Twaalfde jaargang / nummer 1 / September 2010
Jaarthema: Diaspora – leven als minderheid / De noodzaak van een duidelijke identiteit / Interview met Rachel Reedijk
Inhoud
Colofon
3 Studiemiddag van Appèl Kerk en Israël 4 Interview met Rachel Reedijk 6 Nieuw jaarthema: Leven als minderheid Toelichting van de redactie 8 De Joodse puzzel 9 De identiteit van moslims in Nederland 10 Anders 11 Het verslag van Brodeck 12 Een echo uit de synagoge 13 Kuzari – als het verstand het geloof blokkeert 14 Een herkenbare minderheid 15 Ga en leer! Wonen bij Laban 16 Te doen onderweg 17 Column 17-18 Boekbesprekingen 19 Lernen met LEV 20 Varia Is dit uw kennismaking met ons blad? Leest u voor het eerst een nummer van Kerk & Israël Onderweg? En smaakt deze kennismaking naar meer? Overweeg dan een abonnement op dit kwartaalblad van de Protestantse Kerk. Een particulier abonnement kost slechts € 9,- per jaar. Een pakketabonnement (vanaf 10 exemplaren) is nog goed koper! Zie de gegevens in de kolom hiernaast. Mail ons:
[email protected] of stuur een kaartje.
Kerk & Israël Onderweg is een uitgave van de Protestantse Kerk in Nederland en verschijnt viermaal per jaar. Vanuit de onopgeefbare verbondenheid van de christelijke gemeente met het Joodse volk wil dit blad een bron van informatie zijn voor allen die geïnteresseerd zijn in of zich verantwoordelijk weten voor de verhouding van Kerk en Israël. Uitgever: Dienstenorganisatie Protestantse Kerk in Nederland Joseph Haydnlaan 2a 3533 AE Utrecht Postbus 8504 3503 RM Utrecht telefoon (030) 880 18 80 e-mailadres
[email protected] website www.pkn.nl/kerkenisrael Hoofdredacteur: Floor Barnhoorn Redactie: René van den Beld, Reinier Gosker, Greetje van der Harst-de Leeuwe, Co Kooman, Japke van Malde, Rijk Roelofse, Kees Schakel, Adri van der Wal Redactieraad: Jan Finnema, Anne-Wil Meeuwissen, Jacobi Vlaming Eindredacteur: Anja de Zeeuw Vormgeving en druk: Opmaak: Interface Communicatie B.V., Ede Druk: Koninklijke BDU, Barneveld Abonnementsprijzen: Particulier abonnement 7 9,- per jaar (vier nummers) Pakketabonnement 7 4,- per jaar (vier nummers, vanaf 10 exemplaren) Kerk & Israël Onderweg is voor (visueel) gehandicapten ook verkrijgbaar in gesproken vorm op cd-rom (voor de Daisyspeler). Nadere informatie hierover is te krijgen bij de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB) te Ermelo, telefoon (0341) 56 54 99 Artikelen mogen met bronvermelding overgenomen worden in andere uitgaven. De redactie ontvangt graag een exemplaar van deze uitgaven.
Rectificatie Ten onrechte is Reinier Gosker in het vorige nummer vermeld als auteur van het artikel op pagina 15 over de studiedag van Appèl Kerk en Israël in januari. Het artikel was geschreven door Co Kooman.
Wilt u eigen kopij inzenden? Neemt u dan eerst contact op met de redactie van Kerk & Israël Onderweg:
[email protected]. De redactie kan plaatsing niet garanderen. ISSN 1566-9033
Bij de cover: Ets ‘Dialoog en Eenheid’ door dr. Marcus van Loopik ©. Uitgegeven als poster door de B. Folkertsma Stichting voor Talmudica (zie ook pagina 20). Toelichting: Het gaat in deze afbeelding om identiteit en verbroedering/verzustering. Boven aan de ets staat het Hebreeuwse woord èchad, het telwoord één, verwijzing naar God. Ook is er een Torarol afgebeeld. Meer informatie over de kunstenaar: http://mordechai.jewishart77.fastmail.fm/
September 2010
Kerk & Israël Onderweg
2
Verslag van de studiemiddag van Appèl Kerk en Israël Het Kairosdocument opnieuw belicht Het Platform Appèl Kerk en Israël heeft op 26 april een studiemiddag gehouden over het document ‘Uur van de waarheid’ van Palestijnse christenen, het zogenoemde Kairosdocument. Omdat in de kerkelijke pers nogal veel aandacht is besteed aan de tekst van dit document, liet Appèl Kerk en Israël op deze middag in Soest de groepen en instanties die meer op Israël betrokken zijn reageren. Dat waren er nogal wat.
In een brief aan het moderamen van de Protestantse Kerk in Nederland had het Appèl kritiek geuit op de brief die dit moderamen aan de Israëlische ambassadeur aanbood naar aanleiding van het Kairosdocument. De kritiek betrof twee punten. Allereerst wordt in de brief Israël niet zijn bijbels-legitieme plek gegund, zoals het als eerstaan gesprokene klip en klaar in de Hebreeuwse Bijbel staat. De wijze waarop Christus centraal staat, los van de context van het Eerste Testament, leidt gemakkelijk tot ideeën over de vervangingstheologie. Ten tweede besteedt de brief geen aandacht aan de voedende rol van de islam in het Midden-Oosten, waardoor er voor de Joden én christenen in het Midden-Oosten ‘eeuwenlang hooguit een gedoogstatus’ is geweest. Een brief aan de vertegenwoordigers van omliggende Arabische landen was dan ook op zijn plaats geweest. Redenen genoeg om op deze middag een andere kleur toe te voegen aan de eenzijdige sympathie voor het Kairosdocument.
Veel kleurschakeringen Degenen die het woord hebben gevoerd zijn: de voorzitter van het Appèl Kerk en Israël, Marja van den Beld; de voorzitter van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël, André Drost; de studiesecretaris van Christenen voor Israël, Kees de Vreugd; de secretaris van het Centraal Overleg Externe Joodse belangen (CJO), Ruben Vos; rabbijn Tzvi Marx, docent Jodendom in Nederland; lid van OJEC, Bert Schüssler; een lid van het CIDI, Elise Friedman, en op persoonlijke titel Hans Jansen, bekend publicist. In de zaal
Hoe komt het dat we elkaar zo moeilijk verstaan? waren onder andere aanwezig: Jaap Hamburger, voorzitter van Een Ander Joods Geluid, en ook mensen van Sabeel, onder wie Meindert Dijkstra. De sprekerslijst geeft de evenzovele kleurschakeringen van de discussie weer. Als ook de betrokkenen van Sabeel en andere
September 2010
De sprekers deelden de diepe bezorgdheid om de humaniteit met elkaar.
groeperingen rondom de Palestijnse invalshoek het woord hadden gevoerd, zou de metafoor van de Babylonische spraak verwarring gepast hebben. Het was nu al moeilijk om een rode draad te vinden in alle bijdragen. Ik meen die gevonden te hebben in een citaat dat Marja van den Beld aan het einde van haar inleiding gaf. Het citaat is afkomstig van een Spaanse stevig-linkse journaliste die een groep pro-Palestijnse demonstranten toesprak: ‘Als journalist is het mijn plicht de waarheid te zoeken voorbij de vooroordelen, leugens en manipulaties. De waarheid over Israël wordt niet verteld. Als een links persoon die houdt van vooruitgang, ben ik verplicht om op te komen voor vrijheid, cultuur, educatie van kinderen tot goede burgers, samenleven van volken en voor de wetten die door de Stenen Tafelen van het Verbond tot universele beginselen zijn geworden. Beginselen die door het islamitisch fundamentalisme systematisch tenietgedaan worden. Dat wil zeggen dat ik, als niet-Joodse, linkse journalist, een driedubbele morele plicht heb samen met Israël, want als Israël vernietigd wordt, zullen vrijheid, moderniteit en cultuur ook vernietigd worden. De strijd van Israël is de strijd van de wereld, ook al wil de wereld daar niet aan.’ Het is deze diepe bezorgdheid om de humaniteit, die sprekers, elk vanuit hun invalshoek,
Kerk & Israël Onderweg
met elkaar deelden. In dat licht bezien is ook het Kairosdocument een schreeuw om aandacht voor de humaniteit. De noodkreet van de Palestijnen werd door geen spreker afgezwakt. Maar hoe komt het dan dat we elkaar zo moeilijk verstaan?
‘Theologie van de verlegenheid’ Zouden we elkaar niet kunnen helpen met het formuleren van een ‘theologie van de verlegenheid’, bijvoorbeeld door Psalm 130 te thematiseren – ’Uit de diepten roep ik tot U, o Here, hoor mijn stem’? Om daarna weer eens te praten over de betekenis van het land, de betekenis van Christus in relatie tot het Eerste Testament, de essentie van het begrip ‘dialoog’, de omschrijving van het begrip ‘staat’ in het volkenrecht, een muur, verguizing, recht op arbeid voor Palestijnse kostwinners enzovoorts enzovoorts. Met die gedachte fietste ik naar huis, nadat ik nog gesproken had met een lid van Een Ander Joods Geluid en iemand van Sabeel. Allemaal aardige en gepassioneerde mensen, vond ik. Denkend aan het citaat van Tzvi Marx ’Wees een beetje christelijk en vertrouw op Israël’, zette ik mijn fiets in de schuur. Ik was weer veilig thuis. Wat een luxe.
René van den Beld De inleidingen van deze studiemiddag staan op www.appelkerkenisrael.nl > Actueel
3
Interview met Rachel Reedijk Dialoog: je wordt er beter van Rachel Reedijk is cultureel antropoloog en promoveerde onlangs op een onderzoek naar de invloed die deelname aan interreligieuze dialoog heeft op mensen. Zelf is Rachel actief in de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam en bestuurslid van OJEC. Ze vertelde Greetje van der Harst over haar bevindingen.
Hoe raakte je betrokken bij de dialoog? In 1978 werkte ik mee aan een van de eerste hongerstakingsacties in de Amsterdamse Mozeskerk, om voor 128 Marokkanen een verblijfsvergunning te bemachtigen. Ik werd migrantenopbouwwerker in de Indische buurt en merkte angst voor de islam en gebrek aan kennis. Mijn collega-welzijns werkers waren tegen religie, vanuit het idee dat een modern verlicht mens niet religieus is. In de pauze van de taallessen Nederlands vroegen Marokkanen naar gebedskleedjes. Er ontstond discussie: de kleedjes mochten wel voor yoga, maar niet voor het gebed worden gebruikt. Vanuit een kerk, een moskee en met hindoes hebben we toen een dialoogplatform opgericht. Wat heb je precies onderzocht? Ik wilde weten wat dialoog met mensen doet. Zij verwachten dat er meer begrip ontstaat, maar wie krijgt begrip voor wie en waarvoor? Ik heb gesprekken gevoerd met 44 sleutelfiguren uit de dialoog. Zij vertelden hun levensverhaal. Belangrijk daarin was dat
zij beter geleerd hadden zich open te stellen voor andere religies, en tegelijkertijd dat ze door in gesprek te gaan met de ander ook veel over zichzelf leerden. Het werkt dus naar twee kanten: de binding met de eigen traditie wordt sterker en mensen gaan zich meer openstellen voor het verhaal van de ander. Je kunt je ook terugtrekken in je eigen traditie en je afzetten tegen de andere. Dat is met niemand gebeurd. Wel blijkt een gesprek over geloofsvooronderstellingen en geloofspraktijken – de theologische opvattingen en de rituelen – een stuk moeilijker te liggen. Systematische gesprekken vinden wel plaats – over profeten, over Jeruzalem: ‘Vertel eens, wat betekent voor jou de ramadan, naastenliefde, tsedaka, hoe zit dat in jouw traditie?’ – maar in beperkte mate en hoofdzakelijk onder dialoogpioniers, die daar dan weer een rijke ervaring in hebben. Het gros van de hedendaagse dialoog richt zich op de politieke context, de polarisatie in de samenleving, extremisme. Veel dialooggroepen zijn bezig met het bevorderen van sociale cohesie en het leggen van contacten. Vaak
Rechts Rachel Reedijk tijdens een interreligieuze bijeenkomst.
wordt een goed contact als voorwaarde gezien voordat je heikele onderwerpen als religie aan de orde kunt stellen, terwijl dat juist kan samengaan. De relatie kan verbeteren omdat je samen iets uitgediscussieerd hebt. Men lijkt ook beducht om religieuze gesprekken aan te gaan, omdat men niet goed weet hoe je dat moet aanpakken. Ik was benieuwd of mensen door de dialoog veranderen. Niet in de zin van bekering; het is een aantoonbaar misverstand dat dialoog ertoe leidt dat men overstapt naar de religie
‘Het is een misverstand dat dialoog leidt tot een overstap naar de religie van de dialoogpartner’ van de dialoogpartner. Het is eerder andersom: proselieten spelen juist een belangrijke rol als bruggenbouwer. Het beeld dat bekeerlingen altijd zo fanatiek zijn, doet geen recht aan de grote meerderheid die géén behoefte heeft om zich te bewijzen in hun nieuwe identiteit. Ik wilde weten of men zich beter kon verplaatsen in dat wat andere gelovigen beweegt. Het samen voltrekken of beleven van rituelen ervaren zowel Joden, christenen als moslims als problematisch. Rituelen zijn zo eigen. Je betreedt heilige grond. Je kunt eraan meedoen, maar er van binnen niet achter staan misschien. Alleen voor begrafenisrituelen maken mensen een uitzondering, schrijf je. Rituelen hebben ook iets lichamelijks, ze raken mensen diep. Ook daardoor is het moeilijker er anderen bij te betrekken. Maar in grens situaties, zoals de Bijlmerramp, is de behoefte aan gezamenlijkheid groter dan het bewaken van de eigen traditie. En dan zie je dat men toch op zoek gaat naar nieuwe vormen. Een deel van de interviews ging over vooroordelen: hoe denkt men over de ander? Een ontdekking – ik had dit niet verwacht – was dat de wens om zelf begrepen en erkend te worden opvallend groter was dan de bereid-
September 2010
Kerk & Israël Onderweg
4
heid het verhaal en de pijn van de ander te horen. Er blijkt een diepgeworteld wan trouwen maar ook innerlijke onzekerheid te bestaan.
Rachel Reedijk vindt de tijd rijp voor een volwassen Joods-christelijke dialoog. Foto: RD, Christiaan Zielman
Wat zijn grenzen aan de dialoog? Joden, christenen en moslims kunnen, veel meer dan nu het geval is, van elkaars tradities leren. Zelf dacht ik altijd: ‘De triniteit (Drieeenheid – red.), dat is toch een beetje een rare constructie.’ Door de gesprekken met mijn respondenten heb ik geleerd waarom Jezus voor christenen hét rolmodel is. Ik kan ook beter aanvoelen waarom een moslim tot in het diepst van zijn ziel gekwetst is als Mohammed een charlatan of een pedofiel wordt genoemd. Dialoog leidt niet tot de teloorgang van tradities. Het Joodse concept van het uitverkoren volk, bijvoorbeeld, is iets essentieels, terwijl tegelijkertijd de interpretatie ervan veranderd is. Niet langer wordt de exclusiviteit benadrukt, maar het dragen van een zelfgekozen, speciale verantwoordelijkheid. Je kunt niet om dialoog heen. Negatief geformuleerd hebben we een probleem met elkaar, christenen, Joden en moslims. Een goede reden om met elkaar in gesprek te gaan. Positief geformuleerd: er is altijd sprake geweest van onderlinge kruisbestuiving. Ik denk dat religies daar niet slechter van zijn geworden. Dat je kunt putten uit de traditie van de ander, of het nu gaat om mystiek, liederen of poëzie. Sommigen zijn bang voor syncretisme, voor versmelting. Die vrees is begrijpelijk, maar onterecht. Een geïnterviewde pastoor gaf daar een mooi voorbeeld van. Hij vertelde over parochianen die met moslims over de ramadan hadden gesproken en vervolgens besloten om opnieuw op vrijdag geen vlees te eten. Door het gesprek met de andere religie kreeg de eigen vasten nieuwe betekenis. We leven in een snel veranderende wereld.
‘Religies zijn er beter van geworden dat ze kunnen putten uit de traditie van de ander’
Heeft de Joods-christelijke dialoog een aparte plek binnen de dialoog, of is die achterhaald door de trialoog? Die is zeker niet achterhaald. Ik denk dat een Joods-christelijke dialoog nu pas kan beginnen. We hebben veertig jaar nodig gehad om misverstanden uit de weg te ruimen. Aan christelijke kant is er veel leergierigheid over het authentieke Jodendom, hoe het Jodendom zichzelf ervaart. Er is altijd veel reserve geweest aan Joodse zijde. Joden hebben er geen belang bij. Ja, de redenering is: wij hebben belang bij bestrijding van antisemitisme en dialoog kan christenen van antisemitisme afhelpen. Maar een volwassen dialoog, zoals besproken op de ICCJ-conferentie in 2009 in Berlijn, is gebaseerd op gelijkwaardigheid en wederkerigheid. Naar mijn mening is de tijd daar nu rijp voor.
Het is ook niet of-of, in de zin van Joodschristelijke dialoog aan de ene kant en trialoog aan de andere kant. Ze kunnen heel goed naast elkaar. De ervaringen die zijn opgedaan in de Joods-christelijke dialoog kun je inzetten in het gesprek met moslims. Binnen OJEC bestaat enige weerstand tegen uitbreiding van het gesprek met moslims. Zelf denk ik dat de nadruk op de Joods-christelijke dialoog moet blijven liggen, maar dat je zou kunnen denken aan een werkvorm ernaast. De ICCJ-conferentie van 2010, die in juni plaatsvond in Istanbul, ging over beperkingen en mogelijkheden in het gesprek met moslims. Moslimsprekers gaven hun visie hierop1. Want ook voor trialoog geldt dat deze gebaseerd moet zijn op gelijkwaardigheid en wederkerigheid. Om terug te komen op je tweede vraag: dialoogbetrokkenen zeggen dat ze door de dialoog én een beter mens zijn geworden én een betere Jood, christen, moslim. Greetje van der Harst
Wat kan de kerk betekenen in deze?
Er zijn zoveel vragen over de inrichting van onze samenleving, ook op het gebied van zingeving. Nederland is nooit een mono cultuur geweest. Ook daarom is het lastig te definiëren wat ’de Nederlandse cultuur’ is. Wel zijn er basiswaarden, maar die krijgen onder nieuwe omstandigheden – zoals globalisering en migratie – een andere betekenis. Het denken over gezagsverhoudingen is de laatste decennia veranderd. Iedereen die hier woont, moet in de discussie daarover (kunnen) worden betrokken: wat zijn nu die basiswaarden? In die zin is dialoog dus nooit afgelopen.
Ik ben bezorgd over de onderwaardering van en foute beeldvorming over de dialoog. Zowel in de kerk als aan Joodse kant leeft de idee dat de dialoog voeren riskant en gevaarlijk is, de eigen identiteit ondermijnt en iets is voor naïeve idealisten die dat maar in de avonduren moeten doen. Uit mijn onderzoek blijkt dat het een verrijkend proces is dat de eigen identiteit juist versterkt en tegelijk begrip voor de ander kweekt. Het is een serieus métier en ik pleit dan ook voor professionalisering.
September 2010
Kerk & Israël Onderweg
De handelseditie van Rachel Reedijks proefschrift is verkrijgbaar in de boekhandel. ‘Roots and Routes. Identity Construction and the Jewish-Christian-Muslim Dialogue’, Uitgever Rodopi, Amsterdam/New York 2010, 359 blz. ISBN 978 90 420 2839 5. Prijs: € 75,-.
1
Zie www.iccj.org
5
Toelichting van de redactie Nieuw jaarthema Diaspora: leven als minderheid Het jaarthema voor de nieuwe jaargang van Kerk & Israël Onderweg luidt: ‘Diaspora: leven als minderheid’. Hoe komen we als redactie aan zo’n thema? Na een open gesprek waarin tal van onderwerpen de revue passeren, nemen we een voorlopige beslissing en verkennen het gekozen thema. Vervolgens worden afspraken gemaakt: wie doet wat?
We constateren eerst dat ook wijzelf als Protestantse Kerk in Nederland een minderheid geworden zijn. Vanwege de snelheid waarmee dit proces zich voltrekt, beseffen we nog maar nauwelijks wat dat betekent. Hoe reageren kerk en theologie? Beschouwen we de Europese cultuur als erflater van het christendom en zijn we verder tevreden met een minimale rol in de samenleving? Of heeft de kerk nog een inbreng? Wat is het wezen van de kerk nadat landbouw, onderwijs, gezondheidszorg en politiek onder de vleugels van de (middeleeuwse) kerk zijn uitgekropen? En wat kunnen wij leren van de kleinere kerken naast ons? Ook merken we dat het mes aan twee kanten snijdt. Enerzijds zien we hoe de Nederlandse samenleving steeds meer minderheden telt en veelkleurig is geworden. Hoe gaat de meerderheid met deze veelkleurigheid om? Waardeert ze die? Of zet ze de hakken in het zand om zoveel mogelijk zichzelf te blijven? Hoe tolerant zijn we eigenlijk? Anderzijds kunnen we ons afvragen: hoe gedraag je je als minderheid? Is aanpassing aan de nieuwe omgeving onontkoombaar? Maar ten koste van wat? En hoe ga je als minderheden met elkaar om? Eén voor allen? Of ieder apart?
Leren van ervaringen Na deze ronde gaan we na of het thema aannemelijk is. Waarom zou ‘Diaspora: leven als minderheid’ ons jaarthema moeten zijn? Antwoord: omdat wij denken iets te kunnen leren van de ervaringen die het Joodse volk in de diaspora heeft opgedaan. Joden weten immers uit ervaring wat ‘leven als minderheid’ betekent. Wat ligt er meer voor de hand dan dat wij bij hen te rade gaan? Diaspora is het Griekse woord voor verstrooiing (verspreiding) van het Joodse volk over de gehele aarde. Deze verstrooiing begon met de Babylonische ballingschap en duurt tot op heden voort. Ondanks de schijn van het tegendeel heeft de diaspora veel positieve kanten. Religieuze en culturele hoogtepunten van de diaspora treffen we aan in Mesopotamië (6e eeuw v.Chr.), Egypte (3e eeuw v.Chr.), Spanje (11e en 12e eeuw n.Chr.), Oost-Europa (18e eeuw) en Amerika (20e eeuw).
Zionisme
Na de Franse Revolutie had ook WestEuropa zo’n rol kunnen spelen, ware het niet dat gelijktijdig met de emancipatie van de Joden een sterk antisemitisme de kop opstak in Europa. De teleurstelling hierover deed een eeuw later de De beelden bij dit artikel komen uit het Diaspora Museum in Tel Aviv, Beit Hatfutsot. emancipatie omslaan in de beweging van het moderne zionisme. Theodor Herzl initieerde deze beweging met het manifest ‘Der Judenstaat’ dat hij in 1896 publiceerde.1 Na de moord op het Europese Jodendom en het uitroepen van de staat Israël in mei 1948 vierde het zionisme hoogtij gedurende de tweede helft van de vorige eeuw. De diaspora verloor haar aanzien en werd beschouwd als niet meer
September 2010
Kerk & Israël Onderweg
dan een voorwaarde voor alia (opgang/verhuizing) naar het land Israël.
Positieve waardering Maar deze negatieve waardering lijkt intussen plaats te maken voor een meer positieve. Zo sprak de hebraïcus, oudtestamenticus en judaïcus prof.dr. Klaas Smelik enkele jaren geleden over een ‘herwaardering van de diaspora’. Volgens hem loopt ‘de heroriëntering op de wortels van de eigen families die eens naar Israël zijn gemigreerd, parallel met een algemene herwaardering voor de diaspora als een positief gegeven in de Joodse geschiedenis in plaats van een negatief.’2 Bij een bezoek aan het Nahum Goldmann Diaspora Museum (Beit Hatfutsot) in Tel Aviv valt op hoe trots men is dat het Israëlisch parlement vijf jaar geleden instemde met de ’Beit Hatfutsot Law’. Deze wet bepaalt dat het museum sinds 2005 beschouwd wordt als ‘the National Center for Jewish communities in Israel and around the world’. Dat deze tendens zich doorzet blijkt onder meer uit het onlangs verschenen boek ‘Altijd mazzel. Een wereldreis langs joodse gemeenschappen’ van Maurice Swirc.3 Allerlei aspecten van het leven als minderheid komen in dit boek aan de orde (zie ook de boekbespreking op pagina 7). In het slothoofdstuk getuigt de Amerikaanse diaspora van een zelfbewuste vernieuwing.
Vier subthema’s Een jaargang Kerk & Israël Onderweg betekent concreet vier nummers samenstellen. Bij het thema ‘Diaspora: leven als minderheid’ kunnen veel zaken aan de orde komen, maar we beperken ons tot de volgende subthema’s:
6
Romeinse soldaten voeren voorwerpen uit de Tempel te Jeruzalem mee. Reliëf uit de Boog van Titus in Rome, opgericht in 81 n.Chr. om de verovering van Jeruzalem in 70 n.Chr. te herdenken. Met dit reliëf begint de permanente tentoonstelling in Beit Hatfutsot.
Boekbespreking Altijd mazzel
1. Om te kunnen leven als minderheid moet je een duidelijke identiteit hebben en weten waarin die identiteit wortelt. 2. Als je niet in een isolement terecht wilt komen, dien je ook een kwalitatieve inbreng in de samenleving te hebben. Deze inbreng moet onafhankelijk en vrijmoedig voor het voetlicht gebracht (kunnen) worden. 3. Een wezenlijk aspect van het leven als minderheid is veiligheid. Wat mag je in dat opzicht van de meerderheid verwachten? En wat kun je er zelf aan doen om niet genegeerd, miskend of zelfs fysiek bedreigd te worden? 4. Ten slotte: hoe ga je om met de invloed van de jou omringende samenleving? Wat is bedreigend? Wat is verrijkend? Bij het opsommen van deze subthema’s herinner ik mij een van de wandelroutes door het Diaspora Museum in Tel Aviv, zie www.bh.org.il. Op die route kun je dezelfde thema’s tegenkomen, zij het in een andere volgorde. We zijn inderdaad niet de eersten die over dit thema nadenken4.
dat de Joodse identiteit vooral wortelt in ‘een beschaving die al meer dan drieduizend jaar in ontwikkeling is’. Ceylan Pektas-Weber, adviseur en publicist op het terrein van emancipatie en islam, maakt zich zorgen over de tweede en derde generatie moslims. Vanwege ‘aanhoudende negatieve oordelen over hun achtergrond’ heroriënteren die zich op hun identiteit en op hun deelname aan de Nederlandse samen leving. Zij constateert ‘een toenemende naar-binnen-gekeerdheid’ onder moslims in Nederland. Tom Mikkers, algemeen secretaris van de Remonstrantse Broederschap, zoekt in een columnachtige bijdrage zijn identiteit in ‘de erkenning dat een ander anders is dan jij en dat je dat moet kunnen uithouden’. Ook andere bijdragen in dit nummer raken aan het subthema identiteit, dat blijkbaar actueel en relevant is. Reinier Gosker
Reinier Gosker Maurice Swirc, ‘Altijd mazzel. Een wereldreis
Voor het eerste subthema hebben we drie auteurs gevraagd antwoord te geven op de vraag: wat is jouw identiteit als Joodse, islamitische of christelijke minderheid, en waarin wortelt die identiteit? Esther Voet, hoofdredacteur van het Nieuw Israelietisch Weekblad, vertelt hoe zij op 21jarige leeftijd Joods ‘uitkwam’. Ze laat zien hoe geloof, afkomst en traditie bepalend zijn voor een Joodse identiteit, hoewel ook veel geassimileerde Joden zich onmiskenbaar Joods voelen. Ze breekt een lans voor de these
Nederlandse vertaling: ‘De Jodenstaat, poging tot een moderne oplossing van het Joodse vraagstuk’. Met een nawoord van Isaac Lipschits. Uitgeverij Mets & Schilt, Amsterdam 2004 2 K.A.D. Smelik, ‘Herleefde Tijd, een Joodse geschiedenis’. Uitgeverij Acco, Leuven 2004, pagina 35-36 3 Maurice Swirc, ‘Altijd mazzel. Een wereldreis langs joodse gemeenschappen’. Uitgeverij Boom, Amsterdam 2010. 4 De betreffende wandelroute draagt als naam ‘Dilemmas of the Jewish people: yesterday, today, and tomorrow’. Uit de toelichting: The program presents the dilemmas of the Jewish People throughout history. It examines why there have been dilemmas, how different communities and their leaders related to dilemmas, and the success or grappling with them. It also deals with modern day dilemmas for Jews and communities throughout the world. Examples of dilemmas include: • Responses to physical threats against the Jewish state • The interaction between the Jewish community and its surroundings • Facing tests of loyalty to one’s religion versus to one's country of residence • Choosing how to express one’s Jewish identity
September 2010
Kerk & Israël Onderweg
Identiteit
‘De belangrijkste uitvinding uit de geschiedenis van het Jodendom is de draagbare religie en in het verlengde daarvan de draagbare identiteit.’ Over de betekenis van deze ‘draagbare identiteit’ gaat het fenomenale boek van Maurice Swirc. Als een moderne Benjamin van Tudela1 reist de auteur langs de Joodse gemeenschappen in Nederland, Oostenrijk, Polen, Rusland, Marokko, Argentinië, Scandinavië en de Verenigde Staten. De leidende vraag daarbij is: ‘Wat betekent het om onderdeel te zijn van de Joodse diaspora?’ Uit de vele persoonlijke verhalen die Swirc optekent blijkt dat Joden die duizenden kilometers van elkaar verwijderd zijn vaak te maken hebben met dezelfde uitdagingen en dilemma’s. Het gaat dan over de verhouding tot de omringende samenleving, ervaringen met antisemitisme, de doorwerking van de Holocaust, reacties op de staat Israël en de gevolgen van het IsraëlischPalestijns conflict. Swirc concludeert dat de meeste Joden ‘onvergelijkbaar beter af zijn dan zeventig jaar geleden’. Vooral in psychologisch opzicht is dat zo: ‘Joden staan gemiddeld genomen sterker in hun schoenen.’ Dat de staat Israël daarbij een grote rol speelt, laat zich raden. Tegelijk constateert Swirc dat er wereldwijd sprake is van assimilatie van Joden. Dat betekent trouwens niet dat zij geen sterke band zouden voelen met hun Joodse achtergrond. Het boek leest als een trein. Wie van reizen houdt en belangstelling heeft voor het Joodse leven in de diaspora, leze dit boek! Het sluit prachtig aan bij het nieuwe jaar thema ‘Leven als minderheid’!
1
langs joodse gemeenschappen’. Uitgeverij Boom, Amsterdam 2010, 388 blz. ISBN 978 90 8506 8150. Prijs: € 24,90.
1
Benjamin van Tudela maakte tussen 1159 en 1171 een reis langs de Joodse gemeenschappen in Spanje, Frankrijk, Italië, Griekenland, Syrië, Palestina, Egypte en weer terug. Een prachtige tekenfilm op basis van het boek dat Benjamin van Tudela over zijn reis schreef, is te zien in het Diaspora Museum van Tel Aviv.
7
Jaarthema Leven als minderheid De Joodse puzzel Wie is Joods? Het is een vraag waarop zeer verschillend wordt geantwoord, zelfs binnen het Jodendom zelf. Al die antwoorden samen vormen een entiteit die het best valt te omschrijven als een beschaving.
Over het onderwerp Jodendom en identiteit zijn hele boeken volgeschreven. Overal in de wereld, ook bij de Nederlands-Joodse bevolking, valt de Joodse identiteit uiteen in diverse subgroepen: bij de een speelt afkomst een grotere rol, bij de ander de religie, bij weer een ander de traditie. Die verschillende eigenschappen staan met elkaar in verbinding; het gaat vaak in meerdere of mindere mate om een combinatie ervan. En dan is er ook nog de mate van verbondenheid met Israël die vaak door alle verschillende groepen heenloopt.
Gewoon boodschappen doen Ik maak het Nederlandse Jodendom dagelijks in alle facetten mee, ik heb contact met zowel de orthodoxe als de meest vrijzinnige kant. Atheïsten zijn er ook, maar ik hoef u niet te vertellen dat in het beeld van het Jodendom het geloof een centrale rol speelt, en direct daaraan gekoppeld een levenswijze met ingrediënten als besnijdenis, kosjer eten, het vieren van de sjabbat, de honger naar kennis… De besnijdenis is naast geloof ook ingebed in onze traditie. Veel Joden die nooit in de synagoge komen, zullen hun zoons wel laten besnijden.
‘Het Jodendom is geloof maar niet alleen geloof, afkomst maar niet alleen afkomst, traditie maar niet alleen traditie’ Het kosjere eten en de viering van de sjabbat vallen uiteen in allerlei ‘strengere of minder strenge’ uitingen. Er zijn veel mensen die kosjer-style eten, dus geen varkens- of paardenvlees op het menu zullen zetten, geen melk- en vleeswaren met elkaar zullen combineren en nog nooit een garnaal hebben verorberd. Maar ze doen hun boodschappen gewoon bij de Albert Heijn en gaan zelden naar de kosjere slager. Hetzelfde geldt voor de sjabbat: er zijn mensen die zich er nauwgezet aan houden, anderen realiseren zich niet eens meer dat het een rustdag is. En ook
De leesplank van het JHM Kindermuseum. Foto: © Studio Ram Katzir 006 Collectie JHM
daarin zijn weer tussenvormen, zoals bijvoorbeeld de traditie van het samenzijn op vrijdagavond en het aansteken van de kaarsen die de komst van sjabbat symboliseren.
De rol van genen Uiteraard is ook afkomst een groot onderdeel van het Joods-zijn waarin genen een rol spelen. We kennen het Mozes-gen, een typisch-Joods kenmerk in het DNA van een individu dat teruggaat op het geslacht van hogepriester Aäron. Ook is het bekend dat bij Asjkenazisch-Joodse vrouwen een zeer agressieve vorm van borst- en eierstokkanker kan voorkomen: een genetisch bepaalde kwaal. Tegelijkertijd blijkt uit recent onderzoek dat grote groepen Joden genetisch meer op de niet-Joodse Europeanen lijken dan op geïsoleerde Joodse dynastieën. Daarnaast zijn er mensen die zich bekeren, ‘uitkomen’ zoals dat in het Jodendom heet. Als ze dat op de halachische manier doen1, worden ze binnen het Jodendom volledig geaccepteerd. Zelf ben ik op mijn 21e Joods uitgekomen bij een van de grootste rabbijnen van Israël, en ik leef inmiddels al langer Joods dan ik niet-Joods geleefd heb. Aan de andere kant gebiedt de eerlijkheid mij te vermelden dat ik een Joodse voorouder heb – ik ben het vierde geslacht. Hebben die genen iets te maken gehad met het feit dat ik deze weg in het leven koos? Daar vallen veel antwoorden op te geven, en ik ben er nooit uitgekomen welk het ware was. Ik vind beantwoording ook niet echt relevant. Het feit is dat het ís.
Beschaving Kortom: het is geloof maar niet alleen geloof, het is afkomst maar niet alleen afkomst en het is traditie maar niet alleen traditie. Veel Nederlandse Joden beschouwen zichzelf als volledig geassimileerd, ze hebben niets meer met het geloof en zelfs niets meer met de traditie, maar ze voelen zich qua identiteit toch onmiskenbaar Joods. De Nederlandse Joden vormen een relatief kleine groep – de meest optimistische cijfers spreken van 43.000 personen – die een enorme veelzijdigheid kent: inderdaad van atheïst tot orthodox. Neem een kijkje bij de bevolking van Israël en je zult zien dat er niet zoiets is als een ‘Joods uiterlijk’, want daar lopen alle kleuren rond: van Japanse Joden tot Ethiopische en uitgesproken blondines. Hebben we het over gemeenschappelijke karaktereigenschappen, dan verzand je al snel in generaliseringen die eerder het bestaan van vooroordelen bevestigen dan iets anders. Een paar maanden geleden publiceerde het NIW een artikel over een interessante these die van diverse kanten op veel weerstand stuitte, maar waarvoor toch iets valt te zeggen. Het Jodendom moet volgens ‘The invention of the Jewish People’, een boek van de Israëlische historicus Shlomo Sand, gezien worden als een beschaving. Een beschaving die al meer dan drieduizend jaar in ontwikkeling is, die bestaat uit allerlei soorten en smaken, maar desalniettemin toch een beschaving. En iedereen die bij die beschaving hoort, heeft een Joodse identiteit. Esther Voet Esther Voet is hoofdredacteur van het Nieuw Israelietisch Weekblad (NIW).
1
September 2010
Kerk & Israël Onderweg
Volgens de halacha = de Joodse wet
8
Jaarthema Leven als minderheid De identiteit van moslims in Nederland Als het gaat om de identiteit van moslims in Nederland brengt het jaarthema ‘Leven als minderheid’ direct een opvallende paradox aan het licht. Kijken we naar de feiten, dan vormen moslims een kleine minderheid in onze samenleving. Gaan we echter af op het politieke klimaat en op de berichtgeving in veel media, dan lijken moslims eerder een meerderheid te vertegenwoordigen. En willen moslims zelf nog wel als minderheid benaderd worden? Op dit moment leven er naar schatting ruim 850.000 moslims in Nederland. Dit is slechts een klein percentage van de hele bevolking (6 procent). De verkiezingsuitslagen van 9 juni en de angst oproepende, dreigende toon waarmee regelmatig over moslims gesproken wordt, wekken echter de indruk dat veel mensen de kans reëel achten dat hier binnenkort een islamitische wind waait. Dan zullen alle vrouwen gedwongen worden zich van top tot teen te bedekken en zal op elke hoek minstens één minaret boven alles uit torenen. Volgens bijzonder hoogleraar Electorale politiek Jean Tillie beleven we nu een zogenoemde ‘cargocult’1. Onder druk van een zichtbare groep ‘Anderen’ kenmerkt deze zich onder meer door angst voor een kosmische catastrofe voorafgaand aan een nieuwe wonderwereld en een collectief autisme, waarbij alle inwoners opgesloten raken in zichzelf. Tillie noemt zo’n ‘cargocult’ een ziekelijk antwoord op een extreme vorm van sociale desintegratie.
Poster van een zelfbewuste moslima uit de campagne 'Echt Nederlands' van moslimvrouwenorganisatie Al Nisa.
‘Echt Nederlands’ Tot dezelfde conclusie komt de filosoof Tariq Ramadan die onder Nederlandse moslims populair is. Hij meent ook dat alle inwoners van Nederland een identiteitscrisis doormaken, ongeacht de levensbeschouwing, culturele identiteit(en) of sekse waartoe ze behoren2. Ramadan roept moslims al jaren op om zichzelf niet als minderheid te gedragen. Om hun rechten en plichten als burgers van dit land volwaardig te dragen en zich niet in de hoek van slachtoffer te laten drukken.
migrantendochters en -zonen van de tweede en derde generatie vinden het evident dat zij ‘echt Nederlands’ zijn, met of zonder tweede paspoort. Dat veel andere Nederlanders daar zichtbaar over twijfelen, versterkt door de laatste verkiezingsuitslagen, brengt hen tot een heroriëntatie op hun identiteit en hun deelname aan de Nederlandse samenleving.
Samenvattend constateer ik onder moslims in Nederland een toenemende naar-binnengerichtheid. Dat is zorgelijk. Te meer omdat dit niet alleen bij moslims gebeurt. Ongeacht de levensbeschouwing die we aanhangen, zal Tillie’s ‘cargocult’ in kracht toenemen als de trend doorzet van het zich in eigen kring terugtrekken. Dat is geen aantrekkelijk vooruitzicht. In voorgaande jaren kreeg koranvers 49:13 naar mijn smaak wel eens teveel nadruk tijdens dialoogbijeenkomsten. Dit vers zegt dat ‘God mensen tot volken en stammen heeft gemaakt, opdat we elkaar leren kennen’. Intussen lijkt het geen overbodige luxe om ons met elkaar opnieuw op de strekking van die woorden te bezinnen. Ceylan Pektas-Weber Ceylan Pektas-Weber is adviseur en publicist op het terrein van emancipatie en islam. In 2006 verscheen haar boek ‘Moslima’s. Emancipatie achter de dijken’, uitgever Bulaaq. Zij werkt in opdracht van Uitgeverij Ten Have aan een boek waarin zij het werk en gedachtengoed van een aantal vrouwelijke moslimintellectuelen introduceert bij
Naar binnen gericht
Zijn oproep vindt gretig gehoor, vooral bij veel jonge moslims. Tijdens een belangrijke fase van hun identiteitsontwikkeling hadden zij immers te maken met aanhoudende negatieve oordelen over hun achtergrond. De veelal in Nederland geboren en getogen
De reacties op de grote verkiezingswinst van de PVV maken duidelijk dat steeds meer moslims moeite hebben om te blijven geloven in een volwaardig Nederlanderschap. Eerst was het vooral de eerste generatie die bleef dromen van terugkeer naar het land van herkomst. Nu oriënteren ook steeds meer jongeren zich op een eventuele toekomst in het land van hun (groot)ouders. Anderen presenteren zich nog explicieter als Nederlandse moslim. De frustratie die hier vaak onder ligt, uit zich ook in soms felle demonstraties tegen het optreden van Israël in Palestijnse gebieden.
September 2010
Kerk & Israël Onderweg
‘Veel jonge moslims hadden te maken met negatieve oordelen over hun achtergrond’
De identificatie van Nederlandse moslims met Palestijnse moslims vloeit vooral voort uit herkenning van onmacht en gebrek aan erkenning door politieke leiders. De meeste moslims zijn niet antisemitisch. Steeds meer jongeren nemen juist bewust deel aan herdenkingsbijeenkomsten. Een kleine groep kan het onderscheid tussen staatspolitiek en religie helaas minder goed maken.
het Nederlandse publiek. Meer informatie: www.ceylanweber.eu
Jean Tillie, ‘Gedeeld land. Het multiculturele ongemak van Nederland’, Meulenhoff 2008, ISBN 9789029081320, € 17,50. 2 Tariq Ramadan, ‘Een jihad van vertrouwen’, Van Gennep 2008, ISBN 9789055159789, € 10,-. 1
9
Jaarthema Leven als minderheid Anders
Aan het begin van ons leven weten we niet beter: als baby zijn we het middelpunt van ons leven. Dat is ook nodig anders overleven we niet. Als we ouder worden dringt de wereld binnen. Dat gaat geleidelijk. Een van onze eerste ontdekkingen is dat moeder geen verlengstuk is van onszelf, maar een ander persoon die er ook af en toe niet is. En naarmate we ouder worden, ontdekken we dat we niet het middelpunt van het heelal zijn, maar dat we de wereld en daarmee ons leven delen met anderen en met hen dus rekening moeten houden. Er kan in de ontwikkeling van het individu ook iets misgaan. En dan gebeurt er iets wonderlijks. De wereld wordt als het ware aan de binnenkant van de bol geplakt en alles wat met dat wereldbeeld strijdig is moet worden aangepakt; een dergelijk wereldbeeld verdraagt alleen maar zijn eigen waarheid. Individuen bij wie deze ontwikkeling zich in de meest extreme vorm manifesteert zijn psychopaten. Dit zijn vrouwen en mannen die zich nagenoeg niet in andere mensen kunnen inleven. Zij zijn eigenaar van de waarheid. En als je niet vóór hen bent, ben je tegen hen en moet je worden ‘kalt gestelt’. Nu is het leven weerbarstig en er zijn allerlei zaken die we niet met elkaar kunnen rijmen. Een godsdienstige overtuiging is gemakkelijk te gebruiken om dat wat niet te verklaren valt, toch te begrijpen. En zo is het ook gegaan. Geestelijken en theologen hebben belijdenissen en geloofsleren geformuleerd die een zogenaamd veilig begrip van het niet te begrijpen leven uitdrukken. En wie geen ‘amen’ daarop zei, kon vertrekken.
Stel je voor dat we als planeten zijn in een oneindig heelal.
Het botsen van een religieuze overtuiging met een werkelijkheid die tegenspreekt wat wordt beleden, is op verschillende manieren op te lossen. Maar de overtuiging dat zelfs een godsdienstige overtuiging niet het laatste woord kan hebben, legde meestal het loodje. Er zijn mensen vermoord en verbannen die de harde waarheid wat zachter wilden maken door deze te relativeren. Ook de allereerste remonstranten werden ooit uit de kerk gezet. Zij bepleitten de vrije wil en vonden dat belijdenisgeschriften mensenwerk waren. Hun theologische opponenten verdroegen dit standpunt niet. De predikanten werden verbannen uit de Republiek, tenzij ze beloofden dit standpunt niet meer te herhalen. Het is een schrale maar wel belangrijke troost, dat eenmaal ingezette nieuwe gedachten onomkeerbaar blijken te zijn.
Daarmee creëerden kerken een godsdienstige globe waarvan de overtuiging aan de binnenkant van de bol is geplakt en zich dus niet kan verhouden tot alles wat daarbuiten gebeurt dat met de leer niet in overeenstemming is… met alle gevolgen van dien. Er zijn nu eenmaal mensen met een ander geloof, er zijn conflicten in de wereld die de lieve vrede maar niet dichterbij brengen, en er is het eeuwige uitblijven van de komst van de hemel op aarde waarnaar met verlangen wordt uitgezien.
Mijn stelling is dat krankzinnige en onzinnige vormen van godsdienst nog altijd veel aanhangers hebben. Ze zijn nog altijd in de meerderheid: de groepen die hun wereldbeeld aan de binnenkant van de bol plakken en zich niet willen verhouden tot anderen. Meestal worden mensen hiervan het slachtoffer: degenen die kritiek hebben maar het niet mogen uiten; de vrouwen die een rol opeisen maar moeten zwijgen. Om maar niet te spreken over de homoseksuele mannen en vrouwen en het oordeel dat over hen klinkt.
September 2010
Kerk & Israël Onderweg
Ik koester niet de illusie noch de verwachting dat ik mensen die hun waarheid en hun oordeel over anderen heilig achten, kan veranderen. Alhoewel: er zijn veel bijen, maar je hebt maar één horzel nodig om toch een ander geluid te laten klinken. En ik zal niet nalaten om de luis in pels te zijn of de horzel die het paard misschien weer kan laten lopen, zoals een collega van mij ooit zei. Deze houding is ook relevant voor mijn persoonlijke spiritualiteit. De erkenning dat een ander anders is dan jij en dat je dat moet kunnen uithouden, is namelijk de beste oefening om ook in je eigen leven alles wat anders gaat te aanvaarden. Relativeer jouw wereldbeeld en stel je voor dat we als planeten zijn in een oneindig heelal. Niemand vormt dan nog een meerderheid. Tom Mikkers Tom Mikkers (1969) is algemeen secretaris van de Remonstrantse Broederschap.
10
Jaarthema Leven als minderheid Het verslag van Brodeck Leven in de diaspora. Het veronderstelt een verband dat je virtueel deelt met volksgenoten die elders in de wereld hetzelfde vieren, voelen én verdedigen. Het schept een band en het stelt de vraag naar de identiteit voor veel volksgenoten die leven in de hedendaagse multiculturele samenlevingen. Voor de Joden blijft dit wel heel in het bijzonder gelden. Een recent boek van de Franse schrijver Philippe Claudel illustreert dit treffend. Assimilatie of dissimilatie, het gevoel Jood te zijn, of blijken te zijn, vervaagt voor sommigen, maar het verdwijnt nooit. Leven als minderheid krijgt daardoor ook de dimensie van overleven als minderheid met alle vragen van dien. Een van de algemene vragen is daarbij: waarom mag toch altijd die ander of die andere groep er niet zijn? Sterker: dat die ander weg moet uit ‘ons’ midden. Pas dan zal het weer veilig worden, schijnt bij velen de gedachte te zijn. In ‘Het verslag van Brodeck’ wordt de hoofdpersoon Brodeck min of meer toevallig in een bijeenkomst door zijn dorpsgenoten opgedragen een verslag te schrijven. Het verslag moet gaan over die vreemdeling, Anderer genoemd, die enige tijd geleden in het dorp is gekomen, vreemd uitgedost en vergezeld van een ezel. Anderer heeft in de herberg een kamer gehuurd.
Parallel In de vertelling over de Anderer komt het verhaal van Brodeck zelf steeds mee. Dat maakt het lezen soms lastig. Brodeck is dertig jaar geleden met zijn voedster Fédorine in het dorp komen wonen. Eerst in een berghut. Toen ze naar verloop van tijd een eigen huis konden betalen en de koopakte was getekend, zei meester Knopf: ‘Nu ben je werkelijk thuis, Brodeck. Vergeet nooit dat je huis je land is.’
‘Waarom mag die ander of die andere groep er niet zijn?’
parallel met wat hij over de Anderer beschrijft. Met het schrijven van het verslag maakt hij zijn eigen positie bewuster. Het dorp laat Anderer een tijd met rust, maar het ervaart hem niettemin als zonderling en ook als vreemdeling. Nadat er een expositie met tekeningen van de Anderer in de herberg door dronken dorpsbewoners wordt vernietigd, volgt de wrede verdrinking van de ezel en de moord op Anderer.
stand houd, en van alle gevaren is het gevaar van de herinnering een van de grootste; dat hoef ik jou toch niet te vertellen, jij die nooit iets vergeet, die je alles herinnert.’ De burgemeester schuift, zonder het ingekeken te hebben, het verslag van Brodeck in het vuur. Brodeck verlaat kort daarna het dorp met Fédorine, zijn vrouw Emelia en dochtertje Poupchette. Drie geslachten met dezelfde ervaring. Hij verlaat het dorp, met handkar, zoals hij dertig jaren geleden gekomen is. Zijn eigen huis maakte het land nog niet tot zijn eigen land, zo is gebleken. Hij besluit nooit meer te schrijven, behalve met zijn hoofd. Het dorp ziet er weer net zo vredig en steriel uit als toen hij kwam. Het is een decor dat hij in gedachten afbreekt. Hij is slachtoffer van boze theorieën die hij niet veranderen kan, maar schuld aan de verdwijning van Anderer heeft hij niet. ‘Ik heet Brodeck. Brodeck. In godsnaam vergeet het. Brodeck.’ Dat zijn de laatste woorden van het boek. Het boek is zonder het te noemen het verhaal van de Shoah en de Tweede Wereld oorlog. Het heeft de kleur van een parabel voor alle tijden. Geen minderheid is veilig, behalve de minderheid die dat van zichzelf weet. Die wapent zich juist wél met de herinnering en viert steeds dat ze onderweg is. Met God? René van den Beld Philippe Claudel, ‘Het verslag van Brodeck’. Amsterdam 2008, ISBN 97890 234 27919
Steeds onderweg Toen de bezetter, ’Fratergekeime’ geheten, kwam, veranderde alles. Dat wil zeggen: er kwam een bewaakte orde die alles bij het oude liet, zolang men zich voegde. Eén eis van de bezetter was dat Brodeck als ‘Fremder‘ moest worden weggezuiverd. Hij verblijft twee jaar in een kamp en heeft daar de allergrootste vernedering meegemaakt. ‘De hond Brodeck’ wordt hij genoemd. Zo loopt hij op handen en voeten rond en doet wat hem toegeblaft wordt om te kunnen overleven. Zoals gezegd loopt Brodecks eigen verhaal
Als het verslag voltooid is, biedt Brodeck het Orschwir aan, de burgemeester die zich heeft weten te handhaven tijdens het regime van de ‘Fratergekeime’. Orschwirs mentaliteit blijkt uit dit onthullende citaat: ‘Alles wat aan gisteren toebehoort, behoort toe aan de dood, en waar het om draait is leven, dat weet jij beter dan wie dan ook, Brodeck, jij die bent teruggekeerd vanwaar men niet terugkeert. En ik moet alles doen wat nodig is om de anderen ook te kunnen laten leven en ze naar de dag van morgen laten kijken… De kudde rekent erop dat ik het gevaar op af-
September 2010
Kerk & Israël Onderweg
11
Synagogen in Nederland Dieren In deze rubriek komen aspecten van Joodse synagogen in Nederland aan bod.
De voorzitter van de Liberaal Joodse Gemeente Gelderland spreekt de aanwezigen toe, staande voor het Aron ha Kodesj. Foto: Joel Thuis
De Dierense Sjoel is weer synagoge! De Liberaal Joodse Gemeente (LJG) Gelderland heeft een eigen huis. 45 jaar lang heeft deze kleine gemeente voor haar diensten en alle andere bijeenkomsten gebruikgemaakt van gehuurde ruimtes. Sinds dit voorjaar vinden deze plaats in de gerestaureerde Dierense Sjoel, die op 7 maart her-ingewijd werd. In aanwezigheid van vertegenwoordigers van liberale en orthodoxe Joodse gemeentes, van gemeentelijke en provinciale overheden, van de christelijke kerken en van de moskee uit Dieren en van de vele subsidie gevers, sponsors en particuliere geldgevers werden de Torarollen thuisgebracht. De Dierense Sjoel, in 1884 als synagoge gebouwd, was tussen 1945 en 2007 in gebruik als woonhuis, als rokerij van de slager, als theatertje, en als kerk van de Volle Evangelie Gemeente, Vineyard. In de afgelopen jaren heeft de Stichting De Dierense Sjoel hard gewerkt om voldoende geld bijeen te brengen voor het verwerven en restaureren van het gebouw met als doel er weer een synagoge van te maken. Het is gelukt dankzij de bijdragen van vele fondsen en particulieren, en dankzij een grote bijdrage van de Provincie Gelderland in het kader van het Jaar van het Religieus Erfgoed. Naast het gebruik door de LJG Gelderland is het gebouw beschikbaar voor culturele activiteiten zoals concerten en lezingen.
Een echo uit de synagoge op elke zondagmorgen Schriftlezingen op Sjabbat en feest- en treurdagen in de synagoge
Oktober 2010 1 oktober Simchat Tora – Vreugde der Wet. Deuteronomium 33:1 - 34:12; Genesis 1:1 - 2:3; Numeri 29:35 - 30:1; Jozua 1:1-18 2 oktober Beresjiet – In het begin. Genesis 1:1 - 6:8; Jesaja 42:5 - 43:10 9 oktober Noach – Noach. Genesis 6:9 - 11:32; Numeri 28:9-15; Jesaja 66:1-24 16 oktober Lech Lecha – Ga jij. Genesis 12:1 - 17:27; Jesaja 40:27 - 41:16 23 oktober Wajera – En Hij verscheen. Genesis 18:1 - 22:24; 2 Koningen 4:1-37 30 oktober Chajee Sara – De leeftijd van Sara. Genesis 23:1 - 25:18; 1 Koningen 1:1-31 November 2010 6 november Toledot Jitschak – De geslachten van Jitschak. Genesis 25:19 - 28:9; Maleachi 1:1-2:7 13 november Wajetsee – En hij vertrok. Genesis 28:10 - 32:3; Hosea 11:7 - 13:5 20 november Wajisjlach – En hij zond. Genesis 32:4 - 36:43; Obadja 1:1-21 27 november Wajeesjev – En hij zette zich. Genesis 37:1 - 40:23; Amos 2:6 - 3:8
Manja Pach is voorzitter van de Stichting De Dierense Sjoel.
December 2010 2 december Chanoeka – Inwijdingsfeest eerste dag. Numeri 7:1-17 4 december Mikeets – Aan het einde. Genesis 41:1 - 44:17; Zacharia 2:14 - 4:7 9 december Chanoeka – Inwijdingsfeest achtste dag. Numeri 7:54 - 8:4 11 december Wajigasj – En hij naderde. Genesis 44:18 - 47:27; Ezechiël 37:15-28 18 december Wajechi – En hij leefde. Genesis 47:28 - 50:26; 1 Koningen 2:1-12 25 december Sjemot – Namen. Exodus 1:1 - 6:1; Jesaja 27:6 - 28:13; 29:22-23
Meer informatie: www.dedierensesjoel.nl
Kees Schakel
Manja Pach
De Torarollen worden de Dierense Sjoel binnengedragen onder de choepa. Foto: Joel Thuis
September 2010
Kerk & Israël Onderweg
12
Historisch boek over de trialoog helder vertaald Kuzari – als het verstand het geloof blokkeert Rolf Post is erin geslaagd om in een prachtig uitgegeven boek, in een glasheldere Nederlandse vertaling, de beslissende keuze van Bulga, de vorst der Chazaren, aan te bieden. Deze koning besluit met zijn hele volk het Joodse geloof aan te hangen. René van den Beld ziet in het boek aanknopingspunten voor de trialoog, het gesprek tussen Joden, christenen en moslims.
‘Kuzari, het boek van de Chazaar’ gaat over het volk van de Chazaren dat in de achtste eeuw leefde in de Kaukasus. Het is geschreven door Juda Halevi, een Joods-Spaanse arts, dichter en filosoof (1075-1141). Hij leefde in Spanje ten tijde van de kruistochten, te midden van spanningen tussen Joden, christenen en moslims. Dat maakt het boek actueel om een goed gesprek over de drie godsdiensten die in Abraham hun geloofstraditie herkennen, studieus te voeren. Gemakkelijke kost is het niet.
Overtuigend bewijs Bulga, de scherpzinnige vorst van de Chazaren, wil de beste godsdienst kiezen voor zijn volk. Daartoe nodigt hij een filosoof, een christelijk dogmaticus, een moslim geleerde en een rabbijn uit. Het dispuut met de filosoof, de christen en de islamiet beslaat enkele bladzijden in het boek. Dat gesprek is voor alle drie snel afgerond. De koning zegt tegen de christen én de moslim: als jullie intenties dezelfde zijn, door als monnik, kluizenaar te leven en te bidden, hoe kunnen jullie elkaar dan toch vermoorden in de overtuiging daarmee de vroomste daad te verrichten en dichter bij God te komen? Naar de mening van de koning zullen deze twee godsdiensten het welzijn van zijn volk niet bevorderen. De filosoof krijgt als reactie dat in zijn wereld de profetie en de wonderen geen plaats hebben. Wat betekent dat op het terrein van het goddelijke en de ziel? De filosofie heeft uiteindelijk niets te bieden aan Bulga. Heel anders verloopt het gesprek met de Joodse afgevaardigde. Dat beslaat het grootste gedeelte van het boek. Het boek heeft in kringen van filosofen geleid tot het zogeheten Kuzariprincipe: de waarheid van het Joodse geloof en het Joodse volk is terug te voeren tot de historische gebeurtenis van de exodus, met als hoogtepunt de openbaring op de berg Sinai. Anders gezegd: geloofswaarheid is óók historisch. Voor de vorst van de Chazaren een overtuigend bewijs om met zijn hele volk het Joodse geloof aan te hangen.
September 2010
Grote thema’s Het boek is overzichtelijk ingedeeld, met zelfs in de kantlijn de gespreksthema’s in rood aangeduid. De rabbijn en de vorst voeren een voorbeeldig en waardig gesprek over wat de godsdienst van het Joodse volk inhoudt. De rabbijn etaleert zijn kennis in antwoord op de vaak klassiek-filosofische en praktisch-religieuze vragen van koning Bulga. Alle grote thema’s van de (Joodse) religie komen aan de orde: de betekenis van het land Israël, het offer, vroomheid, heiligheid, de waarde van de schriftelijke en de mondelinge leer, openbaringskennis en menselijke kennis, de oneindigheid van God, Gods Namen, de scheppingsleer, de kwestie van materie en geest en het gesprek met de filosofie. Een illustratief citaat: ‘Daarom vormen de joden het bewijs tegen de ketterse Epicureeërs die geloven dat alles toevallig gebeurt, en dat er niets is waaruit het bestaan van een hoger wezen blijkt. De school
Kerk & Israël Onderweg
van Epicurus wordt het hedonisme genoemd, omdat hij leerde dat genot het doel van alles en het hoogste goed is. Wie de Tora navolgt, verlangt slechts om in de ogen van de Wetgever eervol te zijn en legt alles in Zijn hand; een vrome zoekt leiding en een profeet vraagt wonderen, zodat God door hem of door de verdienste van zijn volk verheerlijkt wordt‘ (pagina 205). Een boek dat Halevi in zijn tijd ongetwijfeld heeft geschreven om zijn godsdienst te verdedigen. Dat gebeurt met verve en eerlijkheid. Stof genoeg voor de actualiteit. Wat te denken van dit citaat: ‘Het land Kanaän is uitverkoren door de God van Israël en alleen daar kan een jood volmaakt zuiver leven‘ (pagina 211)? René van den Beld Juda Halevi, ‘Kuzari, het boek van de Chazaar’. Amsterdam 2010. 232 blz. ISBN 9789080960145. Prijs: € 34,90.
13
Veelzeggende passages in het Oude Testament Een herkenbare minderheid Het Oude Testament ademt op meerdere plaatsen de beleving van Israël en van individuen om minderheid te zijn te midden van ‘anderen’. Deze ervaring moet zeker intens aanwezig zijn geweest bij de Judeeërs die in ballingschap in Babel verkeerden in de zesde eeuw v.Chr.
In twee golven worden mensen aan het begin van de zesde eeuw uit Juda naar Babel gedeporteerd (2 Koningen 24:14-16; 25:11; Jeremia 52:28-30). Ver van land en tempel verwijderd doen zij de ervaring op vreemdeling te zijn onder anderen. Het stelt hun tegelijk de vraag naar hun identiteit. Bij deze mensen moet de basis gelegd zijn voor het grote tekstverband dat wij in de Bijbel overgeleverd hebben gekregen in Genesis tot en met 2 Koningen. Verder horen we onder meer in de eerste verhalen van het boek Daniël de echo van deze donkere periode. Ik haal enkele passages naar voren.
Abraham Het grote cluster Genesis – 2 Koningen lees ik als een poging van de ballingen in Babel om met behulp van oude tradities hun positie te verhelderen. Zij zoeken een antwoord op de vragen waarom ze in Babel verkeren en of God hen heeft verlaten. Hun geschiedenis overziend komen ze tot de conclusie dat ze in Babel zijn door menselijk falen en goddelijke straf. Door de gemeenschap van Israël als geheel (inclusief koningen als David en Salomo) is het verbond met God gebroken. Maar men eindigt met een opwekkend verhaal: de begenadiging van Jojachin na de dood van Nebukadnessar, gezien als een voorteken van de begenadiging van het gehele volk. Binnen dat grote cluster van Genesis – 2 Koningen is de ervaring minderheid te zijn op allerlei manieren voelbaar. In Deuteronomium 7:7 verwoordt men de ervaring een ‘kleinigheid’ te zijn te midden van de volken: Veeleer zijn jullie het kleinste van alle volken. De ervaring minderheid te zijn wordt binnen Genesis – 2 Koningen geprojecteerd op groepen en individuen. Abraham en zijn clan zijn een minderheid te midden van de Kanaänitische volken waar zij tussen wonen. Meermalen wordt over zijn vreemdelingschap gesproken (Genesis 17:8; 23:3; 35:27). Ook Isaäk wordt een vreemdeling in het land genoemd (Genesis 26:3; 35:27), evenals Jakob (Genesis 28:4; 36:7; 37:1). Deze aartsvaders verkeren op vreedzame wijze in het land. Zij kunnen vrijmoedig hun godsdienst praktiseren (Genesis 12:7-8; 13:4.18; 21:33;
September 2010
22:9; 26:25, enz.). Ze zijn helder over hun identiteit. Zelden valt in Genesis een negatief woord over de oorspronkelijke bewoners van het land. Zou dat zijn om machthebbers in Babel niet indirect voor het hoofd te stoten? Of willen de auteurs zeggen: zo kan het ook?
Jozef Als uiterste minderheid – één alleen – komt Jozef in het land Egypte. Hij wordt in Genesis als tsaddiek getekend, ‘rechtvaardige’. De woorden ‘wat hij ondernam deed de HEER gelukken’ in Genesis 39:3-23 rijmen op het beeld van de rechtvaardige in Psalm 1 (Psalm 1:3). Tevens rijmt Psalm 1:2 op het beeld van Jozua in Jozua 1:8. Zo is Jozef gepositioneerd: naast Jozua. Hij blijft trouw aan zijn identiteit. Dankzij deze eenling wordt een volk gered en een familie gered. De enkeling is hier tot een zegen voor velen.
Daniël Dit bijbelboek bevat in Daniël 1-6 een reeks verhalen over een groep Joodse mensen aan het hof van de Babylonische koning Nebukadnessar. Het boek zelf stamt uit de wereld van de Makkabese opstand (167164 v.Chr.), vier eeuwen later dus, en moet voltooid zijn voordat deze opstand eindigde.
Kerk & Israël Onderweg
De Makkabese opstand ontstaat als onder de Syrische koning Antiochus IV Epifanes de Joodse orthodoxe identiteit gekwetst wordt door Antiochus’ handelen met de tempel te Jeruzalem. Op dat moment grijpen mensen terug op verhalen over mensen die eerder in een vergelijkbare situatie hebben verkeerd. De verhalen over Daniël en zijn vrienden die aan het hof in Babel uitkomen voor hun identiteit en daarvoor respect van de koning ontvangen, worden in het bijbelboek Daniël verteld om mensen tijdens de Makkabese opstand een hart onder de riem te steken en respect voor hun identiteit te verlangen. Deze minderheden kruipen niet in hun schulp. Zij staan voluit in de wereld. Hun duidelijkheid wordt hen in dank afgenomen. Adri van der Wal Leessuggestie: C. Houtman, Hardnekkig geloven in de minderheid. Het Oude Testament aan het woord, in: F. de Lange (red.), ‘Geloven in de minderheid. Een bundel opstellen ter gelegenheid van het 140-jarig bestaan van de Theologische Universiteit der Gereformeerde Kerken te Kampen‘, Kampen 1994, pagina 53-67.
14
Ga en leer! Wonen bij Laban Jakob woont twintig jaar in den vreemde. Bij een geldwolf, Laban. Kan hij als immigrant standhouden in een omgeving waar Laban de toon aangeeft? Blijft Jakob integer? Wie van indirecte uitleg houdt, vindt in de tekst een verkapte toespeling. Hoe een simpel zinnetje als ‘ik heb bij Laban gewoond’ (Genesis 32:4) een diepere betekenis krijgt.
Jakob staat bij menig bijbellezer niet gunstig bekend. Hij zet Esau een hak door hem zijn eerstgeboorterecht te ontfutselen en er met zijn zegen vandoor te gaan. Als de grond Jakob te heet onder de voeten wordt, trekt hij naar familie in den vreemde. Laban lijkt zijn neef vriendelijk te begroeten. Hij snelt hem tegemoet, omhelst hem, kust hem hartelijk en neemt hem mee naar zijn huis. De opeenstapeling van werkwoorden doet bij een enkele rabbijn een lampje branden. Laban fouilleert Jakob en kust hem intensief omdat hij wil weten wat voor vlees hij in de kuip heeft. Draagt Jakob goudstukken op zijn lijf? Verbergt hij parels in zijn mond? Jakob doet zijn relaas en blijkt niet zo welgesteld te zijn als Laban had verwacht. Hij komt niet zoals de knecht van Abraham aanzetten met tien kamelen met kostbaarheden. Jakob is een verschoppeling. Wat moet de egocentrische Laban met zo’n neef?
Jakob mag blijven Tijd brengt raad. Jakob is iemand die van aanpakken weet en Laban kan een harde werker wel gebruiken. Jakob is op vrijersvoeten en biedt zijn arbeidskracht aan om Rachel, de jongste dochter van Laban. Gewiekst als Laban is, lijkt zijn antwoord Jakob tegemoet te komen. In ieder geval mag Jakob blijven. Na zeven jaar is de termijn voor Jakob om. Hij vraagt Laban hem zijn vrouw te geven. Laban geeft Jakob geen direct antwoord en organiseert een drinkgelag voor de hele buurt. De afloop is bekend. Jakob wordt ’s morgens naast Lea wakker. Jakob is in alle staten, maar Laban blijft kalm en beroept zich op een plaatselijk gebruik. De oudste dochter trouwt eerst. De jongste dochter kan Jakob ook krijgen, als hij nog eens zeven jaar voor Laban werkt.
zonen van Laban over hem praten en ook het gezicht van Laban spreekt boekdelen. Jakob besluit naar het land van zijn voor ouders terug te keren. Op een veilige plek brengt hij Rachel en Lea op de hoogte van zijn plan. In een lange redevoering laat hij uitkomen hoe lastig hij het – als een voor zichzelf beginnende veeboer – bij hun vader Laban heeft gehad. Jakob is eerlijk aan zijn grote veestapel gekomen. God legitimeerde zijn rijkdom en een engel van God wees hem zijn bestemming. Laban weet Jakob op zijn vlucht te achterhalen. Er klinken harde woorden. Beide mannen staan op hun eer. Uiteindelijk scheiden ze in vrede. Laban kust zijn kleinkinderen en dochters ten afscheid en gaat terug naar huis.
Integer Jakob trekt verder. Hij krijgt met een nieuwe tegenstander te maken en stuurt boden vooruit om zich bij zijn broer Esau te melden. In dat verband heeft hij het erover dat hij ‘bij
Laban heeft gewoond’ (Genesis 32:4). Het klinkt koeltjes. Laban is hun beider oom. Is Jakob hier niet erg kort van stof? De meeste commentaren laten het bij deze vaststelling, maar er is ook een diepere verklaring mogelijk. Iem Lavan gartie, bij Laban heb ik gewoond, zegt Jakob. In dit simpele zinnetje over een wat lang uitgevallen bezoek bij familie, klinkt twintig jaar duel met zichzelf door. Jakob heeft altijd willen openstaan voor Gods bedoelingen. Hij wordt van jongs af aan getekend als een iesj tam, een integer iemand (Genesis 25:27). Hoe behoud je bij Laban, die tientallen keren je loon verandert, je identiteit? Jakob is het gelukt in den vreemde integer te blijven. Wie de letters van gartie, ik heb gewoond, in het Hebreeuws als getallen leest, en de giemel, resj, tav en jod optelt, komt uit op het getal 613 (3+200+400+10). Alle geboden van de Tora. Kees Schakel
Jakob bij de schapen van Laban. Schilderij van Jusepe Ribera.
Zware jaren Uiteindelijk werkt Jakob twintig jaar voor Laban. Het zijn zware jaren waarin Jakob in het onderhoud van een groeiend gezin moet voorzien. De maatschap met Laban staat steeds onder druk. De situatie wordt onhoudbaar als Jakob hoort hoe de
September 2010
Kerk & Israël Onderweg
15
Te doen onderweg Aankondigingen van activiteiten, waaraan lezers dit kwartaal kunnen deelnemen.
In de provincie Friesland Beetsterzwaag. De Olterterperkring organiseert in de Buorskip, Vlaslaan 26: 27-9 Kees Posthumus en Juul Beerda met de voorstelling: ‘Arminius! Rekkelijk!’. 27-9, 11-10, 8-11, 6-12, 10-1, 31-1 en 28-2. Cursus ‘Het verlangen naar een betere wereld’. 27-9, 18-10, 22-11, 13-12, 17-1, 14-2 en 14-3. Cursus ‘De mens als raadsel en geheim’. 6-10, 20-10, 3-11 en 17-11. Cursus ‘Buber en Rozenzweig’ o.l.v. ds. A. Sevenster en ds. A.P.J. van Ligten. 13-11 Themadag: ‘Oorlog verkopen’ met drs. B. Grandia en dr. G. Witte-Rang. Inlichtingen: (0512) 51 51 28.
In de provincie Overijssel Zwolle. Stichting Judaica Zwolle houdt in de Zwolse synagoge aan de Samuel Hirschstraat rondleidingen op 4-7, 1-8, 5-9, 3-10 en 7-11 om 14.00 uur. Vanaf 13.30 uur is tevens de tentoonstelling over Joods leven in en om Zwolle geopend (onder meer Joods-religieuze voorwerpen en de geschiedenis van de Joodse gemeenschap). Op 7-11 is de jaarlijkse Samuel Hirschlezing, Spreker is rabbijn Tamara Benima. Inlichtingen:
[email protected]
In de provincie Gelderland
Uitgebreide informatie v indt u in de agenda o p onze webs it e, www.pkn.n l/kerkenisra el
Landelijk Landelijke ontmoetingsdag maandag 6 september Ontmoetingsdag voor alle vrijwilligers in het Kerk en Israël-werk in het Protestants Landelijk Dienstencentrum te Utrecht. Het programma begint om 10 uur en eindigt om 15.30 uur. Spreker tijdens het morgenprogramma: dr. Arjan Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk. Drs. Leo Mock, docent Hebreeuws en publicist, reageert op Plaisiers bijdrage. Zie www.pkn.nl/kerkenisrael
van het 30-jarig bestaan van Het Leerhuis Oosterbeek. Janny Wildemast zingt klezmer, ladino en jiddische liederen met pianobegeleiding. Inlichtingen: (026) 334 06 41.
In de provincie Utrecht Driebergen. Tenachonleerhuis Driebergen, herfstprogramma 2010 Theoloog en judaicus dr. M. van Loopik leert vier avonden over het thema ‘Het Nieuwe Testament lezen met Joodse ogen’ op 4-10, 11-10, 18-10 en 25-10. Nieuw Salem (achter de Grote Kerk), De Lei 86, Driebergen. Inlichtingen en opgave vooraf: mevrouw M. van der Lee, (0343) 53 13 92,
[email protected]
In de provincie Noord-Holland
Oosterbeek. Leerhuis Oosterbeek 30 jaar. Programma 2010-2011: het thema ‘Jesaja’ wordt van verschillende zijden belicht. 2010. Op 12-10 door priester dr. A.L.H.M. van Wieringen; op 26-10 door pastor drs. T. Sip; op 9-11 door rabbijn dr. W.J.E. van Dijk; op 16-11 door prof.dr. C.J. den Heyer en op 14-12 door dr. M. van Loopik. 2011. Op 11-1 door Alex van Heusden; op 25-1 door prof.dr. P.C. Beentjes; op 8-2 door drs. R. Cassuto; op 22-2 door mevrouw rabbijn M.L. van Praag en op 8-3 door deken H.J.M. Janssen ofm. Op 22-3 is er in het koetshuis van de Pietersberg een feestavond ter gelegenheid
Hoofddorp. Classicale werkgroep Kerk en Israël, Marktpleinkerk. Programma Leerhuis Haarlemmermeer 2010-2011: 21-10 dr. S. Janse over Apocriefe boeken; 18-11 ds. A. van der Wal over Qumran: een inkijk in het Jodendom in Jezus’ tijd; 20-1 ds. K. Schakel over Joodse liedcultuur; 17-2 Rabbijn L.B. van de Kamp over Israëls offers; 24-3 ds. A. van der Wal over Herodes de Grote: een vorst uit de Judese geschiedenis die nog steeds zijn sporen trekt in Israël (Masada, Caesarea, enzovoorts). Inlichtingen: (023) 564 23 23 of (023) 563 09 97.
September 2010
Kerk & Israël Onderweg
In de provincie Zuid-Holland Hendrik-Ido-Ambacht. Commissie Kerk en Israël hervormde gemeente in de Elimkerk, Jan Wissenslaan 7. 18-11 ds. J. Koppelaar uit Abbenbroek over ‘Israël en de eindtijd’. Aanvang: 19.45 uur. Inlichtingen: (078) 681 65 01. Noordeloos-Sliedrecht. Kerk en Israëlwerkgroep classes Alblasserdam en Gorinchem. Noordeloos. Ontmoetingskerk, M.J. Veder van Hobokenstraat 15. Thema-avonden i.s.m. de Stichting ‘Birkat Olam’ over ‘Het leven van Abraham’. Sliedrecht. De Voorhof, Middeldiepstraat hoek Oranjestraat. 9-11 dr. H. Vreekamp, oud-secretaris Kerk en Israël, over zijn nieuwe boek ‘De Tovenaar en de Dominee’ en over de relatie met Israël. Inlichtingen: (0180) 41 81 66.
Volgende uitgave: december 2010 Activiteiten vóór 24 september opgeven bij de redactie. E-mail:
[email protected] Vermeld tevens datum, plaats en telefoonnummer. Postadres: Postbus 8504, 3503 RM Utrecht.
16
Boekbesprekingen Joodse en Palestijnse tranen Johan Snoek was ooit predikant voor de Schotse Kerk in Tiberias en werkte als secretaris van The Committee on the Church and the Jewish People bij de Wereldraad van Kerken in Genève. In dit boek, ter gelegenheid van zijn negentigste verjaardag, vertelt hij zijn levensgeschiedenis met als rode draad zijn eigen ervaringen met Joden en Palestijnen. Net als in eerdere publicaties laat Snoek zien dat de opstelling van de kerken in de Tweede Wereldoorlog niet zwart-wit was, maar dat er toch heel wat protest is aangetekend tegen de Jodenvervolging. Snoek beschrijft hoe de oorlog hem vormde, en hem betrok bij de kerk en bij het Joodse volk. Later verbreedde zijn blik en ging hij onderscheiden dat er Joodse en
Palestijnse tranen zijn, die allebei gezien moeten worden. Kritisch bekijkt Snoek de opstelling van de kerken na de Tweede Wereldoorlog. Snoek waardeert dat de synode van de Protestantse Kerk in 2008 in een nota (‘Het IsraëlischPalestijns conflict’) de moed heeft gehad zich duidelijk uit te spreken over een onderwerp waarover de meningen nogal uiteenlopen. Tegelijkertijd betreurt Snoek dat de nota te weinig aandacht heeft voor het kerkelijke protest dat er in de Tweede Wereldoorlog is geweest, en te snel het boetekleed aantrekt. De samenvatting van Snoeks eerdere publicaties, die na de biografie komt, is lastig te volgen voor wie de beschreven boeken niet las. Zeer lezenswaardig zijn de vier essays van Snoeks ‘Marquardt-vrienden’. Dick Boer beschrijft helder met welke vragen hij zit doordat hij zowel sympathie voelt voor Joden als voor Palestijnen, en wat Marquardt hem hierin zeggen kan. Alleen hierom moet je het boek al kopen. Maarten den Dulk schrijft over het recht op land, Wilken Veen over zuster Marga Meusel en Anton Wessels' titel alleen al is spannend genoeg: ‘Joden, christenen en moslims onopgeefbaar verbonden’. Dit boek is echt een aanrader! Marieke den Braber Johan M. Snoek, ‘Joodse en Palestijnse tranen’. Uitgever Skandalon 2010, 128 blz. ISBN 978 90 76564 98 2. Prijs: € 12,50.
Een pleidooi voor de apocriefen in de protestantse canon Het Oude Testament is in de rooms-katholieke traditie enkele boeken groter dan in de protestantse traditie. Deze staan bekend als de deuterocanonieke boeken. Sinds Groot Nieuws voor U en De Nieuwe Bijbelvertaling zijn deze bij protestanten weer duidelijk in beeld. Zij bevatten geschiedenis en theologie die Oude en Nieuwe Testament met elkaar verbinden. We zingen eruit met Gezang 44 en 45 uit het Liedboek voor de Kerken. Sam Janse schreef een gedegen inleiding op deze boeken. Ik heb zijn publicatie gelezen als een uitvoerig pleidooi voor deze boeken in de protestantse canon. ‘Deuterocanoniek’ vat Janse op als: canoniek, maar van de tweede orde als het om gezag gaat (pagina 411). Er is verschil in soortelijk gewicht tussen Bijbelboeken. In de titel van zijn boek gebruikt Janse zowel het begrip ‘apocrief’ als de term ‘deuterocanoniek’. Hij wil geen waardeoordeel horen in het begrip ‘apocrief’ (pagina 23). Ik acht dit boek om meerdere redenen van belang: vanwege de bespreking van de indi-
September 2010
viduele deuterocanonieke boeken (waaraan Janse ook het Gebed van Manasse toevoegt), maar ook door de historische paragraaf waarin Janse de periode van de Tweede Tempel (515 v.Chr – 70 n.Chr) beschrijft. Het grootste belang van dit boek zie ik in de uiteenzettingen over de canonvorming, die Janse als een langdurig proces beschrijft. Hij constateert dat er niet één doorslaggevend argument is geweest waarmee is onderscheiden tussen canoniek en deuterocanoniek. Aanbevolen!
Column Koffers in de stad
Bij een bezoek aan Leiden kan het je overkomen dat je ineens een koffer ziet staan. Eerst denk je: wie heeft hem vergeten? Naderbij gekomen merk je dat ie van natuursteen is. En vastgemaakt aan de straatstenen. Direct komen allerlei gedachten in je op. Zoals: wat neem je als mens mee en laat je achter, wat sjouw je mee en is te zwaar voor je, wat is je kostbaarste bezit en past niet in een koffer? Dan zie je in het plaveisel een bordje: ‘Ter gedachtenis aan de vervolgde en vermoorde Joden’. Als inwoner van Leiden kan ik er iets bij vertellen. Uit stad en omgeving zijn tijdens de oorlog 270 Joden gedeporteerd en vermoord. Op 17 maart 1943 haalde de bezetter de kinderen en verzorgers uit het Joodse Weeshuis op. De razzia werd uitgevoerd vanuit het hoofdbureau van politie, niet ver van de rechtenfaculteit. In de stad vond een aantal Joden een onderduikadres. En juist op die plekken staan de koffers: bij het voormalige weeshuis en politiebureau, waar nu de mensenrechten worden gedoceerd, en bij twee onderduikadressen. Ik moet er nog iets aan toevoegen. De koffers zijn ‘een anti-monument’, volgens de Nederlands-Israëlische kunstenaar Ram Katzir. Hij heeft gelijk. Voor Joden was geen plaats in de ‘stad van asiel’, waar zoveel inwoners afstammen van vluchtelingen of zelf vluchteling zijn. Ik schaam mij. En blijf altijd even bij een koffer stilstaan. Co Kooman
Reinier Gosker
S. Janse, ‘De apocriefen. Inleiding op de deuterocanonieke boeken’. Boekencentrum, Zoetermeer 2009, 448 blz. ISBN 978 90 239 2386 2. Prijs: € 25,-.
Kerk & Israël Onderweg
Foto: Hielco Kuipers
17
Boekbesprekingen De holocaust is voorbij De oorspronkelijke titel van het boek luidt: ‘The holocaust is over. We must rise from its ashes’. Geen echte titel maar een boodschap, laat de auteur weten. Avraham Burg was tot 2003 lid van het Israëlisch parlement, waarvan hij ook voorzitter was. Aan de hand van zijn familiegeschiedenis schrijft hij over de toekomst van het mo-
derne Israël. Zijn grondstelling luidt: als we het traumatische verleden van getto en Holocaust niet achter ons laten, is er geen toekomst. ‘De zeven dagen van sjiva (rouw) zijn voorbij. We leven nu in het zevende decennium sinds de Shoah, we moeten af van zak en as, en weer gaan leven’ (pagina 252). Burg pleit voor een moderne Israëlische identiteit, gebaseerd op optimisme en geloof in de familie der volkeren. In een utopisch pleidooi voor ‘een nieuw judaïsme’ sneuvelen heel wat heilige huisjes. Zo pleit hij voor een nieuw gebedenboek, ‘een siddoer, waarin het arrogante vers ‘U koos ons uit alle volkeren’ vervangen zal worden door
‘U koos ons samen mét alle volkeren’’ (pagina 243). En in plaats van de verplichte herdenkingsreizen naar Polen, zou hij de Israëlische scholieren, Joden én Arabieren, óók langs de hoogtepunten van het leven in de diaspora laten reizen, zodat ze hun eigen conclusies kunnen trekken. Kortom, een uitdagend boek dat tot nadenken stemt.
Kaarten, foto’s, plattegronden en veel afbeeldingen van postzegels, briefkaarten en brieven tonen details van het dagelijks leven in de getto’s en kampen. Korte informatieve teksten en vertalingen van brieven en briefkaarten die in het Duits geschreven zijn, maken het boek tot een adembenemende leeservaring. Ten opzichte van de tentoonstelling is het boek
uitgebreid met enige informatie, in het bijzonder over het lot van de Joden in België. Wie de tentoonstelling gezien heeft, wil het boek niet missen. En wie de tentoonstelling gemist heeft, kan haar dankzij het boek alsnog zien.
Klaartje de Zwarte-Walvisch. Klaartje hield een dagboek bij vanaf haar arrestatie in maart 1943, tijdens haar verblijf in kamp Vught, tot haar aankomst in kamp Westerbork in juli 1943. Het is een van de weinige bewaard gebleven en uitvoerige getuigenissen van Joodse slachtoffers op weg naar hun ondergang. Het is ook nadrukkelijk voor de buitenwereld geschreven. Wij moeten weten hoe het ging, in dit concentratiekamp in ons midden, met mensen van wie de enige misdaad was dat zij Joden waren.
Het is een sober, maar zeer indrukwekkend boek. De schrijfster toont zich een sterke vrouw. Ik stel voor haar boek ook als een dagboek te lézen: iedere dag een stukje. Opdat wij niet leven zonder mensen als zij.
de theoloog Van Ruler. Het eerste hoofdstuk van de bundel schetst het belang van deze protestantse theoloog voor de Joodschristelijke dialoog. De andere hoofdstukken bevatten interessante observaties over het Jodendom. En passant verheldert de auteur allerlei woordbetekenissen en begrippen uit Talmoed, kabbala en traditie, gelardeerd met anekdotes, midrasjiem en voorbeelden uit de literatuur. Zo maakt hij een vergelijking tussen Martin Buber en Emmanuel Levinas. Als ex-christelijk theoloog én praktiserend
Jood beschikt Süss over een rijke kennis én over gevoel voor wat aansluit bij de belangstelling in diverse kring. Het boek is in een sprankelende stijl geschreven met fris en helder taalgebruik. Dat de auteur soms links en rechts ook iemand een veeg uit de pan geeft, neem ik dan maar voor lief.
Reinier Gosker Avraham Burg, ‘De holocaust is voorbij. Afrekenen met Hitlers erfenis’. Uitgeverij Ambo, Amsterdam 2010, 306 blz. ISBN 978 90 263 22570. Prijs: € 22,95.
Post uit de vergetelheid ‘Post uit de vergetelheid’ is meer dan een catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling van brieven en kaarten uit getto’s en nazi-kampen (zie Kerk & Israël Onderweg, september 2009, pagina 17). Op beknopte en chronologische wijze besteedt het boek aandacht aan de nazi-propaganda van Joseph Goebbels en Hitlers Reichs postminister Wilhelm Ohnesorge. Centraal staan de gebeurtenissen in de Joodse getto’s in Oost-Europa en de geschiedenis van een dertigtal concentratie- en vernietigings kampen.
Flarden ‘Zoals men wel eens onwillekeurig een stukje papier versnippert, zo werden harten en zielen verscheurd en uit elkaar gerukt. Alles ging aan flarden.’ Het boek met deze woorden werd in de openbaarheid gebracht door de makers van het NPSprogramma ‘De Oorlog’. Zij wisten ook de identiteit van de schrijfster te achterhalen:
Gesublimeerde erotiek De Tien Woorden vormen een huwelijksakte, de Toralezing is een heilige striptease. In het Jodendom zijn geest en lichaam niet gescheiden, maar wordt het aardse en lichamelijke juist geheiligd: de Geest bemint de buitenkant. De titel van dit boek verwijst naar een citaat van
September 2010
Kerk & Israël Onderweg
Reinier Gosker Bennie Vlaskamp m.m.v. Mirjam Huffener en Arie van Dalen, ‘Post uit de vergetelheid. Brieven en kaarten uit getto’s en nazi-kampen’. Compaan uitgevers, Maassluis 2010, 144 blz. ISBN 978 94 903740 82. Prijs: € 19,90.
Co Kooman ‘Alles ging aan flarden – Het oorlogsdagboek van Klaartje de Zwarte-Walvisch’. Met een inleiding van Ad van Liempt, bezorgd door Ariane Zwiers. Balans 2009, 207 blz. ISBN 978 94 600 3218 9. Prijs: € 17,95.
Greetje van der Harst René Süss, ‘De Geest bemint de buitenkant. Jodendom in fragmenten’. VU-uitgeverij Amsterdam 2010. 184 blz. ISBN 9789086594146 Prijs: € 19,95.
18
Lernen met LEV Ga voor vrede! In deze rubriek bespreken medewerkers van de Stichting LEV (Leren en Vernieuwen) gedeelten uit de Tora. Stichting LEV ontwikkelt onder andere studiemateriaal voor leerhuizen en ‘lerngroepen’. In de 44e sidra (afdeling van de week, Devariem – Deuteronomium 1:1 – 3:22) staan we stil bij Deuteronomium 2:24-27.
Opdracht:
Mozes, beeldhouwwerk van Michelangelo.
Lees Deuteronomium 2:24-27. Welke opdracht geeft God aan Israël? En wat doet Mozes direct daarna?
Mozes een rebel? Veertig jaar verbleef Israël in de woestijn. Nu is het dicht bij het land dat ‘God hen geven zal’. We lezen in Deuteronomium 2 dat Mozes in de woorden van God tot het volk spreekt. Hij zegt dat God opdracht geeft om te ‘beginnen met het veroveren van het land, en met het voeren van oorlog met de bewoners van het land’ (vers 24). Maar direct daarna lezen we dat Mozes iets anders doet. Hij stuurt boodschappers naar Sichon, de koning van Hesbon, met woorden van vrede: ‘Laat mij door uw land doortrekken; ik zal alleen op de weg voorttrekken; ik zal noch ter rechter- noch ter linkerhand afwijken’ (vers 27). Hoe komt het dat Mozes Gods opdracht negeert en om een vreedzame doortocht vraagt? Abravanel (1437-1508, Portugal/Italië) zegt hierover: Als de Eeuwige tot Mozes zei: ‘Op, trekt op, en gaat over de beek […] zie, Ik heb gegeven […] maak een begin met veroveren, en meng je met hen in de oorlog’ (Deuteronomium 2:24), hoe kan Mozes dan boodschappers sturen met een vredesaanbod, en daarmee het goddelijke gebod op z’n kop zetten? Had Sichon hem geantwoord: ‘Het hele land ligt open voor jou, om er door heen te trekken’, wat zou Mozes dan hebben gedaan? Zou hij hebben afgezien van de strijd? Dit zou zeker een misdaad, een rebellie tegen Gods woorden zijn geweest, Die hem immers had gezegd om het land te veroveren en met hen in oorlog te gaan. Maar had hij hem [Sichon] bestreden nadat hij instemde met vrede dan zou dat zeker onwaardig zijn voor een man als Mozes: zijn belofte te breken en zijn woord niet te houden en hem te doden nadat hem vrede was toegezegd. [Abravanel op Deuteronomium 2:24]
het aanbieden van vrede. Zelfs als God hem opdraagt hen ‘met strijd’ tegemoet te treden. Pas als de vrede afgewezen wordt, is geweld toegestaan!
Groot is de vrede Ook in het algemeen geldt dat vrede altijd voorgaat. In de Midrasj Tanchoema (Israël, vermoedelijk in de 9e eeuw c.j.) lezen we:
doortocht had beloofd en zou hebben afgezien van geweld, dan zou Mozes tegen Gods opdracht zijn ingegaan. En als hij daarna toch de strijd was aangegaan, dan had hij zijn woord niet gehouden tegenover Sichon! Is Mozes de weg kwijt? Weet hij wel wat hij doet?
Van God geleerd Rasji (1040-1105, Frankrijk) gaat op deze vragen in: ‘Uit de woestijn Kedemot’ (Deuteronomium 2:26) Ook al heeft God mij niet geboden om Sichon in vrede toe te spreken [heb ik dit wel gedaan omdat] ik geleerd heb van de woestijn Sinai [dat wil zeggen:] uit de heilige Tora die voorafging [kedama] aan de wereld: toen de Heilige-gezegend-zijHij ertoe overging haar [de Tora] aan Israël te geven, liet hij haar rondgaan bij Esau en Jisjmael [met de vraag of zij haar wilden aannemen]. Nu was het voor Hem openbaar, dat zij haar niet zouden aannemen, maar toch begon Hij met het aanbieden van vrede [door de Tora aan te bieden]. Zo ben ik ook Sichon eerst tegemoet getreden (kedamti) met woorden van vrede. [Rasji op Deuteronomium 2:26]
Mozes neemt een groot risico. Als Sichon was ingegaan op zijn aanbod, Mozes vrije
Mozes begon met het aanbieden van vrede omdat de Eeuwige zelf hem dat leerde bij het geven van de Tora. Mozes weet dan ook niet beter dan dat begonnen moet worden met
September 2010
Kerk & Israël Onderweg
‘En Israël zond boden tot Sichon, koning van de Amorieten zeggende’ (Numeri 21:21) Dat is wat de Schrift zegt: ‘Zoek vrede en jaag die na’ (Psalm 34:15). De Tora heeft ons niet opgedragen om geboden (mitswot) na te jagen. Maar: ‘Wanneer door jou een vogelnest aan getroffen wordt’ (Deuteronomium 22:6). ‘Wanneer je de os van je vijand ontmoet’ (Exodus 23:4). […] ‘Wanneer je komt in de wijngaard van je naaste’ (Deuteronomium 23:25). Voor alle [geldt]: indien de mogelijkheid tot het doen van een gebod op je pad komt, ben je verplicht het te doen. Maar je hoeft ze niet na te jagen. Máár voor de vrede [geldt]: ‘Zoek vrede op je eigen plaats en jaag haar na op een andere plaats.’ En aldus deed Israël. Ook al zei de Heilige-gezegend-zij-Hij tot hen: ‘Maak een begin met veroveren, en meng je met hen in de oorlog’ (Deuteronomium 2:24), joegen zij vrede na, zoals gezegd is (Deuteronomium 2:26): ‘En Israël zond boden […] naar Sichon […] met woorden van vrede’. [Tanchoema, Choekat 22] Vrede verdient voorkeur boven geweld! Zo groot is de vrede dat Mozes vanzelfsprekend begint met het aanbieden van vrede. Zelfs ten tijde van oorlog is het vereist te zoeken naar vrede: ‘Indien je nadert tot een stad om ertegen te strijden, zo zul je haar vrede toeroepen’ (Deuteronomium 20:10). Mozes is dus niet de weg kwijt! Hij heeft wel degelijk Gods opdracht begrepen! Henk Scholder
Voor meer informatie: www.stichtinglev.nl
19
Varia
Studiereis naar Israël en de Palestijnse gebieden Data: 27 januari t/m 6 februari 2011 Thema: ‘Tussen politiek, toerisme en pel grimage. Kijken en ontmoeten, leren en ervaren in het Heilige Land’ Reisleiders: drs. Douwe van der Sluis en prof.dr. Simon Schoon. Doelgroep: religieus- en politiekgeïnteresseerden. Te midden van alle polarisatie in Israël én in Nederland kunnen deelnemers aan deze studiereis in concrete ontmoetingen verhalen horen van verschillende kanten, verhalen die vaak onverzoenlijk tegenover elkaar staan, maar ook verhalen van hoop. Verblijf in de Negev, Bethlehem (Westbank), Jeruzalem en Nes Ammim. Prijs: € 1.360. Subsidie mogelijk.
Tweede van rechts: Simon Schoon, met deelnemers aan de laatstgehouden reis in Nes Ammim.
Zie volledig programma op www.simonschoon.web-log.nl
3 oktober 2010: Israëlzondag
Bestel extra nummers
Het materiaal voor de Israëlzondag is te vinden op www.pkn.nl/kerkenisrael > Israëlzondag. Naast een handreiking met een preekschets, liturgisch materiaal, een verhaal en verwerking, zijn er een collectefolder en poster te downloaden. Verder heeft oudredactielid Bart Seelemeijer twee liedteksten geschreven om kinderen te betrekken bij ‘goed doen’. Een daarvan, ‘De Tien Woorden’, is te zingen op de melodie van ‘Hoger dan de blauwe luchten’. Deze liederen staan ook op de website.
Reproductie van Van Loopik
Info en aanmelding via e-mail:
[email protected] vóór 20 november.
Dit nummer van Kerk & Israël Onderweg verschijnt in een extra grote oplage. Kerk en Israël-commissies kunnen meer exemplaren bestellen tegen een aantrekkelijk tarief, bijvoorbeeld om uit te delen op de Israëlzondag. Prijs tot 100 exemplaren: € 0,15 per exemplaar. Prijs 100 of meer exemplaren: € 0,10 per exemplaar. Inclusief verzendkosten. Bestellingen per e-mail:
[email protected] of per post: zie het Colofon.
De ets ‘Dialoog en Eenheid’ van Marcus van Loopik die op de cover is afgebeeld is de inzet van een speciale donateursactie van de Folkertsma Stichting voor Talmudica (FS). Van Loopik (foto) heeft deze ets gratis ter beschikking gesteld aan de vaste donateurs. Het thema sluit aan bij de missie van de FS: door dialoog komen tot kennis en begrip van elkaar en daarmee bijdragen aan vrede en verzoening. De stichting probeert daarvoor met cursussen, lezingen en conferenties meer bekendheid te geven aan de rijke Joodse cultuur, traditie en wijsheid.
De reproductie is ook te koop voor hen die geen donateur zijn, maar de stichting en de Joodse kunst een warm hart toedragen. De ets kost € 72,50, inclusief € 12,50 verzendkosten. Bestellingen per e-mail:
[email protected] Vermeld s.v.p. uw adresgegevens.
September 2010
Kerk & Israël Onderweg
In het komende nummer • Interview met Johan Feitsma • Naim Ateek in Nederland • Onopgeefbaar verbonden… • Meer over het nieuwe jaarthema ‘Leven als minderheid’
20