Nieuwsbrief van het Forensisch Medisch Genootschap Zesde jaargang nummer 2, december 2004, verschijnt tweemaal per jaar. Inhoud. 1: Van het bestuur. A: Beleidsplan FMG. B: Brief aan voorzitter 2e kamer. C: Overlijden collega Dr. A.H. Bergink. 2: Afscheid Professor Barend Cohen. 3: Actualiteiten uit de Vakgroep Forensische Geneeskunde. 4: Van de secretaris. 5: Van de penningmeester. 6: Knelpunten Alcoholonderzoek. 7: Website FMG 8: Agenda. 1: Van het bestuur. A: Beleidsplan FMG. Hieronder geef ik u namens het in september aangetreden bestuur een overzicht van de activiteiten die het bestuur zal gaan ondernemen. Met andere woorden: het concept-beleidsplan. Op de ALV in april staat dit beleidsplan op de agenda. Eerder reageren mag ook! Het bestuur van het FMG zal zich het komend jaar vooral richten op een aantal zaken, die zich al jaren voortslepen en die in de komende jaren hopelijk tot een afronding komen. Het gaat in de eerste plaats om de opleiding en de registratie van eerstelijns forensisch artsen. Ook het opstellen en goedkeuren van protocollen en de certificatie van forensisch medische diensten in samenwerking met de Vakgroep Forensische Geneeskunde (VFG) van GGD Nederland is van groot belang. Positie FMG en verhouding met de VFG. Het FMG noemt zich van oudsher “wetenschappelijke vereniging”. Uiteraard draagt het bestuur de wetenschap en met name de (ontwikkeling van de) forensisch medische wetenschap een warm hart toe. De commissie wetenschap & onderwijs en het op te richten kennis- en expertisecentrum eerstelijns forensisch geneeskunde zullen in de komende jaren naar verwachting in sterke mate bijdragen aan de wetenschappelijke ontwikkeling van de forensisch geneeskunde. Maar het huidige bestuur ziet voor het FMG primair een taak als vertegenwoordiger en belangenbehartiger van de beroepsgroep van forensisch artsen en andere disciplines die nauw met forensisch artsen samenwerken en zal zich daar voornamelijk mee bezig houden. Binnen het FMG zijn een aantal commissies min of meer actief. Het bestuur zal niet actieve commissies hetzij nieuw leven inblazen, hetzij opheffen. Het bestuur ziet voor het FMG een rol vergelijkbaar met die van de LHV (belangenbehartiging) en voor de VFG een rol vergelijkbaar met die van het NHG (wetenschappelijke ontwikkeling). De VFG van GGD Nederland heeft zich de laatste jaren met succes bezig gehouden met het opstellen van protocollen en richtlijnen en blijft dat hopelijk doen. Het bestuur zal zorgen voor een goede samenwerking en een sterke band met de VFG. Certificatie en registratie. De certificatie van forensisch medische diensten is van groot belang voor de professionalisering van de forensisch geneeskunde. Het FMG zal in samenwerking met de VFG zijn bijdrage leveren aan het opstellen van normen en criteria voor certificatie. De registratie van eerstelijns forensisch geneeskundigen is al jaren een punt van discussie. De wens van de beroepsgroep om tot erkenning van het vakgebied en tot registratie van forensisch artsen die daar op grond van opleiding en ervaring voor in aanmerking komen is tot op heden niet gerealiseerd. Veel partijen die te maken hebben met de forensische geneeskunde, zoals de ministeries van Binnenlands zaken, VWS en justitie als ook
het OM, de politie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg erkennen wel het belang van opleiding en registratie, maar achten zich niet verantwoordelijk voor het opstellen en bijhouden van een register. Een belangrijke doelstelling van het bestuur is dat er een register voor forensisch artsen komt en dat alleen degelijk opgeleide en geregistreerde forensisch artsen de forensische geneeskunde uitoefenen. Registratie als forensisch arts en niet alleen als lijkschouwer is het uitdrukkelijke streven van het FMG. Erkenning en registratie kunnen op verschillende manieren gerealiseerd worden. Recente ontwikkelingen binnen de Sociale Geneeskunde, met (deel-)registratie als forensisch arts (binnen het kader van de algemene opleiding tot sociaalgeneeskundige) bieden nieuwe mogelijkheden, die het bestuur zal ondersteunen. Het College voor Sociale Geneeskunde (CSG) en de Sociaal Geneeskundigen Registratie Commissie (SGRC) zijn bezig met het opstellen van de voorwaarden voor registratie. Het bestuur volgt de ontwikkelingen nauwlettend en zal waar mogelijk zijn bijdrage leveren. In dit verband is vertegenwoordiging in de KAMG van groot belang. Koepel voor Artsen Maatschappij en Gezondheid (KAMG). In de KAMG zijn verscheidene sociaal-geneeskundige verenigingen, wier leden werkzaam zijn binnen het werkveld van de artsen voor maatschappij en gezondheid (de nieuwe aanduiding voor sociaal geneeskundigen AGZ of JGZ) vertegenwoordigd. De KAMG zal naar verwachting een belangrijke rol spelen bij de registratie en deelregistratie van sociaal geneeskundigen met een specifieke deskundigheid op een bepaald vakgebied en bij de accreditatie van opleidingen en bij- en nascholing. Het bestuur acht deelname aan de KAMG van groot belang, vooral vanwege de mogelijkheid van een officieel erkende deelregistratie als forensisch arts. Opleiding. Een degelijke opleiding tot eerstelijns forensisch geneeskundige is voor de beroepsgroep van cruciaal belang. Hoewel het niet de verantwoordelijkheid van het (bestuur van het) FMG is een dergelijke opleiding op te zetten, volgt het bestuur de ontwikkelingen, met name de nieuwe opleiding forensische geneeskunde, die in 2005 van start gaat, op de voet. Het is nog niet duidelijk hoe de accreditatie van de nieuwe opleiding, die zal bestaan uit een basisopleiding en aanvullende modules, geregeld zal worden. Aannemelijk is dat het CSG en SGRC de (regels voor) erkenning voor hun rekening nemen. Voor zover nodig zal het FMG zijn verantwoordelijk nemen in de vorm van vertegenwoordiging in CSG, SGRC en eventuele accreditatie- of visitatiecommissies. Ook de ontwikkelingen bij het in 2005 in te voeren praktijkexamen voor forensisch artsen zal het bestuur volgen en waar mogelijk een bijdrage leveren bij het organiseren en uitvoeren van deze examens in samenwerking met NSPOH en politieacademie. Regelgeving. Al jaren is er sprake van aanpassing van wet- en regelgeving rond de lijkschouw en gemeentelijk lijkschouwer. Een nieuwe regeling voor de procedure bij het overlijden van minderjarigen staat ook al jaren op de agenda. Het bestuur streeft naar een wezenlijke invloed in de diverse commissies en werkgroepen, die zich met deze materie bezig houden. Ook hier komen opleiding, erkenning en registratie aan de orde. Daarnaast zijn benoeming en betaling van de lijkschouwer en het afsluiten van contracten met forensisch medische diensten belangrijke punten, die in de komende jaren hopelijk afdoende geregeld kunnen worden Wetenschap. Op het gebied van de wetenschappelijke ontwikkeling van ons vakgebied zal het bestuur het komend jaar vooral aandacht besteden aan drie zaken: de oprichting van een kennis- en expertisecentrum, het organiseren van een symposium en informatieuitwisseling via de FMG-website. Kennis- en expertisecentrum. Voor vele partijen in het forensisch geneeskundige veld is een Kennis- en Expertisecentrum Forensische Geneeskunde, vergelijkbaar met het Medisch Expertisecentrum van het Openbaar Ministerie gevestigd bij het Rotterdamse parket, een lang bestaande wens. Het bestuur streeft er in samenwerking met andere partijen, zoals ministeries, GGD Nederland, VFG, opleidingsinstituten en het NFI, een dergelijk expertisecentrum (bibliotheek en telefonische consultatie) in het komend jaar daadwerkelijk van de grond te krijgen. Bijzondere aandacht is nodig voor expertise op het terrein van zedendelicten, (kinder-)mishandeling en de lijkschouw bij plotseling overleden kinderen.
Jubileum. Het jaar 2005 is een jubileumjaar voor het FMG dat in augustus 1980 werd opgericht. In het najaar zal dit jubileum op passende wijze worden gevierd. Het bestuur en de jubileumcommissie zullen de organisatie op zich nemen. Informatie-uitwisseling. Het is voor veel leden in het verleden niet erg duidelijk geweest wat zich in het bestuur van het FMG afspeelde. De nieuwsbrief voorziet gedeeltelijk in deze behoefte, maar die verschijnt maar enkele keren per jaar en loopt enigszins achter de ontwikkelingen aan. Via de website van het FMG met een open en een gesloten deel (met o.a. casuïstiek) wil het bestuur de leden (en ook anderen) beter op de hoogte houden van de actuele ontwikkelingen en van het standpunt van het bestuur. Het bestuur acht het van groot belang dat de informatie niet alleen van het bestuur naar de leden gaat, maar ook andersom, met andere woorden dat de leden hun mening geven voordat het bestuur besluiten neemt. Het bestuur is benieuwd naar uw reacties. B: Brief aan de voorzitter 2e kamer. Onderwerp. Voortgang evaluatie van de Wet op de lijkbezorging, in het bijzonder de ontwikkelingen omtrent de lijkschouw. Mede namens de ministers van Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport informeer ik u in deze brief over de voortgang van de evaluatie van de Wet op de lijkbezorging en in het bijzonder over de ontwikkelingen omtrent de lijkschouw. Deze brief ontvangt u mede vanwege de agendering van het onderwerp 'lijkschouw' voor een algemeen overleg op 1 december 2004. Voortgang evaluatie Wet op de lijkbezorging. In 1998 kregen diverse organisaties het verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om de Wet op de lijkbezorging in eigen kring te evalueren en hem daarover te informeren. In zijn brief van 11 december 2000 (Kamerstukken II, 2000/01, 25 864, nr. 3) stelde de toenmalige minister van BZK uw Kamer op de hoogte van zijn commentaar op de inbreng van genoemde organisaties. Het beeld was, dat de huidige wet op hoofdlijnen voldoet en dat fundamentele herziening niet nodig is. Naar mijn waarneming geldt dit nog steeds. Dat neemt niet weg dat op onderdelen om diverse redenen aanpassing gewenst is. De resultaten van de evaluatie bieden daarvoor voldoende aanknopingspunten, zoals ook reeds geconcludeerd in genoemde brief. Ook houd ik rekening met nieuwe inzichten die de afgelopen jaren zijn opgedaan. Het streven is om het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de lijkbezorging in de eerste helft van 2005 aan de Tweede Kamer te doen aanbieden. Lijkschouw. Een van de onderwerpen die in bovengenoemd wetsvoorstel nader zullen worden geregeld, is de lijkschouw. De kwaliteit van de lijkschouw is al langere tijd onderwerp van gesprek. In 1999 deed de Werkgroep forensische geneeskunde voorstellen voor nadere eisen die aan de lijkschouwer kunnen worden gesteld. Eerder dit jaar verscheen er een promotie-onderzoek over de lijkschouw over de verschillende interpretaties rond de doodsoorzaak1. In bovengenoemde brief werd aangegeven dat er voorstellen ontwikkeld zouden worden aan de hand waarvan nadere eisen aan de lijkschouwer kunnen worden gesteld. Die noodzaak is nog immer aanwezig. In het geval iemand overlijdt, is het van belang dat duidelijk is waardoor dit overlijden is veroorzaakt. Daarom worden na ieder overlijden de overledene en de omstandigheden van het overlijden in ogenschouw genomen door een arts. Veelal zal dit de behandelend arts zijn, of diens waarnemer. Als deze niet de (professionele) overtuiging heeft dat de oorzaak van het overlijden een natuurlijke is, zal de gemeentelijke lijkschouwer de lijkschouw moeten verrichten, aangezien het dan extra van belang is dat de schouw geschiedt door een arts die over specifieke forensische kennis en vaardigheden beschikt. In de Wet op de lijkbezorging zal de basis worden gelegd voor nadere regels voor de opleiding en deskundigheid waaraan de lijkschouwer moet voldoen; uiteraard 1
C. Das, Overlijdensverklaring en artsen: wet en praktijk, april 2004, Amsterdam.
zal de algemene opleiding tot arts moeten voorzien in voldoende basiskennis voor de overige artsen. Het systeem van lijkschouw dat mijn collega's van Justitie en VWS en ik voorzien, gaat ervan uit dat in gevallen waarin het overlijden op grond van het medisch dossier verwacht mocht worden, de behandelend arts of de waarnemend arts de verklaring van overlijden afgeeft indien hij, ook nadat hij de schouw heeft verricht, er niet aan twijfelt dat het een overlijden ten gevolge van een natuurlijke oorzaak betreft. In alle andere gevallen zal de gemeentelijke lijkschouwer een lijkschouw moeten uitvoeren. Deze opzet verkleint de kans dat ten onrechte een verklaring van overlijden wordt afgegeven. Ook na een schouw door de gemeentelijke lijkschouwer is het denkbaar dat (nog niet) niet met zekerheid de doodsoorzaak valt te benoemen. Er is dan sprake van 'onverklaard overlijden'. Dit begrip zal in de Wet op de lijkbezorging worden opgenomen. In het geval van onverklaard overlijden van minderjarigen zal altijd een uitgebreid nader onderzoek volgen, de zogeheten NODO-procedure (nader onderzoek naar de doodsoorzaak). In de volgende paragrafen ga ik achtereenvolgens nader in op de opleiding en deskundigheid van degenen die de lijkschouw verrichten en op de NODO-procedure. Opleiding en deskundigheid. Belangrijk element is de forensische kennis bij behandelend artsen en bij gemeentelijke lijkschouwers. In de opleiding tot basisarts wordt aandacht besteed aan forensische geneeskunde. Inmiddels is een vervolgmodule forensische geneeskunde ontwikkeld voor artsen op het terrein van de forensische geneeskunde. Onderdelen van deze opleiding hebben betrekking op de lijkschouw, maar forensische geneeskunde is breder. Het Forensisch Medisch Genootschap (FMG), de beroepsgroep van forensisch geneeskundigen, houdt een voorlopig register bij van artsen die opleidingen hebben gevolgd op het terrein van de forensische geneeskunde. In de Wet op de lijkbezorging zal een grondslag worden opgenomen op basis waarvan eisen kunnen worden gesteld aan de opleiding en deskundigheid waarover een gemeentelijke lijkschouwer dient te beschikken. Gewaarborgd moet worden dat de lijkschouwer voldoet (en blijft voldoen) aan die eisen. Tevens wordt geregeld op welke wijze dit kenbaar kan zijn; daarbij valt te denken aan een register van gekwalificeerde lijkschouwers. Voorts zal worden bepaald dat na een overgangstermijn alleen de artsen die aan de eisen voldoen, benoemd mogen worden als gemeentelijke lijkschouwer. De beroepsgroepen zijn verantwoordelijk voor het opstellen van richtlijnen en protocollen voor de kwaliteit van de uitvoering van de lijkschouw. Om het veld tijdelijk extra te ondersteunen bij het waarborgen van een kwalitatief verantwoorde uitvoering van de forensische geneeskunde stelt de Stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ) samen met de veldpartijen van medio 2005 tot eind 2006 een geharmoniseerd certificatieschema op voor de forensische geneeskunde. Gedacht wordt om kwaliteitsnormen voor de uitvoering van de lijkschouw in dit schema op te nemen. Om gecertificeerd te kunnen worden, moeten de instellingen aan deze normen voldoen. HKZ-certificering gebeurt door geaccrediteerde certificerende instellingen. NODO-procedure. De NODO-procedure zal zijn gericht op het achterhalen van de doodsoorzaak en de omstandigheden rond het overlijden in gevallen van onverklaard overlijden. De reden dat deze uitgebreide procedure voor minderjarigen wordt voorgeschreven, is dat de overheid een grote verantwoordelijkheid heeft jegens jeugdigen en het achterhalen van de doodsoorzaak van jeugdigen van bijzonder belang kan zijn met het oog op preventie van bijvoorbeeld gevallen van kindermishandeling van andere kinderen binnen en buiten het gezin. Ook zou onderzoek alsnog kunnen uitwijzen dat er een puur medische verklaring voor het overlijden is. De NODOprocedure is dus neutraal van karakter, gericht op het achterhalen van feiten. De resultaten van het onderzoek in de NODO-procedure kunnen leiden tot maatregelen van sociale aard (bijv. opvoedingsondersteuning, hulpverlening) of van juridische aard (strafvervolging). Bij toepassing van de NODO-procedure spelen zowel de lijkschouwer als de behandelend arts een belangrijke rol. De lijkschouwer voert de regie over de procedure en de behandelend arts, meestal de huisarts, blijft in beginsel verantwoordelijk voor de begeleiding van het gezin en regelt desgewenst professionele hulp of hulp van de directe omgeving van de nabestaanden. In de procedure spelen verder zowel de kinderarts als de (kinder-)patholoog een belangrijke rol in het achterhalen van de doodsoorzaak.
Er is een commissie van deskundigen ingesteld die de procedure gedetailleerd uitwerkt. De commissie bestaat vooral uit forensische en medische experts (kinderartsen, huis- en vertrouwensartsen, forensisch geneeskundigen, (kinder-)pathologen) en staat onder leiding van prof. dr. G. van der Wal, hoofd sociale geneeskunde van de VU te Amsterdam. De NODO-procedure zal op basis van een wettelijk kader en door middel van protocollen waarborgen en instrumenten bieden voor een zorgvuldige werkwijze door de professionals, die mede zal worden gekenmerkt door empathie jegens de nabestaanden. Tot Slot. Wij menen dat het bovenstaande bijdraagt aan het stellen en invullen van de wettelijke randvoorwaarden voor een kwaliteitsverbetering van de lijkschouw. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan reeds enige tijd geleden gedane toezegging. DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES J.W. Remkes. C: Overlijden collega Dr. A.H. Bergink. Met leedwezen heeft het bestuur kennis genomen dat op 23 februari 2004 na een ziekbed van enkele weken in de leeftijd van 75 jaar te Wassenaar is overleden ons rustend lid de heer Dr. A.H. Bergink. Wij wensen zijn familie, vrienden en kennissen sterkte om dit verlies te kunnen dragen. Kees Das, voorzitter FMG.
2: Afscheid professor Barend Cohen. Het afscheid van professor Barend A.J. Cohen op 7 oktober trok grote belangstelling. Zichtbaar ontroerd nam Barend Cohen aan het einde van het afscheidssyposium op donderdag middag 7 oktober j.l. de hem toegebrachte staande ovatie in ontvangst. Dit symposium was hem aangeboden door de discipline groep Public Health van het Julius Centrum van het Universitair Medisch Centrum Utrecht ter gelegenheid van zijn afscheid als gastdocent aldaar. Onder overweldigende belangstelling vond een afscheidssymposium plaats over het zéér actuele onderwerp Terrorisme, mensenrechten en forensische geneeskunde. Door de strijd tegen het terrorisme dreigen bij de opsporing door de autoriteiten de mensenrechten in de knel te komen en zullen de forensisch geneeskundigen steeds vaker geconfronteerd worden met de lichamelijke en geestelijke gevolgen van bijvoorbeeld te harde verhoor methoden. Drie deskundigen brachten referaten over dit spanningsveld, n.l. over Biologische wapens en hun dreiging sprak eerst Dim E. van Steenbergen, artsepidemioloog en hoofd van het bureau Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding in Utrecht; vervolgens bracht Stef Stienstra, biowapendeskundige en Kapitein Luitenant ter Zee bij de Koninklijke Marine een presentatie over Chemische wapens en hun dreiging waarna over het onderwerp Guantanamo Bay en Abu Ghraib: Zijn Conventie van Geneve en Universele Verklaring van de Rechten van de Mens obsoleet geworden na 11 september 2002? gerefereerd werd door Jan ter Laak, Lid van het Nederlands Helsinki Comité. Daarop volgde een levendige discussie met de aanwezigen. Vervolgens nam Cohen zijn gehoor mee op een zwerftocht door de geschiedenis der forensische geneeskunde. Van het Mesopotamië van 2000 v.Chr. via Julius Caesar en Maimonides voerde de reis - soms lichtvoetig en dan weer beklemmend - langs Auschwitz en Tokyo naar hedendaags Utrecht. Op de hem zo eigen wijze haalde hij fel uit naar hypocrisie, machtsmisbruik, schendingen van mensenrechten en competentiestrijd en voerde hij een warm pleidooi voor erkenning van het vak, opname in het basis curriculum geneeskunde en professionele deskundigheidsbevordering onder de beroepsbeoefenaren. En passant stipte hij aan dat het jaar 2004 wordt gekenmerkt door 20 jaar forensisch geneeskundig onderwijs in Nederland, door de uitgave van de 4e druk van het leerboek “Forensische Geneeskunde”, door hernieuwde vormen van samenwerking tussen de Dr. Henri van der Hoeven Stichting, het N.F.I., de NSPOH en het UMC
in Utrecht. Tevens vermeldde hij de oprichting van de “Rob Monterie Stichting voor Forensische Geneeskunde” ter nagedachtenis aan de ons zo jong en onverwachts ontvallen collega. Hierna volgde een ceremonieel gedeelte waarin lovende afscheidswoorden tot Cohen werden gericht door de toxicoloog Professor Donald Uges uit Groningen, door de Kennismakelaar Recherchekunde Henk Groenendal (mede namens Henk Holtslag), Adriaan van Es (namens de internationale mensenrechten gemeenschap), door Aernout Tenhaeff namens het FMG en door zijn oud-leerling en goede vriendin Tatjana Naujocks. Het was een zéér boeiende en feestelijke middag, waarin Barend Cohen “in het zonnetje” werd gezet als degene die aan de wieg heeft gestaan van de klinisch forensische geneeskunde in ons land, het FMG, de opleiding, het leerboek en vele andere relevante activiteiten. Gelet op de activiteiten van Barend Cohen in het verleden ligt het in de lijn der verwachtingen, dat wij nog veel zullen blijven horen van deze eminente grijsaard van ons vak! Barend het past mij om je vanaf deze plaats nogmaals te danken voor je gedrevenheid, tomeloze inzet en enthousiasme, je eerlijke en open mening en de wijze waarop je deze voor het voetlicht bracht. Barend ik heb veel van je geleerd, bedankt. Piet Wels, Oud leerling. Omdat de verzending van de dankbrief van Barend niet iedereen heeft bereikt zoals bedoeld, wordt de brief hieronder nogmaals afgedrukt. ALLEMAAL ZÉÉR BEDANKT!! Woerden/Utrecht, 15 oktober 2004. Geëerde Leermeesters, Bovenste Beste Studiegenoten, Beste (Oud-)leerlingen, Lieve Familie en Verwanten, Beste Vrienden, Kennissen en Collega’s! Mijn afscheid is een voor mij onvergetelijke dag geworden en ik wil jullie allemaal uit de grond van mijn hart danken voor de wijze waarop jullie allen daaraan hebben bijgedragen. Eigenlijk had ik mij ernstig voorgenomen om iedereen een persoonlijk geschreven brief te sturen. Dus heb ik getracht om op wijnflessen, boekenbonnen etc. de naam van de gulle gevers te zetten. Die opzet mislukte echter helemaal! De meeste van mijn aantekeningen zijn bij nader inzien onleesbaar (dokterspootje?), kaartjes vielen eruit, dingen die ik meende te kunnen onthouden ben ik toch weer vergeten (Alzheimer?) en ik bied jullie dan ook mijn zeer oprecht gemeende verontschuldigingen aan dat ik jullie op déze manier ga bedanken. Vooral de warmte, de erkenning en - mag ik zeggen - liefde die ik van jullie mocht ontvangen hebben mij en mijn familie diep ontroerd. En ik meen daarvan echt ieder woord! Toen werd ik ook nog eens overstelpt met een veelheid van cadeaubonnen, brieven, flessen, sonnetten, snuisterijen, boeken en andere zéér persoonlijke geschenken. En ook aan mijn innigste wens een bijdrage aan de nieuwe Rob Monterie Stichting voor Forensische Geneeskunde - werd zeer royaal gehoor gegeven , zodat de “opbrengst” niet minder dan 870 Euri bleek te zijn! Woorden schieten dus tekort! Dank aan allen die blijk gegeven hebben dat zij mij en/of de forensische geneeskunde zo’n warm hart toedragen. Ik begin nu aan een nieuwe fase - van 25 jaar? - waarin ik mij zal blijven inzetten voor alles, waar ik zo heilig in geloof. Ik hoop en vertrouw dat onze paden elkaar zullen blijven kruisen en eindig dan ook graag met de engelstalige wens: “In your golden chain of friendship, please consider me an eternal link”. Het ga jullie allen goed! Salve….. Met zeer vriendelijke en vooral dankbare groet, Prof.dr. Barend A.J. Cohen, D.M.J.Clin. Post- en bezoekadres: "Jembatan Merah" Leidsestraatweg 237 3443 BT WOERDEN
Tel: Fax: Mob: e-Mail:
0348 - 481444 0348 - 481544 0653 - 796964 formedbc @ xs4all.nl
P.S. Het bankrekening nummer van de Rob Monterie Stichting voor Forensische Geneeskunde te Utrecht is 10.09.97.023 3: Actualiteiten uit de Vakgroep Forensische Geneeskunde. Voor het eerst mag ik mij tot u richten via dit medium. Eerst wil ik Kees Das bedanken, die als voorzitter vanaf de (her?)start van 1997 tot september 2004 de Vakgroep op zijn geheel eigen wijze heeft aangevuurd. Doel van de (toen nog) LVGGD was om het overleg en de samenwerking tussen GGD’en op professioneel en inhoudelijk vlak te bevorderen. Tevens stelde de Vakgroep zich ten doel om het Bestuur van de inmiddels GGD NL te adviseren over forensisch geneeskundige zaken. Deze doelstellingen staan nog altijd als een paal boven water. Wellicht overbodig, maar toch nog even een plaatsbepaling. De Vakgroep is één van de vakgroepen van GGD NL. Zij is één van de adviseurs van de Adviescommissie OVC (Openbare Orde, Veiligheid en Crisiscommunicatie). De Commissie OVC adviseert op haar beurt het Bestuur van GGD NL inzake Forensische Geneeskunde, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), Medische Milieukunde (MMK) en Infektieziektebestrijding. Helaas, een nogal getrapt systeem, waar we rekening mee moeten houden. De samenstelling van de Vakgroep is als volgt. Het “bestuur” bestaat uit: Martina Evers (GGD Stedendriehoek; tevens secretaris), Aernout Tenhaeff (GGD Eemland), Kees Das (GG&GD Amsterdam) en Tatjana Naujocks (HVD Groningen). Ondergetekende is voorzitter (GGD Zuid-Holland Zuid; Dordrecht). De leden zijn de circa 20 regionale coördinatoren van de GGD-en, aangevuld met afgevaardigden van particuliere organisaties. In het overleg van september jl., zijn een aantal afspraken gemaakt, aan de hand van een notitie. De vakgroep vergadert 4-maal per jaar in Amersfoort. De agendacommissie bereidt de vergaderingen voor. Agenda en verslagen worden per Email verspreid. In verband met de (toekomstige) accreditatie wordt een presentielijst bijgehouden. Besluiten en standpunten worden expliciet als zodanig verwoord in het verslag, en kenbaar gemaakt aan GGD NL. Het is de taak van de Vakgroep om protocollen, richtlijnen, standaarden (what´s in a name?) te ontwikkelen. Ook is het een taak om standpunten in te nemen over forensische zaken: bijv. al dan niet verplicht schouwen van alle (onverklaard/onverwacht) overleden minderjarigen. Of: in hoeverre botst bevolen DNA-afname met de WGBO? Talloze onderwerpen zijn de revue gepasseerd, en diverse protocollen zijn inmiddels ontwikkeld. Het ligt in de bedoeling om deze protocollen voor te leggen aan het FMG (Commissie W&O), om ze vast te laten stellen als “norm van de beroepsgroep”. Dit is de norm waarlangs de Inspectie toetst in voorkomende gevallen. Vervolgens worden deze standaarden raadpleegbaar gemaakt in de website van het FMG (www.forgen.nl), analoog aan de werkwijze van van het NHG. In het Concept Beleidsplan, dat u in deze nieuwsbrief aantreft, zet Kees (o.a.) deze nieuwe werkwijze uiteen. De eerste protocollen die hiervoor in aanmerking komen zijn: lijkschouw, beoordeling geïntoxiceerden, opiaatverslaving in politiecellen. In ontwikkeling zijn momenteel: fit-to-fly/travel, orgaandonatie, wiegedood. Het zal u niet ontgaan zijn dat de landelijke politiek de evaluatie en aanscherping van de Wet op de Lijkbezorging weer ter hand heeft genomen, met het instellen van de NODO-Commissie Minderjarigen (Commissie van der Wal zie de brief van Remkes in deze nieuwsbrief). Voor de vele vragen die hier ongetwijfeld uit voort zullen vloeien, zal de Vakgroep ook om raad en daad worden gevraagd. Ik verwacht een vruchtbare en intensieve samenwerking. Huub Nijs, GGD Zuid-Holland Zuid Voorzitter VFG
4: Van de secretaris. Tijdens de ALV van 24 september jl. hebben de leden besloten dat het FMG aangesloten blijft bij de Koepel van Artsen Maatschappij en Gezondheid (KAMG). De Koepel behartigt de belangen van de wetenschappelijke beroepsverenigingen en biedt de verenigingen de mogelijkheid om mee te praten over Public Health aangelegenheden en invloed te hebben op ontwikkelingen voor wat betreft Maatschappij en Gezondheid (M&G). Het gaat hierbij om algemene ontwikkelingen in het veld, het bevorderen van kwalitatief goed onderwijs, erkenning van de forensisch geneeskundige en de gemeentelijk lijkschouwer als beroepsbeoefenaar en de registratie en herregistratie van de forensisch arts, waarbij voorwaarden voor (her)registratie goed zijn vastgelegd en beschreven in kwaliteitsnormen en zomogelijk wettelijk zijn verankerd (bv. in de Wet op de lijkbezorging). Een actieve houding van het FMG richting de Koepel is noodzakelijk. De Koepel heeft recent algemene en specifieke competenties voor de arts M&G, naar Canadees model (CANMEDS), opgesteld. De nieuwe kernopleiding forensische geneeskunde is een module van de opleiding arts M&G. De opleidingseisen en het beroepsprofiel van het FMG, zoals vastgesteld in 2003, zullen als basis dienen voor de beschrijving van de specifieke competenties van de arts M&G met forensische geneeskunde als uitstroomprofiel. In 2005 start één nieuwe opleiding forensische geneeskunde, bij de NSPOH, en deze opleiding wordt gegeven in Utrecht. De opleiding van in totaal 30 dagen is opgesplitst in een kerndeel van 19,5 dagen en aanvullende modules. Bij de opzet van de opleiding zijn de opleidingseisen van het FMG, zoals vastgesteld in 2003, als leidraad gebruikt. De nieuwe opleiding maakt o.a. deel uit van de eveneens nieuwe opleiding voor arts Maatschappij en Gezondheid (M&G). De NSPOH heeft kenbaar gemaakt het FMG om advies te zullen vragen voor de opzet van de registratie en herregistratie van artsen, die de kernopleiding hebben gevolgd. Over de vorm en inhoud van de tweede fase van de opleiding forensische geneeskunde zal ook overleg met het FMG plaatsvinden. De tweede kamer buigt zich dit jaar over de evaluatie van de Wet op de lijkbezorging. Een van de onderwerpen die in een nieuw wetsvoorstel nader zullen worden geregeld, is de lijkschouw. Het FMG is als vertegenwoordiger van de beroepsgroep om inhoudelijke informatie gevraagd. Een ander politiek aandachtspunt is de NODOprocedure, gericht op het achterhalen van de doodsoorzaak en omstandigheden rond het overlijden in geval van onverklaard overlijden. Huub Nijs en Kees Das zullen namens het FMG deelnemen aan een commissie van deskundigen die de procedure gedetailleerd uitwerkt. Het rapport: “Inrichting en beheer van een register van gekwalificeerde lijkschouwers” is in september door het FMG-bestuur als advies aan het Ministerie van Justitie aangeboden. Het FMG-bestuur staat een uitvoering voor ogen, dat aansluit bij de organisatiesystematiek van registratie-eisen die voor artsen gebruikelijk is. Het stuk is ter inzage van geïnteresseerde leden van het FMG. Jaap Tiessen, secretaris
5: Van de penningmeester. Tijdens de ALV van 2 april 2004 is besloten dat alle leden die aan hun betalingsverplichtingen hebben voldaan gratis het nieuwe boek Forensische Geneeskunde zullen ontvangen samen met het proefschrift van Kees Das. Tot op heden zijn 261 boeken uitgereikt cq verzonden. Leden die niet het mutatieformulier, dat gevoegd was bij de acceptgiro voor contributie inning, hebben teruggestuurd zijn (via e-mail of brief) benaderd om alsnog aan te geven hoe zij het boek wensen te ontvangen. Indien ook hier niet op gereageerd wordt gaat het bestuur er vanuit dat men geen prijs stelt op toezending van het boek en zal er een andere bestemming voor gezocht worden. In de algemene ledenvergadering van 24 september 2004 is besloten tot een contributie verhoging om de contributie van 25 euro per lid aan het KAMG te kunnen betalen. De contributie voor de gewone leden gaat van 52 naar 70 euro en voor de studerend/ rustende leden van 21 naar 30 euro. Piet Wels, Penningmeester FMG
6: Knelpunten Alcoholonderzoek. In het kader van artikel 8 van de Wegenverkeerswet wordt er onderzoek naar alcohol en/ of andere psychotrope stoffen verricht. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het bloedblok en/ of het urineblok. De procedure rond het onderzoek en de methoden van afname staan beschreven in de Forensisch Technische normen (resp. 900.01 en 900.02). Naar aanleiding van geuite vragen en onduidelijkheden over het alcoholonderzoek, door artsen en toxicologen, heb ik in samenwerking met het Nederlands Forensisch Instituut een onderzoek hiernaar opgezet. Er is een enquête onder forensische geneeskundigen uitgezet met het doel de onduidelijkheden en moeilijkheden in de uitvoering en rapportage van het alcoholonderzoek bij verkeersdeelnemers in kaart te brengen. De enquête strekt zich uit over een aantal deelonderwerpen, te weten: • De bloedafname • Het medisch orienterende onderzoek • Het aanvraag- en rapportageformulier Er zijn 4 Particuliere organisaties en 11 GGD’en verspreid over geheel Nederland voor deze schriftelijke enquête benaderd. Uiteindelijk is het de bedoeling een landelijk beschikbare Fact Sheet op te stellen. Dit enquête onderzoek wordt verricht in het kader van mijn 6e jaars keuze co-schap Forensische geneeskunde bij de FMMU b.v. Mijn stagebegeleider hierbij is Dhr. A.G. Tenhaeff. Mw. B.E. Smink en Dhr. K.J. Lusthof zijn de contactpersonen bij het NFI. Mijn co-assistentschap wordt 10 januari 2005 afgerond. Sandrine Girard, co-assistente 7: Website FMG. Zoals u waarschijnlijk wel weet heeft het FMG een website, www.forgen.nl. Gedurende de zomer hebben we gewerkt aan een nieuw uiterlijk van de website. We gaan nu langzaamaan de inhoud vernieuwen. Zo is het de bedoeling dat binnenkort de protocollen van de vakgroep Forensische Geneeskunde op de website komen. Binnenkort kunt u zich op de website registreren, zodat het FMG u nieuws, bijvoorbeeld deze nieuwsbrief, per email kan doen toekomen. Als u zelf nog wensen of suggesties hebt, dan kunt u dit melden via de website. King Han Gan, Bestuurslid algemeen. 8: Agenda. • De volgende Algemene ledenvergadering zal gehouden worden op maandag 18 april 2005 in de middag na een mini symposium. Het onderwerp van het symposium wordt zo snel mogelijk bekend gemaakt evenals plaats en tijdstip. • Congres: The 7th Triennial International Conference on Clinical Forensic Medicine, wordt gehouden van 10 t/m 13 mei 2005 in het Dunblane Hydro Hotel in Schotland (onder Edinburg). Het voorlopige programma en verdere informatie zijn te verkrijgen bij: Dr. W.D.S. McLay; Wester Rackets, Main Street; Houston, Johnston Scotland PA6 &EL. Colofon: De FMG- nieuwsbrief is de nieuwsbrief van het Forensisch Medisch Genootschap en wordt uitgegeven onder verantwoordelijkheid van het bestuur van het FMG. De eindredactie van dit nummer werd gevoerd door Piet Wels. Artikelen, brieven e.d. bedoeld voor publicatie kunt u sturen aan het secretariaat van het FMG. Het secretariaat van het FMG, wordt gevoerd door Jaap Tiessen 1e secretaris FMG. Het postadres van het FMG is Forensisch Medisch Genootschap p/a Nederlands Forensisch Instituut, t.a.v. Mw. R. de Goeij / mw. Y. van Ettinger,
Postbus 24044, 2490 AA Den Haag. Tel: 070-8886821 (Ria) of 8886822 (Yvonne) fax: 070-8886551 (Pathologie) Email:
[email protected] Website FMG: http://www.forgen.nl Financiële transacties: Girorekening: 43.20.962 Bankrekening: 53.41.25.921 ABN-Amro Driebergen-Rijsenburg. Bij overmakingen op giro of bank gaarne vermelden: t.n.v. Forensisch Medisch Genootschap. Verenigingsregister; KvK.Rotterdam nr.40343291.