Studenten Eindhoven
Convenant Huisvestingsopgave Studenten 2012-2020 Convenant Huisvestingsopgave Studenten 2012-2020
Studenten Eindhoven
‘Samen bouwen aan Eindhoven kennisstad’ Convenant Huisvestingsopgave studenten 2012 - 2020 Ondergetekenden,
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
De gemeente Eindhoven, te dezen vertegenwoordigd door mw. drs. M. C. T. Fiers daartoe gemachtigd door de burgemeester bij besluit van 12 februari 2013 en handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 12 februari 2013, hierna te noemen: Gemeente Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl te dezen vertegenwoordigd door dhr. drs. M.T. Eggermont RA, algemeen directeur-bestuurder, gevestigd te Eindhoven, aan de Willemstraat 28, hierna te noemen: Vestide Stichting Trudo te dezen vertegenwoordigd door dhr. drs. A.A.M. Aussems MRE MFE MMO, directeur-bestuurder, gevestigd te Eindhoven, aan de Torenallee 34, hierna te noemen: Trudo Stichting Wooninc te dezen vertegenwoordigd door drs. H. Buursink, directeur-bestuurder, gevestigd te Eindhoven, aan de Winston Churchilllaan 87, hierna te noemen: Wooninc. Stichting ROC Summa College te dezen vertegenwoordigd door dhr. drs. O.B. van Nugteren MLD, lid College van Bestuur, gevestigd te Eindhoven, aan de Sterrenlaan 10, hierna te noemen: Summa College Stichting Fontys te dezen vertegenwoordigd door mw. drs. E.C. Meijer, lid College van Bestuur, gevestigd te Eindhoven, aan de Rachelsmolen 1, hierna te noemen: Fontys Technische Universiteit Eindhoven te dezen vertegenwoordigd door mr. J.P. van Ham, lid College van Bestuur, gevestigd te Eindhoven, aan Den Dolech 2, hierna te noemen: TU/e Vastgoed Belang, vereniging van particuliere beleggers in vastgoed te dezen vertegenwoordigd door mw. drs. A. Burgmans, bestuurslid afdeling Zuid en lid van de Ledenraad, gevestigd te Amsterdam, aan de Rijswijkstraat 175, hierna te noemen: Vastgoed Belang Dhr. M.C.F. van Damme en mw. A.W.G.M. Janssen Bsc, beiden student aan de TU/e, gevestigd te Eindhoven, p/a
[email protected] hierna te noemen: studenten
Hierna genoemd de partijen.
1
Overwegingen
A. Partijen werken al sinds 2003 samen rondom de huisvesting van (internationale) studenten. B. Dit convenant is een vervolg op een eerder convenant uit 2009 naar aanleiding van een evaluatie van de samenwerking in 2012. De conclusie van de evaluatie was dat de samenwerking meerwaarde heeft en het wenselijk is deze voort te zetten. C. Studenten maken een steeds belangrijker onderdeel van stad en regio uit. D. Partijen beschouwen AIO’s en TOIO’s als zijnde in opleiding en nemen deze doelgroep daarom mee in dit convenant omdat zij deels gebruik maken van hetzelfde huisvestingsaanbod. E. Eindhoven is een van de leidende kennisregio’s van Europa. Om de lokale economie draaiende te houden en de economische ontwikkeling en technische en sociale innovatie te stimuleren is continu nieuw talent nodig van de universiteit, de hogeschool en het middelbaar beroepsonderwijs. F. Om voldoende instroom van studenten te kunnen garanderen worden op verschillende terreinen de handen ineengeslagen en projecten gestart. G. Eindhoven wil een open stad zijn en gastvrij naar nieuwkomers met aantrekkelijke huisvesting. Studenten voelen zich thuis in Eindhoven en zijn betrokken bij hun directe woonomgeving en zijn voor langere tijd verbonden met de stad. H. In het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2011-2016 (LAS) wordt de mogelijke inzet per partij beschreven en voorstellen gedaan voor de samenwerking tussen de betrokken partijen, waarbij de gemeente een regierol wordt toegedacht. Dit convenant geeft uitvoering aan het LAS. I. De ambitie van dit convenant is het doorontwikkelen van Eindhoven als studentenstad door de realisatie van een aantrekkelijke woon- en leefomgeving voor studenten zoveel mogelijk binnen de Ring. J. Woonoverlast en malafide verhuurproblemen willen partijen voorkomen en oplossen. K. Partijen vinden het wenselijk om in het convenant hun langjarige afspraken vast te leggen en daarnaast jaarlijks een werkplan op te stellen waardoor beter ingespeeld kan worden op actuele ontwikkelingen. L. Het is mogelijk voor andere partijen die studentenhuisvesting ontwikkelen of beheren het convenant te ondertekenen als ze de doelstellingen en afspraken uit dit convenant erkennen en conform handelen. M. Partijen vinden het wenselijk om het Holland Expat Center South en Brainport Development te betrekken bij onderling overleg in verband met het uitwisselen van informatie en ervaringen.
2
De partijen voelen zich samen verantwoordelijk voor de verdere ontwikkeling van Eindhoven als studentenstad en zullen zich de komende jaren door hun (gezamenlijke) inzet richten op de volgende doelstellingen:
-
-
Doelstelling 1: Het realiseren van voldoende betaalbare en kwalitatief op de vraag aansluitende huisvesting voor studenten op de juiste plek en zoveel mogelijk binnen de Ring in de stad. Doelstelling 2: Daarbij voldoende huisvesting beschikbaar stellen voor internationale studenten. Doelstelling 3: Stimuleren van de betrokkenheid en binding van studenten bij de stad, wijk en buurt. Doelstelling 4: Stimuleren van een goed huurderschap en verhuurderschap.
doelstelling betaalbare Toelichting d oelstelling 1: Het realiseren van voldoende be taalbare en kwalitatief op de vraag aansluitende huisvesting voor studenten op de juiste plek en zoveel mogelijk binnen de Ring in de stad. Het is niet exact bekend hoeveel studenteneenheden in Eindhoven beschikbaar zijn en hoeveel studenten in Eindhoven wonen. De Landelijke Monitor Studentenhuisvesting geeft aan dat er in 2012 7.280 studenten uitwonend zijn in de stad. Circa 75% van de studenten woont op kamers met gedeelde voorzieningen. Ongeveer 30% van de eenheden voor studenten wordt daarvan aangeboden door de corporaties. Vestide heeft hierin verreweg het grootste aandeel, naast Trudo en Wooninc. De overige 70% wordt aangeboden door particulieren. Dit zijn vooral kleine aanbieders (aantal panden, beperkt aantal eenheden). In 2012 is de ‘Landelijke monitor studentenhuisvesting’ opgesteld (zie bijlage 1). Op basis daarvan is de ontwikkeling van vraag en aanbod naar studentenhuisvesting tot 2020 in beeld gebracht (bijlage 2). Er is daarbij een aanname gedaan dat er in 2010 sprake was van een kwantitatief evenwicht tussen vraag en aanbod naar studentenhuisvesting. De verwachte groei uitwonende studenten in Eindhoven tot 2020 bedraagt circa 850 studenten. Deze groei komt vooral op het conto van de internationale studenten. Tevens is sprake van een toenemende en ook onder huidige kamerbewoners verschuivende vraag naar zelfstandige eenheden (kwaliteitsverbetering). Daarnaast willen partijen de woonoverlast in de bestaande stad verminderen en malafide verhuurders ontmoedigen (vervangingsopgave). Tenslotte vinden partijen het belangrijk om studenten die nu thuis wonen of buiten Eindhoven uitwonend zijn, naar de stad te trekken (verschuiving). Kwalitatief is er sprake van een toenemende en onder huidige kamerbewoners verschuivende vraag naar zelfstandige eenheden. Door middel van bij voorkeur de transformatie van leegstaand vastgoed en nieuwbouw willen partijen deze kwantitatieve en kwalitatieve groei faciliteren. De juiste plek is zoveel mogelijk binnen
3
de Ring. Dit draagt tevens bij aan de zichtbaarheid van studenten in de stad en de dynamiek in de stad. Doelstelling 2: Daarbij vvoldoende oldoende huisvesting beschikbaar stellen voor internationale studenten. Een steeds groter deel van de studentenpopulatie en de AIO’s en TOIO’s zal naar verwachting van internationale afkomst zijn. De stijgende vraag naar studentenhuisvesting wordt dan ook vooral door internationale studenten veroorzaakt. Hun woonwensen zijn specifiek: huisvesting dient gegarandeerd te zijn bij aankomst in Eindhoven. Bovendien hebben zij veelal een voorkeur voor gemeubileerde eenheden. De onderwijsinstellingen bieden studenten en AIO’s en TOIO’s bij aankomst in Nederland daarom een huisvestingsgarantie. Daarbij is het belangrijk dat er voldoende gemeubileerde eenheden beschikbaar zijn. De onderwijsinstellingen maken hierover afspraken met de aanbieders van studentenhuisvesting. In de huidige situatie (vraag- en aanbod in evenwicht) heeft dit een aanvaardbare invloed op de slaagkans van andere studenten op de woningmarkt. De partijen blijven deze slaagkans monitoren. Doelstelling 3: Stimuleren van de betrokkenheid en binding van studenten bij de stad, buurt.. stad, wijk en buurt Studenten kunnen als inwoners van een stad een positieve bijdrage hebben op de levendigheid van de stad maar ook op de leefbaarheid in hun eigen woonomgeving. Eerdere experimenten in bijvoorbeeld Woensel West hebben dit ook bevestigd. Door studenten aan te trekken en na afstuderen in de stad te houden haalt Eindhoven jonge, ambitieuze mensen naar zich toe. Dat is goed voor de ontwikkeling van het culturele leven en de versteviging van de sociale cohesie in een stad of een wijk. Studenten vragen om en participeren in allerlei culturele initiatieven. Ze richten verspreid over de stad allerlei kleine bedrijfjes op. Ook kunnen ze in hun wijk meedoen aan initiatieven om achterstand te verkleinen en inburgering te stimuleren. Studenten kunnen door hun algemene en specifieke kennis inspirerende voorbeelden zijn voor kinderen die zonder studenten niet in aanraking zouden komen met moderne ontwikkelingen op het gebied van wetenschap en onderzoek. Dat kan heel eenvoudig georganiseerd worden, bijvoorbeeld in de vorm van huiswerkbegeleiding. Universiteiten, hogescholen en hun studenten kunnen daarom voor bedrijven en inwoners een academie voor hun stad vormen. Partijen willen daarom de betrokkenheid van studenten bij de stad en in het kader van dit convenant specifiek hun eigen woonomgeving verder stimuleren. Daarnaast willen we verkennen hoe we (internationale) studenten kunnen behouden voor de stad. Doelstelling ling 4: Stimuleren van een goed huurderschap en verhuurderschap. Doelstel
4
Woonoverlast en malafide verhuur zijn problemen die we willen voorkomen en oplossen. Partijen willen goed huurderschap en verhuurderschap verder bevorderen en malafide verhuurders ontmoedigen. Partijen zorgen voor de continue beschikbaarheid van kwalitatief goede eenheden voor studenten en werken daarom bijvoorbeeld met verhuur op basis van een campuscontract. Verder willen zij het ontwikkelen en implementeren van een (lokaal) keurmerk voor verhuurders stimuleren. Ook het verbeteren van de communicatie, zowel naar huurders als verhuurders over rechten en plichten draagt hiertoe bij. Partijen komen daarom het volgende overeen:
Artikel 1 Begripsbepalingen a. Studenten: nationale of internationale nationale studenten ingeschreven bij Summa College, Fontys of TU/e b. AIO’s: Assistenten in opleiding die verbonden zijn aan de TU/e c. TOIO’s: technisch ontwerpers in opleiding die verbonden zijn aan de TU/e d. Studentenhuisvesting: wooneenheden voor studenten, AIO’s en TOIO’s (gestoffeerd, gemeubileerd of ongemeubileerd) binnen de Ring van Eindhoven e. De Ring: aaneengesloten stelsel van wegen binnen de bebouwde kom van Eindhoven die wordt gevormd door de Insulindelaan, Jeroen Boschlaan, Hugo van der Goeslaan, Piuslaan, Leostraat, Boutenslaan, Keizer Karel V singel, Limburglaan, Botenlaan, Beukenlaan, Marconilaan, Kronehoefstraat, Pastoriestraat en de Onze Lieve Vrouwestraat. f. LAS: Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2011-2016 van november 2011 Artikel 2 Doel Doelstelling 1.
2. 3. 4.
Het realiseren van voldoende betaalbare en op de vraag aansluitende huisvesting voor studenten op de juiste plek zoveel mogelijk binnen de Ring in de stad. Daarbij voldoende huisvesting beschikbaar stellen voor internationale studenten. Stimuleren van de betrokkenheid en binding van studenten bij de stad. Stimuleren van een goed huurderschap en verhuurderschap
Artikel 3 Opgave van partijen De opgaven van partijen voor het behalen van de doelstellingen van artikel 2 luiden als volgt: Met betrekking tot doelstelling 1: Het realiseren van voldoende betaalbare en op de vraag aansluitende huisvesting voor studenten op de juiste plek zoveel mogelijk binnen de Ring in de stad (artikel 2 eerste lid):
5
Afspraken 1. Tot 2020 streven partijen, op basis van de monitor en de gewenste kwaliteitsverbetering in de bestaande voorraad, naar de realisatie van voldoende nieuwe eenheden voor studenten en AIO’s en TOIO’s. Op basis van de kennis uit 2012 gaat het om 1.500 eenheden, namelijk: b 850 eenheden om in de verwachte groei van uitwonende studenten te voorzien b 650 eenheden in het kader van: o de vervangingsopgave als gevolg van actieve handhaving door de gemeente en regulering via het vergunningensysteem o de gewenste verschuiving van studenten die uitwonend buiten Eindhoven zijn naar Eindhoven o de huisvesting van AIO’s en TOIO’s 2. De realisatie van de nieuwe eenheden is afgestemd op de behoefte (kwaliteit, betaalbaar) van studenten en AIO’s en TOIO’s. Op basis van huidige woonwensen en financiële mogelijkheden zou minimaal 70% van de nieuwe eenheden als zelfstandige eenheden of kamers met eigen voorzieningen moeten worden gerealiseerd. 3. Realisatie van studenteneenheden gebeurt bij voorkeur binnen de Ring en bij voorkeur door transformatie (van leegstaand vastgoed), Nieuwbouw is mogelijk daar waar het bijdraagt aan het aanpakken van zwakke plekken in de stad worden aangepakt of ter versterking van bestaande gebiedsontwikkelingen. Aandacht voor flexibel bouwen zodat studenteneenheden in de toekomst eenvoudig gebruikskwaliteit houden (veranderende woonwensen of ander gebruik). 4. Om de voortdurende beschikbaarheid van voldoende studenteneenheden in de stad te garanderen verhuren de partijen (nieuwe) eenheden op basis van een campuscontract. 5. Alleen eenheden gerealiseerd met een campuscontract tellen mee in de afgesproken productie van 1.500 eenheden voor studenten
Vestide, Trudo, Wooninc., andere partijen buiten convenant
Vestide, Trudo, Wooninc., andere partijen buiten convenant
Gemeente, Vestide, Trudo, Wooninc., andere partijen buiten convenant
Vestide, Wooninc., Trudo
Vestide, Wooninc. Trudo
6
6.
7. 8.
9.
Realisatie van minimaal 800 eenheden in de periode tot 2017. Lopende ontwikkelingen waar een deel van deze eenheden wordt gerealiseerd zijn o.a. Vestdijk-Schellen, Strijp-S, TU/e-campus Realisatie van studentenhuisvesting op Strijp-S (aantal eenheden nader te bepalen.) Na zorgvuldige integrale afweging wegnemen van ongewenste belemmeringen (op basis van gemeentelijk beleid) voor de realisatie van studentenhuisvesting. Het is belangrijk de kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkeling van vraag en aanbod naar huisvesting voor studenten en AIO’s en TOIO’s te monitoren. Dit doen we o.a. met behulp van de jaarlijkse landelijke monitor studentenhuisvesting. De ontwikkeling en consequenties (o.a. het aantal te realiseren eenheden voor studenten) worden minimaal jaarlijks besproken in de werk- en stuurgroep.
Vestide
Trudo Gemeente
Allen
Met betrekking tot doelstelling 2: Voldoende huisvesting beschikbaar stellen voor internationale studenten. (artikel 2 tweede lid) Afspraken 1. De hoger onderwijsinstellingen bieden iedere internationale student en iedere internationale AIO of TOIO de mogelijkheid van huisvesting aan. Om dit mogelijk te maken worden door de onderwijsinstellingen bilaterale afspraken met verhuurders gemaakt over afname van eenheden. 2. Bij voorkeur worden deze bilaterale afspraken gemaakt met Vestide, Wooninc. of Trudo 3. Summa College biedt internationale studenten geen huisvestingsgarantie maar maakt indien nodig afspraken met Vestide over de huisvesting van internationale studenten 4. De ontwikkeling van de groei van internationale studenten is gebaseerd op prognoses. Het is belangrijk deze groei en de ontwikkeling van het aantal internationale AIO’s en TOIO’s te monitoren en de gevolgen van deze groei voor de slaagkans van reguliere studenten.
TU/e, Fontys
TU/e, Fontys, Vestide, Trudo, Wooninc. Summa College, Vestide
TU/e, Fontys, gemeente, Vestide, Trudo, Wooninc.
7
Met betrekking tot doelstelling 3: Stimuleren van de betrokkenheid en binding van studenten bij de stad (artikel 2 derde lid) Afspraken 1. Continueren van het verhuurbeleid waar nieuwe inwoners een maatschappelijke bijdrage leveren in Woensel West. Verhuur op basis van campuscontract is hierbij niet van toepassing. 2. Onderzoeken van de mogelijkheden om initiatieven of projecten te starten waar studenten tegen speciale (huur)voorwaarden een bijdrage aan de sociale structuur in de wijk kunnen leveren. 3.. Inzetten op het wegnemen van ongewenste belemmeringen voor het oprichten van een bedrijf door studenten. 4. Bijdragen aan de gemeenschapsvorming voor vooral internationale studenten door het organiseren van evenementen zoals ‘connect with my culture’ 5. Verkennen wat de bijdrage van huisvesting kan zijn bij het binden van nationale en internationale studenten aan Eindhoven na het afstuderen 6. Verbeteren van de Engelstalige dienstverlening en informatieverstrekking aan studenten
Trudo
Wooninc., Vestide, Trudo
Gemeente, Vestide, Trudo, Wooninc. TU/e, Fontys
Allen
Gemeente, Vestide, Trudo, Wooninc., TU/e, Fontys
Met betrekking tot doelstelling 4: Stimuleren van een goed huurderschap en verhuurderschap (artikel 2 vierde lid) Afspraken 1. Onderzoeken van de mogelijkheden voor het ontwikkelen en implementeren van een keurmerk voor bonafide verhuurders als deugdelijke kamerverhuurders 2. Studenten beter informeren over hun rechten en plichten als huurder 3. 4.
Vastgoed Belang, Vestide, Wooninc., gemeente Studenten, gemeente, Vastgoed Belang, Vestide, TU/e, Fontys Vastgoed Belang, gemeente Gemeente
Particuliere verhuurders beter informeren over hun rechten en plichten als verhuurder. Continueren aanpak illegale kamerbewoning en aanpak woonoverlast (o.a. via Meldpunt Woonoverlast’) en handhaving bij overlast en indien niet voldaan wordt aan vergunningvereisten.
8
Artikel 4 Organisatie
1.
Stuurgroep a. b. c. d. e.
2.
Partijen richten een stuurgroep in, bestaande uit bestuurders van de partijen. Brainport Development en Holland Expat Center South worden hiervoor ook uitgenodigd. De stuurgroep vergadert minimaal 2x per jaar. De stuurgroep evalueert de voortgang en de resultaten van het jaarplan. De stuurgroep bespreekt het jaarplan en verleent zo mogelijk goedkeuring.
Werkgroep a. b. c. d. e. f. g.
Partijen richten een werkgroep in bestaande uit medewerkers van de partijen. Brainport Development en Holland Expat Center South worden hiervoor ook uitgenodigd. Een medewerker van de gemeente is voorzitter van de werkgroep en secretaris van de stuurgroep. De werkgroep voert de afspraken in dit convenant uit. De werkgroep komt minimaal 1x per halfjaar bijeen. De werkgroep bereidt de vergaderingen van de stuurgroep voor. De werkgroep stelt jaarlijks het jaarplan op voor het daaropvolgende kalenderjaar en legt dit ter goedkeuring voor aan de stuurgroep.
Artikel 5 Monitoring 1. Vestide neemt het initiatief tot het coördineren van de jaarlijkse actualisatie van de studentenhuisvestingmonitor. 2. Vestide krijgt hiervoor volledige steun en medewerking van de overige partijen, waaronder: a. aanleveren van studentengegevens b. participeren in het opstellen van de monitor c. zorgen voor verzending van documenten naar studenten door instellingen Artikel 6 Financiële bijdragen De partijen leveren hun bijdrage binnen de eigen reguliere budgetten. Van bijdragen van de partijen in kosten voor inhuur van derden zal pas sprake zijn indien de kosten daarvan bekend zijn en de partijen in een bijdrage hebben ingestemd. Artikel 7 Jaarplannen 1. De werkgroep stelt een jaarplan op dat de concrete afspraken bevat voor het komend jaar.
9
2. 3.
De werkgroep bespreekt dit jaarplan en legt het voor aan de stuurgroep voor 1 oktober van het voorafgaande jaar De stuurgroep keurt het jaarplan voor 1 december van het voorafgaande jaar goed.
Artikel 8 Verantwoording jaarplannen 1. De werkgroep verantwoordt het jaarplan voor 1 februari van het navolgende jaar door overhandiging van het verslag aan de stuurgroep. 2. De stuurgroep keurt de verantwoording goed voor 1 maart. Artikel 9 Inspanningsverplichtingen van de gemeente 1. Vanwege de publiekrechtelijke vereisten verplicht de gemeente zich tot het uiterste in te spannen om eventuele publiekrechtelijke procedures zo snel en zo goed mogelijk te doorlopen. 2. De Gemeente houdt echter altijd rekening met de belangen van derden en kan daarom geen garantie voor het resultaat afgeven Artikel 10 Evaluatiebepaling 1. De gemeente zal het initiatief nemen tot het (laten) uitvoeren van een tussentijdse evaluatie, te houden in 2015, en een eindevaluatie begin 2020. 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de studentenhuisvestingmonitor daar in voorziet. Artikel 11 Verslag evaluatie Het verslag van de evaluatie wordt met aanbevelingen door de werkgroep voorgelegd aan de stuurgroep. Artikel 12 Uittreden Indien een van de partijen wil uittreden uit het convenant overleggen de resterende partijen over de gevolgen. Artikel 13 Onvoorziene omstandigheden Indien de omstandigheden waaronder deze overeenkomst is gesloten zich zodanig wijzigen, dat in redelijkheid niet meer van één of meer partijen kan worden gevergd dat de overeenkomst ongewijzigd in stand blijft, treden partijen met elkaar in overleg om nadere afspraken te maken. Toelichting: Als gevolg van de economische crisis wordt zowel op rijks- als gemeentelijk niveau bezuinigd. En dat niet alleen bij de overheid. Ook woningbouwcorporaties, onderwijsinstellingen en andere partijen worden hierdoor getroffen. Het kan daarom noodzakelijk zijn, dat de partijen plannen moeten bijstellen. Dit kan gevolgen hebben voor de afspraken en acties in dit convenant. Artikel 14 Onverbindende bepalingen
10
Indien een van de bepalingen uit dit convenant vanwege regelgeving onverbindend is treden partijen met elkaar in overleg. Artikel 15 Geldigheidsduur convenant Dit convenant treedt in werking op 1 januari 2013 en geldt tot en met 31 december 2020. Artikel 16 Verlenging Stilzwijgende verlenging is niet mogelijk. Artikel 17 toepasselijk recht Het Nederlands recht is van toepassing. Artikel 18 Afdwingbaarheid bij rechter Dit convenant is niet bij de rechter afdwingbaar. Artikel 19 Bijlagen De bijlagen maken deel uit van dit convenant. b Bijlage 1: ‘Landelijke Monitor Studentenhuisvesting, lokale rapportage Eindhoven (september 2012)’ in opdracht van KENCES en het Ministerie van Binnenlandse Zaken. b Bijlage 2: kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing nieuwbouwopgave studentenhuisvesting
11
In tienvoud opgemaakt en ondertekend te Eindhoven op 26 februari 2013. De gemeente,
Fontys Hogescholen
Mw. drs. M.C.T. Fiers Wethouder Wonen, Wijken, Ruimte en Burgerparticipatie Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl,
Mw. drs. E.C. Meijer Lid College van Bestuur
Dhr. drs. M. T. Eggermont RA Algemeen directeur-bestuurder Stichting Trudo,
Mr. J.P. van Ham Lid College van Bestuur Vastgoed Belang
Dhr. drs. A.A.M. Aussems MRE MFE MMO Directeur-bestuurder Stichting Wooninc.
Mw. drs. A. Burgmans Bestuurslid afdeling Zuid en lid van de Ledenraad Eindhovense studenten
Dhr. drs. H. Buursink Directeur-bestuurder Summa College
Dhr. M.C.F. van Damme Student TU/e Eindhovense studenten
dhr. drs. O.B. van Nugteren MLD Lid College van Bestuur
Mw. A.W.G.M. Janssen Bsc Student TU/e
Technische Universiteit Eindhoven
12
Bijlage 1: 1: ‘Landelijke Monitor Studentenhuisvesting, lokale rapportage Eindhoven (september 2012)’ in opdracht van van KENCES en het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
13
Bijlage 2: Kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing nieuwbouwopgave studentenhuisvesting Ondanks de inspanning blijkt het nog steeds lastig om een eenduidig kwantitatief beeld te geven van vraag en aanbod van studentenhuisvesting in Eindhoven. Daarnaast is de toekomstige ontwikkeling onzeker door o.a. het nieuwe regeerakkoord. De beste benadering die we op dit moment hebben is de ‘Landelijke Monitor Studentenhuisvesting’ die door ABF is opgesteld in opdracht van KENCES en het ministerie van Binnenlandse Zaken (zie bijlage 1). Op basis van dit rapport en de lokale kennis is de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte aan studentenhuisvesting in Eindhoven in beeld gebracht en is de opgave voor dit convenant bepaald. Deze onderbouwing is als volgt: - Het totaal aantal studenten in Eindhoven groeit van bijna 24.000 nu naar ruim 26.000 in 2020. - Het aantal uitwonende studenten in Eindhoven groeit met ruim 850 naar circa 8.000 in 2020. - De aanname is gedaan dat er sprake is van een redelijk evenwicht (kwantitatief) tussen vraag en aanbod in de huidige situatie. - Vooral de internationale studenten zijn verantwoordelijk voor de groei van het aantal uitwonende studenten. - Er zijn relatief veel studenten uitwonend buiten Eindhoven, waarbij nog niet duidelijk is of er binnen deze groep deels sprake is van registratie buiten Eindhoven terwijl wel degelijk een eenheid (illegaal/ongeregistreerd) wordt bewoond binnen Eindhoven. - Van de studenten die uitwonend zijn buiten Eindhoven geeft een deel aan in Eindhoven te willen wonen. - De woonwens van studenten verandert. Er is meer vraag naar zelfstandige eenheden of kamers met eigen voorzieningen. In de bestaande woningvoorraad kan hierin maar beperkt worden voorzien. Het is wenselijk om juist in deze behoefte te voorzien. Kanttekening hierbij is dat de betaalbaarheid van deze woonwens onder druk kan komen te staan als mogelijkheden voor studenten om gebruik te maken van huurtoeslag worden ingeperkt. - Nieuwbouw is ook nodig om een alternatief te bieden voor eenheden die verdwijnen door o.a. handhaving op illegale kamerverhuur, regulering via vergunningen en die kwalitatief slecht zijn. - Er zijn op dit moment ruim 1.150 AIO’s verbonden aan de TU/e en ruim 250 TOIO’s, waarvan respectievelijk bijna 60% en 75% niet Nederlands is. De verwachting is dat het aantal niet Nederlandse AIO’s en TOIO’s de komende jaren met circa 25% zal stijgen. De opgave is daarmee op basis van de huidige inzichten als volgt bepaald: - 850 eenheden t.b.v. autonome groei aantal uitwonende studenten
14
-
650 eenheden: o als een goed alternatief voor kwalitatief slechte eenheden / vervanging als gevolg van handhaving bij woonoverlast en indien niet wordt voldaan aan vergunningsvereisten o als extra eenheden om uitwonende studenten buiten Eindhoven naar Eindhoven te trekken o als extra eenheden om te voorzien in de huisvesting van internationale AIO’s en TOIO’s
Het is wenselijk van de in totaal 1.500 eenheden die tot 2020 worden gerealiseerd minimaal 70% te realiseren als zelfstandige eenheden of kamers met eigen voorzieningen. Dit is op basis van de huidige financiële mogelijkheden van studenten en AIO’s en TOIO’s mogelijk. Aanpassing in bijvoorbeeld het stelsel van huurtoeslag kan leiden tot een aanpassing van de woonwens.
15
Studenten Eindhoven
Convenant Huisvestingsopgave Studenten 2012-2020