Gezondheid en welzijn van volwassenen en senioren in de gemeente Delft
Mantelzorg
Gezondheidsonderzoek Eenzaamheid Steunpunten
Angst en depressie Huiselijk geweld
Ervaren gezondheid
Kwetsbaarheid
Sociale activiteiten
Vallen
Beperkingen
Ondersteuning
Resultaten van het Gezondheidsonderzoek 2012
Opvoeding van kinderen
Delft Homoseksualiteit
Woonomgeving
Werk Rondkomen
Binnenmilieu
Overgewicht
Bewegen
Roken
Discriminatie
Schulden
Leefstijl
Druggebruik
Aandoeningen
Belemmeringen
Alcoholgebruik Vrijwilligerswerk
Gezondheidsonderzoek 2012, GGD Zuid-Holland West, factsheet Delft
Achtergrond In het najaar van 2012 heeft de GGD Zuid-Holland West een gezondheidsonderzoek uitgevoerd onder volwassenen van 19 jaar en ouder. Hiervoor is een steekproef getrokken uit alle zelfstandig wonende inwoners in de regio. Mensen die in instellingen wonen, zoals verzorgings- en verpleeghuizen, GGZinstellingen of instellingen voor verstandelijk beperkten zijn uitgesloten van deelname. De deelnemers aan het onderzoek ontvingen een vragenlijst die ze op papier of via internet konden invullen. Deze factsheet bevat de belangrijkste resultaten uit dit onderzoek in de gemeente Delft. De gegevens zijn relevant voor diverse beleidsterreinen, waaronder volksgezondheid, Wmo, sport, ouderen, welzijn, jeugd, sociale zaken, wonen en milieu. Er zijn gegevens over lichamelijke en psychosociale gezondheid, leefstijl, participatie, beperkingen, informatie en ondersteuning, kwetsbare senioren, het geven van mantelzorg, opvoeding van kinderen, samenleven en woonomgeving. Sommige onderwerpen zijn nagevraagd bij de totale groep van 19 jaar en ouder, andere alleen bij de groep van 19 t/m 64 jaar of 65+. Dit is in de tabellen aangegeven. Waar mogelijk worden ter vergelijking regionale of landelijke cijfers getoond. Met een symbooltje () is aangegeven of het percentage in de gemeente afwijkt van de rest van de regio Zuid-Holland West.
Meer informatie In deze factsheet staan de belangrijkste bevindingen uit het Gezondheidsonderzoek 2012 van de GGD ZuidHolland West. Aan het eind van de factsheet staan de definities van een aantal begrippen die gebruikt worden. Alle onderliggende cijfers zijn te vinden in het tabellenboek over de gemeente. Informatie over de opzet van het Gezondheidsonderzoek en risicogroepen voor gezondheidsproblemen vindt u in de factsheet “Gezondheid en welzijn van volwassenen en senioren in Zuid-Holland West”. De factsheets en de resultaten van andere onderzoeken vindt u op www.ggdzhw.nl/onderzoek en op www.regionaalkompas.nl.
Zoetermeer, oktober 2013 GGD Zuid-Holland West Sector Gezondheidsbevordering Gemeenschappelijke gezondheidsdienst voor de gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, PijnackerNootdorp, Rijswijk, Wassenaar Westland en Zoetermeer. www.ggdzhw.nl Als u vragen heeft kunt u contact opnemen met de epidemiologen Jessica Brussee-Lasschuijt of Roelien Beuker.
2
Gezondheidsonderzoek 2012, GGD Zuid-Holland West, factsheet Delft
Gezondheid D
ZHW
NL*
Psychosociale gezondheid
Ervaren gezondheid ‘goed’ tot ‘zeer goed’ (19+)
78%
78%
77%
Matig tot hoog risico op angststoornis/depressie (19+)
43%
1 of meer chronische aandoeningen (19+)
53%
59%
60%
Matig tot zeer ernstig eenzaam (19+)
38%
Belemmerd als gevolg van aandoening (19-64 jr)
36%
33%
nb
Verhoogd valrisico (65+)
32%
26%
nb
In de 12 mnd voor onderzoek gevallen (65+)
30%
27%
nb
Lichamelijke gezondheid
D
ZHW
NL
38%
40%
36%
39%
* nb = niet beschikbaar, = statistisch significant lager/hoger dan in de rest van de regio ZHW
Bijna vier op de vijf respondenten ervaart de eigen gezondheid als goed tot zeer goed, 22% ervaart de eigen gezondheid als ‘gaat wel’ tot ‘zeer slecht’. Er is geen verschil in de ervaren gezondheid tussen inwoners van Delft en inwoners van de rest van de regio Zuid-Holland West. Het percentage dat de eigen gezondheid als ‘gaat wel’ tot ‘zeer slecht’ ervaart, is hoger bij vrouwen dan bij mannen en neemt toe met de leeftijd. Ruim de helft van de respondenten heeft een chronische aandoening, dit percentage neemt toe van 40% bij 19-34jarigen tot 93% bij 85-plussers (figuur 1). Bij 19-64-jarigen zijn de meest genoemde chronische aandoeningen migraine of ernstige hoofdpijn (16%), ernstige of hardnekkige aandoening van de rug (10%) en hoge bloeddruk (9%). Bij 65-plussers worden hoge bloeddruk (45%) en gewrichtsslijtage (39%) het meest genoemd. Ruim één op de drie inwoners (19-64 jaar) wordt bij de dagelijkse bezigheden licht of sterk belemmerd door een chronische aandoening. Van de zelfstandig wonende senioren heeft 32% een verhoogd valrisico; 30% is in de 12 maanden voor het onderzoek gevallen (oplopend van 21% bij 65-74-jarigen tot 45% bij 85-plussers). Onder Delftse senioren is het percentage met een verhoogd valrisico hoger dan gemiddeld in de regio Zuid-Holland West, evenals het percentage senioren dat in het jaar voor het onderzoek gevallen is. Van de senioren met een verhoogd valrisico heeft 3% wel eens een cursus valpreventie gedaan; 23% heeft dit niet gedaan maar heeft hier wel belangstelling voor. Naar schatting hebben 1800 Delftse senioren belangstelling voor een cursus valpreventie.
Eén of meer chronische aandoeningen 100% 80% 60% 40% 20% 0% 19-34
35-49
50-64
65-74
75-84
85+
Figuur 1. Percentage met 1 of meer chronische aandoeningen, naar leeftijd (regio ZHW).
Van de respondenten heeft 6% een hoog risico op een angststoornis of depressie, 36% heeft hierop een matig risico. Dit is meer dan gemiddeld in de regio Zuid-Holland West. Sinds 2009 is bij 19-64-jarigen het
3
Gezondheidsonderzoek 2012, GGD Zuid-Holland West, factsheet Delft
percentage met een risico op een angststoornis/depressie afgenomen van 50% naar 42%. Bij 65-plussers is het percentage nauwelijks veranderd. 10% van de respondenten is ernstig tot zeer ernstig eenzaam en 28% is matig eenzaam. Dit is vergelijkbaar met gemiddeld in de regio Zuid-Holland West. Het voorkomen van eenzaamheid is bij 19-64-jarigen sinds de vorige onderzoeken gedaald (44% in 2005, 39% in 2009, 36% in 2012), maar bij 65-plussers is dit toegenomen (40% in 2004, 45% in 2008, 48% in 2012). Een matig risico op angststoornis/depressie en matige eenzaamheid komt vaker voor op hogere leeftijd, maar een ernstig risico of ernstige eenzaamheid is op alle leeftijden vrijwel gelijk.
Leefstijl Ongezonde leefstijl
D
ZHW
NL*
Onvoldoende beweging (19+)
33%
35%
34%
Matig/ernstig overgewicht (19+)
42%
46%
48%
Ondervoeding (65+)
5%
5%
nb
Overmatig alcoholgebruik (19+)
10%
7%
8%
Zwaar alcoholgebruik (19+)
12%
9%
10%
Roken (19+)
25%
21%
23%
* nb = niet beschikbaar, = statistisch significant lager/hoger dan in de rest van de regio ZHW
Een derde van de volwassenen beweegt onvoldoende, ruim vier op de tien hebben overgewicht (11% ernstig overgewicht). Bij 5% van de 65-plussers is sprake van ondervoeding. Eén op de tien respondenten is een overmatige drinker, een op de acht een zware drinker. Een kwart van de volwassenen rookt (5% rookt 20 of meer sigaretten per dag). Van de 19-64-jarigen heeft 10% in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek cannabis gebruikt, 4% heeft in die periode harddrugs (amfetamine, XTC, LSD, cocaïne, heroïne of GHB) gebruikt. Ten opzichte van de rest van de regio Zuid-Holland West, hebben 19-64-jarigen in Delft minder overgewicht, wordt door hen meer overmatig en zwaar alcohol gedronken, meer gerookt en meer cannabis gebruikt. Bij overgewicht wordt dit verklaard door het grote aantal studenten in Delft, die relatief weinig overgewicht hebben (21%). Ook bij alcohol- en cannabisgebruik vormen studenten een groot deel van de verklaring. Van de studenten is 36% een zware drinker, 22% een overmatige drinker en gebruikte 28% cannabis in de 12 maanden voor het onderzoek. Voor roken geldt dat zowel studenten als niet-studenten vaker roken dan respondenten in de rest van de regio. Bij senioren is geen verschil te zien tussen Delft en de regio. Op het gebied van overgewicht en roken is geen trend te zien. 83% van de 19-64-jarigen is van plan om voor het eind van het jaar de eigen gezondheid te verbeteren. Dit is meer dan gemiddeld in de regio Zuid-Holland West (78%). Factoren die hierbij het meest genoemd worden zijn meer gaan bewegen of sporten (50%), afvallen (38%), gezonder eten (32%) en beter met stress omgaan (25%). Vier op de tien respondenten hebben behoefte aan steun om de leefstijl te verbeteren; de meeste mensen willen steun uit de omgeving (24%), begeleiding door een deskundige (15%) of informatie/advies via internet (11%).
4
Gezondheidsonderzoek 2012, GGD Zuid-Holland West, factsheet Delft
Participatie Participatie
D
ZHW
NL*
Rondkomen en schulden
78%
77%
Moeite met rondkomen (19+)
25%
Risicovolle schuld (19-64)
17%
Betaald werk (19-64)
69%
Vrijwilligerswerk (19+)
30%
30%
nb
Minimaal wekelijks sociale activiteit (65+)
85%
87%
nb
Enigszins tot sterk sociaal uitgesloten (19+)
19%
14%
nb
D
ZHW
NL
21%
22%
11%
nb
* nb = niet beschikbaar, = statistisch significant lager/hoger dan in de rest van de regio ZHW
Van de 19-64-jarigen heeft 69% betaald werk, dit is lager dan gemiddeld in de regio Zuid-Holland West (78%). In de leeftijdsgroep 35-49 jaar is het percentage het hoogst (figuur 2). Van de 65-plussers heeft nog 4% betaald werk. Drie op de tien respondenten doet vrijwilligerswerk; dit is vergelijkbaar met gemiddeld in de regio Zuid-Holland West. Na het vijfentachtigste jaar neemt het percentage dat vrijwilligerswerk doet af (figuur 2a). Het percentage 19-64-jarige vrijwilligers is sinds 2005 nauwelijks veranderd. 22% van de respondenten doet momenteel geen vrijwilligerswerk, maar heeft daar wel belangstelling voor (24% bij 1964-jarigen en 8% bij 65-plussers). Naar schatting gaat het in de totale gemeente ongeveer 17.100 mensen. 85% van de senioren heeft minimaal wekelijks een activiteit waarbij ze andere mensen ontmoeten (sociale activiteit). De meest voorkomende activiteiten zijn bezoek ontvangen (49%), op bezoek gaan (45%), sporten/bewegen in een groep (27%) en verenigingsactiviteiten anders dan sport (21%). Bijna een vijfde van de respondenten is enigszins tot sterk sociaal uitgesloten, dit is meer dan gemiddeld in de regio ZuidHolland West (14%). Een kwart van de respondenten heeft moeite met rondkomen. Dit percentage is hoger dan gemiddeld in de regio Zuid-Holland West (21%) en landelijk (22%). 37% van de respondenten heeft geen moeite met rondkomen, maar moet wel letten op de uitgaven. Sinds 2008/2009 is het percentage dat moeite heeft met rondkomen niet veranderd. Van de 19-64-jarigen heeft 17% een risicovolle schuld, dit is hoger dan gemiddeld in de regio Zuid-Holland West (11%) en hoger dan in 2009 (11%).
5
Gezondheidsonderzoek 2012, GGD Zuid-Holland West, factsheet Delft
100%
100%
80%
80%
60%
60%
40%
40%
19-34 35-49
20%
20%
50-64 65-74
0%
0%
75-84 85+
Figuur 2a. Percentage dat participeert aan verschillende activiteiten, naar leeftijd (regio ZHW).
Figuur 2b. Percentage dat moeite heeft met rondkomen en percentage met een risicovolle schuld, naar leeftijd (regio ZHW).
Beperkingen Functionele beperkingen (19+)
Beperkingen dagelijkse levensverrichtingen (65+)
D
ZHW
NL
D
ZHW
Mobiliteit
9%
9%
10%
Algemene dagelijkse levensverrichtingen
18%
14%
Zien
6%
5%
6%
Huishouden
52%
45%
Horen
4%
4%
4%
= statistisch significant lager/hoger dan in de rest van de regio ZHW
Een op de zeven respondenten heeft een functionele beperking (mobiliteit, zien, horen). Dit is vergelijkbaar met gemiddeld in de regio Zuid-Holland West en in Nederland. Mobiliteitsproblemen komen het meest voor. Het percentage respondenten met beperkingen neemt sterk toe met de leeftijd, deze trend is het sterkst voor beperkingen in mobiliteit (figuur 3a). Bij senioren is het percentage met beperkingen in de mobiliteit afgenomen van 33% in 2008 tot 28% in 2012. Onder de groep 65-plussers is ook gevraagd naar beperkingen in algemene dagelijkse levensverrichtingen en in het huishouden. 18% ondervindt beperkingen bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (traplopen, aankleden, zich wassen, etc.), dit is meer dan gemiddeld in de regio Zuid-Holland West en niet veranderd sinds 2008. De meeste senioren ondervinden beperking bij de trap op- en aflopen (15%) en zich verplaatsen buitenshuis (9%). 52% ondervindt beperkingen bij het huishouden, dit is meer dan gemiddeld in de regio (45%). Hierbij zijn de meest voorkomende beperkingen: Kleine reparaties of klusjes in of om het huis (35%) en zwaar huishoudelijk werk (32%).
6
Gezondheidsonderzoek 2012, GGD Zuid-Holland West, factsheet Delft
100% 80% 19-34 60%
35-49 50-64
40%
65-74 75-84
20%
85+ 0% mobiliteit
zien
horen
algemene dagelijkse levensverrichtingen (65+)
huishouden (65+)
Figuur 3. Percentage met beperkingen in mobiliteit, zien, horen, algemene dagelijkse levensverrichtingen en huishouden, naar leeftijd (regio ZHW).
Informatie en ondersteuning Informatie en ondersteuning (65+)
D
ZHW
Gebruikt maandelijks of vaker internet (65+)
54%
60%
Krijgt hulp bij algemene dagelijkse levensverrichtingen
13%
9%
Krijgt hulp bij huishouden
37%
34%
Kent Startpunt Wonen zorg welzijn (65+)
42%
43%
Heeft het gevoel de regie te hebben over het eigen leven
85%
88%
= statistisch significant lager/hoger dan in de rest van de regio ZHW
Ruim de helft van de senioren maakt regelmatig (maandelijks of vaker) gebruik van internet. Dit is minder dan gemiddeld in de regio Zuid-Holland West (60%) en toegenomen sinds 2008 (40%). 13% van de senioren krijgt hulp bij algemene dagelijkse levensverrichtingen en 37% bij het huishouden. Een klein deel van de senioren heeft behoefte aan (meer) hulp: 1% bij algemene dagelijkse levensverrichtingen en 4% bij het huishouden. 11% van de senioren woont in een woning specifiek voor senioren. Het overgrote deel van alle senioren (95%) verwacht dat hun woning over vijf jaar nog geschikt is om zelfstandig te kunnen wonen, eventueel met kleine (18%) of grote (2%) aanpassingen. Een deel van de senioren maakt gebruik van voorzieningen. De meest gebruikte voorzieningen zijn ouderenvervoer (18%), automatische deuropener met intercom (9%), personenalarmering (8%) en hulpdienst voor administratieve/financiële klussen (7%). 42% van de senioren kent het Startpunt Wonen zorg welzijn, 18% heeft weleens contact gehad met dit startpunt. 85% van de senioren heeft het gevoel de regie te hebben over het eigen leven. Dit percentage neemt af met de leeftijd van 91% bij 65-74-jarigen tot 79% bij 85-plussers.
Kwetsbare senioren Kwetsbaar (65+) Kwetsbare senioren
D
ZHW
22%
18%
Ruim een vijfde van de zelfstandig wonende senioren is kwetsbaar. Het percentage kwetsbaren neemt toe met de leeftijd en vrouwen zijn kwetsbaarder dan mannen (figuur 4). Er zijn drie domeinen van
7
Gezondheidsonderzoek 2012, GGD Zuid-Holland West, factsheet Delft
kwetsbaarheid te onderscheiden: Lichamelijke kwetsbaarheid (o.a. bewegen en beperkingen, komt voor bij 17%), psychische kwetsbaarheid (geheugenproblemen, somberheid, omgaan met problemen, komt voor bij 12%) en sociale kwetsbaarheid (alleenwonend, eenzaamheid en steun, komt voor bij 11%). Voor alle drie de domeinen geldt dat kwetsbaarheid vaker voorkomt bij Delftse senioren en dat de kwetsbaarheid toeneemt met de leeftijd; bij lichamelijke kwetsbaarheid het sterkst. 50% 40% 30% 20% 10% 0% 65-74 75-84
85+
M
V
Figuur 4. Percentage kwetsbaren, naar leeftijd en geslacht (regio ZHW).
Mantelzorg geven Mantelzorg geven (19+) Geeft mantelzorg Voelt zich (tamelijk) zwaar belast door mantelzorg
1
ZHW
NL*
12%
13%
12%
9%
13%
14%
1
10%
17%
nb
2
34%
39%
nb
Heeft behoefte aan (extra) hulp Kent het Steunpunt Mantelzorg
D
* nb = niet beschikbaar
Een op de acht respondenten geeft mantelzorg (ten minste sinds 3 maanden of ten minste 8 uur per week), dit is vergelijkbaar met gemiddeld in de regio. Bij 19-64-jarigen is het percentage mantelzorgers toegenomen (2005: 7%, 2009: 10%, 2012: 13%). De meeste mantelzorg wordt gegeven door respondenten in de leeftijdsgroep 50-64 jaar (figuur 5). 35-64-jarigen geven het meest mantelzorg aan hun ouder(s) of schoonouder(s), 75-plussers geven vooral mantelzorg aan hun partner. Bij mantelzorg aan de eigen kinderen, andere familieleden of buren/vrienden/kennissen is minder verschil te zien tussen de leeftijdsgroepen. De meest genoemde activiteiten bij het geven van mantelzorg zijn (alleen nagevraagd bij 19-64-jarigen): gezelschap/troost/afleiding (75%), hulp in de huishouding (61%) en begeleiding en/of vervoer (bij bezoek aan arts, kapper, etc) (59%).
1 2
% van mantelzorgers Delft: Startpunt wonen zorg welzijn. Regionaal: Regionale Mantelzorgorganisatie DWO
8
Gezondheidsonderzoek 2012, GGD Zuid-Holland West, factsheet Delft
25% 20% mantelzorger, tamelijk zwaar belast tot overbelast
15%
mantelzorger, enigszins belast 10% mantelzorger, niet/nauwelijks belast
5% 0% 19-34
35-49
50-64
65-74
75-84
85+
Figuur 5. Percentage dat mantelzorg geeft en de mate van belasting (regio ZHW).
9% van de mantelzorgers voelt zich tamelijk zwaar belast tot overbelast. Er zijn geen grote verschillen in de ervaren belasting tussen leeftijdsgroepen (figuur 5). Problemen waar mantelzorgers tegenaanlopen zijn dat het emotioneel te zwaar is, onvoldoende bekendheid met mogelijkheden voor financiële ondersteuning, dat ze te weinig tijd overhouden voor zichzelf of hun gezin (m.n. bij 19-64 jaar) en dat het lichamelijk te zwaar is (m.n. bij 65+). 10% van de mantelzorgers geeft aan dat ze, naast eventuele hulp die ze al ontvangen, behoefte hebben aan praktische of emotionele hulp. De meeste behoefte is aan informatie en advies. Het Startpunt wonen zorg welzijn is bekend bij 34% van de 19-plussers. Dit is minder dan gemiddeld in de regio Zuid-Holland West. Onder mantelzorgers is de bekendheid van dit startpunt hoger (43%). 8% van de mantelzorgers heeft wel eens contact gehad met het startpunt.
Opvoeding van kinderen Opvoeding van kinderen 3 0-11 jaar
D
ZHW
Opvoeding van kinderen 4 12-23 jaar
Eenoudergezin
13%
11%
Zorgen over opvoeding/gedrag/ontwikkeling
42%
38%
D
ZHW
Eenoudergezin
18%
15%
Zorgen over opvoeding/gedrag/ontwikkeling
39%
38%
Behoefte aan hulp of advies
11%
9%
Kent het Centrum voor Jeugd en Gezin
46%
36%
= statistisch significant lager/hoger dan in de rest van de regio ZHW
Van de 19-64 jarige respondenten heeft 19% (pleeg)kinderen in de leeftijd van 0 t/m 11 jaar. Dertien procent van deze ouders geeft aan een eenoudergezin te vormen. Ruim vier op de tien ouders van 0-11-jarige kinderen maakt zich soms (35%) of vaak (7%) zorgen om de opvoeding, het gedrag of de ontwikkeling van hun kind. Van de 19-64 jarige respondenten heeft 19% (pleeg)kinderen in de leeftijd van 12 t/m 23 jaar. Achttien procent van deze ouders geeft aan een eenoudergezin te vormen. Vier op de tien ouders van 12-23-jarige kinderen maakt zich soms (30%) of vaak (10%) zorgen om de opvoeding, het gedrag of de ontwikkeling van hun kind. De meest genoemde zorgen bij 12-23 jarige kinderen zijn schoolprestaties, het gebruik van 3 4
ouders van 0-11-jarige kinderen ouders van 12-23-jarige kinderen
9
Gezondheidsonderzoek 2012, GGD Zuid-Holland West, factsheet Delft
computer, internet en mobiele telefoon en angst/onzekerheid/faalangst. Bij de oudste groep (19-23 jaar) geven ook de onderwerpen zelfstandigheid, omgaan met geld, en relaties/verkering vaker reden tot zorg. Zowel bij 0-11-jarige kinderen als bij 12-23-jarige kinderen is geen verschil te zien in de mate van zorgen tussen ouders in een eenoudergezin en ouders in een tweeoudergezin. 11% van de ouders van 12-23jarigen heeft behoefte aan deskundige hulp of advies. Onder ouders van kinderen van 12 t/m 23 jaar is het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) bekend bij 46%. Dit is meer dan gemiddeld in de regio Zuid-Holland West. Onder ouders die soms of vaak zorgen hebben over opvoeding, gedrag of ontwikkeling van hun kind, is de bekendheid van het CJG wat groter (53%). Van alle ouders met kinderen van 12 t/m 23 jaar heeft 11% wel eens contact gehad met het CJG.
Samen leven Samen leven (19+)
D
ZHW
NL*
13%
nb
Voelt zich weleens gediscrimineerd
16%
Oordeelt negatief over homoseksualiteit
6%
7%
nb
Ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld
8%
7%
7%
54%
54%
nb
Kent het Steunpunt huiselijk geweld
5
* nb = niet beschikbaar, = statistisch significant lager/hoger dan in de rest van de regio ZHW
16% van de respondenten voelt zich wel eens gediscrimineerd. Dit is meer dan gemiddeld in de regio ZuidHolland West (13%). 19-64-jarigen voelen zich vaker gediscrimineerd dan 65-plussers (17% vs. 8%). De meest genoemde reden van discriminatie is bij 19-64-jarigen afkomst (10% van alle 19-64-jarigen) en bij 65plussers leeftijd (5%). Van de respondenten oordeelt 6% negatief over homoseksualiteit. Het percentage neemt toe met de leeftijd (figuur 6). 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 19-34
35-49
50-64
65-74
75-84
85+
Figuur 6. Percentage dat een negatieve houding heeft ten opzichte van homoseksualiteit, naar leeftijd (regio ZHW).
Van de respondenten geeft 8% aan dat ze ooit in hun leven slachtoffer zijn geweest van huiselijk geweld. Sinds 2008 is bij 65-plussers het percentage dat aangeeft slachtoffer te zijn geweest toegenomen van 3% naar 6%. De meeste slachtoffers geven aan dat het geweld langer dan 5 jaar geleden was, bij 10% was het
5
% van alle respondenten
10
Gezondheidsonderzoek 2012, GGD Zuid-Holland West, factsheet Delft 6
korter dan een jaar geleden. In de meeste gevallen ging het om psychisch of emotioneel geweld (72%) of 6 lichamelijk geweld (63%) . De meest genoemde daders zijn de ex-partner (40%), de (stief)ouder(s) (35%) en 6
de partner (16%) . Ruim de helft van alle volwassenen (19+) in Delft kent het Steunpunt Huiselijk Geweld. Een kleine minderheid van de respondenten (1%) heeft wel eens contact gehad met het steunpunt.
Woonomgeving Woonomgeving
D
ZHW
Tevreden over de woning (19+)
91%
94%
Tevreden over de woonomgeving (19-64 jr)
89%
93%
Ernstige hinder door (19-64 jr): - geluid - licht - geur
19% 2% 3%
14% 2% 2%
Bezorgd over gezondheid vanwege omgevingsfactor (top-3): - hoogspanningslijnen - drukke straat - zendmasten voor radio/TV, antennes voor GSM
5% 5% 3%
3% 3% 3%
Er wordt dagelijks gerookt in huis (19-64 jr)
18%
15%
= statistisch significant lager/hoger dan in de rest van de regio ZHW
Het overgrote deel van de respondenten is tevreden over hun woning en woonomgeving. 90% van de 19-64jarigen vindt het hebben van groen in de buurt belangrijk, terwijl 25% aangeeft dat dit in de eigen buurt onvoldoende het geval is. Bijna een op de tien respondenten ondervindt hinder uit de omgeving: door geluid (19%), licht (2%) of geur (3%). Geluidsbronnen die de meeste hinder geven zijn buren en brommers/scooters. Geur en licht geven over het algemeen minder hinder dan geluid. Een klein deel van de respondenten is bezorgd om hun gezondheid vanwege hoogspanningslijnen (5%), een drukke straat (5%) of zendmasten voor radio/TV of antennes voor mobiele telefonie (3%). Relatief weinig respondenten wonen op verontreinigde grond, in de buurt van hoogspanningslijnen, in de buurt van een zendmast voor radio/TV of antennes voor mobiele telefoons of een route voor gevaarlijke stoffen, maar deze mensen maken zich door deze omgevingsfactor wel meer zorgen over hun gezondheid. 18% van de respondenten leeft in een ongezond binnenmilieu doordat er dagelijks wordt gerookt in huis en 10% door de aanwezigheid van vocht of schimmel in woonkamer of slaapkamer.
6
Dit percentage is van de totale regio ZHW, omdat het aantal slachtoffers van huiselijk geweld in de gemeente te laag is.
11
Gezondheidsonderzoek 2012, GGD Zuid-Holland West, factsheet Delft
Definities: Ervaren gezondheid: Antwoord op de vraag: "Hoe is over het algemeen uw gezondheid?" Verhoogd valrisico: Volgens Valrisicotest (VeiligheidNL): Valrisico vastgesteld op basis van gegevens over een recente val, mobiliteitsproblemen en angst om te vallen. Angststoornis/depressie: Op basis van de K10 (Kessler Psychological Distress Scale), een serie van 10 vragen. Eenzaamheid: Op basis van de Eenzaamheidsschaal van De Jong-Gierveld, een reeks van 11 stellingen Voldoende lichaamsbeweging: Een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op tenminste vijf, maar bij voorkeur alle dagen van de week (Nederlandse Norm Gezond Bewegen). Overgewicht: Op basis van de Body Mass Index (BMI) (gewicht(kg)/lengte2(m)). Matig overgewicht: BMI 25-30, ernstig overgewicht (obesitas): BMI 30 of hoger. Ondervoeding: BMI <= 20 OF BMI 20-23 en recent onbedoeld afgevallen (>= 6 kg in de afgelopen 6 maanden of >= 3 kg in de afgelopen maand). Overmatig alcoholgebruik: Mannen: meer dan 21 glazen/week, vrouwen: meer dan 14 glazen/week. Zwaar alcoholgebruik: Mannen: 6 of meer glazen per dag, vrouwen: 4 of meer glazen per dag. Zware roker: 20 of meer sigaretten per dag Harddrugs: Amfetamine, XTC, LSD, cocaïne, heroïne of GHB Vrijwilligerswerk: Werk dat in georganiseerd verband (bv. Sportvereniging, kerkbestuur, school) wordt uitgevoerd. Sociale activiteit: Activiteiten waarbij contact met anderen plaatsvindt, zoals activiteiten bij een club of vereniging, sociale contacten of dienstverlening aan anderen. Schulden: Op basis van set van 5 vragen over o.a. aantal, hoogte en duur van schulden en of men deze zelfstandig kan oplossen. Functionele beperkingen: Vragenset OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development), een set van 7 vragen over beperkingen in mobiliteit, zien en horen. Beperkingen algemene dagelijkse levensverrichtingen: vragenset van 8 vragen (o.a. traplopen, aan/uitkleden, wassen, etc.) Beperkingen huishouden: vragenset van 10 vragen (o.a. eten klaarmaken, huishoudelijke werkzaamheden, etc.) Regie over het eigen leven: vragenset van 7 vragen (in welke mate heeft de respondent het gevoel de regie te hebben over het eigen leven). Sociale uitsluiting: Samengesteld op basis van gegevens op de terreinen sociale participatie (o.a. eenzaamheid), materiele deprivatie (o.a. rondkomen), toegang tot sociale grondrechten (o.a. tevredenheid over de woning) en normatieve integratie (o.a. af en toe iets doen voor de buren) Kwetsbare senioren: vragenset Tilburg Frailty Indicator, een set van 15 vragen over lichamelijke, psychische en sociale kwetsbaarheid. Mantelzorg : De zorg die iemand geeft aan een bekende uit de eigen omgeving, zoals partner, ouders, kind, buren of vrienden, als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Discriminatie: Zich wel eens gediscrimineerd voelen, bijvoorbeeld vanwege geloof, huidskleur, seksuele voorkeur of leeftijd. Oordeel over homoseksualiteit: Op basis van vragenset Sociaal Cultureel Planbureau (SCP): 11 vragen over de houding van de respondent t.o.v. homoseksualiteit. Huiselijk geweld: Geweld dat door iemand uit de huiselijke kring wordt gepleegd (gezinsleden, familieleden, (ex)partners, huisvrienden). Hinder: Vragenset van 17 vragen over hinder door diverse bronnen van geluid, licht of geur. Voor de bronnen zie tabellenboek.
12