Energievisie
gemeente Wormerland
September 2013
Inhoudsopgave
1
Samenvatting ..................................................................................................... 5
2
Inleiding ........................................................................................................... 7 2.1
Aanpak, benadering en belangrijke uitgangspunten ............................................................. 7
2.2
Opzet onderzoek ...................................................................................................... 8
2.3
Leeswijzer ............................................................................................................. 8
3
Energieverbruik Wormerland ................................................................................... 9 3.1
Huidig energieverbruik ............................................................................................... 9
3.2
CO2-emissie ........................................................................................................... 11
4
Ontwikkeling van energieverbruik en duurzame energie .................................................. 13 4.1
Basisscenario ......................................................................................................... 13
4.2
Extra besparing en duurzame energie ............................................................................ 18
Bijlage A: Afkortingen en begrippen ....................................................................................... 19 Bijlage B: Begrippen .......................................................................................................... 20 Bijlage C: Gebruikte literatuur ............................................................................................. 21
3
4
1
Samenvatting De energievraag in Wormerland is de afgelopen jaren redelijk constant geweest op een niveau van ongeveer 1,5 PetaJoule. Huishoudens zijn verantwoordelijk voor ongeveer 45% van het energieverbruik, de industrie voor ruim 20%. De totale CO2-emissie in Wormerland is ongeveer 110 kton. De duurzame energieproductie in Wormerland ligt nu rond de 1,5%, vrijwel volledig vanuit biomassa. Onder invloed van min of meer autonome trends (renovatie van woningen, aankoop zuiniger auto’s, installatie zonnepanelen, etc.) wordt voorzien dat de energievraag zal afnemen en de duurzame energieproductie zal toenemen. Vertaling van de landelijk verwachte ontwikkeling naar Wormerland zou kunnen resulteren in een aandeel duurzame energie van rond de 5% in 2020. Op langere termijn (2035) zou dat richting de 30% kunnen gaan. Een nadere analyse van mogelijke/benodigde maatregelen en de rol die de gemeente daarin kan spelen leert dat bij de meeste routes de rol primair bij burgers en bedrijven ligt. De daadwerkelijke snelheid van verduurzaming is daarmee dus ook vooral van hen afhankelijk. Dat geldt zowel voor energiebesparing als voor de toepassing van zonne-energie. Zowel vanuit lange-termijn-effectiviteitsals efficiencyoverwegingen past de gemeente hier vooral een voorlichtende, enthousiasmerende en faciliterende rol. De analyse laat zien dat een duurzame energieproductie op het niveau van de doelstelling uit het klimaatakkoord (20%) of de huidige nationale doelstellingen (14-16%) een zeer ambitieuze opgave is. Het is daarom aan te bevelen om de ambities voor de komende jaren vooral te zoeken in het succesvol enthousiasmeren en faciliteren van lokale ontwikkelingen. Het leren van de ingezette activiteiten en het vieren van successen moet leiden tot ontwikkelingen die zich op langere termijn vertalen in waarneembare effecten op de totale energievraag en de duurzame energieproductie.
5
6
2
Inleiding
Het huidige kabinet gaat in haar energiebeleid uit van het realiseren van de Europese doelen voor een duurzame energievoorziening. Dit betekent dat in 2020 16% van de energieconsumptie uit duurzame bronnen moet zijn geproduceerd en dat de emissie van CO2 met 20% moet zijn gereduceerd. Om deze doelstellingen te realiseren zijn forse inspanningen nodig van overheden (waaronder gemeenten), bedrijven en particulieren. De gemeente Wormerland heeft een klimaatakkoord met de provincie Noord-Holland gesloten waarin deze landelijke doelen zijn overgenomen. Dit rapport kan als basis worden gebruikt voor het door de gemeente op te stellen beleid. Hierin wordt aangegeven op welke wijze de gemeente invulling wil geven aan haar doelstellingen op het gebied van duurzame energie en energiebesparing.
2.1 Aanpak, benadering en belangrijke uitgangspunten Deze energievisie is gebaseerd op het kwantitatief vaststellen van de energiebalans van de gemeente Wormerland, zie Figuur 1. Met de gemeentegrenzen als systeemgrens worden zowel het energieverbruik als mogelijkheden voor duurzame opwekking op integrale wijze benaderd.
Figuur 1: Schematische weergave duurzaamheidsmodel De opgave van verduurzaming is de ontwikkeling van een energiesysteem waarmee op basis van eigen bronnen in Wormerland kan worden voorzien in het eigen gebruik. Wanneer het energiegebruik niet volledig uit eigen bronnen geproduceerd kan worden is import van energie (in de vorm van grondstoffen en/of producten) noodzakelijk. Bij een overschot aan duurzaam geproduceerde energie kan Wormerland dat overschot exporteren.
7
Scenario’s voor de toekomstige ontwikkeling Het vaststellen van de energiebalans volgens Figuur 1 geeft een goede indruk van de wijze waarop het huidige verbruik kan worden verduurzaamd. Cruciaal is hoe het energiegebruik en de duurzame energieproductie in de toekomst gaan veranderen door besparingsmaatregelen en prijs-, en technologieontwikkelingen. Gelet op de onzekerheden, die hiervoor gelden, hanteren wij in deze energievisie een aantal scenario’s.
2.2 Opzet onderzoek Het rekenmodel, dat ten grondslag ligt aan deze studie, maakt gebruik van een groot aantal openbare bronnen (waaronder CBS, Kamers van Koophandel, Agentschap NL). Op basis van vragenlijsten en aanvullende gesprekken heeft een verdere verfijning plaatsgevonden. Deze verfijning bestaat onder andere uit het toevoegen van specifieke gegevens van de gemeente Wormerland zoals de toekomstige bedrijvigheid. Een aantal belangrijke uitgangspunten bij het onderzoek is:
Als basis zijn de meest recente beschikbare gegevens gebruikt. Voor energieverbruiksgegevens elektriciteit en aardgas zijn gegevens tot en met 2011 gebruikt, voor het overige betreft het hoofdzakelijk gegevens uit 2007 of 2008;
De gemeentegrenzen gelden als systeemgrenzen;
Het gebruik van vaartuigen/voertuigen wordt, op basis van kentallen voor het gebruik van de diverse typen voertuigen, in zijn geheel toebedeeld aan de gemeente waar het betreffende vaar- of voertuig staat geregistreerd;
Duurzaam geproduceerde energie wordt toebedeeld aan de oorspronkelijke bron (bv. uit biomassa geproduceerde duurzame energie wordt toebedeeld aan het herkomstgebied van de biomassa en niet aan de gemeente waar de installatie staat);
Tenzij anders vermeld, tonen de figuren het energieverbruik aan de meter. Voor elektriciteit betekent dit bijvoorbeeld dat niet wordt teruggerekend hoeveel brandstof nodig is geweest in centrales om de elektriciteit op te wekken. Het verbruik op de meter vormt namelijk de basis voor de doelstellingen voor duurzame energie;
De mogelijkheden voor CO2-opslag en CO2-compensatie worden in deze studie niet meegenomen.
2.3 Leeswijzer De opbouw van het rapport is als volgt:
Hoofdstuk 2 schetst de huidige energievraag en bijhorende CO2 uitstoot in Wormerland;
Hoofdstuk 3 geeft een beeld van het potentieel voor duurzame energie binnen de gemeentegrenzen van Wormerland;
Met de energievraag en het bronpotentieel als basis is vervolgens in hoofdstuk 4 een scenario geschetst voor de ontwikkeling van de energievoorziening en duurzame energieproductie. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een inschatting van de effecten van de plannen en initiatieven, zoals die nu binnen Wormerland worden ontwikkeld.
8
3
Energieverbruik Wormerland
De inventarisatie van de mogelijkheden voor energiebesparing en duurzame energie start met een analyse van de huidige energieconsumptie en CO2-emissie. In paragraaf 3.1 wordt een beeld van het energieverbruik binnen de gemeente Wormerland geschetst. Het gebruik van transportbrandstoffen wordt nader toegelicht. In paragraaf 3.2 wordt de bijbehorende CO2-emissie in de gemeente per product aangegeven.
3.1
Huidig energieverbruik
In Figuur 2 wordt het energieverbruik per sector weergegeven. Er wordt onderscheid gemaakt in aardgas voor verwarming en aardgas voor andere doeleinden, zoals koken of industriële toepassingen. Het totale verbruik bedraagt circa 1,47 PJ/jaar. Huishoudens zijn verantwoordelijk voor ongeveer 45% van het energieverbruik (circa 0,65 PJ ), de industrie voor ruim 20%. Het zakelijk transport is met een verbruik van circa 0,24 PJ verantwoordelijk voor 16% van het energieverbruik. Het energieverbruik in de commerciële dienstverlening is voornamelijk toe te wijzen aan adviesbureaus en financiële instellingen.
Figuur 2: Energieverbruik per sector Transportbrandstoffen en aardgas voor verwarming van woningen en bedrijven hebben het grootse aandeel in het energieverbruik. Figuur 3 toont de ontwikkeling van het gas- en elektriciteitsverbruik. Dit is vrijwel constant.
9
Figuur 3 Ontwikkeling gas- en elektriciteitsverbruik de laatste jaren In Figuur 4 wordt het brandstofverbruik nader onderverdeeld. Het huishoudelijk brandstofverbruik is afkomstig van personenauto’s en tweewielers. De in de gemeente Wormerland geregistreerde vrachtauto’s zijn de grootste verbruikers binnen het zakelijk transport..
Figuur 4: Brandstofverbruik
10
3.2
CO2-emissie Op basis van het energieverbruik is een berekening van de CO2-emissie gemaakt. De totale uitstoot is geschat op circa 110 kton/jaar. Transportbrandstoffen zijn verantwoordelijk voor de grootste CO2-emissie. De verhoudingen zijn anders dan bij het energieverbruik. Elektriciteit veroorzaakt namelijk de grootste uitstoot per eenheid energie. Aardgas veroorzaakt relatief weinig CO2-uitstoot per eenheid energie (zie Figuur 5).
Figuur 5: Verdeling CO2-emissie in kton
11
12
4
Ontwikkeling van energieverbruik en
duurzame energie In twee scenario’s wordt het effect beschreven van ontwikkelingen en beleidsmatige keuzes op zowel het energieverbruik als op de productie van duurzame energie. Dit hoofdstuk beschrijft eerst het basisscenario. Dit scenario geeft aan hoe het toekomstig energieverbruik en de ontwikkeling van duurzame energie naar verwachting zal gaan verlopen onder invloed van verwachte ontwikkelingen en trends. Het tweede deel van dit hoofdstuk schetst een intensief scenario. Hierin wordt ingegaan op de effecten van de extra inspanningen van de gemeente op het gebied van energiebesparing en ontwikkeling van duurzame energie.
4.1 Basisscenario Ontwikkeling energieconsumptie Het verwachte energieverbruik zal dalen onder invloed van de volgende algemene ontwikkelingen:
Transportontwikkelingen: Er zullen steeds meer voertuigen geheel of gedeeltelijk elektrisch worden aangedreven. Dit bespaart per saldo energie. Het brandstofverbruik zal hierdoor flink verminderen en het elektriciteitsverbruik zal licht stijgen. Daarnaast zullen brandstofmotoren steeds efficiënter worden en dus minder brandstof gaan verbruiken.
Energiezuinig bouwen en renovatie: woningen en bedrijven zullen beter geïsoleerd worden en daardoor gemiddeld minder gas voor verwarming gaan verbruiken.
Toename elektrische apparatuur en daardoor lichte stijging elektriciteitsverbruik.
Voor het effect van bovenstaande ontwikkelingen zie Figuur 6.
13
Figuur 6: Verwachte ontwikkeling energieverbruik per product
Ontwikkeling duurzame energie Momenteel wordt er in gemeente Wormerland circa 20 TJ/jaar aan Duurzame Energie (DE) geproduceerd. Dit is vooral te danken aan energiewinning uit biomassa (afval en resthout (b-hout)). De verwachting is dat de DE-productie autonoom gaat groeien naar iets meer dan 0,3 PJ/jaar in 2035. De komende jaren wordt de meeste DE gewonnen uit biomassa. Op de lange termijn zal zonne-energie belangrijker gaan worden. Figuur 7 geeft de verwachte ontwikkeling aan van DE-productie in het basisscenario. De bijdrage van de verschillende duurzame bronnen wordt hieronder nader toegelicht.
14
Figuur 7: DE-productie volgens het basisscenario
Biomassa In het basisscenario is verondersteld dat de huidige biomassa-inzet wordt gecontinueerd. De inschatting is dat de energieopbrengst licht zal kunnen groeien (zie Figuur 8) onder invloed van een aantal verwachte ontwikkelingen:
De verwachting is dat de houtachtige stromen (snoeihout, B-hout, etc.) in de toekomst meer zullen worden benut voor energiewinning;
Ook zullen delen van de groen vergistbare stromen (bijv. GFT en loofresten) en grasachtigen (bijv. bermgras) in de nabije toekomst in een vergistingsinstallatie worden verwerkt voor de productie van groen gas.
15
Figuur 8: Ontwikkeling biomassa in basisscenario
Wind In de analyse van het CO2-serciepunt van 2009 is weliswaar een relatief groot potentieel voor wind geïdentificeerd, gelet op het huidige provinciale en gemeentelijke beleid is wind niet meegenomen als optie in het basisscenario.
Zon De verwachting is dat zonne-energie na 2020 een dominante rol gaat vervullen in de productie van duurzame energie. Er zullen steeds meer zonne-installaties verschijnen op daken van huizen, (agrarische) schuren en garages. De verwachting is dat in 2035 ca. 2/3 van alle zongerichte daken gebruikt wordt voor PV-panelen of zonneboilers. Zie Figuur 9 voor de verwachte ontwikkeling in het basisscenario.
Figuur 9: Ontwikkeling zonne-energie in het basisscenario
16
Warmte In specifieke situaties kunnen kleinschalige warmte-installaties (bijv. WKO met warmtepomp) aantrekkelijk zijn. Het gaat dan vaak om bedrijven of woningen die naast een warmte- ook een koudevraag hebben. Als er vraag is naar beide is een kleinschalig warmtesysteem economisch beter haalbaar. Landelijk groeit het gebruik van warmtepompsystemen in combinatie met WKO of bodemwarmtewisselaars met ongeveer 20% per jaar. Duurzame warmtesystemen zullen zich dus alleen in een beperkt aantal situaties autonoom ontwikkelen. Het effect in het basisscenario is daarom gering.
Aandeel duurzame energie in basisscenario Het aandeel duurzame energie geeft aan in hoeverre het totale energieverbruik binnen de gemeentegrenzen afkomstig is uit duurzame bronnen. Onder invloed van de hiervoor beschreven trends en ontwikkelingen, zal het aandeel duurzame energie in 2020 ten opzichte van de consumptie circa 5% bedragen (zie Figuur 10) en op termijn wellicht kunnen toenemen tot ca. 30%. Energiebesparing en de toepassing van zonne-energie zijn hier de belangrijkste drijvende krachten hierin.
Figuur 10: aandeel duurzame energie in basisscenario
17
4.2
Extra besparing en duurzame energie Het basisscenario laat al een daling van het energieverbruik en een stijging van de duurzame energieproductie zien in Wormerland. Onlangs is het Duurzaamheidsprogramma 2014-2017 voor de Gemeente Wormerland opgesteld. Hieronder wordt waar mogelijk een indruk gegeven van de daarmee te bereiken energiebesparing en duurzame energie. De tabel in bijlage 1 van het Duurzaamheidsprogramma is als basis genomen. Voor een verdere toelichting op de maatregelen wordt verwezen naar het Duurzaamheidsprogramma. De huidige totale vraag in Wormerland is ca. 1,5 PJ, wat overeenkomt met ca. 1500 TJ. 1
Project
50 zonnepanelen op de gebouwen van de gemeentewerf. Zonnepanelen voor inwoners, communicatiebudget voor advertenties (veronderstelling: 5% vd woningen in Wormerland) Zonnepanelen, bijvoorbeeld voor 5 basisscholen Wormerland Mestvergister en PV panelen kinderboerderij SVN lening, communicatie Energiemarkt Energiestrijd Lesprogramma duurzame energie voor basisscholen Fietsen scoort Ondertekenen manifest duurzaam inkopen Woning corporaties (stel 20% besparing in alle corp. woningen) PV prive voor medewerkers Zonnepanelen gemeentelijke gebouwen Zonnepanelen voor bedrijven Engewormer energieneutraal (2 30 kW windmolens en 480 m2 zonnecellen Lokale energiecoöperatie GPR gebouw Totaal
Besparing (TJ)
Duurzame energieproductie (TJ) 0,04 1,2 0,12 p.m.
2
11
p.m. 23
p.m. 0,02 p.m. p.m. 0,6
p.m. p.m. 34
p.m. p.m. 2
p.m. = pro memorie. Deze maatregelen dragen bij aan duurzaamheid, maar voldoende kwantitatieve informatie ontbreekt om het effect op energiebesparing en/of duurzame energie te kunnen inschatten. Voor besparing op de vraag zijn de volgende maatregelen geïdentificeerd:
Aandeel duurzame energie De effecten van de hierboven omschreven maatregelen zijn nog niet groot genoeg om een substantiële verhoging van het aandeel duurzame energie te realiseren ten opzichte van het basisscenario. Niet alleen voor deze maatregelen, maar ook in het algemeen geldt dat voor de verdere verduurzaming van de gemeente de rol primair bij burgers en bedrijven ligt. De daadwerkelijke snelheid van verduurzaming is daarmee dus ook vooral van hen afhankelijk. Dat geldt zowel voor energiebesparing als voor de toepassing van zonne-energie. Zowel vanuit lange-termijn-effectiviteits- als efficiencyoverwegingen past de gemeente hier vooral een voorlichtende, enthousiasmerende en faciliterende rol.
1
1 TJ = 1/1000 PJ
2
Maatregelen liggen allen op het vlak van voorlichting/bewustwording. Genoemde besparing wordt gerealiseerd als de helft van de inwoners
van Wormerland gemiddeld 5% bespaart
18
Bijlage A: Afkortingen en begrippen Afkortingen AVI
Afvalverbrandingsinstallatie
DE
duurzame energie
EPC
Energieprestatiecoëfficiënt
gft
groente-, fruit- en tuinafval
kWp
kilowattpiek = 1000 Wp (zie ook Wp)
kton
kiloton = 1000 ton
LT
lage temperatuur
M
mega = 106
MJA
meerjarenafspraken energie-efficiency
MW
megawatt
OV
Openbaar vervoer
PJ
peta-joule = 1015 J
PV
photo-voltaisch, opwekking van elektriciteit door middel van zonlicht
RO
ruimtelijke ordening
SDE
Stimulering Duurzame Energieproductie
VGI
voeding- en genotsmiddelen industrie
WKO
Warmte/koude-opslag
Wp
Wattpiek, het piekvermogen dat door een installatie geleverd kan worden
19
Bijlage B: Begrippen Aardgas (anders); de inzet van aardgas voor andere toepassingen dan ruimteverwarming waarbij de vrijkomende verbrandingswarmte op een veel hoger temperatuurniveau wordt ingezet dan bij ruimteverwarming. Het gaat hierbij m.n. om de inzet bij diverse productieprocessen en de inzet ten behoeve van koken bij huishoudens. B-hout: afvalhout. Geverfd en gelakt hout, plaatmaterialen, etc. CO2-neutraal: een gemeente is CO2-neutraal als de hoeveelheid CO2 die door het energieverbruik binnen een gemeente wordt geproduceerd, even groot is als de vermeden CO 2-emissie door de met behulp van bronnen afkomstig van de gemeente opgewekte duurzame energie. Energieneutraal; een gemeente is energieneutraal als het energieverbruik binnen een gemeente (uitgedrukt in PJ) volledig wordt geleverd door energie uit duurzame bronnen. Klimaatneutraal: een gemeente is klimaatneutraal als de totale hoeveelheid van alle binnen de gemeente vrijkomende broeikasgassen (naast CO2-emissies door energieproductie ook emissies van andere broeikasgassen door bv. mestopslag en industriële productieprocessen), even groot is als de vermeden emissies o.a. door de binnen de gemeente opgewekte duurzame energie maar óók bijvoorbeeld CO 2-opslag, etc. LT-warmte; lage temperatuur warmte. In deze rapportage wordt deze term gehanteerd voor de inzet van aardgas voor ruimteverwarming (een temperatuurniveau van minder dan 100 ºC3). Semi-zelfvoorzienend: een gemeente is semi-zelfvoorzienend als in de totale energiebehoefte (uitgedrukt in PJ) kan worden voorzien door productie uit duurzame bronnen afkomstig uit de gemeente waarbij de energiemix niet volledig wordt gedekt óf indien er door middel van import van duurzame energie of duurzame energiedragers in de energiebehoefte wordt voorzien. Zelfvoorzienend: een gemeente is zelfvoorzienend als in de totale energiebehoefte (inclusief de daarbij behorende energiemix) binnen een gemeente volledig wordt voorzien door opwekking met behulp van bronnen afkomstig uit de eigen gemeente.
3
NB het begrip LTV ( = lage temperatuur verwarming) komt niet met dit begrip overeen omdat bij LTV sprake is van de inzet van water voor
ruimteverwarming op een temperatuursniveau van 55 ºC of lager.
20
Bijlage C: Gebruikte literatuur Agentschap NL, Klimaatmonitor Centraal Bureau voor de Statistiek (statline), diverse databanken Gemeente Heiloo, diverse beleidsstukken Greenpeace, Solar Photovoltaic Electricity Empowering the World, 2011 Holland Solar, Een toekomst zonder zonne-energie is ondenkbaar, 2009 International Energy Agency, Solar heating and cooling, 2009 Kamer van Koophandel, bedrijfsgegevens, 2008 LEI, Energiemonitor glastuinbouw, 2008; Planbureau voor de Leefomgeving, Verkeer en vervoer in de Referentieraming Energie en Emissies 2010-2020, 2010. Senternovem, Beschikbaarheid van Nederlandse biomassa voor elektriciteit en warmte in 2020, november 2009 Senternovem, Leidraad zonnestroomprojecten, 2008 Taskforce WKO, Groenlicht voor Bodemenergie, 2009 TNO, Elektrisch rijden als onderdeel van de transitie naar duurzame mobiliteit, 2010 TNO Gis, http://agentschapnl.kaartenbalie.nl/gisviewer/ ,
21
22