Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
Artikelen
Top 100
Geachte lezer, Op uw scherm staat onze nieuwste Case Study ‘Big on the Web’. Hiermee wil Mediafacts een beeld scheppen van de staat van online uitgeven in Nederland.
U vindt in deze Case Study de Top 100 online uitgeefsites in Nederland en België (Vlaanderen), waarbij is gekeken naar de Alexa-ranking in juli. Daarbij viel op dat het Nederlandse taalgebied door cultuur wordt gespleten: Vlaamse sites worden nauwelijks door Nederlanders bezocht en de Vlamingen weten Nederlandse sites alleen te vinden als er geen lokaal alternatief is.
Arjan van Bijnen - Projectcoördinator Case Studies Mediafacts
Ook valt op dat Nederlandse uitgevers veel minder bezoekers weten te trekken dan grote retailmerken en andere dienstverleners. Hier is dus nog een verbeteringsslag te slaan. Voor een aantal topmerken en voor de kranten namen we de cijfers apart onder de loep. Opvallend is dat de vakbladen sinds kort inzetten op social media. Vooralsnog slaan ze hier nog geen deuk in een pakje boter, maar de groei zit er goed in. Vraag is waar die groei zal stoppen. De vakbladenuitgevers zijn duidelijk niet op hun achterhoofd gevallen, want social wordt steeds belangrijker voor online uitgeven. In het openingsartikel van deze Case Study nemen we de invloed van social op zoekmachines onder de loep. In ‘Viral marketing is hard werken: de BuzzFeed formule’ bekijken we het geheim van virale werking, dat het Amerikaanse BuzzFeed claimt te hebben ontdekt. Is de BuzzFeed formule ook in uw uitgeverij toepasbaar? In een Case Study over het uitermate disruptieve internet kunnen nieuwe spelers niet ontbreken. We spraken met Slaven Mandic, een van de oprichters van online publisher Wayne Parker Kent, dat winst maakt met online magazines als Froot.nl, NSMBL.nl en het nieuwe Prankster.nl en met Bert Brussen, mede-oprichter van ThePostOnline.nl, dat de opinie- en nieuwsmarkt bestormt met een kleine rompredactie en een zwik vrijwilligers. Beiden benadrukken het belang van social media voor hun succes. Mediafacts wenst u veel plezier en succes met de vele tips en trucs die in deze Case Study zijn opgenomen en we hopen u volgend jaar, als u er nu al niet instaat, in de Big on the Web Top 100 te mogen verwelkomen. Hartelijke groet, Arjan van Bijnen Projectcoördinator Case Studies Mediafacts
Inhoudsopgave
Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet
Wayne Parker Kent: het moderne uitgeven in de praktijk
Viral marketing is hard werken: de Buzzfeed formule
Plaats genoeg voor ThePostOnline
Hoe doen de papieren toppers het online?
Big on the Web Top 100 2013
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
PAGINA 1/4
Artikelen
Top 100
Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Het online medialandschap is aan flinke veranderingen onderhevig. Social media verplichten uitgevers om zichzelf wederom opnieuw uit te vinden. Social is één van de belangrijkste onderwerpen voor Nederlandse uitgevers. ‘Social media’ en ‘Co-creatie en dialoog’ namen dan ook de nummer 3 en 4 posities in in de top 5 innovaties waarin men in 2013/2014 wil investeren volgens onderzoek van Mediafacts en Toren Communicatie.
Investeringsbereidheid voor innovatie.Bron: ‘Uitgevers klaar voor Innovatie’
Niet voor niets. De lezer brengt steeds meer tijd online door en daarvan een heel substantieel deel op social media. Met name Facebook is groot, daar doet de recente afvlakking van de groei voorlopig niets aan af. ‘Gaan waar je lezer is’ betekent dus ook aanwezig zijn op social media. Daarnaast is social media een enorme drijvende kracht achter sitebezoek. Ter illustratie: de elders in deze Case Study besproken ThePostOnline haalt ongeveer de helft van haar traffic uit social media, de titels van Wayne Parker Kent, eveneens besproken in deze Case Study, krijgen zelfs 80 tot 90 procent traffic vanuit social.
Semantic Search
Maar de impact van social op online uitgeven is nog groter. Het speelt een grote rol in de huidige ontwikkeling van het semantische web, met name in semantic search. Semantische search onderscheidt zich van de oude manier waarop zoekmachines resultaten sorteerden. Vroeger kon je Google nog vrij eenvoudig voor de gek houden door bepaalde termen en aanverwante termen veelvuldig te gebruiken op je pagina’s. SEO (Search Engine Optimalization) leverde soms idiote pagina’s op, met een overmatige herhaling van termen, bijzonder nutteloos tussenkopgebruik en allerlei andere foefjes om hoog in de zoekresultaten terecht te komen.
Het geklooi met SEO dwong Google om over te gaan tot steeds verfijndere ‘semantische’ technieken. Hierbij gaat het om ongestructureerde data, zoals tekst, van pagina’s te koppelen aan de contextuele omgeving, om zo te komen tot wat de gebruiker echt zoekt. Denk bij de contextuele omgeving aan bijvoorbeeld de woonplaats, de ‘digital footprint’ van de gebruiker en of de zoekopdracht op een laptop of een smartphone wordt gegeven. Simpeler gesteld: waar search vroeger steekwoord-gedreven was, concentreert semantische search zich meer op degene die de vraag stelt Lees meer
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
PAGINA 2/4
Artikelen
Top 100
en zoekt naar de pagina’s die het antwoord op de vraag hebben.
Social
Google en andere zoekmachine-ontwikkelaars zijn al jaren bezig het web steeds meer semantisch te maken. De laatste jaren is de invloed van social van steeds grotere invloed op de ‘ranking’ van een website in de zoekresultaten. De vier pilaren waarop dit social gedeelte van search steunt zijn ‘sentiment mining’ (wat er over je wordt gezegd), engagement (hoe je content wordt ontvangen), citation (waar je website en merk worden genoemd) en interactie (hoe er naar je website wordt gelinkt). Google gebruikt social steeds meer als indicator van de waarde van content voor gebruikers. De precieze algoritmen die hiervoor worden gebruikt zijn uiteraard geheim en bovendien in constante ontwikkeling. ‘Shortcuts’ zijn hierdoor moeilijk te maken. Redacties zullen simpelweg relevante content moeten maken. Het verschil met vroeger is dat deze content voor de lezer relevant moet zijn, niet zozeer voor Google. Hiermee is SEO niet opgehouden te bestaan, de nadruk komt echter meer te liggen op variatie, relevantie en context en minder op technische trucjes, al zijn de meest vertrouwde SEO-techieken nog altijd van kracht.
Google, Yahoo! en Bing werkten in 2012 samen om Schema. org op te zetten. Een verzameling html-tags waarmee u kunt aangeven wat voor type content u op een pagina weergeeft, zodat de zoekmachines uw content beter kunnen herkennen.
Wel helpt het om een goed framework te laten maken van stuctured data marks, waarmee u de semantische zoekmethoden helpt minder fouten te maken en dus sneller om de juiste redenen bij uw site uit te komen. Een andere manier om uw site relevanter voor Google te maken is door gebruik te maken van Google+. Niet alleen een button op uw website, maar ook het publiceren op het social medium en het vinden van Google+-gebruikers die uw artikelen zullen willen delen.
Meer werk
Het betrekken van social in de semantische ontwikkeling van search betekent voor uitgevers zowel goed als slecht nieuws. Het goede nieuws is dat het belang van een hoop inhoudelijk onzinnige SEO-foefjes verdwijnt. Meer ruimte dus voor creatief taalgebruik, een hogere beloning voor kwaliteit en heldere voordelen van social media-inspanningen (in de vorm van een hogere search-positie). Het nadeel: het is heel veel werk. Kwantiteit verliest het van kwaliteit, wat betekent dat methoden om zonder al te veel werk aan grote hoeveelheden content te komen, zoals aggregatie, uw searchranking steeds minder goed zullen doen. Ook wordt het steeds belangrijker om uw ‘bounce-rate’ te verlagen, want engagement weegt steeds zwaarder in de zoekresultaten en een hoge bounce-rate duidt op bezoekers die niet op uw pagina vonden waar ze naar zochten.
Bron: BuzzFeed Social Intelligence Report
Lees meer
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
PAGINA 3/4
Artikelen
Top 100
Social media kunt u er niet langer zomaar bij doen, maar dient niet alleen technisch, maar ook inhoudelijk verweven te worden in uw site. De deelbaarheid van artikelen wordt immers steeds belangrijker voor een goede positie in Google. Beeld wint aan relevantie, al was het maar dankzij de voorkeursbehandeling van Facebook ten opzichte van plaatjes. Bovendien blijkt dat Facebook, net als Youtube, steeds meer als zoekmachine wordt gebruikt. Voor sites aangesloten bij het BuzzFeed Network, waaronder Time, The Daily Mail en Funny or Die, geldt zelfs dat verkeer vanuit Facebook inmiddels het verkeer vanuit Google Search overtreft. Het gaat hierbij om content van maximaal 7 dagen oud. Verkeer naar ouder materiaal komt nog altijd vooral via Search tot stand.
Aanpassen
Het is nog de vraag welke invloed dit alles heeft op verschillende typen informatie. Voor amusement en lifestyle is de boodschap helder: ‘adapt or die’. Maar hoe zit het met bijvoorbeeld nieuws of productinformatie? En hoe houden vaktitels zich staande in al het social media geweld? De bekende SEO-technieken spelen zoals gezegd nog altijd een grote rol in de search-algoritmen van Google en zijn concurrenten. Dat is ook nodig, want niet alles wat relevant is, is ook deelbaar. Denk bijvoorbeeld aan informatie om een computerprobleem mee te verhelpen. Dat is nou typisch informatie die iemand snel wil vinden, maar die, eenmaal gevonden, waarschijnlijk niet gedeeld zal worden. Uw Facebookvrienden hebben immers niets aan de oplossing van een probleem dat ze zelf niet hebben. Dit is echter zo specifieke informatie, waar gebruikers ook heel gericht naar zoeken, dat SEO hier bij wijze van spreken vanzelf gaat.
Nieuws
Nieuws is altijd wat lastig geweest wat betreft SEO, simpelweg omdat er zoveel verschillende onderwerpen en steekwoorden op dezelfde site voorbij komen, waardoor autoriteit binnen een niche minder goed mogelijk is. Ook hebben concurrerende sites dezelfde steekwoorden, waardoor Google voorheen moeilijk onderscheid kon maken. Nieuwssites compenseerden deze handicaps met een goed technisch framework dat geoptimaliseerd is voor SEO en met de hogere traffic. Drukbezochte sites werden immers altijd hoger geïndexeerd dan minder druk bezochte sites. Verder konden zaken als dossiervorming op basis van steekwoorden voor versterking van de SEO zorgen. Die effecten nemen af naarmate het semantische web doorontwikkeld. Nieuwssites kunnen dit compenseren met social. Door zelf intensief van social media gebruik te maken, door veel te delen, door het gebruikers makkelijk te maken te delen en door artikelen goed deelbaar te maken. Dit laatste is iets waar de nodige zorgen over bestaan: een serieus niewsitem is wellicht minder deelbaar dan een leuke serie kattenplaatjes. Een opluchting: bij BuzzFeed, de voorlopige winnaar in de semantische publishing-strijd, worden zowel grappen en grollen als serieuze nieuwsitems veelvuldig gedeeld. Wel is het zo dat het internet onder druk van deelbaarheid (maar dit gold ook al voor de bezoekcijfers) nog bipolairder wordt: extreme emoties zoals vrolijkheid, woede, angst en blijdschap winnen het ruimschoots van subtielere emoties zoals somberheid en tevredenheid. Dat veel nieuwsmedia zich tegenwoordig specialiseren in duiding, analyse en opinie boven kale nieuwsvoorziening, komt wat dat betreft goed uit. Delen heeft regelmatig een activistische insteek: onderwerpen die veel mensen begrijpen en waar zij zich kwaad of juist vrolijk om maken, krijgen hierdoor bovenmatige aandacht. AD meet hoe vaak artikelen van de site worden gedeeld.
Lees meer
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
PAGINA 4/4
Artikelen
Top 100
Autoriteit
Vaktitels hebben weinig voordelen van het semantische web, zo lijkt het. Veel vaktitels houden (een deel van) hun content exclusief voor betalende abonnees, wat deelbaarheid teniet doet. Ook zijn de abonnees van vaktitels doorgaans op social media minder actief met het merk bezig dan met niet-vakgebonden titels (zie artikel ‘Hoe doen de papieren toppers het online?’ . LinkedIn lijkt het ideale platform om vakgenoten onder uw merknaam bij elkaar te brengen, en inderdaad kennen veel aan vaktitels gelieerde LinkedIn-groepen veel leden, maar de interactie is bij de meesten hiervan ver te zoeken. Wellicht kan een service als Google+ hier in de loop der tijd verandering in brengen, maar het nadeel is dat er verdomd weinig mensen actief gebruik maken van de dienst. Tot nader order kunnen we vaktitels dit advies meegeven: blog, deel, gebruik Google+ en koester, onderzoek hoe u uw bounce-rate kunt verlagen en stimuleer de contacten met uw doelgroep. Natuurlijk geldt dat hoe unieker uw informatie is, hoe beter de gevestigde SEO-techieken uw vindbaarheid ten goede komen. Uiteindelijk zijn zoekresultaten voor veel vaktitels minder van belang: als u het al een tijdje goed doet, is uw merk een begrip binnen de industrie en is een abonnement een vanzelfsprekendheid. Mond-tot-mond reclame bestaat immers óók nog in de fysieke wereld.
Meer weten? Verlaag uw bounce-rate Een eenvoudige uitleg over hoe Google+ uw positie in de zoekresultaten beïnvloedt en hoe u met Google+ aan de slag gaat
LINK
14 manieren om uw deelbaarheid te vergroten op Facebook
LINK
De meest voorkomende vragen over semantische search beantwoord.
LINK
Hoe search en social engines semantische search gebruiken
LINK
De vertrouwde SEO-technieken die van kracht blijven
LINK
Meet engagement op uw site, verlaag uw bounce-rate
LINK
Creëer een framework voor semantic search met ‘structured data marks (voor webmasters)
LINK
Google’s webmaster central, met alle informatie die uw webmaster nodig heeft om gevonden te worden in Google Search
LINK
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
PAGINA 1/3
Artikelen
Top 100
Wayne Parker Kent: het moderne uitgeven in de praktijk Met titels als Froot.nl en het pas gelanceerde succesnummer Prankster.nl dringt uitgever Wayne Parker Kent in recordtijd door tot de top van het online uitgeven. En nog winstgevend ook! Hoe doen ze dat toch? Mede-oprichter Slaven Mandic vertelt.
Het is een wat aparte geschiedenis: Wayne Parker Kent begon eigenlijk als reclamebureau, maar voor ze het goed en wel doorhadden waren oprichters Slaven Mandic, Niels Hendriks, Sander Mansen en de later toegetreden Tobias de Rooij echte online uitgevers. Mandic: “Wij hadden het idee opgevat een soort online reclamebureau op te richten. Maar niemand wilde ons hebben, want we hadden geen werk om te laten zien. Daarom hebben we toen Froot.nl opgericht: puur om te bewijzen dat we een website kunnen opzetten en er traffic naartoe kunnen leiden.”
Binnen 3 maanden kreeg de site al 200.000 unieke bezoekers per maand. En het plannetje werkte: reclamebureau Wayne Parker Kent kreeg zijn eerste klanten. Volgens Mandic hielp Froot.nl om websites te verkopen. Toch liep het anders, want het eerste automerk dat een advertorial wilde, meldde zich vanzelf. “En daarna weer een ander merk, en daarna weer. We zijn best lang doorgegaan met advertorialverkoop aan merken die Froot heel leuk vonden en zelf naar ons toe kwamen. Inmiddels doen we natuurlijk wel aan actieve acquisitie.” Het balletje rolde zo hard dat uitbreiding voor de hand lag. Het verhaal van Mandic en co blijft dan ook nog even een jongensboek: “We realiseerden ons dat we uitgevers waren geworden en dachten ‘een uitgever heeft een portfolio’. Zo begonnen we met fashion-site NSMBL.nl. Dat was eigenlijk nog succesvoller dan Froot, omdat we ook die site en zijn social media publiek hadden om de nieuwe site aan te jagen.”
Groei
In tegenstelling tot veel uitgeverijen van naam is het begin 2011 gestartte bedrijf groeiend (gemiddeld 8% per maand voor elke titel, red.) én winstgevend. Momenteel werken er 29 mensen bij de uitgever en zijn er 15 freelancers aan de 8 verschillende merken verbonden. Mandic geeft aan dat dit aantal in 2013 zal groeien tot 10 stuks. Daarna is er volgens hem nog ruimte voor 4 of 5 nieuwe titels. Paradepaardje Froot bereikt 800.000 mensen per dag, het nieuwe Prankster.nl kende meteen in de eerste maand al een bereik van 1 miljoen bezoekers. Lees meer
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
Artikelen
Top 100
PAGINA 2/3
Froot.nl krijgt nog altijd veel content aangeleverd door zo’n 600 creatievelingen. De combinatie vaste medewerkers, freelancers en creatievelingen levert zo’n 80 artikelen per dag op, waarvan 9 artikelen op Froot.nl. Een groot gedeelte hiervan bestaat uit op het web gevonden content, naar goed voorbeeld van Buzzfeed.com. Auteursrechten zijn daarbij een erkend probleem. Mandic: “Dit was in het verleden een groter issue bij ons dan nu. Momenteel wordt er zo veel werk ingestuurd, dat de redactie het vaak voor het uitzoeken heeft. Daarnaast hebben de redactieleden contact met honderden creatieven waaraan ze vragen om hun werk te gebruiken. Die creatieven zijn juist blij met een groot platform waar ze een gedeelte van hun werk kunnen laten zien. Soms is het inderdaad zo dat de auteur op het internet niet of moeilijk te achterhalen is, dat blijft een issue.”
Native advertising
Wayne Parker Kent verdient, eveneens naar Buzzfeed-voorbeeld, zijn omzet met name met ‘native advertising’. “Wij geloven heel erg dat je een commerciële boodschap moet integreren met je eigen merk. Zo heeft de lezer geen irritatie, wij zijn blij omdat we er geen lezers mee verliezen en de adverteerder sorteert een groter effect dan met een gewone advertentie.” Native advertising is een buzzword onder uitgevers. O.a. Sanoma-CFO Marc Stubbé is ervan overtuigd dat dit is wat de adverteerder wil, maar geeft ook aan dat het een lastig proces is waarbij de inkomsten nog achterblijven ten opzichte van de kosten en de adverteerders terughoudend zijn. De belofte van native advertising is grotendeels nog onvervuld. Mandic denkt dat dit aan de uitgevers zelf ligt: “Iedereen praat over native advertising, maar niemand doet het echt. De meeste uitgevers hebben het eigenlijk nog steeds over advertorials, maar het is gewoon advertising. Het is terug naar het ‘Mad Men’-reclame maken van vroeger: je hebt een website waar je alles mee zou kunnen, dus heb je alle vrijheid om een commerciële boodschap op een bepaalde manier te vertalen.” Het kostenplaatje, dat herkent Mandic wel. “Je moet online anders omgaan met de kosten. Bijna elke site is een totaal op zichzelf staand medium. Als je het zo bekijkt, betekent dat dat je steeds iets anders moet bedenken voor adverteren op elke site. Wij maken alle advertenties zelf en dat doen ook wij, net als Sanoma, inderdaad wel eens tegen kostprijs, waarbij we verdienen aan de display.” Het beeld dat de adverteerder er nog niet klaar voor zijn is onzin, vindt hij: “Wij hebben nog nooit een terughoudende adverteerder meegemaakt. Als ze dat wel zijn, zijn de aangeboden ideeën misschien niet goed genoeg.”
Native Advertising in de praktijk Illustratief voor het succes dat WPK boekt met native advertising is de HTC One X-campagne. Deze fotowedstrijd, die vier weken lang liep op Froot.nl, werd aangejaagd met 30 fotografiegerelateerde artikelen, een takeover van een week en een gesponsorde header. De uitgebreide business case vindt u hier.
Lees meer
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
PAGINA 3/3
Artikelen
Top 100
Van uitgeven naar uitgaan
Naast native advertising is er de peiler events, die Mandic graag verder wil uitbreiden. Events zijn de drijvende kracht achter Substage, de kleinste site uit het portfolio. Of eigenlijk is het andersom: de site met 50.000 unieke bezoekers per maand dient als het marketingkanaal voor eigen dancefeestjes. “Het nieuwe uitgeven betekent ook dat je niet alleen maar kijkt naar de adverteerders, maar ook andere businessmodellen uitprobeert. De autoriteit en het bereik dat we hebben opgebouwd met Substage zorgen ervoor dat we vrij gemakkelijk 1.000 personen naar een feest kunnen krijgen. Dat zouden we voor een opdrachtgever kunnen doen, maar die marketingkracht kun je ook voor je eigen plannen inzetten.”
Social is key
Hoe komt de uitgever aan zijn bereik? Niet dankzij een uitgekiende SEO-strategie, zoveel is duidelijk. “We zijn heel weinig bezig met Google. Het bereik komt door optimalisering van de zichtbaarheid en de deelbaarheid van een artikel, door bijvoorbeeld veel beeld en weinig tekst te gebruiken en aandacht te besteden aan zaken als fotobijschriften. We hebben het geluk dat we alles bij elkaar een redelijk grote social media aanhang hebben, die ervoor zorgt dat artikelen optimaal gedeeld worden, soms tot wel 40.000 keer!” De focus op social werkt voor de titels van de uitgeverij: 80 procent van het verkeer komt van social media, voor Prankster.nl is dit zelfs 96 procent. De 8 titels hebben bij elkaar opgeteld een miljoen volgers (met enige overlap, red.). De spurt die Prankster.nl maakte in één maand kan dan ook volledig op het conto van de kracht van social worden gezet. Concurrenten Upcoming (TMG) en Wtf (Sanoma) zijn langer bezig, maar hebben vreemd genoeg minder bereik. Volgens Mandic missen traditionele uitgevers de sociale boot: “Waar er begin 2000 een beetje halfslachtig een site werd gemaakt bij een bestaand blad, zetten uitgevers nu vaak een halfslachtig social marketingkanaal op om een site te ondersteunen. Maar social is geen onderdeel van de marketingmix, maar van het platform zelf.”
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
PAGINA 1/3
Artikelen
Top 100
Viral marketing is hard werken: de BuzzFeed formule Hoe zorg je ervoor dat je content deelbaar is en ook daadwerkelijk gedeeld wordt? Jonah Peretti, oprichter van de succesvolle Amerikaanse site BuzzFeed, claimt de virale formule te hebben ontdekt.
BuzzFeed
‘The hottest and most social content to the web’, zo luidt de slogan van het in 2006 opgerichte Amerikaanse bedrijf. Zijn propositie wordt als volgt omschreven: ‘BuzzFeed is a website that combines a technology platform for detecting viral content with an editorial selection process to provide a snapshot of the viral web realtime’. De site staat bekend om zijn creatieve gif-animaties, fotoreeksen en poezenfilmpjes, maar brengt ook serieus nieuws. Eind 2012 werd een aantal journalistieke zwaargewichten ingehuurd om dit laatste onderdeel meer kracht bij te zetten. Inmiddels wordt de community ingezet om op competitieve wijze het creatieve bloed te laten stromen in een eigen vertical, wat het aantal hilarische poezenplaatjes tot grote hoogten laat stijgen. De kracht van de site zit hem in de zware inzet op social.
Niet alleen kunnen bezoekers badges uitdelen om content te categoriseren en te beoordelen, de site is zodanig open dat het voor de makers eigenlijk niet uitmaakt of mensen de content op BuzzFeed zelf bekijken en ermee interacteren, of op externe social media. Wie de content van BuzzFeed via bijvoorbeeld Facebook bekijkt, ziet uiteraard geen banners en dergelijke. Dat is dan ook niet waar BuzzFeed het van moet hebben. Native advertising is het devies. De propositie van het bedrijf is als volgt: “We know how to make things go viral, and we can help you make your content go viral, too.” BuzzFeed verkoopt geen advertenties op basis van zijn traffic, maar ziet de eigen traffic als zijn eigen advertentie: een demonstratie van wat het bedrijf kan doen voor een merk dat wil betalen om eigen artikelen op BuzzFeed.com te publiceren.”
Lees meer
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
Artikelen
Top 100
PAGINA 2 /3
Video’s viraal maken We kennen allemaal wel voorbeelden van video’s die ‘viral’ gingen. Binnen korte tijd verspreidt een video zich via social media, blogs en websites onder miljoenen kijkers, waarvan er een aantal creatief met het beeldmateriaal aan de slag gaan en de viral video nóg meer bekendheid geven. Het is de natte droom van iedere merkhouder. Vaak wordt gedacht dat viraal succes een kwestie van geluk is. Een video moet maar toevallig worden opgepikt door de juiste mensen. U kunt uw geluk echter grotendeels afdwingen. Het is een kwestie van hard werken. Uitgevers die enig succes willen hebben met online video lezen het overzichtelijke artikel ‘De weg naar een viral video’ dat zich vooral concentreert op de eigenschappen waar de video aan moet voldoen. Daarnaast is er deze inspirerende
blogpost door Karen Cheng, beter bekend als het meisje dat in een jaar leerde dansen. Zij schrijft over hoe ze haar
trots inslikte en een serieuze marketingcampagne aan haar video koppelde, met viraal succes als resultaat.
De BuzzFeed-formule
De belofte ‘wij weten hoe we dingen viraal kunnen laten gaan’ is duidelijk een andere dan ‘wij maken dingen die mensen leuk vinden en daardoor een grote kans hebben viraal te gaan’: Peretti claimt een algoritme te hebben gevonden waarmee viraliteit kan worden verzekerd, mits de content natuurlijk aansprekend genoeg is. Dit algoritme kent de volgende formule:
R = βz
R verwijst naar de hoeveelheid traffic die een item krijgt, z is het aantal mensen dat het item ziet, en β is de kans op verspreiding. Een item zal dus viraal gaan, afhankelijk van het aantal plaatsen waar het item te zien is en hoe waarschijnlijk het is dat men het item zal delen. De β in deze formule, de kans op verspreiding ofwel deelbaarheid van een item, is hier nogal een subjectief geval. Hoewel er voorwaarden zijn voor deelbaarheid, zoals het aanspreken van basisemoties, actualiteit, beeldgebruik, aansluiting op persoonlijke waarden en de ‘reputatiefactor’ (sluit een item aan op het, eventueel activistische of professionele online profiel van de lezer, zodat het zijn reputatie ten goede komt om het te delen, red.), zijn er zo veel uitzonderingen te bedenken dat het onmogelijk lijkt om tot zekere berekeningen te komen. Ook bij BuzzFeed is dit het geval, al monitort het bedrijf zijn posts scherp en trekt het onverbiddelijke conclusies als een post niet deelbaar genoeg blijkt: zo’n item wordt weggedrukt ten faveure van kansrijkere posts.
Advertenties kopen
De z in de formule is interessanter: deze heeft een uitgever deels zelf in de hand. Niet alleen kan een uitgever de eigen podia inzetten om de z te vergroten, ook kunnen medewerkers hun eigen social media accounts hiervoor inzetten en kunnen uitgevers meeliften op elkaars succes. Denk aan het vliegwieleffect dat een linkje op Geenstijl betekent voor kleinere uitgeefmerken.
BuzzFeed doet niet geheimzinnig over hoe het bedrijf zijn z zo groot mogelijk krijgt en besteedt veel aandacht en onderzoek aan verdere vergroting hiervan. Het mooie is: de belangrijkste z-vergroters kunt u gewoon imiteren. Zo koopt BuzzFeed regelmatig advertentieruimte op Facebook in, zodat gesponsorde artikelen bij duizenden Facebookgebruikers in de tijdlijn verschijnen (boost your post). Ook spelen de medewerkers van het bedrijf een grote rol. Philip Bump, redacteur van The Atlantic Wire, onderzocht de top 200 actieve gebruikers op BuzzFeed, dus degenen Lees meer
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
PAGINA 3/3
Artikelen
Top 100
die bijdragen leveren aan de site. Daarvan blijkt 52 procent te bestaan uit medewerkers van BuzzFeed, 29,6 procent zijn gewone gebruikers en 18,1 procent bestaat uit bedrijven die met adverteerders samenwerken; het is niet duidelijk of deze bedrijven al dan niet met BuzzFeed samenwerken. De meeste traffic, 88 procent, komt van posts die door de BuzzFeed-medewerkers zijn gemaakt. Bump laat zien dat 59 gewone gebruikers 4,2 miljoen views in een week genereerden, terwijl 36 bedrijven 2,8 miljoen views in diezelfde week genereerden.
Bron: The Atlantic Wire
Zoals te zien in bovenstaande tabel genereren de bedrijven dus een hoger aantal views. Waarschijnlijk heeft dit te maken met het inkopen van extra ‘z’ via Facebook. U ziet, het is allemaal geen hogere wiskunde. Volgens Bump is het enige echte verschil tussen BuzzFeed en andere mediabedrijven, naast de vrolijke, bijna kinderlijke aanpak van entertainment, het onwrikbare geloof dat BuzzFeed de geheime formule kent om items te laten exploderen op het web. “One must have faith. For BuzzFeed to convince corporations that they have the secret to broad online appeal, the company can’t abide by infidels.”
Lees ook De beroemde mail naar medewerkers en stakeholders van BuzzFeed door Jonah Peretti, waarin hij de BuzzFeed strategie uitlegt en tegelijkertijd de nodige inspiratie naar buiten brengt: BuzzFeed: “Het nieuwe uitgeven is social” Lessons from BuzzFeed: Waarom is BuzzFeed zo’n succes? Laat u niet van de wijs brengen door de kattenplaatjes, elke uitgever kan wat leren van het gehypte bedrijf:
LINK
LINK
LINK
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
PAGINA 1/2
Artikelen
Top 100
Plaats genoeg voor ThePostOnline Met The Post Online tillen Bert Brussen en Mark Koster de uit de hand gelopen grap Dejaap.nl naar een professioneel niveau. De site wint gestaag aan invloed. Een gesprek met mede-oprichter Brussen. Brussen begon in 2009 met Dejaap.nl, als reactie op joop.nl, de opiniesite van de VARA. Hiermee wilde hij aantonen dat het opzetten van een site ook prima zonder belasting-/ledengeld kon. Binnen een paar dagen was de site live dankzij een team vrijwilligers uit zijn (sociale) netwerk. Met enig succes: 30.000 unieke bezoekers per maand, niet slecht voor een weblog waar geen cent in is geïnvesteerd. Het weblog kenmerkte zich behalve door Brussens eigen karakteristieke inbreng als een platform waarop iedereen welkom was om zijn mening te uiten. Dat idee vormt nog steeds de basis van ThePostOnline, de nieuwssite die Dejaap.nl opvolgt. Het motto luidt dan ook ‘voorbij het eigen gelijk’. Dankzij een investering en de toetreding van Koster (oprichter CampusTV, exhoofdredacteur Nieuwe Revu) kon er een professionalisering worden doorgevoerd. Er werken nu 6 mensen voor de site, aangevuld met social media. CampusTV blijft bedrijfsfilms en commercials maken, studentensite Campus Online is in het format opgenomen. De teller staat inmiddels op 266.000 unieke bezoekers per maand.
‘Voorbij het eigen gelijk’ is een mooi streven, maar welk publiek hebben jullie hiermee voor ogen? Brussen: “Dat is echt een vraag waar marketeers antwoord op willen. Wij onderscheiden ons met de toon en de inhoud. Dat levert een breed geïnteresseerd publiek op, wat lastig te marketen valt. Maar tegelijkertijd kun je stellen dat onze lezers breder geïnteresseerde hoogopgeleide Nederlanders zijn. Bedrijfskundig gezien is ThePostOnline nog echt een startup, dus dit is een punt waar we nog wel mensen op zullen zetten.” Het web staat vol met meningen. Waarom is er gekozen voor een opiniërende nieuwssite? Brussen: “Opinie werkt gewoon heel goed op internet, ook al is er een miljardvoud van. Het leeft breed, stimuleert om mee te schrijven en het trekt veel bezoek. Er is dus genoeg plek voor ons om daar een deel van te claimen.” Bij opinie van diverse inzenders ligt het gevaar van onjuiste feiten op de loer. Hoe wordt dit geregeld? Brussen: “Opinie is opinie. Qua snel nieuws plaatsen we ook wel eens berichten van het ANP, dan gaan we er van uit dat die kloppen. Daar gaan we in principe ook van uit wanneer iemand iets inzendt. Soms, bijvoorbeeld bij persoonlijke aanvallen, kijken we er wel extra goed naar. Natuurlijk weten de samenzweringstheoretici ons ook te vinden. Dat soort stukken zullen we niet zomaar plaatsen. Daar moeten bewijsdocumenten bij geleverd worden. Citaten in opiniestukken vormen vanzelfsprekend een risico, maar we vertrouwen er wel op. Vaak kennen we de mensen die wat bijdragen wel.”
Hoe kom je aan al die vrijwilligers en hoe houd je ze vast? Brussen: “Soms vragen we mensen, de meeste melden zichzelf aan. Maar vasthouden lukt niet altijd. De beloning voor hun inspanningen is het podium dat je ze ter beschikking stelt om hun punt op te maken. Dat kan goud
Lees meer
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
PAGINA 2/2
Artikelen
Top 100
waard zijn, maar het is wel een werk van lange adem. We geven begeleiding en af en toe een borrel, verder is er geen strategisch vrijwilligersbeleid.” Jij en je redactieleden zijn allemaal bekenden op Twitter en Facebook. Komt de groei van ThePostOnline uit die kanalen? Brussen: “Ja, naast natuurlijke groei komt ongeveer de helft van het verkeer vanuit social media.” Jullie hanteren verschillende verdienmodellen. Wat werkt het beste? Brussen: “Advertenties zijn de grootste inkomstenbron. Ons mediabureau verkoopt steeds minder banners, maar adverteerders zijn wel geïnteresseerd in andere vormen van adverteren. Althans, het is ook weer niet zo dat men in de rij staat om te experimenteren, maar tegelijkertijd is men niet tevreden meer met het oude advertentiemodel.” Wat vinden adverteerders dan wel interessant? Brussen: “Native advertising doet het bij ons niet zo goed, bedrijven plaatsen dan liever een eigen opiniestuk tegen betaling op onze site. Adverteerders hebben er ook oren naar om dingen samen met ons te organiseren. Het gaat dan meer om impact dan om bezoekersaantallen.” En al die andere verdienmodellen? Lopen die een beetje? Brussen: “Campus TV gaat goed. Het schrijven in opdracht, gecombineerd met plaatsing op ThePostOnline, is beperkt en het gaat om kleine bedragen. Betaalmodellen voor bepaalde content zie ik wel zitten. Maar lezers zijn gewend dat ze dit gratis krijgen, dus daar zouden we wel echt iets nieuws voor moeten bedenken.” Komt er nog een ThePostOnline app? Brussen: “Daar zijn geen directe plannen voor. Voor Adfactor, ons mediabureau, hoeft het niet. Er valt zo weinig op te verkopen, dat het niet de moeite waard is. Bovendien is onze site ‘responsive’, dus in dat opzicht is een app helemaal niet nodig.” Het werken met vrijwilligers, de veelvoud aan verdienmodellen, samensmeltingen met andere platforms... Is dit het uitgeven van de toekomst? “Je verdient niet genoeg met internet om je personeelskosten af te strepen. Om als nieuwssite te kunnen overleven moet je de kosten laag houden. Het voordeel is wel dat die lage kosten ook nieuwe verdienmodellen ontsluiten, die voor een grote krantenredactie niet rendabel zijn.”
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
PAGINA 1/2
Artikelen
Top 100
Hoe doen de papieren toppers het online? Dat de online wereld niet per sé dezelfde helden kent als de offline wereld, is bekend. Maar: kunnen de offline toppers inmiddels een beetje meekomen online? Welke van oudsher papieren titels scoren net zo goed online als op papier? Om hier achter te komen nam Mediafacts de online prestaties van de kranten onder de loep, en van de 10 hoogste noteringen in de Publieksbladen Top 100 Vakbladen 2012 en de Top 100 Publieksbladen 2012. Gekeken is naar de Alexa-ranking in eigen land en naar de status van de social media-activiteiten van de verschillende titels. Daarbij is gekeken naar de Klout-score van titels, die de engagementwaarde van Twitter-accounts meet, en naar de Engagement Ratio-berekening (IPM+) door Fanrise. Meer uitleg over deze berekening vindt u op de site van de Facebook Analytics dienstverlener. Voor overige social mediakanalen is gekeken naar het aantal abonnees/volgers. In het geval van Youtube zegt dit niet bijzonder veel, aangezien de meeste merken Youtubevideo’s gebuiken in hun eigen website en op sociale mediakanalen, waardoor fans geen noodzaak hebben om zich op het Youtubekanaal te abonneren. De peildatum van alle hier gebruikte cijfers is 8 augustus 2013.
Vakbladen Top 10 vakbladen (2012) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Titel Boerderij Intermediair Cobouw Misset Horeca Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde Distrifood Vakstudie Nieuws Boerderij Vandaag Vraag & Aanbod Medisch Contact
Alexa-ranking 7215 359 9212 2507 13819 9342
18287 2843 (artsennet)
Facebook fans 1597 9728 345 3617 828 27 nvt nvt 85 2393
Facebook engagement (IPM) n.a. 0,74 0 3,845 0 n.a. nvt nvt 0 n.a.
LinkedIn 0 6722 24713 11048 2025 0 nvt nvt 2053
Twitter 4404 12758 13409 12351 9214 3642 nvt 3418 1415 10975
Youtube
166
nvt 23
Klout-score 51 60 59 58 56 52 48 43 59
Logischerwijs is Intermediair het enige vakblad uit de top 10 dat tot de Alexa 500 behoort. Vanwege de kleinere doelgroepen is het bereik bij de rest vanzelfsprekend kleiner. Vakstudie Nieuws heeft zelfs geen eigen website en is ook niet via social media te vinden. Voor de overige titels zijn Twitter en LinkedIn duidelijk de populairste social media kanalen. Facebook blijkt niet ideaal voor de verspreiding van vakinformatie. Hierbij moet worden opgemerkt dat de hier aanwezige merken nog maar relatief kort op Facebook actief zijn. Het valt over de gehele linie op dat uitgevers van vakinformatie pas recent op de social media bandwagon zijn gesprongen. Dit gegeven verklaart enerzijds de relatief lage cijfers, anderzijds zien we bijvoorbeeld aan de Fanrisecijfers dat er sprake is van sterke groei op Facebook. De vraag is of deze groei zal leiden tot een hoge, dus waardevolle, IPM.
Publieksbladen Top 10 Publiekstijdschriften (2012) Titel 1 Libelle 2 Veronica Magazine 3 Margriet 4 Elsevier 5 Donald Duck 6 Voetbal international 7 Troskompas 8 Linda 9 Plus 10 Prive
Alexa-ranking Facebook fans Facebook engagement Hyves 2908 46075 9,32 3916 25795 2,7 1581 46288 11,97 167 3803 1,87 88612 25102 n.a. 111339 64 44657 13,31 23586 5706 19,33 1483 43159 2,03 2308 3447 n.a. 1128 0
Twitter Klout-score Youtube Pinterest Google+ Instagram 15857 59 524 3668 51 144 53 28 8193 56 447 28 21 22625 89 168776 64 156563 86 20982 1362 2975
62 46 51
607
1316
4549
Opvallend is dat de publiekstijdschriften, met uitzondering van Voetbal International en Elsevier, het extreem slecht doen in de Alexa-index. Op de redactie van Margriet kan Lees meer
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
PAGINA 2/2
Artikelen
Top 100
de vlag uit: Margriet verslaat interne concurrent Libelle op Facebook én in de Alexa-ranking. Libelle doet het dan weer stukken beter op Twitter. De damesbladen scoren aardig qua engagement, maar verrassend genoeg torenen mannentitels Elsevier en VI er hoog bovenuit, zowel op Facebook als op Twitter. Tot slot laat Linda. zien dat slim beeldgebruik een redelijk aanvullend bereik op Pinterest en Instagram kan opleveren.
De kranten Kranten België (Nederlandstalig) Titel De Morgen Gazet van Antwerpen Het Nieuwsblad De Standaard Het Belang van limburg De Tijd Het Laatste Nieuws
Alexa-index (eigen land) facebook fans 80 59306 144 26848 11 211350 25 110529 208 39244 63 4196 13 266895
facebook engagement IPM 1,72 3 0,99 0,78 1,81 n.a. 1,46
Twitter 10680 11265 19495 80945 7036 20553 6363
Google+ 972
446 1497
Kloutscore 58 60 56 67 51 65 62
Kranten Nederland Titel Telegraaf
Alexa-index (eigen land) 10
facebook fans 46346
facebook engagement IPM 15,23
Twitter 123905
Google+
AD Volkskrant NRC nrc.next
17 40 74 nvt
90555 33012 33679 nvt
1,73 1,85 2,31 nvt
22853 116000 87472 9797
65 86 72 57
parool
176
11295
2,19
14645
64
FD Trouw
308 198
2204 1676
0,86 2,72
36790 4989
64 57
515
Kloutscore 72
Wat betreft bereik doen kranten het, met name in België, heel goed online, getuige de scores bij Alexa. Een opvallend verschil is dat de Vlaamse kranten het veel beter doen op Facebook dan hun Nederlandse tegenhangers, terwijl de Nederlandse kranten zich weer veel sterker op Twitter manifesteren, zowel wat betreft absolute volgersaantallen als engagement (Klout-score). Ook blijkt Google+ bij de zuiderburen meer te zijn doorgedrongen dan in Nederland, al zijn ook hier de scores niet om over naar huis te schrijven.
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
PAGINA 1/2
Artikelen
Top 100
Big on the Web Top 100 2013 Positie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100
titel
land
Nu.nl telegraaf.nl blogspot.nl ad.nl NOS.nl msn.com Hyves.nl nieuwsblad.be het laatste nieuws hln.be Geenstijl.nl Dumpert.nl Tweakers.net volkskrant.nl Voetbalzone.nl fok.nl vi.nl Powned.tv standaard.be uitzendinggemist.nl anwb.nl tvgids.nl rtl.nl nrc.nl kieskeurig.nl publiekeomroep.nl nujij.nl nusport.nl tmgonlinemedia.nl speurders.nl deredactie.be encyclo.nl infonu.nl onlinesoccermanager.nl rtlnieuws.nl tijd.be demorgen.be zoover.nl vinden.nl glamora.ma elsevier.com emerce.nl goeievraag.nl dvhn.nl (dagblad vh Noorden_ mijnwoordenboek.nl autoweek.nl dichtbij.nl knack frankwatching.com parool.nl wtf.nl daskapital.nl zie.nl viva.nl vergelijk.nl gazet v antwerpen gva.be vkmag.com nederland.fm nutech.nl voetbalprimeur.nl vara.nl fd.nl trouw.nl marketingfacts.nl autotrack.nl zeelandnet.nl partyflock.nl consumentenbond.nl at5.nl clint.be marokko.nl tripadvisor.nl moviestarplanet.nl voetbalkrant.com synoniemen.net plazilla.com intermediair.nl girlscene.nl het belang van limburg hbvl.be froot.nl vroom.be blog.nl voetbalnieuws.be dagelijksestandaard.nl omroepbrabant.nl ign ajaxshowtime.com hardware.info IEX.nl gelderlander.nl 3fm.nl moviemeter.nl iphoneclub.nl nuzakelijk.nl bokt.nl skoften.net fcupdate.nl quotenet.nl spitsnieuws.nl inmemoriam.be z24.nl
NL NL NL NL NL NL NL BE BE NL NL NL NL NL NL NL NL BE NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL BE NL NL NL NL BE BE NL NL NL NL NL NL NL NL NL BE NL NL NL NL NL NL NL BE NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL BE NL NL NL BE NL NL NL NL BE NL BE NL BE NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL BE NL
alexa-ranking eigen land
Alexa-ranking buurland
Alexa-ranking internationaal
11 12 16 19 26 27 35 38 39 46 47 48 51 58 59 64 67 70 71 72 79 80 89 90 93 95 101 108 110 123 129 130 141 143 147 150 153 155 157 163 166 169 177 178 187 199 207 214 218 223 226 235 238 239 240 242 247 248 249 252 265 269 277 279 282 283 284 291 306 308 309 314 327 327 329 334 335 349 357 364 369 370 377 378 379 385 388 395 396 398 403 406 408 412 413 428 435 437 443 443
900 543
946 1024 1677 2680 3119
1689 1598 18 2349 487 522 4130 7066 730 1884 2383 1853 2083 1040 4073 4161 4559 1104 6823 1721
3007 8180 2495 650 745 954 6501 4881 1408 4370 16478
8350 2312 13667 512 1855 1497 6171 13890
3275 4576 2382 8508
9739 6624 6082 6392 6901 16198 12013 9081 9880 3775 1319 429 1195 2004 21628 1542 8784 7493 9838 5783 3315 19283
3746 1898
4040 3329 4823 3348 25229
4285 5788 5100 5280 5425 4673 5093 7552 5848 7028 6929 7683 8389 10199 10354 6231 8862 10847 8105 8826 11366 9385 13339 14864 12089 12619 16926 42833 20066 19126 17657 20542 17114 3772 16192 15703 15817 11838 17760 20983 21546 20434 21985 20089 28282 17155 26593 22800 24297 18108 22987 31615 34654 18725 28390 22931 26928 28728 25126 27894 31742 28025 32415 31851 24881 33027 73874 27187 30508 31126 32470 47026 32507 42170 32752 57297 35166 38758 350 43475 20799 29397 40597 38620 34198 32923 40220 42692 25103 52006 41204 36954 87202 40355
Lees meer
Big on the Web 2013 Hoe social het online uitgeven opnieuw op zijn kop zet Case Study augustus 2013
Voorwoord
PAGINA 2/2
Artikelen
Top 100
Verantwoording:
De Big on the Web Top 100 2013 is gebaseerd op de nationale Top 500 (Nederland en België) van Alexa van juli 2013. Gekeken is naar de positie in eigen land, ten faveure van de wereldwijde positie. Enerzijds om vertekening te voorkomen (de gamessite IGN zou op nummer 1 in deze Top 100 terecht komen als we keken naar de internationale score, terwijl de Benelux-editie in de onderste regionen van de lijst terecht komt), anderzijds om de Vlaamse sites, die een kleiner afzetgebied kennen, niet uit de lijst te drukken.
Selectie
Mediafacts heeft gekeken naar alle Nederlandstalige sites waarop originele, Nederlandstalige content wordt gepubliceerd. Het gaat wel om uitgeefproducten, dus webwinkels met eigen verkoopondersteunende content zijn niet meegenomen. Ook zijn spelverzamelsites, die het overigens goed doen, uit de selectie gehaald, evenals pornografische sites; ook nog altijd populair. Een twijfelgeval vormen de weersverwachtingen. Deze populaire sites, overigens populairder in Nederland dan in België, bevatten weliswaar originele content en sluiten bovendien aan op de actualiteit, maar uiteindelijk is besloten om de sites uit de selectie te verwijderen omdat ze moeilijk te vergelijken zijn met de sites die we onder uitgeefproducten scharen. Door de meetmethode van Alexa kunnen populaire sites in de Top 100 worden weergegeven onder een overkoepelende url. Dit ligt aan de instellingen van de Alexa Toolbar door de uitgeverij in kwestie.
Alexa
Op de Alexa-ranking valt wel het een en ander aan te merken. Zo wordt de ranking vaak bekritiseerd omdat hij niet compleet is en makkelijk te manipuleren valt. Sites die de Alexa Toolbar hebben geïnstalleerd sturen automatisch meer informatie naar het bedrijf en komen zo hoger in de ranking terecht. Dit geldt echter net zo goed voor de paar alternatieven. De Alexa-ranking wordt over het algemeen gezien als een gemankeerd, maar representatief middel om de populariteit van een site aan te duiden.
Wat opviel
Enkele zaken vielen op bij het samenstellen van deze Top 100. Zo blijken sites die in Nederland populair zijn, zeker niet automatisch populair in België en andersom. De culturele verschillen zijn blijkbaar erg groot. Ook viel de multiculturele samenleving duidelijk terug te zien in de Alexa-ranking: enkele grote Poolse, Turkse en Chinese sites scoorden relatief hoog. Opvallend is de populariteit van de sites rondom Geenstijl. Zowel die site (12) als de hieraan gelieerde sites Dumpert.nl (13), Powned.tv (20), glamora.ma (45) en het nieuwe daskapital (59) komen we tegen in onze Top 100. Naast nieuws is voetbal een populair onderwerp. Er blijkt ruimte voor diverse voetbalsites in de Top 100. Hetzelfde geldt voor auto’s.