FORENSISCH MEDISCH GENOOTSCHAP
Secretariaat: Postadres
Telefoon: Fax: Girorekening: Bankrekening: Verenigingsregister:
Forensisch Medisch Genootschap p/a GGD Amsterdam Postbus 2200 1000 CE Amsterdam 020 – 5555245 020 – 5555106 43.20.962 53.41.25.921 ABN-Amro Boxtel K.v.K. Rotterdam, nr 40343291
Digitale Nieuwsbrief FMG – Jaargang 1 – nummer 1
Van de voorzitter Tijden veranderen en het FMG verandert mee. Voor u ligt nu de eerste digitale nieuwsbrief van het FMG. De reanimatie van de nieuwsbrief is een direct resultaat van de visie die de leden van het FMG op de algemene leden vergadering van 25 april 2014 hebben aangenomen. Een van de items in de visie was communicatie met de leden. Het bestuur heeft gesignaleerd dat op forensisch geneeskundige thema’s, zoals NODO, euthanasie, orgaandonatie, vragen leefden onder de leden. Het beantwoorden van die vragen is niet alleen nuttig voor degene die de vragen stelt, maar ook voor de andere FMG-leden. Hoog tijd voor een nieuwsbrief waarin forensisch geneeskundige thema’s besproken worden, publicaties kunnen worden vermeld, symposium kunnen worden aangekondigd en uiteraard ingezonden stukken kunnen worden geplaatst. Ik wil u dan ook alle oproepen om uw vragen te blijven sturen en ons op de hoogte te houden van interessante ontwikkelingen. Marc Mulders is aangesteld als redacteur van de Nieuwsbrief en zorgt ervoor dat vier keer per jaar de Nieuwsbrief verschijnt. U krijgt de Nieuwsbrief per mail (als u tenminste zorgt dat uw mailadres actueel is) en deze wordt ook geplaatst op de website. Wilma Duijst, voorzitter FMG
Hebt u een bijzondere casus; een schouw op een bijzondere plek, een lijk dat geen lijk bleek of een patiënt (arrestant) met een wel héél bijzonder verhaal? Stuur uw casuïstiek in ter bespreking in de volgende nieuwsbrief van het FMG. Uiterste inzenddatum: 18/7/2014
1
FMG Voorjaarssymposium 2014 Op 25 april jl. vond het FMG Voorjaarssymposium plaats. Het symposium had als titel “Nomen Nescio – Het is voor mij een onbekende”. Het was een boeiende dag met een grote opkomst van mensen uit verschillende beroepsgroepen. Peter Paul Bender, forensisch arts en huisarts in Rotterdam, toonde zich een uitstekende dagvoorzitter. Namens de commissie Wetenschap & Onderwijs heeft Karen van den Hondel een samenvatting geschreven welke u hieronder kunt lezen. Later in deze nieuwsbrief wordt Karen als nieuw commissielid aan u voorgesteld. Identificatie vermiste personen uit 2e Wereldoorlog - Jan Willem Tuinman (FO) De werkgroep vermiste personen 2e wereld oorlog van de nationale politie bestaande uit o.a. het Rode kruis, de Koninklijke landmacht en vele vrijwilligers combineren archiefonderzoek, waarbij dossiers vergeleken worden en lijsten uit algemene politiebladen, met bodem- en veldonderzoek. De identificatie van vermisten uit de 2e wereld oorlog gebeurt middels verwantschapsonderzoek. De DNA-afname gebeurt bij de mensen thuis, vanwege de vaak hoge leeftijd van de nabestaanden. Sommigen melden zichzelf met een dossier bij het Rode kruis. In het begin van deze eeuw zijn de eerste identificaties gepubliceerd in de media waarna veel nieuwe reacties kwamen. Voor de inmiddels geïdentificeerde mensen vond een ceremonie plaats waarbij een naamplaat op het graf (vaak in Loenen) geplaatst werd. Berging op rampplaats, veiligstellen relevante goederen - Piet Wels (voormalig kernlid RIT) Het Rampen Identificatie Team (RIT) werkt volgens een gestructureerde methode. Zodra een ramp bekend is vindt alarmering plaats van het team. De sector berging van het RIT bestaat uit o.a. een HOvJ, 2 technisch rechercheurs en 4 dragers. Er wordt georiënteerd hoeveel materieel en personeel nodig is en er vindt verkenning plaats van de ramp. Het gebied wordt in vakken ingedeeld en de berging vindt gestructureerd plaats. Ieder slachtoffer krijgt een nummer, foto, er wordt gedocumenteerd welke spullen en kleding er waren, of er een ID bewijs was en of het lichaam van kind/man/vrouw/NN toonbaar is. De lichamen gaan naar de verzamelplaats en worden geschouwd. Er vindt ook berging plaats van losse lijkdelen, voorwerpen en goederen. Piet laat meerdere rampen voorkomen komen zoals vliegtuigramp in Paramaribo, Bijlmer en Faro. (Massa) identificatie van slachtoffers - Jan van Manen (hoofd tactische en thematische opsporing politie eenheid Oost-Brabant) Bij rampen management heb je te maken met veel leed en emoties, chaos, media aandacht. Belangrijk is om goed samen te werken. Interpol heeft normen voor identificatie. Er is voldoende ‘bewijs’ wanneer er een match is op een primair identificatiemarker zoals vingerafdruk, gebit of DNA. RIT/LTFO is een slapend orgaan. Ze worden betrokkene bij zowel open (bv veerboot) als gesloten rampen (vliegtuig) en de toedracht kan ‘natuurlijk’ zijn bv een natuur ramp of ‘opzet’ zoals bij een aanslag. De belangrijkste taak is het vergelijken van ante mortem (AM) en post mortem (PM) gegevens. AM gegevens worden verkregen bij nabestaanden zoals foto’s, tandstatus, DNA (tandenborstel, of van familie), bijzonderheden (kleding, ketting, tatoeages) en vingerafdrukken. PM wordt zoveel mogelijk geregistreerd: lengte, lichaamsdelen, man/vrouw, haren, littekens, tatoeages, sieraden, vingerafdrukken, DNA en gebit. Zodra er een match is gevonden tussen AM en PM wordt er een PV naar de lokale autoriteit gebracht. Dit is per land anders. Vergelijking op primaire identificatie methodes is eerste keus, toch moet ook AM en PM meegenomen worden om fouten te voorkomen. Zodra er geïdentificeerd is, wordt er door postmortale zorg het lichaam zoveel
2
mogelijk toonbaar gemaakt en zo nodig gezorgd voor repatriëring. In de toekomst wordt het misschien mogelijk om vingerafdrukken uit het paspoort te gebruiken of kan er mogelijk gewerkt gaan worden met “quick scan” waarbij begonnen wordt met de meest kansrijke identificaties. Is het NN lijk bekend bij de wetgever? – Wilma Duijst (forensisch arts GGD IJsselland en juriste) Identificatie is van belang om de juiste persoon uit het GBA te halen. Daarnaast is het van belang voor de familie voor het verwerkingsproces. De wetgever zegt hier niets over. Bij een niet natuurlijke dood verdenking misdrijf (NND VM) heeft de OvJ opsporingsbelang. Zodra er twijfel is over de ID wordt er met 2 personen geïdentificeerd (art 8. WLB). De verantwoordelijkheid van identificatie ligt bij een NND VM bij de OvJ. In alle andere gevallen ligt de verplichting tot identificatie bij de burgemeester (art. 21 WLB). Indien er sprake is van een NN lijk welke al begraven is, heeft de burgemeester de bevoegdheid tot identificatie (31 WLB). PM gegevens kunnen tijdens de lijkschouw verkregen worden en mag volgens de wet niet belemmerd worden. Het ‘zoeken’ in omgeving, computers, tassen en aan het lichaam staan bevoegdheden beschreven in het geval van verdenking op strafbaar feit. In andere gevallen zijn er geen (directe) wettelijke bevoegdheden, wel mogelijkheden. Het gebruiken van AM gegevens zou gebruikt kunnen worden, er is alleen geen toestemming meer mogelijk. Je zou kunnen spreken van een “zaakwaarnemer”(familielid) of veronderstelde toestemming, dan wel een zwaarwegend belang. Er kan vergeleken worden met DNA databanken (vermisten / strafrecht). Recent heeft EHRM geoordeeld dat het DNA bij vrijspraak uit de databank verwijderd moet worden. DNA-traject – Carla van Dongen (senior wetenschappelijk onderzoeker Humane Biologische Sporen NFI) DNA kan gehaald worden uit bloed, spier, bot, tand en haar. Verwantschap kan onderzocht worden door wangslijmvlies van 1e graads familieleden (ouder, kind, zus/broer) of gebruiksvoorwerpen. Gebruikt wordt autosomaal DNA, y chromosoom (mannelijke lijn) en mitochondriaal DNA (vrouwelijke lijn). Bij spoed kan DNA binnen een dag vergeleken worden op 15 loci. Bij bot/tand binnen 3 dagen, dit moet eerst schoongemaakt worden, vermalen en handmatig geïsoleerd worden. Na een match wordt er een statistische bewijswaarde berekend. Dit hangt onder andere af van hoe zeldzaam de loci zijn die gevonden zijn. De kans op valse matches neemt af bij meer genetische informatie van DNA profielen met meer loci. Er is altijd kans op een foute uitslag, bij twijfel moet er nader onderzoek gedaan worden en kan de DNA uitslag gecombineerd worden met tactische informatie. Of er kan aanvullend onderzoek gedaan worden tot 30 loci. Er wordt gebruikt gemaakt van de Bonaparte software. Hierin wordt het DNA en stamboom toegevoegd en kan er binnen paar minuten een match berekend worden. Dit programma is ideaal voor rampen, vermisten, IND en strafzaken. Pathologie en Antropologie – Reza Gerretsen (arts en antropoloog NFI) De forensisch antropoloog werkt met veel andere specialisten samen. Er wordt onderzoek gedaan naar geslacht, leeftijd en lengte. Een biologisch profiel bestaat uit de leeftijd, foto van bijzondere pathologie en implantaten, lengte schatting (lange pijnbeenderen, cave etniciteit), isotopen en C14 onderzoek. Het geslacht kan bepaald worden m.b.t. sommige botten en de schedel. Bij leeftijdsschatting kunnen de groeischijven en schedelnaden gebruikt worden of de “jaarringen” (tooth cementum annulation) die bij de tanden/wortels gevormd wordt. Zelfs met crematieresten kunnen nog botten gereconstrueerd worden. Na de crematie worden de resten eerst klein gemalen voordat ze naar de familie gaan.
3
Gebitsonderzoek – Desiree Wilmes (forensisch tandarts te Eindhoven) Gebitsonderzoek komt van pas wanneer een lichaam onbekend is of onherkenbaar, zoals bij waterlijken, brand, springers en rampen. Er wordt een foto gemaakt, het gebit uniform beschreven en een röntgenfoto gemaakt. Indien beschrijven niet lukt, kunnen de kaken uitgenomen worden. Nieuwe technieken maken het soms lastig, zoals witte vullingen, kunststof of porseleinen inlay/kronen. Op de PM röntgenfoto worden bijzonderheden beschreven zoals wortelkanaalbehandelingen en implantaten (welke op websites getraceerd kunnen worden). Om AM en PM te vergelijken, zijn de tandarts gegevens noodzakelijk. Isotopen onderzoek – Gerard van der Peijl (senior wetenschappelijk onderzoeker Microsporen en Materialen NFI) Isotopen onderzoek is in opkomst. Recent is het gebruikt in onder andere een ontvoeringszaak en de zaak waarbij een torso in het water aangetroffen werd. Isotopen kunnen gebruikt worden bij aanwijzingen van voorbereidingen van terroristische aanslagen, bij een grootschalige calamiteit en indicatie onderzoek (leads). Er kan redelijk goed bepaald worden waar iemand vandaag komt of langs welke route iemand gegaan is. Hoofdhaar, tanden en boten. Er zijn lichte (H, C, N, O en S) en zware (Pb en Sr) isotopen. Van jeugd naar recent kunnen isotopen in de volgende structuren bepaald worden: tanden, bot, organen, nagels, haren). Wanneer iemand reist, veranderen de isotopen in het haar binnen 2 weken. Drinkwater, het eten van vlees of plantaardig materiaal en zelfs het verschil tussen voornamelijk tarwe (C3) of mais (C4) kan vergeleken worden en kan aanwijzingen geven of een persoon uit de VS komt of Europa. Helaas is er nog niet genoeg capaciteit om een wereldwijde interpretatie mogelijk te maken. Maar bij indicatief onderzoek kan isotopenonderzoek een meerwaarde zijn.
VACATURE Bestuur Wegens het neerleggen van haar bestuursfunctie is het FMG bestuur op zoek naar een vervanger voor Bertine Spooren. De nieuwe kandidaat: Heeft duidelijke raakvlakken met de forensische geneeskunde Wil zich inzetten voor de verdere ontwikkeling van dit vak Heeft bij voorkeur een registratie als arts Maatschappij & Gezondheid Is communicatief vaardig en streeft naar korte lijnen Interesse? Mail de voorzitter, Wilma Duijst
[email protected]
4
Even voorstellen Het FMG is aan het verjongen! In het afgelopen jaar zijn er twee nieuwe gezichten verschenen binnen het FMG. Marc Mulders is bestuurslid sinds 2013 en Karen van den Hondel is sedert een half jaar lid van de commissie Wetenschap & Onderwijs. Beiden zijn fulltime werkzaam als forensisch arts bij Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond (FARR). Zij stellen zich graag aan u voor.
Mijn naam is Marc Mulders, 29 jaar oud. Ik ben sinds vier jaar werkzaam als forensisch arts in Rotterdam. Als medisch student wilde ik graag huisarts of psychiater worden, van forensische geneeskunde had ik tot in de laatste fase van mijn studie nooit gehoord. Door een coschap raakte ik gefascineerd door dit vak, waarin toch behoorlijke overeenkomsten met de huisartsgeneeskunde en psychiatrie te vinden zijn. In 2012 ronde ik de basisopleiding FG aan de NSPOH af; inmiddels reken ik me tot één van de vaste gezichten van FARR. Binnen mijn bestuursfunctie wil ik streven naar een stevige kwaliteitsverbetering van de uitvoering van ons vak, gefundeerd op een bredere medisch-specialistische opleiding. U kunt mij sinds maart van dit jaar benaderen voor al uw vragen omtrent registratie in het FMG register en nu ook voor het aanleveren van nieuwsbrief-kopij! Tijdens mijn spaarzame vrije uren ben ik meestal thuis te vinden, in Wadenoijen, waar ik samen met mijn partner en onze drie herdershonden op onze kleinschalige hobby-boerderij vertoef.
Mijn naam is Karen van den Hondel, 28 jaar oud. Ik vind het een hele eer om mij hier aan u te mogen voorstellen als nieuw lid van de commissie Wetenschap en onderwijs van het FMG. Temeer een eer, omdat ik nog maar een jaar als forensisch arts werk, weliswaar fulltime. Ik volg momenteel de opleiding aan de NSPOH, welk ik in oktober van dit jaar zal afronden. Voordat ik bij FARR aan het werk ging studeerde ik Geneeskunde in Rotterdam en volgde ik een master Clinical Epidemiology. Met name dit laatste maakt dat ik een aanvulling kan zijn op de samenstelling van de commissie. Als wetenschapper, maar ook enthousiast voor de werkzaamheden in de praktijk, onderzoek ik momenteel de mogelijkheden voor het doen van wetenschappelijk onderzoek in het Rotterdamse. Mijn vrije tijd breng ik het liefste door in het buitenland; het liefst zo ver mogelijk. Als dat niet lukt, kan een speciaalbiertje in de Belgische Ardennen mij ook erg welgevallen. Ik hoop velen van u de komende tijd te ontmoeten!
5
NASCHOLING Op dinsdag 12 en 26 augustus is er de gelegenheid om in Apeldoorn bij de politieacademie een cursus ‘lijkschouw in de praktijk’ te volgen. Tijdens de cursus wordt in een nagebootste crime scene met FO-ers in opleiding gewerkt aan een casus. De FO-ers beginnen op maandag en zijn op dinsdag toe aan de lijkschouw. De thema’s waar aan gewerkt wordt tijdens de cursus zijn: samenwerking met FO, lijkschouw bij een misdrijf en verslaglegging. U wordt gedurende de dag begeleid, krijgt vragen over en feed back op zowel uw werkwijze als op de verslaglegging. Plaats: Apeldoorn Duur cursus: 1 dag Accreditatie voor de cursus wordt aangevraagd. Belangstelling? Mail Wilma Duijst, (
[email protected]) of bel (0651567235) NSPOH Module Arrestantenzorg, vanaf 3/9/14 http://www.nspoh.nl/page.ocl?pageid=32&id=251
Visie op de forensische geneeskunde Nadat de forensische geneeskunde is ontleed (moet het vak worden opgebouwd) Het rapport van de Gezondheidsraad, De forensische geneeskunde ontleed, is verschenen in april 2013. Geruime tijd na het verschijnen van het Rapport van de Gezondheidsraad heeft staatssecretaris van Rijn een brief naar de Tweede Kamer gestuurd; de strekking van deze brief was dat de beroepsgroepen aan zet zijn. Wij hebben als bestuur de uitdaging van de staatssecretaris aangenomen en in onze visie beschreven wat wij vinden dat er zou moeten gebeuren. In de visie hebben wij in hoofdlijnen beschreven hoe de opleiding en professionalisering vorm moet krijgen. Wij kiezen als FMG voor een brede forensische geneeskunde, voor academisering en voor verbreding en verdieping van de opleiding. De samenwerking met de ketenpartners moet versterkt worden door regelmatig te overleggen en het bespreken van casus in multidisciplinaire overleggen. Duidelijk is dat de visie slechts een aanzet kan zijn tot veranderingen in de forensische geneeskunde. Veranderingen komen uiteindelijk tot stand door de inzet van allen die de forensische geneeskunde een warm hart toedragen en bereid zijn om zich in te zetten voor veranderingen. Als wij de grote belangstelling zien voor het FMG-symposium van april 2014 en de betrokkenheid van de leden bij de laatste ledenvergadering dan zijn wij ervan overtuigd dat de forensische geneeskunde wordt opgebouwd, dat het een al mooi vak is en een prachtig vak wordt. Wij rekenen op uw inzet en bouwen verder. De visie is geplaatst op de website. http://www.forgen.nl/visie-fmg-bestuur-2014 Het bestuur
6
Oproep: wetenschappelijk onderzoek In de FMG nieuwsbrief is ruimte voor bespreking van wetenschappelijk onderzoek. Onderzoek op het gebied van de forensische geneeskunde in engere zin, maar ook onderwerpen met een sterk raakvlak (zoals bijvoorbeeld acute huisartsgeneeskunde) met de FG komen in aanmerking voor plaatsing. Als wij elkaar laten weten waar me mee bezig zijn, kunnen we elkaar aanvullen en versterken. De nieuwsbrief zou een uitgelezen medium zijn om van kruisbestuiving te profiteren. U kunt uw kopij insturen naar de redactie (
[email protected]) of overleggen met de commissie Wetenschap & Onderwijs (
[email protected]).
VACATURE Lid W & O De Commissie W&O houdt zich onder andere bezig met het organiseren FMG- symposia, het ontwikkelen van nieuwe onderwijsvormen, het in kaart brengen van lopend wetenschappelijk forensisch onderzoek en publicaties in (inter-)nationale wetenschappelijke vakbladen. De nieuwe kandidaat: Heeft duidelijke raakvlakken met de forensische geneeskunde Wil zich inzetten voor de verdere ontwikkeling van dit vak Heeft affiniteit met onderwijs en wetenschap Interesse? Mail Wilma Duijst,
[email protected]
7