,5- 7,5) ( 0,3- 3,1) ( 1,7- 5,6) ( 1,6- 5,4) ( 1,4- 5,2) ( 3,3- 7,8) ( 2,1- 6,4) ( 4,6-14,0)
544 416 521 596 552 483 396 254
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
2,4 6,9 5,7 3,0 1,9
2,1 5,8 5,4 2,8 1,8
( 0,3-13,5) ( 3,4- 9,6) ( 3,2- 9,0) ( 1,8- 4,4) ( 1,1- 2,8)
61 466 686 1224 1271
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
3,6 3,6 3,8
3,2 ( 1,9- 5,3) 3,2 ( 2,2- 4,7) 3,3 ( 2,2- 5,0)
871 1888 1003
255
1883 1879
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Tabel 1.2.2.2.4 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een episode van acute bronchitis/longontsteking, Gezondheidsenquête, Vlaams Gewest, 2001.
ad02_3 - Vlaams Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
63,5 62,6
64,2 61,7
(49,8-76,4) (43,5-77,1)
56 63
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
56,2 61,4 59,6 56,0 73,8 53,9 73,8 73,6
56,5 61,1 59,4 55,7 73,9 53,9 73,8 74,0
(30,7-79,2) (12,5-94,5) (28,3-84,5) (25,5-82,3) (45,0-90,7) (32,4-74,0) (41,1-91,9) (41,6-91,9)
21 3 13 14 15 24 15 14
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
100,0 69,7 68,6 53,6 54,6
100,0 72,7 68,8 54,3 58,0
(100,0-100,0) (42,9-90,4) (46,9-84,6) (30,6-76,2) (35,6-77,5)
1 26 31 32 27
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
52,4 64,6 68,1
53,3 63,3 70,7
(29,4-75,7) (44,4-78,8) (49,3-85,7)
29 55 35
256
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 1.2.2.2.5 :
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Percentage (%) van de populatie met een astma-aanval in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Vlaams Gewest, 2001.
ad03_1 - Vlaams Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
1,9 1,5
1,8 ( 1,2- 2,6) 1,4 ( 0,9- 2,3)
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
2,1 1,0 2,5 1,3 0,8 1,7 2,1 2,0
2,1 1,0 2,5 1,3 0,8 1,7 2,1 2,1
( 1,1- 4,0) ( 0,4- 2,9) ( 1,2- 4,9) ( 0,5- 3,6) ( 0,3- 2,0) ( 0,7- 3,9) ( 0,9- 4,8) ( 0,7- 5,7)
543 416 521 596 552 478 395 254
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
0,0 2,6 2,2 1,7 1,1
0,0 2,6 2,2 1,6 0,9
( 0,0- 0,0) ( 1,1- 6,2) ( 1,3- 3,9) ( 0,8- 3,0) ( 0,5- 1,8)
62 465 680 1224 1271
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
1,6 1,5 2,0
1,5 ( 0,6- 3,8) 1,5 ( 0,9- 2,2) 1,9 ( 1,1- 3,1)
870 1884 1001
257
1882 1873
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
V.3. Brussels Gewest V.3.1. Acute diarree episode in de laatste twee weken (AD01_1 tot AD01_5) Iets meer dan 6% van de populatie heeft een diarree episode gehad in de twee weken voor de bevraging. Er is geen belangrijk verschil in de proportie volgens geslacht (6% bij mannen en 7% bij vrouwen (Tabel 1.2.2.3.1)). De laagste gerapporteerde incidentie is in de leeftijdsgroep 15-24 jaar. Bij mannen daalt de frequentie op oudere leeftijd. Bij vrouwen is er een hogere incidentie op leeftijd van 35-44 jaar; op oudere leeftijd verandert de frequentie van diarree episodes niet (Figuur 1.2.2.3.1). Deze associatie met leeftijd is echter niet significant. De incidentie in is het hoogst in de maanden april, mei en november (Figuur 1.2.2.3.2). De verschillen per maand zijn niet significant. Een minderheid van de personen (24% bij mannen; 15% bij vrouwen) met een diarree episode vermeldt het samengaan met koorts. Een derde van de personen met diarree consulteren een huisarts, vrouwen iets vaker (35%) dan mannen (31%) (Tabel 1.2.2.3.2). Het consultatiecijfer is meer dan 45% bij vrouwen 45 jaar en ouder. Het hogere consultatiecijfer op oudere leeftijd is significant vanaf deze leeftijd. Dit percentage is hoger (73%) wanneer er bijkomend koorts wordt vermeld (Figuur 1.2.2.3.3). Het verschil volgens geslacht (69% bij mannen en 77% bij vrouwen) is niet significant. Figuur 1.2.2.3.1 : Percentage (%) van de bevolking met een acute diarree episode in de laatste 2 weken volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, Brussels Gewest, 2001.
Indicator ad01_2 BR
%
%
20
20
15
15
10
10
5
5
0
0
0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 +
0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 +
Mannen
Vrouwen
Figuur 1.2.2.3.2 : Percentage (%) van de bevolking met een acute diarree episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Brussels Gewest, 2001. %
Indicator AD01_2
10 8 6 4 2 0 J
F
M
A
M
Maand
258
J
J
A
S
O
N
D
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Figuur 1.2.2.3.3 : Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een acute diarree episode, Gezondheidsenquête, Brussels Gewest, 2001. % Mannen
Vrouwen
80
Indicator AD01_3
70 60 50 40 30 20 10 0
Geen koorts
Koorts
Mensen zonder diploma rapporteerden iets minder frequent een diarree episode (2%). Dit verschil is niet significant (Tabel 1.2.2.3.1). De frequentie van diarree en het consultatiecijfer is niet verschillend volgens nationaliteit. De koorts die samengaat met de diarree is bepalend voor het al dan niet consulteren van de huisarts (OR: 21,3; 95%BI 7,02-64,6). Personen met een diarree episode nemen frequenter (10%) antibiotica in de twee weken voor de bevraging in vergelijking met personen zonder diarree (5%). Dit verschil is niet statistisch significant. Een acute diarree episode leidt tot frequenter (10% onafhankelijk of er koorts is) gebruik van antibiotica in de twee weken voor de bevraging in vergelijking met personen zonder zo’n episode (5%). Dit verschil in gebruik van antibiotica is niet significant na controle voor geslacht, leeftijd, opleiding, residentie en een recente acute bronchitis/longontsteking episode. De subjectieve gezondheid bij personen die een acute diarree hadden in de twee weken voor de bevraging is slechter (OR: 2,31; 95%BI 1,48-3,60). V.3.2. Acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste twee weken (AD02_1 tot AD02_5) Een episode van acute bronchitis/longontsteking in de 2 weken voor de bevraging werd door 4% van de populatie (4% bij mannen en 5% bij vrouwen) gemeld (Tabel 1.2.2.3.3). De incidentie is hoger bij mannen na de leeftijd van 65 jaar en bij vrouwen onder de 15 jaar en na de leeftijd van 45 jaar (Figuur 1.2.2..3.4). De incidentie is het hoogst in de maanden maart tot mei zonder dat deze verschillen significant zijn (Figuur 1.2.2..3.5). Een meerderheid (54% bij mannen; 65% bij vrouwen) vermeldt koorts. Meer dan twee derden van de personen met bronchitis/longontsteking consulteren hun huisarts en dit cijfer is hoger volgens geslacht (74% bij mannen; 64% bij vrouwen). Het consultatiecijfer is niet statistisch verschillend volgens leeftijd (Tabel 1.2.2.3.4). Het percentage personen dat de huisarts consulteert is rond de 80% wanneer er bijkomend koorts is (Figuur 1.2.2..3.6).
259
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
Figuur 1.2.2.3.4 : Percentage (%) van de bevolking met een acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste 2 weken, volgens geslacht, Gezondheidsenquête, Brussels Gewest, 2001. % 14
12
12
Indicator ad02_2 BR
Indicator ad02_2 BR
% 14
10 8 6 4
10 8 6 4
2 0
2 0
0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 +
0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 +
Mannen
Vrouwen
Figuur 1.2.2..3.5 : Percentage (%) van de bevolking met een acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Brussels Gewest, 2001. %
Indicator ad02_2
8 6 4 2 0 J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
Maand
Figuur 1.2.2..3.6 : Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een acute bronchitis/longontsteking, Gezondheidsenquête, Brussels Gewest, 2001. % Mannen
Vrouwen
90
Indicator AD02_3
80 70 60 50 40 30 20 10 0
Geen koorts
Koorts
260
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
De frequentie van acute bronchitis/longontsteking neemt af met toenemende opleiding (Tabel 1.2.2.3.3) maar dit verschil blijft niet statistisch significant na correctie voor socio-demografische variabelen, rookgedrag en de prevalentie van chronische bronchitis/CARA. De incidentie van acute bronchitis/longontsteking episodes is afhankelijk het rook gedrag (roker: 6%; vroeger roker: 5%; nooit roker: 2%). In het multivariate model zijn deze verschillen niet meer statistisch significant. Net geen 30% van de personen met chronische bronchitis/CARA vermelden ook een acute opstoot van bronchitis/longontsteking in de twee weken voor de bevraging. De relatie tussen de frequentie van een acute bronchitis/longontsteking episode en het lijden aan chronische bronchitis/CARA (OR: 15,6; 95%BI 8,64-28,2) blijft significant na correctie voor de sociodemografische achtergrondkenmerken en roken. Het consultatiegedrag is niet geassocieerd met de achtergrondkenmerken (Tabel 1.2.2.3.4). Koorts blijft een belangrijke determinant om de huisarts te consulteren (OR: 5,66; 95%BI 2,02-15,8). De incidentie en consultatiegedrag zijn niet verschillend volgens nationaliteit. Een acute bronchitis/longontsteking episode leidt tot frequenter (23% indien geen koorts; 25% indien koorts) gebruik van antibiotica in de twee weken voor de bevraging in vergelijking met personen zonder zo’n episode (4%). Dit verschil in gebruik van antibiotica blijft significant na controle voor geslacht, leeftijd, opleiding, residentie en een recente diarree episode (zonder koorts OR: 5,14; 95%BI 2,23-11,88; met koorts OR: 6,97; 95%BI 3,32-14,62). Personen die recent een acute bronchitis/longontsteking episode hadden rapporteren een minder goede subjectieve gezondheid (OR: 2,40; 95%BI 1,53-3,78). V3.3. Acute astma-aanval in de laatste twee weken (AD03_1, AD03_2) Een acute astma-aanval in de twee weken voor de bevraging komt voor bij 2% van de populatie. De frequentie is gelijkaardig voor mannen als vrouwen (Tabel 1.2.2.3.5). De incidentie is hoger na de leeftijd van 55 jaar. De incidentie is het hoogst in de maanden maart tot juni, zonder dat deze verschillen statistisch significant zijn. Ongeveer de helft van de personen met astma-aanval consulteert de huisarts (49% bij mannen, 51% bij vrouwen). Het consultatiecijfer neemt toe met de leeftijd maar dit effect is niet significant. Er zijn geen significante verschillen in het rapporteren van een astma-aanval of in de consultatiefrequentie volgens opleiding of nationaliteit. De incidentie van een astma-aanval is niet uitgesproken hoger bij roker (3%) en ex-rokers (2%) in vergelijking met nooit rokers (2%). Personen die astma rapporteren in de lijst van chronische aandoeningen hebben wel een hogere incidentie (29%; OR: 118; 95%BI 54,7-261). Personen die recent een astma-aanval hadden rapporteren een slechtere ervaren gezondheid (OR: 3,05; 95%BI 1,55-5,99).
261
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Tabel 1.2.2.3.1 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Percentage (%) van de populatie met een acute diarree episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Brussels Gewest, 2001.
ad01_2 - Brussels Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
5,9 6,6
5,6 ( 4,4- 7,2) 6,4 ( 5,1- 8,0)
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
5,3 2,9 7,5 9,2 5,7 7,0 6,9 5,2
5,3 2,9 7,5 9,2 5,7 7,0 6,9 5,1
( 3,6- 7,8) ( 1,2- 6,9) ( 5,4-10,3) ( 6,7-12,5) ( 3,6- 9,1) ( 4,1-11,6) ( 4,0-11,5) ( 3,0- 8,6)
506 266 478 509 366 294 276 266
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
2,5 6,4 5,2 6,9 6,8
2,5 6,4 5,1 6,6 6,4
( 0,9- 7,0) ( 4,2- 9,8) ( 2,9- 8,6) ( 4,7- 9,3) ( 4,9- 8,3)
133 401 404 682 1212
262
1402 1559
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 1.2.2.3.2 :
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een episode van acute diarree, Gezondheidsenquête, Brussels Gewest, 2001.
ad01_3 - Brussels Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
31,1 35,5
33,0 35,5
(21,9-46,5) (25,0-47,7)
85 106
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
24,7 47,4 22,3 23,2 36,7 44,3 47,7 56,6
24,7 47,4 22,4 23,0 37,0 44,3 47,0 55,9
(12,4-43,2) (13,0-84,4) (11,0-40,2) (11,8-40,1) (18,5-60,2) (25,8-64,6) (22,3-73,3) (29,7-79,2)
31 6 36 46 22 20 16 14
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
75,1 31,6 48,2 37,3 24,3
73,8 31,2 46,2 37,2 28,1
(19,4-97,1) (14,5-54,7) (27,0-66,6) (21,2-56,6) (17,6-41,7)
4 28 23 45 85
263
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Tabel 1.2.2.3.3 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Percentage (%) van de populatie met een acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Brussels Gewest, 2001.
ad02_2 - Brussels Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
3,9 4,7
3,7 ( 2,7- 5,1) 4,2 ( 3,1- 5,7)
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
4,9 3,2 2,6 2,7 3,1 5,0 7,4 8,4
4,9 3,2 2,6 2,7 3,1 4,9 7,4 8,2
( 3,0- 7,7) ( 1,5- 6,8) ( 1,4- 4,7) ( 1,4- 5,0) ( 1,6- 6,0) ( 2,7- 9,0) ( 4,4-12,2) ( 5,2-12,8)
491 263 467 502 361 291 269 262
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
6,1 8,1 4,6 3,6 3,0
5,5 6,9 4,0 3,3 3,0
( 2,8-10,7) ( 4,4-10,6) ( 2,0- 7,6) ( 2,2- 5,0) ( 1,9- 4,9)
130 392 395 671 1191
264
1377 1529
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 1.2.2.3.4 :
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een episode van acute bronchitis/longontsteking, Gezondheidsenquête, Brussels Gewest, 2001.
ad02_3 - Brussels Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
74,1 64,2
79,9 63,9
(62,3-90,5) (51,5-74,6)
52 66
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
64,3 82,1 55,4 88,8 57,2 65,9 51,5 88,8
65,5 83,3 51,5 90,3 56,9 70,3 50,2 90,4
(44,4-81,9) (44,2-96,9) (20,9-81,0) (60,9-98,2) (20,1-87,3) (42,7-88,3) (27,4-72,9) (71,8-97,2)
24 8 12 11 12 15 17 19
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
67,1 77,8 84,6 72,3 46,5
78,4 84,8 85,2 70,3 52,5
(34,8-96,1) (63,0-94,8) (67,5-94,1) (48,4-85,6) (35,4-69,1)
9 29 17 27 31
265
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Tabel 1.2.2.3.5 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Percentage (%) van de populatie met een astma-aanval in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Brussels Gewest, 2001.
ad03_1 - Brussels Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
2,2 2,1
2,1 ( 1,5- 3,0) 1,9 ( 1,2- 2,8)
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
1,8 1,2 2,3 2,1 1,3 2,5 2,7 4,5
1,8 1,2 2,3 2,1 1,3 2,5 2,7 4,6
( 0,9- 3,5) ( 0,4- 3,7) ( 1,2- 4,3) ( 1,1- 3,9) ( 0,5- 3,1) ( 1,3- 4,8) ( 1,3- 5,5) ( 2,5- 8,4)
491 263 465 502 361 292 268 261
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
3,1 2,3 3,6 1,4 1,7
2,9 2,0 3,2 1,3 1,6
( 0,9- 9,1) ( 1,1- 3,7) ( 1,8- 5,7) ( 0,7- 2,4) ( 1,0- 2,6)
130 389 394 670 1194
266
1376 1527
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
V.4. Waals Gewest V.4.1. Acute diarree episode in de laatste twee weken (AD01_1 tot AD01_5) Bijna 6% van de populatie heeft een diarree episode gehad in de twee weken voor de bevraging. Er is geen verschil in de proportie volgens geslacht (6% bij mannen en 5% bij vrouwen (Tabel 1.2.2.4.1)). Bij vrouwen neemt de incidentie toe met de leeftijd (Figuur 1.2.2.4.1). Deze associatie met leeftijd is echter niet significant. De incidentie is het hoogst in de maanden maart tot mei en november (Figuur 1.2.2.4.2), zonder dat deze verschillen significant zijn. Een minderheid van de personen (10%) met een diarree episode vermeldt het samengaan met koorts. 29% van de personen met diarree consulteren een huisarts, vrouwen iets vaker (34%) dan mannen (28%) (Tabel 1.2.2.4.2). Het consultatiecijfer stijgt met de leeftijd zowel bij mannen als vrouwen. Deze toename volgens leeftijd is significant. Dit percentage is hoger (78%) wanneer er bijkomend koorts wordt vermeld (60% bij mannen en 97% bij vrouwen (Figuur 1.2.2.4.3)). Figuur 1.2.2.4.1 : Percentage (%) van de bevolking met een acute diarree episode in de laatste 2 weken volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, Waals Gewest, 2001.
Indicator ad01_2 WA
%
%
20
20
15
15
10
10
5
5
0
0
0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 +
0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 +
Mannen
Vrouwen
Figuur 1.2.2.4.2 : Percentage (%) van de bevolking met een acute diarree episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Waals Gewest, 2001. %
Indicator AD01_2
10 8 6 4 2 0 J
F
M
A
M
Maand
267
J
J
A
S
O
N
D
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
Figuur 1.2.2.4.3 : Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een acute diarree episode, Gezondheidsenquête, Waals Gewest, 2001. % Mannen
Vrouwen
100 90 Indicator AD01_3
80 70 60 50 40 30 20 10 0
Geen koorts
Koorts
De incidentie neemt toe met afnemend opleidingsniveau en met de afnemende urbanisatie (Tabel 1.2.2.4.1). Het contact met de huisarts is minder frequent met de opleiding en met de afnemende urbanisatie (Tabel 1.2.2.4.2). Deze verschillen zijn niet significant. De koorts die samengaat met de diarree is bepalend voor het al dan niet consulteren van de huisarts (OR: 21,3; 95%BI 7,02-64,6). Personen met een diarree episode (9% indien geen koorts; 35% indien met koorts) nemen frequenter antibiotica in de twee weken voor de bevraging in vergelijking met personen zonder diarree (4%). Voor diarree met koorts blijft dit verschil in gebruik van antibiotica significant na controle voor geslacht, leeftijd en een recente bronchitis/longontsteking (OR: 7,27; 95%BI 2,23-23,71). De subjectieve gezondheid bij personen die een acute diarree hadden in de twee weken voor de bevraging is minder goed (OR: 16,1; 95%BI 2,8491,1). V4.2 Acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste twee weken (AD02_1 tot AD02_5) Een episode van acute bronchitis/longontsteking in de 2 weken voor de bevraging wordt door 3% van de populatie (2% bij mannen en 4% bij vrouwen) gemeld (Tabel 1.2.2.4.3). De incidentie neemt vooral toe met de leeftijd bij mannen (Figuur 1.2.2.4.4). De incidentie is het laagst in de maanden mei tot september zonder dat deze verschillen significant zijn (Figuur 1.2.2.4.5). Een kwart (24% bij mannen; 27% bij vrouwen) vermeldt koorts. Twee derden van de personen met bronchitis/longontsteking consulteren hun huisarts. Het consultatiecijfer is niet statistische verschillend volgens leeftijd (Tabel 1.2.2.4.4). Wanneer er koorts is, consulteert meer dan 90% (98% bij mannen, 92% bij vrouwen) een huisarts (Figuur 1.2.2.4.6).
268
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Figuur 1.2.2.4.4 : Percentage (%) van de bevolking met een acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste 2 weken, volgens geslacht, Gezondheidsenquête, Waals Gewest, 2001. % 16
14
14
Indicator ad02_2 WA
Indicator ad02_2 WA
% 16
12 10 8 6 4
12 10 8 6 4
2 0
2 0
0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 +
0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75 +
Mannen
Vrouwen
Figuur 1.2.2.4.5 : Percentage (%) van de bevolking met een acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Waals Gewest, 2001. %
Indicateur ad02_2
6
4
2
0 J
F
M
A
M
J
J
A
S
O
N
D
Maand
Figuur 1.2.2.4.6 : Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een acute bronchitis/longontsteking, Gezondheidsenquête, Waals Gewest, 2001. % Mannen
Vrouwen
100 90 Indicator AD02_3
80 70 60 50 40 30 20 10 0
Geen koorts
Koorts
De frequentie van acute bronchitis/longontsteking neemt af met toenemende opleiding en met afnemende urbanisatie (Tabel 1.2.2.4.3) maar dit verschil blijft niet statistisch significant na standaardisatie voor sociodemografische variabelen, rookgedrag en de prevalentie van chronische bronchitis/CARA.
269
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
De incidentie van acute bronchitis/longontsteking episodes is geassocieerd met het rook gedrag (roker: 5%; vroeger roker: 4%; nooit roker: 1%). In het bovenvermelde logistisch model blijft het verschil significant voor huidige rokers (OR: 3,00; 95%BI 1,39-6,50). Een kwart van de personen met chronische bronchitis/CARA vermelden ook een acute opstoot van bronchitis/longontsteking in de twee weken voor de bevraging. De relatie tussen de frequentie van een acute bronchitis/longontsteking episode en het lijden aan chronische bronchitis/CARA (OR: 27,4; 95%BI 14,7-51,1) blijft significant na correctie voor de socio-demografische achtergrondkenmerken en roken. Het consultatiegedrag neemt toe met afnemende opleiding en met het niveau van urbanisatie (Tabel .1.2.2.4.4) Het verschil in consultatiegedrag tussen personen die in steden wonen of in een rurale omgeving is significant. Koorts is een belangrijke determinant om de huisarts te consulteren (OR: 36,8; 95%BI 6,21-217). Een acute bronchitis/longontsteking episode leidt tot frequenter (33% indien geen koorts; 57% indien koorts) gebruik van antibiotica in de twee weken voor de bevraging in vergelijking met personen zonder zo’n episode (4%). Dit verschil in gebruik van antibiotica blijft significant na controle voor geslacht, leeftijd, opleiding, residentie en een recente diarree episode (zonder koorts OR: 9,41; 95%BI 3,69-23,98; met koorts OR: 29,26; 95%BI 13,89-61,66). Personen die recent een acute bronchitis/longontsteking episode hadden rapporteren een minder goede subjectieve gezondheid (OR: 2,49; 95%BI 1,31-4,74). V4.3. Acute astma-aanval in de laatste twee weken (AD03_1, AD03_2) Een acute astma-aanval in de twee weken voor de bevraging werd gerapporteerd door 2% van de mannen en de vrouwen (Tabel 1.2.2.4.5). De maandelijkse incidentie is statistisch niet homogeen met een hoogste incidentie in de 3 eerste maanden van het jaar en in de maand augustus (Figuur 1.2.2.4.7). De incidentie is vrij gelijkaardig volgens leeftijd met één extreme waarde bij mannen, 75 jaar en ouder (5%). De helft van de personen met astma-aanval consulteert de huisarts (49% bij mannen, 51% bij vrouwen). Het consultatiecijfer neemt toe met de leeftijd maar dit effect is niet significant. Er zijn geen significante verschillen in het rapporteren van een astma-aanval volgens residentie en opleidingsniveau. Het consultatiecijfer is lager voor personen die in steden wonen. Personen met een lage opleiding consulteren meer. Beide verschillen blijven niet statistisch significant. De incidentie van een astma-aanval is hoger bij roker (2%; OR: 2,15; 95%BI 0,81-5,73) en ex-rokers (3%; OR: 3,89; 95%BI 1,37-11,0) in vergelijking met 1% in niet rokers. Bijna een kwart van de personen die melden dat ze astma hadden, rapporteren een aanval in de 2 weken voor de bevraging (OR: 83,4; 95%BI 38,4-180). De ervaren gezondheid van personen met een astma-aanval is minder goed alhoewel dat het verschil niet significant is (OR: 1,85; 95%BI 0,86-3,98). Figuur 1.2.2.4.7 : Percentage (%) van de bevolking met een astma-aanval in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Waals Gewest, 2001. %
Indicateur ad03_1
4
2
0 J
F
M
A
M
Mois
270
J
J
A
S
O
N
D
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 1.2.2.4.1 :
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Percentage (%) van de populatie met een acute diarree episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Waals Gewest, 2001.
ad01_2 - Waals Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
6,4 5,3
6,4 ( 4,9- 8,3) 5,2 ( 4,0- 6,6)
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
4,6 4,2 6,9 5,3 6,6 6,8 5,7 8,1
4,6 4,2 6,9 5,2 6,6 6,8 5,7 8,4
( 3,0- 6,8) ( 2,6- 6,8) ( 4,4-10,5) ( 3,4- 8,0) ( 4,0-10,5) ( 3,6-12,3) ( 2,4-12,8) ( 5,0-13,6)
838 563 668 757 710 536 526 362
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
8,9 6,9 7,2 5,2 5,4
8,7 6,5 7,0 5,1 5,4
( 2,8-24,1) ( 3,8-11,0) ( 4,7-10,4) ( 3,5- 7,4) ( 3,6- 8,0)
58 663 1026 1477 1539
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
4,7 5,7 6,1
4,7 ( 3,1- 6,9) 5,6 ( 4,0- 7,9) 6,0 ( 4,6- 7,9)
979 1829 2152
271
2423 2537
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Tabel 1.2.2.4.2:
Gezondheidsenquête, België, 2001
Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een episode van acute diarree, Gezondheidsenquête, Waals Gewest, 2001.
ad01_3 - Waals Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
23,7 34,4
24,1 27,4
(16,0-34,5) (17,5-40,3)
131 134
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
26,4 21,5 9,2 18,6 26,9 41,5 17,6 83,1
27,2 21,2 9,5 18,5 26,8 41,3 18,3 82,6
(14,2-45,6) ( 9,3-41,3) ( 3,5-23,5) ( 8,1-36,6) (10,7-53,0) (23,8-61,4) ( 5,9-44,7) (62,5-93,1)
43 27 38 41 35 30 28 23
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
0,0 38,1 31,7 35,9 16,1
0,0 23,0 24,6 34,1 20,2
( 0,0- 0,0) (10,0-44,4) (12,0-43,7) (22,5-48,0) ( 9,2-38,8)
4 45 62 69 78
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
34,4 32,2 25,3
35,0 28,4 22,4
(18,4-56,2) (20,3-38,2) (13,3-35,1)
49 99 117
272
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 1.2.2.4.3:
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Percentage (%) van de populatie met een acute bronchitis/longontsteking episode in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Waals Gewest, 2001.
ad02_2 - Waals Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
2,5 3,7
2,3 ( 1,7- 3,3) 3,3 ( 2,3- 4,6)
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
1,6 1,2 3,9 3,6 2,5 3,1 4,5 7,2
1,6 1,2 3,9 3,6 2,5 3,0 4,4 6,8
( 0,8- 3,1) ( 0,5- 2,8) ( 1,7- 8,8) ( 2,1- 6,0) ( 1,3- 4,8) ( 1,7- 5,4) ( 2,4- 7,8) ( 3,5-12,8)
837 563 667 755 711 534 526 361
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
7,1 4,7 4,6 1,9 2,6
5,5 3,4 4,1 1,8 2,6
( 1,9-15,1) ( 2,0- 5,8) ( 2,7- 6,3) ( 1,1- 3,1) ( 1,6- 4,2)
59 658 1028 1477 1535
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
3,5 3,3 2,8
3,1 ( 2,0- 4,9) 3,0 ( 2,0- 4,4) 2,6 ( 1,8- 3,7)
978 1827 2149
273
2424 2530
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Tabel 1.2.2.4.4 :
Gezondheidsenquête, België, 2001
Percentage (%) van de bevolking dat een huisarts consulteert bij een episode van acute bronchitis/longontsteking, Gezondheidsenquête, Waals Gewest, 2001.
ad02_3 - Waals Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
64,7 65,8
71,1 73,0
(54,6-83,5) (57,9-84,2)
81 81
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
74,8 92,2 64,0 51,1 88,4 40,1 38,1 92,3
74,9 92,2 63,3 50,9 88,3 39,7 38,2 92,3
(44,8-91,6) (56,8-99,1) (27,1-88,9) (25,2-76,1) (70,0-96,1) (16,3-68,9) (17,8-63,9) (70,8-98,3)
17 7 19 23 23 21 24 28
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
76,0 87,3 48,8 75,0 56,1
90,3 91,6 60,0 82,7 57,7
(30,9-99,5) (71,9-97,9) (35,4-80,4) (58,4-94,2) (34,5-77,9)
4 33 44 37 37
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
85,2 63,3 62,5
82,4 72,6 69,0
(63,1-92,8) (51,0-87,1) (50,8-82,7)
39 62 61
274
Gezondheidsenquête, België, 2001
Tabel 1.2.2.4.5 :
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Percentage (%) van de populatie met een astma-aanval in de laatste 2 weken, Gezondheidsenquête, Waals Gewest, 2001,
ad03_1 - Waals Gewest
Ruw %
Gecorrigeerd % (95% BI)
N
GESLACHT Man Vrouw
1,7 2,4
1,5 ( 1,0- 2,3) 2,2 ( 1,5- 3,3)
LEEFTIJDSGROEP 0-14 15-24 25-34 35-44 45-54 55-64 65-74 75+
1,3 1,6 2,5 3,5 1,3 1,7 1,3 3,6
1,3 1,6 2,5 3,5 1,3 1,7 1,3 3,4
( 0,6- 2,6) ( 0,5- 4,9) ( 1,3- 4,6) ( 1,7- 7,2) ( 0,7- 2,3) ( 0,7- 3,7) ( 0,5- 3,2) ( 1,4- 7,8)
836 562 667 755 710 533 526 363
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair Hoger onderwijs
0,9 2,8 2,5 2,4 1,3
0,8 2,4 2,3 2,2 1,2
( 0,1- 6,0) ( 1,3- 4,6) ( 1,2- 4,3) ( 1,2- 3,7) ( 0,7- 2,0)
59 661 1028 1476 1531
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied Semi-stedelijk gebied Landelijk gebied
1,4 1,9 2,3
1,3 ( 0,6- 2,5) 1,7 ( 1,0- 3,0) 2,1 ( 1,4- 3,1)
976 1826 2150
275
2423 2529
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
VI. Referenties (1) De Maeseneer J. Huisartsengeneeskunde: een verkenning. 1989. (2) de Melker HE, Conyn-Van Spaendonck MAE, Sprenger MJW. Infectiesziekten in Nederland, epidemiologie, diagnostiek en bestrijding. Bilthoven: Sdu Uitgeverij, 1997. (3) Newman-Taylor A. Environmental determinants of astma. The Lancet , 296-295. 1995. (4) Van Loock F, Ducoffre G, Dumont J-M, Libotte M-L, Imbrechts H, Gouffaux M et al. Analysis of foodborne disease in Belgium in 1997. Acta Clin Belg 55, 300-306. 2000.
VII. Nalezers • •
Matthys Francine, Wetenschap Instituut Volksgezondheid Dr Pieter Van Den Bulcke, Kabinet, Minister Vogels, Vlaamse Gemeenschap
276
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
BELGIË AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN DIARREE EPISODE IN DE LAATSTE TWEE WEKEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
Diarree
Diarree zonder koorts
Diarree met koorts
%
%
%
Totaal N
Man
6,1
5,3
,8
5866
Vrouw
5,5
4,6
,9
6121
5,8
4,9
,9
11987
0 - 14
6,0
4,6
1,5
1942
15 - 24
5,5
4,7
,8
1283
25 - 34
6,8
5,8
1,0
1720
35 - 44
5,2
4,8
,4
1918
45 - 54
5,5
4,7
,8
1662
55 - 64
5,9
5,1
,8
1344
65 - 74
5,0
4,6
,4
1224
75 +
6,9
5,8
1,1
894
5,8
4,9
,9
11987
Geen diploma
8,9
8,6
,3
270
Lager onderwijs
5,1
3,9
1,2
1555
Lager secundair
6,6
5,7
,9
2178
Hoger secundair
5,2
4,3
,9
3486
Hoger onderwijs
6,1
5,3
,8
4115
Totaal
5,9
5,0
,9
11604
URBANISATIEGRAAD Brussel
6,3
5,1
1,2
2961
Stedelijk gebied
6,4
5,7
,7
1917
Semi-stedelijk gebied
5,8
5,0
,8
3866
Landelijk gebied
5,4
4,5
,9
3243
5,8
4,9
,9
11987
Vlaams Gewest
5,7
4,8
,9
4066
Brussels Gewest
6,3
5,1
1,2
2961
Waals Gewest
5,8
5,2
,6
4960
5,8
4,9
,9
11987
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal VERBLIJFPLAATS
Totaal Indicator AD01_1
277
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
BELGIË AANTAL PERSONEN (IN %) DIE DE HUISARTS CONSULTEREN VOOR EEN DIARREE EPISODE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Diarree met koorts
Diarree %
N
%
Man
21,0
338
57,4
49
Vrouw
29,6
356
75,8
58
25,2
694
67,3
107
0 - 14
25,2
115
66,9
28
15 - 24
23,3
62
100,0
9
25 - 34
20,3
119
47,0
17
35 - 44
14,1
116
73,4
14
45 - 54
21,0
87
55,1
13
55 - 64
31,9
76
96,1
14
65 - 74
37,5
68
97,1
7
75 +
42,0
51
34,8
5
25,2
694
67,3
107
Geen diploma
12,4
12
58,2
3
Lager onderwijs
29,1
94
32,5
18
Lager secundair
25,5
135
80,2
22
Hoger secundair
33,6
188
83,6
27
Hoger onderwijs
17,2
249
62,3
37
Totaal
24,6
678
67,3
107
URBANISATIEGRAAD Brussel
33,5
191
72,0
37
Stedelijk gebied
26,7
116
64,8
14
Semi-stedelijk gebied
21,7
218
54,2
34
Landelijk gebied
26,0
169
81,3
22
25,2
694
67,3
107
Vlaams Gewest
22,2
238
63,1
38
Brussels Gewest
33,5
191
72,0
37
Waals Gewest
28,6
265
78,4
32
25,2
694
67,3
107
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal VERBLIJFPLAATS
Totaal Indicator AD01_3 en AD01_4
278
N
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
BELGIË AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN BRONCHITIS/PNEUMONIE EPISODE IN DE LAATSTE TWEE WEKEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
Bronchitis /pneumonie
Bronchitis /pneumonie zonder koorts
Bronchitis /pneumonie met koorts
%
%
%
Totaal N
Man
3,1
2,3
,9
5684
Vrouw
3,9
2,6
1,3
5938
3,6
2,5
1,1
11622
0 - 14
3,6
1,6
1,9
1872
15 - 24
1,3
,8
,5
1242
25 - 34
3,3
2,5
,8
1655
35 - 44
3,1
2,0
1,1
1853
45 - 54
2,7
1,5
1,1
1624
55 - 64
4,5
3,5
1,0
1308
65 - 74
4,3
3,4
,9
1191
75 +
8,0
7,0
1,0
877
3,6
2,5
1,1
11622
Geen diploma
4,1
3,3
,7
250
Lager onderwijs
6,4
5,4
1,0
1516
Lager secundair
5,3
3,4
2,0
2109
Hoger secundair
2,7
1,8
1,0
3372
Hoger onderwijs
2,3
1,5
,8
3997
Totaal
3,5
2,4
1,1
11244
URBANISATIEGRAAD Brussel
4,3
1,7
2,6
2906
Stedelijk gebied
3,6
2,5
1,0
1849
Semi-stedelijk gebied
3,5
2,7
,8
3715
Landelijk gebied
3,3
2,3
1,0
3152
3,6
2,5
1,1
11622
Vlaams Gewest
3,7
2,7
1,0
3762
Brussels Gewest
4,3
1,7
2,6
2906
Waals Gewest
3,1
2,2
,8
4954
3,6
2,5
1,1
11622
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal VERBLIJFPLAATS
Totaal Indicator AD02_1
279
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
BELGIË AANTAL PERSONEN (IN %) DIE DE HUISARTS CONSULTEREN VOOR EEN BRONCHITIS/PNEUMONIE EPISODE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Bronchitis /pneumonie met koorts
Bronchitis /pneumonie %
N
%
Man
65,1
189
87,8
63
Vrouw
63,6
210
88,3
96
64,3
399
88,1
159
0 - 14
59,8
62
81,8
41
15 - 24
75,4
18
100,0
9
25 - 34
60,7
44
92,4
17
35 - 44
57,0
48
98,3
20
45 - 54
75,9
50
78,2
23
55 - 64
52,4
60
83,3
18
65 - 74
59,3
56
93,8
17
75 +
79,7
61
100,0
14
64,3
399
88,1
159
Geen diploma
81,2
14
100,0
4
Lager onderwijs
74,6
88
89,8
30
Lager secundair
64,8
92
97,0
32
Hoger secundair
59,8
96
87,8
46
Hoger onderwijs
53,9
95
77,1
40
Totaal
63,7
385
88,2
152
URBANISATIEGRAAD Brussel
68,6
118
78,9
68
Stedelijk gebied
58,1
68
81,4
23
Semi-stedelijk gebied
64,3
117
93,9
33
Landelijk gebied
65,8
96
93,0
35
64,3
399
88,1
159
Vlaams Gewest
63,0
119
89,9
33
Brussels Gewest
68,6
118
78,9
68
Waals Gewest
65,4
162
93,8
58
64,3
399
88,1
159
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal VERBLIJFPLAATS
Totaal Indicator AD02_3 en AD02_4
280
N
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
BELGIË AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN ASTMA-AANVAL IN DE LAATSTE TWEE WEKEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Astmaaanval % GESLACHT
Totaal N
Man
1,8
5681
Vrouw
1,8
5929
1,8
11610
0 - 14
1,8
1870
15 - 24
1,2
1241
25 - 34
2,5
1653
35 - 44
2,1
1853
45 - 54
1,0
1623
55 - 64
1,8
1303
65 - 74
2,0
1189
75 +
2,7
878
1,8
11610
,9
251
Lager onderwijs
2,7
1515
Lager secundair
2,4
2102
Hoger secundair
1,9
3370
Hoger onderwijs
1,2
3996
Totaal
1,8
11234
URBANISATIEGRAAD Brussel
2,1
2903
Stedelijk gebied
1,5
1846
Semi-stedelijk gebied
1,7
3710
Landelijk gebied
2,1
3151
1,8
11610
Vlaams Gewest
1,7
3755
Brussels Gewest
2,1
2903
Waals Gewest
2,1
4952
1,8
11610
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Geen diploma
Totaal VERBLIJFPLAATS
Totaal Indicator AD03_1
281
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
BELGIË AANTAL PERSONEN (IN %) DIE DE HUISARTS CONSULTEREN VOOR EEN ASTMA-AANVAL Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Ja
Neen
Totaal
%
%
N
Man
34,5
65,5
116
Vrouw
36,0
64,0
117
35,3
64,7
233
0 - 14
27,0
73,0
33
15 - 24
15,5
84,5
15
25 - 34
25,2
74,8
37
35 - 44
32,9
67,1
32
45 - 54
56,5
43,5
29
55 - 64
30,8
69,2
31
65 - 74
52,7
47,3
27
75 +
56,3
43,7
29
35,3
64,7
233
Geen diploma
64,4
35,6
5
Lager onderwijs
48,8
51,2
43
Lager secundair
35,0
65,0
59
Hoger secundair
30,1
69,9
59
Hoger onderwijs
29,1
70,9
57
Totaal
34,8
65,2
223
URBANISATIEGRAAD Brussel
49,7
50,3
68
9,6
90,4
28
Semi-stedelijk gebied
36,5
63,5
69
Landelijk gebied
38,9
61,1
68
35,3
64,7
233
Vlaams Gewest
24,6
75,4
60
Brussels Gewest
49,7
50,3
68
Waals Gewest
48,1
51,9
105
35,3
64,7
233
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Stedelijk gebied
Totaal VERBLIJFPLAATS
Totaal Indicator AD03_3
282
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
BELGIË AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN DIARREE, BRONCHITIS/PNEUMONIE OF ASTMA-AANVAL PER MAAND Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Diarree %
Bronchitis/pneumonie N
%
N
Astma-aanval %
N
januari
6,1
1497
4,8
1495
1,9
1489
februari
5,1
660
4,3
653
1,8
653
maart
6,2
617
4,2
614
2,2
613
april
5,8
1342
3,0
1340
2,4
1339
mei
6,9
887
3,9
868
1,2
866
juni
6,5
1006
4,5
986
2,4
987
juli
6,9
1176
1,8
1133
,9
1129
augustus
5,5
761
1,3
746
2,5
748
september
2,8
1197
3,7
1139
1,1
1139
oktober
5,3
1401
3,5
1289
2,9
1289
november
7,4
922
3,8
860
1,3
859
december
5,5
521
3,3
499
,7
499
Totaal
5,8
11987
3,6
11622
1,8
11610
Indicator AD01_1, AD02_1 en AD03_1
283
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
VLAAMS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN DIARREE EPISODE IN DE LAATSTE TWEE WEKEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
Diarree
Diarree zonder koorts
Diarree met koorts
%
%
%
Totaal N
Man
6,1
5,3
,8
2041
Vrouw
5,4
4,4
1,0
2025
5,7
4,8
,9
4066
0 - 14
6,8
5,0
1,8
598
15 - 24
6,5
5,3
1,2
454
25 - 34
6,6
5,4
1,2
574
35 - 44
4,5
4,2
,3
652
45 - 54
4,9
4,3
,6
586
55 - 64
5,3
4,8
,4
514
65 - 74
4,4
4,1
,3
422
75 +
6,6
5,5
1,1
266
5,7
4,8
,9
4066
11,0
11,0
,0
79
Lager onderwijs
4,1
2,8
1,2
491
Lager secundair
6,5
5,8
,8
748
Hoger secundair
5,0
3,9
1,1
1327
Hoger onderwijs
6,4
5,5
,8
1364
Totaal
5,8
4,8
,9
4009
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
6,8
6,0
,8
938
Semi-stedelijk gebied
5,8
5,0
,8
2037
Landelijk gebied
4,8
3,6
1,2
1091
5,7
4,8
,9
4066
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Geen diploma
Totaal Indicator AD01_1
284
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
VLAAMS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) DIE DE HUISARTS CONSULTEREN VOOR EEN DIARREE EPISODE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Diarree met koorts
Diarree %
N
%
Man
18,2
122
53,3
16
Vrouw
26,4
116
70,3
22
22,2
238
63,1
38
0 - 14
24,8
41
77,3
11
15 - 24
22,1
29
100,0
6
25 - 34
24,5
45
46,3
7
35 - 44
8,7
29
68,2
2
45 - 54
14,4
30
12,1
4
55 - 64
23,7
26
100,0
4
65 - 74
45,7
24
100,0
2
75 +
20,1
14
,0
2
22,2
238
63,1
38
9,7
4
,
0
Lager onderwijs
21,3
21
,0
3
Lager secundair
20,5
50
73,0
7
Hoger secundair
32,0
74
88,4
15
Hoger onderwijs
16,3
86
59,9
13
Totaal
21,7
235
63,1
38
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
25,6
67
62,7
7
Semi-stedelijk gebied
18,1
119
46,5
17
Landelijk gebied
26,7
52
82,5
14
22,2
238
63,1
38
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Geen diploma
Totaal Indicator AD01_3 en AD01_4
285
N
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
VLAAMS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN BRONCHITIS/PNEUMONIE EPISODE IN DE LAATSTE TWEE WEKEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
Bronchitis /pneumonie
Bronchitis /pneumonie zonder koorts
Bronchitis /pneumonie met koorts
%
%
%
Totaal N
Man
3,3
2,6
,8
1883
Vrouw
4,0
2,8
1,2
1879
3,7
2,7
1,0
3762
0 - 14
4,3
2,1
2,2
544
15 - 24
1,0
,8
,2
416
25 - 34
3,1
2,4
,7
521
35 - 44
3,0
2,0
1,0
596
45 - 54
2,7
1,9
,8
552
55 - 64
5,1
4,1
1,0
483
65 - 74
3,7
3,1
,6
396
75 +
8,3
7,5
,8
254
3,7
2,7
1,0
3762
Geen diploma
2,4
2,4
,0
61
Lager onderwijs
6,9
6,6
,3
466
Lager secundair
5,7
3,6
2,1
686
Hoger secundair
3,0
2,0
1,0
1224
Hoger onderwijs
1,9
1,2
,7
1271
Totaal
3,6
2,6
1,0
3708
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
3,6
2,5
1,1
871
Semi-stedelijk gebied
3,6
2,8
,9
1888
Landelijk gebied
3,8
2,7
1,1
1003
3,7
2,7
1,0
3762
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal Indicator AD02_1
286
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
VLAAMS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) DIE DE HUISARTS CONSULTEREN VOOR EEN BRONCHITIS/PNEUMONIE EPISODE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Bronchitis /pneumonie met koorts
Bronchitis /pneumonie % GESLACHT
N
%
N
Man
63,5
56
87,4
14
Vrouw
62,6
63
91,4
19
63,0
119
89,9
33
0 - 14
56,2
21
86,2
11
15 - 24
61,4
3
100,0
1
25 - 34
59,6
13
100,0
3
35 - 44
56,0
14
100,0
4
45 - 54
73,8
15
72,3
4
55 - 64
53,9
24
84,1
6
65 - 74
73,8
15
100,0
2
75 +
73,6
14
100,0
2
63,0
119
89,9
33
100,0
1
,
0
Lager onderwijs
69,7
26
61,7
3
Lager secundair
68,6
31
100,0
9
Hoger secundair
53,6
32
90,3
10
Hoger onderwijs
54,6
27
78,0
11
Totaal
62,6
117
89,9
33
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
52,4
29
78,1
10
Semi-stedelijk gebied
64,6
55
92,7
11
Landelijk gebied
68,1
35
94,9
12
63,0
119
89,9
33
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Geen diploma
Totaal Indicator AD02_3 en AD02_4
287
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
VLAAMS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN ASTMA-AANVAL IN DE LAATSTE TWEE WEKEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Astmaaanval % GESLACHT
Totaal N
Man
1,9
1882
Vrouw
1,5
1873
1,7
3755
0 - 14
2,1
543
15 - 24
1,0
416
25 - 34
2,5
521
35 - 44
1,3
596
45 - 54
,8
552
55 - 64
1,7
478
65 - 74
2,1
395
75 +
2,0
254
1,7
3755
,0
62
Lager onderwijs
2,6
465
Lager secundair
2,2
680
Hoger secundair
1,7
1224
Hoger onderwijs
1,1
1271
Totaal
1,7
3702
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
1,6
870
Semi-stedelijk gebied
1,5
1884
Landelijk gebied
2,0
1001
1,7
3755
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Geen diploma
Totaal Indicator AD03_1
288
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
VLAAMS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) DIE DE HUISARTS CONSULTEREN VOOR EEN ASTMA-AANVAL Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
Ja
Neen
Totaal
%
%
N
Man
25,5
74,5
31
Vrouw
23,7
76,3
29
24,6
75,4
60
13,8
86,2
11
15 - 24
,0
100,0
4
25 - 34
20,0
80,0
11
35 - 44
8,4
91,6
6
45 - 54
40,8
59,2
6
55 - 64
31,8
68,2
7
65 - 74
56,4
43,6
9
75 +
39,8
60,2
6
24,6
75,4
60
Lager onderwijs
36,7
63,3
10
Lager secundair
29,7
70,3
16
Hoger secundair
13,0
87,0
20
Hoger onderwijs
27,4
72,6
13
24,9
75,1
59
6,8
93,2
11
Semi-stedelijk gebied
30,4
69,6
28
Landelijk gebied
27,9
72,1
21
24,6
75,4
60
Totaal LEEFTIJDSGROEP
0 - 14
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
Totaal Indicator AD03_3
289
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
VLAAMS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN DIARREE, BRONCHITIS/PNEUMONIE OF ASTMA-AANVAL PER MAAND Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Diarree %
Bronchitis/pneumonie N
%
N
Astma-aanval %
N
januari
5,9
657
4,5
659
1,4
654
februari
5,5
235
5,1
227
1,3
229
maart
5,7
199
3,4
198
,9
198
april
4,6
481
2,5
480
2,3
479
mei
5,8
299
4,3
286
,7
284
juni
8,2
292
5,6
278
2,9
278
juli
7,5
451
1,7
419
,8
418
augustus
6,3
239
,9
229
2,6
229
september
2,4
396
4,7
349
,8
349
oktober
6,4
470
3,6
363
3,9
364
november
5,2
241
4,4
190
1,1
189
december
5,9
106
3,5
84
,8
84
Totaal
5,7
4066
3,7
3762
1,7
3755
Indicator AD01_1, AD02_1 en AD03_1
290
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
BRUSSELS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN DIARREE EPISODE IN DE LAATSTE TWEE WEKEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
Diarree
Diarree zonder koorts
Diarree met koorts
%
%
%
Totaal N
Man
5,9
4,4
1,4
1402
Vrouw
6,6
5,7
1,0
1559
6,3
5,1
1,2
2961
0 - 14
5,3
3,4
1,9
506
15 - 24
2,9
2,3
,6
266
25 - 34
7,5
6,2
1,2
478
35 - 44
9,2
7,3
1,9
509
45 - 54
5,7
4,3
1,4
366
55 - 64
7,0
5,5
1,4
294
65 - 74
6,9
6,9
,0
276
75 +
5,2
5,2
,0
266
Totaal
6,3
5,1
1,2
2961
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma
2,5
1,0
1,5
133
Lager onderwijs
6,4
5,7
,7
401
Lager secundair
5,2
3,7
1,5
404
Hoger secundair
6,9
5,4
1,5
682
Hoger onderwijs
6,8
5,6
1,2
1212
6,3
5,1
1,3
2832
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal Indicator AD01_1
291
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
BRUSSELS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) DIE DE HUISARTS CONSULTEREN VOOR EEN DIARREE EPISODE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Diarree met koorts
Diarree % GESLACHT
N
%
N
Man
31,1
85
68,6
19
Vrouw
35,5
106
76,6
18
33,5
191
72,0
37
0 - 14
24,7
31
48,8
11
15 - 24
47,4
6
100,0
1
25 - 34
22,3
36
54,5
6
35 - 44
23,2
46
79,0
8
45 - 54
36,7
22
100,0
6
55 - 64
44,3
20
78,6
5
65 - 74
47,7
16
,
0
75 +
56,6
14
,
0
Totaal
33,5
191
72,0
37
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma
75,1
4
58,2
3
Lager onderwijs
31,6
28
59,2
3
Lager secundair
48,2
23
69,5
7
Hoger secundair
37,3
45
90,2
9
Hoger onderwijs
24,3
85
64,2
15
32,7
185
72,0
37
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal Indicator AD01_3 en AD01_4
292
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
BRUSSELS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN BRONCHITIS/PNEUMONIE EPISODE IN DE LAATSTE TWEE WEKEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
Bronchitis /pneumonie
Bronchitis /pneumonie zonder koorts
Bronchitis /pneumonie met koorts
%
%
%
Totaal N
Man
3,9
1,8
2,1
1377
Vrouw
4,7
1,6
3,0
1529
4,3
1,7
2,6
2906
0 - 14
4,9
,7
4,2
491
15 - 24
3,2
1,2
2,0
263
25 - 34
2,6
1,4
1,2
467
35 - 44
2,7
,8
1,9
502
45 - 54
3,1
,7
2,4
361
55 - 64
5,0
2,2
2,7
291
65 - 74
7,4
5,2
2,2
269
75 +
8,4
4,4
4,0
262
Totaal
4,3
1,7
2,6
2906
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma
6,1
3,1
3,0
130
Lager onderwijs
8,1
3,3
4,8
392
Lager secundair
4,6
2,2
2,3
395
Hoger secundair
3,6
1,1
2,5
671
Hoger onderwijs
3,0
1,3
1,7
1191
4,3
1,8
2,5
2779
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal Indicator AD02_1
293
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
BRUSSELS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) DIE DE HUISARTS CONSULTEREN VOOR EEN BRONCHITIS/PNEUMONIE EPISODE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Bronchitis /pneumonie met koorts
Bronchitis /pneumonie % GESLACHT
N
%
N
Man
74,1
52
80,1
25
Vrouw
64,2
66
78,1
43
68,6
118
78,9
68
0 - 14
64,3
24
65,5
21
15 - 24
82,1
8
100,0
4
25 - 34
55,4
12
100,0
6
35 - 44
88,8
11
92,5
7
45 - 54
57,2
12
53,2
9
55 - 64
65,9
15
74,3
7
65 - 74
51,5
17
82,7
6
75 +
88,8
19
100,0
8
Totaal
68,6
118
78,9
68
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma
67,1
9
100,0
4
Lager onderwijs
77,8
29
94,7
17
Lager secundair
84,6
17
92,5
7
Hoger secundair
72,3
27
67,5
19
Hoger onderwijs
46,5
31
60,6
17
67,8
113
78,5
64
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal Indicator AD02_3 en AD02_4
294
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
BRUSSELS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN ASTMA-AANVAL IN DE LAATSTE TWEE WEKEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Astmaaanval % GESLACHT
Totaal N
Man
2,2
1376
Vrouw
2,1
1527
2,1
2903
0 - 14
1,8
491
15 - 24
1,2
263
25 - 34
2,3
465
35 - 44
2,1
502
45 - 54
1,3
361
55 - 64
2,5
292
65 - 74
2,7
268
75 +
4,5
261
Totaal
2,1
2903
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma
3,1
130
Lager onderwijs
2,3
389
Lager secundair
3,6
394
Hoger secundair
1,4
670
Hoger onderwijs
1,7
1194
2,0
2777
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal Indicator AD03_1
295
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
BRUSSELS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) DIE DE HUISARTS CONSULTEREN VOOR EEN ASTMA-AANVAL Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Ja
Neen
Totaal
%
%
N
Man
48,6
51,4
36
Vrouw
50,9
49,1
32
49,7
50,3
68
52,1
47,9
9
15 - 24
,0
100,0
3
25 - 34
44,6
55,4
10
35 - 44
61,4
38,6
12
45 - 54
75,7
24,3
5
55 - 64
10,2
89,8
10
65 - 74
64,0
36,0
8
75 +
66,7
33,3
11
Totaal
49,7
50,3
68
OPLEIDINGSNIVEAU Geen diploma
57,9
42,1
3
Lager onderwijs
47,6
52,4
12
Lager secundair
66,8
33,2
14
Hoger secundair
52,6
47,4
13
Hoger onderwijs
38,6
61,4
20
51,0
49,0
62
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
0 - 14
Totaal Indicator AD03_3
296
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
BRUSSELS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN DIARREE, BRONCHITIS/PNEUMONIE OF ASTMA-AANVAL PER MAAND Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Diarree %
Bronchitis/pneumonie N
%
N
Astma-aanval %
N
januari
7,0
209
5,5
207
1,2
207
februari
5,2
141
3,3
141
,5
141
maart
4,5
161
7,2
160
4,4
160
april
7,7
327
6,2
325
3,4
324
mei
11,0
252
6,1
246
2,5
246
juni
5,9
280
5,4
274
4,0
275
juli
5,5
242
1,4
232
1,3
230
augustus
4,8
220
4,1
216
,5
217
september
5,9
404
2,9
397
2,5
396
oktober
3,2
339
2,2
332
2,1
331
november
8,8
241
3,0
231
1,4
231
december
5,5
145
3,8
145
1,0
145
Totaal
6,3
2961
4,3
2906
2,1
2903
Indicator AD01_1, AD02_1 en AD03_1
297
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
WAALS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN DIARREE EPISODE IN DE LAATSTE TWEE WEKEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
Diarree
Diarree zonder koorts
Diarree met koorts
%
%
%
Totaal N
Man
6,4
5,8
,6
2423
Vrouw
5,3
4,7
,6
2537
5,8
5,2
,6
4960
0 - 14
4,6
3,9
,7
838
15 - 24
4,2
4,1
,1
563
25 - 34
6,9
6,6
,4
668
35 - 44
5,3
5,1
,1
757
45 - 54
6,6
5,7
,9
710
55 - 64
6,8
5,6
1,3
536
65 - 74
5,7
5,1
,6
526
75 +
8,1
6,7
1,5
362
5,8
5,2
,6
4960
Geen diploma
8,9
8,9
,0
58
Lager onderwijs
6,9
5,7
1,2
663
Lager secundair
7,2
6,2
1,0
1026
Hoger secundair
5,2
4,9
,3
1477
Hoger onderwijs
5,4
4,8
,6
1539
Totaal
5,9
5,2
,6
4763
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
4,7
4,3
,4
979
Semi-stedelijk gebied
5,7
5,0
,7
1829
Landelijk gebied
6,1
5,6
,6
2152
5,8
5,2
,6
4960
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal Indicator AD01_1
298
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
WAALS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) DIE DE HUISARTS CONSULTEREN VOOR EEN DIARREE EPISODE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Diarree met koorts
Diarree %
N
%
Man
23,7
131
60,1
14
Vrouw
34,4
134
96,9
18
28,6
265
78,4
32
0 - 14
26,4
43
25,3
6
15 - 24
21,5
27
100,0
2
25 - 34
9,2
38
43,7
4
35 - 44
18,6
41
71,6
4
45 - 54
26,9
35
98,0
3
55 - 64
41,5
30
100,0
5
65 - 74
17,6
28
93,4
5
75 +
83,1
23
100,0
3
28,6
265
78,4
32
,0
4
,
0
Lager onderwijs
38,1
45
98,3
12
Lager secundair
31,7
62
98,0
8
Hoger secundair
35,9
69
30,6
3
Hoger onderwijs
16,1
78
67,9
9
Totaal
27,9
258
78,4
32
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
34,4
49
83,1
7
Semi-stedelijk gebied
32,2
99
78,3
17
Landelijk gebied
25,3
117
77,9
8
28,6
265
78,4
32
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Geen diploma
Totaal Indicator AD01_3 en AD01_4
299
N
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
WAALS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN BRONCHITIS/PNEUMONIE EPISODE IN DE LAATSTE TWEE WEKEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001
GESLACHT
Bronchitis /pneumonie
Bronchitis /pneumonie zonder koorts
Bronchitis /pneumonie met koorts
%
%
%
Totaal N
Man
2,5
1,9
,6
2424
Vrouw
3,7
2,6
1,0
2530
3,1
2,2
,8
4954
0 - 14
1,6
,9
,6
837
15 - 24
1,2
,7
,5
563
25 - 34
3,9
3,2
,8
667
35 - 44
3,6
2,5
1,1
755
45 - 54
2,5
1,0
1,5
711
55 - 64
3,1
2,7
,4
534
65 - 74
4,5
3,4
1,1
526
75 +
7,2
6,8
,4
361
3,1
2,2
,8
4954
Geen diploma
7,1
7,1
,0
59
Lager onderwijs
4,7
3,7
1,0
658
Lager secundair
4,6
3,1
1,5
1028
Hoger secundair
1,9
1,3
,6
1477
Hoger onderwijs
2,6
2,0
,7
1535
Totaal
3,1
2,2
,8
4757
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
3,5
2,6
,9
978
Semi-stedelijk gebied
3,3
2,7
,6
1827
Landelijk gebied
2,8
1,8
1,0
2149
3,1
2,2
,8
4954
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal Indicator AD02_1
300
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
WAALS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) DIE DE HUISARTS CONSULTEREN VOOR EEN BRONCHITIS/PNEUMONIE EPISODE Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Bronchitis /pneumonie met koorts
Bronchitis /pneumonie % GESLACHT
N
%
N
Man
64,7
81
97,6
24
Vrouw
65,8
81
91,5
34
65,4
162
93,8
58
0 - 14
74,8
17
87,7
9
15 - 24
92,2
7
100,0
4
25 - 34
64,0
19
72,9
8
35 - 44
51,1
23
98,4
9
45 - 54
88,4
23
98,2
10
55 - 64
40,1
21
100,0
5
65 - 74
38,1
24
95,2
9
75 +
92,3
28
100,0
4
65,4
162
93,8
58
Geen diploma
76,0
4
,
0
Lager onderwijs
87,3
33
100,0
10
Lager secundair
48,8
44
89,6
16
Hoger secundair
75,0
37
100,0
17
Hoger onderwijs
56,1
37
91,4
12
Totaal
64,4
155
94,2
55
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
85,2
39
100,0
13
Semi-stedelijk gebied
63,3
62
98,0
22
Landelijk gebied
62,5
61
90,7
23
65,4
162
93,8
58
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Totaal Indicator AD02_3 en AD02_4
301
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
WAALS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN ASTMA-AANVAL IN DE LAATSTE TWEE WEKEN Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Astmaaanval % GESLACHT
Totaal N
Man
1,7
2423
Vrouw
2,4
2529
2,1
4952
0 - 14
1,3
836
15 - 24
1,6
562
25 - 34
2,5
667
35 - 44
3,5
755
45 - 54
1,3
710
55 - 64
1,7
533
65 - 74
1,3
526
75 +
3,6
363
2,1
4952
,9
59
Lager onderwijs
2,8
661
Lager secundair
2,5
1028
Hoger secundair
2,4
1476
Hoger onderwijs
1,3
1531
Totaal
2,0
4755
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
1,4
976
Semi-stedelijk gebied
1,9
1826
Landelijk gebied
2,3
2150
2,1
4952
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Geen diploma
Totaal Indicator AD03_1
302
Gezondheidsenquête, België, 2001
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
WAALS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) DIE DE HUISARTS CONSULTEREN VOOR EEN ASTMA-AANVAL Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Ja
Neen
Totaal
%
%
N
Man
49,0
51,0
49
Vrouw
47,5
52,5
56
48,1
51,9
105
0 - 14
57,1
42,9
13
15 - 24
38,5
61,5
8
25 - 34
30,6
69,4
16
35 - 44
45,7
54,3
14
45 - 54
70,7
29,3
18
55 - 64
39,3
60,7
14
65 - 74
30,9
69,1
10
75 +
72,7
27,3
12
48,1
51,9
105
100,0
,0
2
Lager onderwijs
72,3
27,7
21
Lager secundair
32,5
67,5
29
Hoger secundair
53,8
46,2
26
Hoger onderwijs
27,2
72,8
24
Totaal
46,5
53,5
102
URBANISATIEGRAAD Stedelijk gebied
24,4
75,6
17
Semi-stedelijk gebied
49,4
50,6
41
Landelijk gebied
50,0
50,0
47
48,1
51,9
105
GESLACHT
Totaal LEEFTIJDSGROEP
Totaal OPLEIDINGSNIVEAU
Geen diploma
Totaal Indicator AD03_3
303
Gezondheidstoestand : Lichamelijke Gezondheid
Gezondheidsenquête, België, 2001
WAALS GEWEST AANTAL PERSONEN (IN %) MET EEN DIARREE, BRONCHITIS/PNEUMONIE OF ASTMA-AANVAL PER MAAND Gezondheidsenquête door middel van interview, België, 2001 Diarree %
Bronchitis/pneumonie N
%
N
Astma-aanval %
N
januari
6,5
631
5,3
629
3,5
628
februari
4,3
284
3,3
285
3,4
283
maart
7,8
257
4,4
256
3,6
255
april
7,8
534
3,0
535
2,2
536
mei
7,9
336
2,3
336
1,8
336
juni
3,1
434
1,9
434
,7
434
juli
5,8
483
2,1
482
,9
481
augustus
3,9
302
1,2
301
3,2
302
september
2,4
397
1,6
393
1,2
394
oktober
3,4
592
3,7
594
1,5
594
november
11,4
440
3,0
439
1,5
439
december
5,1
270
3,0
270
,5
270
Totaal
5,8
4960
3,1
4954
2,1
4952
Indicator AD01_1, AD02_1 en AD03_1
304