Gemeente Merchtem BPA Reedijk Onderzoek tot m.e.r.
Definitief
Gemeente Merchtem Nieuwstraat 1 1785 Merchtem
Grontmij Vlaanderen Groot-Bijgaarden, april 2011
277758_03_screening, Revisie c
Verantwoording
Titel
:
BPA Reedijk
Subtitel
:
Onderzoek tot m.e.r.
Projectnummer
:
277758
Referentienummer
:
277758_03_screening
Revisie
:
c
Datum
:
April 2011
Auteur(s)
:
Patrick Roothaer, Sigrid Van de Noort
E-mail adres
:
[email protected]
Gecontroleerd door
:
Rik Rousseau
Paraaf gecontroleerd
:
Goedgekeurd door
:
Paraaf goedgekeurd
:
Contact
:
Rik Rousseau
A. Gossetlaan 28a B-1702 Groot-Bijgaarden T +32 2 383 06 40 F +32 2 380 36 08
[email protected] www.grontmij.be
277758_03_screening, Revisie c Pagina 2 van 31
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2 1.3
Inleiding ....................................................................................................................... 4 Inhoud ........................................................................................................................... 4 Wijzigingen na de adviesronde ..................................................................................... 4 Initiatiefnemer................................................................................................................ 4
2 2.1 2.2
Het plangebied ............................................................................................................ 5 Situering en afbakening van het plangebied................................................................. 5 Beschrijving van het plangebied ................................................................................... 5
3 3.1 3.2 3.3
Doelstellingen, reikwijdte en detailleringsgraad van het BPA ............................... 8 Aanleiding tot de opmaak van het BPA ........................................................................ 8 Doelstellingen en reikwijdte van het BPA ..................................................................... 9 Detailleringsgraad van het BPA .................................................................................. 10
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Planningscontext ...................................................................................................... 13 Bovenlokale structuurplannen..................................................................................... 13 Ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos............................................................. 14 Juridische context ....................................................................................................... 15 Landschapsatlas ......................................................................................................... 18 Mobiliteitsplan ............................................................................................................. 18
5 5.1 5.2 5.3
Aftoetsing plan-MER plicht ...................................................................................... 19 DABM van toepassing ................................................................................................ 19 Project-m.e.r.-plicht..................................................................................................... 19 Conclusie .................................................................................................................... 19
6
Grens- of gewestgrensoverschrijdende milieueffecten........................................ 20
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Screening van de milieueffecten............................................................................. 21 Bodem en water.......................................................................................................... 21 Fauna en flora ............................................................................................................. 23 Landschap en erfgoed ................................................................................................ 24 Ruimtelijke ordening ................................................................................................... 26 Mobiliteit ...................................................................................................................... 27
8
Externe mensveiligheid............................................................................................ 28
9
Conclusie ................................................................................................................... 29
10
Bijlage 1: kaarten ...................................................................................................... 30
11
Bijlage 2: adviezen.................................................................................................... 31
277758_03_screening, Revisie c Pagina 3 van 31
1
Inleiding
1.1
Inhoud
Vanaf 1 juni 2008 dient er bij de opmaak van BPA’s formeel rekening gehouden te worden met het onderzoek van milieueffecten die de realisatie van de bestemmingen in dit BPA kunnen teweegbrengen. In de praktijk betekent dit dat voor elk BPA minimaal een ‘onderzoek tot m.e.r.’ moet uitgevoerd worden. De resultaten van het ‘onderzoek tot m.e.r.’ geven aan of de opmaak van een plan-MER al dan niet noodzakelijk is. Bijkomend worden de resultaten aangewend om de ruimtelijke keuzes die in het BPA gemaakt worden inhoudelijk te versterken en te onderbouwen. Dit document is opgebouwd uit volgende onderdelen: • Situering en beschrijving van het plangebied • Beschrijving van de doelstellingen, reikwijdte en detailleringsgraad van het BPA • Relevante elementen van de context (ruimtelijk en juridisch-beleidsmatig) • Aftoetsing plan-MER-plicht van rechtswege • Screening van de verwachte aanzienlijke milieueffecten, rekening houdend met de doelstellingen van het plan en de kwetsbaarheid van de omgeving • Eindconclusie 1.2
Wijzigingen na de adviesronde
Het onderzoek tot m.e.r. werd voor advies voorgelegd aan diverse instanties. Wijzigingen die zijn aangebracht naar aanleiding van deze adviezen zijn aangeduid met 2 dubbele strepen en cursief, zoals in onderstaand voorbeeld. Wijzigingen aangebracht na de adviesronde.
1.3
Initiatiefnemer
De initiatiefnemer voor het plan waarop dit onderzoek tot m.e.r. betrekking heeft is Gemeentebestuur Merchtem Nieuwstraat 1 1785 Merchtem
[email protected]
277758_03_screening, Revisie c Pagina 4 van 31
2
Het plangebied
2.1
Situering en afbakening van het plangebied
kaart 1 situering van het plangebied figuur 1: stratenplan Het plangebied is gelegen aan de noordoostelijke rand van het centrum van Merchtem. Het wordt begrensd door de Reedijk, de Burchtlaan en een bestaande wandel- en fietsdreef tussen de Reedijk en de Burchtlaan. De Reedijk is het verlengde van de N211 – Wolvertemsesteenweg, een belangrijke invalsweg voor Merchtem. Het commerciële centrum ligt enkele honderden meters ten westen van het plangebied. Ten zuiden ligt een parkgebied met de Burchtgracht en aansluitend de kerk. De omgeving ten noorden en ten oosten wordt gekenmerkt door een verweving van open en bebouwde ruimte. Vooral ten noorden van de Burchtlaan is de open ruimte structurerend. Langs de oostelijke zijde van de Reedijk stroomt de Grote Molenbeek.
2.2
Beschrijving van het plangebied
Het plangebied is grotendeels bebouwd. Daarbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen de bebouwing langs de Reedijk en de deze langs de Burchtlaan. Langs de Reedijk vinden we gesloten bebouwing vanaf de hoek met de Burchtlaan tot aan de dreef. De gesloten bebouwingswand is slechts op één plaats onderbroken door een onbebouwd perceel. De woonfunctie overheerst. Slechts enkele gebouwen herbergen andere functies. Het gaat om een winkel, een café en een bankagentschap. Qua stijl en typologie zijn er grote verschillen. Er zijn zowel eengezinswoningen als kleine appartementsgebouwen. De typologie van de woning met twee bouwlagen en een zadeldak met nok evenwijdig aan de straat overheerst. In het eerste gedeelte vanaf de hoek met de Burchtlaan komt enkel dit type voor. Na het onbebouwde perceel is het straatbeeld gevarieerder. In dit gedeelte staan enkel kleine appartementsgebouwen, met 3 bouwlagen en een plat dak. In één ervan is er een winkel op het gelijkvloers, de andere hebben enkel een woonfunctie. Tussenin staan een woning en een kleine loods met slechts één bouwlaag en een dak. De laatste woning aan de zijde van de dreef heeft een opvallende hogere gevel die de flauwe bocht in de straat markeert. De laatste woning aan de kant van de dreef heeft een wachtgevel. Het onbebouwde perceel er naast wordt als parking gebruikt. De woning op de hoek van de Reedijk met de Burchtstraat is een driegevelwoning, met op het gelijkvloers een bankkantoor. Naast het gebouw zijn er enkele parkeerplaatsen.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 5 van 31
Het plangebied
Langs de Burchtlaan staat een groep van 7 eengezinswoningen. Ze zijn als één geheel ontworpen en gebouwd, waardoor een harmonieus beeld is ontstaan. Het gaat om relatief kleine woningen met een bouwlaag onder dak. Eén dakkapel zorgt voor een architecturaal accent in de rij. Alle woningen hebben op het gelijkvloers een inkom en een garage. De eerste woning, komende vanaf de Reedijk, is een driegevelwoning met zijtuinstrook. De gevel van de laatste woning staat op de grens met de dreef. Op deze laatste woning na, staan er in het plangebied geen gebouwen langs de dreef. De dreef, die de Burchtlaan met de Reedijk verbindt, is toegankelijk voor voetgangers en fietsers. Aan beide zijden van het pad staat een bomenrij. Aan de westelijke zijde van de dreef, buiten het plangebied van dit BPA, staan verschillende gebouwen tot op de grens van de dreef. Het gaat om de winkel en de loods van een tegelhandel en om een tearoom met aangebouwde veranda. Het binnengebied van het bouwblok gevormd door de dreef, de Reedijk en de Burchtlaan bestaat hoofdzakelijk uit tuinen. In verschillende tuinen staan kleine bijgebouwen zoals serres, bergingen en tuinhuisjes. Er staan een viertal hoogstammige bomen. De eerste dertig meter vanaf de hoek van de dreef met de Reedijk is ingericht als parking. Deze parking is, net zoals de dreef, aangelegd in steenslag. De overzijde van de Reedijk heeft een zeer gemengd karakter. Een typisch element is het parkje rondom de burchtgracht. De dreef in het plangebied ligt trouwens in het verlengde van de ingang van het park. Aan de rand van het park is er een horecazaak. Aansluitend staan nog enkele woningen langs de Reedijk. De hoek van de Reedijk en de Wolvertemsesteenweg wordt ingenomen door een groot weiland. Beeldbepalend voor het kruispunt is echter de hoek aan de overzijde met een tankstation, een carwash en achterliggende bedrijfsgebouwen. De percelen op de vierde hoek, deze met de Burchtlaan, zijn niet bebouwd. Verderop langs de Burchtlaan, aan de overzijde van het plangebied, staan eengezinswoningen in open bebouwing.
Overheersende bebouwingstypologie in het eerste deel van de Reedijk
Gemengde bebouwingstypologie in het tweede deel van de Reedijk
277758_03_screening, Revisie c Pagina 6 van 31
Het plangebied
Gebouw met wachtgevel (links) naast de dreef en ingang park aan overzijde Reedijk
Dreef tussen Reedijk en Burchtlaan
Gegroepeerde eengezinswoningen langs de Burchtlaan
Dreef en parking op onbebouwd perceel
277758_03_screening, Revisie c Pagina 7 van 31
3
Doelstellingen, reikwijdte en detailleringsgraad van het BPA
3.1
Aanleiding tot de opmaak van het BPA
Op het onbebouwde perceel op de hoek van Reedijk en de wandeldreef wordt de bouw gepland van een nieuw tehuis voor de vzw Levedale. Deze vzw biedt woonvoorzieningen voor volwassenen met een lichte, matige of ernstige verstandelijke handicap. Levedale maakt deel uit van de sector van de (residentiële) gehandicaptenzorg. Als dusdanig is onze voorziening erkend en wordt zij gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). De vzw Levedale zag eind 1974 het levenslicht. Vijf gemeentebesturen stonden mee aan de wieg: Meise, Londerzeel, Kapelle-op-den-Bos, Merchtem en Grimbergen. Zij zijn nog steeds, naast een aantal private beheerders, statutair vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur. In 1976 kocht de vzw een landhuis in het domein 'Neromhof' te Wolvertem. Eerst was er plaats voor 27 "werkbekwame" bewoners. Vanaf 1981 mocht Levedale ook 13 "niet-werkbekwame" bewoners opnemen. Door de jaren heen breidde dat aantal verder uit. In januari 2008 breidde de opnamecapaciteit van Levedale uit met een vijftiental plaatsen in het tehuis "niet werkenden". Die uitbreiding was nodig omdat de vraag naar bijkomende opvangplaatsen in de regio groter werd. De nieuwe bewoners verblijven tijdelijk in Grimbergen (op de site van Sint-Alexius) tot de nieuwbouw aan de Reedijk in Merchtem klaar is. figuur 2: perceel voorzien voor de bouw van het tehuis voor de vzw Levedaele In het plangebied is momenteel het BPA 2B ‘Tussen Markt en Burchtlaan’ van kracht. Op basis van dit BPA kan geen vergunning voor een tehuis voor de vzw Levedale worden afgeleverd. Dit is dan ook de belangrijkste reden om het bestaande BPA te herzien via de opmaak van een BPA ‘Reedijk’. Het BPA moet niet alleen de inplanting van het tehuis mogelijk maken, maar tevens voorschriften en randvoorwaarden opleggen die een kwalitatieve invulling kunnen garanderen. Hierbij moet onder andere rekening gehouden worden met de bestaande bebouwing, de kleinschaligheid van het bouwblok en het netwerk van straten en paden. Van de gelegenheid wordt ook gebruik gemaakt om voor de andere zones in het plangebied de voorschriften van het bestaande BPA waar nodig of nuttig te aan te passen of te actualiseren. Zo bekleedt de Reedijk een strategische positie bij het binnenrijden van Merchtem vanuit Wolvertem. De Reedijk is tevens de verbindingsweg met het centrum. Het is de wens van het gemeentebestuur om deze belangrijke plaats in de gemeente een kwalitatieve bebouwingsrand te hebben, die de toegang tot het centrum markeert.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 8 van 31
Doelstellingen, reikwijdte en detailleringsgraad van het BPA
De aangepaste voorschriften van het BPA moeten op termijn leiden tot een harmonieuze en kwalitatieve straatgevel langs de Reedijk en een multifunctionele invulling van dit gebied waarbij het wonen verweven kan worden met andere functies. Het groen karakter van het binnengebied wordt deels bestendigd via het bestemmingsplan en de voorschriften.
3.2
Doelstellingen en reikwijdte van het BPA
3.2.1
Ruimtelijk concept
figuur 3: ruimtelijk concept Het plangebied wordt begrensd door de Reedijk en de Burchtlaan. Door de dreef die beiden verbindt, ontstaat een relatief klein bouwblok van 1 ha. Het ruimtelijk concept gaat uit van het behoud van de dreef als verbinding voor langzaam verkeer. De bestaande bebouwingsranden behouden hun verschillend karakter. De Reedijk is een centrumstraat met gesloten bebouwing. Het wonen wordt er verweven met andere functies. Deze commerciële ontwikkeling start ter hoogte van het kruispunt met de Burchtlaan en loopt door in oostelijke richting naar het commerciële hart van de gemeente. De Burchtlaan heeft een veel rustiger en residentieel karakter. Hier primeert de woonfunctie. De voorzieningen worden gesitueerd om het onbebouwde perceel op de hoek van de Reedijk en de dreef. De bebouwing moet aansluiten op de gevels aan de Reedijk, waarbij de hoek kan geaccentueerd worden. Langs de dreef wordt een volwaardige gevel gecreëerd waarbij vermeden moet worden dat een te grootschalige volume wordt gebouwd. Een deel van het binnengebied blijft van bebouwing gevrijwaard. Hierdoor blijft het groen karakter gedeeltelijk bewaard. Ook de bestaande wegenis, inclusief de dreef tussen de Burchtlaan en de Reedijk wordt behouden. De dreef verbindt dit groenfragment met het park rondom de ringgracht van de vroegere burcht. Op basis van het ruimtelijk concept kunnen in het kader van de mer-screening 3 zones onderscheiden worden: 1. De bebouwingsstrook ‘Reedijk’, waar de centrumfunctie versterkt wordt en een beperkte verdichting mogelijk is 2. De bebouwingsstrook ‘Burchtlaan’ waar enkel een woningfunctie voorzien wordt en de bestaande toestand wordt bestendigd. 3. De site ‘Levedaele’, waar de bouw van een nieuw tehuis gepland wordt
3.2.2
Bebouwingsstrook ‘Reedijk’: wonen en centrumfuncties in gesloten bebouwing
In deze zone kan het centrumkarakter van de Reedijk versterkt worden. Kantoren, diensten, voorzieningen, winkels en horecazaken zijn toegelaten. Ze moeten wel steeds gecombineerd worden met een woonfunctie. Bedrijven zijn enkel toegelaten indien de bedrijvigheid gekoppeld is aan een handelszaak. Langsheen de Reedijk wordt gesloten bebouwing gerealiseerd. De gebouwen moeten zich binnen het maximaal gabariet (zie verder) bevinden. Binnen de zone mogen zowel eengezinswoningen als meergezinswoningen worden gerealiseerd.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 9 van 31
Doelstellingen, reikwijdte en detailleringsgraad van het BPA
3.2.3
Bebouwingsstrook ‘Burchtlaan’: zone voor wonen
In deze zone staat een groep van 7 eengezinswoningen. Het gaat om kleine woningen met een grondoppervlakte van ongeveer 85 m², een gelijkvloers en een tweede bouwlaag onder het dak. De percelen zijn 20 meter diep. Er zijn dus weinig tot geen mogelijkheden voor uitbreidingen achteraan. In het BPA wordt geopteerd voor het behoud van de bestaande toestand. Het residentiële en rustige karakter van de Burchtlaan wordt benadrukt. In deze zone zijn enkel eengezinswoningen toegelaten.
3.2.4
Site ‘Levedaele’: Zone voor gemeenschapsvoorzieningen
Deze zone wordt voorbehouden voor voorzieningen in de dienstensector en verzorgende sector. Dit komt tegemoet aan een vraag naar dergelijke voorzieningen in het algemeen en concreet, aan de vraag van de vzw Levedale in het bijzonder. Langs de Reedijk wordt de bestaande bebouwing afgewerkt met een hoekgebouw. Het gabariet sluit aan bij dat van de bebouwingsstrook langs de Reedijk. In de zone zijn verkeersaantrekkende functies niet gewenst. De toegelaten ruimte voor parkeren worden daarom beperkt tot 75 m². Indien deze parkeerplaatsen buiten het gebouw worden voorzien, dan gaat het om niet overdekte parkeerplaatsen of carports. Volledig gesloten garages zijn niet toegelaten.
3.2.5
Andere zones
Andere zones zijn bestemd voor groen en voor openbare wegenis. De bestaande dreef tussen de Reedijk en de Burchtlaan behoudt zijn functie als doorsteek voor langzaam verkeer. Ze mag tevens gebruikt worden voor de ontsluiting van de voorzieningen die langs deze dreef kunnen worden ingeplant. Er mag echter geen permanente verbinding voor auto’s gerealiseerd worden tussen de Reedijk en de Burchtlaan. Het occasioneel gebruik van de dreef door autoverkeer mag ook geen excuus zijn om de rijbaan te verbreden. Aan weerszijden moet een groenstrook van 2 meter behouden blijven. In deze groenstrook staan de bomen.
3.3
Detailleringsgraad van het BPA
Het BPA bevat gedetailleerde voorschriften qua functies en bebouwingsmogelijkheden. Nochtans wordt afgestapt van de gedetailleerde indeling in stroken zoals in het huidige BPA.
3.3.1
Bestemmingen
De voorschriften vermelden limitatief welke bestemmingen zijn toegelaten. Voor de zone Levedaele wordt de bestemming ruim omschreven als ‘voorzieningen in de dienstensector en verzorgende sector met inbegrip van collectieve woonvoorzieningen in deze sectoren’. Dit betekent dat de zone niet exclusief bedoeld is voor de inplanting van een verzorgingstehuis, hoewel dit op korte termijn de voornaamste doelstelling is. Collectieve woonvoorzieningen zijn alle vormen van dagverblijven, nachtverblijven, woonzorgcentra, rusthuizen, enz. Er moet echter steeds een rechtstreeks verband zijn tussen de woonfunctie en de dienstenfunctie. Individuele huisvesting is enkel toegelaten voor personeel. 3.3.2
Bebouwing
De bebouwingsmogelijkheden worden omschreven door het invoeren van een maximaal gabariet waarbinnen alle bebouwing zich moet situeren. Omdat nog niet alle gebouwen deze maxima bereikt hebben, is er door uitbreiding of herbouw een beperkte schaalvergroting en verdichting mogelijk. Voor de bebouwing langs de Burchtlaan wordt gekozen voor het behoud van de bestaande situatie.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 10 van 31
Doelstellingen, reikwijdte en detailleringsgraad van het BPA
figuur 4: maximaal gabariet voor de bebouwing langs Reedijk
figuur 5: maximaal gabariet voor de hoek Reedijk-dreef
figuur 6: maximaal gabariet langs de dreef
277758_03_screening, Revisie c Pagina 11 van 31
Doelstellingen, reikwijdte en detailleringsgraad van het BPA
3.3.3
Kwalitatieve bepalingen
Specifieke voorschriften moeten een hoge mate van ruimtelijke en visuele kwaliteit garanderen; • Voor meergezinswoningen gelden specifieke voorschriften die de woonkwaliteit moeten garanderen. • Het aantal losstaande woningbijgebouwen wordt beperkt. Dit moet vermijden dat de tuinzone opgeofferd wordt ten voordele van allerhande bijgebouwen. • Het karakter van de dreef moet behouden blijven. • Bouwvrije stroken van minstens 4,00 meter maken de overgang tussen de zone voor gemeenschapvoorzieningen en de aangrenzende woningen en tuinen. • Binnen de gesloten bebouwing wordt gestreefd naar een zekere mate van harmonie. Kroonlijsten en daken van aangrenzende gebouwen moeten ofwel aansluiten ofwel minstens een halve meter van elkaar verschillen. Hoogteverschillen moeten ook aangehouden worden tot aan de nok. Deze voorschriften moeten leiden tot een meer eenvormig straatbeeld. Kleine hoogteverschillen, waarbij daken en kroonlijsten net niet aansluiten, worden als visueel storend ervaren. • Reliëfwijzigingen zijn enkel toegestaan ten behoeve van integraal waterbeheer; erosiebestrijding; landschapsherstel of het vormgeven van toegangen tot gebouwen. • De voorschriften beperken de mogelijkheden betreffende afsluitingen.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 12 van 31
4
Planningscontext
4.1
Bovenlokale structuurplannen
4.1.1
RSV
Merchtem maakt deel uit van het stedelijk netwerk van de Vlaamse Ruit. De ontwikkelingsperspectieven voor de Vlaamse Ruit mogen echter er niet toe leiden dat het stedelijk netwerk wordt gelijkgesteld met één grootstedelijk gebied. Binnen de Vlaamse Ruit moet tot een ruimtelijke afstemming tussen enerzijds de verschillende groot-, regionaal- en kleinstedelijk gebieden en anderzijds de buitengebiedgemeenten (i.e. Merchtem) worden gekomen. De inplanting van nieuwe activiteiten moet -conform het principe van gedeconcentreerde bundeling - de bestaande stedelijke en economische structuur als basis nemen. Complementair hieraan is het aangewezen het buitengebiedbeleid in de Vlaamse Ruit veeleer aan te scherpen dan af te zwakken. Merchtem is tevens gelegen in het buitengebied. Dat is het gebied waarin de open, onbebouwde ruimte overweegt. Elementen van bebouwing, woningen of bedrijfsgebouwen, en infrastructuren, zoals wegen of nutsvoorzieningen, die functioneel (wonen, verplaatsen, dienstverlening, …) met de open ruimte verbonden zijn, maken er ook deel van uit. De ruimtelijke structuur van het buitengebied wordt bepaald door de natuurlijke structuur, de agrarische structuur, de nederzettingsstructuur en de infrastructuur. Afhankelijk van de wisselwerking tussen deze diverse structuren krijgen we een ander beeld, een ander specifiek landschap. De ruggengraat van dit landschap vormt het fysische systeem. Doelstellingen vanuit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen zijn: • het vrijwaren van het buitengebied voor essentiële functies: een dynamische en duurzame ontwikkeling wordt gegarandeerd zonder het functioneren van de structuurbepalende functies van het buitengebied aan te tasten; • het tegengaan van versnippering van het buitengebied door bebouwing en infrastructuren; • het bundelen van de ontwikkelingen in de kernen van het buitengebied; • het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen, waarbij de natuurlijke en landbouwstructuur elkaar kunnen overlappen. • het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied: integraal waterbeheer, rivier- en beekvalleien, het landbouweconomisch systeem en de agrarische structuur, de nederzettingsstructuur en de karakteristieke landschapselementen en componenten (diversiteit / herkenbaarheid); • het op elkaar afstemmen van de ruimtelijke ordening en het milieubeleid op basis het fysische systeem; • het bufferen van de natuurfunctie in het open gebied.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 13 van 31
Planningscontext
4.1.2
PRS Vlaams-Brabant
Merchtem ligt in de deelruimte ‘verdicht netwerk’. Binnen deze deelruimte worden verschillende subgebieden onderscheiden. Merchtem ligt in het subgebied ‘de luwe vlek’. Het verdicht netwerk is een stedelijk netwerk maar ook een netwerk van verschillende ruimtelijke structuren. Het provinciaal beleid in het verdicht netwerk is er op gericht een eigen identiteit te verlenen aan elk van de fragmenten. De structurerende open ruimte elementen worden aangevuld met een breed gamma van kleinere natuurgebieden, waardevolle rivier- en beekvalleien en andere ecologische elementen. De stedelijke dynamiek wordt plaatsgebonden gestuurd. De ‘luwe vlek’ is een gebied dat in vergelijking met de rest van de deelruimte minder verstedelijkingsdruk kende. Het is een open ruimtegebied in het centrum van de ‘Vlaamse Ruit’, waar de landbouw de belangrijkste openruimte actor is. De provincie wil het luwe karakter van het gebied zoveel mogelijk vrijwaren. Daarom moeten de bovenlokale ontsluitingen zich zoveel mogelijk situeren aan de randen van het gebied. Waar de open ruimte het sterkst gefragmenteerd is, zal een fijnmazig ecologisch netwerk de open ruimte fragmenten onderling verbinden. Waar dit minder het geval is, dal getracht worden de natuurlijke fragmenten via uitbreidingszones aan elkaar te binden. Deze natuurlijke verbindingen kunnen ondersteund worden door ingegroende toeristische fietsnetwerken, wandelroutes of ruiterspaden. Merchtem is geselecteerd als hoofddorp. In een hoofddorp zijn een gedifferentieerd woningaanbod en woonkwaliteit prioritair. Er wordt gestreefd naar een vermenging van lokale voorzieningen, administratieve functies worden maximaal gebundeld. In een hoofddorp is beperkt plaats voor bovenlokale voorzieningen, Ecologische infrastructuur wordt waar mogelijk gekoppeld aan de activiteiten van een hoofddorp. Laagdynamische recreatie wordt versterkt of uitgebouwd, met aandacht voor de ecologische aspecten. Lokale recreatieve functies worden zo veel mogelijk gebundeld. De Grote Molenbeek is een onderdeel van de provinciale natuurverbinding 3a, die bestaat uit de valleien van de Grote Molenbeek en de Vliet. De Grote Molenbeek is voorbij het centrum van Merchtem ook geselecteerd als natuurlijke structuurdrager. De provincie beoogt de samenhang van alle landschappen in de provincie. Zij streeft naar een complementair samengaan van zowel de nieuwe stedelijke landschappen als de meer traditionele relictlandschappen. Binnen de landschappelijke structuur worden gave landschappen, reliefcomponenten en landschappelijke bakens onderscheiden. De valleien van de Grote Molenbeek en de Vliet met zijbeken en brongebieden is geselecteerd als gaaf landschap. De N211 van de N47 in Opwijk tot de R22 in Vilvoorde is geselecteerd als secundaire weg III. De hoofdfunctie van deze weg is het garanderen van een vlotte doorstroming van het openbaar vervoer en de fiets. De verbindingsfunctie voor het autoverkeer is ondergeschikt aan het openbaar vervoer en de fiets. In Merchtem bevindt zich geen geselecteerd openbaar vervoersknooppunt.
4.2
Ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos
In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelde de Vlaamse overheid in 2008 een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Zenne-Dijle-Pajottenland.1 Op 24 april 2009 nam de Vlaamse Regering kennis van deze visie en keurde ze de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor ca. 44.900 ha agrarisch gebied én een operationeel uitvoeringsprogramma goed. In het operationeel uitvoeringsprogramma is aangegeven welke gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen de Vlaamse overheid de komen-
1
Vlaamse Overheid, Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos, regio Zenne-DijlePajottenland, operationeel uitvoeringsprogramma, 24 april 2009.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 14 van 31
Planningscontext
de jaren zal opmaken voor de afbakening van de resterende landbouw-, natuur- en bosgebieden. De landbouw is structuurbepalend in Noordwest-Vlaams-Brabant. Voor de natuurlijke structuur zijn vooral de valleien van de Molenbeken structuurbepalend. De waardevolle beeksystemen van de Molenbeek Vliet en Molenbeek Zijp worden behouden en opgewaardeerd en vormen als groen-blauwe linten een verbindend element doorheen Noordwest-Vlaams-Brabant. In de beekvalleien vormen natuur en landbouw meestal nevenfuncties. Onderlingen natuurverbindingen en unieke hydrologische relaties worden behouden, hersteld en ontwikkeld. Verspreid voorkomende kasteelparken worden versterkt als landschappelijke entiteiten. Voor de grotere beekvalleien (Vondelbeek, Molenbeken) wordt het behoud en de versterking van gevarieerde halfopen valleilandschappen met ruimte voor natuurlijke waterberging vooropgesteld. Voor een aantal kleinere beken wordt er voor geopteerd ze landschappelijk en ecologisch te laten ontwikkelen als lineaire elementen. Het gaat o.a. over de grote Molenbeek ter hoogte van de kern Merchtem. Het agrarisch gebied ten noordoosten van de Burchtlaan behoort tot het herbevestigd agrarisch gebied. Het operationeel actieprogramma voorziet de opmaak van een RUP korte termijn.
4.3
Juridische context
4.3.1
Bestemmingsplannen en uitvoeringsplannen
kaart 2: gewestplan Merchtem behoort tot het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse, dat vastgelegd werd bij KB van 7 maart 1977. Het plangebied ligt volledig in de woonzone. Het vroegere Algemeen Plan Van Aanleg, goedgekeurd bij KB van 16 oktober 1954, werd niet weerhouden in het plannenregister van de gemeente en is bijgevolg sinds 23 februari 2001 niet meer van kracht. Het plangebied is niet gelegen binnen de contour van een gewestelijk, provinciaal of gemeentelijk RUP.
figuur 7: overzicht bestaande BPA’s in de kern van Merchtem Het plangebied ligt binnen het BPA 2B ‘tussen Markt en Burchtlaan’. Dit BPA werd goedgekeurd bij KB van 21 mei 1958. Het werd een eerste maal gewijzigd bij KB van 4 juni 1965 en een tweede maal bij KB van 18 mei 1972 en een laatste maal bij MB van 7 mei 1996. Het deel gelegen in het landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan wordt niet langer weerhouden in het plannenregister. Het BPA Reedijk is een gedeeltelijke herziening van het BPA 2B ‘tussen Markt en Burchtlaan’.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 15 van 31
Planningscontext
figuur 8: bestemmingsplan BPA 2B ‘Tussen Markt en Burchtlaan’ Het huidig BPA voorziet langs de Reedijk en de Burchtlaan een strook voor gesloten woningbouw van 15 meter breed en daarachter een strook voor koeren en hovingen van 5 meter breed. De zone voor gesloten woningbouw is bestemd voor een- of tweegezinswoningen. Ook gemeenschapsvoorzieningen, winkels en ambachtelijke bedrijven zijn toegelaten. Er zijn 3 bouwlagen toegelaten, doch de derde bouwlaag mag niet als een aparte woongelegenheid worden ingericht. De hoogte tussen voetpad en onderkant goot is 3 meter per bouwlaag, de maximale nokhoogte bedraagt 13,50 meter. Een hellend dak met helling tussen de 30° en 45° is verplicht. In de strook voor koeren en hovingen is het toegelaten om garages te bouwen. Ze hebben een maximale oppervlakte van 40 m². Centraal in het gebied ligt een zone voor handel, ambachten en kleine bedrijven. De voorschriften gelden voor gevestigde bedrijven. Nieuwe bedrijven zijn niet toegelaten. Bestaande bedrijven mogen werkhuizen, stapelplaatsen, toonzalen of garages bouwen of bestaande ‘nijverheid’ uitbreiden. Het maximaal bebouwingspercentage per perceel bedraagt 30%, de maximale grondoppervlakte van een gebouw 300 m².
4.3.2
Wegen en waterlopen
Er stromen geen gecategoriseerde waterlopen doorheen het plangebied. De meest nabije waterloop is de Grote Molenbeek, een waterloop van tweede categorie. Ten opzichte van het plangebied stroomt deze waterloop aan de overzijde van Reedijk. De omgeving van de beek ter hoogte van het kruispunt Reedijk-Burchtlaan is effectief overstromingsgevoelig gebied. Hierdoor is het noordoostelijke deel van het plangebied gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. De Reedijk – N211 is een gewestweg. De andere wegen in het plangebied zijn gemeentewegen.
4.3.3
Buurt- en voetwegen
Buurt- en voetwegen vormen veilige, korte en aangename verbindingen voor de voetganger en de fietser. De regelgeving dateert van 1954, gebaseerd op een oude wet van 1841. De provincie Vlaams-Brabant heeft een aangepast reglement, goedgekeurd door de minister op 2 juli 2010. Het reglement bestaat er in hoofdzaak in dat de onderhouds- en toezichtsfunctie op de betreffende wegen volledig bij de gemeenten komt te liggen. De provincie behoudt het overzicht door middel van een digitale wegenatlas en voert een ondersteunend en stimulerend beleid. Begeleiding bij de uitwerking van een netwerk van veilige wandel- en fietspaden, signalisatie en markering staan voorop.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 16 van 31
Planningscontext
figuur 9: atlas der buurt- en voerwegen
http://gdi.vlaamsbrabant.be/AtlasBuurtwegen/mapviewer
De dreef tussen de Burchtlaan en de Reedijk is de voetweg nr. 69. Ze heeft volgens de atlas een (uitzonderlijke) breedte van 9 meter. Op het beeld van de atlas is ook duidelijk te zien dat de voetweg een verbinding vormde tussen het verdwenen kasteel ten noorden van de Burchtlaan en de nog bestaande burchtsite ten zuiden van Reedijk. Het tracé van de Burchtlaan vinden we terug als voetweg nr. 57, met een breedte van 1,50 meter. Deze voetweg werd later verbreed. Ten westen van de voetweg nr. 69 splitst het tracé van de Burchtlaan in het verlengde van voetweg nr. 57 en de iets mer noordelijk gelegen voetweg nr. 81.
4.3.4
Gebieden met een bijzonder statuut
Het plangebied ligt niet in of grenzend aan VEN-gebied, vogel- of habitatrichtlijngebied of een beschermingszone voor grondwaterwinning, noch bevinden zich dergelijke zones in de omgeving. Binnen het plangebied liggen geen beschermde monumenten, dorps- of stadsgezichten of landschappen. Ten oosten van de dreef tussen de Reedijk en de Burchtlaan staat de voormalige directeurswoning van de oude jongensschool. Dit gebouw is beschermd als monument2. De omgeving van het gebouw is beschermd als dorpsgezicht3. Tussen het plangebied van dit BPA en het beschermd dorpsgezicht bevinden zich twee gebouwen. In de omgeving van het plangebied zijn volgende gebouwen beschermd als monument: • De woning en de drukkerij Sacré (met inbegrip van de cultuurgoederen), Korte Ridderstraat 5, op ca. 175 meter van het plangebied; • De Onze-Lieve-Vrouwkerk te Merchtem, op ca. 65 meter van het plangebied 2 3
MB 23-02-2001 Zelfde besluit
277758_03_screening, Revisie c Pagina 17 van 31
Planningscontext
4.3.5
Bouwkundig erfgoed
Door de vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed van 14 september 2009 treden een aantal andere wettelijke bepalingen in de Vlaamse decreet- en regelgeving in werking. Er gelden binnen het onroerend erfgoedbeleid, stedenbouwkundig, woon- en energieprestatiebeleid een aantal uitzonderingsmaatregelen ten gunste van gebouwen uit de vastgestelde inventaris, met als doel die zoveel mogelijk te vrijwaren. Binnen het plangebied staan geen constructies die voorkomen op de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Aan de overzijde van de Reedijk staat de ‘Binnenmolen’. Het is een restant van een watermolen op de Molenbeek, eertijds deel van het domein van de hertogen van Brabant. Het slot werd eind 16de eeuw platgebrand. Het met een gracht omringd perceel achter de kerk wordt nog steeds "de burcht" genaamd. De huidige watermolen bewaart een traditionele kern uit 17de eeuw doch werd in later aangepast en verhoogd met één verdieping. Na de verwoesting van de ‘burcht’ omstreeks 1580 bouwden de plaatselijke heren een nieuw kasteel aan de Burchtlaan. Heden staat er een landhuis van 1883.
4.4
Landschapsatlas
Het plangebied maakt geen deel uit van een ankerplaats of een relictzone. Er zijn geen lijn- of puntrelicten in het plangebied. In de onmiddellijke omgeving is enkel de Oude Molenbeek te vermelden als lijnrelict.
4.5
Mobiliteitsplan
Door het ondertekenen van het mobiliteitsconvenant, heeft de gemeente Merchtem zich ertoe verbonden een mobiliteitsplan op te stellen. Het mobiliteitsplan detecteert een aantal knelpunten en tegengestelde visies en formuleert een wensstructuur per vervoerswijze. Het mobiliteitsplan werd op 13/09/2005 goedgekeurd door de provinciale auditcommissie, doch werd niet door de gemeenteraad bekrachtigd. Dit betekent dat Merchtem geen beleidsmatig bekrachtigd mobiliteitsplan heeft.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 18 van 31
5
Aftoetsing plan-MER plicht
5.1
DABM van toepassing
Een BPA vormt het kader voor het toekennen van stedenbouwkundige vergunningen. Het BPA valt dus onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende de Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM).
5.2
Project-m.e.r.-plicht
De project-m.e.r.-plicht wordt afgetoetst op basis van het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage, meer bepaald de bijlagen 1 en 2 aan het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. De activiteiten die binnen het planologisch kader van het BPA zullen kunnen gerealiseerd worden, met name wonen, centrumfuncties, diensten en gemeenschapsvoorzieningen op gemeentelijk niveau, vallen hier niet onder. In het plangebied liggen geen speciale beschermingszones. De meest nabije speciale beschermingszones liggen respectievelijk op circa 4 kilometer ten noorden en 5,5 kilometer ten zuidwesten van het plangebied. De realisatie van het plan zal geen betekenisvolle effecten hebben op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling niet nodig is.
5.3
Conclusie
De opmaak van een plan-MER4 wordt niet noodzakelijk geacht gezien het plan geen kader vormt voor een project van bijlage 1 of 2 van het uitvoeringsbesluit en gezien de opmaak van een passende beoordeling niet nodig is.
4
Wijziging van 08 mei 2009 (B.S. 03/07/2009) aan het plan-MER decreet maakt het mogelijk om voor plannen een ontheffing aan te vragen.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 19 van 31
6
Grens- of gewestgrensoverschrijdende milieueffecten
Gezien de beperkte omvang van het plangebied, de aard van het plan en de afstand tot gewesten landgrenzen, kan besloten worden dat er geen grens- of gewestgrensoverschrijdende effecten zijn.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 20 van 31
7
Screening van de milieueffecten
7.1
Bodem en water
kaart 3: bodemkaart kaart 4: bodemkaart – drainageklassen kaart 5: overstromingsgevoelige gebieden kaart 6: grondwaterstromingsgevoelige gebieden tabel 1: samenvatting watertoetskaarten Type kaart Hellingenkaart Erosiegevoelige gebieden Winterbed Overstromingsgevoelige gebieden Infiltratiegevoelige bodems Grondwaterstromingsgevoelige gebieden
Conclusie < 0,5% Niet erosiegevoelig Geen Noordelijk deel ligt in effectief overstromingsgevoelig gebied Niet infiltratiegevoelig Zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type I)
Er stromen geen gecategoriseerde waterlopen doorheen het plangebied. De meest nabije waterloop is de Grote Molenbeek, een waterloop van tweede categorie. Ten opzichte van het plangebied stroomt deze waterloop aan de overzijde van Reedijk. De omgeving van de beek ter hoogte van het kruispunt Reedijk-Burchtlaan is effectief overstromingsgevoelig gebied. Hierdoor is het noordoostelijke deel van het plangebied gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Volgens de kaart van de van nature overstroombare gebieden ligt het volledige plangebied in een zone die overstroombaar is vanuit de waterloop. Het plangebied ligt ook grotendeels binnen de recent overstroomde gebieden. Slechts een klein deel is aangeduid als risicozone voor overstroming. Volgens de kaarten van de meest recente overstromingen waren er geen overstromingen op 14-15 november 2010 en evenmin op 14 januari 2011. Op de bodemkaart wordt de bodem in het plangebied aangeduid als ‘antropogeen’. In de omgeving vinden we vooral natte leembodems en natte tot vochtige zandleembodems terug. De drainageklasse van de bodems in het plangebied is evenmin bepaald. In de omgeving komen matig natte tot natte gronden voor. Uit bovenstaande gegevens volgt dat het plangebied zich situeert in een nat gebied, met een mogelijke overstromingsproblematiek. Hierbij moet een onderscheid gemaakt worden tussen twee deelgebieden. Het grootste deel van het plan heeft betrekking op reeds bebouwd gebied. De voorschriften van het BPA voorzien ten hoogste een beperkte uitbreidingsmogelijkheid voor gebouwen langs Reedijk die nog niet het maximaal toegelaten gabariet hebben bereikt. Voor de bebouwing langs de Burchtlaan wordt gekozen voor het behoud van de bestaande situatie. Aansluitend wordt een kleine groenzone afgebakend die van (vergunningsplichtige) bebouwing gevrijwaard zal blijven. Deze groenzone situeert zich ter hoogte van het gedeelte van het plangebied dat is aangeduid als risicozone voor overstroming. Ten opzichte van de bestaande situatie zal de impact van de uitvoering van het BPA geen significante effecten veroorzaken.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 21 van 31
Screening van de milieueffecten
Ten opzichte van de bestaande situatie kan er een nieuw gebouw opgetrokken worden op de hoek van de Reedijk en de dreef. Merk op dat dit volgens het huidige BPA ook al mogelijk is. De enige wijziging die het nieuwe BPA doorvoert is de mogelijkheid om ook een gebouwdeel langs de dreef op te trekken. De bouwdiepte is beperkt tot 15 meter. Deze zone voor bijkomende bebouwing ligt buiten de effectief overstromingsgevoelige gebieden en buiten de risicozones voor overstromingen. De uitvoering van het BPA geeft dus slechts in beperkte mate aanleiding tot bijkomende bebouwing. Het overgrote deel van de bijkomende bouwmogelijkheden situeren zich buiten de effectief overstromingsgevoelige gebieden en buiten de risicozones voor overstromingen. Bovendien moet bebouwing steeds voldoen aan de gewestelijke en provinciale verordeningen betreffende hemelwaterputten en afkoppeling van hemelwater. Het besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater bevat minimale voorschriften voor de lozing van niet-verontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakken. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd. Ook de plaatsing van de overloop van de hemelwaterput en de infiltratievoorziening dient aan dit principe te beantwoorden (Art 2 van het besluit). De provincie Vlaams-Brabant heeft provinciale stedenbouwkundige verordeningen die gelden voor heel Vlaams-Brabant: • Afkoppeling verharde oppervlakten van 7 juni 2005 (BS 24 augustus 2005); • Afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken van 7 juni 2005 (BS 24 augustus 2005). Het plangebied is zeer gevoelig voor grondwaterstroming. Gebruikelijke ondergrondse constructies zijn toegelaten voor zover ze zich niet buiten de rooilijn of in een achteruitbouwzone bevinden. Met gebruikelijke ondergrondse constructies worden onder andere bedoeld: hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, brandstoftanks, warmtepompinstallaties, huisaansluitingen op nutsvoorzieningen, enz. Volgens het uitvoeringsbesluit van 16 juli 2010 is voor deze werken geen stedenbouwkundige vergunning nodig. Voor andere ondergrondse constructies (kelders, ondergrondse garages en andere beloopbare ruimtes) moet een vergunning worden aangevraagd. Volgens de voorschriften van het BPA mogen ondergrondse bouwlagen enkel bestemd worden voor garages, bergingen, technische ruimtes en circulatieruimtes. Het is verboden woon- en leefvertrekken in te richten in ondergrondse bouwlagen. Gezien de aard en de schaal van de bestaande bebouwing, wordt niet verwacht dat de toepassing van het BPA aanleiding zal geven tot grote ondergrondse constructies. Eventuele effecten op grondwaterstroming zullen zeer plaatselijk zijn en worden, gezien de verwachte beperkte omvang van de constructies, in globaliteit als niet aanzienlijk beschouwd. Wat betreft de mogelijkheid om bijkomende bebouwing op te trekken, geeft het BPA de mogelijkheid om een meer grootschalig project voor gemeenschapsvoorzieningen te realiseren op de hoek van de Reedijk en de dreef. Eventuele effecten op grondwaterstroming zullen beperkt zijn indien vermeden wordt dat de realisatie van de bijkomende bebouwing gepaard gaat met grote ondergrondse constructies. De voorschriften van het BPA bevatten geen bijkomende verplichtingen betreffende het gebruik van waterdoorlatende materialen of technieken omdat de gronden niet infiltratiegevoelig zijn.
Volgens de zoneringsplannen van de VMM ligt het plangebied volledig binnen centraal gebied. Dit betekent dat er in de straten een afvalwaterriolering aanwezig is die verbonden is met een operationele waterzuiveringsinstallatie. In dit gebied moeten alle gebouwen het afvalwater aansluiten op de afvalwaterriool.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 22 van 31
Screening van de milieueffecten
Rekening houdend met de kenmerken van het gebied, de doelstellingen van het BPA en de wettelijke bepalingen, vallen er ten opzichte van de huidige situatie er geen aanzienlijke effecten op de bodem of het water te verwachten, op voorwaarde dat de realisatie van de bijkomende bebouwing op de hoek van de Reedijk en de dreef niet gepaard gaat met grote ondergrondse constructies.
7.2
Fauna en flora
kaart 7: biologische waarderingskaart Het plangebied ligt niet in of grenzend aan VEN-gebied, vogel- of habitatrichtlijngebied. De meest nabije speciale beschermingszones liggen respectievelijk op circa 4 kilometer ten noorden en 5,5 kilometer ten zuidwesten van het plangebied. De realisatie van het plan zal geen betekenisvolle effecten hebben op speciale beschermingszones. Het meest nabije VEN-gebied ligt op ca. 2 kilometer. De realisatie van het plan zal geen betekenisvolle effecten hebben op VEN-gebieden. Volgens de biologische waarderingskaart zijn de verschillende percelen binnen het plangebied biologisch minder waardevol en vermeld met de code Ua (minder dichte bebouwing met beplanting, tuinen, enz.). Zowel ten noorden als ten zuiden van het plangebied liggen complexen van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. Ten zuiden gaat het om het park rondom de vijver van de binnenmolen. Ten noorden ligt een open gebied met graslanden en bomenrijen met populier of wilg. Het binnengebied wordt grotendeels ingenomen door tuinen. Deze tuinen zullen grotendeels behouden blijven. De voorschriften van het BPA voorzien ten hoogste een beperkte uitbreidingsmogelijkheid voor gebouwen langs Reedijk die nog niet de maximaal toegelaten bouwdiepte hebben bereikt. Voor de bebouwing langs de Burchtlaan wordt gekozen voor het behoud van de bestaande situatie. Het onbebouwde hoekperceel waarop de gemeenschapsvoorzieningen worden voorzien, is bijna volledig ingericht als parking. Enkel op het achterste gedeelte staan enkele bomen en struiken. De dreef tussen de Burchtlaan en de Reedijk is een opvallende groenstructuur in het bouwblok. Binnen de natuurlijke structuur verbindt ze de groengebieden aan weerszijden van het plangebied. De dreef wordt integraal behouden in het BPA, met zijn huidige breedte. De bomenrijen aan weerszijden kunnen behouden blijven. De functie van de dreef als verbindend element in de natuurlijke structuur wordt niet aangetast.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 23 van 31
Screening van de milieueffecten
Door de aard van de flora en de fysische kenmerken van het gebied, zijn er geen redenen om aan te nemen dat er in de zone specifieke ecotopen of fauna aanwezig zouden zijn. Volgens de BWK is er geen faunistisch belangrijk gebied in de omgeving. Volgens de ecosysteemkwetsbaarheidskaart is het gebied niet kwetsbaar voor ecotoopverlies. De aangrenzende open en groene gebieden zijn weinig kwetsbaar. Er worden geen aanzienlijke effecten op fauna en flora verwacht.
7.3
Landschap en erfgoed
kaart 8: beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten en monumenten kaart 9: landschapsatlas Binnen het plangebied liggen geen beschermde monumenten, dorps- of stadsgezichten of landschappen. Ten oosten van de dreef tussen de Reedijk en de Burchtlaan staat de voormalige directeurswoning van de oude jongensschool. Dit gebouw is beschermd als monument5. De omgeving van het gebouw is beschermd als dorpsgezicht6. Tussen de westelijke grens van het plangebied en het beschermd dorpsgezicht is er een afstand van 14 meter en bevinden zich twee gebouwen. Het plangebied maakt geen deel uit van een ankerplaats of een relictzone. Er zijn geen lijn- of puntrelicten in het plangebied. In de onmiddellijke omgeving is enkel de Oude Molenbeek te vermelden als lijnrelict. Het BPA behandelt een plangebied dat bijna volledig bebouwd is. De voorschriften van het BPA voorzien ten hoogste een beperkte uitbreidingsmogelijkheid voor gebouwen langs Reedijk die nog niet het maximaal toegelaten gabariet hebben bereikt. Voor de bebouwing langs de Burchtlaan wordt gekozen voor het behoud van de bestaande situatie. Wat deze aspecten betreft, valt er geen aanzienlijke impact op het landschap te verwachten. Het BPA voorziet evenmin wijzigingen in de bouwblokkenstructuur. De gevelwand aan de Reedijk wordt versterkt en geharmoniseerd. De dreef tussen de Burchtlaan en de Reedijk is een kenmerkend lijnvormig element in het landschap. Het BPA voorziet in het behoud van de dreef. Ten opzichte van de bestaande situatie kan er een nieuw gebouw opgetrokken worden op de hoek van de Reedijk en de dreef. Merk op dat dit volgens het huidige BPA ook al mogelijk is. De enige wijziging die het nieuwe BPA doorvoert is de mogelijkheid om ook een gebouwdeel langs de dreef op te trekken. Het nieuwe gebouw zal zorgen voor een volwaardige en kwalitatieve afwerking van de hoek van de Reedijk met de dreef. De bestaande blinde gevel en de landschappelijk slecht ingepaste parking verdwijnen. De voorschriften garanderen een kwalitatieve aansluiting met de bestaande bebouwing langs Reedijk. De bouwmogelijkheid die het BPA voorziet, zal een positieve impact op de structuur en perceptieve kernmerken van het landschap hebben.
5 6
MB 23-02-2001 Zelfde besluit
277758_03_screening, Revisie c Pagina 24 van 31
Screening van de milieueffecten
De positieve impact op de beeldwaarde ter hoogte van de hoek van Reedijk met de dreef is tevens gunstig voor de beeldwaarde in de omgeving van het beschermd dorpgezicht rondom de directeurswoning van de oude jongensschool. Anderzijds wordt geen impact verwacht op het dorpsgezicht zelf. De waarneming van het beschermd monument en haar omgeving wordt niet beïnvloed. De landschappelijke context van het beschermd monument en het beschermde dorpsgezicht wordt licht gewijzigd, in positieve zin, zoals hierboven gemotiveerd. Binnen het plangebied bevinden zich geen gebouwen die zijn opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het plangebied bevindt zich tussen twee historische sites van het domein van de hertogen van Brabant. Deze zijn duidelijk te zien op de Ferrariskaart7. e dreef tussen beide sites, de huidige dreef tussen de Burchtlaan en de Reedijk, staat op deze kaart. Ze wordt in het BPA behouden, niet alleen omwille van haar natuurlijke en landschappelijke waarde, maar ook als historisch element. Het huidige tracé van de Reedijk is eveneens herkenbaar, met reeds bebouwing nabij de hoek met de dreef. Ook hier brengt het BPA geen wijzigingen aan in de historische landschapsstructuur. figuur 10: Ferrariskaart
Koninklijke Bibliotheek van België (oneline raadpleging).
7
Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, Ferrariskaart genaamd, handgetekend en in kleur, tussen 1771 en 1778 opgesteld door graaf Jozef-Johann de FERRARIS; Kaarten en plannen van de Koninklijke Bibliotheek van België (oneline raadpleging).
277758_03_screening, Revisie c Pagina 25 van 31
Screening van de milieueffecten
Vanwege de nabijheid van twee historische sites, is archeologisch vooronderzoek aangewezen. Hiervoor bestaat sectorale wetgeving, relevant bij de vergunningsprocedure. Rekening houdend met bovenstaande elementen zijn er geen aanzienlijke effecten te verwachten op de structuur- en relatiekenmerken van het landschap. Qua beeldwaarde kan een licht positief effect verwacht worden.
7.4
Ruimtelijke ordening
kaart 10: landbouwwaarderingkaart Het plangebied maakt deel uit van het centrum van Merchtem. Wonen is de hoofdfunctie. Slechts enkele gebouwen herbergen andere functies. Het gaat om een winkel, een café en een bankagentschap. Qua stijl en typologie zijn er grote verschillen. Er zijn zowel eengezinswoningen als kleine appartementsgebouwen. Het BPA voorziet in een continuering van het huidig ruimtegebruik, waarbij langs de Reedijk het wonen verweven wordt met andere functies. De zone is bestemd voor wonen in één- of meergezinswoningen, woningbijgebouwen en –aanhorigheden, kantoren voor vrije beroepen en private dienstverlening, gemeenschapsvoorzieningen, kleinhandel en horeca. Ambachten en nijverheid zijn enkel toegelaten indien ze gekoppeld zijn aan een kleinhandelsfunctie op dezelfde kavel. De voorschriften van het BPA voorzien beperkte uitbreidingsmogelijkheden voor gebouwen langs Reedijk die nog niet het maximaal toegelaten gabariet hebben bereikt. Hierdoor wordt een zekere mate van verdichting van de woonfunctie mogelijk. Langs de Burchtlaan zijn er enkel woonfuncties. Het BPA behoudt deze situatie. Ten opzichte van de bestaande situatie kan er een nieuw gebouw opgetrokken worden op de hoek van de Reedijk en de dreef. Dit gedeelte is uitsluitend bestemd voor gemeenschapvoorzieningen. Deze bestemmingswijziging wordt doorgevoerd met het oog op de bouw van een tehuis voor de vzw Levedaele. Doch ook andere voorzieningen in de dienstensector en in de verzorgende sector, met inbegrip van collectieve woonvoorzieningen in deze sectoren, worden toegelaten. Alle voorzieningen onder de vorm van opslag, loodsen of werkplaatsen zijn uitgesloten omdat deze activiteiten een negatieve impact op de woonkwaliteit zouden hebben. Voorzieningen met een loketfunctie worden evenmin toegelaten omdat deze te sterk verkeersgenererend zouden kunnen zijn. Een deel van het binnengebied blijft steeds van bebouwing gevrijwaard. Hierdoor blijft het groene en bouwvrije karakter van een deel van het binnengebied bewaard. Het plan voorziet ook geen uitbreiding van de bebouwing in de open ruimte ten noorden van de Burchtlaan en ten oosten van Reedijk. Dit zijn gebieden met een hoge tot zeer hoge waardering voor de landbouw. De agrarische structuur wordt niet aangetast. Qua ruimtegebruik worden de bestaande functies bestendigd, met uitzondering van de parking op de hoek van de Reedijk en de dreef. Het BPA voorziet beperkte mogelijkheden voor een verdere verdichting en functieverweving langs de Reedijk. Het woonkarakter van de Burchtlaan en het groen en de tuinen in het binnengebied worden behouden. De ruimtelijke samenhang binnen het centrum van Merchtem wordt versterkt. Op gebied van ruimtelijke ordening worden geen aanzienlijk effecten verwacht.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 26 van 31
Screening van de milieueffecten
7.5
Mobiliteit
De Reedijk is een drukke invalsweg naar het centrum van Merchtem. Omdat het BPA langs de Reedijk mogelijkheden voorziet voor het versterken van de centrumfuncties en de verdichting van het wonen, kan er extra verkeer worden aangetrokken. Ten opzichte van de bestaande toestand zal er echter geen aanzienlijk effect zijn, omdat het bestemmingsverkeer niet maatgevend is ten opzichte van het doorgaand verkeer. De voorschriften van het BPA bepalen expliciet dat de gemeenschapsvoorzieningen met een loketfunctie niet zijn toegelaten. Hierdoor is de inplanting van sterk verkeersaantrekkende functies onmogelijk. De bestaande dreef tussen de Burchtlaan en de Reedijk, tevens opgenomen in de atlas der buurt- en voetwegen, wordt in het plan behouden. Deze heeft een belangrijke functie voor langzaam verkeer. Er worden op het gebied van verkeer en mobiliteit geen aanzienlijke effecten verwacht.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 27 van 31
8
Externe mensveiligheid
In de plangebieden zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig. Het RUP maakt in de plangebieden de inrichting van Seveso-bedrijven niet mogelijk. Het RUP heeft betrekking op aandachtgebieden zoals gedefinieerd in het besluit van de Vlaamse regering van 26 januari 2007 houdende nadere regels inzake veiligheidrapportage, met name ‘gebieden met woonfunctie’ en ‘kwetsbare locaties’. figuur 11: Seveso inrichtingen in de provincie Vlaams-Brabant
Bron: lne
Op het grondgebied van de gemeente Merchtem zijn geen hoog- of laagdrempelige Sevesoinrichtingen aanwezig. Het meest nabije hoogdrempelig Seveso-bedrijf is Transports Dandoy, Industriezone 5 te Mollem (Hof te Bollebeeklaan 16, Asse) op ca. 5,2 km van het plangebied van het BPA. Het meest nabije laagdrempelig Seveso-bedrijf is IJsfabriek Strombeek, Broekstraat 70 te Meise op ca. 7,4 km van het plangebied van het BPA. Op basis van bovenstaande aftoetsing stelt er zich op het vlak van externe veiligheid geen probleem en worden er geen aanzienlijke effecten verwacht inzake externe veiligheid.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 28 van 31
9
Conclusie
De Reedijk bekleedt een strategische positie bij het binnenrijden van Merchtem vanuit Wolvertem. Het is tevens een belangrijke invalsweg naar het centrum. Het is de wens van het gemeentebestuur om deze belangrijke plaats in de gemeente een kwalitatieve bebouwingsrand te hebben, die de toegang tot het centrum markeert. De voorschriften van het BPA moeten op termijn leiden tot een harmonieuze en kwalitatieve straatgevel langs de Reedijk en een multifunctionele invulling van dit gebied, waarbij het wonen verweven kan worden met andere functies. Op het onbebouwde perceel op de hoek van Reedijk en de wandeldreef wordt de bouw gepland van een nieuw tehuis voor de vzw Levedale. Het biedt woonvoorzieningen voor volwassenen met een lichte, matige of ernstige verstandelijke handicap. Het BPA betreft een gebied van 1 ha dat reeds grotendeels bebouwd is. Het voorziet in een continuering van het huidig ruimtegebruik, waarbij langs de Reedijk het wonen verweven wordt met andere functies. Door het BPA ontstaan beperkte uitbreidingsmogelijkheden voor gebouwen langs Reedijk die nog niet het maximaal toegelaten gabariet hebben bereikt. Hierdoor wordt een beperkte verdichting van de woonfunctie mogelijk. Langs de Burchtlaan zijn er enkel woonfuncties. Het BPA behoudt deze situatie. Het plan betreft een klein gebied waarin ten opzichte van de bestaande toestand slechts beperkte wijzigingen worden voorzien. De herstructurerings- en uitbreidingsmogelijkheden voor de bestaande bebouwing hebben geen significante impact op de omgeving. Bijkomende bebouwingsmogelijkheden, ten behoeve van gemeenschapsvoorzieningen, situeren zich buiten het effectief overstromingsgevoelig gedeelte van het plangebied en buiten de risicozones voor overstromingen. Eventuele effecten op grondwaterstroming zullen beperkt zijn indien vermeden wordt dat de realisatie van de bijkomende bebouwing gepaard gaat met grote ondergrondse constructies. Er kan in het algemeen gesteld worden dat het realiseren van de doelstellingen van het BPA geen aanzienlijke milieueffecten in de verschillende disciplines zal teweeg brengen.
277758_03_screening, Revisie c Pagina 29 van 31
10
Bijlage 1: kaarten
kaart 1 situering van het plangebied ............................................................................................. 5 kaart 2: gewestplan ..................................................................................................................... 15 kaart 3: bodemkaart .................................................................................................................... 21 kaart 4: bodemkaart – drainageklassen ...................................................................................... 21 kaart 5: overstromingsgevoelige gebieden ................................................................................. 21 kaart 6: grondwaterstromingsgevoelige gebieden ...................................................................... 21 kaart 7: biologische waarderingskaart......................................................................................... 23 kaart 8: beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten en monumenten ...................... 24 kaart 9: landschapsatlas.............................................................................................................. 24 kaart 10: landbouwwaarderingkaart ............................................................................................ 26
277758_03_screening, Revisie c Pagina 30 van 31
MERCHTEM
BPA Reedijk
kaart 1: topografische kaart datum: november 2009
Grontmij P:\277758\G\GIS\Kaarten
° schaal: 1/10.000
0901
1100
0100
15 0c
150c
150c
0500
150c
150c
Legende
MERCHTEM
grens BPA
BPA Reedijk
150c- bestaande hoofdverkeerswegen 0100- woongebied 0500- parkgebieden 0901- landschappelijk waardevolle gebieden 1100- ambachtelijke bedrijven en kmo's
kaart 2: gewestplan datum: november 2009
Grontmij P:\277758\G\GIS\Kaarten
° schaal: 1/2.500
Lep
Aep
Ldc
OB
Lda
Ldpb
Lca
Lhp
MERCHTEM
Legende grens BPA
BPA Reedijk
01. Antropogeen 09. Nat zandleem
kaart 3: bodemkaart
10. Vochtig zandleem
datum: november 2009
12. Natte leem 15. Natte klei
Grontmij P:\277758\G\GIS\Kaarten
° schaal: 1/2.500
e
e
d
d
h
c
d
MERCHTEM
Legende grens BPA
BPA Reedijk
niet bepaald matig droge gronden (c)
kaart 4: bodemkaart - drainageklassen
matig natte gronden (d)
datum: november 2009
natte gronden (e) natte gronden met relatief hoge ligging (h)
Grontmij P:\277758\G\GIS\Kaarten
° schaal: 1/2.500
Legende
MERCHTEM
grens BPA
BPA Reedijk
Niet overstromingsgevoelig Effectief overstromingsgevoelig
kaart 5: overstromingsgevoelige gebieden
Mogelijk overstromingsgevoelig
datum: november 2009
Geklasseerd, tweede categorie
Grontmij P:\277758\G\GIS\Kaarten
° schaal: 1/2.500
MERCHTEM
Legende grens BPA
BPA Reedijk
Geen informatie beschikbaar Zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1)
kaart 6: grondwaterstromingsgevoelige gebieden
Matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2)
datum: november 2009
Weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3)
Grontmij P:\277758\G\GIS\Kaarten
° schaal: 1/2.500
hp
ua
bl kp bl
MERCHTEM
Legende grens BPA
BPA Reedijk
biologisch minder waardevol complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen
kaart 7: biologische waarderingskaart datum: november 2009
Grontmij P:\277758\G\GIS\Kaarten
° schaal: 1/2.500
MERCHTEM
Legende grens BPA
BPA Reedijk
beschermd monument beschermd dorpsgezicht
kaart 8: beschermde landschappen, dorpsen stadsgezichten en monumenten datum: oktober 2010
Grontmij P:\277758\G\GIS\Kaarten
° schaal: 1/2.500
R20038
L1
"
1
P20875
"
P20874 "
P20873
MERCHTEM
Legende grens BPA
"
0 20
BPA Reedijk
puntrelict lijnrelict
kaart 9: landschapsatlas
relictzone
datum: november 2009
Grontmij P:\277758\G\GIS\Kaarten
° schaal: 1/2.500
MERCHTEM
Legende grens BPA
BPA Reedijk
zeer lage waardering lage waardering
kaart 10: landbouwwaarderingskaart
matige waardering
datum: november 2009
hoge waardering zeer hoge waardering
Grontmij P:\277758\G\GIS\Kaarten
° schaal: 1/2.500
11
Bijlage 2: adviezen
277758_03_screening, Revisie c Pagina 31 van 31