Geachte lezer van de wetenschapsagenda,
Vanaf 1 februari is de nieuwe huisstijl van de TU Delft een feit. Ook de inhoud van wetenschapsagenda is vormgegeven volgens deze nieuwe huisstijl. De vormgeving van de omslag volgt later. Afgesproken is eerst de oude voorraden op te maken. In de wetenschapsagenda vindt u na elke promotie, onder het kopje ‘voor verder lezen’, een selectie aan titels die in het bezit zijn van de Bibliotheek TU Delft. Als u lid bent van de Bibliotheek ontvangt u een gratis bibliotheekpasje waarmee u te allen tijde boeken en andere informatiedragers direct kunt lenen. Zij die in de buurt van de Bibliotheek TU Delft wonen kunnen aangevraagde documenten (mits uit eigen collectie leverbaar) binnen dertig minuten ophalen bij de inname- en uitgiftebalie van de Bibliotheek TU Delft. Mensen die daar niet toe in de gelegenheid zijn kunnen de gevraagde documenten ook laten opsturen. Heeft u een klantnummer, dan kunt u met uw klantnummer tegen geringe kosten artikelen aanvragen uit de tijdschriftencollectie. Deze worden voor u gekopieerd en aan u opgestuurd. Op de website van de Bibliotheek leest u hoe u lid kunt worden en boeken kunt lenen, en wat de kosten daarvan zijn: www.library.tudelft.nl/ned/ Verder vindt u ook een lijst met recente publicaties van de Delft University Press worden afgedrukt in de agenda. Op de laatste pagina van de agenda vindt u de verschillende publicaties en hoe u deze kunt bestellen. Het is mogelijk om éénmaal per maand via e-mail geattendeerd te worden op een bijgewerkte Wetenschapsagenda van de TU Delft op de website van de TU Delft. U vindt deze agenda op: www.agenda.tudelft.nl Graag maken wij u erop attent dat de elektronische versie een aantal dagen eerder beschikbaar is dan de papieren variant. Bovendien zijn in de digitale Wetenschapsagenda links opgenomen naar andere relevante sites op het Internet. Bijvoorbeeld die naar de Bibliotheek van de TU Delft. Wilt u in het vervolg via e-mail op de hoogte worden gehouden van de update van de Wetenschapsagenda van de TU Delft, dan kunt u uw e-mail-adres sturen naar:
[email protected]. Wilt u zo vriendelijk zijn uw adresgegevens mee te sturen, dan kunnen we u uit het postbestand voor de papieren versie van de Wetenschapsagenda verwijderen. Voor meer informatie over deze service kunt u terecht bij ondergetekende, Vriendelijke groet,
Maarten van der Sanden wetenschapsvoorlichter TU Delft tel.: (015) 2785454 e-mail:
[email protected]
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003
1
Alle intreeredes worden gehouden in de Aula van de TU Delft, Mekelweg 5, Delft
Intreeredes Vliegtuigbouw 5 maart 2003 | 16.00 uur Prof.dr.ir. M. van Tooren | Faculteit Luchtvaarten Ruimtevaarttechniek.
Sustainable knowledge growth. Net als andere complexe systemen zijn de huidige grote civiele transportvliegtuigen het resultaat van een lange reeks functionele segregaties en integraties en de gestaag groeiende vraag naar meer, in dit geval naar meer transportcapaciteit per vliegtuig. Deze ontwikkeling toont enige gelijkenis met de evolutie: na het realiseren van de eerste bemande vlucht ontstond een grote variëteit aan oplossingen en vormgeving voor vliegtuigen voor personentransport. Van al die varianten hebben er maar enkele de navolgende evolutie overleefd. Voor zover het grote civiele transportvliegtuigen betreft, is eigenlijk alleen het nu als conventioneel aangeduide ontwerp: de buisvormige romp, ook wel beschuitbus genoemd, met slanke vleugel en achterop geplaatste horizontale en verticale staartvlakken overgebleven. Ontwikkelingen van grote transportvliegtuigen vinden op dit moment dan ook vooral in en onder de huid plaats maar hebben geen invloed op het concept van het vliegtuig. Grote veranderingen kunnen slechts plaatsvinden als we teruggaan op het pad der evolutie en middels hernieuwde functionele segregatie/integratie en, met inachtneming van alle nieuw ontwikkelingen zowel op vliegtuigtechnologisch vlak als op maatschappelijk vlak, een andere tak in de boom der evolutie gaan volgen. Om de risico’s en kosten van een dergelijke nieuwe ontwikkeling te kunnen beheersen is er eerst echter een grote voorbereidende stap nodig. Deze stap bestaat uit het begrijpen en herbruikbaar maken van de kennis achter de beschikbare oplossingen voor de te segregeren en te integreren functies. De huidige stand van de kunstmatige intelligentie is zodanig dat op beperkte schaal, vooral op het terrein van het detailontwerpen, met zogeten Knowledge Based Engineering bijzonder veelbelovende resultaten zijn geboekt voor eenvoudige producten. De Leerstoel Systeem Integratie Luchtvaart heeft zich als belangrijkste doel gesteld Knowledge Based Engineering principes als basis voor het
2
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003
hergebruiken en uitbreiden van kennis in de conceptuele ontwerpfase beschikbaar te maken. In deze fase worden de beslissingen genomen die voor het overgrote deel de kosten van de totale levenscyclus van een vliegtuig bepalen. Hoewel op papier de introductie van de zogeten ‘concurrent engineering’-werkwijze hierbij ondersteuning levert, blijkt in de praktijk de conceptuele ontwerpfase weinig toegankelijk voor deze concurrent engineering principes. Het is de visie van de leerstoel dat het creëren van exibele, eenvoudig uitbreidbare parametrische modellen voor complexe producten essentieel is om een kennisgroei en daarmee een verdere voortgang in de toegepaste technologie te bereiken.
Lichtst 5 maart 2003 | 16.00 uur Prof.ir. A. Beukers | Faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek.
Licht, lichter, lichtst. ‘Lichtheid als gedachte goed’ Wat ‘miniaturisatie’ betekent voor alles wat gedragen wordt, betekent ‘dematerialisatie’ voor alles wat draagt, met name als de zwaartekracht een dominante parameter wordt. Grotere prestaties per eenheid gewicht zijn niet alleen van belang voor transportmiddelen maar ook voor mega-constructies waar het eigen gewicht een dominante rol speelt. Het verbeteren van de prestaties (nuttige belasting en bereik) is niet alleen een kwestie van constructieve vormgeving, maar wordt ook steeds meer bepaald door de keuze en vormgeving van de geselecteerde materialen. Naast de keuze van materialen en materiaalvormen, bijvoorbeeld op basis van mechanische eigenschappen per eenheid van massa, wordt de integratie ofwel segregatie van ‘elementen en functies’ een steeds belangrijkere strategie om met een minimum aan materiaal en energie ons doel te bereiken en concurrerend te blijven. Wat dat kan betekenen voor de verschijningsvorm van toekomstige (lucht-) transportmiddelen en de daarvoor noodzakelijke materialen en constructies is het thema van de inaugurele rede in verband met de aanvaarding van het ambt van Antoni van Leeuwenhoek Hoogleraar en de aanvaarding van het houderschap van de leerstoel voor ‘Design and Manufacturing of Composite Materials and Structures’ verbonden aan de Faculteit der Luchtvaart en Ruimtevaarttechniek.
Recept 28 maart 2003 | 16.00 uur Prof.dr. B.J. Thijsse | Faculteit der Technische Natuurwetenschappen.
R De wetenschap van materialen heeft zich geleidelijk aan een eigen plaats weten te verwerven te midden van de klassieke disciplines natuurkunde, scheikunde en biologie. Modern materiaalonderzoek richt zich op het begrijpen en kunnen manipuleren van de structuur en de eigenschappen van materialen. Met het steeds kleiner en ingewikkelder worden van materiaaltoepassingen spelen oppervlakken en grensvlakken een toenemende rol. Naast experimenteel onderzoek levert computeronderzoek hoe langer hoe meer nieuwe inzichten in de complexe processen die zich in materialen afspelen. In de rede zal ik de start van een “Virtual Materials Laboratory” aankondigen en laten zien wat er met een dergelijke aanpak bereikt kan worden. De titel van de rede symboliseert de ultieme eenvoud en verwijst naar de fundamentele bouwsteen van elk materiaal: het atoom. Het is op de schaal van atomen dat een materiaal zijn eigenschappen krijgt. De letter R staat ook voor “recept”. Met enkele medicinale suggesties voor de revitalisering van de TU Delft zal de voordracht besloten worden.
Verbazing 28 maart 2003 | 16.00 uur Prof.dr. Yu. V. Nazarov | Faculteit der Technische Natuurwetenschappen.
Laten we theorie doen. De intreerede van Nazarov gaat niet zo zeer over zijn vakgebied van theoretische fysica, in het bijzonder de nanofysica. Hij gaat vooral in op zijn ervaringen. De vreemde, eenzame en zigzaggende weg die van zijn verre geboorteplaats naar de TU Delft leidde. De weg van Nazarov liep onder het teken van de theorie. Het gevoel van verbazing was en is permanent voor hem. Hij verbaast zich onder meer over het gegeven dat mensen ‘theorie kunnen doen’ en theorie de mensen kan helpen. De Delftse hoogleraar gaat in op een verklaring voor deze verbazing, die soms galbitter maar ook honingzoet is. Verder gaat hij in op de vraag welke indruk het Nederlandse universitaire systeem op een vreemdeling maakt.
Promoties Stroming 3 maart 2003 | 10.30 uur hr. K.M. Stawiarski | Magister Inzynier Stanislawa Staszica U, Polen. promotor | Prof.dr. K. Hanjalić (fac TNW)
Multiple-scale closures for non-equilibrium turbulent ows. Complexe turbulente stromingen worden gekarakteriseerd door een breed spectrum van wervelafmetingen en werveltijdschalen. Een spectrale nietevenwichtssituatie, ofwel een onbalans tussen productie, spectraal transport, en dissipatieve processen, heeft een sterke invloed op alle stromingseigenschappen; er is dus behoefte aan modellen die rekening houden met de dynamiek van de cascadeprocessen. Desondanks houden modellen zelden rekening met deze effecten (met uitzondering van spectrale technieken als EDQNM). In het bijzonder houden de meest gebruikte methoden, de statistische modellerings technieken (RANS of Reynolds Averaged Navier-Stokes), geen rekening met het spectrale karakter van turbulente stromingen. Dit komt door het feit dat dit type modellen gebaseerd is op statistisch gemiddelde grootheden en als zodanig beperkt is tot een enkele, spectraal gemiddelde schaal. De twee-schalen split-spectrum benadering was een eerste poging om RANS modellen te verbeteren. De relatieve eenvoud van deze methode en de structurele overeenkomsten met RANS methoden enerzijds (de twee-schalen technieken behouden de middeling over delen van het energie spectrum), en de mogelijkheid om sommige spectrale effecten in rekening te brengen anderzijds, maakt deze modellen een aantrekkelijk alternatief. De in dit proefschrift gepresenteerde benadering gebruikt methoden, karakteristiek voor spectrale sluitingen (EDQNM), om een twee-schalen sluiting af te leiden in de fysieke ruimte, en lijkt veel op de klassieke twee-schalen split-spectrum modellen. Echter, in tegenstelling tot split-spectrum benaderingen, behoudt het nieuwe model een enkele transportvergelijking voor de turbulente kinetische energie, met twee transportvergelijkingen voor de schaalvariabelen (een van deze variabelen is dissipatie). Een dergelijke formulering verzekert een rechttoe-rechtaan uitbreiding van de bestaande twee-schalen sluitingen naar het Reynolds-stress framework, zonder de noodzaak om de split-stress vergelijkingen verder te modelleren. In dit proefschrift wordt tevens een kritische evaluatie gepresenteerd
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003
3
van de fysische beperkingen (die de model coëfficiënten opleveren) afgeleid voor geselecteerde generieke stromingen. Het ontwikkelde model wordt getest in een verscheidenheid aan homogene en inhomogene stromingen. In het bijzonder wordt de aandacht gericht op stromingen die door hun karakter kunnen worden geclassiceerd als nietevenwichts stromingen: oscillerende stromingen en stromingen onderworpen aan sterke vervorming. Voor verder lezen • Closure strategies for turbulent and transitional ows ed. by B.E. Launder and N.D. Sandham, 2002 • Engineering turbulence modelling and experiments 5 : proceedings of the 5th International Symposium on Engineering Turbulence Modelling and Experiments, Mallorca, Spain, 16-18 September, 2002. Ed. by W. Rodi and N. Fueyo • Turbulent flow analysis, measurement, and prediction by Peter S. Bernard and James M. Wallace, 2002 • Turbulent ows fundamentals, experiments and modeling ed. by G. Biswas and V. Eswaran, 2002
Virtuele fobietherapie 3 maart 2003 | 13.30 uur hr. M.J. Schuemie | doctorandus in de economie. promotor | Prof.dr.ir. F.W. Jansen (fac ITS) toeg.prom. | Dr.ir. C.A.P.G. van der Mast (UHD-fac ITS)
Human Computer Interaction and Presence in Virtual Reality Exposure Therapy. Fobieën zoals hoogtevrees, claustrofobie en vliegangst kunnen worden behandeld met behulp van een Virtual Realility (VR) systeem. Om de Mens-MachineIntereactie (MMI) van zulk soort systemen te ontwerpen zijn een nieuwe methode van taak-analyse en een model van het effect van de MMI op de angst en effectiviteit van de therapie voorgesteld. Dit laatste model berust op het concept ‘presence’: het gevoel van aanwezigheid. Door middel van experimenten met patiënten en therapeuten is het therapieproces in kaart gebracht en zijn, met gebruik van bovengenoemde methode en model, voorstellen gedaan voor verbeteringen aan de MMI. Andere experimenten hebben vervolgens de validiteit van deze voorstellen getoetst, waarbij onder andere het presence model is verjnd om de bevindingen te kunnen verklaren. Voor verder lezen: • Handbook of virtual environments design,
4
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003
implementation, and applications ed. by Kay M. Stanney, 2002 • Virtual reality therapy an innovative paradigm by Max M. North, Sarah M. North and Joseph R. Coble, 1996 • Understanding virtual reality interface, applicatiion, and design by William R. Sherman, 2003 • Proceedings IEEE Virtual Reality 2002, 24-28 March 2002, Orlando, Florida ed. by Bowen Loftin, 2002 • Proceedings IEEE Virtual Reality 2002, 24-28 March 2002, Orlando, Florida / ed. by Bowen Loftin [et al.], 2002 • The human-computer interaction handbook : fundamentals, evolving technologies, and emerging applications ed. by Julie A. Jacko and Andrew Sears, 2003
Beton en metselwerk 4 maart 2003 | 10.30 uur hr. F.M.B. Galanti | civiel ingenieur. promotor | Prof.ir. A. Vrouwenvelder (fac CiTG)
Computational Methodologies for the Non-linear Analysis of Concrete and Masonry Structures. Ondanks het algemeen gebruik van de eindig elementenmethode voor de analyse van constructies, wordt zijn toepassing in de niet-lineaire analyse van beton en metselwerk constructies moeilijk gemaakt door een reeks van numerieke- en modelleringsproblemen. De ontwikkeling van robuuste oplossingsmethoden en de formulering van consistente materiaal modellen is essentieel, wil men numerieke methoden met succes kunnen toepassen voor het oplossen van complexe problemen in, bijvoorbeeld, de studie van de responsie van metselwerkconstructies en betonconstructies onder aardbevingsbelasting. De doelstellingen van dit proefschrift zijn het ontwikkelen van een robuuste oplossingsmethode toepasselijk in de niet-lineair dynamisch en statisch analyse van constructies en het ontwikkelen van consistente materiaalmodellen voor beton en metselwerk. Om de methoden en de modellen te implementeren en te testen is een eindig elementenprogramma geschreven. Het onderzoek is gericht op methoden die het direct oplossen van sterk niet-lineaire stelsel vergelijkingen vermijden zoals expliciete methoden en dynamischerelaxatie methoden. Verder zijn een gecombineerde elastische schade- en plasticiteitsmodel en een tijdsafhankelijke elastische schademodel ontwikkeld. De voorgestelde methoden en modellen zijn met succes toegepast in de analyse van een aantal geval-
lenstudies van afschuifwanden en met metselwerk opgevulde gewapende betonraamwerken. De resultaten tonen de effectiviteit van expliciete methoden om een oplossing van het probleem te verkrijgen en numerieke instabiliteit te vermijden. Verder is het mogelijk een directe evaluatie van de gebruikte materiaalmodellen te doen. Zowel het gecombineerde elastische schade- en plasticiteitsmodel als het tijdsafhankelijke schademodel reproduceren de belangrijkste kenmerken van beton onder druk- en trekspanning. Met het tweede model is het ook mogelijk geweest om resultaten te verkrijgen die onafhankelijk van de gebruikte mesh zijn. Voor verder lezen: • Concrete structures stresses and deformation by A. Ghali, R. Favre and M. Elbadry, 2002 • Non-linear analysis : discussion papers from the working party on ‘Non-linear design methods and safety concept’ in CEB commission 1, 1997 • New developments in non-linear analysis methods; basic papers from the working party, 1995 • Non-linear analysis of beams and frames; discussion of a parametric research by F. Levi, 1995 • Beschreibung der Kraftübertragung über Risse in nichtlinearen Finite-Element-Berechnungen von Stahlbetontragwerken by W. Kolmar, 1985 • Betonmechanica; voorbeelden van niet-lineaire berekeningen met DIANA, 1987
Turbulent 4 maart 2003 | 13.30 uur hr. B. Naud | Dipl.-Ing. en Dipl. D’Etudes Approfondies de Mecanique des uides aan Inst. National Polytechnique de Toulouse, Frankrijk. promotor | Prof.dr. D.J.E.M. Roekaerts (fac TNW)
PDF modeling of turbulent sprays and ames using a particle stochastic approach. Voor verder lezen: • Turbulent ows by Stephen B. Pope, 2000 • Closure strategies for turbulent and transitional ows ed. by B.E. Launder and N.D. Sandham, 2002 • Advances in chemical propulsion science to technology ed. by Gabriel D. Roy, 2002
Chirurgie en coördinatie 4 maart 2003 | 16.00 uur hr. M. Wentink | luchtvaart- en ruimtevaart ingenieur. promotoren | Prof.dr.ir. H.G. Stassen en prof.dr.ir. P.A.
Wieringa (beiden fac OCP) en prof.dr. H.J. Bonjer (EU Rotterdam)
Hand- Eye coordination in minimally invasive surgery; Theory, surgical practice and training. Voor verder lezen: • Force reection for telemanipulation applied to minimally invasive surgery by M. C. J. Lazeroms, 1999
Scheurvorming 10 maart 2003 | 10.30 uur mw. M.S. Sule | Dipl.-Ing. U-Kaiserslautern, Duitsland. promotor | Prof.dr.ir. K. van Breugel (fac CiTG) toeg.prom. | Dr.ir. C. van der Veen (UHD-fac CiTG)
Effect of Reinforcement on Early-Age Cracking in High Strength Concrete. Tijdens het hydratatieproces ondergaat hoge sterkte beton (HSB) niet alleen thermische vervormingen, maar ook andere belastingonafhankelijke vervormingen waaronder autogene krimp. Met name door deze autogene krimp, geldt HSB als bijzonder gevoelig voor scheurvorming in de vroege verhardingsfase bij verhinderde vervorming. Om de spanningsontwikkeling en de kans op scheurvorming in de verhardingsfase van beton te kunnen voorspellen, worden proeven in een Temperatuur-Spannings-Test-Machine (TSTM) gedaan. De proefstukken die in deze machine beproefd werden, waren meestal ongewapend. In de praktijk bleek dat de voorspelling van de kans op scheurvorming gebaseerd op dit soort experimenten te pessimistisch is voor gewapende HSB-constructies. Uit het nu doorgevoerde onderzoek op gewapende TSTM-proefstukken volgde inderdaad dat de voorspelling van de scheurgevoeligheid van gewapende betonconstructies op basis van het gedrag van ongewapende proefstukken, leidt tot een overschatting van de kans op het ontstaan van grote doorgaande scheuren. Zodra scheurvorming optreedt zal dit in het geval van ongewapende proefstukken leiden tot één doorgaande scheur. Afhankelijk van het wapeningspercentage bleek dat meerdere kleine, ondiepe scheuren konden ontstaan ten gevolge van de herverdelende werking van de wapening, voordat scheurlokalisatie optrad en het proefstuk doorscheurde. De totale vervormingscapaciteit van een gewapend proefstuk werd daardoor vergroot. Voor de praktijk betekent dit, dat minder gekoeld hoeft te worden of dat minder wapening nodig is om
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003
5
doorscheuren in de verhardingsfase te voorkomen. Met andere woorden: De kans op doorscheuren in zwaar gewapende HSB-constructies is lager dan inschattingen op basis van conventionele ontwerpregels, oftewel op basis van het gedrag van ongewapende proefstukken, doen vermoeden. Voor verder lezen: • Control of cracking in early age concrete : proceedings of the International Workshop on Control of Cracking in Early Age Concrete, Sendai, Japan, 23-24 August 2000, ed. by Hirozo Mihashi and Folker H. Wittmann • Bruchmechanisches Verhalten jungen Betons; Laser-Speckle-Interferometrie und Modellierung der Rissprozesszone by Karim Hariri, 2000 • Advanced polymer composites for structural applications in construction : proceedings of the rst international conference, held at Southampton University, UK, on 15-17 April 2002, ed. by R.A. Shenoi, S.S.J. Moy and L.C. Hollaway
Betonrot 10 maart 2003 | 13.30 uur hr. S.J.H. Meijers | civiel ingenieur. promotoren | Prof.dr. J.M.J.M. Bijen (fac CiTG) en prof.dr.ir. R. de Borst (fac LR) toeg.prom. | Dr.ir. A.L.A. Fraay (UHD-fac CiTG)
Computational modelling of chloride ingress in concrete. Wereldwijd is door chloride-ionen geïnitieerde corrosie van wapening de belangrijkste schadeoorzaak bij betonconstructies in een maritieme omgeving of in contact met dooizouten. De doelstelling van het onderzoek was een computermodel te ontwikkelen voor chloride-indringing in gewapend beton, waarbij de samenhang tussen chloride-ionen- en vochttransport in beton in rekening is gebracht. Het model moest in het bijzonder in staat zijn variabele omgevingstemperatuur, variabele omgevingsvochtigheid, variabele externe chloride-concentraties en carbonatatie-effecten te verwerken. Zowel ‘input’ als ‘output’ van het model moest vergeleken worden met experimentele data uit de literatuur. De kern van het ontwikkelde model bestaat uit drie gekoppelde parabolische partiële differentiaalvergelijkingen voor warmte-, vocht- en chloride-ionentransport in beton. Er is onderscheid gemaakt tussen vrije en gebonden chloride-ionen en tussen diffusieve en convectieve chloride-ionenstromen. Het model is geïmplementeerd volgens de eindigeelementenmethode. Met de ontwikkelde compu-
6
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003
tersoftware zijn drie cases doorgerekend: een vochtcase, een case gebaseerd op in zeewater ondergedompelde betonblokken en een case waarin beton is blootgesteld aan cycli van droging resp. benatting met zout water. De gevoeligheid van het model voor diverse parameters is onderzocht en de koppelingen tussen chloride-ionen- en vochttransport zijn geëvalueerd. Het ontwikkelde model met bijbehorende computersoftware kan ingezet worden ter analyse van het indringingsproces van chloride-ionen in te bouwen of reeds gebouwde betonconstructies, waarbij variabele omgevingsomstandigheden expliciet in rekening kunnen worden gebracht. Voor verder lezen: • Fundamentals of durable reinforced concrete by Mark Richardson, 2002 • Condition monitoring of materials and structures ed. by Farhad Ansari, 2000 • In situ determination of the chloride content of portland cement concrete bridge decks; by J.R. Rhod, 1980 • Rapid determination of the chloride permeability of concrete, 1981
Communicatienetwerken 10 maart 2003 | 16.00 uur hr. J.C.W. Hendriks | doctorandus in de Nederlandse taal- en letterkunde. promotor | Prof.dr.ir. M. Looijen (fac ITS)
The Management of Networks with Highly Distributed International Use. Het voornaamste resultaat van het onderzoek is een referentiekader voor het management van wereldwijde communicatienetwerken. Dit biedt organisaties met zo’n netwerk inzicht in hoe lokale buitenlandinvloeden - zoals culturele, politieke, sociaal-economische en infrastructurele factoren - én interne invloeden - zoals ICT-beleid en personeelbeleid - tegelijk inwerken op de kwaliteit van netwerken en in hoe men die kwaliteit kan bewaken door middel van daarop aansluitende stuurmaatregelen. Vooral grotere organisaties gaan steeds internationaler opereren en worden afhankelijk van complexe communicatienetwerken. Zulke organisaties, met veel (> 2500) netwerkgebruikers in veel (>100) verschillende landen verspreid over de hele wereld, kunnen dit referentiekader gebruiken om hun netwerkmanagement mee in te richten. Het referentiekader is opgesteld op basis van praktijkonderzoek, uitgevoerd bij het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken (departement in
Den Haag en ca. 120 Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland betrokken bij het onderzoek). Dit liet zien, bevestigd door een aantal soortgelijke buitenlandse organisaties, dat externe lokale invloeden divers zijn, maar dat interne invloeden de netwerkkwaliteit het meest bepalen. “Buitenlandrisico’s” kunnen goed bestreden worden door gestructureerd netwerkmanagement, zoals met beveiligings-, calamiteiten- en personeelsbeheer. Voor verder lezen: • NETWORKING 2002 : networking technologies, services, and protocols; performance of computer and communication networks; mobile and wireless communications; second International IFIP-TC6 Networking Conference, Pisa, Italy, May 19-24, 2002, proceedings, ed. by Enrico Gregori [et al.], 2002 • Distributed systems concepts and design by George Coulouris, Jean Dollimore and Tim Kindberg, 2001 • Advances in web-age information management third international conference, WAIM 2002, Beijing, China, 2002 • Management of international networks by Floris van den Broek, 1996 • Beheer van informatiesystemen door M. Looijen, 1999
Business Objects 11 maart 2003 | 16.00 uur hr. M. Abolhassani | informatica ingenieur. promotor | Prof.dr.ir. J.L.G. Dietz (fac ITS)
Business Objects: from denition to application. Midden jaren zeventig begon men met het toepassen van objectgeoriënteerde technologie voor het modelleren van systemen en het realiseren van software systemen. Sinds het begin van de jaren negentig is deze technologie algemeen geaccepteerd. Meer recentelijk begon de term ‘Business Objects’ (BO) veelvuldig te verschijnen in de literatuur over informatiesystemen, software engineering en de corresponderende gebieden. Deze term wordt gebruikt om verschillende ideeën te representeren en wordt geassocieerd met verschillende onderwerpen. Vandaar dat basiskennis over het kernconcept dat door deze term is (of moet worden) gepresenteerd praktisch is of zelfs noodzakelijk. Tot deze kennis behoort de rol die het concept van BO speelt in informatiesystemen en haar waarde voor software engineering. Dit onderzoek beoogt deze kennis te verschaffen.
Voor verder lezen: • Developing business objects ed. by Andy Carmichael, 1998 • The blueprint for business objects by Peter Vingar, 1996 • Business objects; re-engineering for re-use by Chris Partridge, 1996 • Business objects; delivering cooperative objects for client-server by Oliver Sims, 1994 • Business objects; software solutions, 1994 • Building business objects by Peter Eeles and Oliver Sims, 1998Principles of object-oriented software development by Anton Eliëns, 2000
Geleiding 17 maart 2003 | 10.30 uur hr. F. Laugere | Diplôme d’Ingénieur aan de Ėcole Nationale Supérieure d’Electronique et Radioelectricité de Bordeaux, Frankrijk. promotoren | Prof.dr. P.J. French (fac ITS) en prof.dr.ir. M.J. Vellekoop (Vienna U. of Technology, Oostenrijk) toeg.prom. | Dr.ir. A. Bossche (UHD-fac ITS)
Conductivity detection for application in capillary electrophoresis microchips. Voor verder lezen: • CMOS cantilever sensor systems atomic force microscopy and gas sensing applications by D. Lange, 2002 • Mechanical microsensors by M. Elwenspoek and R. Wiegerink, 2001 • Encapsulated micromachined resonant force sensor by Martin Haueis, 2001 • Sensors update. Vol. 6. Sensor research in Japan ed. by H. Baltes, W. Göpel and J. Hesse, 2000
Beleidsanalyse 17 maart 2003 | 13.30 uur mw. O.A.W.T. van de Riet | doctorandus in de bestuurskunde. promotoren | Prof.dr.ir. W.A.H. Thissen (fac TBM) en prof.dr.ir. R.E.C.M. van der Heijden (fac TBM)
Policy analysis in a multi-actor settings.
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003
7
Extractieproces 18 maart 2003 | 13.30 uur hr. G.H. van Bochove | scheikundig ingenieur. promotor | Prof.dr.ir. J. de Swaan Arons (fac TNW) toeg.prom. | Dr.ir. Th.W. de Loos (UHD-fac TNW)
Two- and Three Liquid Phase Equilibria in Industrial Mixed-Solvent Electrolyte Solutions. Voor het ontwerp van extractieprocessen, zoals die voorkomen in de chemische en biochemische industrie, is een grondige kennis van de optredende fasenevenwichten noodzakelijk. Voor het modelleren van extractieprocessen waarin zouten aanwezig zijn, zijn thermodynamische modellen vereist die het ontmenggedrag kunnen beschrijven van oplossingen van water, organisch oplosmiddel, product en zouten. Ondanks het grote industriële belang van geschikte modellen voor dit soort oplossingen, is de huidige kennis op dit gebied ontoereikend. In dit promotieonderzoek werd het ontmenggedrag bestudeerd van oplossingen, zoals die voorkomen in het extractieproces van caprolactam. In een experimentele studie werd de ontmenging bestudeerd van oplossingen van water, organische oplosmiddel, caprolactam en ammoniumsulfaat. Voor een drietal organische oplosmiddelen, wordt een grote hoeveelheid data voor vloeistof-vloeistof-evenwichten gerapporteerd. Door middel van metingen bij verschillende temperaturen en zout-concentraties werd aangetoond hoe onder bepaalde voorwaarden, evenwichten van twee vloeistoffasen via een fascinerend patroon overgaan naar evenwichten met drie en later weer met twee vloeistoffasen. De uitgebreide experimentele dataset werd gebruikt bij het ontwikkelen en valideren van twee thermodynamische modellen. Het nieuwe model op basis van het bestaande electrolyte NRTL model is zover bekend het eerste in de wetenschappelijke literatuur dat evenwichten met twee EN drie vloeistoffasen in de betreffende oplossingen kan beschrijven. Aanvullende berekeningen werden uitgevoerd met een model gebaseerd op statistische thermodynamica: de Mean Spherical Approximation theorie. Voor verder lezen: • Handbook of solvents ed. by George Wypych, 2001 • Liquid-liquid equilibria by Josef P. Novak, 1987 • Predicting the performance of multistage separation processes by Fouad M. Khoury, 2000 • Liquid-liquid extraction equipment, 1994 • Liquid interfaces in chemistry and biology by A.G. Volkov, 1998
8
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003
Circuit design 18 maart 2003 | 16.00 uur hr. M.A. Gutiérrez de Anda | M.Sc. Elektronika, Inst. Nat. de Astrofysicia, Optica en Elektronika te Mexico promotor | Prof.dr.ir. A.H.M. van Roermund (fac ITS) toeg.prom. | Dr.ir. A. van Staveren (UHD-fac ITS)
A study of the time-varying eigenvalues and their application in circuit design. Voor verder lezen: • Transmission lines and lumped circuits by Giovanni Miano and Antonio Maffucci, 2001 • Circuit analysis by Leonard J. Tung and Bing W. Kwan, 2001 • Pristine transnite graphs and permissive electrical networks by Armen H. Zemanian, 2001 • Inverse problems for electrical networks by Edward B. Curtis and James A. Morrow, 2000
Slamming 24 maart 2003 | 10.30 uur hr. A. Bereznitski | Mechanical Engineer aan State Marine Technical University of St. Petersburg, Rusland. promotor | Prof.dr.ir. J.A. Pinkster (fac OCP)
Local hydroelastic response of ship structures under impact loads from water (slamming). De nauwkeurige voorspelling van representatieve ontwerpbelastingen en, dus, de respons van de constructie is een belangrijke factor om maritieme constructies te ontwerpen. In de meeste gevallen kunnen deze ontwerpbelastingen onafhankelijk worden bepaald van de sterkte en dan op de constructie worden aangebracht om de respons van de constructie te vinden. Maar is sommige gevallen zijn deze belastingen afhankelijk van de respons van de constructie. In dat geval treedt hydro-elastische interactie op. Het doel van deze dissertatie is het bereiken van een beter inzicht in de fysica van hydro-elasticiteit voor slamming probleem. Een aantal numerieke modellen waarin diverse benaderingen en theorieën worden gebruikt om hydro-elasticiteit te beschrijven worden besproken in deze dissertatie. Het effect van hydroelasticiteit wordt bestudeerd door verschillende factoren te bekijken die slamming beïnvloeden. Deze factoren zijn, onder meer, exibiliteit van de constructie, opgesloten lucht tussen water en de constructie, impactsnelheid en vlaktilling. Om de conclusies gebaseerd op numerieke simulaties te
veriëren is experimentele data gebruikt. Een goede overeenkomst tussen numerieke voorspellingen en beschikbare experimentele data is gevonden. Algemene conclusies worden getrokken betreffende die factoren die een belangrijk effect hebben op hydro-elasticiteit. Gebaseerd op gedetailleerde analyse van alle numerieke resultaten stelt de auteur een speciale parameter voor, die het belang van hydro-elasticiteit in ieder speciek geval kan weergeven. Deze parameter is de verhouding tussen de duur van de slammingsimpact en de eerste periode van de eigenfrequentie van de droge constructie. De auteur beveelt aan om deze parameter te gebruiken in het scheepsontwerp. Voor verder lezen: • Reliability methods for ship structural design, 1996 • Sea loads on ships and offshore structures by O.M. Faltinsen, 1990 • Hydro-elastic analysis using a selection of commercial analysis programs by J.E. van Aanhold, 1993
Kristallisatie 24 maart 2003 | 13.30 uur hr. S.K. Bermingham | scheikundig ingenieur promotor | Prof.ir. J. Grievink (fac TNW) toeg.prom. | Dr.ir. H.J.M. Kramer (UHD-fac TNW)
A design procedure and predictive models for solution crystallisation processes. Voor verder lezen: • Handbook of industrial crystallization ed. by Allan S. Myerson, 2002 • Industrial crystallization; process simulation analysis and design by N.S. Tavare, 1995 • Crystallization process systems by A.G. Jones, 2002 • Crystallization by J.W. Mullin, 2001
Gaswinning 24 maart 2003 | 16.00 uur hr. M. Ferronato | civil engineer U. degli Studi di Padova, Italië promotoren | Prof.dr.ir. A. Verruijt (fac CiTG) en prof.dr.ir. G. Gambolati (U. Padova, Italië)
Rock expansion and compaction at the marker scale in gas producing reservoirs.
Micromachining 31 maart 2003 | 10.30 uur hr. S. Sakarya | elektrotechnisch ingenieur. promotoren | Prof.dr. P.J. French en prof.dr.ir. J.H. Huijsing (beiden fac ITS) toeg.prom. | Dr.ir. G.V. Vdovin (UHD-fac ITS)
Micromachining techniques for fabrication of light modulating devices. Voor verder lezen: • The MEMS handbook ed. by Mohamed Gad-elHak, 2002 • Fundamentals of microfabrication the science of miniaturization by Marc J. Madou, 2002 • Micromachining of engineering materials ed. by Joseph McGeough, 2002 • Fabrication of silicon microprobes for optical near-eld applications by Phan Ngoc Minh, 2002 • Macroporous silicon based micromachining by Hiroshi Ohji, 2002 • Microsensors, MEMS, and smart devices by Julian W. Gardner, 2001
Aluminiumlegeringen 31 maart 2003 | 13.30 uur hr. S. Chen | master in mechanical engineering, Xian Jiaoting U. China. promotor | Prof.dr.ir. S. van der Zwaag (fac LR)
Recovery and recrystallization kinetics in AA1050 and AA3003 aluminium alloys Experimental work is conducted on the recovery and recrystallization kinetics in AA1050 and AA3003 Alloys following plastic deformation at elevated temperatures as encountered during break down rolling. The Plane strain compression (PSC) test is used to simulate the hot rolling deformation. During thermomechanical processes, the phase transformation, precipitation, recovery and recrystallization occur in the same range of temperature, and therefore, the interaction between these processes has profound implications for the control of microstructure and the properties. Based on the experimental studies, a series of the linked models was established to predict the nal properties of the material through a quantitative description of the microstructural evolution. A physical model to predict the recrystallization kinetics of singlephase polycrystalline metals, based on a single grain representation of deformed microstructure (characterized by a mean subgrain size and mean misorientation of subgrain boundaries), is developed.
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003
9
The model involves the original and deformed grain geometry, the characteristics of the dislocation networks formed and the average mobility of the moving interfaces, the position and the density of the nucleation sites. The model accounts properly the effect of the concurrent recovery and textural components in the deformed microstructure on the recrystallization kinetics. A model to predict the precipitation kinetics and the second particle evolution during annealing is constructed by considering the effects of dislocations and recovery as well as micro-segregation of Mn on the nucleation kinetics of precipitates. Voor verder lezen: • The kinetics of recovery and recrystallisation of low alloy steels during warm working : mechanical working (rolling); nal report : by Z. Husain, 1998 • Microstructural control in aluminum alloys: deformation, recovery and recrystallization; proceedings of a symposium held at the Annual Meeting of TMS in New York, New York, February 27, 1985
Mens-product-interactie 31 maart 2003 | 16.00 uur mw. M.A. van Veelen | ingenieur Industrieel Ontwerpen. promotoren | Prof.ir. J.J. Jacobs en prof.dr.ir. C.J. Snijders (fac OCP) toeg.prom. | Dr.ir. R.H.M. Goossens (UHD-fac OCP)
Human-Product interaction in Minimally Invasive Surgery: a Design Vision for Innovative Products. Voor verder lezen: • Force reflection for telemanipulation applied to minimally invasive surgery by Marcus Cornelis Jacobus Lazeroms, 1999 • Colloquium on Through the Keyhole: Microengineering in Minimally Invasive Surgery; on Tuesday, 6 June 1995 • Standard handbook of biomedical engineering and design ed. by Myer Kutz, 2003 • Biomechanica van het spier-skeletstelsel; grondslagen en toepassingen by C.J. Snijders, 1995
10
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003
Programma Studium Generale Train your brain vrijdag 7 maart | 9:00-17:00 uur | Aula TU Delft Workshop door Jan-Willem van den Brandhof De hoeveelheid informatie neemt explosief toe. Tegelijkertijd gebruiken we maar ongeveer één procent van onze hersenen. Door je hersenen beter te gebruiken, kan je meer bereiken met minder energie. Tijdens deze unieke workshop van een hele dag leer je hoe je: - je hersencapaciteit beter kan benutten - sneller kan leren - effectiever informatie kan verwerken - een breinvriendelijke omgeving kan creëren.
Jan-Willem van den Brandhof is braintrainer van BrainStudio te Maastricht en tevens auteur van het boek “Gebruik je hersens”, hoe te overleven in het informatietijdperk? (zie ook http://www.brainstudio.nl/) Kosten 35 euro per student (cursus uitsluitend voor studenten en aio’s). Voor dit bedrag krijg je van den Brandhofs boek, werkmaterialen, een lunch en kofe en thee.
Geur Galerij 17 t/m 31 maart | Bibliotheek TU Delft Expositie over geur Geuren werken direct op ons gevoelsleven en onze gemoedstoestand; zelfs zonder dat de aanwezigheid van die geur tot je ‘bewustzijn’ hoeft te zijn doorgedrongen. Een ontwerper die zich bewust is van de geur-eigenschappen’ van de toe te passen materialen, bezit dan ook een verrassend -en vaak vergeten- extra instrument om het karakter van een nieuw product of van een nieuwe omgeving te vormen. Anka Wijnja heeft voor Studium Generale onder de kegel van de TU Bibliotheek een ‘GeurGalerij’ ingericht. Daarin zullen conventionele materialen te ruiken zijn, maar ook een serie nieuwe ‘geur-toepassingen’ worden ondergaan; bijvoorbeeld door te snuffelen aan de getoonde ‘samples’ van leem waarin diverse kruiden zijn verwerkt. Bij de expositie is ook een leestafel ingericht met boeken die GEUR in relatie brengen met ontwerpende disciplines.
Anja Wijnja is industrieel ontwerper en houdt zich momenteel met name bezig met het inrichten van buitenruimten (speeltuinen) en tentoonstellingen. Belangrijk uitgangspunt in haar ontwerpen, is het prikkelen van alle zintuigen.
vertaalde hij zijn Vita di Castruccio Castracani (Baarn 1993), Discorsi sopra la prima deca di Tito Livio (Amsterdam 1997, 20004) en Il Principe (Leiden 2002).
Andy Warhol How to bluff your way in the secret life of everything you always wanted to know about….. Elke maandagavond, 20.15 uur, Speakers, Burgwal 45-49, 2601 DC Delft, 015-2124446 Moet je vaak verstek laten gaan bij onderwerpen die niet over je eigen vakgebied gaan? Denk je bij romantiek alleen aan een bos rozen waarmee je je geliefde op Delft NS verwelkomt en heb je niet in de gaten dat jij meer geurt dan je bloemen? Associeer je Machiavelli met een exquis Italiaans gerecht? Of heb je de moed opgegeven om een hedendaagse da Vinci, een echte uomo universale te worden? Neem dan veertien maandagavonden vrijaf en kom naar de apotheose van dit seizoen: Alles wat je altijd al hebt willen weten over ALLES! Voortaan voor jou geen gelegenheid meer waar je met een mond vol tanden staat. Integendeel. Bluff your way in!
Niccolò Machiavelli maandag 3 maart the secret life of Niccolò Machiavelli Als een leider of bestuurder een machiavellist wordt genoemd, is dat allerminst bedoeld als compliment: de amoraliteit, het cynisme en het gebrek aan scrupules van een machiavellistische persoonlijkheid zijn spreekwoordelijk. Maar is het wel terecht om voor de aanduiding van dergelijke negatieve karaktertrekken de naam te lenen van de Florentijn Niccolò Machiavelli (1469-1527)? In hoeverre zijn die karaktertrekken terug te vinden in zijn werk, en met name in zijn geruchtmakende essay over Il Principe (De Vorst)? En waarom schreef Machiavelli dit werk eigenlijk, en wat bereikte hij ermee? En wat was meer in het algemeen zijn kijk op zaken als vrijheid en onderworpenheid, trouw en ontrouw, wreedheid en barmhartigheid?
maandag 10 maart the secret life of Andy Warhol Andy Warhol (1928-1987), beroemd Amerikaans schilder en fotograaf, wordt ook wel de “koning” van de pop-art genoemd. Wie herinnert zich niet het schilderij van Campbells soepblikjes of het portret van Marilyn Monroe? Warhol ging uit van foto’s die hij, nadat hij ze had beschilderd, liet vermenigvuldigen tot zeefdrukken waaraan iedere emotie ontbreekt. Zijn dood veroorzaakte een schok in de kunstwereld. De moderne kunst bestond niet langer meer. Leve het Postmodernisme.
Drs. Elvira van Eijl , Academie voor Beeldende Kunst & Vormgeving, Enschede.
Fausto Coppi maandag 17 maart the secret life of Fausto Coppi Onder verdachte omstandigheden stierf de bij leven al legendarische cyclist Fausto Coppi (1919) op 2 januari 1960 aan de gevolgen van een koers in Opper-Volta. Over de doodsoorzaak woedden in 2002 nog de wildste geruchten, maar voor een rechtbank in Italië kon vergiftiging niet worden bewezen en moeten we (voorlopig) aannemen dat hij aan malaria is bezweken. Zo is de dood van deze wielerheld, die al op twintigjarige leeftijd de Giro d’Italia won, exemplarisch voor zijn geruchtmakende, turbulente leven. Wie was deze fameuze tijdrijder, begenadigd klimmer, 2-voudig Tourwinnaar en brokkenpiloot, wiens minnares La Dama Bianca wegens bigamie in het cachot terechtkwam?
Martin Ros , is schrijver op vele fronten, wielerhistoricus op eenzame hoogte, boekenverslinder en bloemrijk verteller. Hij publiceerde biografieën van Gerrit Schulte en Fausto Coppi, Triomf. De heldenlevens van Gino Bartali en Fausto Coppi en een standaardwerk over alle Tours na de oorlog.
Dr. Paul van Heck , is universitair hoofddocent Italiaanse taal en cultuur aan de letterenfaculteit van de Universiteit Leiden. Over Machiavelli schreef hij een aantal wetenschappelijke artikelen; verder
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003
11
Geur van de liefde maandag 24 maart bluff your way in geur van de liefde Vlinders in je buik? Echte liefde? Het pakt je, het gebeurt, het vertekent je werkelijkheid. Maar wat is het? Aan de hand van het liefdesleven van de slak en het varken, zal duidelijk worden gemaakt wat de lichamelijke achtergronden zijn van het wonderlijke fenomeen liefde. Feromonen spelen hierbij een belangrijke rol. En feromonen zijn simpel gezegd uitwendige ‘hormoonachtige’ stoffen die ons reukorgaan kan detecteren en die onder meer worden aangemaakt onder de oksels. ‘Uw geur bevat een boodschap’ is slechts één van de prikkelende stellingen die de spreker van vanavond zal toelichten. Wil je weten welke boodschap? Kom dan horen hoe chemische communicatie -waarbij GEUR een belangrijke rol speelt - het verloop van een liefdesproces beïnvloedt.
Dr. Focko Rommerts , is biochemicus en als universitair hoofddocent verbonden aan de afdeling Interne Geneeskunde, Dijkzigt Ziekenhuis, EUR Rotterdam. Zijn hobby is om op wetenschappelijke wijze ‘de geurige chemie der liefde’ te bespreken.
Poep maandag 31 maart everything you always wanted to know about Poep Er zijn geuren die ons dagelijks onder de neus komen, maar die desalniettemin in het sociale verkeer maar moeizaam uit de taboesfeer komen. Men heeft het in gezelschap bijvoorbeeld zelden over de geur die wordt verspreid door iemand die een scheet heeft gelaten of die zich zojuist op het toilet heeft ontlast. Poep is verwant aan vuil en stinken… Poep heeft een enorme kracht; men kan met de metafoor van poep politiek bedrijven, men kan er grappen mee maken, poep is nauw verbonden met controle, met de levensstroom in een cultuur, met passies en emoties, met welzijn en gezondheid, met intimiteit en afstand… Poep –zo kan men stellen - is uiterst ambigu. Wat vaststaat is dat poep ertoe doet; er is een groeiende belangstelling om over het onderwerp na te denken vanuit het oogpunt van de antropologie, biologie, sociologie, geschiedenis enz. En in die sociale en culturele betekenissen van ontlasting speelt vooral ook ‘geur’ en ‘geurbeleving’ een belangrijke rol; waarom stinkt jouw poep bijvoorbeeld wel en de mijne niet????
12
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003
Midas Dekkers , is bioloog/schrijver. Hij schrijft over uiteenlopende thema’s zoals natuur, schoonheid, tijd, seks, mens en dier, vergankelijkheid en eten, en werkt mee aan diverse radio- en televisieprogramma’s.
Congressen en Symposia Gezond wonen 13 maart 2003 OTB-Studiedag: Beheer voor gezond wonen Plaats: Aula TU Delft, Mekelweg 5, Delft In honderduizenden woningen laat de gezondheidssituatie sterk te wensen ocer. Weliswaar is de situatie sinds de introductie van de Woningwet van 1901 sterk verbeterd: meer licht en lucht, veilig drinkwater, badgelegendheid en betere isolatie. Echter, op grote schaal komen nog steeds vochtproblemen en slechte ventilatie voor en de geluidsoverlast neemt toe door het gebruik van steeds meer apparaten in huis. Ook de legionellabacterie houdt de gemoederen bezig. De laatste jaren groeit de zorg om het binnenmilieu. De vraag rijst hoe we het wonen ‘gezond’ kunnen maken. Hoe pakken we problemen in de woningen, zoals ventilatie, vocht en geluid aan? De OTBstudiedag gaat in op de aandachtspunten en tools op het terrein van gezon wonen. Meer informatie? Onderzoeksinstituut OTB, mw. Angelique Dersjant, tel.: 015 278 3005, e-mail:
[email protected]
ICT-onderwijs 11 maart 2003 ICTO – Seminars: E-Learning – Doe is have a future? Tijdens de vier ICTO seminars (18/2, 11/3, 15/4, 20/5) geven binnen- en buitenlandse experts hun visie op kansen en bedreigingen van ICT in het Onderwijs. De vier sprekers zijn ervaren onderzoekers, consultants of beleidsmakers bij universiteiten of grote bedrijven en belichten telkens het onderwerp ICTO vanuit hun specieke achtergrond. In maart spreekt Stephan Murgatroyd van LifeSkills International over ‘E-learning – Does is have a future?’ Meer informatie? Mw. Nelleke Nagtegaal, EduTec, faculteit TBM, tel.: 015 278 4795, e-mail:
[email protected].
In de komende maanden Logistieke parken 9 april 2003 OTB-studiedag: Logistieke parken Plaats: Jaarbeurs Utrecht, Beatrixgebouw Logistieke parken schieten de laatste jaren als paddestoelen uit de grond. Deze parken bieden voor veel bedrijven een oplossing voor verslechterende bereikbaarheid en een toenemend tekort aan ruimte. Echter, is deze toegevoegde waarde voldoende groot om forse investeringen in dergelijke terreinen te blijven rechtvaardigen? Tijdens de OTB-studiedag Logistieke parken wordt het logistieke park als concept tegen het licht gehouden en wordt er met name ingegaan op de economische betekenis van deze parken en de mogelijkheden voor duurzame mobiliteit. Meer informatie? Onderzoeksinstituut OTB, mw. Angelique Dersjant, tel.: 015 278 3005, e-mail:
[email protected]
Afkortingen BK CiTG ITS TNW LR OCP TBM
Faculteit Bouwkunde Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Faculteit Informatietechnologie en Systemen Faculteit Technische Natuurwetenschappen Faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaart techniek Faculteit Ontwerp, Constructie en Productie Faculteit Techniek, Bestuur en Management
Gastschrijver 2 april t/m 22 mei 2003 Gastschrijver TU Delft : Hugo Brandt Corstius Plaats: TU Delft Vanaf april 2003 treedt auteur en siwkundige Hugo Brandt Corstius op als derde gastschrijver aan de TU Delft. Het programma omvat zeven colleges over het thema ‘Techniek en Taal’. Hugo Brandt Corstius begint zijn gastschrijverschap met een openbaar hoorcollege op 2 april waarin de ‘vorm’ centraal staat. Voor studenten van de TU Delft geeft hij een masterclass van vijf bijeenkomsten waarin het onderwerp ‘vormen en woorden’ met het hoofd en de handen wordt uitgediept. De gastschrijver besluit zijn collegeperiode met de openbare Vermeerlezing op 22 mei getiteld ‘Vormen en woorden’. De lezingen worden georganiseerd in samenwerking met de K.L. Poll-stichting voor Onderwijs, Kunst en Wetenschap (OKW) en Studium Generale van de TU Delft. Meer informatie en kaartverkoop? Mw. M.J. van Koppen-Westra, tel.: 015 278 8213, e-mail:
[email protected], zie ook: www.tudelft.nl
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003
13
Delft University Press Delft University Press (DUP) is een onderdeel van de Bibliotheek TU Delft en geeft onder andere onderzoeksresultaten van wetenschappers van de TU Delft uit. Daarnaast geeft DUP publicaties uit die voor Delfts onderzoek en het wereldwijde technisch-wetenschappelijke onderzoek relevant zijn. De publicaties verschijnen onder drie imprints: DUP Science, DUP Blue Print en DUP Satellite. DUP geeft ook drie elektronische tijdschriften uit: · European Journal of Transport and Infrastructure Research (http://ejtir.tudelft.nl) · International Shipbuilding Progress (http:// isp.tudelft.nl) · Journal of Design Research (http://jdr.tudelft.nl)
Publicaties kunt u bestellen bij de afdeling Klantenservice van de Bibliotheek TU Delft, telefoon 015- 278 5678, fax 015- 278 5706, e-mail:
[email protected]. ISBN: 90-407-2373-7 Auteurs: Visscher H.J., Sheridan L., Meijer F. Titel: Building Regulations in Europe. Pt. 1. A Comparison of the Systems of Building Control in Eight European Countries Soort: seriële publicatie, Housing and Urban Policy Studies 0926-6240 23 ISBN: 90-407-2376-1 Auteur: Meeuse F.M. Titel: On the Design of Chemical Processes with Improved Controllability Characteristics Soort publicatie: proefschrift ISBN: 90-407-2379-6 Auteur: Uca O. Titel: Spin-Echo Small-Angle Neutron Scattering Development Soort publicatie: proefschrift ISBN: 90-407-2378-8 Auteur: Wagemaker M. Titel: Structure and Dynamics of Lithium in Anatase TiO2 Soort publicatie: proefschrift
14
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003
ISBN: 90-407-2318-4 Auteur: Bucciarelli L.L. Titel: Engineering Philosophy Soort publicatie: monograe ISBN: 90-407-2381-8 Auteur: Hartono Y. Titel: Ergodic Properties of Continued Fraction Algorithms Soort publicatie: proefschrift ISBN: 90-407-2383-4 Auteur: Molenaar D.-P. Titel: Cost-effective Design and Operation of Variable Speed Wind Turbines. Closing the Gap between Control Engineering and the Wind Engineering Community Soort publicatie: proefschrift
Aantekeningen
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003
15
16
Wetenschapsagenda TU Delft, maart 2003