Burgemeester en wethouders
gemeente Schiedam
Postbus 1501 3100 EA Schiedam Stadskantoor Stadserf 1 3112 DZ Schiedam T 010 219 1111 F 010 246 53 51 W www.schiedam.nl
Aan de gemeenteraad van Schiedam
UW KENMERK
ONS KENMERK
08UIT14201 UW BRIEF VAN
DOORKIESNUMMER
18 november 2008
010-2191833
28 november 2008 E-MAIL
[email protected]
ONDERWERP
Flankerend beleid tijdelijke arbeidsmigranten Geachte dames, heren, Door de instroom van tijdelijke arbeidsmigranten uit de Midden- en Oost-Europa is het tekort aan goedkope - arbeidskrachten in een aantal sectoren van de Nederlandse econom.e verholpen. Daarbij L e t vooral worden gedacht aan de agrarische sector en dan met name de kas- en tuinbouw, maar ook in de bouw en de Rotterdamse haven. Tegelijkertijd zijn er ook problemen ontstaan Daar waar deze werkgelegenheid vlak bij grote steden ligt, zoals het Westland tussen Den Haag en de Rijnmond, zlJ n de arbeidsimgranten vaak gehuisvest in wijken van deze grote steden, die toch al te maken hebben met een opstapeling van problemen, onder andere waar het de leefbaarheid betreft. In deze steden (Den Haag, Rotterdam, Schiedam) zijn maatregelen getroffen om deze problemen, die wel onder de noemer 'overbewoning' worden samengevat, aan te pakken. In Schiedam is dat gebeurd door het reguleren - en waar nodig terugdringen - van het aantal kamerverhuurbedrijven. Arbeidsmigranten worden namelijk door hun werkgever in veel gevallen groepsgewijs in woningen ondergebracht, wat als kamerverhuur ,s aan te merken. Vanaf 1 april 2008 is een vergunningregime van kracht: kamerverhuurbedrijven moeten ^schikken over een zogenaamde onttrekkingsvergunning. Voor bestaande kamerverhuurders gold tot 1 mei 2008 een overgangssituatie: mits tijdig aangemeld krijgen zij een vergunning. Voor bedrijven die zich na 1 mei 2008 melden, gelden drie criteria op grond waarvan de vergunning in ieder geval wordt geweigerd. Tegelijkertijd met het vaststellen van dit - stringente - beleid is door de gemeenteraad en het college van Burgemeester en Wethouders ook uitgesproken dat er zogenaamd flankerend beleid moet worden ontwikkeld. Deze arbeidsmigranten hebben immers het recht om in Nederland te werken en voorzien ook in een behoefte aan arbeidskrachten in een aantal sectoren. Dat betekent dat ze ook recht hebben op fatsoenlijke huisvesting, adequate welzijnsvoorzieningen, een normale sociaal-economische positie en goede voorlichting.
1
Voor de besluiten die door de gemeenteraad en het college van B&W zijn genomen: zie www.schiedam.nl/kamerverhuur.
Op 6 juni 2008 is er een expertmeeting gehouden in de Aleidazaal, waarbij een groot aantal experts aanwezig waren uit alle geledingen van de Schiedamse samenleving die op een of andere manier met tijdelijke arbeidsmigranten te maken hebben. De nota '(Tijdelijk) Thuis in Schiedam' is daarna verder ontwikkeld. In deze nota worden de mogelijkheden van flankerend beleid verkend en daarvoor vijftien voorstellen gedaan, die over de genoemde beleidsterreinen zijn verspreid. Het college heeft in zijn vergadering van 18 november 2008 de nota inclusief de beleidsvoorstellen vastgesteld. De nota is als bijlage bij deze brief gevoegd. In hoofdstuk 8 vindt u een samenvatting van de voorstellen. Twaalf van de vijftien voorstellen kunnen uit het reguliere budget worden betaald. Drie voorstellen vergen in 2009 een uitgave van € 19.600,-. Bij de voorjaarsnota 2009 is er extra inzet aangevraagd voor het project Overbewoning verantwoord binnen het programma Veiligheid. In de begroting is daarvoor voor de jaren 2009 en 2010 een bedrag van € 85.000,- gereserveerd en voor het jaar 2011 een bedrag van € 80.000,-. Van de gereserveerde gelden is 40% bestemd voor het flankerend beleid. Het budget is toereikend om deze drie voorstellen uit te kunnen voeren. Wij vertrouwen er op dat met de uitvoering van dit flankerende beleid, in combinatie met het kamerverhuurbeleid, de overlast in voldoende mate wordt teruggedrongen en tijdelijke arbeidsmigranten zich onderdeel voelen van de Schiedamse samenleving. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Schiedam, de secretaris, de burgemeester,
B. MarrÏÏussen/
"^WJVl. Verver-Aartsen
Bijlage: Nota '(Tijdelijk) Thuis in Schiedam'
(Tijdelijk) Thuis in Schiedam
Voorstellen voor een flankerend beleid t.a.v. tijdelijke arbeidsmigranten uit Midden-en Oost-Europa
Gemeente Schiedam November 2008
Leeswijzer Na de inleiding wordt in deze nota stilgestaan bij de meest recente ontwikkelingen. Paragraaf 2 bevat een kort overzicht van wat zich op landelijk niveau afspeelt: de tweede migrantentop, de voortgaande discussie over o.a. certificering van arbeidsbureaus en de onderzoeken die plaatsvinden om meer zicht en grip te krijgen op de (tijdelijke?) arbeidsmigratie uit Midden- en Oost-Europa. \n paragraaf 3 wordt geschetst wat er in Schiedam is gebeurd sinds in het voorjaar besloten is de kamerverhuur te binden aan een vergunningensysteem. De stand van zaken m.b.t. dit vergunningensysteem komt aan bod, evenals de initiatieven die op regionaal niveau zijn genomen, wat o.a. geleid heeft tot het sluiten van een convenant tussen Schiedam, Rotterdam en Vlaardingen. En de sxpertisemeeting op 6 juni 2008, waar uitgebreid gesproken is over het zogenaamde flankerend beleid. Daar gaan de volgende paragrafen over. Paragraaf 4 handelt over alternatieve huisvesting. Na stilgestaan te hebben bij de vraag in hoeverre de gemeentelijke verantwoordelijkheid strekt, komen drie mogelijkheden aan de orde: tijdelijke verhuur van slooppanden, het gebruik van leegstaande kantoorpanden en containerwoningen. Het welzijnsbeleid komt aan de orde in paragraaf 5. Hoewel er nog geen scherp inzicht bestaat in de behoefte bij tijdelijke arbeidsmigranten zélf in Schiedam, kan er op grond van ervaringen van worden uitgegaan dat een lichte vorm van inburgering welkom is. Waar het om leerplichtige kinderen van arbeidsmigranten gaat, is duidelijk dat er nog wel een en ander moet gebeuren om hen in de schoolbanken te krijgen. Verder wordt in deze paragraaf kort ingegaan op wijkactiviteiten voor tijdelijke arbeidsmigranten en het voorkomen dat sociaal zwakke groepen het slachtoffer worden van het strengere beleid t.a.v. kamerverhuur. Paragraaf 6 gaat in op de sociaal-economische positie van tijdelijke arbeidsmigranten. Goed werkgeverschap staat daarin centraal, en dan vooral de positie van uitzendbureaus. Om het kaf van het koren te scheiden is een scherper toezicht nodig. Daarvoor is landelijke regelgeving nodig, maar ook op plaatselijk en regionaal niveau kan het een en ander gebeuren. Zoals een actieve informatieuitwisseling tussen interventieteam en landelijke controle-instanties en afspraken tussen de gemeente en bonafide uitzendbureaus. Belangrijk op alle terreinen is een goede communicatie: daar gaat paragraaf 7 over. Tijdelijke arbeidsmigranten horen te weten waar zie zich in Nederland aan hebben te houden én waar ze recht ophebben. Veel misverstanden kunnen daardoor weggenomen worden. Maar ook werkgevers, huisvesters en buurtbewoners zijn gebaat bij goede informatie. Een goed informatiepakket-digitaal en op papier-, een Pools spreekuur in de Stadswinkel en een centraal meldpunt voor overlast kunnen daarbij behulpzaam zijn. Buurtbewoners tenslotte kunnen beter beslagen ten ijs komen als ze weten welke panden een onttrekkingsvergunning hebben, cq. waarvoor een vergunningsaanvraag is aangevraagd. In de nota worden op een aantal plekken voorstellen gedaan. Deze staan nog eens samengevat in paragraaf 8.
1. Inleiding Met de uitbreiding van de Europese Unie tot 27 lidstaten - en het daarbij behorende vrij verkeer van goederen, personen en kapitaal - is er langzaam maar zeker een arbeidsmigratiegolf op gang gekomen vanuit Midden- en Oost-Europa naar onder andere Nederland'. Een dergelijk arbeidsmigratiegolf is niet nieuw. Door de eeuwen heen hebben zich dergelijke bewegingen voorgedaan, voortgestuwd door de economische conjunctuur. Als er in Nederland werk te vinden was waardoor mensen het voor zichzelf en hun familie beter konden krijgen, dan kwamen ze. De omgekeerde beweging vond - en vindt - ook plaats: Nederlanders die emigreren. Door de instroom van arbeidsmigranten uit de Midden- en Oost-Europa is het tekort aan - goedkope arbeidskrachten in een aantal sectoren van de Nederlandse economie verholpen. Daarbij moet vooral worden gedacht aan de agrarische sector en dan vooral de kas- en tuinbouw, maar ook in de bouw en de Rotterdamse haven. Tegelijkertijd zijn er ook problemen ontstaan. Daar waar deze werkgelegenheid vlak bij grote steden ligt, zoals het Westland tussen Den Haag en de Rijnmond, zijn de arbeidsmigranten vaak gehuisvest in wijken van deze grote steden, die toch al te maken hebben met een opstapeling van problemen, onder andere waar het de leefbaarheid betreft. In deze steden (Den Haag, Rotterdam, Schiedam) zijn maatregelen getroffen om deze problemen, die wel onder de noemer 'overbewoning' worden samengevat, aan te pakken. In Schiedam is dat gebeurd door het reguleren - en waar nodig terugdringen - van het aantal kamerverhuurbedrijven. Tijdelijke arbeidsmigranten worden namelijk door hun werkgever in veel gevallen groepsgewijs in woningen ondergebracht, wat als kamerverhuur is aan te merken. Vanaf l april 2008 is een vergunningregime van kracht: kamerverhuurbedrijven moeten beschikken over een zogenaamde onttrekkingsvergunning. Voor bestaande kamerverhuurders gold tot l mei 2008 een overgangssituatie: mits tijdig aangemeld krijgen zij een vergunning. Voor bedrijven die zich na l mei 2008 melden, gelden drie criteria op grond waarvan de vergunning in ieder geval wordt geweigerd. Tegelijkertijd met het vaststellen van dit - strikte - beleid is door de gemeenteraad ook uitgesproken dat er zogenaamd flankerend beleid moet worden ontwikkeld. Tijdelijke arbeidsmigranten hebben immers het recht om in Nederland te werken en voorzien ook in een behoefte aan arbeidskrachten in een aantal sectoren. Dat betekent dat ze ook recht hebben op fatsoenlijke huisvesting, adequate welzijnsvoorzieningen, een normale sociaal-economische positie en goede voorlichting. In deze nota worden de mogelijkheden daarvan verkend en daarvoor voorstellen gedaan.
1
Dit zijn de landen uit Midden- en Oost-Europa die op 1 mei 2004 zijn toegetreden tot de EU: Polen, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije en Slovenië; voorts Bulgarije en Roemenië die op 1 januari 2007 zijn toegetreden. 2 Voor de besluiten die door de gemeenteraad en het college van B&W zijn genomen: zie www.schiedam.nl/kamerverhuur.
Expertmeeting 6 juni 2008 Op 6 juni 2008 belegde de gemeente Schiedam een expertmeeting over tijdelijke arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa in de Aleidazaal van het Stadskantoor onder het motto '(Tijdelijk) Thuis in Schiedam'. Op deze bijeenkomst waren zo'n 55 experts aanwezig uit alle geledingen van de (Schiedamse) samenleving die op een of andere manier met deze arbeidsmigranten te maken hebben: uit het onderwijsveld, uitzendbureaus, welzijnswerk, corporaties, bewonersgroepen, de gemeente enz. Doel was om ervaringen en standpunten uit te wisselen over de mogelijkheden die de gemeente heeft om op de verschillende beleidsterreinen (huisvesting, welzijn, onderwijs, sociaal-economisch, communicatie) initiatieven te ontwikkelen die positie van tijdelijke arbeidsmigranten verbetert. En dit dan als vervolg op een strikt beleid dat de gemeente Schiedam voert m.b.t. kamerverhuurbedrijven. Of zoals één van de inleiders het formuleerde: 'Zoek naar evenwicht: probeer problemen te voorkomen door een strenge handhaving en regelgeving, maar wees flexibel bij het zoeken naar oplossingen.' De expertmeeting was ook bedoeld om de conceptnotitie '(Tijdelijk) Thuis in Schiedam', waarin de mogelijkheden van dit 'flankerende' beleid worden verkend en die de deelnemers van te voren hadden ontvangen, verder te ontwikkelen en te schragen. Deze nota is daar mede het resultaat van.
2. Recente (landelijke) ontwikkelingen Sinds de besluitvorming in het college en de gemeenteraad in februari resp. maart 2008 hebben de ontwikkelingen niet stilgestaan. Er is een tweede 'Polentop' door de gemeente Den Haag georganiseerden in de landelijke politiek is sprake van een voortschrijdend inzicht. Daarnaast komen ook de eerste wetenschappelijke rapporten los over het betrekkelijk jonge verschijnsel van tijdelijke arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa.
2.1. Migrantentop Op 19 juni is er door de gemeente Den Haag een tweede 'Polentop' (inmiddels omgedoopt tot Migrantentop) georganiseerd, er zijn twee onderzoeken gepubliceerd m.b.t. arbeidsmigranten en op de dag van deze Migrantentop kwam de minister van Sociale Zaken met een brief aan de Tweede Kamer waarin hij uitgebreid ingaat op de monitoring van de uitzendbranche. Op de Migrantentop in Den Haag werd duidelijk dat een aantal gemeenten, waaronder Schiedam, een actief beleid voert om de overlast die door overbewoning wordt veroorzaakt, terug te dringen. Maar ook werd duidelijk dat gemeenten initiatieven nemen om de situatie van arbeidsmigranten te verbeteren, waarbij ook een beroep werd gedaan op de aanwezige ministers Donner en Vogelaar om daarbij de nodige ondersteuning te geven. Daarbij stonden vooral drie zaken centraal:
• • •
een verplichte certificering van uitzendbureaus om zo malafide werkgevers aan te kunnen pakken; ontwikkeling van een integratiebeleid dat is toegesneden op de bijzondere positie van tijdelijke werknemers ('inburgering-light'); de gezamenlijke verantwoordelijkheid van uitzendbureaus, werkgevers, corporaties en gemeenten om voor fatsoenlijke huisvesting te zorgen.
De VNG, die een actieve rol heeft gespeeld bij beide 'Polentops' en in het voorjaar regionale bijeenkomsten over het gemeentelijke beleid t.a.v. tijdelijke arbeidsmigranten organiseerde, heeft samen met het ministerie van VROM 'factsheets' opgesteld, die gemeenten kunnen gebruiken bij hun beleid. De VNG-website heeft een apart dossier 'arbeidsmigranten' waar deze -en andere- praktische informatie te vinden is. De twee Migrantentoppen zijn zeer nuttig geweest. Niet alleen omdat gemeenten informatie onderling konden uitwisselen, maar ook omdat de ministers die bij beide gelegenheden aanwezig waren, duidelijk kon worden gemaakt dat een actievere rol van het Rijk noodzakelijk is. De Schiedamse expertmeeting (zie hiervoor) was eveneens nuttig, zij het om een andere reden: informatie-uitwisseling tussen de gemeenten en betrokken professionals op lokaal niveau. Het kan nuttig zijn om over enige tijd een nieuwe bijeenkomst te organiseren. Omdat op dit moment de urgentie en behoefte nog niet is vast te stellen is het volgende voorstel ruim geformuleerd. Voorstel: Verdere expertisevorming is nodig, zowel op landelijk als op lokaal en regionaal niveau. Om daar aan te kunnen bijdragen wil de gemeente Schiedam als daar aanleiding toe is een expertisebijeenkomst organiseren. Aard en doelgroep van deze bijeenkomst hangt af van de behoefte en de urgentie.
2.2. Regering In de brief van 19 juni 2008 gaat minister Donner in op de voortgang die het laatste jaar is gemaakt m.b.t. het aanpakken van (malafide) uitzendbureaus.4 Hoewel het aantal malafide uitzendbureaus volgens verschillende bronnen nog steeds fors is -schattingen lopen uiteen van 1500 tot 6000- is er volgens de minister hard aan gewerkt om het toezicht en de handhaving te verbeteren. Zo is de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de toezichthoudende instanties 'verder verbeterd'. En groeit het aantal ondernemingen dat zich - vrijwillig- laat registreren als (al dan niet NENgecertificeerd) uitzendbureau door de Stichting Normering Arbeid (SNA), die een openbaar register bijhoudt.6 Daaruit blijkt overigens dat lang niet alle geregistreerde uitzendbureaus ook gecertificeerd zijn. En daarnaast zijn er duizenden niet-geregistreerde uitzendbureaus. Overigens blijkt een certificaat geen garantie te zijn voor goed gedrag. Controles van de Arbeidsinspectie in 2007 wezen uit dat zowel gecertificeerde (11%) als niet-gecertificeerde uitzendbureaus (16%) in de fout gingen, bijv. als het
3
Zie www.vng.nl > beleidsvelden > wonen > arbeidsmigranten. Brief van het minister Donner aan de Tweede Kamer dd 19 juni 2008, te vinden op de website van het ministerie: http://docs.szw.nl/pdf/34/2008/3420083J 1952.pdf 5 Het gaat dan om de Arbeidsinspectie, de Belastingdienst, de Sociale Inlichtingen- en Opsoringsdienst (SIOD) en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD). 6 Zie www.normeringarbeid.nl 4
ging om de naleving van de Wet op het Miiumumloon.7 Vanuit de brancheverenigingen van uitzendbureaus (ABU en VIA) zijn voorstellen gelanceerd om tot stringentere regelgeving over te g a n zoals een verplichte certificering en registraüe, verplichting om tot een eerstedagsmeldmg over e gaan van werkgevers die uitzendkrachten bij een met-geregistreerd uitzendbureau inhuren en alleen e ! loonbelastingnummer af te geven aan geregistreerde uitzendbureaus. Deze- en,andere^.oorstellen worden nader door de minister bestudeerd. In de brief zegt hij toe aanvullende wetgeving voor te bereiden die werkgevers een grotere aansprakelijkheid geeft als zij werken met malafide l e n d b u r e a u , Vergeleken met vorige brieven van de minister lijkt het er op dat hn b e r e i s tot e stringenter beleid t.a.v. de uitzendbranche. De aanhoudende druk van gemeenten, de Tweede Kamer, FNV én brancheverenigingen begint zijn vruchten af te werpen.
2.3. Landelijk onderzoek In de brief van de minister maakt hij gewag van het onderzoek dat Regioplan in opdracht van het ministerie van SZW heeft verricht naar de effecten van het openstellen van de grenzen voor tndehjke arbeidsmigranten * Zo blijkt uit dit onderzoek dat 66% van de uitzendbureaus d.e arbeidsmigranten „ t a reren niet bekend is met de NEN- C e rtlfi catie. Slechts 8% van de uitzendbureaus en w e r v e r s die met tijdelijke arbeidsmigranten werken denkt dat een groot deel van de arbeidsmigranten zich hier permanent zullen vestigen. Werkgevers in de land- en tuinbouw zijn het meest enthousiast over de komst van de arbeidsmigranten, de werkgevers in de bouw het minst. Arbeidsmigranten m verstedelijkte gebieden zijn gemiddeld 17 kilometer van hun werkplek gehuisvest, * * — » * " landelijk gebied germddeld 11 kilometer. De onderzoekers denken wel dat er meer overtredingen zijn van sociale wetgeving dan de Arbeidsinspectiemeldpunten inventariseren. D,t baseren^zij, op gesprekken met sociale partners én cijfers van de Poolse ambassade, waar in 2007, 200 schnftehjke meldingen binnen kwamen over problemen in de arbeidssfeer. Dat veel gemeenten waar arbeidsmigranten wonen, moehe hebben met de h u . s v e s t m g s s ^ e 1S geen nieuws De onderzoekers bepleiten een bovengemeentelijke aanpak, om zowel het waterbedeffect (bij strikt beleid) als de aanzuigende werking (bij positief beleid) te voorkomen. Uit recent onderzoek blijkt dat er tussen de 100.000 en 120.000 arbeidsmigranten worden bemiddeld door zo'n 5 000 tot 6.000 malafide arbeidsbemiddelaars.9 Uit het onderzoek blijkt dat de land- en tuinbouwsector de grootste afnemer is van malafide bemiddelaars, dat onderbetaling de meest voorkomende fraude is, gevolgd door uitbuitingsituaties in de woonruimtevoorziening.
' Deze percentages hebben betrekking op het aandeel binnen de eigen groep, dus gecertificeerde resp. nia-
,ÏZ^£iï^£££^*.
* « * *'<**is«™«lMto™dewebslte vm
r u C l i j k e n , code™* naar malafide bemiddelaars op de arbeidsmarkt' van het bureau 'Research voor Beleid' m opdracht van het SNCU, Süchting Naleving CAO-contracten voor U.tzendbureaus, 22 augustus 2008. Zie: www.sncu.nl z e
3. Recente ontwikkelingen in Schiedam Zoals in de inleiding is vermeld heeft Schiedam per 1 april 2008 een kamerverhuurbeleid ingevoerd. Vanaf die datum zijn kamerverhuurders verplicht over een zogenaamde onttrekkingsvergunning te beschikken. Bovendien wordt het al bestaande vergunningenregime van de gebruiksvergunning gehandhaafd. Hoe staat het met dit vergunningenbeleid? Voorts is er nadrukkelijk naar gestreefd om op regionaal niveau de discussie over een gezamenlijke aanpak aan te zwengelen. Ook is er met Rotterdam en Vlaardingen een convenant gesloten over een gezamenlijke aanpak.
3.1. Vergunningenverlening en handhaving Tot op heden (1 september 2008) zijn in totaal 145 aanvragen voor een onttrekkingsvergunning ontvangen. Deze locaties worden momenteel zorgvuldig beoordeeld. Ook in het licht gezien van de 10 gewijzigde brandveiligheidregeling, want op 1 oktober a.s. treedt het Gebruiksbesluit in werking. De afhandeling van de onttrekkingsvergunningen valt in drie stappen uiteen. 1) Een toets op volledigheid van de stukken en afstemming met de brandweer. Hiervoor zijn praktische werkafspraken gemaakt om elkaar op de hoogte te houden en informatie uit te wisselen. 2) Daarna wordt de aanvraag beoordeeld en getoetst door de woningtoezichthouder van de afdeling Vergunningen en Handhaving. Daarbij wordt advies ingewonnen bij Onderzoek en Statistiek, Brandweer en Afdeling Ruimtelijk gebruik. 3) Vervolgens wordt er controle uitgevoerd op de uitvoering: handhaving. Voor handhaving worden de volgende instrumenten ingezet: Aanschrijving/aanzegging op basis van de Huisvestingswet Als een bestaand kamerverhuurbedrijf niet over een onttrekkingsvergunning beschikt, schrijft de gemeente de hoofdbewoner/eigenaar van het betreffende adres/pand aan om de in strijd met de Huisvestingswet zijnde situatie te herstellen naar een niet-strijdige situatie. Dat wil zeggen dat het kamerverhuurbedrijf alsnog de gelegenheid wordt geboden om een vergunning aan te vragen. Als het om een nieuw kamerverhuurbedrijf gaat, dat geen vergunning heeft en ook geen vergunning kan krijgen, omdat het niet aan de criteria voldoet, moeten de onrechtmatige huurder(s) het pand binnen een gestelde termijn (redelijke termijn) verlaten. In het geval het kamerverhuurbedrijf wel over een onttrekkingsvergunning beschikt, maar geconstateerd wordt dat er meer bewoners zijn dan is toegestaan, moet de eigenaar de situatie terug te 10
Kortweg gezegd regelt dit besluit dat de gebruiksvergunning (iv.m. brandveiligheid vereist in het geval dat er aan meer dan vier personen onzelfstandige woonruimte wordt verschaft) wordt vervangen door een gebruiksmeldingsplicht voor kamergewijze verhuur (meer dan een huishouden en meer dan vier personen). Deze gebruiksmelding moet ten minste vier weken voor de aanvang van het gebruik schriftelijk aan B&W plaatsvinden; B&W kunnen nadere voorwaarden opleggen. B&W kunnen besluiten dat de gebruiksmleding niet (langer) geldig is als niet aan de (nadere) voorwaarden is voldaan.
brengen naar het maximale aantal toegestane bewoners. Het maximale aantal toegestane bewoners is geregeld in de bouwverordening, maar wordt ook genoemd in de onttrekkingsvergunning. Dwangsom en bestuursdwang Wordt er geen gehoor gegeven aan de aanschrijving, dan kan de gemeente een dwangsom opleggen. Eventueel kan de gemeente bestuursdwang toepassen volgens de procedure van de Awb. Deze procedure is nogal arbeidsintensief. Het is niet mogelijk om beide instrumenten tegelijk in te zetten.
3.2. Regionale aanpak De gemeente Schiedam heeft, in samenspraak met Rotterdam, aangedrongen op een actieve rol van de stadsregio m.b.t. het arbeidsmigrantenbeleid. Tot nu toe wordt alleen in de grote gemeenten (Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen) een actief beleid gevoerd. Om het zogenaamde waterbedeffect te voorkomen (nl. dat aangrenzende gemeenten worden geconfronteerd met onwenselijke gevolgen van strikt beleid) is die regionale aanpak nodig. Maar dan moeten de overige gemeenten -en de stadsregioom te beginnen wel inzien dat die gezamenlijke aanpak nodig en nuttig is. Aanvankelijk bleek dat niet echt het geval te zijn. Uit een inventarisatie die de stadsregio medio april 2008 maakte, waar acht van de zestien regiogemeenten aan meededen, bleek dat vooral de drie grote gemeenten die behoefte hadden. Op een door de stadsregio georganiseerde bijeenkomst in juni, waar Rotterdam en Schiedam hun ingezette beleid presenteerden aan de andere aanwezige regiogemeenten, bleek het inzicht gegroeid te zijn dat het toch nuttig is om op het niveau van de stadsregio -als eerste stap- kennis en ervaring te delen.
3.3. Convenant Schiedam met Rotterdam en Vlaardingen Het overleg op regionaal niveau leidde er al snel toe dat de gemeenten die het meest met de komst van tijdelijke arbeidsmigranten worden geconfronteerd (Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen) de koppen bij elkaar hebben gestoken om informatie uit te wisselen. Al snel bleek dat de drie gemeenten dezelfde benadering kiezen. Namelijk dat er naast positieve effecten van de toegenomen arbeidsmigratie ook negatieve effecten zijn, zoals overbewoning, malafide uitzendbureaus en slecht werkgeverschap. Daarom hebben zij een convenant gesloten over een gezamenlijke aanpak van de volgende zaken. • Het bestrijden van huisvesting die niet volgens de regels plaatsvindt. • Het melden aan elkaar en aan de bevoegde instanties van malafide uitzendbureaus en slecht werkgeverschap. • Het realiseren van extra huisvestingsmogelijkheden in samenwerking met o.a. de corporaties. • Het stellen van vergelijkbare eisen aan uitzendbureaus en andere verhuurders. • Het elkaar op de hoogte houden van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van inburgering, voorlichting, welzijn en onderwijs. In het convenant is aangegeven dat ook andere gemeenten zich kunnen aansluiten. Een ambtelijke werkgroep waakt over de uitvoering van de afspraken. Rond 1 januari 2009 zal het convenant worden geëvalueerd.
3.4. Beleid t.a.v. het interventieteam In Schiedam is al geruime tijd een interventieteam actief dat n.a.v. klachten o.a. controleert of er sprake is van overbewoning, of de brandveiligheid in orde is, of er beschikt wordt over de juiste papieren e.d. Tot nu toe functioneerde dit interventieteam op ad-hoc basis, d.w.z. dat er geen vastgestelde beleidsregels zijn. O.a. naar aanleiding van een werkbezoek van Haagse collega's over hun werkwijze ten aanzien van onrechtmatige bewoning, werd duidelijk dat er van de Haagse aanpak geleerd kan worden. Zo heeft Den Haag een centraal meidnummer voor klachten, is er een systematische verwerking van gegevens en zijn er beleidskaders. Op dit moment wordt er gewerkt aan een beleidsplan waarin het volgende aan de orde komt: • • • • • •
de taken van het interventieteam; de juridische basis; het protocol op basis waarvan opgetreden kan worden; functieomschrijving en formatie; meldpunt; informatiemanagement.
Het is de bedoeling dat het beleidsplan eind 2008 door het college van B&W wordt vastgesteld.
3.5. Toename overlast De laatste maanden is er volgens de politie een merkbare toename van overlast van m.n. Polen in het centrum van Schiedam (Koemarkt en omgeving) en in de woonsituatie. Een aantal voorstellen in deze nota wil daaraan een halt toeroepen. Zo is het overleg met de uitzendbureaus er mede op gericht om hen te wijzen op hun verantwoordelijkheid als hun werknemers betrokken zijn bij overlast. De voorlichting aan Polen zal ook gaan over wat in Nederland de normale gedragsregels zijn. Het project 'Welkom in Oost' is bedoeld om contact te leggen tussen de arbeidsmigranten en hun omgeving.
4. Alternatieve huisvesting In de door de gemeenteraad aanvaarde raadsnota 'Overbewoning en huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten' wordt gesteld dat het beleid om overbewoning tegen te gaan en spreiding van kamerverhuurbedrijven te bevorderen er waarschijnlijk toe leidt dat er een tekort aan legale huisvesting voor tijdelijke buitenlandse werknemers zal ontstaan. Om te voorkomen dat illegale kamerverhuur hierin gedijt, moet naar alternatieve mogelijkheden worden gezocht. Temeer daar door de regering één- en andermaal is meegedeeld dat er vanuit het Rijk geen nieuwe initiatieven zijn te verwachten. Er is dus een gemeentelijke verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat er een aanbod van fatsoenlijke huisvesting is. Mogelijkheden die voor Schiedam geschikt lijken, komen hieronder aan de orde: het tijdelijk bestemmen van slooppanden, hergebruik van leegstaande kantoorpanden en containerwoningen op braakliggende terreinen.
4.1. Gemeentelijke verantwoordelijkheid? Allereerst moet de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten in de juiste context worden geplaatst. Voor tijdelijke arbeidsmigranten die door uitzendbureaus worden geworven, geldt dat het uitzendbureau verantwoordelijk is voor de huisvesting. In de meeste gevallen voorziet het contract dat tussen werknemer en uitzendbureau wordt gesloten ook in het verzorgen van huisvesting. Als het om tijdelijke arbeidsmigranten gaat die op eigen gelegenheid naar Nederland komen, is het in eerste instantie de verantwoordelijkheid van henzelf om huisvesting te vinden. De door uitzendbureaus georganiseerde komst van de arbeidsmigranten heeft tot een stringenter beleid t.a.v. kamerverhuur geleid, waardoor als gevolg hiervan tijdelijke arbeidsmigranten op straat kunnen komen te staan. Daarnaast hebben tijdelijke arbeidsmigranten een belangrijke economische functie. Om deze redenen is het een gemeentelijke verantwoordelijkheid om desgewenst juridische medewerking te verlenen aan het creëren van 'alternatieve' huisvesting voor tijdelijke arbeidsmigranten. Een andere vraag is wanneer een tijdelijke arbeidsmigrant hier permanent gaat verblijven. Is dat na vier maanden, als de arbeidsmigrant verplicht is zich bij de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) te laten inschrijven? Is dat als er gezinshereniging plaatsvindt? Is dat als de arbeidsmigrant zélf aangeeft aan deze stap toe te zijn? Een scherpe grens valt moeilijk te trekken. Maar als de tijdelijke arbeidsmigrant zich hier permanent wil vestigen dan moet hij/zij als EU-burger recht kunnen doen gelden op de normale huisvesting volgens de daarvoor geldende regels en procedures. Naast de moeilijk te beantwoorden vraag hoe tijdelijk individuele huisvesting is, kan wel worden gesteld dat de huisvestingsbehoefte van tijdelijke arbeidsmigranten structureel is. Het vrije verkeer van werknemers binnen de EU en de ontwikkeling in de Nederlandse economie geven genoeg aanleiding te veronderstellen dat er een structurele behoefte zal zijn aan tijdelijke arbeidsmigranten.
4.2. Wat is fatsoenlijke huisvesting? Tijdelijke arbeidsmigranten lijken met weinig genoegen te nemen, om zo meer geld over te houden voor thuis. In de CAO voor uitzendkrachten is het nodige geregeld rond vervoer, huisvesting, zorg en informatievoorziening. De bouwverordening stelt eisen m.b.t. huisvesting in gebouwen, waar meer dan vier personen verblijven. Uit deze verschillende bronnen kunnen criteria worden ontleend, zoals voldoende vloeroppervlak per persoon (10-12 m2), een afsluitbare kast, kookgelegenheid, adequate sanitaire voorzieningen, een huur van tussen de € 45 en € 65 per week per persoon, brandveilig, dagelijks beheer, duidelijke huis- en leefregels e.d. Voor sommige van deze criteria (brandveiligheid, vloeroppervlak) geldt dat de onttrekkings- c.q. gebruiksvergunning hierop toezien, maar voor de meeste geldt dit niet. Afspraken met de uitzendbureaus c.q. kamerverhuurders zijn nodig om ook deze maatregelen gerealiseerd te krijgen. Een middel daartoe kan een convenant zijn dat de gemeente Schiedam, eventueel in samenwerking met Rotterdam en Vlaardingen, afsluit met de uitzendbureaus. Een recente ontwikkeling is dat de VIA bezig is een keurmerk te ontwikkelen voor kamerverhuurbedrijven die voldoen aan de voorwaarden die VIA stelt. VIA heeft Schiedam gevraagd als pilot-gemeente hier aan te willen meewerken. Daar is
10
positief op gereageerd. Op dit moment vindt er overleg plaats tussen VIA en de gemeente Schiedam over de uitvoering van deze pi lot. Voorstel: Om de kwaliteit van de huisvesting van arbeidsmigranten te verhogen sluit Schiedam, bij voorkeur in samenwerking met Rotterdam en Vlaardingen, een convenant met de uitzendbureaus, waarin criteria voor een goede en veilige huisvesting zijn vastgelegd. Intussen werkt Schiedam mee aan de VIA-pilot om te onderzoeken of een dergelijk keurmerk bijdraagt aan het beoogde doel.
4.3. Alternatieven Het sinds 1 april 2008 in Schiedam geldende beleid betreffende het tegengaan van overbewoning en spreiding van kamerverhuurbedrijven, kan ertoe leiden dat er een tekort aan legale huisvesting voor tijdelijke buitenlandse werknemers zal ontstaan. Om te voorkomen dat illegale kamerverhuur hierin gedijt, is het wenselijk dat er naar alternatieve mogelijkheden wordt gezocht. Ook tijdelijke buitenlandse werknemers hebben immers recht op fatsoenlijke huisvesting.
4.3.1. Tijdelijke verhuur van slooppanden De tijdelijke verhuur van panden die in afwachting van sloop vanwege herstructurering leeg staan is een mogelijkheid. Het voordeel hiervan moge duidelijk zijn: huurwoningen blijven nog enige tijd in gebruik, wat verloedering tegengaat. Er moet wel zorgvuldig met deze mogelijkheid worden omgesprongen. Het heeft geen zin sloopwoningen te gebruiken die op de korte termijn gesloopt gaan worden. Niet alleen omdat het bewoonbaar maken altijd kosten met zich meebrengt, maar ook omdat de planvorming er niet door vertraagd mag worden. Het gaat derhalve om woningen die pas over 2 tot 5 jaar gesloopt gaan worden. Bewoners die hun woning verlaten onder de voorwaarde dat deze gesloopt gaat worden, kunnen onaangenaam verrast zijn als de woning toch weer verhuurd wordt. Met hen, maar ook met de omgeving moet goed worden gecommuniceerd, zeker als het meerdere panden zou betreffen. Uiteraard geldt ook voor deze panden dat voldaan moet worden aan de vereisten m.b.t. de onttrekkings- en gebruiksvergunning. Overigens werkt Woonplus nu ook al samen met bedrijven die gespecialiseerd zijn in het verhuren van woningen in complexen die over circa vijfjaar worden gesloopt, zoals Ad Hoc, Villex en Interveste. Deze woningen worden dan tijdelijk verhuurd aan bijzondere doelgroepen, zoals gescheiden mensen. Op de expertmeeting van 6 juni jl. bracht Woonplus wel naar voren dat het uitplaatsen van bewoners tijd kost, waardoor een langere termijn van tijdelijke verhuur (2 tot 5 jaar) niet haalbaar is. De VIA stelde daar tegenover dat in goed overleg met de uitzendbureaus -en bij een goed beheer door uitzendbureaus - een kortere termijn van half tot en jaar ook een wenselijke optie is. In Rotterdam hebben de gemeente en corporaties een convenant gesloten om slooppanden voor tijdelijke huisvesting ter beschikking te stellen. Maaskoepel onderzoekt de mogelijkheid om dat ook op regionaal niveau te regelen. Overigens spreekt het voor zich dat een gebruik van deze mogelijkheid er niet toe mag leiden dat er vertraging optreedt van de herstructureringsopgave en dat er goede afspraken gemaakt moeten worden
11
tussen de corporatie en de uitzendbureaus over de tijdelijkheid en de verantwoordelijkheid van de uitzendbureaus om na afloop van de overeengekomen termijn voor andere huisvesting te zorgen. Woonplus ziet vooralsnog geen mogelijkheden om slooppanden tijdelijk te verhuren aan de arbeidsmigranten. Wel is Woonplus bereid mee te denken aan oplossingen zoals bijvoorbeeld reguliere zelfstandige woningen in een bepaald complex beschikbaar te stellen aan de uitzendbureaus binnen de mogelijkheden van het systeem van de woonruimteverdeling. Hierbij stellen zij dan onder andere als voorwaarde dat één van de woningen in dit complex verhuurd wordt aan een beheerder. De mogelijkheden en de wenselijkheid van deze suggestie zal door de afdeling Ruimtelijk Gebruik samen met Woonplus nog nader worden onderzocht.
4.3.2. Leegstaande kantoorpanden Het gebruik van kantoorpanden is een andere mogelijkheid om alternatieve huisvesting te bieden. Het ligt voor de hand dat er enkele ingrepen nodig zijn om kantoorpanden voor tijdelijke bewoning geschikt te maken. Het voordeel van deze locaties is dat ze meestal niet midden in een woonbuurt liggen, parkeervoorzieningen aanwezig zijn en een grote groep huisvesting kunnen verschaffen, waardoor het lonend is gemeenschappelijke voorzieningen te maken, zoals een ontmoetingsruimte, en (permanent) beheer. Bij grote kantoorpanden is het ook mogelijk om een gemengde (woon)bestemming te creëren, zoals huisvesting voor starters, studenten, kleine bedrijven e.d. Er heeft een inventarisatie van leegstaande, in principe geschikte kantoorpanden plaatsgevonden. Dat heeft geleid tot een lijstje van twee panden die in principe daarvoor in aanmerking komen - en waar de eigenaren ook bereid zijn om mee te denken over een dergelijke bestemming. Deze kantoorpanden, de Torendijk en de Klaverstede, zijn beide gelegen in het bedrijfsgebied de 'sGravelandse Polder. Het kantorengebouw de Torendijk ligt direct aan de 's-Gravelandseweg, is goed ontsloten en heeft voldoende parkeergelegenheid. Van het gebouw staan sinds enige jaren ca. 6 verdiepingen te huur en komt zelfs in de toekomst geheel leeg te staan. Door de verouderde uitstraling van het pand is het als kantorengebouw moeilijk verhuurbaar en is het met openbaar vervoer moeilijk bereikbaar. Het kantorengebouw Westpoint (Klaverstede) ligt aan de De Brauwweg; hiervan staat op dit moment een gedeelte leeg, dat direct naast het sportcentrum ligt. Het bestemmingsplan 'Spaanse Polder en 's Graveland 2004' laat de bestemming tijdelijke huisvesting niet toe. Er kan echter op grond van de Wet Ruimtelijke Ordening (art 3.22) voor vijfjaar ontheffing worden verleend. Het moet dan wel duidelijk zijn dat het tijdelijke huisvesting betreft. Voorstel: De gemeente is bereid om juridische medewerking te verlenen om het mogelijk te maken dat de (deels) leegstaande kantoorpanden Torendijk en Westpoint gebruikt worden voor o.a. tijdelijke huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten.
4.3.3. Braakliggende terreinen voor containerwoningen Een derde mogelijkheid is de bouw van containerwoningen, die door enkele ondernemingen op de markt is gezet, onder andere voor studentenhuisvesting". Deze complexen worden bij voorkeur niet
Zie o.a.: http://www.tempohousing.com 12
midden in een woonwijk gezet, waar doorgaans ook niet de vereiste braakliggende grond aanwezig is, maar aan de rand van een bedrijventerrein, waar ook voldoende parkeergelegenheid is en dat vaak goed aansluit op een snelweg. Een goede omvang is een complex van 30 units, waar in elke unit 6 mensen fatsoenlijk in gehuisvest kunnen worden. Met zo'n omvang kan er een ontmoetingsruimte worden gerealiseerd en is het mogelijk om een conciërge aan te stellen voor klusjes, toezicht en als aanspreekpunt. Op dit moment is er in Schiedam geen geschikte locatie voorhanden.
5. Welzijnsbeleid In het flankerend beleid neemt het welzijnsbeleid in brede zin een belangrijke plaats in. Want of het nu om Nederlanders, autochtonen dan wel allochtonen, of tijdelijke arbeidsmigranten gaat, zaken als ontspanning, onderwijs, educatie en participatie zijn voor elk mens belangrijk. Het is daarbij van belang om stil te staan bij de vraag welke wensen en behoeften de arbeidsmigranten zelf hebben. De mogelijkheden daarvan worden verkend. Vervolgens komen inburgering en het leren van de Nederlandse taal aan bod en dan vooral het onderwijs voor kinderen. Daarna wordt ingegaan op de participatie van deze groep. Tot slot wordt aandacht besteed aan de mogelijke, ongewenste verdringingseffecten van het nieuwe beleid rondom kamerverhuur /overbewoning.
5.1. Behoeften van tijdelijke arbeidsmigranten Om in kaart te kunnen brengen waar de arbeidsmigranten behoefte aan hebben moet informatie worden ingewonnen bij de groep zelf. De gemeente weet nu onvoldoende wat er speelt bij deze arbeidsmigranten. Er bestaat op dit moment helaas nog geen groep arbeidsmigranten die zich heeft georganiseerd in een zelforganisatie. Hierdoor is contact met de groep niet makkelijk. Er is echter wel een aantal kanalen, waardoor arbeidsmigranten, en dan vooral Polen, bereikt kunnen worden. Dat kan via de twee Poolse bladen die er in Nederland verschijnen PoPolsku2 en Niedziela]i. Voorts is er een website van de Poolse gemeenschap in Nederland14. In Schiedam zijn er twee Poolse winkels, de Polski Sklep UBacy en de Sklep HalinkaXi en in Rotterdam de Poolse Parochie OLV Sterre der Zee in Rotterdam16 Een andere manier om de groep beter in beeld te krijgen is door het doen van onderzoek. CMO Stimulans zal in opdracht van de gemeente Schiedam onderzoek doen naar de sociaal-economische kenmerken van arbeidsmigranten, de knelpunten m.b.t. integratie van de doelgroep en inventariseren wat de behoefte van de doelgroep is op het gebied van welzijnsactiviteiten. Vanuit de Stadsregio Rotterdam is er subsidie beschikbaar gesteld voor dit onderzoek. Naar verwachting zal het onderzoek van CMO Stimulans eind 2008 gereed zijn. CMO Stimulans zal in haar onderzoek gebruik maken van de hierboven genoemde kanalen.
12
Zie: www.popolsku.nl Zie: www.niedziela.nl 14 Zie: www. polonia.nl 15 resp. Hoogstraat 113 en Rotterdamsedijk 234, zie ook: www.sklephalinka.nl 16 zie: www.parafia.nl 13
13
5.2. inburgering / Nederlandse taal Onderwerp van discussie is de vraag hoeveel tijdelijke arbeidsmigranten hier zullen blijven. Een grote groep zal hier tijdelijk zijn om in korte tijd veel geld te verdienen en daarna terug te keren naar hun eigen land. Voor diegenen die langer willen blijven zal echter nagedacht moeten worden over de mogelijkheden om inburgeringtrajecten of taallessen te volgen. De tijdelijke arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa zijn niet verplicht om in te burgeren. Volgens de Europese regels hoeven EU-ingezetenen namelijk geen inburgeringcursus te volgen. De groep kan echter wel een aanbod worden gedaan. In april 2008 is in de gemeenteraad de 'Discussienotitie beleidsontwikkeling inburgering Schiedam' besproken. Eén van de onderwerpen waarover de raad een keuze moest maken betrof de doelgroepen van het inburgeringsbeleid. Naast groepen die verplicht zijn in te burgeren (waaronder nieuwkomers en uitkeringsgerechtigden) bestaat er ook een groep mensen die op vrijwillige basis kunnen inburgeren, de zgn. inburgeringsbehoeftigen. Voor inburgeringsbehoeftigen heeft de raad als prioriteit de groep opvoeders aangegeven, vooral ouders met jonge kinderen. MOE -landers met kinderen krijgen dus de mogelijkheid deel te nemen aan een inburgeringstraject dat de gemeente hen aanbiedt. Als zij dit accepteren begint voor hen de inburgeringsplicht. Dat wil zeggen dat deelname vrijwillig is, maar niet vrijblijvend. Naast het volgen van een inburgeringstraject via de gemeente bestaan er ook andere mogelijkheden om de Nederlandse taal te leren. Een aantal uitzendbureaus biedt de arbeidsmigranten de mogelijkheid om Nederlandse taalles te volgen. Dat gebeurt onder andere door lessen in te kopen bij de Stichting Nederlands-Pools Centrum voor Cultuur en Educatie in Rotterdam17. De cursus Nederlands bij deze stichting omvat vijftien bijeenkomsten van 1,5 uur en kost 150 euro. Deelnemers aan de taalcursus bij het Nederlands-Pools Centrum zijn over het algemeen vrijgezellen die van plan zijn langer in Nederland te blijven. De groep opvoeders wordt niet bereikt, zo geeft het Centrum aan. De minister van WWI is in gesprek met de uitzendbranche om taal en inburgering op de werkvloer vorm te geven. De minister richt zich daarbij op het ontwikkelen van lesmethodieken voor inburgering op de werkvloer, waarvoor wordt aangesloten bij de ontwikkelingen in het Deltaplan inburgering. Daarnaast richt de minister zich op het bevorderen van de gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgevers en gemeenten in de totstandkoming van een inburgeringsaanbod voor deze doelgroep. Voorstel: De gemeente zal de in Schiedam verblijvende arbeidsmigranten actief informeren over de mogelijkheden die er zijn om een inburgeringstraject te volgen. De gemeente zal in het kader van het convenant met Rotterdam en Schiedam proberen met de uitzendbureaus een inburgeringaanbod voor arbeidsmigranten te realiseren.
17
Zie: www.edukacja-kultura.nl/. Deze stichting wil kinderen en volwassenen kennis van de Poolse taal en cultuur bijbrengen en bijdragen aan integratie van Polen in Nederland.
14
5.3, Onderwijs voor de kinderen van tijdelijke arbeidsmigranten Volgens de gegevens van Bureau Onderzoek en Statistiek waren er eind 2007 371 huishoudens in Schiedam uit Midden- en Oost-Europa. Op die datum hadden 85 van deze huishouden in totaal 114 kinderen in de leeftijd van 0-19 jaar. Een groot deel van de groep, namelijk 78 kinderen, behoort tot de leeftijdsgroep 0-13 jaar. (Zie Bijlage 1) Deze cijfers zijn niet geheel betrouwbaar. Het aantal kinderen kan een stuk groter zijn doordat veel tijdelijke arbeidsmigranten zich niet inschrijven in het GBA. Inschrijving is immers pas verplicht bij een verblijf in Nederland van vier maanden of langer. Uit het leerplichtadministratiesysteem van de gemeente zijn cijfers te halen m.b.t. leerlingen die in één van de landen in Midden- en Oost-Europa geboren zijn. Op 14 mei 2008 waren er 36 kinderen uit deze landen ingeschreven bij het primair onderwijs. Het grootse gedeelte (19 kinderen) is Pools. De 36 kinderen zitten op diverse scholen in Schiedam, verspreid over de hele stad. De scholen die eruit springen zijn basisschool Het Startblok (Nieuwland) met 13 leerlingen, basisschool De Singel (Oost) met 7 leerlingen en basisschool St. Jan (Oost), met 5 leerlingen. Het grote aantal leerlingen ingeschreven bij basisschool Het Startblok wordt veroorzaakt door de administratieve koppeling van het Centrale Opvang Neveninstroom project (CON) aan Het Startblok. Het project is bedoeld voor kinderen tussen de 6 en 13 jaar, die weinig of geen onderwijs in het Nederlands hebben gevolgd en niet langer dan twee jaar in Nederland zijn. Leerlingen gaan een halve dag naar de CON en een halve dag naar de basisschool. In het project leren de kinderen door middel van een intensieve halve dagopvang bij het CON in korte tijd Nederlands spreken en schrijven. Aanmelding verloopt via de basisscholen, de leerplichtambtenaar, Vluchtelingenwerk Maasdelta en/of de ouders. In overleg met de scholen en de ouders wordt een keuze gemaakt voor een school. Dit kan betekenen, dat een neveninstromer niet wordt geplaatst op de school die de leerling in eerste instantie heeft aangemeld. Hierdoor is het mogelijk om de neveninstromers te spreiden over verschillende scholen, zodat concentratie op één school wordt voorkomen. Ouders maken uiteindelijk zelfde keuze, de deelname aan het project is vrijwillig. Scholen die leerlingen hebben die bij het CON staan ingeschreven krijgen een financiële vergoeding vanuit de gemeente. Kinderen van 12 jaar en ouder worden aangemeld bij het Steunpunt onderwijs. Het doel hiervan is om alle neveninstromers in deze leeftijdscategorie in de regie Nieuwe Waterweg Noord te registreren en te screenen met het oog op plaatsing op een school, die het beste past bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen. De schoolbesturen hebben in hun overleg met de gemeente Schiedam aangegeven signalen te hebben dat een aantal scholen problemen heeft met deze groep kinderen. Afgesproken is dat de schoolbesturen de precieze aard van de problematiek zullen achterhalen. Gezien het lage aantal kinderen (36 in mei 2008) en de verdeling over de stad is echter de verwachting dat de problematiek versnipperd is. Met betrekking tot deze kinderen spelen nog wel twee andere zaken. Ten eerste: de CON valt op dat veel kinderen al langer in Nederland zijn voordat ze bij hen worden aangemeld. Op basis van bovenstaande gegevens kunnen wij ons afvragen hoeveel kinderen van deze arbeidsmigranten niet, of wellicht pas na maanden, naar de basisschool gaan.
15
Ten tweede speelt ook nog het probleem van 'illegaliteit'. De CON en de basisscholen in Schiedam hebben te maken met kinderen uit Roemenië en Bulgarije die hier (samen met hun ouders) verblijven zonder dat de ouders een tewerkstellingvergunning hebben. Voorop staat echter dat alle kinderen die in Nederland verblijven recht hebben op onderwijs. Scholen kunnen kinderen daarom zonder problemen inschrijven. Het ministerie van OCW kent deze kinderen een speciaal nummer toe waarop de scholen de bekostiging ontvangen. Op de expertmeeting van 6 juni jl. bleek dat scholen niet altijd weten hoe ze met deze groep moeten omgaan. De gemeente zal de scholen daarom moeten informeren over deze regeling vanuit het ministerie. Daarnaast is het goed om Stichting Welzijn Schiedam (SWS) - die ook in aanraking komt met deze groep kinderen en hun ouders- te informeren over deze regeling en over de werkwijze van het CON. De Stichting Nederlands-Pools Centrum voor Cultuur en Educatie geeft aan dat goede informatie over het Nederlandse onderwijssysteem belangrijk is. Het onderwijssysteem in Nederland verschilt namelijk erg van dat in Polen. Zo gaan bijvoorbeeld kinderen in Polen pas op hun 6e voor het eerst naar de basisschool. Verder is het in Polen eenvoudig om verlof aan te vragen voor een kind, terwijl dat hier in het kader van de leerplicht niet zo eenvoudig is. Informatie over het Nederlandse onderwijssysteem zou kunnen worden opgenomen op de website van de gemeente Schiedam. Dit moet dan wel in de eigen taal gebeuren, zoals bijvoorbeeld op de website van de gemeente Vlaardingen gebeurt. Voorstel: De gemeente zal een overleg met de basisscholen en het CON bijeenroepen om tot onderlinge informatie-uitwisseling te komen, teneinde het alle leerplichtige kinderen van tijdelijke arbeidsmigranten in de schoolbanken te krijgen. Daarnaast zullen de arbeidsmigranten met kinderen over het Nederlandse onderwijssysteem geïnformeerd gaan worden.
5.4. Participatie /activiteiten in de wijk Stichting Welzijn Schiedam (SWS) wil binnenkort in Oost een project starten 'Welkom in Oost', met als doel de Polen in de wijk welkom te heten. Aanleiding is het gegeven dat er veel Oost-Europeanen - en dan vooral Polen - in Oost wonen waar weinig contact mee is vanuit de andere wijkbewoners. Men wil met het project de nieuwe bewoners niet alleen welkom heten maar ook wegwijs maken in de wijk. Hierbij zal een tolk worden ingezet. Voorts zal een film worden gemaakt over de wijk waarin praktische zaken zoals parkeren, vuilnis aanbieden, etc. aan bod komen. Deze film zal in het Pools worden ondertiteld. SWS denkt daarnaast aan het instellen van een spreekuur. Om deze activiteiten te ondersteunen wordt voorgesteld hiervoor een bedrag van €2000 ter beschikking te stellen. Stichting Nederlands-Pools Centrum voor Cultuur en Educatie in Rotterdam organiseert, naast hun taallessen, ook een zaterdagschool van Poolse taal en cultuur voor kinderen van 3 tot 12 jaar en biedt cursussen Pools voor Nederlanders. Het Centrum is ook betrokken bij verschillende welzijnsactiviteiten voor Polen in de Rotterdamse regio. Afgaande op de ervaringen van de Stichting zou gekozen kunnen worden voor activiteiten gericht op sport (voetbaltoemooi) of het organiseren van een barbecuefeest. Uit het onderzoek van CMO Stimulans zal blijken of de Oost-Europeanen in Schiedam aan dit soort activiteiten behoefte hebben.
16
Op dit moment bestaat er geen platform voor overleg met de tijdelijke arbeidsmigranten. De gemeente kan een dergelijk platform ook niet initiëren, maar kan deze - wanneer er één ontstaat - wel ondersteunen. Op dat moment ligt namelijk aansluiting bij het platform van migranten zelforganisaties in Schiedam, Stichting Multicultureel Schiedam, voor de hand. Dit platform is voor de gemeente een aanspreekpunt en ontvangt subsidie voor een aantal, dat zij uitvoert. Voorstel: Om contacten tussen arbeidsmigranten en hun omgeving te stimuleren wordt er in het kader van het project 'Welkom in Oost' €2000 ter beschikking gesteld door de gemeente.
5.5. Verdringingseffecten/aandacht voor sociaal zwakkeren Ten aanzien van kamerverhuur is nieuw beleid geformuleerd. Omdat er strenger gehandhaafd gaat worden bestaat het risico dat naast buitenlandse werknemers ook andere mensen, zoals mensen met problemen, op straat komen te staan. Het zou dan bijvoorbeeld kunnen gaan om alcohol- of drugsverslaafden. We noemen dit in het algemeen de 'sociaal zwakkeren'. Voor de groep sociaal zwakkeren is de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) beschikbaar. De OGGZ omvat preventieve zorg voor de gehele bevolking, preventieve zorg voor risicogroepen en zorg voor kwetsbare groepen zoals daklozen en zorgmijders. Sinds 1 januari 2007 valt de OGGZ onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de OGGZ. Op bestuurlijk en beleidsniveau is er in de regio Nieuwe Waterweg Noord het OGGZ-platform. De doelstelling van dit platform is afstemming van het OGGZ-beleid en het (mede)realiseren van een sluitende aanpak in de regio en samenhang te bevorderen tussen de verschillende OGGZ-initiatieven binnen de regio. In het platform zitten onder meer aanbieders, financiers, cliëntondersteuning en belangenbehartigers/aanbieders. Naast het regionaal platformoverleg vindt op lokaal niveau overleg plaats tussen de verschillende organisaties die zich met OGGZ-cliënten bezighouden. Hier is vooral sprake van casuïstiek overleg waarbij knelpunten in de uitvoering worden besproken. In Schiedam heet dit netwerk het Lokaal Zorgnetwerk (LZN). De coördinatie van het LZN ligt bij de GGD Rotterdam Rijnmond. Er zijn diverse instanties die de zorg voor kwetsbare groepen op zich nemen, waaronder het algemeen Maatschappelijk Werk, Riagg en Bouman GGZ. Voor onderdak kunnen groepen terecht bij diverse instanties, waaronder de Nachtopvang/ pensionvoorziening van Stichting Onder Een Dak en het 24-uurs Nood OpvangsCentrum (NOC). Tot op dit moment zijn er geen signalen vanuit de zorginstellingen of de noodopvang dat het stringentere kamerverhuurbeleid leidt tot het sluiten van kamerverhuurbedrijven waar sociaal zwakkeren wonen. Bij de evaluatie van het beleid blijft dit uiteraard een punt van aandacht.
17
6. De sociaal-economische positie van tijdelijke arbeidsmigranten Schiedam is voor de tijdelijke arbeidsmigranten uit de Midden en Oost-Europa vooral een woongemeente. Zeker voor hen die onder contract bij een uitzendbureau staan, geldt dat ze buiten de gemeente Schiedam in met name de tuin- en kasbouw werken. In de raadsnota 'Overbewoning en tijdelijke huisvesting arbeidsmigranten' is al een schets gegeven van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de komst van tijdelijke arbeidsmigranten naar Nederland. Tijdens de commissie- en raadsbehandeling van het raadsvoorstel 'Overbewoning en huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten' op 3 en 13 maart 2008 is door verschillende fracties aangedrongen op aandacht voor de sociaal-economische positie van arbeidsmigranten. Hieronder worden de mogelijkheden daarvan verkend. Goed werkgeverschap mag verwacht worden van de werkgevers, dan wel de uitzendbureaus. Maar ook de gemeente kan een zet in de goede richting geven, waarbij de regionale aanpak niet uit het oog moet worden verloren.
6.1. Schets van de situatie Veel tijdelijke arbeidsmigranten worden geworven door uitzendbureaus. Daarnaast zijn e r - in toenemende mate - arbeidsmigranten die als zelfstandige emplooi vinden. Als multi-inzetbare - veelal zwartwerkende - klusjesman, autohandelaar, en - een nieuwe trend - als kapper e.d. Het gaat niet alleen om mannen, maar ook om vrouwen. Het betreft niet alleen Polen, maar ook in toenemende mate Bulgaren en Roemenen. Zo waren Bulgaren en Roemenen volgens cijfers van de Kamer van Koophandel in 2007 de snelst groeiende groep zelfstandige ondernemers in Nederland, waarvan 45 resp. 63% vrouw is; 95% van deze vrouwen schreef zich in als kapster of schoonheidsspecialiste'8. Er is dus sprake van een behoorlijke diversiteit, al neemt dit niet weg dat de meeste tijdelijke arbeidsmigranten (rond de 75%) via een uitzendbureau in Nederland werkzaam zijn en dus in loondienst zijn. Wel is er een onrustbarende ontwikkeling die ook in Schiedam wordt waargenomen, nl. dat er verkapte vormen van vrouwenhandel en daarmee samenhangend -onvrijwillige- prostitutie plaatsvindt, waarbij vrouwen uit Midden en Oost-Europa het slachtoffer zijn. Op dit moment wordt hier op landelijk niveau strafrechtelijke onderzoek naar ingesteld. Een andere, onwenselijke ontwikkeling is het fenomeen constructies met ZZP'ers (Zelfstandigen Zonder Personeel), werkgevers die werknemers ertoe bewegen voor zichzelf te beginnen. Werknemers worden dan zelfstandige ondernemer zonder personeel (ZZP). Deze groep wordt dan zelf verantwoordelijk voor alle verplichtingen zoals de Kamer van Koophandel, belastingaangifte, huisvesting, verzekering enz. De werkgever wordt dan opdrachtgever en is van veel risico af. In deze kan de vraag gesteld worden hoe een buitenlander dit allemaal moet regelen want er komt nogal wat bij kijken ondernemer te
1
De Volkskrant d.d. 6 mei 2008. 18
worden. Niet zelden is er sprake van een constructie en heeft de ZZP'er slechts één opdrachtgever waaraan hij met handen en voeten gebonden is.
6.2. De uitzendbranche In Nederland zijn duizenden uitzendbureaus actief. Dat aantal neemt nog steeds toe, evenals hun gezamenlijke omzet. Tussen 2004 en 2007 groeide de omzet van de uitzendbureaus jaarlijks met dubbele cijfers. In 2008 lijkt de groei terug te zakken naar 4%. Zo'n 1.400 uitzendondernemingen zijn gecertificeerd (stand per 3-3-2008). Hoewel dit aantal snel groeit, zijn er nog steeds vele duizenden uitzendwerkgevers niet gecertificeerd. Hiervan bevinden zich bovendien velen in het malafide circuit. Een bonafide uitzendonderneming beschikt over een NEN 4400 certificaat19. Dit certificaat maakt duidelijk dat aan wettelijke vereisten is voldaan. Zo bewijzen gecertificeerde uitzendondernemingen met het keurmerk onder andere dat hun (personeels)administratie op orde is, dat zij op tijd belastingen en sociale verzekeringspremies betalen en dat hun medewerkers gerechtigd zijn om arbeid in Nederland te verrichten. Met dit keurmerk behoeden zij bovendien hun opdrachtgevers voor de gevolgen van aansprakelijkheid voor niet afgedragen belastingen, sociale premies en werken met illegalen, is na te gaan of een onderneming gecertificeerd is. Om lid te worden van een werkgeversvereniging binnen de uitzendbranche is het hebben van het certificaat een vereiste. Van de 1.400 gecertificeerde ondernemingen zijn er zo'n 1.000 uitzendondernemingen lid van een branchevereniging. Binnen de uitzendsector zijn er drie brancheverenigingen. Dit zijn de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU), de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU) en de Vereniging van Internationale Arbeidsbemiddelaars (VIA)20. Overigens zijn er niet alleen Nederlandse uitzendbureaus actief in Schiedam en omgeving. Informatie van het SIOD leert dat er inmiddels meerder in Polen gevestigde ondernemingen actief zijn als uitzendbureau. Werknemers worden daarbij vanuit o.a. Polen gedetacheerd naar Nederlandse bedrijven. Voor deze groep werknemers zal huisvesting vanzelfsprekend ook aan de orde zijn. Naast huisvesting is de sociale zekerheid iets waar de SIOD nogal eens tegenaan loopt. De betreffende EU verordening21 schrijft voor dat in principe het woonlandbeginsel van toepassing is de uitgezonden werknemers in hun woonland verzekerd dienen te zijn. Is er geen sprake van verzekering in het woonland dan moet er in het werkland, op aangifte bij de Belastingdienst, de premies volksverzekeringen worden afgedragen. Bij malafide uitzendbureaus komt het nogal eens voor dat zowel in het woonland als het werkland niets wordt betaald (een kostenbesparing van 20 tot 40% op de loonsom). Onverzekerde werknemers die een bedrijfsongeval krijgen, moeten dan de kosten voor zorg zelf betalen.
6.3. Criteria voor goed werkgeverschap Indien de werkgevers c.q. het uitzendbureaus tijdelijke arbeidsmigranten werven en naar Nederland haalt, dan mag van hen worden verwacht dat zij zich als goed werkgever opstellen en alles in het werk 19
zie www.normeringarbeid.nl Zie verder bijlage 2 met informatie over deze brancheorganisaties. 21 1408/71 20
19
zullen stellen om zaken op de juiste wijze voor deze arbeidsmigranten te regelen. Zo regelt de werkgever vaak de huisvesting van de arbeidsmigranten. Daarnaast heeft de werkgever ook een zorgplicht ten aanzien van de arbeidsmigranten. Dat is echter lang niet altijd het geval. Arbeidsmigranten die hier werken worden nogal eens geconfronteerd met werkgevers die méér dan alleen huur inhouden op loon, te pas en te onpas boetes opleggen aan de werknemers, sleutelgeld vragen wat nimmer wordt terugbetaald, opgebouwde rechten zoals vakantiegeld niet uitbetalen, in plaats van het CAO loon het Wettelijk Minimum Loon betalen en op loon ingehouden pensioenpremie niet afdragen aan pensioenfondsen. Niet al deze zaken leiden tot zaken zoals beschreven in artikel 273 Wetboek van Strafrecht (uitbuiting) maar werknemers hebben hier wel last van en hebben aan het eind van de maand met (veel) minder loon dan waar zij op rekenden. Op grond van criteria en aanbevelingen die door de verschillende brancheverenigingen worden gehanteerd én op basis van verzamelde bestpractices is er een lijst van criteria voor goed werkgeverschap opgesteld22. Deze lijst is te vinden in bijlage 3.
Voorstel: Het interventieteam zal nadrukkelijker dan nu het geval is ook op aspecten van goed werkgeverschap letten en de bevoegde instanties daarover bij tekortkomingen informeren. De gemeente streeft er naar in samenwerking met Rotterdam en Vlaardingen een convenant met de brancheverenigingen af te sluiten over 'goed werkgeverschap'.
6.4. Uitzendbureaus in Schiedam Voor zover bekend zijn er in Schiedam - als het gaat om uitzendbureaus die tijdelijke arbeidsmigranten in dienst hebben dan wel in de gemeente huisvesting bieden - twaalf uitzendbureaus actief. Eén van hen is aangesloten bij de ABU, géén van hen is aangesloten bij de NBBU, zes zijn lid van VIA en hebben ook het SKIA-certificaat en negen hebben het NEN 4400-certifïcaat. Er is tot nu toe één keer een overleg geweest met deze uitzendbureaus, althans zes van hen waren op de bijeenkomst aanwezig. Deze bijeenkomst was bedoeld voor een eerste kennismaking en om hen te informeren over het Schiedamse beleid t.a.v. kamerverhuurbedrijven. Bereidheid was er ook bij de meeste bureaus om verder contact met de gemeente te houden. Voorstel: Er vindt eens per kwartaal overleg met uitzendbureaus plaats, waarbij de volgende onderwerpen aan de orde komen: huisvestingsituatie, (woon)overlast, goed werkgeverschap, betrokkenheid van de uitzendbureaus bij het flankerend beleid.
6.5. Vertegenwoordiging van werknemers Het is vrij gebruikelijk om bij overlegsituaties die de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden in de brede zin van het woord betreffen de werknemers te betrekken. Dat is bij tijdelijke arbeidsmigranten 22
Deze lijst is ontleend aan de factsheet 'De rol van de werkgever' die is opgesteld door VROM, VIA en VNG. 20
niet eenvoudig. Als ze al lid zouden zijn van een vakbond, is dat een Poolse, die in Nederland - voor zover bekend - niet is vertegenwoordigd. De FNV probeert werknemers uit nieuwe EU-lidstaten bij de vakbeweging te betrekken, teneinde hun arbeidsvoorwaarden te verbeteren23. Dat lijkt op dit moment echter meer een voornemen dan de praktijk. De tijdelijke arbeidsmigranten kennen ook (nog) geen vorm van zelforganisatie. Algemeen bekend is dat deze groep van werknemers het moeilijkst te organiseren is.
6.6. Gemeente als opdrachtgever De gemeente fungeert ook als opdrachtgever bij infrastructurele werken, utiliteitsbouw enz. In maart 2008 heeft de gemeente Schiedam een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Vlaardingen en Maassluis om gezamenlijk in te kopen. Zoals het Bureau Inkoop in haar Nieuwsbrief van augustus 2008 stelt heeft de overheid een voorbeeldfunctie ten opzichte van bewoners en bedrijven. Als voorbeelden worden daarbij het duurzaam inkopen en maatschappelijk verantwoord ondernemen gegeven. Die voorbeeldfunctie zou zich ook uit kunnen strekken tot het alleen willen samenwerken met bonafide uitzendbureaus, die zijn aangesloten bij een erkende branchevereniging. Dit zou als nieuw criterium opgenomen kunnen worden in het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Overleg met Vlaardingen en Maassluis is daarvoor nodig.
Voorstel: De gemeente overlegt met Vlaardingen en Maassluis om in het gezamenlijke inkoop- en aanbestedingsbeleid vast te leggen dat alleen wordt samengewerkt met uitzendbureaus, die zijn aangesloten bij een erkende branchevereniging.
23
Zie: http://www.fnv.nl/helpjezelf/lokaal/nieuwsarchief/2007/minderhedenorganiseren.asp
21
7. Communicatie Schiedam heeft - net als een aantal andere gemeenten in Nederland-te maken met een sterke toename van tijdelijke arbeidsmigranten.. Op dit moment vormen Polen het grootste deel van deze groep. Rondde arbeidsmigranten speelt een aantal problemen en vooroordelen rond huisvesting, inburgering en werkomstandigheden. Er zijn daarbij de volgende partijen in beeld die bij een goed communicatiebeleid bediend moeten worden: de arbeidsmigranten, de huisvesters, uitzendbureaus en werkgevers, de buurt en de gemeente Schiedam. Het is van belang dat deze partijen elkaar weten te vinden en onderling informatie uitwisselen. Daarbij kan het gaan om min of meer 'zakelijke' informatie, zoals het onder de aandacht brengen van regelgeving, maar ook om informele contacten, waarbij de buitenlandse werknemers en hun buurtgenoten met elkaar in gesprek geraken. Voor de gemeente Schiedam ligt er een opgave om zo goed mogelijk te communiceren met alle partijen en te bevorderen dat zij ook met elkaar in contact komen en blijven. Omdat Polen op dit moment de meest voorkomende en in het oog springende groep is, wordt hier vooral over hen gesproken. Maar het streven is er op gericht om alle tijdelijke arbeidsmigranten te bereiken en het communicatiebeleid aan te passen als een andere groep tijdelijke arbeidsmigranten daartoe aanleiding geeft.
7.1. Tijdelijke arbeisdrnigranten De arbeidsmigranten zijn onder te verdelen in twee groepen. De meesten zijn hier voor een beperkte tijd, een aantal zal zich permanent in Nederland vestigen. Zij die hier tijdelijk zijn, komen vooral om te werken en geld te verdienen. Zij hebben weinig behoefte om veel tijd te steken in het leren van de Nederlandse taal. Met die kennis kunnen ze later niet veel en zij besteden hun tijd liever aan werken. Het gevolg hiervan is dat de meeste communicatie in het Nederlands, die direct op de werknemers is gericht, zijn doel mist. Toch is het belangrijk om de werknemers te informeren over een aantal zaken: • • • • • • • • • • • • •
algemene informatie over de stad Schiedam (belangrijkste onderwerpen uit de stadsgids); inschrijving in de gemeente Schiedam (men riskeert een boete als bij een verblijf van langer dan 4 maanden geen inschrijving in de GBA plaatsvindt); inschrijving bij de IND; de regels rondom identiteitsbewijzen; de regels en mogelijkheden met betrekking tot huisvesting; de rechtspositie van (buitenlandse) werknemers en sociale voorzieningen; ziektekosten en verzekeringen; informatie over belastingen; wat mag wel en wat mag niet in het openbaar (o.a. drinken, parkeren); vuilophaal en -afvoer; wat te doen in het geval van een ramp (112, sirene, Radio Rijnmond, politie); adressen waar men terecht kan in het Pools; 'kleine dingen', die in de buurt tot 'grote ergernis' kunnen leiden;
22
•
recreatie (parken, sport, activiteiten van bijvoorbeeld SWS).
Voor een deel kan deze informatie worden samengevat op enkele A4'tjes. Door deze in het Pools te laten vertalen, worden de (Poolse) werknemers snel en duidelijk geïnformeerd. Andere zaken zijn minder eenvoudig samen te vatten, omdat ze daarvoor te complex zijn of omdat ze individueel moeten worden geregeld. In die gevallen kan getracht worden met tussenpersonen te werken. In de regio zijn verschillende organisaties actief, die hun oorsprong vinden in Polen. Zij kunnen dienen als aanspreekpunt voor hun landgenoten, aangezien zij zowel de Nederlandse als de Poolse taal machtig zijn. De gemeente Schiedam zelf kan een informatiepunt openen, speciaal gericht op Poolse arbeiders. Het is voldoende om dit op een vast tijdstip in de week een beperkte tijd open te stellen. Het meest voor de hand liggend is op een donderdagavond, als de Stadswinkel geopend is. De mogelijkheden om Poolse werknemers te bereiken zijn: • • • • • • •
stadsgids (voornamelijk als adressengids, voorzien van enige uitleg in het Pools); informatiepakket in het Pools (basisinformatie plus een beperkte woordenlijst); Poolse winkel(s) en Poolse kerk (kunnen dienen als 'wegwijzer'); SWS (voor activiteiten); Poolse pagina op de website van de gemeente Schiedam (basisinformatie plus een overzicht van Poolse websites en andere informatiekanalen); informatiepunt in de Stadswinkel, dat op een vast tijdstip in de week geopend is; werkgevers en huisvesters.
Voor Polen die zich blijvend in Nederland willen vestigen, moet bovenstaande nog worden aangevuld met informatie over: • • •
de mogelijkheden voor gezinshereniging; onderwijs en kinderen; taalonderwijs.
Speciale aandacht moet er zijn voor Polen die op dit moment huisvesting hebben via kamerverhuurders. Voor kamerverhuur gelden in Schiedam sinds april 2008 nieuwe regels. Een deel van de kamerverhuurbedrijven voldoet niet aan deze regels en loopt daardoor de kans om gesloten te worden. Deze aanpak treft niet alleen de verhuurders, maar ook hen die in de kamers wonen. Het is dan ook van belang om de arbeidsmigranten te informeren over het beleid. De verhuurders zijn al geïnformeerd, maar ook werknemers moeten weten waar ze mee te maken krijgen. De maatregelen zijn immers niet bedoeld om hen weg te jagen, maar eerder als bescherming tegen onveilige en onhygiënische omstandigheden en uitbuiting (hoge huur). Het is goed om te wijzen op alternatieve huisvesting speciaal voor buitenlandse werknemers en andere legale mogelijkheden. In het voorgaande ligt de focus op werknemers van Poolse oorsprong. Zij zijn op dit moment immers veruit in de meerderheid. Het is niet ondenkbaar, dat op afzienbare termijn andere nationaliteiten aanzienlijk in aantal zullen groeien. Te denken valt aan Roemenen en Bulgaren. Deze ontwikkeling zal gevolgd moeten worden en wanneer de noodzaak daartoe ontstaat, zullen de middelen en voorzieningen daarop moeten worden afgestemd. In sommige gevallen kan mogelijk gebruik worden
23
gemaakt van al bestaande voorzieningen. In het geval van Turkssprekende Bulgaren kunnen de inburgerzuilen, die enige tijd geleden in gebruik zijn genomen, goede diensten bewijzen. Veel basisinformatie is daar ook in het Turks te raadplegen. Voorstellen: Er komt een Informatiepakket in het Pools, waarin naast basisinformatie over Schiedam ook informatie staat over onderwijs en inburgering. Op de website van de gemeente Schiedam komt deze informatie op een speciale Poolse pagina. Er komt een proef van een halfjaar waarbij in de Stadswinkel op donderdagavond een speciaal Pools loket is geopend tussen 19 en 20 uur.
7.2. Huïsvesters, uitzendbureaus en werkgevers Werkgevers, uitzendbureaus en huisvesters zijn de partijen waarmee arbeidsmigranten over het algemeen het meest te maken hebben. Vaak is dat één en dezelfde persoon: het uitzendbureau dat het contract met de individuele arbeidsmigrant aangaat en ook voor de huisvesting zorgt. Daarmee zouden zij een belangrijk kanaal kunnen zijn voor het doorgeven van informatie aan de werknemers. Niet in alle gevallen zijn huisvesters, uitzendbureaus en werkgevers echter bereid om deze rol op zich te nemen. In hoofdstuk 4 over de sociaal-economische positie van arbeidsmigranten wordt een aantal voorstellen gedaan m.b.t. goed werkgeverschap, dat ook gevolgen heeft voor het communicatiebeleid. In de communicatie naar huisvesters, uitzendbureaus en werkgevers zelf moet er de nadruk op worden gelegd dat het in een ieders belang is dat de arbeidsmigranten goed geïnformeerd zijn en dat zij de kans krijgen zich op een goede manier in Schiedam te vestigen. De aanpak van overbewoning (met alle nadelige effecten) is in dat opzicht een belangrijke stap. Over de nieuwe regels rond kamerverhuur, die in april 2008 zijn ingegaan, is de afgelopen tijd al ruimschoots gecommuniceerd.
7.3. Buurtbewoners Buurtbewoners zijn vaak niet erg enthousiast over de komst van arbeidsmigranten. Er wordt geklaagd over een toename van overlast. Die oorzaken liggen echter niet altijd bij de arbeidsmigranten zelf, als wel bij de omstandigheden waaronder zij hier verblijven. Om daarin verbetering te brengen, is door de gemeente een aantal initiatieven genomen, zoals het interventieteam, de regulering van de kamerverhuur en intensivering van het wijkwerk. Verder is, zoals in hoofdstuk 3 al vermeld, de SWS bezig om een aantal op Polen gerichte activiteiten van de grond te tillen. Het is van belang, dat deze initiatieven ook door de buurt worden gedragen. Het moet duidelijk zijn, dat de inspanningen (met gemeenschapsgeld) een doel dienen, waar ook 'de buurt' de vruchten van plukt. Tegelijkertijd moet worden gecommuniceerd, dat er ook aandacht is voor de buurtbewoners zelf. Niet alleen dat hen een luisterend oor wordt geboden, maar ook dat er aan wordt gewerkt om problemen op te lossen. Daarnaast is het van belang om een reëel beeld te schetsen met betrekking tot tijdelijke arbeidsmigranten. Bijvoorbeeld de verwachting dat gezien de stand van zaken in de Nederlandse economie er naar verwachting nog wel een tijd arbeidsmigranten nodig zijn en dat een deel zich hier blijvend zal vestigen. Om hoeveel arbeidsmigranten gaat het eigenlijk? En hoe wonen en werken zij? Welke pogingen worden er gedaan om concrete problemen aan te pakken.
24
Dit reële beeld kan worden geschetst met behulp van bestaande communicatiemiddelen, zoals de gemeentepagina, de Informatieblad Binnenstad en de lokale televisie. Niet alleen om arbeidsmigranten zo een gezicht te geven, maar ook om problemen binnen de juiste context in beeld te brengen. Bewonersorganisaties kunnen in dat proces een belangrijke rol spelen. Zij hebben immers dagelijks contact met zowel wijkbewoners als de gemeente. Net zoals er een informatiepunt voor de buitenlandse werknemers kan worden ingesteld, kan er ook worden voorzien in een meldpunt overlast voor buurtbewoners. Daar kunnen zij hun problemen kwijt, ongeacht de exacte aard daarvan. Hiermee wordt voorkomen dat bewoners het gevoel krijgen van het kastje naar de muur te worden gestuurd. Zoals in 3.4. al gemeld wordt er op dit moment aan een meldpunt gewerkt. Van bewonerszijde is gevraagd of het mogelijk is via de website bekend te maken voor welke panden een onttrekkingsvergunning is verleend, cq een aanvraag ingediend. Op deze wijze kunnen buurtbewoners eerst zelf kijken of het een kamerverhuurbedrijf met vergunning betreft, dan wel waarvoor de vergunningaanvraag loopt, alvorens bij de gemeente aan de bel te trekken. Ook nu worden vergunningsaanvragen en verleende vergunningen op de website gepubliceerd, zij het niet gebundeld per vergunningen, maar per week. In het geval van de onttrekkingsvergunning is het - als service naar de bewoners - aan te bevelen deze informatie te bundelen. De vraag is welke informatie openbaar moet worden gemaakt. Bij aanvragen voor een bouwvergunning is op de website te lezen: adres, naam van de aanvrager en bouwactiviteit. Voor de onttrekkingsvergunning is de relevante informatie: adres en maximaal aantal kamerbewoners dat is toegestaan. Voorstel: Op de gemeentelijke website komt een overzicht van adressen, waarvoor een onttrekkingsvergunning is aangevraagd, cq. verleend. Bij de verleende vergunningen wordt het maximaal aantal toegestane kamerbewoners vermeld.
8. Voorstellen Samenvattend wordt voorgesteld:
1. Om de kwaliteit van de huisvesting van arbeidsmigranten te verhogen sluit Schiedam, bij voorkeur in samenwerking met Rotterdam en Vlaardingen, een convenant met de uitzendbureaus, waarin criteria voor een goede en veilige huisvesting zijn vastgelegd. Intussen werkt Schiedam mee aan de VIA-pilot om te onderzoeken of een dergelijk keurmerk bijdraagt aan het beoogde doel. 2.
25
De gemeente is bereid om juridische medewerking te verlenen om het mogelijk te maken dat de (deels) leegstaande kantoorpanden Torendijk en Westpoint gebruikt worden voor o.a. tijdelijke huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten.
3 De gemeente zal de in Schiedam verblijvende opvoeders onder tijdelijke arbeidsmigranten actief informeren over de mogelijkheden die er zijn om een inburgeringstraject te volgen. 4. De gemeente zal in het kader van het convenant met Rotterdam en Schiedam proberen met de uitzendbureaus een inburgeringaanbod voor tijdelijke arbeidsmigranten te realiseren. 5. De gemeente zal een overleg met de basisscholen en het CON bijeenroepen om tot onderlinge informatie-uitwisseling te komen, teneinde alle leerplichtige kinderen van tijdelijke arbeidsmigranten in de schoolbanken te krijgen. Daarnaast zullen de arbeidsmigranten met kinderen over het Nederlandse onderwijssysteem geïnformeerd worden. 6. Het project 'Welkom in Oost', dat arbeidsmigranten in contact wil brengen met hun omgeving, wordt met een subsidie ondersteund. Geraamde lasten: €2000. 7. Het interventieteam zal nadrukkelijker dan nu het geval is ook op aspecten van goed werkgeverschap letten en de bevoegde instanties daarover bij tekortkomingen informeren. 8. De gemeente streeft er naar in samenwerking met Rotterdam en Vlaardingen een convenant met de brancheverenigingen af te sluiten over 'goed werkgeverschap'. 9. Er vindt een kwartaaloverleg met uitzendbureaus plaats, waarbij de volgende onderwerpen aan de orde komen: huisvestingsituatie, (woon)overlast, goed werkgeverschap, betrokkenheid van de uitzendbureaus bij het flankerend beleid. 10. De gemeente overlegt met Vlaardingen en Maassluis om in het gezamenlijke inkoop- en aanbestedingsbeleid vast te leggen dat alleen wordt samengewerkt met uitzendbureaus, die zijn aangesloten bij een erkende branchevereniging.. 11. Er komt een informatiepakket in het Pools, waarin naast basisinformatie over Schiedam ook informatie staat over onderwijs en inburgering.
26
12. Op de website van de gemeente Schiedam komt deze informatie op een speciale Poolse pagina. 13. Er komt een proef van een halfjaar waarbij in de Stadswinkel op donderdagavond een Pools loket geopend is tussen 19 en 20 uur. Geraamde lasten: € 2600. 14. Op de gemeentelijke website komt een overzicht van adressen, waarvoor een onttrekkingsvergunning is aangevraagd, cq. verleend. Bij de verleende vergunningen wordt het maximaal aantal toegestane kamerbewoners vermeld. 15. Verdere expertisevorming is nodig, zowel op landelijk als op lokaal en regionaal niveau. Om daar aan te kunnen bijdragen wil de gemeente Schiedam als daar aanleiding toe bestaat een expertisebijeenkomst organiseren. Aard en doelgroep van deze bijeenkomst hangt af van de behoefte en de urgentie. Geraamde lasten: € 15.000
Financiële consequenties Twaalf van de hierboven genoemde voorstellen kunnen uit het reguliere budget worden betaald. Dat geldt niet voor de voorstellen nrs. 6, 14 en 15, samen een bedrag van €19.600. Voor 2009 is er een extra inzet aangevraagd voor het project Overbewoning in het programma Veiligheid aangevraagd, dat deels bedoeld is voor het flankerend beleid. In de conceptbegroting is daarvoor voor de jaren 2009, 2010 en 2011 een bedrag van resp. €85.000, €85.000 en €80.000 gereserveerd. Daarvan is 40% bestemd voor het flankerend beleid. De genoemde €19.600 kunnen hieruit worden betaald.
27
Bijlage 1
Tabel 1 Etniciteit van de kinderen 0-19 jaar uit Midden- en Oost-Europa per 12-11-2007
Klniciteit
Aantal kinderen
l'olen
70
Hongarije
8
Bulgarije Tsjechië, Slowakije, voormalig Tsjecho-
12 8
Slowakije Roemenië
10
Estland
4
Litouwen
1
Letland
-
Slovenië
1
Totaal
114
Tabel 2 Kinderen uit Midden- en Oost-Europa per 12-11-2007
1 i-cliijil
Aantal kiiitk-rvn uil Mulilon- ^n i )o-.l-
0-19
lump.i 114
0-13
78
28
Bijlage 2 Brancheverenigingen uitzendbureaus. •
Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) ^ De 360 ABU-leden hebben qua omzet zo'n 70% van de gehele uitzendmarkt . De ABU heeft een eigen CAO voor Uitzendkrachten. In die CAO staan specifieke normen die betrekking hebben op buitenlandse uitzendkrachten. Zo zijn er bepalingen over goed werkgeverschap, is er een actieve zorgplicht én zijn er minimumnormen voor huisvesting (toegestane woonvormen, de registratie van locaties, de maximale bezetting, veiligheidsvereisten en minimale vierkante meters). Deze regelingen zijn door de VIA, NBBU en de ABU gezamenlijk overeengekomen met de vakbonden.
•
Nederlandse Bond voor Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU) De NBBU richt zich specifiek op het Midden- en Kleinbedrijf25. De branchevereniging heeft zo'n 600 leden. Ook de NBBU heeft een eigen CAO voor Uitzendkrachten, die echter dezelfde specifieke bepalingen en normen heeft als de ABU-CAO.
•
Vereniging van Internationale Arbeidsbemiddelaars (VIA) VIA-leden richten zich volledig op het bemiddelen van arbeidsmigranten. De 35 leden van de VIA zijn, indien zij geen lid zijn van de NBBU, gehouden aan de ABU-CAO voor Uitzendkrachten. Daarnaast vereist de VIA dat leden voldoen aan de eisen van het European Legal Labour Certificate26. Deze eisen hebben betrekking op huisvesting, brandveiligheid, aantal vierkante meters vloeroppervlak per arbeidsmigrant, ziektekostenverzekering, sociale en medische begeleiding, etc.
24
Zie: www.abu.nl Zie: www.nbbu.nl 26 Zie: www.skia-eu.com
25
29
Bijlage 3
Lijst van criteria van goed werkgeverschap Algemeen • De (uitzend)werkgever geeft schriftelijk aan dat desbetreffende CAO (bijvoorbeeld voor de uitzendbranche de ABU of NBBU CAO voor Uitzendkrachten) wordt nageleefd. • De werkgever is bereid om informatie te verschaffen, onder andere over de locaties van huisvesting en het maximum aantal medewerkers dat op deze locaties is gehuisvest. . De werkgever is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar voor zowel werknemers als derden. • Er is 24 uur per dag, 7 dagen per week een tolk beschikbaar. • De huis- en leefregels zijn in de taal van de werknemer op locatie beschikbaar. Zorgplicht • De werkgever geeft een goede introductie in de taal van de werknemer over de uit te voeren werkzaamheden, de veiligheidsrisico's etc. • De werkgever doet een aanbod voor een zorgverzekering, geeft daarover uitleg en vergewist zich ervan dat mensen conform Nederlandse wetgeving zijn verzekerd. •
De werkgever verschaft een kaart met informatie over medische zorg en andere belangrijke
•
telefoonnummers. De werkgever biedt sociale begeleiding.
Aanvullende criteria • De werkgever bevordert 'integratie' met de buurt. • De werkgever geeft informatie over sociale activiteiten, inburgeringsmogelijkheden en volgen • • •
van taallessen. De werkgever verschaft indien gewenst / noodzakelijk informatie aan de buurt. De werkgever maakt afspraken over omgang met klachten van de buurt. De werkgever werkt aan een goede binding met werknemer.
.
De werkgever is behulpzaam bij allerlei praktische zaken, bijvoorbeeld begeleiding
•
ziekenhuisbezoek. De werkgever neemt in geen geval paspoorten in.
30
9. Inhoud 1. Inleiding 2. Recente (landelijke) ontwikkelingen 2.1. Migrantentop 2.2. Regering 2.3. Landelijk onderzoek 3. Recente ontwikkelingen in Schiedam 3.1. Vergunningenverlening en handhaving 3.2. Regionale aanpak 3.3. Convenant Schiedam met Rotterdam en Vlaardingen 3.4. Beleid t.a.v. het interventieteam 3.5. Toename overlast 4. Alternatieve huisvesting 4.1. Gemeentelijke verantwoordelijkheid? 4.2. Wat is fatsoenlijke huisvesting? 4.3. Alternatieven 4.3.1. Tijdelijke verhuur van slooppanden 4.3.2. Leegstaande kantoorpanden 4.3.3. Braakliggende terreinen voor containerwoningen 5. Welzijnsbeleid 5.1. Behoeften van tijdelijke arbeidsmigranten 5.2. Inburgering / Nederlandse taal 5.3. Onderwijs voor de kinderen van tijdelijke arbeidsmigranten 5.4. Participatie /activiteiten in de wijk 5.5. Verdringingseffecten/aandacht voor sociaal zwakkeren 6. De sociaal-economische positie van tijdelijke arbeidsmigranten 6.1. Schets van de situatie 6.2. De uitzendbranche 6.3. Criteria voor goed werkgeverschap 6.4. Uitzendbureaus in Schiedam 6.5. Vertegenwoordiging van werknemers 6.6. Gemeente als opdrachtgever 7. Communicatie 7.1. Tijdelijke arbeisdmigranten 7.2. Huisvesters, uitzendbureaus en werkgevers 7.3. Buurtbewoners 8. Voorstellen Financiële consequenties Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 9. Inhoud
31
3 4 4 5 6 7 7 8 8 9 9 9 10 10 11 11 12 12 13 13 14 15 16 17 18 18 19 19 20 20 21 22 22 24 24 25 27 28 29 30 31
UITVOERINGSVOORSTELLEN '(TIJDELIJK) THUIS IN SCHIEDAM' Nr Voorstel 1 Convenant i.s.m. Rotterdam en Vlaardingen met de uitzendbureaus, voor een goede en veilige huisvesting.
Bedrag Bestaand budget
2.
Bestaand budget
3.
4.
5.
6
7.
8.
Wie Stedelijke Ontwikkeling Ruimtelijk Gebruik Team Wonen en Milieu Juridische medewerking gebruik (deels) Stedelijke Ontwikkeling leegstaande voor o.a. tijdelijke Ruimtelijke huisvesting van tijdelijke Ontwikkeling, arbeidsmigranten in leegstaande Vastgoed en kantoorpanden. Grondzaken Maatschappelijke Informatie opvoeders onder tijdelijke Ontwikkeling arbeidsmigranten over Educatie & Welzijn inburgeringstraject. Team Educatief Beleid Cobi van der Beek Maatschappelijke I.s.m. Rotterdam en Vlaardingen en uitzendbureaus een inburgeringaanbod Ontwikkeling Educatie & Welzijn voor tijdelijke arbeidsmigranten Team Educatief realiseren. Beleid Cobi van der Beek Maatschappelijke Overleg en informatie leerplicht Ontwikkeling kinderen van tijdelijke Educatie & Welzijn arbeidsmigranten. Team Educatief Beleid Cobi van der Beek Maatschappelijke Het project 'Welkom in Oost', dat Ontwikkeling arbeidsmigranten in contact wil Educatie & Welzijn brengen met hun omgeving, wordt met Team Educatief een subsidie ondersteund. Beleid Cobi van der Beek Interventieteam informeert bevoegd Maatschappelijke Ontwikkeling gezag bij slecht werkgeverschap. Veiligheid I.s.m. Rotterdam en Vlaardingen een Stedelijke convenant met de brancheverenigingen Ontwikkeling afsluiten over 'goed werkgeverschap'. Ruimtelijk Gebruik Team Economische Zaken
Wanneer Medio 2009
Bestaand budget
l e kwartaal 2009
Bestaand budget
Medio 2009
Bestaand budget
l e kwartaal 2009
€2000.
2009
Bestaand budget
1-1-2009
Bestaand budget
Medio 2009
9.
Regulier overleg (eens per kwartaal) met uitzendbureaus.
Maatschappelijke Ontwikkeling Veiligheid Dienstverlening Facilitaire Zaken
10. I.s.m. Vlaardingen en Maassluis in het inkoop- en aanbestedingsbeleid alleen samenwerken met uitzendbureaus, die zijn aangesloten bij en erkende branchevereniging. 11. Informatiepakket voor Polen met folder Dienstverlening in het Pools Bestuursondersteuning Communicatie Aad van der Wel 12. Poolse pagina met tekst folder op Dienstverlening gemeentelijke website. Bestuursondersteuning Communicatie Aad van der Wel 13. Proef van een halfjaar Pools loket in de Dienstverlening Stadswinkel op donderdagavond. Stadswinkel
14. Op de gemeentelijke website komt een overzicht van adressen, waarvoor een onttrekkingsvergunning is aangevraagd, cq. verleend. 15 Expertisebijeenkomst op lokaal, regionaal of landelijk niveau.
Bestaand budget
2009
Bestaand budget
l e kwartaal 2009
Bestaand budget
l e kwartaal 2009
Bestaand budget
l e kwartaal 2009
€2600
l e halfjaar 2009
Dienstverlening Bestaand Doorlopend Bestuursondersteuning budget Communicatie Aad van der Wel projectgroep €15.000 2009