LOKAAL BESTUUR
Jaargang 35 nummer 9 September 2011
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
Jacqueline over xxxxxxxxxxx CLB’ers voor kleinere raad wonen in kantoren
Sociaal bezuinigen
VECHTEN VOOR DE ONDERKANT
GROEN IS NU DUURZAAM
Leegstand tegengaan
PvdA kiest eigen lijn
Interview met Hans Kamps
Ervaringen uit de provincie
PvdA zit niet altijd aan tafel Wietpas stuit op veel verzet
Foto Bert Beelen
Job Cohen en Pierre Heijnen luisteren naar de inbreng van CLB'ers op het jaarlijkse Festival van het Binnenlands Bestuur.
klk
2000 AmBASSAdEURS LEEn VErBEEK voorzitter CLB en JACquELInE KALK secretaris CLB
Foto Bert Beelen
Foto Bert Beelen
2
Het Centrum voor Lokaal Bestuur functioneert nu anderhalf jaar als zelfstandige bestuurdersvereniging van de PvdA. Bij de oprichtingsvergadering van het CLB hebben we onze ambities uitgesproken. Wat is daarvan terechtgekomen? Zijn onze leden tevreden?En heeft het CLB binnen de partij dezelfde positie die we als lokale en regionale bestuurders en volksvertegenwoordigers in de samenleving innemen? Recent hebben we jullie gevraagd mee te werken aan een tevredenheidsonderzoek over de dienstverlening en positie van het CLB. Bij de verzelfstandiging van het CLB hebben we aangegeven dat het CLB een belangrijk platform wil zijn voor meningsvorming en discussie tussen onze leden onderling en tussen de verschillende bestuurslagen. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat we daarmee op de goede weg zijn. 60% van onze leden neemt regelmatig deel aan één van de CLB-activiteiten. De tevredenheid over de dienstverlening van het CLB is overwegend positief. In het algemeen zijn op alle vragen die we jullie gesteld hebben de antwoorden overwegend neutraal tot zeer positief. Slechts een enkeling is uitgesproken ontevreden over het CLB. Dat is natuurlijk een fijne conclusie, maar nog niet de conclusie die we graag zouden willen. Met onze ruim 2000 leden vormen we een belangrijke pijler in onze partij. CLB’ers zijn de ambassadeurs op lokaal en regionaal niveau van de sociaaldemocratie. Een lange traditie wordt door ons gedragen waarin wij staan voor eerlijk delen, bestuurlijk fatsoen, aandacht voor de zwakke groepen, samen keuzes maken en invulling geven aan ‘samen werkt het beter’. Het CLB wil als zelfstandige vereniging een factor van belang zijn in onze partij daar waar het gaat om de lokale
en regionale politiek en politiek inhoudelijke standpunten. Deze ambitie is bij de oprichting verwoord als nieuwe uitdaging voor het CLB. Met de recente acties rondom het bestuursakkoord, de netwerkbijeenkomsten over Wmo, sociale zaken, opiniepeilingen, contacten op functieniveau en met kamerleden, geven we hier invulling aan. Onze ruim 2000 leden zijn een niet te onderschatten informatiekanaal voor wat zich in de samenleving afspeelt. Dit is een bijzondere positie die verplichtingen geeft. Het is belangrijk dat onze kennis zo goed mogelijk door ons wordt gedeeld, onderling en met andere geledingen in onze partij. Dit doen we bijvoorbeeld door communicatie met het partijbestuur, de partijleiding, onze aanwezigheid op (deel) congressen, het verbinden van de CLB-netwerken met de Tweede Kamerfractie enzovoorts. Dat doen we ook door aanwezig te zijn. Het belang van onze aanwezigheid vraagt de voortdurende aandacht en initiatief van ons, leden van het CLB, om ervaringen en ideeën uit te dragen en daarvoor een plaats te claimen. In onze partij is nog veel te verdienen door dit overleg verder te ontwikkelen. Het is nog niet altijd vanzelfsprekend en het wordt nog niet altijd als wenselijk ervaren om op de goede momenten contact te leggen met de leden van het CLB om kwesties aan te kaarten met de lokale en regionale bestuurders. Om deze vanzelfsprekendheid te bereiken is het nodig om als CLB-leden deze positie op te eisen en in te nemen. Het CLB ondersteunt daarbij van harte. Het is de bedoeling dat we continuïteit aan gaan brengen in de wijze waarop we informatie delen die gebruikt kan worden voor standpunten op lokaal, provinciaal en nationaal niveau voor nu en voor de toekomst.
clfn LOKAAL BESTUUR
September 2011
In gelul kun je niet wonen, maar hier wel.
Jacqueline over xxxxxxxxxxx CLB’ers voor kleinere raad wonen in KanToRen
Sociaal bezuinigen
VecHTen VooR De onDeRKanT
gRoen iS nu DuuRzaaM
Leegstand tegengaan
PvdA kiest eigen lijn
Interview met Hans Kamps
Ervaringen uit de provincie
links bezuinigen
omslagfoto
Jaargang 35 nummer 9
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
PvdA zit niet altijd aan tafel Wietpas stuit op veel verzet
Foto Nationale Beeldbank
4 8
LOKAAL BESTUUR Maandblad voor PvdA-politici in gemeente, provincie en waterschap. Verschijnt tien keer per jaar. Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak. UITGAVE Centrum voor Lokaal Bestuur van de Partij van de Arbeid, Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam. ISSN: 0167-0980 35e jaargang no. 9 Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na voorafgaande toestemming. REDACTIE Hans Alberse (voorzitter), Mijnke Bosman, Cathrijn Haubrich, Pierre Heijnen, Aukelien Jellema, Fanida Kadra, Jacqueline Kalk, Nico Portegijs, Kim Putters, Nicole Teeuwen, Lobke Zandstra. De redactie werkt op basis van een redactiestatuut. EINDREDACTIE Jan de Roos SECRETARIAAT Jessica Schipper Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam Telefoon: 0900-9553 E-mail:
[email protected] BASISLAY-OUT Stan Wagter, Amsterdam VORMGEVING Jos B. Koene, Amsterdam MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Jan Blom (Dilemma), Jan Chris de Boer, Hans Bosch (dagboek), Harriët van Domselaar, Rawa Hassan (dagboek), Jacqueline Kalk (column), Ton Langenhuyzen (2e Kamer), jan Schuurman Hess (Onderweg), Wanda Ottens (dagboek), Jurjen Sietsema, Kirsten Verdel, Margriet Visser. PRODUCTIE EN DRUK MediaCenter, Rotterdam ABONNEMENTEN Gratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Voor niet-leden € 30,- per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 0900-9553.
ADVERTENTIES Inlichtingen over tarieven en aanlevering bij het redactiesecretariaat, zie hierboven. INTERNET Lokaal Bestuur is ook te raadplegen op Internet: http://www.lokaalbestuur.nl KOPIJ Reacties en bijdragen naar:
[email protected]
De PvdA zit niet langer automatisch aan tafel
buitengesloten
niet slopen
Maak woningen van kantoorruimte
10 12
Interview met Hans Kamps
arbeidsmarkt
Duurzaam
Heeft de PvdA nog een groen hart?
14 18
Volgens CLB’ers mag het een onsje minder
achterkant
Interviews met Marco Florijn en Rinda den Besten
Raadszetels
Partij van de Arbeid
20 2 2 KaMeR Komkommernieuws? 6 STelling Wietpas 6 DagboeKen van drie statenleden 7 DileMMa Etentje met aannemer 16 iniTiaTieF Website voor het volk 17 onDeRweg Over de grens 19 3 jacQueline ....
De
LANdELIJKE BEZUI HARdER AAN dAN G Foto gemeente Rotterdam
Foto Nationale Beeldbank
Marco Florijn
Onder rotterdamse werklozen bestaat weinig animo om in de haven te werken.
Daar zit je dan als PvdA-wethouder. Natuurlijk vind je dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. En dat bij bezuinigingen mensen met de laagste inkomens (zoveel mogelijk) moeten worden ontzien. Daar komt nog eens bij dat zij geen enkele schuld hebben aan de bankencrisis die wereldwijd zijn sporen heeft nagelaten. Maar het VVD-CDA-kabinet gaat vervolgens fors bezuinigen op de sociale taken die de gemeente heeft. En dan? Lokaal Bestuur vroeg de wethouders Rinda den Besten (Utrecht) en Marco Florijn (Rotterdam) hoe zij dat probleem denken te tackelen. ‘Lokaal kan de PvdA het verschil maken.’
JAN CHRIS dE BOER FReelance jouRnaliST
4
Desastreus. Dat woord ligt Job Cohen op de lippen bestorven als hem wordt gevraagd naar de bezuinigingen van het kabinetRutte. Een aantal van die bezuinigingen is gedropt bij de gemeenten. En dus zullen ook PvdA-wethouders die moeten uitvoeren. Is dat een probleem? Een gewetensprobleem? Feit is in elk geval dat de Rotterdamse wet-
grote impact de komende jaren. Ze vormen het brandpunt van alle veranderingen. Ik vind het de grootste bestuurlijke uitdaging van dit moment en ik vind het een eer die in Rotterdam te mogen aanpakken, want ik hou van Rotterdam. De stad trok me altijd, ik zou er in 2006 al gaan wonen, maar toen werd ik wethouder van Leeuwarden.’
Het is natuurlijk niet zo dat ik een VVD/CDA-beleid uitvoer houder Dominic Schrijer het niet zag zitten, de publiciteit zocht en vervolgens een onoverbrugbaar conflict kreeg met de overige collegeleden én met zijn fractie. Het kostte hem zijn functie. Marco Florijn, zijn opvolger, was wethouder van Leeuwarden toen hij werd gevraagd naar Rotterdam (met een college van PvdA, D66, VVD en CDA) te komen. ‘In Leeuwarden was ik wethouder van onder meer financiën en daar was een groot verzet tegen de bezuinigingen.’ Nu heeft hij Werk, Inkomen en Zorg in zijn portefeuille. u werd – ik neem aan onverwacht – gevraagd de post van Schrijer over te nemen. Waarom zei u ‘ja’? ‘Het was niet meteen ‘ja’. Eigenlijk komt zo’n verzoek nooit op een goed moment, want de stad waar je bezig bent, is nooit af. Er is altijd werk in uitvoering. De stappen die we nu gaan maken in de sociale zekerheid hebben een
u krijgt met enorme bezuinigingen te maken. ‘Dat klopt. We hebben een tekort van honderd miljoen op het uitkeringsdeel en we krijgen eveneens honderd miljoen euro minder, een bezuiniging van tweederde deel, voor reïntegratie. Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt wil ik in contact brengen met de zorg. Ze kunnen allerlei vrijwilligerswerk gaan doen op het gebied van de Wmo. Nee, ze krijgen daarvoor geen vergoeding. Nou ja, ze krijgen natuurlijk wel hun uitkering. En ik vind dat ze daar best iets voor mogen doen. Vroeger konden we het werkdeel, het budget voor reïntegratie, aanspreken en zo die mensen ook nog iets extra’s geven. Maar dat geld is er niet meer.’ ‘Ik ben overigens een groot voorstander van decentralisatie, los van de budgetten die je krijgt, want die zijn nu wel erg krap. Maar daarin zit ook meteen een grote uitdaging. Je moet creatief
zijn. Oplossingen bedenken die er nog niet zijn. En ik wil ook in beeld brengen waar het wringt. Door de stapeling van bezuinigingen krijg je ongetwijfeld cumulatie-effecten. Die wil ik onder de aandacht brengen van politiek Den Haag. Je kunt nu wel roepen dat die bezuinigingen niet kunnen, maar het beeld van die cumulatie-effecten heb je nog niet.’
Maar daarmee hebt u nog geen bezuinigingen bereikt. ‘Oh nee, maar we gaan veel meer doen. In het verleden heeft de gemeente zich altijd gericht op het zoeken van voltijdwerk voor mensen zonder werk. Dat streven moet er wel blijven, maar we gaan nu veel meer zoeken naar deeltijdwerk. Daar verwacht ik veel van. Zo houd je de mensen ook arbeidsfit en dat verhoogt hun kansen op de arbeidsmarkt.’ ‘Iedereen die zich meldt bij Sociale Zaken, moet de eerste vier weken op zoek naar werk of scholing. In die eerste maand krijgen ze ook geen uitkering. Verder willen we nog actiever fraude opsporen. Zo zitten er veel meer maatregelen in de pijplijn. De klantmanagers, de mensen van Sociale Zaken die klanten bemiddelen naar werk of scholing, hebben ruim honderd ideeën ingeleverd met mogelijke maatregelen. Er was hier een sanctiebeleid dat er op neerkwam dat mensen die werk weigerden eerst vijf procent, daarna vijftien procent en uiteindelijk twintig procent werden gekort op hun uitkering. De klantmanagers gaven aan dat ze daarom moesten
INIGINGEN KOmEN GEmEENTELIJKE
Foto gemeente Utrecht
rinda den Besten
lachen, het deed hen niets. Nu krijgen die mensen meteen dertig procent korting en als ze vervolgens blijven weigeren om te gaan werken, wordt de uitkering volledig stopgezet. Er is hier wel werk. Maar veel mensen willen niet in de haven of de tuinbouw werken. Als ze niet willen, krijgen ze ook geen uitkering meer.’ ‘Het is natuurlijk wel van groot belang dat je een goed evenwicht vindt tussen mensen die kunnen werken en mensen die kwetsbaar zijn of zorg nodig hebben. We hebben nu 35.000 mensen met een uitkering. Dat moeten er gemiddeld 33.000 over het hele jaar zijn om het tekort weg te werken. Dit jaar moeten we dus nog forse slagen maken. We zien nu al dat het aantal naar beneden gaat. Maar ik besef dat we slechts van dagkoersen kunnen spreken; de beleidsveranderingen zijn immers nog maar pas ingevoerd. Van een trend kun je daarom nog niet spreken.’
In de gemeente Utrecht is GroenLinks de grootste partij, gevolgd door de PvdA. Met D66 vormen deze partijen het college van B en W. Utrecht moet 55 miljoen euro bezuinigen op een totaalbudget van 1,3 miljard. ‘Dat valt nog mee’, meent PvdA-wethouder Rinda den Besten (onder meer Werk en Inkomen).
Hoe is het om als PvdA-wethouder bezuinigingen, opgelegd door VVD, CDA en gedoogpartner PVV, uit te moeten voeren? ‘Tja…, ingewikkeld. Veel keuzes, die dit kabinet heeft gemaakt, zouden ook door de PvdA zijn gemaakt bij regeringsdeelname. Alleen een stuk minder fors. Want de PvdA zou de hypotheekrenteaftrek hebben aangepakt en dat had meteen veel geld opgeleverd. Het is natuurlijk niet zo dat ik een VVD/CDA-beleid uitvoer. Want lokaal kan de PvdA het verschil maken.’
u wilt het sociaal beleid overeind houden, maar dat lukt toch niet met deze rijksbezuinigingen? ‘Dan gaat het met name om de reïntegratiegelden. We worden daarop zeventien miljoen euro gekort. Eenmalig hebben we zes miljoen euro hier zelf voor vrijgemaakt. Door dat geld handig in te zetten, kunnen we heel veel doen. Desondanks is de afbraak niet af te wenden. Ons werkloosheidspercentage is nu 4,8. Dat is heel netjes, vind ik. We hebben een ander soort werkloosheid dan in andere grote steden. Utrecht heeft veel dienstverlening en in
Speerpunten van het Utrechtse college zijn duurzaamheid en ‘alle sociale terreinen’, zoals Den Besten dat noemt. Zo gaat de stad 60 miljoen euro, een bedrag dat in het vorige college was
die sector zijn in de afgelopen jaren klappen gevallen. Maar voor de rest blijft ons beleid overeind. De kwaliteit wordt niet aangetast en dankzij de PvdA gaat er van het armoedebeleid geen cent af. Op andere terreinen van welzijn en sociale zaken komen we wel tot beperkte bezuinigingen, maar daar merken de inwoners niets van. En als ze al iets merken, dan is het dat de kwaliteit is toegenomen. We gaan anders, efficiënter werken. Daar wordt een kostenbesparing gehaald. En ik denk dat efficiënter werken ook een betere kwaliteit kan betekenen.’’
Dankzij de PvdA gaat er geen cent van het armoedebeleid af vrijgemaakt voor een invalsweg, investeren in onder meer fietssnelwegen, fietsstallingen en tramverbindingen.
utrecht wil de 55 miljoen euro uitsluitend op het ambtelijk apparaat bezuinigen. Op welke manier wordt dat bedrag gehaald? ‘We hebben bureaus onze organisatie laten doorlichten op doelmatigheid en doeltreffendheid. Daar is uitgekomen dat we die 55 miljoen uit de organisatie kunnen halen. Het betekent natuurlijk wel verlies van banen. Bij Werk en Inkomen verdwijnen er 200 van de 600. Maar dat kan zonder gedwongen ontslagen omdat we veel extern hebben ingehuurd. Enerzijds is de inkrimping van het ambtelijk apparaat logisch, want er valt veel werk weg. Flink minder geld voor reïntegratie betekent ook flink minder werk.’ ‘Hetzelfde geldt voor de forse bezuinigingen op natuur en cultuur.
Anderzijds is de inkrimping bij Werk en Inkomen logisch omdat uit de onderzoeken bleek dat onze organisatie te veel was uitgedijd. Er zat veel ‘lucht’ in. Onze ondernemingsraad is kritisch, maar ziet ook dat we niet alleen snijden maar ook verbeteringen doorvoeren. Er wordt door de ambtenaren met veel begrip aan gewerkt. Maar voor de ambtenaren die zich bezighielden met bijvoorbeeld inburgering, natuur en cultuur is het hier echt niet leuk meer. Het kabinet heeft hun werk wegbezuinigd. De landelijke bezuinigingen komen harder aan dan de gemeentelijke, hoor!’ VVD-fractievoorzitter Kees Geldof heeft veel kritiek op het beleid van het college. Hij zegt onder meer dat er een onverantwoord beroep op de reserves worden gedaan. ‘Dat is helemaal niet waar! We plunderen geen reserves. Ons weerstandsvermogen moet 1 zijn. Toen dit college aantrad, na een college waar de VVD zelf ook in zat, was dat gedaald naar 0,5. Inmiddels zitten we weer op 1. De stad is echt financieel gezond. Links heeft misschien het imago van potverteren, maar dat is juist helemaal niet zo.’
Ondernemers klagen over een ophanden zijnd verbod op terrasverwarming en voorzitter Michaël Kortbeek van de Kamer van Koophandel Midden-nederland liet in de Volkskrant optekenen dat er te weinig aandacht is voor de economische ontwikkelingen en de bereikbaarheid van de stad.
‘Diezelfde soort kramp. We verhogen de lasten van de ondernemers niet. Er heeft alleen een kleine indexering plaatsgevonden. Wat betreft dat verbod op terrasverwarming: helemaal niet waar. Het is een imagoverhaal, heel jammer. Ik heb werkgevers nodig om mensen aan het werk te krijgen. Ik kom bij ze over de vloer, dus ik weet wat er speelt. Het klopt niet wat Kortbeek zegt.’ ‘En wat de bereikbaarheid betreft: je kunt nog wel meer zes- of achtbaanswegen naar Utrecht aanleggen, maar dan staat iedereen op de stadsgrens vast. Utrecht groeit door, maar we kiezen daarbij wel voor de fiets en openbaar vervoer. We moeten wel, want we zien ook in Utrecht dat het aantal gevallen van cara en astma stijgt door alle uitlaatgassen. Europa stelt eisen wat betreft de kwaliteit van de lucht en meer autoverkeer kunnen we gewoonweg niet aan. Bovendien: Utrecht is een middeleeuwse stad. Je gaat daar niet in breken om wegen aan te leggen.’ Kortbeek meent ook dat door uw beleid de welvaart in de stad in het geding kan komen. ‘Ik zou niet weten waarom. De koopkracht van onze inwoners is goed. We hebben de lasten niet verhoogd, alleen geïndexeerd. We zijn een groene, gezellige en gezonde stad. Hoeveel welvaart wil je hebben?’
5
2de kmr Net toen de besmette komkommers uit het nieuws raakten, ging de Tweede Kamer met reces. En juist de zomermaanden lenen zich meestal voor komkommernieuws… Wat speelde er net daarvoor nog in de Kamer?
Foto Serge Ligtenberg
TON LANGENHUYZEN is beleidsmedewerker van de Tweede Kamerfractie van de PvdA. Heeft u een vraag aan hem of wilt u reageren? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] of bel 070-3182792
Jonge asielzoekers Onlangs heeft minister Leers plotseling de financiële steun voor een project voor begeleiding en opvang van ex-alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) in 19 gemeenten stopgezet. Het gevolg is dat deze kwetsbare jongens en meiden op straat dreigen te komen, met alle risico’s van dien. Ama’s zitten vaak al vele jaren alleen in Nederland, hebben meestal weinig binding meer met het land van herkomst en zijn zeer kwetsbaar voor uitbuiting en mensenhandel. De minister had eerder juist toegezegd dat de financiële middelen in elk geval zouden doorlopen totdat het project was geëvalueerd. Die evaluatie was voor de zomer gepland, maar heeft twee maanden vertraging opgelopen. Deze jongeren mogen daar niet de dupe van worden. Zonder dat de minister al weet of het project succesvol is, of niet, doet hij de geldkraan dicht. Sommigen gemeenten lossen het financieel zelf op, maar veel ook niet. Kamerlid Hans Spekman roept de gemeenten daarom op om te blijven zorgen voor de ex-ama’s, in ieder geval tot de minister het project heeft geëvalueerd.
stllng vd mnd
KoMKoMMeRnieuwS? Wietpas (vervolg) In het vorige nummer schreef ik al over het plan van het kabinet om door middel van een pasjessysteem van coffeeshops besloten clubs te maken. Een dergelijke wietpas zou alleen aan ingezetenen van Nederland mogen worden verstrekt. De Raad van State heeft eind juni uitspraak gedaan in een zaak tussen de gemeente Maastricht en een coffeeshophouder. De gemeente had enkele jaren geleden een coffeeshop tijdelijk gesloten omdat die tegen de APV in, toch wiet had verkocht aan buitenlanders. De Raad van State besloot dat deze sluiting achteraf niet had gemogen. Dat lijkt dus op een overwinning voor de tegenstanders van de wietpas, maar nadere lezing van de uitspraak leert anders. De Raad van State vond het namelijk niet zozeer een probleem dat de gemeente Maastricht onderscheid maakte tussen Nederlanders en buitenlanders, ook al wringt dit met EU-regelgeving, maar vond het een groter probleem dat de gemeente Maastricht dit deed op grond van de eigen APV. Die verordening is ondergeschikt aan de wet en op basis van de wet – in dit geval de Opiumwet – zijn ook softdrugs zoals wiet nu eenmaal verboden. Het feit dat dit verbod niet altijd wordt gehandhaafd – het bekende gedoogbeleid – doet aan het wettelijke verbod op zich niets af. Kortom: als de wietpas bij wet wordt vastgelegd zou daarmee het door het kabinet gewenste onderscheid tussen Nederlandse en buitenlandse be-
wieTpaS
Elke maand legt Lokaal Bestuur een stelling aan je voor. Vorige keer was dat:
De invoering van de wietpas is een prima middel om de drugsoverlast een halt toe te roepen. We kregen de volgende reacties:
Peter den Oudsten, burgemeester van Enschede: De invoering van de wietpas brengt het grote risico met zich mee dat de illegale straathandel toeneemt. Dit is ongewenst omdat er dan geen controle is op gebruikers (denk aan leeftijd) en op de kwaliteit van de drugs. Voor een grensgemeente komt daar de complicatie bij dat er een aanzuigende werking ontstaat voor Duitsers die hun druginkopen in Enschede komen doen. Het klinkt paradoxaal, maar door dit ledensysteem is er juist minder zicht op gebruik en gebruiker. De wietpas lost daarom niets op. In plaats van controle bij de voordeur, pleit ik voor meer controle aan de achterdeur om meer invloed te hebben op de kwaliteit van de aangeleverde hennep. Adriënne Veraart, fractievoorzitter in Bergen op Zoom: De wietpas als wondermiddel. Als je dit maar luid, duidelijk en vaak roept gaan mensen er vanzelf in geloven. Dat lijkt het adagium van de spierballenminister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten. Wondermiddelen zijn er helaas niet voor de weerbarstige praktijk van de wereld van de drugsoverlast.
6
Want drugsoverlast is niet alleen toeloop van veel buitenlandse gebruikers in grensstreken, schots en scheef geparkeerde auto’s en geluidsoverlast in de buurt. Drugsoverlast is ook het illegaal dealen op straat, gemakkelijk geld verdienen voor jeugdige drugskoeriers op snelle scooters, onveiligheid door criminele afrekeningen in de openbare ruimte, bedreiging van politieke ambtsdragers. Zolang de voordeur gereglementeerd open blijft staan maar de tocht van de achterdeur wordt genegeerd, zullen vormen van drugsoverlast volop blijven bestaan. Op zoek dus naar een ander wondermiddel. In Bergen op Zoom en Roosendaal zijn de coffeeshops gesloten. Het aantal buitenlandse drugsbezoekers, 25000 per week!, is nagenoeg verdwenen. De overlast in buurten is sterk verminderd. Maar het zicht op de lokale gebruikers is verminderd, het dealen op straat blijft bestaan, een deel van de gebruikers zoekt zijn heil in de nabijgelegen gemeenten. Een paardenmiddel dus en geen wondermiddel. Het wordt tijd dat Den Haag het lef heeft om het telen, verstrekken en gebruik van softdrugs te reguleren. Gecombineerd met
Foto Nationale Beeldbank
een keiharde aanpak van het criminele drugscircuit. Het gedoogbeleid past niet meer op de werkelijkheid van 2011. Het luid, duidelijk en vaak verkondigen dat zoiets ‘niet mag’ van Europa is eveneens niet meer geloofwaardig. Buurlanden realiseren zich steeds meer dat harde repressie niet werkt. Laten we de draad weer oppakken van Nederland als Gidsland: regulering als wondermiddel? Gijs van den Berg, fractievoorzitter in Terneuzen: Met een wietpas reguleer je alleen de overlast bij de coffeeshop. Je houdt bezoekers van buiten de gemeente weg, maar daarmee is de overlast niet weg. Wil je echt de drugsoverlast aanpakken dan moet je softdrugs legaliseren. Op dat moment kun je de teelt controleren, de prijzen zullen zakken en daardoor wordt het oninteressant voor criminelen om de keten te beheersen. De Voedsel- en Warenautoriteit kan
zoekers van coffeeshops kunnen worden gemaakt. Daarmee doet zich dan wel de situatie voor dat in de Opiumwet wiet nog bij de verboden middelen staat, terwijl de verkoop door middel van een pasjessysteem wel is toegestaan. Lea Bouwmeester wees er op dat het op zijn minst vreemd zou zijn dat een illegaal goed wel legaal worden verkocht zou kunnen gaan worden. Hoewel er ongetwijfeld een juridisch konijn uit de hoge hoed van de wetgevingsjuristen zal worden getoverd, blijft dit wringen. De oplossing is simpel: reguleer de hele keten van de productie tot en met de verkoop bij wet. En laat dat nu net al jaren het PvdA-standpunt zijn… Kabinetsformatie Na de verkiezingen moet zoals bekend een nieuw kabinet worden gevormd. Daar waar de Kieswet tot in detail regelt hoe de verkiezingen moeten verlopen, is er over wat er daarna moet gebeuren vrijwel niets in wet- of regelgeving vastgelegd. Het proces van kabinetsformaties is grotendeels gebaseerd op gewoonten. Er is nergens in een wet iets vastgelegd over de informateur, de rol van de koningin of de gewenste coalitie. Wel wordt er al decennia lang gesproken over een andere vormgeving van het formatieproces. De Tweede Kamer heeft dat voor de laatste keer gedaan toen het over een wijziging van het eigen reglement van orde ging. Die wijziging werd gedaan op voorstel van Van der
kwaliteitscontroles uitoefenen op de werkzame stof in de teelt wat de gezondheid van de gebruiker ten goede komt. De overheid zou belasting kunnen heffen op de softdrugs net als bij tabak en alcohol en de overheid kan eisen stellen aan de verkoop aan minderjarigen. Willem Gradisen, waarnemend burgemeester gemeente Liesveld: De drugsoverlast en de gerelateerde criminaliteit is een stevig probleem. Toch betwijfel ik of invoering van de wietpas een goed middel is om overlast te bestrijden. Het voornemen is om de wietpas in heel Nederland in te voeren. Met de wietpas worden niet alleen buitenlanders geweerd, maar ook Nederlanders die niet geregistreerd willen staan. Volgens mij neemt de illegale wiethandel toe en daarmee de overlast. Overlast die zich overal kan voordoen zoals in woonwijken. Bovendien is er geen toezicht meer op de leeftijd van de koper en op de aangeboden kwaliteit. De straatdealers kunnen verder naast wiet ook harddrugs aanbieden. Maryska nastaly, raadslid in Vlissingen: Ik heb twijfels of de invoering van de wietpas de drugsoverlast een halt zal toeroepen. Niet alle mensen die wel eens
Ham (D66) en Van Gent (GL). Dat voorstel zorgde ervoor dat artikel 139a van het Reglement van Orde werd aangevuld in de zin van dat de Kamer in de eerste vergadering na haar verkiezing kán beraadslagen om de betekenis van de verkiezingsuitslag vast te stellen en zo richting te geven aan de kabinetsformatie. In een nieuw voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde gaat D66 een stapje verder. Concreet wordt voorgestel dat in de eerste vergadering na de verkiezingen de Kamer een informatieopdracht formuleert en een informateur aanwijst. Als de informatie mislukt, geeft de Kamer een nieuwe opdracht en wijst nieuwe informateurs aan. Verder in het proces wijst de Kamer de formateur aan. Pierre Heijnen kon zich in grote lijnen vinden in de voorstellen van zijn D66-collega’s. Hij vindt dat de Kamer het heft in eigen hand moet nemen bij de vorming van een regering en dat daarover meer publieke verantwoording moet worden afgelegd. Wel heeft hij nog vragen over de praktische uitvoerbaarheid. Wat moet er bijvoorbeeld gebeuren als de Kamer bij het benoemen van een (in)formateur er niet uit komt? Een eerdere poging uit de jaren ’70 om de koningin buiten het formatieproces te houden mislukte jammerlijk toen de Kamer het niet eens kon worden over de formatie en alsnog de koningin moest consulteren.
wiet gebruiken zullen zich willen laten registreren om een wietpas te verkrijgen. Gevolg is dat ze de wiet buiten de coffeeshops om op straat zullen kopen, waardoor de drugscriminaliteit kan toenemen. Ook het thc-gehalte valt dan niet te controleren, met als gevolg meer kans op verslaving. Het zou wel goed zijn om gecontroleerde wietteelt toe te staan. De achterdeurvoorraad van coffeeshops moet dan gelijk zijn aan wat er bij de voordeur uit gaat. Dus net als bij gewone sigaretten en alcoholische drank. Carine Bloemhoff, raadslid in Groningen: De wietpas zal juist leiden tot meer drugsoverlast. In Groningen hebben we weinig last van drugstoerisme. Er komen wel jaarlijks duizenden internationale studenten hier studeren. Zij zullen door de invoering van de wietpas straks niet meer naar de coffeeshop kunnen. Daarnaast zullen veel mensen helemaal geen lid willen worden van een bepaalde coffeeshop Het gevolg is dat zij hun wiet elders gaan halen en de illegale straathandel toeneemt. Dit betekent een toename van criminaliteit en (jonge) mensen die eerder in aanraking komen met gevaarlijkere soorten drugs. De wietpas is voor Groningen een oplossing voor een nonprobleem, terwijl de onveiligheid toeneemt.
De nieuwe stelling luidt:
Indirecte verkiezingen voor de waterschappen worden een nóg groter debacle dan de Eerste Kamerverkiezingen. Mail je opvatting (max 100 woorden) naar
[email protected]
lijks m Evenm zich e vanaf wat o gaat n om h dus n prakt strak ‘Wir Want niet m
NIEUw IN dE STATEN Drie nieuwkomers in Provinciale Staten, Rawa Hassan (Zuid-Holland), Hans Bosch (Limburg) en Wanda Ottens (Friesland) doen elke maand in Lokaal Bestuur verslag van hun belevenissen in en buiten het provinciehuis. RAwA HASSAN ZUId-HOLLANd
dEEL JE KENNIS ‘Een mens heeft alles in handen en toch laat hij alles uit louter lafheid aan zijn neus voorbijgaan...’. Woorden uit Misdaad en straf van Fjodor Dostojevski. Een bekende economische theorie zegt dat niemand er beter van wordt zonder dat het een ander slechter vergaat. Maar die theorie geldt niet voor alles in het leven. Bij voorbeeld niet als het gaat om de liefde voor de medemens, de passie voor het leven en het belangrijkste: kennis delen met anderen. Een euro kun je maar één keer uitgeven, maar kennis kun je meer dan één keer besteden. Kennis maakt de ene mens niet slechter doordat een ander er beter van wordt. Kennis is macht, macht om te overleven, macht om te veranderen en vooral macht om je bewust te zijn van alles wat er om ons heen gebeurt. Kennis kun je delen en dat is precies wat ik de afgelopen maanden in de provincie heb meegemaakt. Het doorgeven van kennis op de juiste manier is belangrijk om samen als PvdA sterker te zijn dan ooit te voren. Een week lang heb ik samen met andere jongeren uit de hele wereld kennis gedeeld op het IUSY Worldfestival in Oostenrijk. Wat wij daar hebben gedeeld, was meer dan alleen kennis uit boeken. Het was kennis die ons eraan herinnerde waarom we het eigenlijk allemaal doen, waarom we het niet opgeven. Wat er in Noorwegen is gebeurd, heeft ons allemaal geraakt. Hoe een idee van één persoon werkelijkheid kan worden. Hoe één iemand het leven van zoveel anderen kan nemen. ‘Een mens heeft alles in handen en toch laat hij alles uit louter lafheid aan zijn neus voorbijgaan…’. Die woorden zouden door Behring Breivik negatief worden opgevat. Maar in mijn ogen zijn het woorden van moed en hoop, een aansporing om meer dan ooit voor mijn idealen te strijden en me niet te laten tegenhouden door lafheid. Ik deel mijn kennis met u, en nu is het aan u om ook uw kennis te delen.
HANS BOSCH LImBURG
HET NIEUwE LImBURG?
mee moeten confronteren. min mag Laurence Stassen er met het pseudo-excuus f maken dat haar uitspraak ongelukkig was getimed. Het niet om de timing, het gaat het zaaien van haat. En als we niet stevig genoeg tegen deze tijken ageren, hoeven wij ons ks niet in slaap te sussen met haben es nicht gewusst’. t dan slapen we helemaal meer.
In mijn eerdere bijdragen heb ik de rol en positie van de PVV in Limburg als grootste partij en de coalitie met CDA en V VD in onze provincie besproken. Toch heb ik één opvallende uitspraak van de lijsttrekker van de PVV in Limburg, Laurence Stassen, bewust niet aangehaald. Op de dag vóór de bespreking van het coalitieakkoord en de verkiezing van het nieuwe college van Gedeputeerde Staten noemde ze de nieuwbouw van een moskee in Roermond een ‘haatpaleis’ In een interview met dagblad De Limburger gaf ze later aan dat ze ‘het moment wat ongelukkig gekozen’ vond! Nog geen twee maanden later wordt het grootste bloedbad door één persoon uit de Noorse geschiedenis aangericht. We waren allen getuige van de afschuwelijke aanslag en de schietpartij in Oslo. De dader bleek een ‘stille’ aanbidder van Geert Wilders te zijn. De woede over Breiviks koelbloedige daden is nog lang niet over, maar het is wel duidelijk dat hier sprake was van puur politieke motieven. Dat heeft eens te meer duidelijk gemaakt hoezeer Wilders en zijn volgelingen, zoals Laurence Stassen, een stempel drukken op het sociaal-politieke klimaat in onze samenleving. Uit enquêtes en onderzoeken na Breiviks schanddaden blijkt dat de helft van de Nederlanders nog steeds niet vindt dat Wilders zijn oorlogstaal moet matigen. Het proces over de vraag of hij bezig is geweest met haatzaaien en overtreding van de wet is als een nachtkaars uitgegaan. Marc Verheijen, VVD-leider in Limburg, trok kort geleden gelukkig een keer fel van leer tegen Geert Wilders. Gelukkig dacht ik, eindelijk doet ook een rechtse Limburgse leider er niet langer het zwijgen toe. Maar helaas wist Mark vervolgens niet hoe snel hij zijn woorden weer moest inslikken. Niets is zo verleidelijk en vergankelijk als een Twitter-statement. Maar het is duidelijk dat we hebben te maken met een serieus maatschappelijk en politiek probleem. De geschiedenis van de 20ste eeuw heeft pijnlijk duidelijk gemaakt hoe radicalisme ontstaat en waar het toe kan leiden: vandaag lijkt ‘Breivik’ nog een incident, maar voor we het weten worden we omringd door geradicaliseerde fanatici die geen enkele vorm van geweld schuwen. Daarom mogen we geen genoegen nemen met het statement van Geert Wilders zoals hij dat ná de slachtpartij van Breivik heeft afgelegd. Als hij een geweten heeft dan trekt hij zich wel degelijk iets aan van het gebeurde! En anders zullen wij hem daar dage-
wANdA OTTENS FRIESLANd
NAAR BUITEN Wat ik heel goed vind binnen onze fractie, is dat er een werkgroep is opgezet die nadenkt over de communicatie van de statenfractie naar buiten. ‘Naar buiten’ is natuurlijk een relatief begrip. De één vindt de rode PvdA-familie al een hele uitstap, terwijl de ander zonder zijn rode jas aan te trekken om rozen uit te delen en met mensen te praten niet buiten is geweest. Weer een ander maakt er een sport van om zoveel mogelijk de aandacht van de media op te eisen. Wat ‘naar buiten’ voor een ieder ook inhoudt, er zijn geen goede en geen foute manieren om erop uit te trekken en iedereen kiest datgene wat bij hem of haar past. Ik geloof dat het de geloofwaardigheid, authenticiteit en echtheid bevordert als we allemaal datgene doen wat bij ons past. In de werkgroep communicatie is een prachtig vierjaren plan bedacht. Want plannen zijn nodig. Plan je niet, dan kom je er met de volgende verkiezingen achter dat je het allemaal wel heel graag anders wilde, maar dat de stukken, de mail en de contacten op het provinciehuis zo veel tijd in beslag namen dat je er simpelweg niet aan toe bent gekomen om dingen te ondernemen. Laat staan om er over na te denken hoe je de fractie en jezelf wilt profileren. Om dat te voorkomen dus een mooi plan. De eerste jaren gaan we zaaien, en daarna oogsten. Ondertussen gaat iedereen een positief imago opbouwen en worden woordvoerders gekoppeld aan een bepaald thema. Wat er uitgedragen wordt en hoe, verschilt per statenlid en woordvoerderschap. Al komen in de gehele elfkoppige fractie steeds weer dezelfde onderwerpen terug: werk, duurzaam en sociaal. Het is de bedoeling dat mensen over drieënhalf jaar denken: PvdA Fryslân zet zich in voor werk, duurzaamheid en sociale belangen en als ze mij zien denken ze: O ja, zij is van water en duurzaamheid. Het lijkt simpel, en heel misschien is dat het ook wel. Niet verzanden in allerlei bijzaken, in stukken die helemaal niet gelezen hoeven te worden, maar je bij alles wat je doet afvragen: ‘Straal ik nu uit wat ik wil uitstralen?’Hebben we focus? Snappen mensen ons nog? En begrijpen wij de mensen nog?’ Vier jaren de grootste fractie met een visie, dat kan niet onopgemerkt blijven.
7
‘quote’
Foto Nationale Beeldbank
De bestuursvleugel van het Limburgse gouvernement. De PvdA doet hier, net als in vier andere provincies, niet meer mee aan het dagelijks bestuur van de provincie.
PvdA ZIT NIET mE AAN TAFEL De positie van de PvdA op lokaal en provinciaal niveau is de afgelopen anderhalf jaar flink veranderd. Na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2010 en de provinciale verkiezingen van begin dit jaar is het een goed moment om de bestuurskracht van de PvdA eens nader te bekijken.
JACqUELINE KALK EN mARGRIET vISSER SecReTaRiS, ReSp. beleiDSMeDeweRKeR clb
8
Na het verlies van veel raadsleden en wethouders in 2010 zijn we nu ook in de provincies onze vanzelfsprekende positie kwijt. Als je naar de uitslag van de laatste provinciale Statenverkiezingen kijkt, dan kun je in de cijfers geen verklaring vinden waarom de PvdA is teruggegaan van elf1 collegedeelnames naar de huidige 7. Ten opzichte van de uitslag in 2007 hebben wij dit jaar slechts 9 Statenzetels verloren. Grote verliezer CDA heeft het echter qua collegedeelname veel beter gedaan dan wij, zij zijn in 10 van de 12 provincies in de colleges terecht gekomen. Als we kijken naar de samenstelling van de provinciale colleges, dan moeten we concluderen dat er veel moeite is gedaan om de PvdA buiten de deur te houden. Er is een aantal wonderlijke combinaties ontstaan, zeker als je ‘linkse samenwerking’ in ogenschouw neemt. Als de verkiezingsuitslag geen aanleiding was om de PvdA bui1 Na de provinciale verkiezingen in 2007 zat de PvdA in elf van de twaalf provincies in het bestuur, alleen in Zeeland ontbrak de PvdA. Halverwege de periode 2007-2011 is de PvdA in Utrecht uit het college gevallen. Wij zijn de periode dus geëindigd met tien collegedeelnames.
ten de deur te houden, waarom zijn wij dan wel de grote verliezers van de coalitieonderhandelingen? Een aantal mogelijke verklaringen:
de ChristenUnie. In Zuid-Holland hebben PvdA en GroenLinks elkaar vastgehouden in de onderhandelingen, maar dit leidde tot coalitiedeelname van alleen
Het gaat niet meer om ‘wie gunnen wij een plek?’ maar om ‘hoe komen wij aan tafel?’ Linkse samenwerking In de aanloop naar de Statenverkiezingen en in de fase van onderhandelingen werd de nadruk gelegd op de samenwerking met de SP. Het resultaat is dat de SP voor het eerst in haar bestaan in twee provincies bestuursverantwoordelijkheid heeft (NoordBrabant en Zuid-Holland), maar verrassend genoeg zit de PvdA in de oppositie. In Utrecht maakt GroenLinks deel uit van het college en is de PvdA oppositiepartij. In de zeven provincies waar de PvdA wel in de coalitie zit, kan alleen in Groningen enigszins gesproken worden van linkse samenwerking. D66 en VVD complementeren echter het paars+-college. In NoordHolland en Gelderland is D66 de meest ‘linkse’ coalitiegenoot, in Friesland de FNP en in Flevoland
de SP. In Fryslân trok GrienLinks zich uit de onderhandelingen terug toen bleek dat zij geen gedeputeerde mochten leveren. We moeten concluderen dat de veronderstelde logische keuze voor linkse samenwerking blijkbaar niet zo logisch is in de diverse provincies. Was het een realistische vraag aan de provinciale PvdA-fracties om samen te werken met de SP? Niet iedereen waardeerde de boodschap over samenwerking; Deels omdat dit de autonomie van de provinciale onderhandelaars beperkt, deels omdat wij in onze partij een Pavlov-reactie hebben ten opzichte van alles wat naar centrale regie riekt. Maar bovenal omdat eerdere ervaringen met de SP geen vertrouwen hebben gegeven dat deelname van de SP in het belang van de PvdA in dat gebied is.
nws IJSJE vAN dE wETHOUdER
KOm NAAR HET FESTIvAL! Op zaterdag 12 november vindt in Utrecht het 15de Festival van het Binnenlands Bestuur plaats, georganiseerd door het Centrum voor Lokaal Bestuur. We komen dit keer bijeen in het sfeervolle Spoorwegmuseum. Het Festival begint ’s ochtends met de Algemene Ledenvergadering van het CLB. Evelien Tonkens houdt daarna de Wibautlezing over het thema actief burgerschap. Zoals gebruikelijk zijn er ook weer veel workshops. Er is volop gelegenheid om elkaar in een ontspannen sfeer te ontmoeten en om te netwerken. Natuurlijk kun je ook een kijkje nemen in het Spoorwegmuseum zelf. Noteer de datum vast in je agenda. Je bent van harte welkom!
Belofte maakt schuld, en dus trakteerde wethouder Jan Willem van de Kolk van Stadskanaal aan het begin van de zomervakantie op een ijsje. Hij had beloofd dat te doen als hij voor de zomer 500 volgers op zijn twitteraccount zou hebben. Blijkbaar hadden velen zin in het ijsje, want het aantal followers groeide in één maand met meer dan 100 tot 520. Een groot deel daarvan is tussen de 15 en 25 jaar oud.
Er kwamen uiteindelijk 22 volgers opdraven om het ijsje te verorberen. Veel anderen lieten via weten dat ze helaas toch niet konden. De actie leverde veel positieve reacties op en op straat werd er druk gepraat. De lokale pers besteedde er ook aandacht aan. Van de Kolk is een fervent twitteraar. In 140 tekens informeert hij zijn achterban over zijn dagelijkse bezigheden. Hij gebruikt het medium ook om activiteiten te organiseren. Zo bracht hij samen met 13 followers onlangs een bezoek aan een streekziekenhuis in Stadskanaal. De ijsjesactie was een spontaan idee. ‘Geen barbecue voor de incrowd op het Binnenhof, maar ijsco’s eten met followers in het centrum van Stadskanaal’, aldus de wethouder. PvdA’ers die de ambitie hebben om over drie jaren lijsttrekker te zijn bij de gemeenteraadsverkiezingen doen er volgens Van der Kolk goed aan om via de sociale media nu al actief aan de slag te gaan en followers te werven. REACTIES wELKOm Wil je reageren op wat je in deze Lokaal Bestuur leest? Laat het ons weten. Zorg ervoor dat je mailtje uiterlijk donderdag 1 september in ons bezit is, dan kunnen wij het in het oktobernummer plaatsen. Alle andere kopij voor dat nummer moet op maandag 29 augustus in ons bezit zijn. Je kunt je bijdrage sturen naar eindredacteur Jan de Roos, email:
[email protected] De sluitingsdatum voor het novembernummer is maandag 3 oktober.
EER vANZELF Veranderende tijden voor de PvdA In een politiek landschap dat steeds verder versplinterd raakt, is het een kunst om aan de ene kant een helder herkenbaar PvdA-geluid te laten horen en aan de andere kant op een slimme manier te kunnen samenwerken en verbindingen aan te kunnen gaan. Dit hebben we niet altijd goed op orde. En daardoor worden we vaker dan vroeger aan de kant gezet. Wij blijven te veel denken en soms ook handelen vanuit onze ‘oude’ positie als grootste partij, en zijn te vaak verrast als blijkt dat de ‘anderen’ het ook zonder ons kunnen. Dit zou nooit meer een verrassing mogen zijn. Wij moeten ons denken en handelen richten op ‘aan tafel komen’, in plaats van op ‘wie gunnen wij een plek?’ Deze tendens beperkt zich niet tot het provinciale niveau. Ook lokaal is ‘men’ ons soms beu, of wij dat nu terecht vinden of niet. Nauwelijks anderhalf jaar na de gemeenteraadsverkiezingen is al een flink aantal colleges van samenstelling veranderd. In veel van deze nieuwe colleges keert de PvdA niet terug. De wisseling van de wacht in Alkmaar is misschien wel het bekendste voorbeeld. Twee coalitiegenoten en een aantal oppositiepartijen hebben een deal gesloten om de PvdA (en GroenLinks) uit het college te wippen. Met een schijnmanoeuvre over de verplaatsing van een ziekenhuis is het hele politieke
speelveld ondersteboven gedraaid. Na de collegewisseling speelt het ziekenhuis geen enkele rol van betekenis meer. Sterker nog, de verantwoordelijke wethouder is na de wisseling weer opnieuw op hetzelfde dossier benoemd! Interne strubbelingen Soms is men ons ook beu omdat we er niet in slagen om onze eigen, interne strubbelingen intern te houden. Als wij rollebollend met elkaar over straat gaan, zijn wij geen fijne samenwerkingspartner. Daar wordt je op afgerekend, lokaal en provinciaal. Lokaal zijn daar legio voorbeelden van, met zelfs scheuringen van fracties tot gevolg (Westenveld, Schagen, Veenendaal, Eemsmond, Nieuwegein). Vaak zijn onze eigen interne procedures de oorzaak van deze interne conflicten. Onduidelijke statuten en reglementen verhogen de kans op problemen rondom kandidaatstelling. Denk maar aan de mogelijkheid van het hebben van een lijsttrekkersverkiezing zonder dat er afstemming (mogelijk) is over de lijst zoals die wordt voorgesteld door een kandidaatstellingscommissie. Dat kan heel goed gaan maar ook leiden tot pijnlijke situaties, zoals in de provincie Utrecht is gebeurd. Voor andere partijen was dit de reden om ons niet te noemen als mogelijke coalitiegenoot. Denk ook aan voorkeurstemmen. Dit is op voorhand helemaal geen probleem, maar kan dit wel
worden als de achterban van het raadslid of Statenlid druk gaat uitoefenen: “We hebben je toch niet voor niets gekozen”. Dit kan tot hele vervelende situaties in fracties leiden, waardoor ook voor de buitenwereld de PvdA even niet als ideale samenwerkingspartner wordt aangemerkt. Hoewel er nadrukkelijk wordt geadviseerd om een diverse lijst
eert. Evaluaties zijn nodig om te kunnen leren en zaken te kunnen verbeteren. Daarbij gaat het niet alleen over de kandidaten die de lijst gehaald hebben en of hun kwaliteiten voldoende zijn. Het is ook belangrijk om te kijken of de lijst divers genoeg was samengesteld, zodat ieder zijn kandidaat kon vinden die voor hem herkenbaar was. Als dat niet zo is, kan
Interne strubbelingen kunnen aanleiding zijn om de PvdA links te laten liggen samen te stellen - om op deze manier te voorkomen dat mensen van een onverkiesbare positie toch worden gekozen - gebeurt dit nog steeds niet voldoende. Het is onverstandig om pas op plaats 8 de eerste vrouw te zetten, of de eerste allochtone kandidaat op plaats 17. Als er op tijd en goed wordt gescout naar talent, dan heeft de kandidaatstellingscommissie als het goed is voldoende talentvolle mensen om uit te kiezen. En kan de commissie een diverse lijst samenstellen zonder af te hoeven doen aan de kwaliteit van de kandidaten. Kandidaatstelling evalueren Het is aan te raden om iedere kandidaatstelling te evalueren, zoals nu ook het partijbestuur de kandidaatstelling voor de Eerste en Tweede Kamer evalu-
dat er toe leiden dat (ook voor beide Kamers) voorkeurstemmen een grotere rol gaan spelen. Dat is eigen aan de mogelijkheden van het systeem. Afspraken hierover kun je maar ten dele afdwingen. Afspraken maak je op basis van wederzijds vertrouwen en het inzien van het belang van de afspraak. Als daaraan getwijfeld wordt en de twijfel wordt niet opgepakt, dan krijg je dat niet iedereen de afspraak gaat hanteren. Natuurlijk kun je dat legitimeren door te stellen dat een Statenlid zonder last Statenlid is, maar dat zijn vaak gelegenheidsargumenten. Het idee gehoord te worden is veel belangrijker. Bestuurskracht De afgelopen anderhalf jaar heeft de PvdA lokaal en provinciaal veel te verduren gehad. De vragen die
daarbij horen te worden gesteld zijn onder andere: waarom zijn we niet meer ‘in’ maar ook hebben we wel goed onderhandeld? Doordat wij in de periode 2006-2010 eigenlijk ruim boven onze stand hebben geleefd in de gemeenten, kwam de klap des te zwaarder aan. We hebben afscheid moeten nemen van een derde van alle raadsleden en de helft van de wethouders. Door dit verlies en ook door de landelijke politieke barometer was de PvdA in een groot aantal gemeenten niet meer de logische coalitiegenoot. In net iets meer dan de helft van de gemeenten zit de PvdA in het college. Zo zwak is de PvdA op gemeentelijk niveau nog nooit geweest. En dit geldt na de provinciale verkiezingen van begin dit jaar ook voor het provinciale niveau. Ondanks een verlies van slechts 9 Statenzetels, zit de PvdA maar in 7 colleges. De PvdA is even niet ‘in’, we hebben het tij niet mee. Sommige oorzaken hebben we niet in de hand, zoals de veranderende politieke tijden. Voor linkse samenwerking is naast ons eigen commitment ook het animo van andere partijen noodzakelijk. Maar laten we in ieder geval afspreken dat onze eigen interne strubbelingen nooit meer een reden voor andere partijen kunnen zijn om niet met ons in zee te willen gaan.
IN GELUL KUN JE Foto Sascha Vossestein
Foto Nationale Beeldbank
Michiel Mulder
Zo moet het niet.
IN EEN LEEG KAN Bouwen voor de leegstand. Niemand wil het, en toch gebeurt het. Op grote schaal zelfs. Vooral kantorenpanden schieten nog steeds als paddenstoelen uit de grond zonder dat zich daarvoor een koper of huurder meldt. Wat te doen met al die lege ruimte? Slopen of ombouwen? En hoe zit het met de belangen van de overheid en de marktpartijen? Lokaal Bestuur vroeg aan Michiel Mulder (raadslid in Amsterdam) en Anne Koning (exwethouder van Delft, nu statenlid) wat we van gemeenten en provincies mogen verwachten.
JURJEN SIETSEmA FReelance jouRnaliST
10
De kantorenleegstand in ons land heeft een record bereikt. Eind juli stond 7,03 miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg. Dat is ruim 14 procent van de totale kantorenvoorraad. Volgens NVM Business, de zakelijke tak van de Nederlandse Vereniging voor Makelaars, hebben vooral het midden en zuiden te maken met grote leegstand. Gevolgen: steeds meer vrijkomende bestaande kantoorruimte, terwijl de nieuwbouw doorgaat. Een bewijs dat er nog steeds gebouwd wordt voor de leegstand. De vraag is dan ook hoe de enorme hoeveelheid ruimte beter kan worden benut. In maart van dit jaar besloot minister Donner van Binnenlandse Zaken dat leegstaande kantoren vanaf volgend jaar mogen worden omgebouwd tot woningen. Donner wil daarvoor de bouwvoorschriften versoepelen. Een kamermeerderheid pleitte daarnaast voor een BTWverlaging voor de ombouw van kantoorruimte naar woonruimte van 19% naar 6%. Op die manier hoopt de Tweede Kamer dat meer eigenaren ervoor zullen kiezen om leegstaande kantorenpanden om te vormen. Slopen of verbouwen? Of dat ook gaat gebeuren is nog maar de vraag. Niet elk pand is geschikt om te verbouwen en veel van de bestaande kantorenvoorraad is sterk verouderd en daardoor niet geschikt om in te wonen. Bovendien: voor wie
wil je eigenlijk verbouwen? Wie gaat er straks in de omgebouwde kantoren wonen? Starters, de beter gesitueerde tweeverdieners, Jan Modaal of mensen met lage inkomens? Allemaal vragen die beantwoord moeten worden voordat de eerste stap kan worden gezet naar wooncomplexen die ook nog eens op locaties staan waar menigeen niet als eer-
renpanden. Volgens DNB-voorzitter Hoogduin is een adequate waardering van het vastgoed van groot belang. Een groot deel van het geld van banken zit tenslotte in beton en stenen en al te grote prijsdalingen (onder andere door bestemmingswijzigingen) zou betonrot kunnen betekenen in de fundamenten van Nederlandse banken.
Amsterdam neemt voortouw bij aanpakken leegstand ste voor kiest bij het zoeken naar een woning. Slopen dan maar? Volgens minister Donner zou dat voor verouderde panden het beste zijn. ‘Dan komt er ook weer ruimte vrij voor nieuwbouw’. Maar over welke nieuwbouw heeft de minister het eigenlijk? Nog meer nieuwe kantoren voor de leegstand? Er is nog een belangrijk punt dat meespeelt in de discussie over leegstaande kantorenpanden: de financiële belangen en de financiële stabiliteit in tijden van economische crisis. De Nederlandsche Bank (DNB) waarschuwde in april in het rapport ‘Overzicht financiële stabiliteit in Nederland’ voor grote prijsdalingen op commercieel vastgoed die banken zouden dwingen tot behoorlijke afschrijvingen. Banken zijn daarom huiverig voor structurele leegstand van kanto-
A'dam pakt leegstand aan En wat vervolgens te doen met de woningnood in grote steden als bijvoorbeeld Amsterdam en Rotterdam? ‘In gelul kun je niet wonen’. Deze beroemde uitspraak van wijlen staatssecretaris en wethouder Jan Schaefer haalde Michiel Mulder, PvdA-raadslid in Amsterdam, aan tijdens zijn toespraak bij de presentatie van een motie die de weg vrij moest maken voor de ombouw van kantorenpanden tot woningen. Mulder voegde eraan toe: ‘in een leeg kantoor gelukkig wel.’ Mulder (en de zijnen) pleitten er in de motie voor om de regels voor welstand, milieu en geluid te schrappen en om eisen te stellen bij de uitgifte van nieuwe kantoorruimte. De gemeente mag een inspanning vragen in bestaande en veroorzaakte leegstand. Dat is hard nodig, want
E NIET wONEN, Anne Koning
NTOOR wEL ook in Amsterdam wordt met de regelmaat van de klok nieuwe kantoorruimte opgeleverd terwijl de stad goed is voor een vijfde van de totale leegstand in ons land. Dat de gemeente Amsterdam zich bewust is van de problematiek bleek uit het feit dat de motie vrijwel unaniem (alleen de Partij voor de Dieren stemde tegen) werd aangenomen. Geen luxe-eisen stellen Sinds de motie door de raad is, is er volgens Michiel Mulder al veel gebeurd. GroenLinks- wethouder Maarten van Poelgeest voert uitspraak van de raad enthousiast uit. ‘Deze motie is natuurlijk wel het maximale wat wij als gemeente kunnen doen, maar de uitvoering gaat zeer voorspoedig. De druk op de ruimte in Amsterdam is erg groot. Het kan zo niet verder. Daarom moet er goed gekeken worden naar de kwaliteitseisen voor dergelijke panden. Die zijn substantieel. Er zijn nogal een aantal ‘luxe-eisen’ ingeslopen de laatste jaren. De woonvraag in Amsterdam is geen vraag naar woningen van hele hoge kwaliteit. Daarom moeten we ook geen eisen stellen, zeker geen luxeeisen. Het zijn vaak de jonge, creatieve mensen die grote moeite hebben om binnen te komen op de woningmarkt in Amsterdam. Voor sociale huurwoningen zijn er enorme wachtlijsten. Voor hen zou dit dus een prachtige oplossing kunnen zijn.’
Mulder vindt dat banken niet moeten schromen om al te hoge boekwaarden van kantorenpanden in hun administraties af te waarderen. ‘Met die waarden hou je een illusie in stand. Dat moet je niet willen. Daarom zouden de marktpartijen eens kritisch moeten kijken naar die boekwaarden en nieuwe regels moeten opstellen waaraan die waarden in jaarverslagen moeten voldoen. Het zouden reële marktwaarden moeten zijn. Dat mag je, vind ik, eisen. Je houdt elkaar nu namelijk collectief voor de gek. Banken hebben wat dat betreft boter op hun hoofd. Ze houden hun mond zolang het geld voor rente en aflossing binnenkomt, terwijl ik denk dat een reëel prijsniveau kan bijdragen aan een oplossing voor de ruimtevraag en op de lange termijn zelfs financieel voordelen kan opleveren.’ Wonen en werken ‘Daarvoor moet je wel lef hebben en visie durven te ontwikkelen, bijvoorbeeld als het gaat om de functies wonen en werken. In Nederland huldigen we al jaren het standpunt dat wonen en werken strikt gescheiden moeten zijn. Gelukkig komen we daar zo zachtjesaan van terug en wat mij betreft terecht. Ik denk namelijk dat het ombouwen van kantorenpanden tot woningen een positieve invloed kan hebben op de omgeving waar die panden staan. Dat kunnen aantrekkelijke gebieden worden waar het goed wonen en werken is.’
Inmiddels lijken alle partijen, zowel overheid als markt, zich bewust van het gevaar van structurele leegstand. Minister Schulz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) stuurde op 8 maart het ‘Actieplan Leegstand Kantoren’ naar de Tweede Kamer. Zij wil vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen en de kantorenmarkt weer gezond maken. Het Rijk is
dat provincies allang de bevoegdheid hebben om hun macht te laten gelden maar nog moeten leren hun verantwoordelijkheid te nemen. Anne Koning was tot vorig jaar wethouder ruimtelijke ordening van de gemeente Delft en is op dit moment statenlid voor de PvdA in Zuid Holland. Ze is het eens met Monasch, maar wil wel een nuance aanbrengen. ‘Het is denk ik niet altijd een kwestie van je verantwoordelijkheid niet willen nemen. Bestuurslagen moeten wel helder hebben welke middelen ze kunnen en mogen gebruiken om te sturen. Dat is lang niet
Ook provincies moeten hun verantwoordelijkheid nemen op dit moment bezig om te kijken of planologische, juridische en fiscale regels hiervoor beter kunnen worden benut. In het najaar moeten de eerste resultaten daarvan op tafel liggen. Bovendien zijn er meer mogelijkheden voor de transformatie van leegstaande kantoren. Een pand zou ook geschikt kunnen worden gemaakt voor functies als bijvoorbeeld studentenhuisvesting, scholen, zorg, hotel of zelfs intensieve tuinbouw. Rol provincie Ook op provinciaal niveau wordt er gesproken over de kantorenleegstand. D66-kamerlid Kees Verhoeven zei begin dit jaar dat provincies de bevoegdheid krijgen om gemeenten terug te fluiten bij bouwprojecten. PvdAkamerlid Jacques Monasch reageerde daarop met de uitspraak
altijd duidelijk. Daarbij is kantorenleegstand net zo goed een gemeentelijk als een regionaal of provinciaal probleem. Ik vind daarom dat je het probleem moet oplossen waar het zich afspeelt. Dat kan de gemeente zijn, maar ook de provincie. Afhankelijk van wie op dat moment het dichtste bij de partijen of inwoners staat.’ Leegstand loont Ook Zuid-Holland kampt met aanzienlijke kantorenleegstand. Anne Koning: ‘Dan heb ik het niet over frictieleegstand, want dat moet kunnen. Als bedrijven verhuizen staat een pand weleens een tijdje leeg. Dat is een gegeven. Ik vind wel dat structurele leegstand moet worden aangepakt. Het is toch zonde dat er zoveel leeg staat en dat er aan de andere kant zoveel vraag naar ruimte is. Ombouwen kan op van
allerlei manieren, van woningen tot studentenhuisvesting of een voorziening voor daklozen of verslaafden.’ Koning moet echter nog wel zien of marktpartijen in het hele land de daad bij het woord zullen voegen. ‘Anders had men dat volgens mij al veel eerder gedaan. Ik hoorde laatst iemand zeggen dat het lonend is om panden leeg te laten staan. De eigenaar mag de kosten van leegstand immers aftrekken van de winst en hoeft daardoor minder vennootschapsbelasting te betalen. Waarom zou je dan moeite doen om te investeren in andere functies als die minder opleveren?’ De belangen van de marktpartijen zoals beleggers, projectontwikkelaars en banken zullen volgens Anne Koning leidend blijven wat betreft de kantorenleegstand. Daar waar Michiel Mulder positieve ontwikkelingen ziet in Amsterdam, houdt Anne Koning een slag om de arm. Volgens beiden is het echter positief dat de overheid (ook lokaal) haar verantwoordelijkheid neemt, partijen bij elkaar probeert te brengen en bereid is om regels te schrappen, te versoepelen of aan te passen. Anne Koning: ‘Voor mij is wethouderssocialisme zeker geen vies woord.’ Met de partijen om tafel, moties en actieplannen op de bureaus en de uitgesproken intenties is het dus wachten op de eerste omgebouwde kantorenpanden en de functie die ze uiteindelijk krijgen. Tot dan is het vanuit de file nog staren naar ramen waarachter niemand te zien is, langs de A4, de A10, de A20 en al die andere Rijkswegen.
11
vECHTEN vOOR d vAN dE ARBEIdSm Foto ABU
Foto Nationale Beeldbank
Hans Kamps
Het kabinet Rutte moet bezuinigen. Maar over de vraag waaróp bezuinigd moet worden zijn de meningen sterk verdeeld. Eén van de keuzes die het kabinet gemaakt heeft is om in te zetten op een stelselherziening voor de jeugdzorg, de onderkant van de arbeidsmarkt en het onderwijs. Over de gevolgen daarvan ging Lokaal Bestuur in gesprek met Hans Kamps, kroonlid van de SER en voorzitter van de verkiezingsprogrammacommissie van de PvdA.
Herkent u het PvdA-verkiezingsprogramma in het beleid van het kabinet? ‘Een deel wel ja. Zo hebben wij gepleit voor één integraal stelsel van jeugdzorg. Dat was hard nodig, want het was veel te versnipperd: provinciale jeugdzorg bedoeld voor het helpen van misbruikte, mishandelde e n verwaarloosde kinderen, de Jeugd GGZ voor trauma, de GGD voor eerstelijn gezondheidszorg, de LVG voor licht verstandelijk gehandicapte kinderen, enzovoorts. Al die verschillende stelsels die los van elkaar opereerden, dat was natuurlijk niet goed. Dat dit kabinet nu de keuze maakt voor stelselherziening, is dus prima.’
Het verwijt dat dit kabinet de burger vergeet, is te gemakkelijk Er is ook sprake van decentralisatie van taken. Wat vindt u daarvan? ‘Eerlijk gezegd vind ik dat we daarbij wellicht wat te ver zijn gegaan. De PvdA heeft de laatste jaren sterk voor decentralisatie gepleit. Dat kwam misschien ook doordat er veel PvdA- wethouders zijn die taken graag naar zich toe halen. Er wordt nu ook veel beleid gedecentraliseerd, maar het is maar de vraag of sommige gemeenten kwalitatief wel voldoende uitgerust zijn om die taken uit te voeren. Met name kleine gemeenten missen vaak de bestuurs- en slagkracht om soms complex beleid uit te voeren.’
KIRSTEN vERdEL FReelance jouRnaliST
12
‘Gemeentelijke samenwerking moet eigenlijk nog vorm krijgen. Op papier ziet het er vaak goed uit, maar in de praktijk moet er nog veel gebeuren. Zo is er bij veel gemeenten onbekendheid op het gebied van de jeugdzorg. Wethouders krijgen dat allemaal op hun bord, net als bijvoorbeeld al het arbeidsmarktbeleid. Ze hebben te maken met een stelselherziening, voor hen nieuw beleid en dan ook nog eens een enorme bezuiniging. Dat is nogal een uitdaging, waarbij je ook nog eens samenhang moet aanbrengen tussen jeugdzorg en participatie, tussen onderwijs en jeugdzorg. Op congressen en andere bijeenkomsten hoor je
Ziet u daarmee al problemen in de praktijk?
dan ook veel vragen van wethouders over hoe ze het aan moeten pakken. Het probleem is echt een mix van gebrek aan ervaring en die bezuinigingen.’ Er gebeurt ook wel heel veel tegelijk… ‘Inderdaad. Het kabinet combineert in feite drie grote zaken. Ten eerste decentralisatie, wat altijd al lastig is. Ten tweede integratie, zoals die van de Wsw, Wajong en de Wet Wij. En daar komen ten derde dus de bezuinigingen nog eens overheen, van wel 20 tot 30 procent. Theoretisch kan ik het allemaal goed volgen, participatie is uiteindelijk de beste vorm van bezuinigen. Maar de praktijk is natuurlijk weerbarstig. Al die grote opera-
ties tegelijk, in drie jaar, bij 431 gemeenten… Ik wens ze heel veel sterkte.’ Er wordt wel eens gezegd dat dit kabinet de burger vergeet, vindt u dat ook? ‘Als je het over stelseldiscussies hebt, vergeet je al snel de burger. Op papier ga je allerlei dingen bedenken. Ze zeggen wel eens dat Ajax het beste op een papieren grasmat kan spelen omdat ze op papier het sterkste zijn. Dat geldt natuurlijk ook voor verkiezingsprogramma’s. Maar aan de andere kant is het doel van de stelselherziening natuurlijk wel degelijk dat je als burger niet meer van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Dus dat verwijt is wat te gemakkelijk gemaakt.’ Wat is er echt niet goed aan wat dit kabinet doet? ‘De kern van alles is: zijn er banen voor jongeren met een zwakke positie op de arbeidsmarkt? Ik vind dat kabinet er te gemakkelijk vanuit gaat dat de babyboomers wel verdwijnen. Dat is ook zo, er gaan 300.000 banen ontstaan. Maar de gedachte dat de jongeren waar wij het over hebben vanzelf wel aan de bak komen is veel te simplistisch. Ik denk dat veel werkgevers vacatures liever wat langer open laten staan dan dat ze er een Wajonger op zetten. Die jongeren komen dus echt niet zo makkelijk aan het werk. De inspanning die je moet doen aan de onderkant van de arbeidsmarkt wordt door het kabinet onderschat.’ u heeft in 2007 een interview gegeven waarin u waarschuwde voor de gevolgen van bezuinigingen: commerciële arbeidsbu-
dE ONdERKANT mARKT Foto Nationale Beeldbank
Het sociale beleid van het kabinet rutte roept veel verzet op.
reaus zouden hier de dupe van worden. Precies dat lijkt nu te gebeuren. ‘Ja, ik was ooit voorzitter van de arbeidsbureaus in Amsterdam en omstreken. De overheid gaf ons budget om onder andere commerciële bedrijven in te schakelen om werk te vinden voor moeilijke groepen zoals ouderen, gehandicapten en langdurig werklozen. Het UWV en de gemeenten hebben dezelfde mogelijkheden als toen. Maar nu het economisch tegenzit en die groepen het nog moeilijker hebben, wordt op die bedragen bezuinigd. Ik heb daarom gepleit voor een publieke dienst om de continuïteit te waarborgen. Je ziet nu inderdaad dat reïntegratiebureaus failliet gaan en dat jongeren niet meer aan werk worden geholpen.’ Je kunt de uitvoering toch gewoon door commerciële bureaus laten doen in plaats van door een publieke dienst? Dat is in beginsel efficiënter, mits je maar wettelijk vastlegt dat er budget beschikbaar moet zijn zodat de uitvoering daadwerkelijk gestalte kan krijgen. ‘Daar ben ik het helemaal mee eens. Maar dat is nu dus niet het geval. Het budget dat gemeenten nu nog hebben om participatieof reïntegratietrajecten uit te voeren is ongeveer een derde van wat ze voorheen hadden. Daarmee kunnen ze die trajecten feitelijk dus gewoon niet meer bieden. Je kunt dan zeggen: ‘we vertrouwen op de zelfredzaamheid van jongeren, ze komen zelf heus ook wel aan een baan’, maar het is zeer de vraag of je het daarmee redt. Ik denk het niet. Juist de groep jongeren waar die regeling voor bedoeld is, heeft een duwtje in
de rug nodig. Wat er nu feitelijk gebeurt is dat die jongeren in de nieuwe regeling zonder uitkering thuis gaan zitten. Die verdwijnen uit beeld van de beleidsmakers. Die definieer je als het ware weg.’ U gelooft dus niet dat jongeren zelf een baan kunnen vinden? ‘Het gaat om hele specifieke groepen jongeren. Als je acht jaar voortgezet speciaal onderwijs hebt gedaan, wat moet je dan nog aan opleiding hebben? Het voortgezet speciaal onderwijs (vso) is helaas hofleverancier van de Wajong geweest. En als gemeente heb je in de nieuwe situatie die jongeren wat opleiding betreft eigenlijk niets te bieden. Een uitkering geven mag niet, maar je kunt ze ook niet aan een baan helpen. Wat dat betreft maken de bezuinigingen het er niet beter op. Je ziet nu dat het Wajongbestand afneemt. Dat is niet zo gek natuurlijk: er komt nu per definitie niemand meer bij. Maar die jongeren zijn niet weg. Het gaat er om waar die jongeren nu blijven en dat is dus thuis, vaak bij hun ouders, waar ze dan hopelijk nog wat zakgeld krijgen.’ Hoe ging het vóór 1 januari 2010, toen de Wajong werd ’gerenoveerd’? ‘Je zag dat het UWV wel vooruitgang boekte met het aan het werk helpen van jongeren. Tegelijkertijd was de regeling zo ontwikkeld dat de voorspelling was dat er in 2040 maar liefst 450.000 jongeren in de Wajong dreigden te raken. Dat kwam doordat de uitkering centraal stond - ze kregen allemaal 75% van het minimumloon en dat was het dan. Daarmee gingen ze thuis zitten. Er was te weinig aandacht
voor participatie voor ook deze groep en een te geringe prikkel voor de jongeren om iets te gaan doen. Die is er nu meer, want de uitkering is komen te vervallen, maar dat betekent dus niet dat ze zomaar aan het werk kunnen. Die jongeren zaten niet voor niets in de Wajong, er is iets mee, ze hebben een indicatie wegens een arbeidsbeperkende handicap. Vaak gaat het om jongeren die mede om die reden weinig zelfvertrouwen hebben. Die slaan
het minimumloon. De jongere krijgt dat dan aangevuld tot het minimumloon. Voorheen werd je gewoon niet aangenomen met zo’n percentage.’ Hoe kijkt u aan tegen de herzieningen binnen het onderwijs? ‘Politici in het algemeen hebben sterk de neiging om pas op onderwijs te letten als het over mbo 3 of hoger of wetenschappelijk onderwijs gaat, oftewel over de kenniseconomie. De
Jongeren gaan in de nieuwe regeling zonder uitkering thuis zitten niet zomaar even de Volkskrant of de NRC open om fijn te solliciteren op een mooie functie. Dat is een veel te grote stap voor ze. Wat je dus ziet is dat ze thuis blijven zitten met een laag gevoel van eigenwaarde, waarbij vaak ook psychische problemen ontstaan. Ze zien klasgenoten van vroeger die wel een baan hebben, terwijl ze zelf niet eens zelfstandig wonen. Los daarvan, zonder inkomen krijgen ze later natuurlijk ook problemen met hun pensioen. Eigenlijk is het de wereld op z’n kop: als je zegt dat de Wajongregeling wegvalt, als er geen uitkeringen meer zijn, dan moet je de participatiebudgetten dus verhogen, niet verlagen!’ Wat vindt u wel goed aan de genomen maatregelen? ‘De loonsuppletie is een goed instrument. Als je bijvoorbeeld nog voor 40% productief kunt zijn, mag een werkgever je onder het minimumloon aannemen, dus in dit geval voor 40% van
vormen onder dat niveau worden verwaarloosd, die worden slechts als toeleveranciers gezien. Ik vind dat er vooral in de laatste 6 à 7 jaar een schandelijke verwaarlozing is geweest van speciaal- en praktijkonderwijs en misschien ook wel van de lagere niveaus van het mbo. Dat terwijl 60 tot 70 procent van onze kinderen in eerste instantie naar het vmbo of lager gaat. Als je over de onderkant van de arbeidsmarkt praat, betekent dat bijna automatisch dat je juist moet investeren in die vormen van onderwijs. Ook de PvdA heeft daar te weinig oog voor gehad.’ Wat is er nodig? ‘Meer investeren in het beroepsonderwijs . En werkscholen waarin het voortgezet onderwijs en praktijkonderwijs elk hun eigen ding doen, maar waar ze wel gezamenlijk een slag maken richting arbeidsmarkt. In de eerste vier jaar van het vso leer je te werken, waarna je twee jaar het bedrijfsleven ingaat waar je werkt
maar ook nog steeds leert. Bbl heet dat, beroepsbegeleid leren. Vanuit het praktijkonderwijs en speciaal onderwijs bestond dit nog niet. Het vso heeft nog geen arbeidsmarktdoelstelling. Het ‘aanleren van vaardigheden’, veel verder komt de omschrijving van de doelen van het vso niet. Er zijn twee smaken: jongeren op het vso moeten doorleren, dat moet je makkelijk maken met studiefinanciering en mogelijkheden om te stapelen enzovoorts. Er mag geen barrière zijn. Een jongere die dat niet kan moet naar de arbeidsmarkt, maar je moet daar wel bij helpen! Ik ben dus sterk voor een ‘warme’ overdracht van vso en praktijkonderwijs naar de bedrijven. Op individuele basis doen veel scholen dat al, maar het moet structureel gebeuren.’ Waar zitten verder nog bottlenecks? ‘Het lijkt zo logisch dat als je in onderwijs en begeleidingstrajecten naar werk investeert, dat je daar op termijn dan veel geld mee bespaart. Maar de verkokering van de departementen zit dat dwars. Stel dat het ministerie van Onderwijs een dubbeltje moet investeren, dan zien zij het resultaat van die investering niet terug, die komt dan bij Sociale Zaken terecht. In het gevecht om budgetten is er dan te weinig prikkel om die investering te doen. Dus daar moet eigenlijk een verdeelmechanisme voor komen. De PvdA zou zich – wat mij betreft – moeten profileren als belangenbehartiger voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Want dat is de kern van de sociaaldemocratie: verheffing.’
13
‘Ook andere taken niet uit het oog verliezen’ ‘Milieuregels? Prima. Maar dan wel handhaven! ’
GROEN IS dUURZ Foto Henk Feikens
Foto Harriët van Domselaar
Laura Broekhuizen
Tjeerd Talsma
Heeft de PvdA eigenlijk nog wel een groen hart? Of zijn de groene principes, net als bij het kabinet, opgeofferd aan de economie? We vroegen aan drie politiek actieve PvdA’ers – een statenlid, een wethouder en een gedeputeerde – hoe groen hun hart is, en wat we daar in de praktijk van merken. Laura Broekhuizen statenlid in Groningen, commissievoorzitter omgeving en milieu, lid van Mobiliteit en energie ‘Wij hebben om te beginnen een soort truc uitgehaald door om twee voor twaalf in de laatste vergadering – na de verkiezingen – met de oude staten een motie in te dienen, die met brede steun in de staten is aangenomen. Dat was naar aanleiding van de brief van de minister, waarin hij de herijking van de ecologische hoofdstructuur (EHS) noemt. Mede dankzij de inzet van mijn collega Ingrid Mortiers kregen we de steun van vijf partijen. Prachtig!
HARRIëT vAN dOmSELAAR FReelance jouRnaliST
14
In die motie staat dat er geen overtuigende argumentatie voor de herijking is en dat die bovendien tot natuur- en kapitaalvernietiging zou leiden. Wij willen de bezuinigingen bereiken door het temporiseren van de aanleg van de EHS en zullen alles in het werk stellen om de handhaving van het oorspronkelijke beleid mogelijk te maken. Inclusief de verbindingszones en het in stand houden van planologische reserveringen. Ja, dat gebeurt vanuit een groen hart.’
Decentralisatie ‘Een ander punt is de decentralisatie van taken. Overleg met andere provincies wordt van steeds groter belang. Neem de bestrijding/bescherming van ganzen. Je kunt ze uit Groningen verjagen, maar ze gaan niet op een wolk zitten. Friesland en Drenthe weten daar alles van. Dus: samen oplossingen zoeken.’ ‘Dan hebben we natuurlijk ook de intensieve veehouderij. Wij willen hier in ieder geval geen varkensflats en kippengetto’s. Om de doodeenvoudige reden dat het én niet goed is voor het dier én omdat het maatschappelijk niet gewenst is. Daarom willen we uitbreidingsruimtes beperken en goede afspraken. Melkveehouderijen vallen nog niet onder de regels, maar we willen wel dat koeien naar buiten kunnen. Het allermooist zou zijn is dat die bedrijven op hun eigen erf alles kunnen regelen, inclusief bio-vergisting en het opslaan van restwarmte. Zo blijven verkeersbewegingen tot een minimum beperkt.’ ‘Bij de poging om de regellast te verlagen loop je weer tegen het feit aan dat die regels soms juist het landschap beschermen. Dilemma’s ja. We willen de windmolens centraliseren, de Waddenzee blijven beschermen en het Lauwersmeer moet broedplaats blijven voor trekvogels. Staat uitgebreid in het provinciaal omgevingsplan. Daarbij verliezen we ook andere taken niet uit het oog. Die liggen daar namelijk in het verlengde van, net zoals het toerisme.’ Stopcontact ‘Een ander heet hangijzer is het energiebeleid. Temeer omdat de
Eemshaven door minister Verhagen genoemd werd als mogelijke locatie voor een kerncentrale. Gelukkig stelde PvdA-kamerlid Diederik Samsom ons onlangs gerust door te zeggen dat daar volgens hem geen sprake meer van is. Helaas is hij geen minister van milieu, maar we willen hem graag geloven.’ ‘De ondergrondse opslag van het afval heeft in Duitsland niet gewerkt – en dat is nog zacht uitgedrukt – dus wil ik het hier ook niet in Groningse zoutkoepels. Overigens weten weinig mensen dat straks in de Eemshaven een derde van alle elektriciteit wordt opgewekt: Groningen als stopcontact van Nederland…’
Sociaaldemocraten ‘Wij willen als PvdA zo snel mogelijk naar duurzame energie, maar in de tussentijd moet je toch íets met fossiele energie. Daarom hebben we voor kolencentrales gestemd. Maar we móeten gewoon naar duurzame energie. Iedereen kan er profijt van hebben. We zijn niet voor niets sociaaldemocraten. Breng het dicht bij de bevolking. Ontwikkel samen duurzame plannen. Zorg vooral ook dat het banen oplevert. Want echt: ons groene hart heeft misschien een andere tint dan het Greenpeacegroen, maar ik ben er van overtuigd dat het wel degelijk klopt.’
Tjeerd Talsma gedeputeerde in noord-Holland, portefeuille ruimtelijke ordening en milieu ‘Of ik een groen hart heb? Ik vind zelf van wel. Daarom ben ik ook zo gelukkig met de stevige portefeuille zoals we die uit de collegeonderhandelingen hebben weten te slepen. Ik ben nu een paar maanden gedeputeerde en vast van plan om een duidelijk PvdA-stempel te drukken op het milieubeleid. Het woord ‘groen’ wordt de laatste tijd vaak vervangen door ‘duurzaam’; bij beide begrippen gaat het erom dat we het milieu niet moeten verpesten voor de komende generaties.’ ‘De minister heeft geconstateerd dat het handhaven van milieuregels niet naar tevredenheid verloopt. De commissie-Mans gaf daar duidelijkheid over. De regels zijn er wel, maar de controle laat te wensen over. Om die reden worden nu regionale uitvoerings-
diensten opgericht. Die gaan zich bezig houden met gemeenschappelijke, regionale regelingen. Aan sloperijen bijvoorbeeld worden in de ene gemeente andere eisen gesteld dan in de andere. Dat schept onbegrip en dús onrust. Er komt per regionale uitvoeringsdienst (RUD) ook één aanspreekpunt voor politie en openbaar ministerie. Een grote vooruitgang.’ ‘Ook wij, als provincie, weten nu waar we aan toe zijn. Praktische oplossingen bedenken, uitvoeren en handhaven: dat is waar het om gaat. Met protestborden lopen voor een beter milieu en dan naar huis rijden in je auto, daar geloof ik niet in. Hoewel ik zelf ook ooit demonstreerde tegen de CO2 uitstoot. Maar nu weet ik dat het mijn taak is om organisatorisch de wetten beter te verankeren
‘Economische kansen van groen worden onderschat’
ZAAm GEwORdEN Foto Martie Seesing
Steven Kroon
en daar toezicht op te houden. Mensen, bedrijven en instanties moeten zich houden aan afspraken. Ook bestuurders en politici ja.’ Toetsing ‘Zo heb ik veel contact en overleg met Schiphol en Tata Steel, het voormalige Corus/Hoogovens. Als blijkt dat er milieuregels worden overtreden, ga ik eerst in gesprek. Voor de poort gaan liggen met een bord ‘dit bedrijf vervuilt’ om je nek lost niets op. Bovendien wringt het, omdat wij als PvdA zowel voor duurzaamheid als voor werkgelegenheid opkomen. Bij Tata Steel werken elfduizend mensen en dan mág ik – nu men daar de wettelijk toegestane dioxine-uitstoot overschrijdt – besluiten tot productieverlaging, maar ik ben allereerst in overleg gegaan met de directie. Dat hielp helaas niet voldoende, dus hebben we nu een boete vastgesteld van 150.000 euro per overtreding. Dat lijkt voor zo’n groot bedrijf een peulenschil, maar iedere twee weken wordt door een gecertificeerd bedrijf een toetsing gedaan, dus dat bedrag kan flink oplopen.’ Megawatt ‘Met subsidies datgene stimuleren wat goed is voor het milieu, biedt ook de gelegenheid om de vinger aan de pols te houden. We willen als PvdA én als provincie geen solitaire windmolens meer. We zijn verplicht om 430 megawatt duurzame energie op te wekken in Noord-Holland. Dat willen we bereiken door het aantal molens te verlagen maar het aantal megawatt – de opbrengst – per molen op te voeren. Het liefst op zee, waar ze zeker dertig jaar
mee zullen gaan, en altijd weer kunnen worden weggehaald. Ik ben er van overtuigd dat de techniek de komende vijftien jaar zo verbetert, dat huizen zonnepanelen als ramen hebben. Ook geloof ik in osmose: energie opwekken door zoet en zout water te verbinden. We moeten alert blijven op ontwikkelingen op dat gebied, zoals dienstauto’s op waterstof of elektriciteit. Als provincie moeten we het goede voorbeeld geven, de bevolking uitleggen waarom er bepaalde keuzes gemaakt worden.’ Woningbouw ‘Als bestuurder schommel je vaak tussen hart en verstand. Daar hebben onze kiezers overigens meestal geen boodschap aan; die willen duidelijkheid. Het overdrijven van de gevaren van klimaatverandering werkt al helemaal niet. Blijf reëel. Probeer vertrouwen te wekken. Dan komt er hopelijk ook weer beweging in zoiets als de woningbouw. Het is een moeilijke tijd op meerdere vlakken. Ontwikkelaars zijn voorzichtig, banken terughoudend en eventuele kopers durven niet meer. Iedereen wacht op elkaar. Dat stagneert. Rond de Randstad-noordvleugel is de komende tien jaar minimaal behoefte aan circa 60.000 woningen, terwijl er alles bij elkaar in heel NoordHolland nu een paar duizend woningen per jaar worden gebouwd. Er liggen juist nú kansen, vooral ook groene kansen. Daar ligt wat mij betreft dan ook de grootste uitdaging.’
Steven Kroon wethouder in Doetinchem, portefeuille duurzaamheid, energie, economische ontwikkeling ‘We zijn in de Achterhoek met een paar mooie dingen bezig, vanuit een oprechte duurzame ambitie. Zo is ons gemeentehuis klimaatvriendelijk, doen we aan koude/warmte-opslag én we zijn in een ver gevorderd stadium met een regionale groene energiemaatschappij. Dit businessplan, met als naam AGEM (Achterhoekse Groene Energie Maatschappij), krijgt waarschijnlijk spoedig vorm. Het bijzondere is dat de nieuwe energiemaatschappij een samenwerkingsverband is tussen drie o’s: overheid, ondernemers en onderwijs. Coöperatief dus. We kunnen het niet alleen. De Achterhoek is een krimpregio en dus moeten we alles op alles zetten om economische kansen te pakken.’ ‘Ons gebied kenmerkt zich door een grote maakindustrie, maar de energie-economie kan een nieuwe loot aan de stam worden. We hebben dan ook afgesproken om forse slagen te maken waar het gaat om energieneutraliteit. Dat ‘red de wereld, begin bij jezelf ’uitgangspunt heeft altijd nog een geitenwollensokkenimago, maar de economische mogelijkheden worden altijd onderschat.’ Tafel van Groenlo ‘Tijdens het dieptepunt in de economische ontwikkelingen is de Tafel van Groenlo opgericht. Dat klinkt misschien als de titel van een sprookje, maar het tegendeel is waar. Het is een overlegorgaan van ondernemers die kansen zien
in afval. Mest omzetten in groene energie bijvoorbeeld. Maar er zijn ook andere mogelijkheden op agro-industrieel gebied, waarmee niet alleen de CO2-uitstoot enorm gereduceerd kan worden, maar die ook zorgen voor nieuwe werkgelegenheid. Als de opzet van de AGEM gaat lukken kunnen 80.000 van 110.000 huishoudens voorzien worden van Achterhoeks groen gas. Dat zou toch prachtig zijn? Het mooie is dus dat we dan gebruik maken van eigen Achterhoeks afval, zoals mest, gft en groenafval. Nu zien we dat nog als probleem en kostenpost, maar straks als kans en input voor eigen energievoorziening.’ Immuun ‘Een paar dingen zitten nog tegen. Ten eerste de rijksregelgeving. Ik zou zeggen ‘overboord kieperen die regeltjes!’ Ten tweede blijven de banken achterover zitten. Aanbestedingstechnisch zijn er ook nog lastige haken en ogen, maar er zijn al veel bedrijven goed bezig. De Achterhoek moet nu eigen energievragen bundelen, zoals van zwembaden en gemeentehuizen. Echt, onze groene PvdA-ambitie brengt veel in beweging en dat is beter dan het alleen maar hebben over klimaatverandering. Daar zijn mensen immuun voor geworden. Ik zie nu gelukkig weer twinkelingen in ogen… Onze achterban verwacht ook dat we duurzaamheid koppelen aan werk en nog
eens werk. Met toerisme en recreatie alleen, hoe mooi onze gemeente ook is, houden we de economie niet in stand.’ Scharnierpunt ‘Het bedrijfsleven heeft de overheid inmiddels al ingehaald waar het gaat om kansen zien én pakken in de duurzame energie. Zij merken dat positief ook al in hun portemonnee. In Doetinchem zijn we bezig met een nieuw bedrijventerrein. Daar is in een vroeg stadium een ‘duurzaamlijst’ aangevinkt. We bevinden ons op een scharnierpunt. Er heeft een omslag in denken plaatsgevonden. De klassieke PvdA-thema’s staan gigantisch onder druk. Pas op dat je niet vervreemdt van je kiezers. Miljoenen investeren in de aanleg van ecoducten terwijl de beschutte werkplaatsen onder grote druk staan, roept namelijk niet alleen bij mij vragen op. Maar het mooie van de AGEM is dat naast duurzaamheid ook de Achterhoekse werkgelegenheid een boost gaat krijgen. Pas als je kunt laten zien dat ecologie en economie elkaar gaan versterken, ontstaat er breed draagvlak.’
15
dlmm vd mnd Iedere bestuurder en volksvertegenwoordiger wordt ermee geconfronteerd: lastige kwesties die vragen om een antwoord. Lokaal Bestuur legt je elke maand zo’n dilemma voor. Vorige maand was dat:
De economische crisis heeft de gang behoorlijk uit de bouwprojecten gehaald. Bij jou in de gemeente staan alle bouwplannen in de koelkast terwijl de behoefte aan woningen groot is. Nu is er een grote bouwonderneming die op het punt staat te kiezen tussen twee bouwprojecten. Eén in jouw gemeente en één in een aangrenzende gemeente. Slechts één van de twee wordt in uitvoering genomen. Nu komt jou ter ore dat de bouwer zeer gevoelig is voor informele contacten met het gemeentebestuur. Jij hebt als wethouder het bewuste bouwplan in portefeuille. Bel je de bouwer om een afspraak voor een etentje te maken? We kregen de volgende reacties: Juliette Verbeek, wethouder Wonen en Verkeer in Vaals: Ja, ik zal alles in het werk stellen om mijn project van de grond te krijgen. Een etentje als dat helpt (wel met ambtenaar of medecollegelid). Informeel hoeft niet altijd een etentje te zijn. Investeren in personen is een must. Ik zou er eerder voor kiezen om de andere partij uit te nodigen om de gemeente van dichtbij te komen bekijken. Een mooie wandeling door het centrum en buitengebied onder begeleiding van mijzelf, afvaardiging van de gemeente en eventueel ondersteuning van verschillende partijen die daar ook belang bij hebben, zoals ondernemers en/ of maatschappelijk middenveld. En daar kan dan nog altijd een etentje aan gekoppeld zijn. Maar samen dingen doen, elkaar leren kennen, geeft een goede basis voor verder contact.
Hans Versluijs, wethouder bouwen en wonen in Vlaardingen: Ik hou van lekker eten en zelf koken, maar dat doe ik toch maar het liefst met familie en vrienden. Informele etentjes met een zakelijke achtergrond bestaan volgens mij niet. Ik vind dat je als publiek bestuurder zakelijke contacten op een formele, transparante wijze moet voeren. Ik zou in dit geval de betrokken ontwikkelaar/ bouwer uitnodigen voor een gesprek op het stadhuis en hem onze ambities en plannen voor de komende jaren op het gebied van woningbouw voorleggen. Ik zou hem nog eens toelichten dat het - zeker in deze tijd- van het grootste belang is dat er gebouwd wordt voor de markt. En dat je dus daar moet bouwen waar het beste in de behoefte wordt voorzien (doelgroep, type, woonmilieu) en wat daarvoor de beste locatie is.
cRiSiS Ik ben in het Rijnmondgebied gewend om met alle collega-wethouders maandelijks te overleggen over de gewenste (woning) voorraadontwikkeling in de regio. We zijn sterk van elkaar afhankelijk en afstemmen is dus van levensbelang. Dus als in ons gesprek blijkt dat het bouwplan - op dit moment- een betere bijdrage levert aan de regionale voorraadontwikkeling als er in de buurgemeente gebouwd wordt, dan ga ik dat melden, ook aan mijn collega-wethouder. Lau Lavooij, wethouder in Gilze en rijen: Om maar gelijk duidelijk te zijn: ik zou zeker geen afspraak maken voor een etentje om door zo’n informeel contact het bouwproject voor mijn gemeente veilig proberen te stellen! Doe je dat wel, dan stel je je uiterst kwetsbaar op. Ook al ga je er vanuit dat je je integriteit absoluut niet te grabbel zult gooien, je moet zelfs de schijn van niet integer handelen voorkomen. Uiteraard wil je en moet je opkomen voor het belang van in dit geval de volkshuisvesting in je gemeente. Er is niets mis mee om de bouwondernemer uit te nodigen, maar dan wel in het gemeentehuis en in aanwezigheid van de ambtelijke projectleider. Wees transparant en stel aan de orde dat je gehoord hebt dat er mogelijk sprake is van een bouwproject. Krijg op tafel wat voor belemmeringen er zijn. Wellicht dat er mogelijkheden zijn voor de gemeente om deze weg te nemen. Dit moet je overigens altijd klip en klaar opnemen in een realisatieovereenkomst.
Siepie Hylkema, wethouder in Dantumadiel: De economische crisis heeft in mijn gemeente ook daadwerkelijk toegeslagen. Je zult er dus ook alles aan moeten doen om bouwprojecten te realiseren. Dat begint wat mij betreft niet met een etentje. Je moet er voor zorgen dat de regelgeving/processen binnen de gemeente zo geregeld zijn dat het voor de bouwonderneming aantrekkelijk is om voor mijn gemeente te kiezen. De initiatiefnemer zou ik trouwens wel uitnodigen op het gemeentehuis en onder het genot van een kopje koffie, samen met een medewerker van de ambtelijke organisatie, het plan bespreken. Wanneer ik de bouwer zou uitnodigen voor een etentje dan komt naar mijn mening de integriteit op het spel te staan. Nooit doen dus. In de ruim vijf jaar dat ik wethouder ben, zijn er twee keer persoonlijke uitnodigingen geweest voor een etentje in verband met een project. Het ene project leverde een interpellatiedebat met de raad op van ongeveer anderhalf uur, bij het andere project heeft de gemeente er uiteindelijk de
stekker uitgetrokken. U zult begrijpen dat ik nog steeds blij ben dat ik toen nee heb gezegd.
reactie Jan Blom, trainer en coach: Lastig, zo’n botsing van culturen. Aan de ene kant het bedrijfsleven waar het absoluut niet ongebruikelijk is om zaken te bespreken onder het genot van een etentje. Aan de andere kant de bestuurder die beseft dat hij of zij het als het, zo in een glazen huis leeft en (mede) Hans, lukt om om die reden een scherp oog heeft grens heen te k voor zijn of haar integriteit. Met lang niet ieder Juliette ben ik van mening dat gegeven. investeren in de relatie met de bouwer van belang is. Uiteindelijk gaat het, naast heel veel andere zaken, ook over de vraag of het project jou gegund wordt. Alle inzenders beschrijven manieren om met de bouwer in contact te komen zonder direct te gaan eten. Dat verdient wat mij betreft de voorkeur. Lau wijst terecht op de geur die eenvoudig rond dat etentje kan komen te hangen. Verschillende inzenders noemen een belangrijke randvoorwaarde voor dit soort bijeenkomsten: zorg dat je niet alleen bent. Nog veel mooier is
Het nieuwe dilemma:
Je ergert je als raadslid enorm aan de houding van de oppositie. Ze hebben nauwelijks inhoudelijke inbreng in de raad, schreeuwen maar een beetje in de microfoon en als het er echt op aankomt lopen ze uit protest weg. Ondertussen staat de krant bol van hun ‘standpunten’. De fractie komt in vergadering bijeen om een strategie te bedenken over hoe hier mee om te gaan. Wat is jouw advies aan de fractie ? We zijn benieuwd. Mail ons in maximaal 200 woorden wat je ervan vindt. Reacties graag naar
[email protected]
Advertentie
P&O Services Groep dé mobiliteitspartner voor bestuurders: van werk naar werk! Burgemeesters, wethouders, gedeputeerden en Tweede Kamerleden die door omstandigheden op zoek moeten naar een andere baan, zijn bij P&O Services Groep aan het juiste adres. Naast een begeleidingstraject nemen wij ook (ex-)bestuurders voor bepaalde tijd in dienst via een Mobiliteitsdienstverband. Zo behouden zij de vertrouwde arbeidsvoorwaarden inclusief aansluiting bij het ABP. Wij gaan samen aan de slag om de bestuurder door intensieve coaching te begeleiden van werk naar werk. Dat kan een vaste baan zijn maar ook een of meerdere interim-opdrachten. Deze unieke win-winsituatie biedt alle partijen voordelen.
Werkgevers beperken uitkeringslasten en verhogen in hoge mate het sociale gehalte van een afscheid. Bestuurders komen niet langdurig thuis te zitten en bouwen weer met perspectief aan hun toekomst. Meer weten over onze mobiliteits- en loopbaanmogelijkheden? Neem contact op met: Ad Anthonissen: 06-51073692 P&O Services Groep is lid van NOBOL, de branche organisatie voor outplacement, loopbaanbegeleiding en coaching.
Den Haag Maastricht Meppel Tilburg Wageningen Hedel Correspondentieadres | Postbus 94, 5320 AB Hedel Telefoon | (073) 503 93 20 Internet | www.posg.nl
16
rcts
dE KONINKRIJKJES vAN ROTTERdAm
oals beschreven door m over de gemeentekijken. Dat is echter r gemeentebestuur
Met verbazing heb ik het artikel gelezen van At Polhuis in het juninummer van Lokaal Bestuur over het functioneren van het deelgemeentebestel in Rotterdam. Want als nu érgens de bestuurlijke drukte zichtbaar is, dan is het wel in het Rotterdamse deelgemeenteland. In Rotterdam zijn er veertien koninkrijkjes die onderling met elkaar vechten, of in gelegenheidscoalities tegen elkaar, of met z’n allen tegen de Coolsingel. Ik zet het als een karikatuur neer, maar in de praktijk maken de deelgemeenten vaak een karikatuur van zichzelf. Twee recente voorbeelden: google eens op ‘volkstuinen Rotterdam’ of op ‘voetbalkooi Hillegersberg-Schiebroek’. Als verklaard tegenstander van het deelgemeentebestel ben ik ongetwijfeld ook niet altijd objectief, maar bespreek dan eens in Lokaal Bestuur het door de PvdA gepubliceerde rapport van de commissie-Wolfsen over het Rotterdamse deelgemeentebestel (2004) en het rapport Stadsbestuur dichtbij huis van J.Th.J. van den Berg e.a. (2006). De belangrijkste conclusie van beide rapporten is dat de deelgemeenten hun oorspronkelijke doel – burger en bestuur dichter bij elkaar brengen – nooit hebben kunnen waarmaken. Het door At Polhuis geschetste romantische beeld van specifieke lokale kleur kan in een stelstel zonder deelgemeentepolitici eenvoudig worden ingekleurd door buurtreferenda, buurtbudgetten, buurtgestuurd politiewerk (een initiatief van Leefbaar Rotterdam en de Rotterdamse PvdA!) en andere vormen van moderne burgerparticipatie. Dan acteer je ook op een schaal waarop de Rotterdammers hun problemen ervaren en dat is niet op de schaal van de deelgemeenten, zoals onder andere te lezen valt in de bovengenoemde rapporten en zoals de dagelijkse Rotterdamse praktijk vaak uitwijst. Tekenend is ook het gegeven dat bij alle tot op heden gevoerde discussies in commissies op de Coolsingel over de toekomst van het deelgemeentebestel, alleen dagelijks bestuurders en deelraadsleden het voortbestaan van deelgemeenten kwamen bepleiten. De deelgemeenten leven onder Rotterdammers alleen als servicepunt: voor een paspoort, uitreksel of een ander stukje dienstverlening. Dat kan gewoon blijven bestaan en daar is geen politieke laag voor nodig. Het beeld wat At Polhuis schetst is leuk in het kader van preken voor eigen parochie, maar het heeft weinig te maken met de Rotterdamse bestuurlijke werkelijkheid. robert Simons, raadslid Leefbaar Rotterdam
Op twee punten een korte reactie op de stellingen van Robert Simons. Hij heeft gelijk als hij stelt dat in de praktijk van het Rotterdamse deelgemeentebestel sprake was van veertien koninkrijkjes, die onderling met elkaar vechten of met z’n allen tegen de Coolsingel. Juist om die reden is er na de genoemde rapporten in Rotterdam een uitgebreide discussie gevoerd over het deelgemeentebestel. Het resultaat daarvan was, dat ‘We zoveel beter kunnen’, zoals de titel luidde van het rapport waarin de conclusies werden samengevat. Kern van het rapport is de complementariteit van het bestuur. Deelgemeenten vullen de stad aan. Anders gezegd: er is één stadsbestuur, maar in de uitvoering van het beleid zijn de taken verdeeld tussen gemeente en deelgemeenten. Kortom, een heldere afbakening van taken en bevoegdheden. Ik ga niet idealiseren. Oude reflexen zijn nog altijd herkenbaar, maar dit model heeft potentie in zich om bestuurlijke problemen niet alleen in Rotterdam, maar ook elders in het land op te lossen. Die stelling houd ik overeind. Simons heeft ook gelijk dat als hij stelt dat er andere vormen van burgerparticipatie denkbaar zijn. Hij noemt er een paar. Vraag daarbij is wie dan bijvoorbeeld het buurtgericht politiewerk aanstuurt en – niet onbelangrijk – beoordeelt. Natuurlijk kan dat door een door de gemeenteraad aangestelde hoge ambtenaar. Het is zelfs niet uitgesloten dat het werk dan efficiënter gebeurt dan nu. Een zelfde redenering is overigens ook op te zetten over het werk van de gemeenteraad zelf. Ook dat kan ongetwijfeld efficiënter door het aanstellen van een regeringscommissaris. Ik ben benieuwd hoeveel Rotterdammers de gemeenteraad dan zullen missen. Kortom, het argument dat burgers de deelgemeenten niet zullen missen, lijkt mij niet het sterkste. Daar hangt toch niet de besl issing van af of een politieke laag nodig is of niet? In de visie van Simons is de burger gereduceerd tot consument. Dat is mij te beperkt. De burger is mede vormgever van zijn eigen leefomgeving. Daarom hecht ik aan een politieke laag, waar burgers mee denken en beslissen juist over bijvoorbeeld het buurtgericht politiewerk. Nog een ander voorbeeld. Op dit moment vormen de bezuinigingen op het buurtgericht welzijnswerk een discussiepunt in de deelgemeenten. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat het nogal verschil uitmaakt of gekozen vertegenwoordigers van Leefbaar of van de PvdA de beslissingen nemen. Het is goed als daarover ten principale aan de kiezer verantwoording afgelegd wordt. Die is zeker geïnteresseerd. Robert Simons moet maar eens aan zijn partijgenoten die nu bestuurlijke verantwoordelijkheid dragen, vragen of zij iets van de burgers merken. Bijna elke commissievergadering en deelraadsvergadering wordt druk bezocht. At Polhuis, fractievoorzitter PvdA Rotterdam-IJsselmonde
inttf vd mnd
im Heb je als PvdA-fractie in je gemeente of provincie een leuk voorstel gerealiseerd waar je trots op bent en waar andere partijen misschien wel een beetje jaloers op zijn? Of doe je iets anders wat heel bijzonder is? Meld het ons, zodat wij het kunnen doorgeven in onze rubriek Het Initiatief van de Maand. Wij zetten je graag in het zonnetje. En op die manier kunnen wellicht ook andere PvdA’ers in het land er hun voordeel mee doen! Stuur een mailtje met info naar eindredacteur Jan de roos,
[email protected]
DRollen en Dooie paaRDen Wordt de drol ingetrokken? Blijf de Dijkslag voorlopig? Waarom een Dooiepaardenoverleg? Gaat burgemeester Veerhoek zijn snor opeten? Intrigerende vragen waarop u waarschijnlijk het antwoord niet weet, tenzij u in de gemeente NederBetuwe woont en de website van de plaatselijke PvdA leest. Die website is ‘toegankelijker’ gemaakt, zodat ook gewone mensen er een beetje plezier aan kunnen beleven, meldt fractielid Jan Woldberg met gepaste trots. Hij heeft daar zelf een behoorlijk aandeel in gehad. Wat die drol betreft: het RBC besteedt op de voorpagina uitgebreid aandacht aan het dilemma rond het ABC, aldus Woldberg. Nu weet u nog niets, maar voor inwoners van de gemeente is het duidelijk waar het om gaat, en dat is voldoende. Aardig is ook Woldbergs bericht onder de kop ‘Dooiepaardenoverleg’: ‘Vorige week moest de raad komen opdraven voor een geheim doojepaarden-
overleg. Een overleg wat ook schriftelijk had kunnen worden afgedaan. Ik mag helaas niets zeggen over deze nietszeggende bijeenkomst. Bij deze een oproep aan burgemeester Veerhoek om af te stappen van de achterkamertjes als het niet strikt nodig is.’ Veerhoek is van de VVD. De dorpsburgemeester baarde onlangs opzien door aan te kondigen dat hij zijn snor zou opeten als bij een plaatselijk project waarvan hij de bouwheer is het budget wordt overschreden. De PvdA hoopt dat de burgemeester zijn beloften waarmaakt en met snor kan blijven. ‘Maar we zijn er niet gerust op. Overschrijding van budgetten zijn aan de orde van de dag en het zal niet de eerste keer zijn dat wij met onaangename verrassingen worden geconfronteerd.’ Het worden spannende tijden daar in Neder-Betuwe. Dankzij Jan Woldberg en zijn politieke makkers blijven we op de hoogte! www.pvdanederbetuwe.nl
PIET STOFFELEN (1930-2011) Oud-CLB-secretaris overleden Op 4 augustus jl. is in zijn woonplaats Hillegom Piet Stoffelen overleden. Stoffelen, die 71 jaar is geworden, was vanaf de jaren zeventig 23 jaar Tweede Kamerlid en daarna nog bijna drie jaar Eerste Kamerlid. Hij was secretaris van het Centrum voor Lokaal Bestuur van 1967 tot 1971. Stoffelen werkte in die periode als stafmedewerker bij de Wiardi Beckman Stichting en kreeg behalve de juridische sectie ook de Sectie Gemeente en Provincie (zoals de voorloper van het CLB toen heette) onder zijn hoede. Daarvoor had hij als ambtenaar in Enschede gewerkt. In die stad was hij ook voorzitter van de PvdA-afdeling. Van 1969 tot 1973 was Stoffelen lid van de gemeenteraad van Ouderamstel. Over zijn werk als secretaris van het CLB vertelde hij in 2001 in het CLB-jubileumboek Besturen als kunst: ‘Het advieswerk was zeer hectisch. Je kreeg erg veel aanvragen. Er was veel invoelingsvermogen nodig om die bevredigend af te wikkelen. Ik heb ervan geleerd dat de lokale cultuur in Nederland enorme verschillen kent, tussen platteland en steden maar ook bijvoorbeeld tussen het zuiden en het westen. Vooral onze raadsleden in het zuiden moesten opboksen tegen de confessionele, conservatieve meerderheid. Zij kregen nogal eens te maken met vriendjespolitiek en vroegen dan aan mij hoe ze dat moesten aanpakken. Dat is altijd erg moeilijk. Je voelt aan je water dat het niet klopt, maar bewijs is meestal moeilijk te leveren.’
17
AANTAL RAAdSZETELS mAG vAN CLB’ERS OmLAAG
Foto Nationale Beeldbank
De Zeeuwse gemeen Tholen, ruim 25.000 inwoners, heeft momenteel 21 raadsleden. Dat zouden er, als de dualiseringscorrectie doorgaat, straks 19 worden.
De leden van het CLB vinden in meerderheid dat het aantal bestuurders en volksvertegenwoordigers mag worden verminderd. Van de 455 CLB-leden die aan een enquête hierover meededen, zegt 53% dat het aantal raadszetels omlaag mag. Ruim 43 procent wil dat niet en 3 procent heeft geen mening. Aan de CLB-leden is gevraagd hoe zij tegen eventuele vermindering van het aantal raadsleden aankijken in verband met de zogeheten ‘dualiseringscorrectie’. Zoals bekend zijn de wethouders sinds de invoering van de dualisering in 2002 geen lid meer van de gemeenteraad. De omvang van de gemeenteraden is echter gelijk gebleven. Daardoor is het aantal actieve politici gestegen (ongeveer met 1500 in vergelijking met de situatie voor
JAN dE ROOS einDReDacTeuR loKaal beSTuuR
18
2002). Dit was een onbedoeld neveneffect van de dualisering. In 2006 is daarom een voorstel ontwikkeld dat de titel ‘dualiseringscorrectie’ heeft gekregen. Met de dualiseringscorrectie wordt beoogd gemeenteraden zodanig te verkleinen dat het aantal actieve politici ongeveer weer op hetzelfde niveau komt te liggen als voor de invoering van de dualisering. Concreet wordt voorgesteld gemeenteraden van gemeenten tot 40.000 inwoners
te verkleinen met twee raadsleden en bij meer dan 40.000 inwoners met vier raadsleden. Als dit voorstel wordt doorgevoerd daalt het totale aantal raadsleden naar verwachting met 1000. Doordat het aantal wethouders niet meer mag zijn dan maximaal 20% van het aantal raadsleden, neemt het aantal wethouders ook af. Pierre Heijnen, woordvoerder Binnenlandse Zaken in de Tweede Kamerfractie, wilde graag polsen wat de CLB-leden vinden van het PvdA-initiatiefvoorstel voor de dualiseringscorrectie. Dit met het oog op een kamerdebat hierover in het najaar. De fractie wil een realistisch alternatief bieden voor de voornemens uit het regeerakkoord. Het kabinet heeft zich uitgesproken voor vermindering van bestuurlijke drukte. Rutte en de zijnen willen het aantal bestuurders en volksvertegenwoordigers in gemeenten, waterschappen en provincies verminderen, de deelraden en deelgemeenten afschaffen en het aantal leden van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer terugbrengen naar resp. 50 en 100. Hoge respons Aan de enquête over de dualiseringscorrectie nam een kwart van alle CLB’ers deel, wat een hoge respons mag worden genoemd. Bijna twee derde van de mensen die reageerden vindt het een goed idee om het initiatiefvoorstel dualiseringscorrectie in te dienen. Iets meer dan 30% is daar tegen, en 5% weet het niet. Veel CLB-leden vrezen dat vermindering van het aantal raadszetels vooral voor kleine gemeenten verkeerd uitpakt. ‘Veel fracties moeten het nu al met z’n tweeën allemaal bolwerken en
straks worden het nog minder mensen.’ Een ander meent: ‘Er komen steeds meer taken op de gemeente af, dus ook meer werk voor de gemeenteraadsleden. Het maakt niet uit of je in een kleinere of grotere gemeente werkt, de werkdruk neemt alleen maar toe. In kleinere gemeenten doe je het raadslid zijn erbij, naast je werk. Als het aantal raadsleden moet afnemen, vind je niemand meer die bereid is om een groot deel van de vrije tijd op te offeren voor de politiek. Dan kiest men eerder voor familie, vrienden, gezin en andere hobby’s. Ik ben dus tegen dit voorstel!’ ‘Ik ben een groot tegenstander van het verminderen van het aantal zetels van welke bestuurslaag dan ook,’ meldt een ander raadslid. ‘ Als we hiertoe overgaan krijg je alleen nog de partijelite die bestuurt. Een arbeider komt nu al weinig voor in bestuurslagen en zal dan geheel verdwijnen.’ Populistisch Nog een paar reacties op de enquête: > ‘Ik vind een bescheiden vermindering van het aantal raadsleden te rechtvaardigen, gelet op de kosten, maar ook in het kader van efficiëncy. Wij hebben in onze gemeente te maken met 35 raadsleden en 12 (!) fracties. Dat betekent lange raadsvergaderingen, want alle partijen maken natuurlijk gebruik van hun recht op spreektijd.’ > ‘Door het samenvoegen van gemeenten wordt een vermindering van het aantal raadsleden en wethouders al op een effectievere wijze bereikt.’ > ‘Ik ben voor nóg minder raads-
>
>
>
> >
>
leden en (dus) wethouders dan in het voorstel, wel naar rato van gemeentegrootte. Bij 50.000 inwoners kan het best met 23 raadsleden. Dat is 6 minder dan nu.’ ‘De opvatting dat het aantal volksvertegenwoordigers moet worden verminderd is een uiting van populisme. De populist gaat er altijd van uit dat volksvertegenwoordigers er eigenlijk niet toe doen.’ ‘Bestuur waterschap kan weg, naar de provincie. De Eerste Kamer kan verdwijnen, dat is een poppenkast.’ ‘In het regeerakkoord wordt ook gezegd dat de waterschappen met minder bestuurders toe moeten. Vergeten wordt dat de waterschappen eind 2007 bij de invoering van de nieuwe Waterschapswet al zijn verkleind zijn. Wel de geborgdenzetels afschaffen.’ ‘Moet de PvdA de kabinetsagenda uitvoeren? Nee toch?’ ‘Ik zou graag zien dat vanuit de PvdA actief aan herindelingen wordt gewerkt. Het van onderop-principe moet worden losgelaten.’ ‘Den Haag delegeert steeds meer bestuurstaken naar de gemeenten. Dat vind ik prima maar dat is ook de reden waarom ik tegen dit initiatiefvoorstel ben.’
Foto Jan Schuurman Hess
Arie en rene
OvER dE GRENS
Jan Schuurman Hess doet voor Lokaal Bestuur elke maand verslag van zijn twee jaar durende voettocht door Nederland. Hij is op zoek naar de ziel van de sociaaldemocratie. Wie meer wil weten van zijn ervaringen en belevenissen of wil reageren, kan terecht op de website www.voettochtvanjan.nl.
Wie door Zuid-Limburg wandelt, de geschiedenis leert kennen en zich verdiept in ontwikkeling en samenhang in de regio, ontkomt niet aan een bezoek aan Luik en Aken. De driehoek Luik-Aken-Maastricht bepaalt al eeuwen de ontwikkelingen in deze regio. Meer zelfs, het gebied rond de drie kernsteden is één van de broedplaatsen van de Europese cultuur en geschiedenis. Karel de Grote, de welhaast mythische koning uit de Middeleeuwen, was hier thuis; Herman van Veldeke (11501184), geboren nabij het Vlaams-Limburgse Hasselt, is de grondlegger van zowel de geschreven Nederlandse als de Duitse literatuur. Het Prinsbisdom Luik leverde een niet te overschatten bijdrage aan de religieuze en wereldlijke organisatie van het gebied; de Dom van Aken behoort tot de markantste kerken in Europa. De Germanen en Romeinen, Franken en Bourgondiërs, Spanjaarden en Oostenrijkers kleurden de eeuwen, het leven en de dood. Nu maken de steden deel uit van drie landen verbonden binnen de Europese Unie, en zou het gemakkelijk en vanzelfsprekend moeten zijn om over de grenzen te kunnen. Voor ambtenaren, zakenlieden en beroepsvoetballers is dat ook zo. ‘Europa’ werkt voor wie geld heeft, of een bijzonder talent. Een kraanmachinist, een voormalige mijnwerker die bouwvakker werd en een boer vertelden me onderweg hoe gemakkelijk en vanzelfsprekend het vroeger was om over de grens te gaan werken. Rene, de bouwvakker, zei het onderweg voorbij Heerlen zo: ‘Ik ben als jongen begonnen in de mijn. Na de mijnsluiting ben ik de bouw in gegaan, in Duitsland. Hard werken, veel verdienen. Dat is voorbij. Je bent een dief van je eigen portemonnee als je over de grens zou willen werken; met dank aan Den Haag en Europa.’ In de geschiedenis van de sociaaldemocratie was de uitwisseling over de grens niet onbekend. Willem Vliegen,
ondrwg een van de grote leiders van de Limburgse en Nederlandse sociaaldemocratie, trok vanuit Zuid-Limburg naar Luik, leerde zichzelf Frans en ging aan het werk als typograaf. Maar nu? Volgens Weike Medendorp en Henk Verreck, afdelingsvoorzitter van de PvdA in Heerlen, zijn de contacten met de Luikse en Akense sociaaldemocraten nu uiterst spaarzaam. Ik ben wel naar de Luikse Parti Socialiste en de SPD in Aken geweest. De afdeling van de PS Luik heeft 20.000 leden, is per wijk georganiseerd en de partij onderhoudt goede, intensieve contacten met de socialistische vakbond (één op de twee Luikenaars is lid van de bond) en het socialistisch ziekenfonds. Inhoudelijk is de lijn van de partij helder: de sociaaldemocratie beschermt en waakt over menselijke waardigheid en solidariteit. Op basis van die eenvoudige uitgangspunten is de economie van de stad in de voorbije jaren vernieuwd, het centrum van de stad gemoderniseerd en floreert het (multi)culturele leven. Mede onder impuls van de Parti Socialiste trekt de Waalse economie meer buitenlandse investeerders aan, en vernieuwt zich sneller dan Vlaanderen. Om die reden ook willen Luik en Wallonië in 2017 de Wereldtentoonstelling organiseren. In Maastricht en in Aken is men van die plannen niet op de hoogte; vanzelfsprekend ook niet in Vlaanderen, maar dat is een ander verhaal. Zowel in Aken als Luik, als ook in Limburg willen sociaaldemocraten graag opnieuw onderling contacten leggen, zo werd me door een ieder verzekerd. Zou het een idee zijn om opnieuw elkaars taal te leren; een grensoverschrijdend gemeenschappelijk sociaaldemocratisch fonds op te richten en met een aantal proefprocessen Europese idealen af te dwingen voor bouwvakkers als Rene en kraanmachinisten als Arie? Of is het daarvoor al te laat?
19
achtrknt Foto Nationale Beeldbank
20
PARTIJ vAN dE ARBEId Mensen bezig met hun alledaagse werk, is het fotothema van deze achterpagina.