www.syncoopnieuws.nl
MAART 2011
Ot Azoj pagina: 2
22e JAARGANG NR.69
Waar komt die dans vandaan (14) pagina: 6
Maurits van Geel pagina: 3
Asia Folk Dance Camp pagina: 7
Doe Dans Festival 2, 3 en 4 september 2011, Biddinghuizen
SYNCOOPNIEUWS INTERVIEW MET CRISPIJN OOMES van de 'Stichting Speelman' 4 maart 2011 kracht. Daarbij wil ik wel aangeven dat ik traditie niet zie als iets statisch. Het moet levend blijven. 'Traditie is niet het verzamelen van de as, maar het doorgeven van het vuur'! Ik ben met Speelman als hobby activiteit begonnen in 1991. In 1996 heb ik van mijn hobby mijn beroep gemaakt en een eigen onderneming opgericht en sinds 3 jaar is het een Stichting. Het bestuur bestaat uit 3 personen. Ik ben artistiek leider. Daarnaast hebben we een zakelijk leider en een medewerker voor de acquisitie.
Hoe zou je 'Stichting Speelman' omschrijven? Je zou het kort kunnen omschrijven als een artiestenbureau waar je volks- en wereldmuziekorkesten kunt inhuren. Vanuit welke achtergrond ben je daarmee begonnen? Mijn achtergrond vis de volksmuziek. Ik speelde viool in het orkest Calgija van Wouter Swets en ben door hem geïnteresseerd geraakt in de wortels van de volksmuziek. Later heb ik ook in een Hongaars orkest gespeeld. Op dit moment in een Hongaars (Hajnali) en Bulgaars orkest (Isalka). Ik heb me ook bezig gehouden met veldwerk in Roemenië en Hongarije. Deze Stichting is eigenlijk een uit de hand gelopen hobby. Ik zou mezelf willen beschouwen als een pleitbezorger voor het behoud van de volksmuziek. Volksmuziek ontstaat ( zoals de term ook zegt) 'uit het volk' en dat kun je horen. Het is vaak niet al te ingewikkeld, maar zit wel vol met emotie en
Wat is je doelgroep? Eigenlijk zijn er 5 doelgroepen, te weten: - Concertpodia voor de grote voorstellingen en Folkclubs voor de kleinere podia. - Bruiloften en partijen: Bijvoorbeeld bij etnisch gemengde huwelijken en soms na vakanties in het land van interesse. - Bedrijfsevenementen met thema's. Bijvoorbeeld een Afrikaans feest. Vaak is dat georganiseerd op een speciale locatie zoals in een dierentuin. Eens zei de organisatie dat het concert niet te hard mocht want dan zouden de giraffen daarvan schrikken. Toevallig was het een band uit Togo met prachtige kostuums, waar zelfs de leeuwen bang van werden. - Onderwijs: concerten die vaak ook interactief zijn met zingen en trommelen. - Folklore- en Wereldmuziek Festivals. Hoe loopt het? Is er veel belangstelling voor ? De interesse in traditionele muziek en dans wordt minder, dus is er ook minder vraag. Als hier orkesten naar toe komen voor een tournee, kunnen ze via Stichting Speelman worden ingehuurd. Het beste werkt het als er, zoals vroeger wat meer gebeurde, publiciteit aan wordt gegeven door radio en TV. In de tijd van Han Reiziger's programma op zondagochtend gebeurde dat nog wel
eens. Zo is er toen veel belangstelling geweest voor het orkest Palatca uit Roemenië. Ze trokken uitverkochte zalen. Gelukkig besteedt zijn opvolger bij 'Vrije Geluiden' ook wel eens aandacht aan volksmuzikanten en dan is het effect direct te merken. Waar haal je de informatie over de groepen en orkesten vandaan? Zoeken op internet en via de contacten die in de loop der jaren zijn opgebouwd. Soms is het lastig om van de muzikanten voldoende informatie in de vorm van demo's, foto's of tekst over hun groep en muziek te krijgen. Vaak zijn ze beter in spelen dan dat ze hun documentatie goed op orde hebben. Daar help ik hen dan bij. De meeste orkesten heb ik zelf gevonden maar steeds vaker vinden zij mij. Ze komen dan met demo's van hun nieuwe nummers. Er zijn ongeveer zo'n 100 optredens per jaar. Meestal moet ik hen vragen om hun nieuwe nummers op te sturen, want ik wil mijn 'etalage' graag up-to-date houden. Momenteel neem ik even geen orkestjes meer aan, want ik kan ze niet wegzetten. Ik probeer er wel veel werk van te maken om goede info over de orkesten te verzamelen. Is er de laatste jaren veel verandering in vraag en aanbod? Vroeger had je toch in de Oostbloklanden heel veel aanbod. Ja, er is best veel veranderd in die landen. Er ontstond in de jaren 1910 en later in de steden in Hongarije, met name in Budapest, een nieuwe 'Zigeunerstijl'. Deze was geënt op hun traditionele muziek, maar wel voor de moderne stedeling gecomponeerd. Die orkesten werden heel populair. Ook in West Europa werden ze bekend als 'Zigeunerorkesten'. Men noemde die stijl 'Nóta' = gecomponeerd. Hier te lande wordt dat 'zigeunermuziek' genoemd. In de jaren '70 is de belangstelling voor de Staatsensembles teruggelopen en daarvoor in de plaats kwamen in Hongarije de Danshuizen die meer belangstelling hadden voor de wortels van de muziek. (De Staatsensemble's hielden zich meer bezig met het theatrale aspect).
ZDRAVETS ONTMOET ZAROWE Van 27 april tot en met 8 mei aanstaande ontvangt het jeugdensemble Zarowe uit Dordrecht de groep Zdravets uit Bulgarije. “We zijn druk bezig met alle voorbereidingen voor de uitwisseling. De meeste programmaonderdelen staan vast: Bulgaarse dansworkshops in Den Haag en in Utrecht, avondvullende voorstellingen van Zdravets en Zarowe in theater de Kunstmin in Dordrecht en theater De Kattendans in Bergeijk, en verder voorstellingen in Dordrecht en Rotterdam,” zegt Koen de Kruif, zakelijk leider van Zarowe. De jeugdgroep Zdravets is een onderdeel van het Ensemble Voivodintsi uit Bulgarije. Het complete ensemble bestaat uit drie kindergroepen, de jeugdgroep, een volwassen dansgroep, een vrouwen- en mannenkoor en een orkest. Zdravets is opgericht in 2004 met acht kinderen en is nu uitgegroeid tot een ensemble bestaande uit 25 jonge dansers en danseressen. Onder leiding van Iliana Bozhanova, choreograaf en artistiek leider van het ensemble, repeteert Zdravets twee maal per week in het cultureel centrum van Voivodinovo, een plaatsje zo'n 5 km ten noorden van Plovdiv, de tweede stad van Bulgarije in het midden van het land. Iliana heeft haar sporen op het vlak van Bulgaarse folklore en volksdans verdiend. Op haar 15e danste zij al in het Bulgaarse ensemble Râchenitsa uit Plovdiv onder leiding van de ook in
Nederland zeer bekende choreograaf Dimitâr Doichinov. Haar opleiding heeft ze gehad aan de National School for Art Instructors in Plovdiv en ze behaalde daarna haar bachelor en master degree aan de Academy of Music, Dance and Fine Arts in Plovdiv, de meest prestigieuze Academie op dit gebied in Bulgarije en de oudste in de hele Balkan. Naast haar activiteiten als danseres, choreograaf en artistiek leidster, zingt Iliana en doet ze volksdansonderzoek in de dorpen van Bulgarije. Ze heeft workshops en cursussen gegeven in vele landen, zoals de VS, Japan,
Nederland, Noorwegen, Zwitserland, Taiwan, Duitsland, Canada, Israël, Indonesië, Hong Kong. v Twee van haar populaire dansen, Zaeskata en Varnensko horo, zijn opgenomen in de Mix-serie van Syncoop. Ze is al jaren de coördinator van de danscursus tijdens het jaarlijkse Folk Seminar in de zomer in Plovdiv, waar ook veel Nederlanders aan deelnemen. Verder heeft ze choreografieën gemaakt
Vervolg op pagina 2
Je zou het kunnen zien als een soort verzet tegen het regime. Dezelfde ontwikkeling, men noemt het de Revival, was er ook in Bulgarije, maar daar heeft de staat het zelf geleid. In Roemenië zijn de staatsensembles weg en daar zijn toen kleine dorpsorkestjes en zigeunerorkestjes ontstaan. Tegenwoordig is er weer meer belangstelling voor de authentieke dorpsmuziek en de eigen Zigeunermuziek. Een voorbeeld van de dorpsmuziek is het eerder genoemde orkest Palatca uit Transsylvanië (Roemenië). Nog een bekende groep daarvandaan is het orkest uit het dorp Szászcsávás. In zo'n dorp wonen zowel Hongaren als Roemenen als Zigeuners. In 1950 waren er in beide dorpen vier orkesten die je kon inhuren. Ze waren erg populair en hadden elke avond alle vier tegelijk werk. Tegenwoordig is er nog maar eentje over. De Zigeuners spelen op bruiloften bij alle bevolkingsgroepen en passen de stijl gewoon aan bij de bevolkingsgroep waar ze voor spelen. Momenteel is er de groep Tükrös uit Boedapest, dat zijn jonge stedelingen die dorpsmuziek, die zij geleerd hebben in de dorpen, spelen. Dit zijn de jongeren die pleitbezorger zijn voor de echte volksmuziek. Er komen mensen op af die voelen dat het sterk is en van binnenuit komt. Gelukkig blijven er mensen die dat herkennen. Ik krijg vaak het verwijt dat ik 'aan een dood paard aan het trekken' ben. De commercie denkt namelijk dat het elektrisch moet en erg versterkt. Ik blijf me daartegen verzetten. De traditionele muziek is wonderlijk mooi en niet kapot te krijgen en er is nog steeds volop belangstelling voor, getuige bijvoorbeeld het enorme succes van het tournee van Szászcsávás vorig jaar. Nieuwsgierig geworden of meer willen weten? www.speelman.nl en
[email protected] Marian van Vessem
REDACTIONEEL Elke keer weer is het een boeiend proces om Syncoopnieuws in elkaar te zetten. Kopij die vroeger, en soms ook veel later, binnenkomt. Stukken die soms herschreven moeten worden omdat schrijven en praten toch wel erg van elkaar verschillen. De jacht op fotomateriaal. Dat alles moet tot een geheel gesmeed worden dat voor u, de abonnee en onze gewaardeerde lezer, interessant en prettig te lezen is. Ook de vormgever heeft soms heel wat met ons te stellen, met name door de artikelen van Radboud Koop. Daarin komen vaak 'rare' leestekens in buitenlandse namen voor die in de computers van redactieleden en vormgever soms tot vreemde resultaten leiden. Natuurlijk vallen dit soort problemen in het niet als we denken aan situaties zoals die zich in Japan en Libië nu voordoen. Verschillende oorzaken, maar het zijn toch vooral gewoon mensen die de gevolgen hiervan te dragen krijgen. Enfin, voor u ligt het nieuwste nummer van Syncoopnieuws met daarin o.a. weer een aflevering van 'Waar komt die dans vandaan?' en uiteraard ook weer het nodige groepsnieuws. Ook de informatie met betrekking tot Doedans zal veel mensen plezier doen. Het zou natuurlijk geweldig zijn als deze nieuwe versie van Doedans een succes wordt zodat er een goede basis ontstaat om dit evenement gewoon, zoals we gewend zijn, jaarlijks terug te laten komen. Namens de redactie van Syncoopnieuws wens ik u weer veel leesplezier en natuurlijk een goede zomer toe. En wie weet, tot ziens op één van de vele activiteiten die er gelukkig nog steeds georganiseerd worden. Jeannette Snier
MAART 2011 - PAGINA 2
Vervolg pagina 1, 'Zarowe ontmoet Zdravets
Tijdens het bezoek van Zdravets is er ook tijd voor het ontdekken van Nederland. Er worden diverse Nederlandse toeristische hoogtepunten bezocht. Samen met de dansers van Zarowe wordt er een choreografie ingestudeerd die op 5 mei in de Kunstmin in première zal gaan.
voor verschillende Bulgaarse en buitenlandse ensembles en zelfs voor Het Internationaal Danstheater uit Amsterdam (te zien in het programma 10.000 Volt). Iliana heeft in het verleden ook voor Zarowe verschillende choreografieën gemaakt. Dit jaar komt zij in oktober 2011 op het Bijzonder Bulgaars Weekend samen met Leo Waudman en Hedwig Schoots. Wil je al eerder met haar dansen, dan kun je in mei terecht bij de activiteiten van Zarowe en Zdravets in Den Haag en Utrecht. Iliana zal daar Bulgaarse dansworkshops geven die weer een geweldige ervaring beloven te worden.
Zarowe is de jeugddansgroep van volksdansvereniging Machar uit Dordrecht, onder de artistieke leiding van Esther Willems. Het ensemble wordt muzikaal begeleid door het Zarowe-orkest bestaande uit Kathy van Prooyen (accordeon en leiding), Wim Zuiderwijk (slagwerk) Wouter Verkerke (klarinet) en Caroline Kamp (contrabas). Iedere week repeteren de 24 jongens en meisjes in de leeftijd van 10 tot 17 jaar onder leiding van Esther Willems. De jongerengroep Mitovi maakt onderdeel uit van Zarowe en bestaat uit vier jonge mensen die bijdragen aan het theaterprogramma met enkele Bulgaarse danschoreografieën in kleine bezetting.
Het repertoire van Zdravets is gebaseerd op authentieke volksdansen en rituelen uit de verschillende regio's van Bulgarije. Iliana verzamelt dit materiaal zelf en gebruikt het voor de creatie van nieuwe choreografieën. Met deze choreografieën worden voorstellingen verzorgd bij evenementen in Voivodinovo en andere plaatsen in de omgeving. Verder neemt het Ensemble Voivodintsi regelmatig deel aan folklorefestivals in Bulgarije waar zij regelmatig prijzen winnen.
Dit jaar is Zdravets op bezoek in Nederland en in 2012 zal Zarowe een tegenbezoek brengen aan Zdravets in Bulgarije met voorstellingen in Plovdiv en op het folklorefestival in Varna, de zusterstad van Dordrecht.
Het voorlopige programma van Zdravets en Iliana in Nederland ziet er als volgt uit: 1 mei - in Den Haag: 13:00 u workshop Bulgaars o.l.v. Iliana Bozhanova, 16:00 u voorstelling van Zdravets, daarna: namiddagbal met live muziek tot 18:00 u, www.nitsanim.nl. 3 mei - voorstelling van Zdravets en Zarowe in theater De Kattendans in Bergeijk, 20:00 u, kaarten aan de kassa 0497-575620, www.kattendans.nl. 4 mei - middagvoorstelling van Zdravets en Zarowe in Wijktheater Musica in Rotterdam, 13:00 u, reserveren kaarten aan de kassa 010-4371361, www.freewebs.com/theatermusica. 5 mei - voorstelling van Zdravets en Zarowe in theater De Kunstmin in Dordrecht, 19:00 u, kaarten aan de kassa 078-6397979, www.kunstmin.nl. 6 mei - workshop Bulgaars in Utrecht met een voorstelling van Zdravets en Zarowe, 15:15 u. Voor meer informatie over het programma bezoek de website van Zarowe: www.machar.nl Philippien van Dijk
OT AZOJ: MOLVANIA - LAND VAN FEEST EN MODDER Optreden Ot Azoj, zondag 13 maart 2011, Kunstwerkplaats Quinta Essentia, Zwaanshoek Het optreden van Ot Azoj maakt deel uit van de concertserie Zwanenzang, wereldmuziek in de Haarlemmermeer, waarover later meer. Ot Azoj beet in deze serie het spits af. De voorstelling vond plaats in een prettige locatie (een houten schuur die mijns inziens in Molvania niet had misstaan), waarbij de bezoekers in een huiskamerachtige setting van zeer dichtbij van Ot Azoj konden genieten. De voorstelling van Ot Azoj heet Molvania, een door de band gecreëerd fantasieland, gelegen ergens tussen Griekenland en Rusland. Ik had van te voren mijn twijfels bij deze opzet, het gevaar van het opvoeren van een fantasieland als kapstok om wat dan ook aan op te hangen is naar mijn mening dat het snel wat geforceerd aandoet, maar niets was minder waar. Als je het goed doet, werkt het blijkbaar wel en is het niet alleen geloofwaardig, maar ook gewoon heel erg leuk. Aan het einde van de voorstelling stond Molvania echt “op de kaart”. De zes muzikanten, afkomstig uit Nederland, Turkije en Polen, hebben verschillende muzikale achtergronden: Van Klezmer tot Latin en van Turks tot Jazz. In een mooie mix van Klezmer tradities, Balkan klanken, Turkse invloeden en zigeunerladders, waarbinnen veel ruimte is voor soleerwerk, wordt de muziek uit Molvania door Ot Azoj door middel van eigen composities tot leven geroepen.
Ot Azoj zette met oudgedienden Karin Kranenborg (saxofoon), Joris van Beek (viool, contrabas), Nicolaas Duin (accordeon) en de nieuwere orkestleç Aksunger (percusden Caspar Terra (klarinet), Ulas sie) en Radek Fedyk (tuba, trompet) een geloofwaardig (muzikaal) beeld van Molvania neer. Zo leerden de bezoekers dat het er veel regent, het schoonheidsideaal voor vrouwen een mond vol gouden tanden is, het vervoer er nog uitsluitend per paard en wagen plaatsvindt en de gemiddelde Molvaniër tien tot veertien keer per week de discotheek bezoekt. Over deze onderwerpen hebben de bandleden nummers gecomponeerd als Disco Katala, The Girl With The Golden Tooth en Molvanian Horse.
Het is voor mij de sfeer, de goede organisatie, het lekkere eten en het enorme enthousiasme van de docenten en deelnemers. voor sommigen misschien een beetje te. Maar het voelt als een warm bad en thuiskomen in een dansfamilie op een prima locatie - de Duiventil. Dit jaar hadden we Cristian Florescu en Sonia Dion met Roemeens, voor mij waren ze bekend, ik vind het zo'n leuk stel, heel goed op elkaar ingespeeld en heerlijk om bij te dansen. Daarnaast was er Paul Mulders met Macedonisch, voor sommigen een oude bekende. Ik kende hem niet. Zelf heb ik veel gedanst bij Martin Ihns en Jacqueline Bossink, het was heel verrassend om weer op een heel andere manier bij Paul te dansen, ik genoot van het plezier dat hij er zelf in had. Dan was er Lucia Linkels met Pacific. Wat ik me daarbij moest voorstellen, wist ik eigenlijk niet, maar daar laat ik me niet door afschrikken, wel verrassen. Nou een verrassing was het. We werden onthaald op een Pacific-
Ot Azoj bestaat uit zes fantastische muzikanten die zeer goed op elkaar zijn ingespeeld. Ik heb niet de kennis of de ervaring om inhoudelijk iets over de muziek te zeggen, dat laat ik graag aan anderen over. Het enige (en volgens mij belangrijkste) dat ik kan zeggen is dat ik heb genoten van de waanzinnig swingende en mooie muziek en dat ik na ieder nummer benieuwd was naar het volgende. In de agenda op www.otazoj.com is na te lezen waar de voorstelling Molvania de komende periode nog te horen is. Wat mij betreft een aanrader! In de webshop op diezelfde site is de maxisingle Molvania te koop.
De concertserie Zwanenzang, wereldmuziek in de Haarlemmermeer wordt op zondag 10 april vervolgd met een optreden van de Hudaki Village Band uit Oekraïne. Op zondag 8 mei brengt Mäshräp, een groep beroepsmusici uit de semi-autonome republiek Uyghur (West-China) volksmuziek en klassieke muziek uit Centraal-Azië. Op vrijdagavond 27 mei zorgt de Nadara Gipsy Wedding Band voor een onrustige avond met zigeunermuziek en -dans uit Transsylvanië (Roemenië). De serie wordt op zondag 26 juni afgesloten met een loepzuiver, vlijmscherp en adembenemend optreden van het Pauni Trio: schitterende meerstemmige vrouwenzang uit Bulgarije, met een hoge kippenvelfactor. Voor wie een of meerdere concerten van deze serie wil bezoeken: Kaarten kosten 12,50, reserveren kan op telefoonnummer 023-5280025 of op
[email protected]. Dinda van der Weijden
Ik heb erg moeten lachen om de rol van tubaspeler Radek Fedyk, die werd neergezet als autochtone Molvaniër. Hij gaf op zeker moment in onvervalst Molvaans een toelichting op het nummer “Krdc Bldc” wat door klarinetspeler Caspar Terra vertaald werd in het Nederlands. Hierbij kregen de heren onenigheid over de correcte uitspraak en of het nummer nu over de uitbouw van een keuken ging of over de vorm van pannenkoeken. Later werd uitgelegd hoe de Molvaanse Radek bij Ot Azoj is gekomen: De band zou hem tijdens een research bezoek aan Molvania met zijn paard onder een boom hebben aangetroffen. Na hem ter plekke een loflied op zijn paard te hebben horen uitbrengen, constateerden ze “dat die gast muziek kon maken” en besloten ze hem mee te nemen naar
3KC 2011 Dit keer al voor de 6e keer een 3KC met Sibylle, ik heb ze allemaal gevolgd 1 keer op de wachtlijst; dat was dat schrikken, maar het duurde gelukkig maar even, toen ging het licht op groen. Daarvoor was ik ook al vaak op de zogeheten kerstcursussen geweest en ja, waarom doe ik dat.
Nederland. En passant werd ook nog even geïnventariseerd of er wellicht iemand in het publiek was die met hem wilde trouwen in verband met zijn verblijfsvergunning. Een associatie met Borat The Movie, drong zich aan mij op maar dat deed niets aan de amusementswaarde af.
manier, met een heuse boa en een hele lieve dame. Zij gaf uitleg hoe het er toe ging met dans en muziek in de Pacific en had voor ons diverse dansstijlen uitgekozen. Van zitdansen met ballen tot stadansen met rietstengels en ook nog gevouwen hoedjes van papier. Vroeger had zij nog muzikale ondersteuning van haar man gehad. Hem te missen was natuurlijk verdrietig, maar samen met ons kon ze dat verdriet wel aan en hebben we met elkaar heerlijke uurtjes gehad en veel gelachen ! Dit wat betreft het programma, daarnaast is er zoveel meer. Het begint al bij binnenkomst, een feest van herkenning, hé hoi, jij ook en jij ook, dan de goede opbouw. Anderen zeggen weleens, ga je 3 dagen dansen, dan ben je vast helemaal op daarna. Nou echt niet, ik ben springlevend De maaltijden zijn heel gezellig en goed verzorgd, dan is er nog een middagborrel, steeds weer anders en niet te vergeten de avondbals. Gedeeltelijk met live muziek en in de ochtend de warming-ups. Die dan zeer welkom zijn. Wil je dit alles ook eens meemaken, stuur dan een mailtje aan
[email protected] dan houdt ze je tijdig op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. Gita van Dijk
BIJSCHRIFT VAN DE REDACTIE 3KC staat voor Driekoningencursus. Deze cursus is ontstaan uit de Kerstcursus en vindt plaats, de naam zegt het al, rond de tijd van Driekoningen begin januari. De cursus wordt jaarlijks georganiseerd door Sibylle Helmer en vindt plaats in de Duiventil in Nunspeet.
C O L U M N LINKSE HOBBY In het huidige politieke debat hebben veel cultuuruitingen ineens het stempel Linkse Hobby gekregen. Dat roept natuurlijk de vraag op: is volksdansen ook een linkse hobby? Volgens mij kun je daar op verschillende manieren naar kijken. Historisch gezien wisselt het perspectief. In Nederland is het volksdansen mede groot geworden dankzij de AJC en het Nivon, die kun je toch allebei aardig links noemen. In de hoogtijdagen van de Nederlandse volksdansrevival kwamen er aan de lopende band dansleiders en dansgroepen van achter het ijzeren gordijn, waarmee de communistische regimes uit die tijd graag propaganda bedreven. Aan de andere kant van het spectrum staat de rechtse nationalistische beweging die het volkdansen goed kon en kan gebruiken in dubieuze opvattingen over Volkseigen. 'Wien Neerlands bloed in de aders vloeit, van vreemde smetten vrij', zo dichtte Hendrik Tollens. Wat natuurlijk direct de vraag op roept in hoeverre onze Nederlandse dansen eigenlijk van vreemde smetten vrij zijn. De Spaanse wals, de Schots, de Polka??? Fysiek gesproken is het ook ingewikkeld. De meeste kringdansen gaan tegen klokrichting, dat heet ook wel linksom. Toch voelen en benoemen we dat op de dansvloer als 'naar rechts'. En we beginnen meestal met de rechtervoet! Volksdansen zoals dat zich in
Nederland na 1950 heeft ontwikkeld is sterk internationaal georiënteerd, en zou je dus multiculti kunnen noemen. Daarmee ben je tegenwoordig verdacht. Aan de andere kant zijn de meeste volksdansverenigingen nog blanke bolwerken: we doen wel Turkse dansen, maar zelden in een kring met Turkse Nederlanders. We geven aan die internationale dansen overigens meestal wel een eigen Nederlands sausje… Dan de sociaal-culturele achtergrond van de gemiddelde volksdanser. Ja, die is wel verdacht links. De contributie moet laag zijn zodat ook mensen met een minimuminkomen maximaal kunnen dansen, het wemelt van de leerkrachten, welzijnswerkers en andere (semi)ambtenaren, en in de pauze drinken ze bij voorkeur thee (dat is helemaal dubieus!). Volksdansers komen ook nog eens samen in buurthuizen, zoals bekend ook al broeinesten van linkse opvattingen. Uiteindelijk kom ik toch bij Mark Asito, een dansleider die ooit op een kerstcursus de workshop Afrikaanse dansen deed. Een inspirerende danser met een soepel lijf, alleen merkte één van de cursisten na een half uur workshop op dat Mark de ene keer met links begon, de andere keer met rechts. ,,Met welk been moeten we beginnen?” Waarop de dansleider echt oprecht verbaasd uitriep: ,,Vind je dat belangrijk?” Mark Benjamin
MAART 2011 - PAGINA 3
MAURITS VAN GEEL: “ER IS ZOVEEL RIJKDOM IN (VOLKS)DANS” INTERVIEW NAAR AANLEIDING VAN HET VERTREK VAN MAURITS VAN GEEL BIJ HET INTERNATIONAAL DANSTHEATER
In december 2010 nam Maurits van Geel, na ruim 23 jaar, afscheid als artistiek leider van het Internationaal Danstheater. Ook al zal Maurits de komende tijd op een bepaalde manier nog wel bij het ID betrokken blijven, het 'Maurits van Geel'tijdperk is voorbij. “Tijd voor een ander”, zoals Maurits zegt, al is ten tijde van het schrijven van dit artikel de opvolger van Maurits nog niet bekend. Naar aanleiding van deze opmerkelijke, maar niet onvoorziene, gebeurtenis had ik een interview met hem. We zouden elkaar enkele dagen voor de Kerst 2010 ontmoeten op het station in Amersfoort (zo ongeveer halverwege mijn en zijn woonadres) maar het winterweer noopte ons tot een goedkopere en modernere oplossing: een gesprek via Skype. Hoe voelt dat nu, om geen artistiek leider van het ID meer te zijn? Maurits: “Ik heb al die jaren een prachtig vak mogen uitoefenen. En dan ook nog eens het vak dat eerst alleen maar mijn hobby was. Dat voelde heel goed, heel rijk. Vooral het doen van onderzoek naar de traditionele dans van allerlei landen op de wereld: dat is zo fascinerend en mooi. De laatste jaren was het werken als artistiek leider van het ID wel heel complex. Veel producties, veel mensen in de organisatie, veel ontwikkelingen op dans- en cultuurgebied, en daarmee ook meer zorgen. Ik heb in het begin van mijn carrière me wel eens afgevraagd: 'Wil ik dit wel?'. Mensen ontslaan vond ik in het begin moeilijk. Dat heb ik echt moeten leren. Aan de ene kant waren het tropenjaren en is het ook wel een soort opluchting dat ik daar
nu niet meer bij betrokken ben, niet meer verantwoordelijk ben voor ruim 60 mensen. Aan de andere kant was het ook een prachtige tijd, hebben we mooie producties gemaakt en ben ik blij dat ik de banden niet volledig hoef door te knippen.” Verschillende choreografen hebben verzocht Maurits te mogen inzetten bij de start van hun productie. Dus blijft hij de komende tijd nog in enige mate betrokken bij het ID. Maar dat zal geleidelijk aan minder tijd kosten. Die tijd gaat hij proberen weer meer te besteden aan zijn 'oorspronkelijke' vak: kunst, en dan in het bijzonder beeldende kunst. Maurits ontwerpt en maakt objecten van hout. Hij ziet al weer uit naar dit werk en naar, wie weet, weer eens een expositie. In zijn opvoeding was al veel aandacht voor kunst en creativiteit. Logisch dat hij dus naar de Rietveld Academie ging en die voltooide. Eén tentoonstelling heeft hij ooit gehad met zijn creaties en toen alles verkocht. Voordat hij bij het ID ging werken was hij docent
handvaardigheid, dans en kunstgeschiedenis op een school in Utrecht en gaf hij 's avonds volksdansles. Hij ging les geven in de recreatieve danswereld, haalde zijn benoembaarheidsverklaring en heeft ook gastlessen gegeven aan de dansacademie. Toen hij 23 jaar geleden bij het ID ging werken, wist hij al dat 2010 zijn laatste jaar zou zijn. Dat stond voor hem vast. En zo ging het ook. Nu is er weer tijd voor andere kunst.
Zo heeft Maurits het idee geleverd voor de nieuwe productie onder de naam 'Puur', de jubileumproductie ter viering van het 50-jarig bestaan en daarmee is voor hem de cirkel rond. Een productie gebaseerd op het eerder genoemde idee dat dans er eerst was vòòr taal. De première van die voorstelling zal zijn op 17 december dit jaar. Ideeën en inspiratie heeft Maurits nog steeds. Maar toch vindt hij dat het tijd is voor een andere artistiek leider van het ID. Het is goed voor het ID om met nieuwe kracht verder te gaan. Hij wil niet het risico lopen in herhaling te vallen. Na zoveel jaar en 34 producties vindt hij dat hij niet meer vrij genoeg is. Hij heeft dan ook behoorlijk wat voor het ID gedaan. Van alle producties van het ID komt 75% voort uit ideeën van Maurits. Producties waar hij naast idee en regie vaak ook de productie voor zijn rekening nam. Dat is een enorm oeuvre.
de subsidiegever en met de smaken van het publiek. Overigens doet het ID het ten aanzien van het publiek erg goed, want het gezelschap staat al jaren in de top 3 van de dansgezelschappen met het hoogste schouwburgbezoek.”
Wat heb je voor het ID betekend? “Zoals gezegd, heb ik de blik verruimd door dansen van buiten de Balkan en Europa te introduceren. Ook de start van het Internationaal Danstheater voor de Jeugd vond ik heel belangrijk, omdat we daar de helft van de markt van jeugddansproducties mee hebben bediend en een ander publiek konden bereiken. Ik vind ook dat we niet bang moeten zijn om een invalshoek te kiezen die soms als 'anders' wordt ervaren. Een productie als Met Handen en Voeten en de recent bekroonde choreografie Mourning zijn duidelijk afwijkend van andere voorstellingen, maar bieden de mogelijkheid om nieuwe doelgroepen aan te spreken. Verder vond ik dat wij zelf de dansresearch ter
En nu? Het ID zonder Maurits? “Dat kan heel goed, al zal het een tikkie anders worden. Ik ben nog bij een paar activiteiten betrokken, maar hoe dat allemaal verder gaat zullen we wel zien. Er is sinds kort een nieuwe algemeen directeur, Sophie Lambo. Een opvolger voor mij is er momenteel nog niet, dat komt nog wel. Ik wens het ID natuurlijk minstens nog eens 50 jaar erbij. En van mij mag het gezelschap dan het predicaat 'Koninklijk' krijgen. Het ID is uniek in de wereld en als ze het zo lang volhouden dan verdienen ze zo'n onderscheiding echt. Aan de dans zal het niet liggen. Er is nog zoveel te ontdekken op het gebied van de volksdans. Er is zeer veel rijkdom en diversiteit. Ik deed zelf
hand moesten nemen. Gastchoreografen maken keuzes vanuit hun eigen kader, waardoor de dans al allerlei ontwikkelingen heeft doorgemaakt. Door research in de betrokken landen zelf te doen kun je andere keuzes maken die dichter bij de vaak rijke bron liggen. Dat leidt ook tot andere keuzes: de beste danser van het dorp of uit de streek is bij ons in de studio's terecht gekomen om zijn dans aan te leren.”
altijd veel research en hoe meer ik leerde hoe meer ik erachter kwam hoe weinig ik wist.”
Volgens Maurits is een aantal aspecten in folkloristische dans belangrijk: romantiek, pure dans als energie en vernieuwing, laten zien dat alle dans altijd in beweging is en verandert. Hij deed dat natuurlijk niet allemaal alleen. “Ferdinand van Altena was in het begin een belangrijke sparringpartner, een rol die later werd overgenomen door anderen als Jan Knoppers en Brigitta Hauer. Bij de ontwikkeling van producties reageerden we op elkaar en zo kwamen we verder. Daarnaast waren de enorme capaciteiten van de musici en de dansers belangrijke ingrediënten en een stimulans.”
Hoe raakte je bij het ID betrokken? “Al vanaf 1975 was ik bij dansgroep Hupsakee uit Amsterdam betrokken. Ook ging ik lesgeven bij Terpsichoré, waar Ferdinand van Altena op dat moment voorzitter was. Door Ferdinand werd ik rond 1980 binnengehaald als folklore docent bij het Internationaal Folkloristisch Danstheater, zoals het toen nog heette. Ook was ik betrokken bij de audities van het IFD. In 1986 was het mijn idee om ook dansen van buiten Europa te gaan doen. Tot dan toe werden er nagenoeg uitsluitend dansen uit de Balkan gedaan. Ik heb toen een clogging choreografie gemaakt, wat voor die tijd heel vernieuwend was. Ook voor het 25-jarig jubileum van het IFD in 1987, waarvoor ik het idee heb geleverd, heb ik aan het programma meegewerkt. Uiteindelijk leidde die betrokkenheid tot het aanvaarden van de positie als artistiek leider in 1988.” Wat betekent dans voor jou? Maurits: “Ik heb me veel verdiept in de dans. Niet alleen door het vergaren van kennis over traditionele volksdansen van allerlei volken en uit allerlei streken, maar ook door na te denken over de meer filosofische vraag 'wat is dans nou eigenlijk?'. Vaak wordt gezegd: 'Dans is een manier van communiceren, een taal'. De evolutiebioloog Frans Ellenbroek heeft daar een theorie over opgezet. Hij zegt eigenlijk: 'Dans was er eerst, voordat er taal was'. In de evolutie van de mens ontstond, toen men zich bewust werd van het verschijnsel tijd, een angst voor het onbekende, de toekomst. Muziek en dans, respectievelijk van het dierengedrag afgeleide vormen van geluid en baltsgedrag, zorgden voor balans in dit spanningsveld, als een soort rituelen waarmee men kon communiceren, de tijd kon vergeten. Daaruit ontstond later pas de taal als communicatiemiddel. Ik vind dat een mooie gedachte als je met dans bezig bent. Volksdans is op dezelfde manier een vorm van communicatie. Maar er hoort ook het aspect van traditie bij. En natuurlijk is het ook een manier van (zelf)expressie.” En hoe zit dat bij volksdans? “Ik zie volksdans als een schijf die verdeeld is in een aantal porties. Afhankelijk van tijdstip, plaats en persoon zijn de verschillende partjes groter of kleiner. Als wij in Nederland internationale volksdans beoefenen is het partje dat met de overgeleverde traditie te maken heeft iets kleiner en dat van de zelfexpressie juist groter. Dat soort verschillen kunnen binnen dezelfde volksdansbeoefening bestaan. Door het expressieaspect is er ook sprake van communicatie met degenen die kijken naar de dans. Als je danst, ook op het toneel, breng je energie over naar de kijkers. Het publiek beleeft dan ook de rijkdom die volksdans in zich heeft. Voor een toneelgroep als het ID is dit aspect erg belangrijk. Voor mij is een voorstelling niet geslaagd als het publiek niet reageert. Eigenlijk geldt dat ook voor mijn houten kunstobjecten. Maar het publiek bepaalt niet wat je doet. Ik heb mijn eigen visie en mijn eigen ideeën.”
En verder natuurlijk al die producties. Sommigen worden dan wel nooit meer gedaan, maar er zijn er een paar die in reprise genomen kunnen worden (soms onder een andere naam of in een aanpassing), zoals Kavkas, Zigeuners, De Zijderoute en Moeder India. Achter die laatste zat een heel duidelijk idee dat ik er bewust in gebracht heb, ook al zal dat niet voor elke toeschouwer duidelijk zijn geweest. Dat idee is dat het in India eigenlijk nooit stil is. Ik ben daar vaak geweest en heb dat zo ervaren. Daarom zit er een bandje met straatgeluiden in die voorstelling. Ik probeerde altijd met dit soort eigen ideeën en vanuit een eigen visie te werken. Natuurlijk moeten we ook rekening houden met
Maurits ziet zichzelf in eerste instantie als volksdanser voor wie het belangrijk is om met mensen en groepen om te gaan. Het plezier staat voor hem altijd voorop. Voor hem zelf zit de lol niet zozeer in het zelf dansen en in de danstechniek als wel in het proces van omgaan met mensen. Dat gold voor zijn werk bij het ID evenzeer als voor zijn activiteiten als docent in de recreatieve volksdanswereld. Nu geeft hij weer vaker les aan amateurs, bijvoorbeeld in Duitsland en recentelijk tijdens een tournee in Azië (China, Hongkong, Taiwan, Singapore). Hij geeft dan, samen met Tineke, lessen internationaal en specialisatie Kaukasisch. “Het belangrijkste dat ik in mijn lessen wil bereiken is dat men plezier heeft. En ook probeer ik de blik op de breedte van de volksdans te vestigen. Dus ook dat er vormen als salsa en tango bestaan. Helaas liggen dat soort dansvormen buiten het gebied van de internationale recreatieve volksdans. Ik denk dat we de afgelopen jaren meer op onszelf gericht zijn geraakt, een beetje egocentrisch zeg maar. Het 'dieptepunt' is wat dat betreft denk ik wel bereikt en ik bemerk dat het gevoel van 'samen dansen' meer en meer terug komt. Ik zie ook weer groepen die groeien en zie ook jonge mensen erbij komen. Die willen zeker ook volksdansen op de manier zoals wij dat al die tijd gedaan hebben, en anders moeten wij daar zelf voor gaan zorgen dat ze dat leuk vinden.” Maurits is zogezegd weer terug bij het begin en hij heeft tevens weer meer tijd voor kunst. In het najaar gaat Bed and Breakfast 54 open en 4 maal per jaar wordt zijn huis omgebouwd tot Galerie 54. “Nu nog eerst een beetje verbouwen. Daar is eindelijk eens voldoende tijd voor”. Radboud Koop
MAART 2011 - PAGINA 6
BARBAARSE STRIJKMUZIEK Jimi Hendrix op de Mongoolse steppe en westerse muziek. Waarbij je dan zelfs eerst nog moet definiëren wat je onder oost en west verstaat. Neem alleen al Europa: in Ierland, het meest westelijke land van Europa, wordt sinds de jaren zeventig in de folkmuziek vaak gebruik gemaakt van een bouzouki, en die is toch echt afkomstig uit Griekenland.
Rudyard Kipling schreef in 1989 zijn beroemde regels over Oost en West: Oh, East is East and West is West, and never the twain shall meet, Till Earth and Sky stand presently at God's great Judgment Seat; But there is neither East nor West, Border, nor Breed, nor Birth,When two strong men stand face to face, though they come from the ends of the earth! Met muziek geldt dat natuurlijk ook. Er zijn heel wat geslaagde combinaties van oosterse
In 1996 kwam ik via het onvolprezen tijdschrift New Folk Sounds op het spoor van een heel bijzondere cd, waarin een Bulgaars vrouwenkoor werd gecombineerd met keelzang uit Tuva, het gedeelte van Rusland aan de westgrens van Mongolië. Dat is toch al ook ruim vierduizend kilometer uit elkaar. De combinatie van de nasale, scherpe Bulgaarse zang met de juist heel diepe, aardse Tuvaanse keelzang is heel apart, maar op de een of andere manier sluit het perfect bij elkaar aan. Nu is er een cd met een combinatie van strijkinstrumenten uit dezelfde regio's: de Bulgaarse gadulka en de Mongooolse morin khur. Beide instrumenten zijn knievedels of knieviolen: je houdt het instrument niet horizontaal onder je kin, maar verticaal op je knie. De gadulka heeft drie melodiesnaren en 11 resonanssnaren, die niet met de strijkstok worden gestreken, maar die wel meetrillen. De morin khur heeft slechts
twee snaren, maar wel een mooi versierde hals, waar een paardenkop is uitgesneden uit het hout. Niet zo gek bij een echt paardenvolk als de Mongolen. De beroemde cellist Yo Yo Ma (zelf ook al een interessante mix van oost en west) is ook een enthousiaste bespeler van de morin khur. De instrumenten worden bespeeld door de Bulgaar Dimitâr Gougov en de Mongoliër Dandarvaanching Enkhjargal, ze krijgen begeleiding van de Franse slagwerker Fabien Guyot. Die speelt ritmes op alles wat los en vast zit, van echte trommels tot waterfles. Het trio noemt zich Violons Barbares, waarbij je moet bedenken dat het woord barbaren van de Grieken en Romeinen komt. Die gebruikten de term om mensen aan te duiden die een andere taal en cultuur hadden. De negatieve lading van ruw en onbeschaafd heeft het woord pas eeuwen later gekregen. Ik zou de Barbaarse violen ook zeker niet onbeschaafd willen noemen. Het is wel vaak vreemde muziek in onze oren. De strijkinstrumenten worden vaak heel ritmisch gebruikt, waardoor de muziek ook heel dansant wordt. Ik kan me voorstellen dat dj's er een aardige remix van kunnen maken voor de Boulevard of Dance. Er zijn ook heel lyrische passages, waarin de muziek heel ijl klinkt. Ook de zang is bijzonder, van zeer laag (keelzang) tot heel hoog. Zowel bij de
zang als bij de strijkinstrumenten zijn vaak ook boventonen te horen. Voor volksdansers klinkt de Makedonsko het meest vertrouwd, al is het niet dé Makedonsko v die wij kennen (Makedonsko Devojce). Ook Sedenki, traditioneel Bulgaars, kan bekend klinken, al gaan de musici heel vrij met het oorspronkelijke materiaal om. In de Horse Galop hoor je de paarden over de steppe galopperen. De Barbar Rock, een eigen compositie ademt al echte rock & roll, maar het trio gaat pas helemaal los met Purple Haze, een nummer van de Amerikaanse gitarist Jimi Hendrix. Op dit punt zullen puristen er definitief de brui aangeven, maar ik vind het fascinerend experiment. Kortom, een cd voor mensen die zich willen laten verrassen. Er zitten fragmenten bij waarmee je je visite het huis uit kunt jagen, maar ik denk dat er meer mensen zijn die belangstellend zullen vragen waar deze muziek vandaan komt. Oost, west? Klinkt best. Mark Benjamin Voor de liefhebber: www.violonsbarbares.com De andere cd waar ik naar verwijs heet, Fly, fly away my sadness, door het Bulgaarse koor Angelite en Huun-huur-tu, Jaro 4197-2.
WAAR KOMT DIE DANS VANDAAN (14) - VULPIUTA ç v
ç in het variant komt uit het dorp Cârna-Bailesti judetç (district) Dolj. Cârna ligt in de nabijheid v v van dorpen als Sapata, Macesu, ç Goicea, Bârca, Bistret, ç Rast en Boureni, allemaal dorpen die we wel eens - of vaak - zijn tegengekomen in de dansprogramma's van Theodor over de jaren. Het volksdansrepertoire in Oltenia is een van de rijkste van Roemenië. Veel dorpen hebben meerdere, soms tien of vijftien, verschillende dansen in hun lokale repertoire.
Al ruim 45 jaar wordt in Nederland de Roemeense dans Vulpiuta ç gedaan. De vermaarde Roemeense volksdansspecialist en choreograaf Theodor Vasilescu leerde de dans aan tijdens een van zijn eerste cursussen in Nederland, ergens in 1964-65. Toen Marius Korpel in 1971 besloot de Vulpiuta ç op te nemen in het programma van de LP Roemeense Volksdansen 2 - Nevofoon LP 15005, kwam er voor het eerst een goede muziekopname ç beschikbaar. Vanaf dat moment werd Vulpiuta pas echt populair in heel Nederland, tot op de dag van vandaag. Die plaatopname, door Marius Korpel opgenomen in Nederland en gespeeld door het Roemeense orkest Ansamblul Tineretului din ç Bucuresti ç o.l.v. Maestro Ionel Budisteanu, ç wordt nog overal gebruikt waar Theodor deze
dans aangeleerd heeft, bv. ook in de VS, Japan, Taiwan, Duitsland etc. Theodor heeft nooit een andere opname gevonden of gebruikt. Dus toen hij in 2006, 40 jaar na dato, de Vulpiuta ç opnieuw in zijn buitenlandse tourneeprogramma (programma 9) opnam, werd wederom dezelfde muziek uit 1971 gebruikt. Die opname is, naast de LP, inmiddels op verschillende CD's beschikbaar, bv. Rumanian Folk Dances Playasound PS 65052, Romania 2 - Cadans 15070, en Interfolk 1 - Hakketoon CD 1997.1050. In de traditie van de Roemeense dorpsfolklore kun je veel dansen tegenkomen die op verschillende melodieën gedanst kunnen worden. Dat geldt vooral voor dansen uit een van de bekende categorieën als Hora, Brâu, Sârba, v ç heeft echPoloxia, Învârtita en Batuta. Vulpiuta ter zijn eigen vaste melodie. In de passen kunnen er wel kleine variaties bestaan tussen de dorpen, maar de melodie is steeds dezelfde. Vanwege het karakter van de passen en de muziek zou je de Vulpiuta ç als een soort Sârba kunnen classificeren, maar eigenlijk is dit een dans op zichzelf die niet onder een van de hoofdcategorieën (Hora, Sârba, Brâu) valt. Zulke meer op zichzelf staande danssoorten zijn meestal niet algemeen verbreid in heel ç komt alleen voor in de Roemenië. De Vulpiuta streek Oltenia in het zuidwesten van Roemenië, tussen de Karpaten en de Donau (bij het drielandenpunt van Roemenië, Servië en Bulgarije). De dans kun je tegenkomen in onderling iets verschillende varianten, vooral in dorpen in de zuidelijke vlakte van Oltenia, langs de Donau. De door Theodor aangeleerde
Theodor leerde de dans van Gheorghe Popescuç Deze gerenommeerde Roemeense volksJudet. dansonderzoeker noteerde de dans tijdens een veldwerkexpeditie in Oltenia op 26 maart 1952. Hij nam de beschrijving op in zijn boek uit 1959 ç Gh., met dansen uit Oltenia (Popescu-Judet, Jocuri populare oltenesti, Vol.II, Bucuresti, ç ç ç is 1959). Hij schrijft onder andere: “Vulpiuta een mooie en aantrekkelijke Hora”. In het boek bestaat de dans uit 20 maten verdeeld in twee figuren, figuur 1 (8 maten) en figuur 2 (12 maten). De eerste 16 van de 32 maten die onze versie duurt, komen precies overeen met de eerste 16 maten uit dit oude boek, dus hoe de dorpelingen het deden. Het laatste deel van onze versie, waarbij je even met het gezicht naar buiten danst, komen niet voor in het boek. Nog een ander klein verschil met het boek is dat daarin vermeld staat dat de dans met de pinken vast gedanst wordt. Deze houding komt niet zo heel veel voor in Roemenië, maar juist in Oltenia is er een aantal dansen die dit hebben. ç is een dans voor jongens en meisjes en Vulpiuta
v
de dans wordt met roepteksten (strigaturi) begeleid: v
v
I pazea i na pazea v v Pazea vulpia pazea v I vulpanul dupa ea! v
v
I pazeste ç na pazeste C-a venit vulpea la peste! ç (Let op, let op Let op, de vos, let op De vos achter haar Pas op, pas op De vos is bij de vis gekomen) Volgens de mensen uit het dorp verwijzen de passen en bewegingen van de Vulpiuta ç naar de vele en plotselinge richtingswisselingen van ç betekent dan een wegrennende vos. Vulpiuta ook 'kleine vos, vosje', afgeleid van vulpe = vos. De dans komt ook voor onder de naam v Vulpea, Vulpia, Vulpioara of Vulpicica. Of de dans ook iets met de sluwheid van de vos te maken heeft is niet bekend. Gezien de lange en voortdurende populariteit van de Vulpiuta ç is het wel een slimme zet van Theodor geweest om de dans te introduceren. Radboud Koop (met dank aan Theodor Vasilescu en Silviu Ciuciumis) ç
MAART 2011 - PAGINA 7
ASIA FOLK DANCE CAMP ´Hier vertoonen haar eenige boskens en boomen een clijne myl int landt.' Deze tekst is te vinden op een kaart van het 'Eyland Formosa' van de Nederlandse makers J. van Braam en G. onder de Linden daterend uit rond 1725. Hij is getuige van het feit dat de Nederlanders als zeevarende natie zelfs tot in Taiwan de wereld hebben verkend. De kaart hangt in de gang van ons hotel in Taipei. Wij zijn de 'nieuwe ondernemers' en ons exportartikel is volksdans.
Dat Nederlandse docenten in veel landen van de wereld inmiddels geen onbekenden zijn, staat vast. Gebaseerd op mijn eigen internationale ervaringen in vele delen van de wereld en samenwerkend met diverse buitenlandse collega's, durf ik zelfs te stellen dat de Nederlandse docenten tot de beste in hun vak behoren. Goede research, energie stoppend in goede muziekopnamen en uitstekende didactische vaardigheden zijn sterke punten van ons kader. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ook het Asia Folk Dance Camp al een aantal gastdocenten uit ons land langs heeft zien komen. Dit jaar waren Ben Koopmanschap, Maurits van Geel en ikzelf (Tineke van Geel) uitgenodigd. Om 3 dagen les te geven aan 160 fanatieke, relatief jonge, volksdansers geeft een enorme kick. Het niveau is hoog en er wordt met grote inzet gedanst. Armbewegingen lastig? Niet in Taiwan. Dat we zelfs een beetje een popster gevoel krijgen heeft te maken met het feit dat er heel wat handtekeningen gezet moeten worden en als je denkt dat je het qua fotomoment wel afgewerkt hebt, er zich toch nog een aantal mensen sloffend rennend bij het te fotograferen groepje aan willen sluiten. Kortom: “Never a dull moment”. De Taiwanezen zijn open en 'teacher' zoals sommige jonge mensen je aanspreken, wordt een kartonnen bekertje met wijn in handen gedrukt, een biertje toegestopt en dat alles vergezeld van de wens dat je nog “Heel heel heel vaak terug zult komen.” Onnodig te zeggen dat je ego hier een geweldige oppepper van krijgt en de gezelligheid snel toeneemt. Misschien is het interessant om te weten hoe dit camp ontstaan is, want dit jaar vond het 53e camp plaats en dat is een indrukwekkend getal. De drijvende kracht achter dit camp is mevr. Fang-Chich Chen. Haar man, Chang 'Chin San, is lang geleden de initiatiefnemer geweest. Hoe de internationale volksdansen ooit in Taiwan bekend zijn geraakt is een interessante vraag en aan ons verzoek aan mevr. Fang-Chich Chen om uitleg gaf zij graag gehoor. Eind vijftiger jaren werden er op de high schools in Taiwan zogenaamde 'anti-communistische' gechoreografeerde dansen aangeleerd. In tegenstelling tot in China waren de dansen niet geïnspireerd op het communistische ideaal en de bijbehorende liederen, waardoor dansen als 'Heuvel 24' of 'Het bedrog van de grootgrondbezitter' in Taiwan tot een tegenbeweging leidden. In Taiwan werden internationale volksdansen voor het eerst aangeboden in de YMCA, hier Chinese Youth Corporation genoemd. Het internationale karakter hiervan bracht met zich mee dat er veel buitenlanders, meestal met een christelijke zendingsachtergrond, werkten die soms dansen uit hun eigen land aanleerden. Hr. Chang bezocht de YMCA in Taipei om basketball te spelen, maar werd ook gepakt door volksdansen. Zijn enthousiasme leidde na één jaar deelname tot de oprichting van de eerste
officiële volksdansorganisatie, het Centrum voor Internationale Volksdans. Daarnaast omvatte dit Centrum ook een Researchcentrum voor dans. Als professor werkzaam op de universiteit was Hr Chang verantwoordelijk voor het begeleiden van het basketballteam naar het buitenland. Basketball was erg populair omdat het destijds één van de weinige kansen bood om het land uit te komen. Door deze reizen was hij in staat nieuwe boeken en muziekopnamen voor het Researchcentrum aan te schaffen. De YMCA bood de 25-jarige Hr. Chang een baan aan als coördinator van alle culturele activiteiten en in deze hoedanigheid organiseerde hij allerlei camps. Veel high school docenten volgden lessen in het nieuwe centrum en gaven de dansen door aan hun studenten. Fang-Chich Chen was één van die studenten en leerde zo haar man kennen. In 1979 en 1980 bezochten ze samen voor het eerst de Verenigde Staten om daar op het San Diego Folk Dance Camp Taiwanese dansen aan te leren. Het was de eerste keer dat ze met eigen ogen konden zien hoe de internationale volksdansen werden gedanst waardoor ze zich ook bewust werden van het feit dat ze niet alles goed van notatie konden leren. Het streven van het Centrum voor Internationale Volksdans werd deze bewustwording in Taiwan in gang te zetten. In 1981 bezochten ze het Stockton Folk Dance Camp in Californië. In tegenstelling tot de militaire stijl waarin de (recreatie)camps in Taiwan waren georganiseerd, ervaarden ze opnieuw dat er ook nog andere manieren waren die naar Rome leidden. In lijn met de nieuw verworven inzichten organi-
seerden ze in 1981 het eerste Asia Folk Dance Camp waar ze zelf les gaven en Bora Özkok, een docent uit de Verenigde Staten die Turkse dans doceerde, als buitenlandse gastdocent werd aangetrokken. Zijn vaardigheid als zurnaspeler werd als vreemd ervaren omdat een Chinees instrument met dezelfde klankkleur, genaamd zouna, bij begrafenissen wordt bespeeld. Zijn gedrevenheid overwon echter alle scepsis en de deelnemers waren wildenthousiast over zijn lessen. Het daarop volgende jaar was het aantal deelnemers dermate gestegen dat de lessen gesplitst moesten worden en ondanks het feit dat er inmiddels 2 camps per jaar werden aangeboden, er uitgekeken moest worden naar een grotere locatie. Overigens is er 10 jaar geleden voor gekozen om dit tot één (winter)camp per jaar terug te brengen, mede door de oprichting van een andere Taiwanese organisatie die het Pan Asia Folk Dance Camp zomers organiseert. Inmiddels was de kwaliteit van de uitgenodigde docenten alom bekend en kwam samenwerking met Singapore en Maleisïë tot stand. In 1984 stierf Hr. Chang op 41-jarige leeftijd aan leverkanker en zijn weduwe Fang-Chich wilde aanvankelijk stoppen met de organisatie. Er vormde zich echter een groot netwerk van vrijwilligers die haar ondersteunden en het camp vond opnieuw doorgang.
Chinees voor en het herhaling betekent dat je rustig langs de kant kunt blijven staan om alle aangeleerde dansen in vol gas en goed in stijl voorbij ziet komen. Kortom: les geven in Taiwan is lavend voor de ziel van een dansdocent en ik hoop vurig dat het camp nog vele verjaardagen mag vieren en ik daarvan zo nu en dan getuige mag zijn. Tineke van Geel Lijst van docenten: Bora Özkök, Fang-Chich Chen, Chang Chin San, Bruce Mitchel (3x), Ada Deiewanoska, David Edery (4x), Alexandru David (2x), Ercument Kilic, Hironobu Senzaki (3x), Jerry Duke, Nico Hilferink (2x), Jaap Leegwater, Joe Graziosi, Fusae Senzaki Carroll, Gema Sandoval, Josefina B. Guillen, Tineke van Geel (4x), Hennie Konings, Jenö Molnar, Carlos Coelho, Yves Moreau (3x), Istvan Zoltan Szabo Kovacs (2x) & Rosina Didyk, Francis Feybli, Nusha, Jacek & Bozena Marek, Joe Graziosi, Nenoulani Zuttermeister, Alcides Hugo Tfran & Beatriz Ofelia Sangoy, Juraj Hamar, Raquel Pereira, Ben Koopmanschap (3x), André van der Plas, Stefce Stojkovski, Tamaoki Iwao, Moshe Telem, Edward Hoffman, Takayuki Seki, Marlies Juffermans (2x), Ozkar Vass & Viktoria Papp, Daniel Sandu, Roberto Bagnoli, Turqay & Hanna Onatlï, Maurits van Geel.
Een tijd leek de populariteit van internationale volksdans in Azië tanende, mede gezien het feit dat veel ouderen op straat lessen kregen in ballroom dansen en tai-chi en er dus een enorme vraag ontstond naar goede docenten in deze dansvormen. Circa 4 jaar geleden was er weer een opleving te zien, mede gezien het feit dat ook op universiteiten in Taiwan volksdans werd en wordt gegeven. De organisatie is zich zeer bewust van het feit dat het enorm belangrijk blijft om jonge mensen als deelnemer te binden en om dat te bevorderen zijn er voor 10 deelnemende studenten beurzen beschikbaar gesteld, waardoor ze gratis aan het camp kunnen deelnemen in ruil voor het verrichten van hulptaken. Inmiddels overstijgt het aantal deelnemers ruim de honderdvijftig, is het dansniveau hoog en is er al lang geen vertaler meer nodig bij de lessen. Ook uit Maleisië, Japan en Hong Kong komen mensen naar het Asia Folk Dance Camp, dat toonaangevend is in Azië en nog altijd zonder enige vorm van subsidie georganiseerd wordt. De enige concessie is dat er ook vakantie vierende deelnemers zijn, in de praktijk vaak volksdansers die kinderen hebben en daardoor minder frequent met alles mee kunnen doen. Recent is de Taiwan INTERNATIONAL Folk Dance Association opgericht met de nadruk op de toevoeging International in de naam. De oude naam werd te veel geassocieerd met boerendansen, een stigma dat de term volksdans in Nederland ook vaak opgeplakt krijgt. Het wekt bewondering om het enthousiasme en de inzet te zien van een groot team van mensen die zich sterk maken voor het voortbestaan van dit camp. Ook zoveel jonge mensen fanatiek te zien dansen is hartverwarmend. Engels is niet altijd gemakkelijk en moeilijke volzinnen kun je als docent beter vermijden, maar het dansplezier straalt er af, zeker als er ook nog enige humoristische interactie is. Het woord pauze komt waarschijnlijk niet in het
C O L O F O N REDACTIE:
MARK BENJAMIN HENK JONKER RADBOUD KOOP MARIUS KORPEL JEANNETTE SNIER
TEL.:
010-4707439
FAX:
010-4716701
ADRES:
CHOPINPLEIN 51 3122 VM SCHIEDAM
INTERNET:
WWW.SYNCOOPNIEUWS.NL
MAIL:
[email protected]
POSTBANK:
141694
BIJDRAGEN AAN DIT NUMMER:
GITA VAN DIJK MARIAN VAN VESSEM DINDA VAN DER WEIJDEN PHILIPPIEN VAN DIJK TINEKE VAN GEEL AAD VAN BOVEN
DRUK:
DRUKKERIJ DE GROOT, MAASSLUIS
VORMGEVING:
DANIËL STADHOUDER, ROTTERDAM
OPLAGE:
2500
VERSCHIJNT:
15 MAART, 1 SEPTEMBER, 15 DECEMBER
KOPIJ VOOR HET SYNCOOPNIEUWS TENMINSTE 4 WEKEN VOOR VERSCHIJNINGSDATUM MAILEN NAAR
[email protected]
ABONNEMENT: 6 EURO PER JAAR. ABONNEREN DOOR OVERMAKEN VAN DIT BEDRAG OP GIRONUMMER 141694 O.V.V. UW NAAM, ADRES EN “ABONNEMENT SYNCOOPNIEUWS”. U KRIJGT VOOR VOLGENDE JAREN STEEDS EEN ACCEPTGIRO. OPZEGGING PER E-MAIL NAAR:
[email protected]
MAART 2011 - PAGINA 9
SERIE MUZIEKINSTRUMENTEN: DE TAPAN de 1) en lange (waarde 1,5) noten ('tellen'). In onze 'westerse' muziektheorie zeggen we vaak dat een korte tel 2/8 duurt en een lange tel 3/8 maar zo zien de mensen dat daar meestal niet. Een symmetrische maat (wat wij een regelmatige maatsoort noemen zoals een 2/4 of een 4/4) bestaat uit slagen van dezelfde lengte (alleen korte of alleen lange) en een asymmetrische maat (wat wij onregelmatig noemen) uit een combinatie van korte en lange. Een 7/8 maatsoort bestaat dan bijvoorbeeld uit 3/8+2/8+2/8 (lang-kort-kort). Maar in de traditionele muziekbeleving op de Balkan ervaart men (zowel de muzikanten als de luisteraars of dansers) dit niet zo. Daar 'voelt' men alleen korte (waarde één) en lange (waarde anderhalf) tellen. We zouden die 7/8 dan kunnen benoemen als 31/2 / 4, namelijk 11/2 / 4 + 1/4 + 1/4 (wederom lang-kort-kort) maar we zouden die /4 net zo goed weg kunnen laten. Elke notatie is eigenlijk te 'exact' voor wat de mensen daar beleven in de werkelijkheid van de muziek.
Al verschillende melodie-instrumenten (zurna, doedelzak, trekharmonica, draailier) passeerden in deze serie de revue. Hoog tijd voor een slaginstrument. De tapan is een grote trom met een diameter variërend tussen de 50 en 90 cm en een dikte van 30-60 cm. De tapan komt, onder die naam, voor in de zuidelijke Balkan: Bulgarije, Macedonië (incl. het Griekse deel hiervan), Albanië en zuidoost Servië. De kast van de tapan is gemaakt van hout (kastanje, walnoot, en andere harde soorten). Op de authentieke manier werd de kast gezaagd uit een uitgeholde boomstam, maar tegenwoordig wordt de kast gemaakt van met speciale technieken rondgemaakte planken of laagjes hout. Aan beide kanten zit een houten ring waarop een vel gespannen is. De vellen worden gestemd door de ringen aan te trekken via een zig-zaggend over de kast gespannen touw. Vroeger gebruikte men alleen maar natuurvellen van de huid van geit, schaap, hond, koe of lam. Tegenwoordig kom je hoofdzakelijk kunstvellen tegen, vergelijkbaar met de vellen van de trommels in de fanfare of van het drumstel. De tapan hangt, enigszins schuin-verticaal, voor de buik aan een riem of touw dat over de schouder geslagen wordt. Beide vellen worden bespeeld: het vel aan de ene kant (meestal rechts) wordt met een dikke stok bespeeld en het andere vel (links) met een dun riet. Het vel waarop met het riet gespeeld wordt, wordt meestal wat strakker gespannen dan het vel aan de andere kant. De dikke stok heet - in Macedonië - kiyak, tapanarka v v v of tokmak en het riet heet pracka, cibuk of klecka. Maar er bestaan veel meer verschillende benamingen voor de beide stokken, afhankelijk van de streek, de taal of het lokale dialect. De echte tapans worden door meester-instrumentenbouwers gemaakt en komen niet uit een fabriek. Het komt voor dat arme tapanspelers niet genoeg geld hebben om zo'n echte tapan te betalen en dat ze dan spelen op de bass-drum van een drumstel (die ze dan net zo omhangen en bespelen als een tapan). Op zich zijn dit ook verwante trommels: de grote trom, Turkse trom, bass-drum en tapan. In manier van bespelen en in de functie zijn er echter ook belangrijke verschillen. Dat heeft voor een deel te maken met de ontstaansgeschiedenis van het instrument en deels met de lokale muziekcultuur. Soortgelijke trommels als de tapan komen van CentraalEuropa tot aan China voor. In delen van Griekenland (incl. sommige eilanden) komt een sterk op de tapan gelijkende grote trom voor onder de naam daouli. In Turkije heet de trom davul. Verder naar het oosten in Anatolië komt de kleinere davul voor tot in de Kaukasus (Armenië, Georgië, Azerbaijan, Tsjerkassië, Dagestan, Tsjetsjenië) en heet daar dohol, dool, v d'hol, doli, nagara, naghara, baraban, jergh. De diameter-diepte verhouding is dan meestal anders dan bij de tapan. De dohol wordt in deze streken meestal met de handen bespeeld en in minder vaak met stokken. Verder is de tapan verwant aan gelijksoortige trommels in Perzië (duhul, dohol, timbuk), de Arabische wereld (tabl, tablah), Syrië (towla), Centraal-Azië, India
(tavil, dhol, tabla, dhak, dholak) en China (o.a. tanggu). Ondanks dat al die verschillende soorten grote trommels aan elkaar verwant zijn, klinken ze heel verschillend en worden ze op andere manieren in de lokale traditionele muziek gebruikt. Niet overal in de Balkan heet de trom tapan, alhoewel dit woord zeer wijdverbreid is. Er komen ook veel lokale benamingen voor: tupan, tâpan, topan, daul, dabuan (allemaal in Bulgarije v en Macedonië), goc (in Servië en Macedonië), lodra, dhaulli, kasa (Albanië), toskani, toubaki, kiossi (Griekenland). Onder de Hongaren in Hongarije en Moldavië (Roemenië) komt eenzelfde trom voor die net als de tapan bespeeld wordt en daar meestal gewoon dob (trom) of nagydob (grote trom) heet, maar soms gebruiken ze ook het woord tapan of davul. Overigens is dit mogelijk een recent verschijnsel, ontstaan na de revival van de Hongaarse volksmuziek in de 70'er jaren van de vorige eeuw, want lange tijd waren Turkse invloeden taboe in die landen. Onder de Roemenen in Moldavië en delen van Transylvanië komt ook een grote trom voor (vooral in de fanfares of Roma brassbands) maar die wordt heel anders bespeeld. Dat geldt ook voor de grote trom die je aantreft onder (Roma) brassbands in Servië en Macedonië.
Voor elke maatsoort bestaat er in principe een basisslagritme (speelschema) voor het gebruik van de stok en het riet. Die 31/2 / 4 maat (7/8 in onze theorie) kun je bv. spelen als stok-riet-riet (lang-kort-kort), zie figuur a. Natuurlijk brengt de tapanspeler variaties aan op het basisritme. Dat kan op drie manieren: het weglaten van sommige accenten (tellen die inactief of stil worden, figuur b), verschuiving van de korte en lange tellen (zodat ook accenten verschuiven en het lijkt alsof niet meer 'in de maat' wordt gespeeld, figuur c) en het wisselen van het gebruik van de stok en het riet waardoor klankkleurvariaties ontstaan (figuur d). Naast de variatiemogelijkheden op de basisschema's kan (moet) de tapanspeler beschikken over technieken om op een persoonlijke manier met de klankkleur en de 'melodie' te variëren. Dit is altijd geïmproviseerd en er zijn dan ook oneindig veel mogelijkheden tot ornamentatie. Een voorbeeld van ornamentatie is om een tel van waarde één bijvoorbeeld met twee slagen te spelen, die even lang zijn of juist niet. Elke tel van waarde anderhalf kan als drie slagen gespeeld worden die even lang zijn of juist niet. Als je daarmee varieert en dan ook nog variatie aanbrengt in het gebruik van stok en riet ontstaat een erg rijk ritmisch patroon.
Er zijn verschillende tonen: holle slagen en heldere slagen. De holle slagen worden met de stok en de heldere met het riet gemaakt. Een basis of fundamenteel slagritme bestaat uit een, in principe regelmatige, opeenvolging van korte (waar-
In het samenspel tussen tapan en zurna op de Balkan komen we een opmerkelijk muzikaal fenomeen tegen. Het blijkt dat in dit ensemblespel de tapanpartij zich vrij onafhankelijk van de zurnapartij gedraagt. In traditionele zurna-tapan muziek kun je horen dat de momenten waarop de tapan sterke dan wel zwakke accenten speelt meestal niet overeenkomen met de momenten waarop de zurna sterke en zwakke accenten heeft, maar dat die de hele tijd door elkaar heen lopen en elkaar kruisen. Het lijkt alsof de zurna een heel andere maatsoort speelt dan de tapan. In essentie zijn er drie manieren van samenspel tussen zurna en tapan. De eerste is dat de tapan in dezelfde maat (dus met de accenten op dezelfde momenten) speelt als de zurna. De tapanspeler maakt dan feitelijk alleen gebruik van de basisspeelschema's en de variaties daarop (door die variaties kunnen de accenten van zurna en tapan nog steeds verschillen). De tweede manier is dat de tapan eigenlijk een andere maat speelt dan de zurna. De tapanspeler gebruikt nog steeds de basisspeelschema's met variaties, maar dan die behorende bij een andere maat. Afhankelijk van hoe groot het maatverschil is tussen de zurna- en tapanpartij, komen er vaker of minder vaak momenten voor waarop beide partijen weer even in de pas lopen. Deze momenten geven het verband weer tussen beide partijen en fungeren als een soort ijkpunten voor bijvoorbeeld de dansers. De derde manier is een mix van beide: afwisselend spelen de tapan en de zurna dezelfde dan wel een andere maat. Hiermee wordt een enorm rijke schakering aan ritme's in de muziek bereikt. Het is niet zo dat de tapanspeler dit allemaal vooraf bedenkt. Het ontstaat op het moment zelf, al improviserend, en het is de ervarenheid en het innerlijke gevoel van de tapanspeler die ervoor zorgen dat het steeds weer goed komt. En denk nou niet dat dit soort muziek, waarbij de deelnemende instrumenten verschillende maten spelen, lastig is. Voor de autochtone mensen in de Balkan is dit heel herkenbaar, ja: vanzelfsprekend. Sterker nog: als de tapanspeler niet zo zou spelen, zou men zeggen: “Wat een waardeloze tapanspeler is dit, die maakt geen muziek!” Op de een of andere manier zit bij elke partij (danser, luisteraar, zurnaspeler en tapanspeler) dit stramien zozeer 'in de genen' dat iedereen een soort inwendig en instinctief gevoel heeft of het klopt of niet. Voor een westerse luisteraar, die 'verpest' is (zoals de Albanese tapanspeler, van wie Arbatsky les had, het steeds zei) door de exactheid en regelmatigheid van de westerse - klassieke en populaire - muziek, blijft het wringen. Het is echter ook een bewijs van de rijkdom, creativiteit, diepte en geavanceerdheid van het tapanspel in de Balkan.
Er zijn allerlei theorieën over de betekenis en ontstaansgeschiedenis van al die benamingen voor de verschillende soorten tapans, maar eensgezindheid onder de deskundigen is er (nog) niet. Sommige namen hebben zijn waarschijnlijk onomatopeeën (klanknabootsende woorden), anderen zijn in meer of mindere mate traceerbaar naar oude Perzische, Arabische of Griekse woorden voor trom, trommel, kast, bak, bus, container. Er is tot nu toe niet veel onderzoek gedaan specifiek naar de Balkan-versie van de tapan. In een paar handboeken en encyclopedieën over muziekinstrumenten of percussie-instrumenten is een en ander te vinden, maar vaak is dat soort informatie alleen toegankelijk in de verschillende lokale talen. Er bestaat voor zover ik weet één boekje - in het Engels - dat alleen over de tapan gaat: Yury Arbatsky: Beating the Tupan in the Central Balkans, Chicago, 1953. In het boek beschrijft Arbatsky minutieus de manier van spelen op de tapan en de rol die de tapan heeft in de lokale - Macedonische - volksmuziek. Een tapanspeler, volgens Arbatsky, is in alle opzichten een volwaardige muzikant. Het vergt jaren van studie en ontwikkeling alvorens je een goede en geaccepteerde tapanspeler bent. Het spel van de tapan wordt ook niet gezien en ervaren als een ritme, maar als een muzikale stem, met alle nuances, klankkleuren en emoties die je bij melodie-instrumenten ook tegenkomt. De tapan speelt een melodie.
Volgens Arbatsky komt het misverstand door de manier waarop de Roma (zigeuners) de zurnatapan muziek zijn gaan spelen. Bij Roma is het vaak wel de zurna die de leiding heeft en de tapan die volgt, terwijl bij 'autochtone' muzikanten de situatie andersom is. Dat heeft alles te maken met de manier waarop Roma overal in de wereld als muzikant actief zijn, maar het voert hier te ver om daar op in te gaan. Feit is dat tegenwoordig veel zurna-tapan muzikanten in de Balkan Roma zijn. In een dik en zeer interessant boek (Peycheva & Dimov: The zurna tradition of southwest Bulgaria, Sofia, 2002), dat geheel gewijd is aan de zurna-tapan muziek in Pirin (Bulgaars Macedonië) gespeeld door Roma-muzikanten, blijkt inderdaad dat bij hen de zurna dominant is.
Radboud Koop
'TAPAN-SPELEN KAN IEDEREEN' De tapan komt in de zuidelijke Balkan het meeste voor in combinatie met de zurna (zie Syncoopnieuws nr. 67 uit september 2010). De driemansformatie komt het meest voor: twee zurna's (een melodie en een bourdon) en één tapan. Heel soms speelt de tapan alleen, bijvoorbeeld als muziek voor bepaalde dansen, maar een zurna alleen komt niet voor. “Het is ondenkbaar dat de zurna speelt zonder de tapan”, zoals een Macedonische etnomusicoloog geschreven heeft. Het samenspel tussen de tapan en de zurna(s) is complex. Vaak wordt gedacht dat de tapan het spel van de zurna volgt, dat de zurna (de eerste of melodie-zurna) de dansers volgt en dat daardoor de dansers in de maat van de tapan dansen, maar het tegendeel is waar. De tapanspeler is de centrale muzikant en tijdens het dansen gaat het om de wisselwerking tussen danser en tapanspeler. De zurna volgt de tapan.
Een veelvoorkomende misvatting over slagwerkinstrumenten is dat iedereen die wel kan bespelen omdat slagwerk alleen maar dient om 'de maat te slaan', 'het ritme aan te geven', of als 'begeleiding voor de melodie'. Misschien dat dat enigszins geldt voor de rol van de grote trom in een in boerenkiel verklede carnavals- of dweilband, maar in het algemeen is niets minder waar. Percussie-instrumenten zijn volwaardige muziekinstrumenten met een eigen muzikale functie. En nee: met een stok op een trom slaan maakt nog geen slagwerker van je, laat staan een muzikant. Bij slaginstrumenten is, in gelijke mate als bij melodie-instrumenten, sprake van speelmogelijkheden en -technieken, van muzikaal vocabulaire en klankkleur en van persoonlijke speelstijlen. Dat geldt voor de (westerse) slaginstrumenten in de klassieke- en popmuziek evenzeer als voor volksinstrumenten als de tapan.
MAART 2011 - PAGINA 10
SPEELLIJST SPEELLIJST SPEELLIJST SPEELLIJST SPEELLIJST SPEELLIJST SPEELLIJST SPEELLIJST SPEELLIJST SPEELLIJST
HET INTERNATIONAAL DANSTHEATER
MOURNING april 2011 Tilburg 1 7 Amersfoort Den Bosch 9 28 Nijmegen
Theater De NWE Vorst Theater De Lieve Vrouw De Verkadefabriek LUX
mei-11 4 6 22 31
De la Mar Theater LAKtheater Stadsschouwburg Utrecht Theater aan het Spui
Amsterdam Leiden Utrecht Den Haag
juni-11 3 Amsterdam Amsterdam 4
03/25/11 03/26/11 03/31/11 04/02/11 04/14/11 04/15/11 04/16/11 04/17/11 04/23/11 04/29/11 05/05/11 05/14/11 06/03/11 06/04/11 06/18/11 06/18/11
Venlo Tilburg Meppel Almere Groningen Den Bosch Utrecht Zeist Goes Mijke’s Middag Roermond Enschede Rotterdam Amsterdam Lelystad Kampen
Perron 55 Theater Tilburg Schouwburg Ogterop De Meester Vera W2 Ekko De Congres Zolder van Slot Zeist ‘t Beest Radio6 Bevrijdigsfestival Limburg Concordia Kunst Lantaren Venster Paradiso Sunsation Festival Full Color festival
Het Tropentheater Het Tropentheater
SPIRIT maart 2011 27 Groningen
Schouwburg Groningen
april 2011 25 Rotterdam
Rotterdamse Schouwburg
mei 2011 8 Barendrecht 15 Hengelo
Theater Het Kruispunt Rabotheater Hengelo
24-03-2011 09-04-2011 10-04-2011 11-04-2011 12-04-2011 12-04-2011 17-04-2011 21-04-2011 07-05-2011 14-05-2011 15-05-2011 17-05-2011 17-05-2011 17-05-2011 18-05-2011 22-05-2011 01-07-2011
Steenwijk Hattem Oudendijk De Marne De Marne Sittard Amsterdam Gouda Echtenerbrug Groningen Wormer De Marne De Marne De Marne De Marne Oudeschans Heiloo
Vysotsky theaterconcert in De Meenthe, Uitvoering kwartet Di Gojim met mannenkoor Feestconcert Schoolconcert Over de Brug Schoolconcert Over de Brug Vysotsky theaterconcert in Stadsschouwburg Sittard-Geleen PREMIÈRE Vysotsky theaterconcert in De Meervaart, Vysotsky theaterconcert in De Goudse Schouwburg, Feestconcert Concert op Eem en Weem festival Kerkconcert Schoolconcert Over de Brug Schoolconcert Over de Brug Schoolconcert Over de Brug Schoolconcert Over de Brug Kerkconcert Kerkconcert
MAART 2011 - PAGINA 11
VERHUIZING SYNCOOP produkties Stichting Inter Folklore Contacten
Marius en Tini Korpel
Nieuw adres: Chopinplein 51 3122 VM Schiedam tel.: 010-470 74 39