GEMEENTEBESTUUR WACHTEBEKE Provincie Oost-Vlaanderen
Dorp 61 9185 Wachtebeke Tel 09/345.01.35
UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN DE GEMEENTE WACHTEBEKE Openbare zitting van 26 juni 2014 Tegenwoordig: M.M.
Heirwegh, Voorzitter; Van Cronenburg - burgemeester; Penneman, Van Vlaender, Wuytack, Meers schepenen; De Loose, Van Hoecke, Fermont, Remorie, Van de Velde, Gerard, Van Himme, Coone, Alexander, De Block, Droesbeke - raadsleden; Tack - Secretaris.
Verontschuldigd:
De Smet, schepen - De Fleurquin en Parthoens, raadsleden.
A. AGENDAPUNTEN VAN HET SCHEPENCOLLEGE 1. Verkoop onroerend goed (woning gelegen te Wachtebeke, Schoolstraat 7 – goedkeuring onderhandse akte) De Gemeenteraad, Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 31 oktober 2013 betreffende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Wachtebeke en FED-net inzake facultatieve organisatie en coördinatie van de verkoop van gemeente-eigendommen; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 28 november 2013 betreffende de goedkeuring van de verkoop van het onroerend goed (woning in de Schoolstraat 7 te 9185 Wachtebeke); Overwegende dat na afloop van de procedure door FED-net vzw, Paul Veldekensstraat 3E bus 3 te 1602 Vlezenbeek een onderhandse akte voor de verkoop van de woning, gelegen in de Schoolstraat 7 te 9185 Wachtebeke-Overslag kadastraal gekend 2de afdeling, sectie B deel van nr. 524n2 tussen het gemeentebestuur van Wachtebeke en de kopers, Bram Bossuyt en Kaat Laureys, Gentstraat 108 te 8760 Meulebeke dient te worden onderschreven; Overwegende dat deze onderhandse akte binnen het jaar dient te worden gelicht; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Overwegende dat de NV-A zich zal onthouden bij de stemming omdat zij niet akkoord gaan met de behandeling van dit dossier in de praktijk;
1
Overwegende dat de CD&V zich zal onthouden bij de stemming omdat zij vinden dat het niet strookt met de werkelijkheid dat het schepencollege dringend geld nodig heeft en toch leningen aangaat; Na beraadslaging; BESLUIT : met 9 ja-stemmen: Van Cronenburg, Penneman, Van Vlaender, Wuytack, De Loose, Remorie, Gerard, Van Himme, Heirwegh; met 7 onthoudingen: Van Hoecke, Fermont, Van de Velde, Coone, Alexander, De Block, Droesbeke Artikel 1
Zich principieel akkoord te verklaren met de onderhandse akte aangegaan tussen het gemeentebestuur van Wachtebeke en Bram Bossuyt en Kaat Laureys, Gentstraat 108 te 8760 Meulebeke voor de verkoop van de woning, gelegen in de Schoolstraat 7 te 9185 Wachtebeke-Overslag kadastraal gekend 2de afdeling, sectie B deel van nr. 524n2
ART. 2
De burgemeester en de gemeentesecretaris worden gemachtigd om de onderhandse akte te ondertekenen.
ART. 3
Alle kosten zijn ten laste van de kopers Bram Bossuyt en Kaat Laureys, Gentstraat 108 te 8760 Meulebeke .
ART. 4
Notaris Luc Rogiers, Dorp 38 te 9185 Wachtebeke wordt aangesteld om de notariële akte op te stellen en te verlijden.
ART. 5
De notariële akte zal namens de gemeente Wachtebeke worden ondertekend door de burgemeester en de gemeentesecretaris.
ART. 6
Deze beslissing wordt ter kennis gebracht aan de kopers Bram Bossuyt en Kaat Laureys, Gentstraat 108 te 8760 Meulebeke , de financieel beheerder, Notaris Roegiers, Dorp 38 te 9185 Wachtebeke.
2. Bestek, wijze van gunnen en raming belijning van de wegen binnen de gemeente Wachtebeke – goedkeuring De Gemeenteraad, Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen; Gelet op het Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren; Gelet op het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; Overwegende dat het belijnen van de wegen binnen de gemeente Wachtebeke zal worden uitbesteed;
2
Overwegende dat hiervoor een bijzonder bestek dient te worden opgesteld; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging, BESLUIT : met unanimiteit (16 ja-stemmen) Artikel 1
Het bijzonder bestek betreffende het belijnen van de wegen binnen de gemeente Wachtebeke, zoals gevoegd in bijlage, wordt goedgekeurd.
ART. 2
De opdracht wordt gegund aan de hand van een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
ART. 3
De opdracht wordt geraamd op een bedrag van 10.000,00 euro.
ART. 4
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing.
ART. 5
Afschrift van dit besluit aan de financieel beheerder en de technisch uitvoerende dienst.
3. Reglement op de Begraafplaatsen en lijkbezorging De Gemeenteraad, Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid de artikelen 117, 119, 119 bis, 133 en 135§2; Gelet op de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1973, 10 januari 1980, 28 december 1989, 20 september 1998 en 8 februari 2001; Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, gewijzigd bij decreet van 10 november 2005 en bij decreet van 18 april 2008: Gelet op het besluit van 14 mei 2004 van de Vlaamse regering tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 26 november 2009 betreffende de goedkeuring van het reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging, gewijzigd door het besluit van de gemeenteraad van 25 januari 2012; Overwegende dat de gemeentelijke overheid krachtens artikel 135§2 van de nieuwe gemeentewet, moet instaan voor de goede openbare orde en ondermeer de openbare reinheid, gezondheid, veiligheid en rust moet waarborgen;
3
Overwegende dat de gemeentelijke begraafplaatsen onderworpen zijn aan het gezag, de politie en het toezicht van de gemeentelijke overheden die ervoor moeten zorgen dat er geen wanorde heerst, dat er geen handelingen verricht worden die strijdig zijn met de aan de overledenen verschuldigde eerbied en dat er geen ontgravingen gebeuren zonder dat daartoe verlof werd verleend. Overwegende dat het wenselijk is om de overtredingen op het hierna vermeld politiereglement op de begraafplaatsen te sanctioneren met administratieve sancties, overeenkomstig de Wet van 13 mei 1999 en latere wijzigingen inzake de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties. Overwegende dat het wenselijk om een gecoördineerde versie op te maken, ingevolge de wijzigingen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging, BESLUIT : met unanimiteit (16 ja-stemmen) Artikel 1
Het reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging, zoals hierna bepaald, wordt goedgekeurd.
Reglement op de Begraafplaatsen en lijkbezorging. 1. Definities Art. 1. In dit reglement worden volgende begrippen gebruikt: - As: overblijfsel van een gecremeerd stoffelijk overschot. - Begraafplaats: een terrein waar overledenen begraven worden. - Columbariumnis: betonnen element dat dient als bewaarplaats voor één of twee asurnen en dat door middel van een plaat wordt afgesloten. - Concessie: een administratief contract of grondvergunning waarbij de concessieverlenende overheid een gebruiker toelaat een perceel van het openbaar domein exclusief en tijdelijk te gebruiken, maar op precaire en herroepbare wijze. - Decreet: decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en lijkbezorging. - Graf: laatste rustplaats voor een lijk of asresten. - Graftekens: gewone grafstenen, monumenten, confessionele en niet confessionele symbolen. - Mortuarium: vertrek in een ziekenhuis waar lijken in een aangepaste koelinstallatie bewaard worden. - Stoffelijk overschot: dood lichaam of asresten van een mens waarvan het overlijden is vastgesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand. - Strooiweide: een afgescheiden grasperk van de begraafplaats, waarop as van een gecremeerde wordt uitgestrooid en dat enkel en alleen voor dit doel mag gebruikt worden. - Ter aarde bestellen: het begraven van lijken of as in volle grond. - Urne: vaas in aardwerk of kunststof ter bewaring van de as van een gecremeerd stoffelijk overschot. 2. Toepassingsgebied Art. 2. De gemeente Wachtebeke beschikt over 2 begraafplaatsen, met name:
4
-
Molenhoek Overslag.
Art. 3 De begraafplaats Molenhoek beschikt over een urnenveld, een strooiweide, een columbarium en een kinderperk. De begraafplaats Molenhoek beschikt over een dodenhuisje. De begraafplaats Overslag beschikt niet over koopgronden en ook niet over kelders. 3. Pleegvormen die de begravingen/crematies voorafgaan 3.1 Vaststelling overlijden Art. 4 Elk overlijden in de gemeente wordt binnen de 2 werkdagen aangegeven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dit geldt eveneens in geval van ontdekking van een menselijk lijk op het grondgebied van de gemeente. De in artikel 11 bedoelde zon- en feestdagen en zaterdagen waarop de administratieve diensten gesloten zijn, worden niet meegeteld voor het berekenen van deze termijn. Art. 5 Diegenen die voor de begraving instaan, regelen met het gemeentebestuur de formaliteiten betreffende de begrafenis. Bij ontstentenis daaraan, wordt door het gemeentebestuur het nodige gedaan op kosten van het nalatenschap. Art. 6 §1 Het stoffelijk overschot van een behoeftige, ingeschreven in het bevolkingsregister, het vreemdelingenregister of het stoffelijk overschot van onbekende personen gevonden op het grondgebied van de gemeente wordt door de zorgen van het gemeentebestuur op behoorlijke wijze gekist, vervoerd en begraven of gecremeerd. §2. Bij de bepaling van de wijze van lijkbezorging zal rekening worden gehouden met de schriftelijke wilsuiting van de overledene. Met schriftelijke wilsuiting van de overledene wordt bedoeld hetzij de kennisgeving van de laatste wilsbeschikking over de wijze van lijkbezorging, gericht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, hetzij een testament, hetzij een gezamenlijk verzoek van de nabestaanden voor uitstrooiing, begraving of bewaring van de as op een andere plaats dan de begraafplaats. Met het gezamenlijke schriftelijke verzoek van de betrokken nabestaanden als er geen geschreven wilsuiting van de overledene bestaat, wordt bedoeld een door alle betrokken nabestaanden ondertekende verklaring met vermelding van de naam, voornamen en adres van de nabestaande die de zorg voor de as zal dragen én van de exacte plaats waar de as van de overledene zal worden uitgestrooid, begraven of bewaard. §3. Bij de naleving van de wilsuiting van de overledene moet een evenwicht worden gevonden tussen de naleving van die keuze en een gezond beheer van de gemeentefinanciën. De gemeente heeft het recht om de laatste wilsbeschikking af te wijzen wanneer deze wilsbeschikking aanzienlijke kosten meebrengt voor de omhulling van het lijk, de kisting, het vervoer en/of het graf. 3.2. Toestemming tot crematie Art. 7 Voor crematie is een toestemming vereist die wordt verleend door :
5
1° de ambtenaar van de burgerlijke stand waar het overlijden werd vastgesteld, indien dat overlijden in een gemeente van het Vlaams Gewest heeft plaatsgehad; OF 2° de procureur des Konings van het arrondissement van de plaats waar zich ofwel het crematorium ofwel de hoofdverblijfplaats van de overledene bevindt, indien het overlijden heeft plaatsgehad buiten een gemeente van het Vlaams Gewest. Art. 8 De toestemming mag niet verleend worden vóór het verstrijken van een termijn van 24 uren, ingaande met de ontvangst van de aanvraag om toestemming. Art. 9 §1. Bij de aanvraag om toestemming moet een attest worden gevoegd waarin de behandelende geneesheer of de geneesheer die het overlijden heeft vastgesteld, vermeldt of het overlijden te wijten is aan een natuurlijke of gewelddadige of verdachte of niet vast te stellen oorzaak. Geldt de aanvraag het lijk van een in België overleden persoon, en heeft de in het bovenstaand lid bedoelde geneesheer bevestigd dat het een natuurlijk overlijden betreft, dan moet bovendien het verslag worden bijgevoegd van een beëdigd geneesheer die door de ambtenaar van de burgerlijke stand uit de eigen gemeente of een andere gemeente van het Vlaamse Gewest is aangesteld om de doodsoorzaken na te gaan. In dat verslag wordt vermeld of het overlijden te wijten is aan een natuurlijke of gewelddadige of verdachte of niet vast te stellen oorzaak. Het ereloon en alle daaraan verbonden kosten van de door de ambtenaar van de burgerlijke stand aangestelde geneesheer vallen ten laste van het gemeentebestuur van de woonplaats van de overledene. §2. De ambtenaar van de burgerlijke stand moet het dossier aan de procureur des Konings van het arrondissement zenden wanneer omstandigheden het vermoeden van een gewelddadige of verdachte of niet vast te stellen oorzaak van overlijden wettigen of wanneer de geneesheer in een van de onder §1 voorgeschreven documenten, niet heeft kunnen bevestigen dat er geen tekens of aanwijzingen van een gewelddadige of verdachte of niet vast te stellen oorzaak van overlijden zijn. In dat geval kan de toestemming tot crematie eerst worden verleend nadat de procureur des Konings aan de ambtenaar van de burgerlijke stand heeft laten weten dat hij er zich niet tegen verzet. 3.3. Verlof tot begraven Art. 10. Ten vroegste 24 uur doch uiterlijk binnen de vijf werkdagen volgend de dag van het overlijden en na afgifte van het “verlof tot vervoer van het lijk en van as”, vindt de begraving van niet-gecremeerde stoffelijke overschotten of de crematie met daarop volgend de begraving, de bijzetting of de verstrooiing van as, plaats. De in artikel 11 bedoelde zon- en feestdagen en zaterdagen waarop de administratieve diensten gesloten zijn, worden niet meegeteld voor het berekenen van deze termijn. Deze termijn kan mits bijzondere redenen bij beslissing van de Burgemeester verlengd worden. Indien echter het overlijden te wijten is aan een besmettelijke ziekte of een ziekte die de natuurlijke en normale ontbinding van het lichaam versnelt of een andere oorzaak die de openbare gezondheid in gevaar zou kunnen brengen kan de Burgemeester bevelen onmiddellijk te begraven. Art. 11.
6
Er kan begraven, bijgezet of uitgestrooid worden op weekdagen van 8 tot 16 uur, op zaterdagen van 8 tot 15 uur, niet op zondagen, wettelijke feestdagen, 2 januari, 11 juli, 2 november en 26 december. De Burgemeester of zijn gemachtigde kan, mits gemotiveerd verzoek, afwijkingen toestaan. Enkel het aangestelde gemeentepersoneel is bevoegd tot begraven, bijzetten en uitstrooien. Het gemeentebestuur beslist in elk geval over dag en uur van de begrafenis. 3.4 Kisting Art. 12. Behalve wanneer de openbare gezondheid het anders vereist, mag slechts tot vormneming, balseming of kisting worden overgegaan nadat het overlijden is vastgesteld door de ambtenaar van de Burgerlijke Stand en hij een verlof tot begraven of cremeren heeft afgeleverd. Art. 13. Onmiddellijk nadat het verlof tot begraving is uitgereikt, moet het lijk in een doodskist of ander lijkomhulsel geplaatst worden. De Burgemeester of zijn gemachtigde mag de kisting bijwonen om de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen na te gaan. Indien de overledene een implantaat draagt dat werkt op een batterij moet deze batterij verwijderd worden vóór de definitieve kisting, zowel in geval van begraving als van crematie. Een balseming of enige andere conserverende behandeling, voorafgaand aan de kisting, kan in de door de Vlaamse regering bepaalde gevallen toegelaten worden. Art. 14. De kisting van het naar het buitenland (met uitzondering van Luxemburg en Nederland) te vervoeren stoffelijk overschot heeft plaats in aanwezigheid van de Burgemeester of zijn gemachtigde, die de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen nagaat. Art. 15. Voor de begraving in volle grond - is het gebruik van lijkkisten, foedralen (koker), lijkwaden, producten en procedés die de natuurlijke of normale ontbinding van de stoffelijke overschotten verhinderen, verboden; - is de verwijdering van een implantaat dat werkt op een batterij verplicht. Een attest van de geneesheer die het overlijden vaststelt moet voorgelegd worden. De verwijdering van het implantaat mag in geen enkel geval door het gemeentepersoneel gebeuren. Art 16. Behalve om te voldoen aan een gerechtelijke beslissing, mag de kist na de kisting niet meer geopend worden. 4. Lijkenvervoer Art. 17. Het lijkenvervoer wordt waargenomen door private ondernemingen en onder toezicht van het gemeentebestuur die ervoor zorgt dat ze ordelijk, welvoeglijk en met de aan de doden verschuldigde eerbied verloopt. Het vervoer dient steeds in de kortst mogelijke afstand te gebeuren. a) Vervoer van niet-gecremeerde stoffelijke overschotten Art. 18 §1. Het vervoer van een niet-gecremeerd stoffelijk overschot binnen het Vlaamse Gewest kan plaatsvinden vanaf het moment dat de behandelend geneesheer of de geneesheer die het overlijden
7
heeft vastgesteld, een attest heeft opgesteld waarin hij verklaart dat het om een natuurlijke doodsoorzaak gaat en dat er geen gevaar voor de volksgezondheid is. §2. Niet-gecremeerde stoffelijke overschotten moeten individueel met een lijkwagen of op een passende wijze worden vervoerd. Hiervan kan worden afgeweken in geval van rampsituaties. Art. 19. Zijn verboden, behoudens machtiging van de burgemeester of zijn gemachtigde: a) het vervoer, buiten het grondgebied van de gemeente, van stoffelijke overschotten die er overleden of dood aangetroffen werden; b) het vervoer, naar een plaats op het grondgebied van de gemeente, van stoffelijke overschotten die er niet zijn overleden of dood aangetroffen werden In het in a) vermelde geval, wordt de machtiging slechts verleend op voorlegging van een document waaruit het akkoord blijkt van de burgemeester van de plaats van bestemming. Art.20. Voor het vervoer naar een rouwcentrum buiten de gemeente, in afwachting van een begrafenis binnen de gemeente, kan door de burgemeester aan een private onderneming een permanente toelating worden verleend. Voor het vervoer naar een rouwcentrum binnen de gemeente, in afwachting van een begrafenis buiten de gemeente, kan door de burgemeester aan een private onderneming een permanente toelating worden verleend. Dit artikel is niet van toepassing indien het vervoer geschiedt op bevel van de gerechtelijke overheid belast met een rechterlijk vooronderzoek. Vervoer naar het buitenland is onderworpen aan formaliteiten vermeld in: a) het K.B. van 8 maart 1967, wanneer het stoffelijk overschot naar Nederland of Luxemburg moet vervoerd worden; b) het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, wanneer het stoffelijk overschot moet vervoerd worden naar een ander land dan vermeld onder a) en dat het akkoord van Straatsburg ondertekend heeft; c) het Regentbesluit van 20 juni 1947, wanneer het stoffelijk overschot moet vervoerd worden naar een land, niet bedoeld in a) of b). b) Vervoer van gecremeerde stoffelijke overschotten Art. 21 Het vervoer van de as is vrij, doch dient te gebeuren volgens de regels van de welvoeglijkheid. 5. Mortuarium Art. 22. Er wordt gebruik gemaakt van het mortuarium van het OCMW – p/a Godshuisstraat 13 – 9185 Wachtebeke Het mortuarium dient voor: 1. het bewaren in afwachting van de begraving, van de gevonden stoffelijke overschotten die nog dienen geïdentificeerd te worden; 2. het ontvangen van het stoffelijk overschot van overleden personen die, om ernstige redenen door de burgemeester aangenomen, niet kunnen bewaard worden op de plaats van overlijden of hun woonplaats; 3. het opnemen van stoffelijke overschotten waarop een lijkschouwing moet worden verricht ingevolge gerechtelijke beslissing; 4. het bewaren van stoffelijke overschotten voor de vrijwaring van de openbare gezondheid;
8
5. het bewaren van stoffelijke overschotten waarvan de overbrenging is gevraagd door de familie of, bij ontstentenis door elke belanghebbende, na machtiging van het gemeentebestuur. 6. Begravingen 6.1 Algemeen Art. 23. De gemeentelijke begraafplaatsen zijn bestemd voor: - het begraven van lijken, foetussen en urnen; - het bijzetten van urnen in een columbariumnis of urnenveld. - het verstrooien van de as op de strooiweide; van de personen die: a) overleden zijn op het grondgebied Wachtebeke of er levenloos gevonden worden; b) overleden zijn buiten het grondgebied Wachtebeke, maar ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, vreemdelingenregister of wachtregister van de gemeente; c) begunstigde zijn van een graf- of nisconcessie te Wachtebeke; d) niet vermeld zijn in a), b)en c) mits een geschreven toestemming van de Burgemeester en mits betaling van de door de gemeenteraad gevestigde belasting op het begraven en bijzetten in nissen. Art. 24. De begravingen, bijzettingen en verstrooiingen worden verricht op delen van de begraafplaats door de burgemeester aangewezen en in de door hem vastgestelde volgorde. Art. 25. De begraving vindt plaats in volle grond. Bovengronds begraven wordt niet toegestaan Er mogen ten hoogste 2 lijken boven elkaar geplaatst worden. Art. 26. Na het zinken van de kist, urne of een ander lijkomhulsel moet de kuil gevuld worden met losse aarde die goed aangedrukt wordt. Art. 27. In het daartoe bestemd perceel op de begraafplaats (ossuarium of knekelhuisje) mogen enkel opgegraven beenderen verzameld en begraven worden. Art. 28 Op de begraafplaats mogen enkel de gekiste lijken en de urnen waarin de as van de verbrande lijken zich bevindt, gebracht worden om er een rouwceremonieel te houden en te begraven. 6.2. Levenloos geboren kinderen Art. 29. §1. Levenloos geboren kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidgrens nog niet hebben bereikt, worden op verzoek van de ouders begraven of gecremeerd. De teraardebestelling kan gebeuren op de kinderbegraafplaats. Dit kan zowel op de begraafplaats Molenhoek als op de begraafplaats Overslag. De naaste verwant meldt deze begraving aan de dienst begraafplaatsen minstens twee werkdagen vooraf. §2. Levenloos geboren kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidgrens nog niet hebben bereikt, kunnen na een zwangerschapsduur van ten volle 12 weken op verzoek van de ouders begraven of
9
gecremeerd worden. Het stoffelijk overschot of de asurne van het levenloos geboren kind kan dan begraven worden in het perceel voorzien in art. 57 van dit reglement of op de gewone begraafplaats. 6.3 Afmetingen percelen a) Geconcedeerde gronden Art. 30. §1. a) Percelen voor begravingen in volle grond b)Percelen bestemd voor de begraving van urnen e) Kindergraf
Lengte 2m– 2,5m 0,5 m -1m 1,5 m
Breedte Opmerkingen 1m Eventuele bloembakken inbegrepen 0,5 m – 1m 1m
§2. Behoudens in een kindergraf en grafconcessie voor begraving in volle grond, kunnen in een concessie maximum twee urnen bijgezet worden of twee urnen begraven worden. In een grafconcessie voor begraving in volle grond kan slechts één persoon begraven worden, maar mag wel een urne bijgezet worden. Bij overlijden kunnen wel steeds twee concessies naast elkaar gekocht worden voor begraving in volle grond. §3. In een kindergraf kan maximum 1 persoon begraven worden gezet. §4. Indien het gaat om oude grafkelders die opnieuw in gebruik worden genomen en die oorspronkelijk dienden om meer dan 2 personen in te begraven, kan de Burgemeester of zijn afgevaardigde een afwijking toestaan op bovenstaande §2. b) Niet-geconcedeerde gronden Art. 31. §1. In een niet-geconcedeerd graf kan maximum 1 persoon begraven worden en/of 1 urne worden bijgezet. §2. Een niet-geconcedeerd graf of nis wordt minstens 10 jaar bewaard. Dergelijk graf mag enkel verwijderd worden nadat gedurende een jaar een afschrift van de beslissing tot verwijdering werd uitgehangen aan de ingang van de begraafplaats en bij het graf of de nis. In deze beslissing tot verwijdering wordt tevens vermeld dat graftekens of columbariumplaten binnen de 2 maand door de eigenaars of hun rechthebbenden moeten worden weggenomen dit steeds in aanwezigheid van de grafmaker. Zo de graftekens en de zich op de graven of aan de nis bevindende voorwerpen binnen het jaar gedurende hetwelk het afschrift van de beslissing tot verwijdering uithangt niet zijn opgeruimd, worden zij ambtshalve weggenomen. §3. Indien 10 jaar na de laatste bijzetting, de niet-geconcedeerde nissen in het columbarium dienen vrijgemaakt te worden, zorgt de gemeente voor de verstrooiing van de as op de verstrooiingsweide van de begraafplaats. Indien mogelijk zal een familielid in kennis gesteld worden van de geplande ontruiming uit het columbarium en de daarmee gepaard gaande verstrooiing. 7. Ontgravingen Art. 32.
10
Behoudens de ontgravingen door de gerechtelijke overheid bevolen, mag geen ontgraving worden verricht dan met een schriftelijke toelating van de burgemeester. Het verlenen van een toestemming tot ontgraven door de burgemeester kan enkel om ernstige redenen. Alle kosten verschuldigd bij een ontgraving worden vastgesteld door het belastingreglement. Alle kosten zijn ten laste van de aanvragers. Art. 33. De ontgraving is slechts toegelaten: - om een lijk of de urne over te brengen van een niet-geconcedeerd graf naar een geconcedeerd graf; - op bevel van de gerechtelijke overheid; - wegens een bestuurlijke beslissing met name bij de terugneming van het geconcedeerd perceel of de nis wegens een openbaar belang of dienstnoodwendigheden; - om ernstige redenen. Art. 34. De aanvraag moet door de nabestaande schriftelijk, gedateerd en ondertekend, gericht worden aan de burgemeester. Onverminderd het recht van de burgemeester om in de toelating bijzondere voorwaarden op te leggen, moeten steeds volgende beschikkingen worden nageleefd: a) dag en uur waarop de ontgraving zal geschieden worden in overleg met de dienst van de begraafplaatsen vastgesteld; b) de opgravingen en de herbegravingen moeten zo vroeg mogelijk in de morgen zonder onderbreking, worden uitgevoerd; c) het openleggen van het graf, het openen van de grafkelders, het lichten van de kist uit het graf en het vullen van de kuil geschieden door de zorgen van de gemeente; d) het openen van de nis, het uitnemen van de urne uit de nis en het terug sluiten van de nis, geschieden door de zorgen van de gemeente; e) Tijdens de ontgraving wordt de plaats ervan visueel voor het publiek afgeschermd.
Art. 35. Behalve bij gerechtelijk bevel en bij afwijkingen toegestaan door de burgemeester, worden geen opgravingen gedaan op zaterdagen, zondagen, wettelijke feestdagen, 2 januari, 11 juli, 2 november en 26 december. Ontgravingen worden gedaan door het daartoe aangesteld gemeentepersoneel, in het bijzijn van: 1. de aanvrager of zijn bijzonder gevolmachtigde; 2. een beambte belast met het toezicht op de begraafplaats; 3. een politiebeambte die van de verrichtingen proces-verbaal opstelt, dat hij zonder uitstel aan de burgemeester overhandigt. Het hiertoe aangesteld gemeentepersoneel kan de vernieuwing van de kist voorschrijven indien zij zulks nodig achten en elke andere maatregel nemen die van die aard is dat de welvoeglijkheid en de openbare gezondheid worden beschermd, zulks op kosten van de aanvrager. Art. 36. Indien het op te graven stoffelijk overschot naar een andere begraafplaats op het grondgebied of naar dit van een andere gemeente moet overgebracht worden, is het verplicht de opgegraven kist in een hermetisch gesloten omhulsel te plaatsen alvorens zij mag vervoerd worden. Bij overbrenging naar een andere gemeente is een voorafgaandelijke machtiging van enerzijds de burgemeester van de plaats waar de persoon begraven ligt en anderzijds van de burgemeester van de plaats waar de herbegraving is gepland, vereist.
11
Art. 37. Voor de crematie na ontgraving is de toestemming nodig van de Procureur des Konings van het arrondissement van de plaats waar de aanvrager zijn hoofdverblijfplaats heeft, de plaats van overlijden, de plaats waar het stoffelijk overschot begraven is of de plaats waar het crematorium zich bevindt. Bij de aanvraag van toestemming tot ontgraving moet een attest worden gevoegd van de laatste wilsbeschikking van de overledene. 8. Graftekens, bouw- en beplantingswerken – onderhoud der graven 8.1 Algemeen Art. 38. Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn verwanten zich ertegen verzetten, heeft eenieder het recht op het graf van zijn verwante of vriend een grafteken te doen plaatsen zonder afbreuk te doen aan het recht van de concessiehouder. Art.39. 1. De graftekens moeten derwijze in de grond geplant worden op het graf dat overhellen onmogelijk wordt; daartoe mag enkel de aarde goed aangedrukt worden; zij mogen enkel opgericht worden indien de graftekens gelijken op het goedgekeurde ontwerp ervan, en onder toezicht van het daartoe door het gemeentebestuur aangesteld personeel. Daartoe dienen de oprichters van de graftekens datum en uur af te spreken met de grafmaker. 2. De grafoppervlakte mag niet aangevuld worden met gelijk welke harde materie dan ook. Art. 40. De grafmaker houdt een register bij waarin de identiteit wordt vermeld van diegene die er wordt begraven, bijgezet in een nis in het columbarium of verstrooid wordt met vermelding van de plaats ervan. In het register wordt ook de datum van begraven alsmede de plaats van begraven vermeld. 8.2 Grafversieringen. Art. 41. . Graf §1. Beplantingen Niet schadelijke of hinderlijke beplantingen, met een maximum hoogte van 40 cm, zijn geoorloofd in de losse bodem van het graf; zij mogen niet buiten de afmetingen van het graf overhellen of uitgroeien. Grassoorten mogen ten hoogste 5 cm lang zijn. §2. Sierstukken. Het is geoorloofd een graf te versieren met sierstukken, zoals bloemtuilen, bloempotten, kransen, zinnebeelden die geen aanstoot kunnen geven. In voorkomend geval moeten de sierstukken blijvend op het graf zelf geplaatst worden. Zij moeten er evenwel van verwijderd worden indien zij stuk, of van geen nut meer zijn. De bloemen en planten op de graven aangebracht, moeten steeds in goede staat onderhouden worden. Wanneer ze afgestorven zijn moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hiervan zal de opruiming en het verwijderen van de potten geschieden door de zorgen van het gemeentebestuur. Art. 42. Columbarium - strooiweide Het is de concessiehouder toegelaten op de afsluitplaat van de nis van het columbarium een foto aan te brengen waarvan de afmetingen 4,5 cm op 4,5 cm niet mogen overschrijden.
12
Op de afsluitplaten van de nissen in het columbarium kan, op verzoek van de nabestaanden en door de zorgen van de gemeente, tegen betaling, een siervaasje aangebracht worden. Het is verboden aan het columbarium, behalve het toegestane vaasje, of op de strooiweide sierstukken te bevestigen of neer te leggen. Natuurlijke bloemen en bloemenkransen kunnen ter gelegenheid van de bijzettingen of de asverstrooiingen aan de voet van het columbarium en aan de rand van de strooiweide worden neergelegd op de door de grafmaker aangeduide plaats. Nadat de bloemen verwelkt zijn zullen zij door de zorgen van het personeel worden weggenomen. Art. 43. Herdenkingszuil Ter nagedachtenis van alle personen die op het kerkhof - Molenhoek zijn begraven, bijgezet of uitgestrooid wordt een gebedszuil opgericht. Art. 44. Urnenveld Op de grafsteen mogen opschriften en foto’s aangebracht worden. Er mag geen enkel opstaand element noch versierselen op de grafsteen geplaatst worden. Er is ruimte voorzien voor de grafsteen om versierselen, sierstukken, bloemtuilen, bloempotten, kransen en zinnebeelden die geen aanstoot kunnen geven, aan te brengen en te plaatsen. Art. 45 Gemeenschappelijke bepalingen Het gemeentebestuur staat niet in voor de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen. Art.46 Bij overtreding van bovenstaande bepalingen zullen niet reglementaire graftekens, sierstukken en versierselen op risico en ten laste van de overtreder en zonder enig verhaal opgeruimd worden door de zorgen van de gemeente. 8.3 Onderhoud en verwaarlozing der graven Art. 47 §1 De graftekens en hun omgeving moeten voortdurend in perfecte staat van bewaring, onderhoud en reinheid gehouden worden gedurende de hele concessieperiode. De verantwoordelijke families of belanghebbenden moeten elk grafteken dat bouwvallig of vervallen is, doen herstellen of wegnemen. Het onderhoudsverzuim, dat verwaarlozing van het graf voor gevolg heeft, wordt door de burgemeester in een akte vastgesteld, die een jaar lang aangeplakt blijft bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats. Bij het verstrijken van die termijn en bij niet-herstelling, wordt de concessie beëindigd door het College van Burgemeester en Schepenen en wordt van ambtswege overgegaan tot afbraak en/of tot het wegnemen van de materialen (graftekens en eventueel nog bestaande ondergrondse bouwwerken,…) op kosten van de familie of ander belanghebbende. Alle materialen worden eigendom van de gemeente en worden van het graf verwijderd. §2 Het onderhoud van zowel geconcedeerde als niet-geconcedeerde gronden of nissen berust bij de belanghebbenden. Verwaarlozing als gevolg van onderhoudsverzuim kan vastgesteld worden als het graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, vervallen, ingestort of bouwvallig of wanneer het gedenkteken overhelt of verrot is. §3 In geval het verwaarloosde graf een onmiddellijk hygiënisch of veiligheidsrisico vormt, kan, na pogingen om de belanghebbenden terug te vinden en na hen aangespoord te hebben om een einde te maken aan de verwaarlozing binnen een redelijke termijn, bij besluit van het college van burgemeester en schepenen, na het verstrijken van die termijn, het grafteken zonder verwijl en zonder verhaal of aanspraak op vergoeding, geheel of gedeeltelijk worden weggenomen. Het
13
collegebesluit wordt gedurende die termijn eveneens aangeplakt aan het graf en aan de ingang van de begraafplaats. 8.4 Grafconstructies. a) Grafkelders Art. 48. Er mogen nieuwe grafkelders geplaatst worden op begraafplaats Molenhoek, niet te Overslag. Grafkelders, in gebruik genomen voor 1/7/2004 – datum inwerkingtreding van het uitvoeringsbesluit- en na die datum ontruimd en opnieuw in gebruik genomen, moeten aan de voorwaarden van artikel 33 van het uitvoeringsbesluit van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen voldoen. Grafkelders die al in gebruik genomen zijn voor 1/7/2004 en die niet ontruimd zijn en waarin nog bijzettingen gebeuren, moeten nog niet aangepast worden aan de vereisten van artikel 33 van het uitvoeringsbesluit van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen. b) Graftekens. 1. Geconcedeerde en niet-geconcedeerde columbariumnis Art. 49. Het columbarium te Wachtebeke - Overslag bestaat uit prefab - elementen. Ze worden geplaatst naargelang de behoefte en naar inzichten van het gemeentebestuur. De opening bevindt zich langs de voorkant van het element en wordt door de zorgen van het gemeentebestuur afgesloten met een uniforme afsluitplaat. Art. 50. De concessiehouder is verplicht op de afsluitplaten van de nissen in het columbarium door de zorgen van de gemeente, tegen betaling, een naamplaat te laten aanbrengen. Deze plaat vermeldt de naam, de voornaam, het geboortejaar, het jaar van overlijden en eventueel een symbolisch teken. Geen enkel ander teken, plaat of vermelding mag op de afsluitplaten aangebracht worden. Het niet naleven van deze richtlijnen staat gelijk met onderhoudsverzuim zoals voorzien in artikel 47 van onderhavig reglement. Bij het verstrijken van de termijn of bij het einde van de concessies zullen de naamplaten door het gemeentepersoneel worden verwijderd en, indien mogelijk, aan de eigenaar of belanghebbende teruggegeven worden. 2. Geconcedeerd en niet-geconcedeerd urnenveld Art. 51. Op een graf voor urnen mag enkel een uniforme grafsteen geplaatst worden, die beantwoordt aan volgende voorschriften: 1. afmetingen: één vierkante plaat van 50x50 cm 2. materiaal: graniet - jasberg 3. dikte van de plaat: de hoogte is vooraan 7 cm en loopt schuin op naar 10 cm hoog achteraan. 3. Geconcedeerde en niet- geconcedeerde gronden
14
Art. 52. De concessiehouder is verplicht binnen het jaar vanaf de aanvangsdatum van de concessie op geconcedeerde gronden een grafteken in duurzaam materiaal te plaatsen; 3.1 Graf Art.53. De graftekens of zerken te plaatsen op geconcedeerde graven moeten beantwoorden aan de volgende voorschriften: 1. Op de gewone graven moeten de grafstenen opgericht worden met materialen die tegen het weer bestand zijn: natuursteen, blauwe hardsteen, marmer, witte steen, graniet, duurzame houtsoort of duurzaam metaal; geen andere grondstoffen zijn geoorloofd; 2. maximale hoogte: de grafstenen mogen ten hoogste 1.50m hoog zijn. 3. afmetingen: lengte 2 meter x breedte 1 meter 4. De grafoppervlakte moet minstens afgeboord zijn met een boord uit harde materie van ten hoogste 20 cm onder en boven het maaivlak. 3.2 Kindergraf Art. 54. §1. Kindergraf Op het perceel voorzien voor het begraven van foetussen van ten volle 12 weken en van kinderen van minder dan 10 jaar met een grafconcessie van 50 jaar mag enkel een rechtstaande grafsteen opgericht worden. Het grondvlak moet 100cm breed en 20 cm diep zijn en de hoogte mag maximaal 100cm zijn. §2. Kindergraf: paddenstoelzerk, engeltjeszerk of kabouterzerk Op het perceel voorzien voor het begraven van de as van foetussen van ten volle 12 weken en van kinderen van minder dan 10 jaar wordt het grafmonument samen met de grond in concessie gegeven voor een periode van 15 jaar. Er mogen geen andere graftekens aangebracht worden dan deze voorzien door het stadsbestuur. 4. Oprichting. Art. 55. 1. De grafstenen moeten opgericht worden binnen het jaar vanaf de aanvangsdatum van de concessie. 2. Zij moeten afgewerkt op de begraafplaats gebracht worden en opgericht in de voorgeschreven lijnrichting; indien zij op losse bodem opgericht worden, dienen zij aan de uiteinden te rusten op een betonnen rand. Zij mogen enkel opgericht worden onder toezicht van het daartoe door het gemeentebestuur aangesteld personeel. Daartoe dienen de oprichters van de grafstenen datum en uur af te spreken met de grafmaker. 4. Vaste betonconstructies en funderingen uit steenslag zijn niet toegelaten. 5. Gemeenschappelijke bepalingen. Art. 56. Zij die de grafconstructies plaatsen moeten in acht nemen: 1. Dat geen aarde, materiaal, bouwstukken of andere voorwerpen gelegd worden of terecht komen op andere graven, grafzerken, grafversieringen en dergelijke. 2. Dat de overblijvende aarde, de opgegraven beenderen of andere voorwerpen verzameld en gebracht worden op de plaats door de grafmaker aangewezen. 3. Dat de begonnen werken zonder onderbreking worden uitgevoerd.
15
4. Dat de bomen of enigerlei inplantingen niet worden gebruikt als aanhechtingspunten voor stellingen, koorden, kabels of wat ook. 5. Dat de lanen, paden, wegels en dergelijke na de werken onmiddellijk worden hersteld in hun oorspronkelijke staat, derwijze dat de kleinste verzakking niet kan waargenomen worden na een maand. 6. Dat de graafwerken en de oprichting van bouwstukken geschieden volgens de vastgestelde afmetingen. 7. Dat de identificatietekens van de graven of van de concessies onmiddellijk na de werken op de grafruimte worden geplaatst. 8. Dat de op de begraafplaatsen toegelaten voertuigen die voor het werk gebruikt zijn onmiddellijk van de begraafplaats verwijderd worden. 9. Dat bij een begrafenis de lanen en de paden vrij worden gemaakt. 10. Het openen en sluiten van een grafkelder gebeurt onder toezicht van het gemeentepersoneel, daartoe zal datum en uur afgesproken worden met de grafmaker. 11. De lijnrichting en de waterpas worden bepaald door een afgevaardigde van het gemeentebestuur. 12. Vanaf de voorlaatste werkdag van oktober tot en met 2 november is het verboden, behoudens toestemming van de burgemeester, op de gemeentelijke begraafplaats graftekens te plaatsen, bouw, beplantings- of aanaardingswerken aan de graven uit te voeren. Dit verbod geldt niet voor het neerleggen van eenvoudige draagbare kransen, bloemen, medaillons enz. Gewone reiniging en onderhoud mag wel op zaterdagmiddag gebeuren. 13. de schade aangebracht aan het openbaar domein van de gemeente wordt van ambtswege hersteld op kosten van de aansprakelijke persoon. 9. Concessies 9.1. Algemene bepalingen Art. 57. Op de stedelijke begraafplaatsen worden concessies verleend. Deze hebben betrekking op: - ofwel een perceel grond; - ofwel een nis in een columbarium. - ofwel een urnenveld. Art. 58. De concessies geven geen recht op eigendom, zelfs geen recht op vruchtgebruik. Zij kunnen enkel verleend worden aan natuurlijke personen. Zij zijn onvervreemdbaar en kunnen niet afgestaan worden tenzij aan het gemeentebestuur. Zij bevatten voor de gemeente enkel de verplichting voor een bepaalde duur een ruimte of een nis voor te behouden voor de begraving of bijzetting van één of meer lichamen en/of asurnen. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die waarvoor ze werd verleend. Art. 59. Een zelfde concessie mag slechts dienen voor het begraven van: - ofwel het stoffelijk overschot van de aanvrager, van zijn echtgenoot, van zijn bloed- of aanverwanten, - ofwel het stoffelijk overschot van de aanvrager en van diegene waarmee hij op het ogenblik van overlijden een feitelijk gezin vormt; - ofwel het stoffelijk overschot van personen daartoe aangewezen door de concessiehouder en die daartoe bij de gemeentelijke overheid hun wil te kunnen hebben gegeven om in eenzelfde graf begraven te worden; -ofwel het stoffelijk overschot van derden en hun familie door de concessiehouder aangewezen.
16
Wijzigingen kunnen door het College van Burgemeester en Schepenen worden toegestaan conform artikel 67§3 met dien verstande dat de bijzetting beperkt blijft tot de in dit artikel aangeduide rechthebbenden. Art. 60. De grafconcessies worden verleend voor een periode van 15 jaar of voor een periode van 50 jaar. Het is mogelijk om een concessie te kopen wanneer 2e persoon begraven/bijgezet wordt in hetzelfde graf of nis. De ingangsdatum gaat dan terug tot datum van de 1ste begraving/bijzetting. Art. 61. Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gemachtigd om: -grafconcessies te verlenen, -grafconcessies te hernieuwen, -grafconcessies te beëindigen in geval van onderhoudsverzuim, onder de voorwaarden vastgesteld in dit reglement en het desbetreffende tariefreglement, dat geldt op het ogenblik van de aanvraag. 9.2. Concessieaanvraag Art. 62. §1 De concessieaanvraag wordt gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De concessieaanvraag vermeldt de identiteit van de aanvrager en duidt de tot bijzetting gerechtigde personen nominatief aan. De concessieaanvraag is slechts ontvankelijk bij overlijden van de persoon wiens stoffelijk overschot zal worden begraven in volle grond of, bij lijkverbranding, in het columbarium of in het urnenveld zal worden bijgezet. De aanvrager moet instaan voor de betaling van de verschuldigde concessievergoeding. §2 De concessie is niet overdraagbaar. De houder beschikt over het exclusieve recht om te bepalen wie gebruik kan maken van de concessie. Hieruit vloeit voort dat wanneer de concessiehouder overleden is, de lijst van de begunstigden onveranderlijk komt vast te staan. §3 Het college van Burgemeester en Schepenen kan in uitzonderlijke gevallen wijzigingen in de concessiebestemming toestaan. De aanvraag tot wijziging wordt gemotiveerd ingediend door de concessiehouder. Alle oorspronkelijk aangeduide rechthebbenden die nog in leven zijn, tekenen mee voor akkoord. Indien alle rechthebbenden overleden zijn en er zijn nog plaatsen in de concessie beschikbaar, dan kan het College van Burgemeester en Schepenen, op vraag en met instemming van alle erfgenamen een wijziging van concessiebestemming toestaan. Deze wijziging is niet mogelijk wanneer de oorspronkelijke concessiehouder uitdrukkelijk voorzien heeft dat geen wijzigingen in de nominatief aangeduide personen mogen worden aangebracht. Art 63. De duur van de concessie neemt aanvang op de datum van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen. Zij eindigt na verloop van de toegestane termijn. Zij kan slechts in gebruik worden genomen na betaling van het verschuldigd tarief in handen van de ambtenaar van de burgerlijke stand. 9.3. Concessiehernieuwing Art 64 De concessies kunnen op aanvraag van enige belanghebbende hernieuwd worden. Art. 65. Minstens 1 jaar voor het verstrijken van de concessietermijn of van de hernieuwing ervan, maakt de
17
Burgemeester of zijn afgevaardigde een akte op waarbij eraan herinnerd wordt, dat een aanvraag om hernieuwing bij hem moet toekomen. Een afschrift van deze akte wordt 1 jaar lang uitgehangen: -bij het graf of de nis -aan de ingang van de begraafplaats. Art 66. Een hernieuwing zonder bijzetting §1 De aanvraag dient te worden ingediend vóór de eerste vervaldatum van de concessie. De concessie wordt hernieuwd voor een zelfde periode en tegen de prijs en de voorwaarden die gelden op het ogenblik van de aanvraag. De burgemeester of zijn gemachtigde zal één jaar vóór het verstrijken van de concessie een akte opmaken waarbij eraan wordt herinnerd dat het behoud van het recht op de concessie afhankelijk is van een tot hem te richten aanvraag tot hernieuwing. Er zal een afschrift van bovenvermelde akte één jaar lang aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt worden. Als er geen aanvraag voor vernieuwing is gedaan, vervalt de concessie. Een hernieuwing met bijzetting §2 De concessie kan op uitdrukkelijke aanvraag van iedere belanghebbende voor een nieuwe periode van dezelfde duur worden hernieuwd naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting in de concessie. Ingeval er van deze mogelijkheid geen gebruik wordt gemaakt tijdens en na de laatste begraving in de concessie en indien deze begraving zich minder dan tien jaar vóór het verstrijken van de concessie voordoet, moet het graf voor een termijn van 15 jaar behouden blijven. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van overlijden. Deze maatregel kan echter niet tot gevolg hebben dat een aanvraag tot hernieuwing van de concessie ingediend kan worden na het verstrijken van de termijn ervan. Tevens kan geen enkele nieuwe teraardebestelling toegelaten worden in de geconcedeerde grond na dit verstrijken. De vermeldingen in verband met duurtijd en retributie zijn identiek als deze vermeld onder punt §1. De retributie voor de hernieuwingen vermeld onder §1 en §2 wordt proportioneel berekend op het aantal jaren dat de vervaldatum van de vorige concessie overschrijdt. Art. 67. Een hernieuwing van de vroegere altijddurende concessies (afgeschaft bij wet van 20 juli 1971) §1 Door de wet van 20 juli 1971 worden de eeuwigdurende concessies afgeschaft en worden de bestaande eeuwigdurende concessies omgezet in onbeperkt hernieuwbare concessies van 50 jaar. Op verzoek kunnen deze kosteloos telkens met een periode van 50 jaar hernieuwd worden. De bewijslast of het al dan niet een eeuwigdurende concessie betreft, ligt ten laste van de concessiehouder of zijn erfgenamen, of bij ontstentenis hiervan bij iedere belanghebbende. De hernieuwingen van de altijddurende concessie verleend voor 13 augustus 1971 worden toegestaan overeenkomstig artikel 9 van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging. Procedure hernieuwing bij verval van de eeuwigdurende concessie §2 Minstens één jaar voor het verstrijken van de concessie of van de hernieuwingen ervan, maakt de Burgemeester of zijn gemachtigde een akte op waarbij eraan herinnerd wordt dat een aanvraag om hernieuwing bij hem moet toekomen. Een afschrift van deze akte wordt één jaar lang zowel bij het
18
graf als aan de ingang van de begraafplaats uitgehangen. Als er geen aanvraag om een hernieuwing is gedaan, dan vervalt de concessie. Indien erom verzocht wordt, neemt een nieuwe termijn van 50 jaar een aanvang. Deze hernieuwing is kosteloos. Procedure hernieuwing reeds vervallen eeuwigdurende concessie: §3 Betreft het, op datum van de inwerkingtreding van dit besluit, een reeds vervallen concessie, dan wordt iedere belanghebbende alsnog de mogelijkheid geboden deze concessie te verlengen tot 2010. De nieuwe concessietermijn vangt aan op datum van het collegebesluit waarbij de hernieuwde concessie verleend wordt. Als er geen aanvraag om een hernieuwing gedaan wordt voor het jaar 2010, dan vervalt de concessie. Art 68. De aanvragen tot hernieuwing worden ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen vòòr het verstrijken van de concessietermijn. Art 69 Het tarief voor de hernieuwingen wordt proportioneel berekend op het aantal jaren dat de vervaldatum van de vorige concessie overschrijdt. Art 70 De hernieuwingen kunnen worden geweigerd indien de concessie verwaarloosd is op het moment van de aanvraag. Art. 71 Er mogen geen bijzettingen geschieden wanneer de concessietermijn verstreken is. 9.4. Omzetting concessie Art 72. De verzoeken tot omzetting van reeds verleende concessies in één of meer andere concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen kunnen slechts worden ingewilligd indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: - de aanvraag moet door de verkrijger van de oorspronkelijke concessie of zijn rechthebbende worden ingediend; deze wordt gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. - na goedkeuring van de aanvraag moeten, op kosten van de belanghebbende, de stoffelijke overblijfselen die reeds in de oorspronkelijke concessie werden bijgezet of begraven naar de nieuwe concessie worden overgebracht. De aanvankelijk geconcedeerde grond of nis moet in de toestand worden gebracht zoals die was op het tijdstip dat die concessie een aanvang nam. - de burgemeester dient toestemming te verlenen tot opgraving overeenkomstig de artikelen 32-37 van dit reglement. - het verschuldigde tarief voor de ontgraving en de nieuwe concessie wordt gekweten. 9.5. wijziging bestemming begraafplaats Art 73. In geval van terugneming van een grafconcessie wegens openbaar belang, dienstnoodwendigheid, sluiting of wijziging van de bestemming van de begraafplaats, kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding. De concessiehouder heeft het recht op het kosteloos bekomen, voor de resterende concessietermijn, van een perceel van dezelfde oppervlakte of een nis van dezelfde grootte, op dezelfde begraafplaats of op een andere begraafplaats.
19
Dit recht is afhankelijk van het indienen van een aanvraag tot overbrenging welke moet worden ingediend: - door een belanghebbend persoon; - vòòr de datum van de terugneming; - schriftelijk bij het College van Burgemeester en Schepenen. De kosten voor de overbrenging van de stoffelijke overschotten zijn ten laste van het gemeentebestuur. De kosten voor de overbrenging van de graftekens vallen ten laste van de persoon die de overbrenging heeft aangevraagd. 9.6. vroegtijdige beëindiging concessie Art 74. Een concessie kan vroegtijdig door het college van burgemeester en schepenen worden teruggenomen in volgende gevallen: a) op verzoek van de concessiehouder; b) bij een toegestane ontgraving en overbrenging van het stoffelijk overschot of van de asurne naar een andere concessie; c) ingeval van de, overeenkomstig art. 47, vastgestelde verwaarlozing. In alle andere gevallen behoort de bevoegdheid tot terugneming toe aan de gemeenteraad. Art. 75 Elke belanghebbende kan na 10 jaar na de laatste bijzetting, schriftelijk, vragen om een concessie vroegtijdig te beëindigen. Gedurende 1 jaar zal een bericht aangeplakt worden aan het graf. In dit bericht zal vermeld worden dat een belanghebbende de concessie niet wenst te behouden en dat het graf zal weggeruimd worden. Het bericht zal ook vermelden waar men terecht kan om hiertegen een bezwaar te uiten. Het college van Burgemeester en Schepenen kan één jaar na de aanplakking en op voorwaarde dat er geen bezwaar geuit werd, beslissen de concessie terug te nemen. Art 76. Wanneer een concessie om welke reden dan ook een einde neemt, worden de graftekens die na 2 maanden niet zijn weggenomen en de nog bestaande ondergrondse constructies eigendom van de gemeente. De concessiehouders kunnen geen aanspraak maken op enige vergoeding. Art 77. De in voorgaand artikel bedoelde ondergrondse constructies kunnen door de gemeente in concessie worden gegeven op voorwaarde dat de concessionaris zelf de grafkelder aanpast aan de vereisten van artikel 33 van het uitvoeringsbesluit van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen. 9.7. Vervallen concessie Art 78. De gronden die het voorwerp uitmaken van vervallen grafconcessies zullen worden ontruimd na 31 december van het jaar waarin de concessies vervallen. -De erop staande grafzerken of de aangebrachte columbariumplaten moeten binnen de twee maanden door de eigenaars worden weggenomen in aanwezigheid van de grafmaker. Indien de grafzerken of columbariumplaten binnen de gestelde periode niet worden opgeruimd, zullen zij ambtshalve worden weggenomen en verkocht. Na 31 december van het jaar waarin de concessie van een columbariumnis of een concessie op het urneveld vervallen is worden deze ontruimd. De gemeente zorgt voor de verstrooiing van de as op de strooiweide van de begraafplaats. Een maand vooraf zal, indien mogelijk, de familie in kennis gesteld
20
worden van de geplande ontruiming en de daarmee gepaard gaande verstrooiing. In elk geval zal de geplande verstrooiing aangekondigd worden aan de ingang van de begraafplaats. 10. Patrimoniumlijst Art 79. Het College van Burgemeester en Schepenen maakt autonoom een lijst op van graven met lokaal historisch belang die als kleine onroerende erfgoedelementen kunnen worden beschouwd. De graven op deze lijst zullen 50 jaar worden bewaard en onderhouden door de gemeente overeenkomstig de voorschriften van artikel 26§2 van het decreet. Deze termijn is verlengbaar. Een afschrift van deze lijst met plan wordt bezorgd aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de Monumenten en de Landschappen. 11. Ordemaatregelen Art. 80. De begraafplaatsen zijn toegankelijk voor het publiek: - 01/04 tot 30/09 van 9.00 uur tot 20.00uur - 01/10 tot 31/03 van 9.00 uur tot 18.00 uur Behoudens afwijkingen door de burgemeester vastgesteld. Deze beschikkingen worden aangeplakt aan de ingang van de begraafplaatsen”. Art. 81. De toegang is verboden voor personen: - die kennelijk in staat van dronkenschap verkeren, - personen die goederen of diensten te koop aanbieden, - personen die de rust van de begraafplaatsen verstoren of door hun daden of woorden een volkstoeloop veroorzaken. Art. 82. Op de begraafplaatsen is het verboden gelijk welke daad te stellen, een houding aan te nemen of een manifestatie op touw te zetten die de welvoegelijkheid van de plaats, de orde en de eerbied voor de doden stoort of kan storen. Meer in het bijzonder is het verboden: - zich buiten de openingsuren op de begraafplaats te bevinden, - de omheiningen van de begraafplaatsen, de graven, de grafstenen en de gedenktekens te beklimmen, - schade te berokkenen aan de monumenten, omheiningen of andere gedenktekens die de graven sieren, - de graven, de bloemperken en het gras te betreden, - te leuren, gelijk welke goederen uit te stallen, te koop aan te bieden of zijn diensten aan te bieden, - te bedelen of geld in te zamelen, - dieren mee te brengen op de begraafplaats, tenzij geleidehonden voor mindervaliden, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden, - met de fiets, bromfiets of auto de begraafplaats binnen te rijden, tenzij de Burgemeester, om gewichtige en uitzonderlijke redenen, daartoe toelating heeft verleend. Dit verbod is niet van toepassing voor de lijkwagen, rijtuigen voor mindervaliden en dienstvoertuigen.
21
-
-
reclamebriefjes te verspreiden, aanplakbiljetten, berichten of aankondigingen aan te brengen, behoudens in gevallen bepaald bij het decreet of bij onderhavig reglement, afval, papier, verpakkingsmiddelen of andere voorwerpen binnen de omheining van de begraafplaats weg te gooien, tenzij in de daartoe bestemde korven of containers, opschriften of grafschriften aan te brengen die de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied verstoren, zich luidruchtig op te stellen, de begraafplaats te verlaten met planten, bloemen of versieringen van alle aard tenzij mits toestemming van de gemeentelijke overheid, binnen de omheiningen van de begraafplaatsen begrafenissen of lijkstoeten te filmen of te fotograferen, tenzij op uitdrukkelijk verzoek van de getroffen familie. In alle andere gevallen is het maken van foto- of filmopnamen aan de schriftelijke toelating van de Burgemeester onderworpen. Grafschriften mogen niet oneerbiedig zijn en geen aanleiding geven tot wanorde.
Onverminderd het bepaalde in artikel 88 wordt eenieder die één van deze verbodsbepalingen zou overtreden, onverwijld van de begraafplaats verwijderd of kan de toegang worden ontzegd door het bevoegd personeel dat, zonder uitstel, de sanctionerend ambtenaar in kennis stelt van het gebeuren en zo mogelijk van de identiteit van de overtreder. Art. 83. Alle niet in dit reglement voorziene gevallen worden beslecht door het College van Burgemeester en Schepenen, in zoverre zij niet door een wet, besluit of decreet aan een andere overheid worden toegewezen. 12. Strafbepalingen Art. 84 Overtredingen op het begraafplaatsenreglement kunnen overeenkomstig de wet van 13 mei 1999 inzake de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties en latere wijzigingen, gesanctioneerd worden met een administratieve geldboete van ten hoogste €250, opgelegd door de sanctionerende ambtenaar of met een administratieve schorsing of intrekking van een afgeleverde vergunning door het college van burgemeester en schepenen. De procedure inzake de bovenvermelde administratieve sanctie wordt eveneens geregeld door de wet van 13 mei 1999 en latere wijzigingen. 13. Slotbepalingen Geldigheid. Art. 85. Dit algemeen reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging geldt onverminderd de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria en het Vlaams decreet dd.16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, gewijzigd bij decreet van 18 april 2008. Opheffingsbepaling. Art. 86. Alle vorige politieverordeningen op de stedelijke begraafplaatsen en de begrafenissen worden opgeheven, alsook alle met dit reglement strijdige voorschriften welke de gemeenteraad zou hebben verordend worden opgeheven.
22
Uitvoerbaarheid. Art. 87. Dit reglement wordt van kracht onmiddellijk na de vereiste afkondiging. Art. 88. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet. Art. 89. Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, de griffie van de Rechtbank van eerste aanleg te Gent, de griffie van de politierechtbank te Gent, de zonechef van de politiezone Puyenbroeck, de heer Procureur des Konings, de dienst burgerzaken en de technisch uitvoerende dienst. 4. Aangaan van leningen ter financiering van het bestuur : Goedkeuring van het bestek, de raming en de gunningswijze De Gemeenteraad, Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen; Overwegende dat de gemeente Wachtebeke voor een aantal uitgaven een lening moet aangaan; Overwegende dat het aangaan van leningen voor de financiering van investeringen een financiële dienst is in de zin van bijlage II, A van de wet van 15 juni 2006; Gelet op het ontwerp van bestek; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Overwegende dat de NV-A zich zal onthouden bij de stemming omdat de fractie zich zorgen maakt over de leninglast van de gemeente naar de toekomst toe; Na beraadslaging, BESLUIT : met 13 ja-stemmen: Van Cronenburg, Penneman, Van Vlaender, Wuytack, De Loose, Van Hoecke, Fermont, Remorie, Gerard, Van Himme, Alexander, Droesbeke en Heirwegh; met 3 onthoudingen: Van de Velde, Coone, De Block; Artikel 1
Het bestek tot het aangaan van leningen ter financiering van het bestuur goed te keuren.
ART. 2
De opdracht omvat 4 percelen, namelijk: Langetermijnkredieten op basis van rentevoeten van 2 jaar en meer
23
perceel I looptijd 10 jaar 500.000,00 EUR perceel II looptijd 15 jaar 500.000,00 EUR Totaliteit der percelen : 1.000.000,00 EUR Langetermijnkredieten op basis van rentevoeten van ten hoogste 1 jaar perceel III looptijd 10 jaar 500.000,00 EUR perceel IV looptijd 15 jaar 500.000,00 EUR Totaliteit der percelen : 1.000.000,00 EUR ART. 3
De opdracht te gunnen bij middel van een open aanbesteding.
ART. 4
Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de financieel beheerder. 05. Budget 2014 - verduidelijking
De Gemeenteraad, Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2013 betreffende de goedkeuring van het budget 2014; Gelet op de brief dd. 24/4/2014, ref. V03/gv/2014-8249/50 van het Agentschap Binnenlands Bestuur, Gouvernementstraat 1 te 9000 Gent; Overwegende dat de toezichthoudende overheid een verduidelijking wenst met betrekking tot de financiële toestand van de gemeente Wachtebeke, zoals in bijlage gevoegd; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging, BESLUIT : met 9 ja-stemmen: Van Cronenburg, Penneman, Van Vlaender, Wuytack, De Loose, Remorie, Gerard, Van Himme, Heirwegh; met 7 neen-stemmen: Van Hoecke, Fermont, Van de Velde, Coone, Alexander, De Block, Droesbeke; Artikel 1
De financiële toestand van de gemeente Wachtebeke, zoals in bijlage gevoegd, wordt goedgekeurd.
ART. 2
Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid, Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC ‘Virginie Loveling’, Koningin Maria Hendrikaplein 70 postbus 1 te 9000 Gent en de financieel beheerder.
24
06. Meerjarenplanning 2014-2019 – verduidelijking en schema’s De Gemeenteraad, Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2013 betreffende de goedkeuring van het meerjarenplan 2015-2019; Gelet op de brief dd. 24/4/2014, ref. V03/gv/2014-8249/50 van het Agentschap Binnenlands Bestuur, Gouvernementstraat 1 te 9000 Gent; Overwegende dat in het besluit van 19 december 2013 verkeerdelijk over het meerjarenplan 20152019 werd gesproken in plaats van het meerjarenplan 2014-2019; Overwegende dat de toezichthoudende overheid een verduidelijking wenst met betrekking tot de schema’s TM 2 Financiële schulden en TM1 Personeel van de meerjarenplanning 2014-2019 van de gemeente Wachtebeke, zoals in bijlage gevoegd; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging, BESLUIT : met 9 ja-stemmen: Van Cronenburg, Penneman, Van Vlaender, Wuytack, De Loose, Remorie, Gerard, Van Himme, Heirwegh; met 7 neen-stemmen: Van Hoecke, Fermont, Van de Velde, Coone, Alexander, De Block, Droesbeke; Artikel 1
De schema’s TM 2 Financiële schulden en TM1 Personeel van de meerjarenplanning 2014-2019 van de gemeente Wachtebeke, zoals in bijlage gevoegd, worden goedgekeurd.
ART. 2
Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid, Agentschap Binnenlands Bestuur, VAC ‘Virginie Loveling’, Koningin Maria Hendrikaplein 70 postbus 1 te 9000 Gent en de financieel beheerder. 07. Overlegorgaan - Intergemeentelijke Samenwerking
De Gemeenteraad, Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
25
Gelet op het decreet dd. 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, in het bijzonder artikel 25 e.v.; Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 26 september 2013 betreffende streekwerking – oprichten van een Overlegorgaan in de zin van artikel 25, 1ste lid van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking: goedkeuring; Overwegende dat de gemeenteraad de oprichting van een dienstverlenende vereniging overweegt en daartoe de oprichting van een overlegorgaan heeft goedgekeurd in de zin van artikel 25, 1ste lid van het decreet houdende intergemeentelijke samenwerking; Overwegende dat de gemeenteraad een effectieve en een plaatsvervangende vertegenwoordiger heeft aangeduid in dat overlegorgaan; Overwegende dat het overlegorgaan in deze voorbereidende fase de volgende opdrachten uitvoert: het bepalen van een ideale structuur van intergemeentelijke samenwerking in het Meetjesland. Indien het resultaat van de studieopdracht positief is ten opzichte van de mogelijke oprichting van een dienstverlenende vereniging, stelt het overlegorgaan overeenkomstig artikel 26 van het decreet houdende intergemeentelijke samenwerking aan de deelnemende gemeenten een bundel ter beschikking waarin de volgende documenten opgenomen zijn: - een grondige motiveringsnota - een bestuursplan met een omschrijving van de maatschappelijke opdrachten en de daaraan verbonden wijze van dienstverlening, en met een beschrijving van de bestuurlijke organisatie van de dienstverlenende vereniging - een ondernemingsplan voor een periode van zes jaar, met een omschrijving van de bedrijfsopdrachten, de financiële structuur en de in te zetten middelen, en de controlemogelijkheden op de uitvoering - een ontwerp van statuten Overwegende dat met betrekking tot het bepalen van de ideale structuur van intergemeentelijke samenwerking in het Meetjesland, het overlegorgaan aan de colleges van burgemeester en schepenen van de deelnemende besturen een tussentijdse nota bezorgde (versie 9/12/13) met het oog op een bespreking van de negen basisprincipes, waaruit vragen, opmerkingen, suggesties konden overgemaakt worden; Overwegende dat het overlegorgaan in zitting van 11 januari 2014 deze verzameling van opmerkingen en suggesties heeft besproken en vervolgens de tussentijdse nota omvattende de 9 basisprincipes heeft aangepast; Overwegende dat het overlegorgaan, alhoewel decretaal in deze fase niet verplicht, er de voorkeur aan geeft dat de gemeenteraden van de deelnemende besturen zich principieel akkoord verklaren met de navolgende negen basisprincipes: PRINCIPE 1: naar één intergemeentelijk samenwerkingsverband: een DVV Er wordt een Dienstverlenende Vereniging (DVV) opgericht die 6 bestaande organisaties bundelt, die ophouden apart te bestaan. Dit juridisch vehikel zal eveneens nieuwe vormen van samenwerking tussen gemeenten opnemen, zodat er niet telkens een aparte structuur moet opgericht worden. (Conform art. 25 en volgende uit het Decreet op de Intergemeentelijke Samenwerking) PRINCIPE 2: Drie afdelingen bij de start Bij aanvang bestaat het organisatieschema van de DVV uit 3 afdelingen: 1. Ontwikkeling & Ondersteuning 2. Vrije Tijd
26
3. Wonen & Welzijn. Tevens wordt voorzien in een gemeenschappelijk secretariaat (boekhouding, personeelszaken, IT, projectadministratie). Dit zal efficiënt en licht georganiseerd worden. PRINCIPE 3: opties op later: Thema Ruimte Ruimtelijke ontwikkelingen worden idealiter op schaal Meetjesland behandeld. Tevens moeten in de regio gegenereerde opbrengsten uit grondontwikkelingen terug in de streekwerking kunnen geïnvesteerd worden. Er worden daarover afspraken gemaakt met Veneco², in het licht van 2016 (einde lopende statutaire duurtijd). Ofwel blijft dan de DVV Meetjesland apart, ofwel gaat deze op in het her-verlengde Veneco². PRINCIPE 4: Een solide, structurele basisfinanciering De structurele financiering van de DVV komt potentieel uit volgende bronnen. Bij de start moeten er voldoende middelen zijn voor alle afdelingen. 1° De financiering van de DVV bestaat uit een vaste basissokkel, waar alle gemeenten in bijdragen. Bij de opstart wordt voor 6 jaar een geïndexeerde bijdrage van €1,267 per inwoner voorzien. Dit bedrag is gekoppeld aan de doelstellingen in het Meerjarenplan, en aan het organogram van de organisatie. Daarnaast is er een variabel gedeelte, met de dienstverlening en werkingen waar niet alle gemeenten in participeren. 2° Er komt structurele medefinanciering uit grondgebonden activiteiten naar hetzij de DVV Meetjesland, hetzij naar de regioafdeling Meetjesland binnen Veneco². 3° Er wordt gestreefd naar structurele financiering uit dienstverlening aan gemeenten en uit samenaankoop-initiatieven en gedeelde diensten. Er wordt bespaard middels een verlaging van de gemeentelijke bijdragen, waar het kan vanaf 2014. Tevens moet het organiseren van een gezamenlijk, maar licht secretariaat na de opstartfase tot besparing leiden. PRINCIPE 5: Een lichte transparante structuur De DVV heeft een slank bestuur. Volgende bepalingen uit het IGS-decreet worden gevolgd: Een Dienstverlenende Vereniging heeft een Algemene Vergadering en Raad van Bestuur. Stemgerechtigde leden zijn de gemeenten en de provincie. Waarnemende leden zijn deskundigen, middenveld en oppositie. Het zijn de Gemeenteraden die afvaardigen naar de AV. Het stemgewicht wordt bepaald volgens bevolkingsaantal en financiële inbreng. De AV benoemt vervolgens de leden van de RvB. De samenstelling van de RvB is statutair te bepalen. Uitgewerkt voorstel (dd. 26 nov 2013) in bijlage bij de Tussentijdse Nota. Themacommissies De betrokkenheid van schepenen, ambtenaren, middenveld, sectoren en streekactoren situeert zich in de Themacommissies. De werking hiervan, en hoe deze zich verhouden tot de RvB, wordt beschreven in het Oprichtingsdossier. PRINCIPE 6: Sterk partnerschap met het provinciebestuur Het Overlegorgaan verwacht dat het provinciebestuur Oost-Vlaanderen structurele partner wordt in de DVV. Idealiter wordt het Streekhuis de thuisbasis van de DVV. PRINCIPE 7: Naar samenwerking met en integratie van de OCMW's De samenwerking tussen gemeenten en OCMW's wordt meegenomen op regioniveau in de DVV, vanuit het principe dat ook binnen de gemeente (moederbestuur) welzijn een beleidsdomein is. - In een eerste stap worden de OCMW's opgenomen in de bestuursorganen, en wordt er samengewerkt rond de thema's wonen en welzijn.
27
-
In een tweede fase wordt de OCMW-vereniging geïntegreerd in de DVV, om te vermijden dat er in de regio twee structuren aan welzijn werken. Dit ten laatste op het einde van deze legislatuur.
PRINCIPE 8: Middenveld en levende krachten Afgevaardigden van bepaalde sectoren, of personen met een bepaalde expertise, zetelen in de AV, en kunnen ten alle tijden uitgenodigd worden op de RvB voor discussie rond of toelichting van een bepaald dossier. De huidige betrokkenheid van het middenveld en de levende krachten in de streekwerking wordt bestendigd in de themacommissies en overlegtafels. Op actieniveau blijven velerlei streekactoren betrokken. PRINCIPE 9 : Taken en opdrachten De betrokken regionale organisaties zullen in 2014 hun werking en acties in een 'Meerjarenplan 2015-2019' neerschrijven. Gelijkaardig aan de BBC, wordt dit MJP gekoppeld aan budgetten. Op basis van de beschikbare middelen is er een basis organogram uitgewerkt voor de DVV. De taken en opdrachten van de DVV zijn er op gericht om de lokale besturen te ondersteunen; dit gebeurt onder impuls van de Themacommissies en de RvB. Beleidsopdrachten aan lokale besturen vanuit de Vlaamse Overheid worden eveneens intergemeentelijk opgenomen. Daarnaast werkt de DVV vanuit zijn drie afdelingen ook aan streekontwikkeling. Overwegende dat deze negen basisprincipes beantwoorden aan de beoogde grondslagen voor hervorming van de streekwerking, zoals door de gemeenteraad vooropgesteld: - Er wordt gestreefd naar een deelname van zo veel mogelijk gemeenten uit het Meetjesland; - Er wordt gestreefd naar een vereenvoudiging en dus een vermindering van het aantal structuren; - Er wordt gestreefd naar een verhoging van de efficiëntie en daarmee gepaard gaand een beperking van de financiële inbreng van de gemeenten; - Er wordt gestreefd naar een werking die rechtstreeks aangestuurd wordt door de gemeenten; - Er wordt gestreefd naar een duidelijke en slagkrachtige rol voor het burgemeestersoverleg; Overwegende dat er besprekingen zijn geweest met de betrokken regionale organisaties en het middenveld en hierover afspraken zijn gemaakt; Overwegende dat het overlegorgaan er naar streeft om aan de gemeenteraden van juni 2014 het eindrapport voor te leggen, zodat iedere gemeenteraad zich kan uitspreken over het oprichtingsbundel en kan beslissen om, ofwel af te zien van de oprichting van de dienstverlenende vereniging, ofwel akkoord te gaan met de oprichting ervan, ofwel akkoord te gaan mits voorgestelde aanpassingen; Overwegende dat het getuigt van deugdelijk bestuur van het overlegorgaan om in deze fase reeds verantwoording te geven over de werking en de resultaten ervan; Overwegende dat het getuigt van deugdelijk bestuur van de gemeenteraad, om in deze fase reeds principieel akkoord te gaan met de negen basisprincipes voor de oprichting van de dienstverlenende vereniging binnen het Meetjesland; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging, BESLUIT : met unanimiteit (16 ja-stemmen)
28
Artikel 1
Principieel zijn goedkeuring te hechten aan de negen basisprincipes voor de oprichting van een dienstverlenende vereniging binnen het Meetjesland, zoals hoger uiteengezet, en het overlegorgaan te bevestigen in het voorzetten van zijn decretale opdracht
ART. 2
Afschrift van dit besluit aan de financieel beheerder en Streekplatform Meetjesland, Oostveldstraat 91, 9900 Eeklo. 08. Streekwerking – Eindrapport overlegorgaan meetjesland: goedkeuring
De Gemeenteraad, Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het decreet dd. 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, in het bijzonder artikel 25 e.v.; Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 26 september 2013 betreffende streekwerking – oprichten van een Overlegorgaan in de zin van artikel 25, 1ste lid van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking: goedkeuring; Gelet op het eindrapport overlegorgaan Meetjesland, versie mei 2014, goedgekeurd tijdens het burgemeestersoverleg van 10 mei 2014 met daarin als belangrijkste punten: - De beslissing tot stopzetting van de piste oprichten Dienstverlenende vereniging; - Het akkoord tot doorstart van de vzw met aangepast takenpakket; Gelet op de mail dd. 14.05.2014 van het Streekplatform+ Meetjesland met het verzoek om dit eindrapport ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad in juni 2014; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging, BESLUIT : met unanimiteit (16 ja-stemmen) Artikel 1
Het eindrapport overlegorgaan Meetjesland, versie mei 2014, zoals gevoegd in bijlage, wordt goedgekeurd.
ART. 2
Afschrift van dit besluit aan de financieel beheerder en Streekplatform Meetjesland, Oostveldstraat 91, 9900 Eeklo. 09. De Watergroep - uitbreiding waterleidingsnet verkaveling Plassenstraat te Wachtebeke
De Gemeenteraad,
29
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op de brief van de Watergroep dd. 4 juni 2013, ref. 20/71/2TD00/100515/1308/LOC21472/I/ betreffende uitbreiding van het waterleidingsnet van de verkaveling in de Plassenstraat te Wachtebeke; Overwegende dat de kostprijsberekening voor de uitbreiding ten laste van de verkavelaar komt; Gelet op het advies van de brandweer van Zelzate aangevraagd op 4 juni 2014; Na beraadslaging, BESLUIT : met unanimiteit (16 ja-stemmen) Artikel 1
De uitbreiding van het waterleidingsnet van de verkaveling in de Plassenstraat te Wachtebeke wordt goedgekeurd volgens het plan van de Watergroep met nummer 20.53.80/115.
ART. 2
Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de Watergroep - Koning Boudewijnstraat 46 te 9000 Gent, de financieel beheerder en de technische dienst. 10. Samenaankoop elektriciteit 2015-2017 – gunningsbeslissing
De Gemeenteraad, Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op de Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG; Gelet op de Wet van 10 maart 1925 op de Elektriciteitsvoorziening; Gelet op de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het Decreet van 18 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, zoals tot op heden gewijzigd;
30
Gelet op de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988, inzonderheid artikel 94 wat de gewestelijke aspecten van het energiebeleid betreft; Gelet op de wet van 15 juni 2006, betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en het koninklijk besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren (zoals gewijzigd); Gelet op het Decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid en het daarbij horende uitvoeringsbesluit (het “Energiebesluit”) van 19 november 2009; Overwegende dat sinds 1 juli 2003 elke afnemer op de Vlaamse elektriciteitsmarkt vrij is om te contracteren met de elektriciteitsleverancier van zijn keuze.; Overwegende dat de VREG in haar mededeling van 11 november 2002 met betrekking tot het kiezen van een elektriciteitsleverancier door een overheid met toepassing van de wetgeving inzake overheidsopdrachten stelt dat verschillende besturen deze overheidsopdracht gezamenlijk kunnen uitschrijven om hun gezamenlijke behoeften te dekken, en dat door de schaalvergroting van de opdracht een gunstig (neerwaarts) effect op de prijs te verwachten valt; Gelet op de besluiten van het college van burgemeester en schepenen van 8 juli 2013 tot instelling van de opdracht inzake gezamenlijke aankoop van elektriciteit en gas voor de periode 2015-2017 door de gemeente, OCMW , kerkfabrieken en gemeentelijke sportclubs voor hun gebouwen en installaties; Overwegende dat ingevolge de besluiten van 8 juli 2013 aan EANDIS CVBA, met maatschappelijke zetel te 9090 Melle, Brusselsesteenweg 199 in naam en voor rekening van de gemeente werd belast met de materiële organisatie van de opdracht, d.w.z. de publicatie van de aankondiging van de opdracht, het opsturen van het lastenboek, de contacten en de correspondentie met de kandidaatleveranciers, de opening van de biedingen alsook het opmaken van een vergelijkende analyse; Overwegende dat een gunstig neerwaarts effect bereikt kan worden indien verschillende besturen op het grondgebied van de gemeente een gezamenlijke opdracht uitschrijven; Overwegende dat het lopende contract vervalt op 31 december 2014; Overwegende dat aldus een nieuwe opdracht moet gegund worden; Gelet op het P.V. van opening van de inschrijvingen van 28 maart 2014; Gelet op het verslag van het nazicht der biedingen en het voorstel van Eandis cvba, met maatschappelijke zetel te 9090 Melle, Brusselsesteenweg 199, belast met de materiële organisatie van de opdracht inzake de keuze van de leverancier en waaruit blijkt dat vier inschrijvers een regelmatige offerte hebben ingediend; Overwegende dat 1 onregelmatige offerte werd ingediend; Gelet op de totale offertebedragen (exclusief BTW) : Electrabel Customer Solutions € 60.516,24 EDF Luminus € 57.603,78 ENI Gas & Power € 57.902,07 Lampiris € 59.100,02
31
Overwegende dat onregelmatige offertes dienen te worden geweerd om volgende redenen: “Er werd door Elexys nv geen geconsolideerde prijslijst ingediend en de offerte is niet elektronisch ondertekend”; Overwegende dat NV EDF Luminus, Markiesstraat 1 te 1000 Brussel de laagste regelmatige offerte heeft ingediend; Overwegende dat aan het OCMW van Wachtebeke, de kerkfabrieken OLV Geboorte Overslag en SintCatharina en aan de Politiezone Puyenbroeck deze beslissing zal worden overgemaakt opdat zij eveneens zouden kunnen genieten van deze samenaankoop; Na beraadslaging, BESLUIT : met unanimiteit (16 ja-stemmen) Artikel 1
De opdracht inzake levering van elektriciteit aan de gemeente Wachtebeke wordt gegund aan leverancier NV EDF Luminus, Markiesstraat 1 te 1000 Brussel onder de voorwaarden vastgesteld opgesomd in de offerte voor een globale prijs van 57.603,78 euro (excl. BTW).
ART. 2
De inschrijvers, van wie de offerte niet is gekozen (of onregelmatig is bevonden) en de gekozen inschrijver, worden van dit feit onverwijld op de hoogte gebracht.
ART. 3
De opdracht met de gekozen inschrijver stilzwijgend gesloten na afloop van de bijkomende wachttermijn van 15 kalenderdagen (behoudens vordering tot schorsing van de uitvoering van de gunningsbeslissing).
ART. 4
De gemeente zal de gekozen leverancier volmacht geven voor het bekendmaken van de keuze van de nieuwe leverancier aan de distributienetbeheerder.
ART. 5
De gemeente, en in voorkomend geval, het OCMW, de kerkfabrieken en de Politiezone Puyenbroeck zijn zelf verantwoordelijk voor de tijdige betaling van de facturen met betrekking tot de leveringen op hun eigen afnamepunten in onderhavige overheidsopdracht.
ART. 6
In geval van een juridisch geschil met betrekking tot onderhavige overheidsopdracht, anders dan bepaald in artikel 8, is de gemeente mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot haar aandeel in de opdracht.
ART. 7
Dit besluit zal, voor verder gevolg, aan de bevoegde overheid het OCMW, de politiezone Puyenbroeck en de kerkfabrieken OLV Geboorte Overslag en SintCatharina en de financieel beheerder worden overgemaakt.
32
11. Samenaankoop gas 2015-2017 – gunningsbeslissing De Gemeenteraad, Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het Decreet van 18 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988, inzonderheid artikel 94 wat de gewestelijke aspecten van het energiebeleid betreft; Gelet op de wet van 15 juni 2006, betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en het koninklijk besluit van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren (zoals gewijzigd); Gelet op het Decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid en het daarbij horende uitvoeringsbesluit (het “Energiebesluit”) van 19 november 2009; Gelet op de besluiten van het college van burgemeester en schepenen van 8 juli 2013 tot instelling van de opdracht inzake gezamenlijke aankoop van elektriciteit en gas voor de periode 2015-2017 door de gemeente, OCMW , kerkfabrieken en gemeentelijke sportclubs voor hun gebouwen en installaties; Overwegende dat ingevolge de besluiten van 8 juli 2013 aan EANDIS CVBA, met maatschappelijke zetel te 9090 Melle, Brusselsesteenweg 199 in naam en voor rekening van de gemeente werd belast met de materiële organisatie van de opdracht, d.w.z. de publicatie van de aankondiging van de opdracht, het opsturen van het lastenboek, de contacten en de correspondentie met de kandidaatleveranciers, de opening van de biedingen alsook het opmaken van een vergelijkende analyse; Overwegende dat een gunstig neerwaarts effect bereikt kan worden indien verschillende besturen op het grondgebied van de gemeente kunnen deelnemen aan deze gezamenlijke opdracht Overwegende dat het lopende contract vervalt op 31 december 2014; Overwegende dat aldus een nieuwe opdracht moet gegund worden; Gelet op het P.V. van opening van de inschrijvingen van 2 april 2014; Gelet op het verslag van het nazicht der biedingen en het voorstel van Eandis cvba, met maatschappelijke zetel te 9090 Melle, Brusselsesteenweg 199, belast met de materiële organisatie van de opdracht inzake de keuze van de leverancier en waaruit blijkt dat vier inschrijvers een regelmatige offerte hebben ingediend;
33
Gelet op de totale offertebedragen (exclusief BTW) : EDF Luminus €21.477,42 Electrabel Customer Solutions €22.775,22 ENI Gas & Power €21.499,93 Lampiris €22.790,23 Overwegende dat NV EDF Luminus, Markiesstraat 1 te 1000 Brussel de laagste regelmatige offerte heeft ingediend; Overwegende dat aan het OCMW van Wachtebeke, de kerkfabrieken OLV Geboorte Overslag en SintCatharina en aan de Politiezone Puyenbroeck deze beslissing zal worden overgemaakt opdat zij eveneens zouden kunnen genieten van deze samenaankoop; Na beraadslaging, BESLUIT : met unanimiteit (16 ja-stemmen) Artikel 1
De opdracht inzake levering van gas aan de gemeente Wachtebeke wordt gegund aan leverancier NV EDF Luminus, Markiesstraat 1 te 1000 Brussel onder de voorwaarden vastgesteld opgesomd in de offerte voor een globale prijs van 21.477,42 euro (excl. BTW).
ART. 2
De inschrijvers, van wie de offerte niet is gekozen en de gekozen inschrijver, worden van dit feit onverwijld op de hoogte gebracht.
ART. 3
De opdracht met de gekozen inschrijver stilzwijgend gesloten na afloop van de bijkomende wachttermijn van 15 kalenderdagen (behoudens vordering tot schorsing van de uitvoering van de gunningsbeslissing).
ART. 4
De gemeente zal de gekozen leverancier volmacht geven voor het bekendmaken van de keuze van de nieuwe leverancier aan de distributienetbeheerder.
ART. 5
De gemeente, en in voorkomend geval, het OCMW, de kerkfabrieken en de Politiezone Puyenbroeck zijn zelf verantwoordelijk voor de tijdige betaling van de facturen met betrekking tot de leveringen op hun eigen afnamepunten in onderhavige overheidsopdracht.
ART. 6
In geval van een juridisch geschil met betrekking tot onderhavige overheidsopdracht, anders dan bepaald in artikel 8, is de gemeente mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot haar aandeel in de opdracht.
34
ART. 7
Dit besluit zal, voor verder gevolg, aan de bevoegde overheid het OCMW, de politiezone Puyenbroeck en de kerkfabrieken OLV Geboorte Overslag en SintCatharina en de financieel beheerder worden overgemaakt.
12. OCMW – Kennisname jaarrekening 2013 De Gemeenteraad, Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op de art. 56 t.e.m. 66 van het besluit van de Vlaamse Regering, dd. 17/12/1997, betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de OCMW’s; Gelet op het Ministerieel Besluit van 20 juni 2001 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de OCMW’s; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen; Gelet op het OCMW-decreet van 19 december 2008; Gelet op de voorgelegde jaarrekening 2013 van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW); Gelet op de beslissing van de Raad van het OCMW dd.10/06/2014 houdende goedkeuring van de rekening dienstjaar 2013; Neemt kennis, Van de jaarrekening van het dienstjaar 2013 van het OCMW van de gemeente Wachtebeke, goedgekeurd door de OCMW-raad op 10/06/2014 ; Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan de financieel beheerder, het OCMW Wachtebeke, Godshuisstraat 13 te 9185 Wachtebeke en de heer Gouverneur van de provincie OostVlaanderen, Gouvernementstraat 1 te 9000 Gent.
Schriftelijke vragen CD&V Vraag 1 : Toiletten jeugdhuis ’ t Kasseiken. De toiletten , urinoirs, lavabo’s met hun leidingen zijn vernieuwd . Dit zowel van de vrouwen- als herentoiletten. Om deze werkzaamheden uit te voeren werden de vloertegels uitgebroken en daarna werden de openingen met mortel gedicht. Er zijn geen nieuwe tegels geplaatst.
35
De beschermkapjes over de leiding van de urinoirs zijn van bedenkelijke kwaliteit en de w.c.-cabines zijn niet vernieuwd en in slechte staat. Wanneer wordt er verder gewerkt aan de toiletten , vernieuwing van de vloer en de w.c.-cabines ? Schepen Evi Wuytack: In eerste instantie stonden de toiletten in het dossier renovatie jeugdhuis. Uiteindelijk hebben we gekozen om dit zelf te doen. Hiervoor zijn 3 firma’s aangesproken om een offerte op te maken. Aan de hand van deze offertes heeft het college gekozen. De keuze is toen gevallen op de firma Hardenne. In deze offertes is er inderdaad geen rekening gehouden met het vernieuwen van de tegels. Er is reeds een overleg geweest met het jeugdhuis en de jeugddienst (19/5) omtrent deze zaken. Er is toen ook doorgegeven dat als er mankementen zich voordoen in de toiletten of in het gebouw dat onze jeugdconsulente hiervan op de hoogte moet gebracht worden zodat de nodige stappen kunnen genomen worden. Vraag 2: Waarschuwings-/verkeersborden - Domein van Puyenbroeck Twee waarschuwings-/verkeersborden met de vermelding “ uitgezonderd domeinbezoekers” staan aan het begin van de verbindingsweg -kant Puyenbrug en de verbindingsweg - kant Kalvebrug ; daar gedurende de werken aan Kalvebrug de omleiding is aangegeven via de verbindingsweg zouden deze borden in beide rijrichtingen moeten afgedekt worden om in overeenstemming te zijn met het verkeersreglement. Kan dit gebeuren of is de omleiding opgeheven omdat de werken aan Kalvebrug beëindigd zijn ? Schepen Rudy Van Vlaender: Kalvebrug is sinds 24/06/’14 opnieuw beschikbaar voor autoverkeer. De aannemer van W&Z heeft de werken aan het verkeersplateau evenwel niet uitgevoerd zoals oorspronkelijk voorzien. Daarom zal het nodig zijn de brug op een later tijdstip nogmaals 1 tot 2 weken af te sluiten voor het verkeer. De betreffende communicatie gebeurt van zodra met de aannemer concrete afspraken zijn gemaakt. Deze afspraken behelzen ook het afdekken van de verkeersborden die tijdens de werken niet van toepassing zijn. Vraag 3 : Stavaza i.v.m. lopende juridische procedures betreffende voetbalterreinen, kantine enz…. Zijn er ook nog andere lopende procedures i.v.m. de openbare werken in Wachtebeke ? Wat is daar de stavaza ? Burgemeester Rudy van Cronenburg: Wat de juridische procedure over de voetbalterreinen en lokalen betreft heeft onze advocaat gisteren meegedeeld dat de expert die ter plaatse is geweest in de Stationsstraat, zijn eindrapport nog niet heeft afgeleverd. Het rapport wordt eerdaags verwacht. Dan kan er door onze advocaat verder gewerkt worden. Er zijn geen andere juridische procedures lopende . Vraag 4: Betalingen recyclagepark Het komt vaak voor dat mensen betalingen moeten doen bij het afleveren van goederen . Via de automaat kan alleen betaald worden met muntstukken , indien grotere bedragen moeten betaald worden , zijn de afleveraars niet altijd in het bezit van voldoende muntstukken. Soms zijn ze verplicht om in nabije winkels ( o.a. Aldi) bankbiljetten te gaan wisselen , wat eerder vervelend is… Zou in de toekomst de mogelijkheid om met de betaalkaart te betalen kunnen voorzien worden ? Schepen Penneman: Zoals reeds eerder aangehaald wensen we geen nieuwe investeringen te doen op het huidige RP. De betaalautomaat met munten wordt momenteel enkel gebruikt voor de aanvoer voor steenpuin, en zeer uitzonderlijk voor landbouwfolie (voor deze laatste fractie is het niet zo vanzelfsprekend om met munten te betalen, maar de aanvoer is zeer beperkt). Het systeem van de toekomst (dat reeds in voege is op de RP's van Lokeren, Lochristi en Zelzate) zal een rechtstreekse aanrekening worden via het zesmaandelijkse aanslagbiljet. Vraag 5 : Gecoro
36
Het is van 16 dec. 2013 geleden dat er nog een vergadering doorgegaan is van de Gecoro . Op de agenda stonden toen een aantal interessante onderwerpen die zeker opvolging verdienden zoals de actualisering van het GRS, RUP zonevreemde bedrijven, permanente bewoning weekendverblijven.. Is er binnenkort een vergadering voorzien ? Schepen Rudy Van Vlaender: Van zodra een advies m.b.t. het RUP zonevreemde bedrijven dient geformuleerd zal de voorzitter een nieuwe vergadering van de GECORO inplannen. Naar verwachting zal dit in de loop van het najaar het geval zijn. Vraag 6: paaltjes Langelede west : Schepen Rudy Van Vlaender: Het college heeft beslist de paaltjes langs Langelede-West tijdelijk te verwijderen. Hiermee willen we een einde stellen aan het huidige kat-en-muisspelletje met tegenstanders van deze obstakels. De komende weken proberen we toezicht te houden op de verkeersintensiteit langs Langelede-West en tijdens de volgende vergadering van de verkeerscommissie wordt dit thema opnieuw besproken. NVA Vraag 1 : Beperking aanwezigheid infovergadering sociale huisvestingsmaatschappij Volkshaard Op woensdag 2/7 zal de sociale huisvestingsmaatschappij Volkshaard een infovergadering organiseren in het Cultuurhuis met betrekking tot de geplande renovatiewerken van 36 woningen. Dit gebeurt met medewerking van het gemeentebestuur. Tot onze verbazing zijn enkel de bewoners van de witte wijk welkom. Waarom deze beperking ? Waarom mogen andere bewoners van de Warandewijk en Wachtebeke niet aanwezig zijn en vragen stellen aan de verantwoordelijken van de Volkshaard ? Schepen Rudy Van Vlaender: De belangrijkste doelstelling van de vergadering op 2/07/2014 bestaat erin de huurders van de betreffende woningen een zo volledig mogelijk overzicht te geven van de geplande werken. Tijdens de infovergadering zullen alle betrokken diensten van Volkshaard, de aannemer en het architectenbureau aanwezig zijn. De huisvestingsmaatschappij stelt zich tot doel op alle vragen van zijn huurders een antwoord te bieden en daarom wordt een uitgebreid panel aan deskundigen uitgenodigd zodat alle aspecten van het renovatieproces kunnen belicht worden. Indien alle huurders van Volkshaard zouden worden uitgenodigd, dan bestaat het gevaar dat de specifieke vragen van de inwoners van de Witte wijk in verdrukking komen en eventueel onbeantwoord blijven. Wij verwijzen hier nogmaals naar onze dienstverlening van ‘Woonwijzer Meetjesland’ waar uiteraard ook alle huurders van Volkshaard terecht kunnen. Indien deze inwoners vinden dat de dienstverlening van de huisvestingsmaatschappij onvoldoende of niet tegemoet komt aan hun noden dan kunnen zij hiervoor elke maandagnamiddag in het gemeentehuis terecht. Vraag 2 : Gemeenteraad zomermaanden We kunnen akkoord gaan dat er in juli en augustus geen gemeenteraad wordt georganiseerd wanneer dit niet nodig is. Maar we gaan niet akkoord met het nemen en uitvoeren van beslissingen door het college die onderworpen zijn aan de voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad. De gemeenteraad mag niet achter de feiten lopen. Wanneer deze zomer dergelijke dringende beslissingen moeten genomen worden vragen we de gemeenteraad alsnog bijeen te roepen. Burgemeester Rudy Van Cronenburg De gemeenteraad heeft de laatste jaren aan bevoegdheden ingeboet door het feit de Vlaamse overheid meer macht aan het College heeft toegewezen. We hebben soms moeilijkheden om een voldoende gestoffeerde agenda te hebben iedere maand . Toch blijft voor ons de gemeenteraad het belangrijkste politieke beslissingsorgaan. Daarom willen we ook regelmatig thema’s agenderen op de raad, zoals eerder de brandweerhervorming, de toetreding tot Meetjesland, de politie gebouwen problematiek, enz. Ook in de toekomst willen we dit blijven doen. Maar in de 34 jaar dat ik inde gemeenteraad zit , is er slechts een zitting doorgegaan in de zomermaanden en dat was dan nog omdat de oppositie ze had samengeroepen. Indien er zich zaken aandienen die dringend een
37
gemeenteraadsbeslissing vereisen zullen we tijdens de zomer de raad samenroepen, maar het is onwaarschijnlijk. Vraag 3 : Delen van het containerpark Zelzate In de krant lazen we dat het gemeentebestuur van Wachtebeke aan het onderhandelen is met het gemeentebestuur van Zelzate om het containerpark te delen. Graag hadden we hierover wat meer toelichting gekregen ? Schepen Penneman: Momenteel wordt door IDM en alle betrokken gemeenten een stand van zaken opgemaakt van de bestaande RP. Hierbij wordt extra aandacht besteed aan capaciteit, ligging en infrastructuur. Aangezien alle gemeente van IDM de belofte hebben gemaakt dezelfde tariefstructuur in de toekomst te gebruiken, ligt de weg naar het delen van 'gemeentelijke' infrastructuur open. Momenteel draait er een proefproject op het RP van Lochristi met aanvoer van inwoners uit Lokeren, bij succes kan dit ook in andere gemeenten geïmplementeerd worden. Vraag 4 : STAVAZA compensatie Gentse kanaalzone In de nieuwe nieuwsbrief van mei van de projectgroep Gentse Kanaalzone worden de volgende kanaalzonepartners geciteerd: “de Vlaamse overheid, de Stad Gent en de gemeenten Evergem en Zelzate, het Havenbedrijf Gent en de provincie”. We zien Wachtebeke nog steeds niet opduiken als partner hoewel het gemeentebestuur beloofd heeft om hieraan te werken. In welke mate wordt het gemeentebestuur van Wachtebeke vandaag betrokken in de besluitvorming van deze projectgroep ? Is er nog nieuws met betrekking tot de natuurcompensatie voor de Gentse haven ? Is het onderzoek afgerond en is er een aanbeveling naar de (nieuwe) Vlaamse regering ? Schepen Rudy Van Vlaender: Het dossier van de natuurcompensatie stond op 20 juni 2014 geagendeerd tijdens een vergadering van de Vlaamse regering van lopende zaken. Tot op 26/06 is het gemeentebestuur van Wachtebeke niet in kennis gesteld van een beslissing ter zake. Schepen Penneman: Ondertussen heeft de Vlaamse regering laten weten dat het project afgeblazen is omwille van juridische redenen (zie persbericht). De compensatie zoals deze voor lag is niet langer nodig, het dossier is wel doorgeschoven naar de gouverneur. Meer nieuws zal volgen. Vraag 5 : motorcrosswedstrijd 1 juni 2014 Voor deze motorcrosswedstrijd werd door het college geen toestemming verleend. Toch is deze wedstrijd doorgegaan. Plant het gemeentebestuur hier nog verdere acties of maatregelen ? Burgemeester Rudy Van Cronenburg: het is inderdaad zo dat het schepencollege geen toelating had gegeven, door een concurrerende motorcluborganisatie werd klacht neergelegd bij de gouverneur. De burgemeester moest dit verantwoorden. Laat het duidelijk zijn, vanaf volgend jaar zal in de broedperiode tussen 1 april en 30 juni geen enkele motorcrosswedstrijd toegelaten worden op deze site van de Mendonkse Dreef. Van geen enkele club , geen enkele! Vraag 6 : tweede verblijven Puyenbroeck In de notulen van het college van 19 mei lezen we: “ Het college van burgemeester en schepenen stelt het kohier “Tweede verblijven/weekendverblijven” – aanslagjaar 2014 vast en verklaart dit uitvoerbaar voor een bedrag van tachtigduizend achthonderd euro en nul cent (Provinciaal Domein Puyenbroeck)”. Betekent dit dat er een akkoord is met de provincie rond het belasten van de tweede verblijven/weekendverblijven in Puyenbroeck ? Schepen Penneman: Deze tweede verblijftaks wordt al jaren geheven op de houders van een vaste staanplaats op de camping.
38
Vraag 7 : onweer nacht van 8 op 9 juni Het gemeentebestuur heeft beloofd alle schadegevallen te verzamelen met het oog op een eventuele erkenning als natuurramp. Hoeveel dossiers werden hiervoor tot op heden ingediend ? Burgemeester Rudy Van Cronenburg: Voor Wachtebeke volgende info: over schade Hagelstorm op maandagmorgen 9 juni 14 - tss 01 u en 01u30 429 gevallen + 19 landbouwdossiers Verdeling gevallen : * 303 auto's * 221 caravans/mobilhomes * 76 veranda's/serres/pergola's/Veluxramen.. * 85 andere schade zoals schade aan dakgoten, dakpannen, tuinmeubilair, rolluiken, tenten, rieten daken, raamkozijn, ... In deze aantallen zijn ook de dossiers van het provinciaal domein Puyenbroeck inbegrepen. Bedrag op basis van schatting per dossier = 1.143.000 € In rekening genomen bedragen: * auto's: 1000 € * caravans/mobilhomes : 2000 € * veranda's, velux, serres : 3000 € * andere : 2000 € In deze bedragen is de schade aan teelten/gewassen niet inbegrepen. Er zijn sindsdien nog talrijke meldingen binnengekomen. Deze aangiftes dienden enkele om de gouverneur toe te laten vast te stellen hoeveel schadegevallen er in Oost Vlaanderen waren en voor welk bedrag. De eigenlijke aanvraag zal nog moeten gebeuren door de betrokkenen zelf. Schepen Piet Penneman: De landbouwcommissie kwam op dinsdag 24 juni 2014 samen. Namens de gemeenteraad, Op bevel, De Gemeentesecretaris,
De Voorzitter,
D. TACK
E. HEIRWEGH
39