Baan -4 -4e Postbus 404 1440 AK Purmerend T (0299) 469 369 F (0299) 469 169
GESCAND OP
i w w.BaanStede.n1
Aan Burgemeester en Wethouders
- 3 MEI 2013
van de deelnemende gemeenten
Gemeente Wormerland
Afdeling : Bestuurssecretariaat
Datum: 24 april 2013
Bezoekadres: Einsteinstraat 103, 1446 VE Purmerend Onze referentie: Jaarstukken 2012 Doorkiesnummer: 0299-469170 Onderwerp: Ontwerp jaarstukken Geacht college,
Hierbij doen wij u het ontwerp jaarstukken over het jaar 2012 toekomen. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 41, lid 2 van de Gemeenschappelijke Regeling inzake het Werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland, kan de Raad van uw gemeente binnen zes weken na dagtekening van deze kennisgeving ons bestuur van zijn commentaar met betrekking tot dit ontwerp doen blijken.
Namens het dagelijks bestuur van het Werkvoorzieningsschap Zaanstreek-Waterland
BTW-nummer: NL-8073.94.270.B01 KvK-nummer: Amsterdam 343 66 063
Jaarstukken 2012 periode: 1 januari 2012 t/m 31 december 2012 Werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland
25-apr-13
Inhoud )aarverslag 2012
Programmaverantwoording Algemeen Sociaal Bedrijfsvoering
1 8 17
Paragrafen
21
Jaarrekening 2012 Balans per 31 december 2012 Programmarekening 2012 Kasstroomoverzicht 2012 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting balans Toelichting programmarekening Gemeentelijke bijdragen 2012 SiSa-bijlage, verantwoordingsinformatie WSW Controleverklaring van de onafhankelijk accountant Bijlage, Omzetten deelnemende gemeenten
27 29 30 31 34 40 51 52 53
Algemeen Jaarverslag 2012 Programmaverantwoording
Algemeen Bestuur De uitvoering van de WSW is in de regio Zaanstreek-Waterland door negen gemeenten overgedragen aan de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap ZaanstreekWaterland. Deze GR is opgericht per 1 januari 1999 en functioneert onder de werknaam Baanstede. Elk van de negen gemeenten !evert een bestuurslid voor het algemeen bestuur (AB). De vijf gemeenten met het grootste aantal geplaatste WSW-FTE's leveren de leden van het dagelijks bestuur (DB). Het AB vergaderde in 2012 op 21 maart, 18 april, 4 juli, 5 september, 28 november en 12 december. Het DB vergaderde in 2012 formeel op 1 februari, 18 april, 30 mei, en 7 november. Daarnaast kwamen de DB-leden meerdere keren bijeen als stuurgroep in het veranderingsproces (zie hieronder); bijeenkomsten waarvoor ook de AB-leden vaak werden uitgenodigd, vanwege de optimale betrokkenheid van alle bestuursleden. Het bestuur bestond in 2012 uit: DB/AB Gemeente dhr. J.R.P.L. Dings Beemster AB Edam-Volendam dhr. T.G.C. Luyckx DB+AB Landsmeer dhr. M.J. Prins (tot 28 november) AB Landsmeer dhr. J. de Boer (vanaf 28 november) AB Oostzaan dhr. E.J. Taams AB Purmerend dhr. B. Daan DB+AB Waterland dhr. B.G. Schalkwijk DB+AB Wormerland mevr. J.M.E. de Groot DB+AB Zaanstad mevr. B. Visser (tot 20 september) DB+AB Zaanstad Dhr. E. Struijlaart (vanaf 20 september) DB+AB Zeevang dhr. M.W.F. Habold AB In de GR is geregeld dat de eerste twee jaar van de bestuursperiode het bestuurslid vanuit de gemeente Purmerend voorzitter is. De laatste twee jaar is het bestuurslid benoemd door de gemeente Zaanstad voorzitter. In de AB vergadering van 4 juli is het voorzitterschap daarom door de heer B. Daan overgedragen aan mevrouw B. Visser. Mevrouw Visser is na de verkiezingen op 12 september lid geworden van de Tweede Kamer voor de VVD. Haar opvolger in Zaanstad, de heer E. Struijlaart, heeft eind september het voorzitterschap van Baanstede van haar overgenomen.
Herstructurering en transitie Het Algemeen bestuur van Baanstede heeft op 5 september 2012 het besluit genomen om alle SW-geIndiceerde medewerkers in de regio Zaanstreek-Waterland to begeleiden naar een arbeidsplek buiten Baanstede. Hiervoor is een organisatie nodig die detacheren als centrale doelstelling heeft. Er worden geen arbeidsplekken meer gecreeerd bij Baanstede. Het besluit is niet alleen op basis van financiele gronden genomen; omdat iedereen kan meedoen is het bestuur van mening dat de nieuwe werkvorm voor zowel de werknemers als de toekomstige werkgevers een kans biedt op verbetering.
paging 1
Algemeen De basis voor de herstructureringsplannen werd gevormd door een vijftal bestuurlijke uitgangspunten. In opdracht van het bestuur is de eerste heift van 2012 door een externe adviseur onderzoek gedaan naar de bereidheid van werkgevers in de regio om mensen met een arbeidshandicap een werkplek te bieden en eventueel bedrijfsactiviteiten van de huidige uitvoeringsorganisatie van Baanstede over te nemen. Het eerste halfjaar werd voor Baanstede aanvankelijk vooral gekenmerkt door activiteiten gericht op de invoering van de wet 'Werken naar vermogen' (WNV). Belangrijke elementen waren o.m. een snelle bezuiniging via de zgn. 'efficiencykorting', maar ook een herstructureringsfonds ter dekking van extra kosten in dit kader. Medewerkers van Baanstede participeerden in de projectgroep en leverden een belangrijke bijdrage voor de financiele onderbouwing van een herstructureringsplan en het advies voor de 'vermarkting' van de bed rijfsonderdelen. In april werd het herstructureringsplan opgesteld en ingediend met als doel toekomstige uitkeringen uit het herstructureringsfonds veilig te stellen. Na de val van het kabinet ontstond veel onzekerheid; dit betrof zowel de bezuinigingen op het WSW-budget, de grote lijnen van de nieuwe wetgeving en het herstructureringsfonds. Juist in het kader van dit fonds waren er dit jaar reeds omvangrijke externe kosten gemaakt. Deze zouden worden gedekt door uitkeringen uit het herstructureringsfonds, hetgeen nu niet meer opportuun is. Op 25 mei brachten leden van het bestuur, leden van de gemeenteraden, beleidsambtenaren en medewerkers van Baanstede een bedrijfsbezoek aan onze collegabedrijven Atlant en de IBN-groep. Het was een uitstekende gelegenheid om in de praktijk te zien welke keuzes zijn gemaakt door bedrijven die onderling zo verschillend en toch beide succesvol zijn. Op basis van aIle ingewonnen informatie heeft het bestuur de in december 2011 geformuleerde uitgangspunten uitgewerkt in een bestuursbesluit over de toekomst van de sociale werkvoorziening in de regio dat in de vergadering van 5 september 2012 door het AB is bekrachtigd. Kern van het bestuursbesluit: voor aIle SW-medewerkers zal een werkplek worden gezocht bij reguliere werkgevers in de regio. Detacheren is hierbij het belangrijkste instrument, dat zowel individueel als in groepsverband kan worden ingezet. Het bestuursbesluit voorziet in een geleidelijke afbouw van de huidige uitvoeringsorganisatie waarbinnen de mensen met een SW-indicatie thans een werkplek wordt geboden. Deze transitie moet in 2017 zijn afgerond. In diezelfde periode zullen bedrijfsonderdelen zoals Groen en Business Print&Post op een andere wijze verder gaan. Er komt een nieuwe, kleinere en externe, detacheringsorganisatie en voor aIle medewerkers (ook ambtenaren) wordt een nieuwe passende en duurzame werkplek gezocht buiten Baanstede. Voor intern geplaatste SWmedewerkers zal vooral sprake zijn van individuele of groepsdetachering. De besluitvorming in het bestuur en de communicatie daarover, heeft het onderwerp 'Baanstede' in aIle gemeenten in de regio op de politieke agenda geplaatst. Ook in de pers is in 2012 veel aandacht geweest voor de besluiten die het bestuur heeft genomen. De algemeen directeur van Baanstede heeft van het bestuur de opdracht gekregen een transitieplan te schrijven. In de AB vergadering van 12 december heeft het AB besloten het concept transitieplan op hoofdlijnen ter informatie te verzenden naar de gemeenteraden. Wanneer de gemeenten in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze op het transitieplan te geven en dit voldoende is onderbouwd en uitgewerkt, zal het bestuur in 2013 opdracht geven tot implementatie van de bestuursbesluiten.
pagina 2
Algemeen Baanstede organisatie Naast het bovenstaande is het volgende nog noemenswaard: ► In begin 2012 is er gewerkt aan het uitvoeren van reorganisaties van een aantal stafafdelingen. De taken van de Facilitaire Dienst (opgeheven per 1 januari 2012) zijn verdeeld over enkele bedrijfsonderdelen. In februari is er een nieuwe manager van de afdeling Re-integratie&Detachering aangetrokken en in augustus een P&O-manager die o.a. als task heeft om Baanstede op een zorgvuldige en professisonele wijze of te bouwen; ► In het voorjaar nam het bestuur het besluit de activiteit 'foodverpakken' in Zaandam te verplaatsen naar Purmerend met als belangrijkste doel kostenbesparingen. Dit heeft begrijpelijkerwijs tot zorgen en vragen geleid. Binnen Baanstede zijn mensen verantwoordelijk gemaakt voor de communicatie en 'nazorg'. De verhuizing is medio januari 2013 afgerond; ► Op initiatief van Baanstede werd op 30 maart een succesvolle Netwerkbijeenkomst voor werkgevers georganiseerd bij Ahold in Zaandam. De bijeenkomst had als thema 'Partners in waardevol werk'. Het doel van deze bijeenkomst was een werkgeversnetwerk op te bouwen om op termijn meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een plek bij werkgevers te kunnen bieden; ► Dit voorjaar startte 'Alfacheque Purmerend' als dienstverlening van Baanstede. Het is een vorm van huip bij het huishouden voor mensen met een WMO indicatie. De huip wordt verleend door een alfahuip. Dit wordt vanuit Baanstede geco6rdineerd; ► In juni zijn, na verkiezingen voor de ondernemingsraad (GeOR), 7 GeOR-leden officieel geInstalleerd; ► In 2012 kwam een nieuwe CAO voor de WSW tot stand. Voor 2012 waren er geen financiele consequenties; ► De begroting voor het volgende jaar, 2013, kwam in 2012 zeer moeizaam door de procedure. Na de val van het kabinet kwam het zgn. 'Lente-akkoord' tot stand, maar na de 2e-kamerverkiezingen bracht het Regeerakkoord voor de uitvoering van de WSW weer een ander beeld. Deze veranderingen in het voorgenomen beleid hadden geen directe (financiele) effecten voor 2012. De effecten op de begroting 2013 waren evenwel groot. De wisselende toekomstverwachtingen betekenden dan ook sterk uiteenlopende resultaatprognoses en een grote vertraging voor het vaststellen van de begrotingsstukken. Pas in het najaar ontstond een document dat ook de goedkeuring van de gemeenteraden kreeg. Door de nadere informatie van de nieuwe regering (via de kamerbrief over de contouren van de Participatiewet), waren de belangrijkste aannames hierin echter al weer achterhaald. Uiterlijk 1 mei 2013 zal een bijstelling van de begroting en meerjarenraming volgen; ► In het voor- en najaar zijn informatiebijeenkomsten gehouden voor het personeel over de bestuursbesluiten met betrekking tot de toekomst van Baanstede.
pagina 3
Algemeen Ambtelijke formatie en bezetting Al enkele jaren wordt de sector getroffen door financiele maatregelen in het WSW-budget. Deze bezuinigingsmaatregelen zijn een bron van grote financiele zorgen. In 2011 en 2012 zijn maatregelen getroffen die hiervoor tot op zekere hoogte compensatie moeten bieden. De belangrijkste component is de reductie van de ambtelijke formatie. In de loop van 2012 is opnieuw een reductie verwerkt. Omdat in 2011 reeds de minder ingrijpende reductie (vnl. via einde van tijdelijke dienstverbanden) is gerealiseerd, is deze ronde zowel moeizamer als duurder geweest. Het gaat nu immers om ambtenaren met een dienstverband voor onbepaalde tijd die onder een sociaal plan vallen. De resultaten vertonen een wisselend beeld: soms wordt een ontslagregeling bereikt, soms een regeling die uitmondt in vervroegd pensioen. De kosten van de regelingen zijn hoger dan (gemiddeld) was begroot. Enkele personen vallen nog onder de werking van het sociaal plan. Om maximale flexibiliteit in de ambtelijke bezetting te behouden, worden vacatures hoofdzakelijk via externe dienstverlening vervuld. Op korte termijn is dit door de hogere tarieven financieel minder aantrekkelijk, maar voor de langere termijn onder de huidige omstandigheden toch de betere oplossing. Er bestaat dan, anders dan bij werkloosheid na einde dienstverband van ambtelijk personeel, immers geen risico op een WW-claim van het UWV. Als gevolg van deze ontwikkelingen is ultimo 2012 kwantitatief wel de gewenste reductie bereikt. De resterende samenstelling van de ambtelijke bezetting sluit echter kwalitatief niet aan op de planning en de behoefte. Financiering en verantwoording Baanstede beheert het WSW-budget en de taakstelling van de 9 deelnemende gemeenten: zij dragen de subsidie volledig over aan Baanstede en Baanstede draagt een relevant deel over aan andere partijen die WSW-dienstverbanden realiseerden voor inwoners van die 9 gemeenten. Baanstede legt echter geen verantwoording of voor WSWdienstverbanden die door andere SW-bedrijven worden gerealiseerd. De WSWafrekeningen en de subsidiestromen (via bevoorschotting vanuit de gemeenten) zijn tijdig en correct verlopen. Door centraal beheer van taakstellingen kan er beter invulling gegeven worden aan de sociale doelstelling en wordt de vereiste kennis gecentraliseerd. Dit is gewenst omdat de bewaking van de taakstelling per gemeente steeds complexer is geworden. Sinds 2011 wordt door 'Openbare lichamen' (zoals Baanstede), de uitvoering van de WSW via SiSa rechtstreeks verantwoord. Voor de indicatoren hoefde de gemeente dus zelf niets te rapporteren. Voor andere rechtspersonen moet echter door de gemeenten zelf veantwoording worden afgelegd. In 2012 leidde deze verwarrende werkwijze opnieuw tot vergissingen bij andere partijen, waardoor het ministerie de gemeenten tot 30 september de mogelijkheid moest bieden om correcties te verwerken. Het gevolg was dat de afrekeningen over 2010 en de taakstellingen voor 2013 later werden afgegeven. Na het afronden van de dossiercontroles en het opstellen van de WSWverantwoordingsinformatie over 2012, is het overzicht met de prestatie-indicatoren opgesteld. Deze is als bijlage bij de jaarrekening opgenomen.
pagina 4
Algemeen Het programma Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) dienen verantwoordingsstukken inzicht te geven in de kosten en opbrengsten per programma. In de stukken geeft men daartoe aan wat de organisatie heeft bereikt, welke activiteiten daarvoor nodig zijn geweest en welke financiele stromen dit opleverde. Deze jaarstukken omvatten o.m. de 'programmarekening' van de activiteiten die uitgevoerd worden door Baanstede, voornamelijk de uitvoering van de WSW voor de 9 deelnemende gemeenten. De uitvoering van de WSW behelst aangepaste werkgelegenheid te scheppen voor mensen die, hoewel zij tot werken in staat zijn, als gevoig van Iichamelijke, psychische of verstandelijke beperkingen, er niet in slagen werk te vinden op de reguliere arbeidsmarkt. De wet bepaalt tevens dat de aangepaste werkgelegenheid gericht dient te zijn op het behouden dan wel het bevorderen van de arbeidsbekwaamheid van de werknemer mede met het oog op het kunnen gaan verrichten van arbeid onder normale omstandigheden. Personen die hiervoor in aanmerking willen komen, moeten woonachtig zijn in Nederland, jonger zijn dan 65 jaar en als werkzoekende ingeschreven staan. Betrokkene moet in staat zijn een minimumprestatie te leveren van 15% van een normale arbeidsprestatie, minimaal een uur aaneengesloten kunnen werken en de begeleidingstijd moet gelimiteerd zijn tot ca. 15% van de te werken arbeidstijd. WSW-taakstelling De uitvoering van de WSW wordt grotendeels aangestuurd door het ministerie van SZW via de 'taakstelling'. Het ministerie stelt jaarlijks budget beschikbaar ter financiering van de uitvoering van de WSW. Dit budget wordt per gemeente uitgedrukt in een aantal SE's (Standaard Eenheden) en met een bedrag per SE vertaald in een maximum jaarsubsidie. In veel gevallen is de uitvoering van de WSW door gemeenten via een samenwerkingsverband overgedragen aan een andere rechtspersoon, zo ook aan Baanstede. Baanstede realiseert ook SW-werkplekken voor inwoners van andere, nietdeelnemende gemeenten. Op dezelfde manier realiseren andere SW-bedrijven ook SWwerkplekken voor inwoners van de 9 gemeenten die deelnemen in Baanstede. Het gemiddeld aantal te realiseren SE's voor 2012 is eind 2011 bekendgemaakt. Het gaat voor de deelnemende gemeenten om deze aantallen: Taakstelling oorspronkelijk na uitruil Beemster 17,13 19,63 Edam-Volendam 86,59 89,59 Landsmeer 8,23 8,23 Oostzaan 12,04 12,04 Purmerend 311,39 303,89 Waterland 25,91 29,41 Wormerland 25,20 23,70 Zaanstad 459,37 459,37 Zeevang 11,71 11,71 Totaal 957,57 957,57 Hierop moet het aantal te realiseren plaatsingen van inwoners uit de deelnemende gemeenten door andere SW-bedrijven (destijds begroot op 65,00 SE, werkelijk 64,25 SE) en de plaatsingen bij Baanstede van inwoners van andere gemeenten (begroot op 14,49 SE, werkelijk 16,14 SE) gecorrigeerd worden.
pagina 5
Algemeen De gerealiseerde subsidiabele bezetting bij Baanstede is berekend op 906,09 SE. Dit was begroot op 907,06 SE, derhalve een nadelig subsidieverschil van 0,97 SE (een bedrag van € 25.081). De aantallen SW-werkplekken die andere SW-bedrijven voor inwoners van 'onze' deelnemende gemeenten realiseren, zijn voor Baanstede een bron van onzekerheid, aismede de tijdigheid van de informatievoorziening. Dit verstoort daarmee de mogelijkheic om nauwkeurig op de taakstelling te sturen, terwijI realisatie op taakstelling per gemeente juist een belangrijke doelstelling is. In augustus heeft Baanstede o.b.v. de realisaties van het eerste halfjaar en prognoses van de bezetting per gemeente, via intergemeentelijke overdracht van taakstelling, aangestuurd op optimale invulling van de taakstelling van de deelnemende gemeenten. DE 9 gemeenten hebben Baanstede gemachtigd dit zelfstandig uit te voeren.
Het aantal SW-geIndiceerde inwoners van de deelnemende gemeenten wordt relatief minder t.o.v. het landelijk gemiddelde, terwijI dit de maarstaf is voor de verdeling van de landelijke taakstelling. De taakstelling voor 2012 is daardoor bijna 20 SE gedaald t.o.v. 2011. De eindstand van 2011 was daarom te hoog voor de financieringsruimte voor 2012. Pas na enkele maanden werd weer instroom vanaf de wachtlijst toegelaten. Aan het einde van het jaar eindigden er veel tijdelijke SW-dienstverbanden, waardoor een grillig verloop ontstond. Voor sommige gemeenten is helaas een overrealisatie op de WSW-taakstelling ontstaan (van in totaal 6,94 SE), waarvoor de betrokken gemeenten dus geen rijkssubsidie ontvangen. Dit loopt over de programmarekening van Baanstede zodat er op dit onderdeel niet financieel afgerekend hoeft te worden. Voor andere deelnemende gemeenten ontstond een onderrealisatie (totaal 3,19 SE), waarvoor de betrokken gemeenten dus rijkssubsidie zullen moeten terugbetalen. Omdat de budgetten volledig aan Baanstede werden overgedragen, zal Baanstede het teveel ontvangen bedrag terugstorten. Het subsidiebedrag voor 2012 is vastgesteld op (afgerond)€ 25.939 per SE. Dit bedrag is door de indexatie 0,7% hoger dan het definitieve bedrag van 2011. De bate wegens subsidieoverdracht is voor gemeenten met een overrealisatie gebaseerd op het maximaal subsidiabele deel, dus tot het niveau van de taakstelling. Voor gemeenten met een onderrealisatie is de bate gebaseerd op het subsidiabele deet van de realisatie. Over de uitvoering van de WSW wordt formeel verantwoording afgelegd via de zgn. 'WSWverantwoordingsinformatie'. Dit document bevat gegevens over een viertal prestatieindicatoren voor alle gemeenten waarvan inwoners in 2012 in het zorgkader van Baanstede vielen. Baanstede Iegt geen verantwoording of over SW-dienstverbanden die door andere SW-bedrijven zijn gerealiseerd voor inwoners van de deelnemende gemeenten. De SiSa-bijlage is in de jaarrekening opgenomen. Pas als alle SW-bedrijven de gecertificeerde WSW-verantwoordingsinformatie over 2012 hebben ingediend, kunnen de definitieve afrekeningen met de gemeenten opgesteld worden. Het zou het samenstellen van deze jaarstukken te zeer ophouden om daar op te wachten. Derhalve zijn de resultaten van de eigen waarnemingen gebruikt om de relevante balansposities en baten op te nemen.
paging 6
Algemeen SW-dienstverbanden voor onbepaalde tijd gaan samen met vrijwel onaantastbare rechten. In deze tijden van grote onzekerheid over de toekomstige uitvoering van de WSW omvat dat een enorme claim en een grote beperking in de keuzevrijheid t.a.v. de beschikbare middelen. In 2011 was daarom door het bestuur besloten zo min mogelijk WSWdienstverbanden voor onbepaalde tijd te hebben. In de jaren 2010 t/m 2012 zijn SWgeIndiceerden ingestroom met tijdelijke dienstverbanden. Deze kunnen max. 2 maal verlengd worden en max. 36 maanden duren. In genoemd beleid is daarna terugplaatsing op de wachtlijst onvermijdelijk. In 2012 is dat voor ca. 50 personen het geval geweest. Begeleid Werken Baanstede voert voor een groot deel van de Begeleid Werkenden trajecten en jobcoaching uit. Op grond van de verordening voor PGB's heeft echter ook een aantal geplaatsten gekozen voor een externe begeleidingsorganisatie. Baanstede betaalt wel zelf de loonsuppleties uit. De begeleidingsorganisaties declareren de kosten voor de begeleiding, uitgaande van de in de verordening vastgelegde normen. Andere doelgroepen Baanstede voert zelf ook trajecten uit voor niet-SW doelgroepen. Langdurig werklozen kunnen een dienstverband krijgen bij de stichting Regiobaan, bij Baanstede werkervaring opdoen en/of gedetacheerd worden bij werkgevers met als doel het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt. Het gaat echter ook om trajecten binnen het Workfirstconcept, waarin bijv. bijstandsgerechtigden geactiveerd worden met het oogmerk de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen en zo mogelijk te re-integreren. Dit resulteert ook in een betere benutting van de infrastructuur van Baanstede. In 2012 is het aantal niet-SW-trajecten sterk teruggelopen. De belangrijkste oorzaak is het dalende overheidsbudget voor participatie. Voor de optimale benutting van de infrastructuur van Baanstede is dit een teleurstellende ontwikkeling.
pagina 7
Sociaal
Sociaal In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de sociale elementen uit het programma.
Uitvoering Wet Sociale Werkvoorziening Wachtlijst Ontwikkeling SW-wachtlijst o.b. v. instroomdatum Op eigen verzoek worden personen door het UWV voor de WSW geIndiceerd. Als zij tot de doelgroep worden toegelaten, worden zij op de WSW-wachtlijst geplaatst. Per ultimo Aantal personen wachtlijst Als % van de taakstelling Gemiddelde wachtduur in jaar
2009 254 28,3% 1,36
Financieringsruimte in SE
897,37
2010 314 36,5% 1,70 860,37
2011 139 15,0°k 1,42 928,84
2012 113 12,4% 1,50 909,46
Door uiteenlopende omstandigheden of achtergronden worden personen op de wachtlijst (terug)geplaatst o.b.v. de oorspronkelijke indicatiedatum (bijv. of voor personen die weer beschikbaar zijn voor arbeid). Deze datum is bepalend voor de volgorde. Voor sommige personen ligt deze ver in het verleden, waardoor de wachtduur ogenschijnlijk zeer lang lijkt. Om een vertekend beeld to voorkomen wordt de gemiddelde wachtduur daarom berekend o.b.v. de 'instroomdatum'. Genoemde aantallen zijn incl. personen op de zgn. 'subwachtlijst'; personen die tijdelijk niet voor arbeid beschikbaar zijn. In 2012 is de wachtlijst door SW-plaatsingen korter geworden. Bovendien verlieten een aantal personen om diverse redenen de wachtlijst. In 2012 werden per saldo slechts 32 personen aan de wachtlijst toegevoegd. Uit cijfermateriaal van het UWV zelf is gebleken dat UWV-Haarlem van 2011 t.o.v. 2010 bijna 50% minder nieuwe SW-beschikkingen heeft afgegeven. Landelijk was de daling 25%. Baanstede ontving in 2011 55% minder nieuwe SW-indicaties. Het UWV-Haarlem heeft landelijk gezien afwijkende kengetallen en t.o.v. het werkgebied van Baanstede is de afwijking nog iets groter. Naar leeftijd en BW-advies 15-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-65 jaar Totaal
ja 1 12 5 6 3 27
nee 22 12 18 30 4 86
pagina 8
Totaal 23 24 23 36 7 113
Sociaal Naar jaar van instroom en gemeente t/m 2009 Beemster Edam-Volendam Landsmeer Oostzaan 1 Purmerend 4 Waterland 1 Wormerland 1 Zaanstad 6 Zeevang Totaal 13
2010
2011
2012 4 4
12
14 2 3 24
1
9 1 14 25
11 1 24
51
Totaal 4 5 0 1 39 3 5 55 1 113
Wachtlijstverloop Beginstand le WSW indicatie Herplaatsing BW-arbeidsovereenkomst Intrekking door gemeente Plaatsing i.h.k.v. WSW Reguliere arbeid Verhuizing uit werkgebied AWBZ-voorziening Overige redenen Eindstand
2011 314 32 19 8
bij bij af af af af af af af
137 17 6 58 139
2012 139 28 27 1 10 47 2 6 2 13 113
Communicatie Gedurende het jaar zijn diverse informatiebijeenkomsten voor aIle medewerkers gehouden. Hierin zijn zij door bestuur en directie op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rond de relevante wet- en regelgeving en vooral de bestuurlijke beleidsvoornemens en de mogelijke consequenties daarvan. Deze bijeenkomsten werden uitstekend bezocht; vele medewerkers maakten van de gelegenheid gebruik vragen te stellen of opmerkingen te plaatsen. Elk jaar worden de personen, die per jaarultimo op de wachtlijst staan, schriftelijk, telefonisch of persoonlijk benaderd voor de zgn. 'beschikbaarheidtoetsing'. Om personen op de wachtlijst inzicht te verschaffen over de verwachte of resterende wachttijd, is een geanonimiseerde versie van de wachtlijst op de internetsite van Baanstede gezet. Betrokkenen kunnen zich hiermee, o.b.v. van alleen bij henzelf bekende gegevens, een beeld vormen van hun plaats en het verloop op de wachtlijst.
pagina 9
Sociaal Instroom Het jaar 2012 kende een beperkte WSW-gerelateerde instroom. Van nieuwe medewerkers wordt een instroomtrajectplan gemaakt zodat de direct leidinggevende hiermee aan de slag kan en via het clientvolgsysteem kan evalueren en het traject kan vervolgen. Instroom uit niet-SW doelgroepen was er nog in afnemende mate, m.n. door het contract voor WWB-ers met Zaanstad en Oostzaan. Deze instroomvorm is in de loop van 2012 tot stilstand gekomen. Ook de niet-SW-instroom van andere opdrachtgevers was gering.
WSW-taakstelling De WSW-taakstelling per gemeente ontstaat door de landelijke taakstelling toe te rekenen naar rato van het aantal WSW-geIndiceerde inwoners op de peildatum. Voor het jaar 2012 was de peildatum 31 december 2010. De taakstelling luidt in SE's en dit is maatgevend voor het volume van het subsidie in euro's en wijkt of van het aantal FTE's door de handicapcategorie. Zo telt 1 FTE in de handicapcategorie 'Ernstig' als 1,25 SE (de overige FTE's tellen als 1 SE). Het doel is de taakstelling zo nauwkeurig mogelijk te benaderen. Omdat de taakstellingen per woongemeente zijn vastgesteld kan een deel van de taakstelling van de deelnemende gemeenten ook door andere SW-bedrijven gerealiseerd worden. Anderzijds realiseert Baanstede ook een deel van de taakstelling van nietdeelnemende gemeenten. Voor zover Baanstede daar invloed op kan uitoefenen is de toegestane afwijking per gemeente 1 SE. In 2012 hebben zich de volgende mutaties in het bestand met SW-gelndiceerden met een dienstverband voorgedaan (in SE's): voor deelnemende gemeenten door voor niet totale andere subtotaal deeln. bezetting eindemaand standen door SW- ter gem. door bij per: Baanstede bedrijven bewaking Baanstede Baanstede januari 899,68 66,98 966,66 18,24 917,92 februari 894,69 66,00 960,69 18,24 912,93 maart 888,36 66,00 954,36 17,40 905,76 april 891,70 66,00 957,70 17,20 908,90 mei 64,00 957,52 893,52 16,20 909,72 juni 899,65 63,00 962,65 15,20 914,85 juli 901,60 64,00 965,60 15,20 916,80 augustus 63,00 15,20 901,03 964,03 916,23 september 63,00 904,98 967,98 15,20 920,18 oktober 900,03 63,00 963,03 15,20 915,23 november 897,95 63,00 960,95 15,20 913,15 december 891,69 63,00 954,69 15,20 906,89
pagina 10
Sociaal In deze tabel zijn verwerkt de dienstverbanden in het kader van Begeleid Werken, de dienstverbanden die andere SW-bedrijven realiseren voor inwoners van deelnemende gemeenten en de dienstverbanden die Baanstede realiseert voor niet-deelnemende gemeenten. Dit is een projectie van deze cijfers: Verloop WSW 2012
• • •
925
Realisatie Baanstede Financieringsruimte Voortschrijdend gemiddelde
920 915 910 905 900 -& (i> 6 6 .§') a.Zc • .c . , c. x)6 sc. ,e,e, Oo ,,,, , e o‘t- Ae ,ce o C, a.0 coe2 be'
e ,„9
De uiteindelijke gerealiseerde standen per gemeente zijn: Gemeente SE Beemster 0,77- onderrealisatie Edam-Volendam 0,52- onderrealisatie Landsmeer 0,65 overrealisatie Oostzaan 0,53- onderrealisatie Purmerend 2,15 overrealisatie Waterland 0,51- onderrealisatie Wormerland 0,86- onderrealisatie Zaanstad 3,27 overrealisatie Zeevang 0,87 overrealisatie 3,75
Verslag van de Gemeenschappelijke Ondernemingsraad (GeOR) In 2012 heeft de ondernemingsraad in een speciaal daartoe belegde vergadering in februari besloten het huishoudelijk reglement op het punt van te bezetten aantal zetels terug te brengen van 15 naar 7. Verder werd besloten collectief terug te treden en verkiezingen te organiseren om de vacante zetels te bezetten. Reden voor deze besluiten was dat de raad in de voorliggende periode kwalitatief en kwantitatief, gelet op de te verwachten ontwikkelingen op het nationale en regionale vlak, te zwak was geworden om nog adequaat te kunnen functioneren. In juni van het jaar trad de nieuwe afgeslankte raad na verkiezingen aan. De ondernemingsraad kwam in zijn oude samenstelling nog 3 keer bij elkaar voor een overleg met de bestuurder. De nieuwe raad vergaderde, met de installatievergadering inbegrepen, nog 5 keer in het verslagjaar met de bestuurder. In die vergaderingen werden 2 instemmingaanvragen en 2 adviesaanvragen besproken. Verder kwamen 27 andere verschillende onderwerpen aan de orde. Het bestuursbesluit van september over de transitie was natuurlijk het meest belangrijke onderwerp.
pagina 11
Sociaal Hoewel de raad door de succesvol afgelopen verkiezingen in kwalitatief opzicht een enorme sprong voorwaarts had genomen, moest extern advies worden ingewonnen. Met name het bestuursbesluit maakte externe advisering noodzakelijk. De adviezen werden betrokken van de bond ABVA-KABO en adviesbureau Mede dat ook de trainingen voor de ondernemingsraad verzorgde. De GeOR ziet zich in de komende tijd voor grote uitdagingen geplaatst.
Ambtelijk personeel In 2012 is opnieuw een reductie in de ambtelijke formatie uitgevoerd. Om op de gewenste reductie uit to komen, werd o.m. besloten tot opheffing van de Facilitaire Dienst en het bedrijfsmaatschappelijk werk. De betrokkenen medewerkers werden boventallig verklaard. De betrokken medewerkers hebben echter ambtelijke aanstellingen voor onbepaalde tijd, waardoor het sociaal plan van toepassing is. Deze kent een maximale looptijd van 2 jaar en heeft hogere frictiekosten tot gevolg. Bovendien veroorzaakt de reorganisatie een minder optimale mix van de ambtelijke bezetting, hetgeen ten dele werd gecompenseerd door inhuur van externe krachten. De realisatie hiervan heeft geleid tot ca. € 423.000 aan herstructurerings- of frictiekosten die in 2012 in de diverse hier relevante kostensoorten zijn opgenomen. Het betreft gemaakte kosten voor loondoorbetalingen aan boventallig verklaard ambtelijk personeel, eenmalige uitkeringen en toevoegingen aan de voorziening voor personeelskosten, m.n. ter dekking van de (toekomstige) WW-claims van het UWV. Andere vormen van herstructureringskosten zijn elders verantwoord. In 2012 traden 3 niet-gesubsidieerde medewerkers in dienst (2,89 FTE). In dezelfde periode eindigde het dienstverband van 9 ambtenaren (8,44 FTE). Uit de nieuwe SW-instroom ontstaan echter helaas geen nieuwe sleutelmedewerkers meer. Naarmate bestaande SW-sleutelmedewerkers door pensionering zullen uitstromen, zullen er in de bedrijfsvoering tijdelijke oplossingen gevonden moeten worden. Per 31 december 2011 was het aantal niet-gesubsidieerde FTE's bij Baanstede in totaal 68,95. Per 31 december 2012 was dit 63,40 FTE's. Er was een jaargemiddelde begroot van 66,5 FTE, gerealiseerd is gemiddeld 65,45 FTE.
Samenstelling dienstverbanden per 31 december 2012 Soort dienstverband personen in FTE Ambtelijk 68 63,41 Begeleid Werken 82 70,98 Regiobaan 12 11,00 WSW 944 818,30 1.106 963,69
2011 personen in FTE 74 68,95 85 74,23 20 17,72 966 840,68 1.145 1.001,58
Daarnaast is nog een beperkt aantal personen zonder dienstverband als client bij Baanstede in traject.
pagina 12
Sociaal De samenstelling (naar primaire afdeling) van de medewerkers met een SW of BWdienstverband per ultimo 2012 luidt in FTE als volgt: Bedrijfsonderdeel DetacheIndustrie& Business ring en Gemeente diensten Post&Print BW Overig Groen Totaal Beemster 1,44 1,00 5,89 7,61 15,94 Edam-Volendam 29,19 8,94 17,88 28,12 2,50 86,64 Landsmeer 4,06 2,67 2,00 8,72 Oostzaan 2,67 3,00 3,47 9,13 Purmerend 120,62 25,72 58,36 61,81 14,61 281,12 Waterland 9,32 0,89 6,44 10,56 27,21 Wormerland 3,67 2,33 5,56 7,78 0,89 20,22 Zaanstad 123,25 32,13 104,60 140,33 12,92 413,23 Zeevang 3,17 1,00 2,11 5,80 12,08 Niet-deeln. gem. 3,17 1,67 5,74 3,00 1,42 15,00 Totaal 300,55 73,69 212,25 270,47 32,34 889,29 Medewerkers die direct vanuit en door de bedrijfsonderdelen groepsgewijs zijn gedetacheerd (al dan niet met eigen leiding), meestal tijdelijk, staan hier t.b.v. de volledigheid opgenomen onder het bedrijfsonderdeel van oorsprong. Ditzelfde geldt voor de groep SW-sleutelmedewerkers. De kolom 'Detachering en BW' betreft personen die structureel en individueel elders werkzaam zijn. Handicapcategorie Ernstig Licht/matig Oude doelgroep (matig) Tota a I
Dienstbetrekkingen FTE 0/0 73,65 8,3% 356,48 40,1% 459,16 51,6% 889,29 100,0%
Wachtlijst personen ok 26 23,0% 87 77,0% 0,0% 113 100,0%
Uit een analyse van deze gegevens blijkt ook dat ruim 50% van de actieve WSWdienstverbanden een oorspronkelijke indicatiedatum heeft uit 1997 of eerder. Dit betekent dat deze medewerkers tot de zgn. 'oude doelgroep' behoren. Deze groep kent de handicapcategorie 'Ernstig' niet en behoeft niet te worden geherindiceerd. Het salaris is relatief hoog. Uit de UWV kwartaalrapportages blijkt dat de mate waarin het UWV in onze regio personen indiceert in de categorie 'Ernstig' lager is dan het landelijk gemiddelde. Omdat deze groep voor de berekening van de realisatie op de WSW-taakstelling meetelt met de factor 1,25 moet Baanstede meer WSW-dienstbetrekkeningen aangaan (en dus meer loonkosten maken) om de taakstelling optimaal te benutten. Dit heeft een negatieve invloed op het subsidieresultaat. De gemiddelde leeftijd op 31 december 2012 is 46 jaar (ongewijzigd t.o.v. 2011). Naarmate de leeftijd oploopt, neemt de productiviteit of en vanaf de leeftijd van 58 jaar ontstaan additionele verlofrechten conform de WSW-CAO. De gemiddelde duur van het dienstverband op 31 december 2012 is 15 jaar. Dit kengetal is t.o.v. 2011 met 1 jaar opgelopen.
pagina 13
Sociaal Re-integratieladder Baanstede streeft ernaar zoveel mogelijk SW-medewerkers gesubsidieerd te plaatsen bij reguliere werkgevers. Daar dit voor vele van de meeste SW-medewerkers niet of nog niet mogelijk is, zijn de werkplannen erop gericht de werknemersvaardigheden en zelfredzaamheid zodanig te ontwikkelen dat voor zoveel mogelijk SW-medewerkers externe plaatsing haalbaar wordt. Uiteraard vraagt dit medewerking en inzet van reguliere werkgevers. De stand van zaken op 31 december 2012 naar plaats op de werkladder voor de groep WSW-medewerkers is: 3x 1/3 trede omschrijving FTE Extern individueel 1 Ongesubsidieerd 34,3% 2 Begeleid Werken 70,98 3a Individueel gedetacheerd (extern) 141,27 3b Sleutelmedewerkers 92,73 Extern in groep 4 Groepsdetacheringen 100,00 38,7% 5 Werken op locatie 243,98 Beschut intern 6 Beschut intern 240,33 27,0% 7 Test&training 889,29 Indeling naar werkladdertrede 4e Individueel gedetacheerd (extern) 16% Sleutelmedewerkers (intern) 10% Groepsdetacheringen 11%
Uiteraard vraagt externe plaatsing medewerking en inzet van reguliere werkgevers. Gezien de huidige economische omstandigheden zijn vele werkgevers terughoudend bij het in dienst nemen van SW-medewerkers. Detacheringen zijn nog wel mogelijk, doch vooral tegen lage uurtarieven. In een aantal gevallen worden (individuele) detacheringen of plaatsingen in BW juist beeindigd.
Loonkosten SW-medewerkers De loonkosten per WSW-FTE liggen bij Baanstede ruim boven het landelijke gemiddelde. De SW-loonkosten vormen een groot deel van de lasten op de programmarekening maar zijn op korte termijn en intern slechts moeizaam te beInvloeden. Baanstede kent een relatief groot aantal SW-sleutelmedewerkers. Enerzijds hebben die een tamelijk hoog salaris, anderzijds vervangen zij ongesubsidieerd personeel. De WSW-CAO laat het toe het minimumloon gedurende maximaal 5 jaar aan te houden, zolang men nog in het instroomtraject zit. Daarna wordt dit op functieloonniveau gebracht.
pagina 14
Sociaal In 2010 werd het WSW-subsidiebedrag per SE niet geIndexeerd voor de ontwikkeling van de loonkosten, voor 2011 is het bedrag met bijna 5% verlaagd. Over 2012 is er weer een kleine indexatie toegepast van 0,702%. Het verschil tussen de SW-loonkosten en het ertegenover staand subsidie (=het subsidieresultaat) is daardoor in 2012 verder verslechterd. De WSW-loonkosten stijgen, met deze belangrijke oorzaken: ►Afspraken voor generieke loonsverhogingen (WSW-CAO); ►Verhogingen van het Wettelijk MinimumLoon (WML); ►Plaatsing van personen op WML-niveau naar functieloonschalen omdat die personen die niet meer in ontwikkeltraject zijn (en na max. 5 jaar); ►Salarisgroei van personen door promotie naar hogere schalen of tredes binnen de WSW-loonschalen. Daarnaast wijzigen de loonkosten door ontwikkeling in de sociale lasten of maatregelen in de sfeer van afdrachtverminderingen. De WSW-CAO eindigde op 1 februari 2011. De onderhandelingen over een nieuwe CAO hebben inmiddels tot resultaat geleid, echter zonder effecten op 2012. Onderverdeling naar loonschaal interne SW-dienstverbanden per 31 december 2012: Schaal Baanstede WML/0 17,3% A 1,7% B1 11,4% B2 12,9% Cl 20,6% C2 11,0% D1 4,9% D2 7,6% E 7,6% F 3,5% G 0,7% H 0,5% I 0,4%
Arbo, bedrijfsmaatschappelijk werk en ziekteverlof Met ingang van 1 april 2012 is BaanStede veranderd van arbodienst. Om tot een goede keuze te komen, zijn, na een voorselectie, een drietal arbodiensten uitgenodigd om een presentatie te geven over hun dienstverlening. Door een delegatie vanuit BaanStede bestaande uit leidinggevenden, trajectmanager, personeelsadviseurs, OR en coordinator Poortwachter is gekozen voor ArboConcern uit Noordwijk. Voorafgaand aan de presentaties waren de criteria waaraan de arbodienstverlening voor BaanStede dient te voldoen ter beschikking gesteld aan deze arbodiensten.
pagina 15
Sociaal Vanaf 1 januari 2012 huurt BaanStede een bedrijfsmaatschappelijk werker in via GIMD, een landelijke organisatie, gespecialiseerd in bedrijfsmaatschappelijk werk. Bij bedrijfsmaatschappelijk werk gaat het om psychosociale problematiek die niet door leidinggevenden of door reeds betrokken externe instanties kan worden begeleid en opgelost. Bij psychosociale problematiek hoeft er geen relatie te zijn met arbeidsongeschiktheid, maar dit kan uiteraard wel aan de orde zijn.
14%
Verzuimpercentages WSW 2012
13% 12% 11% 10%
■
per maand
-voortschrijdend gemiddelde
9%
i
N,111 0 ',1' 0 1.1' , N. 0 1'. 1' 0 p 0 0 \l, 0 I 0 'V 1,0 1 , 11, 1, 1, , p ,c 1, 1, c' 4\ .- fr,`°) 429 ce e ssiC) ‹C‘c ,
ic
In het ziekteverlofpercentage is bij de WSW-ers te zien dat dit gedurende de eerste helft van het jaar een lichte daling liet zien. In het vierde kwartaal is dan weer een lichte stijging te zien om uiteindelijk iets boven het niveau van begin 2012 te eindigen. Een verklaring hiervoor is dat begin oktober door het bestuur van BaanStede aan alle medewerkers het bestuursbesluit is toegelicht. Een andere oorzaak zijn de seizoensinvloeden: in het najaar/winter is het ziekteverlof traditiegetrouw altijd hoger. Het ziekteverlofpercentage voor de ambtenaren laat een ander beeld zien. Dit is vanaf januari 2012 sterk gestegen. Dit wordt mede veroorzaakt door langdurige ziekteverlofsituaties, maar ook hier is het bestuursbesluit van invloed. Het in 2010 opgestelde en deels ingevoerde gezondheidsbeleid is geactualiseerd en zal in 2013 verder geImplementeerd worden binnen Baanstede. Bij gezondheidsbeleid staat niet ziekte of verzuim centraal, maar de vraag 'hoe kunnen we ervoor zorgen dat onze medewerkers met plezier en in blijvende gezondheid werken'. Gezondheid moet dan meer gelezen worden als vitaal zijn, betrokkenheid bij het werk en productiviteit, dan als afwezigheid door ziekte. In het laatste kwartaal van 2012 zijn er aan de leidinggevenden van Baanstede verzuimtrainingen gegeven. In de training is Wet verbetering Poortwachter besproken en de invulling daarvan binnen BaanStede. Aan alle leidinggevenden zijn handvatten en tips gegeven.
De SW-Adviesraad Zaanstreek-Waterland Op grond van de verordening 'Clientenparticipatie', die door alle aan de GR deelnemende gemeenten is vastgesteld, is er een gezamenlijke SW-raad voor de hele regio. De SW-raad bestaat uit 8 leden; voornamelijk SW-geIndiceerden, die werkzaam zijn bij Baanstede of bij een ander SW-bedrijf, begeleid werken, of op de wachtlijst staan.
pagina 16
Bedrijfsvoering
Bedrijfsvoering Bedrijfsonderdelen, algemeen
Rechtmatigheid Baanstede kent een controleprotocol (normenkader). Het daarin verwoorde beleid is sturend voor de interne en externe controle. In 2012 is verder gewerkt aan de professionalisering van de interne controle. Ook de interimcontrole van de accountant speelt in dit proces een rol. De combinatie ervan heeft geleid tot bevindingen die aanleiding geven tot verdere verbetering van de administratieve organisatie. In de toelichting op de programmarekening is ook een analyse van de begrotingsrechtmatigheid opgenomen. Organisatiestructuur Onder het bestuur is een Algemeen directeur aangesteld die de dagelijkse operationele zaken aanstuurt en opereert binnen een directiestatuut. Hij wordt daarbij terzijde gestaan door een management-team bestaande uit 3 bedrijfsleiders en 3 managers van stafafdelingen. De bedrijfsleiders kennen in hun bedrijfsonderdelen van het leerwerkbedrijf afdelingen of rayons met elk een verantwoordelijk leidinggevende. Personeelsbeleid De afdeling P&O stond in 2012 vooral in het teken van de verandering. Wisseling van managers hield ook wisseling van koers in. De Personenadministratie van clienten is samengevoegd met P&O. Er bleek onvoldoende zicht op het opbouwen van de personeelsdossiers in het kader van functioneren, ontwikkeling, ziektetrajecten en ontslagzaken. Door het samengaan van de afdelingen kan er meer gestuurd worden op eenduidig beleid en uitvoering. P&O heeft de koers uitgezet voor de komende jaren gedurende het transitieproces. Professionalisering van de dienstverlening vanuit P&O staat bovenaan. Daar is in 2012 alvast een begin mee gemaakt.
pagina 17
Bedrijfsvoering Operationele zaken Re-integratie en detacheren en Begeleid Werken In maart 2012 is voor de nieuwe afdeling R&D een nieuwe manager aangetrokken. Het eerste half jaar is naast de lopende zaken een team gesmeed, zijn de werkprocessen vereenvoudigd en gestructureerd en is de focus meer op de uitstroom naar werk komen te liggen. In het algemeen is de afdeling bedrijfsmatiger aangestuurd, zijn verliesgevende onderdelen afgestoten en hebben de medewerkers zich aan targets gecommitteerd. In een krimpende markt, heeft dit geresulteerd in een hogere omzet en een beter resultaat dan in 2011. Voor zowel de Re-integratie, maar vooral voor de Detacheringen is halverwege 2012 een Mobiliteitscentrum opgericht. Een centrale, zichtbare plek waar alle vacatures binnen komen en waar de SW-medewerker voor vragen terecht kunnen. Doordat in 2012 de uitstroom van SW-medewerkers goed op gang is gekomen (in vergelijking met voorafgaande jaren) kampte de afdeling eerder met een instroomprobleem dan met een uitstroomprobleem. De afdeling heeft in ieder geval hogere ambities dan de kaders van Baanstede aan geven. De verwachting is dat in 2013, met de plannen van het bestuur in de hand, de uitplaatsing van de medewerkers naar reguliere werkgevers de hoogste prioriteit zal krijgen. Daar waar 2011 zich kenmerkte door een aantal grote opdrachten voor BaanStede op het gebied van de re-integratie, besloten in 2012 een aantal grote opdrachtgevers (waaronder de gemeente Zaanstad) de re-integratie weer zelf uit te gaan voeren. Het jaar 2012 stond daarom in het teken van de afbouw van de re-integratie. De omzet in re-integratiediensten is in 2012 daardoor achtergebleven bij de begroting. Door sterk op de kosten te sturen, is het resultaateffect binnen de perken gebleven. Industrie & Diensten (I&D) In 2012 zijn een aantal zaken in de organisatie van Industrie&Diensten besloten en geeffectueerd. Als belangrijkste opdracht is het project 'Verhuizing Food Zaandam' opgestart om daarmee de totale foodproductie van Industrie&Diensten onder te brengen op de locatie in Purmerend. Hierdoor kan een besparing op het huisvestingbudget van ca. € 200.000 worden gerealiseerd. Door inzet van de leiding van de afdeling en gesprekken met P&O is er voor circa 20 mensen een andere oplossing gevonden in Zaanstad. Deze mensen zijn voor het einde van het jaar overgeplaatst. De verhuizing zelf heeft begin 2013 plaatsgevonden. Het opheffen van de facilitaire dienst (eind 2011) heeft er voor gezorgd dat begin 2012 in het teken stond van overname van de processen facilitair door 'Assemblage&Verpakken'. Hierdoor was deze naam niet meer passend en is gekozen om nu naar buiten te treden als 'Industrie&Diensten'; een naam waar alle nieuwe activiteiten ook kunnen worden ondergebracht die worden verricht door het bedrijfsonderdeel, zoals ook huismeesters, schoonmaak en restauratieve diensten. Deze activiteiten zijn in 2012 geIntegreerd in de standaard dienstverlening en de processen zijn aangepast op de wensen van de klant, de gebruiker van het pand.
pagina 18
Bedrijfsvoering In 2012 is ook de balans opgemaakt van de activiteiten van de opdrachtgever 'Biella'. Door terugloop in productieaantallen en druk op de prijzen van ringbanden heeft het MT moeten besluiten om deze werkzaamheden niet voort te zetten in 2013. De overeenkomst loopt tot 1 april 2013, de medewerkers die bij dit project betrokken zijn zullen alien per die datum via afloop van tijdeiijke dienstverbanden Baanstede veriaten. In 2012 is een nieuw Salesplan opgesteld ais richtiijn waarmee de markt zal worden bewerkt. Verder is er een aanvang gemaakt om de commerciele activiteiten tussen de verschillende bedrijfsonderdelen te koppelen. Commerciale successen van 2012 vinden we bij diverse opdrachtgevers in de foodmarkt die tegen een hogere NTW opdrachten uitbesteden dan tot nu toe was behaald. Voordeel is een bredere dekking in de markt waardoor de afhankeiijkheid van een opdrachtgever is teruggedrongen. Verder is met een grotere opdrachtgever via een tender een overeenkomst voor twee jaar afgesloten en is de continuIteit daarmee gewaarborgd. Andere successen zijn de opstart van een samenwerking met ITG/Spar groep, onderzoek naar jobcarving bij Plus Retail, uitbreiding van de orderportefeuille van de Elektroafdeling en de samenwerking met gemeente Purmerend in het project Alfacheque. Helaas is er ook een terugloop van werk te zien op de montage en assemblage afdeling. Voor deze groep medewerkers zal in 2013 een project worden gestart die in de lijn ligt van het transitieplan. De doelstelling van 2012 was dat de instroom van nieuwe SW medewerkers zo min mogeiijk bij Industrie&Diensten zou plaats vinden. Helaas werd duidelijk dat deze doelstelling niet bereikt kon worden door de beperkingen die de medewerkers hadden en werd er steeds vaker een beroep gedaan op de plekken bij Industrie&Diensten, tegen de verwachte daling van medewerkers in. Door de overname van de facilitaire processen is het takenpakket van de leiding van Industrie&Diensten uitgebreid en is de druk op een deel van de leiding toegenomen. Dit is goed opgepakt en daarmee is bijna naadloos de vroegere dienstverlening overgenomen. Doorstroom en ontwikkeling van medewerkers is een belangrijke drijfveer van de afdeling van Industrie&Diensten. Het jaar 2012 is ook een succesjaar geweest in ontwikkeling van medewerkers. Op verschillende niveaus in de organisatie zijn trainingen en scholingen opgestart en afgerond. Hiermee zijn nieuwe mogelijkheden voor mensen ontstaan binnen de organisatie ais ook buiten de organisatie. De markt voor Industrie&Diensten is volop in beweging. Het bedrijfsonderdeel en haar medewerkers hebben laten zien dat het, ook in een markt waar de prijzen onder druk staan, betere resultaten kan behalen ten opzichte van de begroting. Beheersing van de kosten en het aanboren van nieuwe contacten met een hogere NTW, heeft er in geresulteerd dat de begroting ruimschoots is behaald. Het ziekteverzuim is voiop aandachtspunt geweest binnen het bedrijfsonderdeel. Dit heeft er in geresulteerd dat het onder het landelijk gemiddeide is gebleven. Wel heeft er een groei piaatsgevonden op de afdeling Poortwachter/Ondergrens. Door de aard van deze trajecten ontstaat hier een hong ziekteverzuim, maar verbetert de samenwerking en resultaten van andere afdelingen en bedrijfsonderdelen.
pagina 19
Bedrijfsvoering Groen Baanstede Groen kon dit jaar nog gebruik maken van intern geplaatste kandidaten uit verschillende reintegratie- en WWB-trajecten en hoefde hierdoor minder medewerkers in te huren. De toekomst is voor dit onderwerp onzeker of wellicht zelfs somber; aan de gemeenten de opdracht om daar in het kader van de Participatiewet over mee te denken. In 2012 is het beheer van de fietsenstallingen overgedragen aan de afdeling Re-integratie en Detachering. Dit zorgt voor een vermindering van omzet, maar de begroting is desondanks gehaald, mede dankzij de inzet van 2 nieuwe voorlieden. Het is duidelijk dat de inzet van kwalitatief goede leidinggevenden van cruciaal belang is voor het werken met deze doelgroep. Helaas raakte Groen een van onze belangrijkste winterwerkklanten kwijt. Voor Baanstede Groen is het heel belangrijk om winterwerk te hebben, omdat er dan weinig regulier werk is te doen. Dit wordt versterkt doodat gemeenten ook bezuinigen op snoeiwerkzaamheden. Een relatie heeft werk verhuisd naar een ander wereiddeel hetgeen werk kostte voor 80 mensen in dat winterwerk; dit is een echte aderlating voor Baanstede Groen. Ook voor het Groen bestaat onzekerheid over de toekomst; toch weten de afdelingsleiders de 'spirit' op peil te houden. De recessie zet evenwwel door en het wordt moeilijker om het complete werkpakket op peil te houden. Kansen en mogelijkheden liggen in het samenwerken met alle stakeholders, snel beslissen en adequaat handelen. In 2012 is ook voor het Groen een begin gemaakt met de transitie van Baanstede. Hierover wordt nagedacht want voor Baanstede Groen zijn er kansen om er een succesvolle transitie van te maken. Tijdige besluitvorming is hiervoor echter wel essentieel.
Druk, Copy en Post Het jaar 2012 is afgesloten op begrotingsniveau, ondanks een teruglopende markt. Er zijn geen structurele aanpassing of uitbreidingen geweest; doel is om ons te handhaven in de huidige markt en de gaten op te vullen. Daarnaast is orientatie op de toekomst van groot belang, door een visie voor de toekomst te ontwikkelen in een sterk teruglopende markt. De grafische markt verslechtert onder andere door het verder digitaliseren van de media en het gebruik van tablets voor het lezen van digitale aangeboden rapportages etc.. Niet onbelangrijk tenslotte is de stagnerende economie. Business Post werkt doorlopend aan kwaliteitsverbetering en het op peil houden van het aantal medewerkers. We bezorgen in Edam-Volendam, Purmerend, en geheel Zaanstad. Het gebied is uitgebreid met Neck en Wijdewormer in het voorjaar van 2012. Ondanks een iets krimpende markt is meer omgezet dan begroot. Bij de Gemeente Zaanstad zijn we begonnen om alle inkomende post te digitaliseren naast het huidige digitaliseringswerk; zo kunnen we het teruglopen van het huidige digitaliseringswerk compenseren. Het bedrijfsonderdeel is in december gestopt met de dagelijks vaste postronden voor de Rabobank in Zaanstad vanwege een interne reorganisatie. De rit in Purmerend/Waterland gaat voorlopig door. Baanstede Post rijdt nu 2 vaste ritten per dag, twee voor de Rabobank een voor de GGZ. Als aanvulling zijn we in mei gestart met een vaste dagelijkse rit voor de gemeente Zaanstad; dat is een mooie aanvulling.
pagina 20
Paragrafen Paragrafen Paragraaf Weerstandsvermogen Het totaal van het eigen vermogen van Baanstede bedroeg € 818.363 per 31 december 2011 Het Algemeen Bestuur heeft medio 2011 besloten het beleid omtrent het weerstandsvermogen te verlaten en de ondergrens van de omvang van het eigen vermogen van Baanstede op nihil stellen. Mocht het eigen vermogen van Baanstede in de toekomst groeien en het bedrag van € 1,7 min. weer overstijgen, wordt het oorspronkelijke beleid met betrekking tot weerstandsvermogen weer geactiveerd. Hieruit volgt vooralsnog dat er jaarlijks keuzes kunnen worden gemaakt omtrent eventuele extra gemeentelijke bijdragen. Het eigen vermogen kan dan in principe eerst worden aangewend om de tekorten op te vangen. De resultaatonafhankelijke gemeentelijke bijdrage wordt vanaf 2013 afgeschaft. In december 2012 heeft het AB het besluit genomen om het tekort over 2012 t.l.v. het eigen vermogen te brengen. Het resultaat over 2012 kent een tekort van € 715.848. Door deze mutatie is het totaal van het eigen vermogen per 31 december 2012 € 102.512, hetgeen ingezet kan worden om het tekort van 2013 gedeeltelijk te dekken. Baanstede heeft met dit bedrag onvoldoende algemeen weerstandsvermogen: de gemeenten moeten in hun risicoparagraaf voor de verbonden partij 'Baanstede' zeif een inschatting opnemen. Op grond van het ingediende herstructureringsplan zijn de kosten berekend die de transitie met zich mee zal brengen. Deze zijn opgenomen in de begroting 2013 en 2014 en de ramingen voor de jaren 2015-2017 en belopen in totaal € 5,6 min.. Op grond hiervan worden de gemeenten geacht via hun begrotingen toereikend middelen te reserveren om de exploitatietekorten en de herstructureringskosten via gemeentelijke bijdragen aan Baanstede te kunnen dekken. Als en wanneer de herstructureringskosten tot ontwikkeling komen, zal Baanstede deze in de rekening van het programma 'Herstructurering' opnemen. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Bij Baanstede is er geen sprake van algemene dekkingsmiddelen. Er wordt ook geen bedrag voor onvoorziene lasten begroot.
Paragraaf Voorzieningen Het is niet toegestaan een voorziening te vormen voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Het betreft m.n. verplichtingen die voortvloeien uit verlofdagen en vakantiegeld, tenzij deze sterk varieren. Dit is bij Baanstede niet het geval; er is dus geen voorziening voor opgenomen. Per ultimo van elk jaar bestaat deze verplichting niettemin wel. Deze is opgenomen onder 'Niet uit de balans blijkende verplichtingen'. Een voorziening voor groot onderhoud is wel toegestaan. Een planning rond groot onderhoud, die een periode van tenminste 5 jaar beslaat, ontbreekt. Er is momenteel onvoldoende inzicht in aard en eigenschappen van de toekomstige huisvesting. De effecten van de maatregelen om tot omvangrijke kostenbesparingen te komen, omvatten ook onvrijwillige ambtelijke ontslagen. Hierdoor ontstaan er ook kosten volgens de aanvullingsregeling (Ambtelijke CAO) aismede een risico op een UWV-claim op WWuitkeringen. Hiervoor is de voorziening 'Personeelskosten' in gebruik. Daarnaast is er een voorziening 'Spaarverlof' t.b.v. medewerkers die een verzoek hebben ingediend om een deel van hun verlofstuwmeer om te zetten in spaarverlof.
pagina 21
Paragrafen Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen De huidige verwachtingen over de toekomstige bedrijfsvoering doorkruisen een gecontinueerd beleid uit het verleden. De ontwikkelingen sturen nu immers aan op een afbouw van de infrastructuur in een periode van ca. 5 jaar. Door de bedoelde herstructuring en het transitieplan is het onverstandig omvangrijke investeringen dan wel groot onderhoud uit te voeren. De staat en indeling van de belangrijkste activa (de gebouwen) zijn per ultimo 2012 als volgt: De staat van onderhoud van het gebouw aan de Einsteinstraat (hoofdkantoor en ruimten van de leerwerkbedrijven) is 'goed' te noemen. De locatie aan de Roode Wildemanweg in het Noorderveld (Wormerveer) wordt gehuurd. Hierin gevestigd zijn de centrale diensten voor het bedrijfsonderdeel Groen, een gecombineerd groenrayon (Wormerland en Zaanstad-Noord) en een postrayon. Het pand verkeert in goede staat. Het 'fietsenpakhuis' in Zaandam is eigendom van de gemeente Zaanstad en wordt ook door de gemeente Zaanstad geexploiteerd. Baanstede verricht er activiteiten, maar is geen huurder. De gehuurde locatie aan het Mahoniehout in Zaandam is bij het opmaken van deze jaarstukken verlaten. De activiteiten zijn overgebracht naar het gebouw aan de Einsteinstraat in Purmerend. Medio 2013 eindigt ook de huur. In Zaandam is bij het station een ruimte gehuurd voor de postactiviteit in Zaanstad. Op deze locatie is ook een copyshop gehuisvest. De basis van de werkzaamheden hiervoor wordt gevormd door de reproactiviteiten van de gemeente Zaanstad. Alle andere onroerende zaken worden ook gehuurd en zijn van gering belang. De staat van onderhoud van de overige materiele vaste activa (machines en installaties, auto's en andere vervoermiddelen, alsmede de inventaris) is redelijk tot goed. Baanstede heeft een relatief groot wagenpark. De voertuigen zijn eigendom en worden gebruikt door de verschillende bedrijfsonderdelen. O.b.v. het jaarkilometrage zijn afspraken gemaakt met de leverancier over inruilmoment en -waarde.
Paragraaf Verbonden partijen Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin het SWbedrijf een bestuurlijk en/of een financieel belang heeft. Een financieel belang ontstaat wanneer een ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is bij faillissement, dan wel het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Bestuurlijk belang ontstaat indien er zeggenschap bestaat uit hoofde van stemrecht, dan wel vertegenwoordiging in het bestuur van de organisatie. Dergelijke relaties heeft Baanstede met: De stichting 'Regiobaan' De bestuursleden van Baanstede vormen ook het bestuur van de stichting Regiobaan. Deze stichting verzorgt het werkgeverschap voor de niet-SW-doelgroepen. De stichting behaalt geen resultaat omdat het saldo van (loon)kosten en opbrengsten doorbelast wordt aan de opdrachtgevers. Het aantal dienstverbanden dat op deze manier wordt gerealiseerd, is de laatste jaren sterk afgenomen. De stichting heeft geen eigen vermogen en is voor haar bedrijfsvoering afhankelijk van de bevoorschotting van de opdrachtgevers. Baanstede kent voor de stichting geen financieel gewaardeerde post.
pagina 22
Paragrafen Cooperatieve zakelijke post u.a. Onder de definities van 'Verbonden partijen', valt ook de Cooperatieve zakelijke post u.a. (CZPN). Aan deze rechtspersoon is een achtergesteld krediet van € 20.000 verstrekt, geboekt als financieel vast actief, waarop via een voorziening van € 15.000 in mindering is gebracht. De negatieve resultaten van de cooperatie in de beginjaren zijn nl. afgeboekt op de ontvangen achtergestelde leningen. Er is momenteel nog geen aanleiding om deze waardering aan to passen. De cooperatie houdt zich via een BV bezig met acquisitie en coordinatie van de poststromen binnen de groep deelnemende SW-bedrijven. Deze gezamenlijke activiteiten op de postmarkt zijn voor Baanstede interessant omdat zij passende arbeid voor onze doelgroepen bieden en weinig kapitaalintensief zijn. Stichting Noppes West-Friesland Deze stichting is gericht op het exploiteren van kringloopwinkels in West-Friesland. De stichting is opgericht in samenwerking met Op/mast (het SW-bedrijf voor West-Friesland) en HVC (de regionale afvalinzamelingorganisatie). Via Baanstede wordt een bestuurder benoemd in het bestuur van deze stichting. Stichting Noppes Zaanstreek-Waterland Ook in samenwerking met Op/maat is de stichting 'Noppes Zaanstreek-Waterland' ontstaan. De regeling rond de benoeming van bestuursleden is vergelijkbaar. Daarnaast heeft Baanstede aan de stichting in 2009 een doorlopende kredietfaciliteit verleend tot een maximumbedrag van € 600.000. Per ultimo 2012 is het saldo hiervan nog € 250.000. Bij de stichting zijn enkele tientallen clienten van Baanstede werkzaam. Hierdoor ontstaan ook afgeleide financiele relaties in de vorm van een detacheringsvergoeding, loonkostensuppleties of dagvergoedingen voor participatieplaatsen. De stichting heeft geen winstoogmerk en zal naar verwachting en gezien over een langere termijn ook neutrale exploitatieresultaten behalen. Over 2012 behaalde de stichting een positief resultaat; de stichting heeft een positief eigen vermogen. Per 31 december 2012 zijn vanuit Baanstede deze plaatsingen bij Noppes gerealiseerd: Personen FTE 101 85,09 Gedetacheerd Begeleid Werken 34 27,89 Beide kringloopstichtingen kennen een 'bestuurlijke unie': dezelfde personen die vanuit dezelfde belanghebbende organisaties benoemd worden. Er worden binnen ZaanstreekWaterland momenteel 3 winkels geexploiteerd, binnen West-Friesland vooralsnog 2.
pagina 23
Paragrafen Paragraaf Financiering
Deze paragraaf is opgenomen uit hoofde van de verplichting vastgelegd in de Wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden).
Algemeen In 2009 heeft het AB het treasurystatuut vastgesteld. Het statuut voldoet aan de wettelijke eisen. De bepalingen zijn vooral gericht op risicomijdend gedrag. Het statuut staat uitzettingen bij verbonden partijen toe evenals derivaten. De financiering van de bedrijfsactiviteiten is voor een groot deel gedekt door langlopende leningen, waarvan momenteel alleen de BNG de geidgever is. De condities van deze leningen zijn in aIle gevallen traditioneel, behoedzaam en overzichtelijk gekozen. Door de kredietwaardigheid en de typische rol t.o.v. (lagere) overheden van deze bank, kunnen tarieven worden geoffreerd die door concurrenten slechts zeer zelden benaderd kunnen worden. Voor het saldo van de rest van de balansposten wordt de rekening-courant met de BNG als sluitpost benut. Door de financiele positie van Baanstede zijn er geen beleggingsvraagstukken, waardoor ook risico's aan Baanstede voorbij gaan. Baanstede heeft in 2012 geen gebruik gemaakt van kasgeldieningen noch van derivaten. De BNG-rekening-courant wordt benut om de schommelingen in de liquiditeit in het jaar op to vangen. Er is een krediefaciliteit van € 2,9 min. op beschikbaar.
Verloop BNG-saldi
...,_ (
it It
14 I t
,,,, , 4 N n
if
TA
i i 1 N N N N N N r\I
1 1 c 1 c c 1 c 1 ' 1— •- c— = cm n -1—) --: U
Als belangrijkste niet-gelijkmatige invloeden op het saldo kunnen de subsidieoverdrachten en betalingen van de loonkosten genoemd worden. In 2012 zijn geen nieuwe leningen aangetrokken.
pagina 24
Paragrafen Uit bovenstaande grafiek blijkt er sprake is van een zeer grillige saldoverloop. Zodra de bevoorschotting van subsidieoverdracht vertraging oploopt, ontstaan liquiditeitstekorten. Door de teruglopende subsidie-overdracht moest, in de vorm van gemeentelijke bijdragen, aanvulling van de middelen gerealiseerd worden. Renterisiconorm Met het instellen van een Renterisiconorn wordt een kader gesteld om openbare lichamen tot een zodanige opbouw van de Ieningenportefeuille te laten komen, dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. Indien een Ieningenportefeuille gelijkmatig is opgebouwd, zal ook het renterisico worden gespreid over de jaren. Begroot Werkelijk Saldo langlopende leningen o/g per 1 januari 2012: 7.396.000 7.395.978 Renterisico norm % 20% 20% Renterisico norm bedrag A 1.479.200 1.479.196 Renterisico: la Renteherziening op langlopende leningen o/g lb Renteherziening op langlopende leningen u/g 2 Netto renteherziening op langlopende schuld 3a Nieuwe langlopende leningen o/g 3b Nieuwe langlopende leningen u/g 4 Netto nieuw aangetrokken langlopende leningen (o/g) 5a Aflossingen langlopende leningen o/g 5b Aflossingen langlopende leningen u/g 6 Netto aflossingen langlopende leningen 7 Herfinanciering (laagste van 4 en 6) 8 Renterisico op langlopende leningen (2+7) B 9 Ruimte (A-B)
427.300 427.252 50.000 427.300 377.252 -
-
1.479.200 1.479.196
Dit betekent dat de renterisiconorm in 2012 niet is overschreden. Buiten reguliere aflossingen hebben er in 2012 geen andere (omvangrijke) financieringsactiviteiten plaatsgevonden. Kasgeldlimiet Door het instellen van een kasgeidlimiet wordt getracht om financiering op korte termijn door openbare lichamen te beperken. In 2012 is de limiet niet overschreden. Kasgeldlimiet % Totaal programarekening 2012 Kasgeldlimiet bedrag
pagina 25
8,2% 8,2% 34.773.600 33.955.649 2.851.435 2.784.363
Jaarrekening 2012
pagina 26
Balans
Balans per ACTIVA
31 december 2012
31 december 2011
VASTE ACTIVA Materiele vaste activa Overige investeringen met een economisch nut Overige investeringen met een economisch nut € 6.297.068 Financiele vaste activa Kapitaalverstrekking aan deelnemingen € 5.000 Leningen aan overige verbonden partijen € 250.389 Totaal vaste activa
€ 6.701.126
€ 5.000 € 300.389
€ 6.552.457
7.006.516
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Grond- en hulpstoffen € 8.359
€ 20.382
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan een jaar Vorderingen op openbare lichamen € 563.771 Overige vorderingen € 1.129.436
€ 2.142.153 € 1.177.976
Liquide middelen Kassaldi € 7.613 Bank- en girosaldi € 1.142.616
€ 6.986 € 469.883
Overlopende activa Overige nog to ontvangen, en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen € 73.389 € 118.457 Totaal viottende activa
Totaal generaal
€ 2.925.185
€ 3.935.837
9.477.642
C 10.942.352
pagina 27
Balans
PASSIVA
31 december 2012
31 december 2011
VASTE PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve
€ 102.512
€ 818.363
Voorzieningen Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
€ 424.014
€ 375.561
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van den jaar of langer Onderhandse leningen van: Binnenlandse banken en overige financiele € 6.968.726 instellingen Totaal vaste passiva
€ 7.495.252
€ 7.395.978 € 8.589.902
VLOTTENDE PASSIVA Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan een jaar € 539.411 Overige schulden € 391.625 Overlopende passiva Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume € 1.813.038 € 1.590.765 Totaal vlottende passiva
Totaal generaal
€ 1.982.390
€ 2.352.450
9.477.642
€ 10.942.352
pagina 28
Programmarekening
Programmarekening
Realisatie 2012
Gewijzigde begroting 2012
Realisatie 2011
Netto omzet Directe orderkosten Netto toegevoegde waarde
€ 10.709.817 € 1.711.814 C 8.998.004
€ 11.259.300 € 1.401.600 C 9.857.700
€ 10.583.365 € 1.516.466 C 9.066.899
Loonkosten WSW Vervoerskosten WSW Salariskosten ambtelijk Overige personeelskosten Externe dienstverlening Afschrijvingen Rentelasten Huur Onderhoudskosten Energieverbruik Belastingen en verzekeringen Algemene kosten Diverse lasten Toevoeging aan voorzieningen Incidentele lasten Som der bedrijfslasten
€ 24.225.284 € 314.700 € 3.884.042 € 530.979 € 1.077.966 € 745.832 € 279.717 € 483.078 € 686.365 € 429.026 € 188.509 € 725.439 € 57.300 € 308.412 € 19.001 C 33.955.649
€ 24.213.600 € 353.400 € 4.253.200 € 643.300 € 957.900 € 801.900 € 284.600 € 602.900 € 918.800 € 400.000 € 220.300 € 852.300 € 71.400 € 200.000
€ 24.571.073 € 367.911 € 4.416.874 € 530.414 € 927.813 € 760.566 € 249.284 € 583.967 € 745.216 € 429.708 € 193.100 € 690.881 € 68.989 € 324.791
C 34.773.600
C 34.860.586
Vrijval van voorzieningen Diverse baten Incidentele baten
€ 14.320 € 296.808
€ 303.800
C 14.085 € 123.366 C 139.460
Bedrijfsresultaat
C 24.646.518- C 24.612.100- C 25.516.776-
Overdracht WSW-subsidie Gemeentelijke bijdragen Loonsuppletie begeleid werk
C 23.503.388 € 23.364.400 € 23.851.810 € 1.241.200 € 700.000 € 699.999 € 813.917- € 845.000- € 808.043-
Subtotaal
C 715.848- C 1.392.700- C 1.773.010-
Extra gemeentelijke bijdrage
€
Het gerealiseerde resultaat voor bestemming
C 715.848- C 1.392.700- C 886.505-
Onttrekking aan reserves
C 715.848
€
Resultaat na bestemming
C -
C 1.392.700- C
€ 886.505
pagina 29
€ 886.505
Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht 2012 Alle negatieve bedragen in het kasstroomoverzicht stellen een uitgave voor, positieve bedragen een ingaande geldstroom. Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering (cf. programmarekening: Aanpassing voor: Mutaties voorzieningen Afschrijvingen
€ 715.848-
C 48.453 € 745.832 C 794.285
Veranderingen in viottende middelen: Overige schulden Overlopende passiva Voorraden Uitzettingen Overlopende activa
€ 147.786€ 222.273€ 12.023 € 1.626.923 € 45.068 € 1.313.954 € 1.392.391
Totaal kasstroom uit bedrijfsoperaties Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiele vaste activa Desinvesteringen materiele vaste activa Investeringen financiele vaste activa Desinvesteringen financiele vaste active Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende schulder Nieuw opgenomen leningen Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
€ 403.082€ 61.308 C € 50.000 € 291.774-
€ 427.252€ C 427.252C 673.364
Mutaties geidmiddelen
Uit het overzicht blijkt dat de Iiquiditeitspositie is verbeterd. Er wordt een terughoudend investeringsbeleid gevoerd. De uitzettingen zijn sterk verminderd, vooral die op Openbare lichamen, voornamelijk de deelnemende gemeenten.
pagina 30
Grondslagen
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft.
Stelselwijzigingen Conform artikel 4 lid 2 BBV geeft Baanstede enkele stelsenwijzigingen aan en zet de redenen uiteen die tot de afwijking hebben geleid: op enkele onderdelen wijkt de presentatie van de begrotingscijfers 2012 in de jaarrekening 2012 af van de vastgestelde begroting over 2012. In de jaarrekening 2012 is het aggregatieniveau van de toelichting aangepast en enkele posten zijn verschoven. Enkele benamingen in de programmarekening wijken af van de begroting. Ook de groepering van de post 'Gemeentelijke bijdragen' is gewijzigd. Daarnaast is m.i.v. dit boekjaar de eliminatie van interne posten achterwege gebleven. Het betreft voornamelijk aanpassingen die het inzicht in de cijfers ten goede komen of aanpassingen naar aanleiding van toepassing van de BBV richtlijnen. De vergelijkende cijfers van de realisatie 2011 zijn hier zonodig op aangepast. Deze wijzigingen hebben geen van aIle effect op het resultaat en het vermogen.
Algemene grondsiagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegelden verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden.
pagina 31
Grondslagen
Continulteit In deze jaarstukken zijn de waarderingen gekozen o.b.v. het 'going-concern' principe en niet o.b.v. liquidatiegrondslagen. Het bestuur heeft evenwel besluitvorming in voorbereiding die op termijn moet leiden tot vergaande hervormingen. Bij het opmaken van deze jaarstukken zijn de conceptplannen hiervoor, het 'transitieplan', in conceptfase en als zodanig ook gedeeld met de gemeenten en de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. Op grond van het ingediende herstructureringsplan zijn de kosten berekend die bedoelde transitie met zich mee zal brengen. Deze zijn opgenomen in de begroting 2013 en 2014 en de ramingen voor de jaren 2015-2017. Op grond hiervan worden de gemeenten geacht via hun begrotingen toereikend middelen te reserveren om de exploitatietekorten en de herstructureringskosten via gemeentelijke bijdragen aan Baanstede te kunnen dekken. Als en wanneer de herstructureringskosten tot ontwikkeling komen, zal Baanstede deze in de rekening van het programma 'Herstructurering' opnemen. Los van deze eventuele specifieke posten in de gemeentebegrotingen, zijn de gemeenten gebonden aan de tekst van de Gemeenschappelijke Regeling. Hierin is opgenomen dat de gemeenten moeten bijdragen in de tekorten van het Openbaar Lichaam dat Baanstede is. Door deze combinatie omvat het transitieplan geen gevaar voor de continuTheit van Baanstede.
Vergelijking met de begroting In de programmarekening is de kolom 'Gewijzigde begroting 2012' opgenomen en niet de primaire begroting. Gezien de lange doorlooptijd van de behandelings- en vaststellingsprocedure, vond de opbouw van deze oorspronkelijke begroting voor 2012 al vroeg in het voorjaar van 2011 plaats. Op dat moment zijn echter de belangrijkste variabelen (taakstelling, rijkssubsidie, CAO-ontwikkelingen) nog onbekend. In deze eerste begroting wordt daarom op globaal niveau en met grote onzekerheden gerekend. De waarde van deze begroting is derhalve gering. In elk najaar wordt de gewijzigde begroting opgesteld, gebaseerd op actuelere gegevens. Voor een zinvolle vergelijking en analyse wordt deze begroting gebruikt. De gewijzigde begroting over 2012 is vastgesteld door het Algemeen Bestuur en toegezonden aan de deelnemende gemeenten en de provincie.
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het (niet-verplichte) kasstroomoverzicht geeft inzicht in de wijzigingen van de liquide middelen en is opgesteld conform de indirecte methode. Bij het opstellen van dit overzicht wordt uitgegaan van het resultaat uit gewone bedrijfsvoering (conform de programmarekening). Vervolgens worden die wijzigingen die niet tot een kasstroom hebben geleid, geelimineerd. Via een vergelijking van beginbalans en eindbalans wordt inzichtelijk gemaakt welke verschillen wel leidden tot een in- of uitgaande kasstroom, doch niet tot baten of lasten.
pagina 32
Grondslagen Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiele vaste activa met economisch nut Overige investeringen met economisch nut De materiele vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de toegepaste jaarlijkse afschrijvingen. Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut wordt niet afgeschreven. In het algemeen worden de volgende percentages gehanteerd; Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen ook rekening gehouden met een bijzondere waardevermindering indien deze naar verwachting duurzaam is. In dit jaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. 00/0_5% a. Gronden en terreinen b. Bedrijfsgebouwen 2%-3,33% c. Vervoermiddelen 20% d. Machines, apparaten en installaties 5%-10%-33,33% e. Overige materiele vaste activa 5%-20%-33,33% In afwijking hiervan is het volgende nog van belang: PCs en werkstations worden rechtstreeks t.l.v. de programmarekening geboekt. Voor vervoermiddelen uit het wagenpark wordt per stuk een contract afgesloten met de leverancier waarin, afhankelijk van het aantal te rijden kilometers, de levensduur en de gegarandeerde restwaarde zijn vastgelegd. Deze elementen worden gebruikt om de jaarlijkse afschrijvingskosten te bepalen. Vlottende activa Voorraden De voorraden grond- en hulpstoffen, kantoor-, schoonmaak en kantineartikelen, met uitzondering van de voorraden voor de copyshop, worden niet op de balans vermeld. De aankopen worden direct als kosten opgenomen in de programmarekening. Voorzieningen De voorzieningen zijn gebaseerd op de nominale waarde. De voorziening voor dubieuze debiteuren is gebaseerd op een staffel naar ouderdom van de relevante vorderingen en per ultimo 2012 geactualiseerd. Tevens vindt per balansdatum een statische toetsing van de inbaarheid van de debiteurenpositie plaats.
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Opbrengsten en kosten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden verantwoord zodra zij als gerealiseerd kunnen worden beschouwd. Uitgaven en waardeverminderingen worden als kosten verantwoord als zij onvermijdbaar en voorzienbaar zijn. De Programmarekening van Baanstede is meer gedetailleerd dan het BBV voorschrijft. Baanstede heeft hier bewust voor gekozen. De Programmarekening komt tegemoet aan de sturingsmechanismen van het bestuur en de verantwoordingbehoefte van de gemeenten.
pagina 33
Toelichting balans
Toelichting balans 2012
2011
VASTE ACTIVA Materiele vaste activa Investeringen met een economisch nut Overige investeringen met een economisch nut Boekwaarde per 1 januari bij: investeringen af: desinvesteringen af: afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
€ 6.701.126 € 403.082 € 61.308 € 745.832 C 6.297.068
€ 6.717.743 € 801.261 € 57.311 € 760.566 € 6.701.126
Deze investeringen zijn als volgt samengesteld: Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiele vaste activa Totalen
€ 1.074.323 € 2.896.704 € 1.280.607 € 690.601 € 354.834 € 6.297.068
€ 1.085.139 € 3.048.799 € 1.366.009 € 726.257 € 474.922 C 6.701.126
De grond en opstallen van het perceel Einsteinstraat 103 to Purmerend zijn volledig eigendom van Baanstede. De overige panden en onderkomens worden gehuurd van derden. In 2012 is een terughoudend investeringbeleid gevoerd, vooral gericht op vervangingen. De belangrijkste voor 2012 zijn geweest: € 27.240 Verbouwkosten herhuisvesting Einsteinstraat Werktuigdragers met toebehoren voor het Groen € 117.445 € 79.100 Elektrotrucks voor het Groen € 124.133 Vervoermiddelen, bussen en personenauto's
Financiele vaste activa Kapitaalverstrekking aan deelnemingen Cooperatieve Zakelijke Post Nederland u.a. (CZPN) Leningen aan overige verbonden partijen Lening u/g stichting Noppes Zaanstreek-Waterland
€ 5.000
€ 5.000
€ 250.389 255.389
€ 300.389 C 305.389
De deelneming in CZPN bestaat uit een achtergestelde lening waarvan de nominale waarde € 20.000 bedraagt. Exploitatietekorten zijn door CZPN op de ingebrachte achtergestelde leningen afgeboekt, waardoor nog slechts een deet als schuld op de balans van CZPN is opgenomen. Op de deelneming is daarom in het verleden een bedrag van € 15.000 afgewaardeerd. Dit is voorzichtigheidshalve in 2012 gehandhaafd. Baanstede heeft in 2009 aan de stichting Noppes Zaanstreek-Waterland een kredietfaciliteit verleend tot een maximum van € 600.000. Er is een rente van 5% van toepassing welke door de stichting is gedragen.
pagina 34
Toelichting balans VLOTTENDE ACTIVA
2012 2011
Voorraden Grond- en hulpstoffen
8.359 C 20.382
De waardering van de voorraden grondstoffen van de copyshop is gebaseerd op een inventarisatie per 31 december tegen de meest recente inkoopprijzen. Uitzettingen met een rentetypische Iooptijd korter dan een jaar Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen Subtotaal af; voorziening dubieuze debiteuren Totalen
C 563.771 € 735.470 C 1.299.240 € 142.719 C 1.156.521
€ 2.142.153 € 1.045.038 C 3.187.192 € 101.478 C 3.085.714
Deze post t.a.v. de openbare lichamen is t.o.v. 2011 sterk verlaagd. Deze post bevatte ultimo 2011 de nog te declareren aanvullende gemeentelijke bijdragen in het tekort. Ultimo 2012 is dat niet van toepassing. De 'Overige vorderingen' zijn eveneens gedaald. Het debiteurenbeheer is geIntensiveerd hetgeen leidde tot eerdere inning. De voorziening voor dubieuze debiteuren is gebaseerd op een staffel naar ouderdom van de relevante vorderingen en per ultimo 2012 geactualiseerd. Deze voorziening is toegenomen met als belangrijkste oorzaak een specifieke dubieuze debiteur. Overige uitzettingen € 316.693 € 225.497 Nog te factureren uren detacheringen, trajecten enz. Diverse vorderingen op korte termijn € 219.992 € 8.919 Tota len C 536.686 C 234.415 De post 'Diverse vorderingen op korte termijn' is per ultimo 2012 hoger dan per ultimo 2011 omdat er nu een vordering in is opgenomen betreffende de uitbetaling van de bonus Begeleid Werken over 2010. In 2011 werd de uitbetaling van deze bonus door de overheid met een jaar uitgesteld. Dit betreft bijna € 180.000. TOTAAL
C 1.693.207
C 3.320.130
7.613 17.311 € 1.125.305 C 1.150.230
€ 6.986 € 371.575 € 98.308 C 476.869
Liquide middelen Kassaldi Rabobank Bank Nederlandse Gemeenten (rekening courant) Totalen
In 2012 is het betalingsverkeer over de rekening bij de Rabobank gereduceerd en geconcentreerd op de rekening bij de Bank Nederlandse Gemeenten. Op deze BNGrekening bestaat een kredietfaciliteit van € 2,9 min.. Er zijn t.l.v. deze rekening tot een bedrag van € 46.017 aan bankgaranties verleend. Het overige saldo staat ter vrije beschikking.
pagina 35
Toelichting balans Overlopende activa Overige nog to ontvangen, en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen Kruisposten € 1.116 € 2.300 Vooruitbetaalde huur € 26.174 € 32.141 Betaalde waarborgsommen i.v.m. huur € 23.473 € 50.110 Overige vooruitbetaalde kosten € 22.626 € 33.905 Tota len € 73.389 € 118.457
pagina 36
Toelichting balans VASTE PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve Saldo begin boekjaar Onttrekking Saldo einde boekjaar
€ 818.360 € 715.848€ 102.512
Het tekort over 2012 is ten laste van het eigen vermogen gebracht. Zie ook de toelichtingen onder de paragraaf tWeerstandsvermogent. Voorzieningen Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's Boekwaarde 31-dec-11 Toevoeging Aanwending Vrijval Voorziening 1.Modernisering € 26.911 € 14.320 € 41.231 WSW 2. Personeelskosten € 153.259 € 219.334 € 177.487 3. Spaarverlof € 181.071 € 47.837 C 375.561 C 267.171 C 204.399 C 14.320 Totalen
Boekwaarde 31-dec-12
€
€ 195.105 € 228.908 C 424.014
1.Modernisering WSW Deze voorziening is ingesteld n.a.v. de modernisering van de WSW in 2008. Deze post heeft het karakter van een 'reorganisatievoorziening'. Doel is de transitiekosten te dekken. De aanwendingen hebben betrekking op de in 2012 gemaakte kosten. Per ultimo 2012 is het plan van aanpak voor de invoering van het nieuwe bedrijfsvoeringsmodel geactualiseerd. Er zijn geen toekomstige activiteiten meer gepland. Op basis daarvan kon het restant vrijvallen. 2. Personeelskosten Deze voorziening heeft betrekking op personeelskosten waarvan de oorzaak in 2012 of eerder ligt, doch waarvan afwikkeling in 2013 of later zal volgen. Het betreft claims van het UWV m.b.t. WW-uitkeringen voor voormalig ambtelijk personeel. 3. Spaarverlof Sedert 2010 hebben een aantal medewerkers een verzoek ingediend een deet van hun verlofstuwmeer om te zetten in spaarverlof. Deze voorziening is de financiele vertaling daarvan.
pagina 37
Toelichting balans 2012 2011 Vaste schulden met een rentetvpische looptiid van een iaar of !anger Onderhandse leningen van: Binnenlandse banken en overige financiele instellingen 4,81% € 1.247.896 € 1.304.618 40 jr. 1994 Bank Nederl. Gem. 25 jr. 3,53% € 188.773 € 212.369 1995 Bank Nederl. Gem. 4,60% € 307.058 € 328.991 30 jr. 1996 Bank Nederl. Gem. 4,23% € 300.000 € 450.000 10 jr. 2004 Bank Nederl. Gem. 4,95% € 1.125.000 € 1.200.000 10 jr. 2007 Bank Nederl. Gem. 4,46% € 800.000 € 900.000 5 jr. 2008 Bank Nederl. Gem. 3,35% € 1.500.000 € 1.500.000 5 jr. 2011 Bank Nederl. Gem. 2,50% € 1.500.000 € 1.500.000 5 jr. 2011 Bank Nederl. Gem. C 6.968.726 € 7.395.978 Tota len De rentelasten in 2012 bedroegen € 279.717. De reguliere aflossingsverplichting voor 2013 beloopt € 427.251. De BNG-lening uit 2008 met een rentevoet van 4,46% is per medio januari 2013 aflosbaar. Er zal geen herfinanciering plaatsvinden. De gemiddelde rentevoet is 3,93%.
VLOTTEN DE PASSIVA 2012 2011 Netto-vlottende schulden met een rentetvpische Iooptijd korter dan een jaar Overige schulden Crediteuren
C 391.625 C 539.411
Overlopende passiva Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume € 865.610 € 860.571 Nog of te dragen loonheffing en sociale lasten € 241.992 € 310.141 Omzetbelasting (aangifte laatste kwartaal) € 133.105 € 143.789 Nog te betalen rente leningen € 9.056 € 29.000 Nog te verrekenen netto loon/salaris € 9.425 € 9.425 Waarborgsom i.v.m. verhuur gebouw € 92.065 € 136.626 Nagekomen facturen € 220.128 € 316.613 Saldi m.b.t. subsidieoverdracht € 19.384 € 6.872 Diverse schulden op korte termijn C 1.590.765 C 1.813.038 Totalen De post 'Nog te betalen rente leningen' betreft de rente van leningen o/g die nog ten laste van 2012 komt en in 2013 betaald zal worden. 'Nog te verrekenen netto loon/salaris' heeft betrekking op de nog per 31 december 2012 uit te betalen lonen en salarissen die in de zogenaamde correctieperiode 2012 berekend zijn De post 'Saldi m.b.t. subsidieoverdracht' heeft te maken met WSW-subsidieoverdracht van gemeenten aan Baanstede. Ook dit jaar heeft Baanstede de subsidiebudgetten voor aIle 9 deelnemende gemeenten beheerd. Het gepresenteerde bedrag betreft nog terug te betalen subsidie.
pagina 38
Toelichting balans Niet in de balans opgenomen belangrijke financiele verplichtingen per 31 december 2012 Baanstede is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiele verplichtingen. Dit is een opsomming daarvan: a. Huurcontracten pand Mahoniehout 20/22 to Zaandam tot 1 juli 2013 € 75.657 pand Simon Spierweg, Zaandam tot 1 oktober 2013 € 19.949 pand Parallelweg tot 1 januari 2014 € 18.204 pand Roode Wildemanweg, Wormerveer tot 1 februari 2019 € 880.769 pand Kwadijkerkoogweg 1, Purmerend december 2015 € 147.420 Het bedrag van de verplichting vertegenwoordigt het restant van de looptijd van het huurcontract. b. FPU-regeling voormalig ambtelijk personeel
€ 83.015
c. Vakantiegeld Dit betreft de vakantiegeldverplichting voor de opbouw van de periode juni t/m december 2012. Ambtelijk personeel € 131.123 WSW-medewerkers € 879.396 d. Verlofuren Dit betreft de verplichting uit nog uitstaande verlofuren per 31 december 2012. De uren zijn gewaardeerd tegen het gemiddelde uurloon per categorie en verhoogd met 8% voor het werkgeversdeel van de sociale lasten. Ambtelijk personeel € 254.500 WSW-medewerkers € 817.625
pagina 39
Toelichting programmarekening
Toelichting programmarekening Algemeen In de programmarekening op de vorige pagina zijn ter vergelijking de kolommen 'Gewijzigde begroting 2012' en 'Realisatie 2011' opgenomen. De gewijzigde begroting over 2012 is vastgesteld door het Algemeen Bestuur en toegezonden aan de deelnemende gemeenten en de provincie. Gezien de lange doorlooptijd van de behandelings- en vaststellingsprocedure, vond de opbouw van de oorspronkelijke begroting voor 2012 al in het vroege voorjaar van 2011 plaats. Op dat moment zijn echter de belangrijkste variabelen (taakstelling, rijkssubsidie, CAO-ontwikkelingen) nog onbekend. T.b.v. deze eerste begroting wordt daarom op globaal niveau en met grote onzekerheden gerekend. Voor de besturing van de operationele processen volstaat deze benadering niet. Daarom wordt in elk najaar de gewijzigde begroting opgesteld, waarin gebaseerd op actuele gegevens en gedetailleerder geprognosticeerd kan worden. De cijfers worden tegelijkertijd met die van de begroting van het daarop volgende jaar gepubliceerd. De grootste posten op de programmarekening (WSW-loonkosten, overgedragen subsidie) hangen direct samen met de taakstelling: deze bepaalt het maximaal aantal gesubsidieerde SW-arbeidsplaatsen. T.o.v. 2011 is de maximaal te financieren WSWbezetting afgenomen. Hierdoor konden in 2012 ook minder SW-arbeidsplaatsen gerealiseerd worden. De vergelijkende cijfers over 2011 zijn op een tweetal posten in de specificaties aangepast. Dit heeft vooral te maken met de eliminatie van de interne omzet. Baanstede neemt intern diensten of via haar eigen bedrijfsonderdelen. De diverse bedrijfsonderdelen maken daartoe facturen op voor de afnemende interne klanten. Zo ontstaan zowel omzet als kosten. Het betreft diensten die Baanstede anders bij derden had moeten afnemen. Genoemd worden gewoon onderhoud en schoonmaken van de eigen panden, drukwerk voor eigen gebruik, eigen postbezorging, groenverzorging of sneeuwruimen rondom de eigen panden. Als er geen eigen TD, Schoonmaakdienst, Groenbedrijf, Printshop en Postafdeling zou zijn, dan zou Baanstede deze diensten bij derden moeten afnemen en dan zouden de kosten wel bij de juiste kostensoorten opgenomen moeten worden. De gehanteerde interne prijzen zijn marktconform. Tot en met 2011 elimineerde Baanstede voor de jaarrekening deze interne omzet, de tegenhanger zat alleen in de regel 'Materiaal en uitbesteed werk'. Inmiddels maken nieuwe hulpmiddelen een betere specificatie van de interne omzet mogelijk. In de begroting is echter geen eliminatie toegepast. T.b.v. een beter vergelijkbaarheid blijft deze handeling vanaf 2012 in de realisatie ook achterwege. De cijfers voor 2011 zijn hier ook op aangepast. De specificatie van deze niet geelimineerde interne omzet is: Realisatie Realisatie 2012 2011 Materiaal en uitbesteed werk € 7.343 € 23.988 Onderhoudskosten € 112.366 € 43.940 Drukwerk, porto en kantoorben. € 47.173 € 42.241 Kantinekosten € 17.898 € 9.423 Overige bedrijfskosten € 11.835 € 6.336 Totaal € 196.613 € 125.927
pagina 40
Toelichting programmarekening Het gerealiseerde resultaat over 2012 voor bestemming en voor extra gemeentelijke bijdrage is € 676.852 gunstiger dan begroot, nl. € -715.848 i.p.v. € -1.392.700. De belangrijkste verschillen in de realisatie van 2012 betreffen: t.o.v. de t.o.v. de begroting 2012 realisatie 2011 € 859.696€ 11.684€ 369.158 € 112.321 € 120.066€ 119.822 € 232.435 € 126.861 € 6.992€ 138.988 € 541.200 € 34.505 € 676.852
Netto toegevoegde waarde Loonkosten WSW Salariskosten ambtelijk Overige personeelskosten Externe dienstverlening Huur Onderhoudskosten Algemene kosten Diverse baten Overdracht WSW-subsidie Gemeentelijke bijdragen Andere posten Totaal
€ 68.895€ 345.789 € 532.832 € 564€ 150.153€ 100.889 € 58.851 € 34.558€ 173.441 € 348.422€ 541.201 € 93.248€ 1 057.162
Negatieve bedragen zijn in de realisatie van 2012 ongunstiger dan begroot c.q. gerealiseerd over 2011, positieve gunstiger. In het Iicht van de rechtmatigheid valt over de overschrijdingen t.o.v. de begroting in het algemeen to zeggen dat het bestuur periodiek op de hoogte wordt gebracht via tussentijdse rapportages. De meest uitgebreide daarvan is de halfjaarrapportage incl. prognose voor het gehele jaar. Hieronder is daarnaast per onderwerp een verdere toelichting opgenomen.
pagina 41
Toelichting programmarekening Netto omzet De totale omzet uit leveringen van goederen en diensten is lager dan voor 2012 begroot maar nog wel lets hoger dan over 2011 gerealiseerd. De specificatie van de omzet naar soort van activiteit luidt: Gewijzigde Realisatie begroting Realisatie 2012 2012 2011 € 1.898.587 € 1.900.800 € 1.766.752 Industrie&Diensten € 1.547.371 € 1.397.000 € 1.561.242 Business Print&Post € 5.229.305 € 5.300.100 € 5.190.637 Groenvoorziening € 1.739.804 € 2.624.900 € 1.766.870 Re-integratie en detacheringen € 294.750 € 36.500 € 297.864 Overige € 10.709.817 € 11.259.300 € 10.583.365 De totale omzet steeg t.o.v. de realisatie 2011 met 1,2%. De omzet bij 'Industrie&Diensten' is t.o.v. 2011 met 7,5% gestegen. De begroting voor 2012 is nagenoeg gehaald. Anders dan normaal vertoonden de maanden januari en februari op alle afdelingen weinig stilstand. De afdelingen Elektro en Montage zijn er in geslaagd extra orders binnen to halen. Ook is het geplaatst aantal WSW-FTE's van invloed geweest op de omzet. Doordat dit bedrijfsonderdeel een hoger aantal FTE's op de afdelingen had dan begroot, kon er ook meer omzet gedraaid worden. Deze medewerkers zijn bij I&D geplaatst omdat er geen geschikte plaatsen in de andere bed rijfsonderdelen aanwezig waren. Dit heeft wel een grotere druk op de infrastructuur gegeven. Druk, Copy en Post draaide in 2012 boven verwachting: er is sprake van een overschrijding t.o.v. de begroting; de realisatie over 2011 is nagenoeg geevenaard. In 2012 zijn (onbegroot) verkiezingen gehouden voor de Tweede kamer hetgeen extra postbezorging veroorzaakt. Ook zijn er extra diensten verricht voor de gemeente Zaanstad (koeriersritten, detachering, postbezorging) en waren er meevallers in het printwerk. De omzet uit groenvoorziening is t.o.v. 2011 nagenoeg gelijk gebleven, maar de begroting werd niet volledig gehaald. De re-integratieomzet van niet-SW-doelgroepen vertoonde over 2012 een verder dalende tendens. Baanstede wordt door de deelnemende gemeenten in afnemende mate ingezet voor trajecten. De (ambitieus) begrote omzet werd niet gehaald. Aan derden gefactureerde bedragen voor huur, directe doorbelastingen of verkochte bedrijfsmiddelen, zijn niet in de omzet begrepen maar op de relevante kosten in mindering gebracht of staan onder de 'Overige baten' opgenomen.
Di recte orderkosten Hieronder vallen de kosten van grond- en hulpstoffen en de kosten van uitbesteed werk of ingehuurd personeel. In alle gevallen zijn de kosten direct gerelateerd aan projecten en/of orders in het kader van de marktomzet. De directe orderkosten zijn € 310.214 hoger dan begroot en € 195.347 hoger dan de realisatie over 2011. Zie hieronder de toelichting op de Netto toegevoegde waarde.
pagina 42
Toelichting programmarekening Netto toegevoegde waarde Het saldo van omzet en de directe orderkosten is de Netto Toegevoegde Waarde (NTW). Deze is belangrijk lager dan begroot. De specificatie per bedrijfsonderdeel is: Gewijzigde Realisatie begroting Realisatie 2012 2012 2011 Industrie&Diensten € 1.481.451 € 1.466.000 € 1.442.364 Business Print&Post € 1.318.125 € 1.196.400 € 1.366.953 Groenvoorziening € 4.409.494 € 4.784.800 € 4.676.469 Re-integratie en detacheringen € 1.568.010 € 2.376.800 € 1.471.796 Overige € 220.924 € 33.700 € 109.317 € 8.998.004 € 9.857.700 € 9.066.899 De grootste oorzaken zijn als volgt toe te Iichten: • De directe omzet uit re-integratietrajecten voor niet-SW-clienten is t.o.v. de begroting 2012 tegengevallen. Voor 2012 was een ambitieus target gesteld, hetgeen helaas niet waargemaakt kon worden. De teruglopende budgetten bij de opdrachtgevers zijn hiervoor de belangrijkste oorzaak. De NTW is wel hoger t.o.v. 2011 door eerder genomen directe kosten in cornbinatie met een later factuureermoment bij m.n. de WWB-trajecten voor de gemeente Zaanstad. De tegenvaller t.o.v. de begroting was € 808.800; • In 2012 is onder regie van het Groen als hoofdaannemer een groot project voor de aanleg van een schoolcampus uitgevoerd. Dit is voor een groot deel door derden uitgevoerd. Dit resulteerde in een hoge omzet maar eveneens in hoog uitbesteed werk. Dit heeft relatief een drukkend effect op de NTW. • Industrie&diensten en Business Print&Post wisten opnieuw boven budget te presteren. Het effect van de andere onderdelen op de omzet/NTW was per saldo een tegenvaller van € 50.906.
Loonkosten WSW Aan de Iastenzijde van de programmarekening vormen de WSW-Ioonkosten verreweg de grootste post (ca. 71%). Aan de zijde van de baten is dit het rijkssubsidiebedrag. Baanstede kent relatief gezien en t.o.v. het landelijk gemiddelde een Bering aantal SWmedewerkers in de handicapcategorie 'Ernstig'. Als gevolg hiervan moet Baanstede meer SW-dienstverbanden realiseren om de taakstelling optimaal te benutten. Het gevolg hiervan is weer hogere loonkosten. Baanstede kampt dan ook met een negatief subsidieresultaat. Op dit onderdeel is dat het verschil tussen de totale WSW-loonkosten en de ontvangen rijksbijdragen (voor de groep met een SW-dienstverband met Baanstede). In 2012 is de ontwikkeling in het subsidieresultaat t.o.v. 2011 verder verslechterd, mede door de slechts beperkte indexering van het subsidiebedrag. Het tekort op dit onderdeel is voor 2012 te becijferen op € 2,3 min., beter dan begroot, doch binnen de rest van de bedrijfsvoering niet volledig te cornpenseren. De totale loonkosten WSW worden beInvloed door diverse factoren: • De aantallen medewerkers; • De ontwikkeling van het Wettelijk MinimumLoon (WML); • De CAO afspraken m.b.t. brutoloon, eindejaarsuitkering of andere aan het brutoloon gerelateerde uitkeringen; • Ontwikkelingen van medewerkers binnen de loonschalen (treden binnen een Ioonschaal of promoties naar hogere loonschalen); • Wettelijk vastgestelde percentages voor sociale verzekeringen (werkgeversdeel) en het werkgeversdeel in de pensioenpremies.
pagina 43
Toelichting programmarekening Naast de ontwikkeling van de rijkssubsidie zijn dit voor Baanstede vrijwel geheel onbeInvloedbare grootheden. Op langere termijn kunnen de loonkosten per FTE toch gematigd worden met het loonbeleid en het loongebouw. Het gaat hier dan vooral om het salaris bij indiensttreding en de functietypering en -waardering. De CAO laat inschaling op het minimumloon voor maximaal 5 jaar toe indien de betrokkene nog steeds in het instroomtraject zit. De WSW-Ioonkosten over 2012 zijn € 11.684 hoger dan begroot en € 345.789 lager dan de realisatie over 2011. Over 2012 is voor een gemiddelde van 826,63 FTE aan WSW-Ioonkosten gerealiseerd, terwijI in de gewijzigde begroting was gerekend met 821,08 FTE, per saldo dus voor 5,55 FTE hogere loonkosten. Daartegenover zijn de gemiddelde loonkosten lager dan begroot, € 29.306 over 2012, terwijI € 29.490 was begroot. De gemiddelde loonkosten zijn wel toegenomen t.o.v. de realisatie over 2011 (€ 29.129). De ontwikkelingen van de totale WSW-Ioonkosten per FTE en de rijkssubsidie zijn hieronder inzichtelijk gemaakt. per FTE per SE jaar 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 € 30.000 € 29.000
totale loonkosten € 25.873 € 26.830 € 26.929 € 27.247 € 28.280 € 28.843 € 29.636 € 29.129 € 29.306
subsidie € 24.475 € 24.475 € 24.727 € 25.325 € 26.276 € 27.080 € 27.080 € 25.758 € 25.939
Ontwikkeling totale loonkosten WSW •er FTE en subsidie er SE
€ 28.000 € 27.000 € 26.000 € 25.000
•
totale loonkosten ■•■■subsidie
€ 24.000 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Vervoerskosten WSW De vervoerskosten bestaan uit de reiskostenvergoeding minus eigen bijdrage conform de CAO en kosten van het door Baanstede geregeld (collectief) vervoer. In de begroting was gerekend met een bezetting van 821,08 FTE. In werkelijkheid was de gemiddelde bezetting 826,63 FTE.
pagina 44
Toelichting programmarekening Salariskosten ambtelijk Deze post is € 369.158 lager dan begroot doordat er in de gewijzigde begroting 2012 was gerekend met een gemiddelde ambtelijke bezetting van 77,5 FTE, terwijl in werkelijkheid de gemiddelde bezetting 65,5 FTE was. Daartegenover waren de gemiddelde loonkosten over 2012 hoger dan begroot. De ambtelijke bezetting is in 2012 sneller en verder gereduceerd dan aanvankelijk gepland. Het tekort in de voor 2012 geplande ambtelijke capaciteit is gedeeltelijk opgevangen via 'Externe dienstverlening'. Zie aldaar voor een nadere toelichting. In 2012 is tot een bedrag van € 277.846 aan loonkosten gemaakt voor boventallig verklaard ambtelijk personeel. Er zijn geen functionarissen waarvan, op grond van artikel 6, eerste en tweede lid, van de 'Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens' (WOPT), informatie gepubliceerd moet worden. In 2012 is de wet 'Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector' (WNT) aangenomen. Deze treedt op 1 januari 2013 in werking. De WNT stelt een maximum aan de bezoldiging van bestuurders en hoogste leidinggevenden in de publieke en semipublieke sector. De WNT komt in de plaats van de WOPT. De bezoldigingsnormering kent € 187.340 als maximum voor topfunctionarissen binnen SW-instellingen.
Overige personeelskosten De Overige personeelskosten omvatten o.m. de kosten van werving en selectie, Arbodiensten en bedrijfsgeneeskundige zorg, werkkleding, opleidingskosten en vergoedingen voor reis- en verblijfskosten. De kosten zijn zowel t.o.v. 2011 als de begroting lager. Er zijn belangrijke besparingen bereikt op Arbozorg en opleidingskosten. De kosten voor 'Bijzondere voorzieningen' vielen juist hoger uit. Deze Bijzondere voorzieningen omvatten ook frictiekosten voor ontslagen medewerkers in de vorm van eenmalige uitkeringen tot een bedrag van € 27.000 en € 3.476 aan overige personeelskosten voor boventallig verklaard ambtelijk personeel.
Externe dienstverlening Onder Externe dienstverlening vallen de externen (niet direct productieve uitzendkrachten, ingehuurd personeel van derden, freelancers e.d.). Deze kosten vallen niet onder de post 'Directe orderkosten' omdat de werkzaamheden niet direct productiegerelateerd zijn. Deze kosten zijn in 2012 hoger dan over 2011 en ook hoger dan begroot. Het aantal trajecten voor niet-SW doelgroepen was in 2012 lager dan begroot. De onzekerheid van deze instroom is de belangrijkste reden om to kiezen voor externe dienstverlening (voor trajectmanagement en leiding in de leerwerkbedrijven). De toekomstverwachtingen zijn ongunstig. De ambtelijke formatie wordt gebaseerd op 'veilige' omzetverwachtingen. Voor ambtelijke dienstverbanden bestaan er risico's op UWV-claims voor WW-uitkeringen indien ontslag nodig zou zijn. Indien en voor zover er extra opdrachten binnenkomen, wordt daarom de personeelsbehoefte voor trajectbegeleiding en leiding gedekt via externe dienstverlening. Het variabele deel van de omzet correspondeert zo ook beter met een variabel deel van de personeelskosten. In een aantal gevallen zijn meer dan begroot externen ingezet omdat de reductie van de ambtelijke bezetting eerder werd gerealiseerd of omdat ambtelijk vacatures bewust nog niet vervuld werden. Doordat een aantal ambtenaren boventallig werden verklaard was, conform het sociaal plan, ambtelijke invulling van die vacatures niet toegestaan, terwijI het takenpakket nog niet elders was ondergebracht noch vervallen.
pagina 45
Toelichting programmarekening Afschrijvingen De afschrijvingen over 2012 zijn lager dan begroot door uitstel van investeringen. Deze post is lets lager dan de realisatie over 2011.
Rentelasten Deze post bestaat voornamelijk uit rentelasten die samenhangen met langlopende leningen. De lasten zijn iets lager dan begroot maar t.o.v. 2011 toegenomen. De oorzaak hiervan is de in 2011 toegenomen schuld. De 2 nieuwe leningen van tezamen € 3 min. zijn nu voor een vol jaar in de rentelast meegenomen. De gemiddelde rentevoet is te becijferen op 3,93%, hetgeen 'Iaag' genoemd mag worden.
Huur De betaalde huur (gebouwen, auto's, speciale hulpmiddelen) is lager dan begroot en ook lager dan de realisatie van 2011. De belangrijkste besparingen zijn te vinden in de huur van gebouwen en in mindere mate in de huur van vervoermiddelen.
Onderhoudskosten Deze post omvat de onderhoudskosten aan terreinen en gebouwen, inventarissen, machines, computerapparatuur en software en installaties en vervoermiddelen, maar ook de schoonmaakkosten. Het totaal is lager dan de realisatie over 2011 en veel lager dan begroot. Er is minder dan begroot uitgegeven op onderhoud gebouwen, computerapparatuur en software en inventaris. Er is meer dan begroot aan onderhoudskosten voor vervoermiddelen besteed.
Energieverbruik In deze post zijn opgenomen gas- en elektriciteitsverbruik, waterverbruik, stookolie en propaangas alsmede brandstof voor het wagen- en machinepark. De overschrijding t.o.v. de begroting ligt vooral aan de tarieven voor brandstof voor de vervoermiddelen.
Belastingen en verzekeringen Dit omvat onroerende zaakbelasting en andere zakelijke lasten, brand-, bedrijfsschade en WA-verzekeringen, motorrijtuigenverzekeringen en -belastingen.
pagina 46
Toelichting programmarekening
Algemene kosten Deze post bevat vele kostensoorten, zoals de indirecte productiekosten, magazijn- en expeditiekosten, verkoopkosten, kosten van salarisverwerking, telefoon-, porto- en bankkosten, kosten i.v.m. de OR, abonnementen en contributies, accountantskosten, vergader- en representatiekosten, kantoorbenodigdheden en drukwerk, kantinekosten enz. enz In 2012 is voor ruim € 189.000 aan advieskosten gemaakt, hoger dan begroot en tevens hoger dan de realisatie over 2011. Het betreft hier vooral advieskosten voor de herstructurering en personele kwesties.
Diverse lasten Deze post bestaat grotendeels uit pensioenpremies voor personen in vroegpensioenregelingen en schades van het bedrijfsonderdeel Groenvoorziening zoals autoschades en schade aan bezittingen van derden, ontstaan tijdens werkzaamheden. Ontvangen schadevergoedingen zijn verantwoord onder 'Diverse baten'.
Toevoeging aan voorzieningen Deze post is uit de volgende dotaties opgebouwd: Voorziening dubieuze debiteuren Voorziening spaarverlof Voorziening personeelskosten
Realisatie 2012 € 41.241 € 47.837 € 219.334 € 308.412
Realisatie 2011 € 24.982 € 70.770 € 229.039 € 324.791
De hoogte van de voorziening voor dubieuze debiteuren is gebaseerd op een staffel naar ouderdom van de vorderingen. In 2012 is een specifieke debiteur een omvangrijke voorziening getroffen. De hoogte van de voorziening voor spaarverlof wordt na genoemde dotatie geacht toereikend te zijn. De dotatie voor de voorziening personeelskosten heeft te maken met ontslag van ambtelijk medewerkers. Hierdoor ontstaat het risico op een claim van het UWV i.v.m. toegekende WW-uitkeringen. Het aantal personen met een WW-uitkering is toegenomen en het risico is per betrokkene qua duur o.b.v. de leeftijd ingeschat. Dit leidde tot deze aanvulling op de bestaande voorziening.
Vrijval van voorzieningen Voorziening modernisering
Realisatie 2012 € 14.320 € 14.320
Realisatie 2011 € 14.085 € 14.085
Voor de voorzieningen voor modernisering is een actualisatie per ultimo 2012 gemaakt. Hieruit bleek dat genoemd bed rag kon vrijvallen. Voor de onderbouwing van de voorzieningen wordt ook verwezen naar de toelichting op de balans.
pagina 47
Toelichting programmarekening Diverse baten De diverse baten omvatten o.m. ontvangen rente, ontvangen schade-uitkeringen, opbrengst afval en oud materiaal en de huuropbrengst van de beschikbare ruimte. Voor deze laatste post bestaat een vordering voor 6 maanden huur welke dubieus is. De toekenning van de BW-bonusregeling over 2010 is in 2012 uitgevoerd. Dit betekende voor 2012 een meevaller van € 179.940.
Incidentele baten en lasten De commissie BBV heeft nadere verduidelijkingen over incidentele baten en lasten uitbracht. Indien bestaand structureel beleid, niet zijnde een tijdelijke geldstroom, binnen de termijn van drie jaar een wijziging ondergaat, dan worden de daarmee samenhangende lasten of baten in het begrotingsjaar niet als incidenteel aangemerkt. Na afloop van een begrotingsjaar zullen bij het opmaken van de jaarrekening wel enige (relevante) verschillen tussen de werkelijkheid en de begroting blijken. In de toelichting bij het BBV staat dat voor een nadere invulling van het begrip incidenteel kan worden gedacht aan baten en lasten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Dit wijkt of van de gebruikelijke definitie voor incidentele baten en lasten. De in de programmarekening opgenomen afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn getoetst aan het begrotingscriterium. Door een vergelijking van de realisatie van de incidentele baten en lasten met de begrotingscijfers ontstaat inzicht in de feitelijke afwijking van hetgeen werd begroot en ook in hetgeen alsnog (na einde van het begrotingsjaar) bij het opstellen en analyseren van de jaarrekeningcijfers als een incidentele bate dan wel last is gesignaleerd. De mutatie voorziening dubieuze debiteuren wordt jaarlijks beoordeeld en kent in 2012 een incidentele mutatie i.v.m. de financiele positie van een debiteur (ca. € 50.000). In 2012 zijn advieskosten gemaakt die samenhangen met de herstructurering. Ook deze kosten kunnen wel vallen onder de BBV-definitie van incidentele lasten. Het betreft ca. € 137.000, waarvan ca. € 90.000 incidenteel volgens de BBV-definitie. Daarnaast is er in 2012 een bate naar voren gekomen (en in 2012 verwerkt) uit eenmalig onderzoek van een extern bureau. Het betreft afdrachtverminderingen op de loonkosten voor indienstname en opleiding van bepaalde doelgroepen voor per saldo ca. € 187.000. De toekenning van de BW-bonusregeling over 2010 is in 2012 uitgevoerd, hetgeen niet was begroot (ca. € 180.000). Voor toekomstige jaren wordt geen BW-bonus meer begroot noch verwacht. Tenslotte is er in 2012 € 541.000 aan extra gemeentelijke bijdragen als bate verantwoord; ook dit kan onder de BBV-definitie van incidentele baten vallen.
pagina 48
Toelichting programmarekening Overdracht WSW-subsidie De deelnemende gemeenten dragen de gehele WSW-subsidie over aan Baanstede. Baanstede verantwoordt een bate voor zover deze samenhangt met de realisatie van SWarbeidsjaren en tot het niveau van de taakstelling. Over 2012 is een gemengd resultaat ontstaan. Voor 4 deelnemende gemeenten is een overrealisatie tot stand gekomen van tezamen 6,94 SE, voor 5 een onderrealisatie van 3,19 SE. Daarnaast wordt ook subsidieoverdracht aan niet-deelnemende gemeenten gevraagd, terwijI Baanstede daarvan de taakstelling niet kent en er dus ook geen sprake is van overof onderrealisatie. Sommige SW-geIndiceerden tellen niet (geheel) mee in de realisatie (bijv. door detentie, onduidelijkheden over de declaratiegemeente of bij langdurige ziekte) waardoor een verschil kan ontstaan tussen gerealiseerde en subsidiabele SEs. In de hoofdstukken 'Algemeen' en 'Sociaal' is het verband uiteengezet tussen de taakstelling (financieringsruimte) voor de deelnemende gemeenten, de realisatie door andere SW-bedrijven op die taakstelling en de realisatie van Baanstede voor niet deelnemende gemeenten. Voor Baanstede leverde dit een subsidiabele realisatie op van 906,09 SE, bijna 1 SE onder de financieringsruimte van de begroting. Gewijzigde Realisatie Realisatie begroting eenheids2011 2012 2012 bedrag Omschrijving aantal SE € 23.851.810 925,98 € 25.758 Subsidieoverdr. € 23.364.400 907,06 € 25.758 Subsidieoverdr. 906,09 € 25.939 € 23.503.388 Subsidieoverdr. € 23.851.810 € 23.364.400 € 23.503.388 Tota a I
Gemeentelijke bijdragen Dit betreft de gemeentelijke bijdrage voor 2012 (het gevraagde voorschot). Door het bestuur is besloten dit zonder verrekening ook tot definitieve bijdrage te verklaren en het daarmee als bate op te nemen.
Loonsuppletie begeleid werk SW-geIndiceerden kunnen in het kader van 'Begeleid Werken' (BW) binnen de WSW een arbeidsovereenkomst met een reguliere werkgever aangaan. Baanstede of een externe begeleidingsorganisatie (bij een PGB) verzorgt dan de jobcoaching. Baanstede betaalt in aIle gevallen een loonsuppletie uit ter compensatie van het lagere arbeidsvermogen. In 2012 zijn gemiddeld 69,59 FTE in BW geplaatst geweest. Er is € 813.917 aan loonsuppleties uitbetaald, dat is € 11.696 per FTE per jaar. Begroot was een gemiddelde plaatsing van 67,40 FTE met een gemiddelde loonsuppletie tot een bedrag van € 12.537 per FTE per jaar. De onderschrijding op deze post bestaat dus uit het saldo van een hogere realisatie in volume bij een lagere gemiddelde loonsuppletie.
pagina 49
Toelichting programmarekening Herstructu reri ngskosten In een aantal van de hierbovengenoemde kostensoorten zijn ook herstructureringskosten begrepen. Omdat deze kosten in de begroting voor 2012 bij de oorspronkelijk kostensoorten waren opgenomen, moet nu op dezelfde basis worden gerapporteerd. Voor de begroting 2013 en volgende jaren is er voor deze activiteit een apart programma opgenomen. De specificatie van de herstructureringskosten is als volgt: Realisatie Realisatie 2012 2011 Salariskosten ambtelijk (boventalligen) € 277.845 Idem, afkoopsom bij ontslag ambtelijk € 27.000 € 41.000 Overige personeelskosten € 3.476 Advieskosten € 136.845 € 47.179 Dotatie voorziening WW-claim UWV € 115.000 € 229.039 Totaa I € 560.166 € 317.218 Het onderdeel 'Advieskosten' van deze herstructureringskosten bestaat uit: Consultancy herstructurerings- en transitieplan € 108.112 Juridisch advies ontslag ambtelijk medewerkers € 11.701 Outplacementkosten ambtelijk medewerkers € 16.400 Overige posten € 632 € 136.845
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Bij Baanstede is er geen sprake van algemene dekkingsmiddelen. Er wordt bij Baanstede Oen bedrag voor onvoorziene lasten beg root.
Onttrekking aan reserves Op grond van het in 2012 genomen bestuursbesluit is het tekort (C 715.848) t.l.v. het eigen vermogen gebracht.
pagina 50
Gemeentelijke bijdragen
Gemeentelijke bijdragen 2012 In de loop van 2012 is bij voorschot een gemeentelijke bijdrage gedeclareerd. Dit betrof in totaal € 1.241.200. Het Algemeen Bestuur heeft in haar vergadering in december 2012 het besluit genomen het voorschot tot de definitieve gemeentelijke bijdrage over 2012 te maken en het tekort over 2012 ten laste van het eigen vermogen te brengen. Er zal op het totaalbedrag geen verrekening plaatsvinden. Het in 2012 ontvangen bedrag wordt in de afrekening opgenomen. Het totaalbedrag wordt nu per gemeente toegerekend op basis van het werkelijk aantal inwoners (CBS) en het aantal WSW FTE's op de peildatum 1 januari 2012. In artikel 37 van de GR is deze verdeelsleutel vastgelegd. € 372.360 - 30% van het tekort o.b.v. het aantal inwoners per 1 januari 2012 € 868.840 - 70% via het aantal WSW FTE's per 1 januari 2012 Werkelijk Werkelijk Voorschot aantal aantal WSW inwoners per FTE's per Aandeel bijdr. Gemeente 1 januari 20121 januari 2012 2012 2012 18,83 € 28.471 € 24.984 Beemster 8.719 86,97 € 118.165 € 128.026 Edam-Volendan 28.700 9,19 € 20.889 € 19.855 Landsmeer 10.334 8,47 € 18.758 € 22.686 9.097 Oostzaan 280,23 € 365.543 € 351.667 Purmerend 79.266 28,25 € 47.231 € 48.853 Waterland 17.010 21,78 € 39.481 € 35.590 Wormerland 15.781 422,28 € 584.029 € 591.225 148.281 Zaanstad 11,58 € 18.635 € 18.314 Zeevang 6.344 887,58 € 1 241.200 € 1.241.200 323.532 Totalen
pagina 51
Saldo 2012 € 3.487 € 9.861€ 1.034 € 3.928€ 13.876 € 1.622€ 3.891 € 7.196€ 321 € 0-
SiSa-bijlage SiSa-bijlage, verantwoordingsinformatie WSW SZW
G1B
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden) Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het deel van de regeling dat in (jaar T) door het openbaar lichaam is uitgevoerd.
Hieronder per regel den gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Het totaal aantal geindiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet to aanvaarden op 31 december (jaar T)
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geindiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geindiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren
Aard controle n. v. t.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G1B / 01
Indicatornummer: GIB / 02
Indicatornummer: GIB / 03
Indicatornummer: G1B / 04
Indicatornummer: G18 / 05
193 (Zwolle)
0,00
1,00
0,42
0,00
363 (Amsterdam)
4,00
0,56
3,65
0,00
365 (Graft-De Rijp)
2,00
0,00
1,67
0,00
22,50
5,91
17,81
2,83 2,56
370 (Beemster)
109,50
8,54
88,73
388 (Enkhuizen)
1,00
0,00
0,42
0,00
392 (Haarlem)
1,00
0,00
0,14
0,14
394 (Haarlemmermeer)
0,00
1,00
0,00
0,00
396 (Heemskerk)
1,00
0,00
1,00
0,00
400 (Den Helder)
3,25
0,00
1,75
0,00
405 (Hoorn)
2,00
0,00
2,00
0,00
10,00
0,47
8,89
1,00
385 (Edam-Volendam)
415 (Landsmeer) 420 (Medemblik) 431 (Oostzaan)
1,00
0,00
0,50
0,00
10,25
0,80
8,96
1,00
372,50
26,28
283,87
24,34
441 (Schagen)
0,00
0,44
0,00
0,00
476 (Zijpe)
0,00
0,44
0,15
0,00
14,25
0,00
12,57
0,05
439 (Purmerend)
478 (Zeevang)
526,50
45,38
425,81
28,70
498 (Drechterland)
1,00
0,40
0,45
0,45
532 (Stede Broec)
1,00
0,00
1,00
0,00
852 (Waterland)
30,50
2,60
28,90
4,60
880 (Wormerland)
479 (Zaanstad)
25,25
3,55
21,35
3,55
957 (Roermond)
1,00
0,00
1,00
0,00
1598 (Koggenland)
1,00
0,00
1,00
0,00
1911 (Hollands Kroon)
2,00
0,00
1,00
0,00
pagina 52
Deloitte.
Deloitte Accountants B.V. Comeniusstraat 8 1817 MS Alkmaar Postbus 270 1800 AG Alkmaar Tel: (088) 2882888 Fax: (088) 2889702 www.deloitte.nl
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland "Baanstede"
Verkllaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de (in de jaarstukken op pagina 26 tot en met 52 opgenomen) jaarrekening 2012 van de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland "Baanstede" te Purmerend gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de programmarekening over 2012 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiele verslaggeving en andere toelichtingen, alsmecle de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland "Baanstede" is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Het dagelijks bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met het Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (B ado) en het Controleprotocol zoals op 30 mei 2012 is vastgesteld door uw bestuur. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Deloitte Accountants B.V. is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362853.
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
130221 R/MG/3113414380
Deloitteo Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevoig van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de inteme beheersing van de gemeenschappelijke regeling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondsiagen voor fmanciele verslaggeving en de gebruikte financiele rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De fmanciele rechtmatigheidscriteria zijn vastgesteld met het normenkader door het bestuur op 30 mei 2012. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1 % en voor onzekerheden 3 % van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2, lid 7 Bado is deze goedkeuringstolerantie door het bestuur bij besluit van 30 mei 2012 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland "Baanstede" een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2012 als van de activa en passiva per 31 december 2012 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2012 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling.
130221 R/MG/3113414380
Deloitte. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Alkmaar, 26 april 2013 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: ing. J.L. Wisse RA
130221 R/M0/3113414380
Bijlage
Bijlage, Omzetten deelnemende gemeenten
De omzet van de deelnemende gemeenten vormt een belangrijke indicator voor de mate van betrokkenheid bij Baanstede, zowel in financieel als in sociaal opzicht. Het omvat ook omzet uit re-integratie en participatietrajecten voor niet-SW-clienten, die voor een groot deel wordt behaald bij de deelnemende gemeenten. Hieronder wordt weergeven hoeveel er in 2012 in totaal direct aan de deelnemende gemeenten is gefactureerd. Daarbij dient aangetekend te worden dat in sommige gevallen er indirect (bijv. via contract-compliance) dankzij een gemeente omzet bij andere partijen gerealiseerd wordt. Helaas valt niet vast te stellen welk aandeel van de omzet bij derden op die manier aan de gemeenten valt toe te rekenen. Gemiddeld aantal WSW FTE's Omzet per FTE Gemeente Totale omzet Landsmeer 7.387 832 8,88 Beemster € 39.427 17,78 2.217 Edam-Volendam 87,73 € 355.126 4.048 Purmerend € 1.251.353 278,10 4.500 Zeevang 12,30 4.579 € 56.318 € 2.130.505 Zaanstad 417,22 5.106 Wormerland C 335.412 15.732 21,32 € € 580.440 Waterland 28,09 C 20.664 € 257.640 8,86 Oostzaan € 29.079 Totaal € 5.013.608 880,28 5.695 Het aantal in de kolom 'Gemiddeld aantal WSW-FTEs' omvat de clienten met een WSW-dienstverband (incl. BW). T.o.v. de cijfers over 2011 is de omzet bij deelnemende gemeenten sterk afgenomen. In 2011 was in totaal € 5,7 min. aan hier relevante omzet behaald met 896,93 WSWFTE's. Het gemiddelde bed rag van aIle gemeenten was € 6.303 per FTE.