Gemeente Eindhoven
Eindrapport Stadsvisie 2040
26 augustus 2011
Politiek Online Prinses Mariestraat 36 2514 KG Den Haag
T: 070 362 97 97 F: 070 345 45 41
[email protected] www.politiekonline.nl
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Proces 3. Bijdragen fase 1 4. Bijdragen fase 2 5. Rode draden en duiding
Politiek Online ©
3
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
1. Inleiding
De gemeente Eindhoven organiseerde in de periode mei-juni 2011 een traject waarin ze de inwoners van de stad lieten meedenken over het formuleren van een „ Stadsvisie 2040‟. Het vertrekpunt voor de discussie vormde het eerder opgestelde „Staat van de Stad 2020‟. Naast de organisatie van een viertal fysieke bijeenkomsten in het Stadslab kon ook via de website stadsvisie2040.nl een bijdrage worden geleverd. Vanaf 4 juli werd die mogelijkheid gesloten. Politiek Online heeft de inrichting van de website begeleid en mede invulling gegeven aan de fysieke bijeenkomsten. Ook verzorgde ze een social mediacampagne om zoveel mogelijk deelnemers met ideeën te laten komen, op elkaar te laten reageren, en heeft de bijdragen op het forum gemodereerd. Niet alle bijdragen zijn in dit rapport terecht te komen. We hebben geprobeerd voor elk van de voorgesorteerde discussieruimtes op de website inzicht te geven in de reacties die daarbinnen ontstonden. Ook bieden we enkele rode draden die de discussie als geheel opleverde. Het rapport hoopt een bijdrage te leveren aan het vertalen van de op gang gebrachte dynamiek waar de gemeente invulling aan zal geven. In hoofdstuk 2 geven we kort inzicht in het proces dat is doorlopen. In de hoofdstukken die daarop volgen beschrijven we de inhoudelijke opbrengst per ingebrachte discussieruimte. In het slothoofdstuk presenteren we de in onze ogen belangrijkste rode draden uit de discussie.
Politiek Online ©
4
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
2. Proces In dit hoofdstuk beschrijven we hoe de manier waarop de discussiesite was ingericht en hoe de bezoekersaantallen uitvielen. Daarnaast gaan we in op de manier waarop we middels inzet van online kanalen deelnemers hebben geworven. Tot slot beschrijven we enkele opvallende kenmerken van de online discussie Aantal bezoeken
3.039 bezoeken, 1.886 bezoekers
Gemiddelde tijd op de site
3‟42”
Aantal bijdragen
272 in fase 1 144 in fase 2
Opzet website
Politiek Online ontwikkelde in overleg met de gemeente Eindhoven een interactieve website gebaseerd op het platform Ning.com. De site omvatte twee applicaties en een aantal statische pagina‟s. De forumapplicatie vormde de kern van de site. In twee fases werd daarbinnen de mogelijkheid geboden om bijdragen te plaatsen en te reageren op bijdragen van anderen. De blogapplicatie gebruikten we om te informeren over de voortgang in het proces, het uitlichten van enkele discussies op het forum, en het plaatsen van verslagen van de fysieke bijeenkomsten. Een Twitter-feed op basis van de hashtag #ehv2040 en #stadsvisie2040 toonde op de homepage steeds de laatste
relevante
tweets.
Via
een
aantal
statische
pagina‟s
boden
we
achtergrondinformatie over het traject zelf en de manier waarop het traject in het nieuws kwam.
Politiek Online ©
5
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
Aantal bezoekers
Het verkeer naar de site is via Google Analytics bijgehouden. In totaal werd de site 3.039 maal bezocht door 1.886 unieke bezoekers. Zij raadpleegden gemiddeld 4.5 pagina‟s en verbleven 3:42 minuten op de site. De helft van de bezoekers wist de site rechtstreeks te bereiken. In 34% van de gevallen bereikten de bezoekers de site via een verwijzende site. Van deze verwijzende sites was Linkedin goed voor 5,8% van het verkeer. De verschillende fora, Twitter en Facebook leverden elk ongeveer 3-4% van het verkeer. In 14% van de gevallen werd de site via een zoekmachine bereikt (vrijwel altijd was dat de zoekmachine van Google).
Politiek Online ©
6
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
Inzet online middelen
Om mensen te verleiden bijdragen te leveren, zijn diverse communicatiemiddelen ingezet. De gemeente verzorgde zelf de ontwikkeling en verspreiding van een „Aandeel Eindhoven‟ en legde het contact met de lokale media. Politiek Online verzorgde de inzet van de online middelen. Deze bestond uit een mix van nieuwsbrieven, Twitter, linkedin, Hyves en enkele online fora. In totaal werden 7 nieuwsbrieven verstuurd naar een groep van 528 mensen. De nieuwsbrieven omvatten een terugblik op de activiteiten, een uitlichting van bijdragen op het forum, en een oproep om zelf actief bij te dragen. Twitter werd op verschillende manieren ingezet. Met een eigen Twitter-account (@stadsvisie2040) volgden we mensen die over Eindhoven twitterden. Uiteindelijk volgden we 957 mensen, waarvan er 319 het account terugvolgden. We plaatsten in totaal 142 tweets o.a. over stellingen en bijdragen die op het forum werden geplaatst, informatie over het proces zelf, en de beschikbaarheid van een nieuwe blogbijdrage op de site. Op een vijftiental LinkedIn-groepen1 waar we toegang toe kregen, plaatsen we algemene aankondigingen over het traject en lichtten we enkele stellingen uit. Deze groepen hadden samen meer dan 16.000 leden. De gestarte discussies leverde binnen de groepen zelf slechts beperkte reactie. 1
Brabant European Capital of Culture 2018, Augustianum Alumni, Brabantse Netwerkbijeenkomst, Brainport, Eindhoven, Eindhovense Business Club, High Tech Campus Eindhoven, InFormal Eindhoven, OpenCoffee Eindhoven, Seats2Meet Strijp-S Eindhoven, STRP Festival, TH Eindhoven Alumni (THE), TU/e Friends of BCE, TUE Architecture, Building & Planning, Vrienden van Fontys Hogeschool Communicatie. Politiek Online ©
7
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
Via Hyves2 is ingezet op een beperkt aantal grote groepen met een potentieel bereik van bijna 76.000 mensen. De beheerders van deze groepen zijn benaderd met het verzoek een bericht te sturen naar alle leden van de Hyves-groepen. Daarnaast zijn berichten geplaatst op het forum. Dit leverde geen reacties op. Via Facebook3 zijn op enkele grotere pagina‟s over Eindhoven aankondigingen over het traject geplaatst. Het potentiële bereik via die pagina‟s was bijna 17.000. Ook hier kwamen slechts enkele niet inhoudelijke reacties. Via de grotere fora van SkyScrapercity.com en forum.psv.nl, en later ook I love Eindhoven (minder actief) is meermalen aandacht gevraagd voor de site. Dit leverde op de eerste twee plekken reacties, met name over de zin en onzin van een dergelijk traject. Beide fora zorgde voor 3-4% van het verkeer naar de site stadsvisie2040.nl. We gebruikten de advertentiemogelijkheden van Facebook en Google om gericht mensen te bereiken. Via Facebook bereikten we bijna 79.000 unieke personen met een kleine advertentie met doorklikmogelijkheid naar de site. In totaal werd 92 maal doorgeklikt. De advertentie is in totaal 545.000 keer getoond. Via Google AdWords werd een vergelijkbare advertentie bijna 50.000 maal getoond. In 24 maal van de gevallen werd ook doorgeklikt. Verloop van de discussie
De discussie verliep in twee fases. Gedurende de eerste fase stonden de brede thema‟s leven, beleven, en leren & werken centraal. Daarbinnen waren meerdere subthema‟s door Team Stadsvisie klaargezet. Deelnemers konden binnen de subthema‟s reacties plaatsen, maar niet zelf nieuwe subthema‟s aanmaken. In de tweede fase stonden drie perspectieven op de toekomst centraal: zorgzame, ondernemende, en duurzame stad. Daarbinnen
plaatste
Team
Stadsvisie
wederom
meerdere
stellingen/discussies.
Deelnemers konden zelf ook discussies starten. Van het begin tot het eind van de online discussiemogelijkheid werden bijdragen ontvangen. Het aantal reacties kende een terugval in het eerste deel van fase 2. Na extra
inzet
van
o.a.
het
burgerpanel
van
de
gemeente
Eindhoven
en
de
2
PSV Eindhoven, Eindhoven, Eindhoven de Gekste, Fontys Eindhoven, Eindhoven Lichtstad 040, en Dragon Tattoo Eindhoven 3 Eindhoven, PSV Eindhoven, Eindhoven Actueel, Eindhoven Creatief, De Modernen B.V., Student Sports Center Eindhoven, Megacenter Eindhoven Politiek Online ©
8
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
advertentiemogelijkheden van Facebook en Google klom het aantal reacties tijdens het het laatste deel van fase 2 naar het niveau van fase 1. Tijdens de eerste fase werden in totaal 272 bijdragen geplaatst (inclusief die van Team Stadsvisie zelf). In fase 2 werden 34 discussies (waarvan 16 door Team Stadsvisie) gestart die samen 110 reacties opleverden (inclusief bijdragen van Team Stadsvisie zelf). Alles bij elkaar ging het om 400 bijdragen. Over het algemeen is er in de volle breedte gediscussieerd. Deelnemers brachten eigen ideeën in en reageerden op de bijdragen van anderen. Ook het Team Stadsvisie 2040 zelf reageerde actief op de bijdragen via het algemene account „Team Stadsvisie 2040‟. In de meeste gevallen betrof het een vraag aan of dankwoord voor de steller van de bijdrage. Deze reacties zorgen voor een gewaardeerde zichtbaarheid en lokten weer nieuwe bijdragen uit. Tijdens de eerste fase in de online discussie was Henk Daalder Duurzame Brabanders zeer actief. Zijn inbreng was sterk gericht op de kansen van windenergie. Zijn aanvallende en soms ook negatieve toon richting anderen zorgde ervoor dat één deelnemer zich terugtrok uit de discussie. Nadat we vanuit Team Stadsvisie 2040 hem meermalen aanspraken heeft hij zijn toon gematigd en was ook minder prominent aanwezig in de discussie.
Politiek Online ©
9
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
3. Bijdragen Fase 1
In Fase I is er gediscussieerd in drie brede thema‟s: leven, beleven, en leren & werken. Daarbinnen zijn meerdere subthema‟s door Team Stadsvisie als startbijdrage geplaatst. Per thema brengen we de voornaamste opbrengsten in kaart. We starten met de analyse van de bijdragen in het thema leven. Daarna volgen uiteraard de andere twee thema‟s. Het is geen compleet overzicht van de online discussie. Daar waar zinvol zijn quotes verwerkt in de tekst. Analyse thema I: leven Binnen dit eerste subthema ontvingen we in totaal 118 reacties. De populairste subonderwerpen waren wonen, bereikbaarheid, en duurzaamheid en milieu.
Subthema Wonen Welzijn en Zorg Duurzaamheid en Milieu Bereikbaarheid Veiligheid Jeugd TOTAAL
Aantal bijdragen 37 6 22 33 13 7 118
Wonen Uit de reacties blijkt dat een voorkeur is voor gemixte vormen van samenleven. De inwoners van Eindhoven willen geen stad, waarin een sprake is van scheiding en segregatie op basis van afkomst, inkomen, of opleidingsniveau. Tegelijkertijd wordt het echter van belang geacht dat de overheid zich niet al te sterk bemoeit met de keuzes van inwoners. Zij moet kaders en richtlijnen opstellen en bewaken. Het tegengaan van mogelijke segregatie, wordt vooral gezocht in het bevorderen van sociale cohesie: dat is dan ook een belangrijke taak voor de overheid, zo vindt een aantal deelnemers aan de discussie. De overheid moet zich richten op het stimuleren van een sterke sociale cohesie waar de menselijk maat leidend is: “Het beste bemoeit de gemeente zich hier niet mee, maar geeft zij eerder mogelijkheden en richtlijnen omtrent de ruimtelijke ordening. De inrichting zelf dient veel meer aan de bewoners en ondernemers overgelaten te worden. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid voor de markt om op zichzelf in te spelen. Er moet minder van bovenaf gepland worden (alleen grove lijnen) en meer mogelijkheden en bevoegdheden voor invulling van onderaf, waarbij Politiek Online ©
10
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
initiatieven gestimuleerd worden.” Interessante en ook in de andere discussies veel genoemde suggestie is dat ze de verantwoordelijkheden op zo laag mogelijke bestuursniveau moet durven te leggen. Een concrete suggestie die daarbij o.a. werd gedaan is dat inwoners zelf actief bijdragen aan de veiligheid in hun straat of wijk: “Voor het handhaven van de veiligheid in de samenleving kan er volgens mij maar 1 partij verantwoordelijk zijn. Naar mijn weten is dat de politie en op grotere schaal het leger. Geen versterkte rol, maar gewoon de rol die ze altijd al hadden. Burgers kunnen daarin geen verantwoordelijkheid overnemen.” Hoewel dit de formele taak van de politie is, kunnen inwoners de uitvoering van die taak helpen door zaken bijvoorbeeld actiever te melden: “Wel kunnen we politie helpen om hun rol zo goed mogelijk in te vullen door incidenten en daders te melden en jeugd goed op te voeden. Het moet duidelijk zijn dat een maatschappij waar van elkaar wordt gestolen minder welvarend wordt dan een maatschappij waarin we elkaar helpen.” Ook bedrijven hebben daarin een zekere rol: “Bedrijven kunnen ook beperkt iets doen. Voornamelijk zichzelf preventief beveiligen (hekken, detectiepoortjes en goede sloten). Maar ik zou geen maatschappij willen waar beveiligingsmedewerkers van bedrijven de dienst uitmaken op straat.” Duurzame en sociale stad (met een grote rol voor de burger) Eindhoven moet bij de bouw van woningen energieneutraliteit nastreven. Naast een focus op nieuwbouw werd ook aandacht gevraagd voor de noodzaak van aanpassen van bestaande woningen. Deze zouden samen 75% van het woningaanbod in 2040 omvatten. Een punt dat werd ingebracht was dat Eindhoven niet moet wachten met duurzaam bouwen. Ze moet daar nu al invulling aangeven: “Meer dan 75% van de woningen die Eindhoven in 2040 rijk is, staan er nu al. Duurzame nieuwbouw is belangrijk, maar het aanpassen van de bestaande woningen aan de wensen en eisen van deze tijd is nog veel belangrijker. In de praktijk van vandaag betekent dat dat het niet langer voldoende is om woningen te onderhouden, maar dat deze woningen verbeterd moeten worden. Klinkt ingewikkeld, maar met een goed systeem en een goede voorbereiding, kan dat met de huidige stand der techniek prima. Bovendien is de regio Eindhoven niet voor niets de meest innovatieve regio van Nederland. Als we met z'n allen de schouders eronder zetten, moet het lukken om een aanzienlijk deel van de Eindhovense woningvoorraad in 2040 energieneutraal, comfortabel en gewild te maken!” Een ander genoemd voorbeeld is dat inwoners zelf aanvullende zorg voor de eigen wijk en straat organiseren (zelfbeheer openbare ruimte) en dat die mogelijkheid ook actief wordt gestimuleerd vanuit de overheid en corporaties. In dat licht werd genoemd dat Politiek Online ©
11
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
jongeren actiever moeten worden betrokken bij de samenleving. Daarbij werd de suggestie gedaan om de sociale dienstplicht te herinvoeren. Jongeren spelen voor de uitvoering van concrete activiteiten en het bedenken van nieuwe initiatieven in de richting van de toekomst (vergrijzing) een belangrijke rol: “Jong en oud kunnen alleen commitment bereiken als BEIDE respect op kunnen en willen brengen voor elkaar. Momenteel zijn we in de AB ook bezig om te kijken hoe we dit voor elkaar kunnen krijgen, als je goed luistert hoor je dat bijna niemand de verantwoordelijkheid wil nemen. De buurtbewoners zijn gevraagd om een workshop bij te wonen over het omgaan met hangjongeren, het eerst dat gezegd wordt is: what is in it for me, dan willen wij een speelveld voor de honden. […] exchange hoeft niet altijd 1 op 1 gerealiseerd te worden, mijn mening is dat als er meer buurtbewoners met de jeugd leren communiceren de exchange een leefbaardere omgeving zal zijn. […] Jeugd is een onderwerp waar we lang en kort over kunnen praten, we komen er alleen uit als jong en oud bereid zijn om naar elkaar te luisteren ipv veroordelen […].” Dezelfde respondent houdt een pleidooi voor de herinvoering van een soort (sociale) dienstplicht,
die
het
midden
houdt
tussen
een
sociale
dienstplicht
en
een
maatschappelijke stage. Uitgangspunt is dat schokkend veel leerlingen feitelijk –als er keuze zou zijn- niet naar school zouden willen: “Mijn man is docent bovenbouw op een VMBO in Tilburg, de nieuwe 3e jaars hebben deze week een kennismakingsweek gehad om te proeven wat ze in het 3e jaar moeten gaan doen. Het 1e wat mijn man vraagt is "hoeveel van jullie zouden niet naar school gaan als je niet zou moeten?" het antwoord is schokkend: 90% zou niet gaan, dit beloofd volgend jaar wederom een jaar te worden met niet-willende kinderen.” Ook de respondent heeft nog geen duidelijk concept hoe deze dienstplicht eruit moet komen te zien: “Maatschappelijke stage is wellicht een vorm van "dienstplicht" waarbij de kinderen respect en betrokkenheid leren, het jammere daarvan is dat het maar 48 uur p/j was en nu ook nog eens teruggebracht is naar 30 uur p/j. Als ze dit nu 1 dag in de week zouden maken dan worden de kinderen wekelijks geconfronteerd met een doelgroep die, als ze het goed doen, waarderen wat ze doen en daardoor verandert er bij een kind ook wel wat in het gedrag. Verder is het wellicht een mogelijkheid om de kinderen meer te betrekken bij de buurtactiviteiten waarbij buurtbewoners ook het respect voor de kinderen op moeten brengen om zo tot constructieve activiteiten te komen. Communiceren is hierin, en overal in, het sleutelwoord. Met elkaar praten ipv tegen elkaar.”
Politiek Online ©
12
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
In diverse bijdragen werd aangegeven dat zelfstandigheid (zeker bij ouderen) een groot goed is. Middels inzet van domotica leven senioren in de toekomst steeds langer zelfstandig.
Tegelijkertijd
wordt
benadrukt
dat
de
menselijk
zorg
en
sociale
betrokkenheid niet verloren mag gaan (o.a. door een te sterke focus op zelfstandigheid al dan niet ondersteund met technologie). Ook in dit opzicht wordt de sociale kracht van de stad Eindhoven als een groot goed gezien. Tijd hebben en maken voor elkaar en de sociale kwaliteit van leven zijn cruciaal voor een gelukkige stad. Eindhoven moet zich dan ook blijvend richten op het helpen van mensen die in de problemen dreigen te komen. Iedereen kan en moet blijven meedoen, ook in 2040. Welgestelde inwoners kunnen een cruciale rol spelen: Hoe Eindhoven zich ontwikkelt in de komende 30 jaar is natuurlijk een grote vraag, ik […] hoop werkelijk, dat de nadruk niet vooral zal liggen op Brainport en technologie, maar ook op interesse in elkaar, wonen moet aantrekkelijk blijven. Ouderen, maar ook jongeren moeten zich veilig voelen en hopelijk zijn mensen dan ook iets beter in staat elkaar te accepteren zoals ze zijn. […] Verdraagzaamheid, tijd en veiligheid. Hopelijk kunnen straks onze achterkleinkinderen ook nog lekker buiten spelen, boeken lenen in de bibliotheek en een beetje luieren.” Eenzelfde geluid valt op te maken uit een andere bijdrage: “In 2040 is armoede de stad uit, sterker nog dat moet in 2020 al gerealiseerd zijn. Mensen die in de problemen dreigen te komen worden direct opgemerkt. […] Ook mensen met een laag inkomen hebben een volwaardige plek in onze stad. Voor mensen met een hoger inkomen is het vanzelfsprekend dat zij zichzelf niet afsluiten in hun eigen kringen maar als coach, buddy en voorbeeld kunnen dienen voor anderen zodat deze op de participatie ladder kunnen
stijgen. Iedereen
mag
meedoen,
kan
meedoen
en
doet
mee, dat
is
vanzelfsprekend.” Uitstraling van de stad Een ander punt dat werd ingebracht is de uitstraling van de gebouwen in Eindhoven. Nieuwbouw moet passen in de omgeving en een inspirerende of functionele meerwaarde hebben. Om de kwaliteit van de nieuwbouw te bewaken is een integrale aanpak nodig, zo valt op te maken uit een aantal bijdragen. Dat kan de overheid niet alleen, zo menen de respondenten: “Belangrijke partijen zijn volgens mij de gemeenten (faciliteren), de woningcorporaties (realiseren), de bouwkolom (ontwikkelen). Juist door gezamenlijk een ambitieuze doelstelling neer te zetten, komt innovatie op gang en kunnen we meer dan we
individueel
denken
Politiek Online ©
te
kunnen.
Overigens
geldt
dat
niet
alleen
voor
de 13
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
woningcorporaties, maar ook voor de particuliere woningbezitters. Ik zie de corporaties echter wel als de partijen die het voortouw kunnen nemen omdat zij grote aantallen woningen in hun bezit hebben en bovendien verder vooruit (moeten) kijken dan de gemiddelde particuliere woningeigenaar.” Een van de grote thema‟s: bereikbaarheid Op het vlak van de bereikbaarheid (en de mobiliteit in het algemeen) van de stad werden meerdere invalshoeken ingebracht. Volgens sommigen kan het wegennet grotendeels ondergronds (of overkapt). Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar je creëert daarmee ook geheel nieuwe ruimte waar inwoners gebruik van kunnen maken. Het geeft de stad als het ware weer terug aan de bewoners: “Schonere fietsroutes zijn bij uitstek te realiseren door die in- en uitvalswegen onder de grond te stoppen en daarboven mooie schone fietsroutes aan te leggen. […] De stad wordt rondom z'n aanen afvoerwegen weer teruggegeven aan de bewoners van de stad. Allerlei minder rechtstreekse routes als alternatieven promoveren werkt niet. Mensen en vooral fietsers kiezen de kortste weg. En zo hoort het ook. Dat een auto wat om moet rijden is geen zwaarwegend bezwaar.” Als er anders met de infrastructuur (van met name autoverkeer) wordt omgegaan, ontstaat een andere stad, zo meent een aantal respondenten. Een respondent stelt Oslo als voorbeeld: “een groot deel van de ruimte [lijkt] voor altijd in bezit te zijn genomen door auto's en vrachtwagens. Geef die ruimte terug aan de bewoners van de aanpalende woningen/wijken. Kijk bijvoorbeeld naar Oslo waar de autosnelweg en alle aansluitende wegen helemaal onder de grond zitten. Het kan best als er maar politieke wil is om de rechten van de bewoners serieus te nemen. Alternatief plan zou kunnen zijn de infrastructuur totaal te herzien en ondergrondse tunnels te boren vanaf de snelweg knooppunten en een ingenieuze verkeersrotonde te verzinnen op de plek van het PSVstadion. Ik heb begrepen dat de gemeente Eindhoven eigenaar is van de grond en over 20-30 jaar een andere bestemming aan de lokatie mag geven. 1+1=2 zou ik zeggen. Durf groot te denken en stop niet bij een katalysator op een bromfietsuitlaat.” Anderen geven nu juist de voorkeur aan overkappingen (die misschien goedkoper zijn): “Ik zie meer in overkappingen, maar dan overkappingen waar je op kunt fietsen. Bij Utrecht doen ze het nog met beton, en een park er boven, ca 1,7 km A2 tussen Utrecht en Leidse Rijn.” Het belang van een goede bereikbaarheid van de stad via wegen én openbaar vervoer werd sterk benadrukt. Een goed wegennet (al dan niet ondergronds) moet samen gaan Politiek Online ©
14
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
met snel en duurzaam Openbaar Vervoer. Daarbij werd o.a. het ster-model ingebracht. Kern van dat idee is dat de nu bestaande „ringen‟ rond het centrum worden verbonden met vervoerslijnen van het centrum naar de wijken: “Over de Eindhovense binnenring rijden permanent bussen in een ring. Iedere wijk wordt hier middels een lijn verbinding op aangesloten - hierdoor ontstaat een ster van lijnen -, zodat er een sternetwerk ontstaat met laagdrempelige toegang tot en door de hele stad voor de bevolking die in opbouw en samenstelling de komende decennia is veranderd (De openbare mobiliteit in de stad is gratis geworden, zodat de overige verkeersdruk ook is bijgestuurd).” Over Eindhoven Airport wordt verschillend gedacht. Een deel benadrukt dat het vliegveld te milieuvervuilend en te duur (zou alleen overleven dankzij subsidies) en daarmee in de toekomst een onwenselijke rol zal spelen. Anderen richten zich op de grote rol die het kan spelen in de economische ontwikkeling en de bereikbaarheid van de stad/regio (o.a. door nieuwe treinverbindingen en zelfs -sporen met Station Eindhoven Airport). Duurzaamheid en milieu Een groot deel van de discussie ging over de ambities van de stad op het vlak van duurzaamheid. Daarbij werd ook de term cradle to cradle genoemd als uitgangspunt voor het inrichten van de ontwikkeling van de stad als geheel. Eindhoven moet zich richten op het ontwikkelen en benutten van alternatieve energiebronnen. Een deel ziet grote kansen voor windenergie, maar anderen verwachten vooral veel van zonneenergie in combinatie met dakvegetatie en wandelroutes op dakniveau. Een voorbeeld: “Bij
duurzaamheid
denk
ik
aan
hergebruik
van
materialen
en
duurzame
energieopwekking. Maak van recycling/cradle to cradle een speerpunt, past goed binnen een
technische
design
regio.
Wat
betreft
duurzame
energie.
Ik
heb
zelf
10
zonnepanelen, die de helft van mijn energieverbruik leveren en die ik in 11 jaar terugverdien zonder subsidie. Ze gaan zeker 25 jaar mee. Maak als gemeente duidelijk dat zonnepanelen en zonneboilers qua vergunning geen probleem zijn en organiseer gezamenlijke aanbestedingen zodat Eindhovenaren gezamenlijk goedkoop zonnepanelen kunnen kopen. Wat warmte betreft wijs m2 aan in de stad en creëer voorwaarden om biomassacentrales/WKK's te kunnen realiseren voor bedrijven en hoogbouw en mogelijkheden om in de grond warmte-koude opslag te realiseren. Om energieneutraal te kunnen worden dienen alle mogelijke vormen van duurzame energie te worden ingezet.” Ook in andere dossiers is de overheid een belangrijke partner, zo betoogt een aantal respondenten: “De gemeente zou in alle opzichten duurzaamheid in bouwen en energie Politiek Online ©
15
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
moeten bevorderen. Bij elk dossier waarbij dit aan de orde kan komen zou een hoofdstuk duurzaamheid en duurzaamheids eisen aan de orde moeten komen. Bij nieuwbouw alleen duurzame bouw toestaan. Woningbouwcorporaties die bulken van het geld laten investeren in bijvoorbeeld zonnepanelen. Dit levert tot 10% van de investering op en nog meer als ze centraal inkopen. Dus dat moet budgettair neutraal kunnen.” Ook in de ogen van andere respondenten is het logisch dat duurzaamheid niet zal lukken zonder initiatief van de overheid: “Duurzame initiatieven ontstaan niet uit het niets. De stad moet daarom actief inzetten op het werven van duurzame initiatieven naar de stad. Eindhoven moet investeerders op dit vlak trekken, maar ook actief bijdragen aan het stimuleren van de vraag (bijvoorbeeld: gezamenlijk inkoop van zonnepanelen).” Concrete voorbeelden worden ook gegeven: “Wat betreft gezamenlijke inkoop zou het goed zijn als de gemeente Eindhoven goede bestaande initiatieven uitnodigt in Eindhoven. Ik denk bijvoorbeeld aan wijwillenzon.nl. De gemeente zou gesprekken kunnen voeren met dergelijke stichtingen, beoordelen hoe betrouwbaar het is en hier publiciteit aan geven. Kijk samen met woningbouwcorporaties hoe dit concept naar huurhuizen is te vertalen. Eindhoven hoeft niet zelf te investeren of kortingen te geven, dat zou niet eerlijk zijn naar burgers die niet meedoen.” Ook bedrijven kunnen/moeten meedoen, zo betoogt een aantal deelnemers: “Ik denk dat er op dit moment al een aantal grote bedrijven zijn die zonnepanelen en zonneboilers aanleggen die samen met de overheid projectmatig aan aanleg van duurzame systemen zouden kunnen beginnen. De plaatselijke overheid zou een oproep kunnen doen aan bedrijven om plannen te ontwikkelen. De door de overheid voorgefinancierde centrale inkoop van grote partijen zonnepanelen waarbij een grote korting kan worden bedongen kan als een soort subsidie gezien worden en kan budgettair neutraal. De lokale overheid moet de voorwaarden scheppen en de woningbouwverenigingen inschakelen. In de huurwoningensector is het snelste voordeel te behalen.” Anderen zijn echter wat kritischer: “Helaas zal een regionaal windpark niet echt rendabel worden, tenzij de klimaatverandering goed doorzet en Eindhoven aan Zee een feit is. Investeren in windmolenprojecten als meewind.nl is waarschijnlijk effectiever om op die manier een stuk rendabele elektriciteitsvoorziening in te kopen. Op de vele platte daken van diverse leegstaande gebouwen kan natuurlijk elektriciteit geoogst worden uit zonlicht. Parabolische spiegels, pv-panelen of wat dan ook. Laat Eindhovenaren daarin Politiek Online ©
16
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
participeren/investeren zodat ze zelf de vruchten/elektriciteit hiervan kunnen oogsten. Die vele platte daken zijn standaard voorzien van meer of minder intensieve dakvegetatie. Prima om de warmte buiten te houden. Airco's kunnen op halve kracht gaan draaien.” Deze deelnemer heeft overigens ook nog een andere droom, waarbij duurzaamheid en nieuwe vormen van recreatie: “Waar mogelijk worden de daken van gebouwen met elkaar verbonden en ontstaan wandelroutes. Deze wandelroutes bieden een prachtig uitzicht op een steeds groenere en waterrijkere stad Eindhoven.” Tot slot wordt ook de suggestie gedaan om grootschalig bestaande en ingeplande renovaties in de verschillende wijken aan te grijpen direct concrete stappen te zetten, bijvoorbeeld
om
te
voorzien
in
een
systeem
van
afvalwaterscheiding:
“In
renovatiewijken investeren in afvalwater scheiding. Ik vind het een gemiste kans dat men bij de prachtwijken het bovenstaande niet heeft meegenomen. Als je een bolwerk van technologie wil zijn moet je dit ook uitstralen in je beleid en visie op de toekomst hebben.” In enkele bijdragen werd benadrukt dat de stad last heeft van allerlei vervuilende voertuigen. Deze moeten zo snel mogelijk uit de stad verdwijnen. Met name de 2takt brommers en auto‟s zonder katalysator moeten in een paar jaar tijd verdwijnen uit het straatbeeld: “Wellicht dat een en/en benadering beter is. Zuinigere en schonere auto's komen er door nationale en internationale wetgeving toch wel. Brommers lijken wat dat betreft een uitzondering te zijn. Ik heb me al jaren verbaasd dat brommers net als Harley Davidsons en van die rijdende disco's nog altijd mogen rondrijden.” Analyse thema II: Leren en werken Binnen dit thema ontvingen we in totaal 50 reacties, een stuk minder dat het thema Leven en Beleven. De meeste bijdragen werden geleverd binnen de subthema‟s economie, onderwijs en arbeidsmarkt. Opvallend is dat werkloosheid en sociale zekerheid bijna geen bijdragen losmaakte. Subthema
Aantal bijdragen
Onderwijs
16
Economie
17
Arbeidsmarkt
13
Werkloosheid
2
Sociale Zekerheid
2
TOTAAL
50
Politiek Online ©
17
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
Veel bijdragen benadrukken het belang om rondom het onderwijs een sterkere samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven te zoeken, hoewel de overheid wel leidend zou moeten blijven: “Het onderwijs wordt in 2040 nog steeds verzorgd door instellingen die door de overheid worden bekostigd. Dat blijft een taak van de rijksoverheid.” Het aanbod van het onderwijs moet meer worden afgestemd op economische ontwikkelingen. Bedrijven moeten ook een actievere rol hebben in het onderwijsaanbod, o.a. door meer uitwisseling van studenten naar bedrijven en werknemers naar het onderwijs (bijvoorbeeld gastcolleges): “Wel moet je in deze regio accenten aanbrengen om er voor te zorgen dat Brainport ook een echte brainport wordt. Het kan dus niet zo zijn dat dat in het voortgezet onderwijs de leerlingen in dezelfde mate zich ontwikkelen als in andere delen van het land.” Deze versterkte verbindingen bieden goede kansen om het Brainportconcept feitelijk te realiseren. Door de sterkere verbinden tussen onderwijs en bedrijven, kunnen studenten sneller doorstromen naar de arbeidsmarkt. De overheid moet zich vooral richten op het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs, zowel in de breedte als in de diepte: “Een echte Regionale Brainport school heeft daarom wel de inzet van het bedrijfsleven en van het MBO en HBO/WO onderwijs nodig om de 12-18 jarigen beter voor te sorteren voor wat in deze regio de motor van de ontwikkeling zal worden. Het gaat dan niet om geld, maar om faciliteiten waardoor leerlingen in het vmbo kennis kunnen maken met beroepsperspectieven, waarbij de leerlingen uit het HBO en WO terecht kunnen op de TUE of daar onderzoek te doen en delen van het onderwijs te volgen.” Enkelen pleiten daarbij wel voor een beter aanbod voor toptalenten: “Een school voor toptalenten uit Zuid Nederland hoort dan ook in Eindhoven te staan. Voor deze ontwikkeling hoeven we niet tot 2040 te wachten. 2014 is ook haalbaar.” Een aantal bijdragen wordt de inhoudelijk focus op design en technologie geroemd. Het is goed en verstandig om in een tijd van groeiende concurrentie te investeren in een onderscheidend profiel. Anderen vragen zicht echter af of Eindhoven zich daarmee in de toekomst niet te smal ontwikkelt en zien in plaats daarvan liever een veel breder onderwijsaanbod groeien. Diversiteit biedt de stad in de toekomst meer kansen dan een kwetsbaar minder divers aanbod: “Een aantrekkelijke stad om te studeren krijg je overigens door diversiteit. Wanneer je design, design, design zegt en techniek, techniek,
techniek
blijft
er
weinig
ruimte
over
voor
andere
vormen
van
professionaliteit. Dus ga eens meer divers te werk. Welke opleidingen zijn er nog meer in Eindhoven die op andere vakgebieden liggen? Toneel? Psychologie? Biologie? Behalve design, TUE hoor ik niets.” Politiek Online ©
18
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
Eindhoven moet meer werk maken van het behouden van studenten in de regio. Dat doen je o.a. door in te zetten op kwalitatief hoogwaardige publieke ruimtes, voorzieningen en evenementen, een passend woningaanbod (alleenstaanden!), goed citymarketing en het beter ontsluiten van vacatures, zo stelt een aantal respondenten. De studenten moeten uiteraard ook gebruik kunnen maken van een dynamische campus: “Eindhoven (en dan bedoel ik de Brainport regio) zou wat actiever kunnen zijn in het benaderen van jonge mensen binnen en buiten de regio om jonge mensen aan de regio te binden. Zowel net afgestudeerden van de universiteit en hogeschool (de "interne kweek") als jonge mensen van buiten zouden wat meer prikkels kunnen krijgen om hun toekomst hier te zoeken. […] Ook de net afgestudeerden en starters moeten meer gekoesterd worden: “Er moet aandacht komen voor de aantrekkelijkheid van de stad voor jonge gezinnen. En dat zit hem inderdaad in het basisonderwijs, maar ook in andere zaken (elders heb ik het al gehad over faciliteiten voor buitenlandse gezinnen). Daarnaast moet er ook ruimte komen voor jonge alleenstaanden. En dan denk ik met name aan betaalbare huizen en appartementen. Een korte blik op bijvoorbeeld Funda levert een enorme lijst prijzen die voor starters op de banenmarkt gewoon idioot zijn. Van een heel andere orde, zorg dat lokale bedrijven hun vacature-aanbod beter bekend maken bij afstudeerders van universiteit, ROC en Fontys. Nog een heel andere orde: zet eens een landelijke reclamecampagne op om jonge mensen in Nederland, Vlaanderen en NoordrijnWestfalen op de stad en de regio te wijzen als een plek om te wonen en werken.” Sommigen hebben daarbij een concreet perspectief voor ogen: “Eindhoven in mijn visie mag zich best profileren als een stad voor jongeren - uiteindelijk hebben jongeren de toekomst - maar ook hier is het beeld naar mijn mening op dit moment wat eenzijdig. Ik denk dan met name aan de wijze waarop Eindhoven zich de laatste jaren profileert in het kader van het Koninginnedagfeest.”
De koppeling met de economie Om de economie te stimuleren is een goed georganiseerde fysieke infrastructuur een voorwaarde.
Daarbij
gaat
het
om
een
naadloze
combinatie
van
meerdere
vervoersmodaliteiten (trein, vliegtuig, auto, fiets, etc.), maar ook om een snel en stadsdekkend wifi-netwerk.
Politiek Online ©
19
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
In diverse bijdragen wordt benadrukt dat de economie van Eindhoven een steeds sterkere internationale focus zal hebben, zeker de hoger opgeleiden: “Ik zou verwachten dat de aantrekkingskracht van Eindhoven op buitenlanders in de toekomst voornamelijk vanuit de high tech industrie en de universiteit zal komen. Ik verwacht dus
dat
die
geïnternationaliseerde
gemeenschap
primair
voornamelijk
hoger
opgeleiden zal betreffen en hun familie. […] Interessant is […] de invloed die echtgenoten van buitenlandse werknemers op de stad zullen hebben. Op dit moment is er al een International Women's Club voor de vrouwen van ex-pats in Eindhoven (een uitvloeisel van een oude club voor de vrouwen van Philipsmedewerkers). […] Het is bijvoorbeeld maar zeer de vraag of echtgenotes in de toekomst niet zelf ook een baan zullen willen zoeken -- om maar niet te spreken van dat het de vraag is of echtgenoten van ex-pats in de toekomst ook (vrijwel) altijd vrouwen zullen zijn. Bovendien is het waarschijnlijk buitengewoon zonde om die echtgenoten NIET bij de arbeidsmarkt te betrekken, aangezien zij in de toekomst steeds vaker ook goed opgeleid zullen zijn.” Daarmee zal een stad te maken krijgen met veranderende wensen en behoeften op het vlak van wonen, vermaak, en reizen. De stad moet daar maximaal op inspelen om economisch aantrekkelijk te blijven. Een groeiend deel van de inwoners zal op tijdelijke basis in de regio komen werken en bij voorkeur in de stad willen wonen (werken doen ze in de gehele regio) in verband met o.a. voorzieningen. Deze groep zal een eigen economische niche ontwikkelen (winkels, horeca, vermaak, etc.). De overheid moet de groei van die niches actief stimuleren, o.a. door deregulering en door ook serieuzer werk te maken van het aanbod van internationaal onderwijs: “In 2040 denk ik dus dat Eindhoven behoefte zal hebben aan een flexibele arbeidsmarkt waarin plaats is voor (redelijk) goed opgeleide werknemers die maar een paar jaar aanwezig zullen zijn. Tegelijkertijd zal die secundaire arbeidsmarkt (d.w.z. de arbeidsmarkt voor echtgenoten van de high tech industrie) voor tijdelijke werknemers om moeten leren gaan met niet-Nederlanders -- dat wil zeggen, net als de high tech industrieën en de onderzoeksinstituten nu, Engels als voertaal aannemen.” Zoals al eerder geformuleerd, zal deze internationale orientatie veel van de stad vragen:
“Als
gevolg
hiervan
zullen
er
ook
steeds
meer
gemeenschapseigen
economieën ontstaan. De eerste-generatie immigranten zullen in 2040 sterk de behoefte hebben aan winkels waar zij producten en diensten kunnen krijgen die zij vanuit thuis ook kennen (bijvoorbeeld voedingswaren die ze ECHT in Japan verkopen en niet alleen maar de paar dingen in de tokos die niet afgestemd zijn op een Nederlandse markt). Er zal behoefte zijn aan culturele activiteiten die inspringen op Politiek Online ©
20
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
hun identiteit (bijvoorbeeld Chinese, Indische of Koreaanse films of bioscopen, theater in andere talen dan Nederlands of Engels). Bovendien zullen families die hier tijdelijk zijn ook veelvuldig op vakantie willen gaan om iets te zien van Europa buiten de regio Eindhoven; ook in verband hiermee zou het ook goed zijn als Eindhoven in 2040 betere verbindingen heeft dan een paar intercitytreinen en vliegverbindingen naar lowbudget bestemmingen.” Ook onderwijs zal daar beter op moeten aansluiten: “Ook zal er in 2040 meer vraag zijn naar internationaal onderwijs (d.w.z. internationale scholen met internationaal erkende diploma's) voor de kinderen van tijdelijke migranten.[…]. En ook bij dit beleidsdossier wordt er gekeken naar de overheid: “Ik denk dat daar best op geanticipeerd mag worden door de overheid. Met name op twee gebieden: Faciliteren bij commerciële diensten. Verschillende gemeenschappen zullen ongetwijfeld hun eigen winkels gaan opstarten naarmate de behoefte groeit. Maar de overheid stelt daaraan allerlei eisen in de vorm van middenstandsdiploma's en KvK-inschrijvingen; de overheid kan best anticiperen op wat er komen gaat door manieren te zoeken om het makkelijker te maken voor niet-Nederlands-sprekenden om zich een weg te banen door het administratieve woud. De overheid moet beter toezicht gaan houden op het internationale onderwijs voor kinderen.” T.b.v. goede schoolprestaties zijn minder formele ontwikkelingsvoorzieningen van belang,
bijvoorbeeld
buitenspeelplaatsen:
“Er
zijn
veel
meer
ontwikkelingskansen en buitenspeelruimten voor de kinderen nodig.
natuurlijke Voor hun
ontwikkeling is het van uitermate groot belang dat kinderen kunnen spelen, bewegen, experimenteren, ontdekken en dus leren zonder dat alles voor hen al bedacht en georganiseerd is. […] Ons nieuwe onderzoek moet laten zien dat kinderen beter leren als ze hun motorische en visuele vaardigheden en hun zelfgenererend leervermogen beter kunnen ontwikkelen. Dat spelen en bewegen belangrijk zijn voor de gezondheid van kinderen, daar zijn we het langzamerhand wel over eens. Dat een goede motorische en visuele ontwikkeling samen met een goed ontwikkeld zelfgenererend leervermogen van groot belang zijn voor hun schoolprestaties, daar is veel minder aandacht voor.”
Politiek Online ©
21
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
Analyse thema III: Beleven Binnen dit thema werden 104 bijdragen ontvangen. Veruit de meeste bijdragen werden binnen het subthema openbare ruimte geplaatst. Daarnaast kwamen er vele binnen op de thema's cultuur en ruimtelijke kwaliteit. De thema's sport en groen scoorden relatief laag met respectievelijk 4 en 5 bijdragen. Subthema
Aantal bijdragen
Cultuur
22
Openbare Ruimte
57
Ruimtelijke Kwaliteit
16
Sport
4
Groen
5
TOTAAL
104
In veel bijdragen wordt benadrukt dat Eindhoven een gezellige stad moet blijven. Ze staat bekend om haar gastvrijheid en hospitality. Ze ontvangt met oprechte interesse mensen van uiteenlopende afkomst en denkbeelden. Dat wordt als een belangrijke kracht en onderscheidend kenmerk gezien. Andere betwijfelen hoe open Eindhoven in dat opzicht is: “Ik vind het prachtig, die aandacht voor technology en design, maar ik zou graag zien dat Eindhoven zich hiernaast nadrukkelijker profileert als een gezellige stad. Een stad van en voor mensen. Ook een gastvrije stad, waar het begrip 'hospitality' echt inhoud krijgt.” In de toekomst moet die interesse in het 'andere' worden gekoesterd. Die open houding zorgt voor een prettig en inspirerend woonklimaat. Ook het cultuuraanbod in Eindhoven moet inspelen op de diversiteit van haar inwoners. Cultuur moet een brede doelgroep bedienen. De massa is een belangrijk uitgangspunt om het cultuuraanbod in te richten. Dat moet in de toekomst op een interactieve wijze worden aan de man worden gebracht, o.a. via de bibliotheken. Bij het ontwikkelen van het aanbod moet de „onderkant‟ actief bij worden betrokken, anders verwordt cultuur tot iets voor de 'bovenkant'. Het cultuuraanbod zal in de toekomst steeds minder duidelijk onderscheid maken tussen muziek, dans, media, etc. Cultuur wordt een totale ervaring waar interessante combinaties van worden gezocht, ook wat betreft de ervaring via offline en online
Politiek Online ©
22
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
omgevingen. Een zelfde soort versmelting zal ook optreden in de openbare ruimte. Dankzij augmented reality technologie zal de fysieke openbare ruimte worden aangevuld met allerlei virtuele informatiebronnen. Een voorbeeld: “In 2040 heb je mogelijkheid om met je Augmented Reality
de omgeving die je waarneemt zelf aan te passen. Heb je zin in feest of juist rust, behoefte aan informatie uit de omgeving, of wil je even gamen? het kan met een simpel keuzemenu. De omgeving reageert daar op en biedt je <wanneer je dat toelaat> af en toe iets aan in de vorm van informatie of een service. Uit je omgeving kies je wat er wordt aangeboden door bedrijven en particulieren, soms door de gemeente voorzien van een digitaal watermerk als het extra secure moet. Als je een goed idee hebt of iets aparts waarneemt zet je een marker om later te kunnen vinden. Wat je wil delen met anderen duw je in de cloud, of je stuurt het direct naar een groep of persoon. De gemeentelijke stadwaarnemer ziet een cluster van markers op plekken waar veel te doen is. Zit er een herkenbaar probleem-patroon in bepaalde data wordt de groep van Alerte Burgers die daar in de buurt is getriggerd om hun uit te zetten, waarmee door de stadsengeltjes ingezoomd kan worden op een situatie.” Focus op groen en verblijfsruimte Eindhoven moet zich inzetten om het groen op een organische manier te laten versmelten in de stedelijke omgeving. Omdat de bevolking krimpt, is het een grote kans om de vrijkomende ruimte met groen in te vullen. Een concreet idee is om de stroom van de Dommel een veel prominenter plek te geven in de stad. Niet alleen vanwege het groen in de stad, maar ook omwille van de recreatieve mogelijkheden die een dergelijke 'groene ader' biedt. De stad zou ook meer werk moeten maken met het omvormen van het huidige „kijkgroen‟ (keurig aangeharkte en onderhouden ruimtes) tot groen dat veel dynamischer is. Het onderhoud laten uitvoeren door de inwoners zelf is daarbij een mooie manier om de inwoners een actieve rol te geven in het inrichten van hun eigen woonomgeving. Dat vraagt uiteraard wel om het geven van de nodige speelruimte en verantwoordelijkheid aan deze inwoners. Overigens wordt over het groen in de stad verschillend gedacht. Een deel wenst dat groen alleen voor groenbeleving wordt benut (rust, natuur). Daar passen allerlei vormen van consumentisme/entertainment niet in. Immers, volgens sommigen neemt de ruimtedruk in de toekomst juist niet alleen maar meer toe (maar neemt die zelfs af). Dat biedt kansen: “De kans voor de Dommel ligt besloten in een aantal structurele veranderingen in de richting van 2040. Eindhoven is zoals elke (brabantse)stad in de naoorlogse periode gegroeid als kool. Een puber nog inclusief jeugdpuistjes omdat alle Politiek Online ©
23
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
energie in de fysieke groei zat. De bevolkingsgroei zal stagneren en op termijn gaan krimpen. Dat betekent dat de immense druk op de ruimte afneemt. Die druk heeft er in het verleden toe geleid dat de Dommel door de stad geknepen is, je zou kunnen zeggen
dat
er
een
infarct
heeft
plaatsgevonden
waardoor
een
bypass
(afwateringskanaal) nodig was. Nu de druk afneemt zullen er gaten vallen. Het zou interessant zijn om op basis van dit gegeven eens te bezien of je de 'overruimte' die zal gaan ontstaan kunt organiseren rond het Dommeltraject door de stad zodat deze meer ruimte krijgt om minder beheerst, soms zelfs snelstromend als levend water door de stad te trekken, bewegend met de seizoenen. Water heeft een positieve invloed op de waarde van het aanliggend onroerend goed (terugverdienen van grondwaarde die in verband met afnemend programma niet verzilverd kan worden) en leidt tot nieuwe sociaal culturele en maatschappelijke kansen door de toename van biodiversiteit in het stedelijk gebied en een lekker stadsstrand als ontmoetingsplek.” Ook in dit verband wordt er een internationale vergelijking gemaakt: “Als systeem zou je daarbij langs de Dommel het 'Manhattanmodel' uit de VS kunnen hanteren, waarbij een hogere bouwhoogte is toegestaan op het moment dat je de 'footprint' verkleint waardoor meer (groene) ruimte ontstaat in het openbaar gebied.” Laat groen, groen blijven, zo betoogt een aantal deelnemers. Plak er niet allerlei ideeen aan vast omdat het trendy is om multi-functioneel te zijn: “Een park is een park is een park is een park. Groen, natuur, rust, natuur, spelen. Maar geen verkoop, geen commercie!!” zo stelt een van de respondenten. Rust is namelijk een zeldzaam goed geworden, zo stellen sommigen: “ons leven is al gevuld met beelden en geluiden, waar je je nog nauwelijks aan kunt onttrekken. Hou de natuur om werkelijk te ontspannen met als enig geluid dat van vogels en het ruisen van de bomen. Dit is heel belangrijk voor het welzijn van de mens. Dus ja, een park moet een park blijven, de natuur moet natuur blijven, dus geen muziek en exposities in parken en natuur. De 'homo evenimenticus' heeft keuze genoeg. De mens die rust en stilte verkiest wordt steeds meer verdrongen en als 'zeurder' weggezet. […] Dus een park of een natuurgebied zoveel als mogelijk gebruiken voor 'rust- en natuurbeleving'. Een zonering inderdaad. In een stedelijk gebied kun je natuurlijk niet anders dan accepteren dat geluiden van activiteiten doordringen in de groengebieden, maar dat vind ik nog wat anders dan daadwerkelijk organiseren van activiteiten in die gebieden.”
Politiek Online ©
24
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
De burger aan zet! Maar wie is er dan aan zet? Volgens sommigen is dat de burger zelf: “De sleutels van de koele stad liggen juist bij de bewoners zelf. Na de feodale samenleving en daarna de maakbare samenleving zijn we nu definitief beland in de mondige samenleving. De burger neemt haar lot in eigen hand, de overheid treedt terug. Mondigheid betekent niet alleen 'meepraten' maar vooral meedoen en zelf verantwoordelijkheid nemen. De overheid treedt terug maar dan moet zij ook haar traditionele paternalisme laten varen.” Dat heeft zo zijn consequenties voor de openbare ruimte. Nu is dat vooral een zone waar de overheid aan zet is: “De openbare (groene) ruimte is nu vooral kijkgroen waar weinig binding mee ontstaat en opgeruimd en netjes onderhouden wordt door de jongens van de plantsoenendienst (en anders wordt er wel gebeld door ontevreden burgers). De groene koele stad is veel meer in handen van de burger zelf, waarbij de groene ruimte niet alleen verkoeling biedt, maar ook allerlei lekkers en nuttigs. De eetbare tuin, de eetbare stad, eten per meter zijn initiatieven waarbij burgers de groene ruimte benutten om zelfvoorzienend te zijn ten aanzien van bijvoorbeeld groenten en fruit.” Dat lukt alleen als burgers daar ook de verantwoordelijkheid voor willen en durven nemen: “Uit oogpunt van beheer zijn in het verleden vruchtdragende bomen uit het stadsbeeld verdwenen. Waarom geen fruitbomen, tamme kastanjes en walnoten (ook nog goed tegen de muggen). De stadstuinen vormen daarbij onderdeel van een regionaal systeem waarbij boeren weer produceren voor de lokale/regionale markt. Voor hen een kans nu gaandeweg toch zal blijken dat de intensieve productie van bulkvlees geen lang leven meer beschoren zal zijn. Daarnaast geeft het komkommerschandaal van deze dagen aan dat het mondiaal heen en weer slepen van vers voedsel niet houdbaar zal blijken. Mensen willen zekerheid en weten waar hun voedsel vandaan komt.” Een pleidooi voor de eenvoud Wat betreft de bouw en inrichting van locaties waar voorzieningen worden geboden, is het van belang dat er geen grote focus zou moeten zijn op het realiseren van multifunctionele publieke/openbare ruimtes. Deze zouden geen levendige warme ruimtes opleveren. Eindhoven moet zich in plaats daarvan richten op leidende, functionele en heldere publieke ruimtes. Alleen die zullen echt leven, zo stelt een aantal bijdragen: “Met het zo simpel mogelijk houden van de openbare ruimte bedoel ik juist niet multifunctionaliteit. Dat is in onze Nederlandse compromiscultuur nu juist het probleem. We willen voor elk mogelijk doel en voor iedereen een oplossing bedenken en elke oplossing integreren in het eindresultaat. Wat je dan dus krijgt is, zoals bijvoorbeeld bij het 18-Septemberplein, een plein dat overal een beetje aan Politiek Online ©
25
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
voldoet. Ik zie liever openbare ruimte waar een duidelijke en sterke visie achter zit en waar niet op afgedongen wordt. Een plein is in Eindhoven zelden een plein waar je lekker tot rust kunt komen met mooie bomen, fijne bankjes (hier kan hangjeugd op gaan zitten!) en mooie bestrating. Nee, er moet ook altijd een markt gehouden kunnen worden of een andersoortig evenement.” Voorbeelden van hoe het wel zou moeten, worden ook gegeven: “een voorbeeld van wat ik nu een mooi plein vind in Eindhoven is het pleintje voor de Plaza Futura. Het is een heel leidend plein. Dáár mag een terras komen, dáár de auto's (nog mooi afgeschermd voor het overige verkeer ook) dáár de fietsers en dáár de voetgangers. Het enige dat ik daar nog mis, is wat zitmogelijkheid zonder direct op een terras te moeten zitten. En dat is wat ik denk ik bedoel met een eenvoudiger openbare ruimte. Helder, leidend, functioneel maar niet multifunctioneel.” Want hoe het niet moet, dat is bijvoorbeeld de manier waarop de Woenselse markt is ingericht: “De Woenselse markt is ook al zo'n schrijnend voorbeeld. Hier is werkelijk geen greintje menselijkheid in terug te zien. Een zee van rode klinkers, met op zaterdag een markt en de rest van de week auto's of een desolate leegte. Niet echt een plek waar mensen fijn kunnen zitten, samenkomen of flaneren. Eindhoven kan markante en historisch waardevolle gebouwen benutten om nieuwe functies met maatschappelijk meerwaarde te gaan leveren. Het oude Postkantoor zou bijvoorbeeld een mooi duurzaamheidscentrum kunnen zijn, zoals de Witte Dame die rol speelt voor Design. Dit soort plekken maken de stad aantrekkelijk en inspirerend. Het maakt het dynamisch. Tot slot: sport is en blijft een onomstreden punt. Het bevordert het leervermogen, de gezondheid en de sociale structuren. Investeren in sport is onomstreden.
Politiek Online ©
26
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
4. Bijdragen fase 2
In dit hoofdstuk beschrijven we op hoofdlijnen de resultaten van de online discussie in fase 2. De discussie was voorgestructureerd met een drietal „perspectieven‟. Het is geen compleet overzicht van de online discussie. Daar waar zinvol zijn quotes verwerkt in de tekst. Analyse perspectief Zorgzame Stad
Omschrijving
Hoe gaan we in 2040 om met onze kwetsbare groepen? Is een zorgzame stad een stad waar niemand langs de kant staat en iedereen binnen zijn of haar mogelijkheden betaald of onbetaald bijdraagt aan de samenleving? In fase één werden binnen de thema‟s wonen, veiligheid,
welzijn
&
zorg,
jeugd,
werkloosheid, sociale zekerheid, etc. al diverse suggesties gedaan. Aantal discussies
16
Aantal reacties
51
Binnen dit eerste van drie „perspectieven‟ werden 16 discussies gestart die samen 51 reacties opriepen. Daarmee was dit perspectief ook het meest besproken perspectief. De aandacht ging vooral uit naar kwetsbare groepen, het betrekken van jong bij oud, het dorpse karakter, de zelfredzaamheid, en hoe de infrastructuur een bijdrage kan leveren. Omgang met kwetsbare groepen Een punt dat naar voren kwam was de manier waarop Eindhoven in de toekomst omgaat met haar kwetsbare groepen. Het organiseren van zorg voor kwetsbaren is ook in de toekomst een belangrijke uitdaging. Daarbij moet meer maatwerk worden geboden en zelfredzaamheid worden gestimuleerd. Bijvoorbeeld door nadrukkelijker de hulpvrager als uitgangspunt te nemen en niet de aan te bieden dienst of de mogelijke vraag. Bij het uitgangspunt van de hulpvrager als vertrekpunt hoort dat de hulpvrager gestimuleerd wordt stil te staan bij zijn eigen situatie, de eventuele problemen die hij daarin ervaart en de mogelijke oplossingen zoals hij deze ziet: “Hierna is dan de vraag aan de orde (nog steeds vanuit de hulpvrager): wat zou de overheid kunnen bijdragen
Politiek Online ©
27
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
aan de oplossing van mijn vraag c.q. probleem. Een dergelijke benadering legt de verantwoordelijkheid daar waar deze thuis hoort, namelijk bij de hulpvrager en niet bij de hulpverlener. Een hulpverlener (dus ook de gemeente in de relatie tot haar burgers) hoort in mijn visie primair ondersteunend te zijn. Dat is slechts mogelijk als de andere partij, de hulpvrager, zijn verantwoordelijkheid neemt en van daaruit in de relatie met de hulpverlener participeert.” Meer maatwerk, minder regelgeving Een dergelijke aanpak vraagt overigens van hulpverleners (en dus ook van de gemeente
Eindhoven)
veel
meer
maatwerk,
minder
regelgeving
en
minder
bureaucratie, meer dialoog, en minder product- en proceduregestuurd handelen: Een zeer
concreet
voorbeeld:
“Ik
heb
samen
met
de
Twern
(organisatie
voor
maatschappelijke dienstverlening) in Tilburg en de hogeschool Avans in Breda een relatief eenvoudige methodiek ontwikkeld, ZelfReflector Ouderen genaamd, die ouderen stimuleert over hun eigen levens- en woonsituatie na te denken (te reflecteren), om vervolgens op basis daarvan te bepalen welke keuzen men zou willen maken en (pas) daarna welke ondersteuning vanuit het welzijns- en/of ouderenwerk men daarbij zou wensen.” Meer betrokkenheid van jongeren bij ouderen Een ander punt dat sterk naar voren kwam was de noodzaak om in de toekomst jongeren en ouderen meer bij elkaar te betrekken. Het zijn twee groepen die in demografische zin de nodige veranderingen zullen kennen, en welke vragen oproepen op over het gewenste voorzieningenaanbod (zowel qua inhoud alsook qua vorm): “Steeds meer mensen uit alle generaties zijn geïnteresseerd in gezamenlijk wonen […] waarbij je in een dorp in de stad woont, en waar je als collectief veel invloed hebt op je eigen leefomgeving. Daarbij kiest een redelijk grote groep voor het wonen met meerdere generaties. Een mix van mensen, generaties en leefstijlen zorgt immers voor een plek waar je zowel afwisseling als rust ervaart, waar je altijd aanspraak hebt, en waarbij je dagelijkse zorgen verminderen doordat je ze kunt delen. Ouderen in de groep
zorgen
bijvoorbeeld
voor
kinderopvang,
terwijl
zij
tegelijkertijd
langer
zelfstandig kunnen blijven wonen dankzij mantelzorg.” Meer „dorpse‟ vormen van samenleven en zelfredzaamheid Een nadruk die in verschillende bijdragen werd gelegd was gericht op de wens en noodzaak dat in de toekomst inwoners meer op elkaar gericht moeten zijn. Daarbij werd o.a. verwezen naar „dorpser‟ samenlevingsvormen (zie ook in de quote hierboven Politiek Online ©
28
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
en) waarbij meer aandacht is voor zelfredzaamheid van inwoners en een overheid die daarin faciliteert. Een dorpser woonomgeving zorgt voor een sterkere sociale binding en een sterker neiging om zelf actief bij te dragen aan die samenleving. In het verlengde van deze wens werd ook het concept „wonen 2.0‟ ingebracht. Daarbij gaat het vooral om vergaande vormen van samenwonen in hechte communities die ook het beheer samen regelen: “We hebben het dan over gezamenlijk wonen in zelfbeheer: huurders of kopers die meer met hun buren willen delen dan de stoep, en die zelf invloed willen hebben op hun leefomgeving. […] Waarom zou een huurder alleen maar individueel woonruimte kunnen consumeren? In de hele maatschappij worden mensen mondiger, willen ze invloed, en komt een groot deel van de innovatie tot stand via samenwerking tussen producent en consument. Dat kan met wonen ook. Er is intussen veel ervaring opgedaan met verhuurders en huurders die samen woonruimte bedenken en realiseren en met huurders en kopers die wonen in een community.” Sport en onderwijs spelen hierin een belangrijke rol In deze context werd sport geroemd vanwege haar belangrijke rol in het stimuleren van
sociale
cohesie.
Sport
draagt
bij
aan
het
leren
van
samenwerking,
doorzettingsvermogen, wederzijds respect en competatief samenleven. Deze waarden vormen een belangrijke basis voor een dorpser samenleving en actief burgerschap. Investeren in sport door overheid, bedrijven en inwoners (en ouders) zelf, is daarom cruciaal: “Goede sportvoorzieningen zijn essentieel voor sportstad Eindhoven, ook in 2040! Sport is goed voor de gezondheid van de inwoners, maar kan bijvoorbeeld ook worden ingezet om participatie van diverse groepen in de samenleving (ouderen, allochtonen, gehandicapten) te vergroten.” Naast sport wordt ook het belang van verenigingen in het algemeen en de Scouting in het bijzonder genoemd: “Bij een Scouting-vereniging leren kinderen en jongeren door samenspelen en samenwerken te ontdekken waar zij goed in zijn en dat zij verantwoordelijkheid leren dragen. Scouting leidt op tot ondernemende burgers die verantwoordelijkheid nemen voor hun buurt/ stad en de leefbaarheid hiervan. In het algemeen geldt dat kinderen die een nuttige vrijetijdsbesteding hebben, weinig tijd zullen vinden om maar wat rond te hangen en vernielingen aan te richten omdat zij zich vervelen.” Verder werd ook het belang van het onderwijs ten behoeve van de zelfredzaamheid onderstreept. Daarin moet de nadruk komen te liggen op ontwikkeling in plaats van prestaties. Kinderen moeten veel meer dan nu het geval is worden uitgedaagd om zelf Politiek Online ©
29
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
oplossingen te bedenken, zelf creatief te zijn: “In het onderwijs zal in de toekomst (en zeker samen met de ouders en andere professionals die zich met kinderen bezig houden) ervoor gezorgd moeten worden dat de kinderen voldoende ontwikkeld zijn voordat ze cognitieve prestaties kunnen gaan leveren. Verder is het belangrijk dat hun zelfgenererend leervermogen zo goed ontwikkeld is dat ze in staat zijn om zelfstandig en van binnen uit (zonder hulp van buitenaf of één-op-één-begeleiding) een leerproces in gang te zetten en op gang te houden. Als ze dat kunnen dan kunnen ze op alle gebieden leren en hoeft het er niet moeizaam "ingepropt" te worden.”
Dorpser vormen van samenleven vraagt ook om een passende infrastructuur Voor een zorgzame stad bestaande uit sterke onderlinge betrokkenheid en een „dorpser‟ woonomgeving, is een passende infrastructuur nodig. Naast een focus op een hoogwaardig openbaar vervoer, wordt ook de fiets als primair vervoersmiddel genoemd. Op dit moment wordt de fiets nog vaak als overlastgevend ervaren (vanuit perspectief voetgangers en automobilisten). In de toekomst zouden de urban planners er goed aan doen om veel sterker vanuit het fietsperspectief de stad te gaan inrichten: “Als van de half miljoen regiobewoners 1% per fiets naar het Centraal Station Eindhoven bewegen, heb je al 5000 = vijfduizend fietsen. Laten we daar eens urban planners en designers over laten nadenken. […] Om nieuwe oplossingen mogelijk te maken moeten we het probleem conceptueel benaderen en niet vanuit een oplossing die wij nu en hier kunnen verzinnen. Dan is er ruimte voor werkelijke vernieuwing.” De meerwaarde van HOV wordt wisselend ervaren. Sommigen vinden het een te duur prestigeproject: “Waarom investeert de Gemeente 75-125 miljoen Euro in een HOV2lijn, maar bezuinigt men 0,5 miljoen Euro door het schoolzwemmen stop te zetten. Waarom de bijdrage aan oa. sportverenigingen en scouting verminderen, maar een prestigeproject als de HOV2 lijn onverminderd door te zetten? Anderen zien het als een essentiële „verbindende‟ voorziening: […] Het is belangrijk welke locaties met elkaar verbonden worden: winkelcentra, ziekenhuis, sportstadions, enz. Als die locaties eenvoudig en comfortabel met het HOV te bereiken zijn (en met een hoge frequentie) komen de passagiers vanzelf.” Met andere woorden: een fijnmazig hoogfrequent HOVnetwerk, niet alleen in Eindhoven maar in de hele regio en met de nadruk op het stedelijke gebied.
Politiek Online ©
30
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
Middeninkomens zijn van belang Voor de ontwikkeling van dynamische en hoog betrokken inwoners moet goed rekening worden gehouden met de middeninkomens. Zij vormen de ruggengraat van de stad. Door alleen te mikken op de bijdrage van de hogere inkomens, kenniswerkers en mensen werkzaam in technologie en design, loop je het risico dat je de middeninkomens niet meekrijgt. Hun beleving, vaardigheden en problemen moet een belangrijk vertrekpunt zijn bij de beleidsvorming: “Voorkomen moet worden dat in Eindhoven de „kansarmen‟ zich accumuleren en dat de „kansrijken‟ zich in de regio vestigen. Het is daarom van belang dat Eindhoven interessant genoeg blijft voor middeninkomens om er te gaan of blijven wonen.” Naast het creëren van kansen voor de 'kansarmen' is de opgave vooral om ook de 'kansrijken' aan Eindhoven te blijven binden. En dan niet alleen om er te werken of te studeren, maar juist ook om er te wonen. Om dit op de lange termijn te kunnen borgen moet Eindhoven aantrekkelijk blijven voor de middeninkomens. Dat begint met betaalbare woningen voor deze middengroep. Naast betaalbare huisvesting zijn ook aantrekkelijke (grootstedelijke) woonmilieus van belang (zoals in Strijp-S). En tenslotte zal de stad moeten worden verrijkt met groenstedelijke woonmilieus.
Analyse perspectief Ondernemende Stad Omschrijving
Wat betekent het voor Eindhoven om in 2040 een dynamische en ondernemende stad te zijn? Hoe smeden we samenwerking tussen ondernemers,
overheid,
onderwijs
en
maatschappelijke organisaties? Hoe zorgen we samen voor de creatie en het behoud van werkgelegenheid? In fase één werden o.a. binnen de thema‟s sport, cultuur, onderwijs, economie,
arbeidsmarkt,
en
mobiliteit
al
diverse suggesties gedaan. Aantal discussies
9
Aantal reacties
24
Binnen dit perspectief werden 9 discussies gestart die samen 24 reacties opleverden. In de kern werden zaken als identiteit en historie van de stad, het belang van goede samenwerking, en de groeiende tijdelijke bewoning. Identiteit en historie koesteren en zichtbaar maken Politiek Online ©
31
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
De identiteit en historie van de stad moet worden gekoesterd. Dat is de essentie waaromheen de stad kan en moet worden gebouwd. Die identiteit en historie moet actief worden uitgedragen, o.a. in de vorm van de fysieke inrichting. De geschiedenis van de stad moet zichtbaar zijn: “Een van de meest opmerkelijke karakteristieken van Eindhoven is dat het ontstaan is uit het samenvoegen van Eindhoven en vijf dorpen. In elk stadsdeel is dit nog duidelijk zichtbaar in de bebouwing maar ook in de radialen die vanuit het centrum naar de afzonderlijke delen leiden. Door deze samenvoeging en daarna sterke groei van de stad is er een interessante mix ontstaan van dorpse en grootstedelijke bebouwing en infrastructuur.” Dorpse kernen zichtbaarder binnen grootstedelijke ambities In de stad moeten de dorpse kernen waaruit ze is ontstaan, een meer zichtbare plek krijgen binnen de grootstedelijke ambities: “Ik vind dat Eindhoven op veel plaatsen te dorps heeft gebouwd, vooral langs genoemde radialen en andere belangrijke wegen. Daarmee bedoel ik niet dat Eindhoven nu maar volgebouwd moet worden met torenflats
en
woonkazernes
maar
langs
de
belangrijkere
wegen
zou
de
woningdichtheid m.i. best een stuk hoger kunnen. Dat kan door bouwhoogten van 4 á 5 bouwlagen te hanteren, waardoor deze gebouwen/complexen als het ware als een schil rondom de wijken staan met binennin (veel) lagere bouwhoogten. Zo krijgt Eindhoven een grootstedelijke uitstraling maar blijft tegelijkertijd toch het dorpse en gemoedelijke behouden.” Stadbouwmeester bewaakt coherentie en constructieve samenwerking Om het herontwerp van de stad zo goed mogelijk te coördineren is het wellicht goed om een „stadbouwmeester‟ aan te stellen met […] hart voor en binding met de stad. […] een ontwerper die met één been binnen de gemeentelijke dienst staat en met één been binnen het professionele werkveld om zo zijn onafhankelijkheid te behouden. Net zoiets als Adriaan Geuze bij Strijp-S […]. Deze „landschapsarchitect‟ stimuleert de ontwikkeling van de stad vanuit één visie en bewaakt de co-creatieve benutting van de kracht, energie en ideeën in de stad. Hiervoor is iedereen nodig, zowel overheden als bedrijfsleven en inwoners. Alleen samen kunnen ze de stad maken.
Geen samenwerking zonder vertrouwen Voor het realiseren van deze verregaande ambitie en samenwerking is wederzijds vertrouwen een belangrijke voorwaarde. Eindhoven moet op dit vlak dan ook serieus en structureel inzetten op bottom-up processen gericht op actieve betrokkenheid en Politiek Online ©
32
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
actief burgerschap. In het verleden zijn dergelijke initiatieven vaak fout gegaan met de nodige skepsis als gevolg: “Vertrouwen is niet een klankbordgroep ontwikkeling centrumvisie in het leven roepen, daaruit een uitvoeringsprogramma opstellen en dat dan vervolgens door een soort 'welstandscommissie' te laten negeren, het proces daarna
niet
willen
evalueren
en
tenslotte
met
het
voorstel
komen
de
welstandscommissie af te schaffen. Vetrouwen is duidelijk maken wat je gaat doen en hoe en het vervolgens ook zo doen.” Om de brug tussen alle partijen te slaan zou je kunnen nagaan of een soort „verbindingsfunctionaris‟ meerwaarde op zou leveren: iemand die met gevoel voor verhoudingen op zoek gaat naar vruchtbare verbindingen. Zelfstandig ondernemerschap stimuleren Een punt dat meermalen werd genoemd is dat Eindhoven meer werk moet maken van het
stimuleren
van
zelfstandig
ondernemerschap,
o.a.
door
te
faciliteren
in
mogelijkheden voor ontmoeting: “Als ZZP-er ga je niet zomaar in zee met iemand die je alleen kent van een webforum, skype gesprekje of email contact. Het helpt, het creëert nieuwe mogelijkheden, en virtueel kan een heel deel 3D ontmoetingen vervangen, maar zonder persoonlijk contact blijft het te oppervlakkig. […]Waar het mijns inziens aan ontbreekt zijn laagdrempelige plekken waar je als ZZP-er anderen kunt ontmoeten en samen kunt werken. Er zijn wel plekken, zoals op de TU, HTC of Strijp-S, maar da's meteen zo grootschalig en met veel toeters en bellen. Of van die onbetaalbare bedrijfsverzamelgebouwen met Engelse namen... Misschien moeten we dit maar eens combineren met een ander idee, zoals tijdelijk bestemmen.” Het stimuleren van zelfstandig ondernemerschap sluit aan bij eerder genoemde ambities op het vlak van versterkte onderlinge samenwerking en het stimuleren van zelfstandigheid en actief burgerschap.
Politiek Online ©
33
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
Analyse perspectief Duurzame Stad
Omschrijving
Hoe maken we van Eindhoven in 2040 een Duurzame stad? Hoe zorgen we ervoor dat alle maatschappelijke spelers en inwoners zelf worden verleid en verplicht daaraan een bijdrage te leveren aan bijvoorbeeld energieneutraliteit? In fase één werden binnen de thema‟s ruimtelijke kwaliteit, openbare ruimte, groen, duurzaamheid & milieu al diverse suggesties gedaan. 9 35
Aantal discussies Aantal reacties
Binnen dit perspectief werden 9 discussies gestart die samen 35 reacties opleverden. De belangrijkste punten die werden ingebracht waren dat de term „duurzaam‟ veel breder dan alleen „milieu‟ moet worden aangevlogen, de noodzaak om jaren 70 wijken te slopen en herinrichten en daarbij inwoners actief te betrekken, actief zoeken naar alternatieve energiebronnen, experimenteren met stadslandbouw. Duurzaamheid breed benaderen! Diverse bijdragen benadrukken dat de term duurzaamheid breed moet worden benaderd. Het gaat naast milieu en energiegebruik óók (en misschien wel: vooral) om zaken als de ambitie om „dierbare‟ architectuur te realiseren: “Dierbare architectuur, daarmee
bedoelen
we
gebouwen
en
buurten
met
een
dusdanig
bijzondere
(beeld)kwaliteit dat ze door mensen in hun hart worden gesloten. Mensen zijn bereid te investeren in gebouwen en buurten waar ze van houden. De Lichttoren is een voorbeeld van een gebouw dat veel Eindhovenaren dierbaar is.” Daarnaast is het met het oog op duurzaamheid van belang te investeren in een serieuze betrokkenheid van inwoners bij de ruimtelijke inrichting van de stad, een focus op mogelijkheden om een leven lang te leren, en te investeren in het betrekken en behouden van nieuwe bedrijvigheid (o.a. ZZP):
Oude wijken en gebouwen slopen en herbouwen is onvermijdelijk De sloop en herinrichting van bestaande woningen (met name die uit de jaren 70) lijkt een belangrijke eerste stap te zijn om in de toekomst een „duurzame‟ stad te realiseren: “Toch zou de overheid plannen moeten maken over wat zij met bepaalde
Politiek Online ©
34
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
wijken willen. Ik kan me voorstellen dat hele wijken die in de jaren 70 zijn gebouwd aangemerkt worden voor sloop en herbouw. […] Datzelfde geldt voor industriële en commerciële gebouwen die het stadsbeeld ontsieren. Kost heel veel geld maar is wel heel belangrijk om een stad leefbaar en aantrekkelijk te houden.” Maar tot die tijd óók investeren in verbeterde uitstraling Sloop en herbouw lijkt op de lange termijn onvermijdelijk. Echter ook in de tussentijd wanneer de woningen er nog staan en mensen erin moeten/willen leven, zal de uitstraling ook moeten worden aangepakt, het energieverbruik en daarmee de energielasten worden beperkt en het wooncomfort worden verhoogd: “Als we Eindhoven in 2040 echt energieneutraal willen krijgen, dan is er geen tijd om te wachten totdat we aan sloop nieuwbouw toe zijn, maar zullen juist de bestaande woningen nu als eerste aangepakt moeten worden, inclusief de wijkomgeving (straten, parkeren, pleinen en plantsoenen). Door een goed actieplan gedragen door de gemeente, vereniging van eigenaren en de corporaties, efficientie in de uitvoering en het leren van elkaars ervaringen kan er een flinke sprong voorwaarts worden gemaakt!” Nieuwe energiebronnen benutten en stimuleren Wat betreft milieu en energiegebruik werd benadrukt dat Eindhoven sterk moet inzetten op het zoeken naar mogelijkheden voor energiebesparing en alternatieve energiebronnen: “Ook daarvoor moet de stad gaan samenwerken met de omliggende gemeentes en vooral inwoners die daar wonen. Daar wordt de energie op gewekt die Eindhoven gaat kopen. Door in dergelijk netwerk met de omliggende gemeentes te participeren, er zelfs een voortrekkers rol te vervullen, creëert de stad legitimiteit om te mogen samenwerken. In de omliggende gemeentes hebben ze de ruimte voor biomassa teelt en windparken, Eindhoven heeft dat niet. Daarom is samenwerken verplicht voor de stad, de omliggende gemeentes kunnen er ook voor kiezen om de stad de stad te laten en alleen voor zichzelf energie op te wekken.” Zonne-energie? Wind-energie? Wat betreft de gewenste duurzame vormen van energie lijkt er een lobby voor windmolens, maar ook voor zonnenergie. Die laatste vorm leent zich goed voor het actief betrekken van inwoners zelf. Zij kunnen een paneel op hun dak plaatsen en eventueel
overtollige
energiemaatschappijen
productie op
te
verkopen:
richten
die
“We
moeten
voor
bewoners
beginnen en
met
locale
locale
bedrijven
coördinerend kunnen optreden om energie-opwekking rendabel en beheersbaar te Politiek Online ©
35
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
maken. Hoofdopdracht moet zijn flexibel en faciliterend op te treden in het zelfverzorgend maken van de samenleving.” Stadslandbouw biedt kansen Deze overgang naar meer duurzame vormen van energieopwekking en – gebruik, past bij de wens om meer dorpser en groener vormen van (samen)leven in de stad te brengen. Er lijken in dat opzicht kansen te liggen voor de ontwikkeling van „stadslandbouw‟.
Laat
mensen
zelf
binnen
de
stedelijke
omgeving
gewassen
verbouwen. In parken of op daken. Het draagt tegelijk bij aan groter besef van het complexe energievraagstuk. Tegelijkertijd roept het vragen op over de manier waarop het beheer van groenstroken is georganiseerd: “In ons achterpad stonden mooie bloemen, gras en eetbare vruchten. De woningbouw heeft dit uitbesteed aan anderen, om dit te laten verfraaien […]. Bij ons is het gras dood. De zelf aangeplante bloemen zijn dood.”
Politiek Online ©
36
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
5. Rode draden en duiding Op basis van de online discussie in fase 1 en 2 onderscheiden we 10 rode draden. Deze vormen samen de belangrijkste inzichten uit de online discussie. 1) Iedereen doet en denkt mee! Eindhoven moet een stad worden waarin iedereen meedoet en actief bijdraagt aan de vorming van de stad. Niemand staat langs de kant. Dat speelt op allerlei niveaus. Denk bijvoorbeeld aan het organiseren van parkonderhoud (van keurig aangeharkt „kijkgroen‟ naar groen waar bewoners een actieve rol krijgen in het onderhoud) of het realiseren van stadslandbouw. Maar het gaat ook om het organiseren van vormen van sociale dienstplicht, tot aan een sterkere integratie van onderwijs en bedrijfsleven (bijvoorbeeld Brainport meer te laten zijn dan het binnenhalen van subsidies alleen). De overheid zal zich steeds sterker moeten richten op een (verbindende) procesrol. 2) Grootschalig en dorps tegelijkertijd Eindhoven moet grootstedelijkheid en dorpser vormen van bouwen en wonen veel sterker dan nu het geval is gaan combineren. De historie van de stad biedt daar alle mogelijkheden voor maar deze worden nu nog slechts beperkt of niet benut. Het zichtbaarder maken van de historische dorpskernen (zowel in fysieke maar ook in sociaal-culturele zin) draagt bij aan een sterkere identificatie bij het „Eindhovense‟. Deze draagt doorgaans op haar beurt bij aan een positiever en constructievere grondhouding en daarmee samenhangende maatschappelijke en economische spin-offs. 3) Maar… met internationale oriëntatie Eindhoven heeft een groeiend aantal inwoners uit het buitenland. Daarmee wordt de internationale oriëntatie van de stad versterkt. Deze groep veelal tijdelijke inwoners heeft zijn eigen wensen ten aanzien van o.a. wonen, recreatie en mobiliteit. Daar moet op worden ingesprongen door o.a. ruimte te geven aan initiatieven uit die groep zelf en het heroriënteren van het bestaande voorzieningenaanbod. 4)… en een sterke focus op duurzaamheid Eindhoven moet sterker inzetten op duurzaamheid. Het gaat daarbij zowel om het stimuleren van energiebesparing en de productie en gebruik van alternatieve energiebronnen. Daarnaast gaat het om duurzamer vormen van samenleven (wonen 2.0, „dorpser‟) en ondernemen (meer bedrijfsruimtes voor ZZPers en startups). Het geven van ruimte aan dit soort initiatieven (o.a. door in te zetten op vertouwen, deregulering, en financiële impulsen) wordt daarbij als belangrijke voorwaarde genoemd.
Politiek Online ©
37
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
5) En verbonden met de regio Eindhoven moet zich in de toekomst sterker richten op regionale samenwerking. Veel vraagstukken op het vlak van infrastructuur, economie, en wonen kunnen alleen op dat niveau op een goede manier worden georganiseerd. Eindhoven is nu nog te veel op de eigen stad gericht. 6) Technologie en design prevaleert, maar er is meer dan dat! Eindhoven profileert zich in het onderwijs thans bewust en expliciet op technologie en design. Dat wordt over het algemeen als zinvol en belangrijk ervaren. Tegelijkertijd zijn er suggesties om een bredere oriëntatie te kiezen: zowel qua soort opleidingen (vakgebieden) als qua opleidingsniveau (dus ook een passend aanbod bieden voor inwoners die niet meekomen in „Eindhoven de Slimste‟). Daarnaast is het van belang om voor wat betreft het onderwijsaanbod een sterke aansluiting met het bedrijfsleven te zoeken om de aansluiting met de arbeidsmarkt zo goed mogelijk te organiseren. Op die manier ontwikkel je de stad als een aantrekkelijke locatie voor een veel bredere groep jongeren om zich tijdelijk maar ook permanent te vestigen. 7) Sociale cohesie en verbondenheid van belang De stad moet actief blijven toezien op het organiseren van een natuurlijk proces van vermenging van inwoners in de diverse wijken. Al te sterke segregatie op basis van inkomen of afkomst is ongewenst omdat homogenisering leidt tot verminderde sociale dynamiek en creativiteit. De stad moet dan ook inzetten op het verbinden van mensen met verschillende afkomst en sociaal-economische positie. 8) Spontane ontmoetingen in de openbare ruimte is succes van de stad Eindhoven moet veel sterker dan nu het geval is inzetten op de inrichting van uitdagende plekken voor spontane ontmoetingen. Daarvoor moeten de publieke ruimtes anders worden ingericht (eenvoudiger, leidender, functioneler, etc.) en moeten inwoners ook een actiever rol krijgen in het bedenken en onderhouden ervan. Zo voorkom je de groei van „doodse‟ plekken die mensen niet „in hun hart‟ sluiten. Naast de publieke ruimte moet op vergelijkbare wijze worden ingezet op plekken waar ondernemers elkaar kunnen ontmoeten (denk aan Seats2Meet concept).
Tot
slot
moet
Eindhoven
actiever
faciliteren
op
de
inrichting
van
virtuele
ontmoetingsruimtes (bijvoorbeeld een stadsbreed wifi-netwerk, of inzetten op augmented reality). 9) De overheid is (verrassend) vaak aan zet Hoewel een groot aantal bijdrages een terugtredende overheid voorziet, is het aantal beleidsdossiers waarvoor naar de overheid wordt gekeken, groot. Als het bijvoorbeeld gaat om het tegengaan van mogelijke segregatie, of het bevorderen van sociale cohesie, of het versterken van het duurzame karakter van de stad, of het beter laten aansluiten van onderwijs op praktijk, of veiligheid: allemaal dossiers, waarop een aantal respondenten een belangrijke Politiek Online ©
38
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
taak voor de overheid zien weggelegd. Daarvoor is het wel nodig dat de overheid meer ruimte durft te geven aan initiatieven van inwoners, en bedrijven, overheden en instellingen veel actiever samenwerking zoeken. 10) Mensen moeten zich comfortabel kunnen verplaatsen Een levendige en concurrerende stad vraagt om comfortabele en aantrekkelijke mogelijkheden om je te verplaatsen. Inwoners moeten zich op een makkelijke manier kunnen verplaatsen van de buitenwijken naar het centrum, tussen buitenwijken, en tussen het centrum of buitenwijk naar andere delen van de regio. De stad moet streven naar een slimme combinatie van vervoersmodaliteiten
en
milieuvriendelijke
(beperking
CO2-uitstoot,
alternatieve
energiebronnen) en ruimtevriendelijke inpassing van de infrastructuur (denk bijvoorbeeld aan tunnels en verlaagde en overkapte wegen). Daarbij zal het perspectief van de inwoner steeds centraal moeten staan.
Politiek Online ©
39
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
Bijlage Het gedroomde Eindhoven anno 2040 De meest innovatieve en vergaande imaginaties van burgers gebundeld We wandelen rond in Eindhoven. Datum: 1 januari 2040, even na de middag. De dag na de jaarwisseling is de stad schoon. De gemeentelijke diensten hebben, samen met een groot aantal inwoners van Eindhoven de rommel van de jaarwisseling opgeruimd. Een gevolg van een inmiddels al meer dan twintigjarige traditie in Eindhoven, waarin het “zelfbeheer van (delen) van de openbare ruimte” tot aanvullende zorg voor eigen straat en buurt heeft geleid. Eindhoven anno 2040 is in sommige opzichten hetzelfde gebleven. Maar veel is er ook veranderd. Gebleven: Eindhoven is een sociale stad, waarin iedereen meedoet Alhoewel er uiteraard inkomensverschillen zijn, is “In 2040 […] armoede de stad uit.” Dat is gelukt door het opzetten van een early warning system en de sterke sociale cohesie in de stad. Met succes. “Mensen die in de problemen dreigen te komen worden direct opgemerkt. […] Voor mensen met een hoger inkomen is het vanzelfsprekend dat zij zichzelf niet afsluiten in hun eigen kringen maar als coach, buddy en voorbeeld dienen voor anderen […]. Iedereen mag meedoen, kan meedoen en doet mee, dat is vanzelfsprekend.” Eindhoven is een sociale, betrokken stad. Dat vinden we ook terug in het woonmilieu: dat is sterk gemengd. Input uit 2011 opende de ogen: “een redelijk grote groep [kiest] voor het wonen met meerdere generaties. Een mix van mensen, generaties en leefstijlen zorgt immers voor een plek waar je zowel afwisseling als rust ervaart, waar je altijd aanspraak hebt, en waarbij je dagelijkse zorgen verminderen doordat je ze kunt delen. Ouderen in de groep zorgen bijvoorbeeld voor kinderopvang, terwijl zij tegelijkertijd langer zelfstandig kunnen blijven wonen dankzij mantelzorg.” In het Eindhoven anno nu (2040) is deze mengvorm gerealiseerd. Daardoor gaan ook jong en oud goed met elkaar om. Dankzij een uitgekiende mix van “maatschappelijke stage”, “buurtactiviteiten” en “goede communicatie.” Daardoor voelen “ouderen, maar ook jongeren zich veilig en zijn mensen […] beter in staat elkaar te accepteren zoals ze zijn. […]” Een inwoner anno 2011 verwoordde dat als
Politiek Online ©
40
Gemeente Eindhoven
volgt.
Het
gaat
om
26 augustus 2011
“verdraagzaamheid,
tijd
en
veiligheid.
[…]
Onze
achterkleinkinderen [spelen] nog lekker buiten, lenen boeken in de bibliotheek” en hebben ook nog tijd om “een beetje luieren.” In het hedendaagse Eindhoven is dat heel goed gelukt. De stad is energieneutraal, duurzaam, comfortabel en gewild Eindhoven is ondertussen –misschien wel- de duurzaamste stad van Nederland, van Europa. Niet gek, als je bedenkt dat vanaf 2011 vol ingezet is op het verduurzamen van de bestaande bouwwerken in Eindhoven. “Logisch” volgens een inwoner uit die tijd: “Meer dan 75% van de woningen die Eindhoven in 2040 rijk is, staan er nu al. Duurzame nieuwbouw is belangrijk, maar het aanpassen van de bestaande woningen aan de wensen en eisen van deze tijd is nog veel belangrijker. In de praktijk van vandaag betekent dat dat het niet langer voldoende is om woningen te onderhouden, maar dat deze woningen verbeterd moeten worden.” Met als resultaat dat “de Eindhovense woningvoorraad in 2040 energieneutraal, comfortabel en gewild” is. Dat is niet vanzelf gegaan. Door slimme samenwerkingsconstructies (“gezamenlijke aanbestedingen”)
is
er
echter
gerealiseerd
dat
bijna
iedereen
in
Eindhoven
“gezamenlijk goedkoop zonnepanelen [heeft] kunnen kopen. Ook biomassacentrales […] voor bedrijven en hoogbouw” zijn gerealiseerd, alsook “in de grond warmte-koude opslag.” Zelfs leegstaande gebouwen worden gebruikt: “Op de vele platte daken van diverse leegstaande gebouwen kan natuurlijk elektriciteit geoogst worden uit zonlicht. Parabolische spiegels, pv-panelen of wat dan ook.” Samenwerken tussen overheid, maatschappelijk middenveld en markt Zoals al uit de oplossing van het energievraagstuk blijkt, is samenwerking in Eindhoven van groot belang geweest. “[Duurzame] initiatieven ontstaan niet uit het niets. De stad moet daarom actief inzetten op het werven van duurzame initiatieven naar de stad. Eindhoven moet investeerders op dit vlak trekken, maar ook actief bijdragen aan het stimuleren van de vraag.” En dat is gebeurd. Samen met marktpartijen, samen met maatschappelijke organisaties: “Belangrijke partijen
zijn
de
gemeente
(faciliteren),
de
woningcorporaties
(realiseren),
de
bouwkolom (ontwikkelen). Juist door gezamenlijk een ambitieuze doelstelling neer te zetten, komt innovatie op gang en kunnen we meer dan we individueel denken te kunnen.” Tegelijkertijd is ook de burger volmondig actief en betrokken: “De sleutels van de […] stad liggen juist bij de bewoners zelf. Na de feodale samenleving en daarna Politiek Online ©
41
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
de maakbare samenleving zijn we nu definitief beland in de mondige samenleving. De burger neemt haar lot in eigen hand, de overheid treedt terug. Mondigheid betekent niet alleen 'meepraten' maar vooral meedoen en zelf verantwoordelijkheid nemen.” Die goed doordachte samenwerking heeft ertoe geleid dat ieder plan in Eindhoven samen wordt opgesteld: soms op initiatief van de overheid, soms door de markt of door de burger. Het „netwerk‟ Eindhoven weet elkaar in alle lagen van de inwoners van de stad uitstekend te vinden. Het aangezicht van Eindhoven: slimme infrastructuur (en meer) Mocht een inwoner in 2011 al de mogelijkheid gehad hebben om in een tijdmachine te stappen, dan zou het aangezicht van de stad vrijwel onherkenbaar veranderd zijn. Het wegennet van Eindhoven is grotendeels ondergronds (of daar waar dat echt niet kan, overkapt). Zo is een geheel nieuwe openbare ruimte gecreëerd waar inwoners gebruik van maken. De stad is veel groener, stiller en schoner. Fiets- en voetgangerroutes zijn de enige zichtbare infrastructurele ingrepen in de stad: Een tip uit 2011 gaf de doorslag: “Schonere fietsroutes zijn bij uitstek te realiseren door die in- en uitvalswegen onder de grond te stoppen en daarboven mooie schone fietsroutes aan te leggen […].” Inspiratie is in die tijd opgedaan in Oslo: “waar de autosnelweg en alle aansluitende wegen helemaal onder de grond zitten.” Het wegennet en OV-netwerk onder de grond is anders opgebouwd: onder de grond is –als het ware- een stermodel gerealiseerd. Op basis van de oude indeling in Eindhoven (anno 2011) waarin als het ware „ringen‟ rond het centrum waren aangelegd, is er onder de grond voor gekozen om deze te verbinden met vervoerslijnen van het centrum naar de wijken. Overigens is er heel wat minder ruimte nodig voor auto‟s. In grote transferia aan de rand van de stad wordt het meeste verkeer opgevangen. Door “een sternetwerk […] met laagdrempelige toegang tot en door de hele stad voor de bevolking”en het feit dat “openbare mobiliteit in de stad gratis is geworden [is] de overige verkeersdruk ook bijgestuurd.” Hoogwaardig Openbaar Vervoer is de norm: “een fijnmazig hoogfrequent HOV-netwerk [verbindt] niet alleen Eindhoven maar de hele regio en met de nadruk op het stedelijke gebied.” Een mix van groen en rood Alle ruimte in de stad is –creatief en effectief-
benut. Nieuwe woonvormen zijn
ontstaan in co-productie tussen aanbieder en consument. Immers: “In de hele maatschappij worden mensen mondiger, willen ze invloed, en komt een groot deel van de innovatie tot stand via samenwerking tussen producent en consument. Dat kan met Politiek Online ©
42
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
wonen ook. Er is intussen veel ervaring opgedaan met verhuurders en huurders die samen woonruimte bedenken en realiseren en met huurders en kopers die wonen in een community.” Ook de platte daken worden creatief benut: “Waar mogelijk worden de daken van gebouwen met elkaar verbonden en ontstaan wandelroutes. Deze wandelroutes bieden een prachtig uitzicht op een steeds groenere en waterrijkere stad Eindhoven.” Tegelijkertijd is er inspiratie opgedaan in Manhattan: dat heeft ertoe geleid dat er fraaie hoogbouw langs delen van de Dommel is gerealiseerd. Ook qua skyline kan Eindhoven wedijveren met internationale topsteden. Wel gemixed met hoogwaardig openbaar groen: in combinatie met inspirerende hoogbouw is een Centraal Park aangelegd. Internationale kenniswerkers voelen zich er zeer thuis. Een idee van een inwoner, geopperd in 2011: “Als systeem zou je daarbij langs de Dommel het 'Manhattanmodel' uit de VS kunnen hanteren, waarbij een hogere bouwhoogte is toegestaan op het moment dat je de 'footprint' verkleint waardoor meer (groene) ruimte ontstaat in het openbaar gebied.” In de buitenwijken (voorsteden) van Eindhoven is nu juist –ook al geïnspireerd door Amerikaanse voorbeelden- gekozen voor een dorpser karakter met laagbouw en fraaie twee-onder-een-kap woningen. Dankzij slimme impulsen van inwoners is er in hartje Eindhoven ook fruit te vinden: “Uit oogpunt van beheer zijn in het verleden vruchtdragende bomen uit het stadsbeeld verdwenen. Waarom geen fruitbomen, tamme kastanjes en walnoten (ook nog goed tegen de muggen). De stadstuinen vormen daarbij onderdeel van een regionaal systeem waarbij boeren weer produceren voor de lokale/regionale markt.” Onderwijs voor iedereen, maar ook voor echt toptalent Kennis en innovatie zijn sleuteltermen in het Eindhoven van 2040. Brainport is een van de grote magneten als het om onderwijs gaat. De Regionale Brainport School heeft zo rond 2020 het levenslicht gezien. Op “een echte Regionale Brainport school” wordt met de inzet van het bedrijfsleven” specifiek onderwijs gegeven om “de 12-18 jarigen beter voor te sorteren voor wat in deze regio de motor van de ontwikkeling zal worden. Het gaat dan niet om geld, maar om faciliteiten waardoor leerlingen in het vmbo kennis kunnen maken met beroepsperspectieven.” Ook aan het wetenschappelijk onderwijs is veel aandacht besteed: “leerlingen uit het HBO en WO kunnen terecht op de TUE om daar onderzoek te doen en delen van het onderwijs te volgen.” In 2011 is er gepleit om hard aan de slag te gaan met een “beter aanbod voor toptalenten: “Een school voor toptalenten uit Zuid Nederland hoort dan ook in Eindhoven te staan.” Dat heeft ertoe geleid dat er in de loop der jaren een actieve, internationaal georiënteerde kennisgemeenschap in het Eindhovense is ontstaan. In de beginperiode van 2010 – Politiek Online ©
43
Gemeente Eindhoven
26 augustus 2011
2020 was het nog wel de vraag of de internationale oriëntatie en de Brabantse gemoedelijkheid elkaar wel konden verdragen. Inmiddels is gebleken dat die gemoedelijkheid een geweldige magneetfunctie op de „internationalos‟ uitoefent: grootstedelijke voorzieningen, gekoppeld aan een laagdrempelige, iets voor elkaar overhebbende gemeenschap. Techniek en design van belang, maar andere fields of experience ook In het Eindhoven van 2011 was er vooral focus op techniek en design. De Fashion Week, TUe en Brainport waren toen de trekkers. Dankzij de waarschuwende woorden van burgers uit die tijd is het Eindhoven anno 2040 nog breder van opzet: “Een aantrekkelijke stad […] krijg je overigens door diversiteit. Wanneer je design, design, design zegt en techniek, techniek, techniek blijft er weinig ruimte over voor andere vormen van professionaliteit. Dus ga eens meer divers te werk. Welke opleidingen zijn er nog meer in Eindhoven die op andere vakgebieden liggen? Toneel? Psychologie? Biologie? Behalve design, TUE hoor ik niets.” Dat is in de oren geknoopt. Dankzij een “landelijke reclamecampagne [gericht] om jonge mensen in Nederland, Vlaanderen en Noordrijn-Westfalen op de stad en de regio te wijzen als een plek om te wonen en werken” slaagde Eindhoven er in om eerst in de internationale driehoek Eindhoven – Aken – Leuven profiel op te bouwen. In de jaren daarna werd er nog internationaler gewerkt. Inmiddels is een dependance van de TUe verrezen in China en wordt er in de kunstensector vooral gewerkt met Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse kunstenaars. Eigenlijk is Eindhoven verbonden met de hele wereld.
Politiek Online ©
44