Gemeente Den Haag
Plan-MER Masterplan Lijn 11-zone milieurapport
Witteveen+Bos Alexanderstraat 21 postbus 85948 2508 CP Den Haag telefoon 070 370 07 00 telefax 070 360 00 98
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Aanleiding en doel 1.2. Procedure plan-m.e.r. 1.3. Leeswijzer
blz. 1 1 1 2
2. MASTERPLAN LIJN 11-ZONE 2.1. Inleiding 2.2. Plangebied Lijn 11-zone 2.3. Basisalternatief 2.4. Varianten
3 3 4 7 10
3. HUIDIGE SITUATIE EN AUTONOME ONTWIKKELING (REFERENTIESITUATIE) 3.1. Inleiding 3.2. Bodem en water 3.3. Archeologie en cultuurhistorie 3.4. Natuur en groen 3.5. Geluid 3.6. Luchtkwaliteit en geurhinder 3.7. Externe veiligheid 3.8. Mobiliteit 3.9. Energie en klimaat 3.10. Sociale aspecten
13 13 13 16 19 20 23 28 30 36 36
4. EFFECTEN MASTERPLAN LIJN 11-ZONE 4.1. Inleiding 4.2. Werkwijze effectbeoordeling 4.3. Bodem 4.4. Archeologie en cultuurhistorie 4.5. Water 4.6. Natuur en groen 4.7. Geluid 4.8. Luchtkwaliteit en geurhinder 4.9. Externe veiligheid 4.10. Mobiliteit 4.11. Energie en klimaat 4.12. Sociale aspecten
38 38 38 38 39 41 42 44 46 47 48 53 58
5. EFFECTVERGELIJKING 5.1. Inleiding 5.2. Effectvergelijking 5.3. Voorkeursalternatief
60 60 60 62
6. LEEMTEN IN KENNIS EN AANZET TOT EEN EVALUATIEPROGRAMMA 6.1. Leemten in kennis en informatie 6.2. Aanzet tot een evaluatieprogramma 6.3. Agenda voor vervolg
64 64 64 65
7. GEBRUIKTE LITERATUUR
68
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
laatste bladzijde
69
bijlagen aantal bladzijden I Nota van antwoord op notitie reikwijdte en detailniveau 3 II Ontwikkelingsrichting, aandachtspunten en programma masterplan lijn 11-zone 6 III Beleidskader 8 IV Geluidbelastingkaarten gemeente Den Haag 2007 11 V Onderbouwing van de verkeerscijfers gemeente Den Haag 12
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
1. INLEIDING 1.1. Aanleiding en doel De gemeente Den Haag wil zich ontwikkelen tot een aantrekkelijke stad - met een gevarieerd aanbod aan woon- en werkmilieus, voorzieningen, cultuur en vermaak - voor bewoners, bezoekers, werknemers en bedrijven. Om dit te verwezenlijken zijn in de structuurvisie gebieden aangewezen waarbinnen aan deze doelstelling gewerkt zal worden. Eén van deze gebieden is het gebied rondom de Lijn 11zone in Transvaal en Regentesse Zuid. Voor dit gebied wordt het Masterplan Lijn 11-zone (hierna: masterplan) ontwikkeld. De gemeente Den Haag geeft hiermee invulling aan de, in 2005 vastgestelde, Structuurvisie Den Haag 2020, Wereldstad aan Zee. Voor het masterplan is een zogenoemde milieueffectrapportage voor plannen (plan-m.e.r.1) uitgevoerd. Doel van het plan-m.e.r. is het milieu een volwaardige plaats te geven in de besluitvorming over het masterplan. In het plan-m.e.r. is onderzocht welke milieumaatregelen het meest effectief bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van de Lijn 11-zone. Het milieurapport (plan-MER) levert de milieuonderbouwing voor het masterplan. Deze onderbouwing is vastgelegd in het voorliggende milieurapport. De belangrijkste aanbevelingen uit dit milieurapport zullen worden opgenomen in het Masterplan Lijn 11zone en samengevat in de bijbehorende duurzaamheidparagraaf 1.2.
Procedure plan-m.e.r.
vrijwillige plan-m.e.r. Bij ruimtelijke ontwikkelingen van een zekere omvang is de procedure van de milieueffectrapportage verplicht. De Wet Milieubeheer en het Besluit milieueffectrapportage 1994 maken sinds september 2006 onderscheid in: - plannen en programma’s die kaderstellend zijn toekomstige mer-(beoordelings)plichtige activiteiten (plan-m.e.r.); - mer-(beoordelings)plicht voor projecten (project-m.e.r.). Het Masterplan Lijn 11-zone schept het kader voor toekomstige besluiten (namelijk het vaststellen van bestemmingsplannen voor de deelgebieden van de Lijn 11-zone), maar is geen wettelijk of bestuursrechtelijk voorgeschreven plan. Vanwege dit laatste is er formeel geen sprake van een plan-m.e.r. plicht. De gemeente heeft er toch voor gekozen voor het masterplan de procedure van een plan-m.e.r. te doorlopen, zodat het milieu een volwaardige plaats krijgt in de besluitvorming over het masterplan. Hierdoor is er sprake van een vrijwillige plan-m.e.r. Het masterplan onderzoekt de mogelijkheid van de ontwikkeling van een cultureel Wereldcentrum (hierna: cultureel wereldcentrum) met meer dan 500.000 bezoekers per jaar. Bij deze omvang van het bezoekersaantal is voor het nog op te stellen bestemmingsplan de m.e.r.-plicht aan de orde (Besluit milieu-effectrapportage 1994, onderdeel C, 10.1). Over de exacte invulling van het programma van activiteiten van het cultureel wereldcentrum bestaat nog onzekerheid en daarmee ook over de verwachte omvang van het aantal bezoekers. Het vrijwillige plan-m.e.r. biedt alvast de mogelijkheid om de milieueffecten van een cultureel wereldcentrum met meer dan 500.000 bezoekers per jaar te onderzoeken. Overigens zijn er in het masterplan geen andere activiteiten voorzien die vallen onder de m.e.r.-plicht of m.e.r.-beoordelingsplicht van het Besluit milieu-effectrapportage 1994. procedure plan-m.e.r. Ook voor een vrijwillige plan-m.e.r. geldt op grond van hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer de wettelijke procedurele vereisten. Deze procedurele vereisten zijn in het onderstaande tekstkader samengevat.
1
Met de afkorting MER wordt het milieueffectrapport bedoeld; m.e.r. is de afkorting van milieueffectrapportage als procedure.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
1
1. Openbare kennisgeving (artikel 7.11. sub c Wet milieubeheer). In de openbare kennisgeving wordt het voornemen voor opstellen van een plan-MER gepubliceerd. Tevens wordt in de kennisgeving aangegeven wie in de gelegenheid worden gesteld advies uit te brengen over de inhoud van het plan-MER. 2. Raadplegen betrokken bestuursorganen (artikel 7.11. sub b Wet milieubeheer). Na de publicatie van de openbare kennisgeving wordt in een Notitie reikwijdte en detailniveau de inhoud van het milieurapport afgebakend. Deze notitie wordt toegezonden aan de bestuurlijke instanties die te maken kunnen krijgen met de uitvoering van het plan. Aan deze instanties wordt advies gevraagd over de inhoud van het plan-MER. 3. Opstellen plan-MER, milieurapport (artikel 7.11. sub a Wet milieubeheer). In het milieurapport worden het voornemen en de alternatieven beoordeeld op de milieueffecten. Het milieurapport wordt opgesteld binnen het kader van de vastgestelde reikwijdte en het vastgestelde detailniveau. Het plan-MER vormt een centraal onderdeel van de procedure en dient hierbij als milieu-informatiebron voor het masterplan. 4. Terinzagelegging en inspraak (artikel 7.11. sub a Wet milieubeheer). Het plan-MER en het (voor)ontwerp van het masterplan liggen tegelijkertijd ter inzage. Een ieder kan gedurende een periode van 6 weken schriftelijk of mondeling een reactie op beide documenten geven. 5. Motiveren in het definitieve plan (artikel 7.26. sub d Wet milieubeheer). De gemeente Den Haag zal in het uiteindelijke masterplan motiveren hoe met de uitkomsten van het plan-MER en de inspraakreacties is omgegaan. 6. Bekendmaking en mededeling van het plan (artikel 7.26. sub e Wet milieubeheer). Conform de planprocedure wordt het definitieve masterplan bekend gemaakt. De eerste drie stappen zijn reeds doorlopen, ondersteund door een Notitie Reikwijdte en Detailniveau die door de gemeenteraad van Den Haag is vastgesteld. De gemeenteraad heeft op 10 juli 2008 besloten openbaar kennis te geven van het voornemen om een plan-MER op te stellen voor het Masterplan Lijn 11- zone. De ‘notitie reikwijdte en detailniveau Plan-MER Masterplan lijn 11 zone’ is vrijgegeven voor raadpleging van de betrokken bestuursorganen. Deze raadpleging heeft schriftelijk plaatsgevonden. De geraadpleegde bestuursorganen hebben een reactie gegeven. De binnengekomen reacties zijn tezamen met het antwoord daarop van de gemeente Den Haag, samengevat in een nota van antwoord. De nota van antwoord is als bijlage I bijgevoegd. De Commissie voor de milieueffectrapportage (hierna Cmer) is door de gemeente Den Haag gevraagd om over de notitie reikwijdte en detailniveau te adviseren. De Cmer heeft te kennen gegeven dat zij wegens de omvang van de werkvoorraad tijdelijk geen niet-verplichte adviezen behandelt. 1.3. Leeswijzer De inhoud van het Masterplan Lijn 11-zone en de in dit plan-MER onderscheiden varianten zijn beschreven in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 zijn de huidige milieusituatie en autonome ontwikkeling (referentiesituatie) van het milieu in het plangebied voor de relevante milieuaspecten beschreven. Daarbij is rekening gehouden met vigerende beleidskaders en besluiten. De effectbeoordeling van het masterplan en de onderscheiden varianten, zijn in hoofdstuk 4 toegelicht. In hoofdstuk 5 zijn de effecten van het masterplan en de varianten binnen dit plan vergeleken met de referentiesituatie, dat wil zeggen de situatie die optreedt zonder uitvoering van het masterplan. De conclusies en aanbevelingen uit dit planMER zijn in hoofdstuk 6 samengevat. In dit hoofdstuk zijn ook aanbevelingen gedaan voor de vervolgfase.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
2
2. MASTERPLAN LIJN 11-ZONE 2.1. Inleiding In de Structuurvisie Den Haag 2020, Wereldstad aan Zee, is het gebied rondom de Lijn 11-Zone Transvaal en Regentesse Zuid aangewezen als één van de gebieden die een kwaliteitsimpuls moet krijgen en herontwikkeld zal moeten worden. De Structuurvisie is de ruimtelijke uitwerking van de toekomstplannen van de gemeente Den Haag voor de stad. ‘Wéreldstad aan Zee’ is niet alleen het motto van de Structuurvisie, maar vat ook de ambitie van de gemeente samen voor de komende jaren. De gemeente wil Den Haag nog meer als internationale stad profileren, een stad die de vergelijking met andere Europese VN steden, zoals Brussel en Genève, glansrijk kan doorstaan. Daarnaast wil de gemeente de ligging aan zee nog meer uitbuiten door allerlei voorzieningen aan te bieden die aantrekkelijk zijn voor het toerisme. Om deze ambitie te kunnen waarmaken is binnen de gemeente een aantal kansenzones gedefinieerd met daarin specifieke ontwikkelingsgebieden (zie tevens paragraaf 2.4.). De kansen voor de lijn 11zone zijn in de structuurvisie als volgt geformuleerd: kansen lijn 11-zone ‘Den Haag wil zijn woon- en verblijfskwaliteiten verbeteren; de stad wil de eigen bevolking maximale ontplooiing mogelijkheden voor sociale, culturele en economische ontwikkeling bieden. Daarnaast wil Den Haag stad en regio naar zee brengen, waarvoor goede verbindingen tussen de regio, letterlijk het achterland, en de kust onmisbaar zijn. Deze ambities komen samen in de lijn 11-zone, de centraal tussen de vooroorlogse wijken gelegen tramlijn, die vanaf station Hollands Spoor naar Scheveningen-Dorp loopt. Lijn 11 als Randstadrail vormt een belangrijke schakel tussen de Vliet/A4-zone, het centrum en de kust. Door lijn 11 af te buigen naar de haven, wordt het havengebied ook goed ontsloten. Met het doortrekken van de lijn naar Rotterdam komt bovendien de regio aan zee te liggen: lijn 11 als kustexpress en als verbinding met Rotterdam/The Hague Airport. Dit geeft een nieuwe impuls aan de herstructureringsgebieden langs de lijn, zoals Laakhavens-West, de omgeving van station Moerwijk, de wijk Transvaal en de randen van de Schilderswijk, het bedrijventerrein Monstersestraat, de omgeving van Houtrust en tenslotte de Scheveningse haven. Voor een regionale lijn is een frequente, snelle dienstregeling van groot belang.’ Voor het ontwikkelingsgebied langs Lijn 11 in Transvaal staat het thema de wereld in de wijk centraal. In de structuurvisie zijn de mogelijkheden voor dit gebied als volgt geformuleerd: de wereld in de wijk ‘Het gebied biedt kansen voor ontwikkelingen die vooral het multiculturele karakter kunnen versterken. Door de opwaardering van lijn 11 tot Randstadrail en een substantiële verbetering van de openbare ruimte rond lijn 11 kan de achterkant van het centrum transformeren naar een bijzonder gebied met een sterk eigen beeld, veel bijzondere voorzieningen en ontwikkelingsruimte voor de kleurrijke multiculturele stad.’ ‘Het bedrijventerrein aan de Uitenhagestraat wordt getransformeerd tot een gemengd woon- en werkgebied. Hier liggen mogelijkheden voor het uitbouwen van het multiculturele karakter van dit deel van de stad, met de Haagse Markt als toeristische attractie en aansluitend op de markt veelkleurige winkelstraten. Door toevoeging van woningen en voorzieningen krijgt de stedelijkheid een impuls. Zo biedt de herontwikkeling van de omgeving van lijn 11 rond de Haagse Markt in Transvaal, de kans om een stevige impuls te geven aan de centrumkwaliteiten van dit gebied en aan de vernieuwing van de negentiende-eeuwse wijken.’
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
3
doelstelling Masterplan In de Lijn 11-zone komen verschillende ambities van de gemeente Den Haag samen: - verbetering van de woon- en verblijfskwaliteiten in Den Haag; - maximale ontplooiingsmogelijkheden voor de sociale, culturele en economische ontwikkeling van de Haagse bevolking; - bevordering van het toerisme; - versterking van de positie van Den Haag als centrumstad; - verbetering van de bereikbaarheid van de gehele stad. Het Masterplan voor de Lijn 11-zone Transvaal en Regentesse Zuid heeft dan ook als centrale doelstelling: ‘De ontwikkeling van een hoogwaardig (multi)cultureel centrumstedelijk woon-, werk- en verblijfsmilieu’ en verbindingslijn tussen de omliggende wijken. 2.2. Plangebied Lijn 11-zone Het plangebied is het gebied rondom de Lijn 11 zone Transvaal en Regentesse Zuid, zoals deze is vastgelegd in de Structuurvisie Den Haag 2020 en Uitgangspuntennota Lijn 11 zone Transvaal en Regentesse Zuid. Het plangebied is een binnenstedelijk gebied en is voor een deel gesitueerd in het stadsdeel Centrum (westelijk deel) en voor een deel in het stadsdeel Segbroek (zuidoostelijk deel) van Den Haag. Afbeelding 2.1.A toont globaal de ligging van het plangebied in Den Haag. Afbeelding 2.1.B zoomt in op het plangebied. Het plangebied heeft een omvang van circa 70 hectare. Het plangebied ligt tegen de binnenstad aan en omvat delen van de wijken Transvaal, Schilderswijk en Regentesse Zuid. Het plangebied wordt begrensd door de Regentesselaan, Newtonstraat, Chasséstraat, Koningin Emmakade, Noordwestbuitensingel, Loosduinseweg, Monstersestraat, De Heemstraat, Kempstraat, Schalk Burgerstraat, Paul Krugerlaan, Steijnlaan en De La Reyweg.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
4
afbeelding 2.1.A. Globale ligging lijn 11-zone in de gemeente Den Haag
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
5
afbeelding 2.1.B. Plangebied rond het Lijn 11 tracé in Transvaal en Regentesse Zuid
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
6
2.3. Basisalternatief Door de gemeente Den Haag is, in oktober 2007, de nota van uitgangspunten voor de herontwikkeling van het gebied rondom de Lijn 11 zone in Transvaal en Regentesse Zuid vastgesteld. Deze nota bevat een nadere uitwerking van specifieke deelprojecten binnen het ontwikkelingsgebied. De deelprojecten vormen de inhoud van het masterplan en voorzien samen in: - (her)ontwikkeling van circa 1.800 - 2.300 woningen (netto 1.000 - 1.400 woningen); - maatschappelijke voorzieningen 5.000 m2; - herontwikkeling van circa 50.000 m2 bedrijfsruimten (netto circa 30.000 m2); - creatieve en culturele ruimte 15.000 m2; - multiculturele voorzieningen circa 15.000 m2 - 25.000 m2; - herinrichting van de Haagse markt; - ondergrondse en gebouwde parkeervoorzieningen; - verbetering (rail)infrastructuur; - herinrichting openbare ruimte; - oplossen van geluidknelpunten; - versterken van de groenstructuur. In het masterplan wordt een zestal deelgebieden onderscheiden. In tabel 2.1 is het programma in de zin van woningbouw, bedrijven en voorzieningen binnen deze zes deelgebieden samengevat. tabel 2.1. Programma masterplan Lijn 11-zone deel-
omschrijving
ontwikkeling
gebied
1
2 3
grootstedelijke uitstraling Hobbemaplein
tropisch avontuur op de Haagse markt multicultureel vrijetijdscomplex
4
dynamisch ondernemen rond de Uitenhagestraat
5
klassiek wonen in Transvaal Noord
6
creatief werken en wonen rond de energiecentrale
7
groenstedelijk wonen rond Park De Verademing
aantal woningen / aantal m2 netto
bruto
wonen
-
-
bedrijven
-
-
voorzieningen
-
-
150 3.000 - 5.000 0 0 10.000 - 20.000 150 11.500 15.000 200 0 0 800 - 900 8.000 10.000 - 15.000 300 - 400 0 5.000
200 5.000 - 7.000 0 0 15.000 - 25.000 150 40.000 15.000 800 - 1.000 0 0 800 - 900 8.000 10.000 - 15.000 300 - 400 10.000 5.000
wonen bedrijven / voorzieningen wonen bedrijven voorzieningen wonen bedrijven voorzieningen wonen bedrijven voorzieningen wonen bedrijven voorzieningen wonen bedrijven voorzieningen
In onderstaande afbeeldingen zijn globaal de locaties weergegeven van de (her)ontwikkeling van woningen, bedrijfsruimten en (culturele) voorzieningen binnen het plangebied. In bijlage II is voor elk deelgebied van het masterplan de ontwikkelingsrichting, de aandachtspunten en het programma samengevat.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
7
300 - 400 woningen (nieuw) 8
200 woningen (nieuw) 800 woningen (vervanging)
* De torens bestaan momenteel uit circa 4 lagen met 50 woningen dit worden er in de toekomst 200
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
50 woningen (vervanging)
500 - 600 woningen (nieuw) 40 woningen (vervanging)
150 woningen (nieuw)
200 woningen (nieuw) 50 woningen (vervanging)*
scholen circa 5.000 m2 (2 a 3 lagen)
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
6000 m2 bedrijven
BG: 2000 m2 bedrijven
BG: 2000 m2 bedrijven
cultureel Wereldcentrum
9
Uitenhagestraat 10.000 m2 bedrijven
netto 3.000 – 5.000 m2 marktkramen in gebouwde voorzieningen
2.4. Varianten In dit plan-MER zijn geen integrale alternatieven onderscheiden voor het Masterplan lijn 11 zone, maar zijn voor onderdelen van het masterplan varianten uitgewerkt. De planontwikkeling voor de lijn 11 zone is al in een vergevorderd stadium en op onderdelen van het plan, zoals verkeer, zijn al diverse alternatieven afgewogen en heeft een nadere keuze plaatsgevonden. Op twee onderdelen van het masterplan bestaat behoefte aan een nadere verkenning en uitwerking van varianten. In het onderhavige planMER zijn de volgende varianten uitgewerkt en beoordeeld op hun milieugevolgen: - variant I: cultureel Wereldcentrum; - variant II: energievarianten. cultureel Wereldcentrum In het masterplan krijgt de ontwikkeling van een cultureel Wereldcentrum een belangrijke plek. In het cultureel Wereldcentrum zullen onder andere worden ondergebracht een hotel, grand café, restaurants en ruimtes voor congressen, Hindoestaanse feesten, het jaarlijkse Bollywoodfestival, theatervoorstellingen en workshops. In het Wereldcentrum moeten eet- en drinkgelegenheden komen en ook overnachtingsfaciliteiten zijn een goede invulling om mensen vast te houden in de wijk. Een budgethotel zal zowel voor artiesten als voor de vaak internationale familiekring van de buurtbewoners een functie kunnen krijgen. De locatie van het cultureel Wereldcentrum is ten noorden van de Haagse Markt aan de Monstersestraat. De locatie binnen het plangebied is weergegeven in afbeelding 2.2. Over het concrete programma van activiteiten van het cultureel Wereldcentrum bestaat nog onzekerheid. Het programma van activiteiten kan primair gericht zijn op doelgroepen binnen de gemeente of overwegend op een programma van activiteiten met een regionale tot zelfs nationale of internationale uitstraling en werving. In het eerste geval zijn de bezoekersaantallen van een geringere omvang dan bij een programma dat mikt op het aantrekken van bezoekers uit de wijde omgeving. De bezoekersintensiteit van het Wereldcentrum heeft gevolgen voor de geluids- en luchtkwaliteit in het plangebied en de directe omgeving ervan. Van belang is om in deze fase van de planontwikkeling inzicht te hebben in de mate waarin de bezoekersintensiteit gevolgen heeft voor de leefbaarheid, zodat daar in de verdere planuitwerking (bestemmingsplan) op kan worden geanticipeerd. Bijvoorbeeld door het treffen van extra maatregelen die eventuele negatieve effecten voor de leefomgeving kunnen voorkomen. Om die reden zijn voor het Wereldcentrum twee varianten uitgewerkt. In het basisalternatief van het masterplan wordt uitgegaan van een centrum bestemd voor maximaal 250.000 bezoekers per jaar (bruto vloeroppervlakte van circa 15.000 m2). Daarnaast zijn de volgende twee varianten onderscheiden: - een wereldcentrum bestemd voor maximaal 500.000 bezoekers per jaar (bruto vloeroppervlakte van circa 25.000 m2); - een wereldcentrum bestemd voor maximaal 850.000 bezoekers per jaar (bruto vloeroppervlakte 25.000 m2).
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
10
afbeelding 2.2. Locatie cultureel Wereldcentrum
cultureel Wereldcentrum Haagse markt
energievarianten Gelet op de ambitie van de gemeente op het thema klimaat, bestaat er de wens om te onderzoeken welke optimalisaties mogelijk zijn van de energie-infrastructuur. Binnen het plangebied bevindt zich de EON centrale. Deze centrale produceert warmte van een hoge temperatuur (stadsverwarming) en elektriciteit. Er zijn mogelijkheden om restwarmte van een lagere temperatuur te benutten voor ruimteverwarming binnen het plangebied, waardoor optimaler gebruik kan worden gemaakt van het energiepotentieel van de centrale. Daarnaast zijn er andere opties om te voorzien in de behoefte aan ruimteverwarming en elektriciteit, bijvoorbeeld het toepassen van innovatieve energie-installaties op woningniveau (miniwarmtekracht) of warmte/koude-opslag voor de onderdelen van het plan waarin is voorzien in grootschalige sloop en nieuwbouw.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
11
In het plan-MER zijn de volgende energievarianten onderzocht: - hergebruik restwarmte EON centrale (lage temperatuurverwarming); - energieopties op woningniveau; - koude- en warmteopslag op bouwblokniveau; - benutten van aardwarmte (GEO thermie). afweging overige varianten Naast de bovengenoemde varianten zijn ook andere varianten voor het plan-MER in overweging genomen, namelijk: - ontwikkeling Haagse Markt; - tunnel Loosduinse Kade; - verdichting woningen in (delen) van het plangebied; - thema verkeer. Deze varianten zijn niet verder uitgewerkt in het plan-MER. De ontwikkeling van de Haagse Markt heeft voornamelijk betrekking op een kwaliteitsimpuls van de openbare ruimte teneinde op de lange termijn als activiteitenplaats voldoende aantrekkelijk te blijven. Door deze kwaliteitsimpuls zal op de lange termijn het bezoekersaantal van de markt naar verwachting toenemen. Hiermee is, volgens opgave van de gemeente Den Haag, rekening gehouden in het Haags verkeersmodel en in de toekomstige ontwikkeling van de verkeersintensiteit. De aanleg van een tunnel onder de Loosduinsekade leidt plaatselijk tot positieve milieueffecten. Dit rechtvaardigt in principe het opnemen van een dergelijke variant in het plan-MER. De uitvoering van deze variant in het kader van het Masterplan is echter niet reëel vanwege de hoge realisatiekosten. Een verdere verdichting van het aantal woningen in delen van het plangebied is mogelijk tot maximaal 20 %. Dit betekent omgerekend een toename van circa 200 extra woningen. De milieugevolgen van deze toename op de schaal van het masterplan wordt niet als voldoende onderscheidend beschouwd. Het is dan ook niet zinvol deze variant in het plan-MER op te nemen. Voor het thema verkeer geldt dat er binnen het plangebied geen mogelijkheden zijn voor grote infrastructurele aanpassingen. De hoofdwegen in het plangebied zijn grote infrastructurele assen die niet binnen de kaders van het plangebied verlegd kunnen worden. Zowel de Monstersestraat als de Loosduinsekade en Loosduinseweg zijn voorbeelden van stedelijke hoofdwegen waarvan de aanpassingen verstrekkende gevolgen zouden hebben voor de infrastructuur buiten het plangebied en de bebouwde omgeving binnen het plangebied. Voor wat betreft de wijkontsluitingswegen geldt dat in het Verkeersplan (verkeersbeleid tot 2010) van de gemeente Den Haag een aantal stadsleefgebieden is gedefinieerd die worden ontsloten door de stedelijke hoofdwegen. Voor de stadsleefgebieden geldt het uitgangspunt deze zoveel mogelijk worden ingericht als woonerf en 30 km-zone met het doel het doorgaand verkeer uit de stadsleefgebieden te weren. Dit beleid is reeds ingezet en doorgevoerd binnen het plangebied. De verkeerskundige herinrichting van het Hobbemaplein is wel een onderdeel van het masterplan. Deze herinrichting zal bijdragen tot een goede en veilige afwikkeling van het autoverkeer, tramverkeer en langzaam verkeer en afname van de barrièrewerking. Op grond van bovengenoemde overwegingen zijn in dit plan-MER geen alternatieven en varianten uitgewerkt voor het thema verkeer.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
12
3. HUIDIGE SITUATIE EN AUTONOME ONTWIKKELING (REFERENTIESITUATIE) 3.1. Inleiding Belangrijk vertrekpunt voor de milieubeoordeling van de beoogde ruimtelijke ontwikkelingen van het masterplan, is de huidige milieusituatie en de verwachte autonome ontwikkeling van het milieu in (de omgeving van) het plangebied. Onder de autonome ontwikkeling van het milieu wordt verstaan de toekomstige milieusituatie in (de omgeving van) het plangebied als gevolg van bestaand beleid en reeds genomen besluiten over ruimtelijke ontwikkelingen, met uitzondering van het masterplan. De autonome ontwikkeling van het milieu is dus de milieusituatie die in de nabije toekomst zal optreden zonder uitvoering van het masterplan. Een goed voorbeeld is de toename van het autoverkeer. Ook zonder realisering van het programma van nieuwe woningen, bedrijven en voorzieningen van het masterplan neemt het autoverkeer jaarlijks toe met 1 à 2 %. Deze toename is onder andere het gevolg van voorzienbare ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van het plangebied. De voorzienbare ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van het plangebied zijn dus ook onderdeel van de autonome ontwikkeling, zoals de plannen voor de kansenzones en ontwikkelingsgebieden in de Structuurvisie Den Haag 2020. In dit plan-MER is uitgegaan van de verkeersprognoses die de gemeente Den Haag heeft gehanteerd voor de Structuurvisie. Daarbij is het jaar 2020 gehanteerd als referentiejaar voor de autonome ontwikkeling. In de volgende paragrafen zijn de huidige situatie en autonome ontwikkeling per milieuthema in beeld gebracht. Hierbij is rekening gehouden met het reeds vastgestelde (inter)nationaal, provinciaal en gemeentelijk beleid. Een overzicht van dit beleidskader is weergegeven in bijlage III. 3.2.
Bodem en water
3.2.1. Huidige milieusituatie bodem De bodem in het plangebied bestaat voor het overgrote deel uit zand, af en toe afgewisseld met een veenlaag. Uit de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Den Haag blijkt dat de grond (0-2,0 mmaaiveld) in het plangebied gemiddeld matig verontreinigd is met lood, zink en PAK (teerachtige stoffen) en licht verontreinigt met cadmium, koper en kwik. Het gebied kan derhalve geheel als verdacht worden aangemerkt. Ter plaatse van het park De Verademing was in het verleden een gasfabriek en vuil op- en overslag en een vuilverbranding gevestigd. Dit heeft geleid tot verontreiniging van het terrein. Deze verontreiniging is rond 2000 gesaneerd volgens het principe van Isoleren, Beheersen en Controleren (IBC). De verontreiniging is ingepakt en nog op de locatie aanwezig. Dit stelt beperkingen aan het gebruik van de locatie. geohydrologie Het Haagse grondwatersysteem is complex. In het duingebied zakt regenwater meteen in de bodem en zorgt daar voor een snelle stijging van het grondwater. In het stedelijk gebied wordt het water afgevoerd naar sloten en de riolering, waardoor de grondwaterstand minder snel stijgt. Het stedelijk gebied Den Haag is ingedeeld in verschillende gebiedstypen met elk hun eigen watergerelateerde kenmerken. Deze gebiedstypen zijn weergegeven in afbeelding 3.1.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
13
afbeelding 3.1. Grondwatersysteem van Den Haag [Bron: www.denhaag.nl]
studiegebied
In afbeelding 3.1 is te zien dat het plangebied in het Boezemgebied valt. Dit is het gebied met de Haagse grachten, sloten en vaarten waarvoor het Delflandse boezempeil geldt. De bodem van dit boezemgebied bestaat uit zand met lokaal enkele veenlagen. Het maaiveld van het boezemgebied ligt tussen circa 2,0 en 0,5 meter boven NAP. In het gehele boezemgebied vindt wegzijging plaats. De grondwaterstand in boezemgebied ligt tussen 0,4 meter onder NAP en 0,8 meter boven NAP. De grondwaterstand kan in het boezemgebied flink fluctueren (maximaal 1,2 meter), maar naarmate de afstand tot de duinen afneemt, wordt de fluctuatie minder. Daarnaast is ook de afstand tot het oppervlaktewater van belang. Nabij de Haagse grachten zijn er nauwelijks fluctuaties in het waterpeil en is de grondwaterstand stabiel ten opzicht van het boezempeil (-0,45 meter onder NAP). oppervlaktewater In de directe omgeving van het plangebied ligt, langs de Zoutkeetsingel, het Verversingskanaal. In het plangebied wordt het Delflandse boezempeil gehanteerd van -0,45 m. +NAP. De Delflandse boezem wordt gevormd door een stelsel hoofdwatergangen waar al het lager gelegen poldergebied met behulp van gemalen op afwatert. Deze watergangen worden gevoed door het water dat afkomstig is uit het (agrarische) achterland. De waterkwaliteit in het boezemgebied en de kwaliteitsontwikkeling van het boezemwater wordt in belangrijke mate bepaald door invloeden van buiten de gemeente Den Haag. Er is zogezegd sprake van een bepaalde achtergrondwaarde die met name wordt bepaald door de aanvoer van verontreinigingen
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
14
en nutriënten van buiten de gemeente (het achterland). De kwaliteit van het water in het Verversingskanaal wordt door de gemeente Den Haag gekwalificeerd als matig. Een deel van het regenwater dat in boezemgebied valt zakt niet in de bodem, maar wordt via de riolering afgevoerd naar de waterzuivering of de gracht. Het overtollige oppervlaktewater wordt via het afvoergemaal Houtrust, één van de grotere gemalen in het gebied, naar de zee gepompt. riolering In het gebied ligt op dit moment een gemengd stelsel. In het huidige rioolstelsel komen overstorts voor. Waterhinder ten gevolge van deze overstorts komt slechts in beperkte mate voor. 3.2.2. Autonome ontwikkeling bodem Voor de autonome ontwikkeling zijn geen grondwerkzaamheden voorzien. De kwaliteit van de bodem zal bij de autonome ontwikkeling niet verschillen van de huidige situatie in het gebied, als ervan uit wordt gegaan dat de emissie (oliën) van de toekomstige Randstadrail hetzelfde is als de emissie van de huidige tramlijn 11. water Op het gebied van de riolering, de waterkwaliteit van het oppervlakte water en het effect van de verandering van het klimaat is sprake van diverse ontwikkelingen. De gemeente Den Haag is momenteel bezig met de ontwikkeling van een nieuw waterplan (planperiode 2010 - 2015). In 2009 wordt door de gemeente een nieuw gemeentelijk rioleringsplan (planperiode 2011 - 2015) opgesteld. Daarnaast wordt door Rijkswaterstaat de komende jaren veel intensiever de kwaliteit van de Noordzee gemeten tijdens en na een riooloverstort. Hetgeen uiteraard ook informatie zal verschaffen over de kwaliteit van het water in het Verversingskanaal. Met voornoemde ontwikkeling kan in deze studie geen rekening gehouden worden. Voor de autonome ontwikkeling geldt dan ook dat er geen veranderingen ten aanzien van het grondwater worden verwacht. De waterberging in de vorm van oppervlaktewater zijn in de huidige en autonome situaties gelijk. Er wordt vanuit gegaan dat de emissie van de toekomstige Randstadrail hetzelfde is als de emissie van de huidige tramlijn 11. Op basis van dat uitgangspunt zal de waterkwaliteit niet veranderen.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
15
3.3.
Archeologie en cultuurhistorie
3.3.1. Huidige situatie Afbeelding 3.2A toont het plangebied en afbeelding 3.2B laat zien welke locaties binnen het plangebied van belang zijn voor de aspecten archeologie, monumenten en beschermd stadsgezicht. afbeelding 3.2A. Plangebied
afbeelding 3.2B. Uitsnede IKAW/AMK
Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden en Archeologische Monumentenkaart Afbeelding 3.2B is een uitsnede uit de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) en de Archeologische Monumentenkaart (AMK). Uit deze afbeelding blijkt dat er in het plangebied plekken zijn met een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde. Het gaat om gebieden met de volgende kleuraanduidingen: - lichtroze; ⋅ gebied met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde; - zalmroze; ⋅ gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde. Direct ten oosten van het plangebied is bovendien sprake van een gebied met een oranje kleuraanduiding. Het betreft hier een niet beschermd archeologisch monument met het toponiem Den Haag Stadskern. Het terrein, waartoe dit monument behoort, heeft een hoge archeologische verwachtingswaarde. Hoewel dit gebied net buiten de grenzen van het plangebied ligt, is het mogelijk dat het direct aangrenzende deel van het plangebied plaatselijk ook een hogere verwachtingswaarde heeft. cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Zuid Holland De cultuurhistorische atlas van de provincie Zuid-Holland is opgesteld op basis van het provinciaal erfgoedbeleid, zoals opgenomen in het Streekplan. Deze atlas beschrijft de cultuurhistorische waarden in woord en beeld. De Handreiking Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland, behorende bij de kaart, bevat de richtinggevende visie waarin de provincie uiteenzet hoe objecten en structuren uit het
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
16
verleden een plaats krijgen in toekomstige ontwikkelingen. Afbeelding 3.3 toont een uitsnede uit de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Zuid Holland. Het plangebied is met de blauwe lijn weergegeven. afbeelding 3.3 Uitsnede uit de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Zuid Holland
Uit afbeelding 3.3 blijkt dat de volgende kleuraanduidingen relevant zijn voor het plangebied: - rood omlijnd gebied met oranje inkleuring; ⋅ het betreft hier het beschermd stadsgezicht Regentessewijk. De oranje kleur duidt op een gebied met een kern/nederzetting met een zeer hoge cultuurhistorische waarde; - donkerbruin; ⋅ gebied met een zeer grote kans op archeologische sporen. Het betreft hier een oude strandwal die vaak een hoge archeologische potentie heeft vanwege het vroegere gebruik als woonlocatie; - lichtbruin; ⋅ gebied met een redelijke tot grote kans op archeologische sporen; - gele/oranje lijnaanduidingen; ⋅ historisch-landschappelijke lijnelementen met een redelijk hoge tot hoge cultuurhistorische waarde. onderzoeken afdeling Archeologie gemeente Den Haag In het plangebied zijn door de afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag in het recente verleden enkele archeologische onderzoeken uitgevoerd. Afbeelding 3.4 geeft de onderzochte locaties weer.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
17
afbeelding 3.4. Onderzochte locaties door de afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag blauw omlijnd: onderzoeksgebied ‘Transvaal plus’ groen omlijnd: onderzoeksgebied ‘Esperantostraat’ geel omlijnd: onderzoeksgebied ‘De Constant Rebecquestraat’
Uit de onderzoeken van de afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag blijkt dat de strandwal, die op afbeelding 3.3 met de donkerbruine kleur staat weergegeven, in het verleden is verstoord. Hierdoor zijn de archeologische sporen, die samenhangen met pre- en vroeghistorische bewoning in het onderzoeksgebied ‘Transvaal Plus’ (blauw omlijnd), naar alle waarschijnlijkheid compleet verdwenen. Op twee locaties binnen dit onderzoeksgebied verwacht de afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag mogelijk nog overblijfselen van vroegere bewoning. Het betreft de locaties Gaslaan 125 en Zusterstraat 168. De gemeente adviseert voor deze twee locaties inventariserend veldonderzoek uit te voeren. Ten aanzien van de onderzoeksgebieden Esperantostraat en De Constant Rebecquestraat concludeert de gemeente dat de verstoring van de strandwal ertoe heeft geleid dat eventuele archeologische resten naar alle waarschijnlijkheid verdwenen zijn. Aanvullend onderzoek is voor deze locaties dan ook niet nodig. Het plangebied is aangeduid als gebied met een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde. Op twee van de door de gemeente Den Haag onderzochte locaties is er in het verleden sprake geweest van bodemverstoring waardoor de archeologische waarden ter plaatse naar alle waarschijnlijkheid verdwenen zijn. Uit de monumentenlijst van de gemeente Den Haag d.d. 4 juni 2007 blijkt dat er in het plangebied geen gemeentelijke monumenten dan wel rijksmonumenten aanwezig zijn. De energiecentrale van EON aan De Constant Rebecquestraat kan worden aangeduid als industrieel erfgoed en wordt ook als zodanig in het masterplan Lijn 11-zone omschreven. Het noordelijk deel van het plangebied maakt onderdeel uit van de Regentessewijk. Deze wijk is aangemerkt als beschermd stadsgezicht. Op afbeelding 3.5 is de begrenzing van het beschermd stadsgezicht aangeduid.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
18
3.3.2. Autonome ontwikkeling De autonome ontwikkeling leidt niet tot aantasting van archeologische waarden, monumenten, industrieel erfgoed of een beschermd stadsgezicht. Het gebied waarin de beoogde ontwikkelingen plaatsvinden kent geen beschermde waarden. 3.4.
Natuur en groen
3.4.1. Huidige milieusituatie beschermde gebieden Het dichtstbijzijnde beschermde gebied ligt op ongeveer 1 kilometer afstand en betreft de Haagse Beek, een ecologische verbindingszone van de provinciale EHS. Het tussenliggende gebied bestaat uit intensief bebouwd en gebruikt stedelijk gebied. afbeelding 3.5. Stedelijke groenstructuur van de gemeente Den Haag. Plangebied rood omrand
groenstructuur De groene ader van het Lijn 11-tracé en park De Verademing zijn onderdeel van de groene hoofdstructuur van Den Haag. Deze groene hoofdstructuur is nog niet overal volgens het wensbeeld gerealiseerd. Dit geldt ook voor het plangebied. In het stenige gebied rond de Lijn 11-zone zijn de waterlopen met bijbehorende bomenrijen de enige ecologische structuren. Dit deel van de Haagse groenstructuur
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
19
komt niet in aanmerking voor een status als beschermd gebied, vanwege zijn weinig specifieke ecologische waarde. beschermde soorten Het plangebied is vrijwel geheel verhard. Het aanwezige groen in het plangebied heeft geen specifieke ecologische waarde, aangezien hier voornamelijk algemeen voorkomende flora- en fauna leven2. In het plangebied zijn de groengebieden en tuinen klein en geïsoleerd. Ter plaatse komen voornamelijk algemeen voorkomende soorten grondgebonden zoogdieren voor, zoals de egel, de mol en diverse soorten (spits)muizen. Dergelijke soorten zijn beschermd in categorie 1 van de Flora- en faunawet. De gebouwen bieden mogelijk verblijfplaatsen aan algemene soorten vleermuizen, zoals laatvlieger en gewone dwergvleermuis. De watergang in het plangebied heeft grotendeels verharde kades en is derhalve ongeschikt voor amfibieën. In het plangebied is geen ander oppervlaktewater aanwezig. Amfibieën komen naar verwachting niet voor binnen het plangebied. De bomen en gebouwen in het plangebied zijn geschikt voor diverse soorten vogels. Het gaat echter uitsluitend om zeer algemene soorten die kenmerkend zijn voor het stedelijk gebied. In en om gebouwen leven bijvoorbeeld de huismus, koolmees, merel, houtduif, zwarte roodstaart, kauw, spreeuw en halsbandparkiet. Deze vogelsoorten zijn weinig verstoringgevoelig en gedijen goed in stedelijke gebieden en bij menselijke aanwezigheid. 3.4.2. Autonome ontwikkeling Het Haagse ecologische beleid voor doorgaande waterlopen, zoals het Afvoerkanaal, is gericht op het verbeteren van de natuurwaarden en het beschermen van muurvegetaties. De belangrijkste uitgangspunten voor het functioneren als ecologische verbinding zijn de volgende: - bomen als lijnvormige begroeiing langs oevers; - kademuren geschikt houden/maken voor muurplanten; - zorgen voor in- en uitstapplaatsen voor watervogels; - waar mogelijk aanleggen van plas/dras zones. Voor de verbindingszones uit de Stedelijke Ecologische Hoofdstructuur is een breedte van tenminste 20 meter nodig om aan de doelstelling te voldoen. De zone-opbouw in dwarsprofiel omvat struweel met boomgroepen en 2-zijdig een zoom van 2 meter aan minimaal één zijde overgaande in een plas-dras berm met open water en plaatselijk een grasberm. In de autonome situatie treedt geen verbetering van de huidige ecologische kwaliteit in het plangebied. Wel is de gemeente Den Haag voornemens om de huidige stedelijke groenstructuur te versterken volgens de hierboven genoemde uitgangspunten, maar dit leidt niet tot een bewezen verbetering van de kwaliteit van de aanwezige natuurlijke waarden. 3.5.
Geluid
3.5.1. Huidige milieusituatie weg- en railverkeer en bedrijven In het kader van de Europese richtlijn omgevingslawaai heeft de gemeente Den Haag in 2007 geluidbelastingkaarten opgesteld die het geluidsniveau van wegverkeer, spoorwegen en industrie in beeld brengt. In bijlage IV zijn de geluidbelastingkaarten bijgevoegd. Deze kaarten geven een goed beeld van de huidige geluidssituatie binnen de gemeente en het plangebied. 2
Aldus telgegevens die afkomstig zijn van het Natuurloket (www.natuurloket.nl; geraadpleegd op: 25 september 2008).
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
20
Op grond van deze kaarten is het concept Actieplan geluid3 opgesteld. Het actieplan geluid is in eerste instantie gericht op het oplossen van bestaande geluidknelpunten. Voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen (bestemmingsplannen, bouwplannen, aanleg en reconstructie van wegen) is de Wet geluidshinder van toepassing. Dit neemt overigens niet weg dat het actieplan ook een relatie heeft met nieuwe (ruimtelijke ontwikkelingen), omdat deze kansen kunnen bieden om bestaande geluidknelpunten aan te pakken en nieuwe geluidknelpunten te voorkomen. In het actieplan is hiertoe het volgende opgenomen: ‘In nieuwe ruimtelijke plannen wordt expliciet en onderbouwd aandacht besteed aan het voorkomen van nieuwe geluidknelpunten’. In het (concept) Actieplan geluid van de gemeente Den Haag zijn binnen het plangebied zes prioritaire knelpunten gedefinieerd. Het betreffen clusters van woningen waar de plandrempel van 68 dB wordt overschreden. De woningen liggen aan de volgende wegen: - Heemstraat (tussen Hoefkade en Terwestenstraat) - 20 woningen, 52 ernstig gehinderden; - Loosduinsekade (tussen Gaslaan en Apeldoornselaan) - 32 woningen, 86 ernstig gehinderden; - Noordwest buitensingel - 20 woningen, 25 ernstig gehinderden; - Regentesselaan (tussen Teylerstraat en Loosduinseweg) - 12 woningen, 80 ernstig gehinderden; - Steijnlaan - 12 woningen, 65 ernstig gehinderden; - Teijlerstraat - 17 woningen en 13 ernstig gehinderden. Binnen het plangebied is het kleinschalig, binnenstedelijke bedrijventerrein Uitenhagestraat gesitueerd. De maximale toegestane milieucategorie op het bedrijventerrein bedraagt categorie 3. horeca- en evenementen Binnen het plangebied is geen specifiek gebied aan te wijzen met horeca en evenementen. De horeca gelegenheden zijn versnipperd over het plangebied te vinden. Over geluidsklachten vanwege de horeca en evenementen in het plangebied is vooralsnog niets bekend. Het huidige horecabeleid van de gemeente Den Haag is om geen nieuwe nachtvergunningen te verlenen in het plangebied. Vanuit het evenementenbeleid geldt dat binnen het plangebied geen aangewezen locaties voor evenementen bevat. 3.5.2. Autonome ontwikkeling weg- en railverkeer en bedrijven De maatregelen die voortvloeien uit het Actieplan geluid en gericht zijn op het verbeteren van de geluidskwaliteit in het plangebied, worden in dit plan-MER gezien als onderdeel van de autonome ontwikkeling. Hiervoor is gekozen omdat het Actieplan kan worden gezien als vigerend beleid dat direct zijn doorwerking heeft in het masterplan. Uiteraard dienen deze maatregelen vanuit dat oogpunt onderdeel uit te maken van het masterplan. In het Actieplan is een beschrijving gegeven van de knelpuntsituaties en de oplossingsrichting. De uiteindelijke oplossingen dienen uiteraard in de geest van het Actieplan via de uitwerking van het masterplan gerealiseerd te worden. Duidelijk moge zijn dat dimensionering van de maatregelen heeft plaatsgevonden aan de hand van de geluidbelastingkaarten 2007, die de situatie (voor bijvoorbeeld verkeer) van het jaar 2006 beschrijven. Het gaat om de volgende maatregelen: - De Heemstraat (tussen Hoefkade en Terwestenstraat); ⋅ weg- en tramverkeer zijn veroorzakers van de geluidsoverlast. De verkeersintensiteit bedraagt ruim 10.000 motorvoertuigen per etmaal en resulteert in een maximale geluidbelasting van 70 dB. Door aanleg van stil asfalt wordt een geluidsreductie bereikt van 2 tot 4 dB. De verbetering in de doorstroming van het Hobbemaplein zal, vanwege de afname van congestie ter hoogte 3
Het Actieplan wordt na een inzage termijn, naar verwachting in het eerste kwartaal van 2009 door Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Het plan-MER is dan ook opgesteld met in achtneming van het Actieplan.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
21
-
-
-
-
-
van dit knelpunt, eveneens een positief effect hebben op de geluidbelasting vanwege het wegverkeer; Loosduinsekade (tussen Gaslaan en Apeldoornselaan); ⋅ de geluidshinder wordt veroorzaakt door wegverkeer. De verkeersintensiteit bedraagt circa 30.000 motorvoertuigen per etmaal. De maximale geluidbelasting bedraagt 72 dB. Door gevelisolatie van de geluidbelaste woningen wordt een aanvaardbaar binnenniveau voor geluid gecreëerd; Noordwest buitensingel; ⋅ de geluidsbronnen zijn weg- en tramverkeer. De verkeersintensiteit bedraagt circa 30.000 motorvoertuigen per etmaal. De maximale geluidbelasting bedraagt 69 dB. Door gevelisolatie van de geluidbelaste woningen wordt een leefbaar binnenniveau voor geluid gecreëerd; Regentesselaan (tussen Teylerstraat en Loosduinseweg); ⋅ de geluidsbronnen zijn weg- en tramverkeer. De verkeersintensiteit bedraagt ruim 9.000 motorvoertuigen per etmaal en de maximale geluidbelasting 72 dB. Het knelpunt wordt veroorzaakt door het smalle wegprofiel, waardoor de woningen dicht op de weg staan. Door gevelisolatie van geluidbelaste woningen wordt een aanvaardbaar binnenniveau voor geluid gecreëerd; Steijnlaan; ⋅ de geluidsbronnen zijn weg- en tramverkeer. De verkeersintensiteit bedraagt circa 8.000 motorvoertuigen per etmaal en de maximale geluidbelasting 72 dB. Het knelpunt wordt veroorzaakt door een smal wegprofiel. Door gevelisolatie van de geluidbelaste woningen wordt een leefbaar binnenklimaat voor geluid gecreëerd; Teylerstraat; ⋅ de geluidsbronnen zijn weg- en tramverkeer. De verkeersintensiteit bedraagt circa 4.500 motorvoertuigen per etmaal en de maximale geluidbelasting 72 dB. Het knelpunt wordt veroorzaakt door een smal wegprofiel. Door gevelisolatie van de geluidbelaste woningen wordt een leefbaar binnenklimaat voor geluid gecreëerd.
Zoals gezegd representeren de geluidskaarten de situatie in het jaar 2006. Tussen 2006 en 2020 zal uiteraard sprake zijn van een groei in het verkeer. Door de gemeente Den Haag zijn prognoses gedaan voor de verkeerscijfers in het jaar 2020. Bij deze prognoses is uitgegaan van de voorgenomen ontwikkelingen in de structuurvisie exclusief het masterplan lijn 11-zone. Op grond van deze prognoses van de gemeente Den Haag geldt dat de verkeersintensiteiten in 2020 ter plaatse van een aantal wegen toeneemt met meer dan 40 % (meer dan 2 dB) ten opzichte van de huidige situatie. In tabel 3.1 zijn de betreffende wegen en de daarbij behorende intensiteiten weergegeven. In paragraaf 3.8.2 worden de oorzaken van deze autonome groei nader toegelicht. tabel 3.1. Prognoses verkeersintensiteiten in 2020 omschrijving weg
weekdaggemiddelde intensiteit
toename
in mvt/etmaal
in %
2008
2020 (autonome ontwikkeling)
Gaslaan (tussen Gheijnstraat en Loosduinseweg) Apeldoornselaan (tussen Loosduinsekade en Dierenselaan) Buitenom (tussen Prinsegracht en Vaillantplein) Vaillantlaan (tussen Vaillantplein en Hobbemastraat) De Heemstraat (tussen Hobbemaplein en Trooststraat) De Heemstraat (tussen Trooststraat en Hoefkade) Vaillantlaan (tussen Hobbemastraat en Van der Vennestraat) Vaillantlaan (Van der Vennestraat en Hoefkade) Parallelweg (tussen Hoefkade en Vermeerstraat) Parallelweg (tussen Vermeerstraat en Fruitweg) Vaillantlaan (tussen Hoefkade en Frans Halsstraat)
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
823 6.818 24.016 22.777 7.145 8.058 22.517 23.374 8.982 9.061 22.991
1.380 12.052 37.191 36.248 10.741 11.420 38.640 40.572 13.697 13.536 40.791
68 77 55 59 50 42 72 74 53 49 77
22
omschrijving weg
weekdaggemiddelde intensiteit
toename
in mvt/etmaal
in %
2008
2020 (autonome ontwikkeling)
Vaillantlaan (tussen Frans Halsstraat en Parallelweg) Calandstraat (tussen Waldorpstraat en Parallelweg)
23.115 32.604
41.136 48.024
78 47
Vanwege de verkeerstoename ten gevolge van de autonome ontwikkeling verdient het aanbeveling de effecten van deze toename op de geluidbelasting in het plangebied en de rest van de gemeente Den Haag in beeld te brengen. Op het moment dat de geluidbelasting in beeld is gebracht dient bepaald te worden of er in het plangebied nieuwe geluidknelpunten (dreigen te) ontstaan als gevolg van deze autonome ontwikkelingen. Als dit het geval is dienen eventuele noodzakelijke geluidsreducerende maatregelen gedimensioneerd te worden. Het is dan ook zaak om in de bestemmingsplanfase concreet te worden voor zover het de wenselijke en/of noodzakelijke maatregelen in het plangebied betreft. In de nieuwe Haagse Nota Mobiliteit die naar verwachting eind 2008 wordt vastgesteld, wordt hier overigens gedeeltelijk op ingespeeld. Momenteel is sprake van een wijziging (ex art. 54 Wgh) van de in de jaren ‘80 vastgestelde geluidszone rondom de huidige EON centrale. De wijziging betreft een inkrimping van de geluidszone en is mede ingegeven door een afname van de geluidsproducerende activiteiten op het gezoneerde industrieterrein. Geluidsgevoelige functies binnen de 50-dB(A)-contour zijn, na vaststelling van de nieuwe geluidszone, niet (meer) aan de orde. Een uitzondering hierop vormt de bestaande school in Pleysierstraat, waarvoor een geluidbelasting geldt tussen 50 en 55 dB(A). Voor de school zal een verzoek tot een hogere grenswaarde worden ingediend. De geluidscontour is overigens in bijlage IV weergegeven. horeca- en evenementen In de voorzienbare toekomst zijn binnen en nabij het plangebied geen wijzigingen aan de orde met betrekking tot de evenementen. Voor het horecabeleid geldt, ten aanzien van het verlenen van nachtvergunning, handhaving van het huidige beleid (geen nieuwe nachtvergunningen). Wel zal beperkte ruimte worden geboden voor uitbreiding van avondhoreca (met een lokaal karakter) en naar verwachting zullen de sluitingstijden iets worden verruimd. 3.6.
Luchtkwaliteit en geurhinder
3.6.1. Huidige milieusituatie luchtkwaliteit De gemeente Den Haag heeft in haar luchtkwaliteit rapportage4 van 16 januari 2008 de luchtkwaliteit in de gemeente in beeld gebracht. Dit rapport betreft het meest recente (tussen)rapport en geeft de situatie in het jaar 2006 weer. De resultaten uit het rapport gelden voor dit plan-MER als uitgangspunt voor de beschrijving van de huidige situatie. De knelpunten voor de luchtkwaliteit zijn weergegeven in de afbeeldingen 3.6 en 3.7. De resultaten laten zien dat er in het plangebied geen knelpunten (overschrijdingen) voor de luchtkwaliteit aan de orde zijn. Op korte afstand van het plangebied zijn voor de volgende wegen wel overschrijdingen van de grenswaarden voor de luchtkwaliteit geconstateerd: Lijnbaan, Vaillantlaan, Laan van Eik en Duinen, Oude Haagweg, Loosduinsekade, Segbroeklaan, President Kennedylaan en de Laan van Meerdervoort.
4
Rapportage Luchtkwaliteit 2006 Gemeente Den Haag, rapportnummer DSB/2007, 16 januari 2008.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
23
afbeelding 3.6. Overschrijding (rood) van de plandrempel voor de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (48 µg/m3) in 2006 in Den Haag
afbeelding 3.7. Overschrijding (rood) van de grenswaarde voor fijnstof voor het aantal overschrijdingsdagen van 35 in 2006 in Den Haag
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
24
geur In het plangebied is er geen sprake van geurhinder. 3.6.2. Autonome ontwikkeling luchtkwaliteit Door de gemeente Den Haag is een Actieplan luchtkwaliteit5 vastgesteld. In het Actieplan is de luchtkwaliteit in 2015 in beeld gebracht als geen maatregelen worden getroffen worden en de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen doorgang vinden (afbeelding 3.6). In 2015 blijven dan nog zeven knelpunten over met overschrijdingen van de grenswaarden voor de luchtkwaliteit. Het gaat om knelpunten buiten het plangebied. In het Actieplan zijn de maatregelen beschreven die erop gericht zijn alle knelpunten weg te nemen. Hieronder zijn deze maatregelen samengevat; deze maatregelen leiden ook tot de verbetering van de luchtkwaliteit in het plangebied: - schoner (vracht)autoverkeer; ⋅ milieuzone instellen voor vrachtverkeer en uitbreiden tot bestelverkeer; ⋅ aanvullend op milieuzone; - stadsdistributie; ⋅ schoner wagenpark particulieren Den Haag, euro-5 in 2015; ⋅ slooppremie personenauto’s ‘Oude Schicht’; - modal shift; ⋅ meerjarenprogramma Fiets; ⋅ Agglonet doorstromingsmaatregelen; ⋅ parkeertarieven heroverwegen; ⋅ aanscherpingen uitbreiding parkeerregulering; ⋅ parkeervergunningen voor 2e en volgende auto duurder. Overigens wordt het bovengenoemde pakket maatregelen versterkt met tientallen ondersteunende maatregelen. Deze ondersteunende maatregelen hebben weliswaar in absolute zin een beperkt effect, maar zijn toch gewenst omdat ze makkelijk uitvoerbaar zijn of een belangrijke voorbeeldrol vervullen. Voorbeelden zijn: - schoner (vracht)autoverkeer; ⋅ het Nieuwe Rijden gemeentelijke chauffeurs; ⋅ vergroening gemeentelijk wagenpark; ⋅ financieringsregeling aardgasvulpunten; ⋅ taxi’s op aardgas; ⋅ stimuleren verduurzaming wagenpark derden; - modal shift; ⋅ Verkeerscirculatieplan Centrumgebied (VCP); ⋅ P&R/transferia Hoornwijck en ANWB; - maatregelen gericht op kennis en communicatie; ⋅ meetprogramma NO2 2007; ⋅ verbeterslag www.denhaag.nl/lucht. In afbeeldingen 3.8 is het effect van de maatregelen op de luchtkwaliteit in 2015 weergegeven.
5
Actieplan luchtkwaliteit Den Haag 2007 - 2015 (bijlage bij collegebesluit 6 november 2007, DSB/2007.922).
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
25
afbeelding 3.8. Luchtkwaliteit in Den Haag in 2015 autonome ontwikkeling zonder maatregelen
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
26
afbeelding 3.9. Luchtkwaliteit in Den Haag in 2015 autonome ontwikkeling met maatregelen
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
27
In het plangebied zijn in 2015 geen overschrijdingen van de grenswaarden van de luchtkwaliteit aan de orde. Op korte afstand van het plangebied en ter plaatse van de ontsluitingswegen van het gebied geldt eveneens dat er overschrijdingen van de grenswaarden voor de luchtkwaliteit worden verwacht. De ruimtelijke ontwikkelingen die onderdeel uitmaken van het Actieplan zijn samengevat in een zogenaamde IBM-lijst. De ontwikkeling van 1800 woningen in het plangebied is opgenomen in deze IBMlijst. De maatregelen in het Actieplan vormen overigens de Haagse bijdrage aan het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Nationaal Samenwerkingsprogramma Lucht (NSL) Het NSL is de kern van de Wet luchtkwaliteit, die met ingang van 15 november 2007 van kracht is geworden. In gebieden waar de normen voor luchtkwaliteit niet worden gehaald (zogenoemde overschrijdingsgebieden) gaan overheden in gebiedsgerichte programma's de luchtkwaliteit verbeteren. Het NSL is een bundeling van alle gebiedsgerichte programma's en alle rijksmaatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Het NSL bevat alle maatregelen die de luchtkwaliteit verbeteren en alle ruimtelijke ontwikkelingen die de luchtkwaliteit verslechteren. Het is een soort balans. Links op de balans staan alle maatregelen die het Rijk, provincies en gemeenten vanaf 1 januari 2005 nemen om de luchtkwaliteit in een gebied te verbeteren. Rechts alle grote ruimtelijke activiteiten in het gebied waarover de overheden de komende vijf jaar een besluit willen nemen. Het betreft dan ruimtelijke, verkeers- en infrastructurele besluiten en vergunningen voor industriële installaties. Ook projecten met strategische nationale ruimtelijke doelen kunnen onder dit programma vallen. De balans helt over naar links: de positieve effecten (maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren) moeten de negatieve effecten (ruimtelijke projecten die de luchtkwaliteit verslechteren) ruimschoots overtreffen. geur In het plangebied zijn geen ontwikkelingen voorzien die leiden tot een toename van geuremissies en geurhinder. 3.7.
Externe veiligheid
3.7.1. Huidige milieusituatie In deze paragraaf vindt een inventarisatie en analyse plaats van de huidige situatie van de externe veiligheid in het plangebied van het Masterplan Lijn 11-Zone als gevolg van transport van gevaarlijke stoffen over de weg, via buisleidingen en door inrichtingen. vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg In het plangebied en de directe omgeving bevinden zich geen doorgaande nationale en regionale hoofdwegverbindingen. Alle doorgaande wegen in het plangebied zijn te typeren als lokale ontsluitingswegen. Deze wegen maken geen deel uit van de door de gemeente Den Haag vastgestelde routering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (zie afbeelding 3.11). Daarom wordt verondersteld dat over geen van de in het plangebied gesitueerde wegen structureel vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het aspect vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg is in het kader van plan-MER derhalve geen relevant aspect. inrichtingen In het plangebied bevinden zich twee inrichtingen met externe veiligheidsrisico’s. Het betreft hier twee gasreduceerstations aan de Gaslaan en De Constant Rebecqueplein. Gasreduceerstations zijn geen inrichtingen die vallen onder de werkingskracht van het Bevi of BRZO. Regels ten aanzien van de veiligheidscontouren rondom gasreduceerstations zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit. Rondom gasreduceerstations is een 10-6 plaatsgeboden risicocontour (PR-contour) van toepassing van maximaal 25 meter. De twee PR-contouren overlappen niet met kwetsbare of beperkt kwetsbare ob-
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
28
jecten in het plangebied, waardoor geen sprake is van een knelpunt. De plicht tot het in beeld brengen en motiveren van het groepsrisico (GR) geldt uitsluitend voor BEVI- en/of BRZO-inrichtingen. Aangezien gasreduceerstations niet onder de werkingskracht van het BEVI vallen, behoeft geen berekening en motivering van het GR plaats te vinden. afbeelding 3.10. Risicokaart provincie Zuid-Holland (d.d. 11-09-2008). Plangebied rood omrand
hogedruk aardgastransporteidingen In het plangebied zijn twee hogedruk aardgastransportleidingen gelegen. Gasunie heeft de hoogte van het groepsrisico als gevolg van de ligging van deze leidingen berekend. Beide leidingen leiden in de huidige situatie niet tot een overschrijding van het 10-6-plaatsgebonden risico, maar wel van de oriënterende waarde van het groepsrisico. Leiding W-509-06-KR-019 tot en met 022 leidt tot een overschrijdingsfactor van 10,20. Leiding W-509-06-KR-021 tot en met 024 leidt tot een overschrijdingsfactor van 1,23. Overigens bedraagt de streefwaarde voor het groepsrisico 1,0. 3.7.2. Autonome ontwikkelingen wegtransport De wegen in het plangebied zullen op korte dan wel middellange termijn geen deel gaan uitmaken van de Haagse routering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Zowel in de huidige als de autonome situatie vindt binnen het plangebied geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Binnen het plangebied zijn er geen externe veiligheidsrisico’s als gevolg van wegtransport. inrichtingen Er is geen aanleiding om aan te nemen dat de huidige voor het aspect externe veiligheid relevante inrichtingen gaan verdwijnen, dan wel dat zich nieuwe inrichtingen in het plangebied zullen vestigen. De
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
29
hoogte van het PR en GR als gevolg van de aanwezigheid van inrichtingen zal daarom naar verwachting in het plangebied in de autonome situatie niet wijzigen. hogedruk aardgastransportleidingen Ook in de autonome situatie is langs de hogedruk aardgastransportleidingen sprake van een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico. afbeelding 3.11. Route voor het transport van gevaarlijke stoffen. Plangebied rood omrand
3.8.
Mobiliteit
3.8.1. Huidige situatie algemeen beeld Het Haagse wegennet kent een bijzonder historisch gegroeid patroon waarin de doorgaande routes overwegend parallel aan de kustlijn liggen. Ook in de Lijn 11-zone is dit beeld herkenbaar. Tramlijn 11 is hier één van de weinige doorgaande assen die haaks op de kustlijn is gesitueerd. De hoofdinfrastructuur binnen de Lijn 11-zone omvat de Loosduinseweg/-kade, de Monstersestraat/ De Heemstraat en de Noord West Buitensingel. Deze wegen worden aangeduid als stedelijke hoofdwegen. Daarnaast bevat het plangebied enkele gebiedsontsluitingswegen, zoals de Paul Krugerlaan en de De La Reyweg. Kenmerkend voor het plangebied is de aanwezigheid van de vele pleinen langs de stedelijke assen, zoals bijvoorbeeld het Paul Krugerplein en het Hobbemaplein. De hoogste verkeersintensiteiten in de Lijn 11-zone komen voor op de Loosduinseweg/-kade en de Noord West Buitensingel. De intensiteiten op deze stedelijke hoofdwegen zijn twee tot drie keer hoger dan op de andere onderzochte wegen binnen de Lijn 11 zone.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
30
In september 2006 is gedurende een ochtendspits op 113 locaties tegelijkertijd een fietstelling uitgevoerd. In totaal zijn 68.000 fietsers geteld (Gemeente Den Haag, 2006a). Tabel 3.2 toont het getelde aantal fietsers op wegvakken gelegen in de Lijn 11-zone. tabel 3.2. Fietsers geteld tijdens fietstelling ochtendspits in september 2006 wegvak
Loosduinseweg tussen Uitenhagestraat en Monstersestraat Newtonstraat tussen Suezkade en Conradkade ’s-Gravenzandelaan tussen Jacobastraat en Zoutkeetsingel bron: Gemeente Den Haag, 2006a
aantal fietsers
1.542 773 448
Het wegvak op de Loosduinseweg behoort tot de top vijf van drukste tellocaties van die teldag in Den Haag. Vermoedelijk gaat het op de Loosduinseweg slechts in beperkte mate om fietsers uit de Lijn 11zone. Het merendeel van de fietsers gebruikt de Loosduinseweg en -kade als doorgaande verbinding. parkeren Het autoparkeren vindt in de huidige situatie voornamelijk in de openbare ruimte plaats. Op sommige locaties gebeurt dat op pleintjes, maar meestal op straat. Bij het straatparkeren wordt onderscheid gemaakt in parkeren naast de rijbaan (doorgaande wegen) en parkeren op de rijbaan (woonstraten). In beide gevallen wordt parallel aan de rijrichting geparkeerd. fietsverbindingen De fietspaden die tot het hoofdroutenet fiets behoren vallen in de huidige situatie niet bijzonder op. Soms komt dit doordat een goede bebording en een specifieke inrichting (bijvoorbeeld rode bestrating) ontbreken. In andere gevallen komt dit omdat de route niet echt doorgaand blijkt te zijn (zoals bijvoorbeeld de verbinding via de Suezkade/Mackaystraat langs het Verversingskanaal richting de Loosduinseweg/-kade). Langs de doorgaande wegen zijn fietsstroken of fietspaden aanwezig. De fietsstroken liggen vaak tussen de rijbaan en de parkeervakken in. Hierdoor ontstaat op de fietsstroken regelmatig hinder van dubbel of scheef geparkeerd staande auto’s. Ditzelfde geldt voor laad- en losactiviteiten die vaak op de fietsstroken plaatsvinden. barrières voor de fiets De Loosduinseweg en -kade, de Noord West Buitensingel en de Monstersestraat/De Heemstraat vormen voor fietsers ingewikkelde barrières om te kruisen. Met name de bundeling van tram- en weginfrastructuur leidt tot moeilijk te passeren en onoverzichtelijke assen. Fietsers moeten hierbij vaak in meerdere stappen oversteken, wat met name bij het links afslaan ingewikkeld is. Zowel bij verkeerslichten als ongeregelde kruisingen kan de wachttijd hierdoor oplopen. Bij ongeregelde kruisingen zijn niet altijd middeneilanden aanwezig, zodat niet in twee stappen kan worden overgestoken. fietsparkeervoorzieningen In de openbare ruimte zijn weinig openbare fietsparkeervoorzieningen aanwezig. Soms staan er enkele rekken gegroepeerd, zoals bijvoorbeeld bij de entrees van park De Verademing, op het Hobbemaplein en in de Paul Krugerlaan. Ter hoogte van de Haagse Markt zijn twee betaalde fietsparkeervoorzieningen aanwezig. kwaliteit openbaar vervoer De kwaliteit van het openbaar vervoer is grotendeels afhankelijk van het aantal aangeboden verbindingen, de diversiteit aan bestemmingen en de frequentie waarmee die bestemmingen bereikt kunnen worden. De Lijn 11-zone wordt doorkruist door zeven openbaar vervoerlijnen, namelijk vier tramlijnen, een RandstadRail lijn en twee buslijnen. In tabel 3.3 wordt per openbaar vervoerlijn het traject weerge-
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
31
geven, evenals de haltes binnen de Lijn 11-zone en de frequentie per richting op het traject. Het gaat daarbij om de hoogste frequentie gedurende een dag. Hierbij is tevens de tijdspanne vermeld waarop de frequentie betrekking heeft. tabel 3.3. Openbaar vervoerlijnen door de Lijn 11 zone op doordeweekse dagen openbaar ver-
traject
voerlijn
haltes binnen plangebied Lijn 11
frequentie
zone
per
tijdspanne
6
richting
tramlijn 2 tramlijn 6 tramlijn 11
Leidschendam Noord Kraayenstein Leidschendam Leidschenhage - Leyenburg Rijswijkseplein - Scheveningen Haven
tramlijn 12
Rijswijkseplein - Duindorp
RandstadRail lijn 4 buslijn 25
Zoetermeer Javalaan - De Uithof Grote Markt - Vrederust
buslijn 130 Grote Markt - Delft bron: HTM (2008) en Connexxion (2008)
Monstersestraat, De La Reyweg Hobbemaplein, Delftselaan, Paul Krugerplein, Hoefkade, Hobbemaplein, Delftselaan, Loosduinseweg (oost) Hoefkade, Hobbemaplein, Delftselaan, Paul Krugerplein, Loosduinseweg (midden) Monstersestraat, De La Reyweg Hobbemaplein, Schalkburgerstraat, De La Reyweg Hoefkade, Haagsemarkt
8 per uur 8 per uur
08.30 - 10.00 uur en 16.30 - 18.30 uur 07.30 - 18.30 uur
6 per uur
07.30 - 18.30 uur
7
8 per uur
07.30 - 09.30 uur
8 per uur 8 per uur
07.30 - 10.00 uur en 17.00 - 19.00 uur 07.30 - 17.30 uur
4 per uur
07.00 - 19.00 uur
De tram- en bushaltes in de Lijn 11 zone zijn vormgegeven volgens de HTM-standaard. Het voorzieningenniveau van de haltes is beperkt. Meestal is het perron voorzien van een modulair opgebouwde abri, één of meerdere banken en prullenbakken. Op locaties waar meerdere lijnen kruisen of samenkomen, zijn vaak meerdere haltes in gebruik (zoals bijvoorbeeld op het Paul Krugerplein). Dit maakt het overstappen ingewikkeld. voorzieningen langs openbaar vervoer Diverse haltes zijn gesitueerd nabij voorzieningen, zoals bijvoorbeeld de Hoefkade (Haagse Markt), het Hobbemaplein (Haagse Markt, bibliotheek en winkelvoorzieningen) en het Paul Krugerplein (winkelvoorzieningen). Op andere haltes is het voorzieningenniveau beperkter en dient de halte voornamelijk als schakel tussen de woonlocatie en andere bestemmingen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de halte Delftselaan. modal split Voor de huidige situatie in het jaar 2008 zijn geen modal splitcijfers bekend van de Lijn 11 zone. Voor de stad Den Haag zijn wel modal splitcijfers bekend, deze dateren uit de jaren 2004 en 2005 (Gemeente Den Haag, 2006a). Aangenomen wordt dat deze modal splitcijfers ook representatief zijn voor het Haagse gemiddelde in het jaar 2008. Tabel 3.4 toont deze modal splitwaarden en toont tevens een inschatting van de modal splitcijfers in de Lijn 11-zone. Verondersteld wordt dat de modal split in de Lijn 11-zone voor een aantal modaliteiten afwijkt van het Haagse gemiddelde. Redenen hiervoor zijn: - de stedenbouwkundige opzet van de wijken binnen de Lijn 11 zone (grote dichtheden) maken dat er in de Lijn 11-zone minder ruimte voor de auto is dan in een aantal andere Haagse wijken; - de relatief geringe parkeermogelijkheden voor auto’s ontmoedigen autobezit; - het ruime aanbod aan openbaar vervoer vormt een aantrekkelijk alternatief voor de auto; - de relatief lage inkomens die leiden tot een kleiner autobezit. 6 7
Buiten de aangegeven tijdspanne is de frequentie lager. Voor tramlijn 12 bedraagt de frequentie gedurende het grootste deel van de dag 6 ritten per uur.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
32
tabel 3.4. De modal split binnen Den Haag en de Lijn 11-zone in de huidige situatie (2008) modaliteit
aandeel modaliteit in het totaal aantal verplaatsingen (%) Den Haag
auto trein bus en tram bromfiets fiets lopen andere vervoerwijze totaal
8
Lijn 11 zone (geschat)
40 3 9 1 21 25 1 100
35 2 15 2 15 30 1 100
verkeersveiligheid Op de actuele Black Spot-lijst in het Meerjarenplan Verkeersveiligheid komt alleen de kruising Monstersestraat - Delftselaan - De Heemstraat voor (Gemeente Den Haag, 2007). Dit kruispunt is recent heringericht. Andere locaties binnen de Lijn 11 zone zijn niet geregistreerd als verkeersonveilig, maar kunnen wel verkeersonveilig overkomen op weggebruikers. Zo zijn er diverse kruispunten die een ingewikkelde uitstraling hebben, zoals de kruising Loosduinseweg/-kade - Monstersestraat - Tripstraat. Met name voor de fietser kan het kruisen van tramrails gevaarlijk zijn. Ook het oversteken van drukke verkeersaders is soms lastig door het ontbreken van middeneilanden. 3.8.2. Autonome ontwikkeling Tabel 3.5 toont de verkeersprognoses voor gemotoriseerd verkeer tijdens het gemiddelde avondspitsuur (gemiddelde van 2 avondspitsberekeningen) in het jaar 2020. Ter vergelijking zijn ook de verkeersintensiteiten van de huidige situatie in het jaar 2008 opgenomen. De verkeersintensiteiten in de tabel zijn door de gemeente Den Haag verstrekt. In dit plan-MER zijn voor het aspect mobiliteit alleen de hoofdroutes van de Lijn 11-zone onderzocht hiervoor gelden immers naar verwachting de grootste effecten en de hoogste initiële verkeersdruk. De verkeersintensiteiten zijn afgerond op 50-tallen. In bijlage 5 zijn de verkeerscijfers zoals verstrekt door de gemeente Den Haag weergegeven. Tevens zijn in deze bijlage de weekdaggemiddelde verkeersintensiteiten, die met name een rol spelen bij de aspecten geluid en luchtkwaliteit, getoond. Binnen verkeersonderzoeken worden de spitsperioden als de maatgevende perioden van de dag beschouwd, omdat de verkeersdruk in deze perioden het grootst is. In dit geval wordt de avondspitsperiode als maatgevend gezien. Bij de weekdaggemiddelde etmaalintensiteiten wordt niet gekeken naar het drukste moment van een werkdag, maar naar de gemiddelde etmaalintensiteit op een werkdag hetgeen voor mobiliteit minder van belang is. Voor de thema’s geluid en lucht spelen de weekdaggemiddelde intensiteiten echter wel weer een belangrijke rol. tabel 3.5. Verkeersintensiteiten tijdens gemiddelde avondspitsuur in de huidige situatie (2008) en de autonome ontwikkeling (2020) wegvak
1 Loosduinseweg/ kade 2 Loosduinseweg/-kade 3 Loosduinseweg/-kade 4 Noord West Buitensingel 5 Noord West Buitensingel
huidige situatie 2008
autonome ontwikkeling (mvt/uur) 9
absoluut (mvt/uur)
absoluut (mvt/uur)
relatief (%)
2.350 2.250 2.150 1.600 1.550
3.200 3.100 2.900 2.100 2.100
36 38 35 31 35
8
De gegevens hebben betrekking op de jaren 2004 en 2005 (Gemeente Den Haag, 2006a).
9
Relatief ten opzichte van de huidige situatie in het jaar 2008.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
33
autonome ontwikkeling (mvt/uur)
6 Monsterstestraat 7 Monsterstestraat 8 Monsterstestraat 9 De Heemstraat 10 De Heemstraat 11 De Heemstraat 12 Regentesselaan 13 Regentesselaan 14 Regentesselaan 15 Paul Krugerlaan 16 Paul Krugerlaan 17 Paul Krugerlaan 18 Paul Krugerlaan 19 Paul Krugerlaan 20 Paul Krugerlaan 21 Paul Krugerlaan 22 De La Reyweg - = waarde onbekend
650 700 700 800 600 700 450 450 850 500 500 650 650 550 750
650 750 750 1.000 950 1.000 500 750 950 450 500 550 400 550 700 600 650
0 7 7 25 58 43 11 67 12 -10 0 -15 -38 0 -13
Tabel 3.6 en bijlage 5 laten zien dat in de autonome ontwikkeling in het jaar 2020 op het merendeel van de wegvakken sprake is van een verkeerstoename ten opzichte van de huidige situatie in het jaar 2008. Ter plaatse van een aantal wegvakken is deze verkeerstoename aanzienlijk. Op een aantal wegvakken is echter sprake van een gelijkblijvende (drie wegvakken) of dalende verkeersintensiteit (vier wegvakken). De autonome groei van het autoverkeer wordt met name veroorzaakt door de aanleg van het Trekvliettracé. Dit Tracé wordt een nieuwe stedelijke verbinding van het rijkswegennet (A13/A4) naar het stedelijke hoofdwegennet. Het Trekvliettracé komt boven in de Binckhorst-zuid. Overigens wordt voor het Trekvliettracé eveneens een MER opgesteld, op de inhoud hiervan is in dit plan-MER niet nader ingegaan. In dit milieurapport is uitgegaan van een ongelijkvloerse kruising richting de Neherkade en op de Neherkade zelf. Ook de groei van het aantal inwoners en arbeidsplaatsen in Den Haag en de regio als gevolg van andere structuurvisie plannen en verdere stedelijke verdichting veroorzaakt een groei van het aantal autobewegingen. Een derde oorzaak van de autonome groei van 2008 tot 2020 is de algemene landelijke trend van de groei van mobiliteit. Als algemeen geaccepteerde autonome mobiliteitsgroei geldt een waarde van 1-2 % per jaar. Om deze autonome groei op te vangen en waar mogelijk en wenselijk te sturen wordt op dit moment gewerkt aan de Haagse Nota Mobiliteit. In deze Nota wordt het verkeersbeleid van de gemeente Den Haag tot 2020, met een doorkijk naar 2030, verwoord. De Haagse Nota Mobiliteit wordt naar verwachting in 2009 vastgesteld. Eventuele grootschalige infrastructurele ingrepen die hieruit volgen zijn op dit moment nog onduidelijk en zijn dan ook niet meegenomen in dit plan-MER. De in dit MER onderzochte wegvakken betreffen doorgaande wegen door de Lijn 11-zone. Met name op de stedelijke hoofdwegen, zoals de Loosduinseweg/-kade en de Noord West Buitensingel, is sprake van forse verkeerstoenamen. De doorgaande wegen die meer dienen ter ontsluiting van de verschillende deelgebieden, zoals de Paul Krugerlaan en de De La Reyweg, laten juist een lagere groei zien dan dat mag worden verwacht op basis van de autonome mobiliteitsgroei. Hieruit kan worden afgeleid dat binnen de deelgebieden van de Lijn 11-zone gezien, de autonome verkeersgroei achterblijft bij de autonome mobiliteitsgroei. De toename van verkeer op de stedelijke hoofdwegen door de Lijn 11-zone
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
34
betreft daarmee voornamelijk doorgaand verkeer met een herkomst en bestemming buiten de Lijn 11zone. kwaliteit doorgaande fietsverbindingen Door het uitbreiden van het hoofdroutenet fiets en het asfalteren van de fietspaden op de Loosduinseweg/-kade en de Noord West Buitensingel, zal de kwaliteit van de doorgaande fietsverbindingen toenemen. In het Meerjarenprogramma Fiets 2007-2010 is wel aangegeven dat de volgende wegen onderdeel gaan uitmaken van het hoofdroutenet fiets (Gemeente Den Haag, 2006a): - Steijnlaan/’s-Gravenzandelaan; - Kempstraat; - Schalk Burgerstraat; - Paul Krugerlaan ter hoogte van Schalk Burgerstraat. Tevens vermeldt het Meerjarenprogramma Fiets dat de fietspaden op de Loosduinseweg en -kade en de Noord West Buitensingel worden voorzien van asfalt (Gemeente Den Haag, 2006a). Nu zijn deze fietspaden voorzien van tegels. barrières voor de fiets Voor de autonome ontwikkeling tot en met het jaar 2020 zijn geen maatregelen bekend die de barrièrewerking voor fietsers verminderen. Wel nemen de verkeersintensiteiten op de belangrijkste barrières uit de huidige situatie toe (Loosduinseweg/-kade, Noord West Buitensingel en Monsterstestraat/De Heemstraat). De wachttijden voor fietsers bij het oversteken kunnen hierdoor verder toenemen. Op een aantal doorgaande wegen binnen de Lijn 11 zone nemen de verkeersintensiteiten af. Dit vermindert de wachttijden voor fietsers bij het oversteken en daarmee de barrièrewerking. modal split Voor de autonome ontwikkeling in het jaar 2020 bestaan geen modelmatige schattingen van de modal split. Daarom wordt op basis van de prognoses voor het gemotoriseerd verkeer en de autonome ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit een inschatting gemaakt van de modal split in het jaar 2020. Zie hiervoor de onderstaande tabel. tabel 3.6. De modal split binnen de Lijn 11 zone in de huidige situatie (2008) en de autonome ontwikkeling (2020) modaliteit
auto trein bus en tram bromfiets fiets lopen andere vervoerwijze totaal
aandeel modaliteit in het totaal aantal verplaatsingen (%)
huidige situatie (2008) 35 2 15 2 15 30 1 100
autonome ontwikkeling (2020) 32 2 16 2 16 31 1 100
De belangrijkste ontwikkeling in de modal split is de verandering van het aandeel auto, waarvan de afname op 3 % wordt geschat. De afname van het aandeel auto is een gevolg van de reeds eerder genoemde achterblijvende groei van het gemotoriseerd verkeer ten opzichte van de veronderstelde autonome mobiliteitsgroei in de periode 2008-2020. Doordat in de autonome ontwikkeling niet tot nauwelijks wordt geïnvesteerd in de kwalitatieve verbetering van de overige modaliteiten, wordt verondersteld dat het vrijgekomen aandeel in de modal split gelijk wordt verdeeld over de modaliteiten bus en tram, fiets en lopen. Hierbij moet worden opgemerkt dat de kwaliteitsverhogende maatregelen die de komende ja-
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
35
ren voor de modaliteit fiets worden genomen, naar verwachting niet zullen leiden tot een onevenredige stijging van het aandeel fiets in de modal split. verkeersveiligheid Voor de autonome ontwikkeling tot en met het jaar 2020 zijn geen ingrijpende maatregelen bekend die leiden tot een verbetering van de verkeersveiligheid. Wel is op veel wegen sprake van hogere verkeersintensiteiten. Een toename van de verkeersintensiteiten hoeft echter niet direct aanleiding te zijn voor een afname van de verkeersveiligheid. 3.9. Energie en klimaat Het energieverbruik binnen het plangebied komt voor een belangrijk deel voor rekening van de bewoners. De gemeente Den Haag heeft de ambitie om het energieverbruik in het plangebied duurzamer te maken. 3.9.1. Huidige situatie De bewoners van de Lijn 11-zone bewonen hoofdzakelijk bovenwoningen, flats en portiekwoningen. Ongeveer 10 procent hiervan zijn eengezinswoningen. Hieronder zijn de woningen binnen het gebied ingedeeld in bouwjaar (de indeling is conform opgave van de gemeente Den Haag). Deze verdeling is gekozen vanwege de gestelde eisen aan isolatie in het verleden. Hierdoor is een inschatting van het energieverbruik te maken. tabel 3.7. Aantal woningen per bouwjaar bouwjaar
< 1965
1966 - 1988
1989 - 2000
2001- 2007
totaal
woningen
3.185
845
880
437
5.347
Een beoordeling van de inrichtingsalternatieven met verschillende energieconcepten is mogelijk door deze energieconcepten te vergelijken met de referentiesituatie. De referentie gaat uit van het hierboven genoemde aantal woningen per bouwjaar. De warmteopwekking is op woningniveau. In tabel 3.7. zijn het netto primair energieverbruik en de emissies van de referentiesituatie weergegeven. tabel 3.8. Energieverbruik en emissies referentiesituatie omschrijving
energieverbruik (GJ per jaar)
woningen 5.347 (totaal) Haagse markt totaal
451.400 3.900 455.300
emissies (ton per jaar)
CO2 28.450 380 28.830
NOx 20 1 21
SOx 7,7 0,2 7,9
Het energieverbruik van bedrijven en andere instellingen zijn buiten beschouwing gelaten omdat hier geen wezenlijke veranderingen optreden. 3.9.2. Autonome ontwikkeling De autonome ontwikkeling is gelijk aan de huidige situatie. 3.10. Sociale aspecten 3.10.1. Huidige situatie In het plangebied laat de huidige situatie voor wat betreft sociale veiligheid te wensen over. De Lijn 11zone wordt gekenschetst als een rommelig gebied, waar naast echte ‘parels’ (zoals de Haagse Markt) er ook locaties zijn die geen samenhang hebben met andere delen van de wijk. Met name ’s avonds zijn er diverse locaties die unheimisch over kunnen komen (bijvoorbeeld bedrijventerrein Uitenhagestraat) en geen doorzicht bieden naar omliggende buurten. Daar komt bij dat de uitstraling van de gebouwde omgeving te wensen overlaat. Transvaal heeft bijvoorbeeld, in tegenstelling tot de Schilderswijk, nog nooit een stedelijke vernieuwingsoperatie van het woningbestand gehad. Regentesse Zuid
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
36
bedient een hoger segment in de woningbouw, maar ook hier is er sprake van achterstallig onderhoud in de bebouwing en de openbare ruimte. 3.10.2. Autonome ontwikkeling Wijkverbetering wordt ook via andere kanalen ingezet: de herstructurering van het woningaanbod in Transvaal is momenteel al gaande. Als deze ontwikkeling wordt doorgetrokken naar 2020, zal de gebouwde omgeving een hoogwaardiger uitstraling kennen dan momenteel het geval is. Naar verwachting zal ook de Haagse Markt in 2020 een hoogwaardiger uitstraling kennen: wijzigingen zullen noodzakelijk zijn in verband met de ophanden zijnde strengere Europese regelgeving voor de verkoop van bederfelijke waren.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
37
4. EFFECTEN MASTERPLAN LIJN 11-ZONE 4.1. Inleiding Het plan-MER richt zich op de beoordeling van de (milieu)effecten van het basisalternatief van het masterplan en drie varianten binnen het basisalternatief. Het basisalternatief en de varianten zijn beoordeeld op de volgende thema's: - bodem; - archeologie en cultuurhistorie; - water; - natuur en groen; - geluid; - luchtkwaliteit en geurhinder; - externe veiligheid; - mobiliteit; - klimaat; - sociale aspecten. Per ‘thema’ zijn één of meerdere beoordelingsaspecten onderscheiden. Het basisalternatief en de twee varianten zijn beoordeeld ten opzichte van de referentiesituatie (de toekomstige situatie zonder realisatie van het masterplan). Dit hoofdstuk bevat, na een nadere toelichting op de gehanteerde werkwijze per thema een overzicht van het gehanteerde beoordelingskader, een korte beschrijving van de effecten en een samenvatting van de effectbeoordeling (in tabel). 4.2. Werkwijze effectbeoordeling De effectenbeoordeling op de verschillende onderzochte aspecten is vertaald naar scores. Deze scores geven aan of het basisalternatief en de varianten al dan leiden tot een verbetering ten opzichte van de referentiesituatie. De beoordelingsscores die worden gehanteerd zijn weergegeven in tabel 4.1. tabel 4.1. Beoordelingscores sco-
betekenis beoordeling basisalternatief/varianten
re
-0 + ++
aanzienlijke verslechtering ten opzichte van de referentiesituatie geringe verslechtering ten opzichte van de referentiesituatie verbetering nog verslechtering ten opzichte van de referentiesituatie geringe verbetering ten opzichte van de referentiesituatie aanzienlijke verbetering ten opzichte van de referentiesituatie
In de volgende paragrafen zijn de effectbeschrijvingen per thema gegeven. 4.3.
Bodem
beoordelingskader Voor het thema bodem zijn het basisalternatief en de varianten beoordeeld volgens onderstaand beoordelingskader.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
38
tabel 4.2 Beoordelingskader thema bodem aspect
beoordelingscriterium
methode
bodemverontreini- saneringsambitie/doelstelling ging gesloten grondba- grondaanvoer van buiten het plangebied lans
kwalitatief kwalitatief
bodemverontreiniging Het basisalternatief voorziet in de bouw van nieuwe woningen, bedrijfsruimten en voorzieningen. Op de plekken binnen het plangebied waar nieuwe woningen en voorzieningen komen, zal de bodem moeten voldoen aan de bodemkwaliteitseisen voor deze functies. Voor zover er sprake is van bodemverontreiniging, zal de bodem ter plekke moeten worden gereinigd of afgevoerd. Hierdoor zal op diverse plekken binnen het plangebied de bodemkwaliteit toenemen. Voor de energievarianten worden geen effecten op de bodemkwaliteit verwacht. grondbalans In de randvoorwaarden voor het wereldcentrum is aangegeven dat er een parkeergarage onder het centrum moet worden aangelegd. Hiervoor moet worden gegraven, wat tot gevolg heeft dat (mogelijk vervuilde) grond afgevoerd zal moeten worden. Deze (licht verontreinigde)grond zal worden hergebruikt, waardoor binnen het plangebied minder af- en aanvoer van grond voor de bouwwerkzaamheden benodigd is. Niet bekend is hoeveel grond vrijkomt binnen het plangebied en wat de behoefte is aan grond voor de bouwwerkzaamheden. Wat vast staat is dat hergebruik van grond een vast uitgangspunt van gemeentelijk beleid is. Op grond hiervan geldt de aanname dat in het plangebied hieraan invulling zal worden gegeven. Hierdoor geldt voor zowel het basisalternatief als de varianten een neutrale (0) beoordeling. samenvattend In tabel 4.3 is het overzicht van de effectvergelijking weergegeven. tabel 4.3. Overzicht effectvergelijking bodem beoordelingsaspecten
scores basisalternatief (BA) en varianten
bodem
sanering verontreinigde dems gesloten grondbalans 4.4.
basisalternatief
energie
+ 0
bo-
0
wereldcentrum (500.000 bezoekers) +
wereldcentrum (850.000 bezoekers) +
0
0
0
Archeologie en cultuurhistorie
beoordelingskader Voor het thema archeologie en cultuurhistorie zijn het basisalternatief en de varianten beoordeeld volgens onderstaand beoordelingskader. tabel 4.4. Beoordelingskader thema archeologie en cultuurhistorie aspect
beoordelingscriterium
archeologie bescherming archeologische objecten monumenten en bescherming van waardevolle monumenten, industrieel erfgoed beschermd stads- en waardevolle stadsgezichten gezicht
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
methode
kwalitatief kwalitatief
39
archeologie De boogde ontwikkeling van woningen in de diverse deelgebieden leidt tot grondroering, mede als gevolg van het voornemen verdiepte of half verdiepte parkeervoorzieningen te realiseren. Daar alle projecten zijn gelegen in gebied met een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde dient vastgesteld te worden of er inderdaad sprake is van aanwezige archeologische waarden en of deze waarden behoudenswaardig zijn. Het uitgangspunt ‘behoud in situ’ van de provincie Zuid Holland staat daarbij haaks op de bodemverstoring in het kader van planrealisatie in de deelgebieden. Hoe meer bodemroering plaatsvindt, des te groter de kans dat archeologische waarden verloren gaan. Zoals uit afbeelding 3.2 is op te maken ligt het gehele plangebied in een gebied met een redelijke tot zeer grote kans op archeologische sporen. Volgens de bepalingen omtrent cultuurhistorie en archeologie uit de nota ‘Regels voor Ruimte’ van de provincie Zuid Holland geldt zodoende voor het gehele gebied een onderzoeksverplichting. Voor de gebieden zoals in afbeelding 3.4 weergegeven is reeds aan deze onderzoeksverplichting voldaan, en dienen de conclusies van de afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag bij ontwikkelingen in deze gebieden in acht te worden genomen. Daarnaast is in het masterplan Lijn 11-zone opgenomen dat op een aantal locaties in Transvaal Noord archeologisch onderzoek zal plaatsvinden. Het betreft de voormalige locatie van Kasteel Westerbeek bij de La Reyweg, de voormalige locatie van het buiten Engelenburg bij het joubertplantsoen en de locatie van het Mondriaancollege waar mogelijk nog resten van boerderij Groenesteijn in de grond aanwezig zijn. Wat de varianten 1 en 2 betreft geldt dat de grotere bezoekerscapaciteit van het cultureel wereldcentrum gepaard gaat met een uitbreiding van de ondergrondse parkeercapaciteit. De aanleg van een grotere parkeergarage betekent een groter areaal waar bodemverstoring en ontgraving plaatsvindt. Dit kan vanuit het aspect archeologie, voor zover er ook daadwerkelijk sprake is van archeologische waarden in het gebied, als een nadelig effect worden gezien. Voor de variant energie is vooral het gegeven dat er mogelijk ruimteverwarming plaats zal vinden met behulp van de restwarmte van de EON-centrale relevant. Transport van deze warmte van de bron naar de afnemers zal plaatsvinden via een ondergronds leidingennetwerk. Het aanleggen van een dergelijk netwerk leidt tot grondroering in gebied met een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde. Ook dit kan, in het geval dat er daadwerkelijk sprake is van archeologische waarden, als nadelig effect worden beschouwd. monumenten en beschermd stadsgezicht Wat betreft het criterium ‘bescherming monumenten, industrieel erfgoed, beschermd stadsgezicht’ geldt dat een gedeelte van de ontwikkelingen zal plaatsvinden in het beschermd stadsgezicht Transvaal. Het gaat dan om de ontwikkelingen die plaatsvinden aan de westzijde van het plangebied op de Wittebruglocatie, direct grenzend aan de Loosduinseweg. Daar het hier gaat om de sloop van een bedrijvencomplex en de nieuwbouw van woningen kan evenwel betoogd worden dat er wat betreft het aanzicht per saldo een verbetering optreedt. Bovendien is in het masterplan Lijn 11-zone opgenomen dat cultuurhistorische waarden en karaktervolle bebouwing zoals de energiecentrale en de Paul Krugerlaan gekoesterd zullen worden. Er is bij de voorgenomen plannen geen sprake van aantasting van monumenten en zodoende dus geen effect op dit beoordelingsaspect. samenvattend In tabel 4.5 is het overzicht van de effectvergelijking weergegeven.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
40
tabel 4.5. Overzicht effectvergelijking archeologie en cultuurhistorie beoordelingsaspecten
scores basisalternatief (BA) en varianten
archeologie en cultuurhistorie
basisalternatief
energie
0
bescherming archeologische objecten bescherming van monumenten en beschermd stadsgezicht 4.5.
--
wereldcentrum (500.000 bezoekers) --
wereldcentrum (850.000 bezoekers) --
0
0
0
Water
beoordelingskader Voor het thema water zijn het basisalternatief en de varianten beoordeeld volgens onderstaand beoordelingskader. tabel 4.6. Beoordelingskader thema water aspect
beoordelingscriterium
waterkwaliteit
effectiviteit maatregelen om de risico’s op overstort naar het riool te kwalitatief beperken percentage oppervlaktewater/waterberging kwalitatief
wateroverlast
methode
waterkwaliteit Het beleid streeft er naar bij nieuwe ontwikkelingen het hemelwater zoveel mogelijk af te koppelen van de riolering. Voor de doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater heeft de gemeente een inspanningsverplichting. Voor het afkoppelen van hemelwater wordt de ‘Leidraad af- en aankoppelen van verharde oppervlakken’ gevolgd. Licht verontreinigd hemelwater dient zoveel mogelijk ter plekke te worden gezuiverd en na zuivering op het oppervlaktewater afgevoerd te worden. Voor het ter plekke zuiveren van licht verontreinigt hemelwater zijn verschillende technieken beschikbaar, zoals lamellenputten die het in het water aanwezige vuil afscheiden. Verontreinigd hemelwater dient afgevoerd te worden naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Voorwaarde voor het kunnen afkoppelen van hemelwater is de aanwezigheid van open water in het plangebied en een (verbeterd) gescheiden rioolstelsel. Door de nabijheid van oppervlaktewater komt het gebied rond de Verademing en de Energie Centrale in aanmerking voor de aanleg van een gescheiden rioolstelsel. In delen van het gebied is dit al aanwezig. Uit eerder onderzoek blijkt het afkoppelen van het regenwater van het rioolstelsel niet rendabel. De resultaten van dit onderzoek zullen benut worden om te bezien of aansluiten bij een nieuw stelsel rond de Verademing, afkoppelen in dit deel van Transvaal wel rendabel maakt. Omdat in het masterplan nog geen concretisering heeft plaatsgevonden voor het treffen van maatregelen ter beperking van de risico’s voor overstorts worden zowel het basisalternatief als de varianten neutraal beoordeeld ten opzichte van de referentiesituatie. Uitgangspunt hierbij is dat mede vanwege het geldende beleid in ieder geval geen verslechtering zal optreden vanwege de plannen. Voorafgaand aan vaststelling van het bestemmingsplan dient in overleg met de waterbeheerder een waterparagraaf opgesteld te worden waarin het aspect water in het plangebied uitvoerig wordt behandeld. In de waterpargraaf worden maatregelen binnen het gebied, zoals afkoppeling, verder geconcretiseerd.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
41
wateroverlast Bij herstructurering van bestaand stedelijk gebied streeft het waterschap naar een waterberging van 325 m3/ha. Deze waterberging moet worden gerealiseerd binnen peilgebied waar de herstructurering plaatsvindt. Dit houdt in dat voor het basisalternatief en de varianten voor het wereldcentrum een aanvullende hoeveelheid waterberging in het plangebied moet worden gecreëerd. Het wereldcentrum sec (bij een oppervlakte van 10.000 m2) resulteert in een noodzakelijk waterberging van 325 m3. Het te bergen oppervlak aan water moet bij voorkeur worden aangelegd als open water. Eventueel kan als aanvullende maatregel worden gedacht aan waterdoorlatende wegverharding (bijvoorbeeld Aquaflow) dat kan worden toegepast op parkeerterreinen. Daarnaast kan gekozen worden voor andere maatregelen voor een waterrobuuste herinrichting van (delen van) het plangebied. De mogelijkheden binnen het plangebied voor het creëren van extra oppervlaktewater zijn beperkt. Ruimte hiervoor kan worden gevonden op het dak (een combinatie met groene daken of daktuinen), infiltratie in de ondergrond, inpandig (regentonnen, blusvijvers of bergingskelders) en in de openbare ruimte (bijvoorbeeld verdiept aangelegde groen- of speelvoorzieningen). Daar waar waterdoorlatende bestrating gebruikt wordt heeft de toename van de verhardingsgraad geen negatieve invloed. Met name bij parkeerterreinen is dit effectief. In het wijkpark Transvaal zijn reeds afkoppelmaatregelen getroffen door ondergrondse infiltratie-voorzieningen. Voor het Hobbemaplein is dit ook een prima optie die bijdraagt aan waterberging. Omdat in het masterplan nog geen concretisering heeft plaatsgevonden voor het treffen van maatregelen ter beperking van wateroverlast worden zowel het basisalternatief als de varianten neutraal beoordeeld ten opzichte van de referentiesituatie. Uitgangspunt hierbij is dat mede vanwege het geldende beleid in ieder geval geen verslechtering zal optreden vanwege de plannen. Voorafgaand aan vaststelling van het bestemmingsplan dient in overleg met de waterbeheerder een waterparagraaf opgesteld te worden waarin het aspect water in het plangebied uitvoerig wordt behandeld. In de waterparagraaf worden maatregelen binnen het gebied, zoals afkoppeling, verder geconcretiseerd. samenvattend In tabel 4.7 is het overzicht van de effectvergelijking weergegeven. tabel 4.7. overzicht effectvergelijking water beoordelingsaspecten
water
verbetering waterkwaliteit vermindering wateroverlast 4.6.
scores basisalternatief (BA) en varianten
basisalternatief
energie
0 0
0 0
wereldcentrum (500.000 bezoekers) 0 0
wereldcentrum (850.000 bezoekers) 0 0
Natuur en groen
beoordelingskader Voor het thema natuur en groen zijn het basisalternatief en de varianten beoordeeld volgens onderstaand beoordelingskader.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
42
tabel 4.8. Beoordelingskader thema natuur en groen aspect
beoordelingscriterium
methode
groenstructuur
mate van aaneengeslotenheid aandeel groen openbaar gebied aandeel ecologisch groen behoud waardevolle bomen planten en dieren
kwalitatief
kwaliteit groen/natuur
kwalitatief
beschermde gebieden en groenstructuur De ecologische verbindingszone ligt te ver van het plangebied en wordt door het tussenliggende stedelijk gebied afgeschermd van activiteiten in het plangebied, waardoor negatieve effecten van de werkzaamheden niet merkbaar zijn in het EHS-onderdeel. De groene ader van het Lijn 11-tracé en park De Verademing vormen onderdeel van de groene hoofdstructuur van Den Haag. Het Masterplan streeft naar het duurzaam instandhouden en waar mogelijk versterken van deze groene ader. De bomenrij langs het Verversingskanaal vanuit Scheveningen wordt bij Park de Verademing onderbroken. Samen met een groene herprofilering van de Monstersestraat ontstaat hier de kans om een sterke groene drager te realiseren tussen Scheveningen en de Fruitweg. Het wijkpark Transvaal en Park de Verademing worden zodoende met elkaar verbonden door een nieuwe groene structuur. beschermde soorten en de kwaliteit van groen en natuur In het plangebied komen vrijwel enkel algemene soorten voor, waarvoor geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet hoeft te worden aangevraagd. De vogels in het plangebied zullen door de werkzaamheden niet worden verstoord. Aangeraden wordt te starten met de werkzaamheden (met name het rooien van bomen en verwijderen van eventuele groenstructuren) buiten het vogelbroedseizoen, zodat het verwijderen van nesten tijdens de werkzaamheden (en dus aantasting van soorten) kan worden voorkomen. Er worden geen gebouwen gesloopt, zodat er geen negatief effect is op de vleermuissoorten. Park De Verademing gaat een grotere bijdrage leveren aan de stedelijke natuur en zal qua uitstraling en gebruikswaarde sterk verbeteren. De Lijn 11-zone krijgt meer bomen en wordt waar mogelijk verder ontwikkeld tot een nieuwe, aantrekkelijke en ecologisch waardevolle groen/blauwe ader tussen de diverse wijken. samenvattend Realisatie van de in het Masterplan gestelde doelen leidt niet tot negatieve effecten op beschermde gebieden in de EHS. In het kader van de realisatie van projecten uit het Masterplan behoeft naar verwachting geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet voor beschermde soorten te worden aangevraagd. Om aantasting van broedgevallen van vogels te voorkomen, wordt aanbevolen de werkzaamheden buiten het vogelbroedseizoen te starten In tabel 4.9 is het overzicht van de effectvergelijking weergegeven.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
43
tabel 4.9. Overzicht effectvergelijking natuur en groen beoordelingsaspecten
scores basisaltenatief (BA) en varianten
natuur en groen
basisalternatief
energie
+ 0
+ 0
versterken groenstructuur kwaliteit groen en natuur 4.7. Geluid
wereldcentrum (500.000 bezoekers) + 0
wereldcentrum (850.000 bezoekers) + 0
beoordelingskader Voor het thema geluid zijn het basisalternatief en de varianten beoordeeld volgens onderstaand beoordelingskader. tabel 4.10. Beoordelingskader thema geluid aspect
beoordelingscriterium
methode
weg- en railverkeer effectiviteit geluidsbeperkende maatregelen (bron, overdracht, ont- kwalitatief/ bedrijven vanger) kwantitatief horeca/evenementen
mate van concentratie horeca/evenementen
kwalitatief
weg- en railverkeer Uit de verkeerscijfers van de gemeente Den Haag blijkt dat op diverse wegen binnen het plangebied de etmaalintensiteiten (weekdaggemiddelde) in 2020 toenemen met soms meer dan 40 % (meer dan 2 dB toename geluidbelasting). Het gaat om de autonome groei van het weg- en railverkeer. Het basisalternatief zal leiden tot een toename ten opzichte van de autonome ontwikkeling van het weg- en railverkeer, de gevolgen hiervan voor de geluidskwaliteit ter hoogte van de prioritaire knelpunten zijn verwaarloosbaar. Ten opzichte van de referentiesituatie blijft deze geluidskwaliteit min of meer gelijkwaardig. De twee varianten voor het wereldcentrum kennen eveneens een extra verkeersaantrekkende werking. Ter plaatse van de prioritaire knelpunten uit het Actieplan geluid neemt de verkeersintensiteit in de maximale variant voor het cultureel Wereldcentrum toe met maximaal 5 % in 2020 (zie tabel 4.11). Het effect van deze verkeerstoename op de geluidskwaliteit is verwaarloosbaar. tabel 4.11. Verkeersintensiteiten autonome ontwikkeling en masterplan ter plaatse van prioritaire knelpunten omschrijving weg
Regentesselaan Loosduinsekade Heemstraat Noordwest Buitensingel Steijnlaan Teijlerstraat
weekdaggemiddelde intensiteit in mvt/etmaal (toename t.o.v. autonome ontwikkeling in %) 2020
2020
2020
2020
(autonome ontwikkeling)
(basisalternatief)
(500.000 bezoekers)
(850.000 bezoekers)
10.684 37.076 11.420 24.323 6.371
10.868 (2 %) 38.819 (5 %) 11.347 (1 %) 25.441 (5 %) 6.659 (5 %)
10.868 (2 %) 10.868 (2 %) 38.951 (5 %) 38.894 (5 %) 11.527 (1 %) 11.449 (1 %) 25.512 (5 %) 25.482 (5 %) 6.683 (5 %) 6.371 (5 %) geen gegevens beschikbaar
Voor de effecten op het verkeer buiten het plangebied is de toename van het verkeer op de hoofdinfrastructuur en de gebiedsontsluitingswegen in beeld gebracht (zie tabel 4.12). De toename in geluidbelasting ten gevolge van het masterplan bedraagt in ieder geval minder dan 2 dB (en betreft daarmee slechts een geringe verslechtering). Het masterplan sec zal naar verwachting dan ook niet resulteren in nieuwe prioritaire knelpunten. Voorafgaand aan vaststelling van het bestemmingsplan zal voorgaand in een nader akoestisch onderzoek onderbouwd moeten worden.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
44
Bij de verdere uitwerking van het masterplan dient onderzocht te worden welke nieuwe geluidknelpunten mogelijk ontstaan. Oplossingen voor eventuele nieuwe geluidknelpunten en de bestaande 6 knelpunten dienen eveneens geconcretiseerd te worden bij verder planontwikkeling. In de geest van het actieplan geluid dient de autonome ontwikkeling bij dit onderzoek meegenomen te worden. Van belang in dit kader is immers vermindering van de algemene geluidshinder gemeentebreed. De voorkeursvolgorde voor oplossingen van de knelpunten betreft bronmaatregelen (stillere wegdekken, beperking van verkeersintensiteiten of andere verkeersmaatregelen bieden), overdrachtsmaatregelen (wallen, schermen en dergelijke) en maatregelen bij de ontvanger (gevelisolatie). tabel 4.12. Verkeersintensiteiten autonome ontwikkeling en masterplan ter plaatse van hoofdinfrastructuur omschrijving weg
Loosduinsekade Heemstraat (tussen Delftselaan en Kempstraat Monstersestraat (tussen ’s-Gravezandelaan en Delftselaan) Noordwest Buitensingel Paul Krugerlaan (tussen Loosduinsekade en Bothastraat) De La Reyweg tussen Velpsestraat en Kempstraat
weekdaggemiddelde intensiteit in mvt/etmaal (toename t.o.v. autonome ontwikkeling in %) 2020
2020
2020
2020
(autonome ontwikkeling)
(basisalternatief)
(500.000 bezoekers)
(850.000 bezoekers)
37.076 11.213
38.819 (5 %) 12.130 (8 %)
38.951 (5 %) 12.380 (10 %)
38.894 (5 %) 12.272 (9 %)
8.890
10.113 (14 %)
10.405 (17 %)
10.280 (16 %)
24.323 5.233
25.441 (5 %) 5.838 (12 %)
25.512 (5 %) 5.857 (12 %)
25.482 (5 %) 5.849 (12 %)
14.559
14.882 (2 %)
14.906 (2 %)
14.896 (2 %)
In bijlage 5 is een overzicht gegeven van de verkeersprognoses. De verbetering van tramlijn 11 tot het niveau van de Randstadrail vormt onderdeel van het Masterplan. Deze verbetering is in het Masterplan als volgt geformuleerd: ‘de tram zal vaker rijden, de haltes en voorzieningen worden opgeknapt en de tram wordt sneller, wel rekening houdend met de geldende geluidsnormen’. Verbetering van de tramlijn wordt gerealiseerd binnen de wettelijke grenswaarden voor (rail)verkeerslawaai en om die reden zullen geen nieuwe geluidknelpunten ontstaan. Voor zover sprake is van bestaande knelpunten of nieuwe knelpunten vanwege de autonome ontwikkeling dienen deze overigens, zoals reeds hiervoor is aangegeven, sowieso in verdere concretisering van het masterplan opgelost te worden. bedrijven Voor de ontwikkeling van woningbouw in de nabijheid van de EON centrale (gezoneerd industrieterrein) en het bedrijventerrein Uitenhagestraat geldt in het Masterplan Lijn 11-zone de voorwaarde dat deze ontwikkeling geschiedt met in achtneming van de vigerende geluidsruimte van de bedrijven. Voor wat betreft de EON centrale geldt dat de ontwikkeling van de woningen buiten de zone dient plaats te vinden. En voor de Uitenhagestraat geldt dat op bestemmingsplanniveau nader onderzoek naar de bestaande geluidsruimte van de bedrijven aan de orde is. Specifieke aandacht dient hierbij te zijn voor de geluidsmissies ter hoogte van de laad- en loslocatie van de bedrijven. De herontwikkeling van het bedrijventerrein leidt niet tot een verhoging van de toegestane milieucategorie. Toename van de geluidbelasting door bedrijven op de omgeving is daarom niet te verwachten.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
45
Onder deze voorwaarden geldt dat er geen sprake is van onderscheidend effect op het thema geluid. horeca- en evenementen De voorgenomen ontwikkeling in het plangebied van het Wereldcentrum resulteert in een concentratie van horeca- en evenementen ter plaatse van het centrum binnen het plangebied. De gedachte in het Masterplan gaat uit naar een complex met onder andere een hotel, een grand café, restaurants en ruimtes voor congressen, (Hindoestaanse) feesten, het jaarlijkse Bollywoodfestival, theatervoorstellingen en workshops. Bij grotere bezoekersaantallen zal de geluidsoverlast toenemen. Geluidsoverlast zal met name worden veroorzaakt door komende en vertrekkende bezoekers. samenvattend In tabel 4.13 is het overzicht van de effectvergelijking weergegeven. tabel 4.13. Overzicht effectvergelijking geluid beoordelingsaspecten
scores basisalternatief (BA) en varianten
basisalternatief
energie
wereldcentrum (500.000 bezoekers)
0 -
0 -
0 -
weg- en railverkeer bedrijven horeca en evenementen 4.8.
wereldcentrum (850.000 bezoekers) 0 -
Luchtkwaliteit en geurhinder
beoordelingskader Voor het thema lucht zijn het basisalternatief en de varianten beoordeeld volgens onderstaand beoordelingskader. tabel 4.14. Beoordelingskader thema luchtkwaliteit en geurhinder aspect
beoordelingscriterium
methode
luchtkwaliteit (NO2, PM10, effectiviteit maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit kwalitatief/ (verkeerscirculatie) kwantitatief PM2,5) geur mate van geurhinder kwalitatief luchtkwaliteit Het basisalternatief bevat een aantal ontwikkelingen die een positief effect hebben op de luchtkwaliteit binnen het plangebied. Dit betreft de volgende ontwikkelingen: - verbetering tramlijn 11; - herinrichting Hobbemaplein voor optimale afwikkeling van de verkeersstromen; - uitbreiding en verbetering langzaam verkeersroutes; - realiseren van woningen met fietsenberging voor tenminste 4 fietsen. De genoemde maatregelen zijn stuk voor stuk gericht op enerzijds stimulering van het langzaam verkeer en het openbaar vervoer en anderzijds op verbetering van de doorstroming van het gemotoriseerde verkeer in het plangebied. Ze zullen in voorkomende gevallen een positief hebben op de luchtkwaliteit en de geluidbelasting. In het Actieplan lucht zijn deze maatregelen onderdeel van de basismaatregelen en ondersteunende maatregelen. Het basisalternatief bevat in feite een doorwerking van de maatregelen uit het Actieplan lucht. Ten opzichte van de referentiesituatie treedt derhalve geen verbetering op van de luchtkwaliteit. De twee varianten van het Wereldcentrum resulteren in extra verkeer in het plangebied met gevolgen voor de luchtkwaliteit. De verkeersaantrekkende werking van het wereldcentrum leidt tot een verkeersaantrekkende werking, zoals aangegeven in tabel 4.15 (zie tevens bijlage V).
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
46
tabel 4.15. Verkeersaantrekkende werking cultureel Wereldcentrum aantal bezoekers op jaarbasis
verkeersaantrekkende werking in
cultureel Wereldcentrum
etmaalintensiteit
250.000 500.000 850.000
500 1.000 786
percentage motorvoertuig categorie licht
middelzwaar
zwaar
96 % 96 % 96 %
3% 3% 3%
1% 1% 1%
Uit indicatieve berekeningen (CAR II, versie 7.0) volgt een concentratietoename NO2, vanwege deze verkeerstoename, op de wettelijke toetsingsafstand van de ontsluitingsweg zoals in tabel 4.16 is aangegeven. Vanwege het cultureel Wereldcentrum geldt aldus een geringe verslechtering van de luchtkwaliteit. tabel 4.16. Effect op de luchtkwaliteit (in 2020) vanwege cultureel Wereldcentrum aantal bezoekers op jaarbasis
verkeersaantrekkende werking
toename jaargemiddelde
cultureel Wereldcentrum
in etmaalintensiteit
concentratie
toename aantal overschrijdingsdagen (PM10) en -uren (NO2)
PM10
250.000 500.000 850.000
500 1.000 786
PM10
NO2
0,0 0,0 0,0
0,1 0,2 0,1
NO2
0 0 0
0 0 0
Deze geringe verslechtering resulteert naar verwachting niet in nieuwe knelpunten voor de luchtkwaliteit binnen het plangebied. Voorgaand geldt eveneens voor de luchtkwaliteit buiten het plangebied vanwege de verbeteringen in het Actieplan lucht. Voorafgaand aan vaststelling van het bestemmingsplan zal deze constatering in een nader onderzoek onderbouwd (berekend) moeten worden. Gekozen kan worden voor een onderzoek waarin toetsing plaatsvindt aan de wettelijke grenswaarden voor de luchtkwaliteit. Ook kan gekozen worden om de ontwikkelingen in transvaal zoals beschreven in de IBM-lijst (welke onderdeel uitmaakt van het Actieplan lucht) aan te vullen met het effect van het cultureel Wereldcentrum. geur Het basisalternatief en de varianten leiden niet tot het ontstaan van geurhinder in het plangebied. Voor restaurants en horeca in het multicultureel centrum gelden de algemene regels uit het Activiteitenbesluit. Bij naleving van het Activiteitenbesluit is er geen geurhinder te verwachten. samenvattend In tabel 4.17 is het overzicht van de effectvergelijking weergegeven. tabel 4.17. Overzicht effectvergelijking luchtkwaliteit en geurhinder beoordelingsaspecten
luchtkwaliteit
verbetering luchtkwaliteit geurhinder in de woonomgeving 4.9.
scores basisaltenatief (BA) en varianten
basisalternatief
energie
0/0
0/0
wereldcentrum (500.000 bezoekers) 0/0
wereldcentrum (850.000 bezoekers) 0/0
Externe veiligheid
beoordelingskader Voor het thema externe veiligheid zijn het basisalternatief en de varianten beoordeeld volgens onderstaand beoordelingskader.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
47
tabel 4.18. Beoordelingskader thema externe veiligheid aspect
plaatsgebonden (PR) groepsrisico (GR)
beoordelingscriterium
methode
risico aantal (beperkt) kwetsbare objecten binnen een bepaalde af- kwalitatief/ stand van risicobronnen kwantitatief maatregelen om het groepsrisico te beperken kwalitatief
vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg Het basisalternatief en de varianten leiden niet tot externe veiligheidsrisico’s als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. In het plangebied zullen geen nieuwe inrichtingen komen die werken met gevaarlijke stoffen. Er vindt derhalve geen aan- en afvoer plaats van gevaarlijke stoffen over de weg. Kortom, ten aanzien van het aspect van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg zijn geen effecten te verwachten. inrichtingen In het plangebied en de directe omgeving bevinden zich twee inrichtingen met externe veiligheidsrisico’s. Het gaat om twee gasreduceerstations. Het masterplan voorziet niet in een verplaatsing van beide stations, dan wel een uitbreiding van de activiteiten van deze gasstations. Het PR blijft derhalve gelijk aan de referentiesituatie. Ook is er geen aanleiding om aan te nemen dat binnen het plangebied en de directe omgeving BEVI- of BRZO-inrichtingen zullen worden gevestigd. Kortom, ten aanzien van het aspect externe veiligheid inrichtingen zijn geen effecten te verwachten. hogedruk aardgastransportleidingen Het Masterplan gaat niet uit van een verplaatsing van de in het gebied gelegen hogedruk aardgastransportleidingen. Als gevolg van de toevoeging van woningen en daarmee een verhoging van de personendichtheid in het plangebied is sprake van een toename van het groepsrisico. Van deze toename is sprake in geval van alle, in dit plan-MER gehanteerde, varianten. Het is van groot belang om bij de verdere uitwerking van het masterplan een integrale oplossing te uit te werken voor het groepsrisico. Elke ontwikkeling in het plangebied die een verhoging van de bevolkingsconcentratie tot gevolg heeft beïnvloedt het groepsrisico negatief. Momenteel wordt door VROM in samenwerking met Gasunie naar een integrale oplossing gezocht in de vorm van een saneringsplan voor bestaande situaties die volgens de nieuwe wetgeving tot een knelpunt leiden. Mocht uit dit saneringsplan geen integrale oplossing naar voren komen dan zal dit vanuit het masterplan gebeuren. samenvattend In tabel 4.19 is het overzicht van de effectvergelijking weergegeven. tabel 4.19. Overzicht effectvergelijking externe veiligheid beoordelingsaspecten
externe veiligheid
plaatsgebonden risico groepsrisico
scores basisaltenatief (BA) en varianten
basisalternatief
energie
0 -
0 -
wereldcentrum (500.000 bezoekers) 0 -
wereldcentrum (850.000 bezoekers) 0 -
4.10. Mobiliteit beoordelingskader Voor het thema mobiliteit zijn het basisalternatief en de varianten beoordeeld volgens onderstaand beoordelingskader.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
48
tabel 4.20. Beoordelingskader thema mobiliteit aspect
beoordelingscriterium
modal split
maatregelen die de doorstroming van het autoverkeer bevorderen kwalitatief/ beschikbare parkeervoorzieningen zoals verwerkt in de inrichting van kwantitatief het gebied, doorgaande fietsverbindingen, fietsenstallingen in relatie tot parkeervoorzieningen, aantal barrières voor de fiets kwaliteit OV (frequentie), dichtheid voorzieningen langs OV maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid kwalitatief
verkeersveiligheid
methode
algemene verkeersprognose Het Masterplan Lijn 11-zone omvat een veelheid aan maatregelen op het gebied van mobiliteit. Alle maatregelen die deel uitmaken van het masterplan behoren tot het basisalternatief. Een beperkt aantal van maatregelen heeft betrekking op de hele Lijn 11-zone. De meeste maatregelen hebben echter betrekking op één of enkele deelgebieden. Tabel 4.21 toont de verkeersprognoses voor gemotoriseerd verkeer tijdens een gemiddeld avondspitsuur na realisatie van het masterplan in het jaar 2020. Ook hierbij zijn alleen de hoofdroutes door de Lijn 11-zone onderzocht. Ter vergelijking zijn ook de verkeersintensiteiten van de autonome ontwikkeling in het jaar 2020 opgenomen. Zoals gezegd worden binnen verkeersonderzoeken de spitsperioden als de maatgevende perioden van de dag beschouwd. Dit omdat de verkeersdruk in deze perioden het grootst is. In dit geval wordt de avondspitsperiode als maatgevend gezien. Bij de weekdaggemiddelde etmaalintensiteiten wordt niet gekeken naar het drukste moment van een werkdag, maar naar de gemiddelde etmaalintensiteit op een werkdag hetgeen voor mobiliteit minder van belang is. Voor de thema’s geluid en lucht spelen echter de gemiddelde etmaalintensiteiten weer een belangrijke rol. tabel 4.21. Verkeersintensiteiten tijdens een gemiddeld avondspitsuur in de autonome ontwikkeling (2020) en bij realisatie van het masterplan (2020) wegvak
AO 2020 (mvt/uur)
Plan Lijn 11 zone 2020
referentiesituatie
basisalternatief absoluut
1 Loosduinsekade/Loosduinseweg 2 Loosduinsekade/Loosduinseweg 3 Loosduinsekade/Loosduinseweg 4 Noord West Buitensingel 5 Noord West Buitensingel 6 Monsterstestraat 7 Monsterstestraat 8 Monsterstestraat 9 De Heemstraat
10
relatief
wereldcentrum
wereldcentrum
500.000 bezoekers
850.000 bezoekers
absoluut
11
relatief
absoluut
12
relatief
(mvt/uur)
(%)
(mvt/uur)
(%)
(mvt/uur)
(%)
3.200
3.400
6
3.400
6
3.400
6
3.100
3.200
3
3.250
5
3.200
3
2.900
3.000
3
3.000
3
3.000
3
2.100 2.100 650 750 750 1.000
2.150 2.200 700 900 900 1.050
2 5 8 20 20 5
2.150 2.200 750 900 900 1.100
2 5 15 20 20 10
2.150 2.200 750 900 900 1.100
2 5 15 20 20 10
10
Relatief ten opzichte van de autonome ontwikkeling in het jaar 2020.
11
Relatief ten opzichte van de autonome ontwikkeling in het jaar 2020.
12
Relatief ten opzichte van de autonome ontwikkeling in het jaar 2020.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
49
AO 2020 (mvt/uur)
10 De Heemstraat 11 De Heemstraat 12 Regentesselaan 13 Regentesselaan 14 Regentesselaan 15 Paul Krugerlaan 16 Paul Krugerlaan 17 Paul Krugerlaan 18 Paul Krugerlaan 19 Paul Krugerlaan 20 Paul Krugerlaan 21 Paul Krugerlaan 22 De La Reyweg
950 1.000 500 750 950 450 500 550 400 550 700 600 650
Plan Lijn 11 zone 2020
950 1.000 550 750 950 500 550 550 450 600 700 600 700
0 0 10 0 0 11 10 0 13 9 0 0 8
950 1.000 550 750 950 500 550 550 450 600 700 600 700
0 0 10 0 0 11 10 0 13 9 0 0 8
950 1.000 550 750 950 500 550 550 450 600 700 600 700
0 0 10 0 0 11 10 0 13 9 0 0 8
Uit tabel 4.21 blijkt dat in het basisalternatief de verkeersintensiteit op acht wegvakken gelijk blijft aan de prognose voor de autonome ontwikkeling en op veertien wegvakken toeneemt ten opzichte van de autonome ontwikkeling. Per saldo neemt in het basisalternatief de intensiteit van het wegverkeer toe. Realisatie van de twee varianten voor het cultureel Wereldcentrum leidt additioneel nog tot een extra toename van de verkeersintensiteit. Het extra verkeer is met name geconcentreerd op de hoofdwegen rondom het cultureel Wereldcentrum. Voor de prognose van de verkeerscijfers door de gemeente Den Haag is voor het basisalternatief en de variant met 500.000 bezoekers voor het wereldcentrum uitgegaan van een casino-achtige attractie met respectievelijk gemiddeld 2.500 en 4.250 bezoekers per dag (zie tevens bijlage V). Voor de variant met 850.000 bezoekers is uitgegaan van een invulling van het cultureel wereldcentrum met onder andere de functies detailhandel, horeca, hotel, attractie met stedelijk en regionaal karakter, theater/zalenverhuur en een bioscoop (zie tevens bijlage V). Deze aannames resulteren in een verkeersaantrekkende werking voor het wereldcentrum van 500 (basisalternatief), 1000 (500.000 bezoekers) en 786 (850.000 bezoekers) autoritten per gemiddelde weekdag. doorstromingsbevorderende maatregelen voor autoverkeer Bij de herinrichting van het Hobbemaplein en de herinrichting rondom de Haagse Markt wordt rekening gehouden met het verbeteren van de verkeersafwikkeling van het gemotoriseerd verkeer. Beide projecten liggen in elkaars invloedsgebied. Ook de Paul Krugerlaan wordt heringericht om de doorstroming van het autoverkeer te bevorderen. Deze maatregelen zullen plaatselijk tot een betere doorstroming van het gemotoriseerd verkeer leiden, daar waarin de huidige situatie veel sprake is van filevorming. parkeren De netto toename van woningen en culturele voorzieningen binnen de Lijn 11-zone zal leiden tot een extra vraag naar parkeergelegenheid. Op basis van de Haagse parkeernormen leidt dit tot de volgende behoefte aan parkeerplaatsen (Gemeente Den Haag, 2004): - voor de realisatie van netto 1.000-1.400 woningen zijn 800-2.800 parkeerplaatsen benodigd13; - voor de realisatie van netto 15.000-35.000 m2 culturele voorzieningen zijn 330-770 parkeerplaatsen benodigd14. De variatie in oppervlakte hangt mede samen met het beoogde jaarbezoek.
13
Het benodigde aantal parkeerplaatsen is onder meer afhankelijk van het type woning en de omvang van de woning.
14
Het benodigde aantal parkeerplaatsen is onder meer afhankelijk van de te realiseren voorzieningen en de oppervlakte daarvan.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
50
Bij nieuwbouwprojecten binnen de Lijn 11-zone worden parkeervoorzieningen op eigen terrein gerealiseerd. Vanwege de beperkte beschikbaarheid aan ruimte, zal in veel gevallen een keuze worden gemaakt tussen parkeren in een parkeerkelder of parkeren op het dak. Als gevolg van de nieuwbouwprojecten zal de parkeerdruk in de omliggende straten dus niet toenemen. De huidige parkeergarage onder de Haagse Markt wordt uitgebreid tot twee ondergrondse lagen over de gehele lengte van de markt. Hier komen ook de laad- en losvoorzieningen. De parkeerdruk van de Haagse Markt op de omliggende straten zal hierdoor fors afnemen. doorgaande fietsverbindingen Binnen de gehele Lijn 11 zone worden routes voor langzaam verkeer uitgebreid en verbeterd. Daarbij is speciale aandacht voor de doorgaande fietsverbindingen. Twee locaties worden specifiek genoemd: - ter hoogte van park De Verademing wordt een fietsroute langs het Verversingskanaal aangelegd; - in Transvaal-noord worden de verkeersaders voor langzaam verkeer verbeterd. Als gevolg van deze investeringen zal de kwaliteit van de doorgaande fietsverbindingen toenemen. barrières voor de fiets In het basisalternatief blijven de huidige wegen gehandhaafd. Op veel van de onderzochte wegvakken nemen de verkeersintensiteiten na realisatie van het basisalternatief toe. De oversteekbaarheid van wegen neemt daardoor af, wat de barrièrewerking voor de fiets vergroot. fietsparkeervoorzieningen Het Masterplan gaat niet uit van grootschalige verbeteringen op het gebied van fietsparkeren. kwaliteit openbaar vervoer Op het gebied van openbaar vervoer vinden diverse verbeteringen plaats. De openbaar vervoerverbindingen worden geoptimaliseerd en sluiten beter op elkaar aan. Dit maakt overstappen makkelijker. Tramlijn 11 wordt opgewaardeerd tot het niveau van RandstadRail. Tramhaltes langs lijn 11 krijgen een hoogwaardige uitstraling en voorzieningen in de omgeving. Bij de markthal van de Haagse Markt wordt station Transvaal gerealiseerd (tramhalte van lijn 11 en 12). De kwaliteit van het openbaar vervoer in de Lijn 11 zone zal in het basisalternatief sterk verbeteren. De varianten voor het wereldcentrum zijn voor dit beoordelingscriterium niet onderscheidend. voorzieningen langs openbaar vervoer Met name langs tramlijn 11 worden rondom de haltes voorzieningen gerealiseerd. De aard en invulling van deze voorzieningen zijn nog niet uitgewerkt. Naar verwachting neemt de dichtheid van voorzieningen langs het Lijn 11-tracé toe. modal split Voor het basisalternatief in het jaar 2020 bestaan geen modelmatige schattingen van de modal split. Daarom wordt op basis van de prognoses voor het gemotoriseerd verkeer en de plannen binnen het basisalternatief een inschatting gemaakt van de modal split in het jaar 2020. Zie hiervoor de onderstaande tabel.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
51
tabel 4.22. De modal split binnen de Lijn 11 zone in de autonome ontwikkeling (2020) en bij realisatie van het masterplan (2020) modaliteit
aandeel modaliteit in het totaal aantal verplaatsingen (%) autonome ontwikkeling (2020)
basisalternatief (2020)
32 2 16 2 16 31 1 100
30 2 20 2 17 28 1 100
auto trein bus en tram bromfiets fiets lopen andere vervoerwijze totaal
In het basisalternatief wordt de kwaliteit van het openbaar vervoerssysteem in de Lijn 11-zone verbeterd en wordt de openbaar vervoersomgeving aantrekkelijker gemaakt door een betere inpassing van tramhaltes en het realiseren van goede voorzieningen rondom halteplaatsen. Als gevolg van de kwaliteitsverbeteringen aan het openbaar vervoer is de verwachting dat mensen zowel op de lange als de korte afstand meer gebruik gaan maken van het openbaar vervoer. Geschat wordt dat dit leidt tot een toename van het aandeel bus en tram met 4 %. Door de investeringen in de kwaliteit van de doorgaande fietsverbindingen en de fietsparkeervoorzieningen neemt naar verwachting tevens het fietsgebruik op de korte afstand toe. Geschat wordt dat dit leidt tot een toename van het aandeel fiets met 1 %. Als gevolg van het aantrekkelijker worden van het openbaar vervoer en het gebruik van de fiets, wordt een afname verwacht van het autogebruik (met name op de lange afstand) en het aandeel lopen (op de korte afstand). Geschat wordt dat dit leidt tot afnamen van respectievelijk 2 % en 3 %. In bovenstaande alinea wordt aangegeven dat de modaliteit auto in aandeel afneemt binnen de modal split. Eerder is echter geconcludeerd dat in het basisalternatief de hoeveelheid gemotoriseerd verkeer door de Lijn 11-zone per saldo toeneemt. De verklaring hiervoor is dat de totale verkeershoeveelheid binnen de Lijn 11-zone na realisatie van het basisalternatief aanzienlijk toeneemt. Zodoende kan meer gemotoriseerd verkeer gepaard gaan met een afname van het aandeel autoverkeer. De in tabel 4.22 vermelde modal split voor het basisalternatief bevat een schatting voor de situatie in 2020. Het wordt aanbevolen om voorafgaand aan de verdere planvorming de modal split in de Lijn 11zone te monitoren. Door ook na realisatie van het planvoornemen de modal split te monitoren, kan het werkelijk effect van het planvoornemen op de modal split inzichtelijk worden gemaakt. verkeersveiligheid In het basisalternatief worden de volgende maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid genomen: - een aantal verkeersknooppunten langs de Loosduinseweg/-kade worden voorzien van hoogteaccenten; - in de hele Lijn 11 zone worden de routes voor langzaam verkeer uitgebreid en verbeterd; - het Hobbemaplein wordt heringericht; - de verkeerssituatie rondom tramlijn 11 wordt verbeterd; - rondom het wereldcentrum worden diverse looproutes en verbindingen verbeterd; - enkele straten in Transvaal Noord worden voorzien van een maximumsnelheid van 30 km/u en eenrichtingsverkeer. Bovengenoemde maatregelen zullen bijdragen aan het verhogen van de verkeersveiligheid in de Lijn 11 zone. De twee varianten voor het wereldcentrum zijn voor het aspect verkeersveiligheid niet onderscheidend ten opzichte van het basisalternatief. De verkeersgeneratie rondom het cultureel Wereld-
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
52
centrum is in beide varianten weliswaar hoger dan in het basisalternatief, maar kan bij een goede inpassing kan het verkeer veilig worden afgewikkeld op het omliggende wegennet. samenvattend Onderstaande tabel vat de effectbeoordeling van het basisalternatief en varianten. tabel 4.23. Overzicht effectvergelijking mobiliteit beoordelingsaspecten
scores basisalternatief (BA) en varianten
mobiliteit
basisalternatief
energie
modal split verkeersveiligheid
+ +
+ +
wereldcentrum (500.000 bezoekers) + +
wereldcentrum (850.000 bezoekers) + +
4.11. Energie en klimaat beoordelingskader Voor het thema energie en klimaat zijn het basisalternatief en de varianten beoordeeld volgens onderstaand beoordelingskader. tabel 4.24. Beoordelingskader thema energie en klimaat aspect
beoordelingscriterium
methode
energie
energieverbruik emissies flexibiliteit naar de toekomst
kwalitatief/ kwantitatief
algemeen Een groot deel van de nieuw te bouwen woningen zal bestaan uit gestapelde bouw. Dit geeft aan de ene kant een beperking in het oppervlak van het dak voor benutting van PV-panelen of gebruik van zonnecollectoren. Aan de andere kant nemen de kansen op het gebruik van stadsverwarming of een koude-/warmteopslag toe. Omdat bestaande oude woningen worden vervangen door nieuwe woningen is sprake van een vermindering van het aardgasverbruik met 60 – 70 %, bijvoorbeeld als gevolg van een fors verbeterde isolatie. In de omgeving zijn voorzieningen aanwezig die kansrijk zijn in het leveren van een positieve bijdrage op het gebied van energie: 1. de energiecentrale van EON. Deze levert elektriciteit en warmte aan de omgeving in de vorm van stadsverwarming. Gebruik van restwarmte is mogelijk vanwege het aanwezige leidingnet. De hoofdleiding loopt door de Loosduinsekade. Een variant kan zijn om warmwater met een lagere temperatuur voor ruimteverwarming aan te leggen waardoor het rendement van de elektriciteitsproductie toeneemt; 2. overtollig biogas van de rioolwaterzuiveringsinstallatie Houtrust is in te zetten in de energiecentrale; 3. de permanente onttrekking van verontreinigd grondwater rond park De Verademing. Hier is een combinatie met warmtepompen of koeling mogelijk. Overige te noemen aandachtpunten of doelstellingen: - de te plegen nieuwbouw dient CO2-neutraal te zijn; - de woningen maken passief en actief gebruik van zonne-energie (zongericht bouwen, zonneboilers en –panelen); - in de wijk wordt de inzet van warmtepompen in combinatie met warmte-koude opslag bevorderd; - in de wijk wordt het aanwenden van aardwarmte bevorderd.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
53
varianten op het thema energie Op basis van het Masterplan zijn voor de Lijn 11-Zone drie energieconcepten uitgewekt. Het betreft de volgende drie concepten (alternatieven): - concept 1; ⋅ warmteopwekking op woningniveau; - concept 2; ⋅ warmteopwekking op wijkniveau (huidige stadsverwarming); - concept 3; ⋅ warmteopwekking door warmtepomp en warmte-/koudeopslag. Bij het ontwikkelen van de concepten is rekening gehouden met de volgende punten: - er is geen rekening gehouden met subsidies; - in elk concept wordt uitgegaan van de toepassing van hoge isolatiewaarden, passieve zonneenergie en lage temperatuurverwarming. Bij de verdere uitwerking van het Masterplan en de woning/gebouw ontwerpen moet hiermee rekening worden gehouden (oriëntatie, glasoppervlakken). Hieronder worden het energieconcepten toegelicht en wordt aangegeven hoe elk concept scoort op de beoordelingscriteria energieverbruik, emissies en flexibiliteit naar de toekomst. warmteopwekking op woningniveau - concept 1 De woningen en gebouwen in dit concept zijn zeer goed geïsoleerd. Voor verwarming en warm tapwater worden in alle woningen individuele HR CV-ketels geplaatst. De warmte wordt in de woning afgegeven door een laag temperatuursysteem15 (< 45 ºC). Voor ventilatie van de woning wordt natuurlijke toevoer gebruikt (openen ramen en roosters), in combinatie met mechanische afvoer. De woningen worden georiënteerd op de zon en in de meeste woningen wordt gebruik gemaakt van zonneboilers (voor warm tapwater en voor ruimteverwarming). energieverbruik en emissies Onderzocht is wat het netto primair energieverbruik en de totale netto emissies zijn ten gevolge van het energieverbruik. Het gaat daarbij om de emissies van CO2, NOx en SOx in ton per jaar. In tabel 4.21. zijn de gevolgen voor het energieverbruik en de emissies samengevat.
15
Een Lage Temperatuur Systeem (LTS), is zo afgesteld dat het water van hooguit 55 graden levert. Bij dit systeem horen speciale lage temperatuur radiatoren of speciale vloer- en/of wandverwarming.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
54
tabel 4.25. Energieverbruik en emissies warmteopwekking op woningniveau concept 1: warmteopwekking op woningniveau
woningen 4.407 (totaal bestaand) woningen nieuw 2.390 (totaal) multicultureel vrijetijdscomplex Haagse markt totaal
energieverbruik (GJ per jaar)
360.200 93.100 10.600 3.900 467.800
emissies (ton per jaar)
CO2 22.870 7.300 1.000 380 31.550
NOx 17 8 1 1 27
SOx 6 3 1 0 10
flexibiliteit toekomst De gebruiker bepaalt in hoge mate de energieprestatie van zijn woning. Omdat in dit energieconcept de isolatiewaarde hoog genoeg is, is de energievraag van de woning gering. De energieprestatie in de toekomst kan verbeteren als individuele systemen door bewoners op termijn vervangen worden door efficiëntere installaties, of als bijvoorbeeld zonnepanelen (PV-panelen) worden toegepast. Andersoortig gas en elektriciteit (biogas, groene stroom) kan in de toekomst ingezet worden in dit concept. stadsverwarming - concept 2 In dit energieconcept wordt warmte geleverd via energiecentrale van EON. De woningen en gebouwen zijn normaal tot goed geïsoleerd. De Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) bedraagt 0,8. De warmte wordt in de woning afgegeven door een hoog temperatuur verwarmingssysteem (> 70 ºC) in verband met warmwaterbereiding in de woningen. Voor ventilatie van de woning wordt natuurlijke toevoer gebruikt (openen ramen en roosters), in combinatie met mechanische afvoer. In de nieuw te bouwen woningen wordt gebruik gemaakt van zonne-energie, door de woning te oriënteren op de zon. In dit concept zijn geen zonneboilers opgenomen. Wel is rekening gehouden met een laagtemperatuurverwarmingssysteem. De bestaande energiecentrale met een capaciteit van 89 MW is met name gericht op elektriciteitsproductie. De warmteproductie is een bijzaak. Voor het gehele plangebied is de warmtevraag in de nieuwe situatie met 17 MW toegenomen. De oude woningen hebben een warmtevraag van 11 MW indien deze ook op de stadsverwarming waren aangesloten. Per saldo is de toegenomen warmtevraag gering vanwege de betere isolatie van de nieuwe woningen. In het nieuwe plan wordt een geringe toename van de capaciteit van de energiecentrale gevraagd. Volgens Eneco past de uitbreiding in de huidige capaciteit van de energiecentrale. De aanwezigheid van de centrale is in dit concept beschouwd als een uitgangspunt. Op dit uitgangspunt is ook de beoordeling van het energieverbruik en de emissies gebaseerd. In de berekening is rekening gehouden met een bijstook door de verwarmingsketel in de energiecentrale tijdens pieken in de warmtevraag. Ook is de pompenergie voor het distributienet meegenomen. Er is ook sprak van een toename van het elektriciteitsverbruik door de vermeerdering van de het aantal woningen en het vrijetijdscomplex in het gebied. De effecten van het toepassen van aardwarmte (hoge temperaturen 70-40°C) zijn vergelijkbaar met stadsverwarming. De investeringen zullen wel hoger zijn dan bij stadsverwarming omdat bij het laatste een infrastructuur aanwezig is. Geothermie wordt op korte termijn in Den Haag aangelegd. Bij fase 1 worden 4.000 woningen aangesloten. De temperatuur van 70°C is gekozen vanwege de bereiding van warmtapwater. De warmte afgifte in de woningen vindt plaats met een laagtemperatuursysteem. De boring start half 2009. Fase 2 omvat 3.000 woningen. De beide systemen worden gekoppeld met de huidige stadsverwarming om als back-up in geval van storing te dienen.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
55
tabel 4.26. Energieverbruik en emissies van stadsverwarming concept 2: stadsverwarming
energieverbruik (GJ per jaar)
woningen 4.407 (totaal bestaand) woningen nieuw 2.390 (totaal) multicultureel vrijetijdscomplex Haagse markt totaal
360.200 36.400 5.850 2.350 404.800
emissies (ton per jaar)
CO2 22.870 4.500 740 300 28.410
NOx 17 7 1 1 26
SOx 6 3 1 0 10
Ondanks de uitbreiding in het gebied blijkt dat het energieverbruik met 13,5 % is gedaald ten opzichte van de referentiesituatie. flexibiliteit toekomst Bij warmtelevering van buiten wordt meer restwarmte van de energiecentrale voor ruimteverwarming en warmtapwater gebruikt. Hierdoor neemt het rendement van de elektriciteitsproductie en van de stadsverwarming toe. Stadsverwarming is aanwezig waardoor deze optie flexibeler is dan andere energieconcepten. Stadsverwarming onderscheidt zich positief ten opzichte van concept 1 doordat onderhoud aan de energiecentrale professioneel kan gebeuren, waardoor de energieprestatie in de toekomst stabiel is. Andersoortig gas en elektriciteit (biogas, groene stroom) kan in de toekomst ingezet worden in dit energieconcept. warmtepomp en warmte-/koudeopslag - concept 3 In dit energieconcept wordt warmte geleverd via een warmte-/koudeopslag. De woningen en gebouwen zijn normaal tot goed geïsoleerd. De Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) bedraagt 0,8. De warmte wordt in de woning afgegeven door een laag temperatuur verwarmingssysteem (< 45 ºC). Voor ventilatie van de woning wordt natuurlijke toevoer gebruikt (openen ramen en roosters), in combinatie met mechanische afvoer. In de woning wordt gebruik gemaakt van zonne-energie door de woning te oriënteren op de zon. In dit concept zijn geen zonneboilers opgenomen. De woning en het tapwater worden verwarmd door een warmtepomp. Naverwarming van warmtapwater gebeurt elektrisch. In dit concept is rekening gehouden met het leveren van warmte aan het koudeopslagsysteem door de koelmachines van de Haagsemarkt. Dit overschot aan warmte kan in de winter nuttig worden gebruikt en in de zomer zorgen voor de energiebalans in de bodem. Ook is de pompenergie voor het distributienet meegenomen. In de berekening is rekening gehouden met een bijstook door de verwarmingsketel in de energiecentrale tijdens pieken in de warmtevraag. tabel 4.27. Energieverbruik en emissies van warmtepomp en warmte-/koudeopslag concept 3: warmtepomp en warmte-/koudeopslag
energieverbruik (GJ per jaar)
woningen 4.407 (totaal bestaand) woningen nieuw 2.390 (totaal) multicultureel vrijetijdscomplex Haagse markt totaal
360.200 50.800 6.900 2.600 420.500
emissies (ton per jaar)
CO2 22.870 6.900 800 320 30.890
NOx 17 11 1 1 30
SOx 6 6 1 0 13
Uit de tabel blijkt dat het energieverbruik met 10 % is gedaald ten opzichte van de referentiesituatie. Vanwege de inzet van elektrische warmtepompen met name in de woningen daalt de uitstoot van CO2 weinig. Gezien het feit dat er in de wijk een stadsverwarmingdistributienet aanwezig is lijkt een warmte/koudeopslag voor de woningen niet voor de handliggend. Wel kan de combinatie stadsverwarming en warmte-/koudeopslag een rolspelen bij het vrijetijdscomplex en de Haagse markt.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
56
flexibiliteit toekomst Door een laagtemperatuursysteem zijn andere energieconcepten in de toekomst mogelijk. Warmte/koudeopslagsystemen vragen wel een ruimtelijke inpassing in de omgeving. Dit geldt voor de locatie van de bronnen en het distributiesysteem. Omdat de nieuwbouwlocaties uit deelgebieden bestaat kan gekeken worden naar meerdere systemen. Ook moet gekeken worden of er in het gebied al dergelijke systemen functioneren zodat de onderlinge beïnvloeding geen nadelige gevolgen voor het rendement van de opslag veroorzaken. combinatie stadsverwarming en warmte-/koudeopslag Het verwarmen van woningen gebeurt of met stadsverwarming of met warmte-/koudeopslag. Een combinatie hiervan is niet mogelijk omdat warmte-/koude opslag met lage temperaturen werkt en daarmee als een apart distributienet moeten worden aangelegd. Het stadsverwarmingsnet is al binnen het plangebied aanwezig, waardoor het op woningniveau niet rendabel is om daar ook nog eens een systeem van warmte-/koudeopslag aan toe te voegen. Daarnaast geldt dat het transport van warmte relatief weinig energie kost, waardoor de geografische afstand tot de warmtebron eveneens niet resulteert in een onderscheidend effect op de energiebalans. Het toepassen van een combinatie van stadsverwarming en warmte-/koudeopslag is hier dan ook niet verder uitgewerkt. investeringen Aanvullend op de verschillende beoordelingscriteria is ook gekeken naar de benodigde investeringen voor de energieconcepten. De investeringen bestaan uit kosten op woningniveau, kosten voor distributienetwerken en voor de warmteproductie. De investeringskosten voor warmte-/koudeopslag zijn ruim 20 % hoger dan die van stadsverwarming. Bij stadsverwarming zijn de investeringskosten in de woningen weliswaar lager (warmtewisselaar), maar de kosten voor warmtedistributie zijn hoger bij stadsverwarming. In Den Haag is een stadsverwarmingsnet aanwezig. De kosten voor warmtedistributie en opwekking worden vertaald in aansluitkosten en een jaarlijks vastrecht. Meestal zijn de kosten gelijk of lager dan die van opwekking op woningniveau. samenvattend Tabel 4.28 geeft een overzicht van de gevolgen van de inrichtingsalternatieven voor het thema energie, waarbij de energieconcepten zijn vergeleken met de referentiesituatie. tabel 4.28. Overzicht gevolgen aspect energie beoordelingscriteria
energieverbruik uitstoot emissies: CO2 NOx SOx flexibiliteit toekomst
autonome ontwikkeling
energievarianten
stadsverwarming
0
warmteopwekking op woningniveau 0
++
warmte- en koude opslag +
0 0 0 0
0 + + 0/+
++ ++ + 0
+ + + 0/+
Door vervanging van bestaande woningen door nieuwe energiezuinige woningen is de toename op woningniveau gering. Wat betreft de energie-effecten scoort concept 2, stadsverwarming het beste. Dit is vooral vanwege het lagere energieverbruik (reductie van 60 % ten opzichte van de referentiesituatie) en de lagere CO2-uitstoot (reductie van 40 % ten opzichte van de referentiesituatie). Stadsverwarming is wel minder flexibel en biedt minder mogelijkheden om in de nabije toekomst nieuwe energietechnieken op woningniveau toe te passen. Vanwege de aanwezigheid van stadsverwarming zijn de onzekerheden op het gebied van investeringen klein. Wel is men afhankelijk van andere partijen (energiebedrijven).
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
57
4.12. Sociale aspecten beoordelingskader Voor het thema sociale aspecten zijn het basisalternatief en de varianten beoordeeld volgens onderstaand beoordelingskader. tabel 4.29: Beoordelingskader thema sociale aspecten aspect
verlichting ruimte
beoordelingscriterium
methode
openbare maatregelen die de sociale en integrale veiligheid bevorde- kwalitatief ren
overzichtelijkheid open- maatregelen die de sociale en integrale veiligheid bevorde- kwalitatief bare ruimte ren integrale veiligheid maatregelen die de sociale en integrale veiligheid bevorde- kwalitatief ren algemeen Het masterplan voorziet op verschillende locaties in het gebied in functiemenging (rondom de energiecentrale, de Uitenhagestraat). Hierdoor zal de sociale veiligheid in het plangebied toenemen. Functiemenging van wonen en bedrijvigheid zorgt ervoor dat gebieden op verschillende tijdstippen in gebruik zijn en de sociale controle toeneemt. Verder kan het promoten van de Haagse Markt en de Paul Krugerlaan, het bieden van ruimte voor creatieve bedrijvigheid rondom de energiecentrale en het realiseren van het cultureel wereldcentrum ervoor zorgen dat de werkloosheid in de wijk daalt. Ook dit komt het sociale aspect ten goede. verlichting openbare ruimte In het basisalternatief wordt geen aandacht besteed aan de verlichting van de openbare ruimte in verband met de sociale veiligheid. Het basisalternatief voegt wel een aantal nieuwe functies toe. Bij een aantal van deze functies zal bij realisatie ook zeker sprake zijn van een betere verlichtingssituatie. Het gaat om de volgende functies: - intensiever gebruik lijn 11; ⋅ het basisalternatief gaat uit van het omzetten van tram naar Randstadrail: het is hierbij de bedoeling dat lijn 11 vaker gaat rijden én tot later op de avond. Vooral dat laatste zorgt ervoor dat een goede verlichting noodzakelijk is; - cultureel wereldcentrum; ⋅ multifunctioneel gebruik resulteert in meer levendigheid en bezoekers in de avonduren, dus een betere verlichting zal noodzakelijk zijn; - herinrichting bedrijventerrein Uitenhagestraat; ⋅ multifunctioneel gebruik resulteert in meer levendigheid en bezoekers in de avonduren, dus een betere verlichting zal noodzakelijk zijn; - creatief wonen en werken rond de energiecentrale; ⋅ multifunctioneel gebruik resulteert in meer levendigheid en bezoekers in de avonduren, dus een betere verlichting zal noodzakelijk zijn. overzichtelijkheid openbare ruimte In het basisalternatief worden de volgende maatregelen genoemd die de overzichtelijkheid van de openbare ruimte ten goede komen: - verbetering aansluiting lijn 11 zone met Schilderswijk en Transvaal; ⋅ het masterplan wil de barrièrewerking doorbreken die binnen het gebied aanwezig is. Dit creëert meer zichtlijnen en betere verbindingsroutes; - tropisch avontuur op de Haagse markt;
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
58
⋅
-
-
-
-
-
met name het weghalen van de containers op het marktterrein door ondergrondse opslagruimte te bieden, heeft een positief effect op de overzichtelijkheid van het marktterrein en omliggend openbaar gebied; cultureel wereldcentrum; ⋅ met het aanleggen van een groot cultureel centrum gaat ook een betere ontsluiting van de locatie gemoeid. Verder wordt uitdrukkelijk gestreefd naar een bijzondere uitstraling van het gebouw. Hiermee kan het gebouw een landmarkfunctie vervullen; bedrijventerrein Uitenhagestraat; ⋅ bij het aanpakken van het bedrijventerrein wordt ook de ‘gesloten’ achterkantsituatie aan de Monstersestraat doorbroken. Daarnaast wordt de openbare ruimte opnieuw ingericht; aangenaam wonen in Transvaal Noord; ⋅ naast het woningbouwprogramma dat een onderdeel vormt van het masterplan, wordt bij dit programmapunt ook stevig ingezet op een verbetering van het woonmilieu, inclusief de openbare ruimte. Naast verbetering van de openbare ruimte in het algemeen worden de volgende specifieke punten genoemd; - nieuwe verbindingsweg tussen de Uitenhagestraat en het Joubertplanstoen; - inpandige parkeerplaatsen bij de nieuwbouw; - verbetering langzaamverkeerroutes en uitbreiding van de 30 km zones; - verbetering van het wijkpark Joubertplantsoen en aanleg van een speeltuin; creatief wonen en werken rond de energiecentrale; ⋅ voor de energiecentrale dient het geïsoleerde karakter van het gebied doorbroken te worden. Ook wordt voorzien in een betere aansluiting op De Verademing. Een blokverkaveling moet het gebied overzichtelijk houden. Verder wordt voorzien in een herinrichting van de openbare ruimte, waarbij wordt aangesloten op de ruimtelijke kwaliteiten van de energiecentrale. Deze kan daarbij dienen als landmark; recreëren in Park De Verademing; ⋅ het Masterplan richt hier op herinrichten om uitstraling, toegankelijkheid en groenvoorzieningen te verbeteren.
samenvattend Onderstaande tabel vat de effectbeoordeling van het basisalternatief en de varianten samen. tabel 4.30. Overzicht effectvergelijking sociale veiligheid beoordelingsaspecten
sociale aspecten
verlichting openbare ruimte overzichtelijkheid openbare ruimte integrale veiligheid
scores basisalternatief (BA) en varianten
basisalternatief
energie
+ +
wereldcentrum (500.000 bezoekers) + +
wereldcentrum (850.000 bezoekers) + +
+ + +
+
0
0
De twee varianten voor een groter wereldcentrum kunnen wel effecten hebben voor de sociale veiligheid. Het is echter niet mogelijk hierover gefundeerde uitspraken te doen. Het wereldcentrum dat meer bezoekers trekt, kan bijdragen aan een groter gevoel van sociale veiligheid. De relatie is echter niet één-op-één. De effecten voor de sociale veiligheid zijn ook afhankelijk van het programma. Als een groter wereldcentrum bijvoorbeeld andere activiteiten exploiteert, kunnen de openingstijden worden uitgebreid. Hierdoor zijn er meer mensen op straat gedurende voorheen stille periodes. Daarentegen kan een erg grote toestroom van bezoekers juist tot een verminderde sociale veiligheid leiden.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
59
5. EFFECTVERGELIJKING 5.1. Inleiding In dit hoofdstuk zijn de effecten van de varianten integraal vergeleken. Zijn er varianten die goed scoren op meerdere thema’s, of zijn er varianten die niet aantrekkelijk blijken te zijn? Om die vragen te kunnen beantwoorden zijn alle effecten op een rij gezet. In paragraaf 5.2. zijn de effecten samengevat en worden de effecten op de milieuthema’s besproken. In paragraaf 5.3. wordt vervolgens het voorkeursalternatief (VKA) beschreven. Dit is het alternatief dat door de initiatiefnemer gezamenlijk met de betrokken partners, als meest gewenst is beoordeeld. 5.2. Effectvergelijking In tabel 5.1 is een samenvatting gegeven van de effectvergelijking zoals deze volgt uit hoofdstuk 4. tabel 5.1. Overzicht effectvergelijking scores basisaltenatief (BA) en varianten
beoordelingsapecten
basisalternatief wereldcentrum (250.000 bezoekers)
bodem bodemverontreiniging gesloten grondbalans archeologie en cultuurhistorie archeologie monumenten en beschermd stadsgezicht water waterkwaliteit wateroverlast natuur/groen groenstructuur kwaliteit groen/natuur geluid weg- en railverkeer bedrijven horeca en evenementen lucht luchtkwaliteit geur externe veiligheid plaatsgebonden risico (PR) groepsrisico (GR) mobiliteit modal split verkeersveiligheid klimaat energieverbruik
varianten energie 1
2
3
wereldcen- wereldcentrum trum (850.000 (500.000 bezoekers) bezoekers)
+ 0
+ 0
+ 0
+ 0
0
-0
-0
-0
0 0
0 0
0 0
0 0
+ 0
+ 0
+ 0
+ 0
0 -
0 -
0 -
0 -
0/0
0/0
0/0
0/0
0 -
0 -
0 -
0 -
+ +
+ +
+ +
+ +
+
0
0
0
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
0
++
60
scores basisaltenatief (BA) en varianten
beoordelingsapecten
basisalternatief
varianten
wereldcentrum (250.000 bezoekers) uitstoot emissies: CO2 NOx SOx flexibiliteit toekomst sociale aspecten verlichting openbare ruimte overzichtelijkheid openbare ruimte integrale veiligheid
energie
wereldcen- wereldcentrum trum (850.000 (500.000 bezoekers) bezoekers)
1
2
3
0 + + 0/+
++ ++ + 0
+ + + 0/+
0 0 0 0
0 0 0 0
+ +
+ +
+ +
+ +
+
+
0
0
0 0 0 0
effecten van het basisalternatief op de milieuthema’s Het basisalternatief voor de planontwikkeling in de lijn 11-zone resulteert in een geringe verslechtering ten opzichte van de referentiesituatie (autonome ontwikkeling 2020) voor de milieuaspecten archeologie en cultuurhistorie, geluid, lucht en externe veiligheid. De redenen voor de geringe verslechteringen betreffen in het kort de volgende: - de plannen leiden tot grondroering in een gebied met een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde. In het geval dat er daadwerkelijk sprake is van archeologische waarden, geldt dit als een geringe verslechtering van deze waarden; - de plannen resulteren in een toename van het verkeer binnen het plangebied. De toename in de geluidbelasting ten gevolge van deze verkeerstoename binnen het plangebied en in de omgeving van het plangebied bedraagt hierdoor minder dan 2 dB. Dit geldt als een geringe verslechtering voor de geluidbelasting. Daarnaast zal vanwege de komst van het wereldcentrum de geluidbelasting ten gevolge van horeca- en evenementen toenemen. Dit geldt als een geringe verslechtering omdat een en ander binnen het geldende beleidskader en de geldende wet- en regelgeving dient te gebeuren; - uit verkennende berekeningen volgt dat aanvullende ingrepen in het plangebied (realisatie van het wereldcentrum) ten opzichte van het actieplan luchtkwaliteit Den Haag 2007-2015 resulteert in een geringe verslechtering van de luchtkwaliteit voor de concentraties stikstofdioxide (NO2). Voor de concentraties fijnstof (PM10) geldt noch een verslechtering noch een verbetering; - de plannen resulteren in een toename van de aanwezige personen in het gebied. Hierdoor zal het groepsrisico in het plangebied toenemen. Voorgaand resulteert in een geringe verslechtering ten opzichte van de autonome ontwikkeling. Voor de thema’s water en klimaat scoort het basisalternatief voor de planontwikkeling in de lijn 11zone neutraal ten opzichte van de referentiesituatie (autonome ontwikkeling 2020). De reden hiervoor zijn als volgt kort aan te geven: - de effecten van de ingrepen in het plangebied op het water in het gebied zijn beperkt. Potentiële verslechtering van de waterhuishouding vanwege de ingrepen wordt geneutraliseerd door het geldende beleid (bijvoorbeeld bij toename van verhard oppervlakte creëren van waterberging). Daarnaast bevat het basisalternatief geen concrete maatregelen ter verbetering van de waterhuishouding; - het basisalternatief scoort neutraal vanwege enerzijds de verbeterende werking vanwege renovatie en anderzijds de verslechterende werking vanwege de intensivering van het plangebied.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
61
Het basisalternatief voor de planontwikkeling in de lijn 11-zone resulteert in een geringe verbetering ten opzichte van de referentiesituatie (autonome ontwikkeling 2020) voor de milieuaspecten bodem, natuur/groen, mobiliteit en sociale aspecten. De redenen voor de geringere verbeteringen betreffen in het kort de volgende: - binnen het plangebied zal de bodem moeten voldoen aan de bodemkwaliteitseisen voor de geprojecteerde functies. Voor zover er sprake is van bodemverontreiniging, zal de bodem ter plekke moeten worden gereinigd of afgevoerd. Hierdoor zal op diverse plekken binnen het plangebied de bodemkwaliteit toenemen; - diverse ontwikkelingen in het plangebied beogen versterking van de natuur en de groenstructuur in het plangebied; - met name de maatregelen in het plan met betrekking tot het langzaam verkeer, het openbaar vervoer en de inrichting van het Hobbemaplein resulteren in een verbetering van de mobiliteit in het plangebied; - met name de maatregelen in het plan gerelateerd aan de inrichting van het openbaar gebied en het creeren van werkgelegenheid (cultureel wereldcentrum) resulteren in een verbetering van de sociale aspecten. Er is geen sprake van een aanzienlijke verbetering en/of verslechtering vanwege het basisalternatief van de planontwikkeling in de lijn 11 zone voor de milieuaspecten. effecten van de varianten voor het wereldcentrum op de milieuthema’s De twee varianten voor het wereldcentrum met 500.000 en 850.000 bezoekers zijn slechts onderscheidend van het basisalternatief (250.000 bezoekers) voor twee milieuthema’s; archeologie en cultuurhistorie en sociale aspecten. Voor deze thema’s geldt dat de varianten in een geringe verslechteringen resulteren ten opzichte van het basisalternatief. De redenen hiervoor zijn hieronder kort weergegeven: - de varianten voor het wereldcentrum leiden tot meer grondroering in een gebied met een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde. In het geval dat er daadwerkelijk sprake is van archeologische waarden, geldt dit als een geringe verslechtering van deze waarden ten opzichte van het basisalternatief; - de twee varianten voor een groter wereldcentrum bergen het risico in zich voor een geringe verslechtering van de sociale veiligheid, vanwege een grotere toestroom van bezoekers. effecten van de energievariant op het milieuthema klimaat Wat betreft de energie-effecten scoort stadsverwarming, waarbij warmte wordt geleverd via energiecentrale van EON, het beste. Dit is vooral vanwege het lagere energieverbruik (reductie van 60 % ten opzichte van de referentiesituatie) en de lagere CO2-uitstoot (reductie van 40 % ten opzichte van de referentiesituatie). Stadsverwarming is wel minder flexibel en biedt minder mogelijkheden om in de nabije toekomst nieuwe energietechnieken op woningniveau toe te passen. Vanwege de aanwezigheid van stadsverwarming zijn de onzekerheden op het gebied van investeringen klein. Wel is men afhankelijk van andere partijen (energiebedrijven). 5.3. Voorkeursalternatief Op grond van de effectvergelijking geldt de variant waarbij gekozen wordt voor stadsverwarming (geleverd via energiecentrale van EON) en een wereldcentrum met een bezoekersaantal van 250.000 per jaar als voorkeursalternatief. Hierbij zijn een drietal kanttekeningen te plaatsen waar het, het wereldcentrum betreft. De verslechterende effecten voor de aspecten archeologie en integrale veiligheid zijn slechts gering. Het is goed om bij verder planontwikkeling het onderstaande in ogenschouw te nemen.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
62
Indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse van het geprojecteerde wereldcentrum, ondanks een middelhoge tot hoge verwachtingswaarde, geen archeologische waarden aanwezig zijn is het effect van een drukker bezocht wereldcentrum op dit thema niet meer onderscheidend. De feitelijke effecten op de luchtkwaliteit van een drukker bezocht wereldcentrum volgen uit gedetailleerd onderzoek naar de luchtkwaliteit waarin tevens toetsing plaatsvindt aan de luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer. De geringe verslechtering zoals deze wordt verwacht in dit plan-MER geldt op basis van verkennende berekeningen. Bovendien deze resultaten sterk afhankelijk van de prognoses van de verkeerscijfers. Het is niet mogelijk om gefundeerde uitspraken te doen over het effect van een drukker bezocht wereldcentrum op de sociale aspecten. Omdat het accent van het masterplan mede ligt op de sociale aspecten in het plangebied is gekozen voor de beoordeling ‘geringe verslechtering’ om tenminste het risico van een drukker bezocht wereldcentrum op de sociale aspecten duidelijk te benoemen.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
63
6. LEEMTEN IN KENNIS EN AANZET TOT EEN EVALUATIEPROGRAMMA 6.1. Leemten in kennis en informatie Gezien het hoge abstractieniveau van deze studie zijn er geen significante leemtes in voorspellingsmethoden (kennis) of basisinformatie die van invloed zijn op de afweging. De belangrijkste leemtes in kennis en informatie die aanwezig zijn, zijn hieronder benoemd. water De gemeente Den Haag is momenteel bezig met de ontwikkeling van een nieuw waterplan (planperiode 2010 - 2015). In 2009 wordt door de gemeente een nieuw gemeentelijk rioleringsplan (planperiode 2011 - 2015) opgesteld. Daarnaast wordt door Rijkswaterstaat de komende jaren veel intensiever de kwaliteit van de Noordzee gemeten tijdens en na een riooloverstort. Hetgeen uiteraard ook informatie zal verschaffen over de kwaliteit van het water in het Verversingskanaal. Deze ontwikkelingen in het beleid en de monitoring van de kwaliteit van de Noordzee kunnen grote gevolgen hebben voor de ontwikkelingen in het plangebied. archeologie en cultuurhistorie De effectenvergelijking is gebaseerd op de op dit moment beschikbare informatie aangaande cultuurhistorie en archeologie voor het plangebied afkomstig van de gemeente Den Haag. Niet alle informatie is geheel geactualiseerd. Het is dan ook denkbaar dat recentelijk archeologische onderzoeken zijn uitgevoerd waarvan de conclusies niet in deze beoordeling zijn meegenomen. Daarnaast is het mogelijk dat de monumentenlijst van de gemeente Den Haag is gewijzigd dan wel aangevuld. Deze eventuele aanpassingen zijn in deze beoordeling niet meegenomen. Tot slot is bekend dat de gemeente Den Haag nieuw beleid aangaande cultuurhistorie en archeologie in voorbereiding heeft. Momenteel is nog niet bekend hoe dit beleid er precies uit gaat zien. externe veiligheid De uitgevoerde groepsrisicoberekeningen voor de 40 bar gasleiding die loopt van de Haagse Markt tot het GIT-terrein worden momenteel aangepast. Naar verwachting resulteren deze aanpassingen niet tot afwijkende conclusies. In dit plan-MER is uitgegaan van de nog onaangepaste berekeningen waaruit blijkt dat in de huidige en autonome situatie binnen het plangebied sprake is van een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico. mobiliteit Om de autonome groei in de verkeersintensiteiten in de gemeente Den Haag op te vangen en waar mogelijk en wenselijk te sturen wordt op dit moment gewerkt aan de Haagse Nota Mobiliteit. In deze Nota wordt het verkeersbeleid van de gemeente Den Haag tot 2020, met een doorkijk naar 2030, verwoord. De Haagse Nota Mobiliteit wordt naar verwachting in 2009 vastgesteld. Eventuele grootschalige infrastructurele ingrepen die hieruit volgen zijn op dit moment nog onduidelijk en zijn dan ook niet meegenomen in dit plan-MER. De verkeersaantrekkende werking van het wereldcentrum is sterk afhankelijk van de uiteindelijke invulling van het centrum. Het verdient dan ook ten zeerste aanbeveling om op het moment dat de invulling (het programma) van het wereldcentrum concrete vormen krijgt nogmaals kritisch naar de verkeerscijfers te kijken. En de effecten van deze cijfers op onder andere de thema’s lucht en geluid opnieuw in beeld te brengen. 6.2. Aanzet tot een evaluatieprogramma Conform de Wet milieubeheer dient het bevoegd gezag bij een besluit waarvoor een planm.e.r.procedure is doorlopen, verplicht een evaluatieprogramma op te zetten en uit te (laten) voeren. Deze evaluatie kent een meerledig doel: - voortgaande studie naar vastgestelde leemten in kennis en informatie voor het verkleinen, elimineren van de leemte in kennis;
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
64
-
toetsing van de effectiviteit van de maatregelen en bepalen van de noodzaak tot mitigerende en compenserende maatregelen; monitoring en toetsing van de daadwerkelijk optredende effecten aan de voorspelde effecten, gericht op de effecten na de realisatie van de kustversterking.
Omdat de planm.e.r. niet direct leidt tot uitvoering, maar er eerst nog een vervolgfase (bestemmingsplan en eventueel projectm.e.r.) zal plaatsvinden richt de aanzet zich tot de eerste twee punten. De toetsing en monitoring van daadwerkelijk optredende effecten dienen plaats te vinden tijdens en na realisatie. Het abstractieniveau van de voorliggende beoordeling leent zich niet voor een toetsings- en monitoringskader. Het kader voor deze toetsing en monitoring dient dan ook tijdens de vervolgfasen van de planstudie (projectm.e.r. en bestemmingsplan) vorm te krijgen, waarbij zoveel mogelijk aandacht is voor ‘meetbare effecten’. De daadwerkelijk optredende effecten kunnen om verschillende redenen alsnog afwijken van de voorspelde effecten. De afwijkingen kunnen onder meer het gevolg zijn van: - tekortschieten van de gehanteerde voorspellingsmethoden; - het niet voorzien van bepaalde effecten; - onvoorziene invloedrijke ontwikkelingen elders. Door de effecten te toetsen aan de daadwerkelijk optredende effecten ontstaat nader inzicht in de effecten in de verdere toekomst. Bovendien kunnen de gehanteerde voorspellingsmethoden op basis hiervan verder worden verfijnd ten behoeve van toepassing in toekomstige vergelijkbare projecten. 6.3. Agenda voor vervolg Hieronder zijn de belangrijkste opgaven voor het vervolgonderzoek (bestemmingsplan/projectm.e.r.) aangegeven. Bij vervolgstudie dient dan ook aandacht te worden gegeven aan de gedefinieerde opgave voor het vervolg en het nader elimineren (voor zover van belang) van de leemtes in kennis en informatie. Bij studie op meer detailniveau zullen ook nieuwe leemten in kennis ontstaan die nu nog niet te voorzien zijn. Het verkleinen en elimineren van leemten in kennis dient dan ook bij de nadere studie voortdurend aandacht te vragen. Belangrijk onderdeel van de opgave voor het vervolg is verder de toetsing, aan de dan bekende gegevens, of de in deze plan-MER voorspelde effecten daadwerkelijk zullen optreden. Onderdeel van de vervolgopgave is tevens de uitwerking van eventuele compenserende en mitigerende maatregelen gericht op de thans bepaalde nadelige effecten van de voorkeursvariant. bodem De huidige bodemkwaliteit van het plangebied, in het bijzonder de geprojecteerde nieuwbouwlocaties, dient in beeld te worden gebracht. Voordat het bestemmingsplan kan worden vastgesteld en voordat bouwvergunningen kunnen worden afgegeven dient een bodemgeschiktheidsverklaring afgegeven te kunnen worden. In geval van aanwezige verontreinigingen dient nagedacht te worden over de meest kosteneffectieve sanering van de grond. Bij de effectvergelijking is uitgegaan van een gesloten grondbalans. Het verdient aanbeveling de mogelijkheden van hergebruik, binnen het plangebied, vroegtijdig in kaart te brengen, rekening houdend met de bodemkwaliteitskaarten zoals deze door de gemeente Den Haag per 1 juli 2008 zijn vastgesteld. water Voor de voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied dient een waterparagraaf, waarin de waterkwaliteit en kwantiteit wordt beschreven, opgesteld te worden. De waterhuishoudkundige consequenties van het plan worden in de paragraaf besproken, het wateradvies van de waterbeheerder wordt hierin verwerkt en de gemaakte afwegingen voor maatregelen dienen in deze paragraaf expliciet een plaats krijgen.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
65
Zeker gezien de ontwikkeling in het beleid van de gemeente Den Haag verdient het aanbeveling om op korte termijn, in nauw overleg met de waterbeheerder, te starten met het opstellen van de waterparagraaf. archeologie en cultuurhistorie Het is van groot belang om in dit stadium reeds na te denken over het integreren van archeologische en cultuurhistorische waarden in de bouwplannen. Het verdient dan ook aanbeveling voorafgaand aan vaststelling van het bestemmingsplan een archeologische inventarisatie uit te voeren voor het plangebied. Op basis van de archeologische inventarisatie en in overleg met de provincie kan worden bepaald welke waarden behouden dienen te blijven en hoe deze te integreren in de bouwplannen. Zo kunnen archeologische waarden bijvoorbeeld zichtbaar en toegankelijk worden gemaakt voor het publiek en daarmee een recreatieve/toeristisch functie hebben, denk bijvoorbeeld aan stadswandelingen. geluid Vanwege de verkeerstoename (ter plaatse van sommige wegen meer dan 40 %) ten gevolge van de autonome ontwikkeling verdient het aanbeveling de effecten van deze toename op de geluidbelasting in het plangebied voorafgaand aan vaststelling van het bestemmingsplan in beeld te brengen. Deze effecten kunnen immers gevolgen hebben voor de planontwikkeling in het plangebied. Op het moment dat de geluidbelasting in beeld is gebracht dienen eventuele noodzakelijke geluidsreducerende maatregelen gedimensioneerd te worden. Het is zaak om in de bestemmingsplanfase concreet te worden voor zover het de wenselijke en/of noodzakelijke maatregelen in het plangebied betreft. Overigens is deze aanbeveling helemaal in lijn met het actieplan geluid van de gemeente Den Haag. Voor de ontwikkeling van bedrijven en woningen nabij de Uitenhagestraat en de energiecentrale geldt dat voorafgaand aan vaststelling van het bestemmingsplan aanvullend (akoestisch) onderzoek noodzakelijk is naar enerzijds de bestaande geluidruimte van de bedrijven en anderzijds naar het woon- en leefklimaat ter hoogte van de woningen. De voorgenomen ontwikkeling mag immers op grond van het principe van een goede ruimtelijke inpassing niet resulteren in aantasting van één van beide. lucht De verkeerstoename ten opzichte van de autonome ontwikkeling (Actieplan Lucht) is minimaal. Voorgaand is ingegeven door het feit dat de ontwikkeling van woningbouw in Transvaal onderdeel uitmaakt van het Actieplan. Ondanks deze minimale toename zal voorafgaand aan vaststelling van het bestemmingsplan toetsing plaats dienen te vinden aan de wettelijke luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer. externe veiligheid Voorafgaand aan vaststelling van het bestemmingsplan zal een verantwoording moeten worden afgelegd voor de verwachte ontwikkeling van de hoogte van het groepsrisico. Hierbij moeten oplossingen om het groepsrisico te verlagen worden verkend, uitgewerkt en overwogen. In de verdere uitwerking van het masterplan dient voor de overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico een integrale oplossing te komen. Het is goed mogelijk dat een dergelijke oplossing is gelegen in het saneringsplan waar momenteel door het ministerie van VROM in samenwerking met Gasunie aan gewerkt wordt. mobiliteit De effecten van de Haagse Nota Mobiliteit, die naar verwachting in 2009 zal worden vastgesteld, op de plannen in het plangebied dienen voorafgaand aan vaststelling van het bestemmingsplan in beeld te worden gebracht. Omdat de verkeersaantrekkende werking van het wereldcentrum sterk afhankelijk is van het programma in het centrum, dient deze opnieuw geprognosticeerd te worden bij verdere concretisering van het programma.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
66
De planontwikkeling dient bij verdere concretisering gemonitord te worden op de, in dit plan-MER geschatte, wijziging in modaliteit. klimaat De toepassing van stadsverwarming in het plangebied dient in overleg met de betrokken partijen (Essent, energiecentrale) verder uitgewerkt en geconcretiseerd te worden. Zo dient bijvoorbeeld nader onderzocht te worden of de te slopen panden/woningen al op de stadsverwarming aangesloten zijn. Om de kansen voor een combinatie met warmtepompen of koeling bij de permanente onttrekking van verontreinigd grondwater rond park De Verademing in te kunnen schatten is nader onderzoek nodig naar onder andere het systeem van onttrekking, de behoefte in de omgeving aan koeling of proceswater en de effecten op het watersysteem. De mogelijkheden voor toepassing van de combinatie stadsverwarming en warmte-/koudeopslag bij het wereldcentrum en de Haagse markt dienen bij concretiseringen van de plannen nader onderzocht te worden. In het plan-MER is uitgegaan van de toepassing van hoge isolatiewaarden, passieve zonne-energie en lage temperatuurverwarming. Bij de verdere uitwerking van het Masterplan en de woning/gebouw ontwerpen moet hiermee rekening worden gehouden (oriëntatie, glasoppervlakken).
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
67
7. GEBRUIKTE LITERATUUR literatuur - Gemeente Den Haag (2001). Verkeersplan; Verkeersbeleid tot 2010, naar een integrale aanpak van verkeer en stedelijke ontwikkeling in Den Haag. Den Haag, Dienst Stedelijke Ontwikkeling - Afdeling Verkeer, november 2001. - Gemeente Den Haag (2004). Bouwen en Parkeren in Den Haag (folder met bijbehorend inlegvel met parkeernormen). Den Haag, Dienst Stedelijke Ontwikkeling - Directie Beleid - Verkeer en Infrastructuur, mei 2004. - Gemeente Den Haag, (2006a). Meerjarenprogramma Fiets 2007-2010. Den Haag, Dienst Stedelijke Ontwikkeling - Directe Beleid - Verkeer en Infrastructuur. - Gemeente Den Haag (2006b). Mobiliteit in Den Haag 2004-2005. Den Haag, Dienst Stedelijke Ontwikkeling - Directie Beleid - Afdeling Onderzoek, november 2006. - Gemeente Den Haag (2007). Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2008-2011. Den Haag, Dienst Stedelijke Ontwikkeling - Directe Beleid - Verkeer en Infrastructuur, november 2007. - Gemeente Den Haag (2008a). Masterplan Lijn 11-zone; Krachtwijken transvaal en Schilderswijk, en Regentesse-Zuid (tweede ruwe concept). Den Haag, Dienst Stedelijke Ontwikkeling, juli 2008. - Gemeente Den Haag (2008b). Plan-MER Masterplan lijn 11 zone; Notitie reikwijdte en detailniveau. Den Haag, notitie opgesteld door Witteveen+Bos, september 2008. - Actieplan omgevingslawaai Den Haag 2008-2013, Deel 1, definitief eindconcept, augustus 2008, Gemeente Den Haag. - Actieplan omgevingslawaai Den Haag 2008-2013, Deel 1, definitief eindconcept, augustus 2008, Gemeente Den Haag. - Actieplan luchtkwaliteit Den Haag 2007-2015, 26 maart 2008, Gemeente Den Haag; - Nicholson, C.C., Rieffe, E.C. De Constant Rebequestraat, bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek-boringen, afdeling Archeologische Dienst stadsbeheer gemeente Den Haag, 2007; - Waasdorp, J.A., ‘Ontwikkelingsgebied Transvaal Plus, Bureauonderzoek archeologische waarden, afdeling Archeologische Dienst stadsbeheer gemeente Den Haag, 2006; - Nicholson, C.C., Esperantostraat, bureauonderzoek archeologische waarden, afdeling Archeologische Dienst stadsbeheer gemeente Den Haag, 2007. - Gemeente Rotterdam (2003): Programmabureau Veilig in samenwerking met Início: Handboek voor de (sociale) veiligheid bij herstructurering van wijken.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
68
overig - de cultuurhistorische atlas van de provincie Zuid-Holland. Deze atlas geeft alle belangrijke cultuurhistorische waarden aan, zowel archeologische, geografische als bouwkundige waarden; - de indicatieve kaart met archeologische waarden (IKAW) en archeologische monumentenkaart (AMK) van de RACM16, waarop bekende en te verwachten archeologische waarden zijn aangegeven; - de gemeentelijke monumentenlijst, deze geeft informatie over aanwezige rijks- en gemeentelijke monumenten; - tot slot is de MIP-rapportage voor Rijswijk geraadpleegd, deze geeft informatie over aanwezige cultuurhistorische waarden in de gemeente; internet http://chs.zuid-holland.nl/index.html# http://www.zuid-holland.nl/index/overzicht_regios/index_regio_zh-west/content_streekplan_west.htm www.connexxion.nl, Connexxion (2008). Website van Connexxion met informatie over de dienstregeling van de buslijnen in Den Haag. Website bezocht op 3 september 2008 www.htm.nl, HTM (2008). Website van de HTM met informatie over de dienstregeling van de tram- en buslijnen in Den Haag. Website bezocht op 3 september 2008 (www.htm.nl).
16
Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
69
BIJLAGE I
Nota van antwoord op notitie reikwijdte en detailniveau
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
De gemeenteraad heeft op 10 juli 2008 besloten openbaar kennis te geven van het voornemen om een plan-MER op te stellen bij het masterplan voor de Lijn 11 zone Transvaal en Regentesse Zuid. Dit betekent dat de ‘notitie reikwijdte en detailniveau Plan-MER Masterplan lijn 11 zone’ is vrijgegeven voor raadpleging van de bestuursorganen. De raadpleging heeft schriftelijk plaatsgevonden. De geraadpleegde bestuursorganen hebben een reactie gegeven. In deze nota van antwoord worden: A: de reactie van de bestuursorganen samengevat; B: het antwoord van de gemeente Den Haag verwoord. De commissie voor de m.e.r. is door de gemeente Den Haag ook gevraagd om over de notitie reikwijdte en detailniveau te adviseren. De commissie heeft aangegeven dat zij, gelet op het niet afnemende aantal adviesaanvragen en de vakanties, heeft moeten besluiten de niet verplichte adviezen met een korte looptijd in juli en augustus niet meer te doen. De commissie heeft aldus geen advies uitgebracht. De plan-MER lijn 11 zone betreft geen verplichte m.e.r.-procedure. reactie van
inhoud reactie hoofdlijnen (A)
verwerking (B)
1. Ministerie van geen commentaar Landbouw Natuur en Visserij
niet van toepassing
2. Provincie de provincie geeft in haar reactie aan Zuid-Holland in te kunnen stemmen met betrekking tot de notitie reikwijdte en detailniveau. 3. Hoogheem- 3.1 water raadschap Del- de volgende onderwerpen moeten betrokken worden bij de te maken fland afwegingen: de hoofdfunctie van het Afvoerkanaal moet behouden blijven. Het toekennen van andere functies moet op de hoofdfunctie worden afgestemd.
niet van toepassing
het Afvoerkanaal maak onderdeel uit van het koelwatercircuit om de EON centrale te voorzien van koelwater. Op het moment dat de restwarmte van de centrale anders wordt ingezet zal dit een positief effect hebben op de waterkwaliteit en dus het milieu. bij hevige regenval vinden overstortingen plaats vanuit het gemengde rioolstelsel op het Afvoerkanaal. Afkoppeling in het gebied (gescheiden rioolstelsel) heeft een positief effect op de waterkwaliteit van het kanaal
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
de hoofdfunctie van het Afvoerkanaal blijft behouden. Het effect van het toekennen van andere functies aan het afvoerkanaal dan de hoofdfunctie (afvoer van overtollig neerslagwater naar het gemaal Scheveningen) wordt meegenomen in het plan-MER. het effect van gewijzigde inzet van nuttig gebruik van de restwarmte op de kwaliteit van het Afvoerkanaal wordt in het plan-MER meegenomen.
het effect van eventuele afkoppeling (gescheiden rioolstelsel) in het gebied vanwege het masterplan wordt in het plan-MER meegenomen.
reactie van
inhoud reactie hoofdlijnen (A)
verwerking (B)
overtollig neerslagwater vanuit het gebied wordt geloosd op het kanaal dat onderdeel is van het gehele boezemwatersysteem. Voor het gehele boezemgebied wordt op dit moment voldaan aan de vastgestelde waterbergingsnorm. Uitgangspunt hierbij is dat stedelijk gebied een verhardingspercentage heeft van 50 %. Op het moment dat sprake is van substantiele stedelijke verdichting moeten de effecten hiervan op de waterbergingsnorm worden afgewogen. 3.2 natuur/groen de waterberging wordt zoals eerder gezegd mede bepaald door de hoeveelheid onverhard oppervlak in het stedelijk gebied. Daarnaast maakt het afvoerkanaal onderdeel uit van de Westboezem van Delfland. Vanuit de kaderrichtlijn Water is bepaald dat minimaal 20 % van de breedte van deze boezemwateren bedekt moet zijn met waterplanten. Hiervoor zijn diverse ontwerpen denkbaar zoals: verbreding van het kanaal; verdiepen van het kanaal in relatie met oeverinrichting; bestaande oevers op andere wijze inrichten. Invulling hiervan kan positieve invloed op het milieuthema groen en waterkwaliteit hebben. Ook dit dient te worden afgewogen. 3.3 mobiliteit indien in geval van opwaardering van lijn 11 tot Randstadrail het eindpunt binnen de zeewering of buitendijks komt te liggen dient eerst het effect hiervan op de zeewering (verhoging en verzwaring zeewering noodzakelijk) in beeld gebracht te worden alvorens de effecten binnen het plan kunnen worden beoordeeld
het effect van toename van verharding in het gebied vanwege het masterplan wordt in het plan-MER meegenomen.
4. Gemeente geen commentaar LeidschendamVoorburg
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
het effect van zowel het watergebonden als het landgebonden groen wordt in het plan-MER meegenomen. Bij de beoordeling zal de Kaderrichtlijn water worden gehanteerd.
het doortrekken van lijn 11 tot binnen de zeewering maakt geen onderdeel uit van onderhavig masterplan. De effecten hiervan zullen dan ook niet in het plan-Mer in beeld gebracht worden. De effecten die in het plan-MER wel in beeld worden gebracht blijven beperkt tot lijn 11-transformaties binnen het plangebied zoals frequentie en dichtheid voorzieningen. Het masterplan en het plan-MER voorzien nadrukkelijk niet in het doortrekken van lijn 11. niet van toepassing
reactie van
inhoud reactie hoofdlijnen (A)
5. Gemeente geen commentaar Rijswijk 6. Gemeente 6.1 besteed aandacht aan de effecten van de verkeersaantrekkende Wassenaar werking van het plan op de aspecten luchtkwaliteit, bereikbaarheid en het aantal geluidbelaste woningen; 6.2 de effecten dienen in een voldoende groot studiegebied beoordeeld te worden
7. Gemeente Voorburg 8. Rijkswaterstaat Directie Noordzee 9. Rijkswaterstaat ZuidHolland 10. VROM Inspectie 11. Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) 12. Brandweer Den Haag
verwerking (B)
niet van toepassing de effecten van het masterplan op de luchtkwaliteit, het geluid en de doorstroming van het autoverkeer worden in het plan-MER meegnomen.
geen commentaar
het studiegebied in het plan-MER is het gebied waarbinnen de milieueffecten van het masterplan merkbaar kunnen zijn. De omvang van het studiegebied kan daarom voor elk milieuaspect verschillend zijn. Voor zover relevant zullen ook de verkeerseffecten buiten het masterplangebied in de beoordeling bij het thema mobiliteit worden betrokken. niet van toepassing
geen commentaar
niet van toepassing
geen commentaar
niet van toepassing
geen commentaar
niet van toepassing
geen commentaar
niet van toepassing
12.1 het advies is om oog te hebben voor de integrale veiligheid waarin zowel fysieke en sociale als externe veiligheid samen met gezondheid integraal aan de orde komen.
bij het thema sociale aspecten is het aspect integrale veiligheid opgenomen, waarvoor de criteria fysieke en sociale veiligheid en gezondheid ter beoordeling worden gehanteerd.
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
BIJLAGE II Ontwikkelingsrichting, aandachtspunten en programma masterplan lijn 11-zone
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
relatie met de Schilderswijk
Speciaal aandacht voor
Het Hobbemaplein wordt opnieuw ingericht. De herinrichting dient allereerst het verblijfsklimaat en de uitstraling te verbeteren. Daarnaast moet dit zorgen voor een optimale afwikkeling van het wegverkeer, vooral op marktdagen. Dit vraagt onder meer om een capaciteitsuitbreiding en een nieuwe in- en uitgang van de parkeergarage onder de Haagse Markt. De tramlijnen moeten op een logische manier over het plein lopen, met goed toegankelijke tramhaltes. In de nabijheid van de tramhaltes, in de plint van de bebouwing aan het Hobbemaplein, dienen bij voorkeur voorzieningen te komen die goed te combineren zijn met het reizen per tram. Denk aan functies als een kinderdagverblijf, een kiosk, een ‘easy to go’-super, een stomerij en een fietsenstalling. Een belangrijke eis is dat voetgangers veilig over het plein kunnen lopen. De markt dient optimaal bereikbaar te zijn vanaf de omliggende wijken, de parkeergarage, de fietsenstalling en de tramhaltes. Tot slot dient de verblijfsruimte op het plein sterk te verbeteren.
Ontwikkelingsrichting
Tropisch avontuur op de Haagse Markt
Grootstedelijke uitstraling Hobbemaplein herinrichting van de openbare ruimte en verbetering van de verkeerssituatie; realisatie van hoogwaardige tramhaltes met optimale overstapmogelijkheden en voorzieningen.
programma
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
goede aansluiting met het openbaar vervoer; genoeg parkeermogelijkheden; verkeersveiligheid.
markthal met ‘vaste’ kramen voor verswaren van circa 5000-7000 m2, een marktkantoor en diverse bezoekersfaciliteiten (horeca); tussen 100-150 woningen bij de kopgebouwen (+/- 100 woningen meer dan in de huidige situatie); parkeergarage voor marktbezoekers en bewoners in twee bouwlagen onder de gehele markt, met ondergrondse laad-, los- en opslagfaciliteiten voor de marktwaren; herinrichting marktterrein. Ontspanning in het cultureel Wereldcentrum 15.000-25.000 m2 multiculturele voorzieningen (netto circa 10.000-20.000 m2)
programma
de entrees van de markt; ondergrondse oplossingen; branchering en zonering van de markt; de openbare ruimte
Speciaal aandacht voor
Op de gunstig gelegen Karwei-locatie wordt een (multi)cultureel vrijetijdscomplex ontwikkeld dat mensen van ver buiten Den Haag aantrekt (bovenregionale functie). In het multicultureel vrijetijdscomplex zal straks plek zijn voor de multiculturele keuken, wereldcinema en (theater)producties uit alle windstreken. Daarin zit de kracht. Er kan hier, gecombineerd met een goede tramhalte, een levendige stedelijke ruimte ontstaan als tegenpool van het Hobbemaplein. De architectuur van het complex moet een opvallende uitstraling krijgen die aansluit bij het multiculturele karakter van de vrijetijdsactiviteiten binnen het complex. Het thema van het vrijetijdscomplex is multicultureel. “Oriëntaals” is hiervoor een goede aanduiding. Het vrijetijdscomplex moet mensen van allerlei nationaliteiten van binnen en buiten Den Haag aanspreken en aantrekken. Wat de invulling betreft gaat de gedachte gaat uit naar onder andere een
De ambitie is het multiculturele karakter van de markt te versterken en zo de regionale aantrekkingskracht te vergroten. De bestedingen kunnen daardoor substantieel toenemen. Ook moet de ruimtelijke kwaliteit van de markt verbeteren. Dit kan onder andere door de containers weg te halen en door sloop/nieuwbouw van de kopbebouwing en herinrichting van de openbare ruimte.
Ontwikkelingsrichting
programma
Dynamisch ondernemen rond de Uitenhagestraat uitstraling en zonering; circa 40.000 m2 bedrijfsruimten (waarvan een gefaseerde herstructurering; 20.000 m2 vervanging); verkeersaspecten. 150 woningen; aanleg van een verbindingsweg tussen overdekte parkeerplaatsen of parkeerhet Joubertplantsoen en de Monsterplaatsen op het dak; sestraat herinrichting openbare ruimte.
Speciaal aandacht voor
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
De ambities in het masterplan gaan aanzienlijk verder dan het projectdocument van de gemeente door de kansen nog beter te benutten en veel meer arbeidsplaatsen te creëren. Omdat Transvaal en Schilderswijk zijn aangewezen als krachtwijken wordt stevig ingezet op verruiming van het aantal arbeidsplaatsen. Er is vooral behoefte aan werkplekken voor laaggeschoolden. Uit het samenspraakproces voor de Lijn 11 zone blijkt dat vooral jongeren hier extra aandacht vergen. De inzet is om de economische activiteiten op het bedrijventerrein optimaal af te stemmen op de werkgelegenheidsbehoefte in de omliggende wijken. In plaats van de huidige honderd kunnen er mogelijk 400 arbeidsplaatsen komen. Bij-
hotel, een grand café, restaurants en ruimtes voor congressen, (Hindoestaanse) feesten, het jaarlijkse Bollywoodfestival, theatervoorstellingen en workshops. Het complex kan een positieve functie hebben voor de buurt. Het schept veel werkgelegenheid voor laaggeschoolden en er kunnen allerlei buurtactiviteiten worden georganiseerd die bijdragen aan een betere verstandhouding tussen de diverse bevolkingsgroepen in de wijk. Het complex kan ook ruimte bieden aan jonge ondernemers die bedrijfjes willen opzetten in lijn met de bovengenoemde hoofdactiviteiten. We streven hier naar een optimale interactie met de beoogde kleinschalige bedrijfsruimten op bedrijventerrein Uitenhagestraat en de Paul Krugerlaan.
Ontwikkelingsrichting
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
Klassiek wonen in Transvaal Noord 800-1000 woningen; herinrichting van de openbare ruimte en groenvoorzieningen; aanleg van een verbindingsweg tussen de Uitenhagestraat en het Joubertplantsoen.
programma
Creatief werken en wonen rond de energiecentrale
aanpak Paul Krugerlaan; verbetering van de verkeersstructuur: ⋅ barrières opheffen; ⋅ goede doorlopende fietsroutes; ⋅ goede parkeeroplossingen.
Speciaal aandacht voor
In de herstructurering van Transvaal Noord geeft de gemeente invulling aan één van de ambities uit de sociaaleconomische agenda van Den Haag: het verbinden van de individuele identiteit van de (toekomstige) bewoners met de identiteit van de wijk. Het gebied wordt gedomineerd door corporatiebezit. In dit gebied zal de transformatie groot zijn.
voorbeeld door een aanzienlijk deel van het bedrijventerrein te herontwikkelen met kleinschalige bedrijfsruimten. Hieraan bestaat grote behoefte, onder meer vanuit de groeiende groep zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers), en dan vooral in de bouw. Door een cluster van (kleinschalige) bouwbedrijven op het terrein te realiseren ontstaat er economische synergie. Ook voor bedrijven als Jongeneel en Karwei is er plek, mits ze de kostbare binnenstedelijke ruimte intensief weten te gebruiken.
Ontwikkelingsrichting
realisatie van nieuwbouw langs de Loosduinseweg en de Noordwest Buitensingel, met appartementen boven een plint met commerciële functies, en oplopende bouwhoogten en een hoogteaccent bij de Renaultgarage; realisatie van een gedifferentieerd woningaanbod in het binnengebied, met appartementen, werkwoningen, stadswoningen, groepswonen en zorgfuncties; optimale benutting van de uitstraling van de energiecentrale en de omliggende openbare ruimte en het water op woon-werkmilieu; aansluiting van alle nieuwe woningen
circa 750 woningen circa 8.000 m2 aan creatieve en culturele bedrijfsruimten circa 10.000 m2 en 15.000 m2 (zakelijke en commerciële) dienstverlening circa 800 halfverdiepte parkeerplaatsen; herinrichting van de openbare ruimte
programma
energiecentrale; parkeren energiecentrale; rondom de energiecentrale; woonprogramma; Studie Staedion; de openbare ruimte rond de energie- centrale; verkeer.
Speciaal aandacht voor
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
Den Haag wil in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa zijn. Het gebied rond de Energiecentrale heeft potentie in zich om hier op wijkniveau maximaal aan bij te dragen. Ingezet wordt op verdere versterking van creatieve industrie in combinatie met een centrumstedelijk woonmilieu. Dwars door het plangebied loopt straks een culturele en creatieve as vanaf de Loosduinsekade tot de hoofdentree van de Energiecentrale. Hier bundelen zich creatieve en meer commerciële functies. De Energiecentrale zal hierin fungeren als blikvanger. Dit sluit goed aan bij het huidige karakter van het gebied met verschillende creatieve bedrijven en culturele instellingen die hier al zijn gevestigd (Theater Zeebelt, Magazijn, DCR, Grote Pyr, Hobbit) en de omliggende creatieve wijken (Weimarstraat, Regentessekwartier, Zeeheldenkwartier).
Ontwikkelingsrichting
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
Wonen rond Park De Verademing herinrichting van het park; circa 200 - 350 woningen aan de randen; 2 scholen (5.000 m2)
programma
sport; studies ontwikkelingsrichting park De Verademing; bebouwing rondom het Park.
en bedrijfsruimten op lagetemperatuurverwarming; verbetering van de relatie met het Park de Verademing door de aanleg van een groene oost-westas ter hoogte van de Zamenhofstraat en een groen/blauwe zone langs de Veenkade naar het Park De Verademing; behoud van het KPN-gebouw en invulling met appartementen en/of creatieve industrie
Speciaal aandacht voor
De Verademing kan en moet uitgroeien tot een centrale ontmoetingsplek. Tot enkele jaren geleden waren in het plangebied geen buitensportaccommodaties voorhanden. Na de sanering van het GIT is het multifunctionele sportpark vijf jaar geleden aangelegd. Ondanks een zorgvuldig ontwikkelingstraject is het fysieke resultaat niet geworden wat er van verwacht was. Door een laag (op maaiveld) gelegen deel, omgeven door een hogere rand, stenige uitstraling en een beperkte toegankelijkheid komen het park en de sportterreinen op dit moment niet goed tot hun recht. Uit de reacties van betrokken bewoners blijkt dat het ontbreekt aan toegankelijkheid, sfeer en veiligheid. Het gebied is zeer naar binnen gericht en er zijn geen goede verbindingen naar, door en/of langs het park.
Ontwikkelingsrichting
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
BIJLAGE III Beleidskader
datum besluit
bevoegd bestuursorgaan
status
februari 2001
Watertoets
Ministerie van Beleid V&W
Ministerie van Beleid V&W en unie van Waterschappen
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
augustus 2000
okt. Europees Beleid parlement en de Raad Ministerie van Beleid V&W
Waterbeleid voor eeuw de 21e (WB21)/ Nationaal Bestuursakkoord Water
Vierde Nota Wa- 1998 terhuishouding (NW4)
Water en Bodem Europese Kader- 23 richtlijn Water 2000
Beleidskader naam document
-
-
-
-
-
-
-
-
2
Het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het instandhouden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd. Het afkoppelen van verhard oppervlak en infiltreren in grondwater wordt bevorderd. Het regenwater kan worden geïnfiltreerd in de bodem, afgevoerd naar oppervlaktewater of nuttig worden hergebruikt. Als ambitie wordt gestreefd naar 60% afkoppelen op nieuwbouwlocaties en in bestaande bebouwing 20%. Hierbij is de aanpak van diffuse bronnen zoals bouwmaterialen (duurzaam bouwen), het gebruik van bestrijdingsmiddelen en het wegverkeer van groot belang. Voor deze studie betekent dit dat er moet worden gezocht naar mogelijkheden om regenwater te infiltreren in de bodem en te zorgen voor voldoende waterberging. Vervuiling door bouwmaterialen en wegverkeer moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Water moet de aandacht krijgen die het verdient. Het waterbeleid van de 21e eeuw dient georganiseerd te zijn op basis van drie principes: ⋅ vasthouden van water en tijdelijk bergen; ⋅ ruimte voor water; ⋅ benutten van de kansen voor meervoudig ruimtegebruik. Als uitgangspunt voor het nieuwe waterbeheer moet gelden: geen afwenteling in het watersysteem zelf, evenmin van bestuurlijke verantwoordelijkheden en ook niet van de kosten. De drietrapsstrategie ´vasthouden, bergen en dan pas afvoeren´ dient in alle overheidsplannen als verplicht afwegingsprincipe gehanteerd te worden. In dit project moeten de uitgangspunten van WB21, zoals de drietrapsstrategie vasthouden, bergen afvoeren worden gehanteerd. Initiatiefnemers moeten “waterneutraal” bouwen. Dit betekent voor het waterkwantiteitsaspect dat niet meer water wordt afgevoerd uit het plangebied dan in de situatie van voor de ruimtelijke ingreep. Voor de waterkwaliteit betekent dit dat de waterkwaliteit in en om het gebied niet mag verslechteren. Bovendien mogen plannen de
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft onder meer als doelstelling het bereiken van een goede ecologische toestand voor alle oppervlaktewaterlichamen.
randvoorwaarden en uitgangspunten
Gemeente beleid Den Haag en Hoogheem-
Waterplan Den Haag 1998-2012
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
maart 1999
Ministerie van beleid VROM
status
Nationaal Milieu- juni 2001 beleidsplan (NMP)
bevoegd bestuursorgaan
Ministerie van Wet VROM
datum besluit
Wet bodembe- 3 juli 1986 scherming
naam document
-
-
-
-
-
-
-
3
grondwatersituatie buiten het plangebied niet negatief beïnvloeden. De procedure van de watertoets bestaat met name uit overleg tussen de initiatiefnemer en de waterbeheerder. in dit project dient te worden gewerkt volgens de procedure van de watertoets. De Wet bodembescherming heeft primair tot doel bodemverontreiniging te voorkomen, dan wel maatregelen te treffen als nieuwe bodemverontreinigingen zijn ontstaan. Ook biedt de wet een kader om verantwoordelijkheden vast te stellen over bodemverontreinigingen en regelt deze wet wie welk deel van de kosten voor bodemsanering betaalt. De wet biedt middelen voor milieuhygiënische beoordeling van bodemverontreinigingen en vastgestelde saneringsregelingen. De Wet Bodembescherming kent een algemene zorgplicht (artikel 13) met betrekking tot de verontreiniging van de bodem: de voorgenomen activiteit mag geen nieuwe bodemverontreinigingen veroorzaken. Gebeurt dit wel of worden bestaande bodemverontreinigingen aangetroffen, dan geeft de wet aan dat deze bodemverontreinigingen moeten worden gesaneerd en op welke wijze dit moet gebeuren. Binnen het studiegebied dient te worden bekeken waar zich bodemverontreinigingen bevinden. Het Nationaal Milieubeleidsplan beschrijft de ingrijpende (inter)nationale veranderingen en maatregelen die nodig zijn om de gewenste (duurzame) milieusituatie in 2030 te realiseren. Het Nationaal Milieubeleidsplan kent een aantal milieuthema's. Ten aanzien van het Bodem en Water zijn de volgende thema’s klimaatverandering, verspilling en verdroging van belang. Deze thema’s kennen de volgende doelen: ⋅ terugdringen emissies naar lucht en lozingen in bodem en water; ⋅ het nastreven van een blijvende beheersing van de bodemverontreinigingsproblematiek in Nederland binnen 25 jaar. Binnen die periode dienen tenminste de ontoelaatbare risico’s van verontreinigingen voor mens en milieu weggenomen te worden (voorkomen van bodemverontreiniging en sanering van verontreinigde bodems); ⋅ bevorderen van energiebesparing. Het waterplan is gericht op het verbeteren van de (oppervlakte)waterkwaliteit in en om de bestaande stad. Het Gemeentelijk Rioleringsplan is geïntegreerd in het waterplan.
randvoorwaarden en uitgangspunten
datum besluit
bevoegd status bestuursorgaan raadschap van Delfland
8 maart 2005
Gedeputeerde Beleid Staten van de provincie ZuidHolland
Provinciale Beleid Staten van de provincie ZuidHolland
Ministerie van Nota VROM
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
Nota regels voor ruimte,
februari
19
Streekplan Zuid Holland West
2003
2 juli 1999
Nota Belvedère
Archeologie en cultuurhistorie De monumen- 23 december Ministerie van wet tenwet Onderwijs, 1988 Cultuur en Wetenschap
naam document
-
-
-
-
-
-
-
-
4
De Monumentenwet regelt de bescherming van monumenten en beschermde stadsen dorpsgezichten. Sinds 2007 is het verplicht om een archeologisch proces te doorlopen bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Gemeenten kunnen sindsdien ook bij bouwvergunningen aanvullende eisen stellen met betrekking tot archeologische waarden. De Nota Belvédère beschrijft het rijksbeleid voor cultuurhistorisch erfgoed in Nederland. De centrale strategie van de nota is behoud door ontwikkeling, een uitgangspunt dat in principe generiek toepasbaar is. Hoewel het plangebied niet in Belvédèregebied is gelegen wordt Den Haag wel een in cultuurhistorisch opzicht belangrijke stad genoemd. Voor een dergelijke stad wordt vanuit cultuurhistorie extra beleidsmatige aandacht gevraagd voor het in stand houden en ontwikkelen van de cultuurhistorische identiteit en de daarvoor essentiële historische elementen en structuren. Het uitgangspunt van de nota Belvedère blijft dan ook onverminderd van toepassing. De verplichting om het thema cultuurhistorie, met uitzondering van het facet archeologie, mee te nemen als randvoorwaarde bij ruimtelijke ontwikkelingen komt met name voort uit het streekplan Zuid holland West dat aangeeft dat zorgvuldig omgegaan moet worden met cultuurhistorische waarden (zoals landschapselementen). De provincie sluit daarbij aan bij het uitgangspunt ‘behoud door ontwikkeling uit de nota Belvedère. Wat archeologie betreft streeft de provincie naar ‘behoud in situ’. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening gehouden worden met cultuurhistorische waarden. Voor archeologie geldt dat ter bescherming van archeologische waarden zoals monumenten en terreinen met een hoge verwachtingswaarde in bestemmingsplannen een juridische regeling opgenomen moet worden ter bescherming van deze waarden tegen bodemverstorende ingrepen zoals graafwerkzaamheden. Aanvullend geldt voor
De ambitie voor de kwaliteit van het oppervlaktewater is gedifferentieerd naar 10 deelgebieden. Het water in de lijn 11-zone heeft in het waterplan de ambitie “water dat siert” gekregen. In “water dat siert” staat de belevingswaarde van het water centraal. Het oppervlaktewater ziet er aantrekkelijk uit, het stinkt niet en wateroverlast wordt voorkomen. De waterkwaliteit voldoet voor de meeste parameters aan de landelijke grenswaarden en oever- en waterplanten sieren lokaal de waterpartijen.
randvoorwaarden en uitgangspunten
(Nota
januari
Kamer)
Ruimte, Eerste
2006
17
Ministerie van Beleid LNV
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
Ecologische hoofdstructuur
Gemeenteraad in voorbe- gemeente Den reiding Haag
n.v.t.
-
-
-
-
-
Gemeenteraad Beleid gemeente Den Haag
5
De gemeenteraad van Den Haag heeft met de beleidsnota ‘Groen kleurt de stad’ en de Structuurvisie Den Haag 2020 nieuw beleid vastgesteld. Bovendien is met het coalitieakkoord 2006-2010 extra geld beschikbaar voor ecologische verbindingszones en ecologisch stadsbeheer. Redenen te over om een tussenbalans op te maken en nieuwe beleidslijnen uit te zetten voor de ecologische verbindingszones in Den Haag. Door robuuste ecologische verbindingszones aan te leggen wordt het leefgebied en de migratie voor een grote variëteit aan soorten mogelijk gemaakt. Deze zones bieden daarnaast goede mogelijkheden om te fietsen, te wandelen, te spelen. Het huidige Haagse ecologische beleid rond doorgaande waterlopen als het Afvoerkanaal (het enige water binnen het plangebied) is gericht op het verbeteren van de natuurwaarden en het beschermen van muurvegetaties. De EHS beoogt de realisatie van een samenhangend netwerk van natuurgebieden en verbindingszones. Door natuur te verbinden blijft diversiteit behouden en ver-kleint de kans op uitsterven van soorten. Het streven is om in Nederland in 2020 meer dan 750.000 hectare aan EHS-gebieden te hebben. Het grootste deel daarvan zijn bestaande bossen en natuurgebieden. Daarbij komen nog de ruim zes miljoen hectare natte natuur: meren, rivieren en de Nederland-se delen van de Noord- en Waddenzee. Een gebied kan tegelijk een Natura 2000-gebied zijn en on-derdeel zijn van de EHS. Als er sprake zou zijn van tegenstrijdige vereisten, dan is het Natura 2000beschermingsregime leidend. De specifieke waarden en kwaliteiten van het EHS-onderdeel bepalen of ruimtelijke initiatieven doorgang kunnen vinden. Binnen de EHS geldt een ‘nee, tenzij’benadering, wat inhoudt dat aantasting van de EHS in principe niet mag plaatsvinden tenzij er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Iedere provincie heeft deze voor-
gebieden in de provinciale cultuurhistorische hoofdstructuur die zijn aangemerkt als gebieden met een redelijke tot zeer grote kans op archeologische sporen dat bij de voorbereiding van bodemverstorende plannen verplicht verkennend bodemonderzoek moet worden uitgevoerd. Volgens hoofdstuk III van de monumentenverordening is het verboden zonder vergunning van B&W een beschermd onroerend monument ‘af te breken, te verplaatsen, te verstoren of in enig opzicht te wijzigen’.
randvoorwaarden en uitgangspunten
23 maart 1995
status
Monumentenverordening gemeente Den Haag Natuur en Groen concept nota stedelijk-ecologische verbindingszones
bevoegd bestuursorgaan
datum besluit
naam document
november
2007
15
status
-
-
Ministerie van Wet VROM -
-
6
De wet bevat basisverplichtingen op grond van de EU richtlijnen, voor plannen, maatregelen, het beoordelen van luchtkwaliteit, de verslaglegging en de rapportage. Positieve besluitvorming met betrekking tot het project is in ieder geval mogelijk op het moment dat de effecten op de luchtkwaliteit van het project niet resulteren in een overschrijding van de grenswaarden uit bijlage 2 van de Wet milieubeheer.
De wet geluidhinder vormt het toetsingskader voor de beoordeling van het weg- en railverkeerslawaai en voor gezoneerde industrieterreinen. In principe dient deze te voldoen aan een voorkeursgrenswaarde, bij overschrijding hiervan dient een hogere waarde te worden aangevraagd. Dit is mogelijk zolang een maximale ontheffingswaarde niet wordt overschreden en zolang wordt voldaan aan criteria die de gemeente in een geluidnota of een nota hogere waardenbeleid hanteert. De geluidemissie naar de omgeving van bedrijven, niet gelegen op een gezoneerd industrieterrein, is vastgelegd in de algemene regels van het Besluit algemene regels inrichtingen of in de voorschriften van de vigerende Wet milieubeheer vergunning. Door de gemeente Den Haag is het geluidsniveau van het wegverkeer, de spoorwegen en de industrie binnen de gemeente in kaart gebracht. Deze geluidbelastingkaarten vormen de basis voor het Actieplan geluid. Op grond van een analyse van de knelpunten in de geluidskaarten wordt een maatregelenpakket in het Actieplan geformuleerd.
waarden in een zogeheten compensatiebeginsel geformuleerd. Over het al-gemeen geldt dat er geen bestemmingswijzigingen mogelijk zijn als daardoor de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied significant worden aangetast. Dit alles tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Om te kunnen bepalen of de wezenlijke kenmerken en waarden van een gebied significant worden aangetast, moet het bevoegd gezag erop toe-zien dat hiernaar door de initiatiefnemer onderzoek wordt verricht. Om een zorgvuldige afweging te kunnen maken zal de provincie de te behouden wezenlijke kenmerken en waarden per gebied specificeren.
randvoorwaarden en uitgangspunten
Ministerie van Wet en VROM regelgeving Gemeente in voorbe- Den Haag reiding
Ministerie van Wet VROM
bevoegd bestuursorgaan
Met de term 'Wet luchtkwaliteit' wordt de wijziging van de Wet milieubeheer op het gebied van luchtkwaliteitseisen (hoofdstuk 5 titel 2 Wm, Stb. 2007, 414) bedoeld.
luchtkwali-
2008
verwacht eind
ber 2007 (AB)
(WM) 19 okto-
13 juni 1979
(wijziging)
1 januari 2007
datum besluit
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
17
Wet teit17
Lucht
Wet milieubeheer en Activiteitenbesluit actieplan geluid Den Haag
Geluid Wet geluidhinder
naam document
luchtDen
actieplan kwaliteit Haag
nieuwd)
2001
1992
-
UItvoeringsplan
-
Ministerie van Wet en VROM regelgeving
-
-
-
7
De discipline externe veiligheid maakt onderscheid tussen risicobronnen en risicoontvangers. De risicobronnen zijn in twee groepen te verdelen: ⋅ transportassen, zoals wegen en spoorwegen waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt; ⋅ inrichtingen waarin productie, gebruik, verstrekking en/of opslag van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het externe veiligheidsbeleid stelt milieukwaliteitseisen die bedoeld zijn voor de be-
Positieve besluitvorming met betrekking tot het project is (bij overschrijding van de grenswaarden uit bijlage 2 van de Wet milieubeheer) is in ieder geval mogelijk op het moment dat de effecten op de luchtkwaliteit van het project minder dan 1 % van de grenswaarden bedraagt. De nieuwe Richtlijn biedt de mogelijkheid tot uitstel van grenswaarden, met als voorwaarden een inspanningverplichting inzake verbetering van de luchtkwaliteit (zogenaamde derogatie). Voor fijn stof (PM10) is er uitstel mogelijk tot 2011 en voor stikstofdioxide (NO2) tot 2015. Daarnaast zijn nieuwe normen geïntroduceerd voor PM2.5. Deze zullen in de Nederlandse situatie niet tot strengere normen leiden en deze worden hierom niet behandeld voor deze plan MER. In het Actieplan worden de maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit beschreven. Tevens worden de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen in Den Haag met een negatief effect op de luchtkwaliteit beschreven. De ruimtelijke ontwikkelingen in de lijn 11 zone maken onderdeel uit van het Actieplan voor zover het de woningbouw betreft. In het Actieplan is uitgegaan van de ontwikkeling van 1800 woningen in de lijn 11 zone. De maatregelen in het Actieplan vormen overigens de Haagse bijdrage aan het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). In de paragrafen 2.9 en 3.6 van de NeR is een systematiek opgenomen waarmee voor individuele bedrijven het acceptabele hinderniveau kan worden vastgesteld. Ook zijn in de NeR voor een aantal specifieke processen bijzondere regelingen opgenomen. In een aantal van die regelingen zijn richtlijnen ter voorkoming van geurhinder opgenomen. Het betreft richtlijnen waarvan gemotiveerd kan worden afgeweken. In voorkomende gevallen kan een strengere of minder strenge norm gehanteerd worden.
randvoorwaarden en uitgangspunten
toekomstige regelgeving
status
Ministerie van regelgeVROM ving
Gemeente Den Haag
Europese Parlement
bevoegd bestuursorgaan
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
(ver-
november
2007
6
2007
Externe Veiligheid Bestluit Externe 2004 Veiligheid Inrichtingen en Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen
Nederlandse emissierichtlijn lucht
11
Lucht-
Richtlijn kwaliteit
december
datum besluit
naam document
datum besluit
juni Gemeente Den Haag
bevoegd bestuursorgaan
Beleid
status
-
-
-
-
-
Het Verkeersplan voor Den Haag heeft tot doel de ruimtelijke kwaliteit van de stad te vergroten en de kansen te benutten. Met dit laatste wordt bedoeld dat de bestaande kwaliteiten van de stad moeten worden aangevuld met nieuwe mogelijkheden. De Loosduinseweg en -kade worden als barrière gezien binnen het omliggende stadsleefgebied. Hiervoor moet de weg integraal worden aangepakt, waarbij oog is voor een goede inpassing in de omgeving. Het tracé van tramlijn 11 wordt gezien als een belangrijke drager van de verkeersstructuur in de 19e-eeuwse wijken Transvaal, Regentessekwartier en Schilderswijk. Binnen Den Haag Zuidwest en Laak bevinden zich meerdere knooppunten van openbaar vervoer welke verbeterd moeten worden. In de Lijn 11 zone geldt dit bijvoorbeeld
scherming van personen die zich bevinden in of op de volgende (beperkt) kwetsbare objecten18: ⋅ kwetsbare objecten, zoals scholen, winkelcentra en woningen; ⋅ beperkt kwetsbare objecten, zoals solitaire woonbebouwing, kleine kantoren en tuinbouwcomplexen. Het plaatsgebonden risico (PR) is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt. Hoe dichter bij de bron, hoe groter het plaatsgebonden risico. De grenswaarde die gehanteerd wordt voor het plaatsgebonden risico voor situaties rond transportassen is gesteld op: ⋅ 10-6 (kans van 1 op de miljoen per jaar) voor nieuwe situaties; ⋅ 10-5 (kans van 1 op de honderdduizend per jaar) voor bestaande situaties. Het groepsrisico (GR) is de kans per jaar dat in één keer een groep van een bepaalde grootte dodelijk slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Hoe meer mensen nabij de bron, hoe groter het groepsrisico. De oriënterende waarden voor situaties rondom transportassen zijn: ⋅ 10 doden: kans/jaar is 10-4; ⋅ 100 doden kans/jaar 10-6; ⋅ 1.000 doden: kans/jaar is 10-8.
randvoorwaarden en uitgangspunten
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
8
Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI, 2004) en de bijbehorende Nota van Toelichting gaan uitgebreider in op het onderscheid tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objec-
ten.
18
Mobiliteit Verkeersplan Den 15 Haag 2007
naam document
Beleid
Beleid
status
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan lijn 11 zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
Gemeente Den Haag
Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2008-2011
bevoegd bestuursorgaan
Gemeente Den Haag
datum besluit
Meerjarenprogramma Fiets 2008-2011
naam document
-
-
-
9
voor de kruising tussen tramlijn 11 en de Loosduinseweg en -kade. Kenmerkend voor tramlijn 11 zijn de diverse pleinen die worden gekruist, zoals de kruispunten met de Delftselaan, het Hobbemaplein, de Haagse Markt en het Hoflandplein. De verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van deze pleinen is een belangrijk onderwerp. In de 19e-eeuwse gordel worden grote parkeerproblemen geconstateerd. Daarom wordt per wijk een gedetailleerd parkeerplan opgesteld met als doelstelling het (illegaal) parkeren op straat tegen te gaan. Dit moet een negatieve invloed op leefbaarheid, verkeersveiligheid en de bereikbaarheid voor hulpdiensten voorkomen. Volgens het Meerjarenprogramma Fiets wordt er meer gefietst als goede stallingsmogelijkheden binnen handbereik zijn. Daarom wordt geïnvesteerd in meer stallingsmogelijkheden. Ook worden ontbrekende schakels in de fietsverbindingen aangepakt en veelgebruikte fietspaden worden waar nodig verbeterd. Van groot belang hierbij zijn herkenbaar rood asfalt, goede oversteekmogelijkheden en veiligheid op kruisingen. Er wordt niet alleen geïnvesteerd in de hoofdroutes, maar ook in routes door woonwijken en andere verkeersluwe straten. Met het Meerjarenplan Verkeersveiligheid 2008-2011 richt de gemeente Den Haag zich op het verminderen van het aantal verkeersslachtoffers en het verbeteren van de verkeersveiligheidsbeleving. Hieruit zijn de volgende accenten voor het verkeersbeleid naar voren gekomen: ⋅ het verbeteren van de veiligheid op wegbeelden met een relatief hoog risico; ⋅ het voortzetten en intensiveren van verkeerseducatie, voorlichting en gedragsbeinvloeding; ⋅ het verbeteren van de verkeersveiligheid op schoolroutes en in de schoolomgeving; ⋅ het inrichten van 30 km/u gebieden.
randvoorwaarden en uitgangspunten
BIJLAGE IV Geluidbelastingkaarten gemeente Den Haag 2007
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan Lijn 11-zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
gezoneerd industrieterrein G.I.T. Wet geluidhinder
Dienst Stadsbeheer Den Haag - Milieu en Vergunningen Uitvoering Milieutaken - Geluid en Lucht - Johan Jongeling LEGENDA Bodemgebied Gebouw GPS calibratiepunt Lijnbron 88
86
82 84
80
D
70 72
66
58
54
48
46 44
42a D 40 38 36 34
30 28
2
24
20 D
8 6
D
D
D 6
14
5b
D
5
4c
4 4a
D 3
D 2
D
1
D
1 2
e
e e
A e
92
88 90
82 80
76
70
104
98
78
68
18
8
A M
e
e e
D D
D D
D D
D
D
D
D
32
27 D
29 28
26 21 22 23
7
1a
AA T
D
9
2 2a
T D
1
L E Y
B
D
L
D
D
2
L
M
1
4
D
D
20
D
D
D
L D
M
DE KA EN VE
D
D N
EI NE
N
D
D
D 48
D
56 58 60
D
D
64
D
20
54 52 50
68 66
62 72 74 70
D
D
58
D
D
75
56
ER
54 52
8
D
T
50 48 46
20
D
44
N
D
D
HO OL
40
N
K KER
D
D
D
38
e E
36
e
N
e 3
e
D D
D
D B
D
B
B
e
D
L
e
D
G
34
D
L
3
B
D
e
e
D
D
B
e
L
D
B
D
42
N
L
4
102
D
D
AT STRA
N
M
e e
D
F
GERS HEYLI
N
L e
E
L
N
L
E
L
e
L
D
D
QL
b
M
N
L N N
N D
D
ML
CORT
N
D
e
L
D
N
D
E e
N
D
N
N
N
D
L
41
E
69
67
F M E
L
e
L
E
M
57
63
L
SC
e cc
L
L
43
T
D
E
5
55
53
59
D
D
cc
F
Q
...
L
L G
L
L
L
JK
N
cc
L
L
ELI
D
c c
L
E
EE GEM
E
N
cc
APP
D
D
c c
cc
CH
F D
39
45
D
D
L
NS
N
N
D
12
15
16
T AA TR
D
17
MS SE
L
65
N
51
61
E
D
N
N N
15
25
29
37
47
49
6
D
B
42 44 46
D
D
84
e
e e
N
cc
QL
D
N
17 27
23
31 35
Y D
N
E
L L
N
19
21 33
L
E
E
D
L
82
D
L D E
E L L
L
E E
N G
N
N
E
D D
L
N
UT BA
80
15
19
11 7
D
D
e
L
L
34
D
36
G
E
AL
L D
E L
N
N
NA KA GS SIN ER RV
D D E
L
N
N
L
D L
N
N
N
N
E
VE
L
L E
N
D D
L L L
D D
L
N N
N
N
L
D
L
L M
L
N
E
T
L
N
19
WE NS ASMA
D D D
DE
N
N
40 38
M D
N
N
32
D
D
N
D
N
KA OP
E
D
L
EC N BO
M D
L
E
L
VA
L N
N N
E
28 30
D
E
Q L QL D D L
F
M D
N N
D
E
M
K... LIJ
D
N
N N
D
N
E NSC ME GE
Q Q D
20
N
D D
24 22
PE HAP
E
D
L
D
AN SK SING
D
D
AL
D
VE
D D
L
ER RV
N
26
D
O
L
N
E
N
N
E
L AA
N M
N
N
L
L
N
L N
N F
G
M
M
D
N
N
N N
E Q
E
M
N
N Q
Q 104
D
N
N
Q
QL
D
N E
E
D
KL L
D
E
L
N. .. ITE
NA KA GS SIN ER RV
N
T BU ES
VE
L L
N
N
DW
D
Q
D
K K L
25
30
31
N L
K
K
VAN
23 24
D
29
32
BO
G
UG P BR ECO
OR NO
35 36
27 26
28
33
T
34
39
E
N
19
22
38
D
D
F M
E
N
18
D
54 53
58
S
13
16 17 21
L
K
L
5
D
D
L
G
D
3
6
9
15 14
E
47
E
K
oorsprong = 79575, 454350 8
L
e
D
T
D
24 25 3
6
T
D
31 30
66
56
54
44
D
A
L
8
D
42
4
3
e e e e
10
D
32
3a
TR LS DE
3b
LE
5
L
E
7
L
L
A
e
e
1a
D
30
20
6
e
f
K
52
L
T
26
22
18 20
14
8
13
7
T
26
D
D D
12
D
0 10
4
11 10
D
98
D
D
26 25
9
5a
28
24
21
e
T
e
48
P PEL CHA
D
56
52 50
D 52 50
D 48
46 44 42
32
D
30 32 34 5 14 9 11
7 14 1 12
T
22
19 20
102
T
D
18 T
98
D
22
24
10
D
96 94 100
76
95
12
17
T
A
A
e F
49
NS
T
68
62 64
60
T
58 56
54 D
34 33
31 32
30 29
36 91 3 14 7 11
27
38
89
1 14 5 11
68
62 60
D
35
D
52 50 48
42 44 46
87
9 13 3 11
D
D
92 90
26
66
D D
d 35
D c 35 b 35 a 35
54 56 7 13 1 11 85
88 86
D
32
24
D
82 84
28
64
D
c 36 b 36 a 36 36
58 81 3 13 7 10
83
5 13 9 10
T
78
76
72 D
46
43 44
41 42
39 40
38
66
62 64
60
79
1 13 5 10 D
74
D
D
37
76
70 72
68 9 12 3 10
34
D 78
30
0 11 82
D
53
51 52
50 49
45 D
T
82
74 76 80
48
D
70
0 13 0 12
D
59
54 D
D
88 94
80 84
78
71 3 12 97
73 99
74
D
D
c 24 b 24 a 24
24
c 22
98 92 96
90
D
b 26 c 26 26
a 26
T
6
D
4
2
55
38
34 36
D
32 30
28
D
28 34
26 14 18 22
12 24 16 20
c 10
56
40
B
44
D
a 34 b 42
a 42 a 38
a 30
30
8
66 68
22
32 36
D
64 62
D
D
40
38 42
a 14 b 10
47
10
4
10
D
2
D
D
5 12
7 12 1 10 75
93
D 106
84 74
72 64
58
52
46
40
34
28
60 58
D
100
94
62 50
48 38 36 26
a 22 a 18
48
D D
D
T
102 96
22
56 54
22
20f
77
16
16
80 m
E
schaal = 1 : 3000
51
EE GEM
M
E
L
24
50 52
70
D D D
60
EMMAPLEIN KONINGIN
e
50
L
D
LM
S EN
F
16
D
48 46
a 22 b 22
20g
D
20e 6 10
22
G
e
e
D
A
D
14
42 44
20
23
A
E
OL RM
L
M e M
TE
R
D
A
Q
QL
M
ES
L
e
QL
D
L
L E
12
20d
D
20b
D
20c
40
15
EW JD
N
D
D
40b
T
T
28
BI
D
10
E
A
e
D
56 57
7 18 9 18
N A
A D
D
4
t/m
D
1
8 18 6 18
1
M
A A
1a
12
IJ K...
22
D
1c 1b
E
M N
G
1h 1e
1b
D
0m 3d 3e
PH SE JO
4a
6
1
G
E
1l
1j 1f
1c
3c
2b
t/m
21
1a
F
3g
2e
7
9
L
3f
2c 2d
t/m
20
1b
D
D
3
D
25
11
5a
4e
23
5 7
1m
1g
1d
e e
5
4c 4d
24
19 17 13
D
34
3
D
e e
T
T AA
D
4b
27
15
N F
1n 1k
3a
L
D E
TR
D
20b
26
21
23
3d 3c 3b
e
T
20 20a
D
28
25
3f 3g
e
2bis
18c
8
29
10
30
6
31
27 33
1a
3e
N
e e
LS DE
20a
32
29 31 35
e
e
D
LE T
20
34
41 37
D
N N N
D
D
D
D
18f
D
D
18 18e 18b 18a
T
16
T
D
D
D
6
D
D
40a
33
T
43
e
e e L
N M
N
L
B
T
D
39
eL e
e
E E
55
13
35
45 47
F M N
1 85b 1 83a
38 40
80
D
36
49 57
51
e e
e M
L
e
G
G N
e
D
L
L
N
e
e
e
11
D
L
15
59
59
7
9
E
L
e
e Ne
N
L
10
D
D
t/m
55
e
33
PH SE JO
D
K
80
8 10 78
17
61
53 T
D
IJ K...
F e
e
M
N
e
e
eM
e
e
1 80a 1 77a
D
36 34
D
30 32
D
4
D
2
46
28 26
D
57
D
D
58
2 13
19
66
84
T
21
71
62
61
e
e
e Je M e e
N
N
N
e 11
L
e
e
B
L
M J E
N
e
e
15 13
e
D
e
e e
N
N L
17
21
e
L
N
G
F
N
e
e
L
L
23
76
81
t/m
65
7
e
e
e
model 1 - augustus 2008 - contou
e
E
L
e
D
67
7a
e
5
e
Q
E
e E e eL
N
19
27 25
23
e
Q
D
e eN ee
e
N
29
33 35
QL
B
25
10
27
8
29
D
7
31
D
33
6
35
4
37
73 63
86
68
1
39
78
64
2
41
D
D
15
43
82
t/m
71 63
7b
e
31
41 39
e
E
G
e
L
E
L
N e
e
T
e
49
eD e
T
45
14
D
47
87
69
D
9b
e
75
49
13
77
51
D
79
53
22
81
55
D
21
83
57
20
87
59
T
D
19
85
61
T
t/m
4 11
D
T
9a
e
Q
L
91
D
D
D
89
T
63
RAA D NST P IJ
18
93
RAA
T
IS CR
65
17
95
ST
67
16
97
RS ME H EL
69
94
5 10 0 10 95
0 11
t/m
AA STR
9
L
43
F
Q
3 11
T
11
e
L
Q
93
TS
b 11 a 11
e
M
Etmaal
e
QL
D
L
e
eF
45 47
e
D
D
98
91
BE
e
D
L
e
E
periode:
e
L
Q
PEL
8 10 3 10
92
DIB
e e
N
E
HAP SC EEN GEM
2 11
t/m
75
e
e
2 1
F
N
L
13 a 13 b 13
T
e
E
Q
eN
D
a 75
D
e
M
L
D
71
D
b 75
b 15 a 15 15
L
e
e
L
D
E AD
D
c 75
a 17 b 17
e
3
N
e
N
D
L
N
D
E
73
TK ON
81
17
AA AN
e
e
D
D
75
5 11
RM
79
e
e
e
B
B
77
D
D
PY
77
D
GSK
e
Q
B
e Ne e
N
e
E
D
79
D
DE
83
51
IN
e
N
e
M
M
L
e
87 85
53
e
4
E
Q
e
e eN
N
6
N
Q
e e N e e
e
N
E
N
e
5
e L e
Le
L
L
K DEC
KA
89 91 93
e
e
L
D
AL
97
MA
99 95
D
ERS
D
REBEC.. .
e
E
B
e e
70 - 100 dB(A)
e
e
e
e e
e
E
L
EM
D
55
74
104
RV
D
D
L
B
e e
e
N
G
N
e
B
B
G
N
D
E
W
1 10 3 10 5 10
e
e
F
N
G IN NIN KO
9 10 7 10
1 11
57
e
N
N
L e
e
65 - 70 dB(A)
N
N
Me
N
N
N N N
E
e
e
E
B
e
E
N
e
e
e
G
e e
60 - 65 dB(A)
N
N
e
E
E
L
L
N
N N N
e
e
e
e
L
N
OL HO SC
D
7 11
F
e
N
N
D
3 11 5 11
L
L
N
N
N
N
e 8
E
N L
D
9 11
e
e
E
e
55 - 60 dB(A)
N
e
De Constant Rebecquestraat
N
N
F
e
M
9
DE CON STANT
e e
N e
e
L
11 10a
L
e
T
G
e
e
D
N
D
3 12
D
T
e
M
L
e e N e
e
N N N
e
L
e
E e
50 - 55 dB(A)
F N N G
L
51
10
N e
e
N
N
e
e
53
E
N
N
5 12 7 12
d 18
102
72
VE
D
E
e
L
e
L
L
L
L
T
T
68
D
F
E
L N
D
96
3
D
REBEC.. .
N
N
45 - 50 dB(A)
E
N
L
H
G
E
e
59
66
5
L E
e
e
61
94
7
DE CON STANT
e e
L
e
E
M
N
e
63
64
9
1
E e
N L
e
E E
e
e
e
e
N
55
L
e e
N
N
N e
F
L
e e
N N
Y
e L
e
92
D
e
N
L
e e
E
e
L
F
N
G
e
e
L
e
e
< 50 dB(A)
N
N
e
e
62
e
D
L
G
C
e e
L
e
L
c
e
e
e
D
M e
A AT
...
e
e
L
L e
TRICT
e
E
e
60
L
90
7a
e
8 12 8 11
E
G
T ELEFO ONDIS
e M e
e
c
TR LS DE
E L
M e e
e
e
e
e
e e
e
e e
M e
LE
9a
D
15
e De
e
e e Y
e e
e
e
e eL e
e
N e
D
F e e N e
58
e
O e e e
88
M
50
D
e e
9 13
e e e
e
N
L
e
e e
e
1 13
e
6 12 6 11
1
M
e e
7 12 9 12
e
e
3
H SEP
e
Ne
F
e
D
2
e eL
e
e
5 7
e
e e e
5 12 3 12
3
e
G
e
e
4 12 t/m
4
e e
e D 1
e
E
e N
eF E
e
N
N
3 11
9 11 1 12
L
e
1 11
5
E
e
e
e
7 11 5 11
e
L D
e
e
E
JO
6
e
52
D D
e
2 12 t/m
7
e e
e e e
L
e e
N
L D
N
9 10 7 10
e Ne L
e
D
8
D
e
L
e e
e e
e
c
N
e
e
e N
c
N
e
e
Scherm
c
L
65
9
e e E
e
e
N D
89
1 10 99 3 10 5 10
e
e
e
91 97
M
e
e
95
e
e
e
93
e eM e
e
e Fe
e
83
N
L
e
85 87
e
E
L
e
E e e
L
E
N
e
e
e
E
e
e
D
10
e e
e
e e
e N e
e e
D
N
N 81
e
e
G
M
F
67
D
e
e
e D
e
69
11
L
T AA TR
L
T
e
e
61
71 77 75 79
AA STR
e L D
XS
e
e
e
eM e e
69
F
9 12
12
R
eL
TS
13
e
23
D
e
L
D
14
E AD
e
e
NI M AR
E
e
e
67 D
L
BE
1a
15
EZK
69
e
e N D
M e
59
10a 12a
L
e
L
e e
e
L e
73
8 10b 12
e
e
e N
e
L
E
e
57
L
e
67
79
e
L
e
M
e
e
14a 14
e
e
e
e
8a
e
e
T
a 55
a 23 b 23
1e 1c
D
e M
14b 8b
e
e
e
e
e
L
L
D
L
53
D
1b
1
D
16
E
71
77
N
AAT
e
e
e N D
F
49 55
d 23 c 23
1d
5
T
17
T
e
73
75
L
a 25
3
18
SU N G
41 47 51
D
L
63 65
N
39 43 45
25
9
D
a 22
SS
TR
e
e e
61
e
c 25 b 25
7
a 18
e
e
e
ES
e
37
D
11
22
e
C HA
D
e
M e
e
e
57 59
F
F
T
13
D
19
e
N
DIB
17
a 21
e
e e
L L
e
N e
d 25 e 25
15
21 a 19
E
e L
e
e
Puntbron
G
A
10 D
b 19
L
33
e
e e
L
D
L
35
e
e
L
F
43
49
55
f 25 g 25
21 19
D
N G
N
e
e
e e e
45
47
53
e
e
C
D
D
b 23
20
L
e
e
E
e
e J Me
e
A
b A
L D
e
e D
41 a 41 b 41
e e
31
e
E e
N
A
29
e
eL
e N e
e
b
L
N 25
e
e e N e e
N
E
E
L
27
M
e
e e
N
17
e
eM
N A A
A TT
e e
e
eM
51
L
e
e
e
25
23
L
N
455000
e
19
21
Procesinstallatiegebied
F
b
L
D
6 11
e L
23
a 23
L
N e e
E
A A
D
81
e e
e
9
15
D
24
E
D
e
27
b 24 a 24
F
L
N
e
e
e
7 11
13
D
L
83
27
D
eM 29
D
F L
L
D
39
c 29
e
d 29 b 29
25
N
31 33
26
L
D
D
e
29
27
e
Le
E G
e
Q
e
N
D
L
32
E e
D
e e
IN LE
e e e e
L
e
M e e
NT RA
N
N D
e D
e
e
L e
N
e
L
FS ENHO ZAM
e e
L e
D
T
N N
Q
M
4g
D
e
L
TR AA
N
D
e
L
N
M
e
e L
2
D
e
120 118 116
G
L
E
e
T
L
L
1
e E
AA
A Z L
D
N
e e
TR
A
E
e
E
OS
F
N
N
D
L
N
30
OP
D
100
NT RA
D
PE
PE
JK.
ES
ELI PP HA SC
ES
6
D
EN ME GE
N
L
D
L
..
D
L L
D
e e L
L
e
N
N E
N
e L
L
e e
D
D
e e
M
e e e
N
E
D
D
N E
N
D
N N
M D
N
D
e
N
N
e e
M
D
N
e
D
L
N
N
D
B
E
e
D
N e
e
D
B
N
e e E
E
eO
e e
e
O
M
D
N
B
D
E
e e
e
e
D
L
D
B
E
M e
e e
L
N N L
L E
BRANDWEER
G L
M E
D
L
D
E
D
L
e
e
D
D
N
N
N
e e
D
e L
O
e
L D
O
N
10
N
D
E
e
STIAMO TUTTI BENE
E
L L
30
M L
141a
D
D
L
M
FST ENHO ZAM
141
E
E
139b D
139a
N
RAAT E
D
139
L
AN GASLA
L
L
D
L
137b
D
L
137a
D
137 133 131b
D D
80
82
94
88
T
e
e
e e
N
L
26 26a 28
110
112
28a
e e
D
40
18 90
t/m
D
16
112
t/m t/m
108
D
12 100 4
69 D
2
73
t/m
104
47
25 23
45 77
43 75
41 73
17
39
D
D
71 75
77 119 125 123 121
T
65 81
67 69
79
109 131
111
21
D
61
71
89
1b
7b 7a
113
19
7c 7d
63
37 15
90
1 13
129
58
120
138
D D
D
1a 3
e N
e
D
32
3 0a
30
e 15 17
115
76
T
130
148
150
112 114
132
152
D
154
134
116 118
136
D
158 79
91
5 7
D
e e
N
32a
87
83
D
86
e e e
E T
34
85
88
e
52i
e
108
e e
D
e
106
D
D
104
92
24
D
D
D
D D
94 95 96
127
B
102
D
117
D
D
100
92 96
D
D
84
98
D
54a
22
86 90
D
54
D
D
156
14
76a
78
52
122
70 74
D
66
D
D
D
72 76
D
22 T
D
26 28
D
30
2 4
6
D
32 34
2 4
D
6 8 10
12
36
D
14
D
30a
68
18
TT
D
2
30
T
D 58
N
N
e N e
60
e
e L
N
e
64
e
e
N
54
D
D
16
N
e
e e D
L e D L e
e e e L
e e
56
O
E
e
129
137a 135 131
147
e
N
e
AT STRA GOGH e e
64a 62
L
143 141
145
N
L
e
T
52
18 20
117
133
139a
16
F
N
M
L
46b
14
N
e
N
D
L F
D
N
46
e
e
42a
L
e e
83
89 85
95
VAN
LD
D
D
e
137
107
119
125 121
139
48
84 83
D
14
6
D
4
D
82
12
105
113a 111
125a 123
127
6
50
81
8
N
L
46a
80 79
e e
48a
D
77 78
D
12
D
76 75
T
10
42
73 74
8
40
72 71
38
D
69 70
34
68 67
D
36
65 66
6
D
63 64
D
4
D
D
62 61
T
D
46
59 60
D
48
58 57
D
D
56
D
44
55
D
T
D
54 53
D
50a
52
eDe
50a
D
e
E
42
D
e
N
77
44a 44
91
50
D
51
e
e e e
e
e
e
e e G
R
50
e e
10
N
E
49
e
D
e
e
F E
N G
47
e e L
M
L
A
48
e
Me
G
A
45
t/m
e
M
77a 75
79
87
109
115a 127a
e e D
e e
97
113
4
E
M
Tramlijn 11
A
A
N
46
5
93
M
N
44
7 t/m
115
Y Y
N
M
93a 91a
39
51
L D
63
44b
T
9 95
ADE
C D
t/m
SEK
N N
97
SDUIN
G
103a 101a 99
103 101
D
Y
N
2
A
X
M
E A
N
LOO N N
N
G N
11 t/m
A
X
D
N D
N
N
N
A
G N
N
G
G N
D
13
E MG M
N
N
e
t/m
A L A A
N G
99
f
fY L
G A
Ne
N
D
e
M
D
N
A A
E E
E
43
D
N L
42
A
EG
41
G N
SEW
39
e
X M D
eNe
B
e
E
10 t/m
e
e
e
98
e
e
D
L
L e
D
e
e
SDUIN
D
e
e e
40
e
e
e
LOO
D
e
e
D
37
e
e
e
N
2
e
e
e
e
6
e
e
E
4
10 8 D
12 14
D
e
N
D
D
f 495
e
e e
38
D
e
t/m
e
F
36
D
e
559
e
e B
R
e e e
e 495
f
e M e
e
e
E
t/m
e
e e
e
35
561
e
L
A
e
e
e
e e
L
395
563 t/m 399
e e M
e
43
55
53
65 67
93 91
M
47
59
59a 57
71a 69 71
E
D
E e
e
49 61
61a 73a
73
79a 81
M
D
L
19
e
e
a 495 t/m 393 b 495 t/m c 495 t/m 397
e
8
F
e
L e e e
e
96
eM D
t/m
e
e e
94
e
D
e e
D
e
e
e
e
G
A
N
E
D
e M M
e LOe
6 t/m
L D
A
e
A
D
A
F
L
N
G A
T
D
e e
e
e
e e
e
N N
A
A
D
M
5 7
e
e
T
E
G
M
G G
D
t/m 375 377
e
e
b
A
G G DG
D
D
E L
3 9
F D
E
373g
t/m 373h 485
495 t/m 391
11 13
17
373f
t/m 477
L
D
e
e
N
N N
D
D
479
E
E D
L
D e e
M
N G
A E
F
D
D
t/m
D D
e e e N
N
M A
D
M
D
D
M
e
N N
e M e
E
A E
e
L
B
34
127b
e
t/m 373e
LOO E
Z Z
A
e
e
e e
e
SDU
E
E
T
E
DE
H
L
E L
1
LOO
C O O
E
D
M
335
483 481
A A
SEKA
33
129
137 135
139
L e
B
N AA SL GA
e
N e
ST OS L RO RE KA
Ne
Me
M
309
313
N
SDUIN
D
E
A
N
N
N G
CO
G
D
133
N
307
373a t/m 373b t/m 311
G
EG
M e
373c t/m
t/m
N
N
E
D
M
L
N
N
A M
N N
G
N
N
G
A D
G N G
N
INSEW
T
N
EG
D
G
D
D
E
N
D
M
INSEW
N
F
G
GM A
SDU N
L
e
e
A
A
G
D
N
LOO
N
G
D
D
e
A
e A
N M M
D
eM
LJ
L e
e
e
N
32 31
129a
147
e M
EG AN SW
87
89
91
141
149
B
e
e
E
A L
A
e L
305
t/m
409
AT
t/m 20
98 100
ASM
85
151
D
L e
e e
N
O
A
e
t/m 373
D
RA
223
Q e Me
e
e
361
B
D
e
E
e
M
e e
N
Q e E
M e
M
F
M
e
e L
N N
G
N N
N
E
E
e
L
L e e e
L
e e
e
e
L
Q
e
N
N
e M
e
E
e L
Me
203
N
D
G
e
207
e Ee
N
N D
F
e
Q
e M
N N
N E
M e e
55
e Q
211 215
N D
N N
D
e
Q
219
Q
e e M L e
E
eD
7
15
L e
e E
E
L
E
e N D
e
B
N Le
Ne M e
e
E
D
e
e
N De
e e N e
Q N
e
L
e
e
e D
L
N E
L Ee e e
140
37
99
143
K
L
e
e
D
O
93
101
153
KER
L
1
9
AT
47
103
N
145
155
E E
e
3
e
L
e
e
e
3
D
39
49
e e
95
D
e
L e
e
e e
e
N
e
N e
e
11
E N
e
e e e
N
92
102
D
96
TRA TRIPS
51 33
M e eL e
e
L e
L L
101
41
E
N
c
c
c
O e
M
G
D
53
105
L
104 122
43
97
107
N
L
L
G 31 35
e
e L
E
N
D
L
L
e
M
F
L
N
O
e
TT
D
55
L
N N
c
Q e
N
L C
E
D
45 57
D
N E
O
e
e
E
N
E
N
M
e
D
129b
D
D
124
T
59
D
N
L
N
e
N
M
e
D
N e
e
N L
N E
N
e
L
N
L
F
N
N
e
FMe
G
L
Q
N N
e
E
E N
e
142
D
N
F
N
N
e
e
N
E
9
L J
M
30
131
5 12 L L
L
M
N
M
D
L N
D
L
D
L
E D
N
115
L
E
117
AT
D
AT
119
TRA
D
TRA
121
TRIPS
L
L
OO R KANT
ELIJK F EENT GEM
D
N e
N
L
GEENS
e D
D
E
N
VAN
OL
123
HO
15 13
F
e
N
L
125
SC
17
106
D
L
Q Q Q
Q
e
L
Y
e
D
e
e N L
e
M
D
L RAAT FSTE e e E ENHO ZAM
G L
L
e
t/m 88
L N
L
N
144
D
L
E
t/m 84
131a
D
O
E D
D
RAAT
146
L
N
D
L
T
D
E
FST ENHO ZAM
M E N N
N
e N M
D
D
L L
N
D
e ML F
L
N N
N L
D
B
133a
N
D
L
E
e
e
29
D
133b
L D
E
D
e
27
135a 135
e e
e e M
e
L
L
L
e
D
L
e
e e
E N
28
D
L E
L
L
T
E
D
D
135b
F
E
L
D
L E
D
80000 Industrielawaai - IL, Bestemmingsplan GIT - versie 2 van Bestemmingsplan GIT - model 1 - augustus 2008 - contour 5m [G:\UMT\GNL\Medewerkers\Johan\Projecten\BP-GIT\Geonoise\GIT\] , Geonoise V5.43
geluidcontouren op 5m hoogte CONCEPT
laan
am Esc
pla
eka
an
sew
rk rpa laa
≥ 75
cke
ins
in sdu
ide
eg
an
we
70 - 74
rbe
Lo
u osd
Loo e d
en
yla
Rey
65 - 69
Tho
e
Zu
60 - 64
nM
rvo
es
tK
d ne
La De
55 - 59
a La
a nv
e erd
eg ort
an
an
50 - 54
n
e rw e n
≤ 49
aa
g
kla
Pr
n ide
Be a kla
Contourklassen in dB
rtl
Ni e bo
n Lo
m uin osd
seka
e
Stiltegebieden
o Sp
Se
e bro
laerla
ni Em ad
Legenda
Stadsdeel Segbroek / Gemeente Den Haag
per etmaal (LDEN)
oetze Va n B
Valken boslaa n
Geluidskaart voor wegverkeer inclusief trams
Ko n gi ak
g
n
de
laan
am Esc
pla
eka
an
sew
rk rpa laa
≥ 75
cke
ins
in sdu
ide
eg
an
we
70 - 74
rbe
Lo
u osd
Loo e d
en
yla
Rey
65 - 69
Tho
e
Zu
60 - 64
nM
rvo
es
tK
d ne
La De
55 - 59
a La
a nv
e erd
eg ort
an
an
50 - 54
n
e rw e n
≤ 49
aa
g
kla
Pr
n ide
Be a kla
Contourklassen in dB
rtl
Ni e bo
n Lo
m uin osd
seka
e
Stiltegebieden
o Sp
Se
e bro
laerla
ni Em ad
Legenda
Stadsdeel Segbroek / Gemeente Den Haag
per nacht (LNIGHT)
oetze Va n B
Valken boslaa n
Geluidskaart voor wegverkeer inclusief trams
Ko n gi ak
g
n
de
laan
am Esc
pla
eka
an
sew
rk rpa laa
≥ 75
cke
ins
in sdu
ide
eg
an
we
70 - 74
rbe
Lo
u osd
Loo e d
en
yla
Rey
65 - 69
Tho
e
Zu
60 - 64
nM
rvo
es
tK
d ne
La De
55 - 59
a La
a nv
e erd
eg ort
an
an
50 - 54
n
e rw e n
≤ 49
aa
g
kla
Pr
n ide
Be a kla
Contourklassen in dB
rtl
Ni e bo
n Lo
m uin osd
seka
e
Stiltegebieden
o Sp
Se
e bro
laerla
ni Em ad
Legenda
Stadsdeel Segbroek / Gemeente Den Haag
per etmaal (LDEN)
oetze Va n B
Valken boslaa n
Geluidskaart voor spoorwegen
Ko n gi ak
g
n
de
laan
am Esc
pla
eka
an
sew
rk rpa laa
≥ 75
cke
ins
in sdu
ide
eg
an
we
70 - 74
rbe
Lo
u osd
Loo e d
en
yla
Rey
65 - 69
Tho
e
Zu
60 - 64
nM
rvo
es
tK
d ne
La De
55 - 59
a La
a nv
e erd
eg ort
an
an
50 - 54
n
e rw e n
≤ 49
aa
g
kla
Pr
n ide
Be a kla
Contourklassen in dB
rtl
Ni e bo
n Lo
m uin osd
seka
e
Stiltegebieden
o Sp
Se
e bro
laerla
ni Em ad
Legenda
Stadsdeel Segbroek / Gemeente Den Haag
per nacht (LNIGHT)
oetze Va n B
Valken boslaa n
Geluidskaart voor spoorwegen
Ko n gi ak
g
n
de
n
laan
eg
cke
e
Lo
ins
an
Loo e d
pla
eka
am Esc
u osd
an
in sdu
Zu
rbe
nM
rvo
en
d ne
an
eg
yla
sew
n
Tho
a La
a nv
e erd
an
es
tK
e
ort
g
kla
Pr
n ide
Be a kla
Rey
ide
we
rk rpa laa
Zones (> 50 dB)
aa
e rw
La De
Industrieterreinen
rtl
Ni e bo
n Lo
m uin osd
seka
e
Stiltegebieden
o Sp
Se
e bro
laerla
ni Em ad
Legenda
Stadsdeel Segbroek / Gemeente Den Haag
per etmaal (LDEN)
oetze Va n B
Valken boslaa n
Geluidskaart voor industriegebieden
Ko n gi ak
g
n
de
BIJLAGE V Onderbouwing van de verkeerscijfers gemeente Den Haag
Witteveen+Bos GV875-1 Plan-MER Masterplan Lijn 11-zone milieurapport definitief d.d. 21 november 2008
65 /98
8 79
/64
54 4
69 9
21 54 6
83 9
602
4 21 19 88 26 2 5 1 18 2616122 0 13 52 16
285
5 42/1
16 1
31 0
62 20
35
21 /1 89
Intensiteit auto's: 2020 Lijn11zone autonoom MVT Eenheid: 0.5 cm = 5000
4
897
4
67 9 1 12 12
114
795
132 6
2 65
127
5 68
9
0 -
250
250 -
500
0
500 - 1000
0
1000 - 1500 1 17 6 13
1500 - 2000 2000 -
18
12 8/ 1
Schaal 1 : 12500
22-08-2008
79
6 87 0 87
0
1739
0 18
216/181
88
37 /88 276/185
DSO Afdeling Verkeer & Infrastructuur 94
5 89
6 74
37
6 21
733
2
1 18
1
1888
18
4 25 5 25
6 102
2020 Structuurvisie
1 59
6 59
>
380/345
912
5
84
1 72
/0
15
35
562
36 0
40 9
26 2/1 94 34 9/2 31
28
343
778
72 6 58 5
622/4 04 2 26 1 11
19 192 2 10 4
40 4 62 2
231
477
10 0
7
21/9 2
18 2 8/ 25
67 40 35 1 51
24
7
0
10 4/
3
15
15
94
3 21
42
21/7 0
19 7 11 1 9 11
51
130
0
64
13/110
37/41
81
0 0
0/1
2 42
20 3
10
52
0/2 0
99
345
5 80
9 54
94 10
13 01
591
0
9 22
49
6 53
3
94
27
14
23
65
09
1
25 16
1 84
349
721
0
9
23
21
71
226 5 131 2
70
157
215
99387
7
48
233
0
2 64 8 74
5 2/ 18
0
25
32 4 15
96
6
27
20
/9 233
3/27
35/67
20/37
11/45
45 9
3
37
64 21
11
136
10 7/ 15 4
6
1 /15 40
8
79
1
108 136
5
11
10
3 22
217
25
3 11
4
157
6 26
66
62
34
6 10 23
3 31
64
55
1
5 27
75
1
78
0
21
/14
4 23
153
/1 3
2 26 1/ 11
10215 0
0
0 25
39
2 20
8
3
9 19
0
0
0 0
0
89
141
0 0
34
7 10
4 15
1
0 13
0
0
6
0
48
845
641
8 0/31/1 6179
8
2
31 7
16
17
20
93
93
617
12 /12 1
0
9 12
9 /12 16
22 8 34 33 1 25 2
0
0 25
62
21
9
96 21 64 11
/118 130
9/222
/1 81
28
0
6
73 1
0
/60 96
0
198
13 7 15
/62 93
306
0
2 27
6 57
7 15
39
3
96
0
0
2
3
5 40
0 3 26
1 21/
0 212 2 103
52
2
55
120 6 890
0
44/0
27 55
0
88
47
63
63
7
6
22 26
0 51/556 4/
530
359
283
0
77
41
9 208
824
0 11 4 63
2 1 /40 11 111
4 37
8
903
20 3
268
1
4 27
2 21
21 2 2 15 152 179/1 978 17
5
48
9 14
02
560
169
44
8 51
0 19
7 1/
22
4 28
264
210
2 16
1
0
0 38
74
4 241 2
25
184 127
7
125 3
00/6 0
47
3 15
106/84
5
5 114
2
2
140
803
5
3
15
96
0
119
4 12
1 41
8
167
22
12
3 36
241 124
0
0
4 24
105/86
664
97
73
72
14
0
0
129
9 22
83
52
306
8 25
218 /31 6
0
2
44
119
8
29
102
45 48
2 18
100
/7 3
14
92
1
119
9 /7
8 51
477
789
97
0
7
83
16
0 10
/99
2
0 31
32/31449
0
2
86
1 35
307
12
466
7 45
67
7 19
81
8 22
0
0 0
61 61 0
2 /20 89 10 8/1 57
0
228
9
316
1 29
105
20
30
65 98
69
0
2
7 20
2 31
/69
0
66
57
4 16 10 6 16/51 15
44
465
0 32 1/1187 /182934
1
396
154
101
109
434
735
7 19
99
92/
1
61
241
210
69
10
51
54 2 542/3 3
4
0 15
2 24
92
/8 8
79
99
186 /
/5
10
29
23
4 76
0
167
/30 10
61
9
22 63
6
81
31
536
5 19
7 2
77
309
0
12 5/ 22 4
166/197
9 22
4
51
240 322
7 14
73
25
277
348
198
519
330 357
8 15
283
254
52
6 27 143
392
29
5 12
0
56
0
0
35
2 8 29
0
0
78
13
0
0
6 3/ 11
114
110
0
33
328 63
7 16
3 11
8
22
2
6 0 12 8/ 21
4
188
684
14 /128 175
5 17
0
9 /1
3
0
6 53 581 6 31 204
309
0
126
5
4 20 8 32
26
6
63 3/3 14
22 25
218
191
120 148
8 12
/0 144
0
102
570
6
8
358
11
870
10
0 11
884
45
0 87
17 2
41
0
144
3
0
0/81
39
387
293
2
28
965 29
698
73
90
0
0
1753
270
996
1873 1010
3
4
105
172
1033
0
5 115
51 11
1558
14
126
20
2 36
2
97
0
32 238/3
188
3 07
6 171882
29
50
102 2
49
274 270
0
195
327
41
74
/21 74
33
5
74
3 106 1 103
0
12 0
2 35
/119 126
21
7
8 16
9
196
/69 112
7
0 110 5 101
0
298
4 26
3
68
6 33
435
159
0 18
195
1
0
10 5/1 0
112
69
1
51
6 33
143
51
6 17
0 38
/1 68
93
11
68
16
8 14
493
5 66
51
4 87
52/16
5 12
0
86 125
5
1
0 /1 1
0
3 48
8
1
82
42
11
/1 55
0
89
11
1 18
14
8 14
0 10
16 4 17
3628 42 3/ 20 195
0 8 14
9
8 0
14
67
74
108
55 134 18 05 2 997 9 17
68 1 42
50 0
78
6 /12 21
26
127 57/
83
4
9
5 40
0
321
275
58
13 83 5 5 176 05/12305 2 32 1 48 3
9 73
23
9 68
4 17
3 15
2
3
1 82
73 0 14
33
9 14
20
1 15
6/239
868
824
6
13
936
29
DSO Den Haag Afdeling V&I
EXCL MP Transvaal
51 2 16 3 536
359
212
83
0
0
7
22 26
11
8 62
6
1 11
41
2 51
6
4 16
20
7
2
27 4
1 19
78
5 50
50
1
6
881
12
11
48
821
8
250 500
20
38
1500 - 2000
18 9 10 4
6
7 26 1 11
2000 -
91
8
DSO BELEID
4
12
4
5
12
114
827
67 Schaal 1 : 12500
7 66 1 13
8 76
>
2020 Structuurvisie 130
81 3
81
655
0 250 -
1000 - 1500
6
51 0
Intensiteit auto's: 2020 BASIS NEW MVT
500 - 1000
273
121 5 907
26 88 17 55
54
22
33
1 82
27
79
106
237 1 145 2
15
28
2
3
143
20
73
10214 06 3 101899 1
59 45 34 1 66
78
7
19 2 115
77
56
121
56
35 6
141
65
135
4 15
8
8 49
3
2
785
97
678
9
66
49
2
55
85 223
Eenheid: 0.5 cm = 5000
4 15
167
279
8
4
9
4 29
246
5
10
47
26
154
109
52
51
8 14
168
150 152
794
498
9 10
7
7 36
63
1 21
227
38
7 36
62
0
42
5
60
5 27
84
0 29
23 75 78
7 14
1 41
0
13
7 46
5 45
51
88
71
10
161
108
01 23 73 12
105
101
9 13
2 28
1 26
136
2
4
39
10
6
16
7 19
4
7
1 26
0 22
0
20
3
4
4 24
20
0 23
1 55 8 10
158
90
99
102
737
440
8 20 2 11
32
15
126 3
0 23
9 25
30
7 19
32
62
87
7
81
125 1
17 9 8 17
116
4 29 5 14
0 35
119
5 13
4 15
92
1
20
232
60
19
0
38
39
6 24
79
23
4
177
6 15 305
13
103
21
1
149
65
409
7 30
60 60
53
2 26
237 305
6 20
4 27
5 57
40
282
355 378
273
25
6
55
109
291
8 221 8 111
69 8
6
51
19
9
88
148
22
334
832
45
1 38 35
77
41
50
723
18
4 26
4 49
2 18
298
10
5 19
8 37
2 48
329
4 33
8 51
17
5 18
5 59
74
229
399
96
44
15
1 219 4 122 29
345
63
8
12
9
22
1 35 63
4
5 26
7
226
4 20 1 35
54
7 20
58
4
4
78
15
697
725
8
0
4 11
289
119
124
7 208 2 101
391
30
59
8 29
26
56
604
81
16
36
431
107
30
7
17
5 42
4 43
259
208 148
6
5
482 350
32
23
32
51
124
104
1
0 28
234
13
6 98
58
5 53 582 8 29 189
29
3
1484
39
29
589
145
0 14
35
3 16 6 15
51
265
6
272
1087
7 17
0 21
3 9 75
466
0
12
1521
7 23
239
91
7 171982
127
5 19
199
9
29
5
268
217
130
32
18
9 16
48
163
291
38 116
850
7 13 37
8 12
5
32
272
390
6 11
0 13
891
54
0 85
30 21 34 12
120 137
4 29
105
312
1 89
15 3
84
73
69
682
82
0 74
6
3 12
195
102
11
67
3 34
345
85
157
9
9
0 111 7 104
99
49
218
325
311
761
88
414
14 97
168
3
5
6 104
1917 1084
7 197 0 122
26
300
08
35
9 117 7 102
5 75
3 34
67
18
6 17
8
4 67
160
1620
7 16
835
49 4
457
179
7 74
315
7 12
99
7
35
171
1824
7
2 15
20 69
714
305
5 21
0
2 13
97
42
41
13 9 14 2
9
64
151
969
11
40
62
494
7 21
85
82
64
3
7 194
115
703
53
4
112
81
5 11
37
48
449
18
18 3
4 68
13 22
318
3
6 91
3 20
5 14
4 16
129
7
8 73
88
91
91
1
1 33
8
18
43
91
9 20
43
1 10
17
0 27 2 30
23
3 72
3 43 9 11
986
28
6 20
385
222
9 15
2 23
12 1 39
56
2 72
6 36 335
5 41
86
8 15
8 15
82
9 15
40
103
0 114 554
8 19
6 16
4
7 72
24
3 72
289
335
84
145
8
31
2
5
7 18
5 15
10
983
8 73 8 71
1 14
4 16
68
7
7 12
1 15
64
100
2 34
58
52
3
278
3 36
161
42
99
2 16
849
156
2 22
39
0 12 1 11
807
0
7 80
2
5
943
2 83 7 80
227
76
56
162
2 77
77
5 39
7 32
132
62
7
10
869
99
77
9
4
22
30
66
43
6 80
66
44
5
40
2
8 90
149 194
114
2 91
7
3
108 46
19
118
165
33
313
3
294
81
618
34
7 15
39
3 38
2 49
663
526
420
9 10
440
55
122
98
2
5
46
65
DSO Den Haag Afdeling V&I
22-08-2008
INC. MP Lijn 11
5
-19
5
-6
25
13
40
17
20
23
7 -1
24
11
29
10
25
17
26
31
29
26
6
20
15 23
28
11
22 79
12
-9
41 77
-6
23
100
47
12
65
5 - 20
70
11
20
82
43
-5
39
6
6 -2
9
-17
-6
-2
19
27
23
8 15
-15
-10
-2 1 10 11
24
9
2 -1
6
10
17
23
14
3 -2
9
7
72
4
4
2 -3
8
-11
-24
14
10
91
9 -2
-9
10
5
-5
10
-41
-26
7 76 25143 6
6
15
-37
33 17
40
26
2 12
21 8 0 -1
40
7 -1
122
5
9 17
59
18
17
-22
5
41
-8 26 20
10
86 -8 11
5
7
Verschil 2 netwerkintensiteiten auto Rood/Groen weergave
-1
4
-2
4
17
32
30
25
Eenheid: 0.5 cm = 500
26
20
Toename Toename op toegevoegd wegvak
25 20
Afname Afname op verwijderd wegvak
15
-4
23
33
15
DSO Afdeling Verkeer & Infrastructuur -15
-20
0 -4
5
49
Schaal 1 : 12500
-19
85
16
29
12
2
2020 Structuurvisie
-28
-22 8
1 -3
9
1
-3
-9
8
7
19
16
6
-15
-1
-7
94 12
0 -2
8
3 -5
79
-18
8
-6
140 15
37
106
24
14
-7
-12
14
57
-10
-8
5
17
27 11
137
-2 6
9
21
-8
-11
99
65
6
11
13
6
7 -2
7
-1 6
6 -7
-2 7
19
5
-6
5 10 9 10
13
-3 6
5
-9
9
-25
33
27
9
5
38
20
25
23
38
-5
21
7
21
-5
25
-8
17
86
70
5
23
17
11
13
-11
-31
1
98
22
34
-21
39 6
5
3 -3
5
8
8
23
-20
-20
62
79
32
102
20
83
-18
-20
32
7
9
-20
57
71
50
-18
19
8
3 - 36
13
33
47
-16
9
-11
47
99
-19
74
24
-18
- 18
50
44 16
-15
54
-3
-21
-18
67
-1
53
-12
8
16
47
25
-6
-54
20
-7
29
15
27
10
-6
13
12
7
10
9
-5
4 -1
34 12 19
19
-6
6
10
-5
33
-5
11 11
34
13
14
14
6
6
15
- 12
-6
15
-17
-14
23
-1
2
7
DSO Den Haag Afdeling V&I
22-08-2008
Verschillenplot - planbijdra
Programma variant 3 uitgaande van casino-achtige attractie bezoekers per jaar 250000 dagen/jaar vol 200 1250 Modal split auto 50% 625 gem. autobezetting 2,5 250 aantal autoritten in per gem. weekdag aantal autoritten uit per gem. weekdag
stedelijk/regionaal bezoekers per dag bezoekers per dag met de auto autoritten per dag 250 250
Programma variant 1 uitgaande van casino-achtige attractie bezoekers per jaar 500000 dagen/jaar vol 200 2500 Modal split auto 50% 1250 gem. autobezetting 2,5 500 aantal autoritten in per gem. weekdag aantal autoritten uit per gem. weekdag
stedelijk/regionaal bezoekers per dag bezoekers per dag met de auto autoritten per dag 500 500
aantal bezoekers per vervoerswijze OV fiets lopend anders auto
lokaal stedelijk regionaal
aantal bezoekers naar herkomst
216875 142825 101625 42375 343800 847500
257000 373750 216750 847500
Programma variant 2 Uitgangspunt: 850.000 bezoekers/jaar functie Detailhandel Horeca Hotel Attractie Theater/zalenverhuur Bioscoop
m2 3000 1000 4000 5000 4000 3000
2,5
gemiddelde voertuigbezetting (aanname)
aantal autoritten in per gem. weekdag aantal autoritten uit per gem. weekdag
lopend 25% 10% 0%
AANNAMES CHECKEN! aantal bezoekers opmerkingen bij bezoekers/aannames 125000 alleen lokale, rest is opgenomen in andere functies 45000 alleen lokale, rest is opgenomen in andere functies 17500 inschatting 50% bezet, 1 rit per dag 225000 op basis van bez.aantallen Go Planet (Enschede) 225000 op basis van zeer globale inschatting BEL / E&V 210000 elke stoel 1x per dag vol 847500
Modal split, aannames op basis van Mobiliteit in Den Haag (2004-2005) OV auto (inc. passagiers) fiets 30% 25% 15% 20% 40% 25% 30% 60% 5%
opmerkingen/aannames (ook) lokale detailhandel (ook) lokale horeca ca. 100 kamers, 50% bezet 750 bezoekers, 6x week 1500 bezoekers, 3x week ca. 600 stoelen? (Babylon)
anders 5% 5% 5%
393 393
bezoekers herkomst lokaal tot regionaal lokaal tot regionaal regionaal stedelijk/regionaal lokaal tot regionaal lokaal tot stedelijk
Aannames %lokaal %stedelijk %regionaal 100% 0% 0% 100% 0% 0% 0% 10% 90% 10% 50% 40% 10% 50% 40% 20% 70% 10%
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 82 83 84
Volgnr
Straatnaam Waldeck Pyrmontkade Waldeck Pyrmontkade Veenkade/Noordwal Conradkade Conradkade Marnixstraat De Constant Rebequestraat De Constant Rebequestraat Suezkade Newtonstraat Newtonstraat Newtonstraat Regentesselaan Regentesselaan Regentesselaan Gaslaan Gaslaan Gheijnstraat Beeklaan Beeklaan Noordwest buitensingel Noordwest buitensingel Loosduinseweg/kade Loosduinseweg/kade Loosduinseweg/kade Loosduinseweg/kade Loosduinseweg/kade Loosduinseweg/kade Lijnbaan Lijnbaan Apeldoornselaan De La Reyweg De La Reyweg Paul Krugerlaan Paul Krugerlaan Engelenburgstraat Engelenburgstraat Monstersestraat Monstersestraat Monstersestraat Buitenom Dierenselaan Steijnlaan Steijnlaan Paul Krugerlaan Paul Krugerlaan Delftselaan De La Reyweg De La Reyweg Schalkburgerstraat Schalkburgerstraat De Heemstraat Vaillantlaan Terletstraat Kempstraat Kempstraat Hobbemaplein Hobbemastraat Hobbemastraat De La Reyweg De La Reyweg Schalkburgerstraat+Kaapstr Schalkburgerstraat Kaapstraat De Heemstraat De Heemstraat Vaillantlaan Vaillantlaan Hoefkade Hoefkade Hoefkade Veluweplein Parallelweg Parallelweg Vaillantlaan Vaillantlaan Parallelweg Parallelweg Calandstraat Elandstraat
tussen Prins Hendrikstraat Elandstraat Waldeck Pyrmontkade Weimarstraat Chassestraat Chassestraat Marnixstraat De Constant Rebequeplein Weimarstraat Suezkade Gaslaan Regentesselaan Weimarstraat Newtonstraat Gheijnstraat Newtonstraat Gheijnstraat Regentesselaan Weimarstraat De Gheijnstraat Veenkade/Noordwal Zamenhofstraat Fahrenheitstraat Beeklaan Regentesselaan Gaslaan Monstersestraat Van Geenstraat Noordwest buitensingel Westeinde Loosduinsekade Loosduinsekade Nunspeetlaan Loosduinsekade Bothastraat Loosduinsekade Kockstraat Loosduinsekade Groenesteinstraat s-Gravezandelaan Prinsegracht Apeldoornselaan De La Reyweg Cilliersstraat Steijnlaan Engelenburgstraat Schalkburgerstraat Dierenselaan Velpsestraat Delftselaan Scheepersstraat Delftselaan Vaillantplein Nunspeetlaan De La Reyweg Schalkburgerstraat Herman Costerstraat Hobbemaplein Van de Neerstraat Terletstraat Staverdenstraat Kempstraat Boerenplein Boerenplein Hobbemaplein Trooststraat Hobbemastraat Van der Vennestraat Veluweplein Schalkburgerstraat Kaapstraat Soestdijksekade Hoefkade Vermeerstraat Hoefkade Frans Halsstraat Fruitweg Ferdinand Bolstraat Waldorpstraat Waldeck Pyrmontkade
en Elandstraat Veenkade/Noordwal Crispijnstraat Chassestraat Marnixstraat Kon. Emmakade De Constant Rebequeplein Kon. Emmakade Newtonstraat Conradkade Suezkade Gaslaan Newtonstraat Gheijnstraat Loosduinseweg Gheijnstraat Loosduinseweg Gaslaan De Gheijnstraat Loosduinseweg Zamenhofstraat Loosduinseweg Beeklaan Regentesselaan Gaslaan Monstersestraat Van Geenstraat Noordwest buitensingel Westeinde Prinsegracht Dierenselaan Nunspeetlaan Dierenselaan Bothastraat Steijnlaan Kockstraat Paul Krugerlaan Groenesteinstraat s-Gravezandelaan Delftselaan Vaillantplein De La Reyweg Cillierstraat Paul Krugerlaan Engelenburgstraat Schalkburgerstraat Monstersestraat Velpsestraat Kempstraat Scheepersstraat Kempstraat Kempstraat Hobbemastraat De La Reyweg Schalkburgerstraat Herman Costerstraat De Heemstraat Van de Neerstraat Vaillantlaan Staverdenstraat Hoefkade Boerenplein Hoefkade Hoefkade Trooststraat Hoefkade Van der Vennestraat Hoefkade Schalkburgerstraat Kaapstraat De Heemstraat De La Reyweg Vermeerstraat Fruitweg Frans Halsstraat Parallelweg Ferdinand Bolstraat Vaillantlaan Parallelweg Vondelstraat
934 1431 398 74 375 144 232 198 178 329 232 193 474 455 848 140 73 298 1023 745 1577 1627 1642 2661 2421 2320 2211 2211 2271 2265 605 746 971 530 532 174 331 653 723 723 2131 297 424 388 679 542 632 1177 1229 401 299 805 2021 429 628 565 734 500 563 1362 1292 325 107 357 634 715 1998 2074 531 423 660 1744 797 804 2040 2051 1103 1101 2893 895
2010 Basis
(Drukste avondspitsuur) Toename/weekdaggem. etmaal 2020 2020 Excl. Lijn 11 Incl. Lijn 11 MCLC Variant 1 Variant 2 Variant 3 915 1209 1138 0 0 0 1402 1807 1830 0 0 0 390 453 491 0 0 0 73 67 86 0 0 0 368 299 348 0 0 0 141 100 119 0 0 0 227 211 257 0 0 0 194 211 268 0 0 0 174 181 206 0 0 0 322 247 286 0 0 0 227 148 159 0 0 0 189 180 209 0 0 0 465 594 630 0 0 0 446 522 543 0 0 0 831 929 945 0 0 0 137 115 148 0 0 0 72 120 153 0 0 0 292 349 412 0 0 0 1003 1136 1098 0 0 0 730 870 850 0 0 0 1545 2115 2206 143 113 72 1594 2094 2157 143 113 72 1609 2059 2126 301 236 150 2608 3311 3444 265 208 133 2373 3224 3364 265 208 133 2274 3108 3197 265 208 133 2167 2883 3001 151 119 76 2167 2876 2993 151 119 76 2226 2915 3128 19 15 10 2220 2953 3099 19 15 10 593 1048 1054 0 0 0 731 672 685 24 19 13 952 872 854 24 19 13 519 455 506 38 30 19 521 483 528 38 30 19 171 224 246 0 0 0 324 328 354 0 0 0 640 651 702 416 327 208 709 773 854 416 327 208 709 773 854 584 459 292 2088 3234 3415 19 15 10 291 303 312 0 0 0 416 554 577 47 37 23 380 532 555 47 37 23 665 539 544 84 66 43 531 570 592 84 66 43 619 679 683 84 66 43 1153 1169 1177 48 38 24 1204 1266 1292 48 38 24 393 205 198 0 0 0 293 221 248 0 0 0 789 975 1033 500 392 250 1981 3152 3336 19 15 10 420 399 437 0 0 0 615 661 657 32 25 16 554 540 554 32 25 16 719 624 643 32 25 16 490 498 526 109 85 55 552 554 583 109 85 55 1335 1467 1463 80 63 40 1266 1486 1476 80 63 40 319 164 190 0 0 0 105 122 139 0 0 0 350 311 346 0 0 0 621 934 922 360 282 180 701 993 971 360 282 180 1958 3360 3574 117 92 58 2033 3528 3753 117 92 58 520 532 552 81 63 41 415 410 413 81 63 41 647 516 515 81 63 41 1709 2018 2002 160 126 81 781 1191 1143 245 192 122 788 1177 1125 245 192 122 1999 3547 3783 151 119 75 2010 3577 3823 151 119 75 1081 1354 1293 245 192 122 1079 1377 1326 245 192 122 2835 4176 4443 396 311 198 877 884 874 0 0 0
2008 =model 2010 min 2% 2008 Basis totaal 10526 16127 4485 834 4226 1623 2615 2231 2006 3708 2615 2175 5342 5128 9557 1578 823 3358 11529 8396 17773 18336 18505 29989 27285 26146 24918 24918 25594 25527 6818 8407 10943 5973 5996 1961 3730 7359 8148 8148 24016 3347 4778 4373 7652 6108 7123 13265 13851 4519 3370 9072 22777 4835 7078 6368 8272 5635 6345 15350 14561 3663 1206 4023 7145 8058 22517 23374 5984 4767 7438 19655 8982 9061 22991 23115 12431 12408 32604 10087
licht 10105 15482 4306 801 4057 1558 2510 2142 1926 3560 2510 2088 5128 4923 9175 1515 790 3224 11068 8060 17062 17603 17765 28790 26193 25101 23921 23921 24570 24505 6546 8071 10505 5734 5756 1883 3581 7065 7822 7822 23056 3213 4587 4198 7346 5864 6838 12734 13297 4338 3235 8709 21866 4641 6794 6113 7941 5410 6091 14736 13978 3516 1158 3862 6859 7736 21617 22439 5745 4577 7141 18869 8623 8699 22071 22190 11934 11912 31300 9683
middel 316 484 135 25 127 49 78 67 60 111 78 65 160 154 287 47 25 101 346 252 533 550 555 900 819 784 748 748 768 766 205 252 328 179 180 59 112 221 244 244 720 100 143 131 230 183 214 398 416 136 101 272 683 145 212 191 248 169 190 460 437 110 36 121 214 242 676 701 180 143 223 590 269 272 690 693 373 372 978 303
zwaar 105 161 45 8 42 16 26 22 20 37 26 22 53 51 96 16 8 34 115 84 178 183 185 300 273 261 249 249 256 255 68 84 109 60 60 20 37 74 81 81 240 33 48 44 77 61 71 133 139 45 34 91 228 48 71 64 83 56 63 153 146 37 12 40 71 81 225 234 60 48 74 197 90 91 230 231 124 124 326 101
Prognoses: Weekdaggemiddelde etmaalintensiteit
2020 structuurvisie EXCL. MP Transvaal totaal licht middel zwaar 13904 13347 417 139 20781 19949 623 208 5210 5001 156 52 771 740 23 8 3439 3301 103 34 1150 1104 35 12 2427 2329 73 24 2427 2329 73 24 2082 1998 62 21 2841 2727 85 28 1702 1634 51 17 2070 1987 62 21 6831 6558 205 68 6003 5763 180 60 10684 10256 321 107 1323 1270 40 13 1380 1325 41 14 4014 3853 120 40 13064 12541 392 131 10005 9605 300 100 24323 23350 730 243 24081 23118 722 241 23679 22731 710 237 38077 36553 1142 381 37076 35593 1112 371 35742 34312 1072 357 33155 31828 995 332 33074 31751 992 331 33523 32182 1006 335 33960 32601 1019 340 12052 11570 362 121 7728 7419 232 77 10028 9627 301 100 5233 5023 157 52 5555 5332 167 56 2576 2473 77 26 3772 3621 113 38 7487 7187 225 75 8890 8534 267 89 8890 8534 267 89 37191 35703 1116 372 3485 3345 105 35 6371 6116 191 64 6118 5873 184 61 6199 5951 186 62 6555 6293 197 66 7809 7496 234 78 13444 12906 403 134 14559 13977 437 146 2358 2263 71 24 2542 2440 76 25 11213 10764 336 112 36248 34798 1087 362 4589 4405 138 46 7602 7297 228 76 6210 5962 186 62 7176 6889 215 72 5727 5498 172 57 6371 6116 191 64 16871 16196 506 169 17089 16405 513 171 1886 1811 57 19 1403 1347 42 14 3577 3433 107 36 10741 10311 322 107 11420 10963 343 114 38640 37094 1159 386 40572 38949 1217 406 6118 5873 184 61 4715 4526 141 47 5934 5697 178 59 23207 22279 696 232 13697 13149 411 137 13536 12994 406 135 40791 39159 1224 408 41136 39490 1234 411 15571 14948 467 156 15836 15202 475 158 48024 46103 1441 480 10166 9759 305 102
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 82 83 84
Volgnr
Straatnaam Waldeck Pyrmontkade Waldeck Pyrmontkade Veenkade/Noordwal Conradkade Conradkade Marnixstraat De Constant Rebequestraat De Constant Rebequestraat Suezkade Newtonstraat Newtonstraat Newtonstraat Regentesselaan Regentesselaan Regentesselaan Gaslaan Gaslaan Gheijnstraat Beeklaan Beeklaan Noordwest buitensingel Noordwest buitensingel Loosduinseweg/kade Loosduinseweg/kade Loosduinseweg/kade Loosduinseweg/kade Loosduinseweg/kade Loosduinseweg/kade Lijnbaan Lijnbaan Apeldoornselaan De La Reyweg De La Reyweg Paul Krugerlaan Paul Krugerlaan Engelenburgstraat Engelenburgstraat Monstersestraat Monstersestraat Monstersestraat Buitenom Dierenselaan Steijnlaan Steijnlaan Paul Krugerlaan Paul Krugerlaan Delftselaan De La Reyweg De La Reyweg Schalkburgerstraat Schalkburgerstraat De Heemstraat Vaillantlaan Terletstraat Kempstraat Kempstraat Hobbemaplein Hobbemastraat Hobbemastraat De La Reyweg De La Reyweg Schalkburgerstraat+Kaapstr Schalkburgerstraat Kaapstraat De Heemstraat De Heemstraat Vaillantlaan Vaillantlaan Hoefkade Hoefkade Hoefkade Veluweplein Parallelweg Parallelweg Vaillantlaan Vaillantlaan Parallelweg Parallelweg Calandstraat Elandstraat
tussen Prins Hendrikstraat Elandstraat Waldeck Pyrmontkade Weimarstraat Chassestraat Chassestraat Marnixstraat De Constant Rebequeplein Weimarstraat Suezkade Gaslaan Regentesselaan Weimarstraat Newtonstraat Gheijnstraat Newtonstraat Gheijnstraat Regentesselaan Weimarstraat De Gheijnstraat Veenkade/Noordwal Zamenhofstraat Fahrenheitstraat Beeklaan Regentesselaan Gaslaan Monstersestraat Van Geenstraat Noordwest buitensingel Westeinde Loosduinsekade Loosduinsekade Nunspeetlaan Loosduinsekade Bothastraat Loosduinsekade Kockstraat Loosduinsekade Groenesteinstraat s-Gravezandelaan Prinsegracht Apeldoornselaan De La Reyweg Cilliersstraat Steijnlaan Engelenburgstraat Schalkburgerstraat Dierenselaan Velpsestraat Delftselaan Scheepersstraat Delftselaan Vaillantplein Nunspeetlaan De La Reyweg Schalkburgerstraat Herman Costerstraat Hobbemaplein Van de Neerstraat Terletstraat Staverdenstraat Kempstraat Boerenplein Boerenplein Hobbemaplein Trooststraat Hobbemastraat Van der Vennestraat Veluweplein Schalkburgerstraat Kaapstraat Soestdijksekade Hoefkade Vermeerstraat Hoefkade Frans Halsstraat Fruitweg Ferdinand Bolstraat Waldorpstraat Waldeck Pyrmontkade
en Elandstraat Veenkade/Noordwal Crispijnstraat Chassestraat Marnixstraat Kon. Emmakade De Constant Rebequeplein Kon. Emmakade Newtonstraat Conradkade Suezkade Gaslaan Newtonstraat Gheijnstraat Loosduinseweg Gheijnstraat Loosduinseweg Gaslaan De Gheijnstraat Loosduinseweg Zamenhofstraat Loosduinseweg Beeklaan Regentesselaan Gaslaan Monstersestraat Van Geenstraat Noordwest buitensingel Westeinde Prinsegracht Dierenselaan Nunspeetlaan Dierenselaan Bothastraat Steijnlaan Kockstraat Paul Krugerlaan Groenesteinstraat s-Gravezandelaan Delftselaan Vaillantplein De La Reyweg Cillierstraat Paul Krugerlaan Engelenburgstraat Schalkburgerstraat Monstersestraat Velpsestraat Kempstraat Scheepersstraat Kempstraat Kempstraat Hobbemastraat De La Reyweg Schalkburgerstraat Herman Costerstraat De Heemstraat Van de Neerstraat Vaillantlaan Staverdenstraat Hoefkade Boerenplein Hoefkade Hoefkade Trooststraat Hoefkade Van der Vennestraat Hoefkade Schalkburgerstraat Kaapstraat De Heemstraat De La Reyweg Vermeerstraat Fruitweg Frans Halsstraat Parallelweg Ferdinand Bolstraat Vaillantlaan Parallelweg Vondelstraat
2020 structuurvisie INCL. MP Transvaal + MCLC Variant 1 (500.000 bezoekers) totaal licht middel zwaar 13087 12564 393 131 21045 20203 631 210 5647 5421 169 56 989 949 30 10 4002 3842 120 40 1369 1314 41 14 2956 2837 89 30 3082 2959 92 31 2369 2274 71 24 3289 3157 99 33 1829 1755 55 18 2404 2307 72 24 7245 6955 217 72 6245 5995 187 62 10868 10433 326 109 1702 1634 51 17 1760 1689 53 18 4738 4548 142 47 12627 12122 379 126 9775 9384 293 98 25512 24492 765 255 24949 23951 748 249 24750 23760 743 248 39871 38276 1196 399 38951 37393 1169 390 37031 35549 1111 370 34663 33276 1040 347 34571 33188 1037 346 35991 34551 1080 360 35658 34231 1070 357 12121 11636 364 121 7902 7585 237 79 9845 9451 295 98 5857 5623 176 59 6110 5866 183 61 2829 2716 85 28 4071 3908 122 41 8489 8149 255 85 10237 9828 307 102 10405 9989 312 104 39292 37720 1179 393 3588 3444 108 36 6683 6415 200 67 6430 6172 193 64 6340 6086 190 63 6892 6616 207 69 7939 7621 238 79 13584 13040 408 136 14906 14310 447 149 2277 2186 68 23 2852 2738 86 29 12380 11884 371 124 38383 36848 1151 384 5026 4824 151 50 7588 7284 228 76 6403 6147 192 64 7427 7129 223 74 6158 5912 185 62 6814 6541 204 68 16905 16228 507 169 17054 16372 512 171 2185 2098 66 22 1599 1535 48 16 3979 3820 119 40 10963 10524 329 110 11527 11065 346 115 41218 39569 1237 412 43277 41545 1298 433 6429 6172 193 64 4831 4637 145 48 6004 5763 180 60 23183 22256 695 232 13390 12854 402 134 13183 12655 395 132 43656 41909 1310 437 44116 42351 1323 441 15115 14510 453 151 15494 14874 465 155 51491 49431 1545 515 10051 9649 302 101
2020 structuurvisie INCL. MP Transvaal + MCLC Variant 2 (850.000 bezoekers) totaal licht middel zwaar 13087 12564 393 131 21045 20203 631 210 5647 5421 169 56 989 949 30 10 4002 3842 120 40 1369 1314 41 14 2956 2837 89 30 3082 2959 92 31 2369 2274 71 24 3289 3157 99 33 1829 1755 55 18 2404 2307 72 24 7245 6955 217 72 6245 5995 187 62 10868 10433 326 109 1702 1634 51 17 1760 1689 53 18 4738 4548 142 47 12627 12122 379 126 9775 9384 293 98 25482 24463 764 255 24919 23922 748 249 24685 23698 741 247 39814 38221 1194 398 38894 37338 1167 389 36974 35495 1109 370 34631 33245 1039 346 34539 33157 1036 345 35987 34548 1080 360 35654 34227 1070 357 12121 11636 364 121 7897 7581 237 79 9840 9446 295 98 5849 5615 175 58 6102 5858 183 61 2829 2716 85 28 4071 3908 122 41 8400 8064 252 84 10148 9742 304 101 10280 9869 308 103 39288 37716 1179 393 3588 3444 108 36 6673 6406 200 67 6420 6163 193 64 6322 6069 190 63 6874 6599 206 69 7921 7604 238 79 13574 13031 407 136 14896 14300 447 149 2277 2186 68 23 2852 2738 86 29 12272 11781 368 123 38379 36844 1151 384 5026 4824 151 50 7581 7277 227 76 6396 6140 192 64 7420 7123 223 74 6134 5889 184 61 6790 6518 204 68 16888 16212 507 169 17037 16356 511 170 2185 2098 66 22 1599 1535 48 16 3979 3820 119 40 10885 10450 327 109 11449 10991 343 114 41193 39545 1236 412 43252 41521 1298 433 6411 6155 192 64 4813 4620 144 48 5986 5746 180 60 23149 22223 694 231 13337 12803 400 133 13130 12604 394 131 43624 41879 1309 436 44084 42320 1323 441 15062 14459 452 151 15441 14823 463 154 51406 49349 1542 514 10051 9649 302 101
2020 structuurvisie INCL. MP Transvaal + MCLC Variant 2 (250.000 bezoekers) totaal licht middel zwaar 13087 12564 393 131 21045 20203 631 210 5647 5421 169 56 989 949 30 10 4002 3842 120 40 1369 1314 41 14 2956 2837 89 30 3082 2959 92 31 2369 2274 71 24 3289 3157 99 33 1829 1755 55 18 2404 2307 72 24 7245 6955 217 72 6245 5995 187 62 10868 10433 326 109 1702 1634 51 17 1760 1689 53 18 4738 4548 142 47 12627 12122 379 126 9775 9384 293 98 25441 24423 763 254 24878 23882 746 249 24599 23615 738 246 39739 38149 1192 397 38819 37266 1165 388 36899 35423 1107 369 34588 33204 1038 346 34496 33116 1035 345 35982 34543 1079 360 35649 34223 1069 356 12121 11636 364 121 7891 7575 237 79 9834 9441 295 98 5838 5604 175 58 6091 5847 183 61 2829 2716 85 28 4071 3908 122 41 8281 7950 248 83 10029 9628 301 100 10113 9708 303 101 39283 37711 1178 393 3588 3444 108 36 6659 6392 200 67 6406 6149 192 64 6299 6047 189 63 6851 6577 206 69 7898 7582 237 79 13560 13017 407 136 14882 14287 446 149 2277 2186 68 23 2852 2738 86 29 12130 11644 364 121 38374 36839 1151 384 5026 4824 151 50 7572 7269 227 76 6387 6132 192 64 7411 7114 222 74 6104 5860 183 61 6760 6489 203 68 16865 16190 506 169 17014 16333 510 170 2185 2098 66 22 1599 1535 48 16 3979 3820 119 40 10783 10352 323 108 11347 10893 340 113 41159 39513 1235 412 43218 41489 1297 432 6389 6133 192 64 4791 4599 144 48 5964 5725 179 60 23104 22180 693 231 13267 12736 398 133 13060 12537 392 131 43580 41836 1307 436 44040 42278 1321 440 14992 14392 450 150 15371 14756 461 154 51293 49241 1539 513 10051 9649 302 101 % toename t.o.v. AO_2020 % toename t.o.v. 2008 (AO) basis 1 2 excl -5,87% -5,87% -5,87% 32,08% 1,27% 1,27% 1,27% 28,85% 8,39% 8,39% 8,39% 16,14% 28,36% 28,36% 28,36% -7,61% 16,39% 16,39% 16,39% -18,64% 19,00% 19,00% 19,00% -29,14% 21,80% 21,80% 21,80% -7,20% 27,01% 27,01% 27,01% 8,74% 13,81% 13,81% 13,81% 3,76% 15,79% 15,79% 15,79% -23,39% 7,43% 7,43% 7,43% -34,90% 16,11% 16,11% 16,11% -4,83% 6,06% 6,06% 6,06% 27,87% 4,02% 4,02% 4,02% 17,07% 1,72% 1,72% 1,72% 11,79% 28,70% 28,70% 28,70% -16,18% 27,50% 27,50% 27,50% 67,74% 18,05% 18,05% 18,05% 19,50% -3,35% -3,35% -3,35% 13,31% -2,30% -2,30% -2,30% 19,16% 4,60% 4,89% 4,77% 36,85% 3,31% 3,60% 3,48% 31,33% 3,89% 4,53% 4,25% 27,95% 4,37% 4,71% 4,56% 26,97% 4,70% 5,06% 4,90% 35,89% 3,24% 3,61% 3,45% 36,70% 4,32% 4,55% 4,45% 33,05% 4,30% 4,52% 4,43% 32,73% 7,34% 7,36% 7,35% 30,98% 4,97% 5,00% 4,99% 33,04% 0,57% 0,57% 0,57% 76,76% 2,10% 2,25% 2,18% -8,08% -1,93% -1,82% -1,87% -8,36% 11,57% 11,94% 11,78% -12,40% 9,66% 10,00% 9,86% -7,36% 9,82% 9,82% 9,82% 31,36% 7,93% 7,93% 7,93% 1,12% 10,61% 13,39% 12,20% 1,73% 12,82% 15,16% 14,16% 9,10% 13,76% 17,05% 15,64% 9,10% 5,62% 5,65% 5,64% 54,86% 2,97% 2,97% 2,97% 4,10% 4,51% 4,89% 4,73% 33,33% 4,70% 5,09% 4,93% 39,91% 1,62% 2,28% 1,99% -19,00% 4,52% 5,14% 4,87% 7,31% 1,14% 1,66% 1,43% 9,63% 0,86% 1,04% 0,97% 1,35% 2,22% 2,38% 2,31% 5,11% -3,41% -3,41% -3,41% -47,83% 12,22% 12,22% 12,22% -24,58% 8,18% 10,41% 9,44% 23,59% 5,87% 5,89% 5,88% 59,15% 9,52% 9,52% 9,52% -5,09% -0,39% -0,18% -0,28% 7,40% 2,85% 3,11% 3,00% -2,47% 3,27% 3,49% 3,39% -13,25% 6,58% 7,53% 7,11% 1,63% 6,10% 6,95% 6,57% 0,41% -0,04% 0,20% 0,10% 9,91% -0,44% -0,20% -0,30% 17,36% 15,85% 15,85% 15,85% -48,51% 13,93% 13,93% 13,93% 16,35% 11,25% 11,25% 11,25% -11,11% 0,39% 2,07% 1,34% 50,33% -0,64% 0,94% 0,25% 41,72% 6,52% 6,67% 6,61% 71,60% 6,52% 6,67% 6,60% 73,58% 4,43% 5,08% 4,79% 2,23% 1,60% 2,45% 2,07% -1,10% 0,50% 1,17% 0,87% -20,22% -0,44% -0,10% -0,25% 18,07% -3,14% -2,24% -2,63% 52,49% -3,52% -2,61% -3,00% 42,51% 6,84% 7,02% 6,95% 77,42% 7,06% 7,24% 7,17% 77,96% -3,72% -2,93% -3,27% 25,26% -2,93% -2,16% -2,49% 27,62% 6,81% 7,22% 7,04% 47,29% -1,13% -1,13% -1,13% 0,79%
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Loosduinsekade/ Loosduinseweg tussen Regentesselaan/ Paul Krugerlaan en Gaslaan/ Engelenburgstraat Loosduinsekade/ Loosduinseweg tussen Gaslaan/ Engelenburgstraat en Tripstraat/ Monstersestraat Loosduinsekade/ Loosduinseweg tussen Tripstraat/ Monstersestraat en Noord-West Buitensingel/ Zusterstraat Noord-West Buitensingel tussen Loosduinseweg/ -kade/ Lijnbaan en Zamenhofstraat Noord-West Buitensingel tussen Zamenhofstraat en De Constant Rebequestraat Monstersestraat tussen Loosduinseweg/ -kade en Groenesteinstraat Monstersestraat tussen Groenesteinstraat en 's-Gravenzandelaan Monstersestraat tussen 's-Gravenzandelaan en Paul Krugerlaan/ Delftselaan De Heemstraat tussen Paul Krugerlaan/ Delftselaan en Hobbemaplein De Heemstraat tussen Hobbemaplein en Trooststraat De Heemstraat tussen Trooststraat en Hoefkade Regentesselaan tussen Newtonstraat en Teijlerstraat Regentesselaan tussen Teijlerstraat en De Gheijnstraat Regentesselaan tussen De Gheijnstraat Loosduinsekade/ Loosduinseweg Paul Krugerlaan tussen Loosduinsekade/ Loosduinseweg en Smitstraat Paul Krugerlaan tussen Smitstraat en Steijnlaan Paul Krugerlaan tussen Steijnlaan en Brandtstraat Paul Krugerlaan tussen Brandtstraat en Engelenburgstraat Paul Krugerlaan tussen Engelenburgstraat en Schalk Burgerstraat Paul Krugerlaan tussen Schalk Burgerstraat en Herman Costerstraat Paul Krugerlaan tussen Herman Costerstraat en Monstersestraat/ De Heemstraat De La Reyweg tussen Loosduinsekade/ Loosduinseweg en Nunspeetlaan
wegvak
Huidige situatie 2008
ID
spitsintensiteit (mvt/uur) modelwaarde afgerond 2.373 2.350 2.274 2.250 2.167 2.150 1.594 1.600 1.545 1.550 640 650 709 700 709 700 789 800 621 600 701 700 446 450 446 450 831 850 519 500 521 500 665 650 665 650 531 550 0 0 731 750
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Loosduinsekade/ Loosduinseweg tussen Regentesselaan/ Paul Krugerlaan en Gaslaan/ Engelenburgstraat Loosduinsekade/ Loosduinseweg tussen Gaslaan/ Engelenburgstraat en Tripstraat/ Monstersestraat Loosduinsekade/ Loosduinseweg tussen Tripstraat/ Monstersestraat en Noord-West Buitensingel/ Zusterstraat Noord-West Buitensingel tussen Loosduinseweg/ -kade/ Lijnbaan en Zamenhofstraat Noord-West Buitensingel tussen Zamenhofstraat en De Constant Rebequestraat Monstersestraat tussen Loosduinseweg/ -kade en Groenesteinstraat Monstersestraat tussen Groenesteinstraat en 's-Gravenzandelaan Monstersestraat tussen 's-Gravenzandelaan en Paul Krugerlaan/ Delftselaan De Heemstraat tussen Paul Krugerlaan/ Delftselaan en Hobbemaplein De Heemstraat tussen Hobbemaplein en Trooststraat De Heemstraat tussen Trooststraat en Hoefkade Regentesselaan tussen Newtonstraat en Teijlerstraat Regentesselaan tussen Teijlerstraat en De Gheijnstraat Regentesselaan tussen De Gheijnstraat Loosduinsekade/ Loosduinseweg Paul Krugerlaan tussen Loosduinsekade/ Loosduinseweg en Smitstraat Paul Krugerlaan tussen Smitstraat en Steijnlaan Paul Krugerlaan tussen Steijnlaan en Brandtstraat Paul Krugerlaan tussen Brandtstraat en Engelenburgstraat Paul Krugerlaan tussen Engelenburgstraat en Schalk Burgerstraat Paul Krugerlaan tussen Schalk Burgerstraat en Herman Costerstraat Paul Krugerlaan tussen Herman Costerstraat en Monstersestraat/ De Heemstraat De La Reyweg tussen Loosduinsekade/ Loosduinseweg en Nunspeetlaan
wegvak
Autonome ontwikkeling 2020
ID 2.350 2.250 2.150 1.600 1.550 650 700 700 800 600 700 450 450 850 500 500 650 650 550 0 0 750
huidige situatie 2008
spitsintensiteit (mvt/uur) modelwaarde afgerond relatief 3.224 3.200 36 3.108 3.100 38 2.876 2.900 35 2.094 2.100 31 2.115 2.100 35 651 650 0 773 750 7 773 750 7 975 1.000 25 934 950 58 993 1.000 43 522 500 11 771 750 67 929 950 12 455 450 -10 483 500 0 539 550 -15 420 400 -38 570 550 0 679 700 580 600 672 650 -13
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
ID
Loosduinsekade/ Loosduinseweg tussen Regentesselaan/ Paul Krugerlaan en Gaslaan/ Engelenburgstraat Loosduinsekade/ Loosduinseweg tussen Gaslaan/ Engelenburgstraat en Tripstraat/ Monstersestraat Loosduinsekade/ Loosduinseweg tussen Tripstraat/ Monstersestraat en Noord-West Buitensingel/ Zusterstraat Noord-West Buitensingel tussen Loosduinseweg/ -kade/ Lijnbaan en Zamenhofstraat Noord-West Buitensingel tussen Zamenhofstraat en De Constant Rebequestraat Monstersestraat tussen Loosduinseweg/ -kade en Groenesteinstraat Monstersestraat tussen Groenesteinstraat en 's-Gravenzandelaan Monstersestraat tussen 's-Gravenzandelaan en Paul Krugerlaan/ Delftselaan De Heemstraat tussen Paul Krugerlaan/ Delftselaan en Hobbemaplein De Heemstraat tussen Hobbemaplein en Trooststraat De Heemstraat tussen Trooststraat en Hoefkade Regentesselaan tussen Newtonstraat en Teijlerstraat Regentesselaan tussen Teijlerstraat en De Gheijnstraat Regentesselaan tussen De Gheijnstraat Loosduinsekade/ Loosduinseweg Paul Krugerlaan tussen Loosduinsekade/ Loosduinseweg en Smitstraat Paul Krugerlaan tussen Smitstraat en Steijnlaan Paul Krugerlaan tussen Steijnlaan en Brandtstraat Paul Krugerlaan tussen Brandtstraat en Engelenburgstraat Paul Krugerlaan tussen Engelenburgstraat en Schalk Burgerstraat Paul Krugerlaan tussen Schalk Burgerstraat en Herman Costerstraat Paul Krugerlaan tussen Herman Costerstraat en Monstersestraat/ De Heemstraat De La Reyweg tussen Loosduinsekade/ Loosduinseweg en Nunspeetlaan
wegvak
3.200 3.100 2.900 2.100 2.100 650 750 750 1.000 950 1.000 500 750 950 450 500 550 400 550 700 600 650
3.364 3.197 2.993 2.157 2.206 702 854 854 1.033 922 971 543 764 945 506 528 544 421 592 683 575 685
AO 2020 Plan Lijn 11 zone (exclusief MCLC) basisalternatief (250.000 bezoekers) 3.379 3.212 3.001 2.165 2.214 725 877 886 1.061 942 991 543 764 945 508 530 549 426 597 688 580 686
3.393 3.226 3.010 2.173 2.222 748 900 919 1.088 962 1.011 543 764 945 510 532 553 430 601 692 584 688
Plan Lijn 11 zone (inclusief MCLC) variant 1 (500.000 bezoekers) 3.387 3.220 3.006 2.169 2.218 738 890 905 1.076 953 1.002 543 764 945 509 531 551 428 599 690 582 687
variant 2 (850.000 bezoekers)
Plan Lijn 11 zone (inclusief MCLC) basisalternatief (250.000 bezoekers) variant 1 (500.000 bezoekers) absoluut relatief absoluut relatief 3.400 6 3.400 3.200 3 3.250 3.000 3 3.000 2.150 2 2.150 2.200 5 2.200 700 8 750 900 20 900 900 20 900 1.050 5 1.100 950 0 950 1.000 0 1.000 550 10 550 750 0 750 950 0 950 500 11 500 550 10 550 550 0 550 450 13 450 600 9 600 700 0 700 600 0 600 700 8 700 6 5 3 2 5 15 20 20 10 0 0 10 0 0 11 10 0 13 9 0 0 8
variant 2 (850.000 bezoekers) absoluut relatief 3.400 3.200 3.000 2.150 2.200 750 900 900 1.100 950 1.000 550 750 950 500 550 550 450 600 700 600 700
6 3 3 2 5 15 20 20 10 0 0 10 0 0 11 10 0 13 9 0 0 8
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
omrekenfactor werkdagetmaalintensiteit naar weekdagetmaalintensiteit (bron: ASVV, 2004 (pagina 160) omrekenfactor werkdagetmaalintensiteit naar spitsuurintensiteit (bron: ASVV, 2004 (pagina 161)
Loosduinsekade/ Loosduinseweg tussen Regentesselaan/ Paul Krugerlaan en Gaslaan/ Engelenburgstraat Loosduinsekade/ Loosduinseweg tussen Gaslaan/ Engelenburgstraat en Tripstraat/ Monstersestraat Loosduinsekade/ Loosduinseweg tussen Tripstraat/ Monstersestraat en Noord-West Buitensingel/ Zusterstraat Noord-West Buitensingel tussen Loosduinseweg/ -kade/ Lijnbaan en Zamenhofstraat Noord-West Buitensingel tussen Zamenhofstraat en De Constant Rebequestraat Monstersestraat tussen Loosduinseweg/ -kade en Groenesteinstraat Monstersestraat tussen Groenesteinstraat en 's-Gravenzandelaan Monstersestraat tussen 's-Gravenzandelaan en Paul Krugerlaan/ Delftselaan De Heemstraat tussen Paul Krugerlaan/ Delftselaan en Hobbemaplein De Heemstraat tussen Hobbemaplein en Trooststraat De Heemstraat tussen Trooststraat en Hoefkade Regentesselaan tussen Newtonstraat en Teijlerstraat Regentesselaan tussen Teijlerstraat en De Gheijnstraat Regentesselaan tussen De Gheijnstraat Loosduinsekade/ Loosduinseweg Paul Krugerlaan tussen Loosduinsekade/ Loosduinseweg en Smitstraat Paul Krugerlaan tussen Smitstraat en Steijnlaan Paul Krugerlaan tussen Steijnlaan en Brandtstraat Paul Krugerlaan tussen Brandtstraat en Engelenburgstraat Paul Krugerlaan tussen Engelenburgstraat en Schalk Burgerstraat Paul Krugerlaan tussen Schalk Burgerstraat en Herman Costerstraat Paul Krugerlaan tussen Herman Costerstraat en Monstersestraat/ De Heemstraat De La Reyweg tussen Loosduinsekade/ Loosduinseweg en Nunspeetlaan
wegvak
Verkeersgeneratie MCLC
ID
77,8% 8,6%
basisalternatief (250.000 bezoekers) weekdagetmaalintensiteit spitsintensiteit 133 15 133 15 76 8 72 8 72 8 208 23 208 23 292 32 250 28 180 20 180 20 0 0 0 0 0 0 19 2 19 2 43 5 43 5 43 5 43 5 43 5 13 1
variant 1 (500.000 bezoekers) weekdagetmaalintensiteit spitsintensiteit 265 29 265 29 151 17 143 16 143 16 416 46 416 46 584 65 500 55 360 40 360 40 0 0 0 0 0 0 38 4 38 4 84 9 84 9 84 9 84 9 84 9 24 3
variant 2 (850.000 bezoekers) weekdagetmaalintensiteit spitsintensiteit 208 23 208 23 119 13 113 12 113 12 327 36 327 36 459 51 392 43 282 31 282 31 0 0 0 0 0 0 30 3 30 3 66 7 66 7 66 7 66 7 66 7 19 2