V.U.: C. PISANI - Vautierstraat 29 - 1000 Brussel
educatieve dienst 2007 - 2008
Galerij van de Dinosauriërs Didactisch dossier
Museum voor Natuurwetenschappen Vautierstraat 29 - 1000 Brussel www.natuurwetenschappen.be Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
1
Inhoud • •
Voor een geslaagd bezoek aan de Galerij van de Dinosauriërs............................. 3 Overzicht tentoonstelling: bezoekparcours en bezoekwijze.................................. 7 Plattegrond............................................................................................................ 8 Zone 1. Onder onze voeten 1. De iguanodons en hun kooi ............................................................................................................ 2. De ontdekking van de iguanodons ................................................................................................. 3. Wat de opgravingen ons leren ........................................................................................................ 3.1. Bernissart 3.2. Bayan Mandahu 3.3. Kundur 4. Fossilisatie ...................................................................................................................................... 5. Waar kan je dino’s vinden? .............................................................................................................
9 11 13
16 17
Zone 2. Dinosauriërs, levende dieren 1. Houding ........................................................................................................................................... 1.1 Wat de fossielen ons hierover vertellen 1.2 Houding en uitzicht van Iguanodon bernissartensis 2. Verplaatsingen en migraties ............................................................................................................ 2.1 Wat fossiele sporen ons vertellen 2.2 Van Noordpool en Zuidpool 3. Communicatie: schedels om te pronken en te…............................................................................ 4. Voortplanting ................................................................................................................................... 5. Aanval en verdediging ..................................................................................................................... 6. Voeding ...........................................................................................................................................
17 20 21 22 23 24
Zone 3. Nog steeds bij ons? 1. De eerste dinosauriërs .................................................................................................................... 2. Evolueren en wegvliegen – de tak van de theropoden ................................................................... 2.1 Met of zonder veren? 2.2 Waar veren goed voor zijn… 2.3 Tyrannosaurus rex : een rare vogel 3. Evolueren en uitsterven – de tak van de ornithopoden .................................................................. 3.1 Maak kennis met de ornithopoden 3.2 Het massale uitsterven 4. Wel of geen dino? ........................................................................................................................... 4.1 Wel een dino 4.2 Geen dino 5. Tijdslijn: de dinosauriërs leefden niet allemaal tegelijkertijd op dezelfde plaats…........................
• Uitbreiding
1. Bernissart 1878: een historische ontdekking! ................................................................................ 2. Fossilisatie en fossielen ................................................................................................................. 3. Waar kunnen we dinosauriërs vinden? .......................................................................................... 4. Hoe communiceerden dinosauriërs? ............................................................................................. 5. Het mesozoïcum of secundair tijdperk .......................................................................................... 6. De massale uitstervingen ..............................................................................................................
25 27
29 32
33
37 39 41 42 43 43
• Artikel over het opgravingswerk van het KBIN in Azië: de dinosauriërs van de Amoer
Federaal Wetenschapsbeleid: Science connection nr 6, 2005: dossier opgravingen ......................... 45
Bibliografische referenties en interessante websites ................................................... 51
2
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
Voor een geslaagd bezoek aan de Galerij van de Dinosauriërs 1. Mogen wij u voorstellen… De gloednieuwe Galerij van de Dinosauriërs heeft haar thuis gevonden in de volledig gerenoveerde Janletvleugel van het Museum. Dit 100-jarig gebouw, dat toen speciaal voor de iguanodons werd geconcipieerd, werd tussen februari 2005 en oktober 2007 vakkundig in zijn authentieke toestand hersteld. Het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen stelde tot doel deze restauratie te integreren in een eigentijdse museologie, waarbij criteria als duidelijkheid, interactiviteit en publieksvriendelijkheid centraal staan. Heel het gelijkvloerse niveau en zelfs een deel van het ondergrondse niveau van de Janletvleugel worden nu voorbehouden voor wat de grootste permanente tentoonstelling over dinosauriërs van Europa belooft te zijn! De rode draad is de vraagstelling die voortvloeit uit de observatie van specimens, zowel van authentieke skeletten als van afgietsels. Met de modernste presentatietechnieken richten we onze schijnwerpers op maar liefst 35 complete skeletten, zowel originelen als afgietsels. Daarnaast tonen we nog veel meer (vaak authentieke) dinosaurusfossielen waaronder schedels, eieren, skeletfragmenten, pootafdrukken…, maar ook fossielen van hun tijdgenoten zoals schildpadden, ammonieten, primitieve zoogdieren… De tentoonstelling is opgebouwd rond drie hoofdthema’s: •
De zone Onder onze voeten voert je eerst mee naar Bernissart en de fabuleuze ontdekking van de iguanodons. Daarna zal je merken dat fossilisatie een complex fenomeen is en tenslotte onthullen de opgravingen in Kundur (Rusland), Bayan Mandahu (China) en Bernissart heel wat gegevens over dinosauriërs.
•
In de tweede zone Dinosauriërs, levende dieren belichten we hun levenswijze: houding, voeding, verplaatsingen en migraties, voortplanting, communicatie, verdediging...
•
In Nog steeds bij ons? tenslotte volgen we de evolutie van de dinosauriërs vanaf hun verschijnen op het einde van het trias tot niet alleen de meteorietinslag op het einde van het krijt, maar zelfs tot op vandaag!
Deze tentoonstelling heeft de ambitie een referentie te worden inzake de vulgarisatie van de biologie en gedragsleer van dinosauriërs en is dus zo didactisch mogelijk opgevat. De nieuwe Galerij van de Dinosauriërs biedt een overweldigende kijk op niet alleen hun fossielen en de studie ervan, maar ook op hun levenswijze en evolutie. Een hele rijkdom aan informatie wordt in de tentoonstelling zelf op intrigerende en uitnodigende wijze gebracht. De tekstpanelen geven een bondig maar duidelijk wetenschappelijk verhaal, de films, maquettes en multimedia maken alles visueel en auditief duidelijk en de interactieve modules spelen in op de nieuwsgierigheid en de belevingsdrang van de bezoekers. Alles steunt hierbij op het onderzoekswerk en de collecties van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en buitenlandse instellingen. De nieuwe Galerij van de Dinosauriërs richt zich tot een ruim publiek van zowel kinderen, lezertjes en nietlezertjes, als jongeren en volwassenen. Voor elk van deze doelgroepen is er informatie en interactiviteit op maat uitgewerkt. De tentoonstelling is volledig ontworpen en uitgewerkt, zowel wat inhoud als presentatie betreft, door de dienst museologie in samenwerking met specialisten van het departement paleontologie en met de hulp van de educatieve dienst van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
3
1.2 Educatieve omkadering Voor de nieuwe Galerij van de Dinosauriërs biedt de educatieve dienst een brede waaier aan begeleide educatieve activiteiten aan. Vroegere programma’s werden aangepast en vernieuwd, een totaal nieuw educatief initiatief werd speciaal ontwikkeld, atelierlokalen zijn opgefrist of zelfs volledig nieuw… Werkt u graag een zelfstandig bezoek aan de Galerij van de Dinosauriërs uit dan kan u gebruik maken van dit didactische dossier voor de voorbereiding en diepgaandere informatie en van werkblaadjes voor leerlingen die op verschillende niveaus zijn uitgewerkt (beschikbaar vanaf januari 2008).
•
Educatieve activiteiten
PaleoLAB In een zijzaal van de grote dinogalerij pakt het museum uit met een uniek en vernieuwend initiatief: het paleolab. In deze speciale ontdekruimte maken jongeren een actieve ervaring als paleontoloog in spe mee. Een animator zet de groep op weg, maar dan is het volledig aan hen! Een veertigtal doeactiviteiten kunnen individueel of in kleine teams uitgeprobeerd worden. Plaats dinotanden in de juiste kaken of trek dinopoten aan en ga na welke afdrukken je zo maakt. Puzzel het levensgrote skelet van een stegosaurus in elkaar of teken de archeopteryx na. Graaf ook echte fossielen op, bestudeer ze en maak er een afdruk van. Stel zelf de geologische kaart van België samen of veroorzaak een minizandstorm om te kunnen zien hoe erosie werkt. Maak een prehistorische versie van jezelf of reconstrueer een mammoet met huid en al. En dit is nog maar een kleine greep uit het aanbod. Wil je het wat rustiger houden, dan kan je er een boek op naslaan in de leeshoek of even iets opzoeken op het internet. De animator helpt waar nodig of geeft nog een extra woordje uitleg. Het paleolab bevat heel veel echte fossielen om in handen te nemen en te bestuderen. Wetenschap wordt hier tastbaar. Leef je uit als paleontoloog in je eigen paleolab en leer al doende het prehistorische leven kennen. Er zijn twee formules om het PaleoLAB uit te proberen, met of zonder een begeleid bezoek aan de Galerij van de Dinosauriërs. PaleoLAB bezoek 75 min. Met een handig instructieblad en in kleine teams verkennen de aspirant-paleontologen de activiteitenmodules in het Paleolab. De animator zorgt voor de nodige begeleiding. Doelgroep: van derde leerjaar basisonderwijs tot het tweede secundair. Duur: 75 min. Max. 15 deelnemers per groep (2 groepen tegelijk mogelijk) PaleoLAB atelier2 uur Volg in de dinogalerij het werktraject van een paleontoloog, van opgraving over onderzoek tot in het museum. Daarna kan je in het Paleolab zelf als paleontoloog de handen uit de mouwen steken. Doelgroep: van derde leerjaar basisonderwijs tot het tweede secundair. Duur: 2 uur. Max. 15 deelnemers per groep (2 groepen tegelijk mogelijk) Rondleidingen De gids voert de groep mee doorheen de drie zones van de tentoonstelling. Zo doet de gids het belang van de ontdekking van de iguanodons van Bernissart uit de doeken, waarna er dieper op het fenomeen fossilisatie wordt ingegaan. We verkennen ook wat de opgravingen in Bayan Mandahu (China), in Kundur (Rusland) en in Bernissart ons over dinosauriërs leren. Tijdens de rondleiding krijg je ook een interessante kijk op de levenswijze van de dino’s: wat ze aten, hoe ze zich voortplantten, welke houding ze hadden en hoe ze zich verplaatsten, hoe ze communiceerden, hoe ze overleefden… De gids vertelt ook vanwaar de dinosauriërs kwamen, in welke tijd ze leefden, hoe ze evolueerden en hij verklapt ook dat niet alle dinosauriërs 65 miljoen jaar geleden uitgestorven zijn… Dit alles aan de hand van de talrijke dinoskeletten en andere fossielen uit de tentoonstelling. Doelgroep: basisonderwijs vanaf derde leerjaar, secundair onderwijs, studenten, jeugdgroepen, volwassenen en senioren. Duur: 75 minuten Max. 15 deelnemers per gids Dierenverhalen In een spannend verhaal over dino’s laat een verteller de kleinste bezoekers een leuk avontuur meemaken. Daarna zoeken we de helden uit ons boek op in de galerij van de dinosauriërs en vergelijken we de werkelijkheid met het fantasieverhaal. Achteraf kunnen de kinderen hun verbeelding loslaten in een knutsel- of kleuropdracht. Doelgroep: van derde kleuterklas tot tweede leerjaar basisonderwijs Duur: 1 uur Max. 15 kinderen per verteller 4
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
Natuurateliers Bij het atelier Dino’s plus maken we van jongeren uit het derde leerjaar tot het tweede secundair aspirantpaleontologen. In de zaal vertelt de animator aan de hand van de tentoonstelling alles wat een paleontoloog weten moet zoals hoe fossilisatie verloopt, hoe je moet opgraven en afgietsels maken, wat de kenmerken van een dinoskelet zijn… Hebben ze de theorie onder de knie, dan volgt het echte werk in het atelierlokaal. Ze graven zelf een fossiel(replica) op en maken er een plaasteren afgietsel van, net zoals echte paleontologen. Eerst wat olie op het fossiel strijken, gipspoeder en water goed mengen en dan gieten maar. Enkel nog uitharden en het afgietsel kan naar huis mee. Doelgroep: van derde leerjaar basisonderwijs tot het tweede secundair Duur: 2 uur Max. 20 deelnemers in 1 groep Kinderen van de derde kleuterklas en het eerste en tweede leerjaar kunnen met het atelier Dino’s zich ‘specialiseren’ als dino-loog. De animator neemt de kinderen mee op een rondgang tussen de talrijke skeletten en andere fossielen van de dinosauriërs en zoekt met hen de antwoorden op hun vele vragen over grootte, kleur, geluid, voedsel, opgravingen… Daarna mogen ze in het atelierlokaal zelf de handen uit de mouwen steken. De kinderen gaan als een echte speurder in een mijn op zoek naar gesteente met dino’s erin. Ze kunnen daarna hun eigen minidino uitgraven. Samen met de tekeningen of het kleien beeldje die ze van hun favoriete dino maken, gaan die nadien natuurlijk mee naar de klas. Doelgroep: van derde kleuterklas tot tweede leerjaar basisonderwijs Duur: 2 uur Max. 20 deelnemers in 1 groep
•
Educatieve documenten
Werkbladen Vanaf januari 2008 zijn op onze webstek www.natuurwetenschappen.be/educa werkbladen beschikbaar voor het zelfstandig bezoek aan de Galerij van de Dinosauriërs. Ze zijn onderverdeeld in 4 niveaus van moeilijkheidsgraad, van prille lezertjes tot de eindjaren van het secundair onderwijs. Dino’s op het web Dino’s op het web is een gloednieuwe rubriek op onze webstek (www.natuurwetenschappen.be/4kids) voor kinderen van de basisschool én hun leerkrachten. Je vindt heel wat informatie over dinosauriërs en hun levenswijze in de Dinotheek, de allerlaatste scoops over het onderzoek naar dinosauriërs en andere fossielen in de Dinokrant en voor de echte fanaten een dinoquiz en allerlei dinospelletjes.
1.3 Praktische informatie •
Wegwijs
Museum: Vautierstraat 29, B-1000 Brussel Op- en afstapplaats (school)bussen: Waversesteenweg 260, B-1050 Brussel Trein: station Brussel-Luxemburg (op 5-10 min.) Metro lijn 1 halte Maalbeek – lijn 2 halte Troon (op 15 min.) Bus MIVB 34 en 80 halte Museum (op 2 min.) | 38 en 95 halte Parnassus (op 5-10 min.)
•
Openingstijden
Vanaf 27 oktober 2007: - Dinsdag tot en met vrijdag ü 9.30 tot 16.45 uur ü tijdens herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie: 10 tot 18 uur - Zaterdag en zondag ü 10 tot 18 uur Sluitingsdagen: elke maandag, 1 januari, 1 mei, 25 december
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
5
•
Tarieven
Toegang vanaf 15 personen
Jongeren (2-25 jaar)
Volwassenen
museum
€3
€6
Eén begeleider gratis per groep van 15 personen Gratis toegang voor leerkrachten op vertoon van hun lerarenkaart Rondleidingen 15 personen per gids
Jongeren
Volwassenen weekdagen
Volwassenen WE en feestdagen
Rondleiding
€ 35
€ 62
€ 75
Dierenverhaal
€ 35
-
-
Natuurateliers Per deelnemer
€ 3 bovenop toegangsprijs
Paleolab Paleolab bezoek (75 min)
€ 35 per groep van 15 personen
Paleolab atelier (2 uur)
€ 3 per deelnemer bovenop toegangsprijs
•
Reserveren
Reserveren is verplicht voor groepsbezoeken. Telefoneer hiervoor naar 02-627 42 52 (werkdagen van 9 tot 12 uur en van 13 tot 16.30 uur). Geen reserveringen mogelijk per brief, fax of e-mail.
•
B-dagtrips
Groepen kunnen voor een bezoek aan de galerij van de dinosauriërs een B-dagtrip (nr. 273) aanvragen via
[email protected] of 09-241 23 68. Je krijgt dan een voordelige combinatieprijs voor het vervoer en de toegang. Groepen die met een B-dagtrip wensen te komen, dienen eerst bij het museum te reserveren, vooraleer hun treinreis vast te leggen!
6
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
Overzicht tentoonstelling: bezoekparcours en bezoekwijze De tentoonstelling Galerij van de Dinosauriërs staat opgesteld in de gerenoveerde Janletvleugel van het museum. Je bereikt de hoofdingang ervan net voorbij de vestiaire op het niveau 0 van het museum. Je komt dan terecht op de mezzanine van de zaal, van waar je een mooi overzicht van de tentoonstelling krijgt. De hoofduitgang van de Galerij van de Dinosauriërs bevindt zich op niveau –1, onder de mezzanine aan dezelfde zijde als de hoofdingang. Je bereikt zo de mineralenzaal, de toegang tot de lopende tijdelijke tentoonstelling, de toegang tot de zaal Dieren in de Stad en de museumwinkel. De Galerij van de Dinosauriërs is opgedeeld in drie grote themazones, maar er is geen vastgelegde volgorde om ze te bezoeken. In het hiernavolgende overzicht van de tentoonstelling geven we je wel een suggestieparcours mee, vertrekkend vanaf de mezzanine aan de hoofdingang. Daar word je verwelkomd door een vlucht (opgezette) vogels die je rechts naar de kooi van de iguanodons begeleiden, waar de eerste zone begint. De volledig nieuwe en ruimere glazen kooi herbergt negen iguanodons die in hun historische rechtopstaande houding opgesteld zijn. De schikking van de iguanodons in de kooi is zodanig gekozen dat de meest merkwaardige anatomische details van nabij kunnen bezichtigd worden: de best bewaarde schedel, de meest complete wervelkolom, de handen met de meeste details…
Zone 1: Onder onze voeten
De eerste zone is verdeeld over drie verdiepingen. Langsheen de kooi van de iguanodons, zowel op de mezzanine als op de begane grond, vertellen we heel wat wetenswaardigheden over deze dinosauriërs en hun huisvesting. In de kelderverdieping, die je kan bereiken via de verbindingstoren met traphal en lift vanaf de mezzanine of de begane grond, doen we het volledige verhaal van de ontdekking van de iguanodons van Bernissart uit de doeken. Je ziet hier de iguanodons liggen zoals ze 322 m diep in de Sint-Barbaramijnput zijn gevonden. Terug op het gelijkvloerse niveau verdiepen we ons in het fossilisatieproces, in de spreiding van de vindplaatsen van dinosauriërs en vooral in drie specifieke opgravingen. De opgravingsites van Bernissart, Bayan Mandahu (China) en Kundur (Rusland) leveren onze paleontologen telkens een ander, specifiek verhaal op over de levenswijze van de daar opgegraven dinosauriërs en hoe ze aan hun einde gekomen zijn.
Zone 2: Dinosauriërs, levende dieren
De tweede zone belicht de biologie van de dinosauriërs rond zes thema’s. Door de studie van de dinosaurusbeenderen en talrijke andere fossielen zoals pootafdrukken, eieren, voedselplanten… kunnen talrijke aanwijzingen over de levenswijze van deze grote dieren afgeleid worden. We gaan hun verplaatsingen en migraties na, we zien welke houdingen ze aannamen (tweevoeters, viervoeters), we ontdekken dat ze diverse voedingswijzen hadden, we ontsluieren de geheimen van hun communicatie, we verkennen hun manieren van aanval en verdediging en leren meer over hun voortplanting.
Zone 3: Nog steeds bij ons?
In vijf onderdelen wordt in deze zone de evolutie van de dinosauriërs belicht, vanaf hun verschijning aan het einde van het trias tot… vandaag. Bij de eerste dinosauriërs bekijken we ook het cladogram van hun nakomelingen, daarna bekijken we de tak van de ornithopoden en hun ondergang op het einde van het krijt, samen met de andere slachtoffers, maar ook overlevenden. Vervolgens gaan we dieper in op de tak van de theropoden en hoe we die vandaag nog kunnen tegenkomen. We staan ook even stil bij wie er nu echt een dino is en wie niet. Deze zone neemt het onderste vloerniveau van de begane grond in. De samenvattende tijdslijn van het mesozoïcum verken je op de mezzanine. Voor elk van deze zones hebben we in het overzicht volgende gegevens verzameld: • de integrale teksten uit de tentoonstelling • lijsten met de getoonde specimens met aanduiding van naam, datering, vindplaats. We geven ook aan of het gaat om een origineel stuk, afgietsel of sculptuur. • een aanduiding van de andere tentoonstellingsstukken: foto’s, tekeningen, modellen, decors… • de multimediatoepassingen: audiocommentaren, videofragmenten, projecties… • de interactieve modules: elektrospelen, doe-opdrachten, hands-on modules, demo’s…
De nummers per zone op de plattegrond verwijzen naar de desbetreffende titels in het overzicht.
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
7
Plattegrond
8
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
Zone 1. Onder onze voeten 1. De iguanodons en hun kooi Belangrijke data in het begin van het onderzoek naar dinosauriërs
1822: Megalosaurus, de eerste dinosauriër die een naam krijgt 1825: Iguanodon, de tweede dinosauriër die een naam krijgt 1841: Richard Owen bedenkt het woord dinosaurus (verschrikkelijke hagedis) 1854: De eerste realistische dinosaurusmodellen in het Crystal Palace Park (Londen) 1858: Hadrosaurus, de eerste gereconstrueerde dinosauriër 1878: De ontdekking van de iguanodons van Bernissart 1883: Eerste iguanodon tentoongesteld in Brussel Een wereldpremière: in een kolenmijn in het Belgische Bernissart ontdekten mijnwerkers een dertigtal iguanodons. Deze dinosaurusskeletten waren niet alleen vrij volledig, maar de beenderen zaten bovendien op de juiste plaats. Zodra ze in ‘levensechte’ houding opgesteld stonden, kwamen mensen van overal om ze te bewonderen. Deze verzameling iguanodons is immers zo groot en zo uitstekend bewaard, dat ze nog steeds de mooiste van de hele wereld is!
De tekeningen van Lavalette
G. Lavalette en andere tekenaars van het ‘Koninklijk Natuurhistorisch Museum van België’ maakten vanaf de jaren 1880 prachtige gedetailleerde tekeningen van de iguanodons en één krokodil. Zij stelden ze meestal voor in de houding waarin ze bij hun ontdekking lagen. Maar ze moesten wel wachten met hun werk tot de fossielen uit het sediment en uit het beschermende gips gehaald waren. Gelukkig konden ze steunen op de situatieplannen van de opgravingen beneden in de mijn.
Vier weetjes over de iguanodons en hun kooi
De iguanodons staan al sinds 1902 in deze zaal. Maar tot 1932 waren ze blootgesteld aan lucht, temperatuurveranderingen en vochtigheid. Ze verbrokkelden langzaam maar zeker. Daarom werden tussen 1933 en 1937 alle skeletten gedemonteerd en in een beschermend mengsel van alcohol en schellak gedrenkt. Hun bruine kleur is dus heus niet het gevolg van hun verblijf in een steenkoolmijn…
Tekening van G. Lavalette (1883) : Iguanodon bernissartensis in situ in de mijnput Sint-Barbara
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
9
In 1940 werden de skeletten van de iguanodons weer uiteengehaald: de bombardementen zouden ze kunnen beschadigen of zelfs volledig vernietigen. Ze vonden een onderkomen in de kelders, die met zandzakjes werden afgesloten. Maar het was daar zo vochtig dat ze al terug naar de zaal moesten voordat de Tweede Wereldoorlog afgelopen was! Het allereerste opgestelde exemplaar was een Iguanodon bernissartensis. Sinds 1883 stond hij op de binnenplaats van het Hof van Nassau in een glazen kooi, die hem tegen wind en weer moest beschermen… Al vlug kreeg hij gezelschap van de kleine Iguanodon atherfieldensis en andere fossielen van dieren en planten die ook uit de mijn van Bernissart kwamen. De acht specimens van Iguanodon bernissartensis in deze kooi zijn bijlange niet allemaal even groot: hun lengte varieert van 629 tot 730 cm en hun hoogte van 390 tot 506 cm! Het enige exemplaar van Iguanodon atherfieldensis is duidelijk kleiner: het is 391 cm lang en 362 cm hoog.
Iguanodon atherfieldensis: de wetenschappers raken er niet uit
Dit specimen is veel kleiner dan de andere. Is het een Iguanodon mantelli, die tussen de I. bernissartensis verzeild geraakt is, zoals Boulenger en Dollo sinds de jaren 1880 beweerden? Of een mannetje tussen zijn wijfjes, zoals Nopsca in 1929 opperde? Of een jong tussen volwassen dieren? Norman, voor wie het in 1986 opnieuw I. atherfieldensis wordt, is genuanceerder: een skelet op zich is niet genoeg om deze hypotheses te staven of te ontkrachten…
Iguanodon atherfieldensis: hoe zit het nu met deze iguanodon?
Zijn skelet en dat van Iguanodon bernissartensis vertonen inderdaad kleine verschillen. Maar om er zeker van te zijn dat ze tot een andere soort behoren, zouden we moeten nagaan of ze zich kunnen voortplanten (als ze vruchtbare nakomelingen kunnen hebben, zijn ze van dezelfde soort). Het spreekt vanzelf dat dit niet gaat met dieren die al miljoenen jaren uitgestorven zijn! Het blijft dus geheim…
Iguanodon bernissartensis
10
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
Specimen • Iguanodon bernissartensis: originelen, -128MJ > - 125MJ, Bernissart (België). Hoewel ze meer dan eens uiteengehaald en ineengezet zijn, staan de iguanodons nog steeds in dezelfde kangoeroehouding als bij hun allereerste opstelling. • Iguanodon atherfieldensis: origineel, -128MJ > - 125MJ, Bernissart (België) • Opgezette vogels in volle vlucht Ook te zien • Uitvergrote tekeningen van G. Lavalette in de ramen: de fossielen van Bernissart zoals ze in de Sint-Barbaramijn lagen (1883) • Foto’s van Richard Owen, Louis Dollo, en George Albert Boulenger • Foto van de iguanodonstandbeelden in Crystal Palace Park (Londen) • Foto van het eerste in een levensechte houding gemonteerde skelet van een dinosauriër (Hadrosaurus) • Tekeningen van Iguanodon bernissartensis en Iguanodon atherfieldensis met het aanstippen van de belangrijkste anatomische verschillen • Gravure van een onderkaakshelft van Megalosaurus • Gravure van iguanodontanden
De skeletten van een kasuaris en van een kangoeroe als model bij de eerste opstelling van een iguanodon
2. De ontdekking van de iguanodons Een onverwachte vondst
Het verhaal begint eind maart 1878 in de Sint-Barbaramijn in Bernissart. Mijnwerkers zijn er 322 meter onder de grond een mijngang aan het graven. Wanneer ze op een met klei gevulde verzakking stoten, beslissen ze er dwars doorheen te graven… en vinden met goud gevulde boomstammen! Het zijn echter iguanodonbeenderen waarin pyriet zit, een goudglanzend mineraal. Op 12 april 1878 brengt een telegram het Koninklijk Natuurhistorisch Museum van België op de hoogte…
Drie spannende jaren
Op 15 mei 1878 begint De Pauw met twee technici van het Museum en negen mijnwerkers op 322 meter diepte met de opgravingen. In augustus zijn ze twee uur lang door een aardbeving van de buitenwereld afgesneden. Een overstroming op 22 oktober gunt ze zelfs de tijd niet om gereedschap of fossielen mee naar boven nemen. Pas zes maanden later, op 12 mei 1879, achten ze de toestand veilig genoeg om verder te graven. Korte tijd nadat ze 356 meter diep iguanodons ontdekken, stoppen ze in 1881 definitief.
‘Ingeblokte’ iguanodons
Het pyriet in de beenderen doet ze in de open lucht verkruimelen. De Pauw moet er iets op vinden om ze te beschermen tot dit beruchte goedje in het laboratorium verwijderd is. Hij laat ze met nat papier bedekken en met gips instrijken. Het is natuurlijk onmogelijk een skelet in één stuk in te gipsen en te vervoeren. Het wordt daarom in blokken verdeeld, met telkens een letter voor het specimen en een cijfer voor het blok. Deze verwijzen naar een plan met de nauwkeurige aanduiding van hun vindplaats.
Beschermende gipsen blokken met fossielen
De ‘Cran van de iguanodons’ Zo heet de met klei gevulde verzakking met de skeletten. De ploeg graaft er op 322 meter diepte verschillende gangen door. Bij het begin van de hoofdgang bevinden zich twee iguanodons verticaal met hun schedel naar beneden. Meer
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
11
in het midden liggen de skeletten bijna horizontaal. Telkens de opgravers er één vrijleggen, verdelen ze het in blokken die ze met gips instrijken. In het totaal brengen ze zo bijna 600 blokken in paardenkarretjes naar boven.
In de laboratoria van het Museum
Er vertrekken wel 37 karrenvrachten naar Brussel met 130 ton fossielen, gips en ijzeren steungeraamten (die de grootste blokken bijeen moeten houden). In de museumlaboratoria nemen technici de beenderen grondig onder handen! Ze halen ze uit het omliggende sediment en verwijderen het pyriet. Ze stoppen ze in een bad kokende houtlijm om ze te verstevigen en beschermen ze daarna met tinfolie tegen het vocht…
Voor het eerst een iguanodon opgesteld
In 1882 stelt De Pauw onder leiding van Louis Dollo één van de volledigste exemplaren in een ‘vermoedelijk levensechte houding’ op. Hiervoor is vanzelfsprekend een hoge ruimte nodig: dit wordt de Sint-Joriskapel (nu een deel van de Koninklijke Bibliotheek). Ze bouwen er een stelling, waaraan de beenderen aan touwen hangen. Door de lengte telkens aan te passen brengen ze elk been in zijn meest natuurlijke stand. Nadat ze het skelet ineengezet hebben, voorzien ze het van een ijzeren steungeraamte. Specimen • Iguanodon bernissartensis : originelen, -128 MJ > - 125 MJ. Bernissart (België). Deze min of meer volledige skeletten liggen in de houding waarin ze in de mijn gevonden werden. De verborgen delen zitten nog altijd in de klei die ze eeuwenlang beschermde. Ook te zien • Reproductie van het telegram van 12 april 1878 • Maquette van de mijngalerij op 322 m diepte met de cran van de iguanodons • Mijnwerkersgereedschap uit begin 20ste eeuw • 4 diorama’s in 2D over het opstellen van een iguanodon, de cran van de iguanodons, drie spannende opgravingsjaren en de onverwachte vondst
Het atelier in de Sint-Joriskapel (1882)
Te beleven • Geluidsfeer van de ontdekking van de iguanodons (in de gang) • 2D animatie van de eerste opstelling van een iguanodon in de Sint-Joriskapel.
Dioramadetail met Louis De Pauw en met Louis Dollo Het telegram van 12 april 1878
12
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
3. Wat de opgravingen ons leren De opgravingsites van Bernissart, Bayan Mandahu en Kundur leveren de paleontologen telkens een ander, specifiek verhaal op over de levenswijze van de daar opgegraven dinosauriërs en hoe ze aan hun einde gekomen zijn. Deze informatie lezen de paleontologen in de verschillen sedimenten per opgravingsite, de ligging van de dinosaurusfossielen en de gevonden specimens van andere dieren en planten.
3.1 Bernissart
Bernissart in de tijd van de iguanodons
Bernissart betekent meer dan dinosauriërs. Er zijn duizenden fossielen van dieren en planten opgegraven! Zij bieden een inkijk op het klimaatsomstandigheden en het milieu waarin de iguanodons leefden. Leer al die dieren en planten kennen in de vitrines ‘De andere schatten van Bernissart’. Specimen
(Uit de vitrines van de ‘andere schatten van Bernissart’) • Krokodillen: originelen, -128MJ > -125MJ, Bernissart (België) Bernissartia fagesii Goniopholis simus • Teenkootje van een theropode, dinosauriër: origineel, -128MJ > -125MJ, Bernissart (België) • Zoetwatervissen: originelen, -128MJ > -125MJ, Bernissart (België) Coccolepis macropterus (25 cm) Lepidotes bernissartensis (60 cm) Macromesodon bernissartensis (12 cm) Callopterus insignis (35 cm) Amiopsis dolloi (25 cm) Aethalionopsis robustus (35 cm) Pattersonella formosa (8 cm) • Zoetwaterschildpadden: originelen, -128MJ > -125MJ, Bernissart (België) Chitracephalus dumonii (25 cm) Peltochelys duchasteli (17 cm) • Hylaeobatrachus croyii, salamander (8cm): origineel, -128MJ > 125MJ, Bernissart (België) • Hylaeoneura lignei, vleugel van een cicade (2,2 cm): origineel, 128MJ > -125MJ, Bernissart (België) • Plantenresten: originelen, -128MJ > -125MJ, Bernissart (België) Een gefossiliseerd stukje varen Weichselia reticulata, moerasvarens Pityostrobus bernissartensis, naaldboomkegel Pinoxylon, stuk hout van een naaldboom Ook te zien • tekeningen: de vissen van Bernissart • tekening: de cicade van Bernissart • tekening: varens van Bernissart Om te doen • doe-opdracht: Bernissart in de tijd van de iguanodons: zet de rol op het juiste landschap
Aethalionopsis robustus
Geen afgedane zaak
Hoe is het te verklaren dat er zoveel iguanodons op één plaats gevonden zijn? Vanaf het eind van de negentiende eeuw zochten wetenschappers het antwoord in allerlei rampenscenario’s. Maar nu blijkt dat de iguanodons niet allemaal tegelijkertijd doodgingen. Sommige skeletten bevonden zich duidelijk in aparte kleilagen die in verschillende periodes afgezet waren. Ook te zien • bas-reliëf: De dood van Iguanodon Te beleven • boek met geluidscommentaar: Waaraan zijn de iguanodons gestorven? Verschillende scenario’s worden voorgesteld. Het ontstaan van de cran wordt hierbij uitgelegd. Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
13
Zijn er nog iguanodons in Bernissart?
Nu zijn de iguanodonskeletten onbereikbaar: ze bevinden zich meer dan 300 meter diep en de mijnschachten zijn reeds heel lang opgevuld en afgesloten! Maar de Mijnbouwkundige Dienst van de Polytechnische Faculteit van Bergen verrichtte in 2002 en 2003 boringen tot bij de ‘Cran van de iguanodons’, om na te gaan tot waar hij precies kwam en om te zien of er nog iguanodons waren. Dit werk maakte een 3D-modelering van de vindplaats mogelijk, maar vooral de boorkernen waren veelbelovend…
Ook te zien • 2 boorkernen uit de ‘Cran van de iguanodons’ Te beleven • 3D-computermodelering de ‘Cran van de iguanodons’ Iguanodon bernissartensis
Technologie in dienst van de paleontologie
Met een CT-scanner (‘CT’ staat voor computertomografie) kunnen we de schedel van Iguanodon bernissartensis langs alle kanten en zelfs binnenin bekijken. En door een lichtmicroscoop of een elektronenmicroscoop kunnen we het stuifmeel en de sporen onderzoeken die in de klei van Bernissart zitten. Dit werd met in Engeland gevonden stuifmeel vergeleken, wat een nauwkeuriger datering van de vindplaats mogelijk maakte. Ook te zien stuifmeelkorrel
• Uitvergrote foto’s: fossiele sporen van varens en stuifmeelkorrels uit Bernissart Te beleven • 3D-computermodelering: schedel van Iguanodon bernissartensis
3.2 Bayan Mandahu
Wat een dinosauriër kan meemaken… Gesneuveld in de strijd! Het overkwam deze twee dinosauriërs. De vleeseter Velociraptor had de lange klauw van zijn achterpoot in de buik van de plantenetende Protoceratops geslagen. Ondertussen had deze zich stevig in de voorpoot van zijn aanvaller vastgebeten.
Lange tijd had Oviraptor een slechte faam: hij zou nesten van Protecatops geroofd hebben. Hij werd daarom Oviraptor philoceratops genoemd: de eierdief die ceratopsen lust. Maar in 1990 vonden paleontologen er één op een nest: hij was wellicht zijn eigen eieren aan het uitbroeden toen hij stierf. In de tijd van de dinosauriërs leefden er al zoogdieren, maar ze waren klein (minder dan 50 cm). In de zijwand van het meubel staan er twee waarvan de tanden laten vermoeden dat ze harde planten aten. Specimens • Schedel van Veliceraptor mongoliensis, dinosauriër: afgietsel, -75MJ > -70MJ, Shabarakh Usu (Mongolië) • Schedel van Protoceratops hellenikorhinus, dinosauriër: afgietsel, -75MJ > -70MJ, Bayan Mandahu (China) • Oviraptor philoceratops, jong op een nest met eieren van een Oviraptor: sculptuur, -75MJ > -70MJ, Bayan Mandahu (China) 14
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
• Multituberculata ind., zoogdier: afgietsel, -75MJ > -70MJ, Bayan Mandahu (China) • Twee schedels van Kryptobaatar mandahuensis, zoogdier: afgietsel, -75MJ > -70MJ, Bayan Mandahu (China)
Bedolven onder het zand
In het Chinese Bayan Mandahu werden veel skeletten gevonden. Het sediment waarin ze zich bevonden, bestaat uit heel fijnkorrelige zandsteen. Dit wijst erop dat het in de buurt woestijnachtig was. Pinacosaurus, Oviraptor, Zangerlia… raakten waarschijnlijk vast in zandstormen die tijdens het bovenkrijt de streek teisterden. Ofwel waren ze verrast toen onstabiele duinen in elkaar stortten.
Slachtoffer van het zand!
De landschildpad Zangerlia werd waarschijnlijk razendsnel onder een duin bedolven: ze kreeg niet eens de kans om kop en poten in haar schild terug te trekken! De kop en de rug van de ankylosauriër Pinacosaurus waren bedekt met benige platen. Die vormden een doeltreffend pantser tegen belagers… maar niet tegen de zandstorm die hem verzwolg!
Multituberculata en Kryptobaatar
Specimens • Zangerlia neimongolensis, landschildpad: afgietsel, -75MJ > -70MJ, Bayan Mandahu (China) • Pinacosaurus mephistocephalus, dinosauriër: afgietsel, -75MJ > -70MJ, Bayan Mandahu (China) Ook te zien
Zangerlia neimongolensis
• Bas-reliëf: de dood van Pinacosaurus Om te doen • Doe-activiteit: Ontketen een zandstorm. Zandstormen bedekken of leggen juist skeletten vrij.
Pinacosaurus mephistocephalus
3.3 Kundur
Rusland
Meegesleurd met een modderstroom
In de streek van het Russische Kundur raasden tijdens de moessons vaak modderstromen van de bergflanken. Ze sleurden dinosauriërs mee in de dood. Waar de stroming minder sterk was of waar een hindernis opdook, hoopten hun krengen zich op en gingen rotten. Hun beenderen raakten vermengd en vormden zo enorme mikado’s, die we ‘bone beds’ noemen. Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
15
Ook te zien • Bas-reliëf: de dood van Olorotitan • Reconstructie van een deel van de site van Kundur waarin alle stappen van de opgraving getoond worden • Maquette: de ‘bone beds’ van Kundur (miniatuur) Te beleven • Animatiefilm in 3D: de vorming van de ‘bone beds’ van Kundur • Videofilm: opgravers aan het werk (de ploeg van het KBIN aan de slag in Rusland en China) • Videofilm: In de labs van het Instituut Om te doen • Doe-opdracht: welk been is dit? Identificeer drie beenderen aan de hand van tekeningen • Zandbak: leg het skelet vrij met een grote borstel (voor de kleintjes)
Detail van de opgravingssite
Olorotitan
4. Fossilisatie Wat zijn fossielen?
Dit zijn overblijfselen of afdrukken van organismes (dieren, planten…) die meestal in sedimentgesteente, zoals zand- en kalksteen, bewaard zijn. De meeste fossielen zijn afkomstig van beenderen, tanden of schelpen. Harde lichaamsdelen vergaan immers minder snel dan zachte (huid, bladeren…). Ze hebben dus meer kans om te fossiliseren. Toch bestaan er fossielen van eieren, uitwerpselen (koprolieten), planten, insecten, voetsporen, huiden, veren…
Insect in kopal (hars)
Aan de hand van voorbeelden wordt aangegeven wat er allemaal kan fossiliseren (de specimens) Specimens • stuk gefossiliseerd hout: origineel, -89 MJ > -65 MJ, uit Montzen (België) • Dryophyllum dewalquei, gefossiliseerd afdruk van een blad: origineel, -61MJ > -58MJ, uit Overbroek (België) • Insecten in kopal (hars): originelen, -2MJ, uit Madagascar • Probactrosaurus, staartwervel dinosauriër: origineel, -130MJ > -120MJ, uit Dashuiguo (China) • Smerdis macrurus, gefossiliseerde vis: origineel, -35MJ > -30MJ, uit de Provence (Frankrijk) • Dinosauruseieren: originelen, -75MJ > -70MJ, uit Bayan Mandahu (China) • Chiroptera ind., vleermuis: origineel, -47MJ, uit Messel (Duitsland) • Ammonieten: originelen, -183MJ > -180MJ, uit Dudelange (Luxemburg)
Gefossiliseerde afdruk van een blad
Te beleven • Film: interview met Armand de Ricqlès over het fossilisatieproces • Foto met geluidscommentaar van de hand van Iguanodon bernissartensis met een blokje pyriet op de duim. Om te doen • Spel: een dino is een schat. Informaticatoepassing over de omstandigheden waarin fossilisatie wel of niet plaatsvindt. 16
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
Gefossiliseerde eieren
5. Waar kan je dino’s vinden? Gelukstreffers Het komt inderdaad voor: dikwijls worden vindplaatsen van dinosauriërs bij toeval ontdekt! In Bernissart waren mijnwerkers gewoon steenkool aan het delven toen ze op de iguanodons botsten. In Kundur brachten bulldozers die een weg verbreedden, de eerste beenderen van Olorotitan aan het licht. In Aix-en-Provence duiken bij graafwerkzaamheden vaak dinosaurusnesten op… Dinosauriërs zijn nu nagenoeg overal op aarde teruggevonden. De kaart toont de belangrijkste vindplaatsen.
Ook te zien • Kaart met de belangrijkste vindplaatsen van dinosauriërs Te beleven • Informaticatoepassing: waar kan je dinosauriërs vinden? Om te doen • Dambordspel: waar zitten de fossielen? Fossielen zoeken verreist goede ogen…
Zone 2. Dinosauriërs, levende dieren
1. Houding 1.1 Wat de fossielen ons hierover vertellen Diplodocus carnegii
Dit exemplaar mag dan wel klein zijn, toch was Diplodocus een van de grootste dinosauriërs. Hij werd wel 27 meter lang (waarvan de helft voor de staart alleen)! Zoals bij andere sauropoden bevatten zijn nek- en rugwervels grote holtes: de pleurocoelen. Die maakten de wervels licht maar stevig. Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
17
Rugwervel van een reuzensauropode
Binnenin de hals- en rugwervels van de sauropoden vormden met elkaar verbonden luchtzakken een soort buigbare buizen. Hierdoor werd de nek veel lichter en behield hij zijn stabiliteit. Op de hals- en rugwervels van de sauropoden stonden er dunne, lange en platte beenplaten, die de wervels verstevigden. Ze vormden eveneens hechtpunten voor de krachtige spieren en pezen.
Precies de Golden Gatebrug
De sauropoden, waaronder Diplodocus, waren als een hangbrug gebouwd. De pijlers waren de voorpoten (met de schouders) en de achterpoten (met de heupen). Als kabels dienden de dikke gewrichtsbanden die langs de bovenkant van de ruggengraat liepen. Deze ligamenten werden aangespannen door de lange nek en staart, die zo de massa van de borstkas hielpen torsen.
Diplodocus carnegii
Hoe kunnen we weten hoeveel een dinosaurus woog?
Wetenschappers stelden vast dat de massa van landzoogdieren (muis, mens, paard…) evenredig is met de omtrek van – bij de tweevoeters – hun dijbeenderen of – bij de viervoeters – hun dij- en opperarmbeenderen. Ze hebben veel recente soorten opgemeten en op basis hiervan wiskundige vergelijkingen opgesteld. Die gebruiken ze nu om de massa van uitgestorven dieren te schatten.
Op twee of vier poten?
De stand van de vierde trochanter, een uitstulping op het dijbeen, geeft aanwijzingen over hoe een dinosauriër liep. Aan de trochanter was een spier gehecht die de poot achteruittrok. Bij lichte dieren die op twee poten liepen, zoals Struthiomimus, zit die hoog: voor een grote stap hoefde de spier slechts een ietsje samen te trekken. Bij zware dieren die op vier poten liepen, zoals Diplodocus, zit de knobbel lager: de spier kon een stevige poot verplaatsen, maar de pas was kleiner.
Struthiomimus altus
Struthiomimus was een allesetende theropode: met zijn tandeloze bek at hij beestjes, insecten en planten. Door zijn slanke lijn, zijn lange gespierde achterpoten, zijn lange nek en zijn grote ogen leek hij op de huidige loopvogels (struisvogel, emoe). Hij kon bovendien even snel rennen: makkelijk 60 km/uur. Struthiomimus
Ze hadden nog meer kunnen wegen!
We weten al dat er een verband bestaat tussen de dikte van de poten van een landdier en zijn massa. Zo heeft een olifant in verhouding dikkere poten dan een muis. Wetenschappers zijn van mening dat, vanaf ongeveer 140 ton, de poten zo dik worden dat ze tegen elkaar schuren, waardoor het dier niet meer kan bewegen! Maar zelfs de grootste bekende sauropoden wogen niet meer dan 100 ton. Er bleef dus nog heel wat speelruimte over… Specimens • Jonge Diplodocus carnegii, dinosauriër: afgietsel, -155MJ > -145MJ, Morrison Formation, Wyoming (VSA) • Rugwervel van een reuzensauropode, dinosauriër: afgietsel • Struthiomimus altus, dinosauriër: afgietsel, -78MJ > -70MJ, Red Deer River Valley, Alberta (Canada) • Opgezette struisvogel: naast Struthiomimus wat ‘struisvogelnabootser’ betekent • Rechtervoorpoot van een reusachtige sauropode, dinosauriër: sculptuur en afgietsel, -155MJ > -145MJ, Dry Mesa Quarry, Colorado (VSA) Om te doen • Bouw een ‘diplobrug’: zet het model juist in elkaar en span de ‘kabels’ aan. Zo zit de nek en de rug van Diplodocus in elkaar. • Wie weegt het meest? Schat de massa van drie tweevoeters door hun dijbeen te meten. 18
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
• Kwestie van stand: verplaats de trochanter op het model en bekijk welke passen ze kunnen maken. • Maatstok: vergelijk jouw lengte met die van de dinosauriërs • Elektrospel klein, groot of reusachtig? (voor de kleintjes)
1.2 Houding en uitzicht van Iguanodon bernissartensis Iguanodon bernissartensis
Hoewel hij bij de eerste reconstructies op twee poten stond, waarbij hij als een kangoeroe op zijn staart steunde, stapte Iguanodon bernissartensis waarschijnlijk op vier poten en rende hij op twee. De uitstekend bewaarde exemplaren uit de mijn van Bernissart vormen de belangrijkste collectie iguanodons van de hele wereld!
In 1882 krijgt Iguanodon een tweevoetige houding aangemeten
Louis Dollo, die de allereerste opstelling leidde, was overtuigd dat Iguanodon bernissartensis op twee poten liep. Hij had hiervoor zeker argumenten. Bij viervoeters verschillen achter- en voorpoten niet zo van elkaar. De ruggengraat is die van een dier dat op twee poten loopt. De heupen en achterpoten én de verhouding van kop en borstkas lijken op die van loopvogels, zoals de struisvogel en de kasuaris. Tenslotte laat een fossiel spoor in Engeland vermoeden dat Iguanodon op zijn achterpoten liep. Een sleepspoor van de staart werd nooit gevonden.
In 1980 wordt de houding van Iguanodon opnieuw bestudeerd
Bijna een eeuw na Louis Dollo onderwierp paleontoloog David B. Norman Iguanodon bernissartensis aan een nieuw onderzoek. Maar hij kwam tot de conclusie dat Iguanodon, wanneer hij stapte of rende, zijn ruggengraat ongeveer horizontaal hield. Dus van een ‘kangoeroehouding’ op twee poten is geen sprake meer. Toch blijven de originele geraamtes in deze houding opgesteld. Ze zijn immers te breekbaar om er nog iets aan te veranderen.
Iguanodon bernissartensis
Ja, maar wat met Iguanodon atherfieldensis
Hoe zit het met Iguanodon atherfieldensis, het kleinste specimen dat in Bernissart gevonden werd? Hij hield zijn ruggengraat eveneens vrij horizontaal, maar toch liep hij waarschijnlijk op twee poten. Zijn voorpoten waren korter en tengerder dan die van Iguanodon bernissartensis en dus minder geschikt om erop te lopen…
Hoe zag Iguanodon eruit?
Rond 1835 dacht Gideon Mantell dat Iguanodon een reuzenleguaan was met een hoorn op zijn neus. In 1854 maakte Benjamin Waterhouse Hawkins zo’n ‘neushoornversie’ in het Crystal Palace Park bij Londen. In 1882 worden de iguanodons van Bernissart op hun achterpoten opgesteld, zoals een kangoeroe, met hun duim op de juiste plaats! In 1980 stelt David Norman Iguanodon opnieuw op vier poten voor…
De huid van Iguanodon
De hand van Iguanodon bernissartensis
We kennen het huidreliëf daar in Bernissart afdrukken gevonden zijn. Maar we weten niets over zijn kleur of die van andere dinosauriërs. Er is immers weinig huid ontdekt en de oorspronkelijke kleur veranderde bij het fossiliseren!
Specimens • Iguanodon bernissartensis, dinosauriër: afgietsel op vier poten, -128MJ > -125MJ, Bernissart (België) • Hand van Iguanodon bernissartensis, dinosauriër: origineel, -128MJ > -125MJ, Bernissart (België) • Skelet van een kasuaris (zijn skelet werd als voorbeeld gebruikt bij het eerste maal opstellen van de iguanodons
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
19
Ook te zien • 4 verschillende tekeningen van handen van Iguanodon Te beleven • Gesproken commentaar: Iguanodon: een veelzeggende hand • Gefilmd interview met David B. Norman over de houding van Iguanodon bernissartensis • 3D-animatiefilm over de manier van lopen van Iguanodon bernissartensis (geprojecteerd op de kooi) Om te doen • Huidstructuren vergelijken: merk het verschil tussen de huid van een dinosauriër, een krokodil en een slang • Teken jouw dinosauriër met de hulp van de computer
2. Verplaatsingen en migraties 2.1 Wat fossiele sporen ons vertellen Hoe berekenen we de snelheid van een dinosauriër?
Met een bepaalde formule kunnen we de snelheid van een dier schatten, dus ook van een dinosauriër. Hiervoor moeten we de heuphoogte of de voetgrootte kennen (het is mogelijk om het ene uit het andere te berekenen), alsook de afstand tussen twee opeenvolgende afdrukken van dezelfde voet (dit meten we op een fossiel spoor uit). Zo weten we dat Struthiomimus stapvoets liep toen hij het spoor hierboven achterliet. Dit is veel minder dan de 60 km per uur die deze sprinter kon halen…
Iguanodon bernissartensis als viervoeter. Op de voorgrond: de kasuaris
Dinosauriërs op het spoor
Het is niet makkelijk een spoor aan de juiste dinosauriër toe te schrijven, tenzij er ook een skelet gevonden wordt! Maar het kan tenminste met een groep dinosauriërs in verband gebracht worden. Is de afdruk nogal rond en groot (tot 1 m doorsnede), dan komt hij van een sauropode. Drie korte ronde vingers wijzen op een ornithopode, maar een theropode herken je aan drie lange vingers met scherpe nagels. Specimens • Fossiel spoor van meerdere dinosauriërs en vogels: afgietsel, -67MJ > -65MJ, Niobrara County, Wyoming (VSA) • Fossiel spoor van Struthiomimus, -67MJ > -65MJ, Niobrara County, Wyoming (VSA) Ook te zien • Miniatuursporen van verschillende dinosauriërs Te beleven • gesproken commentaar met gelijktijdige belichting van spoor per spoor
2.2 Van Noordpool en Zuidpool
Gefossiliseerd spoor van een theropode
Cryolophosaurus ellioti
Deze ‘bevroren kamhagedis’ is een theropode. Hij is ontdekt in Antarctica, bij de zuidpool, tussen resten van andere dieren, waaronder een plateosauriër (primitieve dinosauriër) en een tritylodont (ver verwant aan de zoogdieren). Daar er reeds van deze dieren fossielen in de onderjura gevonden werden, kennen we de ouderdom van Cryolophosaurus.
Dinosauriërs aan de Noordpool
Op het einde van het krijt leefden er rond de noordpoolcirkel dinosauriërs. Hiertoe hoorden de theropode Troodon, de hadrosauriër Edmontosaurus en de ceratops Pachyrhinosaurus. In Alaska (USA) en in Alberta en de Yukon (Canada) werden talrijke beenderresten, waaronder schedels, opgegraven. Dit laat vermoeden dat deze 20
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
planteneter (Pachyrhinosaurus) een kuddedier was dat ‘s zomers naar het hoge noorden trok en bij het aanbreken van de winter het zuiden opzocht.
Ja maar…
Cryolophosaurus ellioti
Sommige pooldinosauriërs, zoals de Noord-Amerikaanse Troodon en de Australische Leaellynasaura, hadden heel grote ogen. Dit kon een aanpassing zijn aan het nachtelijke leven of… aan de poolnacht. Maar misschien was het gewoon doordat ze zo klein waren: kleine dieren en baby’s hebben nu eenmaal verhoudingsgewijs grote ogen.
Specimens • Cryolophosaurus ellioti, dinosauriër: afgietsel, -196MJ > -183MJ, Mount Kirkpatrick (Antarctica) • Schedel van Pachyrhinosaurus canadensis, dinosauriër: afgietsel, -70MJ > -68MJ, Pipestone Creek, Alberta (Canada) • Opgezette pinguïn: nu zijn er pinguïnkolonies waar Cryolophosaurus 185 miljoen jaar geleden vertoefde. Maar toen was het in Antarctica niet zo koud! Te zien • Kaart: Op het spoor van Pachyrhinosaurus Te beleven • Gefilmd interview met Phil Currie over de pooldinosauriërs
3. Communicatie: schedels om te pronken en te… De kam van Parasaurolophus
Hoewel hol, is de kam bovenaan gesloten: het was dus geen snorkel waarmee hij onder water kon ademen, zoals ooit gedacht werd. Hij kon wél geluiden versterken. Zo kon Parasaurolophus alarm slaan, zich voor soortgenoten herkenbaar maken, het tegen een rivaal opnemen of een wijfje aantrekken… allemaal over grote afstanden. Hoe langer zijn kam was, hoe indrukwekkender hij er uitzag en hoe beter hij zijn bazuinklanken visueel kon ondersteunen.
Parasaurolophus
Het nekschild van Centrosaurus
Centrosaurus heeft niet alleen een stevige hoorn op zijn neus. Zijn schedel draagt ook een nekschild met twee naar onder gerichte uitsteeksels. Twee gaten maakten zijn structuur lichter, maar de nek bleef toch voldoende beschermd. Die was bedekt door een huid die door bloedtoevoer rood kon kleuren, zoals de rugplaten van stegosauriërs. Zo verleidde hij partners, maakte hij indruk op zijn rivalen en schrikte hij belagers af.
De helm van Pachycephalosaurus
Deze dinosaurus heet letterlijk ‘dikkophagedis’ en die naam verdient hij: de bovenkant van zijn schedel is 20 tot 25 cm dik! Paleontologen denken dat hij deze benige helm als stormram gebruikte, waarmee hij vooral tijdens de paartijd zijn rivalen flinke stoten verkocht. Bovendien kon hij met een voldoende lange aanloop ongetwijfeld de ribben van elke aanvaller breken. Specimens • Schedel van Parasaurolophus walkeri, dinosauriër: afgietsel, -76,5MJ > -75MJ, Dinosaur Park Formation, Alberta (Canada) • Schedel van Centrosaurus apertus, dinosauriër: afgietsel, -76,5MJ > -75 MJ, Dinosaur Park Formation, Alberta (Canada) • Schedel van Pachycephalosaurus wyomingensis, dinosauriër: afgietsel, -68MJ > -65MJ, Lance Formation, Wyoming (VSA) Te beleven • Als een schuiftrompet: het geluid uit de kam (audio) en het traject van dat geluid in de kam van Parasaurolophus (beeld)
Centrosaurus
Om te doen • Een Pachycephalosaurus op je weg? Meet je met deze virtuele dinosauriër via de camera. Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
21
4. Voortplanting Eieren met een eigen naam
Op het ogenblik zijn er al veertig types dinosauruseieren bekend. Maar van welke dinosauriër zijn ze precies? We kunnen het pas weten als een ei beenderresten bevat die we met volwassen dieren kunnen vergelijken, of als het onder een ouder ligt die tijdens het broeden gestorven is. Maar dat komt zelden voor. De eieren worden daarom volgens grootte, vorm, structuur van de schelp ingedeeld… en krijgen dus hun eigen namen en niet die van dinosauriërs.
Maiasaura peeblesorum
‘Maia’ betekent in het Oudgrieks ‘moeder’ of ‘voedster’. Vermoedelijk zorgde deze hadrosauriër inderdaad voor zijn jongen. In elk geval bleven zijn grote kolonies generatieslang in gebruik. Het is ook één van de weinige dinosauriërs waarvan we alle groeistadia van embryo tot volwassen dier kennen. Maiasaura peeblesorum
Kleine maiasauraatjes worden groot
Net zoals bomen hebben dinosaurusbeenderen groeiringen, waaraan we zien hoe oud ze zijn en hoe snel ze groeiden. Zo was een pasgeboren Maiasaura 30 cm groot, maar in één of twee jaar tijd werd hij bijna vier meter groot. Na zes tot acht jaar was hij volwassen en mat toen ongeveer negen meter. Het was veiliger zo snel te groeien, want rovers grepen makkelijker een weerloos jong dan een stevig volwassen dier.
Ja, maar…
Maar misschien was Maiasaura toch niet zo’n goede moeder: tot nu toe zijn er nog geen beenderen van kleintjes en van volwassen dieren samen ontdekt! Het zou dus kunnen dat de pasgeboren hadrosauriërs eerst één of twee jaar apart bleven tot ze groot genoeg waren om de volwassen dieren tijdens hun tocht te volgen.
Hoe houden we wijfjes en mannetjes uiteen?
Tijdens hun groei werd het verschil tussen de mannelijke en vrouwelijke Protoceratops geleidelijk duidelijker. Paleontologen menen dat de exemplaren met de grootste neusknobbels en met de breedste nekschilden mannetjes waren. Waarschijnlijk dreigden ze hiermee tijdens de paartijd rivalen af of trokken ze wijfjes aan… Specimens • Megaloolithus, fossiele eieren van misschien een tinanosauriër: afgietsel, -70MJ > -68MJ, Totesti (Roemenië) • Fossiele eieren van een onbepaalde soort dinosauriër: originelen, -76MJ > -68MJ, Mongolië Dinosauruseieren • Elongatoolithus, fossiele eieren van misschien oviraptor: originelen, -83MJ > -72MJ, Bayan Mandahu (China) • Fossiele eieren van een onbepaalde soort dinosauriër: originelen, -83MJ > -72MJ, Bayan Mandahu (China) • Volwassene, jong, 2 babies en eieren van Maiasaura peeblesorum, dinosauriër: afgietsels, -78MJ > -72, Blackfoot Indian Reservation, Montana (VSA) • 4 dijbeenderen van Maiasaura peeblesorum, ze tonen de groei van geboorte tot volwassen dier: afgietsels, -78MJ > -72MJ, Teton County, Montana (VSA) • 4 schedels van Protoceratops hellenikorhinus, dinosauriër, ze tonen verschil tussen mannetjes en wijfjes: 3 originelen en 1 afgietsel (juveniel), -75MJ > -70MJ • Opgezette eenden om te vergelijken met Maiasaura Ook te zien • Nest van Maiasaura met eieren en jongen Te beleven • Gefilmd interview met Jack Horner over de ontdekking van het nest met jongen van Maiasaura Om te doen • Elektrospel: wie legt wat? (voor de kleintjes) • Observatie met verschuifbare loep: dinosauruseieren 22
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
5. Aanval en verdediging De wapenuitrusting van Ankylosaurus
Met zijn staartknots brak Ankylosaurus makkelijk de beenderen van elk dier dat het waagde hem aan te vallen. Bovendien droeg hij van kop tot staart een rugpantser uit benige knollen, stekels en platen die uit de huid staken. Met zo’n uitrusting was hij een van de meest beveiligde dinosauriërs, zodat hij ondanks zijn traagheid en zijn onbeholpenheid toch wegkwam.
Liever rood dan dood
De beenstekels maakten van de staart van Stegosaurus een geducht wapen. De rugplaten waren echter eerder een afschrikkingmiddel. Ze waren met bloedvaten doorlopen (waarvan de fossielen nu nog de sporen dragen) en waarschijnlijk slechts door een dunne huid bedekt. Wanneer bloed toegevoerd werd, kleurden ze rood. Door te ‘blozen’ maakte Stegosaurus wellicht zijn vijanden én rivalen bang, lokte hij wijfjes en herkende hij soortgenoten.
Ankylosaurus
Allosaurus: de schrik van de jura!
Allosaurus was bijna 12 meter lang Stegosaurus stenops en hiermee één van de grootste rovers die op het einde van de jura in Noord-Amerika voorkwam. Aan elk van de drie vingers van elke hand zat een 15 cm lange vlijmscherpe klauw. In zijn krachtige kaken zaten ongeveer 70 naar achter gebogen tanden. Die waren gekarteld als een steakmes. Hiermee viel hij planteneters aan zoals Stegosaurus, die ongeveer even groot was, of Diplodocus, maar dít deed hij misschien wel in groep.
De zweep van Diplodocus
De heel lange staart van Diplodocus had een bijzonder soepel uiteinde van enkele meters. Hij bewoog waarschijnlijk sneller dan het geluid en knalde dan als een zweep. Om belagers te verwonden was hij te breekbaar, maar zijn zweepslag klonk wellicht luid genoeg om ze af te schrikken. Maar misschien werd hij ook in de kudde gebruikt als herkennings- of alarmsignaal…
‘Verschrikkelijke Klauw’ had zijn naam niet gestolen
Tijdens het onderkrijt zaaide Deinonychus (deinos is het Oudgrieks voor ‘verschrikkelijk’ en onuchos voor ‘klauw’) dood en vernieling in Noord-Amerika. Hij sloeg toe met zijn 12 cm lange vlijmscherpe sikkelvormige reuzenklauwen, die aan de tweede teen van elke achterpoot zaten. Hij richtte die klauwen naar boven wanneer hij liep. Maar zodra hij een prooi besprong, klapten ze razendsnel neer.
Stegosaurus stenops
Stegosaurus at planten zoals varens en scheutjes. Zijn naam – ‘dakhagedis’ – dankt hij aan de beenplaten die langs zijn hele ruggengraat in zijn huid gehecht waren. Die waren zo breekbaar dat hij ze niet als verdedigingswapen kon gebruiken, wat hij wel deed met de vier beenstekels op zijn staart. Specimens • Staart en schedel van Ankylosaurus magniventris, dinosauriër afgietsel en sculptuur, -68MJ > -65MJ, Hell Creek Formation (VSA) • Schedel van Allosaurus fragilis, dinosauriër: afgietsel, -155MJ > -145MJ, Morrison Formation, Wyoming (VSA) • Stegosaurus stenops, dinosauriër: afgietsel, -155MJ > -145MJ, Morrison Formation, Wyoming (VSA) • Jonge Diplodocus carnegii, dinosauriër: afgietsel, -155MJ > -145MJ, Morrisson Formation, Wyoming (VSA)
De klauw van Deinonychus
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
23
Ook te zien • Anatomische tekening van een rugplaat van Stegosaurus met aanduiding bloedvaten • Model van een klauw van Deinonychus: toont de beweging van de klauw aan
6. Voeding Tand kwijt? Zo vervangen!
Wanneer dinosauriërs hun tanden versleten of verloren hadden, kregen ze er snel nieuwe in de plaats! De meeste hadden wel maar één type tanden, die alleen in grootte varieerden. Bij T. rex waren ze scherp en naar achter gebogen, zodat hij zijn prooi kon vasthouden en in stukken snijden. Bij Diplodocus vormden zijn lange tanden een kam, waarmee hij de bladeren van de bomen trok. Met zijn scherpe tandjes maalde Chasmosaurus de planten fijn die hij eerst met zijn bek versneed…
Een giraffehals?
Helemaal niet! Bij de meeste sauropoden stond de hals in rusthouding horizontaal. Bij de ene was hij geschraagd door verlengde halswervels: dan was hij lang, maar weinig buigzaam. Bij de andere was hij verstevigd door dikke gewrichtsbanden en krachtige spieren: dan was hij korter, maar soepeler. Misschien zorgde deze vormendiversiteit ervoor dat Diplodocus, Camarasaurus, Apatosaurus… konden samenleven zonder voor hun voedsel te moeten vechten: ze aten elk op hun niveau!
Zwaar op de maag?
Sommige dieren slikken stenen in die het voedsel in de maag fijnmalen, zodat dit beter verteerbaar wordt. Paleontologen denken dat ze ook bij sauropoden zulke maagstenen of gastrolieten gevonden hebben. Maar er is een probleem: die zien er net als andere stenen uit. Nu fossiliseren zachte lichaamsdelen (zoals de maag) zelden of nooit. Het valt dus moeilijk te bewijzen dat de bij deze dinosauriërs gevonden stenen inderdaad maagstenen zijn, of doodgewone keien.
Wat een drol vertellen kan
Koprolieten (kopros is Oudgrieks voor ‘uitwerpsel’ en lithos voor ‘steen’) zijn fossiele uitwerpselen. Ze hebben een onregelmatige vorm en zijn moeilijk herkenbaar. Overigens zijn ze heel zeldzaam: drollen vergaan meestal lang vóór ze fossiliseren! Ze bevatten vaak halfverteerde planten of beenderen. Zo weten we dat ze van een vleeseter of van een planteneter afkomstig zijn, maar we zijn er niet zo zeker van dat het om een dinosauriër gaat.
Een maag vol bacteriën
Stegosaurus was een planteneter. Vooraan in zijn bek zaten geen tanden en achteraan slechts kleine tandjes, die de planten sneden maar niet vermaalden. Dus werd het voedsel in de maag ontbonden. Het leger bacteriën dat hiervoor moest werken, produceerde veel warmte. Volgens sommige paleontologen voerde het bloed de overtollige warmte af. De lucht koelde het dan af terwijl het door de rugplaten stroomde.
Camarasaurus
24
Specimens • Wat zouden de dinosauriërs gegeten hebben? Pinus heeri, fossiele denappels: originelen, -128MJ > -125MJ, La Louvière en Baudour (België) Pinus andraei, fossiele denappels: originelen, -128MJ > -125 MJ, HoudengAimeries (België) Matonidium goepperti, fossiele stukjes varen: originelen, -128MJ > -125MJ, Bernissart (België) Lacopteris dunkeri, fossiele stukjes varen: originelen, -128MJ > -125MJ, Bernissart (België) Gefossiliseerd blad van een bedektzadige, bloemplant: origineel, -68MJ > -65MJ, Kundur (Rusland) Schedel van Scaphognathus crassirostris, pterosauriër: afgietsel, -155MJ > -150MJ, Solnhofen (Duitsland) Vinctifer comptoni, fossiele vis: origineel, -125MJ > -120MJ, Santana Formation (Brazilië) Kaakhelft van Hangginia chowi, zoogdier: origineel, -140MJ > -110MJ, Hanggin Qi (China) • Een tandje bij! Schedels van: Iguanodon bernissartensis, dinosauriër: afgietsel, -128MJ > -125MJ, Bernissart (België) Chasmosaurus belli, dinosauriër: afgietsel, -76,5MJ > - 75MJ, Dinosaur Park Formation, Alberta (Canada) Diplodocus carnegii, dinosauriër: afgietsel, -155MJ > -145MJ, Morrison Formation, Wyoming (VSA)
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
Tyrannosaurus rex
Camarasaurus lentus
• Camarasaurus lentus, dinosauriër: afgietsel, -155MJ > -145MJ, Morrison Formation, Wyoming (VSA) • Tyrannosaurus rex, dinosauriër: afgietsel, -68MJ > -65MJ, Big Dry Creek, Montana (VSA) • Jonge Diplodocus carnegii, dinosauriër: afgietsel, -155MJ > -145MJ, Morrison Formation, Wyoming (VSA) • Stegosaurus stenops, dinosauriër: afgietsel, -155MJ > -145MJ, Morrison Formation, Wyoming (VSA) • Koprolieten, fossiele uitwerpselen: originelen, -128MJ > -125MJ, Bernissart (België) • Gastrolieten, maagstenen • Opgezette kip: een kip slikt ook keitjes in als maagstenen Om te doen • Wie heeft de lenigste hals: test en vergelijk de buigzaamheid van de halzen van sauropoden • Maagstenendemo: draai aan de zwengel en zie hoe maagstenen voedsel kunnen fijnmalen • Elektrospel Wie heeft deze drol gelegd? (Voor de kleintjes) • Koelsysteem: hou je hand bij de rugplaten van Stegosaurus en kijk wat er gebeurt • Elektrospel Wie eet wat? (Voor de kleintjes) • Manipuleer en bekijk stukken onderkaken met tanden van 5 dinosauriërs (in de schuiven)
Gefossiliseerde vis (detail)
Zone 3. Nog steeds bij ons? 1. De eerste dinosauriërs Een evolutionaire explosie De eerste dinosauriërs verschenen in het trias, 230 miljoen jaar geleden. Ze splitsten zich al vroeg in twee groepen: de ornithischiërs of ‘vogelheupdinosauriërs’ en de saurischiërs of ‘hagedisheupdinosauriërs’. Er ontstond al vlug een rijkdom aan soorten: reeds bij het begin van de jura waren de belangrijkste groepen (theropoden, prosauropoden, thyreophoren…) vertegenwoordigd… door nog vrij primitieve dinosauriërs.
Twee van de oudste saurischiërs De eerste, Eoraptor of ‘dageraaddief’, leefde bijna 230 miljoen geleden. De tweede, de verder geëvolueerde Coelophysis, wordt reeds tot de therapoden gerekend. Het waren allebei kleine beweeglijke vleeseters. Coelophysis werd zelfs van kannibalisme verdacht! Bij twee volwassen exemplaren zou de maag resten van beenderen van jongen bevatten… Nu blijkt in het ene geval dat het resten van een primitief krokodilletje zijn. Wat het andere exemplaar betreft: het jong bevindt zich eronder en niet erin!
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
25
Twee heel verschillende planteneters Lesothosaurus, één van de oudste ornithischiërs, liep op twee poten en was kleiner dan één meter. Hij had een lange staart, slanke achterpoten en korte voorpoten, een hoornachtige bek en netelbladvormige tandjes. Plateosaurus, die tot de saurischiërs behoorde, liep meer op vier poten (hij kon zich waarschijnlijk op zijn sterke achterpoten oprichten). Deze zeven meter lange dinosauriër was één van de grootste uit het trias. Maar hij was bovenal één van de eerste ‘langnekken’. Specimens • Eoraptor lunensis, dinosauriër: afgietsel, -225MJ > -220MJ, Parque Provincial Ischigualasto (Argentinië) • Coelophysis bauri, dinosauriër: afgietsel, -220MJ > -204MJ, Ghost Ranch, New Mexico (VSA) • Schedel van Lesothosaurus diagnosticus, dinosauriër: afgietsel, -200MJ > -196MJ, Masitise (Lesotho) • Schedel van Plateosaurus engelhardti, dinosauriër: afgietsel, -210MJ > -203MJ, Trossingen (Duitsland) Het cladogram van de dinosauriërs en zijn belangrijkste takken 20 fiches met uitleg over de belangrijkste takken in het cladogram
8
7
4
5
3
11
12
16
14
20
19
17
18
6
2 10
15
13
1. Ornithischia
1 9
11. Sauropoda
2. Thyreophora
12. Prosauropoda
3. Ankylosauria
13. Theropoda
4. Stegosauria
14. Carnosauria
5. Ornithopoda
15. Coelurosauria
6. Marginocephalia
16. Tyrannosauroidea
7. Pachycephalosauria
17. Ornithomimosauria
8. Ceratopsia
18. Eumaniraptora
9. Saurischia
19. Dromaeosauridae
10. Sauropodomorpha
20. Aves
Ook te zien • Metalen structuur met het cladogram van de dinosauriërs en zijn belangrijkste takken Te beleven • Multimediatoepassing: Cla-di-stiek! Uitleg wat cladistiek is • Multimediatoepassing: Cla-do-grammen. Uitleg hoe een cladogram te lezen.
26
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
2. Evolueren en wegvliegen – de tak van de theropoden 2.1 Met of zonder veren? De eerste gevederde dinosauriërs
De vogels stammen af van de theropoden. Een van de bewijzen hiervoor is dat deze dinosauriërs min of meer geëvolueerde pluimen hadden. Sinds 1996 duiken in het Chinese Sihetun fossielen op, die zo goed zijn dat ze nog sporen van een verenkleed vertonen. Bij Sinosauropteryx is dit het primitiefst. Het bestaat amper uit een donslaag van eenvoudige holle vezels. Hiermee kon hij niet vliegen, maar het hield zijn lichaamstemperatuur op peil.
T. rex: had hij veren of niet?
Sinosauropteryx
Zag Tyrannosaurus rex, de verschrikkelijke rover van het bovenkrijt, er echt uit als een reuzenkip? Het kan best! Een kleine primitieve tyrannosauriër uit Sihetun, Dilong, was bedekt met nauwelijks vertakte pluimen. Waarschijnlijk verloor T. rex, die verder geëvolueerd was dan Dilong, zijn pluimen in de loop van zijn evolutie… of tijdens zijn groei? Misschien was hij zo groot dat hij zonder pluimen voldoende lichaamswarmte kon behouden.
Caudipteryx in al zijn pracht
De primitieve oviraptosauriër Caudipteryx is één van de bekendste gevederde theropoden van Sihetun. Hij was niet groter dan een kalkoen. Met zijn lange achterpoten liep hij heel snel. Hij bezat slechts enkele tanden, vooraan in zijn bek (gastrolieten vermaalden het meeste voedsel). Lange symmetrische pluimen tooiden zijn heel korte voorpoten. Er stond ook een verenwaaier aan het einde van zijn staart. Hij was dus uitgedost voor de balts… maar niet om te vliegen. Caudipteryx
Velociraptor, bijna een vogel?
De dromeosauriër Velociraptor stond anatomisch dicht bij de vogels: achterwaarts gericht schaambeen, holle lange beenderen, vergroeide sleutelbeenderen, lang dun schouderblad, lange voorarmen, polsgewricht dat toeliet de hand langs de voorarm te vouwen, drie lange vingers per hand en vier tenen (waarvan één naar achter) per voet. Maar had hij ook veren? Zijn fossielen vertonen hiervan geen spoor, maar Microraptor, een kleine dromeosauriër uit Sihetun, had een verenkleed!
Velociraptor
Archeopteryx, de eerste vogel
Archaeopteryx stamt uit de bovenjura en is hiermee de oudste bekende vogel. Zoals de dromeosauriërs had hij scherpe tanden, drie geklauwde vingers en een lange stijve staart. Zoals de huidige vogels was hij helemaal met veren bedekt. Zijn vleugelveren waren asymmetrisch en dus geschikt om actief te vliegen. Bovendien kon hij zich met zijn achterwaarts gerichte eerste teen aan de takken vastgrijpen. Microraptor
Vroege vogels? Waren het theropoden met gevederde armen, die klapwiekend rondrenden en zo uiteindelijk het luchtruim kozen? Dat is niet zo zeker! Microraptor, een kleine dromeosauriër uit Sihetun, had pluimen die leken op de pennen van recente vogels. Maar zijn vier poten en zijn staart waren ermee bedekt! Die van de achterpoten waren zo lang dat hij niet kon rennen en dus ook niet opstijgen. Wellicht klauterde hij met zijn geklauwde handen en voeten in de bomen en zweefde hij van tak tot tak.
Specimen • Sinosauropteryx prima, gevederde dinosauriër: afgietsel, -130MJ > -125MJ, Sihetun (China) • Caudipteryx zoui, gevederde dinosauriër: sculptuur, -130MJ > -125MJ, Sihetun (China) • Velociraptor mongoliensis, gevederde dinosauriër: afgietsel, -75MJ > -70MJ, Bayn Dzak (China) • Archaeopteryx lithographica, primitieve vogel: afgietsel, -155MJ > -150MJ, Solnhofen (Duitsland)
Archaeopteryx
Aves
Ook te zien • Tekening over de evolutie van theropoden tot vogels
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
27
2.2 Waar veren goed voor zijn… De functies van veren
Veren hebben veel functies: vliegen, isoleren, verleiden, afdreigen… De hoofdtypes zijn de pennen, waarmee vogels vliegen, de dekveren, die hun lijf bedekken, en het dons, dat ze warm houdt. Net als schubben, haren, nagels… worden ze door de huid aangemaakt en zijn ze van keratine. Een veer bestaat uit een centrale spil (de schacht), met hol onderuiteinde (de spoel), waarop aan weerskanten de vlag bevestigd is (twee rijen baarden waaraan gegroefde baardjes en baardjes met haakjes zitten).
veerfollikel
Lederhuidpapil met veerkiem
Dons (uitvergroting)
Evolutie van veren: stadium 1 Wetenschappers zijn ervan overtuigd Donsveertje Veer met onver- Veer met vertakte Asymetrische dat de hedendaagse pluimen tijdens baarden takte baarden pennen hun groei alle evolutiestadia doorlopen, vanaf de veren van de theropoden, zoals Sinosauropteryx, tot die van vandaag. Zij veronderstellen dat elk stadium met een nieuwigheid overeenstemt. Tijdens het eerste stadium ontstaat onder de opperhuid een lederhuidpapil, die een eenvoudig buisje wordt: de veerkiem.
Evolutie van de veren: stadium 2
Tijdens het tweede stadium ontwikkelt zich een huidzakje aan de basis van de veerkiem. Die zinkt langzaam in de huid: dit is de veerfollikel. De binnenkant van de follikel maakt baarden aan. De buitenkant vormt de spoel, waaruit de baarden priemen. In dit stadium zijn de veren slechts een primitief dons dat de lichaamswarmte op peil houdt.
Evolutie van de veren: stadium 3
Bij de aanvang van het derde stadium beginnen de baarden baardjes aan te maken, met donsveertjes als resultaat, of groeien ze geleidelijk aan tot een spil, met als resultaat een platte pluim met onvertakte baarden. Op het einde van het derde stadium hebben de platte pluimen baarden waaraan gegroefde baardjes zitten.
Evolutie van de veren: stadium 4 en 5 Tijdens het vierde stadium ontstaan er baardjes met haakjes die zich aan de gegroefde baardjes van de baarden ernaast hechten. Zo trekken ze de baarden dichter bij elkaar en maken de vlag waterdicht en resistent en de pen aërodynamisch. Maar actief vliegen kan pas vanaf het vijfde stadium, wanneer de pennen van de vleugel (de slagpennen) en de staart (stuurpennen) asymmetrisch worden. Ook te zien • Tekeningen die de verschillende stadia van de evolutie van veren tonen Om te doen • Elektrospel voor de kleintjes: waar dienden deze veren voor?
2.3 Tyranosaurus rex : een rare vogel Tyrannosaurus rex
T. rex, de ‘koning tiranhagedis’, kon 15 meter lang worden en was hiermee één van de grootste vleesetende landdieren van alle tijden. Zijn voorpoten waren belachelijk klein, maar zijn kaken waren ongelooflijk sterk en zijn tanden vlijmscherp als steakmessen. Dit in 1992 opgegraven exemplaar kreeg de bijnaam Stan. Hij is ietsje langer dan 12 meter.
Tyrannosaurus rex
28
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
Een hij of een zij?
Toen onderzoekers een doorgesneden been van een T. rex uit Montana grondig bekeken, ontdekten ze een beenstructuur die typisch is voor vogelwijfjes: het medullaire bot. Het is een beenweefsellaag met veel bloedvaten. Het bevindt zich in de lange beenderen, maar alleen in de tijd tussen de eisprong en de leg. Dit weefsel levert de kalk voor de eischaalvorming. Het been was dus niet van een Tyrannosaurus rex, maar van een ‘drachtige Tyrannosaura regina’.
Stan kon tegen een stootje
Het skelet van Stan de T. rex vertoont sporen van talrijke verwondingen: gebroken en herstelde ribben, halswervels die door overtollig been vergroeid of verstard zijn… Er zit zelfs een gat in de achterkant van zijn schedel waarin precies een tand van T. rex past! Waarschijnlijk waren de daders vaak andere tyrannosauriërs. Leefden ze in groep? Vochten ze voor dezelfde prooi? Stan overleefde alles, want zijn wonden waren genezen of toch bijna.
Ja maar…
Het is heel goed mogelijk dat de grootste dinosauriërs, bijvoorbeeld de sauropoden en de volwassen T. rex, dankzij hun formaat een vrij constante interne lichaamstemperatuur konden handhaven. Hoe groter een dier is, hoe trager het immers afkoelt. Dit verschijnsel staat bekend als gigantothermie. Was T. rex een aaseter of een rover? In elk geval was hij een vleeseter. Hij had immers jicht! Deze ziekte, waaraan ook mensen kunnen lijden, is vaak het gevolg van het eten van teveel rood vlees. Ze leidt tot ontstekingen aan de gewrichten van de ledematen en soms zelfs tot beenderletsels: dit zien we bij tyrannosauriërs! Specimen • Tyrannosaurus rex, dinosauriër (Stan): afgietsel, -68MJ > -65MJ, Harding County, South-Dakota (VSA) • Opgezette kraai: eveneens een occasionele aaseter Te beleven • Gefilmd interview met Armand de Ricqlès over de groei van T. rex aan de hand van zijn beenderstructuur • Gefilmd interview met Jack Horner over de T.rex als jager of aaseter
3. Evolueren en uitsterven – de tak van de ornithopoden 3.1 Maak kennis met de ornithopoden De ornithopoden
Deze dinosauriërs vormen één van de soortenrijkste groep ornithischiërs: uit de tijd tussen middenjura en bovenkrijt zijn er meer dan honderd bekend. Maar het zijn allemaal pantserloze planteneters met een vooraan verlaagde bek. Het gewricht tussen onderkaak en schedel bevindt zich lager dan de tanden van de bovenkaak.
Hypsilophodon
De Euornithopoda leefden van middenjura tot bovenkrijt. Hun bekken vertoont een aantal gemeenschappelijke kenmerken, bijvoorbeeld het voorwaarts verlengde schaambeen. Hypsilophodon, een primitieve Euornithopoda, is zeker met iguanodons in aanraking gekomen, want beide soorten zijn in het onderkrijt van Engeland en Spanje gevonden. Zijn beste verdediging tegen rovers was wellicht zich snel en behendig uit de voeten maken…
Zalmoxes
Bij de Iguanodontia hebben de tanden in de voorkant van de bovenkaak plaats geruimd voor een soort hoornige bek. Hoewel Zalmoxes, een primitieve Iguanodontia, slechts drie meter lang was, was hij ontzettend stevig gebouwd. Naar alle schijn was Transsylvanië, waar hij leefde, op het einde van het krijt een eiland. Dit kan zijn kleine gestalte verklaren: hierdoor was hij beter aangepast aan een klein gebied, waar minder eten beschikbaar was.
Lurdusaurus
Bij de Ankylopollexia is het deel van de schedel vóór de oogkassen bijzonder lang. Hun handen vertonen een aanpassing aan een spoordragende duim (zoals bij Iguanodon). Lurdusaurus is een vrij primitieve Ankylopollexia. Hij leefde in Niger tijdens het onderkrijt. Hij zag er waarschijnlijk lomp uit, met zijn dik zwaar lijf, zijn nogal lange nek, zijn sterke voorpoten en zijn korte achterpoten…
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
29
Iguanodon
Iguanodon en zijn nazaten, de Hadrosauriformes, zijn allemaal grote ornithopoden. Aan al hun tenen zit een kleine hoef en geen klauw. Ze hebben een diasteem – een ruimte tussen de tanden – tussen de ‘bek’ en de eerste rij tanden. Op de bovenkaak zijn de tanden eenvoudiger en smaller dan op de onderkaak.
Probactrosaurus
Probactrosaurus, één van de primitiefste hadrosauriërs (Hadrosauroidea), leefde in China tijdens het onderkrijt. Zoals de iguanodons draagt hij ook een spoor op zijn duim. Maar de eenvoudig gestructureerde tanden in zijn onderkaak beginnen zich tot batterijen aaneen te sluiten. Die bestaan uit dichte rijen in elkaar passende tanden. Dit zien we ook bij de meer geëvolueerde hadrosauriërs. De beenderen van voorarm en hand worden eveneens slanker.
Bactrosaurus
Vanaf het midden van het krijt waren de hadrosauriërs in Azië heel soortenrijk en talrijk. Bactrosaurus was er één van de primitiefste en bekendste van; hij werd in China in lagen uit het bovenkrijt ontdekt. Kleine anatomische verschillen plaatsen hem iets dichter bij de geëvolueerde hadrosauriërs dan Probactrosaurus: de tandenbatterijen zijn iets compacter, de beenderen van de hand zijn veel lichter en de duim is klaarblijkelijk verdwenen.
Anatotitan
De Hadrosauridae danken hun bijnaam ‘eendenbekdinosauriërs’ aan hun lange platte bek. Ze zijn in twee groepen gesplitst: de Lambeosaurinae, waaronder Amurosaurus, en de Hadrosaurinae, waaronder Anatotitan. Deze laatste hebben een volle kam of helemaal geen kam. Rond hun brede neusgaten zat waarschijnlijk een huidmembraan, dat als een opgeblazen doedelzak hun geluiden versterkte. Maar wat vooral opvalt, is het grote aantal tanden in de bek van Anatotitan: bijna 1000!
Amurosaurus en Olorotitan
De Lambeosaurinae zijn Hadrosauridae met een holle kam. Met deze kam, waarvan de vorm niet bij alle soorten gelijk is, waren ze zowel visueel als akoestisch volmaakt herkenbaar. De kam van Amurosaurus is halvemaanvormig en die van Olorotitan steekt ver naar achter uit. Op het einde van het krijt kwamen er in Noordoost-Azië veel Lambeosaurinae voor. Waarschijnlijk vormden ze kuddes die leefden in de omgeving van water, waar veel planten groeiden.
Olorotitan arharensis
Hij was één van de allerlaatste Aziatische dinosauriërs vóór de massa-extinctie van het bovenkrijt. Olorotitan werd in 2001 bij de Amoer ontdekt, de grensrivier tussen Rusland en China. Net zoals Parasaurolophus behoorde hij tot de lambeosauriërs, een groep hadrosauriërs die met hun holle kam geweldige geluiden konden maken.
Multifunctionele kammen…
Bij de hadrosauriërs kon de kam heel uiteenlopende vormen aannemen. Dit hing van de soort af: bij de Lambeosaurinae was de kam hol en bij de Hadrosaurinae vol. Zo konden ze soortgenoten herkennen, partners aantrekken of rivalen afschrikken. Hun holle kam werkte bovendien als klankkast die hun geschreeuw nog versterkte. Zo konden hadrosauriërs op grote afstand communiceren.
Trekiguanodons?
Tijdens het onderkrijt waren de iguanodons goed over Europa verspreid. Maar toen waren de continenten van het noordelijk halfrond nog niet helemaal uiteengedreven. Kuddes iguanodons konden dus door heel Laurazië trekken: er zijn er zowel in Noord-Amerika als in Mongolië ontdekt! Op het eind van het onderkrijt maakten de dieren die zich in Azië vestigden, een grote diversificatiefase door, die tot de eerste hadrosauriërs leidde… Specimens • Hypsilophodon foxii, dinosauriër: afgietsel, -130MJ > -120MJ, Eiland Wight (Verenigd Koninkrijk) • Zalmoxes shqiperorum, dinosauriër: afgietsel, -70MJ > -68MJ, Nalat Vad (Roemenië) • Hand van Lurdusaurus arenatus, dinosauriër: afgietsel, -120MJ > -112MJ, Gadoufaoua (Niger) • Voet van Iguanodon bernissartensis, dinosauriër: afgietsel, -128MJ > -125MJ, Bernissart (België) • Bactrosaurus johnsoni, dinosauriër: afgietsel, -70MJ > -68MJ, Erenhot (China) • Beenderen van Probactrosaurus gobiensis, dinosauriër: originelen, -130MJ > -120MJ, Dashuiguo (China) • Schedel van Anatotitan copei, dinosauriër: afgietsel, -68MJ > -65MJ, Hell Creek Formation, Montana (VSA) • Amurosaurus riabinini, dinosauriër: afgietsel, -68MJ > -65MJ, Blagoveschensk (Rusland) • Olorotitan arharensis, dinosauriër: afgietsel, -68MJ > -65MJ, Blagoveschensk (Rusland) • Opgezette zwaan: om met Olorotitan (letterlijk: reuzenzwaan) te vergelijken Ook te zien • Serie tekeningen ter illustratie van de evolutie van de ornithopoden Te beleven • Gefilmd interview met Pascal Godefroit over de dinosauriërs in Azië op het einde van het krijt Om te doen • Activiteit: elk zijn kam! Zet de juiste kam bij de juiste schedel op basis van de fiches met beschrijvingen. 30
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
3.2 Het massale uitsterven De grote uitsterving op het einde van het krijt
Ongeveer 65 miljoen jaar geleden, op de grens tussen krijt en tertiair, stierf twee derde van alle planten- en diersoorten uit. Tot de slachtoffers behoorden de dinosauriërs (andere dan de vogels), de pterosauriërs, de mosasauriërs, de ammonieten en meer dan drie vierde van het plankton! Misschien is deze massa-uitsterving veroorzaakt door een meteoriet die in de buurt van Mexico insloeg.
Triceratops horridus
Bij Triceratops of ‘driehoorngezicht’ ontbreken de vensters in het nekschild, die dit van de meeste andere ceratopsen lichter maken. Er is zoveel variatie in de lengte van de hoorns en de vorm van het nekschild, dat sommige schedels verkeerdelijk aan andere soorten werden toegeschreven!
De meteoriet van Le Mont-Dieu
Ze werd ontdekt, in brokstukken, in Noord-Frankrijk, bij het woud van Le Mont-Dieu. Dit stuk is 435 kg zwaar, maar de volledige meteoriet zou meer dan 800 kg gewogen hebben. Dat is niets vergeleken met deze van Chicxulub, maar toch is het één van de grootste meteorieten van Europa. Ze bestaat uit een legering van ijzer en nikkel, met insluitsels van sulfiden en silicaten. Waar ze vandaan komt? Waarschijnlijk vormde ze de kern van een asteroïde die zich tussen Mars en Jupiter bevond.
Iridium leverde het bewijs
Her en der in de wereld ontdekken geologen sterke concentraties iridium in het dunne laagje sediment dat de grens vormt tussen krijt en tertiair. Op aarde is dit metaal zeldzaam, maar het komt veel voor in meteorieten… Dit iridium zou in de atmosfeer terechtgekomen zijn toen ongeveer 65 miljoen jaar geleden ter hoogte van Mexico een reusachtige meteoriet insloeg. De wind verspreidde het uiteindelijk over het hele aardoppervlak.
De krater van Chicxulub
Deze krater, op het Mexicaanse schiereiland Yucatán, is gevormd toen er op het einde van het krijt een reusachtige meteoriet neerstortte. Door de inslag ontstonden of vervormden veel gesteenten en mineralen. In de krater was dit vooral sueviet, een mengsel van vaste en gesmolten fragmenten van het oorspronkelijke gesteente. Aan de buitenkant zijn het vooral door de hitte verglaasde gesteenten en ‘geschokt’ kwarts (de strepen zijn het gevolg van de schokgolf en de enorme druk).
De overlevenden
Schiereiland Yucatan
Insectenlarve
Blijkbaar waren dit dieren die niet rechtstreeks afhankelijk waren van tijdelijk zeldzame voedselbronnen (planten of plankton), maar van rottende materie leefden. Het betrof hier vooral insecten, gewervelde zoetwaterdieren (vissen, amfibieën, schildpadden, krokodillen…), kleine landreptielen (hagedissen, slangen…), maar ook kleine insecten- of zaadetende zoogdieren, die weldra de plaats van de dinosauriërs innamen.
Reptielen
Vis
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
31
Specimens • Triceratops horridus, dinosauriër: afgietsel, -68MJ > -65MJ, Hell Creek Formation, Montana (VSA) • Ammoniet, koppotige: origineel • Schedel van een mosasauriër: origineel • Anura ind., amfibie: origineel, -47MJ, Messel (Duitsland) • Erquelinnesia gosseleti, schildpad: origineel, -57MJ, Erquelinnes (België) • Leptictidium sp., zoogdier: origineel, -47MJ, Messel (Duitsland) • Met de boa’s verwante slang: origineel, -47MJ, Messel (Duitsland) • Fragment van de meteoriet van Le Mont-Dieu: origineel Ook te zien Mosasauriërs • Geologisch profiel met de grens tussen het krijt en het tertair: origineel, -65MJ, Frontale (Italië) • Grafiek met de aanduiding van de variaties in het iridiumgehalte in lagen op grens krijt-tertair • Uitvergrote foto’s van fossiele stuifmeelkorrels en sporen uit de eindfase van het krijt • Uitvergrote foto’s van sueviet, verglaasd gesteente en geschokt kwarts Te beleven • Gefilmd interview met Philippe Claeys over de meteorietinslag op het einde van het krijt
4. Wel of geen dino ? 4.1 Wel een dino De classificatie van de dinosauriërs
Dinosauriërs behoren net zoals wij tot de tetrapoden (gewervelde landdieren) en meer bepaald tot de amnioten (het embryo ontwikkelt zich in een vruchtwaterzak). Bij de amnioten vinden we synapsiden (‘zoogdierreptielen’ en zoogdieren) en diapsiden, waarbij het onderscheid door het aantal en de plaats van de slaapvensters wordt gevormd. Tot de diapsiden behoren de lepidosauromorfen (slangen, hagedissen…) en de archosauriërs (pterosauriërs, krokodillen en dinosauriërs).
Wat kenmerkt de dinosauriërs?
Zoals alle archosauriërs vertonen ze een schedelopening vóór hun oogkassen en hebben ze tanden die niet aan hun kaken vastzitten, maar in holtes steken. Daarentegen staan hun poten mooi verticaal onder hun lijf (bij de andere archosauriërs staan ze veeleer langs het lijf). Door deze staande houding konden dinosauriërs veel beter voortbewegen. Het liet vooral ook toe dat sommige evolueerden tot tweevoeters, zoals Velociraptor, of reuzen, zoals Diplodocus.
Zeven hoofdkenmerken van een dinosauriër
Gereduceerde of verdwenen vierde en vijfde vinger, schouder scharniert naar achter, meer dan drie heiligbeenwervels, centrale bekkenopening, kam vooraan aan het scheenbeen, spits sprongbeen en S-vormig derde middenvoetsbeen Specimen • Sculptuur van een type-dinosauriër (Megalosaurus) Ook te zien • Cladogram van de archosauriërs
4.2 Geen dino Dit zijn geen dinosauriërs
1. De pterosauriërs, zoals Pteranodon longiceps, leefden in de tijd van de dinosauriërs en zijn ermee nauwe verwanten: het zijn ook archosauriërs. Maar ze vertonen ook heel wat verschillen, vooral aan het bekken en de enkels. 2. Ook de krokodillen, zoals deze Crocodylus depressifrons van Leval, behoren tot de archosauriërs. Bij het rennen staan hun poten recht onder het lijf, zoals bij de dinosauriërs, maar bij het stappen zijn ze gevouwen en buitenwaarts gericht. Pteranodon longiceps
32
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
3. Het ‘zoogdierreptiel’ Dimetrodon heeft slechts één paar slaapvensters, terwijl dinosauriërs er twee bezitten. Het is dus een synapside. Bovendien leefde hij iets minder dan 300 miljoen jaar geleden, dus lang vóór de dinosauriërs. 4. De mosasauriërs of maashagedissen, zoals deze Mosasaurus lemonnieri van Spiennes, leefden tijdens het bovenkrijt, toen er ook dinosauriërs waren. Maar het zijn zeker geen archosauriërs, maar aan de varanen verwante lepidosauromorfen. 5. De champsosauriërs, zoals deze Champsosaurus lemoinei van Erquelinnes, zijn lepidosauromorfen en geen archosauriërs. Deze tijdgenoten van de dinosauriërs overleefden de uitsterving op het einde van het krijt, maar verdwenen tijdens het tertiair. 6. Tijdens het boventrias verschenen ook de schildpadden, zoals Allopleuron hofmanni. Ze hebben geen slaapvensters in hun schedel. Sommigen beschouwen ze als primitieve amnioten, maar volgens anderen zijn het gespecialiseerde diapsiden.
Dimetrodon
Specimens • Pteranodon longiceps, pterosauriër: afgietsel, -91MJ > -89MJ • Crocodylus depressifrons, krokokil: origineel, -55MJ, Leval (België) • Dimetrodon, ‘zoogdierreptiel’: afgietsel, -299MJ > -275MJ • Plioplatecarpus houzeaui, mosasauriër: origineel, -70MJ > -68MJ, Cilpy (België) • Champsosaurus lemoinei, champsosauriër: origineel, -57MJ, Erquelinnes (België) • Allopleuron hofmanni, schildpad: origineel, -68MJ > -65MJ
5. Tijdslijn: de dinosauriërs leefden niet allemaal tegelijkertijd op dezelfde plaats… Goede gidsfossielen
Ammonieten waren een groep inktvissen die ook in de tijd van de dinosauriërs voorkwamen. Ze waren beschermd door een vaak spiraalvormige schelp. De verschillende soorten hadden een groot verspreidingsgebied en volgden elkaar snel op. Precies dat maakt ze tot goede gidsfossielen. Want als éénzelfde ammonietsoort gevonden wordt in twee geologische lagen uit ver van elkaar verwijderde gebieden, dan is het zeker dat deze lagen even oud zijn! Specimens • Ammonieten: originelen. Ze dienen als gidsfossielen. Ammoniet
Om te doen • Activiteit: Een laag voor elke ammoniet. Plaats de ammonieten als gidsfossielen in de juiste laag
De wereld van de dinosauriërs
Sedert de komst van de dinosauriërs tijdens het trias is de aarde erg veranderd. Toen vormden de continenten nog één blok, Pangaea. Dit lag midden één oceaan, de Panthalassa. Bij het begin van de jura splitste Pangaea in twee landmassa’s: Laurazië (Noord-Amerika, Europa en Azië) in het noorden en Gondwana (Zuid-Amerika, Afrika, Australië, India en Antarctica) in het zuiden. Tijdens het krijt verbrokkelden deze verder en sindsdien zijn de continenten nog steeds op drift… Ook te zien • 4 kaarten met de tektonische bewegingen van de continenten van het boventrias tot het bovenkrijt • 15 diorama’s over de belangrijkste vindplaatsen van de dinosauriërs die in de Janletzaal staan • Cladogram van de theropoden tot de vogels • Tijdslijn van de aarde met illustratie van enkele belangrijke gebeurtenissen (op de mezzanine)
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
33
De wereld tijdens het trias
In het midden van het trias, toen de eerste dinosauriërs verschenen, bestond er slechts één supercontinent, Pangaea. Het strekte zich uit van noord- tot zuidpool en was omringd door een superoceaan, de Panthalassa. Het klimaat was heel droog, uitgezonderd aan de polen, waar moessons heersten. De meeste bomen, ook wat soorten betreft, waren naaldbomen: ze waren beter tegen de droogte bestand dan andere planten uit die tijd.
De gewervelde dieren op het einde van het trias
De ‘zoogdierreptielen’ en de primitieve amfibieën uit het trias ruimden in de loop van het boventrias geleidelijk plaats voor nieuwe groepen gewervelde dieren. In de rivieren leefden neven van de krokodillen, in de lucht pterosauriërs en op het land kleine zoogdieren en dinosauriërs. Deze laatste waren vlug, beweeglijk en goed aan het droge klimaat aangepast. Zo slaagden ze erin in reeds vanaf het einde van het trias over de continenten te heersen. Specimens • Schedel van Mastodonsaurus sp., primitieve amfibie: afgietsel, -237MJ > -225MJ, Duitsland • Microfossielen: originelen, -210MJ > -200MJ, Saint-Nicolas-de-Port (Frankrijk): Tricuspes sigogneauae, Lepagia gaumensis, Gaumia longiradicata, Phytosauria ind., Eudimorphodon sp., Woutersia mirabilis • Microfossielen: originelen, -210MJ > -200MJ, Habay-la-Vieille (België): Prosauropoda ind., Sauropoda ind., Ornitischia ind. Mastodonsaurus sp.
Om te doen • Observatie: bekijk de microfossielen onder de loupe
De wereld tijdens de jura
Tijdens de jura begon Pangaea uiteen te vallen. Dat bleef niet zonder gevolg voor het klimaat, dat rond de polen vochtiger werd. Er ontstonden eindeloze naaldwouden, waarin veel diertjes konden schuilen. In de drogere vlakten van het bovenjura was de plantengroei veel schaarser, te meer doordat rondtrekkende kuddes sauropoden alles op hun weg verslonden en vertrappelden.
De pterosauriërs
Tijdens de jura hadden de pterosauriërs de lucht helemaal voor zich. Deze neven van de dinosauriërs verschenen op het einde van het trias. Bij het begin van de jura werden ze heel divers. Toen waren ze klein met een lange staart. Ze leefden aan de kust en aan oevers van meren. In het bovenjura kwam een tweede golf: de kortstaartpterosauriërs of pterodactyloïden. Tijdens het krijt bereikten sommige een vleugelspanwijdte van 12 meter, waarmee ze ver over het binnenland konden vliegen.
Europa onder water
Tijdens de jura bevond het grootste deel van Europa zich onder een ondiepe warme zee, waarin koralen, belemnieten, ammonieten, vissenhuisden… Er was dus ruimschoots voldoende eten voor krokodillen en plesiosauriërs, de grote rovers van de jurazee! Er leefden ook ichthyosauriërs, met een spoelvormig lichaam, paddelvormige poten en een vinvormige staart. Hiermee waren ze ontegenzeglijk de best aan het zeeleven aangepaste reptielen.
34
Specimens • Compsognathus longipes, dinosauriër: afgietsel, -155MJ > -150MJ, Solnhofen (Duitsland) • Archaeopteryx lithographica, primitieve vogel: afgietsel, -155MJ > -150MJ, Solnhofen (Duitsland) • Idiochelys fitzingeri, schildpad: afgietsel, -155MJ > -150MJ, Cerin (Frankrijk) • Crocodileimus robustus, krokodil: afgietsel, -155MJ > -150MJ, Cerin (Frankrijk) • Alligatorellus beaumonti, krokodil: afgietsel, -155MJ > -150MJ, Cerin (Frankrijk) • Sapheosaurus thiollierei, waterhagedis: afgietsel, -155MJ > -150MJ, Cerin (Frankrijk) Compsognathus • Homeosaurus pulchellus, waterhagedis: afgietsel, -155MJ > -150MJ, Solnhofen (Duitsland) Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
• Scaphognathus crassirostris, pterosauriër: afgietsel, -155MJ > -150MJ, Solnhofen (Duitsland) • Rhamphorhynchus munsteri, pterosauriër: afgietsel, -155MJ > -150MJ, Eichstädt (Duitsland) • Pterodactylus elegans, pterosauriër: afgietsel, -155MJ > -150MJ, Solnhofen (Duitsland) • Ammonieten, koppotigen: originelen, -183MJ > -180MJ, Dudelange (Luxemburg) • Dapedium sp., vis: origineel, -183MJ > -180MJ, Holzmaden (Duitsland) • Stenopterygius longifrons en Stenopterygius hauffianus, ichtyosaurusschedels: originelen, -183MJ > -180MJ, Bascharage (Luxemburg)
De wereld tijdens het onderkrijt
De landmassa’s dreven verder uiteen: op elk werelddeel evolueerden de dieren- en plantenwereld anders. Het klimaat werd veel vochtiger, waardoor nieuwe planten een kans kregen. Bij het begin van het krijt verschenen de eerste bloemplanten (bedektzadigen of angiospermen). Bloemplanten waren dan ook vlugger dan andere planten om de gebieden die door kuddes plantenetende dinosauriërs verwoest waren, opnieuw te koloniseren.
Elders in de wereld…
Tijdens het onderkrijt leefden er in Azië talrijke kleine primitieve ceratopsen zoals Psittacosaurus. In de weelderige wouden rond Sihetun, in de Chinese provincie Liaoning, woonden massa’s kleine gevederde theropoden en primitieve vogels. In Brazilië deden spinosaurusachtige theropoden zich te goed aan pterosauriërs en vissen. Hiervan getuigen de prachtige fossielen uit de Santana-formatie… Specimens • Staart en kaakbeen van Iguanodon sp., dinosauriër: origineel, -128MJ > -125MJ, Eiland Wight (VK) • Schedel van Hypsylophodon foxii, dinosauriër: origineel, -128MJ > -125MJ, Eiland Wight (VK) • Wervel van Theropoda ind., dinosauriër: origineel, -128MJ > -125MJ, Eiland Wight (VK) • Coracoïd en scheenbeen van Sauropoda ind., dinosauriër: origineel, -128MJ > -125MJ, Baudour (België) • Fossiele vissen: originelen, -125MJ > -120MJ, Santana Formation (Brazilië): Notelops brama, Ararilepidotes temnurus, Vinctifer comptoni, Cladocylus gardneri, Calamopleurus audax • Lycoptera sp., vis: origineel, -130MJ > -125MJ, Sihetun (China) • Ephemeropsis trisetalis, insectenlarve: origineel, -130MJ > -125MJ, Sihetun (China) • Schedel van Psittacosaurus lujiatunensis, dinosauriër: origineel, -130MJ > -125MJ, Sihetun (China)
De wereld tijdens het bovenkrijt
Iets voor de uitsterving op het einde van het krijt begon de temperatuur te dalen. De dichte wouden uit het onderkrijt weken voor een opener landschap. Het zeeniveau zakte, waardoor landbruggen ontstonden tussen Europa en Afrika, tussen Azië en Noord-Amerika… De plotse weelde aan bloemplanten deed het aantal insecten, planten, vogels en zoogdieren heel snel toenemen. Maar terwijl de zeereptielen en pterosauriërs achteruitgingen, ontstonden er meer soorten dinosauriërs dan ooit te voren.
Europa tijdens het bovenkrijt
Op het einde van het krijt bestond Europa uit een groep grote eilanden, waarop talrijke dinosauriërs leefden: kleine Iguanodontia, primitieve hadrosauriërs, ankylosauriërs, sauropoden, theropoden en primitieve vogels. Door hun afzondering leken ze minder geëvolueerd dan de Aziatische en Noord-Amerikaanse soorten. In elk geval zou de kleine gestalte van de dinosauriërs in Roemenië (zoals Zalmoxes) wijzen op een aanpassing aan een eilandbestaan. Specimens • Fossiele vissen: originelen, -70MJ > -68MJ, Ciply (België): Hoplopteryx sp., Protosphyracna ferox, Saurocephalus intermedius • Dijbeen, scheenbeen en staartwervel Orthomerus dolloi, dinosauriër: origineel, -68MJ > -65MJ, Limburg (België) • Dijbeen van Megalosaurus bredai, dinosauriër: afgietsel, -68MJ > -65MJ, Limburg (België) • Klauw van Megalosaurus lonzeensis, dinosauriër: origineel, -87MJ > -83MJ, Lonzée (België) • Tanden van Craspedodon lonzeensis, dinosauriër: origineel, -87MJ > -83MJ, Lonzée (België) • Dinosauriërs uit Roemenië: afgietsels, -70MJ > -68MJ, Transsylvanië: Telmatosaurus transsylvanicus, Struthiosaurus transsylvanicus, Magyarosaurus sp., Theropoda ind. • Rhabdodon priscus, dinosauriërs: afgietsels, -75MJ, Fox-Amphoux (Frankrijk) • Hadrosauridea ind. (2 exemplaren waarvan 1 baby): dinosauriërs: afgietsels, -75MJ, Haute-Garonne (Frankrijk) Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
35
• Ankylosauria ind., dinosauriër: afgietsel, -75MJ, Vileveyrac (Frankrijk) • Ampelosaurus atacis, dinosauriër: afgietsel, -75MJ, Campagne-sur-Aude (Frankrijk) • Variraptor mechinorum, dinosauriër: afgietsel, -75MJ, Fox-Amphoux (Frankrijk) • Messelornis cristata, vogels: originelen, -47MJ, Messel (Duitsland) • Aves ind., vogels: originelen, -47MJ, Messel (Duitsland) Het tertiair, tijdperk van dinosauriërs? Op het eind van het krijt waren de moderne vogels (Neornithes) al goed vertegenwoordigd door primitieve duikeenden, aalscholvers, eenden, hoenderen en misschien zelfs papegaaien! Maar vanaf het begin van het tertiair nam het aantal vogelsoorten zo snel toe, dat ze niet voor de zoogdieren moesten onderdoen. Nu zijn er meer dan 9700 soorten levende vogels: het dubbele van het aantal zoogdieren. De dinosauriërs zijn dus bijlange niet uitgestorven!
Vogel
36
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
Uitbreiding 1. Bernissart 1878: een historische ontdekking! Een toevallige vondst in een steenkoolmijn bij Bergen in 1878 leidde tot één van de indrukwekkendste ontdekkingen van dinosauriërs in de hele wereld. Op 322 meter onder de grond werden hier immers de beroemde Iguanodons van Bernissart gevonden.
Een uitzonderlijke vindplaats
Bernissart is een vindplaats die tot op vandaag haar gelijke niet kent. Ze bestaat namelijk uit een diepgelegen ‘natuurlijke put’, een versteende kleivulling waarin een volledig moeras en een dertigtal iguanodons na 125 miljoen jaar uitstekend bewaard bleven. Haast alle gekende dinosaurusvindplaatsen bevinden zich immers aan de oppervlakte. De daar gevonden skeletten zijn vaak onvolledig of liggen helemaal door elkaar. In Bernissart bleven de fossielen echter al die tijd veilig in een ‘schatkist’ van klei als het ware verzegeld! Dit maakt Bernissart zo uniek. Daarbij kwamen er nog heel veel andere fossielen naar boven: ongeveer 3000 vissen, één salamander, schildpadden, krokodillen, varens, denappels… Die vertellen ons nauwkeurig hoe het leefmilieu van de iguanodons er uitzag.
Een voorbeeldige opgraving
Tussen 1878 en 1881 leverde een ploeg mijnwerkers, technici en deskundigen van het toenmalige Natuurhistorische Museum een huzarenstuk: heel geduldig groeven ze de iguanodonskeletten uit en brachten ze die volledig en ongeschonden naar boven… De redding van dit onschatbare erfgoed danken we in de eerste plaats aan Louis De Pauw en zijn uiterst zorgvuldige en vernieuwende opgravingsmethode. Het Museum stuurde haar bedreven preparateur om de hele onderneming ter plaatse te leiden. De Pauw had reeds zijn deskundigheid bewezen bij de restauratie van de mammoet van Lier. Heel waarschijnlijk vond hij ook de techniek uit waarbij een ‘gipsen schaal’ rond de broze fossiele beenderen aangebracht wordt, terwijl ze nog op hun plaats zitten. Deze eenvoudige maar vernuftige methode wordt nu nog alom toegepast.
Een wereldprimeur
In 1883 werd in Brussel geschiedenis geschreven: voor de eerste keer kon een internationaal publiek een volledig authentiek dinosaurusskelet bewonderen, dat bovendien levensecht opgesteld stond! De ploeg die deze iguanodon op meesterlijke wijze reconstrueerde, stond onder de leiding van Louis Dollo, een pionier van de verte bratenpaleontologie. Met zijn baanbrekend onderzoek, waarbij hij fossielen anatomisch vergeleek met de huidige dieren, werd hij de stichter van een nieuwe wetenschap: de paleobiologie.
Een historische ontdekking
In 1841 vond Richard Owen, de directeur van het British Museum te Londen, een naam uit voor een groep van drie – nu befaamde – Engelse fossielen: Megalosaurus, Iguanodon en Hylaeosaurus. Hij koos de uit het Grieks afgeleide naam dinosaurus, wat ‘verschrikkelijke hagedis’ betekent. Toen was er nog niet veel over dinosauriërs geweten. De meeste belangrijke ontdekkingen vonden toen plaats in Europa en vooral in Engeland, maar ze waren erg onvolledig. Maar de ontdekking in 1878 in Bernissart is historisch, want voor de eerste maal: - werden verschillende exemplaren van één dinosaurussoort samen ontdekt, - waren de skeletten volledig en ‘anatomisch samenhangend’; - was duidelijk wat hun leefmilieu was en welke fossielen hier nog werden gevonden.
Een degelijke referentie
De iguanodons zijn nog altijd hét referentiepunt op gebied van dinosaurusonderzoek, zelfs nu er al meer dan 700 soorten afdoende beschreven zijn. Ze horen immers bij de vroegst ontdekte dinosauriërs en hun geschiedenis illustreert uitstekend hoe het wetenschappelijk onderzoek in de laatste 200 jaren vooruitgang boekt.
Een blijvend succes
Het viel onze buurlanden (Frankrijk, Duitsland...) vaak moeilijk ons onze iguanodons te gunnen. Ook in de laatste decennia waren ze in het buitenland gegeerd. In 1985 en 1988 reisden er enkele echte skeletten naar Japan, waar ze een buitengewoon onthaal te wachten stond. En van 2004 tot 2006 waren ze de sterren van een wetenschappelijke tentoonstelling in Barcelona.
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
37
Een gewaardeerde deskundigheid
Wij gaan dagelijks met onze iguanodons om: wij vinden ze zowel belangrijk voor het wetenschappelijk onderzoek als voor hun plaats in het Museum. Daarom zijn onze wetenschappers en onze technici uiterst ervaren deskundigen op het gebied van paleontologie. Hun expertise wordt al heel lang erkend en ze worden dan ook vaak gevraagd om mee te werken aan internationale opgravingsprojecten over de hele wereld (China, Rusland, Roemenië…).
Besluit
Hoewel er sinds 1878 voortdurend nieuwe spannende ontdekkingen gebeuren, blijven de Iguanodons van Bernissart een indrukwekkende collectie. Ze staan immers tot ver over de grenzen bekend voor de rijkdom en het unieke karakter van hun vindplaats, voor de uitstekende toestand waarin ze bewaard zijn, en vooral voor het uitzonderlijke feit dat ze met dertig exemplaren van één soort zijn.
Eerste openbaar tentoongesteld exemplaar op de binnenplaats van het Hof van Nassau (1883)
38
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
2. Fossilisatie en fossielen Volgens het woordenboek is een fossiel een ‘overblijfsel of afdruk in gesteenten van levensvormen uit het verleden’. Dit kan elke rest, afdruk, spoor zijn dat een organisme (dier, plant…) in de bodem achterliet. Maar resten van wezens die ná de laatste ijstijd (10 000 jaar geleden) leefden, worden niet meer als fossielen beschouwd, hoewel dat eigenlijk wat willekeurig is. De meeste fossielen zijn natuurlijk veel ouder: we spreken hier over miljoenen, tientallen miljoenen en zelfs miljarden jaren. Zo staat het vast dat gefossiliseerde bacteriën in gesteenten in Gunflint (Canada) twee miljard jaar oud zijn en is de ouderdom van sommige Australische stromatolieten op 3,5 miljard jaar bepaald. Het gebeurt uiterst zelden dat een ‘biologisch voorwerp’ zo lang bewaard blijft: dit kan alleen door complexe processen die we onder de gemeenschappelijke noemer ‘fossilisatie’ brengen. Levende wezens bestaan uit organisch materiaal (weke delen), met of zonder een inwendig of uitwendig mineraal skelet (harde delen). Op enkele uitzonderlijke gevallen na is het zo dat de weke delen moeilijk fossiliseren, terwijl dit bij de harde delen dit over het algemeen gemakkelijker gebeurt. Daarom zijn de meeste fossielen beenderen, tanden, schelpen of schilden. Nu is de kans om te fossiliseren altijd gering, ook bij solidere elementen. Nadat een organisme sterft, wordt het snel afgebroken, verteerd en ‘gerecycleerd’ door aasvreters, bacteriën of saprofytische zwammen. Door oxidatie, vorst en erosie moeten zelfs de hardste gemineraliseerde delen eraan geloven. Maar wanneer het dode organisme vlug beschut, bedekt of door een sediment bedolven wordt, kan het fossilisatieproces beginnen. Eigenlijk moeten we het over ‘een’ fossilisatieproces hebben, want er bestaan er verschillende. •
Bovenop een sedimentlaag ligt een skelet (of een schelp), waarvan de organische delen (deels) al verdwenen zijn. Eer aaseters of weersomstandigheden nog meer schade kunnen aanrichten, wordt er zand, modder, klei, leem op afgezet, zodat het afgedekt is. Wanneer er steeds meer lagen bijkomen en de druk dus groter wordt, vullen de minerale bestanddelen van de sedimenten de holtes in de oorspronkelijke materie (bijvoorbeeld de poriën in de beenderen) op. Deze sedimenten worden omgezet in sedimentaire gesteenten (zoals krijt, leisteen, zandsteen), waarvan de minerale structuur uiteindelijk bijna dezelfde zal zijn als die van het oorspronkelijke skelet van het organisme. De structuur (micro- en macrostructuur) zelf van het skelet is dan heel goed bewaard, ook al is dit vaak platgedrukt door de bovenliggende lagen of vervormd door de plooiing van de gesteenten.
•
In sommige gevallen wordt de oorspronkelijke materie van een fossiel fragment heel geleidelijk – molecule per molecule – door minerale stoffen vervangen (carbonaat, fosfaat, siliciumdioxide…) die afkomstig zijn uit het ganggesteente rond het fossiel of uit het water dat door het gesteente heen sijpelt. We spreken dan van secundaire mineralisatie. Dit verschijnsel zorgt vaak voor sensationele fossielen (zoals de gepyritiseerde ammonieten van de Cap Blanc Nez), maar hier is alleen de macroscopische structuur overgebleven.
•
Dezelfde moleculaire vervanging door fosfaten en siliciumdioxide kan dus eveneens optreden tussen het organische (dus weke) materiaal van een dood organisme en zijn onmiddellijke omgeving. Dit zien we onder andere bij heel zeldzame weekdieren, bij fossiel hout…
•
Het gebeurt ook dat skeletten gedeeltelijk of volledig opgelost worden door het water dat door het gesteente komt. In het gesteente blijft er dan een holte over in de vorm van het ‘negatief’ van het skelet. Ander materiaal kan dan die holte vullen: calcietcement, heel dunne afzettingen… Het fossiel is hier dus eigenlijk een afgietsel van het originele skelet.
•
Een merkwaardig geval van fossilisatie is de verkoling (carbonisatie) van organismen die geen harde delen (meer) hebben. Hier kwam het organisch materiaal al heel vlug in het sediment, zodat er geen zuurstof bij kon. De vluchtige gassen, zoals waterstof, stikstof en zuurstof, verdwenen en alleen de koolstof bleef bewaard. De weke delen werden platgedrukt tot een koolstoflaagje, waarin vaak zelfs de kleinste details zichtbaar zijn. Mooie voorbeelden zijn fossielen van varens of bladeren, maar ook de buitengewone fauna van de ‘Burgess Shale’ (schist) in het Yoho Nationaal Park in Brits-Columbia (Canada).
•
Organismen die in het ijs of in de bevroren aarde bewaard zijn (zoals de Siberische mammoeten), beschouwen we ook als fossielen. Andere bleven geconserveerd in amber of in kopal (insecten in gestold plantenhars) of in olie of bitumen (bacteriën in petroleum).
En daarna? De bewegende aardkorst kan diepgelegen gesteenten met fossielen naar boven duwen, waardoor de fossielen aan de oppervlakte komen. Dan komen de paleontologen erop af. De fossielen kunnen door erosie vrijkomen of moeten uit het sediment worden gehaald.
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
39
Levende fossielen
Hiermee worden levende wezens bedoeld waarvan de verwante soorten alleen als fossiel bekend zijn. Dit is eerder een ‘metafoor’ dan een wetenschappelijk begrip, want het is bijna een contradictio in terminis. Deze overblijvers van verdwenen groepen hebben niet alleen wat ‘geluk’ gehad, maar door hun stabiele leefomgeving kenden ze weinig selectiedruk en dus weinig evolutie. Enkele bekende gevallen zijn de Ginkgo biloba, een boom die al 270 miljoen geleden groeide, of de brughagedis, een reptiel dat alleen nog op een paar eilandjes bij Nieuw-Zeeland voorkomt. Als enige overlevende van de Rhynchocephalia, heeft ze de kenmerken van die orde sinds de jura behouden. Het is natuurlijk nog boeiender te lezen hoe soorten waarvan alleen de fossiele vorm bekend was, opeens nog levend blijken. Zo hebben we de beroemde coelacant (Latimeria chalumnae). Er was gedacht dat de groep waartoe deze vis behoort, al 65 tot 70 miljoen jaar geleden uitgestorven was. Pas in 1938 werd een levend exemplaar opgevist. Een gelijkaardig verhaal kennen Metasequoia, een boom die in 1943 in China in een afgelegen vallei gevonden werd, en Neopilina, een weekdier dat in 1952 op 4000 m diepte in de Golf van Panama ontdekt werd. Van de groep waartoe dit dier behoort, de mutsslakken of Monoplacophora, werd beweerd dat hij 350 miljoen jaar geleden uitstierf.
Gidsfossielen
Sommige fossiele soorten komen alleen in één bepaalde geologische periode voor. Als er bovendien veel van die fossielen over een grote oppervlakte gevonden worden, kunnen ze goede stratigrafische indicatoren of ‘gidsfossielen’ zijn. Van twee ver van elkaar verwijderde aardlagen weten we dat ze even oud zijn, als éénzelfde soort in allebei de lagen voorkomt. Dit is het geval bij de ammonieten, waarvan verschillende soorten uitgestrekte leefgebieden kenden en elkaar vlug opvolgden. Op dezelfde manier bekijken specialisten de grootte, de vorm of de groeven van de rostra (inwendig skeletten) van belemnieten, een eveneens uitgestorven groep inktvissen, om te bepalen in welke periode ze leefden. Dit is ook een beetje zo bij de faciësfossielen: deze fossiele soorten komen slechts in bepaalde sedimenten (faciës) voor. Ze geven ons veel informatie over hoe die sedimenten afgezet werden. Hun verspreiding op bepaalde plaatsen staat in nauw verband met de fysische, chemische en biologische omstandigheden waaronder ze leefden. Door vergelijking met nu levende soorten leren deze fossielen ons bijvoorbeeld veel over: - het milieu waarin ze leefden: zoetwater, brak water, zeewater; - de diepte waarop ze leefden: kustwater, oceaanwater; - het klimaat dat er toen heerste. Wat het laatste punt betreft: dikwijls worden ‘stuifmeelprofielen’ gebruikt om, door vergelijking met recent stuifmeel, vast te stellen met welk huidig klimaattype het toen heersende klimaat overeenstemt. Stuifmeel komt immers veelvuldig voor, fossiliseert goed en is typerend voor een bepaald type flora, dat op zijn beurt met een bepaald klimaattype overeenkomt.
Blad van Ginkgo biloba
Coelacant (Latimeria chalumnae)
40
Ammoniet (Aulacostephanus quenstedti)
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
3. Waar kunnen we dinosauriërs vinden? Versteende sporen van dinosauriërs vind je van pool tot evenaar. Op elk continent is er wel een plaats waar je fossiele resten van dinosauriërs kan vinden (zie kaart p.17). Een reden hiervoor is dat gedurende het trias het aardoppervlak er helemaal anders uitzag dan nu. In het trias bestond het supercontinent Pangaea, dat alle huidige continenten bevatte. Met het uiteenvallen van de continenten zijn allerlei fossielen mee over de aardbol verspreid. Pangaea splitste zich gedurende de jura in twee grote supercontinenten: Laurasië en Gondwana. Tussen deze continenten bevond zich de oceaan Thetys. Verder moet je overblijfselen van dinosauriërs zoeken in afzettingsgesteenten die tijdens het mesozoïcum (van 250 tot 65 miljoen jaar geleden) werden gevormd en op de plaatsen waar dinosauriërs toen leefden. Best zoek je ook in gebieden waar deze sedimentaire gesteenten uit het trias, jura of krijt aan de oppervlakte komen. De vondst van onze Iguanodons bewijst dat dit niet noodzakelijk is. Zij werden eerder bij toeval op meer dan 300 meter diepte gevonden. Klimaatsveranderingen en plaatselijke verschillen in het klimaat zijn van alle tijden. Dus ook in het verleden vinden we gebieden waar het erg warm of erg koud kon zijn. En dat de dinosauriërs goed aangepast waren aan hun leefgebied staat buiten kijf. Zo weten we dat er op het einde van het krijt dino’s binnen de toenmalige noordpoolcirkel leefden, waar het klimaat toen iets milder was dan nu. Enkele gevonden soorten zijn de theropode Troodon, een kleine waarschijnlijk aan Velociraptor verwante vleeseter, (Troodontidae zijn een zustergroep van de Dromaeosauridae), de hadrosauriër Edmontosaurus en de ceratops Pachyrhinosaurus. De in Alberta en Yukon (Canada) en Alaska (VSA) gevonden beenderresten laten vermoeden dat deze dieren van het noorden naar het zuiden migreerden bij het aanbreken van de poolwinter. De grote oogkassen van Troodon zouden er op kunnen wijzen dat deze dino aan de lange poolnacht was aangepast. Troodon heeft ook een aantal eigenschappen met de vogels gemeen (holle beenderen, groot hersenvolume en vederdracht) en is een van de best gekende dinosauriërs. Er zijn een 20- tal volledige skeletten gevonden en zelfs een fossiel ei met een embryo erin.
Troodon
Cryolophosaurus
Op Antarctica zijn eveneens fossiele beenderen gevonden. Cryolophosaurus is ontdekt nabij de zuidpool, tussen de resten van andere dieren, waaronder een plateosauriër (primitieve dinosauriër) en een tritylodont (een verre verwant van de zoogdieren). Cryolophosaurus was een theropode die tijdens de onderjura leefde. Hij wordt gekenmerkt door een opvallende kam bovenop zijn kop. Zijn naam dankt Cryolophosaurus (koude kamhagedis) aan het feit dat hij op Antarctica is gevonden. Gedurende de vroege jura heerste er een gematigd koud klimaat. Australië, dat gedurende de jura aan Antarctica was gehecht, herbergt heel wat dinosaurusfossielen. Leaellynasaura, een kleine ornithopode planteneter is één van de belangrijkste vondsten uit de wereldvermaarde Dinosaur Cove, gelegen in Victoria, zuidelijk Australië. Hij leefde gelijktijdig met Muttaburrasaurus, een Australische neef van onze Iguanodon. Afrika, dat tijdens het trias centraal tussen Australië en Zuid-Amerika lag is erg rijk aan fossielen uit het mesozoïcum. Meer dan 40 verschillende genera zijn er gekend, waarvan bijna de helft tot de prosauropoden of sauropoden behoort, 9 daarvan zijn ook in Amerika en Europa terug te vinden. Merk op dat de dinosaurusfauna redelijk gelijkaardig is voor Zuid- Amerika en Afrika tot aan het middenkrijt. Daarna immers zijn deze continenten uit elkaar gaan bewegen. De belangrijkste vindplaatsen van dinosauriërs in Afrika zijn de Arganaformatie in noordelijk Afrika, de Lower Elliot-formatie in zuidelijk Afrika en de Tendaguru-formatie langsheen de kust van Tanzanië. In 1886, slechts enkele jaren na de vondst van de Iguanodons uit Bernissart werden er op het ZuidAmerikaanse continent al resten gevonden van dinosauriërs uit het krijt. Later vond men ook individuen uit het boventrias en jura. De meeste genera zijn pas beschreven na 1965 (36 van de 44 in Zuid-Amerika gevonden genera) in Argentinië. Ook in Brazilië, Chili,
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
41
Colombia, Peru en Bolivië werden skeletten gevonden. Het overgrote deel hiervan moet nog onderzocht worden. Noord-Amerikaanse dinosauriërs zijn zowat de bekendste ter wereld. De meeste daar gevonden soorten dateren uit het boventrias, de bovenjura en het krijt. De eerste belangrijke dinovondst ooit was het skelet van een Hadrosaurus door Leidy in 1858. De bekendste pioniers van het dinosaurusonderzoek, March en Cope deden er hun werk in de late 19e eeuw en meer dan 100 genera uit Noord-Amerika werden al beschreven. Enkele interessante vindplaatsen zijn de Morisson-formatie (bovenjura), met onder meer Diplodocus, Othnielia en Allosaurus, en de Hell creeck-formatie met Triceratops en Tyrannosaurus (bovenkrijt). Al sinds de eerste dinosaurusontdekkingen in Engeland zijn afzettingen uit het mesozoïcum er goed bestudeerd geweest. In vele Europese landen zijn al belangrijke vondsten gedaan. Vergeleken met de rest van de wereld is het uitzonderlijk dat er al vondsten uit elke geologische periode van het mesozoicum werden gedaan. De fauna uit het trias en de jura is goed vergelijkbaar met de fauna uit de rest van de wereld, voornamelijk met deze uit Noord-Amerika en Afrika. De fauna uit het krijt heeft, mede omdat de continenten hun huidige vorm begonnen te krijgen, een meer specifiek karakter. Meer dan 75 genera zijn in Europa beschreven. De belangrijkste vondst op het Europese continent blijven de Iguanodons, gevonden in de steenkoolmijn van Bernissart. Andere bekende vindplaatsen zijn de Solnhofen- en Keuper-formatie in Duitsland, de Oxford klei in Engeland en de Wealden klei in Zuid- en Oost-Engeland. De Wealden klei vinden we ook terug op het Europese vasteland en in die afzettingen zijn onze Iguanodons gevonden. Van de in Azië gevonden dinosauriërs zijn die uit het bovenkrijt het belangrijkst voor de wetenschap. Het snel toenemende aantal beschreven soorten doet vermoeden dat de diversiteit op het einde van het krijt vele malen groter was dan tot op heden gedacht. Dit wijst erop dat het uitsterven van de dinosauriërs geen langzaam fenomeen was, zoals aanvankelijk gedacht, maar eerder plotseling plaatsvond, zoals bij een grote meteorietinslag kan gebeuren. Onze paleontologen doen belangrijk onderzoek hiernaar en vinden in Azië de belangrijkste bewijzen hiervoor.
4. Hoe communiceerden dinosauriërs? Hoe dinosauriërs communiceerden is een moeilijke vraag om te antwoorden. Toch durven paleontologen bepaalde uitspraken hierover te doen dankzij diepgaand onderzoek van talrijke hiervoor interessante fossielen. Bepaalde lichaamselementen doen, net zoals bij nog steeds levende soorten, veelal dienst als zowel communicatiemiddel als verdedigingsmiddel. Vanuit dit oogpunt wordt het onderzoek naar communicatie bij uitgestorven diersoorten gedaan.
De kam van Parasaurolophus
Paleontologen hebben zich lange tijd afgevraagd wat de vreemde kammen op de koppen van lambeosaurinen (gekamde eendenbekdinosauriërs) zouden kunnen betekenen. Er werd eerst geopperd dat de kam van Parasaurolophus een soort verdedigingswapen was. Later, toen wetenschappers ontdekten dat de kam hol was en in verbinding stond met de neusholten, dachten ze dat het een soort snorkel was die Parasaurolophus toeliet langere tijd onder water te blijven. Parasaurolophus Ook werd opgemerkt dat de kam zou kunnen dienen om de seksuele identiteit tentoon te spreiden. Pas toen onderzoekers besloten de kam van Parasaurolophus in kunststof na te maken, werd zijn ware geheim onthuld. Een in 1995 in New Mexico ontdekte volledige schedel onderging een uitgebreide sessie onder de CT-scan (Computed Tomography, een methode om 3D-scans te maken). Op basis van die gegevens zagen ze dat de kam veel complexer was dan ooit gedacht. De vorm was nog best te vergelijken met een trombone waarbij de kam waarschijnlijk werd gebruikt om geluiden te versterken en zo hoorbaar te maken over grote afstanden. Sommige wetenschappers geloven dat het geluid dat door Parasaurolophus werd voortgebracht zo specifiek was dat elk dier een lichtjes verschillende toon had. Er wordt aangenomen dat ze afhankelijk van de situatie bepaalde geluiden konden maken, variërend van zwaar gegrom tot hoge kirgeluidjes. Dit kan dan weer wijzen op complexe sociale structuren bij dinosauriërs.
Het nekschild van Centrosaurus
Centrosaurus wordt bij de Ceratopsia geclassificeerd en is een neef van de alom bekende driehoorn of Triceratops. Het is een middelgrote herbivore dinosauriër die in het bovenkrijt leefde. Hij had een vrij groot uitsteeksel vooraan zijn neus en een kleinere stekel boven en onder de oogkas. Net zoals Triceratops en Styracosaurus had hij een uiterst spectaculair nekschild dat een groot deel van de nek bedekte. Twee vensters in dat nekschild maakten het geheel veel lichter zonder dat het zijn beschermende functie verloor. Tevens was het schild bedekt met huid die vermoedelijk door extra bloedtoevoer kon verkleuren. Iets gelijkaardigs vind je bij de rugplaten van Stegosaurus. Wetenschappers veronderstellen dat Centrosaurus hiermee een wijfje kon imponeren of eventueel zijn aanvallers kon afschrikken. De hoorns konden gebruikt worden bij het afschrikken van belagers of bij het overbluffen en aanvallen van soortgenoten, net zoals we dat bij herten en elanden zien. De sterkste mannetjes met de grootste hoorns zullen vast en zeker het meeste succes bij de vrouwtjes hebben gehad. Centrosaurus zou een echt kuddedier zijn geweest, daar er meestal veel individuen tezamen worden gevonden. 42
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
Centrosaurus
De helm van Pachycephalosaurus Nog een vreemd uitziende dinosauriër was Pachycephalosaurus. Zijn naam betekent dik (pachy) kop (cephalos) hagedis (saurus), een naam die hij niet heeft gestolen. Zijn relatief kleine hersenen werden door een enorm 20 tot 25 cm dikke schedelkap beschermd! Hij is het grootste gekende lid van de Pachycephalosauria, een zustergroep van de Ceratopsia. Aanvankelijk werd gedacht dat de mannetjes hun zwaar bewapende kop gebruikten als stormram bij het botsen, misschien in de strijd om een wijfje. Later onderzoek bracht aan het licht dat de schedel niet geschikt was om zulke klappen te weerstaan. Kopstoten zouden eerder worden afgeketst dan worden opgevangen. Het in zijn flank rammen van een rivaal lijkt een meer voor de hand liggende optie.
Pachycephalosaurus
5. Het mesozoïcum of secundair tijdperk (zie ook fig. p.34-35) Tijdens het secundair (250 tot 65 miljoen jaar geleden) zijn de dinosauriërs ontstaan, tot bloei gekomen en uitgestorven. Ze heersten 165 miljoen jaar lang. Tijdens die lange tijd zijn de planten en dieren – op het land, in het water en in de lucht – steeds verder geëvolueerd.
Het trias (250 tot 203 miljoen jaar geleden) In dit tijdperk vormden alle continenten één geheel, Pangaea, dat door één enkele oceaan, de Panthalassa, omspoeld was. Het was er warm en vochtig. Het zeeniveau was hoger dan nu en de polen waren ijsvrij. De planten en dieren leefden vooral aan de kusten. Onder water begonnen ammonieten en zeereptielen zich te diversifiëren. Op het land overheersten de voorouders van de zoogdieren, de synapsiden (zo genoemd omdat hun schedel slechts één slaapopening heeft). Moderne vertebraten namen echter geleidelijk hun plaats in. Op het einde van het trias verschenen veel nieuwe dieren: schildpadden, krokodillen, pterosauriërs (vliegende reptielen), zoogdieren... en dinosauriërs.
De jura (203 tot 135 miljoen jaar geleden) Stilaan splitste Pangaea zich in het zuidelijke Gondwana en het noordelijke Laurazië. Het klimaat was warm. Veel land werd door ondiepe zeeën overstroomd, waarin naast tweekleppige weekdieren, ammonieten, vissen, ook grote zeereptielen leefden: plesiosauriërs en ichthyosauriërs. Op het land overheersten de dinosauriërs. Tijdens de jura waren de zoogdieren klein en pas op het einde van deze periode verschenen er vogels. De plantengroei omvatte reeds kattenstaarten, varens, palmvarens (primitieve naaktzadigen die er als varens uitzien), ginkgo’s en primitieve naaldbomen.
Het krijt (135 tot 65 miljoen jaar geleden)
Door de continentendrift raakten de werelddelen geleidelijk op hun huidige plaats, waarbij de Atlantische Oceaan volledig open is. Zuid-Amerika kwam los van Afrika; India en Australië dreven traag richting Azië. Het was minder warm dan tijdens de jura. Bloemplanten verspreidden zich over de hele wereld. De weekdieren en de stekelhuidigen (zee-egels en zeesterren) telden bijzonder veel soorten. Het krijt eindigde met de massale uitsterving van ammonieten, grote zeereptielen, pterosauriërs en dinosauriërs.
6. De massale uitstervingen Uit het geologische archief blijkt dat lange, relatief rustige periodes onderbroken werden door korte tussenpozen, waarin het leven grondige veranderingen onderging. Er deden zich toen massale uitstervingen voor, waarna de overlevende groepen heel sterk diversifieerden. Het fossielenonderzoek en -datering wijst op vijf massale uitstervingen, aan het eind van het ordovicium (-450MJ), devoon (-370MJ), perm (-250MJ), trias (-200MJ) en krijt (-65MJ). Daarvan zijn er twee grondig onderzocht.
De uitsterving van het perm (250 miljoen jaar geleden) trof meer dan 90 % van alle zeedieren en minstens 2/3 van alle landdieren. Van de insectenordes uit het perm was er in het trias een derde verdwenen. Deze massale uitsterving nam minder dan 5 miljoen jaar in beslag. Het ontstaan van Pangaea in die tijd verstoorde veel leefmilieus in zee en op aarde en wijzigde het klimaat. Waar nu Siberië is, deden er zich enorme vulkaanuitbarstingen voor. Waarschijnlijk warmde de planeet op door de reusachtige hoeveelheden lava, as en koolstofdioxide, want een massale uitsterving veroorzaakte.
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
43
De uitsterving van de dinosauriërs (65 miljoen jaar geleden) De dinosauriërs verdwenen plotseling op het einde van het krijt. Wat is plotseling eigenlijk? Was het een onvermijdbaar proces of een ongeluk?
Gradualisten en catastrofisten
De ‘gradualisten’ menen dat de diversiteit bij de dinosauriërs haar hoogtepunt bereikte tijdens de tweede helft van hun heerschappij en tijdens de laatste miljoenen jaren sterk afnam. Sommige groepen, zoals de ichthyosauriërs, verdwenen al veel vroeger. Het is mogelijk dat de achteruitgang van de dinosauriërs, en van andere groepen, reeds in het bovenkrijt begon, maar dat één of andere ramp hun de genadeslag toebracht. Van alle door wetenschappers geopperde theorieën kan er geen enkele op zich alleen deze massale uitsterving verklaren. Drie hypotheses lijken echter heel waarschijnlijk: een ineenschrompeling van de oceanen, een meteorietinslag en een reeks vulkaanuitbarstingen. Volgens het gradualistische model zijn de dinosauriërs vooral uitgestorven door een klimaatsverandering die zich over een vrij lange periode uitstrekte. Geologische waarnemingen wijzen uit dat het zeeniveau op het einde van het krijt daalde, waardoor een oppervlakte van ongeveer 29 miljoen km² droog kwamen te liggen, wat ongeveer overeenstemt met de oppervlakte van Afrika. De kustvlaktes verminderden en daar veruit de meeste dinosauriërs juist daar leefden, kregen ze steeds minder leefruimte. Het subtropische klimaat werd gematigder en continentaler, met uitgesproken seizoenen, temperatuurschommelingen en daadoor een andere plantengroei. Doordat er minder dinosauriërs waren, konden zich andere groepen ontplooien. De argumenten van de ‘catastrofisten’ wegen ook zwaar. In de Deccan, een hoogland in India, bevinden zich ongelooflijk dikke lavalagen (2000 m) over een oppervlakte van ongeveer 500 000 km². Deze lavalagen getuigen van een intense vulkaanactiviteit over een periode van verschillende millennia: hun ouderdom wordt op... 65 miljoen jaar bepaald. Deze vulkanen zouden ontzaglijk veel kooldioxide en as in de atmosfeer hebben gebracht met een langdurige beïnvloeding van het klimaat als gevolg. De vulkaanas zou het zonlicht hebben tegengehouden, wat de fotosynthese door de duisternis en de koude gevoelig minder rendabel maakte, wat de plantengroei noodlottig werd. Enorme hoeveelheden zwaveldioxide die de vulkanen uitstootten, sloegen als zure regen op de aarde neer. Hierdoor dunden de planten uit en die waren het voedsel van veel dieren, waaronder de dinosauriërs. De ‘verschrikkelijke hagedissen’ zijn wellicht van honger omgekomen...
Meteorieteninslag?
Dergelijke toestanden konden ook anders veroorzaakt zijn: een aanlokkelijke theorie gaat ervan uit dat er een gigantische asteroïde (met 10 km doormeter) op de aarde neerstortte. De fenomenale energie die er bij de inslag vrijkwam, verpulverde de asteroïde en een groot deel van de aardkorst. De vrijgekomen stoffen zouden in de atmosfeer terechtgekomen zijn: die schermden het zonlicht af en hulden de aarde maanden- tot jarenlang in duisternis en koude. De soorten die rechtstreeks van de fotosynthese afhingen, zouden het ernstigst getroffen zijn. Andere soorten leefden van de rottende organische materie op de zeebodem, in het zoetwater of in de humus. Deze zouden niet bezweken zijn. Ze konden overleven tot de omstandigheden weer normaal werden. Zonder licht kwijnde alle plantengroei weg, maar na een tijd groeiden er weer planten uit zaden, sporen of wortels. Maar voor de plantenetende dinosauriërs was het te laat. Aangezien zij werkelijk veel planten vraten, waren ze de eerste slachtoffers, gevolgd door de vleesetende dinosauriërs die geen prooi meer vonden. Deze theorie werd gestaafd door geologen die in alle uithoeken van de wereld een dunne sedimentlaag vonden die uitzonderlijk veel iridium bevat. Dit zeldzaam materiaal ontstaat door het voortdurend inslaan van piepkleine meteorieten op het aardoppervlak. De laag is gedateerd op de krijt-tertair-overgang en zou overeenkomen met de as die na de inslag van de reuzenmeteoriet neersloeg. Deze sedimentlaag bevat ook kwartskorrels die typisch zijn voor meteorietinslagen. Tot slot blijkt de inslagkrater nu gevonden: hij bevindt zich op de tip van Yucatán (Mexico), heeft een diameter van 180 tot 310 km en is 64,9 miljoen jaar oud. Niet alleen de dinosauriërs zijn verdwenen! Meer van 60 % van alle dier- en plantensoorten die op het einde van het krijt op aarde en in de zee leefden, zijn samen met de dinosauriërs uitgestorven. Dit gebeurde met de ammonieten, een groep inktvissen die overvloedig voorkwamen in de zeeën van jura en krijt, en met de mosasauriërs, reptielen die verwant waren met de huidige varanen of slangen en in de ondiepe zeeën van het bovenkrijt leefden. Meer dan 3⁄4 van het plankton en van de eencellige algen verdwenen eveneens, samen met de meeste stuifmeelkorrels. Hierdoor verdween dus meteen de voedselbron voor veel andere dieren.
De overlevers en de afstammelingen van de dinosauriërs De meeste zoetwatervertebraten (vissen, amfibieën, schildpadden en krokodillen) overleefden, alsook kleine landreptielen en kleine insecten- of zaadetende zoogdieren. Deze laatste namen al vlug de door de dinosauriërs vrijgelaten ecologische niches in en werden zo de succesvolle dierengroep die we allemaal kennen. Zijn de dinosauriërs nu werkelijk uitgestorven? Nu weten we dat in de loop der tijden kleine vleesetende soorten, uit de tak van de theropoden, tot vogels geëvolueerd zijn. 44
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
Artikel over het opgravingswerk van het KBIN in Azië: de dinosauriërs van de Amoer
��������������������������������������� ������������������������������������� ��������������������������������������� �������������������������������������������� �������������������������������������������� ��������������������������������������������� ��������������������������������������������� ��������������������������������������������
��
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
45
�
�� ������������� ������ �������� ����� ���� ����������� ������������������������������������������������ ����� ����� ��������� ����� ��� ������������ ���� ��� ������� ���� ������������ ��� �������� ����� ��������� ������ �������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������ ����������������������������������������������������� �������� ������� ������� ��� ����������� ���� ��� �������� ���������������������������������������������������������
������ ���� ����������� ����������������� ������� ���� ����� ������������������������������������������������������� �������� ���� ��������� ���� ���� ��������� ������� �������� ��������� ������� ��������� ���������� ������ ��� �������� ������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������ ������������������������������������������������������� ��������� ������� ����� ��� ����� ������������� ���� ������� ������������������������������������������������������������ �������������������� ������ ��� ������������� ��� ��� ������ ���� ��� �������� �������� ����� �������� ��� ������� �������
��������������������������������������������������������� ���������������������������������������������������� ���������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������� ������� �������������� ��� ����� ��������������� ������ ��� ��������������������������������������������������������� ��� ����� ������� ������� ��������������� ���� ��� ������� ����������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������� ��� �������� ��� ����������� ���� ��� ���� ���� ������������ ������� ������� �������� ���� ���������������� ������� ���� ����������������������������������������������������� ��� ������ ����� ���� ��������������� ���� ���� ������ ���� ���� ������ ��� ������� ��� ������������� ���� ����������� ����� ������� ���� ���� ��������� ����� ������� ������� �������� ����� ����� ��� ��������� �������� ������� ����������� ��������� ��������������������������������������������������������� �������� ��� ���� ������������� ������ ��� ������� ���� ����� ����������������������������������������������������� ������� ����� ���������� ������� ���� ����� ������� ������ ������������ ��� ���� ������ ���� ������� ������������ ���� ����� ���� ������� ����� �������������������� ��� ���� ������� ����� �������������� ���� ��� ������ ����� ��� �����������������������������
������������������������������������������������������� ����������� ��� ��� ����� ��� ����������� ��� ��� ������������ ������������������������������������������������������ �������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������� ��������� �� ���� ���� ����������������� ���������� �������� ������������������������������������������������������ ����� ��������� ����������������� ������� ��� ��� ���������� ������������������������������������������������������
������������ ������������� ����������� ������������� ������������� ��������������� ������������� ���������������� �������� ������������� ������������� ����������� �������������� �������������� ����������
����������������� ����������������������� �������������������
������������������� ������������� �������������������������������������������������������� ���������� ���������������������������������������������������� ��������������� ���������� ���� ������������� �������� ���� ��� ������� ��� ����������� �������� ���������������� �����
��
46
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
��������������������������������� ����������������������������������� ������������������������������������������� ��������������������
����� ��� ������ ���� �������������� ��������� ���������� ���� ������������������������������������������������������ ��� �������� ���� ��� ������������ ����� ������� ������������� ��������������������������������������������������������� �������� ���� ��� ������������ ��� ��������������� ��� ������������������������������������������������������� ����������������� ��� ��� ����������������������� ���� ��������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������� �������� ���� ������� ��� ���� ���� ���� ��� ��������������� ������������������������������� ��� ����� ����������� ���� ������� ����� ������������ ������������������������������������������������������ ���������������������������������������������������� �������� ���� �������������� ����� ���� ���� ����������� ����� ������������������������������������������������������ ������������������������������������������������������ ������� ��� ��������������� ������� ��� ������ ����������� �������������������������������������������������������� ���� ���� ����� ��� ��� ���������� �������� �������������� ������������������������������������������������������ ����� ������ ��� ������������ ���� �������� ����� ���������� ��������������������������������������������������� ���������������������������������������������������������� ���� ��� ������������� ������ ��������� ���� ���� ���������� ������������������������������������������������������ ����������������������������������������������������� ����������������������������������
�����������
������������ ������������� ������������� ��������� ���������� ����������� ��������� ���������� ������������ ���������� �������
�������� ��� ������� ������ ���� ���� ������ �������� ��� ������ ��������� ���� ��������� ����� ���� ��� ���������� ������������� ������������������������������������������������������ ��������� ���� ���������� ����� ������� ������� ��� ������ ��������������������������������������������������������� ����� ���� ������ ��� ������ ��� ����� ������������� ������ ��� ��������������������������������������������������������� ���� ��� ������ ����� �������� ��� ������� ��� ���� ���������� ������������������������������������������������������� ����� ������ ��������������� ���� �������������� ������ �������������������������������������������������������� ������������ ����������� ���� ��������� ������ �������� ���� ��������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������ ������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������ �������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������� ����� ���� ������ ������������ ��� ��������������� ������� ��������������������������������������������������������
��� ���������� ������� ��������� ����� ���� ���� ��������� ������������� ���� ��� ��������������� ����������� ���� ���� �������������������������������������������������������� ��������� ���� ���� ������ ���������� �������� ������� ��� �������������������������������������������������� ���������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������� ����� ���� ������ ����� ������ ���������� �� ����������� ���� ����� ��������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������� �������� ����� ��� �������� ������������� ���� ���� ���������� ����������������� ������ ����������� ���� ������� ������ �����������������������������������������������������
���������������������������� ���� ��� ��� ������� ������ ���� ��� ������� ��� ��������� ����� ��������� ���������� ���������� ��� ������� ����� ���� ������ �������� ����� ��� ��������� ��������� ������������� ������������������������������������������������������� ���������� ���� ������� �������� ��� ���������������� ��� ������������������������������������������������������� ���� ��� ������������ �������� ���� ��� ������������� ���� ������������������������������������������������������� ��� ��� ����� ���������� ����������� ��������������� ������ ������������������������������������������������������ ��� ���� ���� ������� ����������������� �������� ���������� ���� ��������������� ���� ������� ������ ��� ����� ������� ������ ��� ������� ���� ����� �������� ����� ��������� ��� �������������������������������������������������������� ����������� ��� ��� ������������ ������� ���� ������ ��������� ���������� ����� �������������� ���������� ���� ������ ����������������������������������������������������� ��� ���� ������ ������� ���� ��������� ������ ������� ����� ��� ����������������������������������������������������� ���� ������������ ���� �������� �������������� ����������
��
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
47
���������������������������������������������������������� ��� ��� ��� ���� ������� ��� ������� ��� ������������ ��� ����� ���������� ��������� ��� ����� ����� ��������� ���� ������� ������������������������������������������������������� ������� ���� ��������������� ��� �������� ���������� ���� ����������������������������������������������������� ������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������� ��� �������� ����� ���� ��� ������������� ���� ��� ��������� �������������� ���� ���� ������� ����� ������������ ���������� ��� ���� ��������������������� ���� ��� ������� ����������������������������������������
���������������������������������������������������������� ������ ����� ��������� ���������� �������� ���� ����� ��� ������������ ����������� ���� ���� ������ ��� ������� ������ ���� ��� ��������������� �������� ��������� ����������� �������������������������������������������������������� �������������� �������� ��������� ���� ������� ��� ����� ����������������������������������������������������� ������� ���� ��� ����������� ������ ���� ���� ��������������� ��� ���� ������ ���� ���� ������ ���� ���������� ������� �������� �������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������ ������������������������������������������������������ ����� ������ ��� ��������������� ������ ���� �������������� ������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������� ���������������������������������������������������
������������������������� ���������������������� ��������������������� ������������������������ ���������� ����������������������� ������������������������ �������������������� ����������������������� ��������������������
���������������������������������������������������������� ������������� ���������� ���� ��������������� ������� ������ ��� �������������� ��� ����� ����������������� ��� ������������������������������������������������������� ���������������������������� ��� ������������ ����������� ��� �������������� ������������ ������� ����� ����� ��������������� ����� ��� ������� ��� ��� ���� ������������������� ��������������� �������� ����� ����������� ���� ��� ������������ ��� ������������� ���� ��� ��������������������������������� ��� ��������������� �������������������� ����������� ���� ������������ ���� ������� ���� �������� ��� ����� ���� ���� ���� ������������ ��������� ������ ��� ����� ���� ������� ���� ������� ������ ���� ������������������������������������������������������ �������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������� ���� ���� ���� ������������� ������������� ���� ��� ��� ������ �������� �������������� ����� ����� ������ ���� ������� ���� ������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������ ����������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������� �������������� ������� ��������������� ���� �������� ���� �������������������������������������������������������� ���� ������� ������ ���� ��� ����� ����������� ����������� ������������������������������������������������������ ������� ��� ������������ ���� �������� ���� ������� ���� ��� ������������������������������������������ ��������������������������������������� ����������������������������������������� ������������������� ���� ����� ������ ���� ���� ������� ���� ����� �������������������������������������������� ���������������������������������������� ���������������� ����������������������������������������� ������������������������������������� ������������������ ��������������������������������������� �������� ��� ������� ������� �������� ��� ����������������������������������������� �������������������� ������������������������������������� ���������������������������������������� ������������������� ���������������������������������������� ������������������������������������������� ����� ��� ���������� ���� ������ ��� ����� ������������������ ��������� �������� ������� �������������� ����������������������������������������� ����������� ������������������������������������������� ������������������������
��
48
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
������������������� ������������������������ ������������������������� ����������������������� ��������������������� �������������������� ���������������������� ���������������������� ����������������������� ���������
����������� ������������ ������������ ������������� ������������ ������������ ����������� �������������� ����������� ������������ ��������
���� ���������� ��� ������� ����� ��� ����� ��� ����� �������� ���� ������� ������������� ����� ���� ��������� ������ �������������� ��� ����� ���� ������� ����� ����������� �������������������������������������������������������� ��������� ������� ��� �������� ������ ������������ ��� ������� ������������������������������������������������������� ������� ������ ������������� ���� ������� ��������� ���� ���� ������������������������������������������������������ �������������� ����� ����� ��� ������ ������� �������� ��� ��� ������� ������� ������� ���������� ��� ����������� ������ ��������� ��������� ���������� ���� ������������ �������� �������������������������������������������������������� �������� ������������ ��� ����������������������� ���� ����������������������������������������������������� ���� ��� ����������� ���� ���� ����� ���� ������������ �������������������������������������������������� ���������������������������������������������� ���������������������������������������������� ��� ����� ������������� ��������� ������� ��� ���� ����� ����� �������� ������������� ����� ������� ��� �������� ����������� ����� ����������������������������������� ������� ������� ��� ����������� �������� ���� ������� �������� ���� ���� �������� ������ ������������ ��������� �������� ���� ��� ���� ���������������������� ������ �������� ����� ���������������
������������������������������������������������������� �������������������������������������������������� ���� �������� ���������� ���� ��� ����� ���� ��������� ������������������ ��� ���� ������� ������ ��������� ���� ��������� ���� ������������� ������� ������� ��� ��������������������� ���� ���� ����� ����� ������� ���� �������������� ������������� ���� ����� ���������������������������������������������������� ����������������������������������������������������� ������������������������������������������������������ ���� ����������������� �������� ���� ���������� ����� ����������������������������������������������
�������������������������������� ��� �������� ���� ���������������� ��� ���� ��������������������������������������� ��������������������������������������� ���������� ���� ��������������� �������� ���� ��� ����������� ���� �������� ��������������� ��� ������� ������� ���� ������ ������� ��� ������� ��������� �������� ���� ������������� ������ ������������������ ������� ����� ������� ��� ���� ���� ���� ��������� �������
��
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
49
������������������������ ������������������������������ ����������������������������� ���������������������
������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������� ������� ���� ������� ������ ������������� ��� ��� ���� ���� ���� ������� ��� �������� ���� ���� ��� �������� ���� ������� ���� �������������������������������������
����������������� ��� ����������������������� ���� ���� ������������ ���� �������������������������������������������������������� ����� ����� ����������� ���� ������������������� ����� ���� ������� ������ ������������ ��� ��� ����������� ���� ��������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������� ������� ����� �������������������� ������� ��������� �������������������������������������������������������� ���������������������������������������������������� ������������������������������������������������������ ����� ���� ���� ��� ������������� ��� ���� ������ ���� ���������� �������� ��� �������������� ������� ������ ���� ��� ��� ����������� ���� ���������� ��� ���� ������������ ���� ��������� ������ �������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������� ����������� ���� ��� ����������������� ������ ����� ��� ���� ������ ���� ��� ������ ����� �������� ����� ���� �������� ���� �������� ������������� ���� ����������������� �������� ����� ������ ��������� ��� ��������� ����������� ���� ���������� ������������������������������������������������������ ������������������������������������������������������� ��� ������� ���� ��������� ��� ������������ ��������� ������ ������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������ ����������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������� ����������� ���� ��� ������������� ���� ����� �������� ��������������� ��� ������������ ������ ���� ���� ��� ����� ���
���������������������������������������������������������������� ���� ������� ������� ���� �������� ��������� ��������������� ����� ������������������������������������������������������������ �������� ���� �������������� ����� �������� �������� ������ ��� ��� ���������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������� ������� ����� ��� ���� ���������� ���� ���� ���������� ���� ��� �������������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������� ������������������������ �����
���� �������������������������������������������� ������������������������������������������������������� ���������������������� ���������������������������������������������������������� ����������������������������������� ����������������������������������������������������� ���� ����������������������������������������������� ����������������������������������������� ��������������������
��
50
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
Bibliografische referenties en verwijzingen naar interessante websites 1. Boeken 1.1 Jongeren Speciaal begeleidend boekje bij de Galerij van de Dinosauriërs : Do Van Ranst, Dino’s in de hoofdrol. Leuven : Davidsfonds, 2007, 64p. (8+) Laat je door Mert en alle medewerkers van het Museum voor Natuurwetenschappen rondleiden in een wereld van ver en vroeger…die eigenlijk vlakbij is. Andere : • Peter Ackroyd, Het ontstaan van de aarde: Reizen door de tijd. Antwerpen: Standaard uitgeverij, 2004, 144p. (vertaald uit het Engels, 11+) • Michael Benton, Het beste boek over dinosauriërs. Haarlem: Gottmer, 2005, 64p. (9+) • John Colagrande en Larry Felder, In het spoor van dinosaurussen. Amsterdam, Time Life boeken, 2001, 189p. (vertaald uit het Engels, 12+) • Dougal Dixon en John Malan, Winkler Prins Encyclopedie van dinosauriërs. Van het boek naar het web en weer terug. Amsterdam: Spectrum, 2006, 96p. (10+) • Asa Lind en Annika Rockström, Stenen, vulkanen en fossielen: Geologie voor kinderen. Amsterdam: Ploegsma, 2002, 48p. (vertaald uit het Zweeds, 10+) • Christopher Maynard, Mijn eerste boek over dinosauriërs. Haarlem: Gottmer, 2006, 33p. (8+) • Dr. David Norman en Dr. Angela Milner, Ooggetuigen: Dinosauriërs. Antwerpen: Standaard uitgeverij, 1999, 72p. (vertaald uit het Engels, 12+) • Steve Parker, De complete gids over Dinosauriërs. Utrecht: Veltman uitgeverij, 2005, 448p. (vertaald uit het Engels, 12+) • Chris Pellant, Stenen en fossielen. Haarlem: Gottmer, 2004, 48p. (vertaald uit het Engels, 8+) • Dennis Schatz, Ontdek de T. rex in 3D. Rijswijk: Elmar, 2006, 16p. (8+) • Sam Taplin, Mijn eerste encyclopedie van dinosauriërs en prehistorische dieren. Peter Usborne, 2005, 64p. (9+) De meeste van deze titels zijn beschikbaar in onze museumwinkel.
1.2 Volwassenen • • • • • • • • • • • • • • • •
Luis Chiappe en Lowell Dingus, Lost Dinosaurs: Discovering the astonishing secrets of dinosaurs. Abacus, 2002, 224p. Vincent Courtillot, Evolutionary Catastrophes: The science of mass extinction. Cambridge: Cambridge University Press, 1999, 188p. James Farlow en Michael Brett-Surman, The Complete Dinosaur. Bloomington: Indiana University Press, 1999, 768p. David Fastovsky en David Weishampel, The evolution and extinction of the Dinosaurs. Cambridge: Cambridge University Press, 1996, 479p. Richard Fortey, Fossils: the key to the past. London: National History Museum, 2002, 232p. David Gilette, Seismosaurus: The earth shaker. New-York: Columbia University Press, 1994, 205p. Donald Glut, Dinosaurs: the encyclopedia. Jefferson: McFarland & Company, 1999, 456p. (met meerdere supplementen) Martin Kost’ak, Fossielengids: alle fossiele dier- en plantengroepen. Baarn: Tirion Natuur, 2004, 288p. (vertaald uit het Tjechisch) Anthony Martin en Giuseppe Bertola, Introduction to the study of Dinosaurs. Oxford, Blackwell Publishers, 2006, 580p. Angela Milner, Dino Birds. London: Natural History Museum, 2002, 64p. David Norman, Dinosaurs: a very short introduction. Oxford: Oxford University Press, 2005, 178p. Mark Norrel en Lowell Dingus, Discovering Dinosaurs: Evolution, extinction and the lessons of prehistory. Berkeley: University of California Press, 2000, 239p. Gregory S. Paul, Dinosaurs of the air. Baltimore: John Hopkins University Press, 2002, 472p. Rudolf Prokop, Fossielen. Lisse : ZuidBoekprodukties, 2004, 224p. (vertaald uit het Engels) Yves Robert en Pierre Bultynck, Dinosauriërs: De prehistorie bij ons. Leuven: Davidsfonds, 1999, 157p. (uitgeput) José Sanz, Starring T. rex: Dinosaur mythology and popular culture. Bloomington: Indiana University Press, 2002, 153p.
Speciale OKV-publicatie naar aanleiding van de heropening van de Janletzaal: Wim De Vos, Museum voor Natuurwetenschappen. De Janletzaal/Een vleugel van licht voor de dinosauriërs. Antwerpen: Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, 2007, 40p. Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst
51
2. Websites: interessante links Het internet staat vol met dinosauruswebsites. Onderstaande websites sprongen ons in het oog en leiden je al een hele eind verder.
2.1 Nederlandstalige sites http://www.natuurwetenschappen.be/4kids Speciale Dinorubriek voor kinderen op onze eigen website, met een dinotheek, dinokrant en een heuse dinoquiz. http://www.winklerprins.com/dinosauriers Een schat aan informatie en plaatjes om te downloaden. Gaat samen met de encyclopedie van Winkler Prins (zie boeken) http://www.dinojesse.nl Informatieve dinosaurussite voor kinderen met ook spelletjes, knutselen en nog veel meer. http://www.dinosaurus.net Uitgebreid naslagwerk voor jongeren over dinosauriërs en de wereld waarin zij leefden, met veel illustraties. http://noorderlicht.vpro.nl uitgebreide site met allerlei wetenschappelijke artikels, waaronder ook een heel luik over dinosauriërs. http://www.a-z.be/dinosaurussen.html Belgische portaalsite met links naar maar liefst meer dan honderd gespecialiseerde sites over dinosauriërs en paleontologie.
2.2 Engelstalige sites http://www.dinodata.org/ Zeer grote en grondige dinosaurusinfotheek met ook een kindersectie. http://www.dinosauria.com Gespecialiseerde site met een dino-encyclopedie, een fotogallerij van dinospecimens en een luik met heel veel wetenschappelijke artikels. http://www.kheper.net/evolution/palaeo.html Uitgebreide site over prehistorisch dieren. Taxonomisch gericht. http://www.palaeos.com/ Uitgebreide site over evolutie, geschiedenis van het leven… Je kan zoeken op taxonomie als op tijdsvak. http://internt.nhm.ac.uk/jdsml/nature-online/dino-directory/ De dinopagina van het National History Museum of London. http://www.bbc.co.uk/sn/prehistoric_life Site van de makers van de series walking with dinosaurs en prehistoric man. Verschillende boeiende deelsites. http://home.alphalink.com.au/~dannj/index.htm#index Site over dinosauriërs in Australië. http://www.dinoruss.com Site van een dinofanaat met heel veel artikels en verwijzingen. http://www.nmnaturalhistory.org/sci_main.html Natuurhistorisch museum in New Mexico. Je kan er het geluid van een Parasaurolophus vinden. http://rainbow.ldeo.columbia.edu/courses/v1001/masterclads.html Deelsite met de cladogrammen van de saurischia en de ornithischia.
52
Galerij van de Dinosauriërs - didactisch dossier - Educatieve Dienst