G E N E E S K U N D I G ^ ^ "
ZAKBOEKJE» O F,
BEKNOPT
ZAMENSTEL D E R
GENEESÖEFENINGE; Getrokken uit de beroemdfte Schrijveren dezer eeuwe. UIT HET E N G E L S C H V E R T A A L D t N M E T NOODICE VOORSCHRIFTEN VERRIJKT}
D O O R
A. S C H I A G TE
rWWl-WAATSCIW
f^mt
A M S T É L D A M .
Bij J . B. E L W E , Boekverkooper, MDCCLXXXIIi.
V O O R R E D E . iet tegenftaande liet aantal van nieuwe verbeteringen
in de Geneeskunde,
ontbreekt ons ech-
ter niets méér dan een kort begrijp der geneesdefenin • ge, oordeelkundig ontworpen. Het eenigfte werk van dezen van
aart,
is de P R O C E S S U S
INTEGRI
s Y i) E K H A M , een werk dat thans, fchoon
anders
van waarde , in aanzien
der gevorderde
waarneemingen , voor een groot deel verouderd en enbruikbaar zulk
een
is geworden. nuttig
Overeenkomftig
voorbeeld,
was
de
met
fchrijver
van dit tegenwoordige werk van gedachten dat hij den geneeskundigen zoude bewijzen,
eenen aanvaardbaaren
met hun een zamenftcl der
dienst kunst,
in de meest beoefenende en teffens beknoptfte wijze optedraagcn.
Zodanig
alleen geacht,
een kort begrijp wordt niet
in alle gelegenheden , een toevlucht
tot de orakelfchatten der geneeskunde te zijn;
maar
tefens
om in het geheugen de nutfte en weezend-
lijkfte
geneesregels en voorfchriften
inteprenten.
Om dit werk van te meer nut te doen zijn,
heeft'
men bijzondere zorg gedraagen,
ziekte,
bijzonderlijk
om iedere
die geenen welken duijler zijn, of met
eenige anderen vermengd mogten worden, door het telkens aanhaalen haarer eigene en onontbeerlijke ken-
V ü
O Ï I R . E D E .
"kenmerken, te befchrijven. Alwaar voorfchrlftèii Worden gegeeven, zijnze onder in de aantekeningen van ieder bladzijde te vinden ; eene fchrijf. •wijze die ben in een klaar daglicht plaatst, zonder het beloop der rede te verbreeken* Hierom vertronwtmen dat dit werk, welk men als een Procesfinintegri opgeeft, getrokken, niet uit de fchriften van eenen enkelen geneeskundigen, maar uit die van alle de voomaamjien van den tegenwoordigen tijd, die algemeene goedkeuring zal wegdraagen, welke de uitgeever zich bevlijiigd heeft, door moeite, getrouwheid en oplettendheid tè verkrijgen. tn de rangfchikking der ziekten heeft de fchrijver eerst die van eenen algemeenen aart, en daarna de zulken die plaatslijk zijn, verhandeld; befchrijvende eerst de fcherpen, en daarna de fleependen, met iedere clasfe in haare natuurlijke orde van het hoofd af nederwaards te fchaaren.
G E-
G E N E E S K U N D IG
ZAKBOEKJE.
ONTSTEEKING
KOORTS.
I
xcze koorts , wier gewoonlyke toevallen ^ ee;i hevige hoofdpyn, een tterkë en harde pols , groote hitte en dorst, met hooggekleurde pis zyn , vcreücht eenc overvloedige aderlaating , die , zo het noodig i s , herhaald moet worden. N a "de eerfte aderlaating , behoort het lichchaamdoor eene zachte buikzuivering geopend, en bij hardlijvigheid, dagelijkfche aarsfpuitin^ gen,geduurende het gantfche verloop der ziekt e , onderhouden te worden. Deze middelen voorafgegaan zijnde.is een tijdig A zweet. ;
G E N E E S K U N D I G
s
z w e e t , een groot voordeel o m den voordgang dier koortfe te fluiten Zo
de
(a).
hoofdpijn , n o c h bij de eerde ader-
laating ,
n o c h bij de
b u i k z u i v e r i n g is
ver-
m i n d e r d , z a l een blaartrekkend pleifter tusfehen de fchouders g e l e g d , zelden nalaaten v e r l i g t i n g bijtebrengen ;
en z o
'er een zijdefteek
bij-
komt ,
(a) Een der gemeenzaamfle middelen, om dit einde te herijken
is het volgende poeder, om 'sdaags
viermaal met een weinig garftenwater te geeven:
J^o Pulv. contrayerv. fcr. j . Nitr. clepurat. gr. X . Camphor. gr. i i j . M. Doch het geene nog voordeeliger fchijnt, is een drank van azijnweij, met een weinig geest van hertshoorn.
O f in plaatfe van dat, kan men geeven twee
fchrupels hertshoornzout, met omtrent drie lepels vol wijnazijn
tot een' drank
waasfeuiing met bevorderen.
verzadigd; om de door-
eenig warm verdunnend vocht te
Z A K B O E K J E .
3
komt, moet een blaartrekkend plcifter op de beledigde plaats gelegd worden. Ruftnraakende middeleirmoeten alleenlijk gegeeven worden in den gevorderden ftaat der ziekte , wanneer de ontfteekingtoevallen zeer verminderd, en de hoofdpijnen opgehouden z i j n ; terwijl de lijder, na lang waaken, over niets anders dan gebrek van flaapen klaagt. Omtrent de ziektefcheiding, of in het afgaan der koortfe , kan den lijder een weinig wijns in cene broodföp gegeeven worden ; doch in eene groote verzwakkingc, is eenige druppen hertshoorngeest m een' theekop vol witte wijnweij, een uitmuntend middel. Na de herftelling, worden fomtijds eenige zachte buikzuiveringen vereifcht, om eene te overijlende aanvulling der herftellende, die hunnen eetlust te veel inwilligen, te vóórkomen.
A 2
GAL-
4
G E N E E S K U N D I G
G A L - OF V E R . P O O Z E N D E KOORTS.-
Deze koorts begint, gelijk meer anderen, met koude en loomheid, pijn in 't hoofd en in de beenen , verzeld met 'tekenen van bedorvene vochten in de cerfte wegen : de lijder is rustloos en vervalt dikwerf in ijlingen; maar in 'c algemeen brengt een onvolkomen zweet, in den morgenftond , eene verpoozing van alle deze toevallen aan. Het is vaak noödzaakelijk, de geneesbehandeling met het openen eener ader te beginnen, en de hating te herhaalen, naar maate de hevigheid der toevallen zulks vereifcht. Dit mag , of geduurende de koortsverpoozing , of in 't hevigfte van den koortsaanval verricht worden; met het gewoone voorbehoedzel van niet geduurende het zweeten te laaten. De aderlaating , ingevalle van noodzaakelijkïieid, voibragt, is de naafte ftap totdegenee> zing, het toedienen van den braakwijnfteen, Tar-
Z A K B O E K J E .
5
tarus emeticus (aj, met het i n z i c h t , o f om de koorts gcheellijk te doen o p h o u d e n , o f om haar fpoedig i n z u l k e verpoozingen te b r e n g e n , ten einde den koortsbast,
C o r t e x p e r u v i a n u s , te
gunnen t o e d i e n e n , waarmede de geneezing v o l e i n d moet w o r d e n .
In
(a) Het volgende wordt, als eene zachte, en gewoonlijk eene gemaklijke wijze, om dit antimoniaal braakmiddel toe te dienen, aangepreezen. M e n ontbinde
in een quart waters, zes greinen
braakwijnfteen , en laate de lyder alle tien minuiten hier van warm, vier o f vijf oneen drinken, tot dat hij begint te braaken; men onderhoudt dit doormiddel van warm water o f camillethee , o f wel zo het noodzaakelijk z i j , houde men met het zelfde aan , 't zij bij kleiner gifte, of met langer tusfehenpoozingen. Wanneer het braaken ophoudt, begint gemeenlijk de buiKöntlafting;
doch zo dit laatfte niet volgt, laat
men een klijfieer zetten, en den volgenden dag, of wanneer 'er gelegenheid ter herhaalinge eener ont, laftinge zijn z a l , ontbinde men een half once, meer of min, p f epn der onzijdige purgeerzouten allengs met den braakwijnfteen, in eene gelijke hoeyeelhcid Waters, te neemen als vooren A 3
6
G E N E E S K U N D I G
In den aanvang der ziekte zijn de rustmiddelen niet aan te prijzen; doch zo zij lang geduurd heeft, en de lijder door de ontlastingen, en weinig genomen voedzel, zeer uitgeput is, zullen weinige druppen Laudanum liquidum, tegen den nacht toegediend, de geeftcn bevredigen en eene zachte doorwaasfeming bevorderen.
GEVANGENIS-
OF G A S T H U I S K O O R T S .
Deze koorts wordt geteeld in plaatfen die flccht doorlucht en morfig zijn, en die met dierlijke dampen van vuile en ongezonde lichchaamen opgevuld worden. E é n der gewoonlijkfte toevallen is eene beeving der handen; maar om in orde met meer zekerheid de eigene kenmerken te vormen, moeten wij alvoorens onderzoeken j, of de lydef aan de gewoone oorzaaken der kootfen , of aan eene onzuivere lucht en befmettinge is blootgefteld geweest. Als de koorts toeneemt, groeijen de toevallen aan, en in het bijzonder klaagt de lijder over loomheid, walging, rugpijn , eene meer aanhoudende fmerte
Z A K B O E K J
t.
7
fjnerte en dommcling in 't hoofd ; al het welke met ongewoone beawymingen verzeld gaat. De pols zinkt vroeger of laater , en verfchaft orrs zekere kennis van de natuur der ziekte. In eenen gevorderden ftaat is de ademhaaiing belemmerd en het zweet Hinkend; in welken tijd de lijder, voor 't meeste, zo niet te vooren ,van 't hooren verdrietig , en op het laatst bijkans doof wordt : fomtijds verfchijnen 'er uitbottingen. Alvoorens deze kwaal ten vollen gevormd is, kan zij fomwijlen voorgekomen worden, met den lijder buiten de vuile lucht te brengen , o f , zo zulks niet gefchieden kan , met het vertrek te zuiveren , door middel eener ventilatie van vuur , of door het inlaaten van verfche lucht , het uitdampen van wijnazijn, en dergelyken. Als de naafte flap ter voorkominge dezer ziekte , behoortmen een braakmiddel te geeven, en daarna een zweetmiddel, zo als de Theriaca andromachi, met eenige greinen zout van hertshoorn, en dranken van wijnazijnweij. In den tweeden ftaat, wanneer de ziekft klaarblijkelijk is,kan men eene ader openen , zo de pols vol i s ; maar eene maatige laating mag A 4 niet
$
G E N E E S K U N D I G
niet zonder alle omzichtigheid herhaald worden. Zo de lijder niet in denlaatflen ftaat is,maar pver hoofdpyn, lyfverftopping, enontfteldlieid der rnaage klaagt, behoort men de eerde wegen te zuiveren ; doch in den gevorderden Haat der koortfe, moeten de braakmiddelen omzichtig gebruikt worden; en indien de kwaal met eene onpasfehjkheid en walgmge der maage verzeld is , kan men dit toeval dikwerf weeren met het braak (Villend middel van Rivcrius toetediencn. Wcekmaakende klyftceren moet men dagelyks of dikmaals geeven, indien de lijder anders geepen afgang heeft. De naaste (lap dient om de doorwaasfemiug te bevorderen, dat eerstlyk moet bezocht worden door koele doorwaasfemendc middelen , • als Spirit. Mjndereri , Contrayervapoeder, met Salpeter en Campher, en garftewater met wyn. azijn gezuurd. De derde en langde (bat begint in drie of vier dagen,na dat de koorts zich gezet heeft, en dikwijls laater. De pols valt, de gevoelloosheid is aanmerkelijk , de ijlingen volgen , en dikwerf ^i'fchynen 'cr uitbottingen. Zo dra de eerfte dezq.
Z A K B O E K J E ,
9
dezer toevallen aanweezend i s , moet de geneeswijze veranderd worden, en liet voornaamfieinzicht mqet zijn om de levenskracht te onderlktincn ; des moet de falpeter in de doorwaasfemendc middelen achtergelaaten, en tien greinen Rad. Serpentar. Virgin, in deszelfs plaats gebruikt worden (a). In den laagen koortsftaat, is ' e r , zo eenige hartfterking vereischt w o r d t , geen beter middel dan wijn ; maar zo de ijlingen op deszelfs gebruik toeneemen , of op eenige andere heete mid-
(a) In den gevorderden en daalendenftaatd?r koortfe, kan de koortsbast met den flangenwortel voegelijk gepaard worden ,
In het volgende afkooozel ;
waarvan men alle vier o f zes uuren , naar dat het de omftandigheden vereisfehen, drie o f vier lepels voi toe dienen moet;
R , Cart. Peruvian. inpukerem contritl 5iij. ca< queex aq. pluv. ad § y i i j \ adjeBis fub fiem co&ionis Rad. Serpent, vitg contus. J i j . flent per horam, dein colfltwr* admisce aq. alexeter. fpi irtitos. am aceto | i j . Sacchar. alb. gj). n
A 5
G E N E E S K U N D I G middelen volgen , dan zyn de blaartrekkende pleiders, die te vooren niet oorbaar waren, van een groot nut. De ijlingen kunnen, in deze koortfc, van twee tegenftrijdige dvvaalingen voordkomen: de eene van te ruime en herhaalde aderlaatingen , en de andere van het te vroeg gebruik van wijn en hartderkende middelen : noch een heete noch een koele geneesregel zal dierhalven ieder lijder voldoen , noch in ieder ftaat der ziekte flaagen. Als de lijder na de koorts gemeenlijk klaagt over rustloosheid , hoofddraaijingen , met eene aanhoudende doofheid , of eenige andere zenuwgebreken , dan mag men tegen den nacht een rustmiddel geeven ; en geduurende den dag eenige verdetkende middelen, gelijk den koortsbast, of de Elixir Vitrioli. Somtyds ftort de lijder in eene onregelmaatige tusfehenpoozende koorts, die, zo zij van geene uitteerende natuure i s , en van geen inwendig ettergezwel voordkomt, van het verzuim ter zuiveringeder eerfte wegen kan ontdaan: in zodanige omdanden, i s , na eene behoorelijkebuikzuivering, de koortsbast veelal het zekerde middel. TUS-
Z A K B O E K J E .
TUSSCHENPOOZENDE
it
KOORTS.
' E r is zeer weinige voorbereiding des lich« ctiaams noodisr, om intusfchenpoozende koortfen den kinabast naar beboeren te doen gebruiken ; het is voldoenend maag en darmen d ooieen braak- en buikzuiverend middel te reinigen (a). Eén of één en een half once kina , geduurende de tusfehenpoozing genomen, is dikwerf genoeg om de wederkomst van eenen volgenden koorts -
(a) Zo 'er eenige walging of maagonpaslijkhei-d bij den lijder i s ,
kan raen zes o f agt greinen Ipecacoanha
geeven ; maar wanneer men deze toevallen niet ont. waart , fchijnt het vorderlijker eene maagbuikzuivering toêtedienen ;
gelijk één once o f twee van de
Tinclura facra; o f eenige greinen van de Piïuls R u fi.
Deze moeten in de tusfehenpoozingagebruikt wor-
den: ftraks na dat de koorts afgeloopen i s ,
invoege
haare werking vóór den volgenden koortsaanval geëindigd z i j .
ïfl
G E N E E S K U N D I G
koortsaanval te verhoeden; doch dit is altijd het . geval niet. Het geneesmiddel behoort niet nagelaaten te worden, zo dra een aanval opgeftopt i s ; maar moet in eene geringere gifte ten mïnfre tien of veertien dagen voordgebruikt worden : des k m men vorderlijk verfcheidene maanden. na dat de koorts is nagebleeven, een weinig koortsbast ne-^men, en wel bijzonder in dampig w e ê r , of bij oostlijke winden , om alle isftorting voortekomen. Het vermogen van den koortsbast heeftmen opgemerkt toeteneemen , zo men denzelven in dranken met eene genoegzaame hoeveelheid wijns of geest , of meteen weinig Spiritus falis ammoniaci of Tinéhira myrrkas aanzet. Wanneer de koortsbast ten eenenmaale walgend is , 't zij ter oorzaake eener verzwakte maage, of ter oorzaake eener afkeerigheid des lijders , zo kan men hem best in klijfteeren toedienen ( a ) . Kin(a) Ten dien einde is de beste v o r m , na dat men de ingewanden door een buikzuiverend kjijfteer gereinigd heeft ,
eene ontbinding van het Extr. cort.
peruvian. met eene genoegzaame hoeveelheid Tinét. thebaicaj; op dat het te langer binnen blijve.
Z A K B O E K J E ,
13
Kinderen met tusfchenpoozende kooi'tfcn gekweld , en die voor alle wanfmaakelyke neesmiddelen afkeer hebben , koortsbast
ge •
heeft men den
met vracht in eenen wollen lyfrok
toegediend 0 > Men he'eft waargenomen, dat het O p i u m , als het een half uur na het begin van den heetcn koortsaanval gegeeven wordt,
in 't algemeen
daadlik den lijder verligting toebrengt, met de
hoofd(a) Z i e The medical obfervations and inquiries. V o l . II.
Een koortsaanval is dikwerf by kinderen
v ó ó r g e k o m e n , door het inölijen van den ruggraat, met een fmeerzel zamengefteld , uit gelijke deelen van Tinaura Thebaica en Linimentum faponaceuin. 2 o dit de gewenfehte uitwerking niet heeft , zal twêe o f drie theelepels vol Syrupus e m è c o n i o , in de koortshitte gegeeven , in 't algemeen de toevallen verzachten ;
maar om deze kwaal in 't geheel
te verdrijven , kanmen, na eene buikzuivering met de Magnefia alba , één dragma van het E x t r . cort. Peruvian, met weinige druppen Tinft. Thebaic. i a een klijfteer, am kinderen van omtrent één jaar o u d , alle drie uureH toedienen.
14
G E N E E S K U N D I G
h o o f d p y n te ftiHen , de koorts te b r e e k e n , en een o v e r v l o e d i g z w e e t voordtebrengen
(a).
Z E N U W K O O R T S .
In deze k o o r t l e is de p o l s , z o w e l als de hitte en k o u d e , buitengemeen ongelijk en w a g g e l e n d : de ziekte is doorgaands v e r z e l d met z w a a r m o e . d i g h e i d , b e z w i j m i n g e n , eene drukkende adem-
haa(a) D r . Lind ,
die deze geneeswijze ingevoerd
heeft, befchouwc het O p i u m , in eene tusfcheripoozende koortfe , als het beste vóórbereidmiddel van den koortsbast.
Hij fchrijft het Opiatum in omtrent
twee oneen Tinétura facra voor, wanneer de lijder een verdoptlichchaam heeft; beveelende den koortsbast ftraks na den • aanval te neemen. Door dit middel wordt de koortsaanval verkort, en de ingewanden vooraf gezuiverd, ten gebruike van den koortsl a s t ; de werking der TincUira facra w ordt dus niet verhoed, maar flechts een weinig door het opiatum vertraagd.
Z A K B O E K J E .
15
haalinge , meer of min zwaartepijn of draaijingen in het hoofd, walging, en braakneigingen. De toevallen minderen fomtijds , maar keeren tegen den nacht te heviger weder: eene groote verftijving, of doffe pijn en koude, bezet zeer dikmaals het achterfte deel deshoofds; en menigwcrf komt 'er pyn in de kruin , langs den kroonnaad: het water is gewoonlijk bleek. In deze ziekte zijn alle zwaare ontlastingen , en voornaamlijk het aderlaaten, fchadelijk : nochtans is het fomwijlen noodzaakelyk, de eerfte wegen door een zacht braakmiddel, door rhabarber, manna enz. te reinigen. Klijfteeren van melk, fuiker en zout, kunnen met vrucht om den tweeden of derden dag gezet worden , zo het Kchchaam yerftopt blijft. De beste geneesmiddelen zijn de temperende, hartftcrkende en doorwaasfemende (a), met ee(<0 By zamenftelzels van deze natuur , mag men een weinig Theriaca andromachi of Elixir pa• regoricum doen : ook kamnen de Spiritus volatilis aromaticus iu dunne wijn- of mpstaartweij nu en dan, laaten gebruiken.
G E N E E S K U N D I G eenen roerijkenden en verdunnenden l e e f W • k , J r !f ^ n d e p l e i t e , en e t e t ' hoorehjke zorg dat de lijder h„;/ ohaamenziel, ve ^ ',r ' " * neeme. ' zij, W
a
a
2 0
eI
U S t
a J &
Zelden heeft men in deze ziekte
,
by, dan eene vnje kwijling zonder fprouw T duurende den voordgang der koor fe T ea * warme vochtigheid der hnid e r nlr ' G
Ê
2 C
zijn ten hoogften fchadelijk
i r o e J
* S> a n
Inde daalinge der koortfe kanmen den koortsh st met ilangenwortel, by hartllerkend mid delen laaten gebruiken , met ook nu en d n eet weinig rhabarber te geeven, teneinde de e e l wegen telkens van rotftonen te zuiver n
SCHAR-
Z A K B O E K J E .
SCHARLAKENKOORTS.
De Scharlakenkoorts komt gemeenlijk op liet einde van den zomer te voorfchijn , en kwelt in 't bijzonder de kinderen, die met koude en li uivering, zo als in andere koortien, maar zonder veele onpasfelijklieid, bevangen worden: daarna wordt de huid met vlekken bedekt, meer in aantal, hooger rood, maar min eenflachtigdan die der mazelen : wanneer zij twee of drie dagen geduurd hebben , verdwijnen z i j , en de huid fchilfert af; waarop twee of. driemaalen eene ontvelling volgt. Als de ziekte zich in de boven vermelde gedaante voordoet , is het genoeg dat de lyders zich onthouden van vleefch en fterke dranken; dat zij binnen de deur blyven, fchoon niet te bedde, en eene zachte buikzuivering neemen , wanneer de ontvelling der huid volkomen is: men heeft echter ook dikwerf aangemerkt, dat B de-
18
G E N E E S K U N D I G
deze kwaal van eene kwaadaartige natuur i s , en gewoonlyk met eene zeere keel verzeld gaat.
1
In de kwaadaartige fcliarlakenkoorts, fchijnt «en vrij gebruik van braakmiddelen, de vorderlijkfte geneeswijs. Het braakmiddel moet krachtig zijn , en in gewoonlijke gevallen, eenmaal in agt - en - veertig uuren herhaald worden. In lijders met meer ongunftige toevallen , moet het dagelijks, en in de ergfte onïftanden, tweemaal 's daags gegeeven worden,
ZINKINGKOORTS. . De Zinkingkoorts vereiicht, behalven de noodige ontlastingen en verdunning, om de ontfteeking te bedwingen, het gebruik van Demulcentia ; gelyk als Sperma C e t i , Pulv. contrayerv. comp. & c . en dat de ziekeftof ontlast worde, door den uitgang, dien de natuur ter ziektefcheidinge fchijnt te verkiezen; 't zij door uitrachchel e n , afgang, roos, of anderszins. PUR
Z A K B O E K J E ,
3*
P U R P E R - OF K B A A M K O O R T S .
De hoofdkenmerken dezer koortfe zijn eene groote opgeblaazenheid en weekheid van den onderbuik, en bezwijmingen: in den ecrften ftaat is zij met tekenen van ontfleekingc verz e l d , die gewoonlijk in weinige dagen halaaten, en alsdan krijgt zij eene rottiger gedaante. Zo de lijder bloedrijk i s , en de toevallen . der ontfteckinge verre g a n i , is de aderlaating zonder twijfel noodig; maar de gewoonlijkfle en beste geneeswijs beftaat in de ontlastinge der rotftoffe, die de ziekte fchijnt te onderfteunen , zo door braakmiddelen , indien 'er walging tegenwoordig i s , als door buikzuive» ringen. Om aan deze genees'aanwijzingcn te voU doen , kanmen eerftlijk eene maatigc gifte Ipecacoanha voorfchrijven, en vervolgends zachte B a buik.
ao
G E N E E S K U N D I G
buikzuiveringcn ; zo als Rhabarber en Magnifia alba, dagelijks herhaald, (a) De
(a) In plaatfe van deze middelen, kan men het -volgende, dat beide de ontlastingen bevordert, gebruiken: Ro Tart. emetic. gr. ij. Ocul. Cancror. prap. 9 j . Intime misceantur. Van dit bereid poeder kanmen van twee tot zes greinen geeven, en zulks herhaalen, als het de omftanden vereifchen: zo de eerfte gift geene merkelijke werking veroorzaakt ,
kanmen
het in 'eene'
vermeerderde'hoeveelheid, na twee uuren tijds, herhaaien.
Is de koorts verminderd, doch bij de wer-
king der eerfte gifte niet weggenomen,
moet het
zelfde middel herhaald worden, hoewel in eene mindere hoeveelheid, tot dat al het gevaar over en verbij z i j . Z o 'er editer eenige ongunftige toevallen inogten nablijven, moeten wij daarom niet aarzelen het poeder te herhaalen, en wel in dezelfde hoeveelheid
Z A K B O E
K J E.
21
De zoutdranken zijn vorderlijk beide in den ontfreeking- enrotftaat der koortfe. De buikpijnen moeten door verzachtende ftoovingen lijdelijker gemaakt, en infpuitingen van denzelfden aart,dikwerf herhaald worden; nier deze omzichtigheid nogthans, dat de laatften zo zacht als mogelijk zij toegediend worden ; ter oorzaake de deelen van het bekken, in deze kwaal, met groote gevoeligheid voorzien zijn.
M E L K K O O R T S .
Deze koorts komt gewoonlijk weinige dagen na de verlosfing , als de kraamvloeijingen beginnen te eindigen , en de borften van zog zwellen. Zo
heid als het de eerfte maal gegeeven is; doch dit is zelden noodzaakelijk indien de eerfte gift wel ge. werkt heeft.
B 3
52
G E N E E S K U N D I G
Zo de pijn en de opzetting der borften niet tot eene aanmerkelijke hoogte wasfen, wordt deze koorts in 't algemeen alleenlijk door middel van eenen gemaatigden en zachten leefregel geneezen ; maar ZQ zij heviger is , gelijk fomtijds gebeurt, voornaamlijk in jonge vrouwen van een bloedrijk geitel, na haare eerHe verlosfing , alsdan moet men de ontfteeking verminderen door eene aderlaating op. den. voctënkel. Zo daarna de borften hard, zeer opgezet en ontftoken blijven, behooren verzachtende ftooyingen en pappen gebruikt te worden; tot de eerfte dezer middelen kan men voegelijk een kleene hoeveelheid van zamengeftelde geesten, als een terugdrijvend middel, voegen.
Z A K B O E K J E .
23
7EEKINGKOORTS.
Dc verfchijning eener teeringkoortfe is niet ongelyk aan eene waare tusfchenpoozende; alhoewel deze ziekte in natuur daarmede zeer verfchilt, en teffens oneindig meer gevaarlyk is. i n de teeringkoorts volgen koude , hitte en zweet malkanderen niet zo regelmaatig op als in eene tusfchenpoozende; en het is niet ongewoon dat één dezer koortsflaaten ontbreekt: als het zweet eindigt, zal de koorts dikwerf bijblijven ; en in het midden der koortfe zal vaak de koude weder komen; eene omftandigheid , die het zekerfte kenmerk dezer kwaaie oplevert. Het water is in eene zuivere tusfchenpoozende koorts helder in den aanval, en troebel in de tusfchen aanvallen ; doch in eene teeringkoorts is het alle foorten van ongeregeldheid onderworpen. B 4 Vit-
34
G E N E E S K U N D I G
Uitteerende lijders klaagen dikmaals over pijnen, gelijk aan die der zinkingvloeijingen, welken of allermeest ieder deel des lichchaams, bij beurten, beledigen,of anders flandvastig op eene zelfde plaats wederkeeren, die dikwerf op eenen grnoten affland van de zitplaatfe der voornaamfte wanorde, en zo veel bekend i buiten eenigen bijzonderen zamenhang met hetzelve, bevonden wordt: deze pijnen fchijnen gemeener te zijn, ais de teeringkoorts van eenige zweeren komt, die aan de lucht bloot geHeld zijn, als in kreeftzvveeren van het aangezicht, borften enz.
s >
De teeringkoorts is ook dikmaals verzeld van zwellingen der ledemaaten, nek of tronk, die meestal in een oogenblik te voorfchijn komen ; als of het deel in éénmaal was vetter geworden : deze zwellingen zijn niet pijnlijk , hard of wankleurig, en duuren Hechts eenige uuren. Deze koorts zal zich niet openbaaren, dan wanneer eene groote zamenhooping van ftoffen, in eenig lichchaamsdeel plaatsgegreepen heeft; doch komt voornaamlijk op eene o n r ftee-
Z A K B O E K J E .
25
fleeking van eene verharde klier; de koorts wordt heviger, naar maate zodanig eene klier meer ontdoken , verzworen of heetvuurig wordt. Derwijze is de vervallende natuur dezer klienvanörde dat de eerfte dezer ftanden veele maanden , en de tweede eenige jaaren aanhoudt. Kraamvrouwen, die eene zwaare verlosfing doorgedaan hebben, derven gemeenlijk aan deze koorts; en vrouwen van omtrent vijtig jaaren en daarboven, zijn "er bijzonder aan onderworpen. ' Deze koorts is nooit minder gevaarlijk dan wanneer zij van eene goedaartige verzweeringe ontdaat,in welke aüe zieke deelenverfmelten, en voor welke eenen eigenen uitgang gevonden wordt. Dezelfde geneesmiddelen zijn niet altijd gelijklijk gefchikt voor deze buitenregelige koorts , die van verfc'lillendeoorzaaken voord'
26
G E N E E S K U N D I G
de werd aangebragt; maar in meest alle andere gevallen moet de voornaamfte , zo niet de eemgfte meening van den Geneesheer z i j n , om de toevallen wegteneemen , door de hitte te temperen, met beide, hardlijvigheid en buikloop te voorkomen; door rust te verwekken, en door het zweeten te beteugelen. Indien hij ten. dien tijde het lichchaam in zo goed eenen ftaat van gezondheid brengt, als mogelijk z i j , bij opene lucht, oefening , en eenen zachten leefregel, zal hij veelligt niets beter doen, dan al het overige aan de gunlïige leidinge der natuure over te laaten.
K I N D E R P O K K E N .
De Kinderpokken worden in 't algemeen in twee foorten onderfcheiden, als in onderfcheidene en zamenvloeijendc ; fchoon beiden verscheiden worden onderdeeld, invoege haare benaamingen van de verfchillende veifchijnzelen def
Z A K B O E K J E .
^
der pokken afdammen; als krijstalijne, fteen-i water-, bloedige pokken, enz. De eigende kenmerken eeneiuiitbottingkoortfe zijn een dikwijlig niezen, bleekheid , en fomtijds een fchichtig bloozen van één der beide koonen ; een bijzondere onaangenaame ademreuk, drukking en angstvalligheid omtrent de hartkuil, fmerte aan den groef der maage zo men die met den vinger drukt; een fcherp gezicht, en eene neiging tot daap: de laaide dezer toevallen is aanmerkelijker in kinderen dan in volwasfene menfchen. De geneeziug kanmen in vier tydperken afdeden, naamlijk; i ) de uitbottingkoorts; 2) de voordgang der uitbottinge; 3) de rijpwording der pokken; 4) de fluitkoorts. I.) Zo in het eerde tijdperk , naamlijk dat der uitbottinge, de koorts te hevig wordt, moet zij verminderd, en de uitbotting , tot bet gundigde tyddip, dat de derde of vierde dag van den aanvang der ziekte i s , vertraagd worden : hierom moetmen de aderlaating te werk dellen en ze herhaalen overeenkomdig met de lievigheid der koortstoevallcn. Men kan ajsdan eenige verkoelende middelen
=8
G E N E E S K U N D I G
gebruiken; gelijk als de zouten en manna, een aftrekzei van fenebladen , enz. na welker werking men alle vier uuren een zoutdrank kan iüedienen. Geduurcnde dit tijdperk moet de lijder niet te warm, noch als opgeflootengehouden, maa naar gewoonte aan de openc lucht blootgefteld worden, zo het weer niet te koud is. r
De drank mag koud water zijn , of karnemelk , uitgezonderd wanneer de lijder eenig Geneesmiddel neemt, alsdan moet het warme weij of garstewater zijn. In dit tijdftip kunnen ook de zuurè en zoete vitrioolgeesten voorgefchreeven worden; 't zij in koeldranken of in den gewoonen drank des lijders. II. ) In het tweede tijdperk, te weeten, geduurende den voordgang der uitbottinge, wanneer w i j , zo veel mogelijk, het groote aantal der pokken behooren te voorkomen , kanmen dezelfde middelen als in het eerfte tijdperk toedienen ; uitgezeid dat de aderlaating veelligt niet noodig zal zijn , of fchoon zij te vooren "vrijlijk in 't werk gefteld werd. III. ; In het derde tijdperk, of geduurende de rijp-
Z A K B O E K J E .
29
rijpwording, zijn de aderlaating en buikzuivering met meer omzichtigheid dan in beide de voorigc tijdperken toetedienen, ten ware zeer zwaare toevallen derzelver noodzaakelijkheid aanduidden. De' lijder heeft zich als dan voor den meeften tijd te bedde te houden ; doch met geene meer' dekens gedekt dan naar gewoonte. Schoon men zorg moet draagen, zo het koud weder i s , zijne handen en armen te bedekken, om de rijpwording der pokken te bevorderen, ten welken einde ook de armen en de beenen alle avonden moeten geftoofd of in warme melk en water gebaad worden. De koortsbast moet ook of in zelfitandighcid, - of in een afkookzel gegeeven worden ; alsmede de zoutdranken, zo de koorts te hoog loopt. Zachte opiaaten behooren van tijd tot tijd toegediend te worden, zo om de pijn te verzachten als rust te verfchaifen; en het lichchaam behoort opengehouden te" worden, door zachte klijfteeren of buikzuiveringen. De drank des melk, of enkel, water verdund: anderd , en zijn
lijders moet beftaan in verfche of met warm water of garftczijn linnen moe: dagelijks verbed dikmaals opgefchud worden;
3*
G E N E E S K U N D I G
den 5 cindelyk moeien de venfrers en den; ren van het ziekvertrek, ter
doorftraalings
van de verfehe lucht, dikmaals geopend WW den. I V . ) In het vierde tijdperk , als cle fijpwori ding volkomen is , begint de fluitkoorts , die door de opflurbing der pokftoffe ontftaat, en vaak gevaarlijk i s , in aanzien van de zwakheid des lijders, in dit tijdffip. N u moeten Wij oplettend alle verandering afwnchten, ons bevlijtigen de natuur te onderfchraagcn , de terugvloeijing der ziekeftoffen in het bloed te verboe. den, en zo zij 'er airede ingevoerd zijn, dczel. ve door de natuurlijke wegen te ontlasten. Ten dien einde kanmen met het gebruik van den koortsbast aanhouden, zo niet eenige ijling of bezwaarde ademhaaling deszelfs gebruik bea let: pisdrijvende middelen, zo als Syrupus of Oxymel fcillitic. zoete falpetergeest enz. kanmen voorfchrijven; a!smede.zachte buikzuiveringen, zo het belichaam verftopt is. Zo de lijder te zwak wordt, of in onmagten vervalt; of zo de pokken en zwelling van handen en voeten inflaan, moet men ,wijn en hartfterk-
Z A K B O E K J E .
3"i
Herkende middelen toerijken, met blaartrekkende pleisters aan de voeten of armen , of zuurdecsfem met mostaart onder dé voetzcolen gelegd. Wanneer de pokverkorsting volkomen is., en de pokken droog zijn, kanmen bij gelegene tusfehenpoozingen, eenige weinige giften van eenige artzenije toedienen, om de aanhoudendheid der ziekte te verdrijven. Zo de lijder uit der maate zwak fchijnt, en meerof min naar de uitteering zweemt, zal men weldoen een melk diëet, den koortsbast, ligte lichchaamsöefening, met eene verandering van luchtHreek voortefchrijveil. Om de pokputten voortekömen, zalmen, als de pokken beginnen te droogen, des lijders aangezicht met een verzachtend plaatsmiddel, als room , verfche boter, reuzel of zoete olie> befmeeren.
M A-
32
GENEESKUNDIG
M A Z E L E N.
De mazelen beginnen met huivering; koude en hitte volgen malkanderen beurtelings op: de lijder wordt met walgingen, onpasselijkheid en braaken gekweld: hierop volgt een koorts,ver. zeld met eene zwaarheid des hoofds , flaaperigheid, een overlastige k u g , eene ontlasting van waterig fnot, en een traanvloed met een droogte der huid. De vlekken komen gemeenlijk den vierden dag te voorlchijn: na dat zij twee of drie dagen geduurd hebben, worden zij bleekkleurig en ruiger, en de opperhuid doorbreekende, volgt de ontfchilfering. In deze ziekte, voor het grootfie gedeelte van eenen waaren ontfteekenden aart zijnde, is het voornaamfte geneesmiddel de aderlaating, die niet alleenlyk vóór de uitbotting, maar ook nadat zij verdweenen i s , gefchieden moet, overeen-, komftig met de vereischten der toevallen. In den
Z A K B O E K J E .
&
Één laatften ziekteftand zyn ook dikwerf blaartrekkende pleifters nuttig. Men heeft wyders waargenomen , dat, na de verdwijning der uitbottinge, de koortsbast met zóutdranken gemengd, veel voordeels bijbrengt; mits dat de lijder eerst gelaaten worde, zo de tekenen der ontfteeking zulks vat deren.
DE
R O Ö S.
Dit ongemak, bij fommige St. Antonijs vuur genoemd, wordt dikwerf veroorzaakt door eene fehichtige verkoudirig na eene gfoote hitte: dit ontftaat uit een heet fcherp vocht, begint met eene huivering en verval Van krachten, eri is doorgaands met een koorts gepaard. De plaatslijke toevallen zijn hitte en roodheid naar den geelen hellende, dikmaals verzeld niet fchüfft en puisjes, en zo het ongemak in het
34
G E N E E S K U N D I G
aangezicht ' i s , met een gezwel cti waterblaasjes. Zo deze ziekte met een koorts gepaard gaat j is eene aderlaating eigen: doch zo deze ontlasting onnoodig i s , kan bet voldaan met zachte buikzuiveringen voortefchrijven, en in de tusfchendagen eenige doorwaasfemende middelen j als Pulv. contrayerv. comp. met eenige greinen Campher en Salpeter.'
HERSSENÖNTSTEËKING.'
Eene eigenlijdige Phrenitis of ontfteeking der hersfenen, vereischt fpoedig een ruime en herhaalde aderlaating , die men denkt best irj de Vena jugularis te gefchieden. N a de aderlaating plaatstmen drie of vier bloedzuigers aan iedere flaap van 't hoofd. De inwendige geneesmiddelen zyn ontfteekjngweerende, en in 't bijzonder het Nitrura. In
Z A K B O E K J E .
§J
• In de toevallige hersfenöntfteeking magmen ook eene ader openen, zo het de pols gehengtj doch zo niet, dan moetmen de geneezing door middel van bloedzuigers en blaartrekkends pleisters poogen te verwerven.' In alle foorten van liersfenöntfteeking i3 het ten hoogften nuttig, dat men de voeten en de laagfte deelen der bceuen ftooft met dubbelde 1'aimelle doeken, in water met een zevende gedeelte wijnazijn uitgewrongen , ftreelend warm gemaakt, en dit dikwerf, voor een of tvvéêf üuren ieder maal, te herhaalen.
OOGONTSTEEK ING
Zo de ontfteeking aanmerkelijk i s , moet de lijder ten eerften gelaaten worden, 't zij op den arm of in de Vena jugularis. In alle oogöntfteekinge , heeftmen na de aderlaating, of waar zulks onnoodig i s , groot voordcel genooten door het aanzetten van twe» C 2 »f
6
3
G E N E E S K U N D I G
of meer bloedzuigers aan het onderdeel der oogholte, Of naastbij den uiterlijken ooghoek> met toetelaaten dat de gemaakte wonden loopen tot dat zij van zeiven toegaan. Blaartrekkende pleisters achter de ooren? voornaamlijk als zij twee of drie dagen worden aangehouden, en de getrokkene zeereu loopende blijven, zijn ten hoogden aan te prijzen. Het befte plaatsmiddel is warme melk en water; waarbij men, in hevige pijnen, eenige witte maankoppen kan laaten kooken. Wanneer de ontfteeking een weinig tot ont« lastingen overgaat, kanmen met vrucht het C o agulum aluminofum derLondenfche apotheek , op linnen uitgeftreeken, en 's nachts op de oogen gelegd, gebruiken laaten ; ao ook het Ung. e lapide calaminar.5
KEËL-
Z A K B O E K J E ,
S7
K E E L ON T STEEKING.
Deze kwaal eischt eene fpoedige en ruime -aderlaating, die, zo de ontfteeking niet vermindert , den volgenden dag herhaald moet worden- Wanneer de ontfteeking hardnekkig i s , heeft men waargenomen dat het openen der aderen onder de tong , die Ranulse genoemd worden , goede uitwerking heeft, mits men zo veel bloeds laate vloeijen als 'er komen w i l . Na de verrichte aderlaating geeve men eene zachte buikzuivering , en daarna dagelyks klysteeren, om het lyf open te houden. Op de eerfte aderlaating behoortmen een blaartrekkend pleister in den nek te leggen ; cn in zwaarere gevallen , een zodanige dwars . over de keel. (a) De Veel voordeels heeftmen waargenomen van de. ZweetlokkeHde werking van een (tuk dik C 3
flannel,
S
S
G E N E E S K U N D I G
De ontfteekingweerende
middelen worden in.
deze kwaal best onder eene vloeibaare gedaante den lyderen toegediend. Wanneer de ontfteeking tot eene verzweering overgaat, iaatemen een' gorgeldrank van melk en water, waarin eenige vygen gekookt, gebruiken; de lijder kan ook een vygcbeet, zo na mogelyk, by het beledigde deel in den mond' houden, (A) KWAAD-
met twee deelen zoete olie, en één deel geest van hartshoorn vochtig gemaakt; o f ook een meerdere hoeveelheid van het laatfte, zo het de huid verdrongen k a n , op de keel gelegd, en alle vier o f v y f uuren te hernieuwen. (
kwaal, voor veele jaaren, met het grootde voordeel van braakmiddelen gebruik gemaakt had. Z o men een braakmiddel geeft, zegt h i j , op den eerden o f tweeden dag der ziekte, en de lijder zich daarna eeBÏge weinige.uuren tg bedde houdt; eene ruime hoeveelheid gardewater drinkt ,
en Tartarus emeticus
fleemt, in kleine giften om de doorwaasfenu'ng te bevat-
Z A K B O E K J E .
K W A A D A A R T I G E KEELÓNTSTEEKING
D >ze kwaal is gemeenst in den herfst, en teffens
zeer befmcttelijk : zij beftaat in eene
pijnlijke roode zwcllinge der Tonfilke, en van het
vorderen, zal hij volkomen herfteld worden.
Wan-
neer de ontfteeking zo zwaar is dat zij de doorfhkking belet, dan mag de lijder een weinig Tartarus emeticus achter in den mond houden, en aldaar laaten fmelten; dit eenige maaien herhaalende, zal 'er met den tyd eene braaking ontftaan: de Geneesheer yoegt ' e r b i j , dat na de eerfte maagöntlasting de lijder in ftaat is eene ruime hoeveelheid garftewater te doorzwelgen, om aldus die werking te doen voordduuren.
De hevigfte toevallen worden dus oogen-
pliklijk geheven, en in één o f twee dagen is de lijder , fomtyds met, en fomryds zonder braakmiddeC 4
len,
ie het
G E N E E S K U N D I G fljjmylifs
die met
der k e e l e , v e r z e l d van z w e e r e r , .
eenen i v i t t e a o f aschgraauwen
bedekt zijn ,
korst
en v a n eene rottige uitbottende
k o o r t s , b e z w a a r e l i j k e ademhaalinge e n C i k k i n g e : zij overvalt voornaamlijk lieden van een flap ge ftelj
k w e l t eer kinderen dan volwasfenen , en
gewoonlijk meer de v r o u w l i j k e dan de manlijke kunne. D e z e foorten van k e e l ö n t f t e e k i n g e is in v e r , fchillende perfoonen
met verfchillende toevallen
jen, yasj zyne kwaal verlost.
Indien echter het on-
gemak reeds zo lang heeft aangehouden, dat 'er in eenig deel etter vergaderd i s , bevordert het bvaakës ft openen van "t ettergezwel, en verdrijft de belendende Qntfteekkg.
p r . Withering voegt 'er nog b i j ,
dat 'er gevallen zouden kunnen z i j n , in welken het adcrlaaten. volilrekt
noodzaakelijk ware ; doch hij
hadt nog nimmer zodanig een geval gezien ; des heeft hij nooit eenige andere, noch innerlijke noch uiterlijke geneesmiddelen
aangewend ; uitgezeid ee-.
een ingefpooten gorgeldrank , om het taaije keeb « j mondflijm te ontlasten.
Z A K B O E K J E .
41
km verzeld; doch in 't algemeen wordt de l i j . der met eene groote loomheid en matheid, grilling en ongeregelde vliegende pijnen over het gautfche Hchchaam geplaagd: deze toevallen worden opgevolgd door hoofddraaijing, killing en huivering, waarna dra hoofdfmert ontftaat: de koude en de hitte vcrwisfelen malkanderen beurtlings, geduurende eenige uuren, tot dat in 't einde de laatfte ftandvastiger de overhand neemt, en in 't verloop der ziekte de voornaamfte klagte des lijders uitmaakt. Ook klaagt de lijder eer over verzeering en, ycrftijving dan over pijn in de k e e l , verzeld met hceschheid en fomtijdj met hoest; vee, fdjfdhcid van den nek en aanmerkelijke onpaslijkheid; met braaken of afgang, zo niet beiden ; fchoon beide deze uirdpozingen eer bij kinderen dan bij volwasfenen worden waarge? nooraen , daar de laafden doorgaand;; hardlijvig zijn. De pols is gewoonlijk ftiel, klein en golvend; in fommigen hard en klein; in anderen zacht en v o l ; doch immer zonder die kracht pn vastheid, welke de ontfteekingziekten verC 5 z?U
4?
G E N E E S K U N D I G
zeilen: dit gebrek is van den beginnen af met rustloosheid , angstvalligheid , onmagten en aanmerkelijke bezwijmingen gepaard; de adem heeft eene onverdraaglijke walgende reuk, die ten laatden zelfs den lijder overlastig valt. Bij eenigen is het gantfche lichchaam derwijze opgezwollen, dat een indruk met den vinger gemaakt, een ruimen tijd bijblijft: de binnenzijden der neusgaten worden ontdoken en ontveld, waaruit bij aanhoudendheid een w i t , dun, bijtend ettervocht vloeit, zo fcherp dat het zelfs de lippen, wangen en handen der kinderen, die met deze kwaal behebt z i j n , ontvelt; en fomtijds gelegenheid geeft tot hevige buikfnijdingen, buikloop en Ontvellingen van den aars en deszelfs bijliggende deelen. Deze kwaal houdt geenen geregelden fcheidingtijd: fommigen worden van den eerden dag des aanvals beter; -doch gewoonlijker eindigt de ziekte, onder eene eigene behandeling, op of yóór den zevenden dag: fommige lijders worden 'er zelfs reeds den tweeden of derden dag yan verlost, doordien de doffe op de longen valt,
Z A K B O E K J E .
43
v a l t , en aldaar eene longöntftecking veroorzaakt. Deze ziekte fchynt van eene grootc verzwakkinge der zenuwkracht, en van een ontbonden ftaat der vochten verzeld te gaan ; waarom de eigene genees aanwijzing behoort te zijn, om in het gantfche zamenftel de neiging ter rottinge te verbeteren, en in de bijzondere deelen den voordgang der bedervjnge te duiten. De aderlaating is in deze ziekte doorgaands fchadelijk: fommige lijders kunnen dezelve in den eerden aanval, zonder cenig merkelijk on • gemak, verdraagen; doch door derzelver herhaaÜng zo wel als daar het ongemak niet hevig en gunftig i s , zal zij niet nalaaten de ziektetoevallen te verzwaaren. Zo is mede de buikzuivering, hoe zacht die pok z i j , altoos fchadelijk bevonden, De lijfyerdopping kan beter door rijpe fruit en gelegenheidgeeyende klijfleeren Ivan de bederfweerende foort, dan door eenige andere buikzuiverende middelen, geheven worden. Het braaken h ééne der ontlastingen , dié fontijds bevorderd mogen worden j voornaamlek
44
G E N E E S K U N D I G
lijk als 'er in den aanvang dezer ziekte eene xvalging aanweezend is. Niet tegenftaande de verdachte en bedervelijke eigenfchap der fpaanfche vliegen, heeftmen .echter de blaartrekkende pleisters in deze kwaaie zeer vorderlijk bevonden, door den pols te, verheffen niet de leevenskracht te onderfteu-
nen. Zo in de kwaadaartige keelöntfteeking als in andere rotziekten , is het milde gebruik van wijn meerraaalen van groote vrucht geweest: des zijn de verzoete zuuren, Mijrrhe, Campher en de Confectio cardiaca, altoos nuttig; doch niets wordt werkzaamer gevonden dan het tijdig gebruik van den koortsbast. Wanneer ooit iemand van de kwaadaartige keelöntfteekinge wordt aangetast, behoort hij zijne rustftede in eene luchtige kamer te neemen, ten einde eene zachte doorvvaasfeming te bevorderen, die alzins vorderlijk is ; alhoewel pen overmaatig zweet, gelijk alle andere overmaatige ontlasting ten fchade gedijt: zo verders de lijder met aanmerkelijke onpaslijkheid, walging en braaking overvallen wordt, bekoort-
Z A K B O E K J E ,
4i
iioortmen zulks aantepfooren met eenige weinige greinen Ipecacoanha te neemen cn Camille. of Carduusthee te drinken. Men heeft waargenomen dat de Ipecacqanha in dit geval , dert voorrang boven de braakmiddelen van Spiesglas^ verdient, om dat zij minder den ftoelgang verwekt. Wanneer het braakmiddel zyne werking geëindigd heeft, moet de maag bevredigd, en de uitwaasfeming door een zachten rustdrank opgewekt worden (a). De naaste ftap in de geneeswijzè is verder Onmiddellijk den koortsbast in ruime giften toe. tedienen, en ze dikwerf te herhaalen; het geene zeldzaam feilt eene 'fpoedige verligting bijtebrengen, zo het maar tijdig te werk gefteld wordt (Z>). De (#) Re Spiritus nitri dulcis. 5$ Syrup. e meconio. 3 j . Aq. Cinnamom. ten. § j . M. {)>) Verfcheidene bereidingen heeftmen van dij ge-
4^
G E N E E S K U N D I G
Dc leefwijs des lijders moet hoofzaaklijk beftaan ih hét gebruik van mêelfpijzen, broodlpppcn, geneesmiddel aangepreezen
doch in de meeste ge-
vallen fchijnt de zelffïandigheid van den koortsbast het boven alles te winnen: de te neemene hoeveel' beid
is ten minden een half dracluna , alle d n è
uuren.
^> Decocl. cori. Peruvian. § vj' Pulv. cort. Peruvian. fubtilisf. Spirit, vitrioï. dulc. a. 3 i j . Sacckar. Umoniat. 3 vj. fiat mistüra de qua cochlearia tria funt fumenda ,fecunda velter'tia quaquc hora. of, Sje Spirit, mindereri fuhacidi § ij. Decoct, cort. Peruvian. 3 vj. Pulv. fubtilisf. cort. ejusdem 3 ij. Aq. Cinnamom. fpirituos.
Sac
Z A K B O E K J E .
|f
p e n , f a g o , falep e n z . met P o r t - o f claretwijn; A l l e foorten van z o m e r v r u c h t e n ; len ,
aardbeziën ,
oranjeappe-
a a l b e z i ë n , karsfen , corirt-
t h e n , gekookte en gedoofde a p p e l e n , enz. m o gen
Sacchar. alb. a, § j. Fiat mistura; Cüjus capiat cochüaria quatuor tertia quaque hora. De
koortsbast
moet
niet nagelaateri worden ,
fchoon de lijder hem in den beginne weder uitbraakt; want juist om dat zulks gebeurt, is het een nuttig middel, en het beste braakmiddel dat men'zou kunnen geeven; overmits het den flokdarm reinigt, teri zelfden
tijde, dat het als een zeer uitmuntend be-
derfweerend plaatsmiddel werkt; en fchoon het eenige maaien opwaards rispt, zal het echter in de' maage te rug blijven, zonder de laatfte verhindering; maar zo de maag dit middel bij aanhoudendheid weigert en uitwerpt , dan zalmen hetzelve in klijfteeren toedienen, in welken vorm het bijkans dezelfde uitwerking heeft, als of het door den anderen weg gegee-
i8
G E N E E S K U N D I G
«ren , in eene tamelijke hoeveelheid genuttigd worden , in weerwil eener tegengeneesaanwijzinge wegens eenen buikloop. De drank des lijders mag zijn goede Gydre, of water met Portwijn gemengd, en met de mineraate zuureri , Inzonderheid met den Spiritus vitrioli tenuis", öf Elixir vitrioli rinseh gemaakt; maar
geeven ware; maar in dit geval moetmen eene dubbelde hoeveelheid toedienen i
Pulv. cort. Peruvian. Gumm. Arabic, a. Z\' DecoEi. alb. Fiat Eneme, tertia quaque hora injïcieridüm. Het is fomwijlen noodzakelijk zo wel voedzels als geneesmiddelen , door klijfteeren aantebrengen : in zodanige gevallen is het eene prijslijke geneeswijs, de bovenftaande hoeveelheid koortsbast en arabifche g o m , met vier oneen verfche melk te men: gen, dat beide voedend en bederfweerend is. Ten
Z A E B O E K J E;
A
$
maar de verzoete z u u r e n z i j n altoos beter v o o r k i n d e r e n , o m dat z i j m i n d e r ter runninge en verkaazinge der melk ftrekken. Behalven w i j n , met water v e r d u n d , den lijder voor
eenen
gewoonlijken drank voorgefchree-
v e n , moet hij dien echter dikmaals ongemengd * als een hartfterkend m i d d e l , g e b r u i k e n ; en i n dit aanzien is een k e l k goede P o r t w i j n , meer dan alle andere geneesdranken te achten. W a n neer de b u i k l o o p overmaatig i s , kan men d e n w i j n op fpecerijen laaten trekken
(a).
Het
Ten
zelfden
tijde moeten wij bedacht zijn het
braaken te fluiten, met den Spiritus nitri dulcis hf Pepermuntwater, o f de zoutdranken van RJverius i n de opbruisfehinge te geeven. De werking van den koortsbast eri deszelfs verteering, kan in verfcheidene gevallen bevorderd worden , door het bijmengen van fpecerijmiddelen, eri bijzonderlijk
van de Confettio cardiaca j dat een
zeer nuttig hartfterkend middel is. (a) Zo de lijder, in den aanvang der ziekte, eeni-
D
$6
G E N E E S K U N D I G
Het overblijvende gedeelte der geneesaanwijzinge is om den aanwas der bedervinge te fluiten, ter welker plaatfe zij zich bevinden moge, voornaamlijk in de keel en luchtpijp: ten dien einde moet de lijder de keel en mond met zuure , zsmentrekkende middelen, en bederfweerende gorgeldranken uitfpoelcn; en wel bijzonderlijk alvoorens hij eet, drinkt, of geneesmiddelen neemt, (b)
Ui-
nige neiging ten afgang heeft, kan hij den volgenden drank, naar welgevallen: gebruiken:
Gumm. Arabic, g f>. Aq. hordei & 13. Sp. nitri dulc. § fS . Sacchar. rofacei ^ j . Fiat Apozema* {b) ia den zachten fland dezer ziekte wordt aan deze geneesaanwijziuge door wijnazijn en water voldaan ; maar zo de zweeren breed, en de ingroeïzels vasthoudend zijn , magmen met voordeel gorgeldranken
Z A K B O E K J E .
51
i Uiterlijke plaatsmiddelen in den nek zijn ook fotntijds voordeelig bevonden. Wanneer de toevallen bedaaren , zal Jiet genoeg zijn met één drachma Campher tot één once van het L i nimentum volatile , dikmaals deii nek te vrijven. In eenen meer gevorderden ftaat is de Tinei:, cort. peruvian een veel beter plaatsmiddel: ieder van
keu van Tinftura myrrha? met 0%mel fimplex en met Spiritus vitrioli, fterk gezuurd, laaten gebruiken : het volgende wordt ook tot dat einde zeer wel voorgefchreeven: Rs Tinct. Rofar. f£ 6. Mèïl. Rofar. § £3. Sp. fal. mar in. 3 15. Fiat Gargarisma. , of,
Tina. Rofar. © 13. Mell. Rofar. Sp. Nitridulc. a%ü. Fiat Gargarisma» D
2
Kin-
G E N E E S K U N D I G vau dezen is meer dan pappen te achten dl<S zeer ligt koud, ftijf, en den lijder ongemaklijk rallen, en uit dien hoofde meer kwaad dan goed v'oordbrengen. Een blaartrekkend pleister moet nimmer in deze omftanden nagelaaten worden. Bederfweerende dampen verdienen mede als middelen van een groot gewigt aangemerkt te worden: de dampen van Myrrhe en Campher, in wijnazijn en honig gekookt , zijn van een groot gebruik, m gevallen Vafl eéne kwaadaartige keelüntfteekinge, zoom deademhaalinggemaklijk te maaien, als om den fpcekzelvloed te Vermeerderen : ook dienen zij wijders om de bedervelijke hoedanigheid der lucht te verbeteren , die van de longen uitgeademd , te wege brengt, dat de deelen omtrent de keel, luchtPUP'
Kinderen die niet in ftaat zijn gorgeldranken te getruiken, kanmen het in den mond fpuiten: zo kunnen ook andere lijders, die het gorgelen ondoenlijk achten, hunnen mond met eenen linnenlap in Sp. ftlis & Tinft. rofar. nat gewaakt, reinigen.
Z A K B O E K J E .
•53
pijp en neusgaatén in 'c bijzonder met kwaadaartige zweereu worden aangedaan: de vochtige damp van den wijnazijn met honig en M y r rhe of CampheF, moet door den zieken in den mond opgeademd worden , zo dikmaals zulks voegelijk zal kunnen gefchieden. Om zich wijders voor de uitwerkzels van zulk eene rottige befmettelijkheid te wachten, is het raadzaam datmcn de zuure lucht of de geest van zeezout, bij aanhoudendheid in de ziekekamer laat opdampen , met in een bekwaam vatwerk , twee of driemaal daags, vitrioololie bij het zeezout te mengen. Eene gemaatigdc warmte , voornaamlijk i n den winter, is ten uiterften noodzaakelijk: des moetende lijders immer hunnekamerhoudcn; en met vcrfchc lucht door de venfters in ta laaten, behoortmen zorg te draagen dat de doorwaasfeming niet gehinderd worde, die in deze ziekte zo hoog nuttig i s : vorderlijk is het echter dat men verfche lucht toelaate , voor zoverre het met eene maatige warmte beftaan mag, en dat men in de kamer zo veeleplantgewasfen nahou» de, a!s men voegelijk plaatfen kan. I) 3
D?
54
G E N E E S K U N D I G
De kwaadaartige keelcuitfteeking laat Somwijlen , voornaamlijk na herhaalde aanvallen, eene neiging ter uitteeringe n a ; in zodanig een geval, zijn het te paardrijden en een melk dieet de beste' middelen: het gebeurt ook dikwerf dat in deze ziekte de mondklieren in de keel met gezwellen bezet blijven : fomtijds zwelt het onderlijf, en de lijder is fmertlijke buiknijpingen onderworpen , die waarfchijnelijk ontdaan van,ofverzeld zijn metverfioppingen der iyrnphatique klieren van den onderbuik. Deze toevallen zullen gemeenlijk nalaateu door het gebruik van yerfterkende bitteren, den koortsbast en wrijvingen: fterke buikzuiveringen zijn in deze qmftanden altoos nadeelig, en de zachtfte laxativen alleenlijk oorbaar : vijf of zes greinen Rhaharber , en eene gelijke hoeveelheid Sal polychrest , eens 's daags gegeeven , en voor eenigen tijd aangehouden , met het gebruik van enkele ftaalwateren , zijn zeer nuttig bevonden om de overblijfzels dezer ziekf.e te verdrijven.
Z A K B O E
K J E.
55
G I L L E N D E y E R S T I K K l N G .
Deze kwaal is inzonderheid den kinderen ei• gen, van den tijd af dat zij gefpeend worden tot den ouderdom van twaalf jaaren, en in zekere jaargetijden , naamlijk van October tot Maart: haare eigene kenmerken zijn een gillende ftcm, verhaaste en bezwaarelijke ademhaaJing, eene dikwijlige en fterke pols in den be. ginr.e , doch zwak met het einde der ziekte; eene bezwaarelijke doorfiikking , of eene aanmerkelijke ontfteeking van het fiokdarmshoofd, eene hevige pijn, en fomtijds uiterlijke zwelling aan het opperdeel der luchtpijp , met gewaarwordingen, van het laatfte onderfcheiden: de ziekte is des te gevaarlijker, fchoon bovenmaate fnel in haaren voordgang, als zij minder geruchts maakt, tot dat de dood op handen is. Door eenigeö wordt deze kwaal als enkel D 4 kramp-
$6
G E N E E S K U N D I G
kramptrekkend aangemerkt , en gezegd door» liet gebruik der Asfa fcetida volkomen geneezen te kunnen worden; fchoon anderen, haar voor van eenen ontfteekenden aart aanziende, aderlaatingen , beide algemeen en plaatslijk ; braakingen op den eerden aanval der ziekte, ftraks na de aderlaating; blaartrekkende pleisters omtrent het beledigde deel, en het dikwijJig gebruik van weekmaakendc kljjfteeren aanprijzen,
ZIJDEWEE
EN
B.GPvSTÜ.NTSTEEKINQ, i
liet zijdewee en de borstöntfteeking behooren als éene ziekte aangemerkt te worden, in welke altoos de longen ontdoken z i j n , en dikwerf zonder het borstvlies; doeh het laatfle nimmer a'leen. Jiet grpote hulpmiddel is aderlaaten, dat de
Z A K B O E K J E .
67
«erftc drie of vier dagen der ziekte vrijlijk gebruikt kan worden, mits 'er geene nitracfeebeling plaats bebbc; want zo deze laatfte begint moet de aderlaating of gantschlijk nagelaaten, of derwijze gemaatigd worden , datmen de borst ve*ligte, zonder de krachten te verflappen, of de uitrachcheling te ftuiten. Plaats onmiddelijk na de aderlaatïng een breed blaartrekkend pleister' tusfchen de Schouders , zo flechts eene algemcene borstdrukking den lijder kwelt, en vervolgends eerst aan de pene, en dan aan de andere zijde, indien dit* toeval hardnekkig blijft voordduuren; maar zo 'er b ftede eener algemeene drukkinge , eene plaatslijke pijn plaats heeft, leg dan 't blaartrekkend pleister recht op het beledigde deel. Z o na de blaartrekking geen zweet v o l g t , met verligtinge van pijn verzeld, z,al het zekcxer gaan het aderlaaten te herhaalen. Wanneer 'er blaartrekkende pleisters of op de horst, of aan de uiterlijke ledemaaten geplaatst worden , dienen zij om de 'borstdrukking in de longöntftcckingc te verhgten , en de uitrachr fheling te bevorderen; daar de aderlaating zq
56
G E N E E S K U N D I G
zij al te werk gefteld mag worden, veele omzichtigheid vereischt na dat de lijder bloedflui* men begint op te rachchclen. De graad der borstdmkkiirge, of pijn, en de Krachten des lijders zijn hier in 't bijzonder de groote maadgers der aderiaatinge , die derwijze geregeld moet worden, dat, terwijl wij ons bevlijtigen de beide eerften te verligten , de laatften niet te veel verzwakken en daarenboven de uitrachcheling fluiten, die de natuurlijke fcheiding dezer ziekte uitmaakt. Om te voorkomen dat de longen met niet te veel bloeds overlaaden worden, en om tcffens de uitrachcheling der fluimen te bevorderen , 'zijn de regels die ons moeten leeren in hoeverre de aderlaating nuttig z i j : doch blaartrekkende pleisters zijn altijd te bezigen, 't zij om de pols te doen rijzen, of om de borst re verligten. De lijder moet niet alleenlijk geduurende d hoogte der ontfteekinge, maar door den geheelen ftaat der fluimöprachchelinge , een kleine theekop vol van een borstmiddel in een aftrekzei e
Z A K B O E K J E . sel, warm
53
cn éénmaal in vijf tot zes uu
ren, eenige lepels vol van een oliemengzel Ter-
(a} Ten dien einde kanmen van de inmengzelen van 't Decofium peétorale gebruik maaken, mengende bij een quart aftrekzei één once van het Oxymel fimplex. O) MeUSs (velfyr. ex Althcsa) gvj. Gumm Arabic, pulverifat. 3 j . Aq. Rofar. gij. Accurate fubatlis. admisce invicem. 01. Amygdal dulc. §jf$. Aq. puree. ^ v j . Doch als de fluimöprachcheling vermindert, kunnen wij jn ftede van dit laatfte middel, zo veel Ox« ymel fcilljticum voorschrijven als de lijder zonder walging en afgang kan verdraagen
:
o f . het geene
dikwerf werkelijker i s , om de zes o f agt uuren éénmaal , vier lepels v o l van eene gom ammoniacön^bindingi 1^9 Sper
óo
G E N E E S K U N D I G
Terwijl de pols hard, of de ademhaaling bezwaarelijk blijft, of wanneer flaaploosheid door de koorts ontftaat, doen de opiaaten fchade ; maar wanneer de koorts geëindigd i s , en de flaap enkel dopr een dun zinkingvocht op de keel of longen belet wordt, brengen de opw aaten, inzonderheid zo zij met zeeajuin toeger diend worden , niet alleenlijk rust te wege , maar bevordert daarenboven de fluim öprachcheling. In den gevorderden ftaat dezer ontfteekingen , wanneer de lijder door de aderlaating verzwakt is , terwijl 'er eene bezwaarde ademhaaling en hoest nablijft, met eenen aanmerkelijken aanwas van koorts tegen den nacht, een vcrpoozing 'sdaiags, en eene fcheiding in het wa.
J^o Spermath ceti {ex viteiïo ovi qwmtum fatls est Solutü) gij, Lactis antmonitci §vij. Sjr. Croci. 3vj. M.
Z A K B O E K J E ;
Sr.
water , heeftmen meermaalen met Truck deil koortsbast, in een afkookzel voorgefchreevciwj. uitgezonderd in de hoogte der koortsaanvallen. Geditürende het verloop dezer ontftéekingen is het den lijder vorderlijk, dat hij de dampert van heet water inademe; waarbij men, zo de fluimen lijmig z i j n , een weinig wiuiiizijn kart mengen.
K I N K H O E S T »
' E r zijn verfchillende gevoelens over de zitplaats dezer ziekte gevormd : fommigen heb. ben onderfteld dat zij irt de longen ; anderen dat zij in de maage; en weder anderen dat zij in beiden is; terwijl nog anderen beweerd hebben , dat zij in de opperluchtpijp, of in het flokdarmshoofd huisvest; en een andere fchrijver,
Ö*
G E N E E S
K U r f D l G
ver fielt, dat zij uit eene aandoeninge der darm* buis ontftaat. Des nièttegenftaande is het nuttigfte geneesmiddel iri deze Ziekte dePeruviaanfchè bast met eenige greinen Castoreum j een blaartrekkend pleister iri deri nek is ook dikwijls zeer nuttig: aderlaaten wordt zelden vereischt; doch eeri zacht braakmiddel , -en het lijf door Magnefia alba öf eenig ander buikzuiverend middel opert e houden, is zeer vorderlijk, gelijk mede het bevorderen der doorwaasfeminge door een D i a . phoreticum pulv. contrayerv. compos. (a) ' t
BLOED-
(a) Men heeft van het volgende antiraoniaale middel goede uitwerking bevonden , dar, fchoon het in alle gevallen geene geneezing te wege brengt, echter zo nuttig een middel fchijnt, als men tot heden beproefd heeft.
Pulv. e chelis cancror. 513. Tart. emetic. gr. i j . Accurate misceantur. De
Z A K B O E K J E .
63
B L O E D S P O U W E N ,
Wannneer in het bloedfpóuwen de pols Vol en h a r d i s , zijnde deze laatfte omflandheid, i n deze kwaal altoos meerder of minder aanweezend , moetmen aderlaaten, en het zelve zo me-
D e meening met dit kreeftpoeder is in dit geval voornaamlijk om da Tartarus emeticus net en zonder
zwaarigheid in zeer kleine giften deelbaar ta
maaken.
E é n , één en een half o f twee greinen
van dit zamenftel, kanmen bij vijf o f zes greinen van eenig krijtpoeder mengen, en in een kleine lepel vol melk en water , 's morgens , tusfchen het ontbijt en het middagmaal, aan een kind van één Jaar oud gegeeven worden. Het extrafl van fcheerling wordt in deze kwaal Ook aangepreezen.
64
G E N E E S K U N D I G
rnenigwerf herhaalen als de ftaat des lijders dut* den kan. Dikwijlige giften van Nitrum zijn in dit ongeval zeer vorderlijk bevonden (a). A l s de hoest bij aanhoudendheid den lijder Ontrust , is een kleene gifte Opiaat, dikwerf toegediend, zeer noodzaakelijk : een verkoelende leefwijs , met rust, beide van lichchaam en ziel, is ook geduurende het verloop dezef kwaaie zeer vorderlijk.
HOEST
{d) Het Nitrum heeftmen gelyklyk nuttig bevonden , 't zy gemengd met Cönfeiv; roi'arum, Sperma ceti, of Gum. tragacanths
Z A K B O E K J E ,
65
HOEST EN LONGTEERJNG.
Een beginnende hoest, door koude ontftaaü, van eene outfteekende natuur, vereischt boven alles eene aderlaating en eenen 1'cbraalen leefregel ; doch dit ongemak kan in 't algemeen ook geneezen worden zonder aderlaating, door het inademen van zeer warme waterdampen , met den hoest te verminderen, door het gebruik van verzachtende middelen en Opiaaten; maar zo de hoest lang aanhoudt, zijn olijachtige middelen, door hunne flaapmaakende hoedanigheid, fchadelijk. In een droogen hoest, van beginnende verhevenheden in de longen ontftaande, alvoorens zij tot verzweering zijn overgegaan , is het grootfte voordeel, na aderlaatingen, gemaatigden leefregel, en verkoelende middelen , bevonden, bij het aanleggen van breede etterdragE ten
éü
1
G E N E E S K U N D I G
ten tusfchcn de fchoudcrbladen f » , geholpen door het gebruik van vruchten en het drinken van ezelinnemelk. In eenen ouder en hardnekkiger hoest, of in den eerften ftaat der longteeringe, als de lijder over pijnen in de zijde, beknelling der borst, of over heete en rustlooze nachten klaagt, kan de geneczing ondernomen worden , bij kleine doch herhaalde aderlaatingen, etterdragten of Setons, (fnoerdoorhaalingen) met een zachten en verkoelenden leefregel. In het bijzonder is een Seton op het meest beledigde deel gelegd, buitengemeen vorderlijk. ' E r is zeer weinig hoop om te geneezen, als de lijder natuurh'jk zwak, of kropzwellig, of lang in 't verval geweest is. In
den gevorderden ftaat der longteeringe zijn
(]a) De Heer Mudge bericht ons eene geneeswijze door middel van eenen etterdragt , die uisfchen de twee en drie duim over de middenlijn breed was , en tusfchcn de veertig en'vijftig «men inhield.
Z A K B O E K J E .
67
zijn 'er twee foorten van hoest; een van de longen ontftaande, en de andere door eene dunne zinkingftof op den flokdarm en de luchtpijp vallende, veroorzaakt:'de eerde kan alleenlijk met de oorfprongelijke ziekte nalaaten , wier geneezing meestal van de werking der natuure afhangt; doch de laatfte kan door verdikkende middelen verminderd worden. . Wanneer iemand door de verzwakking van zijn gcftel met eene longteering gedreigd wordt , is de koortsbast van een zeer nuttig gebruik.
MIDDENSCIIOT- M A A G EN LE VERÖN TSTEEKING.
Eenige bijzondere toevallen worden deze ziekten opzichtlijk toegefchreeven ; zo als in de ontftcekinge van het middenfchot, de fardonifchc lach; in die der maage, een onophoudelijk E
a
68
G E N E E S K U N D I G
lijk braaken, en in de ontileekinge der lever, de hik; doch waarin juist deze toevallen bepaald zijn, fchijnt met geenigen graad van netheid beftemd te kunnen worden; en derwijze is de onderlinge medelijding tusfchen ieder dezer deelen , dat in het algemeen eene hevige belediging van één derzelven, meer of min tot de andere deelen overflaat: des moeten wij ons vergenoegen met de eigene kenmerken optedelven uit de fchijnbaare zitplaatfe der kwaaie. In alle deze ontfteekingen is eene ruime aderlaating noodzaakelijk , en behoort, naar vereisch der toevallen, herhaald te worden. Men diene den lijder dikwerf verzachtende klijfteeren toe, en men legge een groot blaartrekkend pleister, zo na mogelijk, op het beledigde deel: zo wijders de maag eenige medicij. oen verdraagen en inhouden kan, behoortmen ontfleekingweerende middelen te geeven.
KO-
Z A K B O E K J E .
O L
Gg
IJ 1(.
Het kolijk is een pijn voordkomende of van eene fpanning, of van eene krampachtige zamentrekking der darmen, en wordt in 't algemeen in twee foorten onderfcheiden ; te weer ten in een galachtig, en in een windkolijk. Het galachtig kohjk heerscht in den zomer het meest: het begint gewoonlijk met braaken van geele , groene ftoffc , die eenen bitteren fmaak heeft: fomtijds is de pijn enkel tot den omtrek des navels bepaald ; doch op andere tijden ftrekt zij zich over den gantfehen buik uit: de pisöntlasting is of vernietigd of grootlijks verminderd : de ziekte gaat voord met dorst, koorts en lijfverftopping; eindigt fomwijlen in eene darmkronkeling of drekbraaking , en is doorgaands in het gantfche verloop' dier ziekte met eene heesehheid ver. zeld. In het windkolijk , dat met bmkrommelin. E- 3 gen 3
7
o
G E N E E S K U N D I G
gen, of darmruifching verzeld gaat, is de pijn plaatsveranderend, en verpoost, zodra de lijder vrije luchtinlaat: wanneer deze ziekte hevig is veroorzaakt zij braaken , en toevallen die naar het graveel zwijmen; in welke omHanden het den naam van fteenkolijk verkrijgt: fchoon het van 't graveel bij deze omftanden kan onderfcheiden worden , dat de kolijkpijn na het eeten aanwast, daar zij in het graveel altijd afneemt; behalven dat 'er in het eerfte geval , geen zetzel in het water gevonden wordt. In alle kohjken, daar de pijnen hèvïg z i j n , én met eenen vollen pols verzeld gaan, is het aderlaaten noodzakelijk : alsdan magmen de maag met Camillethee uitreinigen, en daarna een verzachtend klijftecr toedienen ; bij het laatfte kaïtmen, zo het een windkolijk i s , eenige Windbreekende middelen voegen. Het naaste voorwerp onzer oplettendheid is wijders eenen vrijen doortogt nedcrwaards te verfchaffen (a\ ' Elanv
c»
Ten
dien einde kanmen voördeelig eene
buik-
Z A K B O E K J E *
71
Flannellen doeken , in een afkookzcl van Camillcbloemen en gcneverbeziën uitgewrongen, en warm op den buik gelegd, zijn veelal van een groot nut.
K O L IJ K
V A N
P O I T O U.
Deze ziekte is ook bekend bij den naam van bet plaatslijk kolijk van Devonfhire (loodkol i j k ) , en wordt overeenkomftig met het algemeene gevoelen , door lood, dat in het lichchaam huisvest, veroorzaakt: het begint met een gevoel van zwaarte of pijn aan de maaggroef,
buikzuizering met Opiaaten zamenmengen.; als ééu grein van het Extraftum thebaicum, bij eene volle gifte van het ontlastmiddel te voegen. ' E 4
72
G E N E E S K U N D I G
groef, gepaard met verlooren eetlust, geelheid in het gelaat, een geringen graad van onpaslykheiden lijfverftopping: de pijn neemt trapswijze toe , en wordt hevig en aanhoudend : de onpaslijkheid neemt ftraks in eene zelfde evenredigheid toe, wordende bij den tweeden of derden dag der ziekte, de oprispingen bij dikwijlig braaken van een zeer fcherp Qjjm en bedorvene gal, opgevolgd: fomtijds zal de pijn tot omtrent den navel nederdaalen, en fchieten alsdan ter wederzijde met een uit der maate geweld : zij zal ook naar den rug en lendenen vliegen, en, loopende langs de richting des pisleiders naar de blaas, zal zij een aanval van den fteen gelijken : fomtijds fchiet zij naar den balzak , fchaamdeelen, fchenkels en beenen • doch opklimmende naar de borst,fchoudcrs of armen, fchijnt zij eenen hevigen aanval eener zinkingvlocijinge niet ongelijk: immer zo groot eene verzeering, in alle uitwendige fpieren nalaatende, dat de zwaarte der beddelakens,of de geringfte aanraaking des vingers pijnlijk wordt. Deze ziekte begint met geene koude, noch is in den aanvang dikwerf met koorts verzeld: naar
Z A K B O E K J E .
73
naar het einde der ziekte is 'er in 't algemeen pijn rondom de kanten der voeten, en op liet lest , der tecnen, die dikwerf rood, gezwollen , en in het aanzien jichtig zijn. Schoon deze ziekte gemaatigd moet worden, kan zij zelden in minder dan vier , vijf of zes dagen , en fomtijds na verloop van nog langere n tijd worden weggenomen ; doch zo zij veronachtzaamd , kwalijk behandeld of hevig i s , zal zij weeken of maanden duuren, met eene opfchortinge van nu en dan eenige dagen , en ten laatften eindigen in eene bijzondere foort van verlamming der opperledemaaten , of doofheid , blindheid , ijling , en , vallendeziekte aanvallen verfchijnende, tot den dood. Zodra men van de tegenwoordigheid dezer kwaaie verzekerd is , moet de lijder bevolen worden een half pint warme Camillethee te drinken, dat ten eerften met eenige fcherpe in houdzelen der maage zal uitgebraakt worden: wanneer de maag twee o f drie maaien op deze wijze gereinigd , en daardoor eenige weinige verligting bijgebragt is , zal men onmiddelijk daarn? den lijder twintig druppen Tinftura E 5 the-
„74
G E N E E S K U N D I G
thebaica, in één once waters, of één grein Opium in één pil toedienen, om alle twee of drie uuren te herhaalen, tot dat de pijn verminderd Ms, of dat de lijder gaatflaapen: zohijnaeenige uuren ontwaakt, en nog over pijnen en ziekte klaagt, moctmen, wanneer hij waarfchijnelijk w i l , de Camillethee en het Opium als te vooren herhaalen. N a den lijder geduurende vier-en-twintig uuren derwijze behandeld te hebben, ^al de pijn aanmerkelijk verminderd zijn , of 'er zal een korte ftilftand volgen > en de lijder vindt zich gefchikt tot eeten: dezen tusfchentijd moetmen befteeden in het toereiken van een eigenaartige leevensonderftand, die niet fterker dan in zacht kieken- of broodfop behoort te beftaan, noch in eene groote hoeveelheid te nuttigen; want, zo de maag overlaaden wordt, zal de krankte te eerder wederkomen, en alle toevallen zullen zwaarder worden; d o c h , het zij de zieke eenig voedzel genomen hebbe dan niet, het kolijk zal wederkomen , en dezelfde geneeswijs vervolge men van dag tot dag; niet alleenlijk tot dat de pijn geheven z i j , maar tot dat de fpan*
Z A K B O E K J E . fpanning van het onderlijf nalaate, en zodanige toevallen verfchijnen , die aanduiden dat de ziekte haast ten einde loopt : dezen zijn niet vóór den derden, vierden , vijfden dag , en fomtijds laater , te wachten : buikzuiverende middelen moeten thans toegediend worden, en in dezen ftaat der ziekte, zijn de zachtfte het meest werkzaam gevonden : de ftoelgangen kunnen met meer gemaks, en in minder tijds verkreegen worden , door twee drachmaas pur«reerzout in warm water ontbonden , of door een aftrekzcl van fenebladen, alle twee uuren genomen, dan eenig ander fterk buikzuiverend middel, welke het zijn mag («)•
U~) in plwts van het purgeerzout, heeft Dr. Warren fomtijds één drachma Cremor tartari m water ontbonden, gegeeven, en nu en dan het Oleum ndni: één once dezer olij met twee oneen waters en omtrent een half eijerdoir, maakt een drank d.ea men tamelijk wel gebruiken kan; en is niec nooJ.g zo dikwerf als de voorgemelde buikzuiverende mid-
7<S
G E N E E S K U N D I G
In 't algemeen moetmen met de buikzuiveringen aanhouden , tot dat de darmen ontledigd z i j n , en de lijder van alle ongemakken der ingewanden vrij is. Indien , na de buikzuivering, de pijn weder omtrent den navel of hartkuil plaats grijpt, moet men die middelen nalaaten, en weder zijne toevlucht tot het Opium neemen. Op het einde van één of twee dagen, zullen de darmen zo groot eene hoeveelheid van drek als te vooren , met verligringe ontlasten ; maar zo men met het buikzuiveren, in weêrwil van de wederkomfte der pijne aanhoudt, zullen de toevallen verzwaard en het ongemak verlengd worden. Zo de pijn door de bovengemelde hoeveelbeid Laudanum niet geftiid wordt, moetmen deszelfs gifte vermeerderen: twee greinen Opium , zijn met vrucht drie maaien binnen den •tijd
delen herhaald te w o r d e n ; doch deze drank fchijnt meer dan de andere middelen opwaards te werken.
•ZAKBOEKJE.
77
tijd van zes uuren gegeeven; maar zo in 't algemeen eene maatige gifte, door den mond ingenomen, niet genoegdoende mogtezijn, kan men een klijfteer van vier oneen olijfölij, met veertig druppen Tinclura thebaica toedienen , 't geene fomwijlen meer zal afdoen, dan tweemaal een zelfde hoeveelheid door den mond; en zo de pijn wederkomt , behoort men hetzelfde klijfteer te herhaalen. Op uitwendige middelen heeftmen zich hier niet te verhaten; ook maakt de verzcerdheid der fpieren dezelven dikwerf zeer ongemaklijk. Wanneer deze ziekte geëindigd i s , is de l i j . der dikwerf met een verftopt lichchaam gekweld; en zo lang als dit voordduurt, 't zij bij maanden of jaaren, is hij in gevaar van we. der in te ftorten. Om zulks voortekomen , kanmen een dagelijks gebruik van purgeerzout, Cremor tartari, als een zachte buikzuivering voorfchrijvcn: wanneer deze middelen hebben nagelaaten de lijfverftopping te weeren, heeftmen van het gebruik der bathwateren groot voordeel ondervonden; en even als de darmen hunnen bijfland in 't bijzonder niet ontbroken
heb-
7
8
G E N E E S K U N D I G
hebben, fchijnen zij den verzwakten lijder meer dan eenige andere middelen te herftellen. Om dit kolijk bij Ioodmijners te voorkomen, is het raadzaam voor hen dat zij telkens een glas Saladöly met een weinig brandewijn ncemen , vastende alvoorens aan 't werk te gaan.
D A R M Ü N T S T E E K I N G OF K R O N K E L .
Deze ziekte is in 't algemeen verzeld van eene hevige koorts ( « ) , fpanning en pijn der darmen,
(a) ' E r zijn fommige gevallen van den darmkronk e l , waarin de koorts naauwlijks te merken i s ; de lijder gevoelt weinig pijn, daar is geen braaken voor handen, en de lijfverftopping is niet uit der maate: in
zodanige omftanden moeten de vóórtekens van
Z A K B O E K J E .
79
men, hardnekkige lijfverftopping, een drukking op de maag, en fomtijds een gantfche omkecring van de wormwijze bevveeging der darmen. Aderlaaten moet hier vrijüjk te werk gefield, en zo vaak herhaald worden, als de lievigheid der toevallen byblyft , of de krachten des lijders het toclaatcn : ' onmiddelyk daarna moet een groot blaartrekkkend pleister op het deel des buiks dat hoofdzaaklijk beledigd i s , gelegd worden. N a de aderlaating , hangt het voomaamfte deel der geneezinge van het openen des iijfs af; dat het best gefchiedt door buikzuivcringen van eene zachte werkinge (a), terwijl men haare wex.
gevaar enkel van de fpanninge des buiks en eene woedende pijn, met daarop te drukken; Van eenen neergevallen en ongelijken pols, en van eene verau< dering der lichchaamsgelteldheid, afgeleid worden. , (b) R, Elecl. Lenitiv. %b. Flor. Sulphur. Jij. Cretn •
8o
G E N E E S K U N D I G
werkingen door b u i k ö n t l a s t e n d e klijfteercn on•• derftcunt ( c ) .
Ah
Crem. Tartar. 5j. Syr. Commun. q . f. F.
Eleëtorium.
Van deze Ëlectuary kanmen ieder uur de grootte van eene muscaate noot neemen. Ten zelfden einde heeftmen het Sal catharticus amarus op de volgende wijze, met groot voordeel, gebruikt. Van twee oneen zout in een pint waters ontbonden , kan de lijder alle halfuur twee lepels v o l , of in korteren tijd één lepelvol neemen, zo lang het de maag w i l verdfaagen o f tot dat twee afgangen zijn bewerkt.
Schoon deze drank een onaangenaamen
fmaak heeft, zal echter de maag, zo als men meerm a l e n heeft opgemerkt , dcazelven eer dan eenig ander aangenaamer middel behouden. (c) DecoSl. coffimün'. pro clyfiere Fltcl. lenitiv. 01. olivar. a ^ i j . M.
Z A K B O E K J E .
Si
Als de maag dermaate ontfteld is dat 2ij de buikzuiverende middelen weder uitwerpt, dan kanmen 'er eenig Opium bijmengen (d). Na den afgang verwekt te hebben , beftaat de verdere geneeswijs in het toedienen van Laudanum tegen den nacht; en inden morgenltond zo veel van de ontbinding , of van eenig ander ontlastmiddel als genoeg is tot het heven der (d) Extr. Extr. Merc M.
cathart. gr. xxv. Thebak. gr. jij' dulc. Sublim. gr. v. F. Piluke x.
Deze pillen zijn voor déne gifte, o m , zo de lijder het
minde over onpaslijkheid klaagt, na het
branken genomen te worden: hoe kleiner zij z i j n ; hoe
eerder zij binnen gehouden kunnen worden :
omtrent twaalf uuren daarna, mag men de buikzutvering door middel der zoutontbindiiise in 't werk ftellen; en weinige uuren meer, mogen, de ontbinding als nog aanhoudende , de küjlteeren herhaald worden. F
?2
G E N E E S K U N D I G .
der lijfverftoppinge,tot.dat het gevaar eener hl» ftortinge verbij is. Het middel dat tot ftilling van het braakcrt hoofdzaakiijk wordt aangepreezen, is de zoutdrank van Riverïus, in de volle opbruilching genomen, en dikwerf herhaald.
HET
DORT.
Deze ziekte beftaat in eene ontlasting van galftoffe, zo op- als nedervvaards, verzeld van fcherpe pijnen, en fomtijds eene opgeblaazenheid des buiks , een fnellen en ongelijken pols, koud zweet, en eene koude der uiterlijke ledeUiaatcn. De geneezing beftaat in eene volledige verdunning der bedorvene ftoffen in de eerfte wegen , door een verzachtend vocht, zo als kiekcnfop; en in het bevorderen der ontlastingen:
Z A K B O E K
JÉ.
t$
gen , zo , niet tegenftaande de zondigende ltofTen fchijnen uïtgedreeven te zijn, het braaken aanhoudt, kan het fo.mtijds geftild worden door het drinken van water, waarin bruingebraaden haverbrood afgetrokken is; doch zo dit niets afdoet, moeten wij tot het gebruik van Opiaatcn overgaan, die men allengskens mag toedienen, nadat de eerfte wegen wel gezuiverd zijn.
B U I K L O O P .
Wanneer 'er een buikloop ontfiaat, ingevolge eener ophoopinge van bedorvene vochten in de eerfte wegen, moetmen hem niet ftoppen, alvoorens dezen ontlastzijn; ook moet men hem niet te vroegtijdig tekeer gaan, zo hij een geVolg eener voorafgegaane onpaslijkheid is; doch indien hij zo hevig wordt , en zo lang Voorddutut dat 'er de lijder door verzwakt F i wordt,
8i
G E N E E S K U N D I G
wordt, kunnen wij overgaan tot het ftillen van denzelven, zo door Opiaaten als zamentrekkende middelen ; met eerst een weinig Rhabarber, en zo 'er eenige onpaslijkheid der maage bij i s , een zacht braakmiddel toetedienen. De ipijs des lijders moet beflaan in rijst, fago enz. met kancel of foelij toebereid; en tot zijnen gcwoonlijken drank kan hij het Dedoctum album gebruiken. Zo de buikloop van gevatte koude ontftaat, moet de doorwaasfeming onmiddelijk herfteld worden : komt hij van wormen, dan magmen wormdrijveude middelen toedienen, en in het algemeen moetmen de geneeswijs inrichten naar de bijzondere oorzaak der buikprikkelingen.
ROO
Z A K B O E K ]
R 0 0
D E
E.
85
L O O P .
Behalven eene beurtwisfelende gevoeligheid van hitte en koude , raatheid, verlooren eetlust, en andere koortstoevallen, zijn de eigene kenmerken van den rooden loop, eene onpaslijkheid der maage, en wind in de darmen; kleine, doch dikwijlige ftoelgangcn van flijmige en fchuimende ftoffe, een druiploop en buiknijpingen. Bloed met den afgang vermengd is een gewoonlijk, doch geen ftaudvastig toeval, en kan zonder den rooden loop beftaan. Eene verzweering der darmen is een toeval en geene weezendlijkheid dier ziekte.. Wanneer deze kwaal nog versch is , dc krachten des lijders nog niet verzwakt zijn , dat hij bloedrijk is , en met koortsachtigheid geplaagd wordt, kanman met voordeel eene maatige aderlaating te werk ftellcn. F 3
Hier-
86
G E N E E S K U N D I G
Hierna moeten de eerfte wegen gezuiverd worden door kleine giften Ipecacoanha met één grein Tartarus emeticus, en door buikzuiveringen (a). Zo lang de buiknijpïngen (het weezendlijke toeval dezer ziekte) aanhouden, is het noodig buiköntlastmiddelen te bezigen, en wel zodanige middelen als bekwaam zijn de dar. ,* . men.
(4) fy> Pulv. Rhei gr. xxv. Calamelanos gr. v. 31. ef, Manna §13, Vitell. ovi 3j. Contritis S'mul, in mortares /apidet, admisce paulatim. O lei olivamm gvj. iSaï, cathart. amar. § j . in Jq. pur. giij. Soluü F. Hausius,
Z A K B O E K J E .
17
jiicu tegen de fcherpte der'vochten te beveiligen (b). In een Hechten ftaat dezer ziekte, wanneer de mond en llokdarm met de fprouw gedreigd worden , is het raadzaam een afkookzel van den koortsbast met een weinig Diascordium te geeven. Om
(J>) Deze
geneesüanwijzing
kanmen
verkrijgen
door voedzels van eene flijmige hoedanigheid , en door-het drinken van een afkookzel van ftijfzel met arabifche gom; één pint vochts,drie drachmaas ftijfzel en een half once gom inhoudende, met een weinig kaneelwater en fuiker aangezet. Tot een zelfd einde heeftmen eene ontbinding van wasch, op de volgende wijze bereid, met zeer veel vruchts gebruikt:
ilo Ceraflav. ras. 5} 15. Sapon. Il'tspan. duri ras. 9 j . Aqua. 5 j . Liquescant leni igne, É? asfidue egiF 4 ten*
88
G E N E E S K U N D I G
Om de buiknijpingcn re maatigen en dea wind te loozen, is een aftrekzel van Camillebloemen zeer nuttig; gelijk mede is de ftooving van gewoonlijke kruiden met bijvoeginge van eenige geesten, op den buik gelegd. Wanneer de lijder- over zuurigheid in de maag, en hartbranding klaagt, magmen, bij gelegenheid , weinige lepelsvol van het jule. pum e creta geeven; waa bij men, zo de buik. nijpingen en onophoudende beweegingen eenige vleimiddelen vereifchen, een Opiaat kan voegen (c).
Wan-
tetitur don te in unum coeant; dein af funde materiam. in mortarium lapideum eique paulatim admisce. Jlq.pur. §Viij. Aq. twc. mofchat. £ j . Sacchar. alb. q. s, ad graturn faporem. Deze hoeveelheid der ontbindinge is gefchikt om \n één dag gebruikt te worden. (O %
Theriac. Andromach. %f.
Pulv.
Z A K B O E K J E .
S9
Wanneer de lijder, in den laatften ftaat der ziekte, door een' dropelloop afgemat, en ter oorzaake van de verzwakte gefteldheid der darmen , dikwijls eene loslijvigheid wederkomt,' behoortmen zamentrokkende middelen voortefchrijven. Door het gantfche verloop der ziekte moet de fpijze des lijders beftaan in melk , Sago , Salep , en meelvoedzelen , zonder vleesch of visch te gebruiken, Klij?
Pulv. RJiei. 3 15. M F. Pilul. N.xviij. Quarum capiat ceger fex, bis vel ter in die. lip Extr Lign. campechens. giij. Solve in Aq. Cinnamom. Spirituos § j 15. admisce Aq.pur. §vij. Tinei, jfaponic. 3 ij. Hiervan mag de lijder eens in vier of vijf uuren, F 5 twee.
Sio
G E N E E S K U N D I G
Klijfteeren van vier tot agt oneen ftijfzel- of vette fchaapevleeschfop , of meer of minder hoeveelheid van hetzelve, naar dat w ó r d e n , met
het behouden kan
bijvoeginge van Tin&ura thebai-
c a , z i j n , om de prikkeling van den endeldarm wegteneemeu , van
een groot nut; doch dikwerf
twee lepels voi,
en fomtijds ook tegen den nacht
een Opiaat neemen, In oude en hardnekkige buikloopen, en in roode loopen , die voor
de gemeene geneeswijze
niet
zwichten, heeftmen veel voordeels gedaan met bij het aanhoudende gebruik van 't bovenftaande afkookzel , een flikbrok te voegen, dat uit één Scrupel van het Philonium londinenfe
en twee greinen Ipe-
cacoanha beftaat, en telkens alle nachten gegeeven wordt. ' Wanneer na den rooden loop flechts eene loslijvigheid nablijft, heeftmen met goede uitwerkinge een ' afkookzel van Simaruba laaten gebruiken, j^o Cort. Rad. Simaruba 3ij vel 3üj. Coq.
Z A K B O E K J E ,
pi
yverf zijn wij verpligt, ter oorzaake van de tederheid dier deelen, hiervan aftezien,
G E E L Z U C H T EN G A L B L A A S S T E E N .
De geelzucht is kenbaar aan de geelheid van het gelaat des lijders, voornaamlijk van het wit der oogen, en wordt in 't algemeen door braaken buikzuiverende middelen, met het gebruik van loogzouten geneezen. Het aanweezen van een' fleert in de galblaas of galleiders, kanmen raamen uit de vaste pijn omtrent de plaats der lever, die dikmaals, '.vi doch
Coq. ex aqua pura libisf. ad fJS j . & cola. Deze hoeveelheid mag 's daags in verfcheidene reizen gebruikt worden.
92
G E N E E S K U N D I G
doch niet altijd , door cenc geelzucht opge • volgd worden. In deze kwaal wordt het aderlaaten onderfield van weinig nut te zijn, en kan deswegen, als een noodloos verlies van krachten veroorzaakende, nagelaaten worden. De pijn mag enkel door Opium geftild worden, dat daarom in eene ruime gifte kan worden toegediend , met hetzelve vaak te herhaalen. Zo de lijder tot het braaken niet natuurlijk geneigd is , is het dikwerf nuttig bevonden, zodra de hevigheid derpijne nalaat, een braakmiddel te geeven; de fchokken hierdoor veroorzaakt, kunnen den fteen dwingen of inde galblaas, of verder in het twaalfvinger gedarmte te vallen, en daardoor of eene wijlige vcrligting of eene duurzaame geneezing voordtcbrengen ; doch alzo het gemaklijker valt het braaken te verwekken dan te floppen , is liet in dit geval eigen een Opiaat, na maatige braakingen te geeven. Gelijke vorderlijke uitwerkingen magmen met buikreinigcnde middelen verwachten , door de natuurlijke bcweeging der darmen te vermeer-
Z A K B O E K J E .
y3
meerderen, en eene grootere afvloeijinge van gal te bevorderen,. De buikzuiverende middelen tot dat einde hetmeeftebekwaam, zijn die, welken met het meefte gemak werken, en met de grootfte zachtheid onderhouden kunnen worden ; zo als zeewater, buikzuiverende bronwaters, en ook eenigen der middenzouten, of in water ontbonden , o f , zo het geborneerd kan worden, in een zacht aftrekzei van eenig plantbitter. Deze magmen voor eenige maanden, of dagelijks , of om den anderen dag, gebruiken; zonder echter den eetlust te verminderen , of de krachten of de geesten uitteputten. De geelzucht der kinderen wijkt haastig voor het gebruik van eenige buiköntlastende midde. len. Zo het gebeurt dat de geelzucht van zich zeiven met eenen buikloop gepaard gaat,.is 'er verder niets noodig, dan door zachte middelen deszelfs hevigheid le voorkomen, en ten zelfden tijde de krachten dermaage door eigenaartige bitteren te verfterken. De jeuk is dikwerf zo buitenmaatig overlastend,
n
G E N E E S K U N D I G
tcnd , dat zij Opium vereifcht, zonder welk middel het onmogelijk is eenige verligting te bevorderen of flaap te verwekken. Pijn in den rechter fchouder is gemeen in de levergebrekeiu In eene enkele geelzucht, in welke geene fchijnbaare wanorde der lever of eeniger andere ingewanden voorhanden i s , zal fomwijlen een hik opkomen, doch zonder eenig tegenwoordig of aanftaand onheil aantekondigen. Desgelijks komen in deze ziekte fomtijds ftcrke aanvallen van huivering, die een uur lang zullen aanhouden , en dagelijks twee of drie maaien wederkeeren, zonder echter door eenig ander toeval gevolgd te worden. Zij die óén maal dit gebrek gehad hebben , zijn zeer gefchikt om 'er weder in te vervallen; niet alleenlijk om reden dat andere galfteenen ingelijkermanieredoor de zelfde oorzaaken als die der eerften geteeld worden, maar uit hoofde dat een aanval der geelzucht veelal geëindigd wordt, niet door het loozen van den fteendooide» twaalfvingerendarm, maar doordien dezelve in de galblaas valt, en daarwederuitgeloosd wor-
Z A K B O E K J E .
55
Wordende eenen nieuwen aanval verwekt. - Het is in deze ziekte niets ongemeens, dat alle vaste voedzels eenen bitteren fmaak hebben; en'fomtijds, doch min dikwijlig, heeft dit omtrent den drank ook plaats. Het zog der geelzuchtige vrouwen, die kinderen zoogen , is met geene gal aangedaan noch in deszelfs kleur , noch fmaak. #
T R O M M E L Z U C H T .
Dit ongemak, in 't algemeen van eene opfpanning des karteldarms ontftaande, is fomtijds het gevolg van een ontijdig gebruik der Opiaaten, of van den Cortex peruvianus in tusfchenpoozende koortfen. Zo dit gebrek met eenigen graad van koorts gepaard gaat, is het raadzaam degeneezingmet aderlaaten en zoutdranken te beginnen; doch zo 'er geen koorts tegenwoordig i s , kan men ' . de
9
6
G E N E E S K U N D I G
de Species aromaticae in Camillethee , in de hoeveelheid van eenige koppen v o l , dagelijks toedienen. Het is wijders nuttig dat ' t z i j met of zonder koorts, barber neeme; in het eerfte dranken, of in bet laatfte,
de lijder dagelijks * eenige greinen Rhageval met de zouttegen den nacht.
Alle fterke buikzuiverende en windbreekende middelen zijn zonder buikweekmaakende mid. delen fchadelijk. Wanneer de zwelling beftaat, zonder dat de lijder eenige koortstoevallen ontwaart, moetmen den toon der darmen door verfterkende middelen herftellen , zonder de gelegene herhaaling van den Rhabarber natelaaten.
STEEN
Z A K B O E K J E .
S T E E N
oF
97
G R A V E E L .
Dit ongemak is met pijn in, den omtrek der lenden, dikwijls met braaken, en fomtijds met bloedige pisfe verzeld. Z o de lijder bloedrijk of koortfig i s , moetmen aderlaaten; waarna men dikwijlig verzachtende infpuitingen kan te werkftellen: hetwarmehalfbad is mede van zeer viel nut. De inwendige middelen zijn olijen, glibberigmaakende middelen («) , en Opiaaten , als de pijn zeer hevig is. DROP(a) Een aftrekzei of afkookzel van keemstwortel met honig gezoet, wordt met groot voordeel genomen.
G
9«
G E N E E S K U N D I G
D R O P P E L - E N K O U D E PIS.
De droppel- CU km;,:c jus knitnen vcrfcheidene oorzaakcn hebben , «dijk een (leen in dé pisblaas, eene ootOecfcfog of gezwel in den nek dier blaaze, of m dc pisbuis; een fckerp brandend water, enz: om in do geneezinjc derzei ven te flaagen, behoortme-» dierhaiven op de bijzondere oorzaakcn acht ie geeven.
H O O F D P IJ N ,
De oorzaak van dit gebrek kan zijn of in hef hoofd , of in de maag: wanneer het eerfte 't geval is, wordt het gemeenlijk door de koude ver-
Z A K B O E K J E . veroorzaakt, cn door de bevordering der doorwaasfeminge geneezen, met een afleiding van het beledigde deel te maaken: zo de pijn vast. bcumvisfelend wederkomt, kan zij doorgaands door het gebruik van den koortsbast weggenomen worden: doch aanhoudende cn van langen duur zijnde , zuilen zenuwfterkende middelen dikwijls flaagen ; in zoverre dit gebrek van geene venusfmet voordfpruit, aangemerkt het dan alleenlijk door het uitroeijen der oorfpronklijke ziekte geneezen kan worden. Indien men denkt dat de hoofdpijn uit de naa^ voordkomt, kanmen een braakmiddel geeven; en daarna , zo de fpijsverteering verzwakt wordt, maagfterkende middelen.
G
a
SCHEE-
»oe
G E N E E S K U N D I G
SCHEELE
HOOFDPIJN.
De fcheele hoofdpijn beftaat in eene fmerte van ééne der hoofdzijden, die dikwerf de oogen met zwakheid en ontfteekinge aandoet: geduurende den aanval is de pijn voor het meeft uit der maate hevig; doch heeft in 't algemeen vaftbeurtige tusfchenpoozingen. M e n heeft in deze kwaal meermaalen aangemerkt, dat het aderlaaten doorgaands in de lente verligting toebrengt ; maar nimmer in den herfft: een braakmiddel maatigt altijd den volgenden aanval; doch een buikzuivering verheft denzelven, zo men daarna geen pijnftillend middel geeft: dekoombaft is fomtijds zeervorderlijk; zo wel als een aftrekzei van Camillebloemen met Vitrioolëlixir: bloedzuigers aan de ioofdflaapen, en blaartrekkende pleifters achter dc
Z A K B O E K J E . de ooren , bij (a).
brengen
dóongaands
ior vcrligting HOOFD-
( « ) De volgende Eleftuary heeft in een groot aantal van gevallen geflaagd; met zorg te draagen dat men de inmengzelen ,
o f derzei ver evenredigheid,
naar het jaargetij, den ouderdom, de gefteldheid en andere omftanden des lijders, verandere.
Rad. Vakrian. Sylvefir. gj. Cort. Peruvian. opt. §fi. Thertacce gij. Se/. Abfinth. 3j. Rhei elect. 9 j . Syr. Croci q. f. F. Eleclarium,
G /
3
j*2
G E N E E S K U N D I G
H O O F D Z U I Z E L I N G .
Ia dit gebrek, dat gemeenlijk met een verduisterd cn verzwakt gezicht gepaard gaat , fchijnen alle voorwerpen in eene cirkelrichting te beweegcn. Is de lijder bloedrijk, dan is het eigende Vena jugularis te openen, of ten minften tusfchcn de fchouders koppen tè zetten : vervolgends behoortmen een braakmiddel te geeven, en daarna een gifte der Tinftura facra. Blaartrekkende pleisters behooren ten zelfden tijde niet nagelaaten te wérden. In het algemeen zijn alle zenuwmiddelcn en de Perufche bast , in deze k w a a l , van een groot nut.
JN-
Z A K D O E K J E .
»3
INWENDIG WATERHOOFD,
Die gebrek is meestal den kinderen eigen; fchoon het fomtijds ook bij volvvasfenen is waargenomen. Veelen der toevallen zijn met de wormziekte, tandkrijging en andere prikkelende oorzaaken zo gemeen , dat het bezwaarelijk is iets te bepaalen, dat deze ziekte in het bijzonder aanduidt. De meest zonderlinge fchijnen de pijnen der ledemaaten, met onpaslijkheid, en onophoudelijke hoofdfraerte, die, fchoon gemeen in andere kinderziekten, in geene echter zo éenflachttg en frandvastig gevonden wordt. Eene andere gewoone, zo niet bijzondere omftandigheid i n deze ziekte waargenr> men, i s , dat de lijders niet alleenlijk hardlijvig zijn, maar dat zij met de grootfte moeite tot afgangen kunnen gebragt worden : dezen zijn in 't algemeen donkergroen kleurig , met G 4 eens
io4
G E N E E S K U N D I G
eene olijachtigheid of glazige gal, eerder dan het flijm, dat de wormen verzelt; en zijn voor het meerder gedeelte ten uiterften beledigend. In onpaslijkheden door de wormen of door de tandkrijging ontdaan , zijn de ftuiptrekkingen menigvuldiger dan in deze ziekte. Wanneer het inwendige waterhoofd door de fcheuring van een watervat in de hersfenen ontfiaat, zo als fommigen dit als de naaste oorzaak dezer ziekte Hellen, kan zij geene geneezing toelaaten; doch daar derzei ver toevallen met die, welken de wormen voordbrengen, zo gelijkaartig zijn , in meenige gevallen, en het daarom dikwijls geen eigenlijdig, maar een medelijdig gebrek i s , zullen de meest uitwerkende middelen, om deze kwaal weg te neemen, beftaan in het gebruik der wormdrijvende middelen , en zodanige anderen als in ftaat zijn de darmbuis van alle prikkelende oorzaaken te bevrijden (V). Be-
( ' ) Ten dien einde kanmen drie of vier greinen Ca-
Z A K B O E K j E.
105
Behalven deze middelen, magmeu de wonndrijvende dranken in klijfteeren toedienen (b). Kleine giften va'n pijnftillende middelen kunnen mede bij gelegenheid gebruikt worden; fchoon alle hecte middelen de ziekte fchijnen te doen vermeerderen, gelijk ook eene te groote warmte in een kamer.
GE
Calomel , o f meer, naar den ouderdom en lichchaarasgefteldheid
des lijders , me: Rhabarber en
bet Pulvis e fcammon. compos. geeven, In gevalle de maag blij!:t overlaaden te z i j n , mag men 'er een vierde, een halve o f een heele grein Tartarus emeticus bijvoegen, en de maag met een bekwaam vocht reinigen. (b) Dit kan beftaan uit Aloë in melk gekookt; o f uit een afkookzel van Sem. fantonic. met dertig o f veertig druppen terpentijnölij. Indien de ziekte werkelijk door wormen ontftaat, wordt zij bij deze geneeswijze gewoonlijk haast verminderd , en in het einde volkomen geneezen; maar G 5
blij-
I?>6"
G E N E E S K U N D I G
G E S L O O T E N
K A A K .
De geflooten kaak heerscht het meest In hcete luchtftreeken, alwaar het dikwerf een gevolg eener lidafzettinge, en ook eener geringe w o n de is. Dit gebrek beftaat in eene hevige kramptrekking der kaakfpieren, en wordt voornaamlijk geneezen door groote giften Opium, waarbij men fomtijds Muscus voegt, pijnftillende drup- en warme baden. Eleétrifche vonken van de belendende dee. len geleid, heeftmen in dit gebrek van een zeer groot nut bevonden (V). GE-
blijven de toevallen voorddunren dan is 'er reden tot eene ongunfb'ge voorzegging. (<») De geflooten kaak is in naauwe vermaatfchap roet
Z A K B O E K J E .
IQ}
G E R A A K T H E I D .
Dc geraakc'n eid of beroerte beftaat In eene fchichtige ontrooving van gevoel en beweeging, uitgezegd van het hart en van de longen: de aanval wordt gewoonlijk door eene duizeling of hoofdpijn vóórgegaan. Zo de lijder van een bloed-
met de twee andere krampgebreken, den rugkramp (Eplsthotonos) en den doodkramp (Tetanus) ; in welken men behalven Opiaaten in het warme bad, klijfteeren met een afkookzel van Camillebloemen , kaasjesbladen enz , in een ruim deel olij bereid , mag zetten. Een blaas, half met water gevuld en toegebonden , kanmen altijd , wanneer de lijder te bed is, op den hartkuil leggen; en de verftijfdedcclen Kan-men dikwerf, zo verre mogelijk is, bette» mes
io3
G E N E E S K U N D I G
bloedrijk geitel i s , zwellen de oogen en fchitteren; de ademhaaling is bezwaarelijk , en met fnorken verzeld; de pols flaat in den aanvang ras en fterk, en wordt daarna langzaam en laag; dikmaals is 'er eene onwillige ontlasting van afgang of water b i j , en fomtijds komt den lijder fchuim op den mond. Dit gebrek wordt, overcenkomirig met de bijzondere gefreldheid des geenen dien het aanvalt, m drie foortenonderfcheiden; naamlijk, ineen bloedig, fiymigen krampachtig: heteerfte wordt veroorzaakt door hetbloeddat dehersfens drukt, of door de fcheuring van een hersfenvat; het twee.
met warme olijen óf flijmen, daar men ean weinig Op.um kan bijvoegen, met eene zachte en aanhoudcnde wrijvinge. Geduurende de hevigheid der ziekte, kan de lijder een afkookzel drinken van vijgen , zoethout, venkelzaad, falijthee, zeer zachte wijnweij, of eenigen anderen doorwaasfemenden drank; en tot voedzel dient dunne havergort , brood-of andere zachte foppen, s
Z A K B O E K J E .
109
tweede door eene zamenlooping van flijmigc of weijachtige vochten, in de boezems of vliezen der hersfehen, en hetlaatftc van eene krampachtige zamentrekking. In dit gevaarlijk ongeval is de fpoedigfte hulp noodzaakelijk; doch de middelen om de drukking der hersfenen weg te neemen zijn in de bloedige en weijachtige geraaktheidvérfchillend: de eerfte vereifcht eene ruime aderlaating, diceerft op den arm, en daarna in dëVenaJugularismag gefchieden; doch de laatfte laat deze ontlasting niet toe, of ten minden niet dan in eenen maatigen graad. Schoon wijdershetzettenvankop* pen in eene bloedige geraaktheid eigen z i j , kan het echter ook in het weijachtige fbort van nut zijn: dan zal men een prikkelend klijfteer laaten zetten en daarna een werkzaam braakmiddel. Blaartrekkende pleifters zijn in eene weijachtige geraaktheid van zeer veel nut. Om eenen wederinval dezer kwaaie te verhoeden , moet de perfoon alle ongemaatigdheid vermeiden, envoornaamlijk een groot avondmaal tegen den nachj. Een Seton tusfehen de ichou-
üo
G E N E E S K U N D I G
fchouders is een zeer nuttig voorbehoedmiddel; gelijk mede in grove geitellen het vrije gebruik van meerradijs cn mostaardzaad.
V A L L E N D E
ZIEKTE,
De vallende ziekte wordt met eencberoovinge van 't gevoel, en met eene hevige zamentrekfeinge of ontroeringe van alle of van veele lichchaamsdeelen , waargenomen : fomtijds overvalt deze kwaal den lijder fchichtig, der eemge voortekens haarer aannaderinge; doch voor het meerder deel wordt zij door eene bleekheid van het gelaat, eenen zwakken ools, hoofdPijn, dommeligheid en loomheid v ó ó r g a a n behalven de hevige trekkingen, is de aanval met eene knersfing der tanden, fchuimop den mond, en dikmaals met eenen onwilligen afgangen waterloozinge verzeld. Zo de pols vol i , moet men den lijder aderzon
s
laa-
Z A K B O E K J E .
ui
laaten; daarna behoortmen een braakmiddel te geeven, en het lijf open te houden. Gelijk deze kwaal vanonderfcheideneoorzaa. ken kan voordkomen, zc als van wormen, opstopping der maandlijkfche ontlastinge, fchrik, overijld drinken, cn andere misflagen in de nietnatuurlijke dingen, moet ook de geneeswijze daartoe in'het bijzonder ingericht worden: echter zijn de zenuwmiddelen en de koortsbaft, in 't algemeen, dienftig.
M O E D E R K W A A L E N ONDERBUIKZIJDE ZIEKTE.
Deze ziekte, die van eene aandoenlijkheid van het zenuwgeftel voordkomt, is zo buiten, ïfiaatë zamengefteld, zo uitregeligin haare vcrfchijnzelen, en zo verfcheiden in verfchillende perfoonen , dat zij bezwaarelijk onder eene naauwkeiirige omfchrijving begreepen kan wor-
den
U2
G E N E E S K U N D I G
den: derzelver eigene kenmerken zijn voornaamlijk klaar doorfchijnend water, een gevoel van yerftikkinge, en pijn in den r u g ; met eene voorafgegaane koude in de uiterlijke deelen, en eene aanmerkelijke vermindering van geesten, in haar die deze kwaal onderworpen zijn. Schoon de moederkwaal fomtijds naar eene zwaare flaauwte gelijkt, verfchilt zij 'er echter van, i n verfcheidene omftanden: één dezer is , dat het aangezicht zich in de moederkwaal rooder en meer gezwollen dan in eene zwaare flaauwte voordoet: een ander, dat het ophouden der polsflagen, in het eerfte geval groóter en geheeler dan in het laatfte i s ; en eenderde, dat het ophouden van den pols, ia de moederkwaal ook langer dan in eene zwaare flaauwte duurt. ' E r is nog een kenlijker onderfcheid tusfcheji de aanvallen der moederkwaal cn die der geraaktheid : in de laatfte houden de pols en de ademhaaling niet op ; doch blijven , of weezendlijk , of fchijnbaarlijk, in eenen hevigen aanval der moederkwaal na. Door dezelfde kenmerken kanmen de moeder-
Z A K B O E K J E .
u
3
derkwaalaaitvaÜen van de vallende ziekte ondeifcheiden ; gelijk mede door èSeaè andere onhandigheid, welke i s , dat de lijdfter in de vallende ziekte fchuim op den mond komt; een toeval dat men in het eerfte ongemak nimmer heeft opgemerkt. Wanneer in een' aanval der moederkwaal de krampheweegingen hevig , en de lijdfter van een bloedrijk geitel i s , moetenvve omniddelijk aderlaatcn. Stinkende middelen, en vluchtige zouten,, kunnen de lijdfter, of onder eene vloeibaare of yaste gedaantc,onderden neus gehouden wordeij. Zo de aanval tot zulk eene hoogte niet is gefteegen , dat de lijdfter onbekwaam is eenige middelen te nuttigen, moetmen inwendig moedermiddclen laaten gebruiken. Men heeft waargenomen dat alle moedermiddelen niet evengelijk flaagen ; want fomtijds zal het eene, en fomtijds het andere vorderlijk bevonden worden; naar dat de gefteldheid der maagzenuwen zulks ten dien tijde vordert f » . BuiO) Deze is in fomuiige gevallen zo wonderaartig, H
dat
I
I
G E N E E S K U N D I G
4
Buiten de eigenlijk genaamde moedermiddelen (Antihyfterica) moetmen ook anderen, die tot de bijzondere oorzaak des aanvals gefchikt z i j n , gebruiken (b). ,
Om
\
dat een hartklopping alleen door een eetlepelvol ltinoenfap, bij herhaaling, gefHld i s , na dat verfcheidene zo genoemde moedermiddelen, zonder uitwerking voorgefchreeven waren. ( £ ) De volgende voorbeelden kunnen tot opheldering
van dit voorfchrift verftrekken : wanneer de
moederkwaal uit eene verminderinge o f verftoppinge eeniger gewoone ontlasting ontftaat, zo moet zodanig eene ontlasting of bevorderd o f te rug geroepen worden : wanneer
de ontlediging de oorzaak der
Bloederkwaaie i s , zo als dikwerf na eenen onmaatigen ftonden-
o f kraamvloed gebeurt, zo i s , na het be-
teugelen dier Ontlastingen, de beste geneezing, de vaten met voedzaame fpijzen van eene ligte verteering te hervullen: zo de oorzaak der moederkwaal toevallen een
flijinvocht
in de maage is , dan ver-
Tchaft een braakmiddel de fpoedigfte hulp: wanneer het blijkt dat eene overmaatige zuurftof in de ma^ge dit
Z A K B O E K J E .
u
5
Om wijders de wederkomst der moederkwaalaanvallen te voorkomen, moetmen de gefteldheid der lijdfter , door het gebruik van den koortsbast, ftaalmiddelen , koude baading en vocgzaame lichchaamsoefening verfterken De onderbuikzijdeziekte doet zich bij man. nen met bijkans dezelfde toevallen , als die der moederkwaalv bij vrouwen , op ; en behoort op eene zelfde wijze behandeld te worden. OP-
dit gebrek te wege brengt, dan zijn vaste loogzouten en inflorpende poeders de eigene foortmiddelen: wanneer woimen deze kwaal aanbrengen , dan béhoortrrien worrndrijvende met andere vleimiddelen bij aanhoudendheid voortefchrijven.
H 2
.
l l 6
G E N E E S K U N D I G
O P S T O P P I N G E N D E R M A A N D S T O N D E N .
Zo de maandftoriden haare vérftopping aan gebrek van bloed verfchuldigd zijn , datmea kan weeten door voorafgegaane kwijnziekten of overmatige ontlastingen , zijn de beste ftondcnbevorderende middelen de geenen, die de fpijsverteering verfterken; zo als de koortsbast bitteren en ftaal , met eene voedende leefwijze en genoegzaame lichchaamsbeweegmWanneer dit gebrek , zo als dikmaals gebeurt van eene volbloedigheid, die de lijfmoe • dervaten drukt, komt, beftaan de geneesaanwijzingen in de hoeveelheid des bloeds, door eene aderlaating O ) , en zaehte buikzuiverende middelen te verminderen. ^
gC
(a) De adertaadng wordt het nuttigst in de voet©f enkeladers te werk , gefield.
• Z A K B O E K J É.
n?
Zo de opftopping der maancldonden uit geefle dezer oorzaaken voortvloeit, zijn de meest beproefde geneesmiddelen Hinkende en harftige gommen De dampen van warm , doch niet te beet water, of een verzachtend afkookzel in de fchede ontvangen, en voor een half uur tijds binnen gehouden, is ten hoogden voordeelig; gelijk ook weekmaakendc doovingen of flannellen doeken daarin uitgewrongen, en warm op den onderbuik gelegd. Onder de tuigwerkelijke geneeswijzen , die de maandlijkfche ontlasting verwekken mogen, hebben de kopglazen aan de dijen en fchenkels geplaatst, en eene wrijving der onderde lede.maaten, doorgaands goede uitwerking gehad j doch de Electriciteit, plaatslijk gebruikt, 13 Van het grootde nut.
tl 5
VIUJ-
n8
G E N E E S K U N D I G
V R IJ S T E B. Z I E K T E .
Dê vrijfter- of groene ziekte is eene flijmige kwaadfoppfchcid in jonge vrouwsperfoonen , net eene verftopping der maandftonden verzeld: zo de ziekte ih den aanvang van haaren vrijfterftaat voorkomt, en van het terugblijven der maandlijkfche zuiveringe ontftaat , is het raadzaam de geneezing door eene aderlaating van zes of agt oneen bloeds, ter bevordermge 'van den vrijen bloedönlloop, te beginnen; doch zo de lijdfter zwak i s , behoor tmen ze natelaaten. ïn welken ftaat der ziekte men de geneezing begonnen hebbe , is hét noodig een zacht braakmiddel, en daarna buikzuiveringen toetedienen, om beiden de voedzelbuis te reinigen en de flijmvochten te ontlasten (a).
OVER(a) De beste buikzuiverende middelen zijn die van eene
Z A K B O E K J E .
OVERMAATIGE DER
119
VLOETJING
MAANDSTONDEN.
W a n n e e r een v r o u w met deze k w a a l aange» greepen w o r d t , moet z i j ten eerften naar b e d g a a n , en achterover
met
de ledenmaaten u i t -
g e f t r e k t , gaan l i g g e n , met te poogen , z o v e e l rust als mogelijk z i j te neemen. Wanneer
het
fchijnt dat de b l o e d v l o e i j i n g
voornaamlijk , o f door eenen o v e r v l o e d , o f d o o r eene
eene warme en Aloë foort, met Ammoniacgom o f andere zodanige veranderende middelen gevoegd: 't zij al verder met deze, zo de lijdfter niet bloedrijk i s , o f anders, nadat de hoeveelheid vochts door de werking verminderd is ,
moeten wij (taalmiddelen
voorfchrijven die in alle kwaadfappige ongemakken van eene uitmuntende uitwerking zijn.
H
4
iao
G E N E E S K U N D I G
eene verdunning der vochten , of door eene' krampachtige aandoening van het vatgeftel verwekt wordt, is het aderlaaten noodzaakelijk; met de hoeveelheid en derzclverhcrhaaling, naaide krachten van de lijdfier'j den ftaat van den pols, en de hevigheid der toevallen te regelen. Buiköntlastende middelen fchrijve men nimmer voor, ten zij de lijdfter of over buiknijpingën , of over loslijvigheid klaagt; doch even in deze omftanden moeten zij van het zachtfte foort zijn, Volgens dit Zelfde beginzel is een braakmiddel enkel, en alleen voortefchrijvcn, zo 'er onpaslijkhedcn , walging of braaken aanweezend i s : welke toevallen ons van de tegenwoordigheid eener prikkelende ftoffe in de maag overtuigen. Doch buikontlast- en braakmiddelen zijn niet voortefchrijven , wanneer 'er eenige pijn, of fpanning der lijfmoeder gevoeld wordt. De beste middelen zijn de Pulvis ffypticüS* en Tin&ura rofarum ; waarbij de koortsbast mede verdient genoemd te worden. Wanneer de volbloedigheid of door het aderlaa-
Z A K D O E K J E .
i
a
ï
hateri, of door het aanhouden der ziekte verminderd ; of dat de blocdverdunning door verkoelende en verdikkende middelen geheven i s , hebben de Opiaaten tegen het einde dier kwaaie eene gunftige uitwerking.
W I T T E
V L O E D .
Wanneer de witte vloed door eene opftoplping der ftonden of door eene uitwendige belediging veroorzaakt i s , is in den beginne het aderlaatcn noodig , eri voegzaam , om in orde de fpanning der lijfmoedervaten te heven , en den bloedömlocp te bevorderen; doch zo deze ziekte aan eene andere oorzaak is te wijten; of dat het lichchaamsgeftel zwak i s , moetmen het aderiaaten nalaaten. De geneezing mag men beginnen met eert zacht braakmiddel, zo de lijdfter met flijm fchijnt oVerlaaden te zijn. M 5
De
124
G E N E E S K U N D I G
De weivochten moeten door maagzuiveringen verminderd , en daarna het lichchaamsgeftel door den koortsbast en door ftaalmiddelen gefterkt worden.
OPGESTOPTE KRAAMVLOED.
Ëij bloedrijke vrouwen , of in welken de jSóIs Vol i s , moet het aderlaaten, onmiddelijk té werk gefield worden; en wordt in 't algeinéén te meer vcreischt, naar maate de opftopping te eer plaats gehad heeft: de voeten fchijnen in dit geval, voor de aderlaating de gefchiktfte deelen te zijn. Wanneer de opftopping met geenen buikloop gepaard gaat, moetenwe het naast tot een klijfteer overgaan, dat eer uit weekmaakende en vloedbevorderende ,dan buikontlastende middelen moet beftaan. Wan-
Z A K B O E K J E .
123
Wanneer 'er een buikloop bijkomt is 'er een groote omzichtigheid noodig , met te vermeiden van die te fchichtig optcftoppen : is die echter zo hevig, of blijft hij zo lang bij, dat 'er de lijder door verzwakt wordt, moetmen trachten dien te verminderen; maar niet zonder eene voorafgegaane toediening van Rhabarber, waarbij men telkens weinige greinen van eenig zacht vloedbevorderend middel mag voegen. Weekmaakende ftoovingen op den onderbuik; gelegd, zijn dikwerf met goede uitwerkingen; voorgefchreeven. De eigenlijke middelen, die in den verflopten kraamvloed dienen , zijn Myrrhe , Borax en dergelijke vlceddrjvendc ïiiedicynert , met eenig moederkwaaljulep; waarbij men, z o ' e r eenige tekens van omfieekinge verfchijnen, een weinig Nitrum mag voegen.
OVER*
1*4
G E N E E S K U N D I G
OVERMAATIGE KRAAMVLOÈU
Zo het ongemak van eene te groote verftoppinge der lijfmoederyaten voordkomt, moeten de middelen van eenen zamentfekkenden aart z i j n ; waarbij men den koortsbast kan voegen, zó de lijdfter fcheurbuikzuchtig fchijnt, of dat de vloed eenig ding van eenen ftinkenden reuk verraadt. Indiert de vloed uit eene fcherpte der vloei, jende vochten fchijnt teontftaan, dat dikwerf eene bijgeleidende oorzaak dier ongefteldheid i s , te meer, wanneer de lijdfter bevoorens geene overmaatige ontlastingen der lijfmoeder onderworpen geweest i s , moetmen haar van tijd tot tijd Opiaaten toedienen ; want fchoon het in 't algemeen aangenomen wordt dat zij het zamen • trekkende vermogen der vaste deelen verminderen.
Z A K B O E K J E .
155
ren , beteugelen zij echter nog werkelijker de ontlastingen, die door eene plaatslijke prikke '• ling veroorzaakt worden: ook kan haare flapmaakende hoedanigheid door het telkens bijmengen van zamentrekkende en hartfterkende middelen vergoed worden. De uiterlijke middelen zijn dezelfde als hl de overmaatige maandftonden.
STUIPTREKKINGEN
DES
KRAAMVROUWEN,
Zo de fhuptrekkingen van eene te vroegtijdjge en fchichtige opftoppinge van denkraamvloed ontfbaan, moet de wederkomst van dien vloed, door de voorvermelde geneeswijs, bevorderd worden. Wanneer dit gebrek door eene geweldige losfcheuring van den moederkoek is veroorzaakt, waar-
126
G E N E E S K U N D I G
waarop eene aanmerkelijke bloedvloeijing gevolgd i s , moetmen onmiddelijk zamen[rekkende middelen in de lijfmoeder fpuiten. Zo de lijfmoedervaten flechts een weinig beledigd zijn , en dat 'er gecnen ongemeenen bloedvloed op volgt, zijn de vorderlijke plaatsmiddelen , pijnfttllende infpuitingen. Wanneer eene ophouding van den moederkoek of een zamenloop van geronnen bloed onderfteld wordt de oorzaak der ftuiptrekkingen te zijn, moetmen die vreemde ftoffen op eene zachte wijze met de hand uit de lijfmoeder opvangen : ook kan de ontlasting van het eerfte door niesmiddelen, en van het laatfte door af\aagende infpuitingen geholpen worden. In alle ftuiptrekkingen, daar de lijdfter vol • bloedig is , deze enkel uitgezonderd, daar zij een gevolg van onmaatige ontlasting zijn , is het aderlaatcn aanteprijzen, niet alleenlijk om de lijfmoedervaten te verflappen, met daarenboven hunne aandoenlijkheid te verminderen; maar ook om de beledigende uitwerkingen,welke door de hevigheid der ftuiptrekkingen veroorzaakt kunnen worden, te voorkomen: de mid • de-
Z A K B O E K J E .
i
i
?
delen tegen de vallende ziekte, en Opium, zijn insgelijks voortcfchrijven; welker laatfte boven alle andere middelen te fchattcn is, zo het ongemak door eene prikkeling veroorzaakt is geworden (a). NA-
(«)
Omtrent het gebruik der Opiaaten , is
her
raadzaamer dezelve in Ideene hoeveelheid te geeven en bij gelegenheid te herhaalen, dan op éénmaal in eene ruime gifte toegediend; zo wel als dat z;j me.c eene te
milde hand toegenjkt , fomtijds dezelfde
kwaaien veroorzaaken.
is»
G E N E E S K U N D I G
N
Kort
A
W
E-
E
E
' %
na de v e j l o s ü n g w o r d e n de v r o u w e n
gemeenlijk
i n de
lenden,
fchaamdeelen en o n d e r l i j f b e v a n g e n ,
met
zwaare
pijn
d o o r de
fpanning der lijfmoederbanden v e r o o r z a a k t ,
en
die d o o r eene opftopping v a n den kraamvloed zeer verergerd w o r d e n . 3
Deze
pijnen
k u n n e n g e f t i l d , en teffens g e .
meenÜjk v o o r g e k o m e n w o r d e n , met ftraks nade v e r l o s f i n g , de k r a a m v r o u w olijacbtige m i d delen te g e e v e n ; als de zoete A m a n d e l o l i j en Sperma c e t i ; waarbij m e n , z o bet de zaak v e r , e i s c h t , eenige O p i a a t e n k a n voegen ( Ö ) .
ENG.
a) Hiertoe is een gewoon middel, een drachma • ' Sper-
Z A K B O E K J E .
E N G B O R S
T I G
iao
HEID.
De Engborftigheid wordt in twee foorten verdeeld; naamlijk, in eene vochtige of flijmige , en in eene drooge of zenuvvëngborftig. heid: de laatfte wordt door eene krampachtige aandoening der longen , en de eerfte door eene flijmftof, die derzelver holte bezet veroorzaakt. In de drooge Engborftigheid vindtmcn de meefte huip bij zeuuwmiddelen ; zo als Asfa 3
foe-
Sperma ceti en eene gelijke hoeveelheid Theriaca Andromachi, bij gelegenheid gegeeven, en met een weinig warmen wijn of eenigen aangenaamen hart. fterkenden drank ingenomen. I
I
3
0
G E N E E S K U N D I G
foetida , Castoreum , en zout of geest van hertshoorn, enz. fcnliticum, zijn
Ammoniacgom en Oxymel in beide foorten hooghjkst
dienftig. Blaartrekkende pleisters en Setonnen , lan„ aangehouden, hebben in dit gebrek veel voordeels bijgebragt ; en wanneer, in één der beide foorten van engborftigheid, de hoest den nachtrust belet, kan met groot voordeel, tegen den flaaptijd , het Elixir paregoncum gegeeven worden. Moutdranken moetmen vermeiden , en het lijf door klijsteeren of zachte buikontlastmid • delen openhouden.
ZIN-
Z A K B O E K J E .
iy
ZINKINGVLOE1JING.
Indien de zinkingvloeijing (Rheumatismus) met koortfe verzeld gaat , is de aderlaating noodzaakelijk , en zo 'er bloeds genoeg voor handen is , magmen ze twee of drie maaien herhaalen: een maatige leefregel is in dit geval eigen ; en hardlijvigheid moet, het zij door klijsteeren of zachte buikzuiverende middelen, voorgekomen worden. Blaartrekkende pleisters zijn dienftig in algemeene zinkingvloeijingen , en als de pijn tot een zeker deel bepaald i s , zijn zij de werk' zaamfte aller plaatsmiddelen ; doch in de fcherpe zinkingvloeijing, met zwellinge der gewrichten verzeld, heeftmen de-bloedzuigers voor alle andere middelen nuttigst bevonden; met vier of meer op het deel, daar de ontfteeking of het gezwel het grootst i s , te laaten zuigen, I & en
132
G E N E E S K U N D I G
en zulks zo 'er gelegenheid i s , dagelijks, of met eenen grooter tusfchentijd, te vernieuwen. Wanneer dï koorts door het aderlaaten verminderd i s , en zo bijzonderlijk de lijder door deze ontlediging verzwakt, heeftmen den geest van hertshoorn vaak met veel voordeels gegeeven , in de hoeveelheid van omtrent veertig druppen, drie maal 's daags. Zo in de fleepende zinkingvloeijing de lijder bloedrijk genoeg i s , magmen eene maatige aderlaating, éénmaal om de agt of tien dagen, te werk Hellen ; zowel als bloedzuigers zetten, wanneer de deelen ontftoken zijn: in deze foorten van zinkingvloeijing is de geest van hertshoorn bijzonder nuttig; en buikweekmaakende middelen van Guaiacgom zijn ten hoogften aanteprijzen {a). Wan-
(a) Ro Gum. Guaiac. 5Ö. Vitell. ovi q. f. Aq. pur. gij. Saccliar. 315. M. F. Ham-
Z A K B O E K J E .
i
3 3
Wanneer de ontlastingen, ter oorzaake deizwakheid niet langer vervolgd kunnen worden, voornaamlijk zo het water zich fcheidt, of dat de lijder over nachtzweet klaagt, moetmen zijn toevlucht tot den koortsbast neemen. Wanneer fcherpe pijnen den lijder de nacht_ rust beneemen, beftaat alle hulp in de Opiaaten; doch in andere gevalle» worden deze middelen best nagelaaten. Drupbaden zijn fomtijds dienftig in deze fleepende zinkingvloeijing. HEUP-
M. F. Haustus, Sumendus omni no&e hora fomni.
13
534
G E N E E S K U N D I G
HEUPJICHT.
Zo de gewoonlijke heupjicht nog nieuw is , wordt zij dikwerf gelukkig behandeld met dezelfde middelen , die in de zinkingvloeijnge voorgefchreeven z i j n , naar dat zij met of zonder koorts verfchijnt. Een werkend middel in deze kwaal, is een mengzel van Terpentynölij en honig, in evenredigheid van twee drachmaas van de eerfte met één once van den laatften. De gifte is een rheelepelvol 's morgens en 's avonds te bed genomen, en daarop een half pint van een warmen verdunnenden drank gedronken. Calomel, met eenen ligten zweetdrank, is ook dikwerf, met groot voordeel g e b r u i k t f » . Hard,
(Ö)
Cahmel. kvig. gr. X. Con--.
Z A K B O E K J E .
135
Hardnekkige heupjicht en andere jichtpijnen lijn meermaalen geneezen door zeep, voor ee-
ni-
Conferv. Rofar. q. f. F. Pilul. No. X . Qjtarum capiat unam, omni notie, fuperbtbendo haustum fequent. IU Aq. Alexeter. Simpl. I j ö . Spirituos 3 j ft Vin. Antiman, gt- xxx. Tinei. Thebaic. gt. xxv. Syr. Simpl. 53-
Zo de p i j n , in den tijd dat men deze hoeveelheid « b r u i k t , niet verminderd wordt, kanmen de gifte van den Calomel vermeerderen tot twee greinen in één' nacht, en weder één grein in den anderen, nacht, en dus beurtelings.
Z o , in het tegendeel, de pijn
verminderd wordt, mogen de pijhftilknde m Anomoniaale middelen trapswijze v e r k l a d , o f geheellijk nagelaaten worden.
^
136
G E N E E S K U N D I G
nige maanden, van een half tot een hexl once dagelijks genomen.
V E R L A M M I N
G.
In de verlamminge eeniger fpier, zijn haare beweegbaarheid en gevoel of verminderd of geheellijk uitgebluscht: dit gebrek wordt gemeenlijk in drie foorten, naar den graad zijner beftaanlijkheid , afgedeeld: zo alle de deelen be. neden het hoofd aangedaan zijn ; wordt deze ziekte eene Paraplegia , zo flechts déne zijde , eene Hemiplegia , en een bijzonder l i d , eene Paralylis' of verlamming van zulk een deel genoemd. In alle deze gevallen zijn de zenuwen van den ruggraat , of van het verlengde merg aangedaan ; doch in eene verlamming van de aangezichts fpieren heeft dit gebrek zijnen oorfprong in de hersfenen. Zo*
'
Z A K B O E K J E .
IS7
Zo de lijder bloedrijk i s , is het aderlaaten noodzaakelijk ; waarna men braakmiddelen en prikkelende klijsteeren zal voorfchrijven , en warme zenuwfterkende middelen laaten gebruiken. Uitwendig kanmen prikkelende wrij zingen, met geestrijke drupbadcn en blaartrekkende pleisters in 't werk ftellen, de twee laatften worden het voordeeligst op den ruggraat aangebragt. De elektriciteit heeftmen in deze gevallen dikwerf zeer nuttig bevonden. In eene verlamming der tong, zal men dikwerf behalven uitwendige middelen op de boven deelen van 't verlengde hersfenmerg geplaatst , een warm prikkelend vocht in den mond houden, en daarna uitfpouwen. De fpijzen moeten ligt verteerbaar, en maatig met fpecerijen toebereid zijn. De beeving kanmen als eene gedeelde verlamming aanmerken , en in gelijker voege behandelen; met echter alle ontlastingennatelaaten. In alle foorten van verlamming zijn de Bath" waters, onder eene eigene beltiering, voordeepg bevonden. I 5 WA-
i8 3
G E N E E S K U N D I G
W A T E R Z U C H T .
Öe waterzucht wordt in twee foorten verdeeld, de Anafarca en de Ascites; in welker eerfte het water in de vetvliescellen wordt opgehouden , en in de laatfte beflaat het de buikholte, daar het fomtijds in beurzen beflootenis. In deze ziekte loost de lijder eene geringe hoeveelheid waters , en is met dorst en bezwaarenis in 't ademhaalen gekweld. De voornaamfte middelen zijn buikzuiverend en pisdrijvend; geduurende welker gebruik wij ons moeten bevlijtigen den toon der vaste deelen , door een tusfchengebruik van maag- en verfterkende middelen, te herftellen (a).
JICHT
(*) De vorderlijkfte buikzuiverende middelen zijn de
Z A K B O E K J E .
J I C H T EN
*39
VOETEUVEL.
De jicht of voeteuvel wordt in twee foorten verdeeld, de geregelde en ongeregelde; de eerfte foort komt op bepaalde tijden wederom, en neemt trapswijze af; maar de laatfte is onzeker in haare aanvallen en ten uiterften verander • lijk in haare toevallen. In eenen geregelden jichtaanval, moetmen de beledigde deelen maatig warm, en de lijder zich
de Pulvis jalapii en Calomel; doch men moet deze ontlasting, wanneer de lijder een zwak geftel heeft, met alle omzichtigheid te werk ftellen: in zulk een geval is het raadzaainer pisdrijvende middelen toetedienen; onder welken het Oxymel fcilliticum één de? yoegzaamfte bevonden wordt. den ook met veel nut gebruikt.
De loogzouten war-
Mo
G E N E E S K U N D I G
zich ftil te bedde houden., tot dat de aauval vermindert; terwijl hij ten zelfden tijde eenen gemaatigden leefregel in acht neeme. Geene andere ziekte fchijnt zo min vatbaar voor't vermogen der geneesmiddelen re zijn,en teffens zo veele verdenkingen voor 't gebruik der uiterlijke plaatsmiddelen te baaren: zo echter de lijder bloedrijk is , en de koortstoevallen hoog loopen, heeft de onderviuding geleerd, dat het aderlaaten van veel nut kan zijn; zo kunnen ook, ingevalle van eenen hevigen aanval, pijnftillende middelen in 't werk gefteld worden. In de ongeregelde vliegende jicht, moet het lichchaam door het gebruik van Tinótura Rhei bf Tinctura facra open gehouden , en eenen doorwaasfcmenden leefregel in acht genomen worden. Zo de jicht het hoofd bezet, moet den lijder ten minften, zo hem geene ader gelaaten wordt, koppen tusfehen de fchouderbladen gezet worden ; met ten zelfden tijde blaartrekkende pleifters op armen, beenen en enkels te plaatfen, en hem eene ruime gifte van de Tinctura facra te laaten gebruiken. Zo
Z A K B O E K J E . Zo de jichtftof de longen beledigt, moet zij als eene ontfteeking van dat deel behandeld worden ; met echter het aderlaaten met meer omzichtigheids te werk te ftellen, en niet verzuimende de jichtftof, door middel van blaartrekkende pleisters aan de enkelen , of door zuurdeesfem en mostaard, naar de voeten te lokken. Wanneer de jicht de maag bezet, moetmen onmiddelijk zijn toevlucht tot verwarmende middelen neemen ; zo als, Rad. ferpent. vir. gin. Sal corn. cervi. enz. met ten zelfden tijde de maag met warmen wijn, door fpecerijen aangezet, te ftooven. De beste voorbehoedmiddelen zijn wijders gemaatigdheid , tamelijke lichchaamsöefening en het gebruik der Bathwateren.
PIS-
i42
G E N E E S K U N D I G
P I S V L O E D .
Deze ziekte beftaat in eene te groote pisöntlasting, die fomwijlen van een zoeten fmaak en reuk bevonden wordt : zij is met eenen grooten dorst , een zwakken en fnellen pols , en een lijfsvermagering verzeld. De middelen, in dit gebrek dienftig, zijn van eenen zamentrekkenden aart; onder welke clasfe men den Perufchen bast hooglijkst aanbe. veelt ( « ) ; en Aluindrank, zo fterk als het de maag zal verdraagen kunnen. De
(a) Zeer
goede uitwerking heeftmen waargeno-
men van het bijvoegen van vijftien of twintig druppen Tinftura Cantharid. tot eene gifte afkookzel van den koortsbast , met inzicht
om den verzwakten
«toon der nierklieren te verfterken.
Z A K B O E K J E . De leefregel moet van eenen verfterkenden en balfemachtigen aart zijn, betraande in voedzels als bij voorbeeld zijn Geley, Sago, enz. De beste drank is Bristolwater, aftrekzeis van roozen, ofafkookzels van kaneel.
B L O E D P I S .
Dit gebrek kan, of door eene te groote volbloedigheid , óf door graveel , of door eenen fteen in de piswegen opgehouden, veroorzaakt worden ; in welke beide laatfte gevailen, het gemeenlijk met pijne gepaard gaat. Zo de lijder bloedrijk is moetmen hem eene ader op den arm laaten ; en daarna eenige lepelsvol van een verkoelenden melkdrank, met Arabifchen gom laaten gebruiken. 5
PIS-
i 4 4
G E N E E S K U N D I G
P I S ' A F L O O P .
De middelen die gemeenlijk in dit gebrek voorgelchreeven worden zijn zamentrekkende; doch men heeft onlangs ontdekt, dat het aan. leggen van een blaartrekkend pleister op het heiligbeen , van betere uitwerkinge is ; want hierdoor heeftmen dit gebrek binnen vier-entwintig uuren weggenomen (a). SCHEUR-
(o'j'Zie hiervan eenige gevallen, door Dr. Dickfon i in the medical obfervations and Inquiries aangehaald.
Z A K B O E K J E .
74$
S C H E U R B U I K .
De fcheurbuik is met loomheid, eene bezwaarde ademhaalinge, en een afkeer voor allen arbeid verzeld : het lichchaamsgeflel is in het algemeen van eene geelachtige kleur , de adem is Hinkend, en het tandvleesch, dat week en vochtig is , bloedt op de geringde aanraaking: ook bloedt de-lijder dikwerf uit de nsuze en heeft aan verfchillende deelen deslichchaams loodkleurige vlekken. De middelen voor dit gebrek zijn alle zodanigen , die het bloedbederf weeren , en de fterkte der vaste deelen herftellen : zo als het fap der genoemde fcheurbuikkruiden , een aftrekzei van mout, de koortsbast, het vitriool elixir, enz. Geduurende de geneezing moet de lijder bij K ge-
j 6 4
G E N E E S K U N D I G
gelegenheid een weinig Cremor tartati, of een ander zacht buikzuiverend middel neemen , en gebruiken een maatigen leefregel, die hoofd•zaaklijk uit plantvoedzelen van eenen zuiveren aart moet beftaan. Deze ziekte, weiëer den zeevaarenden op lange reizen zo noodlottig, wordt thans bevonden ten eenenmaale voorgekomen te kunnen worden door eene gezonde leefwijze, een aanhoudend gebruik van vruchten, en eene bijzondere oplettendheid tot het reinigen der fchepen.
KLIE-RZ W E L L I N G E N .
De koortsbast heeftmen in de«e kwaal van éèn groot voordeel bevonden. Wanneer het lichchaamsgeftel verflapt , en de bloedömloop verzwakt i s , 't zij door heblijkheid of toeval, :is de koortsbast het beste middel, en werkt
als
Z A K B O E K J E .
*4?
als een ontbindende en terugdrijvende medi. cijn: het zal echter, in alle gevallen niet flaagen; doch 'er zijn weinigen, in welken met veel nadeels een proef'er mede gemaakt kan worden: men heeft niet bevonden dat het veel helpt, zo de beenderen aangedaan z i j n , of daar de klierzwelling derwijze geplaatst is, dat zij veel pijn verwekt, als in de gewrichten , of onder de vliezige bekleedzels der fpieren. De koortsbast vermeerdert eer de koorts die deze omflanden verzeilen, dan ze te verminderen; en fchoon hij de kwaal niet weezendlijk verzwaart, fchijnt hij ten minflen den voordgang der ziek te te verhaasten.
K
2
Sï.
143
G E N E E S K U N D I G
ST.
V I T U
S
D A N S .
Met deze kwaal worden voornaamlijk kinderen , en in het bijzonder de meisjes gekweld; zybeftaatin eene ftuiptrekkende beweeginge der ledemaaten: het hoofd fchudt, de tong hangt ten monde uit , en noch armen noch beenen kunnen eenige vrijwillige beweeging met ftandvastigheid verrichten. Zo de lijder bloedrijk i s , wordt 'er eene aderlaating vereischt: men kan een braakmiddel toedienen en daarna een gifte Rhabarber , of eenig ander buikzuiverend middel : welker laatfte allen anderen of derden dag, voor drie of vier maaien herhaald moet worden. Somtijds wordt dit gebrek door het knaagen der wormen veroorzaakt; in welk geval wormdrijvende middelen moeten voorgefchreeven worden. De
Z A K B O E K J E . De ontlastingen voorafgegaan zijnde , moet de geneezing volbragt worden door verfterkende middelen; als den koortsbast, flaalmiddclen en koude baden.
W O R M E N .
Wormen kwellen hoofdzaaklijk de kinderen, en worden in drie foorten onderfcheiden ; te weeten , in ronde , aarsmaaijen , en lintwormen. Overeenkomftig den graad der prikkelinge die zij verwekken , het deel der voedzelbuis dat zij beflaan, en andere omftanden , veroor zaakcn zij verfcheidene toevallen; als walgen , braaken , loslijvigheid , hardlijvigheid , eene jcuking der neus of des endeldarms, onmagten, een tusfcbenpoozenden weeken pols, knerfing der tanden, enz. K 3
De
Ij»
G E N E E S K U N D I G
De middelen zijn worrndrijvende, met eene gifte Rhabarber en weinige greinen Calomel , bij gelegenheid herhaald. Uitwendig worden fmeeringen en pleisters^ fomtijds met groote vrucht, gebezigd.
A A N B E IJ E N .
De Aanbcijen beftaan in eene uïtfpanninge van het onderdeel des endeldarms, en worden in twee foorten, te weeten in de in- en uitwendigen onderfcheiden. Wanneer de aanbeijen een gevolg eener langwijlige hoofdfmerte,of van eenig ander ongemak i s , zijnze fomtijds gezond , en behoorden in flede van geflopt, eer bevorderd te worden, door Aloëmiddelen , of bloedzuigers aan de beledigde deelen geplaatst. Zo deze kwaal hevig i s , kanmen eene aderl a t i n g en eenen koelen leefregel voorfchrijven; doch
Z A K B O E K J E .
I?Ï
doch in gewoonlijke gevallen , kunncnze door zachte buiköntlastende middelen geheven worden (a). In geval van groote pijn kanmen Opiaaten geeven , en eene pijnftillende ftooving en z a l . ving aan het beledigde deel. BLOED-
(a) Ro Eleft, lenitiv. | j . Flor. Sulphur. §15. Cretnor tartar. 3 i j . M. F. Ele&arium Cujus capiat ager quantitatem nwis mosckit. Semel vel bis in die.
K
4
igt
G E N E E S
K U N D
1G
B L O E D V L O E I J I N G .
Het bloedvloeijen ontftaat gemeenlijk of door eene volheid, of door eene fcherpte des bloeds, en komt gewoonlijk uit de neus of uit de longen. Zo in beide gevallen de lijder bloedrijk is , zalmen eene ader op den arm laaten , en hem het Nitrum toedienen : 'er wordt mede een verkoelende leefregel vereischt; nevens het lijf door eenige zachte buiköntlastmiddelen open te houden: wanneer de volheid der vaten verminderd i s , kanmen den koortsbast met veel voordeels geeven. In het neusbloeden kan de lijder bloedftelpende plaatsmiddelen gebruiken, zo als de Roozentinctuur, wijnazijn, enz.
JEUK.
Z A K B O E K J E .
J53
J E U K .
Het eigen foortmiddel voor deze ziekte is de zwavel, die beide heilzaamer en werkzaamer dan de kwik i s : bij kan uitwendig in de gedaante van een fmeerzel aangebragt worden , met welk een gedeelte des lichchaams , of in kwaade gevallen, in het geheel, voor alle nachten befmeerd mag worden (a~). Overmits de zwaveldampen , te ruim gebruikt, het bloed kunnen verhitten, ten tijde datmen de doorwaasfeming door het fmeeren ftremt, is het raadzaam datmen den lijder geduurende dat tijdverloop eenen verkoelenden leefregel laat houden, en zig voor de koude doet behoeden. Zo hij bloedrijk of koortsachtig i s , moet men (a). Ro Sulphur. viv. prap. § j . Pulv. Rad. fJelkbor, alb. 5jj. Axung. Porcin. |ijfi. M. K 5
Ï54
GENEESKUNDIG ZAKBOEKJE
men hem eene ader laaten en eenig buikzuiverend middel laaten gebruiken; anders zijn deze ontlastingen onnoodig.
V E N U S S M E T .
De venusfmet kanmen verdeelen in een befmettelijken druiper en de volkomene fpaaniche pokken: de eerfte is enkel een kwaal van ontfteekinge , en moet door ontftee. kinsweerende middelen behandeld worden: infpuitingen heeftmen bevonden zo wel het heilzaamfte als het fpoedigfte geneesmiddel te zijn. De volkomene fpaanfchc pokken moeten door den kwik uitgeroeid worden ; waarvan het voordeeligfte gebruik thans onderfteld wordt de infmeering te zijn. Klapöoren kunnen best door kwikfmeeringen verdreeven worden; terwijl de lijder geduuren. de deszelfs gebruik, liet lijf, door zachte buikzuiveringen moet openhouden, GE-
I5J G E N E E S K U N D I G E
V O O R S C H R I F T E
N
van zamcngeftelde middelen die in het verloop van dit Werk onder ééne benaaming voor. komen. PULVIS
CONTRAYERV^E
C0NP0SIT.
Ro Pulv. chel. cancr. compofit. t ï r j Ö . Rad. M
Contrayerv F.
§ v.
Pulvis.
T I N C T U R A
T H E S A Ï C A ,
Ra Opii ptir. 3 ij. Croc. Caryophyll. Vini M
a. 3 j .
Pint. j . rjf Macer. per hebdomad.
frigide,
dein cola. AQUA A L E X E T E R I A SPIRlTUOSA CÜM A C E T O ,
Ro HB.
MentK. Arigelic.
a fg f5.
Summit. Abfinth.
§iv.
.S/>. w » / reSttificat. galhn Aqu.e pur. q.
j,
f. Ace-
156
G E N E E S K U N D I G E
Aceti. Pint. j . M. & deftilla ad gallon j . ZOUTDRANIl, MIDDEL
OF
BRAAKSTILLEND
V A N RIVERIUS.
Ra Succ. Limon. § j . Sal. Abfinth. q.f. *d pknam faturationetn. M. ELIXIR
PAREGORICUM.
Ra Flor. Benzoin Opii pur.*a,5 j. Camphor. 9 ij. 01. Sem. Anift. 3 f5. Sp. Vini reStificat. Pint. ij. M. COAGULUM
ALUN1NOSUM.
Ra Album. ow'. q. v. Alumin. q. fi. M. F. Coagulum. AQUA
CINNAMOMI
,
SPIRlTUOSA.
Ra CinnamomSj>. Vini Gallon, j . Aq.
V O O R S C H R I F T E N .
157
Aq. pur q. /. M. &
deflillla ad gallon j .
D E C O C T U M
A L B U M .
Ro Corn. cerv. calcinat. g i j . Gumm. Arabic, g i j , Aq. pur. Pint. iij. . M. Coq. ad. Pint. i j , dein cola. S P I R I T U S
M I N D E R E R I .
Sal. Alcul. fal. Ammoniac. q. v. cui adde paulatim Acet. deflillat. q. J. ad plenam faturationem. L A C
A M M O N I A C
1.
Ro Gumm. Ammoniac. J i j . Aq. Pulegii Pint. j , M. & Tere invicem in mortaria, D E C O C T U M C O M M U N E PRO C L Y S T E R E .
R» Fol. Malva. Flor. Chamomill. Sem. Foenicul. dulc. a. §13. Aq. pur Pint. j . M. coq. C5 cola. 3
Ex-
i 8 5
GENEESK. VOO E SCHUIF T E N . EXT RAC T O M C A T ï l A R T l C U M .
Ro Aloës Socotor. Colocynth. gvi. Scammon. Cardamom. min. a^fi. Sp. Vini. Pint. j . M. CS macera per quatuor dies caiidè, dein cola £ f exficca ad confistentiam majpz piluiarum. 3
PHILONHIM
LONDINENSE.
Piper alb. Gingiber. Sem. carui. a, Opii. pur. 3vj. Syr. Papaver, alb. §viij. M. T I N C T U R A
S A C R A .
3^0 /Mes Socotor §vüj. Cort. Winteran. ïjij. Vmi Pint. X . M. F. TinEl. V I N U M
A N T I M O W I - A l L i : .
ytfi Croc Antiman, tot. § j . Vini Pint. j £5.
il/. .F. 7?»& E I N D E . ELAD,
B L A D W I J Z E R . , . . •,
.
A.
.
Aanbeijeu
' *
> M H
Blz. 150
B. Blocdpis
.
.
Bloedfpouvven
.
Bloedvloeijing
.
. .
.
..
. 1 4 3 63
.
Borstöntfteeking Bort
.
.
.
.
152
.
.
.
56
.
.
Buikloop
82 83
D. Darmöntfteeking
.
Dans van St. Vitns Droppelpis
.
.
.
.
»
.
.
.
78
.
148
.
.
98
E. Engborftigheid
.
.
•
i=P
G. Galblaasfteen Geelzucht
.
•
Geraaktheid
•
•
•
' .
.
Gillende verltikking .
pi * 91
.
Geflooten kaak Graveel.
•
.
. .
-
.
. «
?
i°6
.
.
l o
55 •
97
•H. Hersfenóntfteeking Heupjicht.
.
. .
* • •
»
34 '34 Hoest
ióo
B L
A
Hoest
D
W
.
IJ
.
Hoofdpijn
.
Z
. .
65
.
.
98
.
.
R.
,
.
Scheelc Iloofdzuizeling
E
.
.
100
.
102
•
153
.
J39
JJeuk
.
.
Jicht
.
,.
. . K.
Keelöntfteeking
.
.
.
Kwaardaartige Kinderpokken Kinkhoest
.
.
.
.
.
.
. .
.
Purper- o f KraamScharlaken .
-
Teering-
.
Tusfchenpoozende
—«
Zenuw-
~——
Zinking-
Koude Pis
.
.
.
.
.
.
.
. •
23 n
.
.
.
19 17
.
.
overmaatige
6
21
. .
Kraamvloed, opgeftopte _
•
. .
4 .
. .
.
.
• .
.
71
.
•
— ,
61
.
69
.
Gevangenis- o f Gasthuis
Melk-
. .
Koorts, Gal- Verpoozeude —
39 . 2 6
.
.
37 .
.
.
Klierzwellingen Kolijk
.
.
.. .
14 .
18 98
• •
1 2 2
4 KrqnI 2
B L A D W I J Z E R . Ktonkel ,
.
.
.
.
*ft 7
8
L. Leverüntfteeking jLongöntfteeking
» » . • °7 . •"' • • • « M. . Maagöntfteeking • * • ^ Maandftonden opftopping , . • . • overmaatse vjoeijing . 9 Mazelen . . • * Middenfchotsöntfteeking . . Moederkwaal . • « f N. Naweeën . • • . " ' O, Onderbuikzijde ziekte • • . Oogöntfteeking . . . • 3S P.' Pisafloop 44 Pisvloed . . . . . I4 R. Roodeloop . • • • ' ^ Roos S. Scbeele hoofdpijn . . » ,100 Scheurbuik. . .. H5 Steen . .* . • . • W L Stuip7
1 I & n
2
6 7
1 1 1
1 1 1
J
2
3 3
162
r,
L
A
D
W
2
IJ
S t u i p t r e k k i n g der k r a a m v r o u w e n .
n.
E
...
,
T. Trommelzucht,.
#
.
.
Vallende ziekte
.
Venusfmet Verlamming
.
Waterhooftl,
.
.
.
,
.
.
.
.
u8
r
rè&lbgjlij
*
.
103
.
.
138
.
* .
* .
.
121
. '
«
Z.
.
I»N
149
*'
. »"
•E
136 .
.
.
.
a 154
. 1 3 9
. "
n
. '
*
Zinkingvloeijing
. ,
\
i
inwendig
Wormen
Zijdewee
. W
.
.
.
,
* .
. .
,
,
Waterzucht Witte vlöed
. .
'.
95
. ,,
,
.
Vrijfterziakte
,
. /
.
,
Voeteuvel,
$
,
.v.,
.
. .
D
. •
E.
56 .
131.