Gezondheid in Friesland
4.
Leefstijl
In de uitwerking van het thema leefstijl wordt inzicht gegeven in hoeverre de Friese bevolking aan lichaamsbeweging doet, hoeveel alcoholhoudende dranken men drinkt, rookt en drugs gebruikt en de mate waarin wordt gegokt. Ook worden het voedingspatroon en het seksueel gedrag besproken. Een schriftelijke ‘gezondheidsenquête’ waaraan ongeveer 6742 Friezen van 19 jaar en ouder uit alle 31 Friese gemeenten hebben meegedaan ligt hieraan ten grondslag. 4300 volwassenen (19-64 jaar) en 2442 ouderen (65+) hebben een vragenlijst ingevuld. De resultaten worden apart weergegeven voor volwassenen en ouderen. Niet alle vragen zijn bij beide groepen gesteld1. Om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over de bevolking van Friesland zijn de gegevens “gewogen” /gecorrigeerd2. Er is gekeken naar eventuele verschillen tussen bepaalde groepen respondenten; zo is gekeken naar geslacht (mannen en vrouwen), leeftijdsgroepen, opleidingsniveau, burgerlijke staat, werksituatie en etnische afkomst. Alleen daar waar duidelijk aantoonbare verschillen zijn waargenomen (statistisch significant), worden deze beschreven. Daar waar relevant zijn ook gezondheidsfactoren onderling in samenhang bekeken.
4.1
Lichaamsbeweging
Onvoldoende lichaamsbeweging verhoogt de kans op vroegtijdig overlijden en kan het risico op het ontstaan van aandoeningen verhogen. Het betreft dan bijvoorbeeld coronaire hartziekten, suikerziekte (diabetes mellitus), botontkalking (osteoporose) en bepaalde vormen van kanker (Schuit 2004 3). Ook kan het de geestelijke gezondheid beïnvloeden. Matig intensieve lichaamsbeweging heeft daarentegen al een gunstig effect op de gezondheid en het beloop van ziekten. Een voorwaarde is dan wel dat de activiteit regelmatig wordt verricht. Met lichaamsbeweging wordt niet alleen (georganiseerd en ongeorganiseerd) sporten bedoeld. Ook fietsen en wandelen in de vrije tijd of naar het werk, het verrichten van huishoudelijk werk, klussen en tuinieren zijn activiteiten die hieronder vallen. Nederlandse Norm Gezond Bewegen De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) beveelt volwassenen van 18 tot 55 jaar aan om tenminste vijf dagen per week gedurende 30 minuten matig intensief lichamelijk actief te zijn. Dit hoeft geen aaneengesloten periode van 30 minuten te zijn. Voor mensen van 55 jaar en ouder geldt dezelfde norm, maar dan wel met een lager intensiteitniveau. Het blijkt dat bijna twee op de drie Friezen (64%) van 19 jaar en ouder voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (bijlage 4, tabel 4.1). Friezen halen deze norm met name door te fietsen en wandelen in de vrije tijd en licht huishoudelijke werkzaamheden. Figuur 4.1 laat de percentages zien van verschillende groepen personen die voldoen aan de beweegnorm.
1
Een uitgebreide beschrijving van methode en respons is op te vragen bij GGD Fryslân. Bij de thema’s lichaamsbeweging, roken, drugsgebruik en gokken verschilt de vragenlijst van de volwassen van die van de ouderen. Ouderen is niet gevraagd naar sporten, stoppogingen met roken en niet naar drugsgebruik en gokken. 2 Er is gewogen naar geslacht, leeftijd, respons en omvang van de steekproef per gemeente. Wegen betekent het toekennen van een vermenigvuldigingsfactor aan alle afzonderlijke respondenten op basis van de daadwerkelijke leeftijdsverdelingen en geslachtsverdeling in de gemeente. Dit omdat mannen en vrouwen en verschillende leeftijdsgroepen verschillend kunnen responderen. 3 Schuit AJ, Leest LATM. Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van onvoldoende lichamelijke activiteit? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, http://www.nationaalkompas.nl Gezondheidsdeterminanten\Leefstijl\Lichamelijke activiteit, 12 mei 2004.
GGD Fryslân Augustus 2007
1
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
allochtonen (westers)
autochtonen
allochtonen (niet westers)
arbeidsongeschikten/werklozen
gescheiden
verweduwd
gehuwd/samenwonend
ongehuwd
middelbaar onderwijs
hoger onderwijs
lager onderwijs
65-74
50-64
35-49
19-34
niet sporten
regelmatig/intensief sporten
75 jaar en ouder
60
19-64 jaar
70
mannen 19+
80
vrouwen 19+
90
65 jaar en ouder
100
onregelmatig sporten
Voldoen aan Nederlandse Norm Gezond Bewegen
niet arbeidsongeschikten/werklozen
Gezondheid in Friesland
50 40 30 20 10 0
Figuur 4.1: percentage respondenten van 19 jaar en ouder dat voldoet aan de beweegnorm uitgesplitst naar de achtergrondkenmerken: geslacht, sportdeelname, leeftijdsgroepen, opleiding, burgerlijke staat, arbeidsongeschikten/werklozen en etniciteit. Sportdeelname is alleen bij 19-64 jarigen gevraagd.
Volwassen en ouderen voldoen ongeveer even vaak aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Wel blijkt dat met het toenemen van de leeftijd het percentage dat aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen voldoet ook toeneemt. Echter vanaf 75 jaar neemt dit weer af. Mensen in de leeftijdscategorie 19-34, 35-49 en 75-plus, hoger opgeleiden, ongehuwden, weduwen en weduwnaars en mensen die arbeidsongeschikt of werkloos zijn voldoen minder vaak aan beweegnorm dan de overige groepen. Er zijn geen noemenswaardige verschillen gevonden tussen mannen en vrouwen en autochtonen en (niet) westerse allochtonen. Wanneer alleen naar volwassenen wordt gekeken blijken vrouwen wel iets vaker aan de beweegnorm te voldoen dan mannen. Daarnaast blijken regelmatige en intensieve sporters vaker aan de beweegnorm te voldoen dan onregelmatige en niet-sporters. In de volgende subparagraaf wordt nader ingegaan op sportdeelname. Sportdeelname Aan de ‘gezondheidsenquête’ is in opdracht van en gefinancierd door SPORT Fryslân een vragenset toegevoegd die meer inzicht moet geven in sportdeelname in de provincie Friesland1. Deze vragen zijn aan volwassenen van 19 tot en met 64 jaar gesteld. Voor sportdeelname zijn de respondenten verdeeld in de volgende categorieën: • een ‘sporter’ is hierbij gedefinieerd als iemand die 12 keer of meer per jaar sport volgens de regels en gebruiken uit de sportwereld een onregelmatige sporter sport 12 tot 60 keer per jaar een regelmatige/intensieve sporter sport 60 keer of meer per jaar • een ‘niet-sporter’ is iemand die minder dan 12 keer per jaar sport Drie op de vijf (60%) volwassen Friezen sport 12 keer of meer per jaar en is dus een ‘sporter’ (bijlage 4, tabel 4.1). Om te bepalen of men aan de beweegnorm voldoet (zie boven) heeft GGD Fryslân ook vragen gesteld over sporten. Daaruit blijkt dat 45% van de mensen van 19 jaar en ouder minimaal 1 keer per week sport, respectievelijk 48% van de volwassenen en 28% van de ouderen. 1 Gefinancierd door en in samenwerking met SPORT fryslân is een vragenset toegevoegd die meer inzicht moet geven over de sportdeelname in de provincie Friesland. Deze toegevoegde vragenset is gebaseerd op die van het W.J.H. Mulier Instituut voor sociaal wetenschappelijk sportonderzoek. Ook de bijbehorende analyse en indeling in sporters versus niet-sporters is op dit instituut gebaseerd.
GGD Fryslân Augustus 2007
2
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
allochtonen (westers)
allochtonen (niet westers)
autochtonen
arbeidsongeschikten/werklozen
verweduwd
gescheiden
40
ongehuwd
gehuwd/samenwonend
lager onderwijs
50-64
50
35-49
60
19-34
70
vrouwen 19+
80
mannen 19+
90
hoger onderwijs
100
middelbaar onderwijs
Sportdeelname ('sporters')
niet arbeidsongeschikten/werklozen
Gezondheid in Friesland
30 20 10 0
Figuur 4.2: percentage ‘sporters’ van 19 tot en met 64 jaar uitgesplitst naar de achtergrondkenmerken: geslacht, leeftijdsgroepen, opleiding, burgerlijke staat, arbeidsongeschikten/werklozen en etniciteit.
Uit figuur 4.2 komt naar voren dat van de jongvolwassenen (19-34 jaar) relatief het grootste deel tot de ‘sporters’ behoort. Daarna neemt het relatieve aandeel ‘sporters’ af met het toenemen van de leeftijd. Naarmate men lager is opgeleid wordt de sportdeelname lager. Weduwen/weduwnaars, gescheiden mensen, personen die arbeidsongeschikt of werkloos zijn en niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de ‘sporters’ dan de overige groepen. Mannen en vrouwen verschillen niet in het al dan niet ‘sporter’ zijn. Bijna de helft van de 19 tot en met 34 jarigen (42%) en/of hoger opgeleiden (47%) en/of ongehuwden (46%) behoort tot de regelmatige sporters. Intentie tot gezondheidsverbetering In de ‘gezondheidsenquête’ is aan de volwassenen (19 tot en met 64 jaar) ook gevraagd of men iets zou willen veranderen aan de leefgewoonten om de eigen gezondheid te verbeteren. Dat kan bijvoorbeeld door minder alcohol te drinken, te stoppen met roken of minder vet te eten. Een van de meest genoemde manieren is meer bewegen of sporten. Bijna twee vijfde (38%) geeft aan de gezondheid te willen verbeteren door meer te bewegen of te sporten (bijlage 4, tabel 4.4). ‘Nietsporters’ zijn vaker van plan om te gaan bewegen of sporten dan mensen die tot de ‘sporters’ behoren. Onregelmatige sporters zijn het meest van plan om meer te gaan bewegen of sporten. Verder hebben mensen die niet aan de beweegnorm voldoen vaker de bedoeling te gaan bewegen of sporten dan mensen die wel aan de norm voldoen. Lichaamsbeweging en sportdeelname versus lichamelijke gezondheid Gekeken is in hoeverre bij mensen van 19 jaar en ouder lichaamsbeweging en sporten1 samenhangt met aspecten van lichamelijke gezondheid2 en de ervaren gezondheid.
1
Sporten heeft alleen betrekking op de 19-64 jarige respondenten Voor meer informatie met betrekking tot lichamelijke gezondheid wordt verwezen naar hoofdstuk 4 van ‘Gezondheid in Friesland’ van GGD Fryslân 2
GGD Fryslân Augustus 2007
3
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
50
40
40
30
30
20
20
10
10
0
0
geen overgewicht
geen functiebeperking
overgewicht
60
geen chronische aandoening
70
chronische aandoening
80
goed-uitstekend ervaren gezondheid
geen overgewicht
overgewicht
geen functiebeperking
90
'Sporter'
functiebeperking
50
100
matig-slecht ervaren gezondheid
60
functiebeperking
70
geen chronische aandoening
80
Voldoen aan NNGB
chronische aandoening
90
goed-uitstekend ervaren gezondheid
100
matig-slecht ervaren gezondheid
Gezondheid in Friesland
Figuur 4.3: percentage respondenten van 19+ dat voldoet aan de NNGB en ‘sporters’ van 19 tot en met 64 jaar uitgesplitst naar kenmerken van lichamelijke gezondheid.
Figuur 4.3 laat zien dat mensen die hun eigen gezondheid als ‘matig-slecht’ ervaren minder vaak aan de beweegnorm voldoen en/of ‘sporter’ zijn dan mensen die hun gezondheid als ‘goeduitstekend’ beoordelen (bijlage 4, tabel 4.5). Het is bekend dat overgewicht, vooral ernstig overgewicht (obesitas), samenhangt met tal van chronische aandoeningen, verschillende vormen van kanker, aandoeningen aan het bewegingsapparaat en de ademhalingsorganen. In de gezondheidsenquête is gevraagd naar lengte en gewicht van de respondent. Hiermee kan de BMI1 worden vastgesteld, een maat voor onder- en overgewicht. Het blijkt dat mensen met (matig of ernstig) overgewicht minder vaak aan de beweegnorm voldoen en/of ‘sporter’ zijn dan mensen zonder overgewicht. Verder blijken mensen met chronische aandoeningen iets minder vaak aan de beweegnorm te voldoen en/of ‘sporter’ te zijn dan mensen zonder chronische aandoeningen. Ook mensen met functiebeperkingen voldoen relatief minder vaak aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen en/of zijn minder vaak ‘sporter’ dan mensen zonder dergelijke beperkingen. Friesland versus Nederland en GGD onderzoek 1998 Landelijk voldoet ruim de helft (51%)2 van de volwassenen van 18 jaar en ouder aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. In Friesland voldoen dus meer mensen aan de norm (64%). Hierbij moet worden opgemerkt dat landelijk gezien het percentage mensen dat aan de norm voldoet tussen 2000 en 2004 is gestegen van 44% naar 51% en dat de verwachting is dat deze stijging zich zal doorzetten. Het is niet mogelijk om een goede vergelijking met het onderzoek van GGD Fryslân uit 1998 te maken omdat destijds een andere vragenset is gebruikt. Wel bleken de Friezen in 1998 ook toen meer aan lichaamsbeweging te doen dan Nederlanders. Vergeleken met recent onderzoek van GGD Groningen3 blijkt daar, net als in Friesland, ongeveer twee derde van de mensen van 19 jaar en ouder aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen voldoet.
1
Body Mass Index = gewicht/lengte2 ; indeling BMI: ondergewicht:lager dan 18.5; normaalgewicht:18.5 tot 25; matig overgewicht:25 tot 30; ernstig overgewicht:30 en hoger 2 TNO Kwaliteit van Leven (2005). Eerste resultaten. Bewegen in Nederland 2000-2004 (OBiN). 3 GGD Groningen (2006). Gezondheidsprofiel Groningen 2006.
GGD Fryslân Augustus 2007
4
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland Uit landelijk onderzoek1 blijkt dat 62% van de mensen ‘sporter’ (meer dan 12 keer per jaar) is. Dit is vrijwel gelijk aan het Friese percentage. Hierbij moet worden opgemerkt dat de landelijke cijfers zijn gebaseerd op 18 tot 70-jarigen en in de ‘gezondheidsenquête’ de vraag aan 19 tot en met 64 jarigen is gesteld. Hierdoor zijn de cijfers niet geheel vergelijkbaar. Gemeenten Het percentage mensen dat voldoet aan de beweegnorm en/of waarbij sprake is van sportparticipatie verschilt per gemeente (bijlage 4, tabel 4.2 en 4.3).
4.2
Alcohol
Overmatig alcoholgebruik heeft vele gevolgen voor de volksgezondheid. Te denken valt aan een verhoogde kans op hart- en vaatziekten, verschillende vormen van kanker, leveraandoeningen, verkeersongevallen, valincidenten, hersenaandoeningen, depressie en verslaving. Met alcoholmatiging is in principe dan ook veel gezondheidswinst te behalen. Wanneer de alcoholconsumptie in de bevolking afneemt met 10%, vermindert naar schatting het aantal mensen dat sterft aan de gevolgen van het alcoholgebruik met 20%2. Van de Friezen van 19 jaar en ouder dronken het afgelopen jaar ruim 4 op de 5 mensen (82%) wel eens alcohol. 7% dronk niet meer en 11% heeft nooit gedronken. In het algemeen drinken in Friesland iets meer mannen dan vrouwen.
mannen
Breezers
Breezers
Jenever
Likeur
Likeur
Jenever
Wijn
Wijn Bier
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Bier
Soort drank naar alcoholgebruikers
vrouwen
Figuur 4.4: Percentage mannen en vrouwen van 19 jaar en ouder uitgesplitst naar soort drank.
Bier, jenever3 en breezers4 worden relatief vaker door mannen gedronken en wijn5en likeur6 vaker door vrouwen. Gemiddeld drinken de Friezen van 19 jaar en ouder 3,5 glazen per drinkdag (mannen gemiddeld 4,4 glazen, vrouwen gemiddeld 2,4 glazen). Verantwoord alcoholgebruik De landelijke norm verantwoord alcoholgebruik is voor mannen maximaal 21 glazen per week en/of maximaal 5 glazen per drinkdag en/of maximaal 5 drinkdagen per week en voor vrouwen maximaal 14 glazen per week en/of maximaal 3 glazen per drinkdag en/of maximaal 5 drinkdagen per week. Onderzocht is in hoeverre mensen voldoen aan deze norm. Van de Friezen van 19 jaar en ouder voldoet bijna de helft (45%) aan de norm verantwoord alcoholgebruik. Ruim een derde (37%) voldoet niet aan de norm voor verantwoord alcoholgebruik.
1
WJH Mulier Instituut. Kerngegevens sportdeelname. Sportdeelname in Nederlandse gemeenten. ’s Hertogenbosch 2003 Nationaal kompas volksgezondheid, www.rivm.nl/vtv/object_document/o2452n19460.html 3 Bij deze categorie zijn ook brandewijn, vieux, rum, cognac, whisky, wodka of ander gedistilleerd genoemd 4 Bij deze categorie zijn ook shooters of alcoholhoudende drank gemengd met frisdrank of vruchtensap genoemd 5 Bij deze categorie zijn ook sherry, port, vermouth genoemd. 6 Bij deze categorie zijn ook advocaat, bessenjenever, citroenjenever genoemd 2
GGD Fryslân Augustus 2007
5
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland
20 10
voldoet aan geen van de criteria van de norm verantwoord drinken
30
meer dan 5 drinkdagen per week
40
meer dan 5 drinkdagen per week
50
meer dan 3 glazen per drinkdag
60
meer dan 5 glazen per drinkdag
70
vrouwen meer dan 14 glazen per week
80
mannen meer dan 21 glazen per week
90
drinkt geen alcohol
verantwoord alcoholgebruik 100
voldoet aan de norm verantwoord alcoholgebruik
Bij bijna één op de vijf (18%) Friezen van 19 jaar en ouder is de norm verantwoord alcoholgebruik niet van toepassing, deze groep drinkt geen alcohol.
0 mannen meer dan 21 glazen per week
vrouwen meer dan 14 glazen per week
Figuur 4.5: Percentage mannen en vrouwen dat het maximum aantal glazen per week overschrijdt, het maximum aantal glazen per drinkdag overschrijdt, het maximum aantal drinkdagen per week overschrijdt, alle drie normen overschrijdt, aan de norm verantwoord alcohol gebruik voldoet en de niet-drinkers.
Uit figuur 4.5 blijkt dat mannen in verhouding minder vaak voldoen aan de verschillende onderdelen van de norm verantwoord alcoholgebruik dan vrouwen. Vrouwen daarentegen voldoen relatief vaker aan de norm voor verantwoord drinken. Verder behoren vrouwen vaker tot de niet-drinkers dan mannen. In het algemeen voldoen mannen, mensen in de leeftijdscategorie 19-34 jaar, middelbaar opgeleiden, ongehuwde en gescheiden mensen in verhouding minder vaak aan de norm voor verantwoord alcoholgebruik (bijlage 4 tabel, 4.6). Zware drinkers Een andere manier om het alcoholgebruik van de Friese bevolking te beschrijven is door het aantal zware drinkers te benoemen. Zware drinkers drinken minimaal één keer per week tenminste vier glazen (vrouwen) of tenminste zes glazen (mannen).
GGD Fryslân Augustus 2007
6
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland Eén op de vijf Friezen van 19 jaar en ouder blijkt een zware drinker te zijn. zware drinker 100 90
allochtonen (westers)
allochtonen (niet westers)
autochtonen
arbeidsongeschikten/ werklozen niet arbeidsongeschikten/ niet werklozen
gescheiden
ongehuwd
lager onderwijs
verweduwd
65-74
50-64
19-34
75 jaar en ouder
10
35-49
20
19-64 jaar
30
65 jaar en ouder
40
mannen 19+
50
vrouwen 19+
60
gehuwd/samenwonend
middelbaar onderwijs
70
hoger onderwijs
80
0
Figuur 4.6: Percentage ‘zware drinkers’ van 19 jaar en ouder uitgesplitst naar de achtergrondkenmerken: geslacht, leeftijdsgroepen, opleiding, burgerlijke staat, arbeidsongeschikten/werklozen en etniciteit.
Figuur 4.6 laat zien dat mannen, mensen in de leeftijdscategorie 19-34 jaar, middelbaar opgeleiden, ongehuwde en gescheiden mensen en de niet arbeidsongeschikten/werklozen relatief vaker behoren tot de zware drinkers dan de overige categorieën (bijlage 4, tabel 4.6). Intentie tot gezondheidsverbetering In de gezondheidsenquête is aan de Friezen van 19 tot en met 64 jaar gevraagd of ze van plan zijn, iets aan hun leefgewoonten te veranderen. Hierbij geeft bijna één op de tien (7%) Friezen aan van plan te zijn minder en/of geen alcohol te drinken. Zware drinkers zijn dit relatief vaker van plan dan de overige drinkers. Friesland versus Nederland In Nederland is 11% van de bevolking van 12 jaar en ouder een zware drinker (CBS, 2006). Dit cijfer is niet volledig vergelijkbaar met de eerder genoemde 20% in Friesland, gezien verschillen in definitie1. In algemene zin kan wel worden gezegd dat in Friesland vooral in de leeftijdsgroep 19-34 jaar relatief iets meer zware drinkers voorkomen dan landelijk. Alcoholgebruik bij mannen van 19-24 jaar De leeftijdscategorie 19-34 jaar is regelmatig naar voren gekomen bij mensen die niet voldoen aan de norm voor verantwoord alcoholgebruik en de zware drinkers. Nadere analyse laat zien dat dit voornamelijk mannen zijn in de leeftijdscategorie 19-24 jaar. Zo is het percentage dat niet voldoet aan alle drie criteria van de norm verantwoord alcoholgebruik 11% bij mannen van 19-24 jaar en vier procent bij de 25-29 jarigen. Daarnaast is het percentage zware drinkers bij de 19-24 jarige mannen 65% en dit percentage daalt vervolgens naar 50% bij de 25-29 jarige mannen en 42% bij de 30-34 jarigen. In het algemeen blijkt dat voornamelijk mannen in de leeftijdscategorie 19-24 jaar erg risicovol drinkgedrag vertonen. Gemeenten Het percentage ‘onverantwoorde drinkers’ en ‘zware drinkers’ verschilt per gemeente (bijlage 4, tabel 4.7 en 4.8).
1
een zware drinker is volgens het CBS, iemand die minimaal één keer in de week 6 of meer glazen alcohol drinkt i.p.v. de eerder gehanteerde definitie minimaal één keer per week vier (vrouwen) of zes (mannen) glazen of meer.
GGD Fryslân Augustus 2007
7
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland 4.3
Roken
Roken is bij mensen boven de 20 jaar verantwoordelijk voor een groot deel van de sterfte aan longkanker, maar ook voor de sterfte aan andere vormen van kanker, astma en COPD1. Verder is ongeveer 30% van de sterfte aan coronaire hartziekten en ongeveer 14% van de sterfte aan beroerten te wijten aan roken2. Het blijkt dat ruim een kwart van de Friezen (28%) van 19 jaar en ouder rookt (bijlage 4, tabel 4.1). Daarnaast geeft ruim een derde aan (34%) vroeger te hebben gerookt. Vier op de vijf rokers rookt sigaretten of shag, 12% rookt alleen sigaren en/of pijp en 8% rookt naast sigaretten ook sigaren en/of pijp. Van de mensen die sigaretten of shag roken blijkt ruim de helft (52%) een lichte roker te zijn (1-10 sigaretten per dag) en bijna één op de tien (9%) een zware roker (meer dan 21 sigaretten per dag). Roken 100
10
allochtonen (westers)
allochtonen (niet westers)
autochtonen
gescheiden verweduwd
ongehuwd
gehuwd/samenwonend
hoger onderwijs
65-74
50-64
35-49
19-34
75 jaar en ouder
20
65 jaar en ouder
30
19-64 jaar
40
vrouwen 19+
50
mannen 19+
60
lager onderwijs
70
middelbaar onderwijs
80
arbeidsongeschikten/ werklozen niet arbeidsongeschikten/ werklozen
90
0
Figuur 4.7: Percentage mensen van 19 jaar en ouder dat rookt uitgesplitst naar de achtergrondkenmerken: geslacht, leeftijdsgroepen, opleiding, burgerlijke staat, arbeidsongeschikten/werklozen en etniciteit.
Uit figuur 4.7 blijkt dat relatief minder vrouwen (24%) roken dan mannen (31%). Verder roken minder ouderen dan volwassenen. Tot 50 jaar blijft het percentage rokers hoog daarna daalt het aanzienlijk. Lager en middelbaar opgeleiden, ongehuwden, gescheiden mensen, allochtonen en mensen die arbeidsongeschikt of werkloos zijn roken in verhouding vaker dan overige categorieën (bijlage 4, tabel 4.6). Stoppen met roken Een kwart van de rokers van 19 tot en met 64 jaar heeft in het afgelopen jaar serieus geprobeerd te stoppen met roken. Van de volwassenen die gestopt zijn met roken is bijna één op de tien (9%) het afgelopen jaar gestopt. “Eigen daadkracht” wordt door die mensen opgegeven als reden die het meeste heeft bijgedragen tot het stoppen met roken. Intentie tot gezondheidsverbetering In het algemeen heeft bijna de helft (47%) van de rokers van 19 jaar en ouder het voornemen te stoppen met roken (16% binnen 1-3 maanden, 15% binnen 3-12 maanden en 17% over 12 maanden of later).
1
2
chronische bronchitis en longemfyseem Nationaal kompas volksgezondheid, www.rivm.nl/vtv/object_document/o1208n19085.html
GGD Fryslân Augustus 2007
8
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland
stoppunt
20
groepstraining
40
begeleiding arts, verpleegkundige
60
hulpmiddelen, laserbehandeling
80
hulpmiddelen, medicijnen
100
steun bij stoppen met roken steun uit de directe omgeving
eigen daadkracht
Aan de rokers die willen stoppen is gevraagd wat zij hierbij nodig denken te hebben. Bijna een kwart (22%) van hen denkt meerdere vormen van steun te kunnen gebruiken.
0
Figuur 4.8: Percentage rokers van 19 jaar en ouder dat wil stoppen met roken en hierbij behoefte heeft aan een vorm van ondersteuning.
Uit figuur 4.8 blijkt dat de meeste mensen uitgaan van eigen daadkracht bij het stoppen met roken (66%). Verder denkt een groot deel (30%) steun uit de directe omgeving nodig te hebben. Medicijnen worden gemiddeld door bijna één op de vijf (17%) en laserbehandeling door één op de tien genoemd als hulpmiddel bij het stoppen met roken. Roken binnenshuis Er wordt bij ruim een kwart (28%) van de Friezen in huis gerookt. Per huishouding wordt binnenshuis bij bijna één op de zes (14%) 1-10 sigaretten/sigaren per dag gerookt en bij één op de zes (15%) 10 of meer sigaretten/sigaren per dag gerookt. Van de huishoudens met kinderen tot en met drie jaar geeft bijna één op de zes (16%) mensen aan binnenshuis te roken. Bij huishoudens met kinderen tot en met 12 jaar ligt dit percentage op bijna een kwart (23%) en bij huishoudens met adolescenten op ruim een kwart (26%). Bij huishoudens zonder kinderen is het percentage het hoogst (28%). Friesland versus Nederland Uit landelijk onderzoek blijkt ruim een kwart (27%) van de 20 plussers te roken (CBS, 20061). Dit is vrijwel gelijk aan het Friese percentage. Overeenkomstig de landelijke trend is ten opzichte van 1998 het percentage rokers van 25 tot en met 64 jaar in Friesland ruim 4% afgenomen. Vergeleken met recent onderzoek van GGD Groningen2 blijkt daar, net als in Friesland, ongeveer een kwart van de mensen van 19 jaar en ouder te roken. Roken versus zware drinkers Uit onderzoek is gebleken dat roken en zwaar drinken met elkaar samenhangen. Deze samenhang wordt ook in Friesland gevonden. Zo blijkt van de mensen die nooit gerookt hebben ruim één op de tien (14%) zwaar te drinken terwijl dit bij de rokers ruim een derde (34%) is. Gemeenten Het percentage mensen dat rookt verschilt per gemeente (bijlage 4, tabel 4.7 en 4.8).
4.4
Drugs
In het algemeen geldt dat drugsgebruik, -misbruik of -afhankelijkheid (verslaving) een grote diversiteit aan lichamelijke, psychische, sociale en maatschappelijke problemen kan veroorzaken.
1 2
CBS, www.cbs.nl 2006 GGD Groningen (2006). Gezondheidsprofiel Groningen 2006.
GGD Fryslân Augustus 2007
9
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland Cannabisgebruik Bijna één op de vijf (18%) Friezen van 19 tot en met 64 jaar heeft ooit wel eens cannabis (hasj en wiet) gebruikt. Twee procent deed dit in het afgelopen jaar (met uitzondering van afgelopen vier weken) en drie procent in de afgelopen vier weken. Het tegenwoordig gebruik (afgelopen vier weken) is het hoogste (9%) bij de leeftijdsgroep 19-24 jaar. Bij de leeftijdsgroep 25-34 jaar is dit percentage vier procent. Harddrugsgebruik Bijna één op de twintig (4%) Friezen van 19 tot en met 64 jaar heeft ooit wel eens harddrugs (ecstasy, amfetamine, LSD, cocaïne, heroïne) gebruikt. Eén procent gebruikte het afgelopen jaar (met uitzondering van de afgelopen vier weken) en iets meer dan een half procent gebruikte de vier weken voorafgaande aan de gezondheidsenquête. Friesland versus Nederland Het tegenwoordig gebruik van cannabis bij de leeftijdscategorie 19-24 jaar lijkt in Friesland (9%) lager te zijn dan landelijk (13%, CBS, 20011). Verder is het percentage tegenwoordig gebruik bij deze leeftijdscategorie vanaf 1998 nagenoeg het zelfde gebleven in Friesland.
4.5
Voeding
Een ongezond voedingspatroon is een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten, diabetes mellitus type 2, osteoporose en diverse andere gezondheidsgevolgen van overgewicht. Een groot aantal voedingsstoffen speelt een rol in het ontstaan van deze (welvaarts)ziekten. Bevorderen van gezonde voeding is gericht op het bereiken van een gezond voedingspatroon en op specifieke voedingsonderwerpen zoals het voorkómen van tekorten aan essentiële voedingsstoffen. Aan de hand van drie voedingsnormen (de voedingsnorm voor groente/rauwkost2, fruit/sap3 en ontbijten4) wordt in deze paragraaf bekeken of de Friese bevolking wel voldoende essentiële voedingstoffen krijgt5. In deze paragraaf zal in het vervolg over de groentenorm, fruitnorm en ontbijtnorm worden gesproken. Vier op de vijf (80%) Friezen van 19 jaar en ouder voldoen aan de ontbijtnorm. Daarentegen voldoen maar twee op de vijf (39%) aan de fruitnorm en bijna een kwart (24%) van de Friezen aan de groentenorm. Ruim één op de tien (12%) Friezen voldoet aan alle drie voedingsnormen.
1
CBS, www.cbs.nl 2001 150- 200 gram groenten/rauwkost per dag 3 2 stuks fruit of 2 glazen vruchtensap per dag, niet meer dan 1 stuk fruit mag vervangen worden door vruchtensap 4 minimaal 5 dagen per week ontbijt 5 Nationaal kompas volksgezondheid, www.rivm.nl/vtv/object_document/o1450n19088.html en www.rivm.nl/vtv/object_document/o2672n19462.html
2
GGD Fryslân Augustus 2007
10
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
70
allochtonen (westers)
allochtonen (niet westers)
autochtonen
verweduwd
gescheiden
ongehuwd
gehuwd/samenwonend
hoger onderwijs
middelbaar onderwijs
lager onderwijs
75 jaar en ouder
65-74 jaar
50-64 jaar
35-49 jaar
65 jaar en ouder
19-34 jaar
80
19-64 jaar
90
vrouwen 19+
100
mannen 19+
Voldoen aan voedingsnorm
arbeidsongeschikten/werklozen niet arbeidsongeschikten/werklozen
Gezondheid in Friesland
60 50 40 30 20 10 0
voldoet aan voedingsnorm groente
voldoet aan voedingsnorm fruit/sap
voldoet aan voedingsnorm ontbijten
Figuur 4.9 Percentage mensen van 19 jaar en ouder die voldoen aan de voedingsnorm groente, fruit/sap, ontbijten, uitgesplitst naar de achtergrondkenmerken: geslacht, leeftijdsgroepen, opleiding, burgerlijke staat, arbeidsongeschikten/werklozen en etniciteit.
Opmerkelijke verschillen naar aanleiding van figuur 4.9 zijn (bijlage 4, tabel 4.1): • Vrouwen voldoen relatief minder vaak aan de groentenorm terwijl mannen relatief minder vaak aan de fruitnorm en ontbijtnorm voldoen; • Volwassenen, met name de leeftijdsgroep van 19-49 jaar, voldoen in het algemeen relatief minder aan de voedingsnormen dan ouderen (in dit geval vanaf 50 jaar en ouder); • In het algemeen voldoen de middelbaar opgeleiden relatief minder vaak aan de groente- en fruitnorm en de laagopgeleiden relatief minder vaak aan de ontbijtnorm • Ongehuwden voldoen in het algemeen minder vaak aan de voedingsnormen. • Arbeidsongeschikten/werklozen voldoen minder vaak aan de ontbijtnorm dan de mensen die niet arbeidsongeschikt of werkloos zijn; • Tot slot blijken autochtonen relatief minder vaak aan de groentenorm te voldoen en westers allochtonen minder vaak aan de ontbijtnorm. Intentie tot gezondheidsverbetering In de gezondheidsenquête is aan de Friezen van 19 tot en met 64 jaar gevraagd of ze van plan zijn iets aan hun leefgewoonten te veranderen. Ruim één op de tien (11%) Friezen van 19 tot en met 64 jaar geeft hierbij aan van plan te zijn minder vet of ongezond te eten. Mensen die niet voldoen aan één van de voedingsnormen zijn dit vaker van plan dan mensen die al aan één van de voedingsnormen voldoen. Gebruik van extra voedingssupplementen bij ouderen Door het voedingscentrum wordt voor bepaalde doelgroepen, zoals 0-4 jarigen en ouderen het gebruik van extra vitamine D geadviseerd. Ruim één op de twintig (6%) Friezen van 65 jaar en ouder geeft aan extra vitamine D te gebruiken. Daarnaast wordt door ruim één op de vijf ouderen extra Multi vitaminen gebruikt. Friesland versus Nederland Ten opzichte van 1998 is het percentage mensen van 25 tot en met 64 jaar dat voldoet aan de ontbijtnorm in Friesland gedaald van 83% naar 79%. Verder is een grote daling te zien in het eten van 2 stuks fruit. In 1998 was dit in Friesland nog 46%, in 2005 is dit gedaald tot 35%.
GGD Fryslân Augustus 2007
11
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland Uit recent onderzoek van GGD Groningen1 blijkt net als in Friesland ongeveer een kwart van de mensen van 19 jaar en ouder te voldoen aan de groentenorm (24%). Ook blijkt het percentage mensen dat voldoet aan de ontbijtnorm en fruitnorm nagenoeg het zelfde te zijn in Friesland (respectievelijk 80% en 39%) en Groningen (respectievelijk 83% en 35%). Gemeenten Het percentage mensen dat voldoet aan de voedingsnorm groente, fruit/sap, ontbijten verschilt per gemeente (bijlage 4, tabel 4.7 en 4.8).
1
GGD Groningen (2006). Gezondheidsprofiel Groningen 2006.
GGD Fryslân Augustus 2007
12
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland Conclusies leefstijl Lichaamsbeweging • 64% van de Friezen van 19 jaar en ouder voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, volwassenen en ouderen ongeveer even vaak; • In Friesland voldoen relatief meer mensen aan de beweegnorm dan in de gemiddelde Nederlandse bevolking; • 60% van de Friezen van 19 tot en met 64 jaar sport 12 keer of meer per jaar; • Regelmatige en intensieve sporters voldoen vaker aan de beweegnorm dan onregelmatige en niet-sporters; • Met het toenemen van de leeftijd neemt het percentage dat aan de beweegnorm voldoet toe, terwijl het percentage ‘sporters’ afneemt; • Hoger opgeleiden voldoen relatief minder vaak aan de beweegnorm, maar behoren relatief vaker tot de ‘sporters’; • Weduwen en weduwnaars en/of arbeidsongeschikten/werklozen voldoen minder vaak aan de beweegnorm en behoren minder vaak tot de ‘sporters’; • Mannen en vrouwen verschillen niet in het voldoen aan de beweegnorm of ‘sporter’ zijn. Autochtonen en (niet) westers allochtonen ook bijna niet, alleen behoren nietwesterse allochtonen minder vaak tot de ‘sporters’; • 38% van de 19-64 jarigen wil meer bewegen of sporten om de gezondheid te verbeteren; niet-sporters en mensen die niet aan de norm voldoen willen dit relatief iets vaker; • ‘Sporters’ en mensen die aan de beweegnorm voldoen beoordelen hun gezondheid relatief minder vaak als ‘matig-slecht’ en hebben minder vaak chronische aandoeningen en/of functiebeperkingen. • Sporters’ en mensen die aan de beweegnorm voldoen hebben minder vaak met overgewicht te maken dan ‘niet-sporters’ en mensen die niet aan de beweegnorm voldoen. Alcoholgebruik • 37% van de Friezen van 19 jaar en ouder drinkt veel en/of vaak onverantwoord alcohol; • Bier, jenever en breezers worden relatief vaker door mannen gedronken en wijn en likeur vaker door vrouwen; • Eén op de vijf Friezen van 19 jaar en ouder is een zware drinker; • Mannen, mensen in de leeftijdscategorie 19-34 jaar, middelbaar opgeleiden, ongehuwde en gescheiden mensen behoren relatief vaker tot de onverantwoorde drinkers en zware drinkers dan de overige categorieën; • Bijna één op de tien (7%) Friezen is van plan minder en/of geen alcohol te drinken. Zware drinkers zijn dit relatief vaker van plan ten opzichte van de overige drinkers; • Globaal kan gezegd worden dat in Friesland in de leeftijdsgroep 19-34 jaar relatief iets meer zware drinkers voorkomen ten opzichte van zware drinkers landelijk. • 11% van de mannen van 19-24 jaar vertoont erg risicovol drinkgedrag. Roken • 28% van de Friezen van 19 jaar en ouder rookt en 34% heeft vroeger gerookt; • Ruim de helft (52%) van de mensen die sigaretten roken is een lichte roker (1-10 sigaretten per dag) en bijna één op de tien (9%) een zware roker (meer dan 21 sigaretten per dag); • Relatief meer mannen, mensen van 19-49 jaar, lager en middelbaar opgeleiden, ongehuwden, gescheiden mensen, allochtonen en mensen die arbeidsongeschikt of werkloos zijn roken ten opzichte van de overige categorieën.;
GGD Fryslân Augustus 2007
13
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland • • • •
Een kwart van de rokers 19 tot en met 64 jaar heeft in het afgelopen jaar serieus geprobeerd te stoppen met roken; Bijna de helft (47%) van de rokers (19 jaar en ouder) heeft het voornemen te stoppen met roken, bijna een kwart hiervan denkt hierbij meerdere vormen van ondersteuning nodig te hebben; Er wordt bij ruim een kwart (28%) van de Friezen in huis gerookt, bij huishoudens met kleine kinderen tot en met drie jaar is dit 16%; Het percentage rokers van 25 tot en met 64 jaar is in Friesland ten opzichte van 1998 iets afgenomen. Verder is het percentage rokers in Friesland nagenoeg gelijk aan het landelijke percentage;
Drugs • 18% van de Friezen van 19 tot en met 64 jaar gebruikte ooit cannabis; • Tegenwoordig gebruik (afgelopen 4 weken) van cannabis is het hoogste (9%) in de leeftijdsgroep 19-24 jaar • Bijna één op de twintig (4%) Friezen van 19 tot en met 64 jaar heeft ooit wel eens harddrugs gebruikt; • Het tegenwoordige gebruik lijkt in Friesland iets lager te zijn bij de 19-24 jarigen dan landelijk en is in Friesland gelijk gebleven ten opzichte van 1998; Voeding • Vier op de vijf (80%) Friezen van 19 jaar en ouder voldoen aan de ontbijtnorm • Twee op de vijf (39%) voldoen aan de fruitnorm en bijna een kwart (24%) van de Friezen aan de groentenorm. • Mannen, laagopgeleiden, arbeidsongeschikten en westerse allochtonen voldoen minder aan de ontbijtnorm ten opzichte van de overige categorieën; • Mannen en middelbaar opgeleiden voldoen relatief minder aan de fruitnorm. • Vrouwen, middelbaar opgeleiden en autochtonen voldoen relatief minder vaak aan de groentenorm. • Ruim één op de tien (11%) Friezen van 19 tot en met 64 jaar is van plan minder vet of ongezond te eten; • Ruim één op de twintig (6%) Friezen van 65 jaar of ouder gebruikt extra vitamine D en ruim één op de vijf extra Multivitaminen; • Het lijkt erop dat de Friezen van 25 tot en met 64 jaar relatief minder fruit eten ten opzichte van 1998. Ook het aantal Friezen dat ontbijt is in deze leeftijdscategorie afgenomen.
GGD Fryslân Augustus 2007
14
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland BIJLAGE 4 Een waargenomen verschil zoals dat in de tabellen van bijlage 4 is af te lezen, betekent niet automatisch een werkelijk verschil. Er is naar alle waarschijnlijkheid sprake van een werkelijk verschil, als het verschil op statistische gronden wordt ‘hard’ gemaakt. Er wordt dan gesproken van een significant verschil (*). De waargenomen verschillen, die niet statistisch aangetoond zijn berusten naar alle waarschijnlijkheid op toeval. In de tabellen worden de ongewogen aantallen en de gewogen percentages vermeld.
Regelmatige sporters (≥60x p.j.)
60
40
26
34
2778 3806
64 63
59 60
41 40
25 27
34 34
19-64 jaar 65 jaar en ouder
4236 2348
63 65
60 -
40 -
26 -
34 -
19-34 35-49 50-64 65-74 75 jaar en ouder
1133 1551 1552 1438 910
61* 62* 68* 75* 53*
70* 60 50* -
30* 40 50* -
28* 27 23* -
42* 33 27* -
lager onderwijs middelbaar onderwijs hoger onderwijs
3323 1815 1240
65 66* 58*
45* 65* 76*
55* 35* 24*
22* 28* 29*
23* 36* 47*
gehuwd/samenwonend2 ongehuwd gescheiden verweduwd
4800 821 280 642
65* 59* 68 54*
59 67* 39* 36*
41 33* 61* 64*
27* 22* 15* 16*
32* 46* 24* 20*
arbeidsongeschikten/werklozen3 niet arbeidsongeschikten/werklozen
331 3657
55* 64*
40* 61*
60* 39*
18* 27*
22* 35*
autochtonen allochtonen (niet westers) allochtonen (westers)
6059 126 239
63 60 66
60* 41* 54
40* 59* 46
27* 8* 20*
34 33 34
N 6584
mannen 19+ vrouwen 19+
Niet-sporters (0-11x p.j.)
64
Friesland
Voldoen aan beweegnorm
Onregelmatige sporters (12-59x p.j.)
Sport deelname
Tabel 4.1: Leefstijl: bewegen en sportdeelname1 (%)
1
de sportdeelname vraag is alleen bij de bevolking van 19-64 jaar gesteld. significant verschil ten opzichte van de overige groep(en); dat wil zeggen met 95% zekerheid niet op toeval berustend. Niet significante verschillen vallen binnen de marges van toevalsschommelingen. 2 bij deze categorie (gehuwd,ongehuwd, gescheiden,verweduwd), kunnen leeftijdseffecten een rol spelen, hiervoor is niet gecorrigeerd. 3 zie voetnoot 1. *
GGD Fryslân Augustus 2007
15
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland Tabel 4.1a: Percentage respondenten dat aan de NNGB voldoet en minimaal 1 dag per week één of meer van de activiteiten onderneemt Minimaal 1 dag per week: Voldoen aan de beweegnorm (%) Sporten 46 Lopen naar woon/werk 24 Fietsen naar woon/werk 43 Licht lichamelijke activiteit werk/school 32 Zwaar lichamelijke activiteit werk/school 31 Licht huishoudelijke activiteiten 80 Zwaar huishoudelijke activiteiten 59 Wandelen in de vrije tijd 67 Fietsen in de vrije tijd 69 Tuinieren in de vrije tijd 52 Klussen in de vrije tijd 40
GGD Fryslân Augustus 2007
16
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland
Onregelmatig e sporters (12-59x p.j.)
Regelmatige sporters (≥60x p.j.)
53 51 70∗∗ 62 52 60 55 62 60 62 65 52 63 65 52 59 63 63 49* 60 72** 53* 70** 59 53 57 68 53 60
Niet-sporters (0-11x p.j.)
56∗ 66 53* 70 63 59 62 59 69 64 65 69 66 68 67 61 59 64 59 54* 73** 59 67 69 62 63 70 73 63
Sport participatie
N Achtkarspelen 128 Het Bildt 107 Boarnsterhim 116 Bolsward 111 Dantumadeel 116 Dongeradeel 101 Ferwerderadiel 103 Franekeradeel 99 Gaasterlân-sleat 94 Harlingen 83 Heerenveen 202 Kollumerland C.A. 109 Leeuwarden 972 Leeuwarderadiel 109 Lemsterland 102 Littenseradiel 117 Menaldumadeel 107 Nijefurd 109 Ooststellingwerf 115 Opsterland 129 Skarsterlân 128 Smallingerland 208 Sneek 189 Tytsjerksteradiel 130 Weststellingwerf 124 Wûnseradiel 116 Wymbritseradiel 116 De Waddeneilanden 96 Friesland 4236
Voldoen aan beweegnorm
Tabel 4.2: Kerncijfers per gemeente 19-64 jaar (%)
47 49 30* 38 48 40 44 38 40 38 35 48 37 35 48 42 37 38 52** 40 28* 47* 30* 41 47 43 32 47 40
18* 21 31 30 27 34** 25 29 19 18 21 17* 25 23 24 27 33 34 24 33** 28 24 31 25 22 32 34 16* 26
35 31 40 32 25* 26* 31 33 41 44** 44** 36 38 43 28 32 30 30 25* 28* 44** 29* 39 34 31 25 35 37 34
∗
significant lager ten opzichte van de rest van Friesland; dat wil zeggen met 95% zekerheid niet op toeval berustend. Niet significante verschillen vallen binnen de marges van toevalsschommelingen. significant hoger ten opzichte van de rest van Friesland; dat wil zeggen met 95% zekerheid niet op toeval berustend. Niet significante verschillen vallen binnen de marges van toevalsschommelingen.
∗∗
GGD Fryslân Augustus 2007
17
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland Tabel 4.3: Kerncijfers per gemeente 65 jaar en ouder (%)
Achtkarspelen Het Bildt / Ferwerderadeel Boarnsterhim Bolsward / Wûnseradiel Dantumadeel / Kollumerland Dongeradeel Ferwerderadiel: zie het Bildt Franekeradeel / Harlingen Gaasterlân-sleat / Lemsterland/ Nijefurd Harlingen: zie Franekeradeel Heerenveen Kollumerland C.A.: zie Dantumadeel Leeuwarden Leeuwarderadiel/Menaldumadeel Lemsterland: zie Gaasterlân-sleat Littenseradiel/ Wymbritseradiel Menaldumadeel: zie Leeuwarderadiel Nijefurd:zie Gaasterlân-sleat Ooststellingwerf Opsterland Skarsterlân Smallingerland Sneek Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Wûnseradiel: zie Bolsward Wymbritseradiel: zie Littenseradiel De Waddeneilanden Friesland
N 100 114 113 105 100 92
Voldoen aan beweegnorm 58 57 72 66 59 63
107 113
75** 71
120
58
259 111
61 60
108
62
108 102 112 125 124 111 113
71 64 72 72** 67 69 54∗
111 2348
76* 65
**
significant hoger ten opzichte van de rest van Friesland; dat wil zeggen met 95% zekerheid niet op toeval berustend. Niet significante verschillen vallen binnen de marges van toevalsschommelingen. significant lager ten opzichte van de rest van Friesland; dat wil zeggen met 95% zekerheid niet op toeval berustend. Niet significante verschillen vallen binnen de marges van toevalsschommelingen.
∗
GGD Fryslân Augustus 2007
18
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland Tabel 4.4: Bewegen en sportdeelname in relatie tot veranderingsbereidheid1 (%) N Meer bewegen of sporten Voldoen beweegnorm 2696 34∗ Niet voldoen beweegnorm 1470 44* Niet-sporters (0-11 x p.j.) Sporters (12 >) Onregelmatig (12-59) Regelmatig (60 >) Friesland
1605 2264 994 1270
40* 36* 49* 27* 38
Tabel 4.5: Gezondheidsklachten bij mensen die voldoen aan de beweegnorm en sporters (%) Voldoen aan Sporter beweegnorm N = 4177 N = 2264 Matig-slecht ervaren gezondheid
50*
38*
Goed-uitstekend ervaren gezondheid
66*
62*
Chronische aandoening
62*
56*
Geen chronische aandoening
65*
65*
Functiebeperking
49*
29*
Geen functiebeperking
66*
62*
Overgewicht
62*
54*
Geen overgewicht
65*
65*
1
sportdeelname heeft alleen betrekking op de 19-64 jarige respondenten. significant verschil ten opzichte van de overige groep(en); dat wil zeggen met 95% zekerheid niet op toeval berustend. Niet significante verschillen vallen binnen de marges van toevalsschommelingen.
∗
GGD Fryslân Augustus 2007
19
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland
Voldoet aan de ontbijtnorm
Voldoet aan de fruitnorm
Voldoet aan de groentenorm
Drugsgebruik Ooit cannabis1
Roken
zware drinkers
Voldoet niet aan de norm verantwoord alcoholgebruik
Tabel 4.6: Leefstijl: alcohol gebruik, roken, drugsgebruik en voedingsnormen
Friesland
37
20
28
18
24
39
80
mannen 19+ vrouwen 19+
47** 27*
28** 12*
31** 24*
20** 13*
25** 22*
31* 47**
76* 85**
19-64 jaar 65 jaar en ouder
39** 29*
23** 3*
32** 12*
18 n.v.t.
22 32**
34 62**
78 91**
19-34 35-49 50-64 65-74 75 jaar en ouder
42** 35* 39 33* 24*
38** 20 13* 4* 2*
36** 34** 25* 15* 8*
32** 13* 5* n.v.t. n.v.t.
14* 22* 30** 33** 30**
24* 29* 49** 62** 62**
76* 77* 82 90** 92**
lager onderwijs middelbaar onderwijs hoger onderwijs
36 40** 35
18* 25** 15*
30** 29** 20*
11* 20** 21**
22 21* 30**
42** 34* 41
78* 80 89**
gehuwd/samenwonend2 ongehuwd gescheiden verweduwd
34* 51** 46** 24*
15* 44** 27** 3*
26* 37** 47** 11*
13* 31** 24** 0*
24 20* 28 27
40** 25* 35 65**
82** 73* 70* 88**
arbeidsongeschikten/werklozen3 niet arbeidsongeschikten/werklozen
34* 39
19 24**
42** 30*
18 17
31** 21
35 33
67* 79
autochtonen allochtonen (niet westers) allochtonen (westers)
37 31 35
20 184 19
27 * 33** 36**
16* 14 30**
23* 46** 36**
39 50** 36
81** 76 73*
1
Betreft hier allen de leeftijdsgroep 19-64 jaar. significant lager ten opzichte van de rest van Friesland; dat wil zeggen met 95% zekerheid niet op toeval berustend. Niet significante verschillen vallen binnen de marges van toevalsschommelingen. ∗∗ significant hoger ten opzichte van de rest van Friesland; dat wil zeggen met 95% zekerheid niet op toeval berustend. Niet significante verschillen vallen binnen de marges van toevalsschommelingen. 2 bij deze categorie (gehuwd,ongehuwd, gescheiden,verweduwd), kunnen leeftijdseffecten een rol spelen, hiervoor is niet gecorrigeerd. 3 zie voetnoot 1. 4 Bij de niet westerse allochtonen is het percentage ’niet drinkers’ hoger, aanmerkelijk hoger dan bij de autochtonen en westerse allochtonen ∗
GGD Fryslân Augustus 2007
20
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland
Achtkarspelen Het Bildt Boarnsterhim Bolsward Dantumadeel Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Gaasterlân-sleat Harlingen Heerenveen Kollumerland C.A. Leeuwarden Leeuwarderadiel Lemsterland Littenseradiel Menaldumadeel Nijefurd Ooststellingwerf Opsterland Skarsterlân Smallingerland Sneek Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Wûnseradiel Wymbritseradiel De Waddeneilanden Friesland
39 47 35 41 39 34 36 22* 44 43 32* 45 41 33 41 44 32 42 35 36 42 33* 46** 45** 39 43 34 55** 39
28 29 20 27 25 24 31 14* 25 18 17* 18 27 18 23 22 18 30 24 16* 25 19* 28 26 26 25 22 38** 23
40** 42** 32 28 29 30 36 35 28 38 26* 37 35** 23 36 27 24 34 39** 24* 20* 27 36 28 29 35 27 46** 32
15* 22 29** 21 19 15* 22 11* 21 24 23 18 22 22 26 25 24 30 22 29** 23 21 27 20 17 25 19 27 22
31 24 38 30 23* 35 38 28 38 38 38 36 33 39 33 41 33 30 43** 31 37 32 27 36 31 26 37 38 34
Voldoet aan de ontbijtnorm
Voldoet aan de fruitnorm
Voldoet aan de groentenorm
Roken
Alcohol gebruik Zware drinkers
N 128 107 116 111 116 101 103 99 94 83 202 109 972 109 102 117 107 109 115 129 128 208 189 130 124 116 116 96 4236
Voldoet niet aan de norm verantwoord alcoholgebruik
Tabel 4.7: Kerncijfers per gemeente 19-64 jaar (%)
81 63* 83 72 69* 75 81 80 80 85 83** 65* 75* 84 68* 85 76 77 76 85** 85** 75 76 79 88** 75 81 75 78
∗
Significant lager ten opzichte van de rest van Friesland; dat wil zeggen met 95% zekerheid niet op toeval berustend. Niet significante verschillen vallen binnen de marges van toevalsschommelingen.
∗∗
Significant hoger ten opzichte van de rest van Friesland; dat wil zeggen met 95% zekerheid niet op toeval berustend. Niet significante verschillen vallen binnen de marges van toevalsschommelingen.
GGD Fryslân Augustus 2007
21
Volwassenen/Ouderen Leefstijl
Gezondheid in Friesland
Achtkarspelen Het Bildt / Ferwerderadeel Boarnsterhim Bolsward / Wûnseradiel Dantumadeel / Kollumerland Dongeradeel Ferwerderadiel: zie het Bildt Franekeradeel / Harlingen Gaasterlân-sleat / Lemsterland/ Nijefurd Harlingen: zie Franekeradeel Heerenveen Kollumerland C.A.: zie Dantumadeel Leeuwarden Leeuwarderadiel/Menaldumadeel Lemsterland: zie Gaasterlân-sleat Littenseradiel/ Wymbritseradiel Menaldumadeel: zie Leeuwarderadiel Nijefurd:zie Gaasterlân-sleat Ooststellingwerf Opsterland Skarsterlân Smallingerland Sneek Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Wûnseradiel: zie Bolsward Wymbritseradiel: zie Littenseradiel De Waddeneilanden Friesland
Voldoet aan de ontbijtnorm
Voldoet aan de fruitnorm
Voldoet aan de groentenorm
Roken
Alcoholgebruik Zware drinkers
Onverantwoord alcoholgebruik
Tabel 4.8: Kerncijfers per gemeente 65 jaar en ouder (%)
N 100 114 113 105 100 92
23 29 30 24 29 41**
2 7 3 3 4 5
10 8 19 10 15 13
26 18* 32 26 24 32
65 59 67 58 61 61
89 91 93 90 87 84
107 113
30 31
2 5
15 14
30 33
58 61
91 94
120
28
5
8
33
76**
94
259 111
29 33
3 6
12 15
36 41
64 63
89 92
108
30
0
12
35
64
93
108 102 112 125 124 111 113
32 20* 31 27 36 28 21
4 0 2 1 3 4 2
11 13 8 10 12 13 14
35 30 30 28 34 35 33
65 65 60 53 59 66 53*
91 94 96 89 92 87 93
5 3
15 12
29 32
58 62
90 91
111 42 2348 29
∗
Significant lager ten opzichte van de rest van Friesland; dat wil zeggen met 95% zekerheid niet op toeval berustend. Niet significante verschillen vallen binnen de marges van toevalsschommelingen.
∗∗
Significant hoger ten opzichte van de rest van Friesland; dat wil zeggen met 95% zekerheid niet op toeval berustend. Niet significante verschillen vallen binnen de marges van toevalsschommelingen.
GGD Fryslân Augustus 2007
22
Volwassenen/Ouderen Leefstijl