GEMEENTE OLDEBROEK Informatie van het college aan de raad Onderwerp: Beantwoording schriftelijke vragen CDA over aanpak eenzaamheid. Portefeuillehouder: College
Kenmerk: 224932 / 224934
Behandelend ambtenaar: Y.M. Roseboom Aanleiding om te informeren Schriftelijke vragen van het CDA over de aanpak van eenzaamheid. Samenvatting Hieronder vindt u de beantwoording van de schriftelijke vragen van het CDA over de aanpak eenzaamheid.
-2-
Toelichting “Cijfers op basis van recente lokale GGD-monitoren laten zien dat 38% van de Nederlanders te maken heeft met eenzaamheidsgevoelens. Bij 30% is sprake van matige eenzaamheid, vaak tijdelijk of incidenteel. Bij 8% is sprake van ernstige aanhoudende eenzaamheid. Het landelijk beleid is erop gericht dat mensen zo lang mogelijk thuis in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen, ondanks beperkingen door bijvoorbeeld ziekte of ouderdom. Staatssecretaris Van Rijn stelt dat in het lokale zorg- en welzijnsbeleid geld en menskracht beschikbaar is om dit isolement te doorbreken. Natuurlijk met hulp en steun van buurtbewoners, mantelzorgers en andere vrijwilligers. Het CDA is bezorgd dat ook in Oldebroek veel inwoners eenzaam zijn1 en acht een integrale aanpak noodzakelijk. Daarom hebben wij diverse vragen:” 1. Onderkent het college de toenemende eenzaamheid onder onze inwoners? Het college is zich ervan bewust dat eenzaamheid landelijk toeneemt. We verwachten dat dat ook in onze gemeente het geval is. In de inleiding op vraag 1 wordt gewezen op een belangrijk oorzaak van toenemende eenzaamheid. Het landelijk beleid is er op gericht dat mensen met een behoefte aan ondersteuning langer thuis blijven wonen. Een deel van deze mensen heeft genoeg contacten met en hulp van familie, buren, vrienden en vrijwilligers om weg te blijven uit de eenzaamheidsproblematiek. Een ander deel van deze mensen heeft onvoldoende contacten en hulp en kampt daarom met eenzaamheid. Het herkennen van signalen en versterken van het eigen netwerk is onderdeel van de werkwijze van het CJG en het Sociaal team en de samenwerking met het Lokaal Platform Informele Ondersteuning. 2. Zijn er concrete cijfers bekend van de eenzaamheid in Oldebroek? Nee. “Door de landelijke overheid wordt bepleit dat eenzaamheid bestreden kan worden door het versterken van bestaande maatschappelijke en sociale verbanden. Daarnaast moeten ouderen gestimuleerd worden om zelf op zoek te gaan naar sociale contacten.” 3. Denkt u dat de Koersgroep van Oldebroek voor Mekaar voldoende aandacht besteed aan de eenzaamheid onder onze bevolking? De koersgroep Oldebroek voor Mekaar is een meedenkplatform over het ontwikkelproces Oldebroek voor Mekaar. De groep is niet zozeer bedoeld om zelf projecten op te zetten of om op specifieke beleidsterreinen of problematieken in te zoomen. Desalniettemin heeft eenzaamheid aandacht in de groep. U kunt dit destilleren uit de Aanbevelingen die de koersgroep onlangs aan de raad heeft aangeboden, waarin het belang van netwerken van inwoners per wijk benadrukt wordt en laagdrempelige ontmoetingsplekken. De koersgroep vindt het belangrijk om te werken aan bevordering van ontmoeting en contacten in de wijk, waardoor mensen tot samenwerking kunnen komen en de aandacht voor elkaar versterkt wordt. Opgemerkt wordt dat het thema eenzaamheid in de dorpsgroepen is besproken en dat de kerken in Wezep-Hattemerbroek onderzoeken op welke wijze dit ook in deze dorpen kan worden gerealiseerd. Dit project genaamd ‘zorgmaatje’ is bedoeld om het vaak afnemende sociaal netwerk te versterken van mensen die aan huis gekluisterd zijn door ziekte of afnemende mobiliteit en op hun mantelzorgers. 4. Is de beschikbare informatie (Programmaplan Oldebroek voor Mekaar 2015 – 2018) daarover voldoende toegankelijk en overzichtelijk? 1
Zie onder andere het Nationaal Kompas Volksgezondheid (RIVM, GGD en CBS) en de Eenzaamheidsmonitor (Coalitie Erbij en TNS Nipo) op eenzaam.nl.
-3-
Het programmaplan behandelt de visie en doelstellingen van Oldebroek voor Mekaar als paraplubenadering voor gemeente en samenleving. Daarnaast bevat het specifieke projecten en activiteiten binnen dit programma. Aandacht voor eenzaamheid is niet benoemd als een specifiek project binnen het programma OvM maar is onderdeel van de uitvoering in het sociaal domein. Denk daarbij aan signaleren & preventie en de nadruk op eigen kracht en samenkracht. “De gemeente Rotterdam is voornemens om alle mensen die de pensioengerechtigde leeftijd bereiken een informatiepakket aan te bieden waarin zij worden opgeroepen hun talent en kennis in te zetten voor de stad. In dit informatiepakket geven zij aandacht aan de faciliteiten die er voor ouderen zijn om actief te blijven en komen de mogelijkheden aan bod om actief te worden in de wijk of bij stedelijke vrijwilligersorganisaties.” 5. Ziet u mogelijkheden voor een dergelijk pakket in Oldebroek of andere manieren om deze informatie te verspreiden? In onze gemeente zijn al veel 65-plussers actief als vrijwilligers. Gezien de veranderingen in het sociale domein is er behoefte aan de inzet van meer vrijwilligers. Het zou daarom mooi zijn als nog meer 65-plussers vrijwilligerswerk willen gaan doen. De werving van vrijwilligers is o.a. een taak van de consulenten informele ondersteuning en de vrijwilligersorganisaties zelf. Samen met de consulenten en onze seniorenorganisatie, Senioren Wezep Oldebroek, willen wij nagaan welke inzet al gedaan wordt om senioren als vrijwilliger te werven en of deze inzet versterkt moet worden. “Middels de motie-Keijzer in de Tweede Kamer is gesteld dat het onderwerp eenzaamheid tijdens het keukentafelgesprek aan de orde moet komen.” 6. Is eenzaamheid een vast onderdeel van het keukentafelgesprek in Oldebroek? Zo ja, zijn de eerste indrukken hiervan met de raad te delen? In het keukentafelgesprek van het sociaal team komen onder meer aan de orde: Diverse vragen m.b.t. gezinssamenstelling en thuissituatie Diverse vragen m.b.t. wie belangrijk is in iemands leefomgeving Diverse vragen m.b.t. activiteiten in het dagelijks leven. Hiermee wordt het onderwerp “eenzaamheid” van diverse kanten benaderd. De eerste trends van deze gesprekken hopen we begin volgend jaar helder te krijgen. Opgemerkt wordt dat de vrijwillig ouderenadviseurs (VOA’s) mensen geboren tussen 1936 en 1941 preventief bezoeken. Hierbij brengen zij leef- en gezondheidssituatie van deze inwoners in kaart. Een van de aspecten waarnaar gekeken wordt, is eenzaamheid. Ook andere organisaties zoals Tafeltje Dekje hebben in dit kader een belangrijke signaalfunctie. “Vaak zijn het professionals die het eerst de signalen van zorgwekkende vereenzaming (moeten) opmerken en zelf oppakken of bij de juiste instanties neerleggen.” 7. Zijn de betrokken professionals voldoende getraind in het herkennen van eenzaamheid? De medewerkers van het sociaal team hebben hun eigen expertise, het herkennen van signalen van bijvoorbeeld eenzaamheid is daarvan onderdeel. In de werkwijze die bij het keukentafelgesprek wordt gehanteerd, komen vragen aan de orde die eenzaamheid aan het licht kunnen brengen (zie ook vraag 6). 8. Weten de professionals voldoende welke mogelijkheden elke organisatie heeft om contact te leggen en handelend op te treden? Op het moment dat er vragen spelen gaat de professional van het sociaal team met de inwoner op zoek naar antwoorden/oplossingen. Antwoorden en oplossingen in de eigen omgeving en van
-4-
informele ondersteuningsorganisaties en vrijwilligers worden hierbij nadrukkelijk meegenomen. De steeds intensievere samenwerking tussen sociaal team en het lokaal platform informele ondersteuning levert hieraan een belangrijke bijdrage. “Bewegen is een belangrijke voorwaarde voor gezond ouder worden. Maar het biedt ook mogelijkheden voor sociaal contact en daarmee het doorbreken van eenzaamheid. Veel ouderen hebben echter geen ervaring met sporten en zijn daar moeilijk toe te bewegen. Daar komt bij dat veel sportverenigingen hun inspanningen vooral richten op de competitie en de jeugdafdeling.” 9. Zijn er sportverenigingen die activiteiten opzetten speciaal voor ouderen? Er zijn ontwikkelingen bij gymnastiekvereniging SOS in Oldebroek. Daarnaast is Senioren Wezep Oldebroek al jaren actief met diverse beweegactiviteiten. Uit de verenigingsmonitor blijkt dat met name de drie gymnastiekverenigingen in onze gemeente en de tennisclub in Wezep gezamenlijk ongeveer 90 leden hebben die ouder zijn dan 65 (peildatum 1 januari 2015). 10. Ziet uw college mogelijkheden om speciale activiteiten voor ouderen bij de sportverenigingen te stimuleren? Jazeker, vooral dankzij een onlangs toegekende subsidie van de provincie aan de RNV-gemeenten plus Hattem en Heerde voor het project Actieve en gezonde leefstijl senioren. Doelstelling is dat in 2017 het aantal senioren dat aan de beweegnorm voldoet met 5% is gestegen. De subsidie maakt het o.a. mogelijk om een buurtsportcoach in te zetten voor de doelgroep senioren. Het project bestaat voor het onderdeel bewegen uit de volgend erkende interventies: Bewegen op Recept en Sportdorpen. In samenwerking met de Gelderse Sport Federatie (GSF) en betrokken partners wordt een lokaal activiteitenplan gemaakt. Het project loopt tot 1 november 2017. Door GSF is/wordt afstemming gezocht met Senioren Wezep Oldebroek, het sociaal team en voetbalvereniging VSCO ’61 (onderdeel sportdorpen). “Door veranderingen in de samenleving komt het steeds minder vaak voor dat verschillende generaties elkaar ontmoeten, zo blijkt uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau. Contacten met jongeren kunnen bijdragen aan de levenslust van ouderen en het gevoel dat de wereld waarin ze leven nog de hunne is. Ook voor jongere generaties biedt dit leerzame ervaringen.” 11. Bent u bereid om de VO-school uit te nodigen om zich te verbinden met (een voorziening voor) ouderen in Oldebroek en hun leerlingen uit te dagen om bijvoorbeeld hun maatschappelijke stage bij voorkeur daar in te vullen. Het Agnieten College willen wij er op attenderen dat leerlingen maatschappelijke stages bij Senioren Wezep Oldebroek (SWO) kunnen lopen. Omgekeerd willen wij SWO wijzen op de mogelijkheid dat leerlingen van het Agnieten College hun maatschappelijke stage kunnen verrichten bij SWO. Maar wij gaan niet actief werken aan een verbinding tussen het Agnieten College en SWO. Dat vinden wij een verantwoordelijkheid van de samenleving en de organisaties op het maatschappelijk middenveld zelf. We zien ook spontaan mooie dingen ontstaan tussen PO en zorginstellingen, zo bezocht een peuteropvang een zorginstelling. “Uit onderzoek is gebleken dat één op de drie jongeren eenzaam is.2 De helft (50%) zou de eenzaamheid graag willen doorbreken, maar weet zelf niet hoe dat te doen. Van de sterk eenzame jongeren geeft zelfs tweederde (67%) dit aan. Eenzame jongeren leggen de oorzaken vooral bij zichzelf en hebben vaak een lager gevoel van eigenwaarde.” 12. Is eenzaamheid een vast onderwerp van gesprek en punt van signalering in de jeugdzorg? Zo nee, ziet u mogelijkheden deze problematiek daar beter onder de aandacht te krijgen?
2
Onderzoek ‘Eenzaamheid onder jongeren’, 1V Jongerenpanel, 25 september 2014
-5-
Niet vanuit het gemeentelijk beleid maar we zien mogelijkheden om dit toe te voegen aan de uitvoering van het preventieve jeugdbeleid. Wel wordt er in zijn algemeenheid aandacht besteed aan weerbaarheid van kinderen. Hier zijn trainingen voor en het heeft ook op de scholen de aandacht. Eenzaamheid is daarnaast een onderwerp dat meespeelt bij het project kwetsbare jongeren in Wezep. Ondanks veel “vrienden” kan iemand toch eenzaam zijn en zoeken naar zingeving. Het is onze wens dat via dit project meer mensen te laten zien dat zij betrokken zijn bij jeugd in hun dorp en dat zou ook op gebied van eenzaamheid effecten moeten sorteren. 13. Is er op de VO-school binnen onze gemeente aandacht voor eenzaamheid? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, zie u mogelijkheden hier met de school aandacht aan te besteden? Zie boven. Er worden op het Agnieten College al mentale en fysieke weerbaarheidstrainingen gegeven in samenwerking met het straathoekwerk en het CJG. Oldebroek, 20 oktober 2015. Burgemeester en wethouders van Oldebroek, , secretaris drs. B. Brand MCM,
, burgemeester mr. A. Hoogendoorn.