Hallo allemaal. Om eerlijk te zijn heb ik op dit moment weinig tot niets te vertellen. Dat ik het druk heb in mijn werk, mag algemeen bekend zijn. Daar zal ik u ook verder niet mee vermoeien. Wel zijn Ton en ik bezig om voor het najaar 2011 een uitstapje te regelen. Op dit moment zijn er drie opties. Münster (Duitsland), Mechelen (België) of zingen in de St. Jan in Den Bosch. Alle drie prachtige gelegenheden ons eens aan een ander publiek te presenteren. Zodra daar iets definitiefs over bekend is hoort u het. Rest mij slechts u een fijne vakantie te wensen. Uiteraard zullen we dit op 30 juni vooraf laten gaan door een benefietconcert in de Dorpskerk voor het hospice 'de Waterlelie'. Hartelijke groet, Henk van Merriënboer
2
1 colofoon
•
redactie •
2 voorwoord
•
3 index • 4 van de
5 wij feliciteren
• 6 HOSPICE DE
WATERLELIE • 8 column Arjan • 10 onze reis naar bali • 18 HALLO, MAG IK… • 22 een stukje pophistorie • 26 mag ik mij even voorstellen • 28 districtfestival film en videogroep rijnmond • 30 how great thou art
3
• 32 helmpie •
33 WEETJES •
34 agenda
Jaargang nummer 11 zit er weer op. Deze keer een enorme toezending van kopij, dus het gaat de goede kant op. Ook voor de redactie is het leuk om zoveel leuke reacties te ontvangen. Om dat dit het laatste nummer van het seizoen is dus een extra dikke uitgave. In deze uitgave een bijzonder vakantie verhaal met een beetje spanning van Arie van Sintmaartensdijk over Bali. Ook dit keer twee koorleden die zich graag aan ons voor willen stellen. Nummer drie komt in de volgende editie aan het woord. Een reactie van Filmclub Rijnmond t.g.v. hun 40 jarig jubileum. Nieuw is een bijdrage van Peter Stok over de popmuziek vanaf de zestiger jaren. De column van Arjan en natuurlijk het voorwoord van onze voorzitter. Genoeg leesvoer om de vakantie mee door te komen. De redactie gaat ook dit jaar weer een weekje fietsen in de Achterhoek. Of zo als Herman Finkers zegt: “Een stoplicht springt op rood, een ander weer op groen: in Almelo is altijd wat te doen”. Wij wensen een ieder een prettige vakantie met lekker weer en verwachten iedereen weer terug met een volle zangaccu op 25 augustus 2011.
Het eerstvolgende nummer verschijnt op 6 oktober 2011. Kopij inleveren voor 24 september 2011.
4
Op:
24 juni 1 juli 1 juli 5 juli 9 juli 10 juli 10 juli 12 juli 15 juli 15 juli 15 juli 23 juli 26 juli 3 aug. 9 aug. 14 aug. 17 aug. 21 aug. 26 aug. 27 aug. 29 aug. 30 aug. 31 aug. 2 sept. 9 sept. 9 sept. 13 sept. 13 sept. 14 sept. 16 sept. 27 sept.
wordt:
Geert Dijkhuis Wim van Bilsum Arie Pronk Cees Neuteboom Jan Bonnier Arie Ophorst Bas Slooter Cor Kreft Jan Bos Lies Herlaar Gerard Thoen Cees Brons Ger Beikes John van Keulen Heerco Steen Henk Muilenburg Jan Freeke David Dziworshi Cor Kannegieter Hans Schouten Arie v.d. Stelt Koos Keereweer Piet van Poppel Kees Groenendijk Aart van Bodegom Gerard Mulder Bas Vogel Martin Stolk Paul van Grevenbroek Koos Bouter Daan IJselendoorn
jaar: 81 69 83 63 69 72 73 60 65 62 71 68 64 63 68 62 68 70 80 69 69 70 72 71 72 65 78 63 69 64 70
Allemaal alvast van harte gefeliciteerd en een fijne verjaardag toegewenst.
5
Wat een geweldig idee om dit koorjaar af te sluiten met een benefietconcert t.b.v. het hospice “De Waterlelie.” Deze instelling ligt mij zeer aan het hart. Wat een bijzonder huis is dat. Mensen die daar mee te maken gehad hebben zullen dat zeker beamen. Het huis heeft vijf logeer kamers waar patiënten die nog maar kort te leven hebben hun einde in liefdevolle verzorging kunnen beleven. De verschillende kamers zijn van alle gemakken voorzien. Maar de patiënten mogen hun kamer geheel met eigen meubeltjes of dierbare spullen inrichten zodat zij zich helemaal thuis kunnen voelen. De verzorging van het huis is volledig in handen van vrijwilligers. En dat is nu het fijne, deze mensen doen dit vrijwillig omdat zij graag iets voor hun mede mens willen betekenen. Dus één en al liefde. Natuurlijk is er een professionele hulp aanwezig. De wijkverpleging doet de verpleegkundige en de huisarts de medische zorg.
Maar er is meer aan het hospice verbonden. Sinds twee jaar is de Vrijwillige Palliatieve Terminale thuiszorg bij het Hospice aangesloten. Voorheen was deze dienst onderdeel van Mee Zuid Holland Zuid en later van Careijn. Deze thuiszorg kunt U inschakelen als het verzorgen van de terminale patiënt voor U, of het gezin een zware belasting gaat worden. De mantelzorger heeft ook tijd en ruimte nodig om energie op te doen om deze zware taak zo goed mogelijk af te maken. De vrijwilligers van deze organisatie komen graag bij U thuis om deze taak even op zich te nemen zodat de mantelzorger er even uit kan. Even tijd voor zich zelf kan maken. Even op adem komen. Even ergens naar toe zonder op de tijd te hoeven letten. Alles kunt U met de vrijwilliger bespreken. Wanneer wilt U hulp. Hoe lang, een paar uur, een ochtend, een middag, of een stukje van de avond, de vrijwilligers doen dit werk met liefde. Zij krijgen eerst een maandenlange opleiding.
6
Dit resulteert in het behalen van het certificaat “Vrijwilliger Palliatieve Terminale zorg.” Na het behalen van dit certificaat mag men de hulp gaan beoefenen. Eerst nog onder leiding van de coördinator maar als alles goed gaat, dan ga je er zelfstandig op af. Zelf ben ik enkele jaren vrijwilliger geweest. Door persoonlijke omstandigheden ben ik er nu tijdelijk mee gestopt. Maar het heeft mijn leven enorm verrijkt. Prachtig werk, veel mensen ontmoet. Met heel veel mensen hun verdriet proberen te delen. Maar ook in deze situatie’ s veel kunnen lachen. Je bent er niet alleen voor de patiënt maar in de praktijk voor het hele gezin. Bij alle gezinnen waar ik mijn vrijwilligerswerk heb kunnen doen heeft dat een geweldig voldaan gevoel gegeven. Je hebt gelijk vanaf de eerste ontmoeting een vertrouwensband. Ik weet ook niet hoe dat komt maar het is een gegeven. Bij de ene patiënt ben ik maanden geweest. Bij de ander maar enkele dagen. Al deze mensen staan in mijn geheugen gegrift. Het is zo jammer dat weinig mensen weten dat deze organisatie bestaat. Ik ben wel eens op weg gegaan naar een nieuwe aanvraag maar onderweg hoorde ik dat de patiënt net was overleden. Dat is dan toch wel heel erg jammer. De vriendin van deze patiënt had het zo moeilijk gehad de laatste weken. Wij hadden dat zoveel lichter kunnen maken. Hoeveel keer wij niet hebben gehoord “Had ik dit maar eerder geweten”, dan was ik veel eerder met jullie in zee gegaan. De band die de vrijwilligers onderling opbouwen is ongekend. Meestal een keer per zes weken kwamen we bij elkaar om onze ervaringen te delen. Ook om bij elkaar kracht te zoeken om verder te gaan. Iedere keer weer ging ik met een geweldig gevoel bij deze bijeenkomsten vandaan. Verder worden er veel bezoeken afgelegd achter de schermen van een ziekenhuis, Bejaardenhuis, verzorgingshuis of rouwcentra. Veel aandacht besteden we aan rouwzorg. Zelf heb ik voor dit onderwerp een meerdaagse cursus mogen volgen. Hierbij ontmoeten veel vrijwilligers uit het hele land elkaar en delen hun motivaties. Geweldige ervaringen zijn dat. Om nooit te vergeten. Altijd aan het einde van deze sessies een mooi gedicht, muziek of ritueel. Beste mede zangers. Het is geen leuk onderwerp maar het overkomt ons allemaal. Denk er eens over na. Ik zeg altijd regel wat je regelen kan. Weet van het bestaan van het Hospice en van de thuishulp die je op dit terrein kunt krijgen. Voel je er wat voor om ook vrijwilliger te worden neem dan kontakt op met een van de coördinatoren van vptz en hospice “de Waterlelie”. Zij nodigen je graag uit voor een kennismakingsgesprek. Telefoon nummer 0181-698889 of kijk op hun site www.hospicedewaterlelie.com Hans Bremer 2e tenor
7
Hoe heerlijk is een goede nachtrust, maar hoe vervelend als deze ruw wordt verstoord in het holst van de nacht. Dit overkwam mij in de afgelopen week. Het leek wel een straatrace buiten in de normaal zo rustige buurt bij ons huis. Een kabaal en schreeuwen verstoorde mijn nachtrust. Je springt je bed uit en door het raam kijkend zag ik een politieauto midden op de kruising staan en … verder niets te zien. Dus je gaat weer liggen. Kort daarna weer een hoop herrie en naar buiten kijkend zie je vier politieauto’s stoppen bij een auto, en ja hoor … bij mijn eigen auto! Snel aangekleed en naar buiten en in het donker zag ik al snel dat mijn autoraampje was ingeslagen, het glas lag overal in en rondom de auto. ‘Niet aankomen’ riep een agent, dus gehoorzaamde ik direct. Een auto inbraak dus, in mijn eigen auto, mijn hele dashboard lag open en mijn navigatie bungelde nog aan enkele draadjes.
‘Meneer, de inbreker hebben we op heterdaad te pakken en zit in de politieauto’, vandaar dus dat kabaal en schreeuwen ze hadden hem in de kraag gegrepen: chapeau agent! Gelukkig herkende ik de jongen, die zo
8
rond de 19 jaar oud moet zijn, niet. In ieder geval durfde hij niet naar mij te kijken terwijl ik recht in z’n ogen keek met een zaklamp op z’n gezicht gericht. Eigenlijk heb ik dan nog medelijden ook, hoe komt zo’n jongen toch zover om dit soort dingen te doen. Je hoort bij je ouders thuis in je eigen slaapkamer en in je bedje te slapen en van de straat af te zijn. Tsja, wat zal de toekomst van zo’n ventje zijn. Echt meer medelijden dan boosheid, gek hè, maar boos was ik echt niet. Maar ja, dan allemaal gegevens doorgeven en andere formaliteiten en wachten tot de auto weggesleept wordt om DNA sporen en vingerafdrukken veilig te stellen. Jammer van de auto, maar die wordt wel weer gerepareerd, al ben je hem wel dagen kwijt, maar balen van de tijd die je er mee kwijt bent, vele uren moet ik je zeggen, de dagen er na. De rust was weergekeerd na zo’n 5 kwartier en ik stapte mijn bed weer in, en, wonder boven wonder, zelfs in slaap gevallen tot de wekker ging. Een droom? Nee, het was werkelijkheid. Maar ‘I have a dream’ dat toch eens ndit soort jongetjes tot inkeer mogen komen. Wat moet er van terecht komen … op die leeftijd een strafblad en dan … van kwaad tot erger? Lieve jongen, een goede toekomst gewenst! Arjan
9
Onze reis naar Bali Op donderdag 13 januari kwam ik thuis na de zang en vertelde Jacomijn (mijn vrouw) dat haar zus had gevraagd of we mee gingen naar Bali! Ik had steeds gezegd dat ik niet meer wilde vliegen i.v.m. de verscherpte controles en mijn protheses, waardoor ik altijd extra gecontroleerd wordt. Ook de zware koffers vormen een probleem. Maar ik zei: als we met hun meegaan zie ik het wel zitten.
Eerst iets over Bali. Bali heeft de grote van ong. ¼ van Nederland. Er leven 3.5 miljoen mensen. Het verkeer bestaat voor 40% uit auto’s en 60% uit brommers en motoren. Een helm is voor korte stukken niet verplicht. Soms zitten ze met 4 personen op de brommer, de kids staan dan tussen hun pa en het stuur en mama heeft er nog 1 op schoot! Bali is hoofdzakelijk Hindoeïstisch, elke woning heeft zijn eigen tempeltje en een beeld van een Hindoegod. De beelden zijn aan de onderkant bedekt met een doek, want de onderkant wordt als onrein gezien.
10
Daarom moet ook een ieder in een tempel zijn onderkant bedekken door middel van een sarong. Op Bali wordt ook veel geofferd aan de goden. Elke dag wordt er van palmbladeren gemaakt mandje met offertjes voor de huizen neer gezet. Daar zitten wat bloemen, rijst en fruit in. Dus je begrijpt het hele eiland staat vol met die mandjes. Uit eerbied en respect loop je er niet overheen maar netjes er langs. Het blijft staan tot het is vergaan. Dus het ziet er niet zo schoon uit, en zijn ook veel verwilderde honden en kippen.
Er wordt hoofdzakelijk rijst verbouwd, verder nog wat groentes en veel fruit. De minder goede rijstsoort oogsten ze 3x per jaar de betere soorten 1x en 2x. Bali is prachtig groen en er groeien ontzettend veel soorten planten en bomen.
Na een reis van 24 uur kwamen we aan op Bali.
Toen we uit Nederland vertrokken vroor het nog een graad of 4 en op Bali kwam de warmte ons tegemoet als een warme deken, dat was even wennen. Het is er altijd rond een graad of 30 C. Maar de volgende dag vonden we het heerlijk. We werden van het vliegveld opgehaald door onze reisleidster die goed Nederlands sprak en ons naar het resort gebracht. Ze vertelde ons van het Hindoeïstisch Nieuwjaar en dat daardoor ons programma aangepast zou worden.
Het nieuwjaarsfeest is heel bijzonder en zou gelijk op deze dag beginnen.
We waren wel moe na de reis, maar wilden er toch niets van missen. Op het strand (ong. 100mt van ons resort) kwamen de Balinezen die middag bijeen om er te bidden voor de god van de zee. Ze waren allemaal zoveel mogelijk in het wit gekleed. Er waren op het strand 2 grote stellages waar de mensen hun offers konden plaatsten. Ook werden ze aan de rand van de zee neergezet.
11
Er waren honderden mensen aanwezig die allemaal in kleermakerszit op het strand zaten. Er werden ook dansen opgevoerd. De toeristen moesten allemaal gaan zitten. Daarna ging de priester bidden en dat werd een gebed zonder eind. Alle mensen op het strand deden er aan mee. Soms werden er bloemen tussen de handen gedaan en dan omhoog gehouden. Daarna weer andere bloemen en zo ging het maar door. Maar na een uurtje of 2 was het dan toch voorbij. De volgende dag waren we vrij. De daarop volgende dag gingen we aan onze rondreis beginnen. Het was altijd 1 dag rondreis en dan een dag rust. Dat was goed te doen. Op hun oudejaarsdag, dat was vrijdag 4 maart werden grote poppen (net zoals bij ons carnaval) door de straten gedragen en werd er geschreeuwd om de boze geesten van het eiland te verjagen. Die poppen maken allemaal een loopbeweging omdat ze de boze geesten voorstellen die het eiland moeten verlaten.
12
We kwamen veel van die gemaakte poppen tegen, elk dorp had wel zijn eigen poppen. Daardoor waren er ook veel wegen afgezet en gingen we door de dorpen rijden omdat dat toch wel heel leuk was. Die avond was er een optocht van alle poppen en toen het donker werd waren de poppen verlicht. Onderweg stopten we bij een gemeenschappelijk onderkomen waar de mannen bezig waren om het avondmaal te bereiden. Ze zaten in een overdekte ruimte en waren allemaal kruiden aan het hakken zoals kurkuma, gember, sereh, laos (ook wel thaise gember genoemd), rode en groene pepertjes, knoflook en sjalotten. Het rook er heerlijk, die geur vergeet ik nooit meer. Dat zou door de rijst gedaan worden met wat aal, die vangen ze op de rijstvelden. We werden vroeg naar ons volgende resort gebracht met de mededeling dat we de volgende dag van ´s morgens 6 uur tot de andere morgen 6 uur niet van ons resort af mochten. Ook mochten we geen herrie maken en niet te veel licht aan doen. We mochten wel in het zwembad en er zou ook voor ons gekookt worden. We werden na het eten door het personeel met een zaklamp naar onze kamer gebracht. Nou het was schitterend weer, dus dat was geen probleem en we kregen daardoor een heel ontspannen dag. Ook het personeel mocht niet meer van het resort naar huis. Niemand mocht op straat en ook het vliegveld was gesloten! Waarom is dit allemaal, het is nl. zo, als het eiland stil en donker is kunnen de boze geesten, die de avond daarvoor van het eiland afgejaagd werden, het eiland niet meer terug zouden kunnen vinden. Als je toch de straat op zou gaan werd je door de bewaking naar binnen geslagen met een bamboestok. Die bewakers werden door de priesters, voor de geesten onzichtbaar gemaakt. De volgende dag vertrokken we naar de heilige bronnen van Tampaksiring. Aan deze bronnen wordt een geneeskrachtige werking toegeschreven. Jaarlijks gaan er duizenden Balinezen naar toe en omdat het nieuwjaarsdag was, was het er heel druk.
13
Wij nemen ook deel aan het reinigingsritueel. Het water was heel erg koud! Onderweg stopten we bij een uitzichtpunt op één van de mooiste rijstterrassen van Bali.
We hadden de chauffeur gevraagd of hij binnendoor wilde rijden om te genieten van de schitterende natuur op het eiland en de rijstvelden. We zagen vrouwen die met één handbeweging een aantal vlaggetjes in werking stelden die alle vogels wegjoegen van de rijstplantages. Die vlaggetjes waren met touwen aan elkaar verbonden.
Na een rustdag vervolgden we onze reis naar het dorpje Tenganan waar de Baga leven, daar was ook feest en was er een speenvarken aan het spit. We mochten alles bekijken en ook foto,s maken. Er was ook een gebedsdienst aan de gang. Die zie je heel veel op Bali.
14
Iedereen was in feestkleding, dat is een mooi en kleurig geheel. Daarna brachten we een bezoek aan de Goa lawah tempel. Dat is een heilige grot vol met vleermuizen, bij de ingang staan veel offers en wierook stokjes om goden te eren en kwade geesten te verdrijven. Onze volgende excursie was naar de dolfijnen ‘s morgens om 6 uur was het vertrek, maar er viel de hele nacht regen en er was onweer dus dachten we dat het niet door zou gaan.
Maar de weergoden waren ons goed gezind en we vertrokken om half 7 met een klein motorbootje richting dolfijnen. We hebben er heel veel gezien, en dat verveelt nooit. Om half 10 gingen we met onze laatste excursie naar een buitenpaleis van justitie waar via muurschilderingen te zien was wat de straf was van de begane overtredingen en die waren niet mals! Daarna zijn we naar de Pura Besakih, tempel der tempels geweest, die ligt prachtig gelegen op de flanken van de heilige berg Gunung Agung. Bij deze tempel hoort vinden wij, één van de mooiste parken die we gezien hebben.
15
We bezochten ook nog een plaatselijke markt waar we wat soorten fruit gekocht hebben die er voor ons vreemd uitzagen maar we wilden ze toch proeven dus werd er gekocht met behulp van de reisleidster. Het was heerlijk al zou je niet vermoeden als dat het drakenfruit heet! De Git Git waterval bezocht, dat is de hoogste waterval van Bali met een hoogte van 60 meter. Als er water nodig is voor de rijstvelden dan wordt de waterval geknepen zodat de rijstvelden meer water krijgen.
Als laatste hebben we de Tanah Lot tempel bezocht. Deze tempel ligt in zee en bij hoog water kom je niet droog bij de tempel. Het is de drukst bezochte tempel op Bali. Ook omdat er hele mooie zonsondergangen zijn te zien. Daarna zijn we naar ons hotel in Sanur gegaan voor 3 heerlijk ontspannen dagen. De 1e avond voor het slapen gaan lazen we op de deur, wat te doen bij een tsunami en of aardbeving.
16
We gingen slapen en om 01.00 uur werd ik wakker en schudde mijn bed heen en weer gedurende enkele seconden. Ik dacht droom ik nu of is het werkelijkheid! Toen we gingen ontbijten hoorden we van andere gasten dat zij het ook gemerkt hadden. In de middag bij het zwembad vertelden onze reisgenoten dat er een ernstige aardbeving en tsunami had plaatsgevonden in Japan. Later op de middag kwam er bericht van het thuisfront dat er een tsunami op komst was. Op onze kamer gingen we toen naar het nieuws kijken en zagen dat de tsunami de volgende morgen in Indonesië zou zijn. De vrouwen werden wat ongerust en gingen aan de balie vragen of we gevaar liepen. Het hotel ligt aan het strand! Maar er lag een brief van het reisbureau dat er op Bali geen gevaar was. De volgende nacht was er weer een naschok voelbaar, dus weer schrikken! We hadden geen last van hoogwater. Waarna we toch nog 3 heerlijke dagen hadden aan het mooie strand van Bali!
Het was einde regentijd toen we er waren en hadden in het begin elke nacht een flinke bui hadden en later ook wel overdag maar het bleef heerlijk weer een constante temperatuur van gemiddeld 28 tot 30 graden.
Na 2 weken kwam er einde aan een zeer bijzondere vakantie. Arie en Jacomijn van Sintmaartensdijk.
17
Ook ik werd verzocht om mij via het clubblad van ons koor voor te stellen waaraan ik graag wil voldoen. In 1933 zag ik het levenslicht in Rotterdam-zuid vanaf 1937 (datum ingebruikname) bijna onder de rook van stadion Feyenoord. We waren thuis met pa, moe en 4 kinderen. Door de oorlog en de slechte tijd voor de tweede wereldoorlog hadden we het thuis niet breed. Vooral tijdens de oorlog geconfronteerd met het hongerlijden. Allerlei zaken komen weer in de herinnering terug zoals het kolen zoeken langs de rangeerterreinen van de spoorwegen, stekelbaarsjes vangen en na vermaling opeten. Wat ik nog heel goed weet is dat ik een broodje gestolen had in een bakkerij en dat mijn moeder, een goudeerlijk mens, na de oorlog 12 cent bij de bakker ging betalen voor dat gestolen brood. Schoolgaan was een hoofdstuk apart want vooral het laatste jaar van de oorlog kwam daar niet veel van terecht. Na de oorlog had ik het voorrecht naar de Mulo te mogen gaan wat later werd gevolgd door het doorlopen van de HBS aan de Mare in Rotterdam Vreewijk. Mijn toekomst lag wel, naar mijn mening, in het zeemansberoep. Door een redelijk strenge beleving van mijn vader van het geloof ging de vlieger van het varen voor mij niet zonder meer op. Gelukkig kende ik een ouderling van de gereformeerde kerk (Breepleinkerk) wiens zoons aan het studeren was voor machinist op de grote vaart en die heb ik uiteraard snel gevraagd om mijn vader over te halen, en dat lukte. Na het volgen van een 2-jaars opleiding aan de machinistenschool in Rotterdam en het volgen van een stagejaar bij de Rotterdamsche Lloyd is mijn
18
zeemansleven begonnen bij de Lloyd en wel op de schepen Tomini, Tosari en Ampenan.
De mooiste reis was via Engeland, panama, Hawaï, nieuw Guinea (toen nog Nederlands), Indonesië en terug via het Suez kanaal, Egypte terug naar Nederland. Mijn aversie tegen het uniform dragen en de toch wel strenge kleding voorschriften bij de Lloyd zijn de oorzaak geweest om naar Vinke Houtvaart over te gaan. Omdat mijn evenwichtsorganen niet waren opgewassen tegen de voortdurende slingerbewegingen van de schepen eindigde mijn scheepswerktuigkundige periode na een kleine 7 jaar. Inmiddels had ik mijn toenmalige vrouw ontmoet en ben daar in 1956 mee in het andere bootje gestapt n.l. het huwelijksbootje. Omdat in die periode, men noemde dat de bestedingsbeperking, het werk niet voor het opscheppen lag moest ik wel minder attractieve baantjes accepteren. Gelukkig werd in op 1 april 1959 bij het toenmalige Pakhuismeesteren aan de Vondelingenplaat als tankmeter in dienst genomen. Inmiddels waren we verblijd met de komst van een dochter in 1958, de tweede dochter werd in 1961 geboren. Zij hebben inmiddels ook totaal 5 kinderen ( en ook echtgenoten). Tot mijn vertrek uit de dienst van Pakhuismeesteren (later Pakhoed) heb ik genoten van een uitstekende dienstbetrekking. Eerst in de operationele afdeling en later in de administratieve, werkvoorbereidende, en douanezaken behartigende afdelingen leiding te hebben gegeven volgde in 1972 na een hernia operatie de overstap naar de afdeling algemene zaken die beveiliging, veiligheid, communicatie en huisvesting omvatte.
19
Toen in 1990 de mogelijkheid zich voordeed om op 56 jarige leeftijd de dienst te verlaten heb ik dit met beide handen aangegrepen, mijn vrouw was n.l. ongeneeslijk ziek en ikzelf werd in 1989 gehinderd door een hartinfarct. Omdat ik tijdens mijn werkzame periode nogal vaak werd “gehinderd” door gepensioneerden die zo graag nog eens op het werk wilden praten over de “goeie ouwe tijd”, heb ik in 1993 een club opgericht van gepensioneerden die nu nog steeds 3 tot 4 maal per jaar bij elkaar komen en kunnen onder het genot van een biertje of borreltje babbelen over het verleden. Er bestaat verder nog een vereniging van gepensioneerden (1200 leden) van Vopak (ontstaan uit de fusie van Pakhoed en van Ommeren) die jaarlijks boottochten voor de leden organiseert, waarvan ik met plezier de voorzitter mag zijn. Ook mocht ik in 2003 medeoprichter voor de belangenvereniging van gepensioneerden van Vopak zijn.
20
In 1995 kwam mijn vrouw na een langdurig ziekbed te overlijden, ik kan terugzien op een fijn huwelijk. Inmiddels is Tiny mijn nieuwe fijne partner die ik al heel lang kende omdat het de vriendin van mijn eerste vrouw was, en door haar komst heb ik er nu nog twee zoons en twee kleinzoons bij. Heb ik verder nog hobby’s? Ja, vanaf 1971 was ik bestuurlijk en als beheerder van een clubhuis aan een sportvereniging in Spijkenisse verbonden totdat vorig jaar men vond dat ik over de “houdbaarheid” datum was, waarna op een onvriendelijke manier mij te kennen werd gegeven dat ik maar beter kon vertrekken. Voor deze werkzaamheden als vrijwilliger mocht ik op 9 september 2003 uit handen van de wethouder Gert-Jan ’t Hart een Koninklijke onderscheiding ontvangen. Gelukkig kreeg ik al snel een aanbod om beheerder te worden van de ontmoetingsruimte van de Felicitaskerk in Spijkenisse, die ik uiteraard heb geaccepteerd. Ook voor de ontmoetingsruimte van ons appartementengebouw ben ik als beheerder nog aan de slag en organiseer, samen met anderen, bingo’s en etentjes. Hoe ben ik bij het Randstedelijk terechtgekomen? Wij waren al donateurs en omdat ik thuis nogal veel zong en floot (ja, ik ben een vogel!) raadde Tiny mij aan om naar het Randstedelijk Mannenkoor te gaan. Ik wilde absoluut niet, maar toen op de landelijke korendag het koor in de hal van het gemeentehuis optrad, heeft Tiny mij op slinkse wijze daarheen gelokt en ging ik opnieuw de boot in door de indringende wijze waarop Arjan (mijn favoriet) ons benaderde. Heb ik er spijt van? Nee, absoluut niet, de wijze waarop men tijdens de repetitieavonden met elkaar omgaat en de manier waarop ikzelf ben ontvangen sprak mij enorm aan, 1 februari dit jaar ben ik lid geworden en hoop dat nog heel lang te kunnen zijn. Vriendelijke groet aan allen, Bas Vogel (ze zeggen dat ik bariton ben)
21
een stukje pophistorie Muziekbeleving zal waarschijnlijk zoveel vormen kennen als er verscheidenheid aan mensen bestaat. In een poging het fenomeen muziek alleen al te definiëren, komt men vaak niet verder dan een persoonlijke uitlating omtrent gevoelens, welke ontstaan tijdens het luisteren naar voorkeursklanken. Die voorkeuren zijn en worden voortdurend door talloze aspecten beïnvloed. Los van muzikaal talent zijn daar eigenschappen als o.a. karakter, opvoeding, culturele interesse en emotionaliteit van grote invloed. Belanghebbende zaken die ieder wel eens overdenkt als men achter de persoonlijke drijfveer van de eigen muziekbeleving tracht te komen.
Als ik mijn eigen muzikale evolutie beschouw, herinner ik mij de eerste momenten van mijn persoonlijke muziekbeleving op zo‟n 8 à 9-jarige leeftijd: een fenomenaal, nog nooit eerder gehoord hysterisch gekrijs van een mannenstem, begeleid door een zwaar stuwend en bonkend rock ‟n roll-ritme slokte me volledig op. Ik werd meegesleept door de eerste pioniers van het naoorlogse verschijnsel van de populaire muziek: Little Richard met zijn eerste wereldhit: “Tutti Frutty!” Ik vond ‟t geweldig en m‟n leven is na die tijd nooit meer hetzelfde geworden. Na Little Richard volgde al snel Bill Haley met zijn “Rock around the clock” (1954).
22
Mede door deze baanbrekers van mijn persoonlijke muzikale interesse, (mijn ouders draaiden tijdens mijn jongere jaren regelmatig klassieke muziek, maar als kind nam ik daarvan slechts zijdeling kennis), volgde ik alles op het gebied van „rock and roll‟ met getuite oren en luisterde met vriendjes naar alles wat een ritmisch karakter vertoonde en door onze ouders steevast met „rotzooi‟ werd aangeduid. Toch, misschien wel een beetje door hun beginnend rebellerend zoontje aangestoken, vond ik na enige tijd platen van “Les Paul en Mary Ford” naast de grammofoon, die mijn ouders als populaire variant naast hun klassieke muziekvoorkeuren, aangeschaft bleken te hebben. Geen rock ‟n roll natuurlijk van dit fameuze duo, maar ook ìk was toen al in staat om het virtuoze van Les Pauls‟ gitaarspel en het loepzuivere harmonieuze, veelal dubbel of driedubbel opgenomen zanggeluid van zijn toenmalige echtgenote Mary Ford te waarderen, zonder nog te kunnen weten welke iconische betekenis dit soort nieuwe muziekuitingen voor al het navolgende zou hebben. Al het genoemde kwam toentertijd vrijwel uitsluitend uit Amerika, zoals voorts Elvis Presley, Jerry Lee Lewis, Chuck Berry en The Everly Brothers om er slechts een paar van de bekendsten te noemen. Totdat de jaren zestig aanbraken. Verslaafd aan alles wat klonk als pop/rockmuziek was ik vaak niet weg te slaan bij het luxe radiotoestel van mijn vader. Urenlang zocht ik met de glimmende draaiknop langs de talloze, veelal exotische plaatsnamen die het toestel vermeldde, teneinde misschien weer een flard nieuwe popmuziek op te vangen. Radio Luxembourg was toendertijd een geliefde afstemplek, daar dit station veelal popmuziek van mijn favorieten ten gehore bracht. Het station al draaiend naderend klonk er al een gedeeltelijk door ruis verstoord geluid door de speakers; ik spitste mijn oren en probeerde zuiverder af te stemmen, dat lukte gedeeltelijk…… Maar wat was dit?! Er klonk een volledig onbekende sound van een fenomenale opzwependheid uit de radiospeaker; een soort van meerstemmig gezongen rock ‟n roll, begeleid door meerdere gitaren en een uiterst strakslaande drummer…… Na mijn zo‟n 6 jaar eerder beleefde muzikale cultuurschok, wist ik wederom niet wat ik hoorde! Naast de fantastische zang en „beat‟ van deze muziek, vertegenwoordigde dit geluid gevoelsmatig voor deze inmiddels 16-jarige puber, de totale rebellie van zijn
23
generatie, uitgeschreeuwd over de hoofden van de behoudende/volgzame gezagsdragers en ouders van de naoorlogse “babyboomers”. Het was gebeurd: Ik had aldus voor het eerst kennis gemaakt met de groep „The Beatles‟ met het nummer “Please please me!” (1963) en nooit zou popmuziek meer hetzelfde zijn. Om de betekenis van een groep als „The Beatles‟ naast mijn persoonlijke belevenis van deze muziek, nog verder te illustreren, hierbij een citaat uit de popencyclopedie: “The Beatles bezitten vooral in hun helderste momenten (en die zijn talrijk), een katalyserende kracht op de popmuziek, die zijn weerga niet kent. Er is geen band geweest die de eenvoudige rock and roll, blues en countrymuziek in het algemeen, en de muziek van Chuck Berry, Little Richard en The Everly Brothers in het bijzonder, met zo‟n stormachtige vaart in de richting heeft gestuwd van wat men onder het fenomeen popmuziek verstaat”. Hieruit blijkt duidelijk dat het bijna onbevattelijk is hoe groot en verstrekkend de mondiale invloed van deze vier wondertalenten, afkomstig uit Liverpool op de evolutie/ontwikkeling van de populaire muziek is geweest, en nog altijd is. In de opvolgende decennia tot heden is de navolging van met name de meerstemmige zang-harmonie dikwijls te herkennen. Ook het zoeken naar alternatieve harmonieën bijvoorbeeld m.b.v. een veel breder akkoordenscala dan het voordien gebruikelijke, vastliggend schema, vind nog altijd navolging. Iets waarmee toenmalige beginnende gitaarstudentjes zoals ik, in een poging een Beatlesong na te spelen, dikwijls ontmoedigend te maken kregen. Vanaf die zestiger jaren tijdens mijn jeugd maakte mijn verslingering aan popmuziek een zo mogelijk nòg stormachtiger ontwikkeling door met natuurlijk vele andere favorieten in het genre. Het opvolgend decennium kenmerkte zich o.a. weer door de opkomst van de popen „blanke‟ blues gitaarfenomenen die eind zestiger jaren hun voorbeelden hadden gevonden in gitaristen als Jimi Hendrix ( tot 1970), alsmede Eric Clapton( vanaf ± 1966). Ook muzikanten die hun diepe voetafdruk in de mondiale pophistorie hebben achtergelaten, maar daarover misschien een volgende keer. Peter Stok.
24
E
en 15-jarige” AMISH ” jongen (speciaal gelovigen die alleen maar met paard en wagen rijden en alle moderne zaken niet goddienstig vinden en er dus geen gebruik van maken) komt voor de eerste keer in zijn leven samen met zijn vader in een modern winkelcentrum. Stomverbaasd kijken zij naar alles wat zij zien en in het bijzonder naar twee blinkende zilveren muren, die regelmatig open- en dichtschuiven.
De jongen vroeg: “Vader,wat is dit ? ” Waarop de vader heel eerlijk antwoordde: “Zoon, ik heb nooit iets gelijkaardig in mijn leven gezien, ik weet echt niet wat het is”. Terwijl vader en zoon met open mond naar de zilveren muur stonden te kijken, komt er een oude dame in een rolstoel aangereden en drukt op een knopje. De muur gaat open en de dame rijdt er met haar rolstoel in, een klein kamertje waarna de muur zich weer sluit. Stomverbaasd kijken de jongen en zijn vader naar de kleine cijfertjes boven de muren, die één voor één oplichten, tot het laatste cijfertje bereikt is. Daarna beginnen zij in omgekeerde volgorde terug te branden. Uiteindelijk gaan de muren terug open en een prachtige, rondborstige blondine komt uit het kleine kamertje tevoorschijn. Waarop de vader, zonder zijn blik van het prachtige schepsel af te wenden, zachtjes tegen zijn zoon fluistert: “Ga vlug je moeder halen !!!”
25
Toen ik voor de eerste keer op aanraden van Heerco bij jullie zangclubje kwam, dacht ik: waar ben ik terecht gekomen? Allemaal ouwe mannetjes, die een liedje zongen. Ik vond dat maar zozo. Inmiddels ben ik erachter, dat ik ook een beetje oud mannetje ben (65 jaar) en dat de liedjes eigenlijk wel mooi zijn. Ik ben sindsdien als een magneet in ons koor getrokken en heb er een hobby, zo niet een verslaving, bijgekregen. Wat betreft mijn muzikale interesse: die is heel gevarieerd: van klassiek – Mozart, Beethoven - tot pop: Moody Blues, Guess Who - en alles wat daar tussen zit. Ook modern spul: Caro Emerald, Il Divo, Bublé en heel veel latin en relax muziek als Zen en Reiki. Laat ik mij dan nu maar even voorstellen. Mijn naam is Jan Bos (geen familie van de schaatser). Naar die laatste is wel een hyacint vernoemd. Die stond in ons tuintje aan het Salamanderveen, dus ik had ook mijn eigen bloem in de tuin. Ik heb 27 jaar in Rotterdam Noord gewoond en ben daarna naar Spijkenisse verhuisd i.v.m. mijn toen dagelijkse en nachtelijke arbeid in de chemie. Wij zijn inmiddels verhuisd naar de locatie 4 Werelden aan de Oude Maas (10e etage) met een geweldig uitzicht op de lichtjes van de Botlek/Rijnmond
en de skyline van Rotterdam. Uiteraard genieten we ook van de vele bewegingen op de Maas: er vaart nu net – 20 mei jl. – een ijsbreker voor onze deur langs. Verder hebben we duikboten (wel boven water) langs zien komen, de 2e Coentunnel is langs geweest, booreilanden en plezierjachten van het type iets kleiner dan een cruiseschip en een pas gebouwd jacht van de heer Steven Spielberg en verder de gebruikelijke coasters en rijnaken. Verder wordt er bij zeer droog weer aan de overkant – Zuid-Hollandse visserij grienden – af en toe een brandje geblust met een blusboot. Leuk voor een foto. Genoeg over ons uitzicht. Ik ben nu al acht jaar huisman, en dat bevalt me prima. Druk, druk, druk. Mijn vrouw Coby zwaait bij ons thuis de scepter als chef-kok in het kleinste restaurant van ons aardbolletje, naast haar drukke fulltimebaan als leerkracht. Het menu is zeer divers: van hutspot tot spareribs en nasi. Haar gehaktballen zijn geweldig lekker. Daarbij worden er diverse biersoorten geschonken, zoals La Chouffe, Duvel, Kwak, Leffe, Jupiler, enz. en als wijn een hele mooie Cabernet Merlot. Wat betreft onze verdere huisgenoten: er lopen nu al weer sinds vier jaar drie katten rond.
26
Mijn vrouw en ik hebben heel wat over de aardbol gecrost in onze vakanties, eerst met groepen – 2 x - , daarna op eigen houtje: Mexico, Thailand, Indonesië, Oost- en West VS, Canada, Zimbabwe, Namibië, Ierland, India, Nepal. Hieruit zijn ‘tig aantal fotoboeken voortgekomen. Uit de foto blijkt wel, dat mijn interesse voor de wereld er al vroeg inzat. Wat betreft onze huidige vakanties. Die brengen we dichter bij huis door op de Waddeneilanden en in Duitsland. Dit i.v.m. onze wederzijdse moeders van ver in de 80 en 90. Oh ja, ik computer ook een beetje, dia’s en foto’s bewerken en dan een digitaal fotoboek laten maken. Ik sport drie keer per week bij Delta Sport. Ook is ons appartement een zeer kleine bieb met boeken en een uitgebreide stripverzameling en videotheek. Dus wat betreft lezen en films kun je ons als freaks beschouwen. Verder ben ik ook nog met fotograferen in de weer. De afgelopen maanden heb ik jullie al een heel klein beetje leren kennen, nu weten jullie ook wat meer van mij. Was getekend, Jan Bos (1e tenor)
27
Districtfestival Film en Videogroep Rijnmond te Spijkenisse bestaat 40 jaar. Onderstaand een greep uit het persbericht van het verenigingsbestuur. "Film en videogroep Rijnmond vierde dit jaar haar veertigjarig bestaan. Precies op 6 mei 1971 werd de vereniging in Spijkenisse opgericht. Het verenigingbestuur besloot dat aan dit bestaansjubileum van maar liefst vier decennia, zeker niet zomaar voorbij kon worden gegaan. De vereniging zette gedurende elk tienjarig jubileum al een festival op poten, maar ditmaal moest het nog groter worden dan ooit. Men koos er bewust voor om het mooiste theater in Spijkenisse in zijn geheel af te huren, waarin zeker alle inwoners van deze gemeente welkom waren op dit festival, temeer daar de lokale overheid als grootste sponsor optrad. De opening van een districtsfestival is altijd een verassing. De organisatie legt hier zijn eigen creatieve inbreng in. Het is best wel moeilijk om weer met iets nieuws te komen en ook niet in herhaling te treden. Na breed overleg kwam het bestuur overeen om de opening van het festival feestelijk in te laten zingen. Mede door eerdere ervaringen en het bijwonen van verscheidene optredens, werd gekozen om deze opening te laten verzorgen door een prachtig en spectaculair optreden van het bekende en mooiste mannenkoor van de stad: "Het Randstedelijk Mannenkoor"- Spijkenisse. Dit koor staat onder leiding van dirigent Arjan Breukhoven, die tevens voor begeleiding op de vleugel zorgde. Daar dit jubileumfestival deels in retrospectief stond met het oprichtingsjaar 1971, was verzocht dit ook tot uiting te laten komen in de zwart/wit uitmonstering van het koor.
28
Het doek ging op en daar stonden 83 mannen in wit smokingcolbert, zwarte pantalon en wit overhemd, in een perfecte opstelling. Al snel bleek dat dit koor met hun aanwezigheid een professioneel optreden ging verzorgen. Er werd gekozen voor een repertoire dat alle aanwezigen prettig en ook bekend in de oren klonk". Tot zover het citaat uit het betreffende persbericht. Na aankomst in "De Stoep" rond 9.00 u. ‘s-ochtends, werden de koorleden in de gelegenheid gesteld een kopje koffie te drinken in de artiestenkantine. Alle ca. 80 aanwezige zangers vormden volgzaam en gedwee een lange rij voor het enige aanwezige koffieautomaatje. Echter toen iedereen eindelijk voorzien was van een eerste opkikker, was het tegelijkertijd einde pauze en werd het 'aantreden voor 't inzingen' geblazen, hetgeen voor een aantal mannen inhield het eindelijk nèt verkregen koffie/thee dan maar weer te laten staan. Het theaterpodium was inmiddels voorzien van een brede verhoging teneinde het koor op de bekende 'trapsgewijze' manier te kunnen presenteren. Deze verhoging was, net als de gehele verdere bühneruimte matzwart uitgevoerd en hield aan de achterzijde abrupt op. Voorbij de achtergrens gaapte dus een duister zwart gat van ca. 1 m. diep. Gelukkig bleef het aantal valincidenten beperkt doordat men elkaar goed in de gaten hield. Bij het inzingen bleek reeds dat deze toneelzaal een maximale 'dempingfactor' bezat: De door ons koor zo veelal gewaardeerde akoestische galm duurde hier nog geen milliseconde, waardoor tijdens het zingen andere zanggroepen dan de eigen, nauwelijks of niet gehoord konden worden. Arjan had zoals vaker, een dubbeltaak: dirigeren en begeleiden, dus de mannen letten scherp op Arjan’s aanwijzingen met hoofdgebaren en gezichtsmimiek gegeven. Gelet op bovenstaande opmerkingen m.b.t. de indruk die HRM ook tijdens deze gelegenheid heeft achter gelaten, kunnen we met tevredenheid op dit korte maar gezellige concert terugkijken. Even voorbij elf uur was het weer gepiept en ging ieder weer zijns weegs ter voortzetting van het weekend. Peter Stok.
29
‘HOW GREAT THOU ART’ DE GESCHIEDENIS
Het verhaal begint met Carl Gustaf Boberg (18591940), een Zweedse predikant, schrijver en lid van het Zweedse parlement. In 1886 genoot Boberg van een mooie wandeling aan de Zuidoostkust van Zweden, toen hij plotseling werd overvallen door een donderbui die gepaard ging met een hevige stormwind. Toen de storm voorbij was, keek Boberg uit over de heldere baai. Hij hoorde een kerkklok in de verte en in de bomen zongen de vogels. En de woorden van het lied kwamen bij hem op. O Lord, my God, when I in
awesome wonder, consider all the worlds Thy hands hath made (O Heer, mijn God, wanneer ik in verwondering, de wereld zie die U hebt voortgebracht). Het werd een negendelig gedicht. Het is niet moeilijk
om te bedenken wat Boberg voelde toen hij deze woorden bedacht. Er was zo'n kalmte na de hevige storm, dat hij alleen maar deze vredige woorden kon uitspreken. Enkele jaren later hoorde Boberg tot zijn verrassing, dat zijn gedicht werd gezongen op een oude Zweedse melodie. Dit lied, met de Zweedse titel ‘O Store Gud’ (O Grote God) werd gepubliceerd in 1891 in de weekkrant waar Boberg redacteur van was. Spoedig na deze publicatie werd het vertaald in het Duits. In 1927 vertaalde J.S. Prokhanoff de Duitse tekst in het Russisch. In 1925 werd de eerste Engelse vertaling gemaakt vanuit de Zweedse tekst door ds E. Gustav Johnson te Illinois, getiteld: ‘O mighty God, when I behold the wonder’. Deze vertaling verschilt veel van de vertaling die wij kennen van S.K. Hine
VERTAALD DOOR STUART K. HINE In 1933 was de Engelse zendeling/missionaris S.K.Hine met zijn vrouw werkzaam in de Oekraïne. Daar leerde hij de Russische versie kennen. Hij zong het lied met zijn vrouw als duet in Evangeliserende bijeenkomsten. Zij zagen het effect dat deze woorden hadden bij de aanwezigen. Later toen ze in de Karpaten werkzaam waren vertaalde Hine de eerste drie verzen in het Engels. Toen de oorlog uitbrak in 1939 moest het echtpaar Hine terug naar Engeland. Het ging daar verder met zijn
30
evangeliserende werk, gewapend met de eerste drie coupletten van het lied. Na de oorlog schreef Hine het vierde vers als een zegevierende boodschap van eeuwig leven. DE MUZIEK EN HET VERVOLG De muziek van het lied is een arrangement, gemaakt van een oude Zweedse volksmelodie. De ritmische, warme, zingbare simpelheid is kenmerkend voor veel andere gezangmelodieën. Naar wordt gezegd, heeft Dr.J.Edwin Orr van Fuller Theological Seminary, het lied naar Amerika gebracht. Nadat hij het in India had horen zingen, introduceerde hij het bij verschillende Christelijke groeperingen in Amerika. In 1954 werd How Great Thou Art gezongen door George Beverly Shea tijdens de London Crusade van het Billy Graham team. Later zong Orr het lied meer dan honderd keer tijdens een Billy Graham campagne in New York. Hierdoor kreeg het lied in Zweden en Amerika nieuwe aandacht en werd het gepubliceerd in diverse zangbundels. In 1974 werd het lied in 1974 door de ‘Christian Herald’, na een stemming, gepresenteerd werd als de nummer één hymn in Amerika. In Groot Brittanië is het lied het meest favoriet, bij de luisteraars en kijkers van het BBC programma ‘Songs of Praise’. Op een lijst van favoriete gezangen aller tijden in de krant ‘Today’s Christian’ stond het lied ‘How Great Thou Art’ in 2001 op de tweede plaats achter ‘Amazing Grace’. Dat het lied "How Great Thou Art" ook in ons land populair is, blijkt wel uit het feit dat een Nederlandse vertaling van Rikkert Zuiderveld is opgenomen in de Evangelische liedbundel: nummer 374 ‘O Heer, mijn God’.
Overgenomen uit Nieuwsbrief nummer 54 van het ‘Speelman Familiekoor’, auteur: Joke Meijboom-Speelman.
31
Bij elke nieuwe editie van randverschijnselen wordt deze zo snel mogelijk verspreid. Leden die op de oefenavond aanwezig zijn krijgen het exemplaar persoonlijk uitgereikt. Donateurs en sponsoren worden via verschillende netwerken bereikt en overige exemplaren worden per post verstuurd of door de redactie zelf bezorgd. Zo toog ook bij het laatste exemplaar de redactie , omdat het toch mooi weer was, op de fiets door Spijkenisse om de boekjes af te leveren. Aangekomen in het Centrum van de stad reden we ongemerkt binnen het hekwerk van een van de bouwplaatsen, die de stad rijk is. “Hé, Hé meneer “ riep een van de bouwvakkers “ u rijdt hier op een bouwplaats rond hoor” Omdat je tegenwoordig op dergelijke locaties moet voldoen aan allerlei veiligheidseisen, riep één van de redacteuren “Geef ons dan maar een helm”. Moet u eens raden tegen wie de bouwvakker terug riep : “Die heb je toch al op?!”
32
WEETJES Ziekte Zoals we allemaal weten, ben ik langdurig ziek geweest. Omdat ik hierover nog wel eens vragen krijg, verzoek ik Ger om het volgende korte stukje te publiceren: De oorzaak van mijn ziekte was een tekort aan maagzuur, waardoor mijn lichaam geen vitamine B12 meer opnam. Een gebrek aan vitamine B12 is wel een zeer sluipende ziekte. Want in de lever is een grote hoeveelheid reserve vitamine B12 aanwezig. Deze reservehoeveelheid wordt eerst opgemaakt. Ik was al zover door mijn reserve heen dat ik bijna serieuze hartproblemen kreeg. De laatste tijd van mijn ziekte ging ik wel zeer snel achteruit. Nu ik melkzuur gefermenteerde dranken drink, ben ik gelukkig weer snel genezen. Het gekke is dat mijn huisarts in feite nog steeds niet weet wat er met mij aan de hand was. Ik werd gewaarschuwd door mijn goede vriend die zelf ook een tekort aan vitamine B12 had. Ouderdom was bij hem de oorzaak... Dus niet: maagzuurtekort! Opeens heeft deze oude vriend geen tekort aan vitamine B12 meer: hij is compleet genezen, net als ik! Samenvattend: ik was niet ziek van hartproblemen: ik heb een normale conditie die bij mijn leeftijd hoort volgens de cardioloog. Er is niets met mijn hart aan de hand. Mijn ziekte werd puur veroorzaakt door een gebrek aan vitamine B12. En dat is gelukkig weer verholpen waardoor ik geheel ben genezen. Ik heb dit stukje geschreven opdat jullie zelf op je eigen gezondheid kunnen letten, want een arts zit er wel eens naast. En daar kan hij niet altijd wat aan doen. HOUD DAAROM JULLIE EIGEN GEZONDHEID IN DE GATEN!!! BLIJF VRAGEN STELLEN AAN JULLIE ARTSEN!!! NEEM NIETS VOOR ZOETE KOEK AAN!!! (zoals ik wel deed!) Dirk van den Engel
33
Donderdag 30 juni 2011, aanvang 19.30 uur Benefietconcert t.b.v. “Hospice de Waterlelie” Breukhoven, m.m.v. Wendy Roobol-sopraan.
o.l.v.
Arjan
Donderdag 25 augustus 2011, aanvang 19.30 uur. Eerste repetitieavond na de vakantie in De Kern Donderdag 15 december 2011, aanvang 20.00 uur. Eigen kerstconcert in de Dorpskerk te Spijkenisse o.l.v. Arjan Breukhoven m.m.v. Hoboïste, Yta van der Zwaag; Orgel, Everhard Zwart; Sopraan, Graziëlla Frerichs. Woensdag 21 december 2011, aanvang 20.00 uur. Groot Mannenkoor Kerstconcert in de Groote Kerk te Maassluis o.l.v. Arjan Breukhoven m.m.v. Alexander Paperny (uit Rusland) balalaika; Kinder-en-jeugdkoor „Young Voices‟ o.l.v. Rozemarijn Kalis; Orgel, Evert van Veen. Vrijdag 23 december 2011, aanvang 20.00 uur. Eigen kerstconcert in de Sint Catharijnekerk te Brielle o.l.v. Arjan Breukhoven m.m.v. Sopraan, Liubov Berlotserkovskaja; organist Martin Zonnenberg.
34