A
gemeente Eindhoven
Raadsnummer
13R5286
Inboeknummer Beslisdatum B&W Dossiernummer
13bst00575 26 maart 2013 13.13.103 (2.7.1)
Raadsvragen Van het raadslid dhr. H. Bouteibi (PvdA) over Studenten in de bouwsector
Voorkomen voortijdig school verlaten van studenten in de bouwsector Geacht college, Een tijd geleden heeft u toegezegd de motie aantrekken technisch personeel uit te voeren. De kern van deze motie is gericht op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten van studenten die werken en leren tegelijkertijd. Zogenaamde BBLstudenten. In de techniek worden afspraken nagekomen oa door goede samenwerking tussen bedrijven, gemeente en bijvoorbeeld SPOMM. Hierdoor behouden veel BBL leerlingen hun baan en is voortijdig schoolverlaten voorkomen. Echter, voor de bouwsector maken we ons grote zorgen . Op dit moment zitten veel studenten op de “bank” omdat hun leerbedrijf geen geld meer heeft om de werkleerrelatie voort te zetten. Wij hebben reeds van onderwijspartners, bouw educatiegroep en anderen te horen gekregen dat hierover een vruchtbaar gesprek is geweest. Onze complimenten voor dit initiatief. De deelnemers hebben het gesprek als zeer prettig ervaren en noemen het een goede start. Derhalve hebben wij de volgende vragen voor u: 1. Wij hebben ons als stad gecommitteerd aan doelstellingen als het gaat om het terugdringen van VSV. Wij vinden ook dat geen enkele student zonder diploma van school zou mogen gaan. In de bouw is voortijdig schoolverlaten een gevolg van het feit dat bedrijven door economische achteruitgang geen werkplek meer kunnen bieden. Bent u het met ons eens dat het in ons gemeentelijk belang is dat deze vorm van VSV zsm wordt opgelost? Zo ja, welke bijdrage ziet het college voor zichzelf weggelegd? 2. Vorig jaar hebben wij geconstateerd dat studenten techniek niet geplaatst konden worden bij een leerbedrijf terwijl er een tekort cq in de toekomst een groot tekort wordt voorspeld aan technisch personeel. U heeft beloofd werk te maken (samen met partners) dat jongeren die voor techniek kiezen een werkleerbedrijf vinden. Kunt u ons en de raad informeren of dit succesvol is verlopen? Wij hebben namelijk vernomen dat dat positief is verlopen.
A
Raadsnummer
13R5286
3. Kan deze methode ook gebruikt worden voor andere sectoren binnen techniek zoals de bouw? Een aantal technische vragen: Kunt u ons aangeven hoeveel bbl studenten in de regio Eindhoven hun baan zijn verloren? Kunt u ook aangeven hoeveel daarvan nog steeds betaald krijgen door zogenaamde samenwerkingsverbanden maar niet geplaatst kunnen worden bij een werkgever? Hoeveel studenten hebben hierdoor hun opleiding moeten stoppen? In hoeverre is deze laatste groep nog in beeld? Bijvoorbeeld bij straks.nu? Eindhoven, 26 februari 2013
Antwoord van burgemeester en wethouders 1.
Wij hebben ons als stad gecommitteerd aan doelstellingen als het gaat om het terugdringen van VSV. Wij vinden ook dat geen enkele student zonder diploma van school zou mogen gaan. In de bouw is voortijdig schoolverlaten een gevolg van het feit dat bedrijven door economische achteruitgang geen werkplek meer kunnen bieden. Bent u het met ons eens dat het in ons gemeentelijk belang is dat deze vorm van VSV zsm wordt opgelost? Zo ja, welke bijdrage ziet het college voor zichzelf weggelegd? a.) Ja, dat zijn wij met u eens. De actuele situatie rond BBL, zoals staat vermeld in het ED van 22 maart heeft onze aandacht. Een kanttekening is gerechtvaardigd, omdat de rol van de gemeente in dezen beperkt is. De economische recessie slaat hard toe en pakt met name zeer negatief uit voor de bouwsector. (Opleidings)-bedrijven gaan failliet en door de groei en inzet van (tijdelijke en/of ((buitenlandse)) flexwerkers zijn er nauwelijks begeleiders voor leerlingen. b.) Er is een regionaal VSV convenant waarbij alle belanghebbenden binnen het onderwijs en het bedrijfsleven hun uiterste best doen om de gestelde doelstellingen te halen. Eindhoven is binnen dit convenant centrumgemeente en tevens bestuurlijke voortrekker wat betreft het geven van uitvoering aan dit convenant. Over de behaalde resultaten wordt uw raad periodiek geïnformeerd. Met de directeur van de opleiding Bouwtechniek van het Summacollege en het opleidingsbedrijf Ambacht’sCool heeft de gemeente afgesproken om aan de stuurgroep VSV voor te leggen om de werkloosheidsproblematiek voor de groep vsv - leerlingen in de bouw het komende jaar te prioriteren. c.) In regionaal verband worden in het Regionaal Arbeidsplatform ( RAP) voor een aantal sectoren zogenoemde sectorplannen - waaronder ook de
2
A
Raadsnummer
13R5286
bouwsector opgesteld. Dit moet medio mei gereed zijn. d.) Ook de provincie richt zich op het creëren van leerwerkplekken en het in stand houden van de regionale scholingsinfrastructuur met aandacht voor social return. Voorbeelden van acties zijn: Regionaal Stimuleringsfonds Leren/Werken Gebouwde omgeving; het betreft een regionale uitwerking van de landelijke Stichting Stifo (bouwopleidingsbedrijven Nederland). e.) Er wordt door de regionaal samenwerkende bedrijven en organisaties een revolverend fonds1 opgericht, dat als doel heeft het noodzakelijke opleidingsvolume in de Brabantse regio’s te behouden, met een duidelijke social return doelstelling, zodat ook bijzondere doelgroepen opleidingsperspectief wordt geboden. Road to Work; project gericht op de instroom in de infra sector. Ook dit onderdeel behoort eveneens in mei afgerond te zijn. Richting bedrijfsleven f.) Richting bedrijfsleven investeert de gemeente in de subsidieregeling Prestatieladder Socialer ondernemen (PSO), werkcheques, voorlichting en arrangementen. De werkcheques kunnen ook voor BBL-trajecten (geen voltijdstudent en stage) worden ingezet. Hier wordt door werkgevers daadwerkelijk gebruik van gemaakt. Bedrijven in de bouw mogen ook Social Return in aanbestedingen deels invullen met het in dienst nemen van BBLstudenten. Hier zijn echter strikte(re) voorwaarden aan verbonden. Op dit moment vinden er gesprekken plaats tussen opleiders(Techniekhuys en AmbachtsCOOL) enerzijds en anderzijds het UWV en de vakbonden om gezien de uitzonderlijke situatie – tijdelijke overbruggingsregelingen te treffen waarbij jongeren voor de bouwsector behouden blijven totdat de markt weer aantrekt. Alle belanghebbenden reageren constructief en oplossingsgericht, maar de materie is weerbarstig en een overbruggingsmaatregel is nog niet geformuleerd. Een noemenswaardig lichtpuntje is dat de instroom bij de BOL-opleiding (= voltijdsstudenten) van Summa College Bouw & Wonen zich gunstig aftekent. 1
Revolverend fonds
In vergelijking met een vermogensfonds is een revolverend fonds meer gericht op financieren in plaats van subsidiëren. Een revolverend fonds beoogt de realisatie van investeringen via laagrentende leningen in plaats van via subsidies. Rente en aflossingen vloeien weer terug in het fonds en zijn beschikbaar voor nieuwe investeringen. De gebiedspartijen zetten hetzelfde geld meerdere malen in en kunnen daardoor meer doelstellingen realiseren.
3
A
Raadsnummer
13R5286
Deze opleiding komt het aankomende studiejaar niet onder het studentenaantal terecht dat noodzaakt tot het opheffen van deze opleiding. 2.
Vorig jaar hebben wij geconstateerd dat studenten techniek niet geplaatst konden worden bij een leerbedrijf terwijl er een tekort cq in de toekomst een groot tekort wordt voorspeld aan technisch personeel. U heeft beloofd werk te maken (samen met partners) dat jongeren die voor techniek kiezen een werkleerbedrijf vinden. Kunt u ons en de raad informeren of dit succesvol is verlopen? Wij hebben namelijk vernomen dat dat positief is verlopen. De actie waar u melding over maakt, is inderdaad positief verlopen, want alle leerlingen beschikken over een leerwerkplek. Via de raadsinformatiebrief d.d.4 februari 2013 betreffende BBL opleidingen ZuidOost Brabant (dossiernummer 13.08.702) bent u geïnformeerd over de instroom in de technische sector. 3. Kan deze methode ook gebruikt worden voor andere sectoren binnen techniek zoals de bouw? Een aantal technische vragen: Kunt u ons aangeven hoeveel bbl studenten in de regio Eindhoven hun baan zijn verloren? Kunt u ook aangeven hoeveel daarvan nog steeds betaald krijgen door zogenaamde samenwerkingsverbanden maar niet geplaatst kunnen worden bij een werkgever? Hoeveel studenten hebben hierdoor hun opleiding moeten stoppen? In hoeverre is deze laatste groep nog in beeld? Bijvoorbeeld bij straks.nu? a.) Het schrijven van een brandbrief zal niet echt effectief zijn. De brandbrief is uitgegaan in de techniek omdat de instroom stagneerde in een sector waar wél plaatsingsmogelijkheden bij grote bedrijven bleken te zijn. De bouwsector verkeert in een ernstige crisis en is te versnipperd waardoor het niet goed mogelijk is om bij één bedrijf een hele grote groep leerlingen te plaatsen. Verder zijn er binnen de bouwsector al grote opleidingsbedrijven actief die voortdurend actief zijn om leerlingen bij ondernemers te plaatsen en op de urgentie te wijzen. b.) Gezien de ernst van de situatie in de bouwsector vindt voortdurende monitoring plaats. In de bijlagen geven wij u inzicht in de cijfers die beschikbaar zijn. c.) Straks.nu volgt alle leerlingen, binnen de regionale leerlingenregistratie K2O, die nog geen startkwalificatie hebben (mbo-niveau 2, havo of vwo diploma). Dit houdt in dat elke leerling, die de school verlaat en nog geen
4
A
Raadsnummer
13R5286
startkwalificatie heeft, gevolgd wordt op het verkrijgen van een startkwalificatie tot zijn of haar 23ste jaar. Leerplicht zet tot 18 jaar toezicht in opdat een jongere een opleiding volgt. Na het 18de jaar wordt door de studieloopbaanadviseurs van Straks.nu extra inzet gedaan, opdat de jongere alsnog een opleiding gaat volgen. Jongeren in Zuidoost Brabant die school voortijdig hebben verlaten zijn gemeld bij de afdeling Leerlingenzorg. De studieloopbaanadviseurs zijn aan de slag om deze jongeren weer naar een opleiding, werk of zorgtraject door te leiden. Eindhoven, donderdag 28 maart 2013 hti/QC13005434
5