Gemeente Brielle Structuurvisie Brielle Nota Koersbepaling
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Gemeente Brielle Structuurvisie Brielle Nota Koersbepaling
projectnummer:
Datum:
118.13823.00
8 oktober 2008
opdrachtleider:
opdrachtgever:
drs. J.F. Sluijs
Gemeente Brielle
auteur(s):
drs. J.F. Sluijs ing. Y.M. Schenau
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Inhoud 1.
2.
3.
4.
5.
6.
Inleiding
7
1.1.
Aanleiding structuurvisie
7
1.2.
Strekking Nota Koersbepaling
7
Doel structuurvisie en werkproces
8
2.1.
Doel structuurvisie
8
2.2.
Ambitie structuurvisie
8
2.3.
Werkproces en communicatie
8
Gebiedskenmerken en kwaliteiten
11
3.1.
Brielle in haar ruimtelijke omgeving
11
3.2.
Stad en dorpen
11
3.3.
Kwaliteiten, aandachtspunten en kansen
12
Randvoorwaarden milieu
14
4.1.
Milieubelemmeringen
14
4.2.
Woningbouwlocaties Meeuwenoord en Zwartewaal
14
Thematische bouwstenen
16
5.1.
Thema wonen
16
5.2.
Thema economie en bedrijven
18
5.3.
Thema voorzieningen
19
5.4.
Thema recreatie en toerisme
20
5.5.
Thema verkeer en vervoer
24
5.6.
Thema buitengebied
24
5.7.
Thema water
26
5.8.
Thema landschap, ecologie en cultuurhistorie
26
Koersbepaling op hoofdlijnen
29
6.1.
Richtinggevende doelstelling
29
6.2.
Algemene uitgangspunten
29
6.3.
Voorstel hoofdlijnen ten behoeve van structuurvisie
29
6.4.
Tot slot
31
Bijlagen: Bijlage 1.
Betekenis milieuzones
Bijlage 2.
Barometer gemeente Brielle
Bijlage 3.
Woningbouwplanning
Bijlage 4.
Literatuurlijst
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Figuur 1 Ligging plangebied
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
7
1. Inleiding
1.1. Aanleiding structuurvisie De gemeente Brielle ligt op het eiland Voorne-Putten direct ten zuiden van het haven- en industriegebied van Rijnmond. Binnen de gemeente staat een aantal ontwikkelingen op stapel wat betreft woningbouw, bedrijventerrein en maatschappelijke voorzieningen. Om deze en andere ruimtelijke ontwikkelingen en beleid te verankeren, stelt de gemeente een structuurvisie op, op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die onlangs in werking is getreden. De gemeente voldoet hiermee aan de verplichting uit de Wro om voor haar grondgebied een structuurvisie op te stellen. De structuurvisie geeft de gewenste ruimtelijke ontwikkeling voor de komende 10 tot 15 jaar. Bij de structuurvisie hoort een uitvoeringprogramma waarin wordt aangegeven op welke wijze de beoogde ontwikkelingsprojecten tot realisatie kunnen komen. De structuurvisie wordt voorafgegaan door de voor u liggende Nota Koersbepaling.
1.2. Strekking Nota Koersbepaling De voor u liggende Nota Koersbepaling geeft een overzicht van ruimtelijk relevante ontwikkelingen, doelstellingen en programmapunten gericht op de toekomst van Brielle (hoofdstuk 5). Aansluitend geeft deze nota voorstellen voor de hoofdlijnen van de op te stellen structuurvisie. De nota is bedoeld als kadernota voor de structuurvisie.
8
Doel structuurvisie en werkproces
2. Doel structuurvisie en werkproces
2.1. Doel structuurvisie Het doel van de ruimtelijke structuurvisie Brielle is het kunnen beschikken over een visie als strategisch document en ontwikkelingskader. Aan deze doelstelling liggen de volgende verplichtingen en uitgangspunten ten grondslag:
-
verplichting voortvloeiend uit de Wro; het opstellen van een samenhangend ruimtelijk ontwikkelingsbeleid; het verankeren van de ontwikkelingsprojecten tot 2020.
2.2. Ambitie structuurvisie De ambitie voor de structuurvisie kan ontleend worden aan het collegeprogramma 20062010:
-
Brielle, actieve stad waar mensen zich betrokken, veilig en thuis voelen, en waar zorg is voor de kwetsbaren;
-
een ruimtelijke structuur die bijdraagt aan goed kunnen wonen en leven in de gemeente;
-
een ruimtelijke structuur die bijdraagt aan de cultuurhistorische identiteit van Brielle.
2.3. Werkproces en communicatie Het proces om te komen tot een structuurvisie is verdeeld in twee werkstappen, namelijk het opstellen van de Nota Koersbepaling en het opstellen van de ontwerpstructuurvisie. 1.
Nota Koersbepaling In deze fase worden op pragmatische wijze de relevante beleidsplannen en projecten bij elkaar gebracht. De voor u liggende Nota Koersbepaling is het resultaat van deze actie en vormt na bespreking en accordering de input voor de op te stellen ontwerpstructuurvisie.
2.
Ontwerpstructuurvisie In
deze
fase
wordt
de
Nota
Koersbepaling
vertaald
en
uitgewerkt
naar
een
ontwerpstructuurvisie. Overleg en communicatie
-
Begeleidingsstructuur met een werkgroep en het college als stuurgroep. Betrokkenheid van de raad: werkbijeenkomst raadscommissie + besluitvormingstraject over ontwerpstructuurvisie.
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Doel structuurvisie en werkproces
-
9
Betrokkenheid van organisaties en bevolking: Nota Koersbepaling ter kennisneming; eventueel informatieavond voor bevolking en “ronde tafel” overleg met organisaties zoals Waterschap en Recreatieschap.
-
Inspraakprocedure over ontwerpstructuurvisie.
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Doel structuurvisie en werkproces
10
Figuur 2 Ruimtelijke structuur gemeente Brielle
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Gebiedskenmerken en kwaliteiten
11
3. Gebiedskenmerken en kwaliteiten
3.1. Brielle in haar ruimtelijke omgeving Brielle ligt op het eiland Voorne-Putten direct ten zuiden van het haven- en industriegebied van Rijnmond. Voorne-Putten wordt omgeven en begrensd door wateren zoals het Haringvliet, het Spui, de Oude Maas en het Brielse Meer. Landschappelijk kan Voorne-Putten opgedeeld worden in een drietal zones. Het landschap in het westen van Voorne bestaat uit een kust- en duinlandschap dat tot één van de mooiere natuurgebieden behoort. Langs het Brielse Meer en de Bernisse is het landschap te typeren als een recreatielandschap. Het gebied bestaat uit Het Brielse Meer dat rond 1950 is afgedamd van de Brielse Maas en de oude rivierloop van de Bernisse: meertjes, kommen, plassen, oevers van bossen, drassige natuurgebiedjes en weilanden. Het overige landschap bestaat uit een agrarisch open landschap met daarin zowel glastuinbouw rondom Brielle (en Tinte) en afwisselend akker en weidegronden.
3.2. Stad en dorpen Het stedelijk gebied van de gemeente Brielle kan worden verdeeld in de vesting, de uitbreidingen, de dorpskernen en de bedrijfsterreinen. Vesting Het meest bijzondere en in het oogspringende gebied is de vesting. De vesting is als een eiland gelegen in het landschap en is maar op enkele plaatsen verbonden met het omliggende gebied. De vesting is opgebouwd uit de middeleeuwse binnenstad die ommuurd is door de vestingwal met daaraan gelieerde gebouwen, schootsvelden, gracht, bastions, ravelijnen en het buitendijks gebied met havenbatterij. Daarbinnen wordt de ruimtelijke structuur bepaald door:
-
Langs de Goote aangelegde dijk; nu de Nobelstraat en de Voorstraat; de Langestraat, een voormalige polderweg die de verbinding tussen de haven van Brielle en het duingebied van Oostvoorne vormde, maar ook de grens tussen Brielle en Maerlant en lange tijd functioneerde als marktterrein;
-
de Haven van Maerlant en de daaraan gelegen straten.
Uitbreidingen De uitbreidingen van Brielle bestaan voornamelijk uit naoorlogse uitbreidingswijken, gelegen ten zuiden van de vesting. Ten noorden van de vesting ligt de woonbuurt Meeuwenoord en (nu nog) de sportvelden. De hoofdfunctie is wonen. De ontsluiting en kavelpatronen zijn karakteristiek voor het tijdsbeeld, waarin de wijken zijn gerealiseerd.
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
12
Gebiedskenmerken en kwaliteiten
Dorpen In het buitengebied ten oosten van Brielle, liggen de dorpen Zwartewaal en Vierpolders. Ieder dorp heeft zijn eigen karakteristiek, welke mede wordt bepaald door de ligging in het landschap. Zwartewaal ligt aan en is van oudsher georiënteerd op het water. Het dorp Vierpolders daarentegen is van oorsprong een agrarisch dorp gelegen in de polder. Bedrijventerreinen Het kleine bedrijfsterrein ’t Woud ligt ten zuiden van de vesting en de uitbreidingswijken. Op dit terrein zijn diverse bedrijven gevestigd zoals constructiebedrijven, kantoren, autobedrijven etc. In Vierpolders ligt een vergelijkbaar bedrijfsterrein aan de Proveniersstraat. Het bedrijventerrein Seggelant ligt ten oosten van Brielle. Het is een vrij nieuw en nog in ontwikkeling zijnd bedrijventerrein. Op het bedrijventerrein zijn net zoals op het bedrijventerrein ’t Woud en het bedrijventerrein aan de Proveniersstraat diverse bedrijven gevestigd. Sociaal-economische barometer Een beknopt overzicht van de bevolkings- en woningvoorraadontwikkeling in Brielle en enkele sociaal-economische kengetallen is opgenomen in bijlage 2.
3.3. Kwaliteiten, aandachtspunten en kansen Uit de analyse van de beleidsstukken en werksessies komen de volgende kwaliteiten, aandachtspunten en kansen naar voren: Kwaliteiten
-
Rijke cultuurhistorie (vestingstad). Ruimte en kleinschaligheid. Aantrekkelijke woongemeente. Goede voorzieningen (waaronder sport en onderwijs). Ligging aan Brielse Meer. Recreatiemogelijkheden.
Aandachtspunten
-
Bereikbaarheid en capaciteit wegennet. Industrielawaai en externe veiligheid Europoort en Botlek. Leefbaarheid kleine kernen. Tweede Maasvlakte met het oog op: o
extra belasting wegennet/aanpassing ontsluiting;
o
huisvesting van (tijdelijke) arbeidskrachten.
Kansen
-
Uitbouw van recreatieve potenties. Versterking van ruimtelijke kwaliteiten (onder andere vesting). Kwaliteitsslag van voorzieningen (reeds ingezet). Benutting van woningbouwcapaciteiten. Versterking van het draagvlak voor voorzieningen door groei inwoneraantal. Tweede
Maasvlakte,
onder
andere
doorwerking
op
lokale
economie
(werkgelegenheid dienstensector, hotelaccommodatie c.a.).
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Gebiedskenmerken en kwaliteiten
13
Figuur 3 Milieubelemmeringenkaart
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
14
Randvoorwaarden milieu
4. Randvoorwaarden milieu
4.1. Milieubelemmeringen Twee doelen van de structuurvisie zijn het opstellen van een samenhangend ruimtelijk ontwikkelingsbeleid en het verankeren van de ontwikkelingsprojecten tot 2020. In de gemeente Brielle zijn een aantal ontwikkelingsprojecten op het gebied van wonen, werken en voorzieningen duidelijk omlijnd en gelokaliseerd. In het uitwerkingstraject van deze ontwikkelingen zijn nog de nodige hobbels te nemen. Belangrijke aandachtspunt zijn de milieurandvoorwaarden in relatie tot de geplande woningbouw. In figuur 3 zijn de milieubelemmeringszones weergegeven voor industrie- en verkeerslawaai, externe veiligheid en leidingen. Bijlage 1 bevat een beknopte toelichting op de betekenis van deze zones en de mogelijke milieubelemmeringen die deze tot gevolg kunnen hebben.
4.2. Woningbouwlocaties Meeuwenoord en Zwartewaal De woningbouwlocaties Meeuwenoord en Zwartewaal vallen (deels) binnen de 55 dB(A)contour voor industrielawaai van Europoort respectievelijk Botlek. In een gerichte verkenning wordt onderzocht of en zo ja op welke manier op deze locaties woningbouw gepleegd kan worden. Het onderzoek is onlangs opgestart. Uitkomsten van dit onderzoek worden meegenomen in de structuurvisie.
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Randvoorwaarden milieu
15
Figuur 4 Woningbouwlocaties
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
16
Thematische bouwstenen
5. Thematische bouwstenen
De volgende paragrafen beschrijven per thema beknopt welke ontwikkelingen, beleidsdoelen en programma’s aan de orde zijn. Aansluitend wordt een voorstel gedaan voor wat de inzet is vanuit het behandelde thema voor de structuurvisie. Basis hiervoor vormen het collegeprogramma, de diverse beleidsdocumenten en de werksessies met werkgroep en stuurgroep.
5.1. Thema wonen Doelstelling woonbeleid Uit de werksessies, het collegeprogramma en bestaande beleidsdocumenten komen de volgende doelstellingen en programmapunten naar voren:
-
uitvoeren regionale taakstelling voor woningbouw; ontwikkelen van woningbouwlocaties; extra
aandacht
voor
doelgroepen
zoals
starters
en
senioren
(goed
en
levensbestendig huisvesten van senioren);
-
behouden en versterken van de leefbaarheid in Vierpolders en Zwartewaal.
Regionaal beleidskader De verstedelijkingsafspraken met de Stadsregio voor de periode 2005-2010 omvatten het volgende:
-
basisafspraak, ten minste 600 woningen bouwen; van deze 600 woningen moet minimaal 30% uit sociale woningbouw bestaan (144 sociale huur en 36 sociale koop);
-
daarnaast is er een inspanningsverplichting overeengekomen voor de bouw van 200 extra woningen.
Woningbouwcapaciteiten en woningbouwplanning Figuur 4 geeft een actueel overzicht van de woningbouwlocaties die de komende jaren in beeld zijn. Een overzicht van de woningbouwcapaciteit van de locaties is opgenomen in bijlage 3. De optelsom van deze capaciteit bedraagt circa 2.500 woningen. Grafiek 1 geeft een indicatie voor de woningbouwplanning in de tijd.
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Thematische bouwstenen
17
Figuur 5 Uitbreidingslocaties bedrijventerrein en glastuinbouw
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
18
Thematische bouwstenen
Grafiek 1 Ambitie woningbouwplanning tot 2020 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 oplevering uiterlijk 2010
oplevering uiterlijk 2015
oplevering uiterlijk 2020
Verstedelijkingsafspraken Over de verstedelijkingsafspraken voor de periode 2010-2020 wordt momenteel overleg gevoerd. Inzet is, rekening houdend met de plancapaciteit, circa 1.800 woningen te bouwen. Nadere informatie wat betreft bevolkingsontwikkeling en woningvoorraad is opgenomen in bijlage 2, informatie over de woningbouwplanning in bijlage 3. Voorstel voor inzet structuurvisie De inzet voor de structuurvisie wordt als volgt samengevat:
-
het verankeren van woningbouwlocaties in de structuurvisie; het toepassen van het instrumentarium van de Wet ruimtelijke ordening en de Grondexploitatiewet, met name: o
de mogelijkheid tot het opzetten van een Fonds bovenwijkse voorzieningen;
o
de mogelijkheid voor bovenplanse verevening.
5.2. Thema economie en bedrijven Doelstelling en programma economisch beleid Uit het de werksessies, het collegeprogramma en bestaande beleidsdocumenten komen de volgende doelstellingen en programmapunten naar voren:
-
behouden
en
versterken
van
werkgelegenheid
(in
het
bijzonder
de
middenstandsfunctie in de binnenstad);
-
toeristische kwaliteiten vormen de basis voor economische activiteiten; actief
beleid
voeren
ten
aanzien
van
de
vestiging
van
passende
nieuwe
bedrijvigheid;
-
uitbreiding van bedrijventerrein Seggelant met 7 ha netto.
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
19
Thematische bouwstenen
Uitbreiding bedrijventerrein Seggelant Uitgangspunt is om de uitbreiding van het lokale bedrijventerrein Seggelant met 7 ha netto op te nemen in de structuurvisie. Fasering van deze ontwikkeling is afhankelijk van de uitkomst van de in ontwikkeling zijnde Economische visie. Studielocatie regionaal bedrijventerrein In RR2020 is de aanleg van een regionaal bedrijventerrein ten noorden van het bestaande bedrijventerrein
Seggelant
als
studielocatie
opgenomen.
Inmiddels
zijn
in
een
uitwerkingsstudie in opdracht van de Stadsregio locaties afgewogen en een voorkeurlocatie aangegeven1, welke is opgenomen in de gebiedsuitwerking Voorne. Een eventueel regionaal bedrijventerrein kan mogelijk voor Brielle een oplossing zijn voor verplaatsing van bedrijven die uit planologisch oogpunt op een moeilijke locatie zitten. Met de aanleg van een regionaal bedrijventerrein zouden dit soort bedrijven daar een plek kunnen krijgen. Optie: regionaal bedrijventerrein opnemen in structuurvisie als studielocatie en aanvullend onderzoek, in het kader van de bovengenoemde Economische visie, te laten uitvoeren naar nut en noodzaak. Voorstel voor inzet structuurvisie De inzet voor de structuurvisie wordt als volgt samengevat:
-
uitbreiding van bedrijventerrein Seggelant met 7 ha netto; opnemen van regionaal bedrijventerrein als studielocatie: aanvullend onderzoek naar nut en noodzaak.
5.3. Thema voorzieningen Doelstelling beleid Uit de werksessies, het collegeprogramma en bestaande beleidsdocumenten komen de volgende doelstellingen en programmapunten naar voren:
-
realisatie van een multifunctionele buitensportaccommodatie op de gronden Waardenburg;
-
instandhouding van buitensportaccommodatie Zwartewaal; verplaatsing van voorgezet onderwijs naar Nieuwland Oost; het behouden en versterken van (basis)onderwijs en sociaal-culturele voorzieningen in Vierpolders en Zwartewaal.
Inzet ruimtelijke beleid Bovenstaande punten vormen ook de inzet voor de structuurvisie.
1
Brielle, Nadere uitwerking regionaal bedrijventerrein (BRO, 2007).
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
20
Thematische bouwstenen
5.4. Thema recreatie en toerisme2 Doelstelling beleid Uit de werksessies, het collegeprogramma en bestaande beleidsdocumenten komen de volgende doelstellingen en programmapunten naar voren:
-
toeristische positionering van Brielle, passend bij de kwaliteit van de historische stad;
-
-
realisatie van 'elk weer' voorzieningen; kwaliteitsimpuls/herinrichting binnenstad, onder andere: o
herontwikkeling van bastions en ravelijnen;
o
verbeteren van de entrees van de binnenstad;
o
verbeteren van de relatie van de vesting met het waterfront (Stenen Baak);
het verbinden van cultuurhistorische elementen elders in de gemeente/regio.
Golfterrein Er is een marktinitiatief om ten westen van de kern Brielle op de grens van de gemeenten Brielle, Westvoorne en Hellevoetsluis een golfterrein te ontwikkelen. Deze ontwikkeling is MER-plichtig. Onlangs is de MER-procedure opgestart. Relevante uitkomsten uit het MER worden meegenomen in de structuurvisie. Ontwikkelen recreatieplas (Plas van Heenvliet) Door Plas van Heenvliet B.V. in combinatie met Grontmij Nederland
B.V.
wordt
de
voormalige
zandwinningsput
getransformeerd tot een natuur- en recreatieplas. Op dit moment is het slecht gesteld met de flora en fauna van de Plas van Heenvliet. Door de 35 m diepe put op te hogen tot een diepte van 8 à 10 m zal de waterkwaliteit en de flora en fauna in de Plas van Heenvliet verbeteren. Naast het opwaarderen
van
natuurwaarden
worden
er
recreatieve
functies aan het gebied toegevoegd, zoals een strandje, mogelijkheden voor ongemotoriseerde watersport, vissteigers, een speel- en ligweide en een fietspad. Het voorstel is om in de structuurvisie de ontwikkeling van de Plas van Heenvliet in bovenbedoelde zin mogelijk te maken.
Schetsontwerp
(Grontmij)
Plas van Heenvliet
Voorstel voor inzet structuurvisie Het voorstel voor de structuurvisie luidt als volgt:
2
uitbouw recreatieve- en natuurpotenties van de Brielse Meer oevers; het versterken van de relatie van het waterfront (Stenen Baak) en de vesting; ontwikkeling van de bastions en ravelijnen voor recreatieve doeleinden; het ontwikkelen van de Plas van Heenvliet tot natuur- en recreatieplas; benutten van mogelijkheden kreekherstel voor recreatie (zie ook 5.8); het opnemen van het golfterrein deels op grondgebied van Brielle;
Belangrijk document bij dit thema is de Toekomstvisie Brielle vesting en het Uitvoeringsprogramma vesting Brielle.
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Thematische bouwstenen
21
Figuur 6 Ontwikkelingslocaties voorzieningen en recreatie
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Thematische bouwstenen
-
22
complementeren recreatief wandel-, fiets- en ruiternetwerk.
Bespreekpunt Aandachtspunt en bespreekpunt vormen de ambities vanuit de stadsregio (onder andere in Regionaal Groenstructuurplan 2). In dit structuurplan wil men behalve de Plas van Heenvliet ook grote gebieden aansluitend aan de Brielse oeverstrook op termijn inrichten voor groen en (openlucht)recreatie. Het gaat om de polder Oosterland (westelijk van stad Brielle) en de Ondernemingspolder (tussen stad Brielle en N57). Hierbij wel de kanttekening dat het hoogst onzeker is of hiervoor te zijner tijd voldoende gelden beschikbaar zijn. Vooralsnog zijn bedoelde locaties conform het bestemmingsplan landelijk gebied als agrarisch opgenomen op de Beleidsinventarisatiekaart in hoofdstuk 6.
Groengebieden
/recreatiegemeente
Brielle
Bron: Regionaal Groenstructuurplan 2 (RGSP 2)
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
23
Thematische bouwstenen
Figuur 7 Te realiseren/gewenste infrastructuur
Te realiseren rotonde
Ongelijkvloerse
kruising
Groene Kruisweg/N57
Gewenste ontsluiting
aansluiting tuinbouwgebied
Vierpolders
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Thematische bouwstenen
24
5.5. Thema verkeer en vervoer Doelstelling beleid Uit de werksessies, het collegeprogramma en bestaande beleidsdocumenten komen de volgende doelstellingen en programmapunten naar voren:
-
verbeteren van de ontsluiting van het tuinbouwgebied Vierpolders; realisatie van een vijftal rotondes op de N218; realisatie van een ongelijkvloerse kruising Groene Kruisweg/N57. realisatie van de westelijke ontsluiting ten behoeve van de woningbouwlocatie Meeuwenoord.
Ontsluiting tuinbouwgebied Vierpolders De ontsluiting van het tuinbouwgebied Vierpolders gebeurt momenteel via de smalle landbouwwegen. Wenselijk is om het verkeer ten behoeve van het tuinbouwgebied direct te ontsluiten op de N57. De ontsluiting op de N57 zou ter hoogte van de Nieuweweg gerealiseerd moeten worden op het grondgebied van de gemeente Hellevoetsluis. Het bepleiten van de bedoelde aansluiting is onderdeel van de inzet van het beleid. Voorstel voor inzet structuurvisie Bovenstaande punten vormen tevens de inzet voor de structuurvisie. Verder investeren in infrastructuur dient gelijke tred te houden met de ontwikkeling van stedelijke functies.
5.6. Thema buitengebied Doelstelling beleid De beleidslijnen voor de ruimtelijke ontwikkeling van het buitengebied zijn neergelegd in het recent vastgestelde bestemmingsplan landelijk gebied. In dat kader zijn ook de ruimte voor ruimte locaties3 van belang in relatie tot het concentratie- en intensiveringsbeleid voor de glastuinbouw. Voorstel voor inzet structuurvisie Het voorstel voor de structuurvisie luidt als volgt:
-
3
beleidslijnen uit het bestemmingsplan landelijk gebied aanhouden; het opnemen van de ruimte voor ruimte locaties.
Het bouwen van woningen in het buitengebied met als voorwaarde het afbreken van bedrijfsgebouwen (glastuinbouw).
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Thematische bouwstenen
25
Figuur 8 Cultuurhistorie
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
26
Thematische bouwstenen
5.7. Thema water Doelstelling beleid Uit de werksessies, het collegeprogramma en bestaande beleidsdocumenten komen de volgende doelstellingen en programmapunten naar voren:
-
het aanleggen van natuurvriendelijke oevers (onder andere Kaaivest, de Molenvest en het Spui);
-
realisatie van extra waterberging; benutten van kreekstructuur voor wateropgave; het versterken van de natuurbeleving in de vesting en het Spui; compenseren
van
toenames
in
verhard
oppervlak
(terugdringen
waterbergingstekorten in Vierpolders en Zwartewaal). Voorstel voor inzet structuurvisie Bovenstaande uitgangspunten vormen tevens de inzet voor de structuurvisie.
5.8. Thema landschap, ecologie en cultuurhistorie Doelstelling beleid Uit de werksessies, het collegeprogramma en bestaande beleidsdocumenten komen de volgende doelstellingen en programmapunten naar voren:
-
behoud van het contrast tussen openheid/beslotenheid; behoud en herstel van het dijkenpatroon; behoud van kleine landschapselementen; realisatie van de ecologische verbindingszones; opwaarderen en herstellen van kreken al dan niet in combinatie met ecologische verbindingszones of andere functies;
-
behoud en herstel van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing; behoud van archeologische waarden.
Ecologische verbindingszone De ecologische verbindingszone Strypsche wetering-Brielse Meer is door de provincie aangewezen. De locatie van de verbindingszone is indicatief aangegeven. De gemeenteraad van Brielle heeft de route van de ecologische verbindingszone (PEHS4) op 11 juli 2006 vastgesteld. De ecologische verbindingszone ligt over het toekomstige bedrijventerrein Seggelant heen. Op zich is het haalbaar om de zone hier te realiseren. Het is de vraag of het realistisch is dat de verbindingszone hier gaat functioneren. Het voorstel is daarom om een alternatieve route te onderzoeken. Herstel kreekstructuur5 De
ecologische
verbindingszones
van
de
PEHS
liggen
globaal
langs
herkenbare
kreekrestanten. De kreken maakten vroeger deel uit van een stelsel dat stukje bij beetje is
4
Provinciaal ecologische hoofdstructuur.
5
Belangrijk document bij dit thema is de visie De kreken van Voorne-Putten/Rozenburg.
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Thematische bouwstenen
27
omgevormd tot agrarisch gebied en/of poldersloten. De kreken zijn hierdoor uit het zichtbare landschap verdwenen. Het opwaarderen/herstellen van de kreken als landschappelijk element is van groot belang aangezien deze patronen de dragers van de landschappelijke hoofdstructuur vormen. Daar waar mogelijk kunnen kreken worden gekozen als hechtlijn voor ecologische verbindingszones of functiecombinaties (bijvoorbeeld recreatie, water, natuur, landelijk wonen en landbouw). Voorstel voor inzet structuurvisie Bovenstaande uitgangspunten vormen tevens de inzet voor de structuurvisie.
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Thematische bouwstenen
28
Beleidsinventarisatiekaart
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
29
6. Koersbepaling op hoofdlijnen
Dit hoofdstuk vormt in feite de kern van de koersbepaling voor de structuurvisie en is als volgt opgebouwd: voorstel voor richtinggevende doelstelling van de structuurvisie (par 6.1); -
voorstel voor enkele basisuitgangspunten (par. 6.2);
-
voorstel voor een aantal hoofdlijnen voor de op te stellen structuurvisie (par. 6.3).
De bedoeling is om deze uitgangspunten en hoofdlijnen na behandeling in een informele raadsbijeenkomst uit te werken in de structuurvisie.
6.1. Richtinggevende doelstelling Doelstelling
van
de
structuurvisie
is
het
bieden
van
een
kader
voor
ruimtelijke
ontwikkelingen en een ruimtelijke structuur die bijdraagt aan:
-
goed kunnen wonen en leven in de gemeente; de cultuurhistorische identiteit van Brielle; een bij het karakter van de gemeente passende economische ontwikkeling.
6.2. Algemene uitgangspunten -
Behoud en versterking van de grote cultuurhistorische waarden. Behoud en versterking van de karakteristiek van het cultuurlandschap (ruimte en kleinschaligheid).
-
Zorg dragen voor behoud en versterking van leefbaarheid en vitaliteit kernen. Versterken van het draagvlak voor voorzieningen door groei inwoneraantal. Behouden en versterken van werkgelegenheid. Benutten en uitbouwen van recreatieve potenties. Zorgdragen voor een goede bereikbaarheid.
6.3. Voorstel hoofdlijnen ten behoeve van structuurvisie De onderstaande hoofdlijnen vormen de voorgestelde inzet voor de structuurvisie. Deze hoofdlijnen bouwen voort op eerder door de raad vastgestelde beleidsdocumenten en resultaten van enkele werksessies met de werkgroep en de stuurgroep. Deze hoofdlijnen hebben hun neerslag gekregen in bijgaande “beleidsinventarisatiekaart” (pagina 30) die beschouwd kan worden als een eerste aanzet voor het ruimtelijk ontwikkelingsbeeld.
30
Koersbepaling op hoofdlijnen
Ruimtelijk-functionele hoofdlijnen
-
Cultuurhistorisch
waardevolle
vesting:
behoud/versterking
karakteristieke
ruimtelijke kwaliteiten.
-
Overig stads- en dorpsgebied Brielle, Vierpolders en Zwartewaal: versterking kwaliteiten als woon- , werk- en leefgebied, en benutten van mogelijkheden voor uitbreiding en vernieuwing.
-
Oeverstroken
Brielse
Meer:
uitbouw
recreatieve
functie
in
combinatie
met
behoud/versterking van natuurwaarden.
-
Concentratie-
en
intensiveringsgebieden
glastuinbouw:
primair
bedoeld
voor
ontwikkeling glastuinbouw (conform bestemmingsplan Landelijk Gebied).
-
Polders Heenvliet en Zwartewaal: agrarisch gebruik met de nadruk op behoud en versterking van landschaps- en natuurwaarden.
-
Overig agrarisch gebied: primair agrarisch gebruik met behoud landschapswaarden en
op
specifieke
locaties
mogelijkheden
bieden
voor
Ruimte-voor-Ruimte
ontwikkelingen. Wonen en voorzieningen
-
-
Woningbouw in alle kernen. Uitvoeren verstedelingsafspraken tot 2010: o
tot 2010 minimaal 600 woningen;
o
van de 600 woningen minimaal 30% sociale woningbouw;
o
inspanningsverplichting voor 200 extra woningen.
Gefaseerd benutten van de woningbouwcapaciteit vormt inzet voor de nieuwe verstedelijkingsafspraken voor de periode 2020 tot 2030.
-
Verankeren van deze woningbouwlocaties in de structuurvisie. Waar mogelijk toepassen van het instrumentarium van de Wet ruimtelijke ordening/ Grondexploitatiewet (kostenverhaal).
-
Realiseren van de buitensportaccommodatie Waardenburg. Verplaatsing van voorgezet onderwijs naar Nieuwland Oost.
Ruimtelijk economische ontwikkeling
-
Behouden van en inzetten op extra werkgelegenheid (in het bijzonder de middenstandsfunctie in de binnenstad).
-
Toeristische potenties vormen een basis voor economische activiteiten. Actief
beleid
voeren
ten
aanzien
van
de
vestiging
van
passende
nieuwe
bedrijvigheid.
-
Uitbreiding van bedrijventerrein Seggelant met 7 ha netto. Regionaal bedrijventerrein opnemen als studielocatie; nadere studie naar nut en noodzaak!
-
Opwaarderen scholen en voorzieningen in de vesting van Brielle en in Vierpolders.
Recreatie en toerisme
-
Toeristische positionering van Brielle, passend bij de kwaliteit van de historische stad.
-
Benutten en uitbouwen van bestaande kwaliteiten en mogelijkheden voor recreatie, onder andere:
o
118.13823.00
Brielse Meer oevers: uitbouw recreatieve- en natuurpotenties;
Adviesbureau RBOI Rotterdam
31
Koersbepaling op hoofdlijnen
o
historische vesting: ontwikkeling van de bastions en ravelijnen voor recreatieve doeleinden;
o
oeverstrook tussen De Schans en de Stenen Baak: versterking van relatie met vesting en recreatieve aantrekkelijkheid;
o
het mogelijk maken van watergerelateerde recreatie in en rondom de Plas van Heenvliet.
-
Het opnemen van het golfterrein (deels op grondgebied van Brielle).
Aandachts- en bespreekpunt vormen de vraag of en zo ja op welke wijze de in RR2020 en RGSP 2 aangegeven te ontwikkelen grote groengebieden (in polder Oosterland en Ondernemingspolder) in de structuurvisie worden opgenomen. Verkeer en vervoer
-
Investeren in infrastructuur dient gelijke tred te houden met de ontwikkeling van stedelijke functies; in dat kader:
-
o
realisatie rotondes op de N218;
o
realisatie van een ongelijkvloerse kruising Groene Kruisweg/N57.
Opnemen westelijke ontsluiting ten behoeve van woningbouwlocatie Meeuwenoord. Inzetten op verbetering van ontsluiting tuinbouwgebied Vierpolders.
Water
-
Aanleggen van natuurvriendelijke oevers (onder andere Kaaivest, de Molenvest en het Spui).
-
Realisatie van extra waterberging en compenseren van toenames in verhard oppervlak (terugdringen waterbergingstekorten).
-
Benutten van kreekstructuur voor wateropgave. Het versterken van de natuurbeleving in de vesting en het Spui.
Landschap, ecologie en cultuurhistorie
-
Behoud van het contrast tussen openheid/beslotenheid. Realisatie van de ecologische verbindingszones. Behoud en herstel van kreken- en het dijkenpatroon. Behoud van kleine landschapselementen. Behoud of herstel van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. Behoud van archeologische waarden.
6.4. Tot slot Na bespreking en communicatie is de volgende stap een samenhangende nadere uitwerking en onderbouwing van bovenstaande hoofdlijnen in de ontwerpstructuurvisie.
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Koersbepaling op hoofdlijnen
118.13823.00
32
Adviesbureau RBOI Rotterdam
33
Bijlage 1.
Betekenis milieuzones
Algemeen Voor de ontwikkelingsmogelijkheden in Brielle zijn in het bijzonder de milieuaspecten industrielawaai, wegverkeerslawaai, externe veiligheid en leidingen van belang. Figuur 3 in hoofdstuk 4 geeft voor deze aspecten mogelijke milieubelemmeringen weer. Een en ander betekent echter niet dat, bij voorbaat, binnen deze zones geen ontwikkelingen mogelijk zijn. Onderstaand is daarom de betekenis van de verschillende milieuzones op de kaart uitgelegd. Industrielawaai Voor industrielawaai wordt rekening gehouden met de geluidszone van twee gezoneerde industrieterreinen: Europoort/Maasvlakte en Botlek/Pernis. Op de milieubelemmeringenkaart is in de eerste plaats de geldende geluidszone weergegeven. Bij de ontwikkeling van geluidsgevoelige bestemmingen (bijvoorbeeld woningen) binnen de geluidszone is formeel een akoestisch onderzoek nodig. Wanneer uit dit onderzoek blijkt dat wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) kunnen deze bestemmingen zonder meer worden gerealiseerd. Hogere grenswaarden Bij een hogere geluidsbelasting dan 50 dB(A) kunnen door het bevoegd gezag hogere grenswaarden worden vastgesteld. Voor hogere grenswaarden geldt een maximum van 55 dB(A). Op plaatsen waar de wettelijke uiterste grenswaarde van 55 dB(A) wordt overschreden, kunnen zogenoemde "dove" gevels of vliesgevels worden toegepast (gevels zonder te openen delen). De normen uit de Wet geluidhinder zijn namelijk niet van toepassing op dergelijke gevels. De aangegeven 55 dB(A)-contour moet als indicatief worden beschouwd. Bij de berekening van deze contour is uitgegaan van een vaste waarneemhoogte (5 m) en slechts globaal rekening gehouden met de invloed van bebouwing. Aangezien de bebouwing invloed heeft op de geluidsbelasting, zijn met het slim situeren van bebouwing en het toepassen van bijzondere woningtypes en dove gevels binnen de 55 dB(A)-contour mogelijkheden aanwezig om te voldoen aan de normstelling uit de Wet geluidhinder. Stad en milieubenadering Naast het vaststellen van hogere grenswaarden is er in nog een andere wettelijke procedure mogelijk voor het bouwen in gebieden met een hoge geluidsbelasting. Via een stap 3-besluit op grond van de Intrimwet stad-en-milieubenadering kan namelijk worden afgeweken van de eerder genoemde grenswaarden. Op het nemen van een stap 3-besluit zijn echter de nodige voorwaarden van toepassing. Er dient in ieder geval te worden aangetoond dat er sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Ook moeten de mogelijkheden voor compenserende en mitigerende maatregelen in beschouwing worden genomen en dienen de effecten voor de volksgezondheid in beeld te worden gebracht en waar nodig te worden beperkt.
34
Bijlagen
Wegverkeerslawaai Op
het
aspect
wegverkeerslawaai
is
een
vergelijkbaar
toetsingskader
als
die
van
industrielawaai van toepassing. Voor wegen geldt, op basis van het type weg en het aantal rijbanen, een geluidszone. Bij de vestiging van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen deze geluidszone dient akoestisch onderzoek plaats te vinden. In principe dienen deze bestemmingen te voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Ook bij wegen kunnen er hogere grenswaarden worden vastgesteld. Buiten de bebouwde kom geldt een maximale hogere waarde van 53 dB. Binnen de bebouwde kom is dat 63 dB. Ter indicatie zijn op de milieurandvoorwaardenkaart de 53 dB-contouren van de belangrijkste wegen
(indicatief)
weergegeven.
Deze
contouren
geven
een
globaal
inzicht
in
de
bouwmogelijkheden van de gemeente. In het buitengebied kan er binnen de lijnen (zonder dove gevels) niet worden gebouwd. In de binnenstad is dat wel mogelijk, aangezien er tot 63 dB hogere grenswaarden kunnen worden verleend. Het is echter niet wenselijk om voor woningen altijd hogere grenswaarden te verlenen. Daarom kan de 53 dB-contour binnen de bebouwde kom worden gezien als een streefwaarde. Externe veiligheid Externe veiligheid wordt uitgedrukt in een plaatsgebonden risico (PR) en een groepsrisico (GR). Ten opzichte van nieuwe kwetsbare objecten geldt voor het plaatsgebonden risico een grenswaarde van 10-6. Op de milieubelemmeringenkaart is de PR 10-6-contour zichtbaar voor de vier lpg-tankstations. Binnen deze contour mogen geen nieuwe kwetsbare objecten als woningen worden gevestigd. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de 10-6-contour als een richtwaarde. Ten aanzien van het groepsrisico geldt een oriëntatiewaarde. Er dient een verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden wanneer er nieuwe functies binnen het invloedsgebied van het groepsrisico worden gerealiseerd. Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen geldt de 108
-contour als een indicator voor de omvang van dit invloedsgebied. Het werkelijke
invloedsgebied is mogelijk groter. Bij de verantwoording van het groepsrisico dient de toename van de personendichtheid aan de orde te komen en zal ook de regionale brandweer om een advies moeten worden gevraagd met betrekking tot de zelfredzaamheid van personen en beheersbaarheid van calamiteiten. Opmerking: ten aanzien van risicovolle inrichtingen buiten de gemeente is op dit moment nog weinig bekend. De PR 10-8 van de industriegebieden Europoort/Maasvlakte en Botlek/Pernis is opgenomen, maar is gebaseerd op verouderde informatie. Mogelijk hebben met name inrichtingen buiten het plangebied nog gevolgen voor ontwikkelingen binnen de gemeente Brielle! Leidingen Voor leidingen waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd, gelden toetsingsafstanden en bebouwingsafstanden. Binnen de toetsingsafstand dient de noodzaak/wenselijkheid van een planologische ontwikkeling te worden afgewogen. Binnen de bebouwingsafstand zijn ontwikkelingen
niet
mogelijk.
De
beide
zones
zijn
opgenomen
op
de
milieubelemmeringenkaart.
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
35
Bijlagen
Overigens is waarschijnlijk vanaf volgend jaar een nieuw beleidskader op leidingen van toepassing. Er dient hierbij rekening te worden gehouden met een grenswaarde van 10-6 voor het plaatsgebonden risico. Voor het groepsrisico geldt een invloedsgebied met daarbinnen
een
verantwoordingsplicht
(zie
externe
veiligheid).
De
PR-contour
ligt
waarschijnlijk dichter bij de leiding dan de huidige bebouwingscontour. Het invloedsgebied van met name aardgastransportleidingen is mogelijk groter dan de huidige toetsingsafstand. Daardoor zal bij meer ontwikkelingen een toetsing van het GR plaats moeten vinden. Voor hoogspanningsleidingen geldt een zakelijke rechtstrook, waarbinnen niet mag worden gebouwd. Daarnaast geldt een indicatieve zone. Hierbinnen is de vestiging van gevoelige functies niet wenselijk in verband met elektromagnetische straling. Het betreft functies waar kinderen van 0-15 jaar langdurig verblijven (bijvoorbeeld scholen, speelplaatsen en woningen).
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
36
37
Bijlagen
Bijlage 2.
Barometer gemeente Brielle
Leeftijdsopbouw per 1-1-2008
85+ 80-84 75-79 70-74 65-69
leeftijdsgroepen
60-64 55-59 50-54 45-49 40-44
Brielle
35-39 30-34 25-29
Nederland
20-24 15-19 10-14 5-9 0-4
10
5
0
5
10
vrouwen mannen
Bevolkings- en woningvoorraadontwikkeling Brielle inwoners
woningen
18000 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000
19 90 19 91 19 92 19 93 19 94 19 95 19 96 19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08
0
118.13823.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam
38
Bijlagen
% Inkomensverdeling per 1-1-2005 45 40 35 30 25
Nederland
20
Brielle
15 10 5 0 Laagste (40%)
Midden (40%)
Hoogste (20%)
% Banen per 1- 1-
Nederland
2007
Brielle
60%
50%
40%
30%
20%
118.13823.00
dienstverlening
L-ONiet-
commerciële
dienstverlening
G-KCommerciële
bouwnijverheid
visserij
A,BLandbouwen
0%
C-F Industrie en
10%
Adviesbureau RBOI Rotterdam
39
Bijlagen
Bevolkingsontwikkeling 1995-2007 250 200 150 100 50
20 07
20 06
20 05
20 04
20 03
20 02
20 01
20 00
19 99
19 98
19 97
-50
19 96
19 95
0
-100
geboortesaldo -150
migratiesaldo bevolkingsgroei
-200
Sinds 2005: Negatief migratiesaldo : - 335 personen Daling inwonertal
118.13823.00
: - 269 personen
Adviesbureau RBOI Rotterdam
40
41
Bijlagen
Bijlage 3.
Woningbouwplanning
Locatie
Soort project
A. Botbylweg/Voorstraat Coppelstockstraat Slagveld, Honda Scheepswerf van de Torre Nieuwland Oost Reede Zuurlandsedijk Ommeloop Plantage Scharloo Watertoren Haven Moerman Haven Tromp Zorggebouw School Lijnbaanweg Van Sleenstraat, scholen Jan Matthijssenlaan Meeuwenoord Middelweg Oude Goote Port Brielle Locatie Rabobank/scholen
Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw Woningbouw
Totaal
118.13823.00
Aantal eenheden 12 26 13 8 520 84 12 200 91 6 2 70 80 26 21-30 75 70 80 400 50 500 122 76 +
Start bouw 2008 2008 2008 2008 2008 2009 2009 2008 2009 2010 2010 2010 2010 2011 2011 2010 2011 2011 2010 2012 2015 2009
Oplevering
Kern
2009 2009 2009 2009 2010 2010 2010 2011 2011 2011 2011 2012 2012 2012 2012 2013 2013 2013 2014 2014 2020 2012/2013
Brielle Brielle Brielle Brielle Brielle Brielle Brielle Brielle Brielle Brielle Brielle Brielle Brielle Brielle Vierpolders Zwartewaal Brielle Brielle Brielle Vierpolders Brielle Brielle Brielle
2523
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Bijlagen
118.13823.00
42
Adviesbureau RBOI Rotterdam
Bijlage 4. -
Literatuurlijst
Beleidsplan archeologie; Koers vastgelegd, 2008. Bestemmingsplan landelijk gebied, 13 maart 2007. Collegeprogramma gemeente Brielle 2006-2010. Concept overzicht Ruimte voor Ruimte locaties gemeente Brielle; versie 13.0, 12 april 2008.
-
De kreken van Voorne-Putten; Visie op hoofdlijnen en plan van aanpak, december 2006.
-
Eindnotitie gebiedsgericht wonen, zorg en welzijn Brielle, 28 januari 2003. Historisch overzicht; Ruimtelijke ontwikkeling van Brielle, 10 april 1990. Kaderrichtlijn Water. Leefbaarheid in de kernen Vierpolders en Zwartewaal. Masterplan recreatie en toerisme Voorne-Putten/Rozenburg, 16 augustus 2001. Nadere uitwerking regionaal bedrijventerrein, 26 januari 2007. Natuurvriendelijke oevers in Brielle; Streefbeelden, inrichting en beheer, 25 juli 2005.
-
Plas van Heenvliet; Schetsontwerp en voor nieuwe functie van de plas van Heenvliet, augustus 2006.
-
Presentatie Inrichting Plas van Heenvliet; Informatieavond 11 maart 2008. Regeling Ruimte voor Ruimte, 2005. Regionaal Groenstructuurplan 2. Ruimtelijk plan regio Rotterdam 2020, oktober 2005. Streekplanuitwerking Voorne; onderdeel van de gebiedsuitwerking Voorne, 6 maart 2007. Structuurvisie 1998; Herijking en toekomstperspectief, 23 oktober 1998.
-
Toekomstvisie Brielle vesting, september 2003. Uitvoeringsprogramma vesting Brielle, juni 2008. Waterplan Brielle. Woningbouwafspraken voor de periode 2005-2010 tussen de stadsregio Rotterdam en de gemeente Brielle, 10 februari 2005.