Samen tegen eenzaamheid Van 25 september tot en met 4 oktober is de Week tegen de Eenzaamheid. Het thema dit jaar is: Herken eenzaamheid en handel op tijd. Hoe eerder eenzaamheid wordt gesignaleerd en bespreekbaar wordt gemaakt, hoe meer er aan kan worden gedaan. Landelijk worden veel activiteiten, zoals workshops en informatiebijeenkomsten, aangeboden om extra aandacht te vragen voor de problematiek rondom eenzaamheid. Deze factsheet geeft informatie over eenzaamheid in Twente en de ondersteuning die GGD Twente op dit terrein biedt door middel van onderzoek en advies. Eenzaamheid in Nederland Er zijn veel mensen in Nederland, die zich eenzaam voelen, jong en oud. In Twente is dat niet anders. Eenzaamheid is een vervelend gevoel. Een gevoel van leegte en gemis. Anderen kunnen dat gevoel niet zien. Dit maakt eenzaamheid tot een verborgen probleem. Bovendien zullen mensen die eenzaam zijn, dit niet zo gauw aan anderen laten merken. Mensen die eenzaam zijn vinden dat onplezierig. Iemand die het fijn vindt om alleen te zijn, is niet eenzaam. Onderzoekers gebruiken de volgende definitie van eenzaamheid: ‘Een situatie van eenzaamheid is het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) sociale relaties.’
Het gaat bij eenzaamheid niet alleen om het aantal sociale relaties, maar ook om de kwaliteit van de contacten. Uit onderzoek komt naar voren, dat ruim een derde van de bevolking (39%) in Nederland matig tot (zeer) ernstig eenzaam is. In figuur 1 is de eenzaamheid per GGD regio weergegeven, gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht. Twente behoort met 35% tot de wat minder eenzame regio’s. De regio Rotterdam-Rijnmond rapporteert de meeste eenzaamheid met 46%. In Zeeland en Amsterdam rapporteert 43% van de inwoners eenzaamheid. De cijfers zijn gebaseerd op de gezondheidsmonitor van 2012, uitgevoerd door alle GGD’en in Nederland en hebben betrekking op de totale bevolking van 19 jaar en ouder.
Figuur 1. Eenzaamheid per GGD regio, 2012
2 van 6
Eenzaamheid in Twente GGD Twente verzamelt door middel van grootschalig vragenlijstonderzoek informatie over de gezondheid en leefstijl van de inwoners van Twente. Eenzaamheid is vastgesteld met de eenzaamheidsschaal van De Jong-Gierveld. Aan respondenten zijn elf stellingen voorgelegd, die betrekking hebben op sociale en emotionele eenzaamheid, zoals “Ik mis gezelligheid om mij heen”, “Ik vind mijn kring van kennissen te beperkt” en “Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht”. Somscores voor het wel of niet eens zijn met de stellingen zijn een maat voor eenzaamheid. Gemiddeld is 34% van de volwassenen (19 tot 65 jaar) en 41% van de ouderen (65 jaar en ouder). in Twente matig tot (zeer) ernstig eenzaam. Zeer ernstig Ernstig 3% Matig 5% 26%
Ernstig Matig 5% 33% Niet 66%
Figuur 2 Eenzaamheid bij volwassenen (2012)
Zeer ernstig 2% Niet 59%
Figuur 3 Eenzaamheid bij ouderen (2010)
Eenzaamheid komt in alle lagen van de bevolking voor, niet alleen bij ouderen. Uit figuur 2 en 3 blijkt dat eenzaamheid zowel bij ouderen (65-plus), als bij volwassenen (19 tot 65 jaar) voorkomt. Van de eenzame mensen is ongeveer een kwart (zeer) ernstig eenzaam en driekwart matig eenzaam. Eenzaamheid neemt enigszins toe van jong naar oud. De toename is echter niet gelijkmatig en kent een fikse sprong bij de 75-plussers. Dit is te zien in figuur 4.
Twente totaal
35%
75 jaar en ouder
46%
65-75 jaar
38%
50-65 jaar
35%
35-50 jaar
36%
19-35 jaar
29%
Figuur 4 Eenzaamheid naar leeftijd (2012)
Het is de vraag in hoeverre er sprake is van eenzaamheidsproblematiek. Het is onvermijdelijk dat het aantal en de kwaliteit van sociale contacten afnemen naarmate men ouder wordt. Het verminderen van sociale contacten hoeft niet per definitie tot eenzaamheidsproblematiek te leiden. Het vermoeden bestaat echter, dat vooral bij ouderen veel eenzaamheid verborgen blijft. Men vindt dat eenzaamheid onvermijdelijk bij de leeftijd hoort en dat daar niet over gesproken of geklaagd mag worden. Niet alleen leeftijd, maar ook opleiding heeft invloed op het voorkomen van eenzaamheid. Van de hoog opgeleiden rapporteert 27% eenzaamheid, maar bij de laag opgeleiden is dit 44%. Dit geldt zowel voor ouderen, als volwassenen. Naar verhouding zijn veel ouderen laag opgeleid. Zij lopen meer risico op gezondheidsproblemen, niet alleen lichamelijk, maar ook in de sociaal-psychische sfeer. Eenzaamheid is een van die problemen.
3 van 6
Eenzaamheid per gemeente De eenzaamheidspercentages verschillen enigszins per gemeente. Uit figuur 5 en 6 blijkt dat de plattelandsgemeenten wat gunstiger scoren, met name Tubbergen, Borne en Dinkelland. In alle gemeenten, behalve in Almelo, zijn de eenzaamheids-percentages onder ouderen hoger dan bij volwassenen. Met name in Dinkelland en Hellendoorn is het verschil tussen ouderen en volwassenen groot.
Figuur 5 Eenzaamheid bij ouderen per gemeente in % (2010)
Figuur 6 Eenzaamheid bij volwassenen per gemeente in % (2012)
Eenzaamheid, huishoudsituatie en medicijngebruik Eenzaamheid is gerelateerd aan huishoudsamenstelling. Van de alleenstaanden rapporteert 24% eenzaamheid; dit doet 11% van de respondenten in een meerpersoonshuishouden. Voor ouderen is de sterfte van de partner de belangrijkste oorzaak van eenzaamheid. Voor vrouwen speelt dit aanzienlijk meer, dan voor mannen. Gemiddeld overlijden mannen op jongere leeftijd dan vrouwen en mannen zijn bovendien vaak een aantal jaren ouder dan hun partner. Er zijn bijna drie keer zoveel alleenstaande vrouwen van 65-jaar en ouder, dan alleenstaande mannen. In absolute zin betekent dit automatisch ook meer eenzaamheidsproblematiek met name bij oudere vrouwen. Procentueel gezien is er zowel bij ouderen, als bij volwassenen weinig verschil in eenzaamheidsgevoelens tussen mannen en vrouwen. Eenzaamheid heeft ook invloed op het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen. Van diegenen die zich eenzaam voelen gebruikt 10% slaap- of kalmeringsmiddelen; bij de niet-eenzamen is dat 5%.
4 van 6
Ondersteuning GGD op het gebied van eenzaamheid Monitoren GGD Twente krijgt door middel van schriftelijk vragenlijst onderzoek inzicht in de gezondheidssituatie en leefstijl van de Twentse bevolking. Eenzaamheid is een van de onderwerpen, waarover informatie wordt verzameld. Gegevens uit de monitoren zijn de basis voor gemeentelijk gezondheidsbeleid. Het voorkomen of verminderen van eenzaamheid is vaak onderdeel van dit beleid. GGD Twente voert zelf geen preventie activiteiten uit op het gebied van eenzaamheid. Wel worden bijvoorbeeld preventieve huisbezoeken en projecten voor kwetsbare ouderen ondersteund. Deze ondersteuning is onder andere gericht op het in kaart brengen van eenzaamheidsproblemen. GGD Twente stimuleert ook lokale samenwerking en afstemming van verschillende organisaties, zoals welzijnswerk, thuiszorg en huisartsen bij de oplossing van deze problemen. SOEK SOEK staat voor Senioren Op Eigen Kracht. Eén van de manieren om wat aan eenzaamheid bij ouderen te doen is door het uitvoeren van preventieve huisbezoeken. Vanuit het welzijnswerk worden in een aantal Twentse gemeenten SOEK-huisbezoeken aangeboden. Het doel van de huisbezoeken is om vroegtijdig problemen op het gebied van zelfredzaamheid, eenzaamheid en sociale participatie te signaleren. Het accent ligt daarbij op het stimuleren van eigen kracht en verantwoordelijkheid. Het idee is om samen met ouderen te bepalen wat zij kunnen doen om eenzaamheid te voorkomen of te verminderen. Komt men er zelf niet uit, dan zijn er genoeg vrijwilligers om de helpende hand te bieden. De respons op de huisbezoeken is ongeveer 50%. GGD Twente ondersteunt de lokale SOEK-huisbezoeken met begeleidend onderzoek en stimuleert de professionalisering van het werk door de seniorenvoorlichters. SOEK wordt uitgevoerd in de gemeenten Tubbergen, Wierden, Hellendoorn, Almelo en Hof van Twente. Kwetsbare ouderen Steeds meer huisartsenpraktijken starten met de zorg voor kwetsbare ouderen. Directe aanleiding is de toename van het aantal ouderen in het patiëntenbestand. De gezondheidsproblematiek, waar-mee de huisartsen geconfronteerd worden, verschuift meer en meer naar verouderingsproblematiek en is complexer. Dit toekomstbeeld vraagt om een aanpak, waarbij voorkomen wordt dat gezondheidsproblemen pas in een laat of te laat stadium worden gesignaleerd en erg veel zorg en aandacht vragen. Niet elk probleem is te voorkomen, maar vaak kan de ernst en complexiteit wel worden verminderd door vroegsignalering. GGD Twente ondersteunt huisartsenpraktijken in Borne, Vriezenveen, Enter en Delden door middel van vragenlijstontwikkeling, registratie en analyse van de resultaten. Om te bepalen welke ouderen in het patiëntenbestand kwetsbaar zijn, wordt veelal de GFI (Groningen Frailthy Indicator) gebruikt. Zo blijkt in Borne dat op basis van de GFI ongeveer een derde van de patiënten van 75-jaar en ouder kwetsbaar is. Dit aantal loopt snel op met het ouder worden. Kwetsbaarheid hangt samen met een hoog medicijngebruik, sociaal-psychische problematiek, vooral eenzaamheid, en praktische problemen op het gebied van zelfredzaamheid.
De cijfers en figuren in deze factsheet zijn ontleend aan de volgende bronnen: - Zorgatlas RIVM - Gezond ouder worden in Twente. Ouderenonderzoek . GGD 2010 - Op verkenning en Twente. Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen. GGD 2012 - SOEK. Senioren Op eigen Kracht. Wierden. 2013 - Kwetsbare ouderen in de huisartsenpraktijk. Borne. 2013
5 van 6
6 van 6