Fusie van bedrijfstakpensioenfondsen Artikel Senior adviseur collectieve pensioenen
drs. L. van Kampen (St. Servicekantoor AGH)
FUSIE van
BEDRIJFSTAK PENSIOENFONDSEN
Opdracht
Artikel MACP d.d. 1 oktober 2012
Paginanummer
2 van 6
Cursist
Leo van Kampen
Documentversie
definitief
In de wandelgangen van de Bpf-branche wordt de term fusie steeds vaker gehoord. Daar waar pakweg 10 jaar geleden fusie misschien wel een vies woord was, is het nu onderwerp van gesprek. Waar komt deze kentering vandaan? In dit artikel wordt onderzocht wat maakt dat Bpfen willen fuseren en op basis waarvan zo een fusie zou kunnen plaatsvinden. Eerst wordt stilgestaan bij de macro- en meso sociaal economische ontwikkelingen. De externe factoren rondom een Bpf zijn onderzocht aan de hand van het vijfkrachten-model van Porter en de DESTEP analyse. Hiermee wordt onderzocht wat er in het veld van Bpf-en gebeurt dat maakt dat Bpf-en willen fuseren Hierna wordt onderzocht op basis van welke variabelen Bpf-en elkaar zouden kunnen selecteren als fusiepartner. Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van de gegevens van DNB, AFM en de meest recentelijk gepubliceerde jaarverslagen van alle Bpf-en. Vanuit het model van Porter lijkt er weinig aan de hand. In de meso-sociaal economische omgeving zijn er weinig bedreigingen en concurrentie ontbreekt. Dit florissante beeld drijft op de verplichtstelling en het solidariteitsbeginsel dat hier aan ten grondslag ligt.. Door de macht van de toeleveranciers die groot is, zijn de kosten om een Bpf te administreren aan de hoge kant. Met toeleveranciers wordt bedoeld de actuarissen, vermogensbeheerders en uitvoeringsorganisaties. Zij leveren onontbeerlijk diensten in een markt die klein is. Vanuit de DESTEP analyse bezien is er storm. Kijkend naar de macro economische factoren ligt de pensioenbranche onder vuur. 1) De solidariteit tussen de generaties staat als gevolg van de dubbel vergrijzing en ontgroening onderdruk. Hiermee komt er druk op het solidariteitsbeginsel waar een Bpf op drijft. 2) De economische ontwikkelingen en de ontwikkelingen op de rente zijn desastreus. De kostendekkende premie groeit de pan uit en de dekkingsgraden staan onder water. 3) De politieke ontwikkelingen zowel vanuit Europa als in Nederland geeft druk op de pensioenbranche in zijn algemeenheid. Brussel probeert de pensioenfondsen keer op keer te definiëren als reguliere financiële instellingen. Als dat lukt valt de basis van de verplichtstelling weg. Ook de Nederlands politiek bemoeit zich met de pensioenbranche. Begon het in 1990 met de Wet Brede Herwaardering om de pensioenfondsen af te romen. Nu wordt er vooral druk uitgeoefend op de governance van een pensioenfonds en de inhoud van de regeling. Het effect is dat besturen steeds zwaarder opgetuigd moeten worden en steeds meer commissies moeten inrichten om aan alle verplichtingen te blijven voldoen. Kort samengevat drukken de macro-sociaal economische factoren juist op het solidariteitsbeginsel waaraan een Bpf zijn bestaansrecht ontleent en wordt de verplichtstelling ondermijnd. Bovendien wordt het besturen van een Bpf onbetaalbaar voor de kleinere pensioenfondsen door de regelzucht van de binnenlandse politiek. In het onderstaande onderzoek zijn de 14 grootste Bpf-en niet meegenomen omdat zij op basis van de gekozen onderzoeksvariabelen geen noodzaak hebben om te fuseren. Tevens is geconstateerd dat dat er nog 65 Bpf-en zijn die daadwerkelijk een pensioenregeling uitvoeren. DNB gaat uit van 76 BPF-en. Negen Bpf bestaan dus nog wel formeel, maar hebben de pensioenregeling bij een ander Bpf ondergebracht. Een mooi voorbeeld hiervan is Bpf PGB waar 5 Bpf-en onder vallen.
Dat in dit klimaat Bpf-en opzoek gaan om zich te wapenen lijkt een logische ontwikkeling. Bpf-en hebben een maatschappelijke toegevoegde waarde, die het waard is om te beschermen. De meest logische stap om het hoofd te bieden aan een tanend draagvlak en oplopende kosten is fuseren. Immers door te fuseren groeit het aantal deelnemers en wordt althans fysiek het
Opdracht
Artikel MACP d.d. 1 oktober 2012
Paginanummer
3 van 6
Cursist
Leo van Kampen
Documentversie
definitief
draagvlak verhoogd. Bovendien kunnen de kosten beter het hoofd geboden worden omdat het vermogen van het nieuwe Bpf toeneemt en de kosten kunnen dalen. Eén bestuur is in de regel goedkoper dan twee besturen en bovendien kan bij de pensioenuitvoerder schaalvoordelen worden gehaald. Fuseren is een delicaat proces dat op veel momenten stuk kan lopen. Het is van belang om vooraf vast te stellen wat de fusie moet opleveren. Als eerste doelstelling is geformuleerd “het creëren van voldoende draagvlak”. Hoe meer deelnemers bij een Bpf aangesloten, des te beter deze te bereiken zijn en des te beter het draagvlak te verhogen is. Als deelnemer is specifiek gekozen voor de actieve deelnemer. In tegenstelling tot een “slaper” en gepensioneerde, kan een actieve deelnemer maar aan één Bpf deelnemen. Deelnemers worden dus niet dubbel geteld. Nu draagvlak meetbaar is geworden, rijst de vraag wat voldoende is. Als alle actieve deelnemers eerlijk over de geregistreerde Bpf-en worden verdeeld dan hebben alle Bpf-en ongeveer 75.000 actieve deelnemers. Dit aantal wordt in dit onderzoek als voldoende aangehouden. alle Bpf-en met meer dan 75.000 deelnemers beschikken dan over voldoende draagvlak. De overige Bpf-en niet. Op basis van de meest recente jaarverslagen ziet de Bpf-branche er als volgt uit: Aantal actieve deelnemers > 75.000 15.000 - 50.000 3.000 - 15.000 500 - 3.000
Aantal Bpf-en 14 13 26 11
Uit de bevindingen komt naar voren dat de range van het aantal deelnemers groot is. De grootste 14 fondsen beschikken over voldoende deelnemers om zelfstandig door te gaan. De overige fondsen liggen dermate uitelkaar dat er maar een beperkt aantal Bpf-en enigszins gelijkwaardig zijn. Uit het onderzoek komt naar voren dat de Bpf-en met 15.000 tot 50.000 deelnemers ongeveer 6 Bpf-en kunnen formeren die richting de 75.000 deelnemers gaat. De overige Bpf-en kunnen in een later stadium aansluiten bij de nieuw geformeerde Bpf-en. Als tweede doelstelling is kostenbeheersing genoemd. Als maat voor de uitvoeringskosten is gekozen om de uitvoeringskosten af te zetten tegenover de kostendekkende premie. De uitvoeringskosten zijn onderdeel van de kostendekkende premie dus geeft wat dat betreft een beter vergelijk dan afgezet tegen het belegd vermogen. Immers een Bpf in een branche met een hoger salarishuis bouwt sneller vermogen op. Hierdoor is het mogelijk dat Bpf-en met gelijk aantal deelnemers en gelijke uitvoeringskosten grote relatieve verschillen laten zien. De gemiddelde relatieve uitvoeringskosten zijn gemiddeld 7,5%, maar ook hier zijn de verschillen groot. relatieve uitvoeringskosten < 5% 5% - 7,5% 7,5% - 10 % 10% - 15% 15% - 23%
Aantal Bpf-en 9 15 10 9 8
Ieder Bpf waarvan de relatieve uitvoeringskosten meer 7,5% is, kan door middel van een fusie aardig in de kosten besparen.. Bij een fusie blijft er maar één uitvoerder actief. Een natuurlijk moment om een nieuwe uitvoerder te selecteren. Kies voor kwaliteit tegen de beste prijs.
Opdracht
Artikel MACP d.d. 1 oktober 2012
Paginanummer
4 van 6
Cursist
Leo van Kampen
Documentversie
definitief
Naast deze meetbare harde variabelen is er ook nog een belangrijke zachte variabelen te weten de cultuur van een Bpf. In het bedrijfsleven mislukken fusies omdat de bedrijfsculturen van de bedrijven teveel verschillen. Bpf-en bestaan in de regel slechts uit een bestuur. Toch zal na een fusie
Uit onderzoek blijkt dus dat er 14 Bpf-en zijn die voldoende deelnemers hebben om autonoom door te gaan. Er zijn 13 Bpf-en die op basis van gelijkwaardig kunnen groeien naar nieuwe Bpfen van ongeveer 50.000 deelnemers. Dan is er nog een groep van 27 Bpf-en waarvan het aantal deelnemers dermate klein is dat het twijfelachtig is of ze op eigen kracht kunnen blijven voortbestaan, maar ook niet echt serieuze fusie partners zijn. Deze laatste groep zit in de wachtkamer. Zij zullen op moeten gaan in een andere Bpf. Voor deze Bpf is het verstandig om vooral de kijken op basis van welke branchekenmerken een Bpf meer of minder interessant is om bij aan te sluiten.
Op basis van d e onderzoeksgegeven wordt de pensioenbranche geadviseerd om als één geheel. Als Bpf-en lukraak fuseren zal er veel energie en geld weggegooid blijken. Immers als twee Bpf-en fuseren en dan nog steeds niet groter zijn dan 6.000 deelnemers dan verandert er niets aan de relatieve positie van het nieuwe Bpf. De Bpf-en zijn letterlijk tot elkaar veroordeelt en zullen als branche moeten overleggen welke richting zij met elkaar op willen. Dit betekent dat Bpf-en een stukje autonomie zullen moeten opgegeven ten faveure van de belangen van de branche. Vreemd genoeg wordt het belang van de deelnemer het best beschermd doordat de Bpf-en als branche optrekken in plaats van iedere Bpf voor zich. Bpf-en zouden zich kunnen versterken door te onderzoeken welke Opf-en dan wel Brp-en zich zouden willen aansluiten bij Bpf-en om een Bpf meer body te geven. De constatering wordt gedaan, maar is niet onderzocht omdat het buiten de scoop van dit onderzoek valt.
Opdracht
Artikel MACP d.d. 1 oktober 2012
Paginanummer
5 van 6
Cursist
Leo van Kampen
Documentversie
definitief
Literatuur. -
-
E. van den Pol (2009), “Pensioenfondsen en hun deelnemers 2001 - 2007”, artikel, Centraal bureau voor de statistieken. Anoniem (2012), “Pensioenfondsen; deelnemers en premie”, statistische gegevens, Centraal bureau voor de statistieken. http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37179pfd&LA=NL A.J. Marijs en W. Hulleman, (2005), “Meso-economie en bedrijfsomgeving”, Groningen / Houten, e Wolters-Noordhoff, 4 druk. J.A.H. Burgers en F.A. Kense, (1997), “Industriële marketing en Acquisitie en relatiebeheer”, e Zutphen, Thieme, 2 druk Anoniem (2008), “Stappenplan fusie Bpf-en”, artikel, Vereniging bedrijfstak pensioenfondsen M. van der Westen (2011), “Sector in cijfers”. artikel, IPN december 2011/ januari 2011. Anoniem (2012), “T8.12 - Soorten pensioen”, statistische gegevens”, De Nederlands Bank. http://www.statistics.dnb.nl/index.cgi?lang=nl&todo=PenRegel
Opdracht
Artikel MACP d.d. 1 oktober 2012
Paginanummer
6 van 6
Cursist
Leo van Kampen
Documentversie
definitief