Technisch Beroepsonderwijs in Friesland De Regiovisie voor de regeling Toptechniek in Bedrijf 15 juni 2012
Technici essentieel voor Friese speerpunt- en toeleverende sectoren Inleiding Voor u ligt de Regiovisie Technisch Beroepsonderwijs in Friesland. Het laat zien dat het Friese techniekonderwijs samen met het bedrijfsleven en de overheden een slag kan en wil maken om zijn speerpuntsectoren en een scala aan toeleverende technieksectoren van Friesland en Noord-Nederland structureel te bedienen met voldoende en goed opgeleide technici. Mede met de komst van het Pieken in de Delta-beleid, zijn Water, Agrofood, Energie en Recreatie & Toerisme de afgelopen 10 jaar dé Friese speerpuntsectoren geworden in het economisch beleid. Voor de komende 10 jaar blijft Friesland – in Noord-Nederlands verband – structureel investeren in deze vier sectoren met substantiële toegevoegde waarde en onderscheidende economische potentie voor Friesland en de collega-provincies Groningen en Drenthe. De provincie Friesland heeft bijvoorbeeld in bestuurlijk overleg met minister Verhagen van het Ministerie van EL&I afgesproken om in de periode 2013 - 2020 € 13 miljoen in te zetten voor valorisatie van watertechnologie in de regio. De sector kan zich manifesteren als wij blijven investeren in human capital, maar hetzelfde geldt voor de toeleverende technische sectoren: van maakindustrie tot ICT en agrarische sectoren. Technische vakmensen zijn nodig om deze Friese technische innovatiekracht tot uiting te laten komen in proefopstellingen, demonstratieprojecten (Blue Energy op de Afsluitdijk) en commerciële producten en diensten (mondiale afzet van de waterbehandelingstechnieken van Paques). De partners willen daarom samen technische opleidingen op vmbo-, mbo- en hbo-niveau aantrekkelijk en vakinhoudelijk inrichten met een verhoogde arbeidsmarktrelevantie en grotere toegankelijkheid. Hiertoe werken in Deltaplan Techniek Noord brancheorganisaties in de techniek in Noord Nederland (FME-CWM, Koninklijke Metaalunie, Bouwend Nederland, Uneto-VNI, AWVN), koepelorganisaties (VNO-NCW en MKB Noord) en beroepsonderwijs nauw samen.
Friese Context Economische ontwikkeling in Friesland Noord-Nederland heeft een gevarieerd economisch landschap met in de verschillende sectoren sterke innovatieve / exportgerichte bedrijven. De twee speerpuntsectoren gekoppeld aan de Topsectoren Agro Food en Water zijn substantieel te noemen en genereren beiden een hoge toegevoegde waarde. In de watersector in Noord Nederland zijn er in totaal circa 145 bedrijven actief (groot en klein) waarvan er in de afgelopen 10 jaar 47 nieuw zijn bijgekomen. Zij zijn samen verantwoordelijk voor een wateromzet van ongeveer 1 miljard euro per jaar en bieden werkgelegenheid aan 5.550 personen (cijfers specifiek voor Friesland: 85 bedrijven en 3.200 arbeidsplaatsen). Vergeleken met Nederland als geheel is het aandeel van hoog innovatieve bedrijven groter en wordt er relatief veel geëxporteerd. Van de totale watergerelateerde omzet van € 997 miljoen wordt € 310 miljoen (31%) op de binnenlandse markt maar buiten de eigen regio gerealiseerd en € 387 miljoen (39%) binnen de eigen regio. De totale exportomzet is substantieel: € 300 miljoen. De voedingsindustrie in Noord-Nederland genereert een toegevoegde waarde van ca. 6 miljard euro (landelijk: 48 miljard euro). Merendeel van de Noord-Nederlandse voedingsindustriebedrijven is actief in Friesland. Van de melkproductie en melkverwerking vindt 40% plaats in Noord-Nederland.
De productiestructuur van Friesland wordt voor een belangrijk deel bepaald door de (maak)industrie en de bouw. De industrie biedt in het Noorden een groot aantal banen (13,6%, 17.614 in 2011), maar dit aantal daalt (-4,4% tussen 2007-2011). Dit geldt ook voor de bouw en utilities sector: 7,8%, 10.747 banen in 2011, daling van 5,3% tussen 20072011. Er is geen toename in de uitbreidingsvraag van de industrie; het kent een negatieve werkgelegenheidsontwikkeling van -1,5% in 2011-2012. Uit onderzoek van Colo van maart 2011 blijkt dat de “kans op werk”, de verhouding tussen het aantal geslaagde studenten en het aantal banen in niveau 3 en 4 in Noord Nederland het grootst is. De F4 gemeenten (Leeuwarden, Heerenveen, Smallingerland / Drachten en SúdwestFriesland / Sneek) nemen tezamen 63% van het totaal aantal banen voor hun rekening. In 2012 wordt een verdere stijging van de werkloosheid verwacht in alle provincies. Landelijk wordt een werkloosheidspercentage van 6,3% verwacht. In onze provincie is doorgaans de werkloosheid iets hoger dan het Nederlandse gemiddelde. Ook in 2012 zal dit met een verwachte werkloosheid van 6,6% het geval zijn. Toch presteert Fryslân binnen het Noorden goed. De
werkloosheid zal hier weliswaar oplopen maar Groningen (9,2%) en Drenthe (7,2 %) laten naar verwachting hogere werkloosheidscijfers zien. Binnen Friesland kende Leeuwarden in 2011 de sterkste stijging van het aantal werklozen met maar liefst 39% ten opzichte van 2010 (in 2011 ca. 5200 werklozen). Hoewel de werkloosheid door de economische crisis stijgt, zijn er tegelijkertijd vacatures die niet opgevuld raken. In de maakindustrie zoeken bedrijven vooral werktuigbouwkundigen en procestechnici (200 in 2011). De landelijke kenniscentra prognosticeren allen tekorten op de arbeidsmarkt. Demografische ontwikkelingen in Friesland De demografische ontwikkelingen in Friesland vertonen gelijkenissen met die in heel Nederland: er is sprake van vergrijzing en krimp van de bevolking. De arbeidsmarkt in Friesland is op dit moment relatief matig vergrijsd is in vergelijking met veel andere regio’s. Techniek krijgt te maken met bovengemiddelde vergrijzing: gemiddeld in Nederland behoort 4% tot de leeftijdscategorie 60-65; voor technische sectoren is dit veel hoger oplopend tot 11%. Bevolkingsprognoses van het CBS uit 2010 tot 2040 laten zien hoe de komende jaren het tempo van de vergrijzing verdubbelt in Friesland. De totale bevolking groeit nog tot 2040, maar de potentiële beroepsbevolking gaat vanaf 2012 dalen. De krimp zal zich vooral voordoen in plattelandsgemeenten. Door de vergrijzing neemt de potentiële beroepsbevolking in Friesland tot 2040 sterk af. Deze daling treedt al op vanaf 2011. De participatiegraad neemt daarentegen wel toe. Daling aantal leerlingen in VMBO en MBO techniek De grootste vo-scholen met een vmbo-aanbod (‘kernen’) in techniek bevinden zich in de F4 gemeenten. Daar is tevens het mbo aanwezig. Daarnaast zit een kern in Dongeradeel (Dokkum). Meer dan tweederde van alle vo-leerlingen volgt onderwijs in deze kernen. Het aantal leerlingen dat in het Noord-Nederlandse VMBO een technische opleiding volgt neemt af. Vanaf 2005 is er landelijk, maar ook in Noord Nederland een drastische daling van leerlingen voor deze sector te constateren: het neigt naar een halvering over een periode van ruim 7 jaar. De daling van het aantal metalektro studenten is met -13,9% net iets sterker dan de daling van het aantal fte’s in de maakindustrie (-4,4%). Deze trend heeft vervolgens impact op de instroom van het MBO: sinds 2005 daalt het aantal studenten dat een opleiding volgt in de techniek. Deze daling steekt schril af tegen de algemene stijging van het aantal studenten mbobreed. In de bijlage is terug te vinden hoeveel studenten van 2007 tot en met 2011 door ROC Friese Poort en door het Friesland College in de verschillende clusters zijn opgeleid. Opvallend is het jaar 2008. Zowel ROC Friese Poort als het Friesland College hebben hier hun piek als het gaat om het opleiden van techniekstudenten. ROC Friese Poort daalt naar 2219 studenten in 2011. Een daling van 448 studenten. Friesland College daalt naar 986 studenten in 2011. Een daling van 402 studenten. De afname vindt vooral plaats in de mbo-niveaus 2 en 4. Conclusies arbeidsmarktanalyse: 1. De water- en agrofood sectoren creëren een hoge toegevoegde waarde en werkgelegenheid in de regio 2. Het aantal vmbo-leerlingen neemt drastisch af: nu al en in de toekomst 3. Jongeren kiezen steeds minder voor een loopbaan in de techniek 4. Het potentieel aan vakmensen voor de technieksectoren neemt af 5. De technieksectoren zullen tekorten op de arbeidsmarkt ervaren naar de toekomst toe
Drie Friese strategische focusgebieden Deltaplan Techniek Noord werkt aan het op integrale wijze verstevigen van het Noord-Nederlandse beroepsonderwijs. De strategische focusgebieden in dit Deltaplan ondersteunen wij voor Friesland gegeven onze situatie op de arbeidsmarkt. Wel hebben wij deze focusgebieden thematisch uitgewerkt naar de Friese situatie. 1. Focus op regionale kwaliteit en kwantiteit van werk in de techniek In Friesland zetten wij ons in op de volgende thema’s om invulling te geven aan dit focusgebied:
Excellent vakmanschap in techniek is relevant voor de vier economische speerpuntensectoren en de toeleverend technische sectoren (met name maakindustrie en technische dienstverlening). Vakinhoudelijke uitdagingen en kansen op snijvlakken en ten aanzien van cross-overs tussen verschillende sectoren zijn van belang (bijvoorbeeld water en creatieve industrie). Afstemmingen tussen innovatieve koplopers actief in de speerpuntsectoren met bedrijven en organisaties uit de overige sectoren (techniek en non-techniek; publiek en privaat) en beroepsonderwijs is van belang.
Water, Agrofood, Energie en Recreatie & Toerisme zijn belangrijke en kansrijke speerpuntsectoren voor Friesland en Noord-Nederland. Met uitzondering van Recreatie & Toerisme is deze groep aan sectoren met innovatiekracht en potentieel in lijn met de vastgestelde Nationale Topsectoren. De actielijnen die uit deze regiovisie voortkomen zullen voor deze speerpuntsectoren voor de sector techniek worden uitgevoerd, vanuit de visie dat ze kunnen functioneren als vliegwiel voor andere sectoren in de techniek en in eerste instantie voor de toeleverende en afnemende sectoren. Centrale vraag die hierbij gesteld wordt is hoe de verschillende (toeleverende) technische sectoren de kansrijke speerpuntsectoren kunnen versterken en andersom.
2. Focus op een sterk potentieel aan Human Capital, met het onderwijs als basis In Friesland zetten wij ons in op de volgende thema’s om invulling te geven aan dit focusgebied:
Zorgen voor het niet verder dalen van de instroom bij mbo-techniek o.a. door de instroom bij vmbo-techniek en vmbo-tl op niveau te houden. Techniek is voor jongeren te onzichtbaar en onaantrekkelijk. Activiteiten gericht op loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) en door- en instroomprogramma’s vmbo-mbo techniek verbinden aan (relevante ontwikkelingen in) de vier speerpuntsectoren en regio’s. Bouw voort op de ervaringen van o.a. MAVO De Saad, MTL Heerenveen en Marne College; dit leidt tot een uitrolfasering.
Om de afname van de instroom in het techniekonderwijs minimaal te stabiliseren dient er structureel aandacht te zijn voor instroom van voldoende jong en excellent talent. Wij willen het bestaande programma voor loopbaanoriëntatie en – begeleiding (LOB) verder ontwikkelen, steviger inbedden en tot waarde laten komen door de focus te leggen op scholing en implementatie. Het loopt van een oriëntatie op techniek die spelenderwijs vorm krijgt in het basisonderwijs tot aan succesvolle uitstroom uit het mbo en hbo, bij lokale organisaties en bedrijven. Dit programma is verweven met de door- en instroomprogramma’s vmbo-mbo. Ook daar willen wij een ontwikkelslag aan geven. Het sterk regionale karakter voor beide programma’s komt onder andere tot uiting, doordat er succesvolle technostarters uit de buurt betrokken worden, evenals bedrijven uit de voor de regio speerpuntsectoren en dat de partners –dus ook de betrokken bedrijven– gezamenlijk de lijnen van het LOB programma en door- en instroomprogramma’s bepalen.
3. Focus op gezamenlijke verantwoordelijkheid in dialoog en samenwerking In Friesland zetten wij ons in op de volgende thema’s om invulling te geven aan dit focusgebied:
TechNet-kringen en “TechNet-breed” hebben goede verbindingen met maakindustrie en technische dienstverlening; aandacht voor de speerpuntsectoren. Benutten van ervaringen wat betreft het gezamenlijk optrekken van de roc’s in de communicatie met het bedrijfsleven in de vorm van bedrijfsadviesgroepen (BAG’s). Benutten van netwerken en platforms die zich bijvoorbeeld in de watersector (Water Alliance, Stichting Well) en creatieve industrie (o.a. Akademie Noord en Friese ICT Innovatie Alliantie) ontwikkeld hebben en meer op algemeen niveau opereren (Friesche Compagnie).
De vorige twee focusgebieden slagen alleen indien de partners nauw samenwerken. De inhoudelijke invulling van de samenwerking -die tot uiting komt in overlegtafels- gaat veel verder dan reguliere overlegstructuren tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Betrokken partijen dragen gezamenlijk verantwoordelijkheid voor het formuleren van resultaten en de realisatie ervan. Een van de geformuleerde doelen is het gezamenlijk ontwikkelen van actuele onderwijs-, opleidings- en bijscholingsprogramma’s die optimaal aansluiten bij de huidige trends en ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt. Een voorbeeld hiervan is de te ontwikkelen minor Water voor studenten van aoc’s en roc’s die technische opleidingen volgen die direct of indirect (vanuit de sfeer van toeleverende technische sectoren) watergerelateerd zijn: bijvoorbeeld laboratoriumtechniek, voedingstechnologie, waterbeheer, metaalbewerking en installatietechniek.
Portfolio van samenhangende maatregelen De partners slaan de handen ineen om samen te werken aan de focusgebieden en de onderliggende thema’s. Hiertoe hebben wij gezamenlijk een portfolio aan samenhangende maatregelen opgesteld. Wij zijn overtuigd dat wij hiermee een stevige gezamenlijke agenda hebben opgesteld die werkt. Het sluit aan bij wat al succesvol is gebleken en helpt ons de nodige stappen te zetten om daar waar nodig vernieuwing en verbetering aan te brengen. Het portfolio aan samenhangende maatregelen voor komende 5 jaar: Maatregel 1 Opzetten en operationaliseren van minimaal 6 Overlegkamers (F4 steden) gecoördineerd door TechNet met daarin minimaal actief: twee vmbo-instellingen, twee mbo-instellingen en bedrijven (waarvan een deel actief in de speerpuntsectoren). De lokale in te stellen overlegkamers formuleren acties die gericht zijn op verhoging van kwaliteit en kwantiteit van Human Capital voor de technische sectoren op vmbo- en mbo-niveau. Deze sluiten aan op de speerpuntsectoren, dragen bij aan groei en ontwikkeling van de regionale technieksectoren en komen zoveel mogelijk voort uit activiteiten en initiatieven die zich in het verleden reeds bewezen hebben. Resultaat: onderwijs en bedrijfsleven formuleren samen arbeidsmarktrelevantie acties in een regionaal actieplan. Maatregel 2 Doorontwikkelen en uitvoeren van het Loopbaanprogramma Techniek – Friesland breed en techniekbreed door scholing en implementatie. Deze richt zich op het traject van primair onderwijs tot en met het beroepsonderwijs (techniek) en op leerlingen / studenten, maar ook op ouders / verzorgers. Het loopbaanprogramma is geïntegreerd in activiteiten die een doorlopende leerlijn beogen (zie maatregel 3 en 4). Het programma heeft zijn focus op de kansrijke speerpuntsectoren. Onderdeel van de ontwikkeling van het Loopbaanprogramma Techniek is een conceptprogramma LOB dat door deelnemende scholen wordt gebruikt en waar nodig aangepast aan de eigen behoeften. Resultaat: scholingsprogramma’s voor docenten, eigen invulling aan het (bestaande) LOB-programma en iedere vmboinstelling heeft een LOB-programma ingevoerd
Maatregel 3: Operationaliseren van technologieroutes naar mbo-techniek (niveau 4) op basis van opgedane ervaringen [bijv. bij het Linde College in Wolvega] en in relatie tot de vier speerpuntsectoren en toeleverende technische sectoren. Doelgroepen: mavo- en vmbo-leerlingen (tl / gl) en havisten. Fase 1: starten met 1. laboratorium, 2. werktuigbouwkunde, 3. technische dienstverlening en 4. ICT gezien relevante voor de speerpuntsectoren (referentie: wateropleiding van mbo Life Sciences). Fase 2: overige technieksectoren komen aan bod, waarbij ‘good practices’ uit fase 1 worden gerepliceerd. De technologieroute wordt voor de gehele provincie georganiseerd. Het CIV Water en het CIV Agrofood met partners (o.a. Vitens, Wetterskip Fryslan, Wetsus, mbo Life Sciences en HBO Life Sciences) zijn betrokken. Resultaat: technologieroute voor heel Friesland; stabilisering van de instroom bij mbo-techniek (niveau 4). Maatregel 4: Operationaliseren van vakmanschapsroute naar mbo techniek (niveau 2 - 3). Beoogde doelgroepen zijn leerlingen van het vmbo bb/kb en mbo-studenten van niveau 2 (voor doorstroom naar niveau-3). De fasering van maatregel 3 is aan de orde. Nadruk ligt op techniekbreed met nadruk op technieksectoren 1. metaal, 2. technische dienstverlening en 3. bouw, inclusief verbindingen met de vier speerpuntsectoren. Resultaat: vo-scholen bundelen krachten om instroom in en doorstroom naar het mbo te stabiliseren. Maatregel 5: Organiseren van promotionele activiteiten en evenementen (o.a. wedstrijden en manifestaties) verspreid over Friesland om techniek, technische bedrijven en techniekopleidingen onder de aandacht te brengen bij de jonge generatie leerlingen en scholieren. Onderwerpen: zichtbaarheid techniek, loopbaankansen, ondernemerschap en excellentie in techniek en praktische activiteiten die enthousiasme en motivatie van jongeren en zelfs kinderen aanwakkeren. Gebruiken van de speerpuntsectoren als show case. Inzet van bèta mentality om interessewerelden van jongeren aan te spreken. Resultaat: per jaar worden minimaal vijf evenementen georganiseerd, waarvan er minimaal 1 voor primair onderwijs, 1 voor het vmbo (tl/gl), 1 voor het vmbo (bb/kb) en 1 voor het mbo. Maatregel 6: Ontwikkelen en in ‘business’ krijgen van het CIV Water (o.a. Vitens, Wetterskip Fryslan, Wetsus, mbo Life Sciences en HBO Life Sciences) en het CIV Agrofood. Met deze centra willen wij gericht investeren in respectievelijk de speerpuntsectoren water en agrofood. Het accent ligt hierbij op het ontwikkelen van vakmensen in experimentele en innovatieve beroepscontexten en –situaties samen met de bedrijven en de kennisinstellingen (wo- en hbo-niveau). Opzetten van een voedingsapplicatiecentrum mogelijk als onderdeel van het CIV Agrofood. In een samenwerking tussen Friesland College, AOC Friesland, van Hall Larenstein en voedingsbedrijven als FrieslandCampina en de Innexusgroep wordt een omgeving ingericht waar in de relatie voeding en gezondheid producten kunnen worden ontwikkeld, testen kunnen worden uitgevoerd, maar bovenal mbo-ers en hbo-ers in de voedingstechnologie en procestechniek worden opgeleid. Resultaat: bij-, om- en nascholingstrajecten, realisatieprojecten, partners, technologieroute, minor water (zie SMARTresultaten in de businesscase CIV Water)
De zes maatregelen zijn samenhangend, vormen een geïntegreerd geheel en versterken elkaar waar kan en waar nodig is. Zo staat het LOB-programma niet los van de technologie- en vakmanschapsroute: zij versterken elkaar. Ook maatregelen 5 en 6 vormen een geheel met de andere maatregelen. De centra bieden kansen om loopbaanoriëntatie te ‘laden’ met aantrekkelijke projecten, de technologieroute verder te ontwikkelen, studenten uit te dagen door te leren naar een hoger niveau en een bijdrage te leveren aan activiteiten en evenementen. Deze maatregelen zijn doorvertaald naar concrete acties, waarvan de maatregelen 1 t/m 5 zich richten op vmbo en mbo techniek van de regeling Toptechniek in Bedrijf (Programmalijn 1) en de maatregel 6 zich specifiek richt op de Business Case “Centrum voor Innovatief Vakmanschap Water” (Programmalijn 2).
Betrokken partners In Friesland zijn initiatieven ontplooid om techniekonderwijs te verstevigen op zowel VMBO als mbo-niveau. Tot nu toe tracht elke school zelf de terugloop in techniek op te vangen, maar de praktijk wijst uit dat dit in onvoldoende mate lukt. Nieuw is daarom dat in het kader van de doelmatigheid vanaf nu over de denominaties heen wordt gewerkt aan oplossingen. Het regionale bedrijfsleven De TechNet-kringen, met ruim 140 lokale bedrijven, in Friesland en het Technisch Fondsen overleg Noord Nederland zijn betrokken bij de totstandkoming van de Regiovisie. In Friesland zijn vijf TechNet kringen actief en één in oprichting: TechNet Dokkum. De provincie Friesland is vertegenwoordigd in het provinciale “TechNet-breed” overleg. De gemeenten zijn betrokken bij de lokale TechNet-kringen. De kringen zijn grotendeels gekoppeld aan de maakindustrie en de technische dienstverlening. De samenwerking met bedrijven uit de bouw gaat via Praktijkopleiding Bouw. De samenwerking in ICT / media verloopt via o.a. de Friese ICT Innovatie Alliantie en Akademie Noord. De samenwerking met de watersector verloopt mede via de Water Alliance gevestigd in Leeuwarden. Stichting Well (Water Energy & Life Science Leeuwarden) opereert als netwerkplatform. Beide
organisaties werken nauw samen met mbo Life Sciences van Friesland College. Exportgeoriënteerde bedrijven zijn verenigd in de Friese Export Club. Vmbo en mbo opleidingenmarkt in Friesland Alle Friese vmbo- en mbo-instellingen met techniekgerichte opleidingen zijn betrokken bij de Regiovisie. Dat zijn de coöperatie Fricolore (o.a. met VMBO techniek, 15 scholen voor Christelijk en Interconfessioneel Voortgezet Onderwijs), de coöperatie Pompeblêd (o.a. met vmbo-techniek, 7 scholengemeenschappen voor voortgezet onderwijs in Friesland met een openbare of algemene grondslag), de ROC Friese Poort (met MBO techniek), het Friesland College ROC (met mbo techniek) en AOC Friesland (mbo groen). In de groene sector is er samenwerking tussen van Hall, AOC Friesland en AOC Terra. In hun “kennistransfer Noord Nederland” is de samenwerking nader uitgewerkt. Voor een doelmatiger en beter organiseerbaar opleidingenportfolio hebben ROC Friese Poort en het Friesland College in de Strategische Alliantie 2006 afspraken gemaakt over het regionale portfolio en over de vestigingsplaatsen van de opleidingen van de beide roc’s. De effecten van de Strategische Alliantie zijn positief en geven het mbo-onderwijs een kwaliteitsimpuls. Door een sterkere focus aan te geven is de samenwerking met het bedrijfsleven versterkt: zo kunnen er standvastige, betrouwbare relaties met het lokale bedrijfsleven ontstaan die van essentieel belang zijn voor het beroepsonderwijs. ROC Friese Poort heeft mbo-opleidingen in Leeuwarden, Drachten, Sneek, Dokkum en Emmeloord. Friesland College heeft mbo-opleidingen in Leeuwarden en Heerenveen. AOC Friesland heeft mboopleidingen in Leeuwarden en Heerenveen. Friese Poort en Friesland College trekken samen op in de communicatie met het bedrijfsleven in de vorm van beleidsadviesgroepen (BAG’s). Friesland College en AOC Friesland bedienen gezamenlijk de agrofood sector. Regionale en lokale overheden De Provincie Friesland en de opleidingsfondsen in techniek zetten de TechNet kringen in Friesland de komende drie jaar op de kaart met een eigen stimuleringsbijdrage.