Eenzaamheid Aanleiding In het beleidsplan Wmo 2008-2011 is toegezegd specifieke aandacht te schenken aan de aanpak van eenzaamheid. Daartoe is op 30 maart 2011 een werkconferentie gehouden. Daarbij is vooral gefocust op het verduidelijken van het beeld: hoe moeten we kijken naar eenzaamheid, wie zijn de eenzame burgers, wat zijn risico’s en ook: wat wordt er in andere regio’s aan gedaan.
Beschrijving. Eenzaamheid Veel mensen in Nederland zijn of voelen zich eenzaam. Bij eenzaamheid kan het gaan om het hebben van onvoldoende sociale contacten, maar ook om een gemis aan de kwaliteit daarvan. Zo kan iemand met veel vrienden en familie zich toch eenzaam voelen als de contacten oppervlakkig zijn. Langdurige eenzaamheid is niet alleen een individueel, maar ook een maatschappelijk probleem. Uit eenzaamheid gaan mensen soms maatschappelijk ongewenst gedrag zoals vandalisme en criminaliteit vertonen. Verder lopen mensen met weinig sociaal contact een hoger risico op verwaarlozing, het ontwikkelen van een verslaving en medicalisering van hun eenzaamheid. Met in veel gevallen uiteindelijk een verhoogde aanspraak op publiek gefinancierde faciliteiten als gevolg. Omschrijving: Eenzaamheid wordt door Hortulanus en Machielse als volgt omschreven. Het als negatief ervaren verschil tussen de kwaliteit van de relaties die men onderhoudt en de relaties zoals men die zich voor zichzelf zou wensen. Daarbij komt de ervaringskant naar voren. Door deze auteurs wordt een onderscheid gemaakt met sociaal isolement: Het hebben van weinig of geen betekenisvolle contacten en zich daar eenzaam en ongelukkig onder voelen. Eenzaamheid kent twee kanten, namelijk sociale eenzaamheid en emotionele eenzaamheid. Deze zijn van belang om te onderscheiden bij de aanpak. Sociale eenzaamheid wil zeggen dat iemand een gemis heeft aan gezelschap. Emotionele eenzaamheid betekent een gemis van een hechte, intieme band met één ander persoon, een gemis aan emotionele steun. Feiten en misverstanden Circa een derde van de Nederlanders kent gevoelens van eenzaamheid. In de recente ouderenmonitor2010 van de GGD Gelre IJssel benoemt 36 % van de Elburgse ouderen zich eenzaam, 32% is matig eenzaam, 4% ernstig tot zeer ernstig eenzaam. Daarbij komt eenzaamheid meer voor onder 75-jarigen dan onder jongere senioren. Ook in de volwassenmonitor 2008 van de GGD blijkt onder de 19-65 jarigen in Elburg eenzaamheid een manifest probleem. Van de respondenten is 32% matig eenzaam en 6% ernstig tot zeer ernstig eenzaam. Het is niet 100% duidelijk of eenzaamheid toeneemt door de voortschrijdende individualisering. Er wordt vaak op gewezen dat het minder vanzelfsprekend is dat mensen een netwerk hebben en zich ergens bij voelen horen. Mensen zouden steeds meer op zichzelf zijn gericht, meer keuzemogelijkhe1
den hebben, maar ook meer verantwoordelijkheid dragen voor de manier waarop ze hun leven willen inrichten, terwijl de traditionele sociale vangnetten van familie, kerk en buurt sterk aan kracht hebben ingeboet. Harde bewijzen voor het toenemen van eenzaamheid als gevolg van individualisering zijn echter niet te vinden. Eenzaamheid lijkt in belangrijke mate cultureel beïnvloed te worden: in familie-georiënteerde samenlevingen in Zuid-Europa wordt meer eenzaamheid ervaren dan in de meer individueel-ingerichte samenlevingen in Noord-Europa. Verwachtingen blijken een belangrijke rol te spelen. Een wijdverbreid misverstand is dat vooral ouderen last hebben van eenzaamheid. Eenzaamheid komt onder andere leeftijdsgroepen echter net zo goed voor als bij ouderen. Wel is de kans op eenzaamheid gemiddeld groter bij de alleroudsten, maar ook bij jongeren in de leeftijdsgroep van 15 tot 24 jaar. Eenzaamheid komt in alle lagen van de bevolking voor, maar de kans op eenzaamheid is niet voor alle bevolkingsgroepen gelijk. Chronisch zieken, gehandicapten, ouderen en alleenstaanden zonder partner of andere banden, immigranten die nog niet zijn ingeburgerd, mantelzorgers die hun sociale contacten zien afnemen, werkzoekenden die zich sociaal uitgesloten voelen en dak- en thuislozen hebben een groter risico om eenzaam te worden. Ouderdom op zich is geen oorzaak van eenzaamheid. Dat eenzaamheid vaker bij ouderen voorkomt, komt vooral door het verlies van de partner, het kleiner worden van hun netwerk, toenemende immobiliteit en het verlies van contacten in de buurt. De eye-opener voor velen tijdens de lokale werkconferentie was de sterke eenzaamheid onder alleenstaande ouders in de categorie 35-50 jaar. Eenzaamheid vertoont dus wel een sterke samenhang met het al of niet hebben van een partner. Ook onder mensen met een partner komt evenwel eenzaamheid voor, vooral wanneer de partnerrelatie van minder goede kwaliteit is (gebrek aan geborgenheid en intimiteit), wanneer ze deel uitmaken van een klein netwerk of van een groot netwerk met weinig emotionele steungevers. Er is ook aandacht gevraagd voor de eenzaamheid onder burgers die in een instelling verblijven. Ze hebben minder informele contacten, wel veel contacten met hulpverleners. Eenzaamheid kan een gevolg zijn van veranderingen in omstandigheden. Het kan hierbij gaan om persoonlijke (life events) en meer maatschappelijke gebeurtenissen. Daarnaast kunnen in de persoon gelegen factoren een rol spelen zoals gebrek aan sociale vaardigheden. Ook maatschappelijke uitsluitingsmechanismen kunnen een rol spelen bij het ontstaan van eenzaamheid en sociaal isolement. Er rust nog een behoorlijk taboe op eenzaamheid: als je eenzaam bent ben je een ‘loser’. Terwijl ieder momenten van eenzaamheid in zijn of haar leven kent. Momenten die volgens onderzoekster Gierveld ook weer overgaan. Dit taboe maakt het bespreekbaar en het hanteerbaar maken van het probleem veel lastiger. In een studie naar sociale contacten in Nederland komt Prof. dr. Hortulanus tot de volgende indeling: Sociaal weerbaar 64% Groot netwerk, niet eenzaam Eenzaam 22% Groot netwerk, eenzaam
Contactarm 8 % Klein netwerk, niet eenzaam Sociaal geïsoleerden 6% Klein (geen) netwerk, eenzaam
De groep contactarmen voelen zich niet eenzaam, maar de kwetsbaarheid is groot als iemand wegvalt uit het netwerk of als de competenties om nieuwe relaties aan te gaan gering zijn.
2
De aanpak van eenzaamheid Onderscheiden interventies Een adequate aanpak van eenzaamheid of sociaal isolement is niet eenvoudig. Het gaat vaak om complexe problematiek waarbij met alle mogelijke oorzaken rekening moet worden gehouden. De aanpak van eenzaamheid en sociaal isolement kan op verschillende groepen in de samenleving gericht zijn: de (potentieel) eenzamen (microniveau) personen die contact hebben met eenzamen (mesoniveau) de samenleving (macroniveau). Microniveau Interventies op microniveau richten zich direct op de eenzamen en sociaal geïsoleerden. Ze zijn te typeren naar drie verschillende verwerkingsstijlen namelijk: 1. Netwerkontwikkeling: het verhogen van het aantal, maar bovenal de kwaliteit van de relaties van de eenzame persoon. Hierbij is het van belang te kijken naar de oorzaken die aan de eenzaamheid ten grondslag liggen. Gaat het om interpersoonlijke oorzaken van eenzaamheid (verhuizing, verlies partner, etc.), intrapersoonlijke oorzaken (sociale vaardigheden, beperkte mobiliteit of financiën, etc.) of maatschappelijke oorzaken (beeldvorming, etc.); 2. Standaardverlaging: het naar beneden bijstellen van onrealistische wensen en verwachtingspatronen inzake relaties; 3. Het bijstellen van het belang van het eenzaamheidsprobleem: het leren omgaan met gevoelens van eenzaamheid. Hierbij zijn bijvoorbeeld cursussen, gespreksgroepen en therapie zinvolle interventies Omdat vaak meer oorzaken ten grondslag liggen aan eenzaamheid, mag worden verwacht dat een eenzaamheidsinterventie een groter effect sorteert wanneer deze zich op verschillende verwerkingsstijlen tegelijkertijd richt. Mesoniveau Interventies/aanpakken op mesoniveau richten zich op personen die -vrijwillig of professioneel- contact hebben met eenzame - of sociaal geïsoleerde mensen. Hierbij gaat het onder meer om deskundigheidsbevordering en samenwerking. Het doel is beter signaleren van en adequater reageren op eenzaamheidsgevoelens door professionals en vrijwilligers. Naast het bevorderen van kennis over eenzaamheid en sociaal isolement en het beter signaleren ervan, is ook het omgaan met signalen van belang. Hoe worden eenzame mensen bejegend? Uitwisseling van ervaringen tussen professionele - en/of vrijwillige zorgverleners kan hierbij behulpzaam zijn. Macroniveau We spreken van macroniveau bij projecten die zich richten op algemene voorlichting en bewustwording. In dit soort projecten tracht men mensen te bewegen anders te gaan denken en zich anders te gedragen. Bijvoorbeeld in campagnes ter verbetering van de beeldvorming van ouderen of andere doelgroepen.
Analyse van de huidige aanpak in Elburg We mogen gerust stellen dat Elburg zich als lokale samenleving kenmerkt door een grote mate van onderlinge verbondenheid, maar die verbondenheid geldt niet voor iedere burger. 3
Er zijn al heel wat interventies mogelijk om te werken aan eenzaamheidsproblematiek, zoals de geluksroute en een herstelgroep voor mensen met psychische problemen. Er is veel maatschappelijk initiatief van verenigingen, kerken en overige maatschappelijke organisaties waarbinnen mensen hun netwerk kunnen ontwikkelen c.q. kunnen behouden. De bekendheid van alle mogelijke activiteiten blijkt toch steeds een punt. Dit bleek tijdens de werkconferentie, maar het wordt helaas toch ook weer bevestigd in de recente ouderenmonitor van de GGD. Elburg scoort daarbij zelfs onder het regionaal gemiddelde. Dat blijkt toch nog weer een investering waard. In het kader van de Wmo investeren we in Elburg in het bevorderen van ontmoeting en onderling contact in buurten. Daar valt winst te bereiken, in die zin dat er meer vangnet komt voor geïsoleerde medeburgers. De eerste inzet vanuit de aanpak van eenzaamheid zou dus niet gericht moeten zijn op het ontwikkelen van nieuwe activiteiten. Al kan daarvoor vanuit andere ontwikkelingen (m.n. ontwikkelingen in de Awbz) wel reden voor zijn. Uit onderzoek van het Verwey Jonker instituut blijkt dat organisaties in Elburg vaak nog maar beperkt kennis hebben over het signaleren van eenzaamheid. Het is dan ook begrijpelijk dat ze veelal nog geen beleid hebben met betrekking tot de aanpak van eenzaamheid. Ook blijkt dat men vaak nog niet weet waar men met dit soort signalen terecht kan. Hier valt dus winst te bereiken. We kunnen een slag maken door eenzaamheid beter te signaleren. Maar nog een grotere slag is te maken door te investeren in preventie en bewustwording. Tot nu toe wordt daar in Elburg weinig aan gedaan. Ook hier geldt dat mensen soms een ‘ongezonde’ levensstijl hebben, met grote kansen op eenzaamheidsproblematiek in het verschiet. Waarbij het nog wel een hele toer zal zijn de goede groep mensen te bereiken. Publiekscampagnes bereiken niet zelden juist niet de doelgroep. Zeker niet een categorie van mensen die mogelijk wat geïsoleerder leeft….. Veel aandacht is gericht op het verbreden van het netwerk. Maar dat is maar een beperkt deel van de oplossing van eenzaamheidsproblematiek, alleen voor die mensen die inderdaad ook weinig contacten hebben, dus ‘last hebben’ van sociale eenzaamheid. Er valt winst te bereiken als we burgers ondersteunen in het hanteerbaar maken van hun emotionele eenzaamheid, wat we tot nu toe niet doen. De oudere senioren krijgen in Elburg nog het meest aandacht, ook vanuit het traditionele beeld dat eenzaamheid veelal ouderen treft. Maar de middengroepen, m.n. de groep alleenstaande ouders, zijn behoorlijk buiten beeld.
De inzet in Elburg op verschillende niveaus Op basis van het voorgaande komen we tot de volgende wenselijke inzet op de verschillende niveaus Niveau Micro
Inzet Netwerkontwikkeling individueel Wijkontwikkeling Cursussen
Meso
Gespreksgroepen Maatjesdiensten Een sociale kaart van ontmoetingsmogelijkheden Deskundigheidsbevordering + Handreiking voor signaleren eenzaamheid Een meldpunt voor signalen 4
Door Maatschappelijke organisaties (WIEL, vrijwilligersorganisaties, kerken) WIEL, wijkcomités GGZ centraal/Dimence in het kader van collectieve preventie GGZ WIEL/MD Veluwe WIEL/Vrijwilligersorganisaties Gemeente/Wiel Aanhaken bij Niet-Pluis aanpak
Aanhaken bij Niet-Pluis (Doeth)
van eenzaamheid, met ‘vraag’opvolging Macro
Voorlichtingscampagne
Gemeente/Doe’th
Doelstellingen Welke resultaten willen we over 4 jaar bereikt hebben? Het aantal inwoners dat eenzaamheidsproblematiek ervaart is met 10% gedaald. Het aantal senioren dat op de hoogte is van het aanbod aan ontmoetingsmogelijkheden is gestegen met 20% Instellingen zijn op de hoogte gesteld van mogelijkheden om eenzaamheid te signaleren en te bestrijden.
Actieplan voor 2012. Een publiekscampagne voeren gericht op meer bewustheid rondom het thema eenzaamheid. Daarbij ook insteken op de week tegen eenzaamheid. In de inzet voor collectieve preventie GGZ aandacht besteden aan het signaleren en bestrijden van eenzaamheid. De signalering van eenzaamheid verwerken in de Niet-Pluis aanpak. Gerichte aandacht schenken aan de seniorenkalender.
5