/
ONDERWIJSRAAD No -
NO
i
m u n
's-GRAVENHAGE,
AQ H . O .
Statenlaan 125
1 Bericht o p s c h r i j v e n / v a n
J l
JtâOUaii
1952
i 8 October
19
52
Men gelieve bij het antwoord dagtekening en nummer van dit schrijven te vermelden
Nr, 22S512. Af d, H.C. . Betreffende:
Oplöiding aediSChe
studenten
Bij schrijven van 31 Januari 1952, Afd. H.C.W., Nr. 228512, verzocht Uwer E x c e l l e n t i e s ambtsvoorganger de mening van ce Afdeling t e vernemen over de v r a a g , of de S t i c h t i n g « Klinisch Ho .or Cnderwi t e Rotterdam, welke de v o l l e d i g e p o s t d o c t o r a l e c ing t o t t a a l * a r t s , onderscheidenlijk t o t a r t s op sich heeft genomen, voor ons medisch hoger onderwijs van blijvende waarde aoet worden geacht, dan wel of aan de opleiding t e Rotterdam s l e c h t s een t i j d e l i j k bestaansrecht aoct worden toegekend, en welke p l a a t s voornoemde S t i c h t i n g eventueel i n de o r g a n i s a t i e van het hoger onderwijs zou dic-ón iu t e nemen. In bovengenoemd schrijven werd e r aan herinnerd, dat het i n i t i a t i e f tot het i n - het leven - roepen van bedoelde .ing g e nomen werd mede op grond van de d e s t i j d s gebleken behoefte t e n g e volge van de overbelasting der medische f a c u l t e i t e n , üevens wees Uwer E x c e l l e n t i e s ambtsvoorganger erop, dat de " Coaaisaie inzake de p r e c t i s c h e opleiding van medische studenten • het a s t van g r o t e waarde a c h t , dat de bedoelde opleiding i n t i l « a bijeen p l a a t s v i n d t , waardoor coördinatie en samenhang wordt b e r e i k t en het onderwijs boven het i n c i d e n t e l e i n een enkel vak wordt uitgeheven Voorts wijst deze Commissie, naar ü e r E x c e l l e n t i e s amb svoorganger •ededeelde, op het b e l a a g , dat het « p a t i ë n t e n n a t e r i a a l ' van een d e r g e l i j k complex a l s Rotterdam i n z i j n gemeentelijke en p a r t i c u l i e r e ziekenhuizen b e z i t voor het tiedisch onderwijs d i e n s t b a a r vjordt i n p a k t « t e meer, daar dem voorziening var. de u n i v e r s i t e i t s k l i n i e k e n en p o l i k l i n i e k e n met s t e e d s t e e r moeilijkheden gepaard g a t * . Naar het oordeel van O m E x c e l l e n t i e s ambtsvoorganger vragen vos al de moeilijkheden van de academische ziekenhuizen met b e t r e k £ijne
Lient i f de Minister van
Onderwijs, Âuasten en Wetenschappen te
's-G R A Y B N H A f l B
heden van de academische ziekenhuizen met betrekking tot de p a t i enten voorziening de aandacht« Mede daarom moet het b e l e i d z . i . erop g e r i c h t z i j n , ook de wetenschapsbeoefening en de daaraan verbonden opleidingsmoge lijkheden i n de maatschappij t e be* mitten en,Wanneer^althansVniet te Kware finj&aneiële
offers
vergt, enerzijds te bevorderen, dat r e d e l i j k e waarborgen voor h e t wetenschappelijk p e i l aanwezig z i j n , anderzijds te voorkomen, dat de uni versi tel ten als centra van «etenachap^ worden u i tgehold» De Minister i s voorts van mening, dat er a l t i j d ean band met de u n i v e r s i t e i t e n , althans i n de organisatievorm, z al moeten b l i j ven bestaan. Dit behoeft eciiter nog n i e t te betekenen, dat de S t i c h t i n g "Klinisch Hoger Onderwijs" n i e t meer zelfstandigheid zou kunnen k r i j g e n , zodra de opleiding walledig voldoe-Waan de e i s e n , die daaraan g e s t e l d moe tan worden. Denkbaar acht fte Minist e r een erkenning a l s z e l f s t a n d i g i n s t i t u u t voor de postdoctorale medische opleiding, waarbij de band met de f a c u l t e i t e n ondermeer door deelneming aan h e t i n t e r f a c u l t a i r overleg bewaard zou kunnen b l i j v e n . Ten vervolge op zi^n bovenvermeld schri j ven deed dé Minister aan de Afdeling toekomen : 1) b i j schrijven van 9 Juni 1952, Afd.H.O.W., nr.254984-I, : een brief aan de "Commissie inzake de prac tische opleiding van medische studenten ; 2) b i j sahrijven van 8 J u l i 1952, Afd.H.O.W., n r . 266767, : brieven van de Collegee van Curatoren der R i j k s u n i v e r s i t e i ten te Leiden en t e Groningen en van h e t Curatorium van bovengenoemde S t i c h t i n g ; 3) b i j schrijven van 23 J u l i 1952, Afd.H.O.W., nr* 268792, : een brief »an h e t i n t e r f a c u l t a i r medisch overleg ; 4) b i j schrijven van 21 augustus 1952, Afd.H.O.W. , n r . 271842, : een b r i e f van h e t College van Curatoren der Rijksunivers i t e i t te U t r e c h t , vergezeld van een schrijven van de f a c u l t e i t der geneeskunde dierzelfde u n i v e r s i t e i t , a l l e betreffende de bovengestelde vragen. Het oordeel van de f a c u l t e i t der geneeskunde van de Gemeentel i j k e U n i v e r s i t e i t te Amsterdam en dat van de nog onvolledig© medische f a c u l t e i t e n van de Vrije U n i v e r s i t e i t te .Amsterdam en
- 3 -
de R.K.Uni versi*ei t te Nijmegen & ^T* 1 *- 6 *
ter
kennis van de
Afdeling gekomen. Thans overgaande t o t een nadere beschouwing vân de boven g e s t e l d e vragen, z i j n ondergetekenden van maning, dat a l l e r e e r s t de aandacht moet worden gevestigd op het f e i t , dat de S t i c h t i n g "Klinisch Hoger Onderwijs" te Rotterdam (verder te noemen : de S t i c h t i n g ) b l i j k e n s h e t schrijven van haar Curatorium dd. 18 Juni 1952 b i j haar streven tot het verkrijgen van een b l i j v e n d karakter en een g r o t e r e z e l f s t a n d i g h e i d zich ten doel s t e l t u i t e i n d e l i j k te komen t o t de o p r i c h t i n g van een volledige medische hogeschool te Rotterdam. ld_e oprichting vanj Bij de beantwooÄding nu van de vr%ag, of ioafzulk. e< (.gewettigd en gewenst zou z i j n , medische hogeschool te Ro 11 e rd amN^ge^g 6 ^ WfrWffiS'- dl en t r e kening te vor den gehouden : a) met de behoefte aai u i t b r e i d i n g van de gelegenheid t o t opl e i d i n g van artsen buiten de reeds bestaande gelegenheid aan de medische f a c u l t e i t e n van de vier openbare u n i v e r s i t e i t e n ^en aan de nog onvolledige medische f a c u l t e i t e n van de twee bijzondere uni vers i teuten ; b) met het vraagstuk van de kosten ; c) met h e t belangrijke f e i t , dat e r , althans aan de openbare u n i v e r s i t e i t e n , nauwe betrekkingen bestaan tussen de f a c u l t e i t e n dar wis- en natuurkunde en die der geneeskunde, welke n i e t S t r a f f e l o o s kunnen worden verbroken* Ad a) : 1* Het doet zich aanzien, d a t de bestaande f a c u l t e i t e n voldoende z i j n - of kunnen worden - g e o u t i l l e e r d om voor een reeks van jaren i n de behoefte aan a r t s e n voor ons land te kunnen voorzien, De abnormaal s n e l l e toeneming
vaja h e t
Ä**1*1
medische studenten
_ 4 -
onmiddellijk na de oorlog h e e f t aanleiding gegeven t o t moeilijkheden b i j de k l i n i s c h e o p l e i d i n g . Het teruglopen van h e t a a n t a l studenten alsmede de u i t b r e i d i n g van de opleidingsmogelijkheden door de o p r i c h t i n g en de g e l e i d e l i j k e uitbouw van de medische f a c u l t e i t e n aan de Vrije U n i v e r s i t e i t t e ims-terdajaa en de R.K* U n i v e r s i t e i t te Nijmegen wettigat echter de verwachting, dat binnen enkele j a r e n de icafcrax bestaande opleidingsmogelijkheden i n de behoefte zullen xsczx voorzien en dat b i j een normale gang uram zaken ook de moeilijkheden b i j h e t p l a a t s e n van oo-assistenten i n de ziekenhuizen zich n i e t meer i n e r n s t i g e mate zullen doen gevoelen* Al z a l het aantal
afgestudeerden in de twee eerstvolgende
j a r e n w a a r s c h i j n l i j k nog s t i j g e n , daarna i s een aterke daling te verwachten, vermoedelijk z e l f s t o t beneien het -voor-oorlogs p e i l * De v o o r z i t t e r s van de doctoraal-examencommissies verwachten z e l f s , dat de u n i v e r s i t e i t e n over enkele jaren evenals voorheen h e t merendeel der dodtorandi in de gelegenheid zullen kunnen s t e l l e n i n de u n i v e r s i t e i t s k l i n i e k e n hun oo-assistentsohappen te volgen en achten het n i e t onwaarschijnlijk,
dat de opleiding te Rotterdam dien-
tengevolge dan n i e t meer studenten zal betrekken dan vdtfr de opr i c h t i n g van de S t i c h t i n g het geval was* Indien men deze S t i c h t i n g en de door haar gegeven o p l e i d i n g aafcaskx nochtans een b l i j v e n d bestaan zou willen verzekeren, dan zou d i t naar de mening van ondergetekenden a l l e e n mogelijk z i j n door daarheen u i t het gehele land a l l e doctorandi te d i r i g e r e n , die n i e t i n de u n i v e r s i t e i t s klinieken zouden kunnen vrorden ondergebracht* Hiertegen echter bestaan bezwaren van verschillende aard, afgezien nog van de moeilijkheden, welke b i j een d e r g e l i j k e v e r p l i c h t e opleiding van de zijde vanae b i j zendere u n i v e r s i t e i t e n te verwachten zouden zijn* Het i s b . v . denkbaar, dat hoogleraren p r i j s s t e l l e n op een o p l e i ding in g r o t e ziekenhuizen elders in den lande, in het bijzonder,
- 5 -
indien daaraan vooraanstaande medici verbonden
i j n , die hun oud-
l e e r l i n g e n z i j n , in wier werk z i j vertrouwen s t e l l e n , en van wie z i j weten, dat het door hen gegeven onderwijs goed a a n s l u i t bij de voorafgaande u n i v e r s i t a i r e o p l e i d i n g . Eet opleiden van co- a s s i s t e n t e n komt ook aan die ziekenhuizen ten goede, daar het onderwij een p r i k k e l vormt om het vak op hoog plan te blijven beoefenen en het ziekenhuis b i j voortduring goed te o u t i l l e r e n . Ten s l o t t e i s het u i t financi'éel oogpunt voor t a l van studenten n i e t onbel a n g r i j k of z i j hun co-assis terfèchappen geheel of g e d e e l t e l i j k "kunnen lopen in de p l a a t s , waar z i j woonachtig zijn,dan wel b i j een verplichte opleiding te Rotterdam daar op kamers moeten gaan wonen. 2. Een u i t b r e i d i n g van de gelegenheden, t o t opleiding t o t a r t s brengt b i j n a automatisch een vergroting van het aantal studenten in de geneeskunde met zich mede, vooral, wanneer die gelegenheid in een grote stad wordt geboden. Ken eventuele overproductie van artsen zou echter geen voordeel be eek en en, maar in tegendeel van groot nadeel kunnen worden voor de j u i s t e beoefening van de geneeskunde, voor de goede verhouding onder de artsen en daarmede voor de volksgezondheid. Er z i j daarbij aan herinnerd, dat Indonesia, dat vroeger geregeld een groot aantal Nederlandse artsen opnam, dat thans n i e t meer o£ s l e c h t s in zeer bescheiden, mate doet, t e r w i j l omgekeerd een aaatal Indonesische artsen zich in ons land heeft gevest i g d . Ook i s l e t een onmiskenbaar f e i t , dat tengevolge van de bel a s t i n g p o l i t i e k van onze Regering de gemiddelde a r t s veel langer dan vroeger zijn p r a o t i j k b l i j f t uitoefenen, hetgeen overvulling van de artsenstand in de hand werkt. Ad b)
:
Wgnneer te o t t e r d a m een volledige medische hogeschool zou worden opgericht, dan zou, afgezien no* v-, M & Vdïl d © eisen voor
- 6 -
de propaedeuse, maas waarin aan de openbare u n i v e r s i t e i t e n door de f a c u l t e i t der wis- en natuurkunde wordt voorzien, een zeer groot bedrag' moeten worden geïnvesteerd in l a b o r a t o r i a , zoals voor physiolog i e , physiologische chemie, anatomie, pathologische anatomie, h i s t o KXCTL
l o g i e , experimentele erf elijkjsleer,
anthropologie,
bacteriologie,
hygiëne, s é r o l o g i e , pharmacologie enz., die met de daaraan verbonden kosten voor i n r i c h t i n g en personeel grote bedragen zouden eisen, t e r w i j l vwav^Swe-^aL/ö/Mei^ u i t b r e i d i n g v ja klinieken en l a b o r a t o r i a aan de bestaande f a o u l t e i t e n vermoedelijk op veel goedkopere wijze een eventueel g r o t e r e behoeftef.
zou kunnen opvangen.
Ad c) : De betrekkingen tussen de f a c u l t e i t der geneeskunde en die der wis- en natuurkunde bestaan^! n i e t alleen h i e r i n . d a t de l a a t s t e a l thans aan de openbare u n i v e r s i t e i t e n de opleiding voor het e e r s t e gedeelte van het candtdaatsexamen geheel in handen heeft, doch ook h i e r i n , dat t a l r i j k e problemen, b . v . op het gebied van biologie en e r f e l i j k h e i d ax, physische t h e r a p i e , biogBemie, vergelijkende phys i o l o g i e , pharmacologie en pharmacie, in beide f a c u l t e i t e n bestudeerd of gedoceerd dienen te werden, t e r w i j l b i j
wetenschappeli;kjfonderzoek
en het schrijven van proefschriften Taak samenwerking tussen de fac u l t e i t e n noodzakelijk b l i j k t . Een volkomen i s o l a t i e van &< medische f a c u l t e i t ten opzichte v n de f a c u l t e i t der wis- en natuurkunde, zoals b i j de s t i c h t i n g van een medische hogeschool te Rotterdam onvermijdelijk zou zijn , zou op zich zelf reeds een e r n s t i g bezwaar einlegen) d e r g e l i j k e opzet vormen. XXXXXXXXAXX
Wanneer thans de kwestie onder het oog wordt gezien, of h e t wenselijk is aan het k l i n i s c h hoger onderwijs te '"otterdam een zodanig kara>:ter te verlenen, dat d i t onderwijs geheel v r i j zou komen
- 7 -
te s taan van de medische f a c u l t e i t e n der u n i v e r s i t e i t e n , dan b l i j ken zich daarbij twee vragen voor te doen : belemmert 1) In
welk opzicht kaxaxautsx de thans bestaande r e g e l i n g een doel-
matige werkzaamheid van de S t i c h t i n g ? 2) Welke voor- en nadelen kunnen een g r o t e r e - l e e s : volkomen zelfstandigheid van de Stichtàjftg opleveren ? Het z i j ondergetekenden vergund, deze vragen hieronder te z amen te beantwoorden. Uit het schrijven van h e t i n t e r f a c u l t a i r overleg dd* 15 J u l i 1952, aan de Af de ling toegezonden door de K i n i s t e r dd. 23 J u l i 1952, Afd* H.C.W., n r . 268792, b l i j k t , dat de regeling van het onderwijs t e Rotterdam geheel in handen i s gegeven aan de docenten van de S t i c h t i n g en d a t ook op examens geen d i r e c t e invloed van de zijde der f a c u l t e i ten wordt uitgeoefend* Het verband met de f a c u l t e i t e n wordt s l e c h t s bewaard doordat 1* de g e t u i g s c h r i f t e n door een l i d van een der medische f a c u l t e i t e n van -Leiden of Utrecht worden getekend,
2* een l i d
«an elke dier f a c u l t e i t e n z i t t i n g heeft i n de do een tenvergaâering van de S t i c h t i n g en zoveel mogelijk de bijeenkomsten van d i t lichaam
bijwoont. Het e e r s t e i s een l o u t e r e f o r m a l i t e i t , welke v o o r t v l o e i t u i t de j u r i d i s c h e f i c t i e , krachtens welke de te Rotterdam afgelegde examens worden beschouwd a l s f acu 11 ei ts examens ; h e t wijkt trouwens n i e t wez e n l i j k af van het geldend gebruik aan de u n i v e r s i t e i t e n , waar de examens i n de f a c u l t e i t der geneeskunde voor een zeer g r o o t gedeelte worden afgenomen door de a s s i s t e n t e n , t e s w i j l een l i d der f a c u l t e i t , hoeverre dat a l s v o o r z i t t e r fungeert, de g e t u i g s c h r i f t e n tekent* In kaxax de i n dezen zowel te Rotterdam als aan de u n i v e r s i t e i t e n gevélgde p r a c t i j k i n overeenstemming i s met het bepaalde i n a r t i k e l 16 van h e t academisch s t a t u u t , wensen ondergetekenden thans n i e t te beoordelen*
- 8 -
Evenmin wensen z i j thans de vraag te beantwoorden, of h e t verlenen b i j Koninklijk b e s l u i t van een l e e r o p d r a c h t ten behoeve van de opl e i d i n g voor het artsexamen aan de docenten der S t i c h t i n g op grond van het bepaalde i n a r t i k e l 96 der Hoger-onderwijswet kan worden gemotiveerd* Wel z i j n z i j van mening, dat het verlenen van zulk een opdracht op grond van het voornoemde a r t i k e l s l e c h t s h e t k a r a k t e r kan dragen van een noodmaatregel en u i t s l u i t e n d van t i j d e l i j k e aard kan z i j n , hetgeen i n de tijdsduur van de benoeming t o t u i t i n g zou dienen t e komen. Ook komt h e t hun voor, dat a r t i k e l 96 der Hoger-onderwijswet benoeming van de t i j d e l i j k e docent aan een bepaalde u n i v e r s i t e i t voorschrijft* Op grond van een en ander l i j k t hun de wettel i j k e geldigheid van de te Rotterdam u i t g e r e i k t e / g e t u i g s c h r i f t e n
ten
minste aan t w i j f e l onderhevig. l a t het tweede b e t r e f t : het i s naar de mening van ondergetekenden s t e l l i g gewenst, dat van de z i j d e der f a c u l t e i t e n , die het gehele onderwijs tot en met het doctoraal examen hebben gegeven, voeling wordt gehouden met h e t Rotterdams do een ten co 11e ge, waarvan geen der leden ervaring heeft van helt voorafgaand u n i v e r s i t a i r onderwijs,
terwijl
de opgedane ervaring van h e t aansluitend k l i n i s c h onderwijs vooralsnog b i j a l l e Ràtterdamse docenten gering moet worden geacht* Het gex±gx t u i g t - zo menen ondergetekenden - van wijs beleid der f a c u l t e i ten, dat z i j zoveel mogelijk onderwijs en examens overlaten aan de docenten, en h e t i s tevens een bewijs van vertrouwen i n h e t docentencorps, d a t zulks naar h e t oordeel der f a c u l t e i t e n gerechtvaardigd i s . Dit houdt echter a l l e r m i n s t i n , d a t raad en b i j s t a n d van de f a c u l t e i ten geheel overbodig zouden zijn* Het best wordt d i t g e ï l l u s t r e e r d door het f e i t , dat er van de z i j d e van het i n t e r f a c u l t a i r overleg met grote nadruk i s op moeten worden gewezen, dat het n i e t inschakelen vsn grote p o l i k l i n i e k e n b i j het onderwijs een o n t o e l a a t b a a r t e k o r t in de Rotterdamse opleiding vormt* U i t het schrijven van het kxx
Cura-
9
torium der S t i c h t i n g , dd. 18 Juni 1952, aaa de Afdeling door de Minister toegezonden dd* 8 J u l i 1952, Afd.H.O .W.,nr*266767, b l i j k t i n t u s s e n , dat men d i t thans h e e f t ingezien ; ook worden daarin toezeggingen gedaan betreffende h e t inschakelen van p o l i k l i n i e k e n ; zekerheid i s echter daaromtrent nog n i e t verkregen* Doch zelfs i n dien s t r a k s het k l i n i s c h onderwijs te Rotterdam in a l l e opzichten aan r e d e l i j k e eisen z a l voldoen, dan i s daarmede een contact met xe f a c u l t e i t e n nog n i e t overbodig geworden. Dit zou e e r s t h e t geval z i j n , wanneer een volledige f a c u l t e i t was g e a r m d , waarbij ook de overeenkomstige benoeming van de docenten op aHyajrfgs wijze p l a a t s zou vinden a l s thans aan de openbare en bijzondere u n i v e r s i t e i t e n en hogescholen ^*
het geval i s . mogen Ondergetekenden menen dan ook te macxgat v a s t s t e l l e n : ten aanzien van de e e r s t e vraag, dat de bestaande r e g e l i n g i n geen enkel opzicht de doelmatige werkzaamheid van de S t i c h t i n g belemmert ; ten aanzien van de tweede vraag, dat het verlenen van een g r o t e r e
zelfstandig-
heid xxxxx a a i de S t i c h t i n g toet betrekking t o t i n r i c h t i n g , benoeming der docenten, onderwijs en examens geen eaordelen, doch wel nadelen zou opleveren» Ter nadere s t a v i n g van het bovenstaande z a l nog puntsgewijze worden ingegaan op de door iiTryahb1rTkolAxxxaxKBiii»wiJii«TUXX h e t Curatorium der S t i c h t i n g i n z i j n bovenvermeld schrijven tegen de bestaande constructie geopperde bezwaren« 1 . Door het contact met de S t i c h t i n g , zoals boven omschreven, kunnen de f a c u l t e i t e n mede de verantwoordelijkheid dragen voor h e t onderwijs, dat door de Rotterdamse docenten wordt gegeven, zoals z i j dat ook doen voor h e t onderwijs YSÜ de aan hun klinieken verbonden wetenschappelijke hoofdambtenaren en a s s i s t e n t e n en van de decenten aan een groot a a n t a l andere klinieken i n den lande* 2. Hoewel de Rotterdamse examens gelden als faculteitsexamens, wor-
- l ü den z i j i n f e i t e afgenomen door de docenten. Het kan daarbij echter z i j n n u t hebben, dat de f a c u l t e i t e n , onder wier verantwoordelijkheid de examens u i t e i n d e l i j k worden afgenomen, de bevoegdheid behouden om de aanwijzing van een bepaald Rotterdams docent a l s "deskundige b i j de artsexamens" n i e t te doen p l a a t s vinden. L.en bedenke, dat de aanwijzing xer docenten nauw samenhangt met de p l a a t s , dé die z i j in de Rotterdamse ziekenhuizen innemen en dat Xxsc beneeming s l e c h t s voor een deel van hen i n die ziekenhuizen ^s^iKsasxxxxa: afhankelijk i s van de Gemeenteraad, xexkxaxnxxKXKxaûxkxsaa: voor een ander deel hunner echter van de besfiiren van p a r t i c u l i e r e ziekenhuizen, die voor h e t meyérendeel aan een bepaalde wereldbeschouwing gebonden zijn# Dat b i j de u i t o e fening van de voornoemde bevoegdheid een gehele f a c u l t e i t gemoeid i s , vormt intussen een krachtige waarborg tegen willekeur i n deze* 3 . Dat de Rotterdamse docenten ten opzichte van de medische wereld en van de studenten n i e t over het voor de u i t o e f e n i n g van hun ambt onmisbare gezag zouden beschikken, i s t o t nu toe n i e t u i t de f e i t e n gebleken. Het tegengestelde zou ook wel zeer bevreemden, daar immers hun gezag en bevoegdheid ten minste g e l i j k zijn *m di>e van de t a l r i j k e b i j de u n i v e r s i t a i r e artsexamens betrokken deskundigen, die n i e t t o t de f a c u l t e i t behoren.
Overigens z i j opgemerkt, dat de do-
centen geen ambt bekiiden, doch een f u n c t i e . 4 . De a r t s e n , die te Rotterdam een werkkring zoeken, deden dat in h e t verladen s t e l l i g n i e t , omdat z i j daar een werkkring a l s docent zochten, maar omdat z i j er een aantrekkelijke medische p r a c t i j k hoopten te vinden. Toch telden en t e l l e n de medische f a c u l t e i t e n een n i e t gering aantal leden, die hun medische loopbaan t e Rotterdam z i j n begonnen. Wanneer het echter de bedoeling i s , de b i j het k l i n i s c h onderwijs betrokken docenten een hoogleraars t i t e l te verschaffen,
ten
einde hen daardoor aan Rotterdam te binden en te voerkomen, dat z i j een hoogleraarsbenoeming aan een der u n i v e r s i t e i t e n aanvaarden, dan
11
wordt door punt 4 een naar de mening der ondergetekende»,wel zeer bedenkelijk argument aan de orde gesteld* Zeker behoeft er geen b e zorgdheid te b e s t a a i , dat de Rotterdamse ziekenhuizen en p o l i k l i n i e ken geen goede a r t s e n zullen b l i j v e n trekken, indien hun n i e t h e t aldaar v o o r u i t z i c h t op een hoogleraars t i te ïyzou worden geboden* Men zou de zaak zelfs kunnen omkeren en betogen, dat het i n het algemeen n i e t de beste c l i n i c i z i j n , voor wie h e t verwefven van de hoogleraarst i t e l hoofddeel of z e l f s maar nevendoel i s * 5* Het ibeste middel om i n d i t stadium te voorkomen, dat de S t i c h t i n g t e r e c h t of ten onrecht« zou worden gezien als een vakschool, i s naar de mening van ondergetekenden het onderhouden van een geregeld oont a c t met de u n i v e r s i t e i t e n * xxxxxxxxxx Sen s l o t t e verdient het g e s t e l d e dp b l z . 1 van het voornoemde schrijven van h e t Curatorium der S t i c h t i n g , als zou de a a n t r e k k e l i j k heid van Rotterdam voor de doctorandi voor een deel op h e t f e i t b e rusten, dat het patiëntenmateriaal daar ter stede veel omvangrijker en door z i j n aard voor de opleiding van de medicus p r a c t i c u s doeltreffender zou z i j n dan d a t aan de R i j k s u n i v e r s i t e i t e n , een nadere beschouwing. Tegenover deze bewering van het Curatorium menen ondergateken denxx*xxa±Kxxxx te mogen s t e l l e n , dat een groot deel der doctorandi hun prac t i s c h e opleiding ontvangen buiten de k l i n i e k e n der Rijks uni versi t e i t ^ e n , zodat een v e r g e l i j k i n g , als door het Curatorium gemaakt, om v o l l e d i g te z i j n , zich ook t o t de gemeentelijke of p a r t i c u l i e r e k l i n i e k e n te Amsterdam, Nijmegen en t a l van andere plaatsen zou moeten u i t s t e e k k e n . Doch z e l f s a l bestond er n a a s t de Rotterdamse ziekenhuizen geen andere gelegenheid t o t p r a c t i s c h e o p l e i d i n g dan in de klinieken der R i j k s u n i v e r s i t e i t e n , dan ware de geponeerde s t e l l i n g nog te bewijzen. Het mag bekend worden geacht, dat de klinieken der R i j k s u n i v e r s i t e i t e n een groot materiaal van bijzondere gevallen
- 12 aantrekken en dat z i j over het algemeen beter geoutilleerd zijn, in het bijzonder ook met betrekking tot de mogelijkheden voor wetenschappelijk onderaoek, dan de niet-universitaire klinieken. Daar komt dan nog b i j , dat de wetenschappelijke staf aan de u n i v e r s i t e i ten geoefend is in het bijdragen tot het onderwijs ; in het bijzonder geldt dit uiteraard voor de leden van die staf, die zich ex professo daaraan wijden. xxxxxxxxxxxx Samenvattend menen ondergetekenden dus te mogen besluiten : 1) dat het op grond van de behoefte aan opleidingsmogelijkheid n i e t gemotiveerd en u i t anderen hoofde n i e t gewenst i s . het tot stand komen van een volledige medische hogeschoolj te bevorderen ; 2) dat,voor zolang de universiteitsklinieken n i e t in de behoefte aan een volledige practische opleiding voorzien, de bestaande regeling van de practische opleiding te Rotterdam (onderwijs, examens en contact met de faculteiten) op bevredigende wijze aan de voor een wetenschappelijk verantwoorde practische opleiding te stellen eisen voldoet ;
^fjj^U^c^
3) dat het geen aanbeveling verdient, aan de Stichting eenjgrötere zelfstandigheid toe te kennen dan zij thans bezit ; 4) dat de vraag onder het oog moet worden gezien, of de bestaande regeling een voldoende grond vindt in 6 6 (voor de tijd statuut, en, mocht d i t niet het geval door wijziging van die bepalingen kan
(H.J.M. Weve) Zeist
de bepalingen van wet en van haar hestaa^ zijn, hoe haar foi e grond worden verzekerd*
( JT.L.R.Sassen) - 3 October 1952 - )e-Gravenhage