Gezondheid in Friesland
6
Huiselijk Geweld
Begin 2006 heeft GGD Fryslân aan 7072 volwassenen en 3355 ouderen uit alle 31 gemeenten in Friesland een schriftelijke vragenlijst toegestuurd. In deze “gezondheidsenquête” zijn vragen gesteld over de gezondheid en factoren die daarop van invloed kunnen zijn. 4300 volwassenen (19 t/m 64 jaar) en 2442 ouderen (65 jaar en ouder) hebben een vragenlijst ingevuld. De uiteindelijke “bruikbare respons”1 bedraagt 61% onder volwassenen en 70% onder ouderen. In deze rapportage worden de resultaten van het onderdeel huiselijk geweld weergegeven. Dit onderdeel is toegevoegd in opdracht van en gefinancierd door Stichting Partoer. De bijbehorende vragenset en vraagstellingen zijn ontwikkeld in samenspraak met het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld, politie Fryslân en Partoer, CMO Fryslân. GGD Fryslân heeft de vragenset gebaseerd op de landelijke concept GGD standaard vragenset voor huiselijk geweld.2 Om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over de bevolking van Friesland zijn de gegevens “gewogen” /gecorrigeerd3. De resultaten worden waar mogelijk apart weergegeven voor volwassenen en ouderen. Niet alle vragen zijn bij beide groepen gesteld4. In de bijlagen worden de resultaten weergegeven in tabelvorm en staan de definities van de achtergrondkenmerken.
6.1 Slachtoffer huiselijk geweld Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring wordt gepleegd. Hierbij kan het gaan om psychisch/emotioneel geweld, lichamelijk geweld, ongewenste seksuele toenadering en seksueel misbruik. In Friesland is bijna één op de tien (8%) mensen van 19 jaar of ouder wel eens slachtoffer geweest van huiselijk geweld, 9% van de volwassenen (19-64 jaar) en 2% van de ouderen (65 jaar en ouder, bijlage 6, tabel 6.1). Vrouwen zijn vaker slachtoffer geweest van huiselijk geweld dan mannen en volwassenen vaker dan ouderen (zie figuur 1). Met name volwassenen tot 50 jaar, mensen met een middelbare opleiding, ongehuwde of gescheiden mensen, arbeidsongeschikten/ werklozen en westerse allochtonen zijn vaker slachtoffer (geweest) van huiselijk geweld dan de overige groepen. Gemeentelijke verschillen staan vermeld in tabel 6.2 en 6.5 van bijlage 6. Friesland versus Nederland en regionaal (GGD) onderzoek Uit landelijk onderzoek5 blijkt dat ongeveer 45% van de 18 tot 70 jarige Nederlanders ooit zelf slachtoffer is geweest van huiselijk geweld. Regionale onderzoeken laten weer andere cijfers zien. Zo is volgens de GGD Drenthe6 14% van de 20 tot 65 jarigen ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld en blijkt uit onderzoek van de gemeente ’s-Hertogenbosch7 dat 10% in de twee jaar voor het onderzoek is geconfronteerd met huiselijk geweld (als slachtoffer en/of dader). Volgens de GGD Gooi en Vechtstreek8 heeft 12% van de inwoners van 19 jaar en ouder ooit in het leven te maken gehad met huiselijk geweld. In Limburg9 blijkt in 2003 3% van de 20 tot 75 jarigen slachtoffer te zijn geworden, of iemand in het gezin/directe omgeving te hebben die slachtoffer is geworden.
1
Hierbij zijn o.a. vragenlijsten waarbij leeftijd, geslacht of postcode niet zijn ingevuld verwijderd. Landelijk wordt door de GGD gewerkt aan een standaardvragenset huiselijk geweld om in de toekomst uniforme regionale vergelijkingen mogelijk te maken. Momenteel bevindt de standaardvragenset zich in een concept fase, die ook voor dit onderzoek is gebruikt. 3 Er is gewogen naar geslacht, leeftijd, respons en omvang van de steekproef per gemeente. Wegen betekent het toekennen van een vermenigvuldigingsfactor aan alle afzonderlijke respondenten op basis van de daadwerkelijke leeftijdsverdelingen en geslachtsverdeling in de gemeente. Dit omdat mannen en vrouwen en verschillende leeftijdsgroepen verschillend kunnen responderen. 4 Een uitgebreide beschrijving van methode en respons is op te vragen bij GGD Fryslân. 5 Dijk van T., S. Flight, E. Oppenhuis & B. Duesmann (1997). Huiselijk geweld – aard, omvang en hulpverlening. Intomart, Utrecht. 6 Bos, C. & N. van Zanden (2004). Huiselijk geweld in Drenthe; GGD Drenthe, Assen. 7 Gemeente ’s-Hertogenbosch (2003). Huiselijk geweld in ’s-Hertogenbosch: omvang, kenmerken en meldingen; afdeling Onderzoek en Statistiek, ’s-Hertogenbosch Gezondheidsraad. 8 GGD Gooi & Vechtstreek (2005). Rapport gezondheidspeiling 2004 GGD Gooi & Vechtstreek. 9 Rademaker CW. & KJ. Hajema (2004). Huiselijk geweld en agressie in Limburg. Deelrapportage van de Limburgse Gezondheidsenquête van de gezamenlijke Limburgse GGD’en, Heerlen. 2
GGD Fryslân December 2006
1
Gezondheid in Friesland Uit voorgaande gegevens blijkt dat de percentages nogal verschillen. Dit komt onder andere door verschillen in definities van en periodes waarin het geweld heeft plaatsgevonden. Gevolg hiervan is dat het op dit moment niet goed mogelijk is om landelijke gegevens te vergelijken met die van Friesland. Aan een landelijke GGD standaard wordt echter gewerkt1. Deze landelijke GGD standaard (momenteel in conceptfase) is ook door de GGD Groningen2 gebruikt, waardoor toch één regionale vergelijking mogelijk is. In Groningen blijkt, net als in Friesland, 8% ooit slachtoffer te zijn geworden van huiselijk geweld.
verweduwd
allochtonen (westers)
ongehuwd
gehuwd/samenwonend
hoger onderwijs
middelbaar onderwijs
lager onderwijs
75 jaar en ouder
35-49
19-34
50-64 65-74
5
19-64 jaar
10
65 jaar en ouder
15
vrouwen 19+
20
mannen 19+
percentage %
25
allochtonen (niet westers)
30
autochtonen
arbeidsongeschikten/werklozen
gescheiden
35
niet arbeidsongeschikten/werklozen
Ooit slachtoffer huiselijk geweld naar achtergrondkenmerken
0
Figuur 1: ooit slachtoffer huiselijk geweld naar geslacht, leeftijd, opleiding, burgerlijke staat, arbeidsparticipatie en etniciteit
6.2
Nadere informatie over huiselijk geweld bij volwassen en oudere3 slachtoffers
In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de volwassenen en ouderen die ooit slachtoffer zijn geweest van huiselijk geweld. Het gaat hierbij om soort geweld, soort daders, de periode en frequentie van geweld, of men het geweld al dan niet meldt en of men behoefte heeft aan hulp bij huiselijk geweld. Alle percentages staan vermeld in bijlage 6B. Soort huiselijk geweld Tegen volwassen slachtoffers is voornamelijk psychisch of emotioneel geweld (74%) en/of lichamelijk geweld (52%) gebruikt. Dat komt neer op respectievelijk 6% en 5% van de totale volwassen Friese bevolking dat ooit slachtoffer is geweest van psychisch of emotioneel en/of lichamelijk geweld. Ook bij ouderen zijn dit de twee meest voorkomende vormen van huiselijk geweld. Daders huiselijk geweld Bij de meeste volwassen slachtoffers is de dader een (stief)ouder (37%) en/of een ex-partner (31%). Ook bij ouderen zijn dit twee veel voorkomende daders, maar meestal is dit bij ouderen toch de huidige partner (bij 41% van de oudere slachtoffers van huiselijk geweld).
1
Zie voetnoot 2 op pagina 1. GGD Groningen (2006). Gezondheidsprofiel Groningen 2006. De cijfers van ouderen moeten met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd omdat relatief weinig ouderen ooit slachtoffer zijn geweest van huiselijk geweld. Door dit relatief lage aantal is een goede vergelijking met volwassenen minder betrouwbaar. De cijfers van ouderen en de vergelijking met volwassenen zijn dan ook indicatief.
2 3
GGD Fryslân December 2006
2
Gezondheid in Friesland Periode en frequentie huiselijk geweld Het grootste deel (69%) van de volwassen slachtoffers en nagenoeg alle oudere slachtoffers (94%) zijn meer dan vijf jaar geleden slachtoffer geweest van huiselijk geweld. Ongeveer één op de tien (12%) volwassen slachtoffers heeft korter dan een jaar geleden te maken gehad met huiselijk geweld; dat is ongeveer 1% van de totale volwassen bevolking. Bij het grootste deel (90%) van de mensen die in het jaar voorafgaand aan het onderzoek slachtoffer zijn geweest, is dit niet bij één keer gebleven. Bijna de helft (42%) van hen heeft hier wekelijks of maandelijks mee te maken gehad. Bespreken en/of melden huiselijk geweld Ongeveer twee derde van de volwassen en oudere slachtoffers blijkt het huiselijk geweld met iemand te bespreken of te melden. Zowel volwassenen als ouderen doen dit het meest met vrienden, familie of kennissen. Ook bespreekt men het vaak met de huisarts/vertrouwensarts. Daarnaast bespreken volwassenen het huiselijk geweld vaak met een instelling voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en ouderen vooral met maatschappelijk werk. Eén op de vijf (19%) volwassenen en een kwart (23%) van de ouderen meldt huiselijk geweld daadwerkelijk bij de politie. Lichamelijk geweld en/of seksueel misbruik wordt iets vaker gemeld dan psychisch of emotioneel geweld en ongewenste seksuele toenadering. De slachtoffers die het geweld niet met iemand bespreken doen dit voornamelijk niet omdat ze geen behoefte hebben aan hulp of omdat ze het vervelend vinden om er over te praten. Ouderen vinden het daarnaast ‘niet ernstig genoeg’. Hulpbehoefte huiselijk geweld Van alle volwassen slachtoffers van huiselijk geweld geven drie op de vijf (60%) aan geen behoefte te hebben aan een of andere vorm van hulp. Bij de ouderen geldt dit voor drie kwart (73%) van de slachtoffers. Slachtoffers die wel hulp willen zouden het liefst hun verhaal aan iemand kwijt kunnen (respectievelijk een derde van de volwassen en een kwart van de oudere slachtoffers). Ook hulp voor de dader (8%), hulp om een einde te maken aan het geweld (6%) en hulp voor het gezin (6%) worden redelijk vaak door volwassenen genoemd.
6.3 Huiselijk geweld en de relatie met gezondheid In deze paragraaf wordt gekeken in hoeverre slachtoffers van huiselijk geweld gezondheidsklachten hebben en of ze daarin verschillen van mensen die nooit slachtoffer zijn geweest. Ook is naar verschillen in zorgconsumptie gekeken. Het betreft hier resultaten van de Friese bevolking van 19 jaar en ouder. Gezondheidsklachten In de “gezondheidsenquête” is aan de Friezen gevraagd een oordeel te geven over hun algemene gezondheid. Figuur 2 laat zien dat een op de vijf (20%) slachtoffers van huiselijk geweld de gezondheid ervaart als matig of slecht (zie ook bijlage 6A, tabel 6.3)1. Dat is meer dan mensen die nooit met huiselijk geweld te maken hebben gehad (12%).
1
antwoord op de vraag hoe men de eigen gezondheid in het algemeen noemt
GGD Fryslân December 2006
3
Gezondheid in Friesland
40 30
eenzaam
50
angstig/bezorgd
60
depressief/somber
percentage %
70
psychisch ongezond
80
matig-slecht ervaren gezondheid
90
chronische aandoeningen
100
opvoedingsproblemen
Ooit slachtoffer huiselijk geweld en de relatie met gezondheid
20 10 0
slachtoffer huiselijk geweld
geen slachtoffer huiselijk geweld
Figuur 2: Ooit slachtoffer huiselijk geweld naar ervaren gezondheid, chronische aandoeningen, psychische gezondheid, depressiviteit, angst, opvoedingsproblemen en eenzaamheid
Slachtoffers van huiselijk geweld geven in bijna de helft (44%) van de gevallen aan één of meer door een arts vastgestelde chronische aandoeningen te hebben1, terwijl een op de drie (35%) nietslachtoffers een chronische aandoening heeft. Ook blijken slachtoffers van huiselijk geweld vaker psychisch ongezond2 te zijn dan nietslachtoffers. Van de slachtoffers is namelijk bijna de helft (43%) psychisch ongezond tegenover een op de vijf (17%) van de niet-slachtoffers. Verder hebben slachtoffers van huiselijk geweld de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek vaker (47%) depressieve/ sombere gevoelens dan nietslachtoffers (32%)3. Ruim de helft (52%) van de slachtoffers van huiselijk geweld heeft zich de afgelopen 12 maanden gedurende een periode angstig4 gevoeld. Dat is meer dan bij de niet-slachtoffers waar ongeveer twee op de vijf (41%) zo’n periode hebben gehad. Huiselijk geweld kan ook zijn weerslag hebben op het ervaren van opvoedingsproblemen5. Aan de volwassenen met kinderen tot en met 18 jaar is gevraagd of men problemen heeft met de opvoeding van één of meerdere van deze kinderen. Het blijkt dat twee derde (65%) van de slachtoffers dergelijke problemen heeft. Dat is meer dan bij de niet-slachtoffers waar minder dan de helft (42%) opvoedingsproblemen heeft. Tot slot is ook gekeken in hoeverre slachtoffers van huiselijk geweld eenzaam6 zijn. Hiervoor zijn eenzaamheidsscores berekend waarbij mensen hoog of laag kunnen scoren. Over het algemeen zijn slachtoffers van huiselijk geweld eenzamer (16%) dan niet-slachtoffers (5%). Zorgconsumptie In aanvulling op de relatie met gezondheidsklachten is gekeken of slachtoffers van huiselijk geweld verschillen van niet-slachtoffers voor wat betreft contact met de huisarts, GGZ/RIAGG en het gebruik van slaap- of kalmeringsmiddelen op doktersvoorschrift. Figuur 3 laat zien dat in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek een relatief groter aantal slachtoffers dan niet-slachtoffers contact heeft gehad met de huisarts en/of de GGZ/RIAGG (bijlage 1
het hebben van minimaal een van de 18 in de vragenlijst genoemde chronische aandoeningen door een arts vastgesteld. mensen die op basis van een aantal vragen lager scoren dan de normscore (50). 3 mensen die zich in de afgelopen 12 maanden gedurende minimaal twee weken depressief/somber hebben gevoeld. 4 mensen die zich in de afgelopen 12 maanden gedurende minimaal twee weken angstig/bezorgd hebben gevoeld. 5 volwassenen met kinderen t/m 18 jaar die wel eens problemen hebben bij de opvoeding. 6 op basis van 11 items krijgt iemand een hoge of lage score en wordt bepaald of hij/zij eenzaam is. 2
GGD Fryslân December 2006
4
Gezondheid in Friesland 6, tabel 6.4). Ook hebben relatief meer slachtoffers in de twee weken voorafgaand aan het onderzoek slaap- of kalmeringsmiddelen gebruikt op doktersvoorschrift.
90 80
60 contact GGZ/RIAGG
percentage %
70
50 40 30 20
gebruik slaap- kalmeringsmiddelen
100
contact huisarts
Ooit slachtoffer huiselijk geweld en zorgconsumptie
10 0
slachtoffer huiselijk geweld
geen slachtoffer huiselijk geweld
Figuur 3: Ooit slachtoffer huiselijk geweld naar contact huisarts, contact GGZ/RIAGG en gebruikt slaap- of kalmeringsmiddelen
GGD Fryslân December 2006
5
Gezondheid in Friesland
Conclusies huiselijk geweld • • • •
• •
•
• •
•
8% van de Friezen van 19 jaar en ouder is wel eens slachtoffer geworden van huiselijk geweld, 9% van de volwassenen (19-64 jaar) en 2% van de ouderen (65 jaar en ouder); bij 1% van de totale Friese volwassen bevolking heeft 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek huiselijk geweld plaatsgevonden; vrouwen, volwassenen, middelbaar opgeleiden, ongehuwde/gescheiden mensen, arbeidsongeschikten/werklozen en westerse allochtonen zijn vaker slachtoffer van huiselijk geweld (geweest) dan de overige groepen; volwassen en oudere slachtoffers zijn meestal slachtoffer van psychisch/emotioneel of lichamelijk geweld; respectievelijk 6% en 5% van de totale volwassen Friese bevolking is ooit slachtoffer geweest van psychisch of emotioneel en/of lichamelijk geweld; bij volwassenen is de dader vaak een (stief)ouder of ex-partner en bij ouderen meestal de huidige partner; bij 12% van de volwassen slachtoffers heeft het geweld in de afgelopen 12 maanden plaatsgevonden. Bij 90% van hen is dit niet bij één keer gebleven. Bijna de helft van de volwassen slachtoffers van huiselijk geweld in de afgelopen 12 maanden heeft hier wekelijks of maandelijks mee te maken gehad. Recentelijk huiselijk geweld vindt bijna niet plaats onder ouderen; ongeveer twee derde van de volwassen en oudere slachtoffers bespreekt het geweld met iemand, voornamelijk met vrienden/familie/kennissen of een huisarts/vertrouwensarts. 19% van de volwassen slachtoffers en 23% van de oudere slachtoffers meldt het huiselijk geweld bij de politie. Een belangrijke reden om het huiselijk geweld niet te bespreken/melden is dat het slachtoffer geen behoefte heeft aan hulp of omdat men het vervelend vindt om erover te praten; 40% van de volwassen en 27% van de oudere slachtoffers heeft behoefte aan hulp in verband met huiselijk geweld. Wanneer slachtoffers hulp willen, bedoelen ze meestal dat ze bij iemand hun verhaal kwijt zouden willen; in vergelijking met mensen die nooit slachtoffer zijn geweest van huiselijk geweld ervaren slachtoffers hun gezondheid vaker als matig tot slecht, hebben ze vaker een chronische aandoening, zijn ze psychisch ongezonder, vaker depressief/somber en/of angstig in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek, hebben ze meer te maken met opvoedingsproblemen bij hun kinderen en zijn ze relatief eenzamer; relatief meer slachtoffers van huiselijk geweld hebben contact met de huisarts en/of GGZ/RIAGG. Ook gebruiken ze vaker slaap- of kalmeringsmiddelen op recept.
GGD Fryslân December 2006
6
Gezondheid in Friesland BIJLAGE 6 Een waargenomen verschil zoals in de tabellen is af te lezen, betekent niet automatisch een werkelijk verschil. Er is sprake van een werkelijk verschil, als het verschil op statistische gronden wordt ‘hard’ gemaakt. Er wordt dan gesproken van een significant verschil (*). De waargenomen verschillen, die niet statistisch aangetoond zijn berusten naar alle waarschijnlijkheid op toeval. In alle onderstaande tabellen worden de ongewogen aantallen en de gewogen1 percentages vermeld. Tabel 6.1 Ooit slachtoffer huiselijk geweld naar achtergrondkenmerken 19 jarigen en ouder in % Friesland
N 6584
Ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld 8
mannen 19+ vrouwen 19+
2778 3806
5∗ 11*
19-64 jaar 65 jaar en ouder
4236 2348
9* 2*
19-34 35-49 50-64 65-74 75 jaar en ouder
1133 1551 1552 1438 910
10* 10* 7 3* 1*
lager onderwijs middelbaar onderwijs hoger onderwijs
3323 1815 1240
7 9* 6*
4800 821 280 642
7 10* 28* 2*
arbeidsongeschikten/werklozen3 niet arbeidsongeschikten/werklozen
331 3657
18* 8*
autochtonen allochtonen (niet westers) allochtonen (westers)
6059 126 239
7 12 13*
gehuwd/samenwonend ongehuwd gescheiden verweduwd
1
∗
2
3
2
Er is gewogen naar geslacht, leeftijd, respons en omvang van de steekproef per gemeente. Wegen betekent het toekennen van een vermenigvuldigingsfactor aan alle afzonderlijke respondenten op basis van de daadwerkelijke leeftijdsverdelingen en geslachtsverdeling in de gemeente. Dit omdat mannen en vrouwen en verschillende leeftijdsgroepen verschillend kunnen responderen. significant verschil met de overige groep(en); dat wil zeggen met 95% zekerheid niet op toeval berustend. Niet significante verschillen vallen binnen de marges van toevalsschommelingen. bij deze categorie (gehuwd,ongehuwd, gescheiden,verweduwd), kunnen leeftijdseffecten een rol spelen, hiervoor is niet gecorrigeerd. deze vraag is alleen bij de bevolking van 19-64 jaar gesteld.
GGD Fryslân December 2006
7
Gezondheid in Friesland Tabel 6.2
Ooit slachtoffer huiselijk geweld per gemeente voor 19 jaar en ouder in %
Achtkarspelen Het Bildt Boarnsterhim Bolsward Dantumadeel Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Gaasterlân-sleat Harlingen Heerenveen Kollumerland C.A. Leeuwarden Leeuwarderadiel Lemsterland Littenseradiel Menaldumadeel Nijefurd Ooststellingwerf Opsterland Skarsterlân Smallingerland Sneek Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Wûnseradiel Wymbritseradiel De Waddeneilanden Friesland
∗
N 228 165 229 169 174 193 159 163 135 126 322 151 1231 153 135 159 174 148 223 231 240 333 313 241 237 163 182 207 6584
Ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld 8 6 4 7 5 8 9 8 6 10 7 7 11∗ 7 5 5 6 6 10 4* 6 9 10 6 4* 8 6 12 8
significant verschil ten opzichte van de rest van Friesland; dat wil zeggen met 95% zekerheid niet op toeval berustend. Niet significante verschillen vallen binnen de marges van toevalsschommelingen.
GGD Fryslân December 2006
8
Gezondheid in Friesland Tabel 6.3
Ooit slachtoffer huiselijk geweld in relatie tot gezondheid 19 jaar en ouder in %
Matig-slecht ervaren gezondheid
N 1002
Ooit slachtoffer huiselijk geweld Ja Nee 20* 12*
Chronische aandoening
2084
44*
35*
Functiebeperking
1048
85
88
Psychisch ongezond
1095
43*
17*
Depressief/somber afgelopen 12 maanden
623
47*
32*
Angstig/bezorgd afgelopen 12 maanden
906
52*
41*
Eenzaam
395
16*
5*
675
65*
42*
Opvoedingsproblemen
Tabel 6.4
1
Ooit slachtoffer huiselijk geweld in relatie tot zorgconsumptie 19 jaar en ouder %
Contact huisarts
2
Contact GGZ/RIAGG
3
Gebruik slaap/kalmeringsmiddelen
1 2 3 4
4
N 4589
Ooit slachtoffer huiselijk geweld Ja Nee 83* 72*
169
13*
3*
598
15*
7*
alleen gevraagd bij volwassenen met kinderen in de leeftijd tot en met 18 jaar. contact gehad met de huisarts in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek. contact gehad met de GGZ/RIAGG in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek. slaap- of kalmeringsmiddelen gebruikt op doktersvoorschrift in de 2 weken voorafgaand aan het onderzoek.
GGD Fryslân December 2006
9
Gezondheid in Friesland Tabel 6.5 Ooit slachtoffer huiselijk geweld per gemeente voor 19 jaar tot en met 64-jarigen in % Achtkarspelen Het Bildt Boarnsterhim Bolsward Dantumadeel Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Gaasterlân-sleat Harlingen Heerenveen Kollumerland C.A. Leeuwarden Leeuwarderadiel Lemsterland Littenseradiel Menaldumadeel Nijefurd Ooststellingwerf Opsterland Skarsterlân Smallingerland Sneek Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Wûnseradiel Wymbritseradiel De Waddeneilanden Friesland
∗
N 128 107 116 111 116 101 103 99 94 83 202 109 972 109 102 117 107 109 115 129 128 208 189 130 124 116 116 96 4236
Ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld 9 7 5 8 7 10 10 9 7 12 9 9 13∗ 6 7 4 7 7 12 5* 8 11 12 6 5 8 8 14 9
significant verschil ten opzichte van de rest van Friesland; dat wil zeggen met 95% zekerheid niet op toeval berustend. Niet significante verschillen vallen binnen de marges van toevalsschommelingen.
GGD Fryslân December 2006
10