interview
2013
nr
02
tot uw dienst
Bedrijf te koop! Verkopen zonder zorgen IN Gesprek
Toezicht in het familiebedrijf Dossier
Wegwijs in subsidieland: er is meer mogelijk dan u denkt
Franchise als businessmodel wordt steeds populairder. Renee van der Most vertelt hoe hij California Burrito naar Nederland haalde
Franchise pionier BTB Magazine / nr 2/ 2013
1
inhoud
De fun van franchise
10
bestuursvoorzitter Romke van der Veen “Als bedrijf ben je voortdurend op zoek naar interessante mogelijkheden. Dat zijn we bij Baker Tilly Berk ook. Hoe kan het anders, beter, duurzamer? Zo worden er soms hele innovatieve ideeën bedacht. Ook tijdens de spreekuren die wij voor onze klanten verzorgen, komen de meest briljante ideeën voorbij. Maar om echt iets innovatiefs te kunnen ontwikkelen, zal je als bedrijf vaak veel moeten investeren. Gelukkig is innovatie iets dat door de overheid wordt gestimuleerd door middel van belastingvoordelen en subsidies.” “Innovatie en subsidie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als uw bedrijf innovatief bezig is, dan is het zeker de moeite waard om even samen rond de tafel te gaan. Sinds een jaar werken wij samen met specialisten die ons helpen de subsidiemogelijkheden voor onze klanten te identificeren. Zo zijn er al een aantal succesvolle subsidieaanvragen verzorgd die vervolgens administratief worden begeleid en gecontroleerd door onze ervaren subsidie-auditors. Of wellicht komt uw onderneming in aanmerking voor de innovatiebox? Onze belastingadviseurs geven advies over alle fiscale faciliteiten. Met het vinden van kansen ben je er nog niet, de kunst is ook om ze volledig te benutten.”
over de innovatiebox op pagina 8 en in het dossier op pagina 20 maken wij u wegwijs in subsidieland. Of kijk op www.bakertillyberk.nl/subsidie.
‘Het is de kunst om alle kansen volledig te benutten’
diensten
meer weten? In deze uitgave kunt u meer lezen
Innovatiebox: ook voor het mkb
• Baker Tilly Berk is een landelijke organisatie met 19 vestigingen, 750 medewerkers en een opvallend groot aantal familiebedrijven als klant. • Kernactiviteiten zijn accountancy en belastingadvies, waar nodig aangevuld met specialistische kennis. • Wij zijn onderdeel van het wereldwijde netwerk Baker Tilly International. Ruim 150 onafhankelijke kantoren in meer dan 130 landen maken hier deel van uit.
8
Uitgelicht Veel ondernemers realiseren zich niet dat zij in aanmerking kunnen komen voor de innovatiebox. Deze fiscale stimuleringsregeling is voor het midden- en kleinbedrijf een stuk aantrekkelijker geworden.
behoefte aan toezicht in het familiebedrijf?
18 In gesprek Vergroot de invoering van het zogeheten one-tier board goed bestuur in het familiebedrijf? Hoogleraren Mijntje Lückerath-Rovers en Kid Schwarz vertellen.
Verder
Interview In april opende Renee van der Most de eerste Nederlandse vestiging van The Original California Burrito Company, een franchiseformule uit Nieuw-Zeeland. “Franchise is voor mij een ideale leerschool: je bouwt niet from scratch je producten en merk op, waardoor je je direct op de nieuwe markt kunt focussen.”
Colofon Het BTB Magazine is een business to business magazine van Baker Tilly Berk N.V. Redactie: Yvonne van den Hurk, Henry Geerts, Geert van Grimbergen, Marjanne Poppen Met medewerking van: Martin Akcay, Roel van Bezooijen, Barry Damen, Kees van Diepen, Frans Groeliker, Ron Jansen, Lorijn van Leersum, Herm Nieste, Jeroen Overvest, Peter Polman, Ruud Pos, Ingrid Schröder, Mariëlle Schuurman, Kid Schwarz, Romke van der Veen, Arnout Veldhuizen, Carin Welters, Patrick Welzen Met dank aan: Martin Groen (The Society Shop), Mijntje Lückerath-Rovers (Nyenrode Business Universiteit), Renee van der Most (The Original California Burrito Company), Henk van de Water (Opdidakt) Concept en realisatie: Label, Arnhem (Lobke Heisen, Lonneke Kranendonk, Dick Poelen) Lithografie: Willem Grafische Bewerkingen, Halle Drukwerk: Graficiënt Printmedia, Almere Redactieadres: Postbus 200, 2800 AE Gouda 0182 56 32 00,
[email protected] www.twitter.com/bakertillyberk, www.bakertillyberk.nl Aan de samenstelling van deze uitgave wordt veel zorg besteed. Niettemin kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke onjuistheden. Gezien het min of meer algemene karakter van de artikelen kan niet worden ingestaan voor de toepassingsmogelijkheden in specifieke situaties. Na verkregen schriftelijke toestemming is overname van artikelen toegestaan, mits integraal en met bronvermelding.
Nieuws 4 Tot uw dienst − verkoop van uw bedrijf 6 Advies 14 In de branche − retail 16 Dossier − subsidies 20
Fotografie: Milan Vermeulen
2
BTB Magazine / nr 2/ 2013
BTB Magazine / nr 2/ 2013
3
nieuws
Adviseur Carin Welters
‘Onze denkwereld stort in elkaar. En wij staan erbij en kijken ernaar’
Ontslagrecht in een nieuwe jas?
Nieuwe datum Dag van het Familiebedrijf 2013
Goed bestuur Om een nog completer programma aan te kunnen bieden, is besloten om onze themadag voor het familiebedrijf te verplaatsen naar het najaar. U bent van harte uitgenodigd om op 11 november 2013 op Nyenrode Business Universiteit deel te nemen aan een inspirerende middag door en voor familiebedrijven. Praat met ons mee over de essentie van goed bestuur in het familiebedrijf en luister naar de verhalen en praktijkervaringen van ondernemers. Maandag 11 november 2013 Van 12.00 tot 18.30 uur Nyenrode Business Universiteit, Breukelen Aanmelden kan via: www.dedagvanhetfamiliebedrijf.nl
De crisis achterlaten In zijn nieuwste boek ‘Dit is GEEN economische crisis’ beschrijft Guido Thys zes mythes die ons al lange tijd beletten om de crisis achter ons te laten. Zijn remedie is simpel en begint bij het bestaansrecht van organisaties. Aan de hand van eenvoudige stappen toont hij hoe bedrijven weer uit kunnen gaan van zelfstandig denken, eigen kracht, ondernemerschap en creativiteit. Wilt u korte metten maken met het negatieve sentiment dat ons al een paar jaar in zijn greep houdt? Dan is dit boek een echte aanrader. De ‘bedrijfsverloskundige’ Guido Thys wil de lezer uit zijn comfortzone lokken en aan het denken zetten. In dit lees- en werkboek neemt hij de lezer mee op een werkavontuur om meer waarde te creëren dan ooit tevoren. Actie: Baker Tilly Berk geeft 25 exemplaren weg! Wilt u het boek van Guido Thys graag lezen? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] onder vermelding van Dit is GEEN economische crisis en uw adresgegevens. Baker Tilly Berk beloont de eerste 25 inzendingen.
Sociaal akkoord: meer werk, meer zekerheid Het kabinet heeft in april ingestemd met het sociaal akkoord dat werkgevers en vakbonden hebben gesloten. De highlights van het akkoord op een rij:
Daarbij krijgt iedereen een vergoeding bij ontslag, de zogenoemde ‘transitievergoeding’ (meer hierover kunt u lezen in het kader op pagina 5).
Inperking WW van de baan
Meer zekerheid voor flexwerkers
Werknemers gaan weer de helft van de WW-premie betalen, net als vóór het jaar 2009. Het derde jaar van de uitkering zal worden betaald door werkgevers en werknemers samen. Dit gebeurt geleidelijk en de negatieve koopkrachteffecten worden gecompenseerd.
Het aantal tijdelijke contracten dat kan worden afgesloten zal worden beperkt. Er komt een verbod op nulurencontracten in de zorg. De overheid gaat verder maatregelen nemen tegen allerlei schijnconstructies en ontduiking van minimumloon en CAO.
Ontslagbescherming tot 2016 ongewijzigd
Let op: bovengenoemde voorstellen zijn pas van toepassing als ze zijn goedgekeurd door de Eerste en Tweede Kamer. Dat is op het moment van schrijven nog niet het geval.
Tot 2016 blijft de ontslagbescherming zoals die nu is. Daarna komt er een eenvoudiger systeem voor ontslagbescherming, waarbij de preventieve toets blijft bestaan. 4
BTB Magazine / nr 2/ 2013
Tijdelijk financiële professional nodig? Bleek bij de controle van uw jaarrekening dat er zaken zijn waarmee u aan de slag moet? Ontbreekt de mankracht of expertise om dat op te pakken? Of heeft u extra capaciteit nodig ter overbrugging van een zwangerschapsverlof of in verband met een opzegging? Soms doen zich binnen een bedrijf situaties voor waardoor u tijdelijk extra capaciteit nodig hebt. Zo’n tijdelijk capaciteitsvraagstuk kan prima ingevuld worden door externe specialisten in te huren. Iemand die snel inzetbaar is en gewend is om tijdelijk in te springen. Ron Jansen, van Baker Tilly Berk Interim Financial Services over tijdelijke invulling: “Wanneer veranderingen elkaar opvolgen en er bij een organisatie een tekort aan expertise ontstaat, heeft dit directe consequenties voor de wendbaarheid van de organisatie. De flexibiliteit is er uit en dat kan nadelige gevolgen hebben. Om dat te voorkomen helpen we ondernemers bij het vinden van de juiste invulling. Ons netwerk van financiële professionals is zeer uitgebreid, zodat we bijna voor elk vraagstuk wel iemand kunnen vinden.”
In het akkoord dat de sociale partners in april hebben gesloten zijn ook nieuwe afspraken gemaakt over het ontslagrecht. De sociale partners willen het vernieuwde ontslagrecht pas op 1 januari 2016 laten ingaan en de regels op het terrein van de flexibele arbeid per 1 januari 2015. Het doel is het ontslagrecht te vereenvoudigen en transparanter te maken. Drie vragen aan bedrijfsjurist Carin Welters.
1. Is het vernieuwde ontslagrecht voor werkgevers een verbetering?
“Afhankelijk van de grond voor het ontslag moet een werkgever zich wenden tot het UWV óf de kantonrechter. Voor werkgevers is dat geen verbetering. Soms is een snelle uitkomst van een ontslagkwestie essentieel. Bijvoorbeeld vanwege acuut slechte bedrijfseconomische omstandigheden. Dan is het ook noodzakelijk dat een werkgever zich kan wenden tot de kantonrechter. Straks heeft een werkgever die keuze niet meer en moet de werkgever zich bij een dergelijke omstandigheid tot het UWV wenden. In combinatie met de invoering van de mogelijkheden voor hoger beroep in het ontslagrecht zal dit er ongetwijfeld toe leiden dat sommige ontslagdossiers maanden duren voordat ze definitief zijn afgerond. De vraag is of een werkgever hierbij gebaat is.” 2. Wat wordt de hoogte van de vergoeding?
“De transitievergoeding bedraagt ‘maximaal’ 75.000 euro of een jaarsalaris als dat hoger is. De opbouw van de transactievergoeding bedraagt een derde van het maandsalaris per dienstjaar over de eerste tien dienstjaren en vanaf de jaren na het tiende dienstjaar een half
maandsalaris per dienstjaar. Voor werknemers van 50 jaar en ouder zal een overgangsregeling ten aanzien van de transitievergoeding worden getroffen. Dit overgangsrecht geldt vanaf 1 januari 2016, de voorgenomen datum van inwerkingtreding van het gemoderniseerde ontslagrecht, tot 2020. Voor 50-plussers met tien dienstjaren wordt de transitievergoeding gesteld op één maand per dienstjaar boven de 50 met een uitzondering voor mkb-bedrijven met minder dan 25 werknemers.” 3. Kan de kantonrechter daar nog iets aan veranderen?
“De mogelijkheid blijft bestaan dat kantonrechters, bijvoorbeeld bij ‘ernstige verwijtbaarheid’, een hogere of lagere vergoeding vaststellen. Weliswaar komt de kantonrechtersformule als maatstaf te vervallen, maar de kantonrechter kan nog steeds een – niet gemaximeerde – ontslagvergoeding opleggen. Als je dan nog meeneemt dat de maximale vergoedingen hoger kunnen uitpakken dan eerder was afgesproken in het regeerakkoord, kun je concluderen dat het er vooralsnog op lijkt dat het er voor werkgevers niet beter op wordt.”
meer weten? Wilt u meer weten over de inzet van
tijdelijke financiële professionals? Neem dan contact op met Ron Jansen, senior adviseur Baker Tilly Berk Interim Financial Services, 070 358 90 00. Of kijk op www.interimfinancialservices.nl.
meer weten? Neem contact op met Carin Welters, senior bedrijfsjurist Baker Tilly Berk, 040 250 57 00. Of kijk op www.bakertillyberk.nl/arbeidsrecht.
BTB Magazine / nr 2/ 2013
5
tot uw dienst
MA: verkoop DIENST: corporate finance THE
Voor de ondernemer die overweegt zijn bedrijf te verkopen: wat is het aangewezen moment om in actie te komen? “Dat hangt onder meer af van de reden voor verkoop. De ondernemer die met pensioen gaat en geen opvolger heeft, weet dat natuurlijk al ver van tevoren. Maar hij kan evengoed lang twijfelen over verkoop. Voor de dga van een bedrijf met grote groeikansen maar onvoldoende werkkapitaal, kan de beslissing of hij een deel van de aandelen uit handen moet geven lastig zijn. Het ligt aan de persoon en aan de situatie, maar over het algemeen zien we vaker dat men te laat begint dan te vroeg. Je moet toch rekening houden met gemiddeld een half tot een heel jaar voor het totale verkooptraject.”
Met welke vragen komen ondernemers bij jullie? “Dat zijn heel diverse adviesvragen of vragen over praktische ondersteuning, over alle aspecten van de verkoop. Wat is mijn bedrijf waard, wie zou mijn bedrijf kunnen kopen, welke juridische zaken moet ik regelen, hoe bereid ik mijn bedrijf voor op de verkoop… Op al dit soort vragen hebben of zoeken we antwoord op maat. Eigenlijk kunnen we ondernemers bij alle aspecten van de verkoop van het bedrijf helpen.”
Waar begin je in het traject? “Eerst gaan we praten over waarom men het bedrijf wil verkopen en vervolgens aan wie: aan familie, aan het managementteam, aan een collega uit de branche, aan een investeringsmaatschappij... Het waarom en aan wie zijn twee belangrijke aspecten voor het vervolgtraject. De stappen na die eerste gesprekken zijn in grote lijnen vergelijkbaar. Alleen is bij een interne opvolging het uitgangspunt compleet anders dan bij verkoop aan een onbekende, externe partij. Bij verkoop van ouder aan kind komt veel meer emotie kijken. Daar is bijvoorbeeld de waardebepaling van essentieel belang, evenals transparantie en overeenstemming met de eventuele andere kinderen.”
Adviseur Lor
ersu ijn van Le
m(
k van et Hen lin k s) m
de
k pdida van O r e t a W
Hoe verloopt een gemiddeld traject verder?
t
Bedrijf te koop!
Een soepel verkoopproces staat of valt met de voorbereiding Bedrijfsopvolging, groei versnellen, internationale expansie, er zijn tal van redenen om een bedrijf of een deel ervan te koop aan te bieden. Wat de aanleiding ook is, een goede en tijdige voorbereiding maakt dat het proces veel soepeler verloopt. Lorijn van Leersum, partner Corporate Finance bij Baker Tilly Berk, over wat er komt kijken bij de verkoop van uw bedrijf. Fotografie Anneke Hymmen Tekst Anniek Corporaal
6
BTB Magazine / nr 2/ 2013
“Na uitvoerige gesprekken stellen wij een lijst van potentiële kopers samen. We benaderen die partijen om de interesse te peilen. Dat doen we met een zogeheten ‘anoniem profiel’: we maken de naam en de details nog niet bekend. Dat gebeurt pas na het tekenen van de geheimhoudingsverklaring. Zijn één of meer partijen geïnteresseerd, dan regelen we de kennismaking, een eventuele rondleiding en stellen we de kwalitatieve en kwantitatieve informatie van het bedrijf beschikbaar. Komt er een bod, dan voeren wij meestal de onderhandelingen. We regelen de intentieverklaring en de koopovereenkomst, en begeleiden het boekonderzoek en de overdracht van de aandelen bij de notaris.”
Kan een ondernemer een voorgenomen verkoop ook zelf regelen, zonder adviseur? “Dat beslist de ondernemer uiteraard zelf. Ik kan alleen zeggen dat het veel tijd en rompslomp scheelt als je een adviseur in de arm
meer weten? Wij helpen en adviseren u graag bij de verkoop van uw bedrijf. Bel uw adviseur voor meer advies of neem contact op met Lorijn van Leersum, Baker Tilly Berk Corporate Finance, 030 204 01 00 of 06 24 23 14 13.
neemt. De ondernemer kan zich blijven focussen op de dagelijkse bedrijfsvoering, want wij nemen het uitzoekwerk en geregel rondom de verkoop voor een groot deel uit handen. Wij kennen de processen en de markt en we weten de potentieel geïnteresseerde kopers te vinden. We weten ook hoe een kopende partij naar een kandidaat kijkt. Bovendien kunnen wij de emotie gemakkelijker uitschakelen, een niet onbelangrijk voordeel bij de onderhandelingen.”
Welke tips kun je ondernemers meegeven? “Start op tijd met de voorbereidingen. Bedenk niet op uw vierenzestigste pas wat u met uw bedrijf wilt na uw pensioen. Zorg dat u de financiële administratie en alle juridische zaken op orde heeft. En zorg dat u de voor de verkoop benodigde informatie snel en compleet paraat kunt hebben. Tenslotte: bedenk waar u bij de verkoop van uw bedrijf precies hulp kunt gebruiken.”
Henk van de Water, algemeen directeur Opdidakt:
‘Je bedrijf verkopen doe je alleen bij wie je je 100% goed voelt’ Opdidakt onderzoekt en begeleidt jongeren die te maken hebben met orthopedagogische, psychologische en onderwijskundige problematiek. Henk en Charlotte van de Water bouwden Opdidakt in vijftien jaar uit tot een bloeiend bedrijf met acht vestigingen en ruim 100 medewerkers. Henk van de Water vertelt: “Geen van onze drie zoons heeft interesse om ons op te volgen. Ik loop tegen de 60 en besefte dat ik niet te lang moest wachten met nadenken over de toekomst. Toevallig kwamen we in contact met mensen van Baker Tilly Berk in ’s-Hertogenbosch en via hen met Lorijn van Leersum van de afdeling Corporate Finance. De klik en het vertrouwen waren er meteen. Belangrijk, want je bedrijf verkopen doe je alleen met mensen bij wie je je 100 procent goed voelt. Het is nogal een beslissing, waarbij de nodige emotie komt kijken. Baker Tilly Berk heeft ons bij het hele verkooptraject begeleid, van het samenstellen van het informatiememorandum tot en met het regelen van alle contracten. Het proces was niet altijd makkelijk en we hebben soms best getwijfeld, maar we hebben samen een uitstekende partner gevonden aan wie we 70 procent van de aandelen hebben verkocht. Opdidakt heeft nu extra financiële ruimte, mogelijkheden om te groeien en continuïteit. Ik ben aangebleven als algemeen directeur. Ik vind het soms lastig dat gekozen is voor een earn-out constructie, waarbij een deel van het verkoopbedrag pas op termijn loskomt. Daar kan ik in het nazorgtraject met Lorijn goed over praten. Ook na afronding van het traject is hij contact blijven houden en dat is heel prettig.” www.opdidakt.nl
BTB Magazine / nr 2/ 2013
7
uitgelicht
innov DIENST: fiscaal advies THEMA:
atie
‘Ondernemers zijn zich vaak niet bewust van de mogelijkheden’
innovatiebox: ook toegankelijk voor het mkb Regeling nu sneller toepasbaar Veel ondernemers realiseren zich niet dat zij met innovatieve activiteiten in aanmerking kunnen komen voor fiscale subsidieregelingen. Zo is er de innovatiebox waarmee soms tienduizenden euro’s belastingvoordeel te halen valt. Ook voor het midden- en kleinbedrijf. Illustratie Lobke van Aar Tekst Connie Wiering
Aan innovatieve ideeën in het midden- en kleinbedrijf is geen gebrek en de overheid wil bedrijven die deze ideeën weten uit te werken tot concrete activiteiten belonen met lagere belastingtarieven. Een voorbeeld daarvan is de innovatiebox. Dit is een speciale tariefbox binnen de vennootschapsbelasting waarbij de winst in deze box veel lager wordt belast. De winst die in de innovatiebox valt, wordt belast tegen een effectief tarief van 5 procent in plaats van 25 procent. Per 1 januari 2013 is de innovatiebox 8
BTB Magazine / nr 2/ 2013
verder versimpeld, waardoor deze fiscale stimuleringsregeling voor het midden- en kleinbedrijf aantrekkelijker is geworden.
Nu ook voor mkb aantrekkelijk De innovatiebox volgde in 2010 de zogeheten Octrooibox op, die ondernemers moest stimuleren om te innoveren. Met de introductie van de innovatiebox werden de voorwaarden versoepeld en ook werd het gunstige belastingtarief nog eens extra verlaagd. En nu is wederom een aanpassing gedaan om deze regeling ook voor het mkb aantrekkelijk te maken. Vanaf 2013 mogen innovatieve bedrijven 25 procent van de winst aanmerken als voordeel voor de innovatiebox. Over deze winst, met een maximum van 25.000 euro, geldt een laag belastingtarief van 5 procent. Het voordeel is dat een ondernemer geen ingewikkelde berekeningen meer hoeft te maken om te bepalen hoeveel winst er precies toegerekend kan worden aan innovatie.
Geen grote R&D-afdeling nodig Met alle aanpassingen en de aandacht voor deze stimuleringsregeling zou je denken dat een grote groep inmiddels gebruik maakt van de
faciliteiten. Dat valt echter tegen. De innovatiebox is weliswaar sterk in opkomst, maar toch realiseren veel ondernemers zich niet dat zij mogelijk in aanmerking komen voor de innovatiebox. “Het is zonde om dit te laten liggen”, zegt Peter Polman, partner belastingadviseur van Baker Tilly Berk in Almere. Volgens Polman zijn veel ondernemingen technisch vernieuwend bezig. Polman: “Een bedrijf kan zich bezighouden met de ontwikkeling van apps of nieuwe software. Maar je kunt ook denken aan een supermarktondernemer die een nieuw koelsysteem heeft uitgevonden, dat zowel milieu- als gebruikersvriendelijk is. Je hebt daarvoor geen grote R&D-afdeling nodig, een ondernemer kan bij wijze van spreken zijn innovatie ook in het weekend in zijn eigen schuur bedenken. Het gaat erom dat dit soort innovaties relevant kunnen zijn voor de Nederlandse kenniseconomie.”
Kosten-/batenanalyse Martin Akcay, belastingadviseur bij Baker Tilly Berk in Almelo: “Ondernemers zijn zich niet bewust van de mogelijkheden of ze vinden de administratieve lasten te hoog. Zo moeten bedrijven, die in aanmerking willen komen voor de innovatiebox wel eerst het juiste toegangsbewijs hebben: een zogenoemde WBSO-beschikking (zie ook kader Fiscale regelingen) óf een geldig octrooi. Met zo’n beschikking krijgen ondernemers tevens toegang tot de faciliteiten van de innovatiebox. En soms vinden ondernemers dat de administratieve lasten niet opwegen tegen de voordelen van een subsidieregeling. Als ik hen vertel dat je met een WBSO-beschikking vervolgens ook gebruik kunt maken van de regeling R&D-Aftrek (RDA, zie kader Fiscale regelingen), dan wordt de drempel al een stuk lager. Ik raad ondernemers dan ook aan om zich sowieso te laten adviseren over de mogelijkheden.”
Hulp bij de aanvraag Sinds enkele jaren heeft de Belastingdienst het Innovatiebox-team in het leven geroepen, dat bestaat uit aangewezen belastinginspecteurs die dagelijks bezig zijn met de innovatiebox. Elk belastingkantoor beschikt over een inspecteur die de aanvragen behandelt en hiermee kennis en vergelijkingsmateriaal opbouwt. Martin Akcay: “Mijn ervaring is dat sinds de versoepelingen en de komst van het Innovatiebox-team bedrijven snel een afspraak kunnen maken over hoe de innovatiebox voor hen uitwerkt. Onze innovatiespecialisten hebben kennis van de regelingen en aanvraagprocedures en kunnen heel goed beoordelen of product- of procesvernieuwingen wel of niet gekwalificeerd kunnen worden voor bijvoorbeeld de WBSO,” aldus
Akcay. “Samen neem je de projecten binnen het bedrijf door. Die beschrijf je en onderbouw je en vervolgens wordt de aanvraag ingediend bij het Agentschap NL. Het agentschap bepaalt wat vernieuwend is. In de meeste gevallen waarbij onze adviseurs zijn ingeschakeld, wordt een positieve beschikking afgegeven.”
Fiscale regelingen 1. WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) Met de WBSO kunt u loonkosten op speur- en ontwikkelingswerk verlagen door een korting op de af te dragen loonbelasting. WBSO is te gebruiken in alle fasen van ontwikkeling, van ontwerp tot testfase. Naast het fiscale voordeel biedt de bijbehorende WBSO-beschikking ook toegang tot de innovatiebox. Een WBSO-beschikking (formeel S&O-verklaring) wordt afgegeven door Agentschap NL. Voor starters zijn de fiscale voordelen van de WBSO in de eerste drie jaar extra groot. Het budget voor de WBSO in 2013 bedraagt 735 miljoen euro. 2. RDA (R&D Aftrek) Met de RDA kunnen bedrijven hun kosten en uitgaven voor R&D-werkzaamheden en materialen (met uitzondering van de loonkosten, deze worden al verlaagd door de WBSO-korting) extra aftrekken van hun winst. Voor 2013 is het budget hiervoor 375 miljoen euro. 3. Innovatiebox Op grond van de innovatiebox kan een lager belastingtarief (vennootschapsbelasting) worden verkregen op winsten uit WBSO-projecten en octrooien. In 2012 is er 625 miljoen euro beschikbaar voor de innovatiebox. De drie regelingen vormen een sluitend systeem met aan de investeringenkant de WBSO (loonkosten) en RDA (overige kosten) en aan de resultatenkant de innovatiebox.
meer weten? Wilt u advies over de innovatiebox en andere belastingregelingen voor bedrijfs-R&D? Kijk dan op www.bakertillyberk.nl/innovatie of neem contact op met partner belastingadviseur Peter Polman, 036 536 28 98, of belastingadviseur Martin Akcay, 0546 82 70 00. BTB Magazine / nr 2/ 2013
9
interview
branch: hserjufk Dienst: hdfefhdf franchise DIENST: new business THEMA:
Als zoon van Cor van der Most, medeeigenaar van drukkerij Koninklijke Van der Most, is hij met het ondernemerschap opgegroeid. Niet heel vreemd dat Renee van der Most (22) nu al zijn eigen bedrijf runt: The Original California Burrito Company, een populaire franchiseformule uit Nieuw-Zeeland. Op 19 april opende hij in hartje Amsterdam het eerste Nederlandse restaurant. “Wat mij betreft volgt nummer twee binnen een halfjaar.” Fotografie Mark Horn Tekst Suzanne Geurts
Hoe ben je in aanraking gekomen met California Burrito, een tot nu toe onbekend merk in Nederland? “Vorig jaar liepen mijn vriendin en ik stage in Nieuw-Zeeland. Op een avond ontdekten we in Auckland een filiaal van The Original California Burrito Company. Ik ben sowieso dol op Mexicaans eten, maar deze restaurantformule sprak me direct aan. Door de sfeer, de authentieke huisstijl en uiteraard de lekkere burrito’s. Scherp geprijsd en van hoge kwaliteit, met dagverse ingrediënten. Daarna aten we als ‘mysteryshoppers’ nog een paar keer bij andere filialen. Toen wist ik het zeker: dit concept wil ik naar Nederland halen.”
Hoe heb je dat aangepakt?
Jonge ondernemer zet z’n tanden in ‘California Burrito’
FRANCHISE
advies
Franchise wint aan populariteit. De afgelopen vijftien jaar verdubbelde in Nederland het aantal formules, vestigingen en werknemers, terwijl de omzet verdrievoudigde. Bij franchise sluit een franchisenemer een contract met de eigenaar van de handelsnaam, de masterfranchiser of franchisegever. Baker Tilly Berk helpt zowel franchisenemers als franchisegevers succesvol te ondernemen. Of zij nu starten of uitbreiden. Onze specialisten adviseren bijvoorbeeld bij de onderhandelingen over de franchiseovereenkomst of voeren een benchmarkonderzoek uit. Ook ondersteunen ze bij het opzetten van een franchiseketen. En hoe zet je een arbeidsovereenkomst op? Of wat doe je bij ziekte? Of ontslag? Ook bij dit soort arbeidsjuridische vraagstukken helpt Baker Tilly Berk. Bij grensoverschrijdende situaties, zoals de gevolgen van een buitenlandse franchiseformule, kunnen de collega’s van Baker Tilly International snel ingeschakeld worden.
“Via hun Facebook-pagina kwam ik in contact met de eigenaar, Jeff Moss. Een grote, bekende ondernemer in Nieuw-Zeeland en Australië. Naast California Burrito bezit hij nog zo’n tweehonderd modewinkels. Eigenlijk vroeg ik recht op de man af: ‘Ik ben geïnteresseerd om jouw formule op de Nederlandse markt te introduceren. Wat vind je hiervan, en wat moet ik doen?’ Daarna volgden drie enthousiaste gesprekken. Het klikte.”
Hoe overtuigde je ‘de grote baas’ dat Nederland een nieuwe groeimarkt kan zijn? “Tijdens mijn verblijf in Nieuw-Zeeland heb ik een ondernemingsplan geschreven. Over bijvoorbeeld de financiering, mogelijke locaties, groeiplannen. Ook heb ik uitgebreid marktonderzoek gedaan. De resultaten bevestigden mijn onderbuikgevoel: we springen in een niche. Nederland kent geen fastfoodformule met zulke hoogwaardige burrito’s. Dat gaf de doorslag.”
Wat was de grootste uitdaging toen je de formule van Nieuw-Zeeland naar Nederland haalde? “Het afstemmen van de masterfranchise-overeenkomst. Daarom ben ik in Nederland meteen om de tafel gegaan met Frans Groeliker van Baker Tilly Berk, al meer dan dertig jaar de belastingadviseur van onze familie. Samen met Arnout Veldhuizen, bedrijfsjurist bij Baker Tilly Berk, hebben we het
Renee van der Most bij de toen nog te openen vestiging van The Original California Burrito Company in Amsterdam. 10
BTB Magazine / nr 2/ 2013
BTB Magazine / nr 2/ 2013
11
interview
franchise DIENST: new business THEMA:
Over California Burrito The Original California Burrito Company is in 1992 opgericht in New York, waar de keten al snel een groot succes werd. Eigenaar David Rosenberg verkocht uiteindelijk deze vestigingen en startte in 2011 met ondernemer Jeff Moss een nieuwe keten in Auckland. Moss en Rosenberg runnen de formule samen, waarbij Moss een meerderheidsaandeel heeft. Inmiddels tellen Nieuw-Zeeland en Australië veertien California Burrito-vestigingen. Renee van der Most introduceert de formule nu in Europa. De masterfranchiseovereenkomst geldt namelijk niet alleen voor Nederland, maar voor heel Europa. The Original California Burrito Company Oude Leliestraat 5, Amsterdam www.californiaburrito.nl
hele contract uitgeplozen. Telkens stelde Arnout de vraag: ‘Hoe zie je dat in de praktijk voor je?’ Een eyeopener. Er stonden aardig wat passages in die voor mij nadelig konden uitpakken. Ja, daar schrok ik van. Die eerste versie was een wurgcontract, als ik heel eerlijk ben. Ik moest stevig gaan onderhandelen.”
Over welke punten wilde je per se onderhandelen? “Stel, de Nieuw-Zeelandse franchisegever en ik zouden een meningsverschil krijgen. Dan kreeg hij de volmacht om namens mij te beslissen. Over welk issue dan ook. Daarnaast werd ik zakelijk én privé aansprakelijk gesteld – óók als mijn toekomstige sub-franchisenemers in gebreke bleven. Dat is natuurlijk onwerkbaar.”
Dat moet een pittig onderhandelingstraject geweest zijn.
of te laten vervallen. Via het internationale Baker Tilly-netwerk vonden zij razendsnel een Nieuw-Zeelandse advocaat, die onze aanpassingen op rechtsgeldigheid checkte. Vervolgens schakelde Arnout zelf met de jurist van California Burrito. Dit verliep soepel en in goed overleg. Ondertussen hield ik contact met Jeff Moss over het traject. Uiteindelijk gaf hij lachend toe dat ik een goede onderhandelaar ben. Dat heb ik geleerd van mijn vader, antwoordde ik. Die zegt altijd: ‘Ga nooit op het eerste bod in!’”
Je hoort vaak dat je binnen een franchiseformule weinig vrijheid hebt. Stel, het bedrijf in Nieuw-Zeeland introduceert een nieuwe burrito. Moet jij die verplicht in je assortiment opnemen?
“Het verliep eigenlijk prima. Arnout en Frans “Dat gaat in overleg. Zo hebben we dat adviseerden om ongunstige passages te wijzigen afgesproken. Verder krijg ik veel vrijheid. 12
BTB Magazine / nr 2/ 2013
Als masterfranchiser, de baas van We zitten nog in de nasleep California Burrito in Nederland, moet ik van de crisis. Waarom durf je tenslotte het merk opbouwen. Dat vraagt het aan om juist nu een bedrijf soms om een andere marktbenadering. te starten? McDonalds heeft ook een McKroket, om “Crisis, crisis… Natuurlijk zijn het financieel maar een voorbeeld te noemen. Zo wil ik lastige tijden. Maar als ik te lang wacht, is de ‘Burrito van de een ander mij voor. In Maand’ introduceren. een nichemarkt moet je ‘Natuurlijk zijn het Een typisch Hollands niet treuzelen. Daarom financieel lastige tijden. fenomeen, dat ze in is dit voor mijn gevoel Maar als ik te lang wacht, toch het juiste moment. Nieuw-Zeeland niet is een ander mij voor’ Bovendien is de foodkennen. Ook kopen wij groente en vlees bij branche economisch lokale boeren. En als ik, om maar even een stabieler dan bijvoorbeeld de bouw.” fictief voorbeeld te noemen, een Mexicaanse polkaband op De Dam wil Ondernemen zit in je familie. laten rondlopen, dan hoef ik niet eerst naar Heeft dit je geïnspireerd? Nieuw-Zeeland te bellen voor akkoord.” “Absoluut. Thuis vertelde mijn vader honderduit over ‘de zaak’. Van die verhalen heb ik veel geleerd en al op de middelbare school De laatste jaren kiezen wist ik: ik word ook ondernemer. Ik heb Steeds meer jonge starters auto’s gewassen, ramen gelapt, broodjes op voor franchise. Wat spreekt jou aan in deze ondernemings- school verkocht, een bedrijfje in zonnepanelen gerund. Ik houd van de vrijheid en de vorm? risico’s. Je idee kan aanslaan, maar ook totaal “Je kunt een bestaand concept verder uitboumislukken. Die spanning trekt me aan.” wen. Franchise is voor mij een ideale leerschool: je bouwt niet from scratch je producten en merk op, waardoor je je direct op de Waarom stap je eigenlijk niet nieuwe markt kunt focussen. Daarom was in het familiebedrijf? ik al jaren op zoek naar een unieke buiten“Mijn vader laat me vrij, en grapt altijd: ‘Ga landse formule voor Nederland. Ik hield het eerst maar eens ergens anders verpesten.’ mijn ogen overal open.” Maar ik zeg nooit nooit. Het bedrijf zit in mijn bloed. Mijn zus werkt nu ook in de zaak en ik voltooi er momenteel mijn afstudeerNoem één advies dat je mee stage voor Commerciële Economie. Ik vind wilt geven aan startende het bijzonder dat Koninklijke Van der Most franchiseondernemers. al 109 jaar succesvol is en ben trots op wat “Werk direct met arbeidsovereenkomsten. mijn vader heeft bereikt.” Als kersverse ondernemer start je vaak enthousiast allerlei samenwerkingsverbanden. Dat deed ik ook. Maar zonder goede Maar de komende jaren ga je afspraken kunnen verwachtingen uit elkaar helemaal voor California lopen. En, geloof me, in zo’n turbulente Burrito. Wat zijn je ambities? opstartfase zit je niet op onenigheid te “Binnen vijf jaar wil ik zelf vijf vestigingen wachten. Over uitbetalingen bijvoorbeeld. hebben. Het plan is om het tweede restaurant Overigens hebben de bedrijfsjuristen van binnen een halfjaar te openen, ook in Baker Tilly Berk ook onze arbeidsovereenAmsterdam. Daarnaast streef ik naar vijftien komsten nauwkeurig doorgenomen en franchisefilialen. Dus enthousiaste onderneaangepast.” mers kunnen gerust eens bij me informeren.”
Adviseur Frans Groeliker “Grip, dat is wat een eigenaar op zijn merk wil houden. Met liefst zo min mogelijk vrijheid en zo veel mogelijk aansprakelijkheid voor de franchisenemers. Begrijpelijk. Toch is het belangrijk dat een (master)franchiseovereenkomst aan de belangen van béide partijen recht doet. Bovendien zit je ook niet op juridische verrassingen te wachten. Daarom adviseer ik altijd om een van onze bedrijfsjuristen in te schakelen. Zo’n expert bekijkt welke passages gewijzigd of weggehaald kunnen worden. Onderbouwing is dan belangrijk, want je moet de franchisegever wél overtuigen. We hebben Renee van der Most bijvoorbeeld geadviseerd om te onderhandelen over zijn aansprakelijkheid en de franchisefee, de royalties van de California Burrito-formule. En met succes. Zijn feepercentage ligt nu lager, terwijl de franchisegever meer bijdraagt aan marketing en productontwikkeling. Hier plukt Renee in Nederland de vruchten van. Onderschat ook de fiscale bepalingen niet. De buitenlandse franchisegever wilde dat Renee eventuele bronheffingen volledig zelf zou betalen. Dit is nu komen te vervallen. Kortom, spreek af dat je als franchisenemer niet voor alles aansprakelijk bent, maar risico’s met de franchisegever deelt. Ondernemen doe je tenslotte samen.”
meer weten? Onze specialisten kunnen u
alles vertellen over franchise en franchising. Of u nu franchisenemer of franchisegever bent. Raadpleeg uw eigen adviseur voor meer informatie.
BTB Magazine / nr 2/ 2013
13
advies
Estate planner Mariëlle Schuurman
Schenken met warme hand Vermogensoverdracht naar een volgende generatie
Gaat uw kind studeren, op zichzelf wonen of trouwen? Als ouders is het prettig om kinderen een financiële steun in de rug te kunnen geven. Daarnaast kan het fiscaal ook voordeliger zijn om bij leven te schenken. Vier tips van estate planner Mariëlle Schuurman.
1. Vrijstellingen bij schenken
Plannen om te emigreren?
Kies het juiste land Per dag vertrekken zo’n 340 mensen uit Nederland om in een ander land te gaan wonen. Onder deze groep bevinden zich ook dga’s die hun bedrijf in goede handen achterlaten en zelf voor een ander woonland kiezen. Herm Nieste, onze internationale fiscaal adviseur, heeft een zwaarwegende tip voor dga’s die willen emigreren: “Kies een land dat je past als woonland. Kijk niet alleen
of een land een aantrekkelijk fiscaal klimaat heeft. Ik vraag altijd: welke landen komen in aanmerking? En waar wil je absoluut niet wonen? In de praktijk komt het vaak voor dat een dga zijn nieuwe woonland grotendeels laat bepalen door het fiscale klimaat. Onverstandig! Van fiscaal geïnitieerd emigreren word je niet gelukkig.”
Renterisico’s: onderschat ze niet Niet alleen grote bedrijven met miljoenenfinancieringen krijgen te maken met renterisico’s. Ook kleinere organisaties lopen vroeg of laat het risico dat rentelasten stijgen op het moment van een renteherziening of door renteschommelingen. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering en de winst. Renterisico is een risico dat juist in deze tijd, met de onstabiele financiële markten, grote gevolgen kan hebben. Veel ondernemers onderschatten dit risico en zien het als een gegeven. Onze ervaring is echter dat ook bij relatief kleine financieringen de invloed van een rentestijging al grote gevolgen kan hebben. Keuze financiering
We zien vaak dat het risico pas wordt bekeken wanneer een financiering al bijna is afgesloten of de renteherzieningsdatum nadert. Wilt u goed grip hebben op het risico, denk dan al bij de investeringsbeslissing na over mogelijke renterisico’s. De keuze van het soort financiering is bepalend voor het renterisico dat u gaat lopen. Kiest u voor een financiering met variabele Euribor-rente, en de banken gaan mee met een renteverhoging van de Europese Centrale Bank, dan zullen uw rentelasten direct stijgen. Zeker als u zwaar gefinancierd bent, is het de vraag of u in staat bent om een stijging van lasten te dragen. 14
BTB Magazine / nr 2/ 2013
Financieringen met een vaste rente kennen dat probleem alleen op het moment van een renteherziening. Ongekleurd financieel advies
Het kan voor u als ondernemer lastig zijn om te bepalen welk type financiering het best past bij uw onderneming. De bank kan u voorzien van advies, maar wees u ervan bewust dat de commerciële belangen van die bank het advies kunnen kleuren. Om renterisico’s te managen, is goed en onafhankelijk advies van het grootste belang. Objectieve informatie is onontbeerlijk om financiële beslissingen te kunnen nemen die goed zijn voor uw onderneming. In de praktijk merken wij dat het veel gemakkelijker praat én onderhandelt wanneer de potentiële koper, de ondernemer, beschikt over dezelfde informatie als de verkopende partij, de bank.
meer weten? Wilt u weten of het reëel is wat de bank aan u verdient, welke besparingen u zou kunnen realiseren en of u momenteel de optimale risicostructuur heeft? Neem dan contact op met Roel van Bezooijen, senior manager treasury,
[email protected], 030 204 01 00. Of kijk op www.bakertillyberk.nl/treasury.
Heeft u de cloud al scherp? Zit u al in de cloud? Het antwoord op deze vraag is voor veel ondernemers mistig. Want waar hebben we het eigenlijk over? En belangrijker: wanneer is de overstap naar de cloud interessant? De cloud of beter gezegd cloud computing is een vorm van informatietechnologie waarbij via internet hardware, software en data beschikbaar worden gesteld. Maar welke garanties heeft u ten aanzien van de beschikbaarheid van die hard- en software en data? Hoe veilig is die omgeving? En wat betaalt u daarvoor? Om een eventuele overstap naar de cloud inzichtelijk te maken heeft Baker Tilly Berk een roadmap voor bedrijven ontwikkeld. Daarbij leiden wij u stapsgewijs langs de voor u misschien ‘mistige’ weg naar de cloud. Zo bekijken we welke rol ict in uw organisatie speelt, inventariseren we de vereisten voor uw bedrijfsproces, maar kijken we ook naar uw toekomstplannen. Die bepalen voor een groot deel uw IT-strategie en de beslissing om al dan niet de overstap te maken. We staan ook stil bij mogelijke afspraken met leveranciers over onder andere beschikbaarheid en beveiliging van data. De laatste stap is vervolgens de migratie naar de cloud.
meer weten? Nieuwsgierig naar de mogelijkheden van de
cloud voor uw organisatie of inmiddels verdwaald in het oerwoud van leveranciers op het gebied van cloud computing? Onze adviseurs van IT Advisory helpen u de weg te vinden en lichten de roadmap graag persoonlijk toe. www.bakertillyberk.nl/it-advisory.
“Jaarlijks mag u een bedrag belastingvrij schenken. In 2013 is dat 5.141 euro per kind. Onder bepaalde voorwaarden mag u dit jaar zelfs eenmalig tot een bedrag van 51.407 euro belastingvrij schenken. Over het vermogen dat u tijdens uw leven al heeft geschonken, zijn uw kinderen straks geen erfbelasting meer verschuldigd.” 2. Wie betaalt de schenkbelasting?
“Schenkt u een bedrag of een goed, zoals bijvoorbeeld een auto, met een hogere waarde dan de vrijstelling, dan betaalt uw kind schenkbelasting. Houd er rekening mee dat uw kind voldoende vermogen heeft om deze schenkbelasting te kunnen betalen. Is dat niet het geval of wilt u uw kind hiermee niet belasten, dan kunt u deze belasting voor eigen rekening nemen door ‘vrij van recht’ te schenken.” 3. De schenking schuldig blijven
“Als u wilt schenken, maar nu niet over een geldbedrag kunt beschikken, dan kunt u het te schenken bedrag ook schuldig blijven aan uw kind. U legt dit vast in een notariële akte en over de schuldig gebleven schenking, ofwel de schenking, betaalt u jaarlijks 6 procent rente aan uw kind. Uw kind heeft aan de rente een leuk zakcentje en u hoeft het geschonken bedrag nog niet over te maken.” 4. Grip houden op uw schenking
“Wanneer u grip wilt houden op de schenking die u doet, zijn daar diverse oplossingen voor. U kunt bijvoorbeeld voorkomen dat uw schenking voor de helft naar de ex-partner van uw kind gaat of dat uw kind een dure sportwagen koopt van de schenking.”
meer weten? Schenken blijft maatwerk. Onze adviseurs
bekijken graag samen met u wat in uw situatie de mogelijkheden zijn. Of neem contact op met estate planner Mariëlle Schuurman,
[email protected], 030 258 70 00.
BTB Magazine / nr 2/ 2013
15
In de Branche
ernemerschap BRANCHE: retail THEMA: ond
‘Jezelf onderscheiden, dát is in de retail nu belangrijk’ Sinds 1934 is The Society Shop een begrip in modeland. Met 20 vestigingen in Nederland, en vestigingen in Duitsland en België, doet deze winkelketen het erg goed. Hun herenpakken online verkopen? Daar gelooft commercieel directeur Martin Groen niet in. Met goede service en spraakmakende acties is The Society Shop succesvol. Foto The Society Shop Tekst Stefanie Roos
“Zo’n twaalf jaar geleden ging het eigenlijk helemaal niet zo goed. The Society Shop stond bekend als oubollig en duur. Met de naam SOC13TY hebben we geprobeerd het merk te verjongen. Dat is toen deels gelukt. Maar The Society Shop is zo’n ijzersterke naam dat we het zonde vonden om die weg te gooien. Nu blijven we dichter bij onszelf. De focus ligt op herenpakken – veelal op maat gemaakt – waarbij we uitgaan van heel mooie materialen. In onze winkels zijn we altijd blijven geloven in kwalitatief personeel voor een uitstekende service. Daarnaast bedenken we graag spraakmakende acties.”
“Om de belevingswaarde in onze winkels te vergroten zijn we met een aantal toprestaurants rond de tafel gaan zitten. Het resultaat hiervan is dat er op zaterdagmiddag verrukkelijke hapjes bij ons in de winkels worden geserveerd. Zoiets was in de moderetail nog niet eerder gedaan. En dan zijn er nog de 13 Secrets waarmee we onze pakken karakteriseren. De Matching Stripes vind ik zelf de leukste. Voor dit pak, waarvan de krijtstrepen op de schouders en revers doorlopen, hebben we Ruud Gullit bereid gevonden als ambassadeur. Jezelf onderscheiden, dát is in deze tijd belangrijk.”
“Een actie waarmee we veel naamsbekendheid hebben bereikt, is de zogeheten AEX-actie. Hierbij koppelden we dagelijks de prijs van onze pakken aan de gesloten koers van de AEX-index. Omdat we een klein servicekantoor hebben met twaalf mensen kunnen we zulke ideeën gewoon uitvoeren. Al snel kwamen we dan ook op de zender BNR en de volgende dag werden we gebeld door Euronext. Die waren zó enthousiast dat we een week later de beurs mochten komen openen. Hiermee hebben we veel jongere mensen naar onze winkels weten te trekken. Ook in lastige tijden kun je op een creatieve manier naamsbekendheid genereren.”
Adviseur Jeroen Overvest
16
BTB Magazine / nr 2/ 2013
“Uit een brancheonderzoek dat wij onlangs hebben uitgevoerd, kwam naar voren dat in bepaalde segmenten van de retail nog goed te verdienen is. Met name in het segment waarin The Society Shop actief is. Het onderzoek liet zien welke pijlers hier essentieel zijn: personeelskosten, huisvestingskosten, de marge op een product en het serviceniveau. Dat zijn wat ons betreft de key performance indicatoren voor de retail. Een goede balans tussen deze indicatoren bepaalt uiteindelijk of je als winkelketen een positief resultaat weet te behalen.”
meer weten?
Neem contact op met Jeroen Overvest, senior manager registeraccountant, via 030 258 70 00 of
[email protected].
De vernieuwde vestiging van The Society Shop in Utrecht.
BTB Magazine / nr 2/ 2013
17
in gesprek
t
rech THEMA: ondernemings SPECIALISME: familiebedrijven
toezicht in het familiebedrijf Vergroot de invoering van het zogeheten one-tier board goed bestuur in het familiebedrijf? Of is deze nieuwe bestuursstructuur alleen interessant voor grote, internationaal opererende bedrijven? Mijntje Lückerath-Rovers en Kid Schwarz vertellen. Tekeningen Klaartje Pander Tekst Connie Wiering Mijntje Lückerath-Rovers: “Maak allereerst onderscheid in het soort familiebedrijf. Aan de ene kant van het spectrum heb je de dga, vervolgens de familiegeleide onderneming, dan de familiegecontroleerde onderneming en tenslotte het familieconsortium. De laatste heeft weliswaar een groot familievermogen, maar steeds meer externen in zowel leiding als toezicht. Vervolgens moet de vraag gesteld worden hoe je je governance wilt formaliseren. Een dga met alle zeggenschap in eigen handen heeft meer behoefte aan een commissaris die hem advies geeft dan aan een commissaris met een toezichthoudende rol. Die krijgt nooit een doorslaggevende stem, want de dga heeft het laatste woord. In een familieconsortium – met verspreide vermogens en misschien wel tegengestelde belangen – kunnen families juist veel meer behoefte hebben aan een geformaliseerde raad van commissarissen,
‘Keuze hangt af van type familiebedrijf, de ontwikkelingsfase en de rol van de commissaris’ 18
BTB Magazine / nr 2/ 2013
waarin echt toezicht wordt gehouden op het bestuur van de onderneming. Kiezen voor een bestuursmodel waarin zowel bestuurders als commissarissen zitting hebben (one-tier board) of waar deze rollen gesplitst zijn (two-tier board), hangt dus af van het type familiebedrijf, de fase van ontwikkeling van het bedrijf en de rol van de commissaris – advies, toezicht of werkgeversrol.” De rol van de commissaris “Is er behoefte aan expertise, advies en betrokkenheid, dan zou een bedrijf wellicht de stap kunnen maken naar de zogeheten onetier board. En bij bedrijfsopvolging zorgt dit bestuursmodel ervoor dat je bent verzekerd van het behoud van cultuur en betrokkenheid en is bovendien alle kennis dichtbij. Maar er is wel een risico. Veel familiebedrijven kunnen te maken krijgen met een vorige generatie die op de bestuurdersstoel wil blijven zitten en het eigen beleid moeilijk kan loslaten. Dat gevaar wordt alleen maar groter bij een one-tier board. Daarnaast vraag ik me af of familiebedrijven behoefte hebben aan de grote mate van inmenging die dit model met zich meebrengt. Uiteindelijk zou daarom mijn voorkeur uitgaan naar een two-tier board voor familiebedrijven, waarbij je ofwel kiest voor een RvC met een toezichtsrol ofwel een raad van advies.”
PROF. DR. MIJNTJE LÜCKERATH-ROVERS is hoogleraar Corporate Governance aan Nyenrode Business Universiteit. Haar onderzoek richt zich sinds 2007 op corporate governance, meer specifiek de rol en samenstelling van de raad van commissarissen in relatie tot de raad van bestuur en relevante stakeholders.
One-tier of two-tier? Nieuwe vorm bestuur en toezicht nv’s en bv’s Op 1 januari 2013 is de Wet Bestuur en Toezicht in werking
separate raad van bestuur en een raad van commissarissen (RvC).
getreden. Nederlandse nv’s en bv’s hebben nu de mogelijkheid om
De wijziging komt voort uit de behoefte om de aantrekkelijkheid van
te kiezen voor een bestuursmodel waarin zowel bestuurders als
Nederlandse vennootschappen te vergroten ten opzichte van
commissarissen zitting hebben, de zogeheten one-tier board structuur.
buitenlandse (met name Angelsaksische) landen, waar het one-tier
Nu geldt in Nederland uitsluitend het two-tier board model met een
model gebruikelijk is.
Kid Schwarz: “Historisch gezien is een raad van commissarissen een orgaan dat de belangen van aandeelhouders moet beschermen tegen zelfzuchtig handelen van het bestuur. Bestuurders hebben immers andere drijfveren dan aandeelhouders en zijn van nature opportunistisch. De RvC heeft tot taak het functioneren van het bestuur te monitoren en in te grijpen wanneer het handelen of nalaten van bestuurders de belangen van de aandeelhouders schaadt. Dat is de toezichthoudende taak. Daarnaast voorzien commissarissen het bestuur van advies. Deze opzet past binnen grote organisaties waar een stevige mate van spanning waarneembaar is tussen bestuur en aandeelhouders. Bijvoorbeeld bij een beursvennootschap. In het familiebedrijf is die spanning veel geringer. Dat komt omdat de bestuurlijke inbreng van aandeelhouders daar groot is. In zo’n 70 procent van de krap 600.000 bv’s in Nederland is sprake van één aandeelhouder die ook bestuurder is. Slechts in uitzonderlijke gevallen is er sprake van, zoals Mijntje Lückerath dat noemt, een familieconsortium.”
De adviserende taak wordt volgens mij het best op enige afstand uitgevoerd, waarbij de toezichthouder bij voorkeur geen deel uitmaakt van het bestuur. Vooral wanneer de commissarissen, zoals Mijntje Lückerath terecht opmerkt, ook voormalig uitvoerend bestuurders zijn. Op die manier ontstaat de meebesturende uittredende generatie en dat zal juist niet de bedoeling zijn. Daarbij komt dat, wanneer de commissarissen zitting nemen in het bestuur, er iets verandert in het aansprakelijkheidsprofiel. De toezichthouder is niet aansprakelijk als commissaris maar als bestuurder, ook al heeft hij een toezichthoudende taak. Ik ondersteun de conclusie dat de one-tier board het gemiddelde familiebedrijf weinig te bieden heeft en dat een aparte RvC de voorkeur verdient.”
Verschil in aansprakelijkheid “In geen van deze situaties denk ik dat het invoeren van het one-tier model nut heeft. In het familiebedrijf is de rol van toezichthouder beperkt nu de RvC feitelijk het bestuur niet anders kan disciplineren dan door af te treden.
KID SCHWARZ is sinds 1987 als hoogleraar Handels- en Ondernemingsrecht verbonden aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht. Daarnaast is hij partner bij Baker Tilly Berk en directeur Vaktechniek Bedrijfsjuristen. In zijn onderzoek is hij regelmatig bezig met het leerstuk governance.
‘In het familiebedrijf is de rol van toezichthouder beperkt’ BTB Magazine / nr 2/ 2013
19
dossier DIENST: financieel advies THEMA: subsidies
Subsidie is geen doel, maar een middel om uw ambities te realiseren Subsidi
Wegwijs in subsidieland beeld Thinkstock Tekst Mark van Harreveld
Subsidie is een interessante vorm van financiering. In een tijd waarin veel kredietverstrekkers de hand op de knip houden, kan ‘gratis’ geld aantrekkelijk zijn om een bepaalde investering toch rond te krijgen. Wat komt er allemaal kijken bij een verantwoord subsidietraject? Er zijn veel vragen te beantwoorden rondom subsidies. Voor welke subsidies komt uw bedrijf in aanmerking? Waar te beginnen? Maken al die administratieve verplichtingen subsidies eigenlijk wel de moeite waard? Om maar direct met de deur in huis te vallen: subsidie is een containerbegrip. Er bestaat geen blauwdruk of generieke meetlat waar u uw bedrijf langs kunt leggen om te kijken in hoeverre uw bedrijf voor subsidie in aanmerking komt. Er zijn immers zo veel factoren die een rol spelen: de ambities van uw onderneming, het type bedrijf, uw bedrijfsactiviteiten of het specifieke project dat gefinancierd moet worden. En niet in de laatste plaats: de uiteenlopende subsidieregelingen die er zijn, de criteria waaraan 20
BTB Magazine / nr 2/ 2013
u als ondernemer moet voldoen en hoe de wet- en regelgeving zich tot uw bedrijf of bedrijfsactiviteit verhoudt. Er bestaat geen eenduidig recept voor het wel of niet ontvangen van subsidie. Subsidie is maatwerk met een hoofdletter M. Wegwijs in regionale, Nederlandse én Europese subsidieregelingen
Er zijn genoeg ondernemers die al jaren zelf subsidies aanvragen. Vaak ook met succes, maar het voordeel van een externe subsidieadviseur is dat hij of zij weet welke subsidieregelingen er allemaal zijn en kan bepalen welke subsidies een bijdrage kunnen leveren aan de ambities van de ondernemer. Subsidie is geen doel, maar een middel om uw ambities te realiseren. Bovendien is zo’n adviseur op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen en kent en herkent hij alle subsidieregelingen die Nederland en Europa rijk zijn. Hij kan ondernemingen van A tot Z begeleiden en adviseren over de aanvraag, de administratieve organisatie én de verantwoording. Het zijn allemaal specialistische werkzaamheden. Startpunt
De adviseurs van Baker Tilly Berk zijn bedreven in het aangaan van subsidietrajecten. Aan het begin kijken we samen met de ondernemer wat de mogelijkheden voor zijn onderneming zijn. Besluit de
es
en rege De financ lingen ieringsmo gelijkhed Economis en die he che Zake t ministe n u biedt rie van in ondern wanneer emen en u w il t in in v n esteren ovatie zijn gestart b talrijk. O ent met u f u nu ne w bedrijf t als u den o f wilt uitbre kt aan ov iden. Ma ername o a r uw moge ook f w anneer u lijkheden over de g wilt bepro re fiscaal vo n s e v en. En nie ordeel, o t te verge ok dat be te Een overz n h o o rt tot de icht van mogelijkh de belang eden. rijkste m ogelijkhe den:
Starten:
Financiering en innoveren:
• Starters BMKB (Borgstelling MKB Kredieten) • Innovatiefonds MKB+: · Innovatiekrediet · Seed Capital • Microfinanciering
• Innovatief BMKB • LIFE+ • Eco-Innovatie • Innovatiefonds MKB+: · Innovatiekrediet · Seed Capital • MKB-innovatiestimulering Topsectoren: · HighTech · Water · Chemie · Creatieve industrie · Agrofood · Tuinbouw · Life Sciences · Energie · Logistiek
Overnemen en uitbreiden: • Borgstelling MKB Kredieten (BMKB) • Groeifaciliteit • Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
Over de grens: • BMKB • Eurostars (Europees innovatieprogramma) • Finance for International Business (FIB) • GO • Zevende Kaderprogramma (KP7) • Private Sector Investeringsprogramma (PSI)
Fiscale ondersteuning: • Energie Investeringsaftrek (EIA) • MIA (Milieu Investeringsaftrek) / Vamil (willekeurige afschrijving milieu-investeringen) • Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelings werk (WBSO) • Research & Development Aftrek (RDA)
Grote investeringen: • GO • Groeifaciliteit
Samenwerken: • Innovatie Prestatie Contracten (IPC) • Small Business Innovation Research Program (SBIR)
Subsidies en regelingen die veel worden aangevraagd: 1. Zelfstandigenaftrek 2. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) 3. Microfinanciering 4. Aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) 5. Borgstelling MKB Kredieten (BMKB) 6. Bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) 7. Lening aan startende ondernemers: durfkapitaal 8. Werkkostenregeling 9. Een eigen bedrijf starten vanuit een WW-uitkering 10. Startersaftrek (bij arbeidsongeschiktheid) 11. Innovatiefonds MKB+ 12. Research & Development Aftrek (RDA) 13. Partners for International Business (PIB)
BTB Magazine / nr 2/ 2013
21
dossier DIENST: financieel advies THEMA: subsidies Nieuwe aanpak subsidies Tot voor kort waren subsidies een stimulans en veelal gericht om bepaalde beleidsmatige doelstellingen te halen. Deze doelstellingen waren geformuleerd door de overheid – al dan niet ingegeven door Europa. Sinds het nieuwe Topsectoren-beleid zijn de doelstellingen teruggeven aan het bedrijfsleven. Nu bepaalt ondernemend Nederland de agendapunten en de focus ten aanzien van projectfinanciering. In samenwerking met het bedrijfsleven zijn negen Nederlandse sectoren geselecteerd waarin Nederland wereldwijd uitblinkt (zie kader ‘Subsidies en regelingen’). Voor elk van de negen topsectoren is een innovatiecontract gemaakt. In deze innovatiecontracten staan maatregelen, plannen en afspraken om de topsectoren de komende jaren te versterken. De bijhorende financieringsinstrumenten zijn:
ondernemer ermee door te gaan, dan kijken we welke kansen er zijn en hoe we die optimaal kunnen benutten. We analyseren dan de bedrijfsvoering van de klant en selecteren die bedrijfsactiviteiten waarvan we verwachten dat ze gefinancierd en verantwoord kunnen worden. Bijvoorbeeld op het gebied van R&D, scholing of internationalisering. Is een ondernemer in zo’n thema actief en is er een investeringsbehoefte, dan onderzoeken we of er een match is met een subsidieregeling of een andere financieringsvorm. En van daaruit werken we verder aan de aanvraag.
› Technische haalbaarheidsprojecten 50% subsidie, maximaal € 50.000 › R&D-samenwerkingsprojecten 40% subsidie, maximaal € 75.000 per deelnemer › Innovatie Prestatie Contracten (IPC’s) 40% subsidie, maximaal € 25.000 per deelnemer › Kennisvouchers 50% subsidie, maximaal € 3.750 › Hooggekwalificeerd personeel inhuren van onderzoeksorganisaties of grote bedrijven door mkb 50% subsidie, maximaal € 50.000
Van aanvraag tot verstrekking
De aanvraag is een essentieel onderdeel in een succesvol subsidietraject en de praktijk leert dat het daar vaak mis gaat. Behalve dat een aanvraag volledig moet zijn, is het de kunst om het project op de juiste manier te beschrijven. En dat vraagt om meer dan alleen inhoudelijke kennis. Onze ervaring leert dat aanvragen die door een professional worden geschreven, vaak succesvoller zijn. En als de subsidie dan wordt toegekend komt het aan op het inrichten van de administratie en de benodigde procedures. Hoe zorg je dat je voldoet aan alle vereisten? Een professional kan beoordelen óf en waar het nodig is aan bepaalde vereisten te voldoen.
Haalbaarheid
We zien in de praktijk dat de hoeveelheid tijd die ondernemers denken kwijt te zijn aan een aanvraag een reden is om weg te blijven van de subsidies. Toch zou het zonde zijn als een ondernemer kansen laat liggen, omdat hij denkt dat subsidies vooral gepaard gaan met administratieve rompslomp. Aan ons de taak om de ondernemer te laten inzien dat subsidies een strategisch middel kunnen zijn om ambities te realiseren. Met klanten kijken we dan ook kritisch naar hun subsidiekansen en de haalbaarheid daarvan in relatie tot hun ambities.
Praktijkvoorbeeld
Een voorbeeld uit de praktijk: een ondernemer had tijd gestoken in een aanvraag om de aanschaf van een machine gesubsidieerd te krijgen. Bij onze beoordeling van de aanvraag bleek dat uiteindelijk slechts een fractie van het bedrag subsidiabel was – de machine bevatte namelijk een aantal tweedehands onderdelen terwijl alleen nieuwe onderdelen voor subsidie in aanmerking kwamen. Een ter zake kundige adviseur had deze ondernemer in een vroeg stadium kunnen wijzen op deze formele vereisten. Dergelijke tegenvallers worden dan voorkomen. Verantwoording
Uniek aan de aanpak van Baker Tilly Berk (het Subsidy Control Framework, zie kader hiernaast) is dat wij ons niet alleen richten op de voorkant, het binnenhalen van de subsidies, wij zorgen ook voor de verantwoording. En niet alleen achteraf: verantwoording begint eigenlijk al op het moment dat je met een subsidietraject start. Er gelden immers formele verantwoordingseisen waaraan de ondernemer moet voldoen. Wij kunnen de ondernemer aan het begin van het traject helpen bij het beoordelen of die eisen consequenties hebben voor bijvoorbeeld de inrichting van de administratieve organisatie. 22
BTB Magazine / nr 2/ 2013
Win-win situatie Impact op de organisatie
Bij een subsidie komt heel wat kijken in termen van tijd, energie en administratieve druk. Sommige ondernemers realiseren zich onvoldoende wat ze allemaal voor die subsidie moeten doen en wat de mogelijke impact op de eigen organisatie is. Subsidie is weliswaar een cadeau, maar het is niet gratis. De onderneming komt onder een vergrootglas terecht waarbij de ondernemer bijvoorbeeld zaken moet verantwoorden die in zijn ogen vanzelfsprekend zijn. Die administratieve druk is groot en het kan gebeuren dat processen of de administratieve organisatie structureel moeten worden geprofessionaliseerd. Ook de hoeveelheid tijd die er mee gemoeid is, wordt vaak onderschat. Een subsidietraject ingaan, is niet iets wat je even bij de administratie of de controller kan neerleggen. Subsidie moet je gedegen kunnen verantwoorden.
Subsidies leveren meer op dan ‘gratis’ geld. Het is een mes dat aan twee kanten snijdt. Het leeuwendeel van het werk dat u als ondernemer moet doen om in aanmerking te komen voor subsidies, heeft direct een positief en duurzaam effect op uw bedrijfsvoering. Het wordt onderdeel van uw strategie. Een goed voorbereid en professioneel begeleid subsidietraject krijgt een substantiële meerwaarde in termen van verbeterde processen en administratie en leidt bovendien tot betere managementinformatie waarop de reguliere business gestuurd kan worden. Dat is een mooie bijkomstigheid.
meer weten? Bent u nieuwsgierig naar de subsidiemogelijkheden voor uw onderneming of wilt u weten of u geld laat liggen in de subsidies die u zelf heeft geregeld? Neem dan contact op met uw adviseur of kijk op www.bakertillyberk.nl/subsidie.
Subsidy Control Framework Elk advies- en begeleidingstraject is weer anders. Bij het ondersteunen van subsidietrajecten gebruikt Baker Tilly Berk het ‘Subsidy Control Framework’. Deze methode structureert het proces en voorkomt zo dat subsidiabele activiteiten niet optimaal worden benut. Dat is geen overbodige luxe: in de regel verliest een ondernemer tijdens een subsidietraject meer dan 60 procent van zijn potentiële subsidieopbrengsten door een niet optimale voorbereiding. De aanpak bestrijkt gefaseerd en gestructureerd de identificatie van het project, de aanvraag, de realisatie ervan en uiteindelijk ook de verantwoording achteraf.
BTB Magazine / nr 2/ 2013
23
Renee van der Most van California Burrito:
‘Natuurlijk zijn het financieel lastige tijden. Maar als ik te lang wacht, is een ander mij voor’