Adviesrapport
Focus op vermoeidheid Onderzoek naar ergotherapeutische interventies gericht op vermoeidheid bij niet aangeboren hersenletsel
Opdrachtgever Revalidatiecentrum De Hoogstraat Utrecht Junioradviseur Esther Hengst Senioradviseur Paul van der Hulst Bachelor opleiding Ergotherapie Amsterdam School of Health Professions Hogeschool van Amsterdam Oktober 2011
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
Adviesrapport Focus op vermoeidheid Een kwaliteitsverbeteringsproject uitgevoerd in opdracht van het team NAH van de afdeling ergotherapie van het Revalidatiecentrum De Hoogstraat te Utrecht. Opdrachtgever: Dhr. G. Scholten, teammanager Mw. H. Blok, ergotherapeute Junioradviseur: Esther Hengst Senioradviseur: P.A.J. van der Hulst Projectperiode: 11 april 2011 – 21 oktober 2011
Trefwoorden: ergotherapie, vermoeidheid, niet aangeboren hersenletsel. © 2011 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of worden openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur, de ASHP en het Revalidatiecentrum De Hoogstraat. Het gebruik van cijfers en/of tekst als toelichting of ondersteuning bij artikelen, boeken en scripties is toegestaan, mits de bron duidelijk is vermeld. Op de volgende wijze kunt u refereren aan het eindrapport ‘Focus op vermoeidheid. Onderzoek naar ergotherapeutische interventies gericht op vermoeidheid bij niet aangeboren hersenletsel’ Hengst, E.M. & Hulst van der, P.A.J. (2011). Adviesrapport Focus op vermoeidheid. Onderzoek naar ergotherapeutische interventies gericht op vermoeidheid bij niet aangeboren hersenletsel’. Amsterdam: Amsterdam School of Health Professions.
2|Pagina
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
Voorwoord
Voor u ligt het adviesrapport van het kwaliteitsverbeteringsproject “Focus op vermoeidheid”. Dit project is uitgevoerd in het kader van het afstuderen voor de opleiding ergotherapie van de Amsterdam School of Health Professions. Het afstudeerproject is uitgevoerd in opdracht van de ergotherapeuten van het revalidatieteam NAH van revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht. Het doel van het kwaliteitsverbeteringstraject is om uniformiteit in behandeling te bereiken bij de ergotherapeuten, waarbij de focus ligt op de behandeling van vermoeidheidsklachten die optreden bij niet aangeboren hersenletsel. Met dit adviesrapport biedt de projectgroep een aantal aanbevelingen en praktische handvatten om de gewenste situatie te bereiken. Het implementatieplan beschrijft een tijdspad voor de invoering van de aanbevelingen.
Mijn dank gaat uit naar de ergotherapeuten van afdeling M2 van revalidatiecentrum De Hoogstraat. Henriëtte, Saskia en Yvette, bedankt voor jullie enthousiasme, het beschikbaar stellen van jullie tijd en de prettige samenwerking. Daarnaast wil ik mijn senioradviseur Paul van der Hulst bedanken voor zijn goede begeleiding, zinvolle adviezen en de prettige samenwerking. Dankzij hem ben ik op koers gebleven. Dank gaat ook uit naar Ger Scholtens, teammanager van afdeling M2 voor het geven van de opdracht en de mogelijkheid tot het uitvoeren van een afstudeerproject binnen de Hoogstraat.
Utrecht, oktober 2011 Esther Hengst
3|Pagina
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
Inhoudsopgave Voorwoord .........................................................................................................................................3 1.
Inleiding ......................................................................................................................................5
2.
Kern van het advies .................................................................................................................6 2.1 Erkenning vermoeidheid ..........................................................................................................6 2.2 Ergotherapeutisch perspectief .................................................................................................6 2.3 Behandeling vermoeidheid ....................................................................................................10 2.4 De Activiteitenweger .............................................................................................................12 2.5 Objectiveren vermoeidheid ...................................................................................................13
3.
Beschrijving gewenste situatie ............................................................................................15
4.
Implementatie .......................................................................................................................21
4|Pagina
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
1. Inleiding
Ongeveer de helft van de volwassenen met niet aangeboren hersenletsel (NAH) blijft last ondervinden van vermoeidheidsklachten. Deze klachten hebben behalve gevolgen voor het dagelijks functioneren, ook invloed op de effectiviteit van de revalidatiebehandeling. De laatste jaren zijn behandelaars zich meer bewust van het bestaan van vermoeidheidsklachten bij NAH. Er wordt echter nog onvoldoende gestructureerd rekening gehouden met vermoeidheidsklachten in relatie tot de effectiviteit van de behandeling. De ergotherapeuten van revalidatiecentrum De Hoogstraat willen met dit afstudeerproject laten onderzoeken hoe zij hun behandeling kunnen vormgeven, zodanig dat zij rekening houden met de vermoeidheidsklachten van de revalidant.
De hoofdvraagstelling van dit project luidt: Op welke wijze kunnen de ergotherapeuten van het M2 team van de Hoogstraat de kwaliteit en uniformiteit van hun interventies verbeteren in het begeleiden van cliënten met NAH in het leren omgaan met blijvende vermoeidheid in hun dagelijks handelen. Het accent in het adviestraject ligt op het onderzoeken van en adviseren over de meerwaarde die de activiteitenweger en de behandelmethodiek van Prof. Dr. Fasotti hebben en hoe deze kunnen bijdragen aan de gewenste kwaliteitsverbetering.
In dit adviesrapport wordt de theorie beknopt weergegeven, voor verdere toelichting en een beschrijving van de bronnen wordt verwezen naar de theoretische onderbouwing.
5|Pagina
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
2. Kern van het advies
2.1 Erkenning vermoeidheid Uit wetenschappelijke onderzoek blijkt dat ongeveer 50% van de mensen met niet aangeboren hersenletsel (NAH) in meer of mindere mate vermoeidheid ervaart. Deze vermoeidheidsklachten zijn voor 7-50% van hen de belangrijkste klacht van het hersenletsel en het veroorzaakt beperkingen in het dagelijks functioneren. Binnen de revalidatie in Nederland wordt de vermoeidheid bij NAH gezien als complicatie van het hersenletsel en niet als een op zichzelf staand probleem, dat voor de revalidant ernstige beperkingen met zich mee kan brengen. Tevens zijn revalidanten onvoldoende op de hoogte van het feit dat de vermoeidheid primair veroorzaakt wordt door het hersenletsel en dat een aantal van de beperkingen die zij ervaren, veroorzaakt worden door de vermoeidheid en niet door de gevolgen van het hersenletsel zelf (zoals bijvoorbeeld fysieke beperking door parese, cognitieve beperkingen). Uit lotgenotencontact blijkt dat zij de schuld van de vermoeidheid bij zichzelf zoeken en dat zij het daarom moeilijk vinden om erover te praten met de mensen in hun omgeving.
Conclusie Vermoeidheid wordt door zowel behandelaars als revalidanten onvoldoende erkend als een op zichzelf staand probleem. Door aandacht te besteden aan de vermoeidheid tijdens de revalidatiebehandeling, voelt de revalidant zich erkend en kan een acceptatieproces plaatsvinden. Als dit proces in gang gezet is, kan de revalidant gaan leren hoe hij het beste met de vermoeidheid kan omgaan.
Aanbeveling •
Tijdens iedere behandeling worden vermoeidheidsklachten besproken met de revalidant en gerapporteerd.
2.2 Ergotherapeutisch perspectief De hoofdvraagstelling van dit project betreft de wens van de ergotherapeuten om meer uniformiteit binnen het team te bereiken met betrekking tot de behandeling van vermoeidheid bij NAH. Uit gesprekken met de ergotherapeuten is gebleken dat zij eclectisch gebruik maken van diverse ergotherapeutische modellen. Om de gezamenlijke keuze voor één model te stimuleren en daarmee de uniformiteit binnen het ergotherapieteam te vergroten, zijn in de theoretische onderbouwing de gevolgen van vermoeidheid op het dagelijks leven beschreven in drie verschillende 6|Pagina
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
ergotherapeutische modellen, te weten: CMOP-E, MOHO, en het framework Occupational Adaptation.
Beschrijving modellen
CMOP-E Het Canadian Model of Occupational Performance and Engagement(CMOP-E) is een ergotherapeutisch praktijkmodel waarin de cliëntgerichte benadering centraal staat (zie figuur 1). Vanuit het CMOP-E zijn de interventies altijd gericht op het handelen van de cliënt en worden bezien vanuit een interactie tussen de persoon, het handelen en de omgeving. Uit de CMOP-E is een instrument voortgekomen, het COPM (Canadian Occupational Performance Model). Met het COPM kan men inventariseren welke problemen de revalidant ervaart bij de uitvoering van de dagelijkse activiteiten.
Figuur 1: Het CMOP-E
De driehoek bevat kenmerken van de persoon zelf, de cirkel daaromheen het handelen en de buitenste cirkel de omgevingsaspecten. Een verandering in een van deze gebieden heeft ook een verandering in de overige gebieden tot gevolg. Het cliëntgericht werken wordt benadrukt door de persoonskenmerken in het centrum van het model te plaatsen. Spiritualiteit bevindt zich in een persoon, wordt gevormd door de omgeving en geeft betekenis aan het handelen.
7|Pagina
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
MOHO Het Model of Human Occupation (MOHO) verklaart hoe het menselijk handelen wordt gemotiveerd, georganiseerd en uitgevoerd en welke wisselwerking er is tussen het handelen van de persoon en zijn omgeving. Het MOHO ziet de mens als samengesteld uit drie, met elkaar samenhangende componenten: wil (motivatie voor handelen), gewenning (proces waarbij handelen wordt georganiseerd in patronen of routines) en uitvoeringsvermogen (fysieke en mentale capaciteiten die nodig zijn om een activiteit vaardig uit te voeren). Deze componenten reageren op elkaar en op de omgeving en vormen zo het handelen. MOHO onderscheidt binnen het handelen tevens drie dimensies: (handelings)identiteit, (handelings)competentie en (handelings)adaptatie.
Framework Occupational Adaptation In 1992 wordt voor het eerst het proces van Occupational Adaptation beschreven (zie figuur 2). Occupational Adaptation (OA) beschrijft de integratie van twee concepten: occupation (handelen) en adaptation (adaptatie). OA beschrijft de dynamiek van het dagelijks handelen in een framework. Het framework van de OA gaat uit van een holistische en dynamische benadering en beschouwt de omgeving, de persoon en de interactie tussen deze twee, als gelijke grootheden. AO is een normaal proces dat ieder persoon doormaakt en het framework maakt inzichtelijk hoe de mens greep krijgt op zijn handelen en hoe men zijn handelen aanpast bij het optreden van onverwachte gebeurtenissen. Het framework kan gebruikt worden door ergotherapeuten als een referentiekader om richting te geven aan het plannen van hun interventies. Het model maakt gebruik van het begrip “mastery” . Dit kan vertaald worden als beheersing of meesterschap. Men beheerst een vaardigheid zodanig dat het vertrouwd is, kwaliteit heeft en men voert de activiteit uit met betrokkenheid en aandacht. De activiteit past bij de kennis en vaardigheden van de persoon.
Figuur 2 Occupational Adaptation framework
8|Pagina
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
Volgens het framework verlangt de persoon naar beheersing (desire of mastery) en de omgeving eist/vraagt beheersing van de persoon(demand for mastery). De interactie tussen deze twee resulteren in een druk naar beheersing (press for mastery). De desire of mastery is bij ieder persoon aanwezig vanaf de geboorte en ontwikkelt zich tijdens het leven. Ook al veranderen diverse omstandigheden (zoals door vermoeidheid), de desire, demand en press for mastery blijven altijd bestaan. Geplaatst in dit framework, ligt de sleutel van de vermoeidheid in de adaptieve respons van de persoon. Hoe iemand reageert op vermoeidheid en zich erop aanpast, bepaalt in hoeverre er hinder wordt ondervonden van de vermoeidheid bij het handelen. Als de adaptieve respons van de persoon wordt verbeterd, zullen de vaardigheden (skills) ook verbeteren.
Conclusie Een sterk punt van de CMOP-E is dat spiritualiteit gezien wordt als de kern van het handelen. Het is sterk van invloed op betekenisgeving van diverse activiteiten, zoals bijvoorbeeld het omgaan met gezondheidsproblemen. Een nadeel van de CMOP-E is dat het model niet het belang van het aanpassingsvermogen van de persoon benoemt, iets wat binnen de revalidatie zeker van grote invloed is op de keuze van behandeling en interventies. MOHO kan het handelen verklaren van de revalidant die vermoeidheidsklachten ervaart. Een nadeel van het MOHO is dat het model zeer uitgebreid en complex is, waardoor het lastig in de praktijk toepasbaar is. Hierdoor is het model, met name voor ergotherapeuten die er niet in geschoold zijn, moeilijk toe te passen. Het Occupational framework richt de interventie op het interne aanpassingsproces van de revalidant en het gebruik van betekenisvolle activiteiten om zo optimaal mogelijk grip te krijgen op het handelen. Tevens wordt binnen dit framework een directe relatie gelegd tussen occupational response en de beschikbare energie, dit maakt het een geschikt theoretisch kader om te gebruiken bij de ergotherapeutische revalidatie van vermoeidheidsklachten bij NAH.
Aanbeveling •
Het framework Occupational Adaptation is een geschikt ergotherapeutisch perspectief om binnen de Hoogstraat te gebruiken bij revalidanten die vermoeidheidsklachten ervaren na NAH.
9|Pagina
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
2.3 Behandeling vermoeidheid Tot 2011 is er wereldwijd geen enkele evidence-based methode beschikbaar voor de behandeling van vermoeidheidsklachten bij NAH. Prof. Dr. Fasotti is als hoogleraar neuro- en revalidatiepsychologie verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hij stelt dat vermoeidheid te beïnvloeden is door de manier waarop men ermee omgaat. Met dit idee heeft hij een behandelprotocol ontwikkeld dat speciaal bestemd is voor volwassenen met NAH die kampen met blijvende vermoeidheidsklachten. Deze behandelmethode wordt COGRAT genoemd: Cognitive and Graded Activity Training. Het afgelopen jaar is er een randomized controlled trial (RCT) uitgevoerd in diverse revalidatiecentra waarbij de effectiviteit van COGRAT is onderzocht. De uitkomstmaten waren gericht op ervaren vermoeidheid, fysieke belastbaarheid en angst. De voorlopige conclusie van het onderzoek is dat COGRAT een significant grotere vooruitgang in ervaren vermoeidheid en fysieke belastbaarheid laat zien dan wanneer alleen cognitieve therapie wordt gegeven (58% tegenover 25%). De definitieve resultaten van het onderzoek worden naar verwachting eind 2011 gepubliceerd. De behandeling volgens COGRAT bestaat uit cognitieve gedragstherapie met daaraan toegevoegd een programma van graded activity. Het uitgangspunt van de behandeling is dat het niet mogelijk is om door training of therapie het oude energieniveau volledig te herstellen. Er blijft altijd sprake van restvermoeidheid, aangezien de vermoeidheid primair veroorzaakt wordt door het hersenletsel. De behandeling is er op gericht dat de revalidant leert hoe hij efficiënter kan omgaan met het huidige energieniveau.
De behandeling duurt in totaal 12 weken en wordt begeleid door de neuropsycholoog en de fysiotherapeut. De fysiotherapeut begeleidt het graded activity programma en dit programma bestaat uit training op een loopband, krachttrainingen en huiswerkopdrachten. De opbouw vindt plaats door de tijdsduur van de activiteiten vooraf vast te stellen en stapsgewijs uit te breiden, ongeacht of iemand vermoeid is. De tijd is de bepalende factor en niet de vermoeidheid. Het doel hiervan is het vergroten van de inspanningstolerantie.
In de cognitieve gedragstherapie krijgen revalidanten van de neuropsycholoog educatie over vermoeidheid na hersenletsel. Zij registreren hun activiteiten en vermoeidheid om inzicht te verkrijgen in de samenhang van hun dagelijkse agenda en vermoeidheidsklachten. De cognitieve gedragstherapie heeft als doel de angstklachten te verminderen, een gedragsverandering te faciliteren en het leren omgaan met vermoeidheidssymptomen.
Vervolgens wordt de revalidanten drie compensatiestrategieën geleerd om te leren omgaan met de vermoeidheidsklachten: • • •
aanpassing van het activiteitenpatroon planning ontspanning
10 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
Beschrijving compensatiestrategieën 1. -
Denken De vermoeidheid komt door het hersenletsel Ik mag rusten Niet helpende gedachten opsporen en bespreken
2. -
Variëren niet te lang hetzelfde doen eigen tempo aanhouden excessieve vermoeidheid voorkomen voldoende rust nemen en inplannen niet hollen en stilstaan taartpunten verdelen: rood, blauw, bruin en geel
3. Bewegen - wandelen is ook bewegen 4. Ontspannen - plan rustmomenten in - maak eventueel gebruik van ontspanningsoefeningen (op cd) 5. -
Plannen geeft overzicht wat op papier staat hoef je niet te onthouden activiteiten kosten meer tijd, hou daar rekening mee in de planning
6. Omgeving - eigen grenzen aangeven - om hulp vragen
Conclusie COGRAT is een neuropsychologische behandelmethode, die goed past binnen de visie van de Hoogstraat. Deze behandelmethode kan worden toegepast als daar voldoende draagvlak voor is in het gehele revalidatieteam. De beschreven compensatiestrategieën van COGRAT zijn op ergotherapeutisch niveau toepasbaar binnen de groepstherapie. Door de genoemde punten binnen een kleine groep (max. 4 personen) te bespreken, zal er sprake zijn van herkenning en kan een discussie op gang komen over gedeelde ervaringen en mogelijke oplossingen. De ergotherapeut maakt hiermee de vermoeidheid bespreekbaar en de revalidant kan door de gedeelde ervaringen beter leren om de compensatiestrategieën toe te passen.
Aanbeveling •
De ergotherapeuten maken in de groepstherapie gebruik van de drie compensatiestrategieën om de revalidanten te leren omgaan met vermoeidheidsklachten.
11 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
2.4 De Activiteitenweger De Activiteitenweger is een methode waarmee de belasting van de revalidant over een hele dag overzichtelijk, objectief en meetbaar wordt gemaakt. De Activiteitenweger is te gebruiken door revalidanten die problemen ervaren in de balans tussen belasting en belastbaarheid. In de praktijk gaat het hierbij om mensen met aandoeningen waarbij vermoeidheid of pijn een grote rol spelen. Het behandeltraject van de Activiteitenweger is opgebouwd aan de hand van de fasen uit het proces van Health Counseling. In dit proces doorloopt de revalidant een aantal stappen om te leren omgaan met de noodzakelijke aanpassingen van het handelen. Deze stappen zijn als volgt omschreven: 1. 2. 3. 4.
Bewust kiezen voor gedragsverandering. Je optimaal inzetten voor de uitvoering van het gedrag. Gedrag volhouden op lange termijn. Leren omgaan met terugval.
De interventies, strategieën en behandelingen binnen deze fases van de Activiteitenweger zijn in de volgende stappen ondergebracht: • • • • • • • • • • • •
COPM afnemen Doelen stellen Kiezen voor de Activiteitenweger Voor- en nadelenmatrix maken (barrières zichtbaar maken) Tijdschrijflijsten laten invullen Activiteiten wegen Overzichtslijst van weging invullen Basisniveau vaststellen (drie manieren) en gemiddelde uitrekenen (nulmeting) Variaties kiezen en uitwerken Huiswerkopdrachten geven, dag/week plannen Risicosituaties inventariseren Post revalidatieplan maken
Om te komen tot een gedragsverandering is het noodzakelijk dat alle stappen in het proces doorlopen worden. Men dient bewust te kiezen voor een gedragsverandering, zich optimaal in te zetten om het gewenste gedrag uit te voeren en vol te houden en men moet leren omgaan met een mogelijke terugval. Vertaald naar het gebruik van de Activiteitenweger betekent dit dat alle benoemde interventies uitgevoerd moeten worden door de revalidant.
Conclusie Om de Activiteitenweger te gebruiken dient de revalidant bewust voor een gedragsverandering te kiezen en zal hij gedurende een periode van meerdere weken een extra mentale inspanning moeten leveren. Hij moet in staat zijn de verschillende onderdelen van de Activiteitenweger zelf in te vullen, of daar voldoende ondersteuning bij krijgen van de omgeving. Gezien de kenmerken van de beoogde doelgroep in de Hoogstraat (problemen met aandacht, concentratie, geheugen en verergering van vermoeidheid bij mentale inspanning) lijkt de Activiteitenweger niet een geschikt instrument om bij 12 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
deze hele doelgroep in te zetten. Voordat de Activiteitenweger kan worden ingezet, zal per individu bepaald moeten worden of hij voldoet aan de minimaal gestelde voorwaarden. Voorwaarden om de Activiteitenweger te gebruiken: -
De revalidant kiest bewust voor een gedragsverandering De ergotherapeut maakt individueel de inschatting of de belasting en tijdsinvestering voor de revalidant haalbaar zijn. De revalidant is in staat om de Activiteitenweger zelf in te vullen of heeft voldoende ondersteuning uit de omgeving De omgeving van de revalidant is op de hoogte van het gebruik van de Activiteitenweger
Aanbeveling •
De Activiteitenweger kan worden ingezet als aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan.
2.5 Objectiveren vermoeidheid Om uniformiteit van de behandeling met betrekking tot vermoeidheid na te streven, is het van belang dat iedere ergotherapeut gebruik maakt van dezelfde instrumenten en op dezelfde manier. Het gebruik van een meetinstrument zorgt ervoor dat vermoeidheidsklachten geobjectiveerd worden. Bij het gebruik van een meetinstrument tijdens de behandeling, wordt voor de revalidant de vermoeidheid erkend en bespreekbaar gemaakt en de ergotherapeut kan de intensiteit van de behandeling aanpassen op de ervaren vermoeidheid. Er bestaan diverse instrumenten om vermoeidheid te meten. Veel van deze meetinstrumenten zijn vragenlijsten die de revalidant zelf invult. De tijdsinvestering en mentale inspanning die dit vergt, maken deze instrumenten minder geschikt om tijdens een behandeling te gebruiken. Om voor of tijdens de behandeling de vermoeidheid te meten, kan gebruik gemaakt worden van de Visual Analogue Scale Fatigue (VASF). Dit is een meetinstrument waarbij de revalidant op een lijn (al dan niet onderverdeeld in punten) aangeeft hoe vermoeid hij is op dit moment. Aan de linkerzijde staat de uitspraak "geen vermoeidheid/niet moe" en aan de rechterzijde "de grootst mogelijke vermoeidheid die ik me kan voorstellen/ontzettend moe".
Niet moe
Ontzettend moe 13 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
Aan de achterzijde van de kaart staat een schaalverdeling van 0 tot 100, die alleen voor de behandelaar zichtbaar is. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat het meten van de vermoeidheid door middel van een VASF minstens zo betrouwbaar is als het meten van de vermoeidheid door middel van vragenlijsten. Het grote voordeel van het gebruik van een VASF, is dat het weinig tijd kost en dat de implementatie eenvoudig is. Enkele andere voordelen: -
de revalidant krijgt erkenning van de ervaren vermoeidheid iedereen vraagt op dezelfde manier naar vermoeidheid: je spreekt dus dezelfde taal vermoeidheid wordt meer objectief meetbaar gemaakt vermoeidheid en vermoeidheid beïnvloedende factoren worden bespreekbaar gemaakt
De ergotherapeuten kunnen de intensiteit van de behandeling aanpassen op de uitslag van de VASF. Advies van de projectgroep: Als de VASF 5 of hoger is, pas dan de intensiteit van de behandeling aan door te graderen (kiezen voor een bekende activiteit, een korte activiteit, een activiteit met minder deeltaken, biedt meer structuur of las tussentijds een rustpauze in). Als de VASF> 7 lijkt het zinvol de behandeling af te breken.
Conclusie Door iedere behandeling de vermoeidheid te meten, wordt voor de revalidant de vermoeidheid erkend en bespreekbaar gemaakt. De VASF is een bewezen effectief instrument om de mate van vermoeidheid van de revalidant te kunnen vaststellen. De VASF is eenvoudig te implementeren en door het gebruik ervan, wordt een stap gezet om meer uniform te gaan werken binnen het ergotherapieteam.
Aanbeveling • • •
De ergotherapeuten gebruiken de VASF om de vermoeidheid van de revalidant te objectiveren De ergotherapeut past de intensiteit van de behandeling aan op de ervaren vermoeidheid van de revalidant. De ergotherapeut staakt de behandeling als de VASF groter is dan 7.
14 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
3. Beschrijving gewenste situatie
De ergotherapeuten van het team NAH hebben aangegeven dat zij ernaar streven om binnen de ergotherapiebehandelingen op een uniforme wijze om te gaan met vermoeidheidsklachten van de revalidant. Dit willen zij zo mogelijk op een evidence based manier doen. Tevens zouden zij in de toekomst graag zien dat er een Hoogstraat-breed beleid komt, waarin beschreven staat welke visie de organisatie heeft met betrekking tot de behandeling van vermoeidheidsklachten bij revalidanten met NAH. Zij hopen dat de beschrijving van de gewenste situatie, in combinatie met de aanbevelingen, bruikbare informatie geven en een stimulans zijn om de visie op operationeel niveau bij te stellen. In de volgende tabel staan naast de beschrijving van de huidige situatie, de veranderingen die de ergotherapeuten uiteindelijk zouden willen bereiken in december 2012. Er is voor deze datum gekozen om enerzijds voldoende tijd te hebben om de veranderingen te kunnen invoeren, anderzijds is de periode kort genoeg om de implementatie overzichtelijk en concreet te houden. De aanbevelingen van de projectgroep worden beschreven in de derde kolom. De genummerde aanbevelingen zijn gebaseerd op de conclusies uit dit adviesrapport. Met deze aanbevelingen wordt een antwoord gegeven op de hoofdvraag van dit project en de aanbevelingen hebben voornamelijk betrekking op het ergotherapieteam. De ongenummerde aanbevelingen kunnen gezien worden als tips. De projectgroep is zich ervan bewust dat veranderingen op beleidsniveau door de organisatie zelf bepaald moeten worden. Het doel van de aanbevelingen op operationeel niveau is om voorwaarden te beschrijven die nodig zijn om de aanbevelingen die op het niveau van het organisatie-behandelproces gegeven worden, te kunnen invoeren.
15 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
Beleidsniveau: visie, strategie, beleid Invalshoek
Huidige situatie
Revalidatie centrum de Hoogstraat
Er is geen Hoogstraat- breed beleid met betrekking tot de behandeling van vermoeidheidsklachten bij NAH.
NAH team
Er is geen uniformiteit beschreven binnen het NAH team met betrekking tot het omgaan met de vermoeidheid van de revalidant.
Ergotherapie team
De ergotherapeuten zijn er zich van bewust dat er geen uniformiteit bestaat binnen het team met betrekking tot het omgaan met de vermoeidheid van de revalidant.
Gewenste situatie december 2012
Advies projectgroep
Er is een Hoogstraat-breed beleid met betrekking tot de behandeling van vermoeidheidsklachten bij NAH.
Het team heeft beschreven hoe zij de behandeling vormgeven met betrekking tot het omgaan met de vermoeidheid van de revalidant.
•
Formuleer op basis van de onderzoeksgegevens een document waarin staat beschreven hoe het team aankijkt tegen vermoeidheid bij NAH.
De ergotherapeuten hebben hun visie beschreven met betrekking tot de invulling van de behandeling van de vermoeidheidsklachten van de revalidant.
•
Formuleer op basis van de informatie uit de theoretische verkenningen een document waarin de visie van het ergotherapieteam staat.
16 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
Operationeel niveau: NAH team en Ergotherapieteam Invalshoek
Huidige situatie
NAH – team
Alle therapeuten en behandelaars vullen op hun eigen manier de behandeling in.
Ergotherapie team
Er bestaat binnen het ergotherapieteam geen uniformiteit over de invulling van de behandeling met betrekking tot vermoeidheid.
Middelen
Er is geen plan waarin beschreven staat hoe de kwaliteitsverbetering vormgegeven kan worden
Gewenste situatie December 2012 Er is consensus binnen het team over de invulling van de behandeling beschreven per discipline
Advies projectgroep 1. Richt voor korte tijd een multidisciplinaire werkgroep op die de diverse aanbevelingen kan gaan afwegen en invoeren.
De ergotherapeuten hebben afspraken gemaakt over het gebruik van een ergotherapeutisch model, diverse interventies en instrumenten.
2. De ergotherapeuten besteden gezamenlijk 15 minuten per week aan het implementatieplan om aan de aanbevelingen te werken.
Er is een implementatieplan voor de gewenste kwaliteitsverbetering.
•
De ergotherapeuten gebruiken het implementatieplan om de aanbevelingen in te voeren met als doel de kwaliteitsverbetering op ergotherapieniveau vorm te geven.
17 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
Organisatie – behandelproces Invalshoek Multidisciplinaire samenwerking
NAH team
Huidige situatie
Gewenste situatie december 2012
Advies projectgroep
Er is soms onduidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor bepaalde interventies.
Er bestaat duidelijkheid over de rol- en taakverdeling binnen het revalidatieteam.
•
Vermoeidheidsklachten worden niet structureel besproken tijdens het teamoverleg.
Vermoeidheidsklachten worden structureel besproken
3. Bespreek 1x per week tijdens het teamoverleg de ervaren vermoeidheid per revalidant.
Maak, op basis van dit document, vaste afspraken over: - Wie gebruikt tijdschrijflijsten - Wie maakt de weekplanning - Wie gebruikt activiteitenweger - Wie meet vermoeidheid
4. Voeg in het digitale teamverslag een kopje vermoeidheid toe
Teamdoelen
De revalidatie arts is verantwoordelijk voor het vaststellen van de revalidatiedoelen.
doelen per discipline
Iedere discipline geeft een invulling aan de revalidatiedoelen op zijn kennisgebied.
Ongewijzigd
Ongewijzigd
18 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
Ergotherapie team
Er bestaat binnen het ergotherapieteam geen uniformiteit over de invulling van de behandeling met betrekking tot vermoeidheid.
• De ergotherapeuten hebben de stappen uit het implementatieplan uitgevoerd. Er is een protocol geschreven over de ergotherapeutische behandeling van vermoeid.
• • •
•
ET model
De ergotherapeuten maken eclectisch gebruik van ergotherapeutische modellen.
ET intake
ET-intake vindt plaats aan de hand van het revalidatie activiteitenplan (RAP).
ET Interventies
Alle ergotherapeuten vragen voor of tijdens de behandeling naar vermoeidheidsklachten van de revalidant.
De ergotherapeuten hebben een keuze gemaakt voor een gezamenlijk ergotherapeutisch model bij de vermoeidheidsproblematiek bij NAH.
Ongewijzigd
Vermoeidheid meten en bespreken is vast onderdeel van iedere behandeling
Met gegevens uit de theoretische onderbouwing schrijven de ergotherapeuten een protocol waarin beschreven wordt: welk ergotherapeutisch model wordt gebruikt welke interventies en instrumenten worden gebruikt hoe graderen we de behandeling in relatie tot de uitslag van de VASF
De ergotherapeuten gebruiken het implementatieplan om de kwaliteitsverbetering op ergotherapieniveau vorm te geven.
5. Het framework Occupational Adaptation is een geschikt ergotherapeutisch perspectief om binnen de Hoogstraat te gebruiken bij revalidanten die vermoeidheid ervaren bij NAH. 6. Bij de intake vragen ergotherapeuten naar ervaren vermoeidheidsklachten 7. Tijdens iedere behandeling worden vermoeidheidsklachten besproken met de revalidant en gerapporteerd. 8. De ergotherapeuten maken in de groepstherapie 19 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
gebruik van drie compensatiestrategieën om de revalidanten te leren omgaan met vermoeidheidsklachten.
Meetinstrumenten vermoeidheid
Alle ergotherapeuten passen hun behandeling aan als zij merken dat de revalidant vermoeid is.
De ergotherapeuten hebben gezamenlijk vaste afspraken gemaakt hoe zij de behandeling graderen aan de hand van de ervaren vermoeidheid van de revalidant.
De ergotherapeuten willen meer informatie over het gebruik van de Activiteitenweger bij deze doelgroep.
Eén van de ergotherapeuten heeft de cursus van de Activiteitenweger gevolgd
De ergotherapeuten zijn onvoldoende bekend met bestaande meetinstrumenten en maken er daarom geen gebruik van.
De ergotherapeuten gebruiken iedere behandeling de VASF om de mate van vermoeidheid vast te stellen.
9. De ergotherapeut past de intensiteit van de behandeling aan op de ervaren vermoeidheid van de revalidant.
10. De Activiteitenweger kan worden ingezet als aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan. 11. De ergotherapeuten gebruiken de VASF om de vermoeidheid van de revalidant te objectiveren. 12. De ergotherapeut staakt de behandeling als de VASF groter is dan 7.
20 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
4. Implementatie
De hoofdvraagstelling van dit kwaliteitsverbeteringsproject luidde: Op welke wijze kunnen de ergotherapeuten van het M2 team van de Hoogstraat de kwaliteit en uniformiteit van hun interventies verbeteren in het begeleiden van cliënten met NAH in het leren omgaan met blijvende vermoeidheid in hun dagelijks handelen
Uit de theoretische verkenning is gebleken dat er geen kant en klare ergotherapiebehandeling bestaat, die gericht is op de vermoeidheidsklachten van de revalidant met NAH. Door de aanbevelingen uit dit adviesrapport in te voeren, bereiken de ergotherapeuten meer uniformiteit en kwaliteit in hun behandeling. De hoofdvraagstelling wordt beantwoord door de aanbevelingen uiteen te zetten in een implementatieplan, gekoppeld aan een tijdspad voor de invoering van de aanbevelingen. Voor het overzicht heeft de projectgroep alle aanbevelingen uit het adviesrapport en de tips uit de beschrijving van de gewenste situatie op een rij gezet:
Aanbevelingen op operationeel niveau NAH team 1. Richt voor korte tijd een multidisciplinaire werkgroep op die de diverse aanbevelingen kan gaan afwegen en invoeren.
ET team 2. De ergotherapeuten besteden gezamenlijk 15 minuten per week aan het implementatieplan om aan de aanbevelingen te werken. Tip: De ergotherapeuten gebruiken het implementatieplan om de aanbevelingen in te voeren om de kwaliteitsverbetering op ergotherapieniveau vorm te geven.
Aanbevelingen op het niveau van het organisatie-behandelproces: NAH team 3. Bespreek 1x per week tijdens het teamoverleg de ervaren vermoeidheid per revalidant. 21 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
4. Voeg in het digitale teamverslag een kopje vermoeidheid toe. Tip: Maak, op basis van dit document, vaste afspraken over: - Wie gebruikt tijdschrijflijsten - Wie maakt de weekplanning - Wie gebruikt activiteitenweger - Wie meet vermoeidheid ET team 5. Het framework Occupational Adaptation is een geschikt ergotherapeutisch perspectief om binnen de Hoogstraat te gebruiken bij revalidanten die vermoeidheid ervaren bij NAH. 6. Bij de intake vragen ergotherapeuten naar ervaren vermoeidheidsklachten 7. Tijdens iedere behandeling worden vermoeidheidsklachten besproken met de revalidant en gerapporteerd. 8. De ergotherapeuten maken in de groepstherapie gebruik van drie compensatiestrategieën om de revalidanten te leren omgaan met vermoeidheidsklachten. 9. De ergotherapeut past de intensiteit van de behandeling aan op de ervaren vermoeidheid van de revalidant. 10. De Activiteitenweger kan worden ingezet als aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan. 11. De ergotherapeuten gebruiken de VASF om de vermoeidheid van de revalidant te objectiveren. 12. De ergotherapeut staakt de behandeling als de VASF groter is dan 7. Tips: Met gegevens uit de theoretische onderbouwing schrijven de ergotherapeuten een protocol waarin beschreven wordt: - welk ergotherapeutisch model wordt gebruikt - welke interventies en instrumenten worden gebruikt - hoe graderen we de behandeling in relatie tot de uitslag van de VASF
Tips op beleidsniveau • •
Formuleer op basis van de onderzoeksgegevens een document waarin staat beschreven hoe het team aankijkt tegen vermoeidheid bij NAH. Formuleer op basis van de informatie uit de theoretische verkenningen een document waarin de visie van het ergotherapieteam staat.
Om het implementatieplan overzichtelijk te houden, is er een onderscheid gemaakt in de aanbevelingen op operationeel niveau en op het niveau van het organisatie-behandelproces. De volgorde van de invoering en het tijdspad zijn bepaald in overeenstemming met het ergotherapieteam.
22 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
Implementatieplan Aanbeveling op operationeel niveau
Tijdsplanning invoering
Kwartaal 4 2011
Kwartaal 1 2012
Kwartaal 2 2012
Kwartaal 3 2012
Kwartaal 4 2012
NAH team
1. Richt voor korte tijd een multidisciplinaire werkgroep op die de diverse aanbevelingen kan gaan afwegen en invoeren.
X
Ergotherapieteam 2. De ergotherapeuten besteden gezamenlijk 15 minuten per week aan het implementatieplan om aan de aanbevelingen te werken.
X 23 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid Aanbeveling op het niveau van het organisatie- behandelproces
Tijdsplanning invoering
Kwartaal 2 2011
Kwartaal 1 2012
Kwartaal 2 2012
Kwartaal 3 2012
Kwartaal 4 2012
NAH team
X
3. Bespreek 1x per week tijdens het teamoverleg de ervaren vermoeidheid per revalidant.
4. Voeg in het digitale teamverslag een kopje vermoeidheid toe.
X
Ergotherapieteam
5. Het framework Occupational Adaptation is een geschikt ergotherapeutisch perspectief om binnen de Hoogstraat te gebruiken bij revalidanten die vermoeidheid ervaren bij NAH.
X 24 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
X
6. Bij de intake vragen ergotherapeuten naar ervaren vermoeidheidsklachten
7. Tijdens iedere behandeling worden vermoeidheidsklachten besproken met de revalidant en gerapporteerd.
X X
8. De ergotherapeuten maken in de groepstherapie gebruik van drie compensatiestrategieën om de revalidanten te leren omgaan met vermoeidheidsklachten.
9. De ergotherapeut past de intensiteit van de behandeling aan op de ervaren vermoeidheid van de revalidant.
10. De Activiteitenweger kan worden ingezet als aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan.
X X 25 | P a g i n a
Adviesrapport Focus op vermoeidheid
11. De ergotherapeuten gebruiken de VASF om de vermoeidheid van de revalidant te objectiveren.
12. De ergotherapeut staakt de behandeling als de VASF groter is dan 7.
X X
26 | P a g i n a