4 4 d e p s yc h o lo o g / f e b r ua r i 2 0 1 3 d e a a n g e k l a ag d e f o r e n s i s c h m e d i ato r a u t e u r : g e e rt j e k i n d e r m a n s
op het matje
de aangeklaagde forensisch mediator De schrik van veel psychologen: de witte envelop met stempel van het Tuchtcollege erop. Wat moet je doen als er een klacht komt? En wat beter niet? Wat kan er mis gaan? En wordt het doel – betere zorg, betere zorgverleners – bereikt? Vierde deel van een serie over klachtencasussen: de aangeklaagde forensisch mediator.
‘H
et is spitsroedenlopen als forensisch mediator. Cliënten moeten van de rechter min of meer aan deze speciale vorm van mediation meewerken. De forensisch mediator onderzoekt in opdracht van de rechter of en hoe de ouders samen voor hun kinderen kunnen zorgen. Het resultaat is in het beste geval een overeenkomst tussen de ouders. En als ze er niet uitkomen, beantwoordt de forensisch mediator de vragen van de rechter, soms gevolgd door een conclusie en mogelijk een advies over hoe nu verder. Met deze rapportage zijn de cliënten vaak niet gelukkig. En dan is het wachten op klachten. Erik van Bergen (niet zijn echte naam) werkt regelmatig als forensisch mediator. Twee keer kreeg hij een klacht. Het is goed dat het kan en zeker aangezien er op het nieuwe werkveld nog regels moesten worden ontwikkeld. Hij schaamt zich er niet voor, maar wel vraagt hij zich af of er niet te snel en te veel ‘rechtbankje’ wordt gespeeld.
De eerste klacht De eerste klacht kwam van een moeder die omgang met haar twee kinderen wilde, maar die wilden geen van twee contact met haar. Volgens de vrouw zat de vader daarachter. Van Bergen werd benoemd door de rechtbank. Door toeval en omdat hij ‘nog geen floddertje papier’ weggooit, ontdekte hij later dat de vrouw hem maanden eerder gebeld had; ze wilde weten wat forensische mediation inhield. Blijkbaar had ze daar later bij de rechtszaak voor gepleit. De vader wilde dat niet, maar die werd tijdens de zitting overgehaald, aldus Van Bergen. Aan het begin van een opdracht als forensisch mediator stuurt Van Bergen beide ouders een uitnodigingsbrief waarin hij tevens de regels van forensische mediation uitlegt. Zo moeten ouders elkaar over en weer van alles op de hoogte houden. En alle mails aan de forensisch mediator moeten ook naar de andere partij gestuurd worden. Verder heeft hij, na toestemming van de ouders, gesprekken met de kinderen.
d e p s yc h o lo o g / f e b r ua r i 2 0 1 3 4 5
illustraties: paul faassen
d e a a n g e k l a ag d e f o r e n s i s c h m e d i ato r
4 6 d e p s yc h o lo o g / f e b r ua r i 2 0 1 3 d e a a n g e k l a ag d e f o r e n s i s c h m e d i ato r a u t e u r : g e e rt j e k i n d e r m a n s
Na het versturen van de brief aan deze ouders werd Van Bergen gebeld door de advocaat van de man. In de rechtszaal was namelijk afgesproken dat hij eerst een paar keer alleen bij de forensisch mediator zou mogen komen. ‘Dit is niet mijn werkwijze,’ vertelt Van Bergen. ‘Maar de advocaat drong erg aan: het kon niet anders, de man had er goede redenen voor. Ik heb een van mijn opleiders om advies gevraagd. Die zei: “als jij vind dat het kan, is het goed”.’ Van Bergen ging akkoord onder een paar voorwaarden. Als hij de vader apart sprak, wilde hij óók de moeder apart spreken. Van die gesprekken maakte hij een verslag die hij bij het volgende gesprek aan beiden zou geven. De vader gaf in het eerste gesprek te kennen dat hij slechts één keer met zijn exvrouw wilde praten. Nadat ook zij was langsgekomen, volgde het gesprek met allebei. Van Bergen: ‘Ze kwamen aan tafel zitten, gingen met elkaar in gesprek. Dat was voor het eerst sinds lang, dus ik onderbrak hen niet. Daardoor verzuimde ik de verslagen gelijk te overhandigen. Achteraf weet ik dat dat fout was, ze hadden eerst het verslag moeten lezen.’ Al snel ging het over de historie van hun relatie. Daar waren ze het natuurlijk niet over eens. Van Bergen: ‘Op een gegeven moment maakte de vrouw een opmerking die ongelooflijk verkeerd viel bij de man. Hij stond op en liep de kamer uit.’ Van Bergen ging hem achterna, maar de man weigerde terug te komen. Toen zat er een gebroken
forensische mediation In scheidings- en omgangszaken kan een rechter een deskundige aanwijzen om met betrokkenen aan een oplossing te werken. Doel is om de rechter informatie te verschaffen om beter tot een oordeel te komen. Er is ook ruimte voor partijen om hun geschillen op eigen kracht op te lossen. Vanaf 2002 is daarvoor het begrip ‘forensische mediation’ in gebruik geraakt. Dat zou echter voor verwarring zorgen met een ander landelijk mediation-project: Verwijzing naar mediation door de rechter. Daarom is het begrip forensische mediation vervangen door de veel minder swingende naam ‘het deskundigenbericht met toepassing van mediation’. De deskundigen mogen zich overigens wel ‘forensisch mediator’ blijven noemen.
Alsof ik een crimineel was vrouw aan zijn tafel. In de periode die volgde vroeg ze nog een paar keer of Van Bergen het nogmaals kon proberen. Maar de man bleef weigeren. Pas later drong het tot de vrouw door dat haar ex-man maar met één gesprek had ingestemd. Bovendien kregen ze de rekening. En hoewel Van Bergen lang niet alles declareert, was die best fors; alles bij elkaar waren er heel wat uren in gaan zitten. Het was daarnaast pijnlijk voor haar dat Van Bergen met de kinderen had gesproken, terwijl ze haar niet wilden zien. ‘Daar kon ik me bij de opstelling van de kinderen wel iets bij voorstellen. Het was geen gemakkelijke vrouw, maar ze miste haar kinderen verschrikkelijk,’ aldus Van Bergen. De vrouw diende vervolgens een lijst aan klachten tegen hem in.
onzorgvuldig handelen Een klacht krijgen is altijd schrikken. Maar vooral de behandeling ervan viel Van Bergen tegen. ‘Het leek wel of ik in zo’n Amerikaanse serie was beland. Het was erg juridisch, ik voelde me daar echt een crimineel in de rechtbank. Ik was overdonderd door de situatie. Ook kreeg de klaagster alle tijd en ruimte om haar zegje te doen, terwijl mij nauwelijks iets werd gevraagd.’ Hoewel pijnlijk viel de uitspraak alleszins mee. Een deel van de klachten werd terzijde geschoven of ongegrond verklaard, zoals de hoge rekening. Daar is de vrouw ook niet meer op teruggekomen. Die klacht leek bij haar niet zozeer voort te komen uit een onredelijke rekening, maar vooral uit onvrede die te moeten betalen zonder het gewenste resultaat. Wel verweet het College hem onzorgvuldig handelen. Hij had meer moeten proberen de man op andere gedachten te brengen toen hij tijdens het gesprek wegliep. Ook had Van Bergen de hele procedure moeten bekorten, mede omdat de vader slechts een keer met de moeder aan de tafel wilde zitten – iets dat de meeste ouders overigens roepen tijdens een forensische mediation.
d e p s yc h o lo o g / f e b r ua r i 2 0 1 3 47 d e a a n g e k l a ag d e f o r e n s i s c h m e d i ato r
4 8 d e p s yc h o lo o g / f e b r ua r i 2 0 1 3 d e a a n g e k l a ag d e f o r e n s i s c h m e d i ato r a u t e u r : g e e rt j e k i n d e r m a n s
Forensische mediation is veel moeilijker dan gewone mediation
Het belangrijkste verwijt was dat hij geen methode had ingezet. Vooral daarom kreeg Van Bergen een waarschuwing.
Tweede klacht Later kreeg Van Bergen een tweede klacht, ook naar aanleiding van een omgangszaak. Hierbij ging het om een echtpaar met een zoontje en een drie jaar jonger dochtertje. Toen de jongste een jaar was, zette de moeder de vader het huis uit: vader zou losse handjes hebben. Inmiddels was het zes jaar later en gedurende al die jaren waren er omgangszaken geweest. Telkens werd de vader in het gelijk gesteld, maar de moeder gaf de kinderen domweg niet mee. Ze had daar steeds andere redenen voor, maar de kern was dat ze onveilig waren bij de vader. Het dossier was erg dik. Van Bergen: ‘Na het eerste gesprek voelde ik: er is iets met die moeder. Ze zei dat ze de problemen wilde oplossen, maar dat haar kinderen het niet wilden. Ik kreeg mijn vinger er niet achter.’ De rechter vond dat er onder toezicht omgang moest zijn. Uiteindelijk kreeg de moeder het voor elkaar dat de vader zijn kinderen mocht zien in een instelling die de moeder kende en waar ze zelf bij
aanwezig mocht zijn om te kijken of het goed ging. Van Bergen: ‘Onbegrijpelijk hoe de rechter daarmee akkoord is gegaan. Maar de vader wilde per se omgang en was tot alles bereid.’ Na een aantal gesprekken bij Van Bergen mocht de vader zijn kinderen zonder begeleiding zien. Die was hier enthousiast over, het was goed gegaan. Maar blijkbaar waren er conflicten ontstaan waardoor de moeder niet meer aan de omgang wilde meewerken. Uiteindelijk stopte Van Bergen met het onderzoek. ‘Het had al meer tijd gekost dan de bedoeling was. Zolang het de goede kant op gaat, ga ik door. Maar nu had het geen zin meer.’ In zijn advies schreef Van Bergen dat de relatie tussen de vader en zijn kinderen wel kon worden opgebouwd. Maar dat er, omdat er zoveel strijd tussen de ouders was, wel intensieve gezinsbehandeling nodig zou zijn. En er moest een speciale curator voor de kinderen benoemd kunnen worden. Over dat advies was de moeder boos. De rechter deed echter een verlegenheidsuitspraak. Hij zag dat de strijd nooit ten einde zou raken en zei: “Vader, sorry, geen omgang met de kinderen.” Geruime tijd na de uitspraak kreeg Van Bergen een klacht van de moeder. ‘Zij beweerde dat ik niet zou hebben gezien dat het dochtertje seksueel misbruikt was de keren dat de kinderen bij hun vader waren geweest.’ Deze klacht bracht hem in verwarring. Kon hij het zo fout hebben gezien? ‘Je wordt in een situatie gezet en gaat aan jezelf twijfelen,’ aldus Van Bergen. Gelukkig is de klacht op alle gronden afgewezen. Van Bergen was heel opgelucht met de uitspraak, het had immers ook anders kunnen lopen. ‘De positie waarin je als psycholoog gemanoeuvreerd wordt in zo’n klachtenzaak is een vreemde. Je wilt je cliënt goed doen, maar die wordt je vijand. Mijn advocaat zei in de tweede zaak dat ik nu echt van me moest afbijten. Hij wilde dat ik vertrouwelijke informatie openbaar maakte die zou aantonen hoe de vrouw in elkaar steekt. Maar dat voelde zo tegennatuurlijk.’ Hij kon het niet over zijn hart verkrijgen. ‘Maar als mijn opstelling had betekend dat de klacht gegrond was verklaard, zou dat erg zuur zijn geweest.’ Hij schaamt zich niet voor de klacht. Zeker niet omdat er op het vlak van forensische mediation
d e p s yc h o lo o g / f e b r ua r i 2 0 1 3 4 9 d e a a n g e k l a ag d e f o r e n s i s c h m e d i ato r
‘we zijn er niet om psychologen een hand boven het hoofd te houden’ Else de Haan, psycholoog en lid
‘De cliënt heeft dat niet zo
En dan moet je toestaan dat
van het College van Toezicht, wil
beleefd. Die vindt dat de
mensen je erover bevragen. Dat
reageren op een paar vragen over
mediator het niet goed heeft
maakt je alleen maar sterker.’
deze case.
gedaan en is daar boos over. Dan
Als leden boos worden en
moet je de cliënt serieus nemen.’
afhaken, dan bereik je toch
Allereerst: waarom moet
Als de cliënt duidelijk in de
niets?
het zo? Waarom niet eerst
war is of een ruziezoeker en
‘Hoe vaak is dat?’
mediation aanbieden?
je kan en wilt je er niet tegen
Weet ik niet. Maar de mensen
‘Die vraag wordt vaker gesteld,
verdedigen, dan is dat wel
die ik sprak – en dat is geen
ook binnen het College. Maar
zuur. Dat gaat in tegen je aard
representatieve steekproef
we besluiten telkens: nee, dat
of je beroepsgevoel.
– hadden er vaak moeite
is niet onze taak. Een cliënt
‘Als iemand een klacht indient,
mee, zeker als het college erg
dient een klacht in bij de
moet je naar de klacht kijken
formeel was.
beroepsorganisatie. We hebben
en niet naar de cliënt. Ook
‘Het is ook niet leuk.’
afgesproken: als iemand een
iemand die in de war is of
Maar tussen niet leuk en boos
klacht indient, dan beoordelen
ruzie zoekt, kan een terechte
en opstandig worden zit toch
en behandelen we die als
klacht hebben. Dus moeten
een verschil?
zodanig. We zeggen dus niet: je
we de klacht beoordelen. Als
‘Er zijn nu eenmaal psychologen
hebt wel een klacht, maar laten
organisatie hebben we het zo
die echt fouten maken. En als
we toch maar kijken of we er
gewild. Ik vind het sterk dat een
we dat zeggen en dan haken
met elkaar uit kunnen komen.’
organisatie zegt: “Wij stellen een
ze af, dan is dat jammer maar
Is het nog een goede afspraak?
beroepscode op en als cliënten
geen reden om de procedures te
‘We vinden dat cliënten een
ontevreden over ons zijn, dan
veranderen. Lid zijn van het NIP
klacht moeten kunnen indienen,
zullen we dat beoordelen.” We
is ook een kwaliteitsgarantie.
die moet dan serieus beoordeeld
zijn er niet om de psychologen
Een professional moet er tegen
worden. We gaan niet zeggen:
een hand boven het hoofd te
kunnen om bevraagd te worden
probeer er eerst maar eens
houden. Integendeel, we vinden
over zijn of haar handelen.’
samen uit te komen. Ik vind dat
dat we onze beroepsgroep
Tot slot: klopt het dat het
we er strak in moeten zijn. Het is
kritisch moeten bekijken. Daarin
College soms niet op de hoogte
ook voor de geloofwaardigheid
zijn we als College van Toezicht
lijkt te zijn?
van de klachtenprocedure van
onafhankelijk. We hebben ons
‘Men krijgt de stukken bijtijds
de beroepsorganisatie. Er moet
ook afgevraagd of we wel in
thuisgestuurd. Mijn ervaring
niet het idee ontstaan dat
het NIP-gebouw moesten gaan
is dat men de stukken heeft
psychologen elkaar de hand
zitten.’
gelezen en goed op de hoogte
boven het hoofd houden.’
Waarom moet het zo formeel?
is. Ik zoek vaak ook nog extra
Een argument is dat
‘Dat psychologen onaangenaam
informatie op, bekijk de site van
psychologen gewend zijn zo
verrast zijn door zo’n formele
de aangeklaagde psycholoog.
anders te werken. ‘Je wil je
opstelling, daar ben ik niet zo
Maar als men inderdaad niet op
cliënt goed doen en ineens
gevoelig voor. Als we met elkaar
de hoogte is, dan vind ik dat niet
moet je hem als tegenstander
afspreken dat je je toetsbaar
kunnen. ‘
zien,’ zegt Erik van Bergen.
opstelt, moet je dat ook doen.
5 0 d e p s yc h o lo o g / f e b r ua r i 2 0 1 3 d e a a n g e k l a ag d e f o r e n s i s c h m e d i ato r a u t e u r : g e e rt j e k i n d e r m a n s
in die tijd nog geen duidelijke regels waren. Via het klachtensysteem kan een methode worden aangescherpt. Toch vindt hij dat de Stichting Forensische Mediation, waarin ook het nip vertegenwoordigd is, veel heeft laten liggen. ‘Die had meer helderheid kunnen verschaffen. Pas toen de klachten kwamen, begon men over regels na te denken. Want je moet je houden aan de beroepscode. Maar dat maakt het werk als forensisch mediator niet gemakkelijk.’ Aan de andere kant zijn er in de beginperiode ook door psychologen onacceptabele fouten gemaakt, vindt Van Bergen. ‘Velen waren niet kritisch genoeg. Men was vaak blij mee te mogen doen, psychologen voelden zich gevleid en vergaten hun beroepscode.’
Niet op de hoogte Tijdens een studiebijeenkomst is zijn eerste uitspraak ooit aangehaald. Van Bergen was daar aanwezig en maakte bekend dat het om zijn zaak ging. Veel collega’s vonden de waarschuwing die hij gekregen had flauwekul. Zelf zit Van Bergen er niet zo mee. ‘Ik had vooral de indruk dat het een opgewonden en vooral teleurgestelde mevrouw was en dat je haar iets moet geven. Ik ben altijd erg begaan met het lot van die mensen. Ik kon wel meevoelen met die vrouw en haar onvermogen. Daartegenover staat een enigszins pedante ex-man die alweer aan een nieuwe gezinnetje was begonnen.’ Wel vraagt Van Bergen zich af of het op die
Wordt er niet te snel en te veel ‘rechtbankje’ gespeeld?
manier moet. Waarom wordt er gelijk zo’n juridische procedure van gemaakt? Waarom spelen ze meteen ‘rechtbankje’? Dat viel hem tegen van zijn beroepsgroep. Zeker in de eerste zaak leek men niet precies op de hoogte van hoe het er in de forensische mediation aan toeging. Van Bergen: ‘Men beschouwde mij als gz-psycholoog en niet als forensisch mediator. Dat maakte het extra naar. Alsof ik een crimineel was.’ Dan was de zitting van de tweede zaak een stuk aangenamer. Van Bergen: ‘Ik had het gevoel dat het College van Toezicht beter was geïnformeerd en ik mocht me dit keer wel verdedigen. Als je een klacht hebt over iemand, dan verwacht je dat iemand eerst naar je toe komt. Gebeurt dat niet, dan zou ik bijna opvoedend zeggen dat de partijen eerst maar eens samen om tafel moesten gaan zitten. Met een officiële partij erbij, zoals de voorzitter van het college. Dan kun je samen kijken: is dit klachtwaardig genoeg om zo’n hele procedure te starten?’
Slap koord Na de twee klachten stopte hij een jaar met dit werk. Inmiddels is Van Bergen weer begonnen, zij het bescheiden. ‘Forensische mediation is veel moeilijker dan gewone mediation. Het gaat om heel complexe zaken, ik krijg dikke dossiers. Ik stel geen individuele diagnoses, maar vaak zie ik wel dat pathologie een rol speelt bij een of beide ouders, en soms ook bij de kinderen. Je gaat als forensisch mediator over het slappe koord. Het gaat om zaken waarvan de rechter niet weet wat hij ermee moet. Je hebt altijd te maken met boze mensen die denken dat het onderzoek bij jou hun laatste kans is om gelijk te krijgen. Ik ben me voortdurend bewust van wat je wel en niet mag en waar klachten over zouden kunnen komen. Die alertheid bevalt me niet aan dit werk.’ Hij doet nu alleen nog zaken op zijn voorwaarden, maakt nooit meer afspraken met mensen afzonderlijk, ziet ze altijd samen. Dat leidt wel eens tot strijd met advocaten. Van Bergen: ‘Advocaten werken vaak anders dan mediators. Ze zijn er voor hun cliënt. En om het onderste uit de kan te krijgen, zetten ze partijen soms tegen elkaar op. Een mediator gaat ervan uit dat als partijen samen tot een oplossing komen, dat voor iedereen ook de beste oplossing is.’ Geertje Kindermans is schrijvend redacteur van De Psycholoog. E-mail:
[email protected].