De verkiezingskrant van MEE Zuid-Holland Noord • Gemeenteraadsverkiezingen 2014
Scherpe interviews over leven met een beperking. Met:
Rabin Baldewsingh 2
Cia Kroon
PvdA Den Haag
VVD Lisse
Kees Borsboom
3
GroenLinks Vlaardingen
André Bos
4
Adri de Roon
4
Marc Rosier
6
CDA gemeente Westland
Arnout Hoekstra
Karsten Klein
Robert Strijk
7
Anne Viruly STIP Delft
8
CDA Den Haag
‘Gaat de politiek met ons mee?’
MEEinformeert @MEEinformeert
Tenslotte ging gingen wij op bezoek bij Hannie van Leeuwen, oud-politica en expert op het gebied van maatschappelijke zorgvraagstukken. In Kiesmee geeft zij haar mening en leest u hoe zij zichzelf voorbereidt op de veranderingen.
Scan de QR-code en ga direct naar de
Twitter mee over de gemeenteraadsverkiezingen 2014. Laat jouw mening horen over de bezuinigingen en de gevolgen hiervan voor MEE. Zie alle reacties via #kiesmee2014
verkiezingswebsite kiesmee2014.nl voor meer info en achtergronden.
GRIP OP JE LEVEN EN MEE BLIJVEN DOEN
Column Hans de Vos De verkiezingen voor de gemeenteraad vallen midden in een periode waarin binnen gemeenten ingrijpende veranderingen worden voorbereid. Gemeenten krijgen veel zorgtaken van de Rijksoverheid naar zich toe geschoven terwijl er daarvoor straks minder geld beschikbaar is. Er rust op gemeenten een grote verantwoordelijkheid deze veranderingen in goede banen te leiden. Niet eenvoudig. Als we willen dat mensen met een beperking goede ondersteuning (blijven) krijgen dan moet er iets fundamenteel veranderen. We moeten hetzelfde of liefst nog meer, met minder geld gaan doen. De consulenten van MEE weten vanuit de praktijk dat dit mogelijk is. De afgelopen jaren ingezette aanpak om met mensen samen hulpbronnen dichtbij te mobiliseren levert resultaten op. Ook wordt in toenemende mate (maar nog te weinig) gebruik gemaakt van algemene voorzieningen in plaats van speciale. Het meer inzetten van ervaringsdeskundigen is weer een andere ontwikkeling waar we mee bezig zijn. We zien kortom allerlei mogelijkheden om mensen toch het nodige te bieden tegen lagere kosten.
Gemeenten zijn zoekend. Zij weten op dit moment niet hoeveel geld er voor zorgtaken in de gemeentekas bij komt. Gemeenten zijn ook zoekend naar de manier waarop alles georganiseerd en ingekocht moet worden. In alle gemeenten draaien pilots, zijn er proeftuinen opgezet en wordt er veel overlegd in expertgroepen, stuurgroepen, partneroverleggen, sociale platforms en nog veel meer. Hoe moet dat nu met de aankomende verkiezingen? Stel dat je jouw keuze voor een politieke partij vooral wil laten afhangen van de wijze waarop een partij de zorg wil organiseren. Dan wordt het maken van een keus wel lastig. Geen enkele partij heeft zich in de praktijk kunnen bewijzen. We moeten het doen met de ideeën en intenties van de lokale politici. Dus hebben we die verzameld in deze verkiezingskrant. Ik weet nog niet op wie ik ga stemmen. De komende weken komt er wel een partij “bovendrijven”. Maar ik weet wel dat ik ga stemmen, daarvoor hecht ik teveel aan onze democratie. Ik hoop u ook! Hans de Vos is directeur van MEE Zuid-Holland Noord
17
D66 Leiden
SP Vlaardingen
interviews met dertien politici – lijsttrekkers, wethouders en/of raadsleden - uit zeven gemeenten. Ook ging de redactie van deze krant in gesprek met consulenten, cliënten en hun netwerk. Wat is hun reactie op de toekomstige ontwikkelingen? Maken zij zich zorgen of zijn ze juist vol vertrouwen?
16
VVD Zoetermeer
Marga de Goeij
Op 19 maart zijn de gemeenteraads verkiezingen. In deze krant spreken lokale politici zich uit over de decentralisatie van de Jeugdzorg, de Participatiewet en de veranderingen in de AWBZ en de Wmo. Wat zijn de politici van plan? Welke ideeën hebben zij? En welke gevolgen heeft dat voor u? Lees alles in de
14
D66 Lisse
SP Leiden
Wilt u reageren op één van de interviews? Dat kan. Ga naar www.kiesmee2014.nl en deel uw mening!
14
PvdA Delft
CU-SGP Zoetermeer
Roos van Gelderen
Raimond de Prez
12
Bekijk het filmpje op www.kiesmee2014.nl
En verder 2 Moeilijke-woorden-meter 9 Monique Kromhout, een betrokken moeder 10 Rondetafelgesprek, discussie met cliënten
13 Hannie van Leeuwen, tips van een Grand old lady 19 Hiske en Martin Voerman, een zelfstandig stel 20 Politieke weersverwachting 20 Puzzel mee 20 Keukentafelmenu
18
2 Rabin Baldewsingh Lijsttrekker PvdA Den Haag
‘Samen stad zijn’
PvdA-wethouder Rabin Baldewsingh geeft met genoegen zijn visie op de veranderingen in de zorg en de gevolgen daarvan voor de burger in het algemeen en mensen met een beperking in het bijzonder. Aan het einde van zijn betoog laat de politicus weten hoe hij omgaat met de toekomstige ontwikkelingen: “Schouders eronder, dat werkt!” Het is tevens de titel van zijn partijprogramma. Voor de duidelijkheid: hij spreekt hier als lijsttrekker van zijn partij, de Haagse PvdA. De aanpak die hij daarbij voor ogen heeft is gebaseerd op twee zaken: de zorg moet laagdrempelig en zoveel mogelijk in de buurt. En Baldewsingh vindt het belangrijk dat er ingezet wordt op preventie. Professionals en vrijwilligers moeten daarvoor samenwerken in zogeheten ‘buurtzorgteams’, zo valt te lezen in het partijprogramma.
Hij is daarbij een voorstander van ‘inclusief beleid’; hij wil geen specifieke voorzieningen, maar zoveel mogelijk mensen met een beperking ‘meenemen in de samenleving’, zoals hij het zelf verwoordt. “Toegankelijkheid is voor mij een vanzelfsprekendheid. Daar hebben we als gemeente een voorbeeldfunctie in. Maar ook cultu-
rele instellingen en ondernemers moeten hun verantwoordelijkheid nemen.” Als wethouder is hij onder andere belast met gehandicaptenbeleid, en daarom kijkt hij altijd of voorzieningen bereikbaar zijn met bijvoorbeeld een rolstoel of scootmobiel. “En”, zegt hij met enige trots, “ik ben nu bezig met de ontwikkeling van een website
‘Participatiesamenleving? Ik heb het liever over zorgsamenleving’
waarop mensen kunnen zien waar in het centrum een invalidentoilet is, of parkeergelegenheid voor gehandicapten.” Dat gaat vooral over mensen met een lichamelijke beperking, maar hoe zit dat voor mensen met een verstandelijke beperking? Welke voor beeldfunctie heeft de gemeente daar? “Hier bij de gemeente is de schoonmaak uitbesteed aan het Haags Werkbedrijf. Schoonmakers zijn voor een deel mensen met een verstandelijke beperking.” Hij moet een beetje lachen. “Er is een man, een Hindoestaanse meneer, die altijd gaat zitten als ik eraan kom. ‘Moet je naar huis?’ vraagt hij dan aan me. ‘Nee, hoezo?’ antwoord ik dan. ‘Nou, kom er dan even bij, dan praten we even.’ Kijk, dat is in termen van bedrijfsvoering niet heel efficiënt. Maar wel goed. Ik vind dat ook andere bedrijven mensen met een beperking in dienst moeten nemen.” Als het aan de PvdA-er ligt, vraagt de gemeente dat ook aan de organisaties waar ze zaken mee doen. En zo’n vraag moet dan niet vrijblijvend zijn, vindt lijsttrekker Baldewsingh. Is dat uw idee van de ‘participatie samenleving’? “Participatiesamenleving, participatiesamenleving, ik heb het liever over een ‘zorgsamenleving’.” En dan fel: “Ik ben niet bereid zomaar ineens afscheid te nemen van de verzorgingsstaat. Voor mij is het ‘zorgen voor’ een kwestie van solidariteit. In de zorgsamenleving moet je mensen uitdagen om te participeren, dat wel.”
Moeilijke-woorden-meter Politici hebben er een handje van moeilijke woorden te gebruiken. Waarom doen ze dat? Klinken ze dan interessanter? Proberen ze een ongemakkelijke waarheid te verhullen? Weten ze niet zo goed wat ze willen zeggen en leiden ze daarmee de aandacht af? Of kan de ingewikkelde boodschap van politici gewoon niet in eenvoudige woorden verteld worden? Die moeilijke woorden en onduidelijke termen zorgen er in ieder geval voor dat politici soms lastig te volgen zijn. MEE wil graag dat politici duidelijke taal spreken – zodat de lezers van deze verkiezingskrant niet hoeven te gissen naar wat er bedoeld wordt. En daarom kregen de geïnterviewden vooraf te horen dat er zou worden gecontroleerd op moeilijke woorden en ingewikkelde termen. Sommige politici hielden daar rekening mee en pasten hun taalgebruik aan. Anderen praatten vrolijk verder over ‘beslisbomen’, ‘neo-liberale koers’, ‘adagium’ en ‘sturingsmechanisme’. Ook ‘inzetten op’, ‘integrale dienstverlening toepassen’, ‘inzoomen op’ en ‘schommelingen afdekken’ is iets wat in veel gemeenten gebeurt, zo bleek uit de gesprekken. Gelukkig werd uit de context wel duidelijk wat de dames en heren politici bedoelden. Op de website www.kiesmee2014.nl ziet u welke politicus zich het beste aan de opdracht gehouden heeft en de minste moeilijke woorden heeft gebruikt.
Kunt u de mensen geruststellen die bang zijn dat ze straks geen zorg meer krijgen? “Kijk,” is het antwoord, “we willen de decentralisatie zodanig vormgeven en inbedden dat we mensen die het nodig hebben ook daadwerkelijk van zorg kunnen voorzien.” Geruststellen kan hij de burger nog niet. “Er is nog te veel onduidelijk, het is ‘work in progress’ en ik deel op dit moment de zorgen. Maar ons adagium is, ‘we gaan ervoor en we staan ervoor’.” Hij zucht even bij de gedachte aan de beslissing van staatssecretaris Van Rijn. Die besloot onlangs om ‘persoonlijke verzorging’ niet bij gemeente te beleggen maar uit te besteden aan de zorgverzekeraars. “Er is nog wel wat werk aan de winkel. We begonnen enthousiast aan de operatie, we kregen veel geld in de Wmo en veel geld betekent veel mogelijkheden. Die herschikking betekent dat we als gemeente 80 miljoen mislopen. En dat is zó jammer! Daarmee hadden we een enorme synergie kunnen bewerkstelligen. Het is niet anders. Ik hoop dat nu de zorgverzekeraars goed hun verantwoordelijkheid nemen en dat ze wat meer zichtbaar worden, ook in de wijken en buurten. Dat zou geweldig zijn.” Hij vervolgt zijn verhaal: “Specialistische zorg moeten we garanderen en iedereen moet erbij horen – daar staat de PvdA voor. Mijn slogan is ook niet voor niets ‘Samen stad zijn’.” Hij benadrukt het nog eenmaal: “Ik ben niet van het uitsluiten.”
Wat te doen met een miljoen?
Aan alle geïnterviewden stelden we de vraag: wat te doen met een miljoen? In deze rubriek steeds hun antwoord hierop. “Dat zou ik ogenblikkelijk gebruiken voor de mensen die het het hardste nodig hebben. Wel is het belangrijk om de doelgroep van de AWBZ te herdefiniëren. De vraag ‘zijn dit de mensen die recht hebben op AWBZ-zorg?’ moet dan gesteld worden.” Want de tijden zijn veranderd volgens Baldewsingh. Toch blijft hij positief: “Het wordt lastig, maar we gaan ervoor!”
PvdA Den Haag standpunten over Zorg • • • •
Uitbreiding van het aantal wijkverpleegkundigen: zij zijn de ogen en oren van de wijk. Zorgvragers verdienen tijd en persoonlijke aandacht. Bestrijding van de bureaucratie in de zorg. Organiseer de zorg dicht bij de mensen. Dat geldt ook voor de Jeugdzorg waar de gemeente verantwoordelijk voor wordt.
Bron: verkiezingsprogramma PvdA Den Haag
Rabin S. Baldewsingh @RSBaldewsingh
PvdA Den Haag @PvdADenHaag
1e peiling bekend. Solidariteit en samen stad zijn versus onverschilligheid en verdeeldheid. Er is werk aan de winkel. Keihard er tegenaan.
Jeltje tijdens WMO debat: “Wijkverpleegkundigen zijn heel belangrijk en bieden zorg op maat dicht bij de mensen.” #Zorgindebuurt
Kees Borsboom Lijsttrekker GroenLinks Vlaardingen
‘Investeren in duurzaamheid en preventie’
3
Wat te doen met een miljoen?
“Hier maak ik mijzelf waarschijnlijk niet populair mee, maar ja. Ik zou een groot deel investeren in duurzaamheid, en de rest besteden aan jongeren, vooral aan preven tie. Denk aan gezonde voeding, bewegen. Niet specifiek op jongeren met een beperking, nee, daar is al genoeg voor. Het gaat mij
‘Ik wil weg van het pamperen’ Kees Borsboom, lijsttrekker van GroenLinks in Vlaardingen, is een man met een uitgesproken toekomstvisie. Tijdens het gesprek worden er nogal wat scenario’s en ideale plaatjes geschetst. Over een basisinkomen voor iedere Nederlander. Over ouders ‘vrijwillig verplichten’ mee te doen op scholen. Over wetenschappelijk onderzoek om aan te tonen hoeveel het de maatschappij bespaart als je kleinere klassen op scholen hebt. Over een beroepsvereniging van mantelzorgers. De moeilijke-woorden-meter slaat af en toe flink uit. Kees Borsboom heeft het niet alleen over de toekomst. Hij kijkt ook naar het heden. In Vlaardingen merkt hij wat de pijnpunten zijn, hij ziet wat er vanuit Den Haag op gemeenten afkomt en wat dat voor ‘de burger’ betekent. Wat is het toekomstperspectief voor ‘de burger’ in het algemeen, en mensen met een beperking in het bijzonder? “We zitten in de situatie dat we steeds meer van mensen vragen. We moeten veel meer gebruik maken van de eigen kracht van mensen en de kracht van mensen in de wijk . Het is tijd voor een omslag, ik wil weg van het ‘pamperen’.” Hij gaat ervan uit dat dat gaat lukken, want “mensen willen echt voor elkaar zorgen.” Tegelijkertijd benadrukt Borsboom het belang van een vangnet, dat er volgens hem altijd moet zijn voor mensen die anders buiten de boot vallen.
Het raadslid licht zijn ideeën verder toe, en spreekt over eigen kracht, de rol van de familie en het netwerk van mensen met een beperking. Wat is volgens u de rol van de profes sional bij de eigen kracht? “Die is er zeker. Neem nou het keukentafelgesprek – bedoeld om te bespreken wat iemand zelf kan en welke zorg er nodig is. Dat is met een professional.” En dan heeft de GroenLinks-er het met nadruk níet over de ambtenaren van de gemeente, want “die zijn er voor wet- en regelgeving, de uitvoering moet echt bij professionals liggen.” Even later in het gesprek geeft hij ook aan dat de keukentafel gesprekken heel belangrijk zijn voor de ‘signaleringsfunctie’. En als er dan in een keukentafel gesprek besproken is welke zorg nodig is, kan die zorg dan wel geleverd worden? Veel mensen zijn echt bang
dat het geld straks op is en dat ze geen zorg meer kunnen krijgen. Kunt u die mensen geruststellen? “Hulde aan de wethouder Wmo1 in de gemeente. Hij heeft toegezegd dat er geen plafond is. Maar we moeten natuurlijk wel de gradaties in acht nemen en maatwerk leveren.” Daarmee bedoelt Kees Borsboom dat er telkens goed gekeken wordt naar de persoon, welke zorg hij nodig heeft en hoe je dit zo goed en goedkoop mogelijk kunt leveren. Want minder geld is er, dat is zeker. Ook in bijvoorbeeld de Jeugdzorg. Hoe gaat u om met bezuinigingen zoals die in de Jeugdzorg? Dat is duidelijk voor Borsboom. “Ik wil echt inzetten op preventie. Maar dat is zo lastig, want preventie betaalt zich pas op langere termijn uit. En daar hebben de meeste politici geen trek in. Die kleven aan het pluche en denken ‘hoe kom ik aan het einde van mijn ambtstermijn?’. Ik heb daar andere ideeën over. Preventie. Denk aan gezonde voeding, voer het schoolontbijt weer in, zorg voor goed schoolmaatschappelijk werk, want dáár gebeurt het, dáár komen de signalen. Zorg
GroenLinks Vlaardingen wil betaalbare zorg voor iedereen
voor begeleiding.” En bij besluit cynisch: “Maar ja, dat rendeert niet.” En als u nou wethouder zou zijn, wat zou u dan doen? “Ik wil geen wethouder zijn. Die stroperigheid, dat is niets voor mij. Je moet je dan zo aan de regels houden. En als raadslid kan je gewoon zeggen ‘dit gaan we niet doen, wethouder, dat snap je zeker zelf ook wel’, dat ligt me beter.” Omdat het met momenteel maar vier zetels in de gemeenteraad (samen met de PvdA) absoluut niet realistisch is, durft Borsboom het toch te zeggen: “Als ik dan al wethouder zou zijn, dan zou ik Wmo in de portefeuille willen hebben.” Er is niet alleen minder geld voor Jeugdzorg, ook dagbesteding van mensen met een beperking wordt getroffen door bezuinigingen. Bijvoor beeld de sociale werkplaatsen. Welke rol ziet u daar voor de gemeente? Hij is meteen fel: “Daar heeft de gemeente een heel duidelijke rol in. TBV2 bijvoorbeeld, daar was enige tijd geleden een groot herstructure ringsplan voor. TBV moeten we in stand houden, we zullen het dan ook te vuur en te zwaard verdedigen. En het is ook een taak van de gemeente om naar andere mogelijkheden
om preventie.”
te kijken: we moeten de ondernemers aan tafel hebben. Wij zijn verantwoordelijk voor het sturingsmechanisme.” Raadslid Borsboom heeft zo’n duidelijke visie, dat moet haast wel gevoed zijn door kennis uit de praktijk. Welke lijntjes heeft u met de doel groep hier in Vlaardingen? Het gesprek gaat meteen over op de Wmo-raad. Borsboom: “De Wmo-raad is van onschatbare waarde. We varen bijna blind op hun adviezen. Daar zit zoveel kennis en deskundigheid!” Als mensen problemen ondervinden in de gemeente Vlaardingen, is dit de plek waar men zich kan melden. Of bij, vanzelfsprekend, de professionele instanties als het ouderenwerk of het CJG3. Al vraagt hij zich nu en dan af of die wel ‘dicht genoeg in de wijk’ zitten. Met andere woorden, of ze weten wat er écht speelt. Daarom wil hij ook zo graag dat het schoolmaatschappelijk werk weer wordt ingevoerd. Als je daarin investeert, kan je veel problemen voorkomen. Dat is ook best mogelijk, want aan geld ontbreekt het niet volgens Borsboom. “Geld is nooit een issue. Als je vindt dat iets nodig is, dan is het een kwestie van keuzes maken”, zegt hij overtuigd.
1 Wethouder Cees Oosterom (CDA) is verantwoordelijk voor onder andere de Wmo. 2 TBV is een begrip in Vlaardingen. Vanuit deze sociale werkvoorziening worden grafische diensten geleverd, wordt montage en verpakking gedaan en het groen in Vlaardingen onderhouden.
• • • •
Zorg op wijkniveau met zo min mogelijk formulieren. Eén verantwoordelijke zorgcoördinator voor kwetsbare huishoudens met meerdere problemen. Eigen regie van burgers om de zorg betaalbaar te houden. Stimuleren, faciliteren en ondersteunen van vrijwilligerswerk en mantelzorg.
Bron: verkiezingsfolder op www.vlaardingen.groenlinks.nl
Oorspronkelijk stonden de letters TBV voor ‘ToeleveringsBedrijf Vlaardingen’, maar die uitleg wordt al lang niet meer gebruikt. Tegenwoordig heet het gewoon TBV. Of ‘Ten Behoeve Van’. Het is nu een ‘mensontwikkelbedrijf’. 3 Centrum voor Jeugd en Gezin.
4 André Bos Lijsttrekker CU-SGP Zoetermeer
‘We staan aan de vooravond van een kanteling’
André Bos is voorman van de partijcombinatie ChristenUnie-SGP in Zoetermeer. Toen hij de vraag kreeg of hij namens de partijcombinatie wilde meewerken aan een interview voor de verkiezingskrant van MEE ZHN hoefde hij niet lang na te denken. Als woordvoerder Wmo vindt hij dat er veel communicatie nodig is. “Er komt van alles bij en er gaat van alles af”, zo vat hij de veranderingen samen, “en daar moeten we veel over praten.” Zoals uit de woorden van Bos ook al blijkt is er nog veel onduidelijk. Wel staat als een paal boven water dat er bezuinigd moet worden. Voor Bos staat vast dat zorg altijd terecht moet komen bij mensen die het écht nodig hebben, maar
dat de samenleving “af moet van de vooronderstelling dat alles van de overheid moet komen.” Volgens de lijsttrekker staan we “aan de vooravond van een kanteling” en kan er niet meteen ‘ja’ gezegd worden als mensen iets vragen. Het wordt
Wat te doen met een miljoen?
Door de ‘pittige aanbestedingen’ die in Zoetermeer gevoerd zijn, is de gemeente in staat om met de beschikbare budgetten veel zorg en ondersteuning te bieden. Maar natuurlijk laat Bos een miljoen niet aan zich voorbijgaan. Hij heeft er een goede bestemming voor: “Ik zou het meteen investeren
dan ook een soberder beleid. Hij benadrukt twee punten: “De zorg moet gaan naar de mensen die het ‘t hardste nodig hebben. En we moeten vooral het accent leggen op de eigen kracht.” Daarbij is het volgens Bos heel belangrijk dat er goede zorgconsu lenten zijn, want “die kunnen een goede zorgvraag met elkaar definiëren.” Die consulenten moeten allemaal op dezelfde manier gaan werken, zodat ze dezelfde beslissingen nemen. ‘Stroomlijnen’ en ‘beslisbomen’ maar ook de ‘menselijke maat’ is wat de Wmo- woordvoerder voor ogen heeft. Verder zou hij graag zien dat de mantelzorger aanzit bij een keukentafelgesprek. “Iedereen die er iets mee te maken heeft zou daarbij moeten zijn”, verwoordt hij zijn visie. Een soort netwerkberaad dus, zoals dat al enige tijd bij MEE gebruikelijk is. Dat noemt Bos dan ook ‘een goede zaak’. Dat netwerk en de eigen kracht zijn van onschatbare waarde, zo
‘We moeten voorkomen dat de mantelzorger pakezel wordt’
vindt Bos. Dat moet zoveel mogelijk worden ingeschakeld. Als een moeder voor vier kinderen kan zorgen, moeten de vier kinderen toch op z’n minst kunnen participeren in de zorg van hun moeder, is zijn mening. Hij maakt zich druk over misbruik van voorzieningen en kent de voorbeelden via zijn naaste omgeving. “Mijn moeder werkt in de thuiszorg, en ze komt af en toe dingen tegen die echt niet kunnen. Ze komt wel eens bij mensen thuis die ondersteuning krijgen in de huishouding. En dan is er daar de avond ervoor een feestje geweest, met wel twintig man over de vloer. Kijk, als die mensen er komen voor een feestje, dan zou je die ook kunnen inschakelen voor schoonmaak en boodschappen doen.”
in een netwerk van armoedebestrijding en schuldhulp verlening. Er zit nog zo veel onder het maaiveld.” En daar wil Bos graag iets aan doen.
Roos van Gelderen Lijsttrekker SP Leiden
Hans de Vos @hansdevos_MEE Keukentafelgesprek: vreemd woord om een proces te duiden dat leidt tot antwoorden m.b.t. ingrijpende situaties waarin iets moet gebeuren.
Hoe wilt u dat veranderen? “De gemeente moet een goede controle uitvoeren, met name bij nieuwe aanvragen. Bestaande situaties wil ik niet tussentijds ter discussie stellen. De relatie tussen de zorgvrager en de professional is gebaseerd op vertrouwen, daar moet je voorzichtig mee omgaan. Maar bij nieuwe aanvragen, of bij herindicaties, daar moet je goed controleren.” Komen deze punten ook terug in uw programma? “Jazeker,” zegt Bos, “met name de mantelzorg. De mantelzorger moet onderdeel worden van het keukentafelgesprek. Maar we moeten ook voorkomen dat hij of zij een soort pakezel wordt, die er nog een extra last bij krijgt. En we zetten in op een sociaal netwerk van partners op wijkniveau, daar moet budget aan worden uitgegeven. Met daarbinnen vrijheid voor de professional.”
‘Het is belangrijk om weer normáál te doen’
De Leidse ideeën over zorg en welzijn de komende jaren staan in een plan, dat ‘Van vóór mensen naar mét mensen’ heet. Het is opgesteld door wethouder Roos van Gelderen, tevens lijsttrekker van de SP in Leiden. Ze is blij en trots dat het plan in juni 2013 is goedgekeurd door de gemeenteraad – maar wat haar betreft is het ook niet meer dan logisch.
“Je moet niet voor of over mensen praten, maar mét mensen. Dat is iets wat je van nature moet doen,” volgens Van Gelderen, “zowel in de politiek als in organisaties. Neem nou een jongerenraad als voorbeeld. Zo’n raad stel je niet in omdat het moet, of omdat het zo leuk staat op de website, maar omdat je het wílt.” En dat is een wezenlijk verschil. Het nieuwe beleid van de gemeente is dan ook tot stand gekomen doordat de ambtenaren écht in gesprek gingen met de burgers en zorgverleners om wie het gaat. “Er verandert heel veel door de decentralisaties, of je het nu wilt of niet en wij hebben daarop geanticipeerd – oeps, dat is een moeilijk woord - door in een vroeg stadium in gesprek te gaan met de mensen om wie het gaat. ‘Wat wilt u behouden, wat kunnen we vernieuwen?’, dat waren de vragen die we stelden.” Na deze gesprekken maakten we
‘Eigen verantwoordelijkheid, onzin om zoiets op te schrijven’
twee boekjes (‘Cliënten in beeld, portretten van burgers met een hulpvraag’, en ‘Cliënten in beeld deel 2, dilemma’s van burgers met een hulpvraag’). Een nog belangrijker resultaat is het beleid wat mede hierop is gebaseerd. Van Gelderen: “Zo kunnen we welzijn op maat organiseren. Wat ik vind? We moeten het niet zo ingewikkeld maken. Het is belangrijk om weer normáál te doen. Een cliënt heeft soms wel tien professionals om zich heen staan, die zeven protocollen volgen en vier indicaties afgeven. En bij Bureau Jeugdzorg heeft onderzoek uitgewezen dat de medewerkers daar soms 60 tot 80% van hun tijd achter de computer zitten.” Ze herhaalt het nogmaals: “Doe even normaal!” Ze lacht erbij, maar haar woorden hebben een serieuze ondertoon. Gaat u zelf wel eens op werkbezoek, om te zien hoe het anders moet? Ze lacht weer: “Natuurlijk, ik ben SP-er!” Ze vervolgt: “Het gevaar voor een wethouder is natuurlijk dat je te veel in het gemeentehuis zit. Soms zeg ik dan ook bij een vergadering ‘laten we dat in het buurthuis organiseren’. Daar krijg ik weer inspiratie van.”
5
Lezersvraag uit Zoetermeer Ik krijg benzinegeld van de gemeente, dat is minder geworden omdat ik getrouwd ben en mijn man ook in mijn auto zou kunnen rijden. Vanaf dit jaar moet ik een eigen bijdrage betalen over benzinegeld maar daar rekenen ze het inkomen van mijn man in mee. Van de vergoeding blijft nog maar net € 10,-. Waarom berekent de gemeente een bedrag en laat dan het CAK vervol gens een eigen bijdrage daarover betalen? Ik gebruik alleen deze auto en de vergoeding om naar ziekenhuis, huisarts en apotheek te rijden.
Vragen over leven met een beperking?
CHAT met MEE! Online contact met een MEE-consulent via www.meezhn.nl
Bos: “Dit is een voorbeeld van de uitwerking van een van de pijnlijke bezuinigingsmaatregelen. We moesten kiezen tussen afschaffen, of in stand houden met invoering van een eigen bijdrage. Dat is de enige manier om de kosten in de hand te houden.” MEE Zuid-Holland Noord | 0900 999 8888 (lokaa l tarief) |
[email protected] twitter.com/meeinformeert | facebook.com/mee zhn | www.meezhn.nl Untitled-1 1
9-12-2013 18:13:43
CU-SGP Zoetermeer wil solidariteit
Uit veel van de gesprekken die ze afgelopen periode voerde, bleek volgens haar dat cliënten vooral behoefte hebben aan flexibiliteit. “Mensen willen gewoon het liefste dingen zelf doen. Dus als iemand begeleiding wil, dan heeft ‘ie dat ook nodig. Punt. Anders zou hij er niet om vragen. Maar je moet wel zorgen dat iemand zelf ook wat te zeggen heeft over de begeleiding. Flexibiliteit is daarbij belangrijk. Begeleiding die iemand krijgt, moet aansluiten bij iemands dagritme. En medewerkers zijn vaak wel flexibel, maar de organisaties waar ze voor werken zijn daar niet op ingericht. Dat moet anders.” De kwaliteit van de zorg staat voorop wat Van Gelderen betreft. Ze is daarom ook geen voorstander van aanbestedingen in de zorg, waar geld vaak
een doorslaggevende factor is bij het verlenen van een opdracht. De bezuinigingen zijn groot – kan iedereen straks nog wel zorg krijgen? Ze kijkt meteen ernstig. “Nou, ik maak me wel zorgen over groepen die buiten de boot vallen. Met name de minder zichtbare groepen, mensen die zogezegd niet heel ‘aaibaar’ zijn.” Ze denkt met name aan mensen met psychische problemen, die weinig tot geen sociaal netwerk hebben. Enthousiast vertelt de SP-er over de ontmoetingsplek in Leiden – een klein kantoortje, onderin een flatgebouw - waar juist deze groep terecht kan. Voor een kop koffie, om een computer te gebruiken of om vragen te stellen. Er werkt een groepje vrijwilligers om de bezoekers op
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) legt vanaf 2015 meer verantwoordelijkheid bij burgers. Bij het invullen van de zorgvraag gaat het gemeentebestuur uit van de eigen kracht, de eigen mogelijkheden en eigen verantwoordelijkheden van de
inwoners van Zoetermeer. De ChristenUnie-SGP pleit voor een ruimhartig beleid, dat voorwaarden schept voor de burger om zijn of haar eigen verantwoordelijkheid te nemen en solidair te zijn ten opzichte van mensen met een (psychiatrische) handicap en/of
laagdrempelige wijze begeleiding te bieden en een oogje in het zeil te houden. Zij worden aangestuurd door één professionele opbouwwerker. Zulke plekken dreigen te verdwijnen door de bezuinigingen, maar niet als het aan Van Gelderen ligt. “Zo’n plek is van groot belang. De vrijwilligers daar weten het echt wel als er iets met één van die mensen aan de hand is en kunnen dan actie ondernemen.” Een andere groep waar Van Gelderen zich zorgen over maakt, wordt gevormd door de LVB-ers1. “De maatschappij stelt heel hoge eisen aan hen. Deze mensen zijn dag in, dag uit bezig zichzelf te bewijzen. En we verwachten steeds meer van hen. Mensen moeten hun ‘eigen verantwoordelijkheid nemen’. Als ik dat tegenkom, in beleidsstukken, dan
streep ik dat weg. Eigen verantwoordelijkheid,” zegt ze met een lichte irritatie in haar stem, “ik vind dat onzin om op te schrijven. Eigen verantwoordelijkheid, dat is toch logisch? Dat wil iedereen! Niemand wil afhankelijk zijn.” Om ervoor te zorgen dat niemand buiten de boot valt en de zorg tóch betaalbaar blijft, pleit Van Gelderen voor meer flexibiliteit in de zorg. Ze zou willen dat mensen alleen zorg krijgen op de momenten dat ze het nodig hebben – en dat er soms dus ook géén zorg geleverd wordt. Ook is het belangrijk een juiste mix van professionals en vrijwilligers te hebben. Bij alles is ‘de menselijke maat’ het uitgangspunt voor de SP-er. Iedereen moet de zorg krijgen die hij nodig heeft. Strijdvaardig zegt ze: “En wij komen op voor de
langdurige zorgbehoefte. De ChristenUnie-SGP wil daarnaast optimale keuzevrijheid, zodat de inwoner hulp kan kiezen die bij hem of haar past.
Bron: verkiezingsprogramma ChristenUnie – SGP Zoetermeer
mensen die dat niet voor zichzelf kunnen doen. Er wordt nu te veel over de schutting gegooid onder het mom van de eigen verantwoordelijkheid. Maar wij blijven ons inzetten om zorg en welzijn goed te organiseren, en we zullen het geld dat we hebben goed besteden.” Als de secretaresse op de deur klopt omdat de volgende afspraak bijna begint, wil Van Gelderen toch nog even één ander punt naar voren brengen: “Wat we ook niet moeten vergeten is dat deze bezuinigingen heel veel banen gaan kosten, en dat niemand het daarover heeft.” Het gesprek eindigt, maar Van Gelderen is nog lang niet uitgepraat. Op de gang: “We hebben het niet eens gehad over het akkoord met de mantelzorgers. Daar ben ik ook zó trots op.”
1 LVB: licht verstandelijke beperking
Wat te doen met een miljoen?
SP Leiden staat voor een menselijke Wmo
“Ik zou zorgen dat niemand in de zorg zijn baan verliest.”
Drie doelen zijn daarbij belangrijk: • We stimuleren de sociale binding en participatie. • We zetten ons ervoor in om de groep die (zwaardere) ondersteuning en zorg nodig heeft zo klein mogelijk te houden door in te zetten op preventie. • We zetten in op maatwerk & kwaliteit.
Ze voegt daaraan toe: “Dan is een miljoen nooit genoeg, ik weet het. Maar toch, je moet ergens beginnen.”
Bron: website SP Leiden
Roos van Gelderen @RoosvGelderen
Renske Leijten @RenskeLeijten
Boodschap van #jeugdwelzijnsberaad: praat niet alleen OVER jongeren, maar vooral MET jongeren #transitiejeugdzorg. pic. twitter.com/kf8yZqCOFo
Hallo Samsom: Duizenden banen minder in zorg http://nos. nl/l/567106 . En dan weten we dat dit het meest rooskleurige scenario is
6 Marga de Goeij-van der Klugt CDA’s nummer 3 in Westland
‘Zorg, ontmoeting en dagbesteding dichtbij huis’
Marga de Goeij - van der Klugt is wethouder voor het CDA in de gemeente Westland. Haar werkkamer in het gemeentehuis in Naaldwijk is een ruime, lichte kamer met één opvallende wand. Meer dan de helft van de muur is gevuld met een prikbord, waarop flyers, krantenknipsels, posters en ansichtkaarten hangen. Alles wat op het prikbord hangt, straalt een grote betrokkenheid met de samenleving uit. Het gesprek met wethouder De Goeij start met de vraag die iedereen bezighoudt: Wat is het toekomstperspectief voor mensen met een beperking? Krijgen zij straks nog de zorg die ze nodig hebben? De Goeij geeft een eerlijk antwoord: “Ik begrijp de zorgen. Maar ik kan ze niet allemaal wegnemen. Veel dingen zijn nog niet bekend.” Ondanks de onduidelijkheid die er nog is en de bezuinigingen die er aankomen, ziet ze ook lichtpuntjes in de ontwikkelingen. Die hebben
vooral te maken met de mogelijkheden om dingen op lokaal niveau te organiseren. “Want”, zo zegt De Goeij, “daar kan je gemakkelijker vrijwilligers bij betrekken. En mensen kunnen bijvoorbeeld dichterbij huis naar een ontmoetingsruimte of dagbesteding.” Om te beoordelen wie voor welke zorg in aanmerking komt, vinden ook in de gemeente Westland keukentafelgesprekken plaats. Daar zijn
goede ervaringen mee, omdat men bekend is met de lokale situatie. De gemeente is verantwoordelijk en per situatie wordt bekeken welke mensen aan tafel moet zitten. “Professionaliteit is daarbij het belangrijkste”, benadrukt de wethouder. In het voeren van de keukentafelgesprekken zijn volgens haar al goede stappen gezet. “En dat willen we met elkaar verder ontwikkelen vanuit de eigen-krachtgedachte.”
Wat te doen met een miljoen?
“Mantelzorgers zullen door de bezuinigingen meer druk ervaren. Mijn inzet zou erop gericht zijn om daarom voorzieningen te organiseren, waardoor mantelzorgers even op adem kunnen komen. Dat kan variëren van een tijdelijke opname, buitenschoolse opvang of logeerhuizen. Daarnaast zal het risico op vereenzaming toenemen en wordt het belangrijk ontmoeting dichtbij mogelijk te maken, in het eigen dorp.”
‘Mensen met een zorgvraag moeten straks één aanspreekpunt hebben’ Maken al die veranderingen de zorg nu eenvoudiger – wat uiteindelijk toch ook de bedoeling is? De Goeij vindt van wel. “We kunnen de zorg dichtbij organiseren,” legt ze uit “en daarbij, hoe meer er uit één potje betaald wordt, hoe groter het belang van die partij is om het slim te organiseren. Als gemeente moet je dan ook vooral samenwerking tussen verschillende partijen stimuleren zodat mensen met een zorgvraag straks één aanspreekpunt hebben.” Een ansichtkaart van Loesje – ‘waarom moeilijk doen als het samen kan’ – op het prikbord onderstreept deze visie. En hoe ziet dat er dan in de praktijk uit? De wethouder heeft wel een mooi voorbeeld. “Ik bezocht laatst een dagbesteding voor gehandicapte kinderen. Zij zitten in hetzelfde pand als de reguliere kinderopvang en alle kinderen komen elkaar dus
tegen in de gemeenschappelijke ruimtes. Prachtig! Ik heb daar een gesprek gehad met de organisatie en ouders. Zij maakten zich zorgen over de toekomstige ontwikkelingen. Wij hebben toen uitgebreid gesproken over waar zij tegenaan lopen: de combinatie van de zorg voor hun gehandicapte kind met werk en zorg voor het gezin. Een praktisch punt was het feit dat om 3 uur de kinderen met speciaal vervoer al naar huis gaan en dat de ouders dan thuis opvang moeten organiseren. Het vervoer naar huis is ook kostbaar. Toen kwam al snel in beeld dat een verlengde schooldag de ouders zou ontlasten. Dus zijn wij in gesprek gegaan met het onderwijs en de kinderopvang om buitenschoolse opvang te organiseren, ook voor kinderen met een aandoening en/of handicap. Vanuit onderwijs en kinderopvang is daar zeer positief op gereageerd. Ook de betreffende instelling kijkt nu naar mogelijkheden. Het probleem staat op de agenda en met ingang van 1 januari 2014 is er een start gemaakt met die brede buitenschoolse opvang, met steun van de gemeente.” Een financiële bijdrage is nodig omdat de groepen kleiner zijn en aan allerlei vereisten moeten voldoen. Met trots zegt De Goeij: “Zo helpen we de ouders echt met de zorg voor hun kind.” Dit voorbeeld laat volgens De Goeij ook zien hoe er door de gemeente naar de burger geluisterd wordt, hoe de gemeente meedenkt en als het moet (en kan) ook meebetaalt. De rol van de gemeente is duidelijk. Maar wat is dan de rol van de profes sional? Ook dat is voor De Goeij duidelijk. “De professional zit er vanwege zijn onafhankelijkheid en zijn kennis. Zoals de mensen van MEE. Hulpverleners kunnen een goede inschatting maken van welke zorg iemand nodig heeft. Daar zit een inverdieneffect in.” Wat vroeg een lezer uit de gemeente Westland aan wethouder De Goeij – en wat was haar reactie? Lees het op www.kiesmee2014.nl .
Visie van CDA Westland op Zorg en welzijn • Zorg en welzijn moeten zo dicht mogelijk bij huis georganiseerd worden (wijkteams en wijkverpleegkundige). • De bezuinigingen van de Rijksoverheid beperken de functie van Patijnenburg als sociale werkplaats. Deze functie moet overeind blijven. • De gemeente moet open staan voor de toegevoegde waarde van maatschappelijke organisaties zoals Kerken (schuldhulpmaatje) of particuliere vrijwilligers initiatieven (School is Cool, de Zonnebloem, Myosotis etc). Bron: verkiezingsprogramma ‘Westland zijn we samen’ op www.cdawestland.nl
Marga de Goeij @MargaDeGoeij
Marga de Goeij @MargaDeGoeij
Intentie overeenkomst getekend: westland, rijswijk en delft met zorgverzekeraar DSW samen op weg naar zorg in de buurt
Stem uitgebracht op platform gehandicapten westland voor prijs appeltjes van oranje. Doen! Http//bit.ly/1dCLzvf
Arnout Hoekstra Lijsttrekker SP Vlaardingen
7
‘Meer zorg voor elkaar’
Arnout Hoekstra werd in oktober 2013 gekozen als lijsttrekker van de SP in Vlaardingen. In die stad is hij ook wethouder en verantwoordelijk voor de jeugdzorg, sport, kinderopvang, onderwijs, burgerparticipatie en archeologie. Nog zonder dat er een echte vraag gesteld is, geeft SP-er Hoekstra al zijn mening. Ongezouten. “De gemeenten moeten het kabinetsbeleid uitvoeren dat door de VVD is opgesteld. Tja, we moeten ermee aan de slag. Met alleen maar ‘boe-roepen’ komen we er niet. We moeten het zo goed mogelijk organiseren.” Dat is duidelijk. Maar hoe dan, als er zo veel minder geld is en er dus bezuinigd moet worden? “We moeten de samenleving veel meer betrekken bij de zorg. En beter indiceren welke zorg echt nodig is.” We moeten volgens Hoekstra dan ook af van de gedachte dat we alles zouden kunnen inhuren, we moeten nu veel meer zelf doen. “Dat komt door de neo-liberale koers waarin het gemeengoed werd dat je zorg inkoopt.” Er zitten ook goede kanten aan de ontwikkeling die nu gaande is, want “er is meer samenhang, er komt meer zorg voor elkaar”, aldus Hoekstra. Hij erkent dat er een risico is dat mensen die niemand hebben, buiten de boot vallen. Ook voor die mensen ben je volgens hem als samenleving verantwoordelijk, maar dat is wel ‘een uitdaging’. Hoe ziet u dat dan voor u, zo’n verant woordelijkheid van de samenleving? “De buurt als mede-opvoeder bijvoorbeeld. Of de sportverenigingen en hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Respect op het veld, aanspreken van de ouders, cursussen en workshops geven samen met KNVB of CJG. Sportverenigingen hebben een signaleringsfunctie. De trainers zijn vaak ook gewoon vaders met kinderen, die weten het dus wel als er iets aan de hand is.” Met die signalen moet je iets doen. En de gemeenten moeten ervoor zorgen dat een club, een vereniging, een buurt allemaal hun verantwoordelijkheid nemen, vindt de SP. Op lokaal niveau, dichtbij de mensen zelf, moeten problemen worden opgelost. Maar nog belangrijker is het dat er preventief gehandeld wordt. Om problemen te voorkomen. De inzet op preventie of ‘de beweging naar voren’ zoals Hoekstra het noemt, is een belangrijk punt voor hem. Tegelijkertijd wil hij zich er ook hard voor maken dat burgers zorg blijven ontvangen als zij dat nodig hebben. Ook als wethouder heeft hij daarvoor geijverd. Zoals bijvoorbeeld bij het leerlingvervoer – dat blijft de gemeente betalen zolang dat nodig is. “Maar”, benadrukt Hoekstra, “we verwachten dan ook wel wat van de ouders. De Ericaschool is een goed voorbeeld. Dat is een ZMLK-school, met een eigen schoolbus, die door de gemeente betaald wordt. Sommige kinderen komen van ver. Maar als je dichtbij woont en ernaartoe moet, kan je misschien
‘Toegankelijkheid voorzieningen is een uiting van solidariteit’
ook wel op de fiets. We accepteren het niet als ouders zeggen ‘wij hebben recht op leerlingvervoer want het staat in verordening zus en zo’. Nee, dan spreken we de ouders ook echt daarop aan.” Hoe komt u aan uw informatie, hoe betrekt u mensen met een beperking bij uw beleid? Nu spreekt Hoekstra weer even als wethouder. “We hebben goede lijnen met de Wmo-raad en contact met doelgroepen. Ik krijg bijvoorbeeld adviezen over gebiedsinrichting. Gevraagd en ongevraagd. Eén keer in de week is er ook zwemmen voor gehandicapten – ik zwem dan mee en hoor wat er speelt.” De gemeente betaalt daar aan mee, want dat moet behouden blijven, ook al is het onrendabel. Dat vindt Arnout Hoekstra met zijn wethouderspet op en Arnout Hoekstra als lijsttrekker van de SP heeft dezelfde mening.
Wat moet de gemeente volgens u ab-so-luut blijven betalen? “Terwijl sommige gemeenten bezuinigen op hun sociale werk voorzieningen, blijft TBV1 open”, zegt Hoekstra vastberaden. Al met al is het best goed geregeld in Vlaardingen, vindt hij. Zeker in vergelijking met andere gemeenten. De SP-er is kritisch op het VVDbeleid, dat in zijn ogen ‘onhoudbaar’ is. “Iedereen aan het werk, dat kan natuurlijk helemaal niet. Er komt behoorlijk wat op ons af met de Participatiewet. Daarom is het behoud van TBV zo belangrijk. Sommige mensen kunnen met een beetje ondersteuning wel naar een gewoon bedrijf, anderen hebben een zware beperking en komen niet aan regulier werk, maar hebben dagbesteding bij TBV. Misschien kost het iets meer en is het economisch niet interessant, maar die mensen horen er ook bij.”
Hoekstra zegt waar hij als SP-er voor staat: “Alle voorzieningen die vanzelfsprekend zijn voor mensen zonder beperking moeten ook voor mensen met een beperking toegan-
kelijk zijn. Dat is geen ‘recht’ wat mensen hebben, maar het is een uiting van solidariteit.” En met die mooie woorden eindigt het gesprek.
‘Gezond en wel’: voorstellen van de SP in Vlaardingen • Bij de nieuwe aanbesteding van huishoudelijke zorg worden de arbeidsvoorwaarden van het personeel onderdeel van de gunningscriteria. • Voor mensen met een beperking moet ook een sportaanbod beschikbaar zijn. Sportverenigingen die zich inzetten om sport aan te bieden aan mensen met een beperking worden geholpen bij het maken van de nodige aanpassingen. • Er komt een klussendienst die mensen met een beperking te hulp staat bij het verrichten van werkzaamheden die voor anderen vanzelfsprekend zijn maar voor hen onmogelijk. We doen dit met behulp van vrijwilligers, jongeren, mensen uit de sociale werkvoorziening en mensen die begeleid worden bij het vinden van werk. Bron: verkiezingsprogramma ‘En nu verder!’ van de SP Vlaardingen
1 Zie uitleg over TBV bij het interview met Kees Borsboom. Andere afkortingen: KNVB is Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond, CJG is Centrum voor Jeugd en Gezin en ZMLK staat voor Zeer Moeilijk Lerende Kinderen.
Wat te doen met een miljoen?
“Ik zou inzetten op jongeren, en met name op preventie. Want investeren in preventie is geld besparen. Daarbij zou
STEMJIJOOK.NU
ik me richten op álle jongeren. Vanaf het ongeboren kind. We richten ons ook op zwangere moeders, dat hoort alle-
EricLemstra @EricLemstra
maal bij preventie. Bij het CJG bijvoorbeeld kan je ervaren
Investeren in preventie loont. Op school, in de buurt en bij u thuis #xtrawelzijn en @MEEinformeert
moeders inzetten om tips te geven aan jonge moeders. Adviezen, hulp, ondersteuning. Dat werkt heel goed. Bij dit
@EricLemstra @MEEinformeert
soort activiteiten zijn geen professionals nodig.”
Preventie begint al in de kraamtijd!belangrijke rol voor Kraamverzorgenden!!!
8 Karsten Klein Lijsttrekker CDA Den Haag
‘De participatiemaatschappij is niets nieuws’
Met koppen in de tekst als ‘durf te kiezen’ en ‘meedoen, we zetten ons in voor de stad’ lijkt het alsof de auteurs van het partijprogramma van het Haagse CDA hun inspiratie hebben gehaald bij MEE. ‘Durf te kiezen’ slaat op de keuzes die het CDA volgens lijsttrekker Karsten Klein maakt. Hij legt uit: “Het Rijk ondersteunt mensen met een beperking steeds minder. Er komt heel veel op ons af en de investeringen die we moeten doen zijn heel groot. Maar wij vinden het de taak van de lokale overheid om zorg en ondersteuning te leveren. Dat betekent wel dat er minder geld is voor leuke dingen. Maar wij dúrven te kiezen.” Klein wil mensen zeker helpen als ze zorg en ondersteuning nodig hebben, maar hij richt zich vooral op wat mensen zelf kunnen. Hij is dan ook trots op het CDA-partijprogramma, waarin dat zo duidelijk naar voren komt. De rol van de professional is veranderd volgens Klein: “De professional luistert en zegt ‘waar zijn wij nodig?’. Maar het gaat er vooral om wat mensen zelf kunnen doen.” De wethouder wil dat mensen zo veel mogelijk meedoen – een ‘participatiemaatschappij’ heet dat in het kabinetsbeleid. Hij geeft aan dat dat niets nieuws is: “’Van verzorgingsmaatschappij naar participatiemaatschappij’, zo heette de zorgnota die ik als wethouder al in april 2011 vaststelde.”
Een concreet voorbeeld van de participatiemaatschappij uit het partijprogramma: het CDA wil zorgen dat mensen met een beperking gemakkelijker aan werk kunnen komen. Dat wil hij enerzijds doen door meer banen te creëren voor mensen met een beperking. Maar ook is het belangrijk dat het voor werkgevers gemakkelijker en aantrekkelijker gemaakt wordt om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van de loonkostensubsidie , ‘no-risk polissen’ en goede begeleiding door inzetten van ‘job coaches’. Alles moet in het werk gesteld worden om de kansen voor deze groep te vergroten. We zullen werkgevers actief opzoeken en met hen concrete afspraken proberen te maken voor het bieden van arbeids- en stageplaatsen voor mensen met een beperking. Klein wil blijven betalen voor taxi vervoer voor mensen met een beperking, zodat ze naar hun dag besteding of werkplek kunnen gaan. “Het taxivervoer in Den Haag waar mensen met een beperking gebruik van maken is van hoog staand niveau, dat moeten we in stand houden. Ondanks de bezui-
‘Als je bezuinigt moet je wel geld overhouden om te investeren’
Het CDA Den Haag wil goede voorzieningen Goede voorzieningen voor wie het nodig heeft: Ook door ziekte of vanwege een fysieke of geestelijke beperking vragen mensen om (tijdelijke) ondersteuning vanuit de stad. In al deze gevallen wil het CDA een goed vangnet dat ook als springplank werkt om mensen zo snel mogelijk weer aan de slag te krijgen. Want ook zwakkeren en hulpbehoevenden bezitten persoonlijke waardigheid en horen bij Den Haag. Daar waar het kan vragen wij mensen om zuinig te zijn met de voorzieningen zodat iedereen een beroep kan doen op de solidariteit. Bron: partijprogramma Dúrf te kiezen op www.cdadenhaag.nl
CDA Den Haag @CDADenHaag Succes van @karstenklein: Op de bres voor behoud thuiszorg > CDA Den Haag http://shar.es/K6kxg
nigingen. Dat zeggen we ook in ons partijprogramma. Ik heb ook de programma’s gelezen van andere partijen, zoals de VVD, en die willen daar niet meer aan betalen. Dat vind ik heel erg”, betoogt hij vurig. Ook mantelzorg is een van de onderwerpen waar de CDA-er niet op wil bezuinigen. “Ons mantelzorgbeleid zijn we drie jaar geleden al gestart. En dat is nu gewoon staand beleid.” Als het aan de wethouder ligt blijft dat zo. Hij weet uit zijn naaste omgeving hoe zwaar mantelzorgers het kunnen hebben. “Mijn moeder heeft altijd voor haar schoonmoeder gezorgd. Dat was zwaar. Ik heb dat van dichtbij meegemaakt.” In Den Haag wonen 20.000 mantelzorgers die zorg bieden aan hun naasten. “Ik vind het erg belangrijk hen te steunen en te voorkomen dat zij overbelast raken. Veel mantelzorgers houden vele ballen in de lucht. Zij combineren zorg voor een familielid met het runnen van een gezin en hebben vaak ook een baan. Om ervoor te zorgen dat draagkracht en draaglast van mantelzorgers in balans blijven zet ik in op ondersteuning van mantelzorgers en een goed aanbod aan respijtzorg zodat een mantelzorger even kan bijtanken terwijl de zorgtaak van hem/haar
wordt overgenomen. Mantelzorg ondersteuning is een belangrijk speerpunt voor mij. Verschillende organisaties in de stad zetten zich hier op een fantastische wijze voor in. Bijvoorbeeld via de Taskforce Mantelzorg die ik heb opgericht. Professionals uit zorg en welzijn bezoeken mantelzorgers thuis. Zij komen langs om te bekijken op welke wijze de mantelzorgers geholpen kunnen worden en regelen dit ook. De investeringen om overbelaste mantelzorgers te ontlasten moeten worden voortgezet.” De CDA-wethouder maakt zich in het gesprek een paar keer druk over het landelijk beleid, waarin PvdA en VVD het voor het zeggen hebben. “Het kabinet streeft ernaar dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen leven. Ik ben het hier zeer mee eens, mensen willen ook het liefst thuis blijven en daar zorg ontvangen. Maar de bezuinigingen van het kabinet op de huishoudelijke hulp, begeleiding en persoonlijke verzorging staan hier haaks op. Want juist dankzij deze vormen van ondersteuning kúnnen mensen langer thuis blijven. Het CDA staat voor goede thuiszorg en dagbesteding in Den Haag. Om de negatieve effecten van de Rijksbezuinigingen
te compenseren moet het stads bestuur de voorzieningen met eigen middelen op peil houden. Het CDA maakt hiervoor in het verkiezingsprogramma een bedrag van 35 miljoen euro vrij.” Heeft Klein ideeën over wat hij onmiddellijk zou aanpakken, als hij het in de landelijke politiek voor het zeggen zou hebben? “Ik wil het anders zeggen”, antwoordt hij , “Ik heb de afgelopen jaren in Den Haag veel geleerd, bijvoorbeeld rondom de buurthuizen. Je moet zó bezuinigen dat er geld overblijft omdat je ook moet investeren. Dat doet het kabinet nu niet. Het kabinet zet nu alleen in forse bezuinigingen. Ik heb ook bezuinigd en veel buurthuizen gesloten, maar je moet ook investeren. Dat heb ik gedaan door een nieuw concept te ontwikkelen; het Buurthuis van de Toekomst. Hierbij nemen maatschappelijke verenigingen het initiatief om samen te werken en een locatie te delen. De gemeente zorgt voor de ondersteuning waar dat nodig is.” Iedereen maakte zich aanvankelijk zorgen volgens de wethouder, maar hij weet zeker dat het Buurthuis van de Toekomst een aanwinst is. “Het is mooier met minder geld.”
Wat te doen met een miljoen? Karsten Klein @karstenklein Bij dagbesteding De Kunstvlieg mag ik poseren voor de deelnemers en over 4 weken een portret uitkiezen. #spannend
“Ik zou het investeren in het optuigen van een toekomstbestendig zorgsysteem.”
Karsten Klein @karstenklein
Karsten Klein @karstenklein
Mantelzorgmiddag bij Jonker Frans geopend! Ontzettend belangrijk onderwerp en toenemend met alle plannen. pic. twitter.com/KWlPK2gw3A
Zo wordt het nieuwe Buurthuis vd Toekomst @hvvlaakkwartier Wat een mooie plannen. Waarschijnlijk april de oplevering! pic. twitter.com/tWLiSCMXVe
Monique Kromhout Betrokken moeder
‘We regelen alles zelf met het PGB, dat is veel goedkoper’
Wat kan iemand zelf, en waar heeft iemand ondersteuning nodig? Dat zijn de belangrijkste vragen tijdens de zogenaamde ‘keukentafelgesprekken’ waar alle gemeentelijke beleidsplannen vol van staan. Monique Kromhout weet er alles van. Gezeten aan haar eigen keukentafel in haar woning in Delft vertelt Monique uitgebreid over haar zoon Tobias, die heel veel zelf kan, maar ook bij een heleboel dingen hulp nodig heeft. Een écht keukentafelgesprek Haar 26-jarige zoon Tobias heeft het syndroom van Down. Sinds enkele jaren woont hij in een begeleid-wonengroep bij een grote zorginstelling. Dat is voor hem en voor zijn familie niet de meest ideale situatie. Het liefst zou Tobias samen met een aantal vrienden, die net zo zelfredzaam zijn als hij, in een eigen woongroep wonen. Via de stichting TOV – Thuis Onder Vrienden - ijvert Monique samen met andere ouders voor een kleinschalige woonvorm voor een groepje jonge Delftenaren met een verstandelijke beperking. Tot nu toe zonder succes, al worden er soms (kleine) stapjes in de goede richting gezet. Monique hoopt dat er schot in de zaak komt door de decentralisatie waarbij gemeente meer taken en meer bevoegdheden krijgen. Ze heeft er echter nog niet zo veel vertrouwen in. “Als ik de politici hoor en de media mag geloven, schrik ik me eigenlijk helemaal rot. Als je bedenkt wat er allemaal op gemeenten afkomt, en hoe slecht ze voorbereid zijn, dan is dat echt zorgelijk. ‘We gaan uit van de mensen zélf’ wordt voortdurend gezegd. Maar is de vraag wel in beeld? Weten gemeenten wel wat mensen nodig hebben, en wat ze kunnen? Weten gemeenten wel welke zorg ze straks kunnen bieden, wat de mogelijkheden zijn? Ik denk het niet.” Ze heft haar handen vertwijfeld in de lucht. Monique nam de proef op de som en belde – verschillende keren – met het Wmo-loket van de gemeente Delft, het startpunt Wonen, Zorg en Welzijn. De vraag of er straks nog een PGB mogelijk zou zijn, en op
welke manier zij de zorg van haar zoon kan blijven financieren, kon niet worden beantwoord. Monique is zelf beslist geen leek op het gebied van de combinatie wonen en zorg. Als ervaringsdeskundige weet ze waar ze over praat. Daarnaast doet ze als freelancer onderzoek voor de CG-Raad, VG-Belang en de NPCF1. Ze brengt in kaart hoe de ontwikkelingen zijn op het gebied van wonen met een zorgvraag. “Het is belangrijk om te zien wat er verandert. Zorgt de decentralisatie écht voor een verbetering van de positie van mensen met een beperking in de samenleving?” Ze heeft er zo haar twijfels bij: “Naar mijn idee is het gewoon een giga-bezuiniging. We zullen het zien.” Toch ziet ze ook de positieve kanten: “Er zitten een heleboel goede ideeën in. De zorg kan dichterbij mensen zelf georganiseerd worden. En er is ruimte voor nieuwe initiatieven.” Maar alles valt of staat met de juiste begeleiding, weet Monique ook uit eigen ervaring. Bij de koffie aan de keukentafel wordt een muffin geserveerd die zoon Tobias zelf maakte bij de Firma van Buiten, waar hij werkt. Op de website van deze organisatie is te zien hoe Tobias samen met zijn collega Rob in de keuken aan het werk is. Tobias’ moeder is vol lof over het cateringbedrijf dat werk biedt aan onder anderen mensen met een beperking. “Het is alleen zo jammer dat die meiden daar ieder jaar weer veel tijd moeten steken in het verkrijgen van nieuwe financiering. Ze doen zulk geweldig werk. Dat moet toch anders kunnen?” De
Grip op je leven en mee blijven doen! Een kind opvoeden. Naar school gaan. Werken. Vrije tijd. Gewoon meedoen in onze maatschappij. Het is voor mensen met een handicap of chronische ziekte vaak een hele opgave. Maar u staat er niet alleen voor. MEE helpt u bij vragen over wonen, onderwijs, werken, geldzaken, vervoer en nog veel meer. U kunt een afspraak maken of gewoon langs komen. Vaak is er meer mogelijk dan u denkt.
MEE Zuid-Holland Noord T 0900 - 999 8888 www.meezhn.nl
2013 Advertentie Alphen CC - april 2013.indd 1
9-12-2013 12:39:31
begeleiding die Tobias krijgt bij de Firma van Buiten financiert Monique zelf, uit het PGB dat ze voor haar zoon beheert. Ze betaalt er ook zijn woonvoorziening bij de zorginstelling uit en de begeleiding die hij daar krijgt. Daarnaast organiseert ze zijn sociale contacten. “We hebben voor Tobias bijvoorbeeld een ‘logeerbroertje’. Zij trekken al twintig jaar met elkaar op en zijn logeerbroertje gaat onder andere mee winkelen. Dat is goedkoper dan een begeleider mee laten gaan. Maar het kost wel geld, en dat wordt betaald uit Tobias’ PGB. Doordat we alles zelf regelen en we geen overhead hebben is de zorg echt vele malen goedkoper. En effectiever.” Ze houdt daarom een warm pleidooi voor behoud van het PGB. “Gemeenten zouden daar ministens de helft van het budget voor moeten reserveren!” Tobias woont bij zijn zorginstelling in een complex van zes eengezinswoningen, die in totaal ruimte bieden aan vijftien appartementen en twee gemeenschappelijke huiskamers. Eén van de huiskamers is bestemd voor de jongere bewoners, de andere voor de oudere garde. In de huiskamers wordt gezamenlijk gegeten, maar verder zijn er geen activiteiten, in ieder geval niet voor de jongeren. “Enkele bewoners eten er tussen half zes tot half zeven, maar daarna gaan ze weer naar hun eigen appartement. Er is ’s avonds te weinig begeleiding om iets gemeenschappelijks te doen. Bij Tobias zitten veel autisten en dus moet er altijd een begeleider aanwezig zijn op de groep, om te zorgen dat het rustig blijft en er geen ruzies ontstaan door irritaties. Bij de huiskamer voor de oudere bewoners is dat anders, maar daar vindt Tobias het saai. Logisch. Hij wil iets met leeftijdsgenoten doen.” Het gebrek aan mogelijkheden en begeleiding sterkt Monique in haar zoektocht naar een woonvorm die wél bij Tobias past. Haar grootste wens is een eigen woongroep, ergens in de wijk, voor een clubje van zes tot acht jongeren die allen een verstandelijke beperking hebben. Samen met enkele andere ouders zijn zij en haar man al jaren bezig, maar krijgen van woningbouwverenigingen, met wie ze graag een project starten, locaties aangeboden die niet passen bij wat ze voor ogen hebben. “Dan krijgen we weer een verouderd pand tussen de bejaarden. Dat willen we niet, dan zitten die jongeren weer tussen de oudjes. We willen dat ze echt kunnen meedoen in de wijk.” Bijna was het zover en kregen ze, vlakbij het centrum, een verdieping in een pand dat gerenoveerd moest worden. De projectontwik-
kelaar mocht er van de gemeente aan de slag, op voorwaarde dat er niet alleen kinderopvang, maar ook woonruimte voor ouderen en huisvesting voor de TOV-groep gerealiseerd zou worden. Buurtbewoners gooiden roet in het eten – zij waren tegen komst van de woningen voor Tobias en zijn vrienden. Zij dreigden de wijziging van het bestemmingsplan, die nodig was om een vergunning voor renovatie te verkrijgen, te dwarsbomen. De projectontwikkelaar koos eieren voor zijn geld en maakte de ruimte geschikt voor kinderopvang. Dat was namelijk ook mogelijk zónder wijziging van het bestemmingsplan. Inmiddels wordt er wel gewerkt aan de toegezegde woonruimte voor senioren, maar Monique heeft nog niets gehoord over plannen voor ‘haar’ woongroep. Monique zit boordevol goede ideeën over betaalbare zorg die aansluit bij wat haar zoon en zijn vrienden willen en kunnen. Ze heeft daarom een heldere boodschap voor de politici: “Kom maar eens op bezoek. Laat hen met ons praten; met mij,
9
met Tobias, met andere ouders, met de mensen om wie het gaat. Ze zeggen ‘we willen gaan kijken wat mensen echt kunnen’. Nou, dat hebben wij altijd al gedaan. Dat is ons uitgangspunt.” Het is duidelijk dat Monique niets liever wil dan dat Tobias participeert, en hijzelf wil dat ook. Alleen is dat nog niet zo gemakkelijk. “Participatie, participatie? Ik wou dat ze ‘inclusie’ riepen. Inclusie betekent dat de samenleving aanpassingen doet om participatie mogelijk te maken. Dat hebben we nodig.” En daarmee eindigt een écht keukentafelgesprek!
Wilt u weten wat Monique Kromhout op nationaal en op internationaal gebied doet voor mensen met een beperking? Lees het op: www.kiesmee2014.nl
1 CG-Raad is de raad voor chronisch zieken en gehandicapten, VG Belang behartigt de belangen van mensen met een verstandelijke beperking en NCPF staat voor nationale patiënten- en consumentenfederatie.
“We willen niets liever dan dat Tobias participeert. Dat wil hij zelf ook”
10
Rondetafelgesprek Het is woensdagavond, begin januari. Aan de rand van het Zuiderpark in Den Haag staat ‘vrijetijdscentrum Parkoers’. Buiten is het koud, binnen, in het restaurant van Parkoers, is het een stuk warmer. Aan de ene kant van het restaurant staan drie tafels, met zo’n vijftien gasten. Twee mensen in een rolstoel, waarvan eentje met zo’n grote hoofdsteun. Ook twee mensen met Down. De man aan het hoofd van de langste tafel heeft een visuele beperking, een vrouw aan diezelfde tafel heeft weinig emotionele remmingen en praat luid en duidelijk. En veel. Er zitten veel mensen met een verstandelijke beperking. Niet iedereen eet netjes met mes en vork, of met zijn mond dicht. Maar iedereen geniet. Er is één begeleider, Linda. Zonder moeite helpt ze iedereen die dat nodig heeft. Bijvoorbeeld de vrouw die tijdens het eten een epileptische aanval krijgt. Linda zit even hier, en dan weer daar, houdt het gesprek gaande als dat moet en laat stiltes vallen waar nodig. Dit is niet alleen maar een maaltijd – het is meer dan dat. Hier worden mensen geholpen structuur in hun leven te brengen, uit deze avonden halen mensen zelfvertrouwen en levensvreugde, hier bouwen ze aan een sociaal netwerk. Hier hebben ze mensen om zich heen. Hier eten ze gezond en lekker voor een schappelijke prijs – iets wat ze thuis vaak niet doen. Na de maaltijd gaan de mensen naar een van de zalen voor een groepsactiviteit. Maar pas als iedereen geholpen heeft vuile borden en glazen op de daarvoor bestemde kar te zetten. Deze mensen staan niet op de foto – maar het gesprek gaat wel over hen. Onder andere. Aan de andere kant van het restaurant staat een grote vierkante tafel te wachten op het rondetafelgesprek. Zeven mensen komen bijeen om te discussiëren over dat wat de toekomst zal brengen. Is er straks nog zorg voor iedereen? Kan een voorziening als Parkoers blijven bestaan? Kunnen de MEE-cliënten van die andere tafel hier volgend jaar nog terecht als het aan de politiek ligt? Hoe kunnen bezuinigingen worden opgevangen? Waar liggen kansen, waar zijn mogelijkheden? Zorgen worden uitgesproken, maar hoop en optimisme komen ook voorbij. Nadruk op eigen kracht, behoud van PGB, inzetten van het netwerk en goede vrijwilligers – dat zijn gespreksonderwerpen die de revue passeren. Over één ding is iedereen het eens: mensen kunnen veel ondersteuning uit hun eigen omgeving krijgen, maar hebben vaak wel hulp van een professional nodig om dat voor elkaar te krijgen. En soms blíjft professionele ondersteuning noodzakelijk.
Kunnen de MEEcliënten van die andere tafel hier volgend jaar nog terecht als het aan de politiek ligt?
Is er straks nog zorg voor iedereen?
Kan een voorziening als Parkoers blijven bestaan? Luciana Silva Rosso Robin van Marrewijk
Martin Dobber
Martin van de Lustgraaf Maxime
Aad van Schie
Ook aan tafel, maar dan staand: Luciana Silva Rosso, Joël Burleson en Robin van Marrewijk. Zij vervullen een onmisbare rol in het restaurant.
Hiske Voerman tegen Martin Dobber:
11
Aad van Schie (64), actieve senior met veel ervaring in de zorg: “Goede vrijwilligers trek je niet zomaar uit de kast.” Martin van de Lustgraaf (51)*, trainer en adviseur, Kenniscentrum Sociale Netwerken rond Burgers in Kwetsbare Situaties: “We moeten van een ik- naar een wij-land.” Luciana Silva Rosso (41), kokkin. En moeder van een puberzoon met autisme: “Simpel en eenvoudig is een uitdaging. Ik zet een lekker driegangenmenu op tafel voor vier euro.”
Waar liggen kansen, waar zijn mogelijkheden?
Hoe kunnen bezuinigingen worden opgevangen? Joël Burleson
Robin van Marrewijk (42), steun en toeverlaat in de keuken van Parkoers: Ik werk hier al twaalf jaar, drie dagen in de week. Ik ben in dienst van VTV en heb een vast contract. Schoonmaken vind ik leuk, en pindasaus maken ook. En de borden opmaken. Ik help overal mee en mag ook meebeslissen met bestellingen.” Martin Dobber (vijftiger)*, voorzitter cliëntenraad MEE ZHN: “Er is onzekerheid alom – een betrouwbare overheid die afspraken nakomt, dat zou wel prettig zijn.” Maxime (3), sinds november 2012 hulphond voor Martin Dobber: “Ik doe deuren open voor mijn baas, en help hem bij het aantrekken van zijn sokken. Dat doe ik met veel plezier!” Fabio della Vedova, (44),consulent MEE ZHN: “Bepaalde taken moet je écht bij professionals beleggen.”
Fabio della Vedova Rob van Berkel
Joël Burleson (25), gastheer: “Als mensen hier ruzie krijgen over een blikje cola ofzo, dan kan ik dat wel sussen. Dat gebeurt dan wel eens.”
Hiske Voerman
Martin Voerman
Rob van Berkel (57), communicatieadviseur bij MEE ZHN: “Als in de zorg zo veel mensen hun baan verliezen, dan verdwijnt ook veel van de deskundigheid die nodig is om de participatiesamenleving vorm te geven en in stand te houden.” Hiske Voerman (in de vijftig), ex-cliënt MEE en medewerker in de zorg: Tegen Martin Dobber: “Als u mijn buurman was, zou ik u graag helpen.”
* Dat er drie Martins zijn, is puur toeval en heeft niets te maken met het feit dat de staatssecretaris die verantwoordelijk is voor de veranderingen in AWBZ en Wmo ook Martin heet.
“Als u mijn buurman was, zou ik u graag helpen.”
Martin Voerman (iets ouder dan zestig)*, ex-cliënt MEE en medewerker groenvoorziening Den Haag: “De crisis heeft er wel aan bijgedragen dat het werk voor ons verdwijnt. Ik ben bang dat ik straks ook geen werk meer heb.”
12 Cia Kroon Lijsttrekker VVD Lisse
‘Burgers moeten meepraten en meedóen’
Het gesprek met Cia Kroon, lijsttrekker van de VVD, vindt plaats op de eerste verdieping van het gemeentehuis in Lisse. Daar is ze als wethouder verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening, financiën en economie & toerisme. Kroon is relatief nieuw in Lisse – ze werd in het voorjaar van 2013 benoemd als wethouder. Daarvoor was ze raadslid in buurgemeente Oegstgeest waar ze voor de VVD het woord voerde over onder andere de Wmo. Voor ideeën over de thema’s van MEE kan ze uit het recente verleden putten. Maar ook het heden biedt inspiratie. Kroon vertelt enthousiast: “Afgelopen september was er in Lisse weer een feestweek, met de harddraverij. Daar was ik natuurlijk bij, vanuit mijn functie, maar ik wilde er niet gewoon bij zijn, ik wilde ook graag iets dóen. Dus ging ik mee op de boot om te helpen; ieder jaar is er ook een boottocht, over de Ringvaart, voor mensen met een verstandelijke beperking. En weet je wat nou zo leuk was? Ik kwam er weer oude bekenden tegen, de mensen die ik nog kende uit de tijd dat ik raadslid in Oegstgeest was.” Met zichtbaar genoegen kijkt ze terug op het evenement. Het was niet alleen leuk, maar ook
nuttig. Tijdens de boottocht werd ze onder andere aangesproken over de renovatie van het zwembad in Lisse. Ze kreeg complimenten over de verbouwing waardoor het zwembad goed toegankelijk is gemaakt voor mensen met een beperking. Meepraten is een vorm van betrokkenheid die door Kroon gewaardeerd wordt. De burger moet niet alleen meepraten maar vooral meedoen, en dan het liefst in zijn eigen buurt als het aan de VVD ligt. Lijsttrekker Kroon is ervan overtuigd: “We moeten veel meer de samenleving inschakelen. Dat kan écht! Er zijn kleinschalige initiatieven, burgers die iets willen doen voor hun buurt of hun wijk, maar ze krijgen daar ook iets voor terug. Dat mes snijdt aan twee
Wat te doen met een miljoen?
“In Lisse, het centrum van de Bollenstreek, zijn we bezig een Flower Science Center op te zetten, waar onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven elkaar ontmoeten, bestaande bedrijven kunnen uitbreiden en nieuwe bedrijven ontstaan. Ik zou met het miljoen een zogenaamde Flower Science Incubator opzetten, een plek waar mensen met goede ideeën een nieuw bedrijf kunnen opzetten en hierbij worden geholpen met zowel kennis, als ook met bedrijfsvoering en marketing. Ook mensen met een beperking gaan hier werken en worden daarbij goed begeleid. Een inspirerende omgeving voor iedereen!”
MarjonVonck @MEEinformeert @ciakroon Mee eens! Wij werken succesvol samen met @GemivaSVGGroep PS: de 1e mens zónder beperking moet nog geboren worden!
‘Ik noem het Wmo-loket liever een sociaal loket’
kanten.” ‘Wederkerigheid’ noemt ze dat. Kroon verwijst weer naar haar boottocht: “Het was zo mooi op die boot! Daar zaten ook jonge meiden van een jaar of achttien, gewoon, omdat ze er plezier in hebben. Niet omdat ze het belangrijk vinden vrijwilligerswerk te doen. Nee, echt omdat ze het leuk vinden!” Niet alleen burgers maar ook ondernemers kunnen iets bijdragen en hun betrokkenheid tonen. Kroon zou iedere ondernemer aanbevelen om mensen met een beperking, al dan niet betaald, in dienst te nemen: “Mensen met een beperking zijn echt een verrijking voor de economie en voor iedere organisatie.” Voor Kroon is het belangrijk dat er goede algemene voorzieningen zijn waar in principe iedereen gebruik van kan maken. “Generiek beleid waar het kan en specifiek beleid waar het moet.” De rol van de gemeente is echt veranderd volgens Kroon – je kunt niet meer in je ivoren toren blijven zitten, maar je moet eropuit, de samenleving in: “Altijd als je mensen ontmoet en met mensen praat, komt daar iets voor terug: je krijgt meer kennis en input.” Daar zit ‘m volgens Kroon de crux: als gemeente moet je weten wie wat kan doen. Waar kunnen mensen terecht voor werk, voor ondersteuning, voor hulp? De kennis over de sociale kaart zit bij het Wmo-loket en het is de taak van de gemeente om daar ‘alert op te zijn’, zoals ze het zelf omschrijft. “Als gemeente heb je de taak te weten waar de deskundigheid zit. Daarom
heb je bij het Wmo-loket een variatie aan medewerkers nodig. Want van daaruit worden de keukentafel gesprekken gevoerd. Die variatie moet de gemeente goed bewaken.” Ze vult zichzelf aan: “Ik ben ervoor om mensen integraal te helpen en noem het dan ook liever een sociaal
loket in plaats van een Wmo-loket.” Kroon hamert er nogmaals op: “Dat is echt de toekomst, alle deskundigheid moet bij elkaar gezet worden. Het kan gerichter en beter.” Het credo van de VVD: “Ontsluit het aanbod!”
VVD Lisse: eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht Uit het partijprogramma van de VVD Lisse: “Om als gemeente een goed regisseur te worden, dienen een aantal randvoorwaarden en uitgangspunten te worden geformuleerd. Het belangrijkste uitgangspunt is dat iedereen zelf verantwoordelijk is voor de kwaliteit van zijn/haar leven. Voor degenen die het even niet redden moet het meer vanzelfsprekend worden dat
familie, buren en vrijwilligers helpen zoveel mogelijk weer de eigen verantwoordelijkheden te kunnen pakken. Indien dat niet lukt staan de professionals klaar. Ook de inspanningen van professionals moeten erop gericht zijn mensen zoveel mogelijk in hun eigen kracht terug te brengen.”
VTV regio DenHaag T 070 305 19 19 VTV regio Delft T 015 261 86 48 VTV regio Leiden T 071 523 08 00 www.stichtingvtv.nl
Er is veel te doen voor mensen met een beperking. Vrijwilligers maken meedoen mogelijk
Hannie van Leeuwen Gratis tips van een Grand old lady
‘In iedere gemeente een meldpunt mantelzorg!’
13
‘Problemen los je bij de basis op’ “Mantelzorgers zijn onmisbaar en onbetaalbaar!” Mevrouw Van Leeuwen valt met de deur in huis. Ze zit in haar appartement op de 8e verdieping in een woonserviceflat aan de rand van Rotterdam. Vanuit het grote raam in de woonkamer heeft ze uitzicht op de Rotte, vanaf het balkon kijkt ze naar de indrukwekkende skyline van Rotterdam. Gezeten in een comfortabele leunstoel start ze het gesprek zonder al te veel koetjes en kalfjes. Recht door zee, met een duidelijke mening, zoals mensen die haar al wat langer kennen van haar gewend zijn. Behoeft Hannie van Leeuwen nog een verdere introductie? Ze is een fenomeen.
Partijprominent Achtereenvolgens was ze lid van de Tweede Kamer, gemeenteraadslid, wethouder, burgemeester, senator in de Eerste Kamer en lid van het partijbestuur – en daarnaast was ze altijd maat schappelijk actief. Met recht wordt ze een CDA-coryfee genoemd. Ondanks haar leeftijd (ze is geboren in januari 1926) bekleedt ze nog vele functies. Momenteel gaat ze onder andere op stap met de CDA-lijsttrekker in Den Haag, Karsten Klein, naar bijeenkomsten met ouderen.
Eén vuist Hij heeft aan haar een goede. Ook MEE is blij dat de ‘grand old lady’ haar kennis deelt met de jongere garde. Ze is door de wol geverfd en heeft een schat aan ervaring op het gebied van gehandicaptenbeleid. Van
2004 tot 2008 leidde zij de ‘Taskforce Handicap en Samenleving’. Die had als taak de lokale overheid ‘op te schudden’, zoals ze zelf formuleert. En dat heeft de Taskforce gedaan. De Taskforce vroeg én kreeg aandacht voor bijvoorbeeld de toegankelijkheid van stembureaus, de evacuatie van mensen met een beperking tijdens noodsituaties en rampen en introduceerde de ‘mis(s) verkiezingen’, waarmee het beeld van mensen met een beperking werd bijgesteld. De Taskforce bracht bestuur en burger bij elkaar, in besloten kring. Ze zaten samen aan tafel om over problemen en oplossingen te praten. Ook de rol van de Wmo-raden, waarin burgers en belangenorganisaties over het lokale Wmo-beleid mogen meepraten, was een belangrijk onderwerp. Wat de Taskforce daar heeft bereikt? “Onze
‘We moeten allemaal op de toekomst voorbereid zijn’
grootste verdienste daar was dat we binnen de Wmo-raden aandacht hebben gekregen voor de positie van gehandicapten. Wij hebben gezorgd dat ze meer één vuist gingen maken en samen gingen werken.” Een mooi resultaat. Het is dan ook niet voor niets dat de koepel van Wmo-raden zijn jaarlijkse lezing naar haar heeft vernoemd. In de eerste lezing (twintig pagina’s A4, door Hannie van Leeuwen zelf uitgetypt) die in september 2012 gehouden werd, pleitte zij voor een meer inhoudelijke rol van de Wmo-raden: burgers moeten veel meer meepraten over de inhoud. Terwijl ze nog druk was met de opvolger van de Taskforce werd ze ook al gevraagd voor een nieuwe klus – het Nationaal Programma Ouderenzorg. Het doel: betere zorg voor ouderen met complexe hulp vragen. Ouderen met een beperking staan daarin hoog op de agenda.
Archief in de keuken Midden in haar verhaal gaat de telefoon. Net als ze bij haar bureau is, houdt het gerinkel op – in huis loopt ze zonder rollator en dat gaat net iets te langzaam voor de beller. Ze loopt terug naar haar stoel en hervat haar verhaal.
De enorme dossierkennis in haar hoofd is even geordend als haar persoonlijk archief. Meters docu menten, rapporten, verslagen en notities heeft ze op onderwerp gerangschikt, keurig in genummerde stapels. Waar de meeste mensen hun voorraad doperwten en bonen in blik, pakken sap en koekjes bewaren, gebruikt mevrouw Van Leeuwen de inloopkast in haar keuken om haar politieke kennis op te slaan. Ook de kasten in de woonkamer staan vol met netjes geordende boeken.
Gratis advies Het onderwerp mantelzorg komt vele malen terug in het gesprek. Ze is nauw betrokken. Ze prijst het beleid van wethouder Klein ten aanzien van de mantelzorgers. “Er is daar 2,5 miljoen voor vrij gemaakt. Dat zouden andere gemeenten ook moeten doen.” Ze ziet het wel voor zich. “Iedere gemeente zou een meldpunt mantelzorg moeten hebben. Met van daaruit de mogelijkheid om tijdig respijtzorg in te schakelen. Je moet voorkomen dat mensen opbranden als ze mantelzorg verlenen.” Geen probleem zo groot of mevrouw Van Leeuwen heeft er wel een oplossing voor. “Als je mijn mening vraagt over de Jeugdzorg: dit is de zoveelste grote hervorming in betrekkelijk korte tijd. Dat is gewoon belachelijk!” zegt ze fel. “Het gaat veel meer over bezuinigingen, processen en procedures dan over de inhoud.” Ze geeft een gratis tip erbij: “De Jeugdzorg moet veel meer bondgenootschappen aangaan met scholen en onderwijs dan nu het geval is. Problemen los je bij de basis op.” Ook voor MEE heeft ze een paar
adviezen op de plank liggen. “Het gaat om participeren. MEE moet de mensen die dat kunnen, helpen bij begeleiding naar werk. Want werk is een wezenlijk onderdeel van participatie.” En vooruit, nog een tip van de politica: “MEE moet hierover ook voorlichting geven.” Ze geeft een voorbeeld: “De MEE-consulenten moeten begrip kweken bij bijvoorbeeld de medewerkers van de thuiszorg. Als iemand om 9 uur op zijn werk moet zijn, en hulp nodig heeft bij opstaan, wassen en aankleden, dan kunnen de thuiszorgmedewerkers niet pas om half 9 aankomen.” Tot slot heeft ze nog een advies voor mensen met een beperking: “Je moet wel zorgen dat je je netwerk houdt. Dat is zó belangrijk.”
Op de toekomst voorbereid De telefoon gaat een tweede maal. “Met mevrouw Van Leeuwen.” …… “Ja hoor, ik zit in een interview met MEE nu, maar het kan wel even.”…… “Nee hoor zeg het maar.” …… “Wat voor dag is dat, een woensdag? Ik kijk even in mijn agenda.” …… “Dat kan, en ik hoop dat het dan mooi weer is.” …….. “Ja, ik noteer het. Goed zo. Tot dan!” Als ze opgehangen heeft zegt ze bescheiden: “Ik doe ook af en toe nog eens een spreekbeurt voor het Nationaal Programma Ouderenzorg.” Mevrouw van Leeuwen heeft een drukke agenda. Gelukkig is er ook nog tijd voor ontspanning. Na het interview gaat ze vanmiddag sjoelen. “Eerst deed ik daar niet aan mee. Maar”, zegt ze, “het is niet alleen leuk, het is óók goed voor mijn netwerk. Ik ben nu nog zelfredzaam, alleen weet je nooit wat er nog gaat komen. We moeten allemaal op de toekomst voorbereid zijn.”
Werkgebied MEE ZHN
MEE Zuid-Holland Noord biedt ondersteuning bij leven met een beperking in de gemeenten: Alphen aan den Rijn, Delft, Den Haag, Hillegom, Hoek van Holland, Kaag en, Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Leidschendam-Voorburg, Lisse, Maassluis, Midden-Delfland, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Teylingen, Vlaardingen, Voorschoten, Wassenaar, Westland, Zoetermeer, Zoeterwoude
14 Raimond de Prez PvdA’s nummer 2 in Delft
‘Het kan minder ingewikkeld én goedkoper’ ‘500 banen erbij voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt’
Adri de Roon Lijsttrekker D66 Lisse
‘Professionals moeten op hun handen zitten’
Zoals dat gaat bij drukbezette mensen loopt een afspraak van D66 wethouder Adri de Roon iets uit – daardoor begint het gesprek voor deze verkiezingskrant van MEE later dan gepland. De Roon (“zeg maar Adri, we tutoyeren elkaar hier hoor”) loopt wat van de verloren tijd in door in hoog tempo te vertellen over de onderwerpen die D66 bezighouden. MEE is bij hem aan het juiste adres: hij is al twaalf jaar wethouder welzijn en zorg. Als wethouder is hij verantwoordelijk voor volksgezondheid, jeugd, sport, vrijwilligersbeleid, sociale zaken én zorg en welzijn. Een droomportefeuille, vooral omdat alles met elkaar samenhangt. Samenhang ziet hij ook als iets positiefs in de decentralisatie. “Hoe het wordt weten we wel. De gemeente krijgt meer taken. We kunnen daardoor de hulp en de zorg beter op elkaar afstemmen. Er zijn dan minder verschillende partijen bij betrokken. Dat is een pluspunt.” Volgens hem heeft het Rijk daarbij wel erg gemakkelijk geredeneerd, dat de hulpverlening efficiënter, sneller en beter wordt en dus ook goedkoper kan. Hoe precies? Dat is nog niet duidelijk, maar “één ding weten we zeker; we moeten het met minder geld doen. Het wordt soberder, schraler, magerder.” De Roon kan mensen dan ook nog niet geruststellen over de toekomst. Al streeft zijn partij natuurlijk naar “zo min mogelijk kleerscheuren en zo min mogelijk pijn”. Waarop zal D66 bezuinigen? “Wij hebben een andere insteek”, legt de lijsttrekker uit. “We kijken naar twee dingen: we zullen
misschien iets extra’s vragen aan mensen die het financieel aan kunnen.” Hij beseft dat hij zich daar onder sommige groepen niet popu lair meemaakt, maar gaat toch verder. “Mensen met financiële draagkracht versus degenen die dat niet hebben. Omdat ze al veel lasten hebben en hun inkomen voor een substantieel deel naar vaste lasten en zorg gaat. Daar is het al ‘schraalhans keukenmeester’.” Hij vervolgt: “We kijken ook naar kwetsbaarheid. We moeten mensen met een zware beperking of veel beperkingen ontzien.” De Roon geeft het voorbeeld van de huishoudelijke hulp, gefinancierd vanuit de Wmo. “Daar heb ik wel een opvatting over. Zo’n 60% van de mensen die in Lisse huishoudelijke hulp krijgen, hebben een indicatie voor één tot drie uur per week. Daar gaat 60% van het budget aan op. Gebeurt er nou iets vreselijks als die indicatie vervalt? Daar moeten we de besparing vinden.” Hij vindt het te
gemakkelijk om te zeggen dat daar wel vrijwilligers of mantelzorgers aan het werk kunnen, want “die zijn al genoeg belast.” De Roon zoekt de oplossing eerder in een pool van huishoudelijk medewerkers, waar mensen zelf voor betalen (“alleen als dat mogelijk is”) maar benadrukt: “Dat moeten we allemaal zorgvuldig doen.” Over de drie decentralisaties is de democraat duidelijk. “We moeten de Participatiewet, de Jeugdzorg en de Wmo zo organiseren dat we ze allemaal optimaal op elkaar afstemmen.” Hij gebruikt het voor beeld uit de Jeugdzorg – ‘één gezin, één plan’- en vindt dat dat op alle terreinen doorgevoerd moet worden. Hij verwijst naar de werkwijze in Holland Rijnland : “De Jeugd- en Gezinsteams (waar in Holland Rijn land voor gekozen is) zijn volgens ons een goed idee, omdat daarmee het beste individueel maatwerk kan worden geboden en ook adequate hulp met de minste vertraging.”
Nog een belangrijk punt uit het partijprogramma van D66 Lisse: “We moeten meer maatwerk leveren.” Hij beseft: “Dat is een gemakkelijke kreet. Ik bedoel dat we geen pakketten of normstellingen moeten hanteren, maar veel meer naar de individuele situatie moeten kijken. In de geest van het keuken tafelgesprek.” Welke rol ziet u daar voor de profes sional? Volgens De Roon moeten professionals zoals MEE zo veel mogelijk in het proces ingeschakeld worden. Zij hebben het belang van de cliënten in het oog en kunnen een betere inschatting maken van wat nodig is. Daarbij moeten ze ‘de lead krijgen’ en niet gehinderd worden door bureaucratie of administratie. “De professionals moeten samen met de klant bekijken wat optimaal maatwerk is. De professionals moeten daarbij zoveel mogelijk op hun handen zitten, en de cliënt zo
veel mogelijk zelf laten doen. Dat is ook eigen verantwoordelijkheid.” Waarbij De Roon onderstreept dat eigen verantwoordelijkheid géén legitimatie moet zijn van de bezuinigingen. Het is een omslag in het denken voor veel cliënten en hulpverleners, maar belangrijker nog: “Het is een complete verandering van het sociale systeem, en dat moeten we als samenleving doen.”
Wat te doen met een miljoen?
“Daarmee zou ik in Lisse een kinderboerderij annex zorgboerderij willen stichten.”
1 Samenwerking tussen vijftien gemeenten in de Randstad, om de regio verder te ontwikkelen.
‘Gebeurt er nu iets vreselijks als die indicatie voor 1 tot 3 uur per week vervalt?’
15 PvdA-wethouder Raimond de Prez, in Delft verantwoordelijk voor onder andere de zorg, steekt meteen van wal. “Sommige mensen noemen de bezuinigingen een kans, maar zo noem ik het niet. Het is gewoon vervelend. Maar wel de realiteit. Ik vind dat we er het beste van moeten maken.” Hij gaat verder: “Als je er dieper op inzoomt…” Hij denkt aan de moeilijke-woorden-meter en begint opnieuw: “Als je er beter naar kijkt, kan je best bezuinigen.” Omdat er nu zo veel beleid van het Rijk naar de gemeente gaat, hebben gemeenten straks wel een mogelijkheid om dingen anders te organiseren, waardoor het minder ingewikkeld én goedkoper kan. “Kijk, nu zijn er zoveel partijen betrokken bij iemand die ondersteuning nodig heeft. De gemeente, het CAK, het UWV, het Rijk, MEE. Want mensen hebben hulp nodig bij het vinden van een baan, ze hebben
een uitkering of bijstand, ze hebben thuis niet alles op orde.” Dat kan anders volgens de wethouder. De Prez wil straks, als de gemeente verantwoordelijk is, werken met ‘sociale teams’. “We gaan er dan niet meer met vijftien hulpverleners op af, maar werken met één gezin, één plan.” Die teams moeten sneller hulp bieden (‘liever vandaag dan morgen’), effectiever zijn én mensen zelfstandig maken. “De kern van ons beleid is onze eerste vraag: ‘wat kunt u wél?’” In Delft lopen nu twee pilotprojecten waarin ervaring wordt opgedaan. De medewerkers van DIVA1 en het klantcontactcentrum van de gemeente komen bij mensen thuis als zij een ondersteuningsvraag hebben. Zij zoeken de vraag achter de vraag. De Prez weet waar hij over praat, hij ging zelf mee op een huisbezoek bij een inwoner van Delft die een scootmobiel aanvroeg. “We kwamen er thuis en de mevrouw zei dat ze een schootmobiel wilde.
Wat te doen met een miljoen?
“Is het structureel of incidenteel?” In beide gevallen zou De Prez het uitgeven aan sportverenigingen die daarmee gemakkelijker ‘hun maatschappelijke verantwoordelijkheid’ kunnen nemen. “Met dat geld zouden de verenigingen meer kunnen doen aan het bestrijden van obesitas en bewegingsarmoede.”
Maar er was veel meer aan de hand. Ze was eenzaam, had een verleden van dakloosheid, ze had psychische problemen en COPD2. Wat bleek nou? Haar dochter had altijd bij haar ingewoond en net een baby gekregen. Nu de baby er was ging de dochter op zichzelf wonen. En daar zag deze vrouw vreselijk tegenop. Ze wilde een scootmobiel om bij haar dochter op bezoek te kunnen. Maar in zo’n situatie garandeer ik je dat als we een scootmobiel geven, die staat te verstoffen. Die wordt echt niet gebruikt. Zo’n vrouw heeft veel meer aan tijdelijke thuisbegeleiding, iemand die haar helpt de deur uit te gaan, iemand die haar medicijnen nog eens bekijkt.” De wethouder wil vooral mensen in staat stellen om dingen zelfstandig en op eigen kracht te doen. “Maar”, voegt hij er geruststellend aan toe, “als het echt nodig is, dan geven we natuurlijk wel een scootmobiel.”
vijftig mensen op de wachtlijst voor de sociale werkplaats in Delft. Maar er zijn veel meer mensen die ook op andere plekken aan het werk zouden kunnen, als de banen er zouden zijn. Ook hier kan je in de ogen van de PvdA-er veel bereiken door anders te organiseren. Hij heeft meerdere voorbeelden. Het ophaalbeleid voor afval, de ‘weesfietsen’ en het onderhoud op sportverenigingen: zaken waarbij je beter tien mensen
Mensen hoeven ook niet bang te zijn dat ze geen zorg krijgen als het geld op is. “Soms houden we over, soms hebben we tekort aan het einde van het jaar. We moeten die schommelingen afdekken.” Wat de gemeente tegenwoordig garandeert is ‘een vangnet’. Het is niet meer zoals vroeger. De Prez verwijst met een lach naar een foldertje van VWS3. “Dat foldertje heette ‘ik heb wat, kan ik wat krijgen?’. Dat waren echt andere tijden, met een andere mentaliteit.” De tijden zijn veranderd. De Prez wil dat iedereen meedoet, liefst door aan het werk te gaan. Er staan zo’n
500 banen erbij voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt; Ontlasten van mantelzorgers, door hulp bij huisvesting op maat dichtbij de mantelzorgers; Behoud van dagbesteding voor mensen die dat nodig hebben; Hulp in de huishouding en dagbesteding blijft voor mensen met een kleine beurs; Jongeren houden zoveel mogelijk
met een iets lager loon aan het werk kan zetten, dan vijf mensen met een hoog salaris terwijl er vijf op de bank zitten. Het is belangrijk dat mensen een reden hebben om hun bed uit te komen vindt De Prez. In het partijprogramma stelt de PvdA zich een ambitieus doel: 500 extra banen voor mensen met afstand tot arbeidsmarkt en/of plekken voor dagbesteding. De wethouder is ervan overtuigd dat dat mogelijk is.
1 DIVA Delft is de organisatie die burgers in Delft ondersteunt met dienstverlening, informatie, voorlichting en advies. 2 COPD is een chronische longziekte, waarbij de longen ontstoken en beschadigd zijn. Wie COPD heeft, komt vaak adem tekort. 3 Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
PvdA Delft: ontlasten van mantelzorgers de eigen regie; Jeugdzorg wordt goedkoper en eenvoudiger met minder mensen achter de voordeur; Welzijnswerk: activiteiten in plaats van stenen; Welzijnswerk blijft beschikbaar voor kwetsbare mensen; Aansluiten bij initiatief uit de stad Bron: kiezen én delen, verkiezingsprogramma PvdA Delft
Raimond de Prez @RaimonddePrez @DagmarEngelen ondanks wat SP zegt blijft dagbesteding wel bestaan, blijven de wijkcentra open, blijft lijfsgebonden zorg verzekerd recht
Op 19 maart zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Iedereen mag dan zijn stem uitbrengen, ook mensen met een licht verstandelijke beperking en moeilijk lerenden. Maar het is best lastig om te kiezen op wie je moet stemmen. Lees daarom ‘Stem jij ook’. Deze krant is verkrijgbaar bij MEE en het VTV. Want jouw stem telt!
STEMJIJOOK.NU
D66 Lisse: aandacht voor mensen met beperking Standpunten zorg en welzijn D66 Lisse: • Maatwerk en menselijke maat in de bijstand en de hulp bij het huishouden (Wmo).
• Niet bezuinigen op het minimabeleid. • Meer aandacht voor mensen met een geestelijke en/of lichamelijke beperking.
• Een ouderenbeleid gericht op kwetsbare ouderen. • Ook aandacht voor andere kwetsbare groepen, zoals kinderen in arme gezinnen.
Ben Hammer @hammer_ben Versobering cliëntondersteuning #MEE en minder middelen voor hervorming langdurige zorg ook onderdeel #akkoord 2014: roept nog wel vragen op
16 Marc Rosier Lijsttrekker VVD Zoetermeer
‘Investeren in economie is goed voor mensen met een beperking’
‘Onderwerp aan de keukentafel in huize Rosier: waar stopt de zorg?’
De locatie van het interview met Marc Rosier, fractievoorzitter en lijsttrekker van de lokale VVD in Zoetermeer, is een café aan het Plein in Den Haag. Het drukbezette raadslid combineert twee functies – hij is raadslid voor de VVD in Zoetermeer én beleidsambtenaar bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Hij gaat dan ook graag efficiënt met zijn tijd om. Het gesprek vindt plaats in de lunchpauze, vlakbij zijn Haagse werkplek. Rosier is al sinds jaar en dag verbonden aan de VVD. Welzijn en zorg zijn niet direct de thema’s die mensen in gedachten hebben bij de VVD. Toch staan ook deze onderwerpen er hoog op de agenda. Dat is ook de reden dat Rosier graag wilde meewerken aan een interview. De VVD kan zich op veel punten vinden in de verschuiving van taken richting de gemeente. Vooral omdat het aansluit bij het liberale gedachtegoed van vrijheid en verantwoordelijkheid. Niet alleen voor de gemeente is het belangrijk dat er meer vrijheid is, ook voor mensen zelf is dat waardevol. “Mensen moeten altijd zelf kunnen kiezen. Dat betekent niet dat ze altijd zelf besluiten – soms gebeurt dat samen met bijvoorbeeld een arts, of een trajectbegeleider. Maar er is altijd betrokkenheid.” De eigen verantwoordelijkheid zit ‘m wat Rosier betreft onder andere in het PGB, dat de VVD in stand wil houden. “Wij zijn wel gecharmeerd van een PGB”, vat hij de mening van zijn partij samen. Risico’s van fraude zijn er, natuurlijk, maar dat is geen reden om het PGB af te schaffen. “Bij belasting wordt ook gefraudeerd, en dat schaffen we toch ook niet af?”, stelt hij laconiek. Hij voegt meteen toe dat fraude absoluut niet geaccepteerd wordt. Hij verwijst naar de zeven uitgangspunten van de VVD Zoetermeer die centraal staan bij de nieuwe taken voor de gemeente1.
Wat te doen met een miljoen?
“De stad moet veilig zijn. Er moet ruimte zijn voor ondernemers. En de bereikbaarheid moet goed zijn. Zowel met de auto als met het openbaar vervoer. Maar ook de fietspaden moeten in orde zijn. Daar zou ik investeren. En in Zoetermeer zou ik ook inzetten op jongeren. Qua huisvesting, jeugdzorg, onderwijs.” Een miljoen is zo op. Helaas kan hij het geld maar één keer uitgeven. Het liberale rijtje van veiligheid, economie en bereikbaarheid wordt niet voor niets genoemd. “Dat komt iedereen ten goede. Ook, of eigenlijk juíst mensen met een beperking.”
Marc Rosier @MarcRosier Debat langdurige zorg: @bvantwout vraagt staatssecretaris om gemeenten actief te betrekken bij verdere uitwerkingen v/d hervormingsplannen.
Is er genoeg geld om de nieuwe taken uit te voeren en iedereen van zorg te voorzien, terwijl er ook bezuinigd moet worden? “Je zal hier iets op moeten bedenken. Het is belangrijk dat iedereen de zorg krijgt die hij nodig heeft”, antwoordt Rosier en hij praat verder. “Het begint aan de voorkant. Je moet de professional vertrouwen geven en hem zijn werk laten doen. Hij moet beoordelen welke zorg iemand moet krijgen. Maar”, zo zegt hij eerlijk, “het is een lastige. We zullen niet alles meer kunnen doen.” Toch maakt hij zich nog niet heel grote zorgen, want volgens hem heeft de gemeente haar cliënten goed in beeld - “al kan het natuurlijk altijd beter” – en bovendien is Zoetermeer niet de armste gemeente. “De gemeente heeft voldoende geld om iets op te vangen maar als het echt uit de
Lezersvraag Ik krijg benzinegeld van de gemeente, dat is minder geworden omdat ik getrouwd ben en mijn man ook in mijn auto zou kunnen rijden. Vanaf dit jaar moet ik een eigen bijdrage betalen over benzinegeld maar daar rekenen ze het inkomen van mijn man in mee. Van de vergoeding blijft nog maar net € 10,-. Waarom berekent de gemeente een bedrag en laat dan het CAK vervolgens een eigen bijdrage daarover betalen? Ik gebruik alleen deze auto en de vergoeding om naar ziekenhuis, huisarts en apotheek te rijden. Rosier: In het algemeen kan ik zeggen dat iedereen een beetje moet inleveren. En een eigen bijdrage is ook een stukje eigen verantwoordelijkheid. Ik kan echter geen uitspraken doen over specifieke gevallen. Mevrouw moet zich voor alle details wenden tot de gemeente en krijgt dan de precieze berekening en het juiste antwoord.
klauwen loopt, zal het Rijk moeten bijpassen.” Rosier heeft wel ideeën over moge lijke manieren om te bezuinigen. Het is niet meer zoals vroeger dat alles maar vergoed en betaald en geregeld wordt voor de cliënt. Rosier vindt dat je een cliënt ook af en toe ‘nee’ moet durven kopen. Met zijn vrouw, die werkzaam is in de GGZ2, heeft hij daar regelmatig discussies over; dat zijn de keukentafelgesprekken in huize Rosier. ‘Waar stopt de zorg? Waar leg je de grens van eigen verantwoordelijkheid en wat moet iemand zelf doen om zijn problemen op te lossen?’ is dan de hoofdvraag. Door de gesprekken snapt de politicus (nog) beter hoe praktijk in elkaar zit. En omgekeerd houdt zijn vrouw er ook nieuwe inzichten aan over. Met een lach en een beetje trots: “Ze stemt wel VVD nu.” Ook haalt Rosier veel kennis uit werkbezoeken die hij aflegt. Zo was hij onlangs bij Reakt3 waar hard wordt gewerkt om ook opdrachten ‘uit de markt’ te halen. “En wat zij proberen vind ik als VVD-er natuurlijk erg leuk”, zegt hij met dezelfde lach. Hij is ervan overtuigd dat juíst investeren in de economie, het stok paardje van de VVD-er, een gunstige uitwerking heeft voor mensen met een beperking. Als het goed gaat in de economie zullen bedrijven ook sneller mensen met een beper-
king in dienst kunnen en willen nemen. Zoetermeer stimuleert dat. De gemeente geeft ondernemers informatie daarover en roept hen bij elkaar, zodat ze van elkaar kunnen leren. De Blomsma Groep, een groot bedrijf voor reclame-, repro- en drukwerk, is een begrip in Zoetermeer en een goed voorbeeld van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen volgens Rosier. Een drempel voor veel mensen met een beperking is het vervoer: als dat niet goed geregeld is kunnen ze niet naar hun dagbesteding of werk. Hoe kijkt u daar tegenaan? “Daar hebben we als gemeente éénmaal over gediscussieerd,” herinnert Rosier zich, “en we hebben toen het maximum aantal kilometers beperkt”. De IPad wordt tevoorschijn gehaald om de precieze tekst van het gemeentelijk beleidsplan op te zoeken. Hij vervolgt: “In het gemeentelijk beleidsplan staat ‘bij het toekennen van maatwerkvoorzieningen wordt rekening gehouden met reisafstanden’. Dat past ook prima bij de insteek om alles veel meer lokaal te organiseren,” vindt hij. Tegelijkertijd is het ook nodig dat de professional bepaalt welke zorg iemand nodig heeft en waar die zorg gegeven moet worden. Dáár wil hij als politicus geen al te gedetailleerde uitspraken over doen.
1 Zie www.zoetermeer.vvd.nl 2 GGZ: geestelijke gezondheidszorg 3 De Reaktgroep biedt dagbesteding en hulp bij reïntegratie voor mensen met psychische problemen.
VVD Zoetermeer: innovatie stimuleren Welzijn en Zorg van Goed naar Beter in 2014 – 2018: • Alleen hulp als hulp echt nodig is. Géén verspilling van belastinggeld. • Toereikende Persoonsgebonden Budgetten (PGB’s) voor mensen die dat willen en kunnen. • Zorg is van hoge kwaliteit en voor iedereen gelijk én even duur. • Meer gemeentelijke ondersteuning voor mantelzorgers. • Technologische en digitale innovatie in de zorg stimuleren nu vergrijzing toeneemt. Bron: verkiezingsprogramma VVD Zoetermeer: van Goed naar Beter
Robert Strijk Lijsttrekker D66 Leiden Marc Gaulard Nummer 2 op de lijst
17
‘Typisch D66: wat kan iemand wél?’ Wat te doen met een miljoen?
“Uiteindelijk zullen we het met minder geld moeten doen. Als we een miljoen zouden ontvangen, zou ik dat op de korte termijn besteden aan het opvangen van de aanloopproblemen die we ongetwijfeld gaan ondervinden bij de decentralisaties.”
punt: “Wij geven die vrijheid – en dat is echt een wezenlijk verschil met andere partijen. We geven budget en ruime kaders en gaan niet alles in detail regelen.”
‘Sociale wijkteams gaan werken vanuit de eigen-kracht gedachte’
Natuurlijk wil de lijsttrekker van D66-Leiden Robert Strijk in gesprek met MEE voor deze verkiezingskrant. De veranderingen in de zorg zijn een belangrijk onderwerp dat veel mensen aangaat. Strijk wil het gesprek graag voeren samen met zijn fractiespecialist op het gebied van de Wmo, raadslid Marc Gaulard. Dus zitten de nummers 1 en 2 van de kandidatenlijst samen aan tafel in Strijks werkkamer in het Leidse stadhuis voor het interview. De eerste vraag aan beide heren gaat over de bezuinigingen die eraan zitten te komen.
Veel mensen maken zich zorgen over de bezuinigingen en zijn bang dat ze aan het einde van het jaar misschien geen zorg meer kunnen krijgen. Wat als iemand bijvoorbeeld in december een scootmobiel nodig heeft, maar het Wmo-budget van de gemeente op is? “Zal ik die even oppakken?” vraagt Gaulard, en hij begint meteen aan het antwoord. “Eén van de voor beelden van hoe we dit in de gemeente aanpakken: we kijken waar we kunnen besparen. Er loopt nu bijvoorbeeld een pilot waar we een pool van scootmobielen hebben opgezet. Niemand heeft immers 24 uur per dag een scootmobiel nodig.” Strijk: “Als D66 geloven we dat een hele hoop kunnen bereiken door anders te organiseren.” Dat neemt niet weg dat er wel een taakstelling is – gemeenten moeten het
doen met minder geld. “Dat heeft consequenties,” beaamt Gaulard. “En dat zal wel even wennen zijn voor veel mensen. Zij moeten veel meer een beroep doen op hun eigen omgeving.” Om daarop in te spelen wordt in Leiden nu al gewerkt aan het opzetten van sociale wijkteams. Verspreid over de stad zijn vijf teams aan de slag. In die teams wordt gewerkt volgens het principe: één huishouden, één plan, één sociaal werker. Per gezin of cliënt (“Wij spreken liever over zorgvrager,” zegt Gaulard) wordt bekeken wie er in het team plaatsneemt en wat er gedaan moet worden. Bij de nieuwe werkwijze wordt veel meer gewerkt vanuit de eigen-kracht-gedachte: wat kan de cliënt zelf? “En dat is typisch D66,” vindt Strijk, “het gaat erom wat iemand wél kan.” Gaulard
D66 Leiden: keuzevrijheid, wijkteams en maatwerk D66 staat voor keuzevrijheid, eigen regie en voor de menselijke maat in de zorg. D66 wil dat zorg wordt georganiseerd in wijkteams bij u in de buurt. En we willen maatwerk waarbij u zoveel mogelijk zelf kunt bepalen welke zorg u wilt en wanneer, en u zo lang mogelijk regie houdt over uw eigen leven. D66 wil het PGB behouden, zodat u zelf zorg kunt blijven inkopen. Bron: partijprogramma D66 Leiden
Gemeente Leiden @GemeenteLeiden Komst sociale wijkteams: Per 1 januari 2014 werkt de gemeente Leiden met sociale wijkteams. Een sociaa... http://bit.ly/1d5n2Je #Leiden
vult aan: “We moeten ook kijken wat iemand wil, want dat vergeten we vaak.” Dat is ook een van de redenen dat D66 zich hard maakt voor behoud van het PGB, zowel binnen de landelijke politiek als op lokaal niveau. Daarmee houden mensen zo veel mogelijk regie over hun eigen leven. Strijk brengt nog zo’n D66-thema in: “We moeten daarbij het vertrouwen geven aan de professional. Die bepaalt wat nodig is. Dat kunnen we niet vanuit het gemeentehuis.” Gaulard zegt met zichtbare trots: “Dat staat ook in ons partijprogramma. De wijkteams krijgen wat ons betreft een eigen budget. Hoe we dan in de gaten houden of het goed gaat? Daar maken we prestatieafspraken over. Ja, dat is echt een nieuwe manier van werken.” Ook Strijk vindt dit een belangrijk
Dat klinkt als een grote verandering. Hoe betrekt u de professionals en de mensen om wie het gaat bij uw plan nen? Gaulard heeft daar als raadslid met Wmo in zijn portefeuille veel mee te maken. Hij antwoordt: “Alle voorstellen lopen via formele inspraakprocedures, iedereen kan daar zijn zegje doen. Ook MEE is een vaste overlegpartner. De mensen die zich verenigd hebben in het Platform Gehandicapten Leiden, daar heb ik regelmatig contact mee via de mail. Ook de andere raadsleden trouwens. En de Wmo-raad geeft gevraagd en ongevraagd advies. Nee,” zegt hij, en lacht even, “er kan geen beleid ontwikkeld worden zonder dat iedereen er iets over gezegd heeft.” Er is een goede relatie tussen de belangenorganisaties en de Wmo-raad en de gemeente. Ook zijn beide politici erg te spreken over de coöperatieve houding van college en gemeenteraad. Binnen de gemeente wordt actief samengewerkt om ook mensen met een beperking mee te kunnen laten doen in de samenleving. Bijvoorbeeld via een baan. Zo maakt Leiden in het kader van de Participatiewet ook een aantal afspraken met opdrachtnemers van de gemeente. “We zijn nu druk bezig met heel wat aanbestedingen. We gaan fors investeren in Leiden, dat gaat over heel veel geld. Tientallen miljoenen. We zijn bezig met de
aanleg van een Singelpark, met parkeergarages en met verbeteren van de wegen. Bij al die aanbestedingen vragen we opdrachtgevers ook aan te geven hoe zij mensen met een beperking werk kunnen bieden. Daarop kunnen ze punten scoren. Hun antwoorden wegen echt mee bij de gunning van een opdracht,” vertelt Strijk, die als wethouder verantwoordelijk is voor bereikbaarheid, financiën en economie. “Social return,” noemen we dat. Denkend aan de moeilijke-woordenmeter vraagt hij zich hardop af: “Ja, waarom noemen we dat eigenlijk zo? Hebben we daar geen Nederlandse term voor?” U heeft het over veel geld. Gaat het zo goed met Leiden? “Er zijn gemeenten die er veel slechter voor staan dan Leiden,” zegt Gaulard. Strijk verduidelijkt: “Leiden had heel veel NUONaandelen. En die hebben we op het juiste moment verkocht. Dat geld gebruiken we nu om duurzaam te investeren.” Leiden staat er financieel goed voor, maar dat doet niets af aan het feit dat er forse bezuinigingen komen en dat er nog veel onduidelijkheid is over de inhoud van het beleid. Toch zien Strijk en Gaulard de toekomst met vertrouwen tegemoet. Gaulard: “Het is een grote operatie. Maar hier in Leiden hebben we alles goed in kaart, we hebben de mensen om wie het gaat in beeld.” En de lijsttrekker besluit: “We hebben vertrouwen in de eigen kracht van de burger en in de kwaliteit van de professional. D66 is een optimistische partij.”
Op 19 maart zijn de gemeenteraadsverkiezingen: u stemt toch ook?
18 Anne Viruly Lijsttrekker STIP Delft
‘Delft moet voor iedereen een fijne stad zijn’
Studenten Techniek In Politiek (STIP) is weliswaar een partij dóór studenten, maar zeker niet een partij die er alleen is vóór studenten. Integendeel: STIP is er voor alle inwoners van Delft. Door de samen stelling van de partij heeft STIP ‘een jonge en positieve kijk op de zaken die in Delft spelen’, zo valt te lezen op de website. STIP is dan ook zeker geen ‘one issue’-partij. Anne Viruly is sinds 2012 fractievoorzitter van STIP en gekozen als lijsttrekker voor de komende gemeenteraadsverkiezingen. Viruly heeft een heel duidelijke mening over de gevolgen van de bezuini gingen, de decentralisatie van Jeugdzorg en Participatiewet en de veranderingen binnen AWBZ en Wmo. Voor Viruly en haar partij is duidelijk dat alle veranderingen een nieuwe manier van denken en werken vereisen: “Dat vaste voorzieningen verdwijnen, betekent niet dat de zorg vermindert. Het is een andere manier van werken. In je leven maak je eerst gebruik van een driewieler, dan een fiets, later wellicht een auto en dat regel je zelf. Waarom betaalt de overheid dan daarna de rollator? Standaardhulp verdwijnt, en daarvoor komt maatwerk in de plaats. En ja, we vragen ook veel meer van het sociaal netwerk. Maar ook daar geldt; alles wat iemand echt niet zelf of met zijn netwerk kan, daar springt de overheid in. En samen gaan we kijken wat die hulp dan precies moet zijn. Initiatieven vanuit de stad en vanuit zorgverleners zullen daarbij helpen, en die zullen een flexibelere overheid op hun pad vinden. Zorg draait niet meer om wat de overheid kan aanbieden, maar om wat de zorgbehoevende nodig heeft.” De positie van de (jonge) mantelzorger is daarin een aandachtspunt volgens STIP: “Wanneer er meer aan mantelzorgers wordt gevraagd, krijgen zij het ook steeds moeilijker. En dit geldt speciaal voor jongeren. Wanneer kinderen voor ouders zorgen, moeten zij wel kind kunnen blijven. STIP heeft de laatste jaren daarom heel expliciet aandacht gevraagd voor de positie van de jonge mantelzorgers. Het moet mogelijk blijven om naast naar school te gaan, ook een sociaal leven te ontwikkelen, en lekker gek te kunnen doen. Wanneer zorg voor familieleden het leven te zwaar of te zwaarmoedig maakt, moet het systeem dat signaleren en moet er worden ingegrepen.” Met minder middelen meer doen, kan volgens Viruly, door “gericht investeren om het financiële spectrum te verbeteren.” Viruly
beseft dat ze daarmee hoog scoort op de moeilijke-woorden-meter en legt uit wat ze bedoelt: “Kijk, soms blijven we maar geld steken in iets waarvan we weten dat het niets oplevert. Zonde van het geld. We moeten juist investeren daar waar we er iets aan hebben.” Ondanks gerichte investeringen en verstandig omgaan met beschikbare middelen zal er misschien een tekort ontstaan. Dat is iets waar veel burgers zich zorgen over maken. Wat gebeurt er volgens STIP als de aanvragen het gemeentelijk zorg budget overschrijden? “In de Delftse begroting is nu een bepaald bedrag beschikbaar voor zorg. Worden er meer aanvragen gedaan dan waar we nu op anticiperen, dan zorgt dat dus voor een tekort. Maar het blijft centraal staan dat mensen die zorg nodig hebben, dat altijd zullen krijgen! Daar is de overheid voor. Als gemeente zullen we dan alleen nog eens goed naar de begroting moeten kijken ,” vertelt de STIP-politica. Toch een vraag over studenten met een beperking, iets waar STIP wellicht een beter beeld van heeft dan andere partijen. Hoe staat het met de toe gankelijkheid van de universiteit voor mensen met een beperking? Kunnen zij studeren, hoe is de universiteit daarop toegerust? “Dat is toevallig,” zegt Viruly, “er is net een rapport verschenen hierover. De TU in Delft kwam er niet zo goed vanaf. Ik heb dan ook onmiddellijk contact gezocht met de universiteit en om opheldering gevraagd. Daar willen wij wel iets aan doen.” Volgens het rapport zijn er wel voorzieningen voor rolstoelen en kunnen studenten extra examentijd krijgen (“Veel bèta-studenten hebben dyslexie en daarom meer tijd nodig,” verklaart Viruly), maar aangepaste voorzieningen zoals braillecomputers zijn er nauwelijks. Iets anders waar STIP zich hard voor maakte, is voldoende huisvesting voor studenten. Er zijn inmiddels 2000 van de benodigde 4500 extra studentenkamers gerealiseerd. “En dat is met name belangrijk voor mensen met een beperking,” zegt
‘Voor mensen met een beperking is het handig om dicht bij de universiteit te wonen’ Viruly, “want voor hen is het vaak handig om dichtbij de universiteit te wonen.” Delft is volgens Viruly dé plek waar iets gedaan kan worden voor mensen met een beperking. Vanuit de Technische Universiteit is het mogelijk om hulpmiddelen te ontwikkelen en te testen. Volgens de STIP-politica, die zelf onder andere industrieel ontwerpen studeerde, zijn daar volop kansen. “Het ontwikkelen van protheses bijvoorbeeld. Of wat er net bedacht is, een app die mensen met autisme helpt om zelfstandig te reizen.” Enthousiast: “Daar geloof ik zó in! Samenwerking tussen overheid en de andere partijen is daarbij nodig, met name omdat de overheid de verbindende schakel kan zijn tussen de universiteit, de zorginstellingen en ook het bedrijfsleven en natuurlijk de mensen zelf!” De lijsttrekker van STIP is ook enthousiast over andere ontwikkelingen – ze ziet als één van de positieve kanten van de decentralisaties dat er veel meer ruimte ontstaat voor lokale initiatieven. Dat zou wat haar betreft gestimu leerd moeten worden. Daar zit nog wel een knelpuntje: vaak is de bureaucratie niet berekend op vernieuwende ideeën van met name particulieren. De overheid mag zich van Viruly daarin wel wat flexibeler opstellen. “Maar dat is moeilijk, want het is zo’n log apparaat.” Diezelfde flexibiliteit is ook nodig bij bijvoorbeeld het toekennen van een PGB – een mogelijkheid die
behouden blijft als het aan STIP ligt. “STIP vindt keuzevrijheid in de zorg erg belangrijk, en een PGB draagt daaraan bij. Behoefte aan een PGB
en de mogelijkheden om het in te zetten moeten aan de orde komen tijdens het keukentafelgesprek.”
1 Viruly’s woorden zijn een begrijpelijke versie van de ambtelijke formulering: “Het budget is niet taakstellend maar richtinggevend. Voor de begroting wordt een budget beschikbaar gesteld, als er meer aanvragen dan geprognosticeerd zijn dan is er een tekort. Andersom is er een overschot. Als het budget is uitgeput zal er dus geen bestedingenstop afgekondigd worden.”
Wat te doen met een miljoen?
“Eén miljoen? Dat kunnen we in deze tijd van bezuinigingen zeker gebruiken. Naast zorg heeft de gemeente namelijk nog veel meer taken. Ik zou het inzetten om cultuur toegankelijk te maken, en de stad levendig te houden voor iedereen. Ik denk dan aan de musea, aan muzieklessen op alle niveaus en laagdrempelige optredens van bandjes. Delft moet namelijk ook voor iedereen een fijne plek blijven om in te wonen!”
De visie van STIP op Delft Onze visie op Delft begint bij de kracht van Delft: kennis. (…) De Delftse kennis heeft ook effect op de leefbaarheid van de stad. Heel direct, door het toepassen van Delftse vindingen in de stad om bijvoorbeeld de luchtkwaliteit te verbeteren. Door het effect op de Delftse cultuur, zowel in het theater als op straat. En ook op de woningmarkt: Delft heeft behoefte aan meer woningen voor studenten, kenniswerkers en expats. Tenslotte biedt de Delftse kennis ook een basis voor goed onderwijs, een goed sociaal vangnet en goede dienstverlening door de gemeente. Want in kennisstad Delft heeft iedereen de kans om mee te doen.
Hans de Vos @hansdevos_MEE Bij DWO over e-hulp met wethouders en bestuurders van instellingen. Meer mogelijk met TU, Hogeschool, Ziggo en enthousiaste gemeente Delft.
Fleur Norbruis @FleurNorbruis Delftse vinding. Intelligente Delftse blindenstok beschikbaar | Omroep West http://www.omroepwest.nl/nieuws/15-10-2013/ intelligente-delftse-blindenstok-beschikbaar#.Ulzctt_jdtU.twitter
Hiske en Martin Voerman Een zelfstandig stel
‘Kijk goed naar de persoon die je voor je hebt’
Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen. Maar niet bij Hiske en Martin Voerman. Ze zijn al ruim dertig jaar gelukkig getrouwd. De van huis uit gereformeerde Martin en de katholieke Hiske leerden elkaar kennen op een zomerkamp van toen nog de SPD1 – de voorloper van het huidige MEE. Hun eerste contact mondde uit in een ruzie over de paus. Maar het vuur van de ruzie veranderde al snel in een liefdesvuur. En zo komt het dat ze nu als echtpaar door het leven gaan. Martin werkt al jaren bij de Haeghe Groep in de groenvoorziening van de gemeente Den Haag. Hij begon er bijna 45 jaar geleden, als jongen van 16. De meester op school had al snel door dat leren niets voor Martin was. “Die zei tegen mij ‘ga jij maar met je vingers in het groen’, en zo begon ik als hovenier bij de sociale werkvoorziening.” Door de lengte van zijn loopbaan heeft Martin alle veranderingen van dichtbij meegemaakt. En soms ook aan den lijve ondervonden. “Ze kunnen mijn collega’s nu ook als strooiploeg inzetten, als het glad is. Ik kan dat wel aan, maar voor veel jongens gaat dat niet. Niet iedereen kan meekomen met de veranderingen. Het zou beter zijn als er meer klussen bij Haeghe Groep terechtkwamen. Maar ja, we zijn te duur, want we werken op onze eigen snelheid. Kijk, de Haeghe Groep is gewoon commercieel en moet klussen verkopen. Kan je niet meekomen, dan heb je pech.” Toch is een baan bij een ‘gewoon’ hoveniersbedrijf niets voor Martin. Zoals echtgenote Hiske het zegt: ‘Bij de Haeghe Groep kan Martin gewoon in zijn eigen tempo werken.” Ook is het voor Martin prettig dat de druk iets minder hoog is. Door zijn epilepsie heeft hij af en toe een rustperiode van enkele dagen nodig om te herstellen na een aanval. Hiske werkt sinds jaar en dag bij een zorginstelling. “Een gewone baan,” zegt ze, “geen sociale werkvoorziening ofzo.” Eerst werkte ze er in de keuken, momenteel in de facilitaire dienst om bestellingen rond te brengen naar de bewoners. In haar baan functioneert ze zonder problemen, ondanks haar beperking. Als baby van acht maanden kreeg Hiske tijdens een hersenvliesontsteking niet de juiste medicijnen toegediend. Daardoor liep ze een hersenbeschadiging op en heeft ze moeite met taal en rekenen. Haar feilloze geheugen compenseert dat. “Ik weet alles nog uit het verleden, data, namen, tijdstippen. Mijn geheugen is zó goed.” Dat wordt door haar man beaamd: “Hiske is mijn agenda en mijn kalender.” Binnen de zorginstelling ervaart Hiske welke gevolgen de bezuinigingen hebben. Dat er met name bezuinigd wordt op huishoudelijke ondersteuning van ouderen vindt ze heel erg, zeker als dat betekent dat daardoor de familie sommige taken op zich moet nemen. “Ik vind gewoon dat ze niet de familie mogen belasten met schoonmaken en aankleden etc. Laat staan je vader
en moeder wassen! Als kind moet je gewoon op bezoek kunnen komen.” De politiek belooft extra te investeren in ondersteunen van de mantelzorgers, wat vinden jullie daar dan van? Martin reageert meteen. Strijdbaar zegt hij: “Er staat zoveel in de verkiezingsprogramma’s.” Hij lacht erbij. “Ja, ik wil wel in discussie, die politici, die hebben een harde pit aan me.” Om op te komen voor zijn eigen rechten en die van zijn collega’s zit Martin dan ook bij de vakbond – hij is er zelfs kaderlid. Hij kent alle programma’s van alle partijen en het Herfstakkoord van het Kabinet dan ook van binnen en van buiten. Regelmatig heeft hij gesprekken met politici en beleidsmakers. “Ik leg ze graag het vuur na aan de schenen.” Hiske reageert iets minder fel. Ze vindt het een goed idee om mantelzorgers te ondersteunen, maar heeft nog wel een onderwerp waar politici volgens haar écht iets aan zouden moeten doen: eenzaamheid. Ze vraagt zich af wat er met mensen gebeurt die geen mantelzorgers hebben, en voegt eraan toe: “Of geen kinderen, zoals wij?” Martin wil ook nog graag een punt maken: de noodzaak van vervoer voor oude mensen. Volgens Martin zeggen alle politici ook daarvan dat ze niet willen bezuinigen en daar is hij het roerend mee eens. “Maar ja, lijn 47 hier was ineens weg. Hoe moeten mensen dan naar het ziekenhuis komen? Wat moeten ze dan? Een taxi nemen?” Martin is nog steeds verontwaardigd, ook al rijdt de bus inmiddels weer. “Hij werd vooral gebruikt door ouderen. Die hebben geen geld. Die moeten rondkomen van een AOWtje, twee keer ernaar kijken en het is weg!”
de regering besloten wordt. Haar advies daarbij: “Kijk wel wat je doet, en met wie je het doet. Dus geen algemene regels voor iedereen, maar goed kijken naar de persoon die je voor je hebt,” verduidelijkt ze. Martin is kort maar krachtig: “’Ga gewoon aan de slag!’ zou ik willen zeggen. Als ze na een half jaar maar goed evalueren, dan moet je wel kijken hoe het loopt.” En bijna in koor zeggen ze: “Als ze maar wel goed luisteren.” Als jullie politici iets zouden kunnen vragen, wat zou je ze dan vragen? Hiske zegt eerlijk: “Dat vind ik moei lijk, ik moet ze zien. Een vraag kan ik nu niet bedenken.” Martin weet het wel, en hij antwoordt onmiddellijk: “Ik zou zo’n man wel eens willen vragen wat hij nou écht voor ons kan betekenen? Wat kan hij concreet voor ons doen?” Wat zou je willen dan? “Nee,” zegt Martin vastbesloten, “ik kaats de bal terug. Ik wil dat de politici nu eens antwoord geven. Wij moeten altijd maar met oplossingen komen. Laat hen maar eens zeggen wat ze nou voor ons gaan doen.” Na even nadenken heeft Hiske toch iets bedacht – ze zou wel eens in gesprek willen met een wethouder. Sterker nog: ze nodigt de aanstaande wethouders in hun woonplaats uit om eens een dagje met haar en haar man mee te lopen. Om te ervaren hoe het is, leven met een beperking. Maar vooral om te laten
zien hoe zelfstandig ze in het leven staan. Dankzij de hulp die ze in het verleden van MEE gekregen hebben om hun leven te organiseren, redt
19
het echtpaar Voerman zich prima. Zij hebben geen ondersteuning meer nodig.
Wat te doen met een miljoen?
Hiske zou het geven aan De Mantel, een woonzorgcentrum waar ouderen wonen en ook veel oudere wijkbewoners activiteiten kunnen ondernemen. Ook zou ze een deel besteden aan clubs zoals VTV2 van MEE (waar Martin en Hiske elkaar hebben leren kennen), en ze eindigt met de vraag, op bescheiden toon: “Mag ik ook een klein beetje voor mezelf houden?” Martin weet het ook wel: “Ik zou me netjes aankleden, en dan met een limousine naar mijn werk gaan en tegen mijn baas zeggen dat ik drie weken vakantie neem. En dan samen met mijn vrouw champagne drinken in de limo.” Hij straalt bij het idee. Hij vervolgt zijn verhaal: “Ik zou heel veel geld weggeven aan mensen die het moeilijk hebben. En kijken aan welke goede doelen ik het verder nog zou kunnen geven.”
‘Wethouders, loop eens een dagje met ons mee!’
Waar kunnen politici dan wel op bezuinigen? Martin antwoordt zonder twijfel: “Salarissen! Al die managers verdienen veel te veel, daar kan best wat af.” Hiske is iets genuanceerder. Het lijkt haar wel een goed idee als de gemeente kijkt wat managers verdienen. Verder heeft het echtpaar vooral ideeën over waar geld naartoe moet, en niet waar geld vanaf kan. Hebben jullie nog een advies aan poli tici? Wat moeten ze wel doen, of juist niet? Hiske zegt met een serieus gezicht: “Ik wens ze heel veel sterkte met het beleid dat ze moeten uitvoeren.” Ze beseft goed dat politici ook maar gewoon moeten doen wat er door Martin van Rijn @mjrijn
1 SPD: sociaal pedagogische diensten 2 VTV staat officieel voor ‘Stichting Vrijetijdsbesteding, Thuishulp en Vormingsactiviteiten”. VTV organiseert vrijetijds- en vormingsactiviteiten voor mensen met een verstandelijke beperking, om daarmee een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van hun bestaan. VTV is onderdeel van MEE.
Net stoere meiden gesproken in Amsterdam die met onder steuning #MEE kunnen doen en weer meer in hun eigen kracht zijn gaan staan.
20
Keukentafelmenu
Het menu bij Parkoers op 8 januari 2014 tijdens het rondetafelgesprek
• Geitenkaas met rode-uiencompote
Moeilijke-woorden-meter slaat vaak ver uit!
• Rijst met kipragoût ... inzoomen op de beslisbomen en een neo-liberale koers inzetten, dat is het adagium waarmee we het sturingsmechanisme zullen toepassen teneinde de schommelingen af te kunnen dekken.
• IJs met verse vruchten Geitenkaas met rode-uiencompote Ingrediënten Voor de geitenkaas 1 pakje ronde geitenkaasjes (bij de Lidl – lekker en goedkoop) bloem 2 eieren paneermeel zonnebloemolie
met hete olie (pas op voor spetters!) en keer ze na enkele minuten om, als ze een mooi goudbruin korstje hebben. Bak tegelijkertijd de uienringen in een pan met een beetje olie (of boter), blus af met balsamico-azijn en breng op smaak met peper en zout.
Waar heeft ze het over??
Voor de rode-uiencompote 2 rode uien balsamico-azijn peper en zout Haal alle kanten van het geitenkaasje door een bordje met bloem, zodat het hele kaasje bedekt is. Wentel het daarna door de losgeklopte eieren, en vervolgens door een bordje met paneermeel. Herhaal dit nog een keer, zodat het geitenkaasje rondom goed bedekt is. Leg de geitenkaasjes in een pan
Puzzel mee 1
Alle artikelen zijn ook te lezen op www.kiesmee2014.nl. Deze website heeft een voorleesfunctie.
LeesVoor
2 3 4
Politieke weersverwachting
5 6 7 8 9 10 11 12
Het is de komende tijd mistig. De mist wordt mede veroorzaakt door een hogedrukgebied dat zich vanuit Den Haag over het noorden van ZuidHolland en de rest van het land verspreidt. Dat zorgt voor een gevoels temperatuur van rond het vriespunt. Wanneer de mist weggetrokken is, wordt het naar verwachting wisselend bewolkt, met opklaringen.
1 “Wat zullen we morgen eten?” “Ik heb wel weer eens trek in pasta.” “OK, doe jij boodschappen? Dan kook ik!” Dit is een... (ieder gesprek) 2 Moeilijke Latijnse term om aan te geven wat je belangrijk vindt. In gewoon Nederlands: ‘lijfspreuk’ of ‘kernwaarde’. Letterlijk ‘zoals ik zeg’. (pag. 2) 3 Tegenovergestelde van specifiek, in ieder geval bij politici. (pag. 12) 4 Als je goed in de rivier kijkt kan je dit patroon zien, vooral als er net een boot voorbij gevaren is. (pag. 4) 5 Erg lang woord om aan te geven dat iemand precies datgene krijgt wat hij nodig heeft. (pag. 16) 6 Zit op of in ieder voertuig. (pag. 3)
Stem mee!
Colofon
7 Dit zegt een politicus of manager als hij het woord ‘reorganisatie’ wil vermijden. (pag. 3) 8 Tegenovergestelde van pro-ciappels. (pag. 18) 9 Dekentjes over de golven leggen (2 woorden). (pag. 15) 10 Verkeerslichten hebben dit. Sommige mensen of instanties ook. (pag. 3) 11 Als je geen keuze kunt maken ga je naar het bos. Daar word je dan geholpen bij het nemen van een besluit. (pag. 4) 12 Het klinkt niet leuk maar dat is het wel: zo wordt het genoemd als je meer geld terug krijgt dan dat je erin stopt! (pag. 6)
Achter de omschrijving staat tussen haakjes het paginanummer waarop u de oplossing kunt vinden. De letters in de oranje vakjes vormen samen 1 woord. Dit is de oplossing van de puzzel. Stuur uw oplossing vóór 19 maart aanstaande naar
[email protected]. o.v.v. puzzel/ kiesmee2014. Onder de juiste inzenders wordt een dinerbon voor twee verloot. Deze dinerbon is tot en met 31 december 2014 te gebruiken bij Parkoers in het Zuiderpark Den Haag. De winnaar wordt op 26 maart bekend gemaakt op de website www.kiesmee2014.nl.
Voor ondersteuning van MEE, bel 0900 999 88 88: u wordt doorgeschakeld naar de vestiging van MEE bij u in de buurt. Of ga naar de website
Alle verkiezingen zijn belangrijk, maar deze misschien nog wel meer dan andere. Op 19 maart kunt u úw stem laten horen. De gemeenteraadsverkiezingen van dit jaar zijn bepalend voor úw toekomst. Er zijn veel veranderingen op het gebied van Wmo en AWBZ die gevolgen voor u of uw naasten kunnen hebben. Politici hebben verschillende ideeën over de uitvoering van de Participatiewet en de Wet op de Jeugdzorg. Waar wordt u nog bij geholpen en wat moet u zelf doen? Wat krijgt u vergoed en wat moet u zelf betalen? Blijft het PGB bestaan? Wordt huishoudelijke hulp nog betaald? Wat is de taak van de overheid, en wat van uw netwerk? Als u het antwoord op deze en op andere vragen wilt beïnvloeden, dan is het belangrijk dat u op 19 maart naar de stembus gaat. Daarom: stem mee!
Kies mee! is een eenmalige uitgave van MEE Zuid-Holland Noord.
van MEE Zuid-Holland Noord.
MEE ondersteunt mensen met een beperking en hun netwerk op
Website: www.meezhn.nl
alle levensgebieden en in alle levensfasen.
Facebook: meeinformeert
Grip op je leven en mee blijven doen.
Twitter: meeinformeert (#kiesmee2014)
MEE Zuid-Holland Noord bedankt iedereen die heeft meegewerkt aan de
E-mail:
[email protected]
totstandkoming van deze verkiezingskrant. De artikelen mogen worden overgenomen met naamsverwijzing naar Redactie: Rob van Berkel - MEE Zuid-Holland Noord - afdeling CMA
MEE Zuid-Holland Noord.
Interviews en teksten: Mirella van der Heide - viamirella.nl Vormgeving: Ab Bol, Lumen - lumennetwerk.nl
De teksten mogen niet worden gebruikt voor commerciële doeleinden.
Fotografie: Gilles Boeuf - boeuf.nl Cartoons: Nienke Heuvelink
Alle gesprekken uit Kies mee! zijn ook terug te lezen op de speciale
Druk: NPN Drukkers Breda
website: kiesmee2014.nl