nr. 2 jaargang 9 augustus 2014 voor opdrachtgevers en relaties Blauw heeft heel veel betekenissen, maar staat wat Blue Sky Group betreft voor e nergie. Ook in de lucht. De lucht is blauw omdat de stofdeeltjes en de moleculen van de dampkring de blauwe straling weerkaatsen zodat die wordt verstrooid. Dat gebeurt alleen met het blauwe licht: de stralen met de kortste golflengte en de hoogste energie.
10 Geschiktheidstoets DNB
Geen heksenwaag, maar degelijke eindcontrole.
magneetfondsen
houdbaarheid pensioenstelsel governance
12 Geld of goede zorg
bedrijfstakpensioenfondsen
toezichthouders
certified pensioenexecutive
Wat brengt de brede maatschap pelijke discussie over de toekomst van het Nederlandse pensioen? En hoe zit de relatie tussen pensioen, zorg en wonen?
geschiktheidstoets toekomstbestendigheid rekenrente privacy
beter beheersbaar
participatiesamenleving
18 De bruidsschat Veel bedrijven kopen het pensioenrisico af met een eenmalige storting in de pensioenkas. Wat levert het op?
Blue Sky Group
Postbus 123, 1180 AC Amstelveen T (020) 426 62 66 E
[email protected]
www.blueskygroup.nl 24
1
De inhoud 06 D eskundigheidstoets van DNB
Visie van drie interne toezichthouders op governance 08 Anne Gram, onafhankelijk adviseur
‘Als het bestuur de benoeming goed voorbereidt, is de kans op afwijzing feitelijk klein’
Toezichthouders Rebecca Wortman en Maja Maric vertellen hoe de toetsing in z’n werk gaat en wat er eigenlijk precies wordt getoetst.
17
10 Geld of goede zorg
de pensioenfondsen van KLM en Chevron.
Nederlandse pensioen. Er wordt gesproken over solidariteit, collectiviteit en keuzevrijheid, maar ook over de relatie tussen pensioen, zorg en wonen. Pensioen in natura komt ook ter sprake, net als tijd voor tijd. Welke ideeën leven er en wat vinden specialisten van binnen en buiten de sector daarvan?
04 Wetenschappelijke opleiding in de praktijk
14 De bruidsschat
Waarom
Jurgen Stegmann van Robeco en Harold Sieben van Forbo delen hun overwegingen bij dit proces.
Frans Prins en José Suarez Menendez vertellen over hun ervaringen met de opleiding Certified Pensioenexecutive aan de Erasmus Universiteit.
geven bedrijven bij de overstap naar een pensioen op basis van defined contribution hun pensioenfonds een bruidsschat mee?
zorgen
18
14
09 De rekenrente als meetlat voor de verplichtingen van het pensioenfonds
21
| T E CH É | IM ELL EN K | OC STOR NS | DATAWSCHELDE | E SIEM OLEC | DE FONDS R CONT PENSIOEN N IHC E ON ID POSE
N AO B E CNV | T E N | FNV | REDIK AN DE P KOV | MMEN EN BISDO L ANDSR NEDE LIETISCHE E ISRAE SYNAGOG D HOOF
NDS NFO JN SIOE ELZI PENG EN W R ZO
N DSE FON A AL T T E M E/PM PM
Hoeveel moet een fonds nú in kas hebben om straks de toegezegde pensioenen te kunnen betalen. En wie bepaalt dat eigenlijk? Een gesprek met Onno Steenbeek.
20 Uitgelicht: Magneetfondsen
Ruud Lahr over de aantrekkingskracht van bedrijfstakpensioenfondsen, het voeren van een groeistrategie, het claimen van de eigen pensioenuitvoerder en ‘herzaffing’
privégegevens deskundigheidstoets houdbaarheid pensioenstelsel groeistrategie
e
nformatie uit de eren als personen ropese Hof sprak et zogenoemde orden’ op interwilde dat een tien jaar geleden n in zoekresultaamen er 12.000 binnen – zeven heeft Google een erd voor het ‘right
ercomputer nde Amerikaanse on bleek onverr van natuurlijke natuurlijke taal, enten, en is in tie relationeel te een snelheid van 4-tjes per seconde. voed met heel veel
Minder vertrouwen in pensioenstelsel
Hogere zekerheidseisen door overheid
Zorg en welzijn worden onbetaalbaar voor de maatschappij
Overheid: meer mantelzorg en zelf oplossen Onzekerheid over welzijn na pensioen: politiek issue
Pensioen in natura: woning met aanpassingsoptie naar seniorenwoning
Minder Grote impact Wens ns deelneme deelnemers: ers: rendement zekerheid ekerheid ove over er Het College bescherming persoonsgegeMinder ➜ pensioenbasisbehoeften asisbehoefteen vens (CBP) waarschuwt voor de risico’s bewegingsruimte beloftes en na pensi pensioen door zekerheidseisen indexatie van gigantische database. Bedrijven en onder druk zoektocht overheden kunnen daaruit verbanden en naar behoeften destilleren waardoor zij alternatieven toekomstig gedrag van mensen kunnen voorspellen, zonder dat mensen dit zelf ook maar kunnen vermoeden. “Voor veel doelen waarvoor big data wordt WRR gaat adviseren ingezet, zijn tot de persoon herleidbare Op 25 mei van dit jaar heeft minister gegevens helemaal niet nodig. De Opstelten de Wetenschappelijke Raad gegevens moeten dan onomkeerbaar voor het Regeringsbeleid gevraagd om Volgens diverse specialisten in de pensioensector moeten we serieus over alternatieve pensioenworden geanonimiseerd. Als organisaties zich de buigen over de in december 2013 vormen gaan nadenken. Een van de gedachten hierbij is: de problemen in de sector zullen niet voor hun doel wél herleidbare gegevens door het kabinet uitgebrachte notitie zomaar voorbij waaien. Er moeten manieren gezocht worden om ons pensioenstelsel aantrekkelijk verwerken, dan moeten zij mensen goed “Vrijheid en veiligheid in de digitale te maken en te houden voor onze deelnemers. informeren over wat er met hun gegesamenleving. Een agenda voor de vens gebeurt henLinkedIn vaak ook om toekomst”. Hetvolg advies moet uiterlijk 1 Group Blue Sky ook en via MARK BOUMANS (BELEIDSADVISEUR BIJ PGGM) VOLGENS EEN ONDERZOEK VAN KPMG ZAG IN TIJDSCHRIFT VOOR PENSIOENVRAAGSTUKENKELE JAREN GELEDEN SLECHTS 6% VAN toestemming vragen”, zegt Jacob Kohnjuni 2015 klaar zijn. Opstelten vraagt KEN: (VRIJ VERTAALD, RED.): De zorg voor de oudedag DE PENSIOENFONDSEN IETS IN PENSIOEN IN stamm, voorzitter van het CBP, bij de ook het oordeel van de WRR over het bestaat feitelijk uit inkomensvervanging en zorgvoorzieningen. NATURA. Toch schetste partner Edward Snieder, in een presentatie van het jaarverslag 2013. verschijnsel dat het volgen en het Voor deze laatste zou een vergoeding in natura voordelen artikel in Accountancy News interessante voordelen: ‘Pensioen kunnen bieden. Ze hebben een vaste waarde en bieden meer in natura als waardevast pensioen zou een goed alternatief zijn beïnvloeden van gedrag met behulp van zekerheid van dan geld. Maas Bouman: ‘Je en weet nuTaal, immers niet of de naast Braak, een reëel pensioen. Het biedtLahr bovendien oplossingen voor Colofon | Redactie Blue Sky Group | Tekst Toine van der Stee, Land Bauke ter Ruud technologie, ook zonder dat we het gewenste woon- of zorgvoorziening straks wel beschikbaar is. problemen binnen en buiten de pensioensector. Het concept leidt Vergoedingen voor arbeid in natura bestaan al heel lang. Zo was tot inkoopmacht en de juiste prikkels in andere sectoren, zoals merken, steeds gemakkelijker wordt. e.a. | Art direction, ontwerp en illustraties Fotografie Don Wijns, Frissewind, profs in communicatie en design, Amsterdam
medische informatie en weet hij deze feilloos een diagnose te stellen. Medische kennis verdubbelt mondiaal elke vijf jaar. Artsen zijn nooit in staat om alle ontwikkelingen bij te houden. Watson wel. Watson slaagde dan ook met glans voor zijn oncologisch artsenexamen.
23
17
Kunnen alternatieve pensioenvormen een zinvolle aanvulling zijn op 10ons pensioensysteem?
er in 1910 al een Philipsdorp met woningen, winkels en sportvoorzieningen voor fabrieksmedewerkers. Een uitgesteld inkomen in de vorm van bijvoorbeeld een woning of zorg is ook in onze tijd mogelijk. Pensioenfondsen hoeven deze voorzieningen niet zelf aan te bieden Als de wet bijvoorbeeld lump sum uitkeringen bij pensioenen zou toestaan, kan hiervoor op het gewenste moment door de deelnemer zorg worden aangekocht bij gespecialiseerde partijen.
de vastgoedmarkt, de zorg en de mobiliteitsmarkt. Een pensioenstelsel dat is gebaseerd op naturabeloften biedt marktpartijen immers veel meer richting en zekerheid om te investeren in precies die zaken die nodig zijn om de behoeften van ouderen in de toekomst te vervullen. In de huidige onzekerheid blijven die investeringen veelal achter. Voor de pensioensector zou een overgang op pensioen in natura dan ook een wezenlijke vooruitgang betekenen.’
Boumans ziet grote voordelen: pensioenorganisaties, zorg- en woonaanbieders kunnen dan samenwerkingsverbanden aangaan waardoor zij hun krachten en kennis kunnen bundelen en het aanbod beter op de vraag kunnen afstemmen. Het beleggings-
Hij ziet de komende jaren nog geen massale veranderingen in deze richting, maar vindt het wel nuttig om de discussie nu te starten. Hij pleit ervoor om daarbij niet de praktische of wettelijke bezwaren leidend te laten zijn, maar om de voor- en nadelen
Top 5 Verzekeraars
1. Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven 2. Stichting Pensioenfonds van de Metalektro (PME) 3. Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn 4. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zoetwarenindustrie 5. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid
1. AEGON Levensverzekering N.V. 2. Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. 3. Delta Lloyd Levensverzekering N.V. 4. SNS REAAL: SRLEV N.V. 5. Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V.
In cijfers
De bedrijfstakpensioenfondsen die succesvol zijn in hun groei, worden tegenwoordig aangeduid als ‘magneetfondsen’, omdat ze andere pensioenfondsen weten aan te trekken. Maar welke fondsen zijn dat eigenlijk, die magneetfondsen? En in hoeverre slagen ze erin om grote groepen fondsen aan te trekken?
Van alle pensioenfondsen die de laatste 5 jaar zijn geliquideerd, heeft ongeveer 1 op de 4 fondsen de pensioenrechten Aeroprint, Ouderkerk aan de overgedragen aan een bedrijfstakpensioenfonds. Ruim tweederde van de pensioenfondsen heeft z’n toevlucht
Blauw is het relatiemagazine voor opdrachtg evers en relaties van Blue Sky Group. In Blauw vindt u onderwerpen die te maken hebben met pensioen, in de breedste zin van het woord. Onderwerpen die p rikkelen en u uitdagen de dialoog met ons aan te gaan. 21
18 Big data, zegen en zorgen Ook pensioenfondsen beschikken over gevoelige
Top 5 Bedrijfstakpensioenfondsen
08
| Druk
ob Nagtegaal, commissaris en lid van raden R van advies van verschillende bedrijven.
23 Hans Nijsse, voorzitter visitatiecommissies van
Staatssecretaris Klijnsma wil een brede maatschappelijke discussie opstarten over de toekomst van het
20
en toezichthouder.
informatie over deelnemers. Hoogleraar ethiek Jeroen van den Hoven over de trends en de grenzen van privacy.
04
gezocht bij een verzekeraar. Je zou dus kunnen zeggen dat pensioenverzekeraars de echt ‘magneten’ zijn, aangezien de hele top van 5 van partijen waaraan pensioenfondsen hun verplichtingen hebben overgedragen bestaat uit verzekeraars.
Overig/ onbekend 3%
(Multi) OPF 9%
16 In de wandelgangen
Interview met Juliette Tesselhoff, account manager bij Blue Sky Group.
Uit recente cijfers van De Nederlandsche Bank blijkt dat de kleinste pensioenfondsen vaak hun verplichtingen overdragen aan verzekeraars en dat grotere pensioenfondsen hun verplichtingen vaak overdragen aan bedrijfstakpensioenfondsen.
Amstel
Verzekeraar 66%
BPF 22%
My generation Toine van der Stee Algemeen directeur Blue Sky Group
De titel van deze column verwijst naar het debuutalbum uit 1966 van de legendarische Engelse band The Who. De tekst van het nummer My Generation is nauwelijks de moeite waard, maar twee zinnetjes springen er uit. “I hope I die before I get old”. Zanger Roger Daltrey is inmiddels 70 jaar oud, dus dat is niet gelukt, maar waarschijnlijk heeft hij met het nummer wel de basis voor een riant pensioen gelegd. Het andere magistrale zinnetje is “Why don’t you all fade away”. Dat denk ik zelf ook wel eens. Sinds 1966 is er veel veranderd. Het geciteerde lied was de uitdrukking van een enorme generatiekloof, die zich in die jaren openbaarde. Ik zie daar niet veel van tegenwoordig. Eigenlijk vind ik de jongere generaties tamelijk braaf en traditioneel. Dat is wel grappig, omdat in de discussie over ons pensioenstelsel in de media steeds wordt beweerd dat de jongere generatie niets meer ziet in ons pensioenstelsel, dat het stelsel de ouderen bevoordeelt, dat het onhoudbaar is. Ik geloof daar niets van. Onlangs sprak ik een groep gepensioneerde deelnemers van een pensioenfonds over het besluit van het bestuur om niet volledig te indexeren voor de opgetreden inflatie. Ik vertelde dat het bestuur vond dat het de plicht had om het pensioenfonds financieel gezond te houden. En om het in goede conditie aan een volgende generatie na te laten. De volgende generatie moet immers ook vertrouwen in het fonds houden. In hun eigen belang, maar ook in het belang van de reeds gepensioneerden. Een aantal gespreksgenoten dacht meteen aan zijn eigen kinderen of kleinkinderen. Daar hadden ze een beetje minder indexatie wel voor over.
‘Risico’s moet je delen, maar elke generatie spaart voor zijn eigen oude dag’ Bij een aantal jongeren die ik vervolgens sprak, zag je eigenlijk het spiegelbeeld van het voorgaande. Ze hadden helemaal geen problemen met solidariteit via het pensioenfonds, integendeel. Een collega die arbeidsongeschikt wordt, help je met zijn allen. Bij een sterfgeval zorg je met z’n allen voor een goed nabestaanden pensioen. Maar ze hadden wel een groot probleem met pensioenregelingen, waarbij een belangrijk deel van de ingelegde premies wordt gebruikt voor VUTregelingen waarvan hun generatie nooit gebruik zal kunnen maken. Risico’s moet je delen, maar elke generatie spaart voor zijn eigen oude dag. De aangekondigde brede maatschappelijke discussie over ons pensioenstelsel moet vooral gaan over de houdbaarheid van ons stelsel. Wat mij betreft gaat het dan niet over de vraag of, maar over de vraag hoe. Ik denk dat het stelsel zoals we het nu kennen ook in de toekomst prima kan voldoen als aan twee essentiële voorwaarden wordt voldaan. De eerste voorwaarde is dat de overheid stopt met het uithollen van de financiële basis voor het stelsel. De honger naar geld en bestedingen op korte termijn is dodelijk voor goede pensioenen. De tweede voorwaarde is dat er een einde komt aan de stilzwijgende herverdeling van middelen onder het mom van solidariteit. Dat lijkt me de beste waarborg om te voorkomen dat er aan de solidariteit zelf een einde komt.
Overigens is het niet altijd zo dat een pensioenfonds in liquidatie alle verplich-
5
3
Alumni certified pensioenexecutive aan het woord
Wetenschappelijke opleiding in de praktijk contracten In 2012 berichtten we in Blauw over de toen hagelnieuwe vermogensbeheer studie Certified pensioenexecutive van de ESAA (Erasmus ALM Universiteit Rotterdam). Die beloofde een diepgaande twintig colleges wetenschappelijke benadering van de pensioenwereld. vier tentamens Hoe staat het daar nu mee? En maken ze in Rotterdam teenlopende gebieden ui de verwachtingen waar? We vragen het twee alumni. governance scriptie
‘De ijzeren voorraad in je hoofd wordt opgeschud en getoetst aan de laatste wetenschappelijke inzichten.’
Frans Prins kent u waarschijn lijk nog als voormalig directeur van de huidige Pensioenfedera tie. Nu is hij al tweeënhalf jaar directeur Pensioenbureau bij PWRI (Pensioenfonds Werk en (re)Integratie). Was er voor zo’n ervaren speler nog wel iets te leren in deze opleiding?
4
‘Meteen toen ik bij PWRI begon, startte ik met de opleiding’, vertelt Prins. ‘Dat was een intensieve periode, want we stapten net over naar uitvoerder APG. Bovendien zijn de consequenties van de nieuwe participatiewet voor PWRI groot. Zo is er vanaf 1 januari geen nieuwe instroom meer op de SW bedrijven. Daardoor zal de premiebijdrage voor werkgevers en werknemers tussen nu en 2050 fors moeten stijgen. Onze pensioenverplichtingen groeien in die tijd van 6 naar zo’n 10 miljard. Een pittig proces om het bestuur bij te ondersteunen. Dus om daarnaast nog eens twintig colleges te volgen en voor te bereiden, vier tentamens af te leggen en een scriptie te maken, dat was behoorlijk zwaar. Maar ik ben enorm blij dat ik het gedaan heb. Misschien wel juist in die periode, toen ik de stap maakte van een meer theoretisch kader naar een heel praktische omgeving. Bij deze opleiding draait alles om het waarom. Je boort de diepere lagen aan van de opbouw van ons stelsel. Je leert diepgaand begrijpen wat er gebeurt en goed beargumenteren waarom je bepaalde keuzes maakt. De ijzeren voorraad in je hoofd wordt opgeschud en getoetst aan de laatste wetenschappelijke inzichten. Je moet echt aan de bak.
‘Ik zocht mensen die met een frisse, maar wel goed onderlegde blik tegen de sector aankijken en kunnen helpen nieuwe visies te ontwikkelen.’
Mijn scriptiementor pakte mij streng aan als ik in mijn argumentatie probeerde stappen over te slaan. Dat is goed, want dat doe ik in de praktijk dan waarschijn lijk ook wel eens. Je wordt gedwongen kritisch na te denken over alles wat je doet en zegt. Dat maakte mij scherper.
‘Ik was al een tijdje op zoek naar een opleiding die de vraagstukken in de pensioensector in een wat breder perspectief kon plaatsen’, zegt Suarez Menendez. ‘Mijn probleem met de meeste opleidingen was, dat je vooral binnen het wereldje aan het discussiëren bent en vaak een beetje in bestaande conclusies blijft ronddraaien. Ik zocht mensen die met een frisse, maar wel goed onderlegde blik tegen de sector aankijken en kunnen helpen nieuwe visies te ontwikkelen.’
De diversiteit en ervaring in de groep maakt de discussie boeiend en houdt het niveau hoog. Over een vraag als: heeft actief beheer wel toegevoegde waarde? Waar zitten de denkfouten die ons de verkeerde kant kunnen opsturen? De basis is niet zomaar iemands mening, maar rust op wetenschappelijke kennis. Je traint jezelf om vooral die kennis als basis te gebruiken Dat maakt je verhaal sterker. Zo heb ik in de praktijk bijvoor beeld veel aan de betere kijk die ik nu heb op de grondslagen en uitgangspunten van het Europees recht.
José Suarez Menendez is directeur bij Bestuursbureau VPTech. Toen hij in 2012 deel nam aan de eerste leergang was hij onder meer bestuurslid bij BPF Levensmiddelenbedrijf. Vanuit zijn rol als adviseur pensioenen bij FNV Bondgenoten heeft hij een bijdrage geleverd aan diverse publicaties waaronder een artikel voor het PBM. Heeft hij bij ESAA gevonden wat hij zocht?
Voor de sector is deze verdieping ook heel belangrijk. We worden er kritischer en degelijker door. Ik heb tegenwoordig regelmatig een ‘CPE momentje’. Dan benader ik een probleem anders dan voorheen en ik denk: ‘He, dat doe ik zo door die opleiding!’
....
Suarez Menendez vindt dat de opleiding daarin slaagt: ‘Je bereidt je voor op de colleges met wetenschappelijke artikelen op uiteenlopende gebieden. Bijvoorbeeld over de gedragsvormen van Jung: Hoe kun je daar je voordeel mee doen in de besluitvorming? Maar ook: hoe zijn deze archetypen vertegenwoordigd in jouw bestuursteam? En hoe kun je daarop inspelen bij het ontstaan van vacatures? Of bij het oplossen van een vraagstuk? Deze aanpak dwingt je anders en dieper na te denken over bestaande vraag stukken en hun samenhang beter te doorgronden. Bijna alles komt op die manier aan de orde: vermogensbeheer, ALM, contracten, governance. Dat helpt
je om steviger in je schoenen te staan. Of ik dat nu bekijk als (voormalig) bestuurslid van het Bpf Levensmiddelen bedrijf, als adviseur bij FNV, of vanuit mijn huidige rol in het bestuursbureau. Je gaat kritischer kijken naar je besluiten en processen. ‘Voldoen die eigenlijk wel aan onze eigen criteria?’ Ik vind die scherpte zelf erg prettig. Ik denk bovendien dat Nederlandse pensioenspecialisten met deze diepgang hun voorsprong kunnen vergroten als het gaat over het vormgeven van pensioen in Europa. Goed opgeleide pensioenbestuurders zijn een interessant exportproduct. Er lopen weliswaar nu wat fondsen naar België, maar dat is voor de lange termijn geen oplossing. Ik kan me juist heel goed voorstellen, dat we in Nederland een veilige haven kunnen creëren voor buitenlandse partijen die het echt goed willen doen. Die hard willen werken voor hun achterban. Op die manier kan de sector een grote stap vooruit maken en kan ook het vertrouwen weer hersteld worden.
....
5
Deskundigheidstoets van DNB
Geen heksenwaag, maar degelijke eindcontrole ‘Er wordt geen test van parate kennis afgenomen. Deze bagage blijkt doorgaans voldoende uit het cv en het gesprek.’ Rebecca Wortman, toezichthouder bij DNB
‘Feitelijk controleren we alleen of het zittende bestuur haar werk goed gedaan heeft tijdens de procedure om een geschikte nieuwe bestuurder te zoeken.’ Maja Maric, toezichthouder bij DNB
Sinds 1 juli 2012 moeten alle nieuwe bestuursleden en commissarissen door DNB worden getoetst op geschiktheid voor de functie. Toezichthouders Rebecca Wortman en Maja Maric vertellen wat je bij zo’n toetsing kan verwachten en hoe je zelf de kans op goedkeuring zeer groot kunnen maken. Rebecca Wortman benadrukt dat een goed pensioenbestuur niet alleen van groot belang is voor de deelnemers en de maatschappij. ‘Als bestuursteam moet je zelf ook zeker willen zijn van de geschiktheid van een kandidaat. De taken worden steeds complexer en vragen veel inzet en kennis van de bestuurders. Je hebt een professioneel team nodig om gezamenlijk de klus goed te kunnen klaren. Bovendien geldt de beleidsregel voor de hele financiële sector: bij nieuwe aanstel lingen én bij wezenlijke veranderingen van functie-inhoud. Het pensioenfonds is verant woordelijk voor het voorstellen van een deskundige en betrouwbare kandidaat; DNB voor de controle daarvan.
Maatwerk
Per jaar worden er ongeveer 400 kandidaten getoetst DNB ziet een duidelijke stijging van het niveau van aangemelde kandidaten. Er wordt meer getraind, er is een groot effect van aspirant- lidmaatschappen. Aandacht voor het kennisniveau van kandidaten namens de gepensioneerden geleding en lang zittende bestuurders blijft nog wel nodig. Op de website www.dnb.nl staat uitgebreide informatie over de toetsingscriteria die DNB hanteert, met tips voor een succesvolle voordracht. Hier kunnen ook de meest recente aanvraagformulieren worden gedownload.
DNB beoordeelt al snel zo’n 400 benoemingen per jaar. ‘Het bepalen of iemand geschikt is voor een functie, is steeds weer maatwerk’, zegt Maja Maric. ‘We kijken heel sterk naar de aard van de functie en de samenstelling van het totale team: Is dit team, samen met deze nieuwe bestuurder, in staat de kwaliteit en de continuïteit van het pensioenfonds te waarborgen? Hebben de bestuursleden samen voldoende kennis en ervaring om in control te blijven bij het uitbesteden van belangrijke taken? En kunnen zij voldoende tijd besteden aan het besturen van het fonds? Feitelijk controleert DNB alleen of het zittende bestuur zijn werk goed gedaan heeft tijdens de procedure om een geschikte nieuwe bestuurder te zoeken.’
Hoe toetst DNB waarden als ervaring en betrouwbaarheid?
De geschiktheidstoets zelf bestaat in eerste instantie uit een zogenaamde papieren toets. Het cv en het functieprofiel met de toelichting van het bestuur worden uitgebreid geanaly seerd. Daaraan ziet DNB als snel of er door het bestuur serieus is nagedacht over de huidige en toekomstige situatie van het fonds en over de rol die de nieuwe bestuurder daarin speelt. Als er ervaring of een bepaalde, essentiële vaardigheid bij de kandidaat ontbreekt, moet het bestuur goed uitleggen waarom toch voor deze kandidaat gekozen is. Daar kunnen goede redenen voor zijn en dan kan iemand gewoon worden goedgekeurd.
Wortman: ‘Om de betrouwbaarheid te kunnen bepalen, willen we behoorlijk veel over de kandidaat weten: het gedrag in het verleden, de financiële en fiscale achtergronden, nevenfuncties en belangen in andere organi saties. Het betrouwbaarheidsformulier wordt grondig bestudeerd en de antecedenten nagetrokken via verschillende bronnen en referenties. Zo nodig vragen we hierover nog aanvullende informatie op. ‘In de meeste gevallen nodigen we de kandi daat ook uit voor een gesprek,’ vervolgt Wortman. ‘We toetsen dan of de kandidaat een goed beeld heeft van de situatie van het fonds en van de rol die hij of zij daarin moet gaan vervullen. Er wordt geen test van parate kennis afgenomen. Deze bagage blijkt door gaans voldoende uit het cv en het gesprek. Het komt weleens voor dat de kandidaat zichzelf bij nader inzien niet geschikt acht of dat de tijdsbelasting toch zwaarder blijkt dan hij dacht.’
Wat kun je doen om de slagingskans te vergroten?
Als het bestuur de benoeming goed voor bereidt, is de kans op afwijzing feitelijk klein. DNB verlangt de volgende acties van het bestuur: • A nalyseren van de sterke en zwakke punten van het fonds en beschrijven op welke punten de toekomstige bestuurder kan bijdragen aan de kracht en kwaliteit van het totale team. • Een functieprofiel maken op basis van deze analyse en kandidaten werven die hieraan zo goed mogelijk voldoen. DNB vindt het goed om ook buiten het bekende kringetje van pensioenbestuurders te werven. Dit om vernieuwing en een frisse, kritische blik op de huidige vraagstukken te bevorderen. Maric en Wortman zijn positief over de manier waarop het PensioenLab jongeren opleidt en begeleidt naar bestuursfuncties. • A ls de keuze is gemaakt, vult het bestuur de formulieren van DNB in. Zowel het functieprofiel als de keuze moeten worden toegelicht. Waarom is het profiel zoals het is? Waarom is voor deze kandidaat gekozen en als er concessies zijn gedaan: welke zijn dat en hoe gaat men dit tekort opvangen of aanvullen?
Maric licht toe: ‘Zo kan het zijn dat er gekozen wordt voor een daadkrachtig persoon, omdat er binnenkort flinke veran deringen moeten worden doorgevoerd. Als diegene op een ander vlak minder sterk is, kan er een tekort ontstaan, bijvoorbeeld aan kennis van beleggingen. Dan moet er wel een plan zijn hoe die kennis vóór het aantre den van de kandidaat vergaard zal worden binnen het team. En als een technisch sterk onderlegde kandidaat nog weinig ervaring heeft, moet je kunnen uitleggen hoe je diegene gaat begeleiden en de risico’s op misstappen gaat beperken.’
En wat als je ‘zakt’?
‘In de eerste plaats is er strikte geheimhou ding van de toets door DNB’, aldus Wortman. ‘Dus als de kandidaat of het bestuur de voordracht zelf niet vroegtijdig naar buiten brengt, weet de buitenwereld niets. Ten tweede betekent de conclusie: ‘onge schikt voor deze functie’ niet dat iemand niet geschikt is voor een andere interessante (bestuurs)functie in de pensioensector. Een afwijzing is vaak meer te wijten aan een verkeerde inschatting of onvolledigheid van het bestuur, dan aan de kandidaat zelf. Tot slot is de kandidaat ook zelf niet gebaat bij een functie waarin hij te veel essentiële kennis, ervaring of vaardigheden mist. DNB geeft kandidaten soms ook een advies over een geschikte richting om zich verder te ontwikkelen.’
Kunnen bestaande bestuurders ook worden getoetst?
Zittende bestuurders worden alleen getoetst bij een functiewijziging of als DNB daarvoor een zwaarwegende reden ziet. Bijvoorbeeld als bepaalde acties van een bestuurder of een bestuur reden zijn tot serieuze twijfel over de kwaliteit of de continuïteit van het fonds. ‘Dit komt niet vaak voor’, zegt Maric. ‘Maar door de maximale zittingstermijn van 12 jaar komt iedereen vanzelf een keer bij ons langs. Dat is goed. Want zo kunnen we gezamenlijk zorgen dat de kwaliteit en de degelijkheid van alle bestuurders en commissarissen gestaag groeit. En dat kan het vertrouwen van deelnemers alleen maar ten goede komen.’
....
7
Drie interne toezichthouders delen hun visie op governance in onze sector
rentecommissie
De wisselende meetlat van de rekenrente
Anne Gram is onafhankelijk adviseur en toezichthouder. Zij is op dit moment lid van diverse beleggingscommissies, van de raad van experts van Transparency International Nederland en lid RvT van: SPW, VEB en van Pensioenfonds DNB.
De rekenrente is de meetlat voor de verplichtingen van een pensioenfonds. Het draait om de vraag hoe je de verplichtingen waardeert, zodat je kunt bepalen hoeveel een fonds nú in kas moet hebben om straks de toegezegde pensioenen te kunnen betalen.
Pensioenfondsen realiseren zich gelukkig steeds beter, dat banken in veel gevallen hun tegenpartij zijn
Het gaat bij de verplichtingen om de huidige waarde van de totale stroom pensioenbetalingen, zoals die zijn toegezegd vanaf nu tot het moment waarop de langst levende gerechtigde is overleden. Tot 2007 gold voor het berekenen van de verplichtingen een vaste rekenrente van 4 procent. De marktrente kan voor langere tijd lager zijn dan deze vaste rekenrente en het pensioenfonds lijkt dan gezonder. Want hoe hoger de gehanteerde rekenrente, des te hoger de dekkingsgraad. In de nieuwe pensioenwet is vastgelegd dat pensioen fondsen voortaan de marktrente als rekenrente moesten hanteren. Voor deze invoering was de marktrente hoger dan 4%, maar vervolgens is deze geleidelijk gedaald tot ver onder dat niveau. De overstap naar marktwaardering was de belangrijkste in de hele rentediscussie.
Anne Gram, onafhankelijk adviseur en toezichthouder
Onafhankelijkheid is belangrijk “Het spanningsveld is per fonds erg verschillend. Sommige bestuurders waarderen je kennis en vragen je kritisch mee te denken over strategische vraagstukken. Anderen zien je als een bedreiging en proberen je zoveel mogelijk buiten de problematiek van het fonds te houden. Dan probeer ik vertrouwen te winnen door duidelijk te maken dat het echt de bedoeling is om samen beter te worden. Persoonlijk vind ik dat ook het mooie van deze rol. Ik kan al mijn ervaring in de financiële wereld inzetten om organisaties te helpen succesvol te zijn en tegelijk een nuttige rol in de samenleving te vervullen. Maar het is ook een verspilling van tijd en energie om te proberen de toezichthouder op afstand te houden, want uiteindelijk komt de onderste steen toch boven. Soms is het goed dat een machtsterri torium wordt doorbroken. Het bevindingenrapport van de RvT is geen vrijblijvend advies meer. Als navolging hardnekkig uitblijft zijn flinke sancties mogelijk.
Pensioenfondsen realiseren zich gelukkig steeds beter, dat banken in veel gevallen hun tegenpartij zijn. Die hebben toch vaak als voor naamste doel om zo veel mogelijk geld aan je te verdienen. Omdat het in de pensioenwereld om zo enorm veel geld gaat, zijn er altijd kapers op de kust om een procentpuntje mee te pikken. En net als in de rest van de wereld is er ook in Nederland corruptie. Verbazing wekkend vaak wordt dit binnen bedrijfsculturen als normaal ervaren. Daarom zijn klokkenluidersregelingen zo belangrijk. Om het vertrouwen van het publiek weer terug te winnen, moeten pensioenfondsen laten zien, dat ze in staat zijn om het geld van hun deelnemers tegen deze gevaren te beschermen. En dat ze hun zaken piekfijn in orde hebben.
In mei 2012 kondigde het kabinet aan dat pensioen fondsen hun verplichtingen konden gaan waarderen met een discontovoet waarbij de risicovrije rente voor lange looptijden mede gebaseerd is op een stabiele en realistische prognose van de forwardrente (ultimate forward rate, UFR). Deze UFR is vervolgens per 30 september 2012 ingevoerd, als onderdeel van het ‘Septemberpakket pensioenen’. Bij die gelegenheid kondigde het kabinet al aan dat in 2013 advies zou worden ingewonnen van een externe commissie. Die zou moeten kijken hoe deze UFR zo verstandig mogelijk kon worden vormgegeven.
Ik vind de onafhankelijkheid van het toezicht erg belangrijk. Als er te veel persoonlijke lijntjes binnen een organisatie liggen, wordt de kans toch groter dat de scherpte verdwijnt. Of dat mensen het pijnlijk vinden om te blijven doorvragen als ergens vaag over wordt gedaan. Als je erg bang bent om vervelend gevonden te worden, kun je beter geen toezichthouder worden.”
....
Op 30 augustus 2013 heeft de Commissie UFR het adviesrapport aan het kabinet opgeleverd. De commissie adviseert daarin een rentecurve te hanteren, die tot looptijden van 20 jaar gebaseerd is op de actuele marktrente. Voor looptijden van meer dan 20 jaar is de te hanteren rente een combinatie van de marktrente en een vaste impliciete langetermijn forwardrente. Hoe langer de looptijd, des meer gewicht wordt gegeven aan die vaste forwardrente. Per saldo leidt deze UFR-methodiek tot een licht lagere premie en een licht hogere dekkingsgraad. Het kabinet zal de door de Commissie voorgestelde UFR methode waarschijnlijk per 1 januari 2015 laten gelden voor de waardering van de pensioenverplichtingen.
Geen grote verschillen
Prof. dr. Onno Steenbeek was lid van de commissie. ‘We hebben ook voor pensioenverplichtingen op lange horizons een marktrente nodig, maar die markt bestaat niet. Daarom is de UFR ingevoerd. Maar het uiteindelijke effect op dekkingsgraden is niet zo groot: tot 20 jaar gebruiken we gewoon de marktrente. Pas voor de waarde van verplichtingen op horizons van dertig, veertig jaar ga je een effect zien. Verreweg het belangrijkst was de beslissing destijds om de marktrente in plaats van een vaste rente te gaan hanteren. Wij vullen het in ons voorstel iets anders in, maar het effect wijkt niet veel af. Het gaat er vooral om dat je er verstandig mee omgaat.’
....
9
Wens deelnemers: zekerheid over basisbehoeften na pensioen
Alternatief pensioen
Geld of goede zorg? Zijn alternatieve pensioenvormen een zinvolle aanvulling?
Bij het denken over de ideale inrichting van het stelsel wordt er door diverse specialisten van binnen en buiten de sector ideeën gepresenteerd over alternatieve pensioenvormen. Zo introduceert Ada van Dijk de ‘Tijdo’ en vertelt hier meer over in het interview op pagina 12/13. Mark Boumans publiceerde een uitgebreid artikel over naturapensioen in ‘Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken’. Pensioenfondsen lijken er nog niet echt warm voor te lopen, maar als we een paar passen terug doen en naar de positie van de pensioensector in de maatschappij kijken, dan zien we veel losse puzzelstukjes die nog niet helemaal in elkaar passen, maar wel interessante raakvlakken hebben. Kunnen alternatieve pensioenvormen een zinvolle aanvulling zijn op ons pensioensysteem?
In natura
Pensioen wordt vaak in verband gebracht met andere vraagstukken van deze tijd: stijgende zorgkosten en gebrek aan passende woningen voor ouderen. Het concept van pensioen in natura springt daarop in door pensioenfondsen hun
10
Overheid: meer mantel zorg en zelf oplossen
Zoektocht naar alternatieven Onzekerheid over welzijn na pensioen: politiek issue
Minder rendement ➜ pensioen beloftes en indexatie onder druk
Minder bewegingsruimte door zekerheidseisen
Staatssecretaris Klijnsma wil een brede maatschappelijke discussie opstarten over de toekomst van het Nederlandse pensioen. Zij vraagt ook de SER om advies: Hoe kunnen we het stelsel zo aanpassen, dat alle generaties zich er in thuis voelen en het toch toekomstbestendig is? Dan gaat het over knelpunten zoals solidariteit, collectiviteit en keuzevrijheid. Ook over de relatie tussen pensioenen, zorg en wonen wil Klijnsma praten. Hierdoor komen ideeën over alternatieve pensioenvormen opnieuw in de belangstelling te staan. In dit artikel bespreken we er twee: ‘pensioen in natura’ en ‘tijdsparen’.
Zorg en welzijn worden onbetaalbaar voor de maatschappij
Minder vertrouwen in pensioenstelsel
Hogere zekerheidseisen door overheid
Vergrijzing, crisis, lage rentes
Pensioen in natura: woning met aanpassings optie naar senioren woning
Kapitaalkrachtigheid van pensioenfondsen ter discussie
‘Pensioen in natura zou dan wel eens dichterbij kunnen zijn, dan we nu denken.’ Mark Boumans, beleidsmedewerker bij PGGM
‘Voor de pensioensector zou een overgang op pensioen in natura dan ook een wezenlijke vooruitgang betekenen’. Edward Schnieder, partner bij KPMG
deelnemers niet (uitsluitend) een geldelijke uitkering, maar zorg en woonruimte in het vooruitzicht te laten stellen. Dat wil trouwens niet zeggen dat pensioenfondsen per definitie zelf zorg- en woonfaciliteiten moeten gaan exploiteren. Pensioenfondsen kunnen ook indirect deze diensten aanbieden, door ze in te kopen bij gespecialiseerde aanbieders. Voor de deelnemer is het resultaat hetzelfde: de zekerheid dat hij op zijn oude dag kan voorzien in zijn meest elementaire levensbehoeften.
verschuiving, maar als een volgende stap in de evolutie van ons pensioenstelsel: ‘Belangrijk daarbij is de wil van de pensioensector om samen met andere sectoren het concept pensioen in natura verder te ontwikkelen. Ook een verandering in de maatschappelijke opvatting over pensioen is van groot belang. Pensioen in natura zou dan wel eens dichterbij kunnen zijn, dan we nu denken.’
De Nederlandse wet geeft pensioenfondsen momenteel geen ruimte om zelf zorg- of woondiensten aan te bieden, de pensioenuitkering moet in geld zijn. Een periodieke uitkering is niet verplicht, dus het zou ook een bedrag ineens mogen zijn. De Europese pensioenrichtlijn biedt wel al een opening voor rechtstreeks pensioen in natura, door in de definitie van pensioenuitkeringen te spreken van (onder meer) ‘ondersteunende betalingen of diensten in geval van ziekte, behoeftigheid of overlijden.’
Boumans ziet grote voordelen: pensioenorganisaties, zorg- en woonaanbieders kunnen dan samenwerkingsverbanden aangaan waardoor zij hun krachten en kennis kunnen bundelen en het aanbod beter op de vraag kunnen afstemmen. Het beleggingsbeleid van pensioenfondsen zal dan een andere focus krijgen en de kapitaaleisen kunnen behoorlijk veranderen. Ook het belang van indexatie kan erdoor afnemen. Toezeggingen in natura hebben een vaste waarde en bieden meer zekerheid dan geld. Boumans: ‘Je weet nu immers niet of de gewenste woon- of zorgvoorziening straks wel beschikbaar is.
Mark Boumans, beleidsmedewerker bij PGGM, beschrijft in Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken dat hij naturapensioen niet ziet als een aard
Ook Edward Schnieder, partner bij KPMG, ziet pensioen in natura als een stap voorwaarts in het pensioendenken. Het biedt oplossingen voor
problemen binnen en buiten de pensioensector. ‘Het concept leidt tot inkoopmacht en de juiste prikkels in andere sectoren, zoals de vastgoedmarkt, de zorg en de mobiliteitsmarkt. Een pensioenstelsel dat is gebaseerd op natura beloften biedt marktpartijen immers veel meer richting en zekerheid om te investeren in precies die zaken die nodig zijn om de behoeften van ouderen in de toekomst te vervullen. In de huidige onzekerheid blijven die investeringen veelal achter. Voor de pensioensector zou een overgang op pensioen in natura dan ook een wezenlijke vooruitgang betekenen,’ aldus Schnieder in Accountancynieuws. Hij ziet de komende jaren echter nog geen massale veranderingen in deze richting, maar vindt het wel nuttig om de discussie nu te starten. Hij pleit ervoor om daarbij niet de praktische of wettelijke bezwaren leidend te laten zijn, maar om de voor- en nadelen voor de samenleving tegen elkaar af te wegen. Flexibiliteit in het toekomstige systeem is volgens Schnieder een voorwaarde. Mensen moeten bijvoorbeeld langer kunnen doorwerken als dat mogelijk is en voor een groot deel zelf hun keuzes kunnen maken.
lees meer
11
Mensen met veel tijd en weinig inkomen
Alternatief pensioen
Kans om voor eigen welzijn te sparen
Geld of goede zorg? Individualisering neemt toe
Afschrijvingen op kantoren en winkelpanden
Toenemende vraag naar zorg en welzijn op maat
Samenwerking pensioen- hypotheek-, woon- en zorgaanbieders Herbestemming tot woonruimte ➜ beweging op de woningmarkt + economische injectie
Hypotheekverstrekking moeizaam, woningmarkt op slot
Collectieve solidariteit staat onder druk
Te weinig seniorenwoningen
Leegstand in kantorenmarkt en winkelgebieden: herbestemming?
Tijd voor tijdo’s Ada van Dijk is onafhankelijk
Foto: Sander Nagel
onderzoeker, pensioenspecialist en Identity Manager. In de afgelopen 7 jaar heeft zij zich, o.a. als Brandmanager bij Robeco, beziggehouden met de wisselwer king tussen merkwaarden en de manier waarop bedrijven inspelen op de behoeften van hun klanten. Haar studie service design heeft als onderwerp: ‘Can time banking change pension awareness?’
Ook Ada van Dijk ziet interessante mogelijkheden in alternatieve pensioenvormen. Voor de pensioensector zelf, maar ook voor veel daaraan gerelateerde problemen. ‘We moeten dan wel anders durven aankijken tegen de com
binatie van waarde, welvaart en welzijn’, zegt ze. ‘De communicatie van pensioenfondsen is nu sterk gericht op het geven van financieel inzicht. Dat creëert bewustzijn, maar motiveert niet tot actie. In mijn onderzoek bleek dat mensen intuïtief vaak een aardig beeld hebben van hun financiële oude dag en ook weten wat ze zouden moeten doen om die te verbeteren. Toch doet slechts 9% van de Nederlanders iets met zijn pensioen. Soms is er geen geld over, soms willen mensen de controle houden over hun geld. Veel jonge mensen dreigen af te haken als deelnemer aan een collectief pensioen, waarop zij vrijwel geen invloed hebben. Ze kopen liever een huis, of investeren in iets anders.
Hoe kunnen we mensen wél faciliteren en motiveren om aanvullend te sparen voor hun oude dag?
Stimulans voor deeltijdpensioen
Het systeem kan ook helpen de psychologische barrières te slechten die nu de ontwikkeling van deeltijdpensioen tegenhouden. Men wil vaak niet te veel inleveren op het pensioen, omdat men langer fit is en straks nog geld over wil hebben voor leuke dingen. Maar ook het statusaspect is erg belangrijk: alvast een beetje met pensioen gaan wordt als een teken van zwakte gezien. Mensen zijn bang dat ze de laatste jaren van hun carrière buiten spel komen te staan.
Heel in het kort: Een complementaire tijdmunt is een vergoeding voor tijd of een maatschappelijke taak die je hebt verricht. Die munt (we noemen hem tijdo) kun je inwisselen voor een andere maatschappelijke taak of dienst. Jij besteedt een uur aan het halen van boodschappen voor je buurvrouw. Die betaalt jou daar een tijdo voor. Met die tijdo kun je bijvoorbeeld iemand belonen die voor jou de heg knipt of je kunt ermee naar het lokale theater op een rustige avond.
Als je naast je reguliere werk een sociale bijdrage kunt leveren, voelt dat veel minder als ‘aan de zijlijn staan’. Werknemers vinden vaak nieuwe energie in zo’n heel andere functie. Ze bouwen een sociaal netwerk en sparen een maatschappelijke aanvulling op hun pensioen bijeen die straks bruikbaar is voor leuke of nuttige dingen. Private en publieke organisaties zouden hierop kunnen inspelen door maatschappelijke initiatieven te voorzien van een tijdobudget.
‘De invulling van de WMO en de participatiesamenleving kan hiermee een enorme stimulans krijgen.’
Hoe maak je zoiets waardevast? Met tijdo’s verdien je vooral ‘zachte waarde’. Om ze als een aanvulling op je pensioen te kunnen meetellen, moet je wel zeker kunnen zijn dat de sponsoren het project niet over drie jaar stoppen. Van Dijk: ‘Ik onderzoek op dit moment of tijd
WMO en waardigheid
Het sterke vindt van Dijk de eenvoud en de logica van tijdo’s. ‘Je hebt een uur geholpen en krijgt daar ook een uur voor terug. Ook de nu vaak ondergewaardeerde taken van mantelzorgers en mensen die helpen de buurt op orde te houden, worden nu tast baar gewaardeerd. De invulling van de WMO en participatie samenleving kan hiermee een enorme stimulans krijgen.’
registratie bij SVB mogelijk en wenselijk is. De vraag is of mensen begrijpen dat dan je tijdtegoed als het ware naast je AOW tegoed komt te staan? En vinden ze dat een meerwaarde? Ik kijk daarbij ook naar Amerika, waar Time Credits met rust worden gelaten door de belastingdienst. En in het Engelse Bristol kun je er je gemeentebelasting mee betalen.
In een achterstandswijk in Cardiff bleek dat mensen, die altijd alles van de regering hadden gekregen (hun huis, een uitkering) een nieuwe motivatie vonden om voor zichzelf en hun omgeving te gaan zorgen en hun talenten te ontplooien. Nu kon hun kind ineens toch naar de voetbalclub. Mensen worden bevestigd in hun nut voor de samenleving en voelen zich weer belangrijk. Anderzijds durven vooral oudere mensen eerder om hulp te vragen, omdat ze er iets voor kunnen teruggeven. Dit proces verstrekt het weefsel van de maatschappij.’
Naast zekerheid zou registratie bij de SVB ook inclusiviteit bieden: iedereen met een burgerservicenummer kan eraan deelnemen. Vrijwilligerswerkers, mensen met en zonder werk, mantelzorgers. En het is in praktische zin niet zo ingewikkeld te realiseren. Je legt gewoon tijd voor tijd vast. Een belangrijk verschil met geld is, dat er bij tijd voor tijd geen onduidelijkheid bestaat over de waarde op lange termijn. Het is niet gebonden aan een werkgever en je bepaalt zelf wanneer je het verdient of uitgeeft. Die vrijheid en eigen verantwoordelijkheid lijken mensen tot actie te motiveren. En over 15 jaar zijn er weer mensen die iets voor de maatschappij willen doen (en voor tijdo’s). Het tijdtegoed kan bovendien overdraagbaar zijn: je kunt er ook de mantelzorg voor je ouders mee vergoeden.
In haar onderzoek gaat van Dijk in op allerlei alternatieve scenario’s en onderzoekt zij de intrinsieke motivatoren. Belangrijk bleken: welzijn, gezondheid, zekerheid en een zichtbaar resultaat. Dat is waar volgens van Dijk een complementaire munteenheid een rol kan gaan spelen.
12
Van Dijk hoopt binnenkort een pilot te starten, met daarin oudere vakmensen, jonge werklozen, moeders met een laag inkomen en gepensio neerden. De pilot (in samenwerking met Qoin, Agency for Community Currencies) behelst ook een service die pensioenplanning in tijd én geld zichtbaar maakt, en zo het pensioenbewustzijn bij moeilijk bereikbare groepen bevordert.
Kleinschalige projecten o.b.v. solidariteit tussen bekenden
Als dit serieuze vormen gaat aannemen, kan het gebeuren dat er over een deel van de lokale diensten geen belasting meer betaald wordt. Zal de landelijke overheid dit accepteren?
Dat is nu nog moeilijk in te schatten. Het systeem kan ook een aantal grote problemen helpen oplossen. De sociale cohesie verbe tert en zorgkosten kunnen worden teruggedrongen. Het systeem kan zelfs een stabiliserende werking op de euro opleveren, met name in zwakke economieën. Bovendien is het WMO probleem nu bij de gemeenten neergelegd, dus enige souplesse voor mogelijke oplossingen is wel op zijn plaats. En als groepen mensen het idee eenmaal omarmen, kan het ook een politiek onderwerp worden dat stemmen oplevert.
‘Een belangrijk verschil met geld is, dat er bij tijd voor tijd geen onduidelijkheid bestaat over de waarde op lange termijn.’ Wat kunnen pensioenfondsen ermee?
Zij zouden bijvoorbeeld kunnen investeren via Social Impact Bonds. Daarbij betaalt een gemeente mee aan start-ups van projecten met een maatschappelijk doel, zoals het langer actief en zelfstandig hou den van ouderen. Zo’n project kan door besparing op WMO uitgaven bij gemeentes, heel lucratief zijn voor investeerders. Je kunt ook deelnemers motiveren om minder uren te werken, maar wel tot hun 69e door te gaan en daarnaast tijdo’s te sparen. Dit creëert ook een gezondere overgang van fulltime werken naar pensioen. Verder kan de druk op het tweedepijlerpensioen wat afnemen, doordat er een optie naast komt te staan. Ik wil de komende jaren graag met een groot pensioenfonds gaan onder zoeken hoe je dat praktisch zó kunt vormgeven, dat het voor alle partijen iets oplevert. De mogelijkheden zijn talrijk en zeer interessant. Als je de proble men in de sector op lange termijn het hoofd wil kunnen bieden, moet je nu de discussie voeren over alternatieve vormen van pensioen. Met de serieuze wil om vernieuwingen een kans te geven en om ook in te spelen op de niet-financiële behoeften van deelnemers.
....
13
afkopen van pensioenrisico’s
Jurgen Stegmann, CFO van Robeco
Harold Sieben , Vice President Finance bij Forbo Flooring.
Over Robeco
Over Forbo Flooring Systems Forbo Flooring Systems is een wereldwijde speler in projectvinyl en linoleum vloerbedekking met een marktaandeel in linoleum van meer dan 60%. Forbo Flooring Systems is onderdeel van de Zwitserse Forbo Group en heeft 14 productielocaties en kantoren in 32 landen.
Robeco, opgericht in 1929, is een vermogensbeheerder met meer dan tachtig jaar ervaring in fondsbeleggen. Het bedrijf is actief in Rotterdam, Chicago, Parijs, Zurich, Boston, New York, Mumbai en Hongkong. Robeco heeft wereldwijd ruim 1.300 medewerkers, van wie ruim 800 in Nederland.
De bruidsschat
Evenwichtig en toekomstbestendig
Het is aan de orde van de dag: bedrijven die hun pensioenrisico afkopen. Daarbij geven ze hun pensioenfonds veelal een bruidsschat mee, in de vorm van een eenmalige storting. Waarom doen ze dat, wat winnen ze ermee? In dit artikel gaan Jurgen Stegmann van Robeco en Harold Sieben van Forbo in op hun overwegingen.
Forbo Flooring in (onder meer) Assendelft stapte per 1 januari 2013 al over op een CDC-regeling. Harold Sieben is Vice President Finance bij Forbo Flooring. Ten tijde van de discussie over een nieuwe pensioenregeling was hij financieel directeur en voorzitter van Stichting Pensioenfonds Forbo. ‘We hadden een eindloonregeling, waarbij de premie voor de werkgever aan een maximum gebonden was. De deelnemers bouwden op papier twee procent per jaar op. Maar ook ons pensioenfonds is hard geraakt door de crisis. En daarnaast bleek de levensverwachting nog sneller op te lopen dan we al dachten. Voor die extra pensioenjaren hadden we niet gespaard.
Beter beheersbaar en voorspelbaar Jurgen Stegmann, CFO van Robeco: ‘Er gebeuren op het gebied van pensioen allerlei dingen tegelijk. Ten eerste een maatschappelijke beweging: is het allemaal nog wel betaalbaar, ook voor toekomstige generaties? Ten tweede de nieuwe wetgeving rond pensioenleeftijd en maximale opbouw. En ten derde onze onderneming: net als veel andere ondernemingen ervaren we al jarenlang dat de pensioenbijdrage fors omhoog gaat. Het wordt bovendien niet alleen duur, maar ook bijna onbeheersbaar.
het pensioengevend salaris in de basisregeling van ons pensioenfonds. Medewerkers betalen hiervan 4,5 procentpunt vanuit het bruto salaris, Robeco betaalt de rest. Tegelijkertijd heeft Robeco een eenmalige storting gedaan om ervoor te zorgen dat de dekkingsgraad van het pensioenfonds per 31 december 2013 op 140% komt. Dat is een flinke buffer. Het is denkbaar dat de vaste premie in een bepaald jaar te laag is voor een volledige pensioenopbouw. Er zou dan geen volledige opbouw kunnen plaatsvinden. Dat risico
‘Ik vind persoonlijk dat heel veel werknemers in Nederland zich niet realiseren in wat voor weelde ze leven wat hun pensioen betreft’ Dat zijn allemaal redenen waarom we de regeling per 1 januari 2014 hebben aangepast. Ook straks hebben we een collectieve DC-regeling tot een bepaald salaris en een excedentregeling op basis van beschikbare premie daarboven. We voldoen uiteraard aan de nieuwe wettelijke eisen. Maar de komende vijf jaar hanteren we een vaste pensioenpremie van 37% van
14
hebben we beperkt door een premiedepot van vijftien miljoen euro te vormen, betaald door Robeco, die als buffer kan dienen. De huidige bijstortverplichting van Robeco aan het pensioenfonds voor het geval de dekkingsgraad onder de 105% zou dalen, komt te vervallen. De combinatie van een vaste premie en de eenmalige bijstorting met premiedepot zorgt
voor een lichte verschuiving van het risico naar de deelnemers. Voor ons als werkgever was het doel van de veranderingen niet zozeer om de pensioenlasten te verlagen, het gaat nog steeds om zeer aanzienlijke bedragen. Maar het wordt in de nieuwe opzet wel beter beheersbaar en voorspelbaar. Aan de invoering van de nieuwe regeling is veel afstemming vooraf gegaan. Uiteraard met het pensioenfondsbestuur, waarin alle stakeholders vertegenwoordigd zijn, en met de OR. Bovendien liepen deze gesprekken in de periode waarin de overname van Robeco door ORIX speelde. ORIX werd geconfronteerd met onze pensioenregeling en noemde die ‘very rich’. Dat geldt overigens naar mijn mening voor Nederland als geheel. Ik vind persoonlijk dat heel veel werknemers in Nederland zich niet realiseren in wat voor weelde ze leven wat hun pensioen betreft en hoeveel geld er elk jaar door werkgevers voor hun pensioen wordt betaald. ORIX onderkent dat het voor Robeco met het oog op de concurrentie heel belangrijk is om een goede pensioenregeling te hebben. Achteraf kan ik zeggen dat het hele proces in goede harmonie is verlopen.’
De gemaximeerde premie bleek te laag om de opbouw in de praktijk te halen. Dat hoeft geen groot probleem te zijn als het eenmalig gebeurt, maar bij ons was het structureel. In de praktijk kwamen we uit op een opbouw van anderhalf procent. Het gevolg was een te lage opbouw in 2011 en 2012. Als gevolg van de dalende marktrente en de hogere levensverwachting was de dekkingsgraad gedaald onder het zogenaamde ‘kritieke pad’ uit het herstelplan: een korting op de pensioenaanspraken dreigde. Daarom is het pensioenfonds in de loop van 2012 naar de werkgever gestapt en die is vervolgens het gesprek aangegaan met de vakbonden. De insteek was tweeledig: bijstorten om de
....
onvoldoende opbouw aan te vullen en de korting op de aanspraken te voorkomen, plus nadenken over een aangepaste regeling. Tegelijkertijd zijn we ook meteen begonnen met de communicatie naar de deelnemers, zodat die vanaf het begin op de hoogte waren. De besprekingen vonden plaats in een ingewikkelde tijd, landelijk waren de sociale partners en het kabinet bezig met het pensioenakkoord en het was bijvoorbeeld onduidelijk wat voor wettelijke regels daaruit zouden voortkomen. Bovendien zorgde deze discussie ook voor onenigheid binnen de FNV.
de baan. Ook is vanwege de lage rente een bedrag opzij gezet voor het geval de opbouw in 2013, 2014 en 2015 in de knel zou komen. Wat er van de jaarlijkse (vaste) premie resteert, wordt gebruikt voor indexatie van de actieve deelnemers. Als ik terugkijk, dan kan ik vaststellen dat het is gelopen zoals we hoopten en er is uitgekomen wat ons voor ogen stond. De totale premie is van 18 naar 21 procent van de loonsom gegaan. Er komt dus meer binnen en we hebben voor pensioenopbouw dus meer te besteden. De nieuwe regeling is evenwichtig, toekomstbestendig en betekent ten opzichte van de oude situatie
‘Als ik terugkijk, dan kan ik vaststellen dat het is gelopen zoals we hoopten, en er is uitgekomen wat ons voor ogen stond. ’ Omdat we onderdeel zijn van een beursgenoteerd Zwitsers concern, was het gewenst om over te stappen op een collectieve DC-regeling, in combinatie met bijstorten. We hebben nu sinds 1 januari 2013 een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling op basis van beschikbare premie. De werkgever heeft een eenmalige storting van 11 miljoen euro gedaan om de financiële situatie van het fonds te verbeteren. De korting van de pensioenaanspraken was daarmee van
een verbetering voor de werkgever, het pensioenfonds en deelnemers: ongeveer 1.000 actieven, ongeveer 900 gepensioneerden en 660 gewezen deelnemers. De communicatie met de deelnemers heeft een belangrijke rol gespeeld. Maar liefst driekwart van de actieve deelnemers bezocht bijvoorbeeld de presentatie over de nieuwe regeling. Een bewijs dat het onderwerp leefde. En we stoppen ook niet met communiceren. Het onderwerp blijft op de agenda staan.’
....
15
Drie interne toezichthouders delen hun visie op governance in onze sector Anne RobGram Nagtegaal is onafhankelijk is commissaris adviseur en lid van en toezichthouder. raden van advies Zij is van op dit verschillende moment lid bedrijven, van diverse beleggingscommissies, en was intern toezichthouder van de raad bij van diverse experts pensioenfondsen. van Transparency Hij isInternational ook onafhankelijk Nederland envoorzitter lid RvT van: vanSPW, het VEB pensioenen van Pensioenfonds fonds van Blue DNB. Sky Group.
‘Soms lijkt het wel of je van elastiek moet zijn: Je moet naar alle kanten een beetje kunnen meebewegen en toch je eigen vorm vasthouden.
’
Samenhang
Een grens die je als toezichthouder moet kunnen trekken is die tussen raadsman en rechter. Dat kan lastig zijn...
In de wandelgangen: Juliette Tesselhoff
Mensen maken het verschil. In de rubriek ‘In de wandelgangen’ stellen we de medewerkers van Blue Sky Group graag aan u voor. ‘Als Account Manager moet ik me natuurlijk goed kunnen verplaatsten in de situatie van de klant. Maar vervolgens moet er intern van alles gebeuren. Dat vergt kennis van zaken, maar ook sociale vaardigheden. Dat maakt mijn werk zo interessant.’ Wat is je belangrijkste taak?
‘De vertaalslag maken van de behoefte van de klant naar de uitvoering bij Blue Sky Group en omgekeerd. De klant helpen uitvinden waaraan hij nu werkelijk behoefte heeft, en dan hier met de specialis ten bespreken hoe we dat het beste kunnen realiseren. Zorgen dat alle collega’s steeds weer bereid zijn het onderste uit de kan te halen om de optimale oplossing te beden ken en te realiseren.´
Is accountmanagement in deze sector leuk?
tie en verzekeren. Natuurlijk haal ik vaak onze specialis ten erbij om het technisch inhoudelijke advies te geven. Maar alles hangt heel sterk samen. Daarom moet ik de essentie van alle vraagstuk ken goed doorzien en de con sequenties van voorgestelde oplossingen. ‘Kan de oplos sing wel samengaan met alle andere disciplines binnen Blue Sky Group en bij de klant? En is het eindresultaat dan voor alle partijen nog interessant?’
Wat merk je van de ‘Superleuk! Ik heb binnen ons strengere eisen aan bedrijf met alles en iedereen deskundigheid? wel iets te maken! Ik kom juridische, economische en fiscale vraagstukken tegen; maar heb ook te maken met risicobeheersing, communica
16
‘De klant moet steeds beter kunnen verantwoorden wat hij doet en waarom, ook qua kosten. Hij heeft daarom meer behoefte aan inhoude
lijke uitleg en advies. Ik werk samen met het fondsbestuur van een vraagstuk naar een besluit. We zorgen dat er een helder verhaal staat waarmee het bestuur aan alle partijen kan uitleggen waarom iets besloten is en hoe we het zo gaan doen. Mijn taak is om de verwachtingen bij het pensioenfonds te managen en het plan uitvoerbaar te maken. Intern moeten de taken goed worden uitgezet. Iedereen moet snappen wat
oplossingen blijven bieden, die zo veel mogelijk resultaat opleveren. Blue Sky Group heeft daarvoor een fijne structuur en omvang. Ons ‘Wings’ administratie systeem kan echt ongelooflijk veel en is heel flexibel. Wij zijn geen tanker: we kunnen schaalvoordelen heel handig benutten en toch snel bijsturen en beslissingen doorvoeren. Maar we moeten er samen met de klant wel bovenop blijven zitten.’
Rob Nagtegaal, commissaris en lid van raden van advies van verschillende bedrijven
Toezicht is anders dan controle
moet snappen wat ‘Iedereen er moet gebeuren en wat het eindresultaat moet zijn.’ er moet gebeuren en wat het eindresultaat moet zijn.’
De uitdaging voor de toekomst?
‘Veel fondsen zitten krap bij kas en moeten aan steeds wisselende eisen voldoen. We moeten dus extra slimme
“Wat we als toezichthouders vooral niet moeten doen, is alleen maar fouten zoeken. Toezicht is iets anders dan controle. Veel zinvoller is het, om uit te vinden waar een bestuur goed functioneert en waar niet. Je moet bijsturen als het dreigt fout te gaan, niet achteraf. Met strengere straffen en ‘meer blauw op straat’ maak je naar mijn mening ook geen betere burgers.
Waar word je blij van?
Een grens die je als toezichthouder moet kunnen trekken is die tussen raadsman en rechter. Dat kan lastig zijn. Je vraagt en geeft vertrouwen, zodat je zo veel mogelijk kunt betekenen voor een bestuur. Toch kan er een punt komen dat je moet beslissen om in te grijpen. Maar hoe vroeger in het proces je samen de kansen benut om de processen te verbeteren, hoe kleiner de kans op escalatie is.
‘Van een compliment van de klant. Zij gaan er logischer wijs van uit dat ik mijn werk goed doe, dus als ze dan speciaal laten merken dat ze tevreden zijn, ben ik trots op Blue Sky Group en ook wel een beetje op mezelf!’
....
Als je als bestuurder alleen maar in een keurslijf de vastomlijnde regels van de toezichthouder mag opvolgen, is het onmogelijk om
nog ‘in control’ te zijn. Dan bestuur je geen pensioenfonds meer, maar een tram: de rails liggen vast, je kunt alleen nog harder of zachter gaan. Een slimme route kiezen of een opstopping ontlopen is er dan niet meer bij. Het probleem is bovendien, dat er dan wel heel veel macht bij de toezichthouder komt te liggen. Wie houdt daar dan weer toezicht op? En zo blijf je maar doorgaan. Toezichthouders moeten zichzelf vooral niet gaan beschouwen als een soort heilige, die gaat zorgen dat er geen fouten meer gemaakt worden. Dat kan alleen maar uitdraaien op teleurstellingen. Ook toezichthouders maken fouten. En om te voorkomen dat eerder genomen beslissingen het beoordelingsver mogen beïnvloeden, moet je toezichthouders regelmatig vervangen door nieuwe mensen, liefst ook van buiten de sector. Die kunnen zich nog oprecht verbazen over hoe bepaalde zaken bij ons in de pensioensector gaan! Daar word je beter van.”
....
17
Big data
Big Data = zegen en zorgen Iedereen wil graag privégegevens van consumenten hebben. In de digitale wereld zijn die gegevens massaal voorhanden en ze bieden reusachtige mogelijkheden. Op het commerciële vlak, maar bijvoorbeeld ook in de gezondheidszorg of om de criminaliteit te bestrijden. Het slim gebruiken van deze data betekent bijvoorbeeld dat niet bij herhaling hoeft te worden gevraagd naar gegevens die al bekend zijn. Of dat - in het geval van pensioenfondsen - deelnemers kunnen worden benaderd rond belangrijke veranderingen in hun leven, zoals een aanstaande pensionering. Ook vormt de exacte samenstelling van deelnemersgroepen belangrijke input voor het te voeren beleid. Dat is de wereld van de big data. Hoogleraar ethiek Jeroen van den Hoven over de trends en de grenzen van privacy. ‘Het moet altijd gaan om het doel waarvoor je iets doet, en wat je hebt afgesproken om dat doel te bereiken. Persoonsgegevens mag je alleen voor andere dingen gebrui ken als die andere dingen verenigbaar zijn met het doel waarvoor die gegevens zijn verzameld. Zo zal het ook staan in de nieuwe Europese richtlijn. Ook het ‘recht om vergeten te worden’ (zie kader) zal erin aan de orde komen. Het kan nog wel een jaartje duren voor die richtlijn klaar is.’
Arts weet wat hij moet doen
Prof. dr. M.J. (Jeroen) van den Hoven is als hoogleraar ethiek verbonden aan de TU Delft. Daarnaast is hij onder meer lid van de commissie ethische, juridische en veiligheidsaspecten big data en informaticaonderzoek van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
18
In de gezondheidszorg kunnen data ons ontzettend helpen. Jeroen van den Hoven: ‘De patiënt komt binnen bij de dokter. Die weet dankzij een digitaal dossier al heel veel over de patiënt. Inclusief informatie die essentieel kan zijn voor de te kiezen behandeling. Dat speelt natuur lijk nog sterker in een noodsituatie: de arts weet veel beter wat hij moet doen, en ook wat hij vooral niet moet doen. Dan kom ik weer op de doel-binding. Die data zijn uitsluitend verzameld in het belang van de gezondheid van de patiënt in kwestie. Je komt aan een grens als je diezelfde data gaat gebruiken bij de beoordeling of iemand wordt toegelaten voor een verzekering, of als ze leiden tot een hogere premie.’
Voordeel in ruil voor gegevens
Je laat het achterste van je tong zien in ruil voor meer eenvoud, meer gemak, betere dienstverlening, met het oog op je gezond heid of je veiligheid. Of omdat het je financieel voordeel oplevert. Commerciële partijen maken volop gebruik van de
nieuwe mogelijkheden om data over hun klanten te verzamelen, te analyseren en vervolgens commercieel te benutten. Jeroen van den Hoven: ‘Met je bonuskaart krijg je korting en speciaal voor jou geselecteerde aanbiedingen. In ruil daarvoor lever je gegevens. Dat is een standaard element in al die business modellen: je betaalt feitelijk met je data.’ Op een gegeven moment zijn producten in de winkel niet meer geprijsd, wat je betaalt is gekoppeld aan jouw profiel en die gegevens staan op je klantenkaart.
Vergeten door Google
Informed consent
Google moet gevoelige informatie uit de zoekresultaten verwijderen als personen hierom vragen. Het Europese Hof sprak zich onlangs uit over het zogenoemde ‘recht om vergeten te worden’ op internet. Een Spaanse man wilde dat een kranten bericht van vijftien jaar geleden niet meer zou opduiken in zoekresultaten. Binnen 24 uur kwamen er 12.000 soortgelijke verzoeken binnen – zeven per seconde. Inmiddels heeft Google een procedure geïntroduceerd voor het ‘right to be forgotten’.
Je moet snappen waarmee je akkoord gaat, de term daarvoor is informed consent. Jeroen van den Hoven: ‘Het proces van toestemmen is helemaal routine geworden. Een website vraagt je om akkoord te gaan met de algemene voorwaarden. Wil je die bekijken, dan krijg je pagina’s en pagina’s privacyregle ment. Dat gaan mensen niet lezen. Op dat gebied is veel verbetering nodig. Eigenlijk zou je moeten komen tot een compleet nieuw ICT-ontwerp, dat de privacy veel meer respecteert en de kat niet op het spek bindt. Vertrouwen is cruciaal. Raak je dat kwijt, dan kom je in de problemen. Kijk naar de clouddiensten: je zou geen harde schijf meer nodig hebben en niets lokaal op hoeven slaan, alles staat in de cloud. Maar veel mensen vertrouwen de bescherming van hun data niet, zeker als die in de VS worden opgeslagen. Dus die cloud-diensten hebben de laatste tijd flinke klappen gekregen.’
Watson weet het
In 2011 won IBM’s supercomputer Watson de spraakmakende Amerikaanse tv-quiz Jeopardy!. Watson bleek onverslaanbaar als verwerker van natuurlijke taal. Watson verwerkt natuurlijke taal, gesproken en in documenten, en is in staat om al die informatie relationeel te verwerken. En dat met een snelheid van honderden
....
miljoenen A4-tjes per seconde. Inmiddels is Watson gevoed met heel veel medische informatie en weet hij deze feilloos een diagnose te stellen. Medische kennis verdubbelt mondiaal elke vijf jaar. Artsen zijn nooit in staat om alle ontwikkelingen bij te houden. Watson wel. Watson slaagde dan ook met glans voor zijn oncologisch artsenexamen.
WRR gaat adviseren
Op 25 mei van dit jaar heeft minister Opstelten de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid gevraagd om zich de buigen over de in december 2013 door het kabinet uitgebrachte notitie “Vrijheid en veiligheid in de digitale samenleving. Een agenda voor de toekomst”. Het advies moet uiterlijk 1 juni 2015 klaar zijn. Opstelten vraagt ook het oordeel van de WRR over het verschijnsel dat het volgen en het beïnvloeden van gedrag met behulp van technologie, ook zonder dat we het merken, steeds gemakkelijker wordt.
Grote impact
Het College bescherming persoonsgege vens (CBP) waarschuwt voor de risico’s van gigantische databases. Bedrijven en overheden kunnen daaruit verbanden en behoeften destilleren waardoor zij toekomstig gedrag van mensen kunnen voorspellen, zonder dat mensen dit zelf ook maar kunnen vermoeden. “Voor veel doelen waarvoor big data wordt ingezet, zijn tot de persoon herleidbare gegevens helemaal niet nodig. De gegevens moeten dan onom keerbaar worden geanonimiseerd. Als organisaties voor hun doel wél herleid bare gegevens verwerken, dan moeten zij mensen goed informeren over wat er met hun gegevens gebeurt en hen vaak ook om toestemming vragen”, zegt Jacob Kohnstamm, voorzitter van het CBP, bij de presentatie van het jaarverslag 2013.
....
19
uitgelicht
ruud Lahr Manager Marketing en Acquisitie
Magneet fondsen
a Medi BPF D F | U g| M | SD p Limbur BPF C P | roe ner rie | Wege | Media g k tindust e p Groe en drukin Flexibel M | n verf- nnage- e edrijf | CS | o c K art kkingenb lit | Wifa o a Verp et | Ren ss C. Mi o | ODS Cebec
| t e ch Im | é ell | k | Oc Stor ns | DatawSchelde | Sieme olec | De nds r o Cont ensioenf p IHC | on id Pose
| NV | AOBnten | C | FNV redik a p e KOV | mmen | d o bisd l andsr Nede lietische e Israe ynagog Hoofds
nds nfolzijn e o i s e peng en w r zo
n dse n o f a al t e m /PMT PME
ds n o enfe o i s Penafischn Gr rijve Bed
Sinds januari 2014 is het Pensioenwoordenboek weer een term rijker: magneetfondsen. Maar wie of wat zijn die magneetfondsen eigenlijk? fenomeen? Om die vraag te kunnen beantwoorden, moeten we een klein stukje terug in de geschiedenis.
Historie
Ineens was het een ingeburgerd begrip: ‘magneetfondsen’. Maar waar komt de term eigenlijk vandaan? Als de term Googlet, dan is het oudste resultaat van 16 januari 2014: een quote van PWCconsultant Patrick Heisen op de site van IP Nederland (IPN): ‘veelal bedrijfstak pensioenfondsen waarbij kleinere fondsen zich graag aansluiten.’ Of kleinere fondsen zich nou ‘graag’ aansluiten, daar kun je over debatteren, maar dat ze zich aansluiten is een feit. En als de term ‘magneetfondsen’ nieuw is, is er dan ook sprake van een nieuw
20
De laatste paar jaar heeft zich een nieuwe beweging in de markt voorgedaan. Daarbij zijn het niet zozeer de uitvoerders die schaalgrootte proberen te realiseren, maar de pensioenfondsen. Sommige bedrijfstakfondsen voeren daar een actieve groei- of acquisitiestrategie op, zoals het Pensioenfonds Grafische Bedrijven. Tegelijkertijd zie je dat de uitvoerders zich steeds meer dedicated gaan toeleggen op de dienstverlening aan hun oorspronke lijke achterban. Het volgende citaat uit het
Top 5 Bedrijfstakpensioenfondsen
Top 5 Verzekeraars
1. Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven 2. Stichting Pensioenfonds van de Metalektro (PME) 3. Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn 4. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zoetwarenindustrie 5. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid
1. AEGON 2. Nationale-Nederlanden 3. Delta Lloyd 4. SNS REAAL 5. Achmea
eigenlijk, die magneetfondsen? En in hoeverre slagen ze erin om grote groepen fondsen aan te trekken? Van alle pensioenfondsen die de laatste vijf jaar zijn geliquideerd, heeft ongeveer één op de vier fondsen de pensioenrechten overgedragen aan een bedrijfstak pensioenfonds. Ruim tweederde van de pensioenfondsen heeft z’n toevlucht gezocht bij een verzekeraar. Je zou dus kunnen zeggen dat pensioenverzekeraars de echt ‘magneten’ zijn, aangezien de hele top van vijf van partijen waaraan pensioenfondsen hun verplichtingen hebben overgedragen bestaat uit verzekeraars.
Kortom: steeds vaker voeren bedrijfstak pensioenfondsen een groeistrategie en claimen ze hun eigen pensioenuitvoerder. Je zou bijna kunnen stellen dat bedrijfstakpen sioenfondsen aan het ‘herzaffen’ zijn.
In cijfers
De bedrijfstakpensioenfondsen die succes vol zijn in hun groei, worden tegenwoordig aangeduid als ‘magneetfondsen’, omdat ze andere pensioenfondsen weten aan te trekken. Maar welke fondsen zijn dat
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Aantal opgeheven pensioenfondsen
Aantal deelnemers (inclusief slapers en gepensioneerden)
34
59.508
82
589.495
Bron: De Nederlandsche Bank
Een nieuw begrijp
Aan het begin van deze eeuw was een trend onder pensioenfondsen om te ‘ontzaffen’, wat betekent dat zelfadmini strerende fondsen (ZAF) hun uitvoerings organisatie verzelfstandigden. Door deze ‘ontzaffing’ (ook wel ontvlechting genoemd) konden de verzelfstandigde uitvoeringsorganisaties de markt op om voor meerdere pensioenfondsen te gaan werken en op die manier schaalgrootte te realiseren.
jaarverslag van Timeos (de uitvoerings organisatie van Pensioenfonds Grafische Bedrijven) geeft dat mooi weer ‘We gingen de markt op onder onze nieuwe naam, met de bedoeling nieuwe klanten te werven en zo onze positie te versterken. Gaandeweg bleek dat te veel in te gaan tegen de toekomstvisie van onze belangrijkste klant PGB. […] Timeos is nu op weg om de volledig ‘eigen’ uitvoerder van PGB te worden. ‘En in de berichtgeving over de strategische heroriëntatie van MN komt een vergelijkbaar beeld naar voren: ‘De strategie van MN blijft vooral gericht op opdrachtgevers met een relatie met de metaalindustrie en de maritieme sector, waarbij schaalvoordelen, kennisdeling en kostenbeheersing centraal staan.’
Waarde verplichtingen
3.800.545
9.315.590
241
9.828.592 229.448 Naar verzekeraar Naar bedrijfstakpensioenfonds Naar ondernemingspensioenfonds
21
uitgelicht
Uit recente cijfers van De Nederlandsche Bank blijkt dat de kleinste pensioenfond sen vaak hun verplichtingen overdragen aan verzekeraars en dat grotere pensioen fondsen hun verplichtingen vaak overdra gen aan bedrijfstakpensioenfondsen. Overigens is het niet altijd zo dat een pensioenfonds in liquidatie alle verplich tingen naar één partij overdraagt. Soms wordt de nieuwe opbouw bij een andere partij ondergebracht dan de opgebouwde rechten. Ook komt het voor dat de opgebouwde rechten over verschillende partijen verdeeld worden. Zo zijn de pensioenrechten van de verschillende bij Pensioenfonds Imtech aangesloten werkgevers ondergebracht bij respectie velijk PME, PMT en Delta Lloyd.
Magneetfondsen
Van de bedrijfstakpensioenfondsen zijn het vooral het Pensioenfonds Grafische Bedrijven, de metaalfondsen PME/PMT en Pensioenfonds Zorg&Welzijn, die veel pensioenfondsen aantrekken. Grafische Bedrijven Het Pensioenfonds Grafische Bedrijven heeft in de afgelopen jaren vooral pensioenfondsen uit de uitgeverij weten aan te trekken: Wegener, PCM, SDU, FD Media Groep, Media groep Limburg. Daarnaast hebben de bedrijfstakpen sioenfondsen voor de verf- en drukinkt industrie en het Kartonnage- en Flexibele Verpakkingenbedrijf hun toevlucht bij PGB gezocht. Verder heeft het fonds pensioenfondsen van enkele ‘chemische’ bedrijven verwelkomd, waaronder CSM, C. Misset, Renolit, Wifac, Cebeco en ODS.
bisdommen en de Nederlands-Israelieti sche Hoofdsynagoge.
Niet voor iedereen
Zoals niet alle materialen gevoelig zijn voor magneten (denk aan hout, kunststof, aluminium,etc.), zo worden ook niet alle pensioenfondsen aangetrokken door ‘magneetfondsen’. Bovendien is het ook niet zo dat iedere werkgever zomaar bij een ‘magneetfonds’ kan aankloppen. Ieder verplichtgesteld bedrijfstakpen sioenfonds heeft een werkingssfeer en alle werkgevers die onder deze werkings sfeer vallen, zijn verplicht om zich bij het fonds aan te sluiten. Veel van de aanslui tingen bij de ‘magneetfondsen’ betreffen de ondernemingspensioenfondsen van werkgevers die in het verleden vrijstelling (ook wel ‘dispensatie’) voor de verplichte deelname in het fonds hebben gekregen, maar nu bewust de weg terug naar het bedrijfstakpensioenfonds hebben gezocht.
Hans Nijsse begon zijn loopbaan op het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Daarna heeft hij de verzelfstandiging en PPS structuur van het Loodswezen op poten gezet en was voorzitter van het ondernemingspensioenfonds van deze organisatie. Nu is hij onder meer voorzitter van de visitatiecommissies van de pensioenfondsen van KLM en Chevron.
periode van zes jaar komt neer op ongeveer twee miljard aan pensioenver plichtingen per jaar, dat is ongeveer 0,3% van het totaal aan pensioenverplichtingen van de gezamenlijke bedrijfstakpensioen fondsen. Kortom: het zijn vooral kleine pensioen fondsen die geliquideerd zijn. Daar zitten enkele bekende voorbeelden tussen (zoals Stork, Océ, HBG en Volker Wessels Stevin) waardoor soms de indruk ontstaat dat grote pensioenfondsen zich massaal liquideren. Maar laat de afdronk van dit artikel niet zijn dat magneetfond sen als een soort supermagneten de hele markt naar zich toetrekken.
....
Daarnaast is het ook mogelijk voor bedrijven die buiten de directe werkings sfeer vallen, om zich vrijwillig bij het bedrijfstakpensioenfonds aan te sluiten. Hiervoor is echter wel een duidelijke link met de sector nodig, qua bedrijfsactivitei ten of arbeidsvoorwaarden.
Als een fonds het structureel goed blijkt te doen, mag het gedetailleerde toezicht best wat worden teruggeschroefd
In perspectief
In de praktijk is een relatief klein aantal pensioenfondsen opgegaan in een bedrijfstakpensioenfonds, waarvan bijna de helft bij één van de drie hierboven beschreven fondsen. Maar op het totaal van alle pensioenfondsen is de impact van ‘magneetfondsen’ tot nu toe redelijk beperkt te noemen.
Metaalfondsen De bedrijfstakpensioenfondsen PME en PMT hebben in de afgelopen jaren enkele technische bedrijven verwelkomd, waaronder Stork, Océ, Imtech, Siemens, Datawell en Controlec. Daarnaast hebben organisaties uit de maritieme sector hun verplichtingen overgedragen, waaronder De Schelde, IHC en pensioenfonds Poseidon.
Gemiddeld zijn de afgelopen jaren zestig pensioenfondsen per jaar geliquideerd. In totaal zijn daarbij van bijna 900.000 deelnemers (inclusief slapers en uitke ringsgerechtigden) de verplichtingen overgedragen aan een andere partij. Over een periode van zes jaar komt dat neer op gemiddeld 150.000 deelnemers per jaar. Dat is ongeveer 0,8% van het totaal aantal deelnemers aan pensioenfondsen.
Zorg en Welzijn Het op één na grootste pensioenfonds van Nederland heeft in de afgelopen jaren vooral de vakbonden kunnen verwelko men: FNV, CNV, AOB en KOV. Daarnaast heeft het fonds enkele religieuze organi saties kunnen interesseren: predikanten,
In diezelfde periode is voor ongeveer 22 miljard euro aan pensioenverplichtin gen overgedragen, waarvan ongeveer tien miljard aan (in totaal 82) bedrijfstakpen sioenfondsen. Dit betekent dat gemiddeld ongeveer 100 miljoen euro per fonds is overgedragen. Tien miljard in een
22
Drie interne toezichthouders delen hun visie op governance in onze sector
ruud Lahr Manager Marketing en Acquisitie
Hans Nijsse, voorzitter visitatiecommissies van de pensioenfondsen van KLM en Chevron Pensioen prioriteiten
Om handvatten te bieden in een sterk veranderende sector stelde PBM dit keer het boek Pensioen Prioriteiten samen, als onderdeel van de PBM Dossierreeks. Het boek wil u als pensioenprofessional helpen grip te krijgen, prioriteiten te bepalen en kennis te vergroten. Specialisten uit de sector schreven de bijdragen, over onder andere risicomanagement, communicatie, beleggen en de bewegende pensioenmarkt. René Sessink, pensioenjuridisch adviseur bij Blue Sky Group, schreef het artikel ‘Liquidatie van een pensioenfonds’. Wij geven 10 exemplaren van het boek Pensioen Prioriteiten weg. Heeft u interesse? Mail dan naar
[email protected].
Afbouwen tot hoofdlijnen
‘Het is fijn om vanuit je ervaring iets te kunnen toevoegen aan belangrijke organisaties. Ik ben natuurlijk geen ‘pensioenpolitie’, maar er moet door een fonds wel gemotiveerd aandacht worden geschonken aan de bevindingen van de visitatiecommissie. Tot nu toe gaat dat heel goed hoor. Ik heb na de pensioenwet van 2007 de kwaliteit en de transparantie bij pensioenfondsen flink zien verbeteren. Bestuurders realiseren zich ook beter het grote belang van hun positie. Als een fonds het structureel goed blijkt te doen, mag het gedetailleerde toezicht best wat worden teruggeschroefd.
Ik denk dat DNB zich heel bewust is van de strijd die kleine fondsen moeten leveren om te (blijven) voldoen aan alle kwaliteit seisen. Om te voorkomen dat governance de pensioensector verstikt, moeten we ons zoveel mogelijk beperken tot twee punten: • Glashelder zijn over het feit dat het bestuur verantwoordelijk is voor kwaliteit en deskundigheid. • Transparantie afdwingen, zodat iedere directe en indirecte belanghebbende goed kan zien wat er gebeurt. Dat is met de
technologie van vandaag niet moeilijk, maar wel noodzakelijk voor het vertrouwen in de sector.
Dan zal het niveau gestaag blijven groeien, zonder dat je daarbij veel attributen nodig hebt. De Pensioenwet is duidelijk. De Pen sioencode maakt die meer dan volledig. Waarom andere partijen daarvan dan weer hun eigen versie zouden moeten maken, zie ik niet zo. Laten we het simpel en praktisch houden. In de komende jaren moeten we juist proberen al die gedetailleerde regels overbodig te maken en ze weer afbouwen tot hoofdlijnen. Een visitatiecommissie kan prima voldoen. Het aantal contact- en controlemomenten moet worden bepaald op basis van de kwaliteit, omvang en complexiteit van het fonds. Als je dan ook nog af spreekt, dat het bestuur de commissie vooraf op de hoogte brengt van plannen voor fundamentele veranderingen, dan tackle je direct het nadeel dat visitaties altijd achteraf plaatsvinden. Een permanent toezicht is dan in veel gevallen echt niet nodig.”
....